NEDERLANDS nl
29
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsuitrusting te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of brok-
stukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en
letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepvlakken wanneer u werkzaam-
heden uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of het eigen
netsnoer kan raken. Door contact met een span-
ningvoerende leiding kunnen ook metalen appa-
raatonderdelen onder spanning worden gezet en
kan een elektrische schok teweeg worden
gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer doorge-
sneden of gegrepen worden en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen. Het draaiende inzetgereed-
schap kan in contact komen met het steunvlak,
waardoor u mogelijk de controle over het elektri-
sche gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het inzetge-
reedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke opeenho-
ping van metaalstof kan elektrische gevaren veroor-
zaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
een terugslag
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap - zoals een slijp-
schijf, steunschijf of draadborstel - dat blijft haken of
blokkeert. Indien het draaiende inzetgereedschap
blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot
stilstand. Hierdoor wordt ongecontroleerd elek-
trisch gereedschap, tegen de draairichting van het
inzetgereedschap in, op de plaats van de blokke-
ring versneld.
Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft
haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die
invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken
van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk
gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of
vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draairichting
van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij
kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrisch gereedschap. Een terugslag kan
worden voorkomen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben. De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten
beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzet-
gereedschap kan zich bij een terugslag over uw
hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de terug-
slag beweegt het elektrische gereedschap zich in
tegengestelde richting ten opzichte van de slijp-
schijf op de plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzet-
gereedschap niet van het werkstuk terug-
springt en beklemd raakt. Bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt, raakt het rote-
rende inzetgereedschap gemakkelijk beklemd. Dit
leidt tot verlies van controle of een terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereed-
schap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap. Slijp-
middelen die niet geschikt zijn voor het elektrische
gereedschap kunnen niet voldoende worden afge-
schermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn
aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt. Een
verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet stevig aan het elek-
trisch gereedschap zijn aangebracht en, voor
een optimale veiligheid, zo zijn ingesteld dat
een zo klein mogelijk deel van het slijplichaam
open naar de bediener wijst. De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen brokstukken,
toevallig contact met het slijplichaam en vonken,
waardoor kleding vlam kan vatten.
d) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo-
gelijkheden.
Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een door-
slijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van de schijf. Door