W 1150-125

Metabo W 1150-125 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metabo W 1150-125 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
www.metabo.com
W 1100-115
W 1100-125
W 1150-125
WP 1200-115 RT
WP 1200-125 RT
WE 1500-125 RT
WE 1500-150 RT
WEV 1500-125
RT
WEV 1500-125 Quick RT
de Originalbetriebsanleitung 5
en Original instructions 12
fr Notice originale 19
nl Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 26
it Istruzioni originali 33
es Manual original 41
pt Manual original 49
sv Bruksanvisning i original 56
fi Alkuperäiset ohjeet 62
no Original bruksanvisning 69
da Original brugsanvisning 75
pl Instrukcja oryginalna 82
el Πρωτότυπες οδηγίες χρήσης 90
hu Eredeti használati utasítás 98
ru Оригинальное руководство по
эксплуатации 105
NEDERLANDSnl
26
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording dat: deze haakse slijpers,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). Technische
documentatie bij *4) - zie pagina 3.
De haakse slijpers zijn samen met originele
Metabo-accessoires geschikt voor het slijpen, het
schuren, het werken met draadborstels en het
doorslijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke
materialen, zonder gebruik van water.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING Lees alle veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen. Worden de
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in
acht genomen, dan kan dit een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen
met deze documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke veiligheids-instruc-
ties voor het schuren, het
schuren met zandpapier, het werken met
draadborstels en het doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als schuurmachine, schuurmachine
met zandpapier, draadborstel en doorslijp-
machine. Let op alle veiligheidsinstructies,
aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u
bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de volgende
aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot
een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
om te polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen
leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
c) Gebruik geen accessoires die door de
fabrikant niet speciaal voor dit elektrische
gereedschap bestemd en aanbevolen zijn.
Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch
gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog
geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het inzet-
gereedschap dient minstens zo hoog te zijn als
het maximale toerental dat op het elektrisch
gereedschap staat aangegeven. Accessoires
die sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken
en in het rond vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap dienen overeen te komen
met de maataanduidingen van uw elektrische
gereedschap. Verkeerd bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact
op de slijpspindel van het elektrische
gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap
dat met een flens bevestigd is, moet het
opnamegat precies op de flensvorm passen.
Inzetgereedschap dat niet precies op de opname
van het elektrische gereedschap past, draait
ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden
tot verlies van controle.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereed-
schap. Controleer inzetgereedschap, zoals
schuurschijven, voor het gebruik altijd op
afsplinteringen en scheuren, steunschijven op
scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op
losse of gebroken draden. Wanneer het elek-
trisch gereedschap of het inzetgereedschap
valt, controleert dan of het beschadigd is, of ga
over op onbeschadigd inzetgereedschap.
Wanneer u het inzetgereedschap heeft
gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan
voor dat u en eventuele andere personen in de
buurt buiten het bereik van het roterende inzet-
gereedschap blijven en laat het apparaat een
minuut lang draaien op het hoogste toerental.
In deze testperiode breekt beschadigd inzet-
gereedschap meestal.
h) Draag een persoonlijke
veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de
toepassing volledige gezichtsbescherming,
oogbescherming of een veiligheidsbril. Zo
nodig draagt u een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciaal
schort, die u bescherming bieden tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende vreemde voorwerpen, die bij
verschillende toepassingen ontstaan, beschermd
te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof
dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u
lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw
gehoor beschadigd raken.
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS nl
27
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of
brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen
en letsel buiten het directe werkgebied
veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Door contact
met een spanningvoerende geleider kunnen ook
metalen apparaatonderdelen onder spanning
worden gezet zetten en een elektrische schok
teweeg worden gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende
inzetgereedschap kan in contact komen met het
steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het
elektrische gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het
inzetgereedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan elektrische
gevaren veroorzaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke situa-
ties:
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
blokkeert, zoals een schuurschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Indien het draaiende
inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, wordt
het onmiddellijk stopgezet. Hierdoor wordt
ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in op de
plaats van de blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk
blijft haken of blokkeert, kan de rand van de
schuurschijf, die invalt in het werkstuk, vastraken,
met het uitbreken van de schuurschijf of een
terugslag als mogelijk gevolg. De schuurschijf
beweegt zich dan naar of vanaf de bediener,
afhankelijk van de draairichting van de schijf bij de
plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
schuurschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrische gereedschap. Deze kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hierna beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de
terugslagkrachten of reactiemomenten te
hebben. De bediener kan door geschikte
veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en
reactiemomenten beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het
inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over
uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de
terugslag komt het elektrische gereedschap tegen
de bewegingsrichting van de schuurschijf in op de
plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk
terugspringt en beklemd raakt. Het roterende
inzetgereedschap heeft de neiging om bij hoeken,
scherpe randen of ingeval het terugspringt beklemd
te raken. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische
gereedschap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap.
Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het
elektrische gereedschap kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn
aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt. Een
verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap dient veilig op het elektri-
sche gereedschap te worden aangebracht en
voor een maximale veiligheid zo ingesteld te
zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het
schuurmiddel open naar de bediener wijst. De
beschermkap beschermt de gebruiker tegen brok-
stukken, een toevallig contact met het schuur-
middel en vonken, die kleding kunnen laten
ontbranden.
NEDERLANDSnl
28
d) De schuurmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Slijp nooit
met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor de
materiaalafname met de rand van de schijf. Door
zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen
de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere
schuurschijven.
f) Gebruik geen versleten schuurschijven van
groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Meer speciale veiligheidsinstructies voor
het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij een
overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de
neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
schuurmiddel verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan ingeval van een
terugslag het elektrisch gereedschap met de
draaiende schijf direct naar u toe worden
geslingerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de
nog draaiende doorslijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich niet in het werkstuk bevindt nooit
opnieuw in. Laat de doorslijpschijf eerst het
volle toerental bereiken voordat u voorzichtig
verder gaat met de snede. Anders kan de schijf
blijven haken, uit het werkstuk springen of een
terugslag veroorzaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een
terugslag als gevolg van een ingeklemde
doorslijpschijf te verminderen. Grote werk-
stukken kunnen doorbuigen onder hun eigen
gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van
de schijf, en zowel bij de doorslijpsnede als aan de
rand, ondersteund te worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij
"invalsnedes" in bestaande wanden of andere
gebieden die niet ingezien kunnen worden. De
invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in
gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of
andere objecten een terugslag veroorzaken.
4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren met zandpapier:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstels ook tijdens het
gewone gebruik draadstukken verliest.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht.
Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding
en/of de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het schuurmateriaal ter beschikking
gesteld worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het
gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor
dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het grofslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het
inzetgereedschap lang genoeg is om de
spindellengte op te nemen. De schroefdraad van
het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op
de spindel passen. Zie voor de lengte en de
schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk
14. Technische gegevens.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
machine tijdens het draaien zeer regelmatig en
grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te
NEDERLANDS nl
29
blazen met perslucht. Hierbij moet de machine
worden geborgd.
Het wordt aanbevolen om een stationaire
afzuiginrichting in te zetten en een
lekstroomschakelaar (FI) voor te schakelen. Indien
de haakse slijper door de FI-veiligheidsschakelaar
is uitgeschakeld moet de machine gecontroleerd en
gereinigd worden. Motorreiniging zie hoofdstuk 9.
Reiniging.
Zorg ervoor dat bij het werken onder stoffige
omstandigheden de ventilatieopeningen vrij zijn.
Mocht dit nodig zijn om het stof te verwijderen,
ontkoppel dan eerst het elektrisch gereedschap van
het elektriciteitsnet (gebruik niet-metalen
voorwerpen) en voorkom beschadiging van
inwendige delen.
Beschadigde, onronde resp. vibrerende
gereedschappen mogen niet gebruikt worden.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica)
voorkomen.
De stekker altijd uit het stopcontact halen voordat er
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap dient
te worden vervangen. Indien de beschermkap
defect is de machine niet gebruiken.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan
oververhit en het elektrisch gereedschap
beschadigd raken. Voor polijstwerkzaamheden
bevelen wij onze haakse polijstmachine aan.
Kleine werkstukken bevestigen. Bijv. in een
bankschroef spannen.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1 Beugel voor het aantrekken/losdraaien
van de spanmoer (zonder gereedschap)
met de hand *
2 Spanmoer (zonder gereedschap) *
3 Steunflens
4Spindel
5Spindelvastzetknop
6 Schakelschuif voor het
in-/uitschakelen *
7 Stelknop voor de toerentalinstelling *
8 Blokkering (tegen onbedoeld inschakelen, dan wel
voor de continu-inschakeling)*
9
Drukschakelaar (voor het
in-/uitschakelen) *
10 Extra greep
11 Beschermkap
12 Spanmoer *
13 Tweegaatssleutel *
14 Spanschroef
15 Hendel voor de bevestiging van de
beschermkap *
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de
leveringsomvang
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
5. Overzicht
6. Inbedrijfstelling
NEDERLANDSnl
30
6.1 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (10) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitslui-
tend de beschermkap die bestemd is voor het
betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11.
Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
W 1100..., W 1150...:
Zie pagina 2, afbeelding C.
- Schroef (14) losdraaien. De beschermkap (11)
aanbrengen in de weergegeven positie.
- De beschermkap zo draaien dat het gesloten
gebied naar de gebruiker wijst.
- Schroef (14) vastdraaien, hierbij moet de
draaibeveiliging in de uitsparingen grijpen.
- Controleer of de beschermkap vastzit, hij mag niet
gedraaid kunnen worden.
WP 1200...RT, WE 1500...RT, WEV 1500...RT:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- Aan de hendel (15) trekken. De beschermkap (11)
aanbrengen in de weergegeven positie.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien tot de hendel inklikt.
- Aan de hendel trekken (15) en de beschermkap
zo draaien, dat het gesloten deel naar de
gebruiker wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij
dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de
beschermkap kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waar de
beschermkap minstens 3,4
mm boven uitsteekt.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: de
netstekker uit het stopcontact halen. De
machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel
stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Accessoires) gebruiken.
7.1 Spindel vastzetten
- De spindelvastzetknop (5) indrukken en
de spindel (4) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop hoorbaar inklikt.
7.2 De schuurschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
- De steunflens (3) op de spindel plaatsen (zie de
afbeeldingen hierboven). Hij is op de juiste wijze
op de spindel aangebracht als hij zich op de
spindel niet laat draaien.
- De schuurschijf op de steunflens (3) plaatsen
(zie de afbeeldingen hierboven).
De schuurschijf dient gelijkmatig op de steunflens
te liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven
dient op de steunflens te liggen.
Aanwijzing:
De steunflens (3) is tegen verlies
beveiligd. Afnemen: eventueel met kracht afnemen.
7.3 Spanmoer (zonder gereedschap)
bevestigen/losmaken (afhankelijk van de
uitvoering)
Spanmoer (zonder gereedschap) (2)
uitsluitend met de hand aantrekken!
Om te werken moet de beugel (1) altijd vlak op
de
spanmoer (2)
geklapt zijn.
Spanmoer (zonder gereedschap) (2) bevestigen:
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker is dan 6 mm, mag de
spanmoer (zonder gereedschap) niet gebruikt
worden
! Gebruik dan de
spanmoer (12) met
tweegaatssleutel (13).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De beugel
(1)
van de spanmoer omhoog klappen.
- Spanmoer (2) op de spindel (4) plaatsen. Zie
afbeelding, pagina 2.
-Aan de beugel
(1) de
spanmoer met de hand met
de klok mee vastdraaien.
- De beugel
(1) weer
naar beneden klappen.
Spanmoer (zonder gereedschap) (2)
losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De beugel
(1)
van de spanmoer omhoog klappen.
-Spanmoer
(2)
tegen de klok in met de hand
afschroeven.
Aanwijzing:
Bij een spanmoer die erg vastzit
(2) kan
voor het afschroeven ook een tweegaatssleutel
worden gebruikt.
7.4 Spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitvoering)
Spanmoer (12) bevestigen:
De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend.
De spanmoer als volgt op de spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding B.
- A) Bij dunne schuurschijven:
De band van de spanmoer (12) wijst naar boven,
zodat de dunne schuurschijf veilig kan worden
gespannen.
B) Bij dikke schuurschijven:
De band van de spanmoer (12) wijst naar
beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel
kan worden aangebracht.
- Spindel vastzetten. De spanmoer (12) met de
tweegaatssleutel (13) met de wijzers van de klok
mee vastzetten.
Spanmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De
spanmoer (12) met de tweegaatssleutel (13)
tegen de wijzers van de klok in afschroeven.
7. Schuurschijf aanbrengen
NEDERLANDS nl
31
8.1 Toerental instellen (afhankelijk van de
uitvoering)
Met de stelknop (7) het aanbevolen toerental
instellen. (laag getal = laag toerental; hoog getal =
hoog toerental)
Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamant-
doorslijpschijf: hoog toerental
Borstel: gemiddeld toerental
Slijpschijf: laag tot gemiddeld toerental
Aanwijzing:
Voor polijstwerkzaamheden bevelen
wij onze haakse polijstmachine aan.
8.2 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Bij langdurige inschakeling loopt de machine
verder wanneer deze uit de hand gerukt wordt.
Daarom de machine altijd met beide handen aan de
hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor
zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd
werken.
Machines mit schakelschuif:
Inschakelen: schakelschuif (6) naar voren
schuiven. Voor een langdurige inschakeling
vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt.
Uitschakelen: op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (6) drukken en loslaten.
Machines met veiligheidsschakelaar (met
dodemansfunctie):
Momentinschakeling:
Inschakelen:
De blokkering (8) en vervolgens de
drukschakelaar (9) indrukken. (8) De
blokkering loslaten.
Uitschakelen:
De drukschakelaar (9) loslaten.
Continu-inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering):
Inschakelen:
De blokkering (8) indrukken en
ingedrukt houden. De drukschakelaar (9)
indrukken en ingedrukt houden. De machine
is nu ingeschakeld. Nu de blokkering (8)
opnieuw indrukken om de drukschakelaar
(9) te vergrendelen (continu-inschakeling).
Uitschakelen:
De drukschakelaar (9) indrukken en
loslaten.
8.3 Tips voor het werk
Schuren:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werken met een
matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse
beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken,
niet trillen.
Schuren met zandpapier:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werk-
stukoppervlak niet te heet wordt.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
Reiniging van de motor: De machine zeer
regelmatig en grondig door de achterste
ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij
moet de machine worden geborgd.
Herstartbeveiliging: De machine loopt niet. De
herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de
netstekker in het stopcontact gestoken wanneer
de machine ingeschakeld is of wordt de stroom-
toevoer na een onderbreking weer hersteld, dan
start de machine niet. De machine uit- en weer
inschakelen.
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Zie bladzijde 4.
8. Gebruik
0
I
66
89
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
(afhankelijk van de uitrusting)
11. Accessoires
NEDERLANDSnl
32
Gebruik uitsluitend toebehoren die voldoen aan de
eisen en typische gegevens die in deze gebruiks-
aanwijzing worden weergegeven.
A Doorslijp-beschermkapclip/beschermkap
voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven. Wanneer de doorslijp-
beschermkapclip erop is aangebracht, verandert de
beschermkap in een doorslijp-beschermkap.
B Handbescherming voor het schuren
met zandpapier en het werken met
draadborstels
Bestemd voor het werken met steunschijven,
slijpschijven, draadborstels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
CSpanmoer (12)
D Spanmoer (zonder gereedschap) (2)
Compleet accessoireprogramma, zie
www.metabo.com of de accessoirecatalogus.
Reparaties aan elektrische gereedschappen
mogen uitsluitend door een erkende vakman
worden uitgevoerd!
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen
bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op
de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke
afvalstoffen afvoeren.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
inzake gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en de vertaling hiervan in de nationale
wetgeving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu-
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting bij de gegevens op pagina 3.
Wijzigingen in verband met technische
ontwikkelingen voorbehouden.
D
max
=max. diameter van het inzetgereedschap
t
max,1
=max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap in het spanbereik bij gebruik
van een spanmoer (12)
t
max,3
=max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap
M =spindelschroefdraad
l =lengte van de schuurspindel
n =onbelast toerental (hoogste toerental)
P
1
=nominaal vermogen
P
2
=afgegeven vermogen
m =gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling moge-
lijk van de emissie van het elektrisch gereedschap
en een vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen. Afhankelijk van het gebruik, de
toestand van het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting
hoger of lager uitvallen. Neem voor de beoordeling
pauzes en fases met een lagere belasting in
aanmerking. Bepaal op grond van de overeenkom-
stig aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter
bescherming van de gebruiker, bijv. organisatori-
sche maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, AG
=trillingsemissiewaarde
(oppervlakken schuren)
a
h, DS
=trillingsemissiewaarde
(schuren met steunschijf)
K
h,AG/DS
= onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
=geluidsdrukniveau
L
WA
=geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Draag gehoorbescherming!
12. Reparatie
13. Milieubescherming
14. Technische gegevens
1/116