Metabo WEF 9-125 Quick Handleiding

Categorie
Accu-combi-boormachines
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDSnl
28
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoor-
ding: Deze haakse slijpers, geïdentificeerd door
type en serienummer *1), voldoen aan alle rele-
vante bepalingen van de richtlijnen *2) en normen
*3). Technische documentatie bij *4) - zie pagina 3.
De haakse slijpers met platte kop zijn samen met
originele Metabo-accessoires geschikt voor het
slijpen, het schuren, het werken met draadborstels
en het doorslijpen van metaal, beton, steen en
soortgelijke materialen, zonder gebruik van water.
Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de
gebruiker aansprakelijk.
De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en
de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te
worden nageleefd.
Let ter bescherming van uzelf en de
machine op de met dit symbool aange-
geven passages!
WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaan-
wijzing om het risico van letsel te vermin-
deren.
WAARSCHUWING Lees alle veiligheids-
voorschriften en aanwijzingen. Worden de
veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in
acht genomen, dan kan dit een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik.
Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstruc-
ties voor het schuren, het schuren met
zandpapier, het werken met draadbor-
stels en het doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als slijpmachine, schuurmachine,
draadborstel en doorslijpmachine. Let op alle
veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeel-
dingen en gegevens die u bij uw apparaat
ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet
in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
om te polijsten. Toepassingen waarvoor het elek-
trische gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden
tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
c) Gebruik geen accessoires die door de fabri-
kant niet speciaal voor dit elektrische gereed-
schap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u
de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt
bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het inzetge-
reedschap dient minstens zo hoog te zijn als
het maximale toerental dat op het elektrisch
gereedschap staat aangegeven. Accessoires die
sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken en
wegvliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het inzet-
gereedschap dienen overeen te komen met de
maataanduidingen van uw elektrische gereed-
schap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan
niet voldoende worden afgeschermd of gecontro-
leerd.
f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact
op de slijpspindel van het elektrische gereed-
schap te passen. Bij inzetgereedschap dat met
een flens bevestigd is, moet het opnamegat
precies op de flensvorm passen. Inzetgereed-
schap dat niet precies op de opname van het elek-
trische gereedschap past, draait ongelijkmatig en
trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van
controle.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereed-
schap. Controleer inzetgereedschap, zoals
slijpschijven, voor het gebruik altijd op afsplin-
teringen en scheuren, steunschijven op
scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op
losse of gebroken draden. Wanneer het elektri-
sche gereedschap of het inzetgereedschap
gevallen is, controleer het dan op beschadi-
gingen of gebruik onbeschadigd inzetgereed-
schap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft
gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan voor
dat u en eventuele andere personen in de buurt
buiten bereik van het roterende inzetgereed-
schap blijven en laat het apparaat een minuut
lang draaien op het hoogste toerental. In deze
testperiode breekt beschadigd inzetgereedschap
meestal.
h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrus-
ting. Draag afhankelijk van de toepassing volle-
dige gezichtsbescherming, oogbescherming
of een veiligheidsbril. Draag zo nodig een stof-
masker, gehoorbescherming, veiligheidshand-
schoenen of, ter bescherming tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes, een speciaal schort.
Uw ogen dienen tegen rondvliegende voorwerpen,
die bij verschillende toepassingen ontstaan,
beschermd te worden. Stof- of zuurstofmaskers
dienen het stof dat bij de toepassing ontstaat te
filteren. Wanneer u lang aan hard geluid wordt
blootgesteld, kan uw gehoor beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
1. Conformiteitsverklaring
2. Gebruik volgens de
voorschriften
3. Algemene
veiligheidsvoorschriften
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
NEDERLANDS nl
29
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsuitrusting te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of brok-
stukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en
letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepvlakken wanneer u werkzaam-
heden uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of het eigen
netsnoer kan raken. Door contact met een span-
ningvoerende leiding kunnen ook metalen appa-
raatonderdelen onder spanning worden gezet en
kan een elektrische schok teweeg worden
gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer doorge-
sneden of gegrepen worden en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen. Het draaiende inzetgereed-
schap kan in contact komen met het steunvlak,
waardoor u mogelijk de controle over het elektri-
sche gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het inzetge-
reedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke opeenho-
ping van metaalstof kan elektrische gevaren veroor-
zaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
een terugslag
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap - zoals een slijp-
schijf, steunschijf of draadborstel - dat blijft haken of
blokkeert. Indien het draaiende inzetgereedschap
blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot
stilstand. Hierdoor wordt ongecontroleerd elek-
trisch gereedschap, tegen de draairichting van het
inzetgereedschap in, op de plaats van de blokke-
ring versneld.
Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft
haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die
invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken
van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk
gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of
vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draairichting
van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij
kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrisch gereedschap. Een terugslag kan
worden voorkomen door passende veiligheids-
maatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben. De
gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten
beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzet-
gereedschap kan zich bij een terugslag over uw
hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de terug-
slag beweegt het elektrische gereedschap zich in
tegengestelde richting ten opzichte van de slijp-
schijf op de plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzet-
gereedschap niet van het werkstuk terug-
springt en beklemd raakt. Bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt, raakt het rote-
rende inzetgereedschap gemakkelijk beklemd. Dit
leidt tot verlies van controle of een terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereed-
schap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
slijpen en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap. Slijp-
middelen die niet geschikt zijn voor het elektrische
gereedschap kunnen niet voldoende worden afge-
schermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn
aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de
rand van de beschermkap bevindt. Een
verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand
van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet stevig aan het elek-
trisch gereedschap zijn aangebracht en, voor
een optimale veiligheid, zo zijn ingesteld dat
een zo klein mogelijk deel van het slijplichaam
open naar de bediener wijst. De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen brokstukken,
toevallig contact met het slijplichaam en vonken,
waardoor kleding vlam kan vatten.
d) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo-
gelijkheden.
Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een door-
slijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van de schijf. Door
NEDERLANDSnl
30
zijwaartse krachtinwerking op deze slijpmiddelen
kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de
slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijp-
schijven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Overige speciale veiligheidsinstructies
voor het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij overbelasting van
de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin
wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op
een terugslag of breuk van het schuurmiddel
verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in geval van een terugslag met de
draaiende schijf direct naar u toe worden geslin-
gerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de
nog draaiende slijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het elektrische gereedschap zolang
het zich in het werkstuk bevindt nooit opnieuw
in. Laat de slijpschijf eerst het volle toerental
bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met
de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit
het werkstuk springen of een terugslag veroor-
zaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een terug-
slag als gevolg van een ingeklemde doorslijp-
schijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen
doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk
dient aan beide kanten van de schijf, zowel bij de
doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te
worden.
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "inval-
snedes" in bestaande wanden of andere
gebieden waarvan u niet weet wat zich daarin
bevindt. De invallende doorslijpschijf kan bij het
snijden in gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen of andere objecten een terugslag veroor-
zaken.
4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren:
a) Gebruik geen overgedimensioneerde
schuurbladen maar houd u met betrekking tot
de grootte van de schuurbladen aan de
opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over
de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken
en leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het
werken met draadborstels:
a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest. Over-
belast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid heen dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten vergroot worden.
4.7 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het slijpmateriaal ter beschikking gesteld
worden en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het gereed-
schap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de
schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voor-
schriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd
worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetge-
reedschap lang genoeg is om de spindellengte op
te nemen. De schroefdraad van het inzetgereed-
schap moet bij de schroefdraad op de spindel
passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van
de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische
gegevens.
Beschadigd, niet-rond resp. vibrerend gereed-
schap mag niet worden gebruikt.
Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische
geleiders en dragende wanden (statica) voor-
komen.
Bij gebruik van de machine buiten: FI-veiligheids-
schakelaar met max. afschakelstroom (30 mA)
voorschakelen!
NEDERLANDS nl
31
Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te
worden vervangen. Indien de extra greep defect is
de machine niet gebruiken.
Gebruik geen beschadigde beschermkap. Contro-
leer de beschermkap vóór gebruik altijd op
scheuren, vervormingen of sterke slijtage.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan
oververhit en het elektrisch gereedschap bescha-
digd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij
onze haakse polijstmachine aan.
4.8 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
elektrische machines:
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud
aan pleegt.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
lopende machine zeer regelmatig en grondig door
de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een
aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Wanneer
de machine door de FI-veiligheidsschakelaar wordt
uitgeschakeld, dient hij gecontroleerd en gereinigd
te worden. Motorreiniging zie hoofdstuk9.
Reiniging.
4.9 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
accumachines:
Haal het accupack uit de machine voordat instel-,
ombouw-, onderhouds- of reinigingswerkzaam-
heden uitgevoerd worden.
Accupacks tegen vocht beschermen!
Accupacks niet aan vuur blootstellen!
Geen defecte of vervormde accupacks gebruiken!
Accupacks niet openen!
Contacten van de accupacks niet aanraken of kort-
sluiten!
Uit defecte Li-ion-accupacks kan een licht
zure, brandbare vloeistof lopen!
Wanneer er accuvloeistof naar buiten loopt
en met de huid in aanraking komt, deze
onmiddellijk afspoelen met overvloedig
water. Wanneer er accuvloeistof in uw ogen komt,
dient u ze uit te spoelen met schoon water en u
onmiddellijk onder behandeling van een arts te
stellen!
Bij een defecte machine dient u het accupack uit de
machine te halen.
Transport van Li-ion-accupacks:
Op de verzending van Li-ion accupacks is het
voorschrift voor het transport van gevaarlijke stoffen
(UN 3480 en UN 3481) van toepassing. Informeer
bij het versturen van Li-ion accupacks naar de
actueel geldende voorschriften. Informeer u ook bij
uw transportbedrijf. Gecertificeerde verpakking is
bij Metabo verkrijgbaar.
Verstuur accupacks alleen als de behuizing
onbeschadigd is en er geen vloeistof uit lekt. Voor
het verzenden haalt u het accupack uit de machine.
De contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv.
met tape isoleren).
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
NEDERLANDSnl
32
Zie bladzijde 2.
1 Beugel voor het aantrekken/losdraaien van de
spanmoer (zonder gereedschap) met de hand *
2 Spanmoer (zonder gereedschap) *
3 Steunflens
4 Spindel
5 Spindelvastzetknop
6 Beschermkap
7 Extra greep / extra greep met trillingsdemping *
8 Schakelschuif voor het
in-/uitschakelen *
9 Handgreep
10 Inschakelblokkering *
11 Drukschakelaar *
12 Elektronische signaalindicatie
*
13 T
oets voor ontgrendeling van het accupack *
14 Toets voor de indicatie van de capaciteit *
15 Capaciteits- en signaalindicatie *
16 Accupack *
17 Stoffilter
*
18 Spanmoer *
19 Tweegaatssleutel *
20 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de levering-
somvang
6.1 Speciaal voor elektrische machines
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD)
met een max. schakelstroomsterkte van
30 mA voor de machine.
6.2 Speciaal voor accumachines
Stoffilter
Bij een sterk verontreinigde omgeving altijd
het stoffilter (17) aanbrengen.
Met een aangebracht stoffilter (17) wordt de
machine sneller warm. De elektronica
beschermt de machine tegen oververhitting (zie
hoofdstuk 10.).
Aanbrengen: Zie pagina 2, afbeelding A.
Stoffilter (17) aanbrengen zoals weergegeven.
Afnemen: Het stoffilter (17) aan de bovenkant
enigszins optillen en naar beneden afnemen.
Draaibaar accupack
Zie pagina 2, afbeelding B.
Het achterdeel van de machine kan in 3 stappen
270° worden gedraaid, zodat de vorm van de
machine aangepast kan worden aan de arbeidsom-
standigheden. Alleen in ingeklikte stand gebruiken.
Accupack
Het accupack (16) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
30°C.
Li-ion-accupacks „Li-Power“ hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (15):
- Druk op toets (14) en de laadtoestand wordt door
de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het
accupack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Accupack uitnemen, inbrengen
Uitnemen: De toets voor de accupack-
ontgrendeling (13) indrukken en het accupack (16)
naar beneden uittrekken.
Inbrengen:accupack (16) erop schuiven tot het
inklikt.
6.3 Extra greep aanbrengen
Alleen werken wanneer de extra greep (7) is
aangebracht! De extra greep stevig
inschroeven aan de linker- of rechterkant van de
machine.
6.4 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitslui-
tend de beschermkap die bestemd is voor het
betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11.
Accessoires!
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
Zie pagina 2, afbeelding E.
- De beschermkap (6) aanbrengen in de weerge-
geven positie.
- De hendel indrukken en aan de beschermkap
draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker
wijst.
- De hendel loslaten en aan de beschermkap
draaien
tot de hendel inklikt.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij
dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de
beschermkap kunnen worden gedraaid.
Alleen inzetgereedschap
gebruiken waarover de
beschermkap tenminste 3,4
mm uitsteekt.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: het
accupack uit de machine halen / de stekker uit
het stopcontact nemen. De machine moet uitge-
schakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
Voor het werken met doorslijpschijven uit
veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Acces-
soires) gebruiken.
7.1 Spil vastzetten
De spindelvastzetknop (5) alleen bij stil-
staande spindel indrukken!
5. Overzicht
6. Ingebruikneming
7. Slijpschijf aanbrengen
NEDERLANDS nl
33
- De spindelvastzetknop (5) indrukken en de
spindel (4) met de hand draaien tot de spindel-
vastzetknop merkbaar inklikt.
7.2 De slijpschijf erop plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding C.
- De steunflens (3) op de spindel plaatsen. Deze is
op de juiste wijze aangebracht als hij op de
spindel niet gedraaid kan worden.
- De slijpschijf op de steunflens (3) plaatsen.
De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven
dient op de steunflens te liggen.
7.3 Spanmoer (zonder gereedschap) beves-
tigen/losmaken (afhankelijk van de uitvoe-
ring)
Spanmoer (zonder gereedschap) (2)
uitslui-
tend met de hand aantrekken!
Om te werken moet de beugel (1) altijd vlak op de
spanmoer (2)
geklapt zijn.
Spanmoer (zonder gereedschap) (2) bevestigen:
Wanneer het inzetgereedschap in het spange-
bied dikker is dan 6 mm, mag de
spanmoer
(zonder gereedschap) niet gebruikt worden
!
Gebruik dan de
spanmoer (18) met tweegaatssleutel
(19).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De beugel
(1)
van de spanmoer omhoog klappen.
- Spanmoer (2) op de spindel (4) plaatsen. Zie
pagina 2, afbeelding D.
- Aan de beugel
(1) de
spanmoer met de hand met
de klok mee vastdraaien.
- De beugel
(1) weer
naar beneden klappen.
Spanmoer (zonder gereedschap) (2)
losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- De beugel
(1)
van de spanmoer omhoog klappen.
- Spanmoer
(2)
tegen de klok in met de hand
afschroeven.
Aanwijzing: Bij een spanmoer die erg vastzit
(2) kan
voor het afschroeven ook een tweegaatssleutel
worden gebruikt.
7.4 Spanmoer bevestigen/losdraaien
Spanmoer (18) bevestigen:
De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De
spanmoer als volgt op de spindel schroeven:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- A) Bij dunne slijpschijven:
De band van de spanmoer (18) wijst naar boven,
zodat de dunne slijpschijf veilig kan worden
gespannen.
B) Bij dikke slijpschijven:
De band van de spanmoer (18) wijst naar
beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel
kan worden aangebracht.
- De spindel vergrendelen. De spanmoer (18) met
de tweegaatssleutel (19) met de wijzers van de
klok mee vastzetten.
Spanmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De span-
moer (18) met de tweegaatssleutel (19) tegen de
wijzers van de klok in afschroeven.
8.1 In-/uitschakelen
De machine altijd met beide handen geleiden!
Eerst inschakelen, dan het
inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine dient te worden voorkomen. Bij het
in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. De machine na het uitschakelen pas
wegzetten wanneer de motor tot stilstand is
gekomen.
Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een
stroomonderbreking heeft voorgedaan.
Voorkom dat de machine onbedoeld wordt
gestart: Schakel de machine altijd uit wanneer
het accupack uit de machine wordt gehaald.
Bij de continu-inschakeling loopt de machine
verder wanneer hij uit de hand wordt
getrokken. Daarom de machine altijd met beide
handen bij de hiervoor bestemde handgrepen vast-
houden, ervoor zorgen dat u stevig staat en gecon-
centreerd werken.
Machines mit schakelschuif:
Inschakelen: schakelschuif (8) naar voren
schuiven. Voor de continu-inschakeling
deze vervolgens naar beneden klappen tot
hij inklikt.
Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de
schakelschuif (8) drukken en loslaten.
Machines met veiligheidsschakelaar
(met dodemansfunctie):
(Machines met de aanduiding WPF..., WEPF...)
Inschakelen: inschakelblokkering (10) in de rich-
ting van de pijl schuiven en drukschakelaar
(11) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (11) loslaten.
8.2 Tips voor het werk
Schuren en schuren met zandpapier:
De machine matig aandrukken en over het opper-
vlak heen- en weer bewegen, zodat het werkstu-
koppervlak niet te heet wordt.
8. Gebruik
0
I
8
0
I
11 10
NEDERLANDSnl
34
Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u
te werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Bij het doorslijpen
altijd in tegenge-
stelde richting (zie afbeelding)
werken. Anders bestaat het gevaar dat
de machine ongecontroleerd uit de
snede springt. Werk met een matige,
aan het materiaal aangepaste voorwaartse bewe-
ging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet
trillen.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
Reiniging van de motor: De machine zeer regel-
matig en grondig door de achterste ventilaties-
leuven uitblazen met perslucht. Hierbij dient de
machine stevig te worden vastgehouden.
Stoffilter regelmatig reinigen: afnemen en met
perslucht doorblazen.
10.1 Elektrische machines:
- Overbelastingsbeveiliging: Het belast
toerental neemt STERK af. De motortempera-
tuur is te hoog! De machine onbelast laten lopen
tot hij is afgekoeld.
- Overbelastingsbeveiliging: Het belast
toerental neemt LICHT af. De machine wordt
overbelast. Werk met minder belasting verder.
- Metabo S-automatic veiligheidsuitschake-
ling: De machine is automatisch UITGESCHA-
KELD. Bij een te hoge stroom-toenamesnelheid
(zoals bijvoorbeeld bij een plotselinge blokkering
of terugslag) wordt de machine uitgeschakeld.
Machine met de schakelschuif (8) uitzetten.
Vervolgens weer inschakelen en normaal verder
werken. Zorg ervoor dat zich verder geen blokke-
ringen voordoen. Zie hoofdstuk 4.2.
- Herstartbeveiliging: De machine loopt niet.
De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de
netstekker in het stopcontact gestoken wanneer
de machine ingeschakeld is of wordt de stroom-
toevoer na een onderbreking weer hersteld, dan
start de machine niet. De machine uit- en weer
inschakelen.
10.2 Accumachines:
- De elektronische signaalindicatie (12) brandt
en het belaste toerental neemt af. De tempera-
tuur is te hoog! De machine onbelast laten lopen
tot de elektronische signaalindicatie uitgaat.
- De elektronische signaalindicatie (12) knip-
pert en de machine loopt niet. De herstartbe-
veiliging is geactiveerd. Wordt het accupack in
een ingeschakelde machine geplaatst, dan start
de machine niet. De machine uit- en weer inscha-
kelen.
Gebruik alleen originele Metabo-accupacks en
Metabo-toebehoor.
Zie bladzijde 4.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
A Beschermkap voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven.
Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap
voor het schuren“ (hoofdstuk 6.4).
B Handbescherming voor het schuren met
zandpapier en het werken met draadbor-
stels
Bestemd voor het werken met steunschijven, slijp-
schijven, draadborstels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
C Laadapparaten
D Accupacks
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de toebehorencatalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd!
Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen
bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op
de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke
afvalstoffen afvoeren.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en voor de recycling
van afgedankte machines, verpakkingen en toebe-
horen.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
inzake gebruikte elektrische en elektronische appa-
raten en de vertaling hiervan in de nationale wetge-
ving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu-
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Speciale aanwijzingen voor accumachines:
Accupacks mogen niet met het huisvuil meege-
geven worden! Geef defecte of afgedankte
accupacks terug aan de Metabo-handelaar!
Accupacks niet in het water gooien!
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
11. Toebehoren
12. Reparatie
13. Milieubescherming
NEDERLANDS nl
35
Ontlaad eerst het accupack in het elektrisch
gereedschap alvorens het af te voeren. De
contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv. met
tape isoleren).
Toelichting bij de gegevens op pagina 3. Wijzi-
gingen in verband met technische ontwikkelingen
voorbehouden.
U = spanning van het accupack
D
max
= max. diameter van het inzetgereed-
schap
t
max,1
= max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap in het spanbereik bij
gebruik van de spanmoer (18)
t
max,2
= max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap in het spanbereik bij
gebruik van de quick-spanmoer (2)
t
max,3
= afbraamschijf/doorslijpschijf:
max. toelaatbare dikte van het inzet-
gereedschap
M = spindelschroefdraad
l = lengte van de schuurspindel
n* = onbelast toerental (hoogste toerental)
P
1
= nominaal vermogen
P
2
= afgegeven vermogen
m = gewicht met het kleinste accupack /
gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens volgens de norm EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
Gelijkstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
*Elektromagnetische storingen:
Onder inwerking van extreme elektromagnetische
storingen van buiten kunnen soms voorbijgaande
schommelingen van het toerental optreden of kan
de herstartbeveiliging worden geactiveerd. In dit
geval de machine uit- en weer inschakelen.
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van de
emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch gereed-
schap of het inzetgereedschap kan de daadwerke-
lijke belasting hoger of lager uitvallen. Houd bij de
beoordeling rekening met pauzes en fases met een
lagere belasting. Bepaal op basis van de overeen-
komstig aangepaste taxatiewaarden de maatre-
gelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. orga-
nisatorische maatregelen.
Totale trillingswaarde (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745:
a
h, SG
= trillingsemissiewaarde
(oppervlakken schuren)
a
h, DS
= trillingsemissiewaarde
(schuren met steunschijf)
K
h,SG/DS
= onzekerheid (trilling)
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
Tijdens het werken kan het geluidsniveau de
80 dB(A) overschrijden.
Draag gehoorbescherming!
14. Technische gegevens

Documenttranscriptie

nl NEDERLANDS Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing 1. Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen en uitsluitende verantwoording: Deze haakse slijpers, geïdentificeerd door type en serienummer *1), voldoen aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen *2) en normen *3). Technische documentatie bij *4) - zie pagina 3. 2. Gebruik volgens de voorschriften De haakse slijpers met platte kop zijn samen met originele Metabo-accessoires geschikt voor het slijpen, het schuren, het werken met draadborstels en het doorslijpen van metaal, beton, steen en soortgelijke materialen, zonder gebruik van water. Voor schade door oneigenlijk gebruik is alleen de gebruiker aansprakelijk. De algemeen erkende veiligheidsvoorschriften en de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften dienen te worden nageleefd. 3. Algemene veiligheidsvoorschriften Let ter bescherming van uzelf en de machine op de met dit symbool aangegeven passages! WAARSCHUWING – Lees de gebruiksaanwijzing om het risico van letsel te verminderen. WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Worden de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht genomen, dan kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen goed met het oog op toekomstig gebruik. Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze documenten aan anderen door. 4. Speciale veiligheidsvoorschriften 4.1 Gemeenschappelijke veiligheidsinstructies voor het schuren, het schuren met zandpapier, het werken met draadborstels en het doorslijpen: Toepassing a) Dit elektrisch gereedschap kan worden gebruikt als slijpmachine, schuurmachine, draadborstel en doorslijpmachine. Let op alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u bij uw apparaat ontvangt. Neemt u de volgende aanwijzingen niet in acht, dan kan dit leiden tot een elektrische schok, 28 brand en/of ernstig letsel. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt om te polijsten. Toepassingen waarvoor het elektrische gereedschap niet bestemd is, kunnen leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel. c) Gebruik geen accessoires die door de fabrikant niet speciaal voor dit elektrische gereedschap bestemd en aanbevolen zijn. Wanneer u de accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, garandeert dit nog geen veilig gebruik. d) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Accessoires die sneller draaien dan toelaatbaar kunnen breken en wegvliegen. e) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de maataanduidingen van uw elektrische gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact op de slijpspindel van het elektrische gereedschap te passen. Bij inzetgereedschap dat met een flens bevestigd is, moet het opnamegat precies op de flensvorm passen. Inzetgereedschap dat niet precies op de opname van het elektrische gereedschap past, draait ongelijkmatig en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren, (sterke) slijtage en draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrische gereedschap of het inzetgereedschap gevallen is, controleer het dan op beschadigingen of gebruik onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en ingebracht, zorg er dan voor dat u en eventuele andere personen in de buurt buiten bereik van het roterende inzetgereedschap blijven en laat het apparaat een minuut lang draaien op het hoogste toerental. In deze testperiode breekt beschadigd inzetgereedschap meestal. h) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming, oogbescherming of een veiligheidsbril. Draag zo nodig een stofmasker, gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of, ter bescherming tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes, een speciaal schort. Uw ogen dienen tegen rondvliegende voorwerpen, die bij verschillende toepassingen ontstaan, beschermd te worden. Stof- of zuurstofmaskers dienen het stof dat bij de toepassing ontstaat te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor beschadigd raken. i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand van uw werkgebied bevinden. NEDERLANDS nl Iedereen die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Gebroken inzetgereedschap of brokstukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen apparaatonderdelen onder spanning worden gezet en kan een elektrische schok teweeg worden gebracht. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer doorgesneden of gegrepen worden en kan uw hand of uw arm in het draaiende inzetgereedschap komen. I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het steunvlak, waardoor u mogelijk de controle over het elektrische gereedschap verliest. m) Laat het elektrische gereedschap niet draaien wanneer u het draagt. Door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap kan uw kleding worden gegrepen en kan het inzetgereedschap zich in uw lichaam boren. n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van uw elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in de behuizing en een sterke opeenhoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken kunnen deze materialen vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op een terugslag Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap - zoals een slijpschijf, steunschijf of draadborstel - dat blijft haken of blokkeert. Indien het draaiende inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, komt het onmiddellijk tot stilstand. Hierdoor wordt ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, op de plaats van de blokkering versneld. Wanneer er bijv. een slijpschijf in het werkstuk blijft haken of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die invalt in het werkstuk vastraken, met het uitbreken van de slijpschijf of een terugslag als mogelijk gevolg. De slijpschijf beweegt zich dan naar of vanaf de gebruiker, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap. Een terugslag kan worden voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder beschreven. a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd de extra greep om tijdens de startfase een zo groot mogelijke controle over de terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben. De gebruiker kan door geschikte veiligheidsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten beheersen. b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap zich in geval van een terugslag beweegt. Door de terugslag beweegt het elektrische gereedschap zich in tegengestelde richting ten opzichte van de slijpschijf op de plaats van de blokkering. d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken, scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het inzetgereedschap niet van het werkstuk terugspringt en beklemd raakt. Bij hoeken, scherpe randen of wanneer het terugspringt, raakt het roterende inzetgereedschap gemakkelijk beklemd. Dit leidt tot verlies van controle of een terugslag. e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of verlies van controle over het elektrische gereedschap. 4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het slijpen en doorslijpen: a) Gebruik uitsluitend slijpmiddelen die voor uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd en de hiervoor geschikte beschermkap. Slijpmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) Gebogen slijpschijven dienen zo te zijn aangebracht, dat het slijpvlak zich onder de rand van de beschermkap bevindt. Een verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de rand van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar behoren worden afgeschermd. c) De beschermkap moet stevig aan het elektrisch gereedschap zijn aangebracht en, voor een optimale veiligheid, zo zijn ingesteld dat een zo klein mogelijk deel van het slijplichaam open naar de bediener wijst. De beschermkap beschermt de gebruiker tegen brokstukken, toevallig contact met het slijplichaam en vonken, waardoor kleding vlam kan vatten. d) De slijpmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmogelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf. Door 29 nl NEDERLANDS zijwaartse krachtinwerking op deze slijpmiddelen kan de schijf breken. e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm voor de door u gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschijven. f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 4.4 Overige speciale veiligheidsinstructies voor het doorslijpen: a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Bij overbelasting van de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op een terugslag of breuk van het schuurmiddel verhoogd. b) Mijd het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch gereedschap in geval van een terugslag met de draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd. c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u het werk onderbreekt, schakel het apparaat dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de nog draaiende slijpschijf uit de snede te trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze op. d) Schakel het elektrische gereedschap zolang het zich in het werkstuk bevindt nooit opnieuw in. Laat de slijpschijf eerst het volle toerental bereiken voordat u voorzichtig verder gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. e) Zorg voor een ondersteuning van platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag als gevolg van een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van de schijf, zowel bij de doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te worden. f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden waarvan u niet weet wat zich daarin bevindt. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. 30 4.5 Speciale veiligheidsinstructies voor het schuren: a) Gebruik geen overgedimensioneerde schuurbladen maar houd u met betrekking tot de grootte van de schuurbladen aan de opgaven van de fabrikant. Schuurbladen die over de steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en leiden tot het blokkeren of scheuren van de schuurbladen of een terugslag. 4.6 Speciale veiligheidsinstructies voor het werken met draadborstels: a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid heen dringen. b) Wordt het gebruik van een beschermkap aanbevolen, zorg er dan voor dat de beschermkap en de draadborstel niet met elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter van schijf- en komborstels kan door aandruk- en centrifugale krachten vergroot worden. 4.7 Overige veiligheidsvoorschriften: WAARSCHUWING – Draag altijd een veiligheidsbril. Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer deze bij het slijpmateriaal ter beschikking gesteld worden en vereist zijn. Neem de opgaven van de fabrikant van het gereedschap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de schijven beschermd zijn tegen vet en stoten! Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voorschriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd worden. Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet onderhevig zijn aan zijwaartse druk. Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te worden ondersteund. Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet gebruikt, dan mag het einde van de spindel de gatenbodem van het schuurgereedschap niet raken. Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereedschap lang genoeg is om de spindellengte op te nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de schroefdraad op de spindel passen. Zie voor de lengte en de schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk 14. Technische gegevens. Beschadigd, niet-rond resp. vibrerend gereedschap mag niet worden gebruikt. Schade aan gas- of waterleidingen, elektrische geleiders en dragende wanden (statica) voorkomen. Bij gebruik van de machine buiten: FI-veiligheidsschakelaar met max. afschakelstroom (30 mA) voorschakelen! NEDERLANDS nl Een beschadigde of gebarsten extra greep dient te worden vervangen. Indien de extra greep defect is de machine niet gebruiken. Gebruik geen beschadigde beschermkap. Controleer de beschermkap vóór gebruik altijd op scheuren, vervormingen of sterke slijtage. Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te polijsten. De garantie vervalt bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt! De motor kan oververhit en het elektrisch gereedschap beschadigd raken. Voor polijstwerkzaamheden bevelen wij onze haakse polijstmachine aan. 4.8 Speciale veiligheidsvoorschriften voor elektrische machines: Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud aan pleegt. Bij de bewerking, met name van metaal, kan zich geleidende stof in de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de lopende machine zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden vastgehouden. Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van een stationaire afzuiginrichting en een aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Wanneer de machine door de FI-veiligheidsschakelaar wordt uitgeschakeld, dient hij gecontroleerd en gereinigd te worden. Motorreiniging zie hoofdstuk9. Reiniging. 4.9 Speciale veiligheidsvoorschriften voor accumachines: Haal het accupack uit de machine voordat instel-, ombouw-, onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitgevoerd worden. Accupacks tegen vocht beschermen! Accupacks niet aan vuur blootstellen! Geen defecte of vervormde accupacks gebruiken! Accupacks niet openen! Contacten van de accupacks niet aanraken of kortsluiten! Uit defecte Li-ion-accupacks kan een licht zure, brandbare vloeistof lopen! Wanneer er accuvloeistof naar buiten loopt en met de huid in aanraking komt, deze onmiddellijk afspoelen met overvloedig water. Wanneer er accuvloeistof in uw ogen komt, dient u ze uit te spoelen met schoon water en u onmiddellijk onder behandeling van een arts te stellen! Bij een defecte machine dient u het accupack uit de machine te halen. Transport van Li-ion-accupacks: Op de verzending van Li-ion accupacks is het voorschrift voor het transport van gevaarlijke stoffen (UN 3480 en UN 3481) van toepassing. Informeer bij het versturen van Li-ion accupacks naar de actueel geldende voorschriften. Informeer u ook bij uw transportbedrijf. Gecertificeerde verpakking is bij Metabo verkrijgbaar. Verstuur accupacks alleen als de behuizing onbeschadigd is en er geen vloeistof uit lekt. Voor het verzenden haalt u het accupack uit de machine. De contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv. met tape isoleren). De stofbelasting verminderen: WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes die worden geproduceerd bij het schuren, zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere reproductieve schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze chemicaliën zijn: - lood van gelode verf, - mineraalstof van bakstenen, cement en andere metselwerkmaterialen, en - arseen en chroom uit chemisch behandeld hout. Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen: Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van microscopische deeltjes. Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof), metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam komen. Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in acht die van toepassing zijn op uw materiaal, personeel, toepassing en locatie (bijv. gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, verwijdering). Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de omgeving. Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes ongecontroleerd in de omgeving terecht. Gebruik een geschikte stofafzuiging. Verminder de stofbelasting door: - de vrijkomende deeltjes en de af te voeren luchtstroom van de machine niet op de gebruiker zelf of in de buurt aanwezige personen of op neergeslagen stof te richten, - een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te gebruiken, - de werkplek goed te ventileren en door te stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen wervelt het stof op. - Zuig of was de beschermende kleding. Niet uitblazen, uitslaan of uitborstelen. 31 nl NEDERLANDS 5. Overzicht Zie bladzijde 2. 1 Beugel voor het aantrekken/losdraaien van de spanmoer (zonder gereedschap) met de hand * 2 Spanmoer (zonder gereedschap) * 3 Steunflens 4 Spindel 5 Spindelvastzetknop 6 Beschermkap 7 Extra greep / extra greep met trillingsdemping * 8 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen * 9 Handgreep 10 Inschakelblokkering * 11 Drukschakelaar * 12 Elektronische signaalindicatie * 13 Toets voor ontgrendeling van het accupack * 14 Toets voor de indicatie van de capaciteit * 15 Capaciteits- en signaalindicatie * 16 Accupack * 17 Stoffilter * 18 Spanmoer * 19 Tweegaatssleutel * 20 Hendel voor de bevestiging van de beschermkap * afhankelijk van de uitrusting/niet in de leveringsomvang 6. Ingebruikneming 6.1 Speciaal voor elektrische machines Controleer alvorens het apparaat in gebruik te nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en netfrequentie overeenkomen met de gegevens van het elektriciteitsnet. Schakel altijd een lekstroomschakelaar (RCD) met een max. schakelstroomsterkte van 30 mA voor de machine. 6.2 Speciaal voor accumachines Stoffilter Bij een sterk verontreinigde omgeving altijd het stoffilter (17) aanbrengen. Met een aangebracht stoffilter (17) wordt de machine sneller warm. De elektronica beschermt de machine tegen oververhitting (zie hoofdstuk 10.). Aanbrengen: Zie pagina 2, afbeelding A. Stoffilter (17) aanbrengen zoals weergegeven. Afnemen: Het stoffilter (17) aan de bovenkant enigszins optillen en naar beneden afnemen. Draaibaar accupack Zie pagina 2, afbeelding B. Het achterdeel van de machine kan in 3 stappen 270° worden gedraaid, zodat de vorm van de machine aangepast kan worden aan de arbeidsomstandigheden. Alleen in ingeklikte stand gebruiken. 32 Accupack Het accupack (16) voor gebruik opladen. Laad het accupack bij vermogensverlies weer op. De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en 30°C. Li-ion-accupacks „Li-Power“ hebben een capaciteits- en signaalindicatie (15): - Druk op toets (14) en de laadtoestand wordt door de LED-verlichting aangegeven. - Wanneer een LED-lampje knippert, is het accupack bijna leeg en moet het weer opgeladen worden. Accupack uitnemen, inbrengen Uitnemen: De toets voor de accupackontgrendeling (13) indrukken en het accupack (16) naar beneden uittrekken. Inbrengen:accupack (16) erop schuiven tot het inklikt. 6.3 Extra greep aanbrengen Alleen werken wanneer de extra greep (7) is aangebracht! De extra greep stevig inschroeven aan de linker- of rechterkant van de machine. 6.4 Beschermkap aanbrengen Gebruik uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend de beschermkap die bestemd is voor het betreffende slijpelement! Zie ook hoofdstuk 11. Accessoires! Beschermkap voor het slijpen Bestemd voor het werken met afbraamschijven, lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Zie pagina 2, afbeelding E. - De beschermkap (6) aanbrengen in de weergegeven positie. - De hendel indrukken en aan de beschermkap draaien tot het gesloten deel naar de gebruiker wijst. - De hendel loslaten en aan de beschermkap draaien tot de hendel inklikt. - Controleer of de hendel goed bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er mag niet aan de beschermkap kunnen worden gedraaid. Alleen inzetgereedschap gebruiken waarover de beschermkap tenminste 3,4 mm uitsteekt. 7. Slijpschijf aanbrengen Voor alle ombouwwerkzaamheden: het accupack uit de machine halen / de stekker uit het stopcontact nemen. De machine moet uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan. Voor het werken met doorslijpschijven uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11. Accessoires) gebruiken. 7.1 Spil vastzetten De spindelvastzetknop (5) alleen bij stilstaande spindel indrukken! NEDERLANDS nl - De spindelvastzetknop (5) indrukken en de spindel (4) met de hand draaien tot de spindelvastzetknop merkbaar inklikt. 7.2 De slijpschijf erop plaatsen Zie pagina 2, afbeelding C. - De steunflens (3) op de spindel plaatsen. Deze is op de juiste wijze aangebracht als hij op de spindel niet gedraaid kan worden. - De slijpschijf op de steunflens (3) plaatsen. De slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te liggen. De plaatflens van de doorslijpschijven dient op de steunflens te liggen. 7.3 Spanmoer (zonder gereedschap) bevestigen/losmaken (afhankelijk van de uitvoering) Spanmoer (zonder gereedschap) (2) uitsluitend met de hand aantrekken! Om te werken moet de beugel (1) altijd vlak op de spanmoer (2) geklapt zijn. Spanmoer (zonder gereedschap) (2) bevestigen: Wanneer het inzetgereedschap in het spangebied dikker is dan 6 mm, mag de spanmoer (zonder gereedschap) niet gebruikt worden! Gebruik dan de spanmoer (18) met tweegaatssleutel (19). - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De beugel (1) van de spanmoer omhoog klappen. - Spanmoer (2) op de spindel (4) plaatsen. Zie pagina 2, afbeelding D. - Aan de beugel (1) de spanmoer met de hand met de klok mee vastdraaien. - De beugel (1) weer naar beneden klappen. Spanmoer (zonder gereedschap) (2) losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). - De beugel (1) van de spanmoer omhoog klappen. - Spanmoer (2) tegen de klok in met de hand afschroeven. Aanwijzing: Bij een spanmoer die erg vastzit (2) kan voor het afschroeven ook een tweegaatssleutel worden gebruikt. 7.4 Spanmoer bevestigen/losdraaien Spanmoer (18) bevestigen: De 2 kanten van de spanmoer zijn verschillend. De spanmoer als volgt op de spindel schroeven: Zie pagina 2, afbeelding D. - A) Bij dunne slijpschijven: De band van de spanmoer (18) wijst naar boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan worden gespannen. B) Bij dikke slijpschijven: De band van de spanmoer (18) wijst naar beneden, zodat de spanmoer veilig op de spindel kan worden aangebracht. - De spindel vergrendelen. De spanmoer (18) met de tweegaatssleutel (19) met de wijzers van de klok mee vastzetten. Spanmoer losmaken: - Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). De spanmoer (18) met de tweegaatssleutel (19) tegen de wijzers van de klok in afschroeven. 8. Gebruik 8.1 In-/uitschakelen De machine altijd met beide handen geleiden! Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap naar het werkstuk brengen. Het opzuigen van extra stof en spanen door de machine dient te worden voorkomen. Bij het in- en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich geen neergeslagen stof in de buurt van de machine bevindt. De machine na het uitschakelen pas wegzetten wanneer de motor tot stilstand is gekomen. Voorkom onverhoeds aanlopen: De machine altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of wanneer zich een stroomonderbreking heeft voorgedaan. Voorkom dat de machine onbedoeld wordt gestart: Schakel de machine altijd uit wanneer het accupack uit de machine wordt gehaald. Bij de continu-inschakeling loopt de machine verder wanneer hij uit de hand wordt getrokken. Daarom de machine altijd met beide handen bij de hiervoor bestemde handgrepen vasthouden, ervoor zorgen dat u stevig staat en geconcentreerd werken. Machines mit schakelschuif: 0 8 I Inschakelen: schakelschuif (8) naar voren schuiven. Voor de continu-inschakeling deze vervolgens naar beneden klappen tot hij inklikt. Uitschakelen: Op het achterste uiteinde van de schakelschuif (8) drukken en loslaten. Machines met veiligheidsschakelaar (met dodemansfunctie): (Machines met de aanduiding WPF..., WEPF...) 11 10 0 I Inschakelen: inschakelblokkering (10) in de richting van de pijl schuiven en drukschakelaar (11) indrukken. Uitschakelen: drukschakelaar (11) loslaten. 8.2 Tips voor het werk Schuren en schuren met zandpapier: De machine matig aandrukken en over het oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het werkstukoppervlak niet te heet wordt. 33 nl NEDERLANDS Grofslijpen: Voor een goed arbeidsresultaat dient u te werken met een invalshoek van 30° - 40°. Doorslijpen: Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting (zie afbeelding) werken. Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontroleerd uit de snede springt. Werk met een matige, aan het materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin wegdraaien, niet drukken, niet trillen. Werken met draadborstels: De machine matig aandrukken. 9. Reiniging Reiniging van de motor: De machine zeer regelmatig en grondig door de achterste ventilatiesleuven uitblazen met perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden vastgehouden. Stoffilter regelmatig reinigen: afnemen en met perslucht doorblazen. 10. Storingen verhelpen 10.1 Elektrische machines: - Overbelastingsbeveiliging: Het belast toerental neemt STERK af. De motortemperatuur is te hoog! De machine onbelast laten lopen tot hij is afgekoeld. - Overbelastingsbeveiliging: Het belast toerental neemt LICHT af. De machine wordt overbelast. Werk met minder belasting verder. - Metabo S-automatic veiligheidsuitschakeling: De machine is automatisch UITGESCHAKELD. Bij een te hoge stroom-toenamesnelheid (zoals bijvoorbeeld bij een plotselinge blokkering of terugslag) wordt de machine uitgeschakeld. Machine met de schakelschuif (8) uitzetten. Vervolgens weer inschakelen en normaal verder werken. Zorg ervoor dat zich verder geen blokkeringen voordoen. Zie hoofdstuk 4.2. - Herstartbeveiliging: De machine loopt niet. De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de machine ingeschakeld is of wordt de stroomtoevoer na een onderbreking weer hersteld, dan start de machine niet. De machine uit- en weer inschakelen. 10.2 Accumachines: - De elektronische signaalindicatie (12) brandt en het belaste toerental neemt af. De temperatuur is te hoog! De machine onbelast laten lopen tot de elektronische signaalindicatie uitgaat. - De elektronische signaalindicatie (12) knippert en de machine loopt niet. De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt het accupack in een ingeschakelde machine geplaatst, dan start de machine niet. De machine uit- en weer inschakelen. 34 11. Toebehoren Gebruik alleen originele Metabo-accupacks en Metabo-toebehoor. Zie bladzijde 4. Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en kenmerken. A Beschermkap voor het doorslijpen Bestemd voor het werken met doorslijpschijven, diamant-doorslijpschijven. Aanbrengen zoals beschreven bij „Beschermkap voor het schuren“ (hoofdstuk 6.4). B Handbescherming voor het schuren met zandpapier en het werken met draadborstels Bestemd voor het werken met steunschijven, slijpschijven, draadborstels. Handbescherming aanbrengen onder de extra greep opzij. C Laadapparaten D Accupacks Compleet toebehorenprogramma, zie www.metabo.com of de toebehorencatalogus. 12. Reparatie Reparaties aan elektrisch gereedschap mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd! Neem voor elektrisch gereedschap van Metabo dat gerepareerd dient te worden contact op met uw Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen www.metabo.com. Onderdeellijsten kunt u downloaden via www.metabo.com. 13. Milieubescherming Het ontstane slijpstof kan schadelijke stoffen bevatten: Niet met het huisvuil meegeven maar op de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke afvalstoffen afvoeren. Neem de nationale voorschriften in acht voor een milieuvriendelijke verwijdering en voor de recycling van afgedankte machines, verpakkingen en toebehoren. Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch gereedschap nooit met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de vertaling hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. Speciale aanwijzingen voor accumachines: Accupacks mogen niet met het huisvuil meegegeven worden! Geef defecte of afgedankte accupacks terug aan de Metabo-handelaar! Accupacks niet in het water gooien! NEDERLANDS nl Ontlaad eerst het accupack in het elektrisch gereedschap alvorens het af te voeren. De contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv. met tape isoleren). 14. Technische gegevens Toelichting bij de gegevens op pagina 3. Wijzigingen in verband met technische ontwikkelingen voorbehouden. U = spanning van het accupack Dmax = max. diameter van het inzetgereedschap tmax,1 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spanbereik bij gebruik van de spanmoer (18) tmax,2 = max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap in het spanbereik bij gebruik van de quick-spanmoer (2) tmax,3 = afbraamschijf/doorslijpschijf: max. toelaatbare dikte van het inzetgereedschap M = spindelschroefdraad l = lengte van de schuurspindel n* = onbelast toerental (hoogste toerental) P1 = nominaal vermogen P2 = afgegeven vermogen m = gewicht met het kleinste accupack / gewicht zonder netsnoer Meetgegevens volgens de norm EN 60745. Machine van beveiligingsklasse II ~ Wisselstroom Gelijkstroom De vermelde technische gegevens zijn tolerantiewaarden (overeenkomstig de toepasselijke norm). *Elektromagnetische storingen: Onder inwerking van extreme elektromagnetische storingen van buiten kunnen soms voorbijgaande schommelingen van het toerental optreden of kan de herstartbeveiliging worden geactiveerd. In dit geval de machine uit- en weer inschakelen. Emissiewaarden Deze waarden maken een beoordeling van de emissie van het elektrisch gereedschap en een vergelijking van de verschillende elektrische gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het gebruik, de toestand van het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap kan de daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen. Houd bij de beoordeling rekening met pauzes en fases met een lagere belasting. Bepaal op basis van de overeenkomstig aangepaste taxatiewaarden de maatregelen ter bescherming van de gebruiker, bijv. organisatorische maatregelen. Totale trillingswaarde (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: ah, SG = trillingsemissiewaarde (oppervlakken schuren) ah, DS = trillingsemissiewaarde (schuren met steunschijf) Kh,SG/DS = onzekerheid (trilling) Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau: LpA = geluidsdrukniveau = geluidsvermogensniveau LWA KpA, KWA = onzekerheid Tijdens het werken kan het geluidsniveau de 80 dB(A) overschrijden. Draag gehoorbescherming! 35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Metabo WEF 9-125 Quick Handleiding

Categorie
Accu-combi-boormachines
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor