Elta 7173n2 Handleiding

Categorie
Radio's
Type
Handleiding
83. 82.
Het driehoekige symbool
met bliksemschicht wijst de
gebruiker erop dat binnenin
deze eenheid een
gevaarlijke niet geïsoleerde
spanning aanwezig is die
tot een elektrische schok
kan leiden.
Het driehoekige symbool met
uitroepteken wijst de gebruiker
erop dat er belangrijke
instructies betreffende het
gebruik en het onderhoud
opgenomen zijn in de
handleiding bij deze eenheid.
OPGELET
RISICO OP EEN GEVAARLIJKE SCHOK
NIET OPENEN
OPGELET: OM HET RISICO OP EEN
ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMIJDEN,
DE VOOR- OF ACHTERKANT NIET
VERWIJDEREN. BINNENIN BEVINDEN
ZICH GEEN DELEN DIE DOOR DE
GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN
WORDEN. DOE EEN BEROEP OP EEN
ERKENDE EN BEVOEGDE
TECHNISCHE DIENST
MODEL 7173N2
AUTORADIO MET CASSETTESPELER
Gebruik het apparaat alleen voor het doel waarvoor het is bestemd.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en zakelijke
omgevingen.
Gelieve deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig te bewaren voor later gebruik.
Laat NOOIT personen, in het bijzonder kinderen, voorwerpen in de gaten, schachten of
andere openingen van de behuizing steken; dit kan een dodelijke elektrische schok tot
gevolg hebben. De behuizing van het apparaat mag slechts door daartoe
gekwalificeerde vaklui geopend worden.
Let op bij kleine onderdelen en batterijen, niet doorslikken, dit kan tot ernstige schade of
verstikking leiden. Let er in het bijzonder bij kinderen op dat kleine onderdelen en
batterijen buiten hun bereik zijn.
Belangrijk advies omtrent het gehoor
Opgelet:
U geeft om uw gehoor, wij doen dat ook.
Wees daarom voorzichtig tijdens het gebruik van dit apparaat.
Onze aanbeveling: Vermijd hard geluid.
In het geval het apparaat door kinderen wordt gebruikt, zorg ervoor dat het volume niet
te hard staat.
Opgelet!
Hard geluid kan onherstelbare schade aan het gehoor van een kind veroorzaken.
GEBRUIKSAANWIJZING
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BIJKOMENDE INFORMATIE
VELIGHEIDSMAATREGELEN
1. LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING - Alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen dienen
gelezen te worden voordat het apparaat gebruikt wordt.
2. BEWAAR DE GEBRUIKSAANWIJZING - De veiligheids en bedieningsaanwijzingen dienen
bewaard te worden voor toekomstig gebruik.
3. NEEM WAARSCHUWINGEN IN ACHT - Alle waarschuwing op het apparaat en handleiding
dienen in acht genomen te worden.
4. VOLG DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN OP - Alle bedienings- en gebruiksaanwijzingen dienen
opgevolgd te worden.
5. VENTILATIE - De openingen in het apparaat zorgen er voor dat het apparaat goed geventileerd
wordt, ze zijn nodig voor het goed functioneren and het voorkomen van oververhitting. Het
apparaat dient zodanig geplaatst te worden op een locatie dat een goede ventilatie niet door
gehinderd wordt. Zet het niet op een bed, sofa tapijt of een soortgelijk oppervlak dat de
ventilatiegleuven kan blokkeren of in een ingebouwde installatie zoals een boekenkast of kastje
dat de luchtstroom door de ventilatiegleuven kan verhinderen.
6. HITTE - Het apparaat dient niet in de nabijheid van hittebronnen zoals radiatoren, warmte
roosters, kachels of andere apparaten (waaronder versterkers) die hitte produceren, te staan.
7. ENERGIEBRONNEN - Dit product dient alleen gebruik te maken van het type energiebron
aangegeven op het markeringslabel.
8. VOORWERPEN EN VLOEISTOFFEN - Let er op dat er geen vreemde voorwerpen en
vloeistoffen gemorst worden in de openingen van het apparaat.
Verhinder nooit de ventilatie van het apparaat door middel van gordijnen, kranten,
dekens of meubelstukken. De ventilatiegaten moeten altijd vrij zijn. Oververhitting kan
schade veroorzaken en de levensduur van het apparaat verkorten.
Hitte en warmte
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt
blootgesteld aan directe hittebronnen zoals verwarmingen en open vuur.
Zorg ervoor dat de ventilatiegaten niet zijn bedekt.
Vocht en reiniging
Dit product is niet waterdicht! Doop de speler niet in water. Voorkom dat de speler met
water in contact komt. Water in het apparaat kan tot ernstige beschadiging leiden.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alcohol, ammoniak, benzeen of schuurmiddel
bevatten aangezien deze middelen de speler kunnen beschadigen. Om te reinigen,
gebruik een zachte, vochtige doek.
Aanwijzingen inzake de milieubescherming
Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet samen met het normale
huishoudelijke afval verwijderd worden, maar moet afgegeven worden op een
verzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Het
symbool op het product, in de gebruiksaanwijzing of op de verpakking maakt u daarop
attent.
De werkstoffen zijn volgens hun kenmerking herbruikbaar. Met het hergebruik, de
stoffelijke verwerking of andere vormen van recycling van oude apparaten levert ueen
belangrijke bijdrage tot de bescherming van ons milieu.
Gelieve bij het gemeentebestuur informatie te vragen over het bevoegde verzamelpunt.
85. 84.
9. SCHADEONDERHOUD - Haal de stekker uit het stopcontact en breng het naar gekwalificeerd
onderhoudspersoneel in de volgende gevallen:
a. Als het stroomsnoer beschadigd is;
b. Als er vloeistof gemorst is of er voorwerpen in het apparaat gevallen zijn;
c. Als het apparaat blootgesteld is aan regen of water;
d. Als het apparaat niet functioneert bij normaal gebruik volgens de handleiding; Pas alleen
die zaken aan die behandeld worden in de handleiding omdat een onjuiste aanpassing van
die zaken normaal functioneren kan verhinderen;
e. Als het apparaat gevallen of op een andere manier beschadigd is;
f. Als het apparaat een duidelijke verandering in functioneren vertoont;
10. ONDERHOUD - Behalve dan wat er aangegeven staat in de handleiding, dient de gebruiker
niet zelf te proberen het apparaat te repareren. Alle reparaties dienen uitgevoerd te worden
door onderhoudspersoneel.
11. HET SCHOONMAKEN - Haal de stekker uit het stopcontact vóór het schoonmaken. Gebruik
geen vloeibare schoonmaakmiddelen of aërosolmiddelen. Gebruik een vochtige doek voor het
schoonmaken. Volg de verzorging en onderhoud instructies in de handleiding.
12. BLIKSEM - voor extra bescherming voor dit product tijdens onweer, haalt u de stekker uit het
stopcontact en ontkoppel de antenne of het kabelsysteem.
13. VEILIGHEIDSCONTROLE - Na het afronden van onderhoud of reparaties aan dit apparaat,
vraag de onderhoudsmonteur om veiligheidscontroles uit te voeren.
14. OVERBELASTING - Overbelast stopcontacten, verlengsnoer of geïntegreerde stekkerdozen
omdat dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
15. ELECTROSTATISCHE ONTLADING - Ontkoppel van het voedingsnet en verwijder de
batterijen wanneer het toestel niet goed functioneert. Sluit het opnieuw aan na verloop van tijd.
Montagestrip
Montageopening
Opening voor schacht
van bedieningsknop
Platte ring
Zeskantmoer
DraaiknopBeschermplaat
Dashboard
Platte ring
Ring voor
zeskantmoer
Schacht van
bedieningsknop
MONTAGE IN HET DASHBOARD
Voorzorgsmaatregelen
Sluit de electriciteitsdraden aan nadat alle andere bedrading aangesloten is.
De accu-kabel (ROOD) mag alleen aangesloten worden op de posititieve klem (+) van de accu.
Isoleer alle blootliggende draden/leidingen om kortsluiting te voorkomen.
Maak alle losse draden/leidingen vast na de installatie.
Voorbereidingen
Sluit alle bedrading aan voordat u het apparaat installeert, en controleer of de draden correct
zijn aangesloten en het apparaat goed functioneert.
Maak de aardleiding van de negatieve pool (-) van de accu los.
Installeer het apparaat zo dat het de chauffeur niet bij het rijden kan hinderen, en zodat het
geen gevaar oplevert voor passagiers bij plotseling remmen.
Raadpleeg de dichtsbijzijnde handelaar als er gaten geboord moeten worden, of andere
aanpassingen aan het voertuig gemaakt moeten worden, om het apparaat te kunnen
installeren.
Montageopening
Als er een passende montageopening in het dashboard beschikbaar is, zoals in FIGUUR A, kan het
apparaat in het dashboard geïnstalleerd worden.
Voor deze installatie moet het dashboard 4,5 tot 6 mm dik zijn.
Bevestiging van de achterzijde
Bevestig het ene uiteinde van de montagestrip aan de achterzijde van het apparaat, en het andere
uiteinde aan de beschermwand of aan een ander, stevig metalen onderdeel van het voertuig.
De negatieve (-) klem van de accu moet weer aangesloten worden na de installatie.
FIGUUR A
87. 86.
BEDRADING
Dit apparaat is alleen bestemd voor voertuigen die werken op 12V DC (gelijkstroom) met negatieve
aarding.
Blootliggende draden moeten beslist geïsoleerd worden, om kortsluiting tussen onbedekte
draden/leidingen en de carrosserie van het voertuig te voorkomen. Bundel alle draden samen en
zorg ervoor dat de uiteinden van de draden niet in contact komen met metalen onderdelen.
OPMERKINGEN:
Maak geen kortsluiting tussen de antenne en de aardleiding.
Dit apparaat heeft een negatieve aarding.
Maak geen kortsluiting tussen de luidsprekerdraden.
Sluit alle bedrading aan voordat u het apparaat installeert, en controleer of het apparaat goed
functioneert.
ANTENNE-INGANG
ANTENNESTEKKER
AARDING
CARROSSERIE
ZEKERING 3 A
12V PLUS /
NAAR B+
12V ACCU
ROOD
GROEN
GRIJS
GEEL
VOEDING VOOR
AUTOMATISCHE ANTENNE
ZWART / GROUND
LEFT SPEAKER + RIGHT SPEAKER +
AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik alleen niet-geaarde luidsprekers.
De luidsprekers die met dit apparaat gebruikt worden moeten over voldoende nominaal
vermogen beschikken.
Luidsprekers met een te laag nominaal vermogen kunnen beschadigd raken.
Er moeten luidsprekers met een impedantie van 4 - 8 Ω gebruikt worden. Een te hoge of te lage
impedantie leidt tot verlies van geluidskwaliteit en kan de luidsprekers of het apparaat
beschadigen.
Gebruik geen 3-weg luidsprekersysteem met een gewone aardleiding. Verbind de
luidsprekerdraad nooit met de carrosserie.
Houd de luidsprekerdraden op een afstand van de antenne en de antennedraden (ca. 30 cm).
Onjuiste aansluiting van de luidsprekers (voor en achter) kan beschadiging van het apparaat
veroorzaken.
Sluit nooit meer dan één luidspreker aan op een set luidsprekerdraden (met uitzondering van de
aansluiting van een tweeter).
Zekering
Ter vervanging van een gesprongen zekering moet beslist een zekering met het aangegeven
vermogen gebruikt worden (3 A). Het gebruik van zekeringen met een hoger vermogen, of
aansluiting zonder gebruik van zekeringen, kan brand of schade aan het apparaat veroorzaken. Als
de pas vervangen zekering ook springt, neem dan contact op met het dichtsbijzijnde
servicecentrum.
FOUT
Chassis
Chassis
FOUT
FOUT
89. 88.
BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES
1. ON / VOLUME
De aan / uit-schakelaar en de volumeregelaar worden beide bediend met de linker-draaiknop.
Draai de knop een klein stukje met de klok mee om het apparaat in te schakelen.
Door de knop verder naar rechts te draaien wordt het volume verhoogd, en door de knop naar
links te draaien wordt het verlaagd.
2. FREQUENTIE-AFSTEMSCHAAL
Toont op de afstemschaal de FM (VHF) of AM (MW) frequentie waarop afgestemd is.
3. AM / FM (MW / VHF, BANDSCHAKELAAR)
Als deze knop niet ingedrukt staat, wordt op AM (MW) afgestemd. Door op deze knop te
drukken wordt overgeschakeld naar FM (VHF).
4. TUNING
Zoek met de rechter-draaiknop de gewenste zender op. De frequentie-indicator bevat de
afstemschalen voor AM (MW) en FM (VHF). De gewenste zender kan opgezocht worden door
de knop naar rechts of naar links te draaien.
5. FF / EJ (VOORUITSPOELEN EN UITWERPEN)
Als deze knop half ingedrukt wordt, schakelt het mechanisme over naar vooruitspoelen.
Door de knop helemaal in te drukken wordt de cassette uitgeworpen.
6. CASSETTE-OPENING
Houd de cassette in de lengte vast en schuif het in de opening om te beginnen met afspelen.
(Met de open kant van de cassette naar rechts.)
7. TAPE
Tijdens het afspelen van een cassette licht het groene LED-lampje op.
8. RADIO
Als de radio aanstaat licht het rode LED-lampje op.
1 47
5 36
2 8
BEDIENING
Aan / uit-schakelen
Draai de linkerknop een klein stukje met de klok mee. Als er een cassette in het apparaat zit begint
de cassette meteen met afspelen, en het TAPE LED-lampje licht op. Als er geen cassette in het
apparaat zit, begint de radiozender waarop de radio op dat moment afgestemd staat met afspelen,
en het RADIO LED-lampje licht op.
Als u het apparaat wilt afzetten draait u de linkerknop tegen de klok in totdat het afspelen stopt en
de knop vergrendelt.
Opmerking: Wanneer het apparaat aangezet wordt komt er een spanning van +12V te staan op de
gele kabel naar de automatische antenne.
Volume regelen
Na het aanzetten van het apparaat kunt u het volume hoger zetten door de linkerknop naar rechts
te draaien (naar de aanduiding MAX toe), en het lager zetten door de knop naar links te draaien
(naar de aanduiding MIN toe).
Het veranderen van de frequentieband en het opzoeken van een radiozender
Als de AM / FM-knop niet ingedrukt staat wordt op AM afgestemd, en als de knop ingedrukt staat
wordt op FM afgestemd. Door met de klok mee aan de rechterknop te draaien wordt de frequentie
verhoogd (UP), en door tegen de klok in aan de knop te draaien wordt de frequentie verlaagd (DN).
De frequentie van de zender waarop afgestemd is wordt getoond op de overeenkomstige
afstemschaal.
Een cassette plaatsen en afspelen
Controleer voordat u een cassette in het apparaat schuift of het lint strak opgerold is in de cassette.
Als het niet strak staat kunt u het oprollen met een balpen of iets dergelijks, en daarna de cassette
plaatsen als volgt:
Schuif de cassette met de open kant naar rechts toe in de cassette-opening. Druk voorzichtig op de
cassette, totdat het gepakt wordt door de drive en in de juiste positie binnenin het apparaat wordt
geplaatst. Het rode TAPE LED-lampje licht op. De radio-stand wordt afgezet en het afspelen van de
cassette start automatisch.
Als het einde van de cassette bereikt is wordt het cassette-mechanisme automatisch afgezet en het
apparaat schakelt om naar de radio-stand (het RADIO LED-lampje licht op.) Voor het afspelen van
de andere kant van de cassette moet de cassette omgedraaid worden.
Vooruitspoelen
Druk de FF / EJ-knop half in om de cassette vooruit te spoelen. Als u nog een keer licht op de
FF / EJ-knop drukt wordt de normale weergave weer geactiveerd.
Als u de hele cassette doorspoelt wordt aan het einde de radio-stand automatisch ingeschakeld.
De cassette uitwerpen
Door de FF / EJ-knop helemaal in te drukken wordt de cassette uit de cassette-opening geworpen.
Het apparaat schakelt dan om naar de radio-stand.
Opmerkingen:
Als de stroom uitgeschakeld wordt tijdens het afspelen van een cassette, blijft de cassette in de
opening zitten. Als u het apparaat weer aanzet begint de cassette weer met afspelen.
Als het apparaat niet gebruikt wordt moet de cassette altijd uit de opening verwijderd worden.
91. 90.
ONDERHOUD
Om het apparaat te reinigen veegt u de buitenkant af met een zachte doek. Gebruik nooit brandstof,
verdunners of andere oplosmiddelen.
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema om veelvoorkomende problemen op te lossen. Als u het probleem
nog steeds niet kunt verhelpen, neem dan contact op met het dichtsbijzijnde service centrum.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat kan niet
aangezet worden.
Slechte geluidskwaliteit
(vervorming, storing).
Slechte radio-ontvangst.
De zekering is gesprongen. Controleer de draden op
kortsluiting en vervang de
zekering door een nieuwe
met dezelfde waarden.
Geen geluid of te laag
volume.
De draden of kabels zijn niet
correct aangesloten.
Controleer de aansluiting
(zie: bedrading.)
Een luidsprekerdraad raakt de
chassis van het voertuig aan
(o.i.d.).
Verplaats of isoleer de
luidsprekerdraden.
Een luidsprekerdraad wordt
kortgesloten door een schroef.
Controleer de
luidsprekerdraden.
De luidsprekers zijn niet correct
aangesloten.
Sluit de plus- en minpolen van
alle luidsprekers correct aan.
De antenne is niet uitgeschoven. Schuif de antenne helemaal uit.
De stroomdraad van de
automatische antenne is niet
correct aangesloten.
Sluit de draad correct aan
(zie: bedrading.)
TECHNISCHE SPECIFICATIES
1. RADIO
Frequentiebereik AM / FM (MW / VHF)
AM (MW) 525 - 1615 kHz
FM (VHF) 87.5 - 108 MHz
2. CASSETTE DRIVE
Bandsnelheid 4.75 cm / sec.
Wow & Flutter minder dan 0.4%
Cassette mechanisme auto stop
3. ALGEMEEN
Voeding 12 Volt DC
Impedantie van de luidsprekers 4 - 8 Ω
Afmetingen 178 mm (W) x 110 mm (D) x 44 mm (H)
Gewicht ca. 0.8 kg
OPMERKING: SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN ZONDER VOORAFGAANDE
KENNISGEVING.

Documenttranscriptie

MODEL 7173N2 AUTORADIO MET CASSETTESPELER GEBRUIKSAANWIJZING Aanwijzingen inzake de milieubescherming Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet samen met het normale huishoudelijke afval verwijderd worden, maar moet afgegeven worden op een verzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Het symbool op het product, in de gebruiksaanwijzing of op de verpakking maakt u daarop attent. De werkstoffen zijn volgens hun kenmerking herbruikbaar. Met het hergebruik, de stoffelijke verwerking of andere vormen van recycling van oude apparaten levert ueen belangrijke bijdrage tot de bescherming van ons milieu. Gelieve bij het gemeentebestuur informatie te vragen over het bevoegde verzamelpunt. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES OPGELET RISICO OP EEN GEVAARLIJKE SCHOK NIET OPENEN Het driehoekige symbool met bliksemschicht wijst de gebruiker erop dat binnenin deze eenheid een gevaarlijke niet geïsoleerde spanning aanwezig is die tot een elektrische schok kan leiden. OPGELET: OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMIJDEN, DE VOOR- OF ACHTERKANT NIET VERWIJDEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN DELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN. DOE EEN BEROEP OP EEN ERKENDE EN BEVOEGDE TECHNISCHE DIENST Het driehoekige symbool met uitroepteken wijst de gebruiker erop dat er belangrijke instructies betreffende het gebruik en het onderhoud opgenomen zijn in de handleiding bij deze eenheid. BIJKOMENDE INFORMATIE Let op bij kleine onderdelen en batterijen, niet doorslikken, dit kan tot ernstige schade of verstikking leiden. Let er in het bijzonder bij kinderen op dat kleine onderdelen en batterijen buiten hun bereik zijn. Belangrijk advies omtrent het gehoor Opgelet: U geeft om uw gehoor, wij doen dat ook. Wees daarom voorzichtig tijdens het gebruik van dit apparaat. Onze aanbeveling: Vermijd hard geluid. In het geval het apparaat door kinderen wordt gebruikt, zorg ervoor dat het volume niet te hard staat. Opgelet! Hard geluid kan onherstelbare schade aan het gehoor van een kind veroorzaken. Laat NOOIT personen, in het bijzonder kinderen, voorwerpen in de gaten, schachten of andere openingen van de behuizing steken; dit kan een dodelijke elektrische schok tot gevolg hebben. De behuizing van het apparaat mag slechts door daartoe gekwalificeerde vaklui geopend worden. Gebruik het apparaat alleen voor het doel waarvoor het is bestemd. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en zakelijke omgevingen. Gelieve deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig te bewaren voor later gebruik. 82. Verhinder nooit de ventilatie van het apparaat door middel van gordijnen, kranten, dekens of meubelstukken. De ventilatiegaten moeten altijd vrij zijn. Oververhitting kan schade veroorzaken en de levensduur van het apparaat verkorten. Hitte en warmte Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan directe hittebronnen zoals verwarmingen en open vuur. Zorg ervoor dat de ventilatiegaten niet zijn bedekt. Vocht en reiniging Dit product is niet waterdicht! Doop de speler niet in water. Voorkom dat de speler met water in contact komt. Water in het apparaat kan tot ernstige beschadiging leiden. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alcohol, ammoniak, benzeen of schuurmiddel bevatten aangezien deze middelen de speler kunnen beschadigen. Om te reinigen, gebruik een zachte, vochtige doek. VELIGHEIDSMAATREGELEN 1. LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING - Alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen dienen gelezen te worden voordat het apparaat gebruikt wordt. 2. BEWAAR DE GEBRUIKSAANWIJZING - De veiligheids en bedieningsaanwijzingen dienen bewaard te worden voor toekomstig gebruik. 3. NEEM WAARSCHUWINGEN IN ACHT - Alle waarschuwing op het apparaat en handleiding dienen in acht genomen te worden. 4. VOLG DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN OP - Alle bedienings- en gebruiksaanwijzingen dienen opgevolgd te worden. 5. VENTILATIE - De openingen in het apparaat zorgen er voor dat het apparaat goed geventileerd wordt, ze zijn nodig voor het goed functioneren and het voorkomen van oververhitting. Het apparaat dient zodanig geplaatst te worden op een locatie dat een goede ventilatie niet door gehinderd wordt. Zet het niet op een bed, sofa tapijt of een soortgelijk oppervlak dat de ventilatiegleuven kan blokkeren of in een ingebouwde installatie zoals een boekenkast of kastje dat de luchtstroom door de ventilatiegleuven kan verhinderen. 6. HITTE - Het apparaat dient niet in de nabijheid van hittebronnen zoals radiatoren, warmte roosters, kachels of andere apparaten (waaronder versterkers) die hitte produceren, te staan. 7. ENERGIEBRONNEN - Dit product dient alleen gebruik te maken van het type energiebron aangegeven op het markeringslabel. 8. VOORWERPEN EN VLOEISTOFFEN - Let er op dat er geen vreemde voorwerpen en vloeistoffen gemorst worden in de openingen van het apparaat. 83. 9. SCHADEONDERHOUD - Haal de stekker uit het stopcontact en breng het naar gekwalificeerd onderhoudspersoneel in de volgende gevallen: a. Als het stroomsnoer beschadigd is; b. Als er vloeistof gemorst is of er voorwerpen in het apparaat gevallen zijn; c. Als het apparaat blootgesteld is aan regen of water; d. Als het apparaat niet functioneert bij normaal gebruik volgens de handleiding; Pas alleen die zaken aan die behandeld worden in de handleiding omdat een onjuiste aanpassing van die zaken normaal functioneren kan verhinderen; e. Als het apparaat gevallen of op een andere manier beschadigd is; f. Als het apparaat een duidelijke verandering in functioneren vertoont; 10. ONDERHOUD - Behalve dan wat er aangegeven staat in de handleiding, dient de gebruiker niet zelf te proberen het apparaat te repareren. Alle reparaties dienen uitgevoerd te worden door onderhoudspersoneel. 11. HET SCHOONMAKEN - Haal de stekker uit het stopcontact vóór het schoonmaken. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of aërosolmiddelen. Gebruik een vochtige doek voor het schoonmaken. Volg de verzorging en onderhoud instructies in de handleiding. 12. BLIKSEM - voor extra bescherming voor dit product tijdens onweer, haalt u de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de antenne of het kabelsysteem. 13. VEILIGHEIDSCONTROLE - Na het afronden van onderhoud of reparaties aan dit apparaat, vraag de onderhoudsmonteur om veiligheidscontroles uit te voeren. 14. OVERBELASTING - Overbelast stopcontacten, verlengsnoer of geïntegreerde stekkerdozen omdat dit kan resulteren in brand of een elektrische schok. 15. ELECTROSTATISCHE ONTLADING - Ontkoppel van het voedingsnet en verwijder de batterijen wanneer het toestel niet goed functioneert. Sluit het opnieuw aan na verloop van tijd. MONTAGE IN HET DASHBOARD Voorzorgsmaatregelen • Sluit de electriciteitsdraden aan nadat alle andere bedrading aangesloten is. • De accu-kabel (ROOD) mag alleen aangesloten worden op de posititieve klem (+) van de accu. • Isoleer alle blootliggende draden/leidingen om kortsluiting te voorkomen. • Maak alle losse draden/leidingen vast na de installatie. Voorbereidingen • Sluit alle bedrading aan voordat u het apparaat installeert, en controleer of de draden correct zijn aangesloten en het apparaat goed functioneert. • Maak de aardleiding van de negatieve pool (-) van de accu los. • Installeer het apparaat zo dat het de chauffeur niet bij het rijden kan hinderen, en zodat het geen gevaar oplevert voor passagiers bij plotseling remmen. • Raadpleeg de dichtsbijzijnde handelaar als er gaten geboord moeten worden, of andere aanpassingen aan het voertuig gemaakt moeten worden, om het apparaat te kunnen installeren. Montageopening Als er een passende montageopening in het dashboard beschikbaar is, zoals in FIGUUR A, kan het apparaat in het dashboard geïnstalleerd worden. Voor deze installatie moet het dashboard 4,5 tot 6 mm dik zijn. Bevestiging van de achterzijde Bevestig het ene uiteinde van de montagestrip aan de achterzijde van het apparaat, en het andere uiteinde aan de beschermwand of aan een ander, stevig metalen onderdeel van het voertuig. De negatieve (-) klem van de accu moet weer aangesloten worden na de installatie. FIGUUR A Montagestrip Montageopening Opening voor schacht van bedieningsknop Schacht van bedieningsknop Platte ring Ring voor zeskantmoer Zeskantmoer Platte ring Dashboard Beschermplaat 84. Draaiknop 85. BEDRADING AANSLUITING VAN DE LUIDSPREKERS Dit apparaat is alleen bestemd voor voertuigen die werken op 12V DC (gelijkstroom) met negatieve aarding. Voorzorgsmaatregelen • Gebruik alleen niet-geaarde luidsprekers. • De luidsprekers die met dit apparaat gebruikt worden moeten over voldoende nominaal vermogen beschikken. • Luidsprekers met een te laag nominaal vermogen kunnen beschadigd raken. • Er moeten luidsprekers met een impedantie van 4 - 8 Ω gebruikt worden. Een te hoge of te lage impedantie leidt tot verlies van geluidskwaliteit en kan de luidsprekers of het apparaat beschadigen. • Gebruik geen 3-weg luidsprekersysteem met een gewone aardleiding. Verbind de luidsprekerdraad nooit met de carrosserie. • Houd de luidsprekerdraden op een afstand van de antenne en de antennedraden (ca. 30 cm). Blootliggende draden moeten beslist geïsoleerd worden, om kortsluiting tussen onbedekte draden/leidingen en de carrosserie van het voertuig te voorkomen. Bundel alle draden samen en zorg ervoor dat de uiteinden van de draden niet in contact komen met metalen onderdelen. ANTENNE-INGANG ANTENNESTEKKER AARDING CARROSSERIE GEEL ZEKERING 3 A 12V PLUS / NAAR B+ 12V ACCU ROOD • Onjuiste aansluiting van de luidsprekers (voor en achter) kan beschadiging van het apparaat veroorzaken. VOEDING VOOR AUTOMATISCHE ANTENNE FOUT GROEN Chassis FOUT GRIJS Chassis ZWART / GROUND LEFT SPEAKER + • RIGHT SPEAKER + OPMERKINGEN: • Maak geen kortsluiting tussen de antenne en de aardleiding. • Dit apparaat heeft een negatieve aarding. • Maak geen kortsluiting tussen de luidsprekerdraden. • Sluit alle bedrading aan voordat u het apparaat installeert, en controleer of het apparaat goed functioneert. 86. Sluit nooit meer dan één luidspreker aan op een set luidsprekerdraden (met uitzondering van de aansluiting van een tweeter). FOUT Zekering Ter vervanging van een gesprongen zekering moet beslist een zekering met het aangegeven vermogen gebruikt worden (3 A). Het gebruik van zekeringen met een hoger vermogen, of aansluiting zonder gebruik van zekeringen, kan brand of schade aan het apparaat veroorzaken. Als de pas vervangen zekering ook springt, neem dan contact op met het dichtsbijzijnde servicecentrum. 87. BEDIENINGSELEMENTEN EN FUNCTIES 1 7 5 BEDIENING 2 6 8 4 3 1. ON / VOLUME De aan / uit-schakelaar en de volumeregelaar worden beide bediend met de linker-draaiknop. Draai de knop een klein stukje met de klok mee om het apparaat in te schakelen. Door de knop verder naar rechts te draaien wordt het volume verhoogd, en door de knop naar links te draaien wordt het verlaagd. 2. FREQUENTIE-AFSTEMSCHAAL Toont op de afstemschaal de FM (VHF) of AM (MW) frequentie waarop afgestemd is. 3. AM / FM (MW / VHF, BANDSCHAKELAAR) Als deze knop niet ingedrukt staat, wordt op AM (MW) afgestemd. Door op deze knop te drukken wordt overgeschakeld naar FM (VHF). 4. TUNING Zoek met de rechter-draaiknop de gewenste zender op. De frequentie-indicator bevat de afstemschalen voor AM (MW) en FM (VHF). De gewenste zender kan opgezocht worden door de knop naar rechts of naar links te draaien. 5. FF / EJ (VOORUITSPOELEN EN UITWERPEN) Als deze knop half ingedrukt wordt, schakelt het mechanisme over naar vooruitspoelen. Door de knop helemaal in te drukken wordt de cassette uitgeworpen. 6. CASSETTE-OPENING Houd de cassette in de lengte vast en schuif het in de opening om te beginnen met afspelen. (Met de open kant van de cassette naar rechts.) 7. TAPE Tijdens het afspelen van een cassette licht het groene LED-lampje op. 8. RADIO Als de radio aanstaat licht het rode LED-lampje op. 88. Aan / uit-schakelen Draai de linkerknop een klein stukje met de klok mee. Als er een cassette in het apparaat zit begint de cassette meteen met afspelen, en het TAPE LED-lampje licht op. Als er geen cassette in het apparaat zit, begint de radiozender waarop de radio op dat moment afgestemd staat met afspelen, en het RADIO LED-lampje licht op. Als u het apparaat wilt afzetten draait u de linkerknop tegen de klok in totdat het afspelen stopt en de knop vergrendelt. Opmerking: Wanneer het apparaat aangezet wordt komt er een spanning van +12V te staan op de gele kabel naar de automatische antenne. Volume regelen Na het aanzetten van het apparaat kunt u het volume hoger zetten door de linkerknop naar rechts te draaien (naar de aanduiding MAX toe), en het lager zetten door de knop naar links te draaien (naar de aanduiding MIN toe). Het veranderen van de frequentieband en het opzoeken van een radiozender Als de AM / FM-knop niet ingedrukt staat wordt op AM afgestemd, en als de knop ingedrukt staat wordt op FM afgestemd. Door met de klok mee aan de rechterknop te draaien wordt de frequentie verhoogd (UP), en door tegen de klok in aan de knop te draaien wordt de frequentie verlaagd (DN). De frequentie van de zender waarop afgestemd is wordt getoond op de overeenkomstige afstemschaal. Een cassette plaatsen en afspelen Controleer voordat u een cassette in het apparaat schuift of het lint strak opgerold is in de cassette. Als het niet strak staat kunt u het oprollen met een balpen of iets dergelijks, en daarna de cassette plaatsen als volgt: Schuif de cassette met de open kant naar rechts toe in de cassette-opening. Druk voorzichtig op de cassette, totdat het gepakt wordt door de drive en in de juiste positie binnenin het apparaat wordt geplaatst. Het rode TAPE LED-lampje licht op. De radio-stand wordt afgezet en het afspelen van de cassette start automatisch. Als het einde van de cassette bereikt is wordt het cassette-mechanisme automatisch afgezet en het apparaat schakelt om naar de radio-stand (het RADIO LED-lampje licht op.) Voor het afspelen van de andere kant van de cassette moet de cassette omgedraaid worden. Vooruitspoelen Druk de FF / EJ-knop half in om de cassette vooruit te spoelen. Als u nog een keer licht op de FF / EJ-knop drukt wordt de normale weergave weer geactiveerd. Als u de hele cassette doorspoelt wordt aan het einde de radio-stand automatisch ingeschakeld. De cassette uitwerpen Door de FF / EJ-knop helemaal in te drukken wordt de cassette uit de cassette-opening geworpen. Het apparaat schakelt dan om naar de radio-stand. Opmerkingen: • Als de stroom uitgeschakeld wordt tijdens het afspelen van een cassette, blijft de cassette in de opening zitten. Als u het apparaat weer aanzet begint de cassette weer met afspelen. • Als het apparaat niet gebruikt wordt moet de cassette altijd uit de opening verwijderd worden. 89. ONDERHOUD Om het apparaat te reinigen veegt u de buitenkant af met een zachte doek. Gebruik nooit brandstof, verdunners of andere oplosmiddelen. PROBLEEMOPLOSSING Raadpleeg het volgende schema om veelvoorkomende problemen op te lossen. Als u het probleem nog steeds niet kunt verhelpen, neem dan contact op met het dichtsbijzijnde service centrum. Probleem Oorzaak Oplossing De zekering is gesprongen. Controleer de draden op kortsluiting en vervang de zekering door een nieuwe met dezelfde waarden. Het apparaat kan niet aangezet worden. Geen geluid of te laag volume. Slechte geluidskwaliteit (vervorming, storing). Een luidsprekerdraad raakt de chassis van het voertuig aan (o.i.d.). Verplaats of isoleer de luidsprekerdraden. De draden of kabels zijn niet correct aangesloten. Controleer de aansluiting (zie: bedrading.) Een luidsprekerdraad wordt kortgesloten door een schroef. Controleer de luidsprekerdraden. De luidsprekers zijn niet correct aangesloten. Sluit de plus- en minpolen van alle luidsprekers correct aan. TECHNISCHE SPECIFICATIES 1. RADIO Frequentiebereik AM / FM (MW / VHF) AM (MW) 525 - 1615 kHz FM (VHF) 87.5 - 108 MHz 2. CASSETTE DRIVE Bandsnelheid Wow & Flutter Cassette mechanisme 4.75 cm / sec. minder dan 0.4% auto stop 3. ALGEMEEN Voeding Impedantie van de luidsprekers Afmetingen Gewicht 12 Volt DC 4-8Ω 178 mm (W) x 110 mm (D) x 44 mm (H) ca. 0.8 kg OPMERKING: SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING. De antenne is niet uitgeschoven. Schuif de antenne helemaal uit. Slechte radio-ontvangst. 90. De stroomdraad van de automatische antenne is niet correct aangesloten. Sluit de draad correct aan (zie: bedrading.) 91.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71

Elta 7173n2 Handleiding

Categorie
Radio's
Type
Handleiding