Documenttranscriptie
HD VIDEO CAMERA RECORDER
Nederlands
Gebruikershandleiding
CANON INC.
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262
1180 EG Amstelveen
The Netherlands
Nederland:
Canon Nederland N.V.
Neptunusstraat 1
2132 JA Hoofddorp
Tel: 023-567 01 23
Fax: 023-567 01 24
www.canon.nl
België:
Canon België N.V./S.A.
Bessenveldstraat 7
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
Inleiding
Voorbereidingen
Opnemen
Gebruikersvoorkeuze
Afspelen
Videobeelden
bewerken
Mini
Digital
Video
Cassette
Gebruik van een
geheugenkaart
Aanvullende
informatie
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
0023X429
1006CEL/CDDS0.7
PAL
© CANON INC. 2006
PRINTED IN THE EU
CEL-SG2SA280
Belangrijke aanwijzingen
Inleiding
WAARSCHUWING:
VERWIJDER DE AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. ANDERS KUNT U BLOOTSTAAN AAN
ELEKTRISCHE SCHOKKEN. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE
DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN GEREPAREERD.
LAAT REPARATIES OVER AAN DESKUNDIG ONDERHOUDSPERSONEEL.
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN, MAG DIT
APPARAAT NIET WORDEN BLOOTGESTELD AAN REGEN OF VOCHT.
LET OP:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK DAAROM
ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
LET OP:
ALS HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT, HAAL DAN DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT.
Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk
Als de zekering moet worden vervangen, gebruik dan alleen een goedgekeurd type met de juiste nominale
capaciteit en zorg ervoor dat de zekeringafdekking wordt teruggeplaatst.
De netstekker gebruikt u als onderdeel om de camcorder uit te schakelen. De netstekker kunt u in geval van
een ongeluk altijd snel ontkoppelen.
Bij gebruik van de compacte netadapter mag u deze niet in een doek wikkelen, met een doek afdekken of in
een krappe omsloten ruimte leggen. Anders kan zich warmte opbouwen, waardoor de plastic behuizing
vervormd kan raken. Dit verhoogt het risico dat u wordt blootgesteld aan elektrische schokken of dat brand
ontstaat.
De identificatieplaat CA-920 bevindt zich aan de onderzijde.
• Gebruik van de DV-kabel CV-150F/CV-250F DV is nodig om te voldoen aan de technische vereiste van de
EMC-richtlijn.
Alleen Europese Unie (en EEA).
Dit symbool geeft aan dat u dit product, krachtens de WEEE-richtlijn (2002/96/EC) en uw nationale
wetten, niet mag meegeven met het gewone huishoudelijke afval. Dit product moet u inleveren op een
hiertoe bestemde locatie, bijv. als u een nieuw vergelijkbaar product koopt, of bij een inzamelingspunt
voor inname van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur (EEE). Als u zich niet op deze
wijze van dit type apparatuur ontdoet, kan dit, vanwege de potentieel gevaarlijke stoffen die gewoonlijk in
verband worden gebracht met EEE, negatieve gevolgen hebben voor het milieu en de gezondheid. Als u wel
juist handelt, dan draagt u tevens bij tot een effectief gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Voor meer
informatie over waar u uw gebruikte apparatuur kunt inleveren, dient u contact op te nemen met de
gemeentelijke autoriteiten, het afvalbedrijf, de organistatie die zich bezighoudt met WEEE, of de
reinigingsdienst. Ga voor meer informatie over de inname en recycling van WEEE-producten naar
www.canon-europe.com/environment.
(EEA: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
2
Over deze handleiding
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon XH G1/XH A1. Lees deze handleiding zorgvuldig door
voordat u de camcorder gebruikt en bewaar deze zodat u de handleiding later na kunt slaan. Als uw
camcorder onverhoopt niet correct werkt, raadpleeg dan de tabel Problemen oplossen ( 149).
NL
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
Bedieningsstanden
De beschikbaarheid van de verschillende functies
hangt af van de bedieningsstand zoals die wordt
aangegeven in de balk.
,
gebruikt.
: De functie kan in deze stand worden
De tijdzone, datum en tijd instellen
Stel de tijdzone, datum en tijd in voordat u voor de eerste keer de camcorder in gebruik neemt of nadat
de ingebouwde oplaadbare ondersteuningsbatterij volledig is leeg geraakt.
Tijdzone/zomertijd instellen
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
SYSTEM
ETUP/
D/TIME
/TIME SET
SE
T.ZONE/DST
T.
ZONE/DST•••
•••PARIS
PARIS
1. Druk op de MENU-toets.
2. Draai het SELECT/SET-wiel naar [SYSTEM SETUP/
] en druk op het wiel.
3. Selecteer [D/TIME SET
], vervolgens [T.ZONE/DST] en druk op het wiel.
De tijdzone-instelling verschijnt. De standaardinstelling is Paris.
,
: De functie kan niet in deze stand
worden gebruikt.
4. Draai het SELECT/SET-wiel naar de instellingsoptie die uw tijdzone vertegenwoordigt
en druk op het wiel.
Als u de tijd wilt afstemmen op de zomertijd, selecteer dan de tijdzone met het symbool
gebied.
naast het
Datum en tijd instellen
Menu-onderdeel weergegeven in de
standaardinstelling
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
SYSTEM
ETUP/
D/TIME
/TIME SET
SE
DATE/TIME
DA
TE/TIME•••
•• 1.JAN.2006
1.JAN
.2006
12:00
12:00AM
AM
Handelsmerken
• Canon is een gedeponeerd handelsmerk van Canon Inc.
•
is een handelsmerk.
• HDV en het HDV-logo zijn handelsmerken van Sony Corporation en Victor Company of Japan, Ltd. (JVC).
•
is een handelsmerk.
• Windows® is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd, kunnen gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van de betreffende ondernemingen zijn.
• ELK GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAT ANDERS IS DAN PERSOONLIJK GEBRUIK DOOR DE CONSUMENT
IN OVEREENSTEMMING MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR HET CODEREN VAN VIDEOGEGEVENS
VOOR VOORBESPEELDE MEDIA, IS UITDRUKKELIJK VERBODEN ALS HIERVOOR GEEN LICENTIE IS
VERLEEND KRACHTENS DE TOEPASSELIJKE PATENTEN IN DE MPEG-2 PATENTENPORTEFEUILLE.
DEZE LICENTIE IS VERKRIJGBAAR BIJ MPEG LA, L.L.C., 250 STEELE STREET, SUITE 300, DENVER,
COLORADO 80206.
3
Inleiding
: Voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de werking van de camcorder.
: Overige functies die de basisbediening van de camcorder complementeren.
: Nummer van pagina waarnaar wordt verwezen.
Er worden hoofdletters gebruikt voor de namen van functies op de knoppen op de camcorder of
afstandsbediening.
Vierkantje haakjes [ ] en hoofdletters worden gebruikt om menu-opties aan te duiden zoals deze op
het scherm verschijnen.
Een menu-optie in vette letters betekent dat het om de standaardinstelling van de menu-optie gaat.
De afbeeldingen in de handleiding zijn die van de XH G1.
“Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm.
“Kaart” of “geheugenkaart” heeft betrekking op een SDHC-geheugenkaart, een SD-geheugenkaart of
een MultiMedia Card (MMC).
De foto's in de handleiding zijn gesimuleerde beelden die met een fotocamera zijn gemaakt.
: Optie of functie die alleen voor dit model van toepassing of beschikbaar is.
Informatie over de HD/HDV- en SD/DV-specificatie
In deze gehele handleiding maken wij onderscheid tussen de videosignaalstandaards die door het
cameragedeelte worden gebruikt en de opnamestandaards die door het opnamegedeelte worden
gebruikt. Het videosignaal kan worden ingesteld op de specificatie HD (High Definition) of SD (Standard
Definition). De opnamestandaard op de band is HDV of DV.
Cameragedeelte HD/SD
Aansluitpunt HD/SD SDI HD/SD
Opnamegedeelte HDV/DV
Afspeelsignaal
4
HDV/DV
Aansluitpunt HDV/DV
HDV/DV
Inhoudsopgave
Inleiding
Belangrijke aanwijzingen ................................................................................................................................... 2
Over deze handleiding....................................................................................................................................... 3
Controleren of alle accessoires zijn geleverd .................................................................................................... 7
Overzicht bedieningselementen ........................................................................................................................ 8
NL
Voorbereidingen
De stroombron voorbereiden........................................................................................................................... 13
De camcorder voorbereiden ............................................................................................................................ 16
Gebruik van de afstandsbediening .................................................................................................................. 20
Een cassette plaatsen/verwijderen.................................................................................................................. 21
Een geheugenkaart plaatsen/verwijderen ....................................................................................................... 22
De instellingen wijzigen met de MENU-toets................................................................................................... 23
De tijdzone, datum en tijd instellen.................................................................................................................. 24
Opnemen
Gebruikersvoorkeuze
Gebruikersvoorkeuze (custom preset) ............................................................................................................ 72
Gebruik van de voorkeursfuncties ................................................................................................................... 79
Instellen welke camcordergegevens op het scherm moeten worden weergegeven ....................................... 86
Afspelen
Een band afspelen .......................................................................................................................................... 91
5
Inleiding
Opnemen......................................................................................................................................................... 25
De signaalstandaard en hoogte/breedteverhouding selecteren ...................................................................... 29
Het einde van de laatste scène lokaliseren ..................................................................................................... 30
Zoomen ........................................................................................................................................................... 31
Scherp stellen.................................................................................................................................................. 33
Gebruik van het ND-filter ................................................................................................................................. 37
De beeldsnelheid selecteren ........................................................................................................................... 38
De tijdcode instellen ........................................................................................................................................ 39
De tijdcode van de camcorder synchroniseren ................................................................................ 40
De User Bit instellen ........................................................................................................................................ 42
Audio opnemen ............................................................................................................................................... 43
Beeldstabilisator .............................................................................................................................................. 47
Gebruik van de AE-programma's .................................................................................................................... 48
Opnemen met het programma sluitertijdvoorkeuze (Tv) ................................................................................. 51
Opnemen met het programma diafragmavoorkeuze (Av) ............................................................................... 52
Opnemen in de handmatige stand .................................................................................................................. 53
De belichting instellen...................................................................................................................................... 54
Gebruik van AE Shift ....................................................................................................................................... 55
De versterking instellen ................................................................................................................................... 56
De witbalans instellen...................................................................................................................................... 58
Het zebrapatroon gebruiken ............................................................................................................................ 60
Gebruik van de kleurcorrectie.......................................................................................................................... 61
Gebruik van de huiddetailfunctie ..................................................................................................................... 63
Gebruik van het luchtdetail .............................................................................................................................. 64
Gebruik van de functie Clear Scan.................................................................................................................. 65
Gebruik van toewijzingstoetsen (CUSTOM KEYS) ......................................................................................... 66
Kleurenbalken/audioreferentiesignaal opnemen ............................................................................................. 69
Gebruik van de digitale videobesturing ........................................................................................................... 70
Overige camcorderfuncties/instellingen........................................................................................................... 71
Aansluiten op een monitor/TV ......................................................................................................................... 93
SD Audio-uitgang ........................................................................................................................................... 97
Terugkeren naar een eerder gemarkeerde positie .......................................................................................... 98
Index zoeken ................................................................................................................................................... 99
Datum zoeken ............................................................................................................................................... 100
De datacodering weergeven.......................................................................................................................... 101
De sensorstand voor contact met de afstandsbediening wijzigen ................................................................. 102
Videobeelden bewerken
Een extern videosignaal opnemen
(Analoge lijningang, HDV/DV-ingang) ........................................................................................................... 103
Analoge signalen omzetten in digitale signalen (analoog-digitaal omzetter)................................................. 105
Aansluiting op een computer (IEEE1394) ..................................................................................................... 106
Gebruik van een geheugenkaart
De beeldkwaliteit/grootte selecteren.............................................................................................................. 107
Bestandsnummers......................................................................................................................................... 108
Foto's maken op een geheugenkaart ............................................................................................................ 109
De beeldseriestand selecteren ...................................................................................................................... 112
De lichtmetingsmethode selecteren .............................................................................................................. 114
Gebruik van een optionele flitser ................................................................................................................... 115
Een foto bekijken zodra deze is gemaakt...................................................................................................... 116
Foto's weergeven vanaf een geheugenkaart ................................................................................................ 117
Foto's wissen................................................................................................................................................. 119
Foto's beveiligen............................................................................................................................................ 120
Een geheugenkaart initialiseren .................................................................................................................... 121
Instellingen voor afdrukorders (print orders).................................................................................................. 122
Aanvullende informatie
Instellingen die behouden blijven nadat de camcorder wordt uitgeschakeld of tijdens STANDBY ............... 123
Menuopties en standaardinstellingen ............................................................................................................ 124
Cameragegevens op het scherm .................................................................................................................. 139
Overzicht van berichten................................................................................................................................. 142
Onderhoud/overig.......................................................................................................................................... 143
Problemen oplossen...................................................................................................................................... 149
Systeemschema (Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied) ............................................................ 151
Optionele accessoires ................................................................................................................................... 152
Specificaties .................................................................................................................................................. 154
Index.............................................................................................................................................................. 156
6
Controleren of alle accessoires zijn
geleverd
NL
Compacte netadapter
CA-920
Koppelstuk DC-920
Accu BP-950G
SD-geheugenkaart
SDC-16M
Afstandsbediening
WL-D5000
Twee AA
(R6)-batterijen
Zonnekap
Objectiefdop
Schouderriem
SS-1100
Stereovideokabel
STV-290N
Scart-adapter
PC-A10*
Component Videokabel DTC-1000
Inleiding
*Alleen in Europa.
7
Overzicht bedieningselementen
XH G1/XH A1
Aanzicht linkerzijkant
Programmakeuzewiel (POWER)
Stand voor externe aansturing
Stand VCR/PLAY
Camcorder uitschakelen
Automatisch
Sluitertijdvoorkeuze
Diafragmavoorkeuze
Handmatig
OpnameSpotlight
programma's
Nacht
Gemakkelijk opnemen
Toets voor camcordergegevens (DISP.) (
27)
Toets voor contourverscherping (PEAKING) (
35)
Vergrotingstoets (MAGN.) (
35)
Toets "opname bekijken" (
28)
Zoomvoorkeuzeschakelaar (POSITION PRESET)
(
32, 35)
Schakelaar voor scherpstellingsstand (
33)
Schakelaar "zoomvoorkeuze inschakelen/instellen"
(POSITION PRESET ON/SET) (
32, 35)
Schakelaar voor filter neutrale densiteit (ND FILTER)
(
37)
Irisdiafragmaring (
52, 53)
Zijpaneel (
141)
Voedingslampje (POWER)
Schakelaar "LCD-display openen" (OPEN) (
17)
Kanaalregelaar 1 en kanaalregelaar 2
(CH1/CH2) (
45)
Audioniveauschakelaar (AUDIO LEVEL) (
45)
Keuze/instelwiel (SELECT/SET) (
23)
8
MENU-toets (
23)
Scherpstelring (
33)
Zoomring (
31)
Sluiterregelaar (SHUTTER) (
51)/ -wiel (
58)
Toets voor tijdelijke automatische scherpstelling
(PUSH AF) (
34)
Belichtingsvergrendelingstoets (EXP. LOCK) (
54)
Versterkingsschakelaar (GAIN) (
54)
Schakelaar voor automatische versterkingsregeling
(AGC) (
56)
Schakelaar instelling kleurenbalken/
audioreferentiesignaal (OUTPUT) (
69)
Schakelaar automatische witbalans (AWB) (
58)
Witbalansschakelaar (WHITE BAL.) (
58)
Witbalanstoets (WHITE BAL.) (
58)
Toewijzingstoetsen (CUSTOM KEYS) (
66)
Toets "voorkeuze in/uitschakelen"
(CUSTOM PRESET ON/OFF) (
77)
Toets "voorkeuze selecteren"
(CUSTOM PRESET SELECT) (
77)
Aanzicht rechterzijde
NL
Inleiding
Zoomregelaar op zijhandgreep (
31)
Fototoets (PHOTO) (
109)
Zoomsnelheidsregelaar (
31)
Zoomsnelheidsschakelaar (ZOOM SPEED) (
/
Kaart/bandschakelaar (
109)
Aansluitpunt VIDEO2 (
95)
Tijdcodeschakelaar (TIME CODE)* (
40)
Vergrendelingsschakelaar (LOCK) (
26)
Aansluitpunt externe microfoon (MIC) (
43)
*Alleen
.
31)
Dempingsschakelaars (XLR MIC ATT.) (
44)
Ingangssignaalschakelaar (LINE/MIC) (
44)
Keuzeschakelaar ingangskanaal (
44)
Zonnekap (
19)
Borgschroef zonnekap (
19)
-schakelaars (
44)
Aansluitpunt kanaalingang 1 (CH1) (
44)
Aansluitpunt kanaalingang 2 (CH2) (
44)
Cassettecompartiment (
21)
9
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Houder voor externe microfoon (
44)
Statuslampje (
85)
Externe sensor voor Instant AF (scherpstelling bij hoge
snelheid) (
33)
Handgreepriem (
18)
Aansluitpunten voor de optionele statiefadapter TA-100
(
152)
Sensor voor draadloos contact met afstandsbediening
(
20, 102)
Aansluitpunt statief*
Zoeker (
16)
Oogcorrectieregelaar (
16)
Schakelaar "batterijcompartiment openen" (OPEN)
(
13)
Kaarttoegangsindicator (CARD) (
109)
Batterij/geheugenkaartcompartiment (
13)
Aansluitpunt
Aansluitpunt HDV/DV (
94, 103, 106)
HDV-indicator (
85)
Aansluitpunt hoofdtelefoon
Keuzeschakelaar video-uitvoer (
95)
Aansluitpunt audio/video (A/V1) (
93)
Aansluitpunt COMPONENT OUT (
94)
Aansluitpunt HD/SD SDI** (
93)
Aansluitpunt referentievideosignaal (GENLOCK)**
(
40)
Aansluitpunt tijdcodering (TIME CODE)** (
40)
START/STOP-toets (
25)
STANDBY-hendel (
26)
Geheugenkaartsleuf (
22)
Aansluitcompartiment accu (
13)
Ontgrendelingspal accu (BATT. RELEASE) (
13)
* Gebruik geen statieven met borgschroeven die langer zijn dan 5,5 mm, omdat deze schade kunnen toebrengen aan de
camcorder.
**Alleen
.
Informatie over het aansluitpunt
(LANC) staat voor Local Application Control Bus System. Met het aansluitpunt
kunt u apparaten aansluiten en
aangesloten apparaten besturen. Sluit op het aansluitpunt
alleen apparaten aan met de
aanduiding.
Een goede werking kan niet worden gegarandeerd als apparaten worden aangesloten die geen
aanduiding hebben.
Sommige toetsen van aangesloten apparaten werken mogelijk niet of werken mogelijk anders dan de toetsen op de camcorder.
10
Bovenaanzicht
NL
Inleiding
Pauzetoets (
91) /
Beeldserietoets (DRIVE MODE) (
112)
Stoptoets (
91) /
Lichtmetingsstandtoets (
114)
Terugspoeltoets (
91) /
- toets (
117)
Afspeeltoets (
91) /
Diashowtoets (SLIDESHOW) (
117)
Vooruitspoeltoets (
91) /
+ Toets (
117)
Opnametoets (REC) (
103)
START/STOP-toets (
25)
Vergrendelingsschakelaar (LOCK) (
26)
Open/uitwerpschakelaar (OPEN/EJECT ) (
21)
Zoomregelaar op zijhandgreep (
31)
Fototoets (PHOTO) (
109)
Zoomsnelheidsregelaar (
31)
RESET-toets
Microfoondempingsschakelaar (MIC ATT.) (
44)
Voorkeuzeschakelaar witbalans (WHITE BAL.) (
58)
Toets "einde zoeken" (END SEARCH) (
30)
Doorvoerpunt riem (
18)
Microfoon (
43)
Doorvoerpunt riem (
18)
Aansluitpunt flitser (
115)
Zoomregelaar op draaggreep (
31)
Fototoets (PHOTO) (
109)
LCD-display (
17)
11
Afstandsbediening WL-D5000
Fototoets (PHOTO) (
109)
START/STOP-toets (
25)
MENU-toets (
23)
TV-schermtoets (TV SCREEN) (
86)
Diashowtoets (SLIDESHOW) (
117)
Datacoderingstoets (DATA CODE) (
101)
Indextoets (INDEX WRITE) (
67)
Audioregelingstoets (AUDIO MONITOR) (
97)
Toets "einde zoeken" (END SEARCH) (
30)
Zoekkeuzetoets (SEARCH SELECT) (
99, 100)
Opnamepauzetoets (REC PAUSE) (
103)
Terugspoeltoets (REW) (
91)
Nulstelgeheugentoets (ZERO SET MEMORY) (
98)
Toets (
91)
Pauzetoets (PAUSE) (
91)
12
Toets sensorstand (REMOTE SET) (
102)
AV DV-toets (
105)
Zoomtoetsen (
31)
Menukeuzetoetsen (
23)
Insteltoets (SET) (
23)
- Toets (
117)
+ Toets (
117)
Mengbalanstoetsen (MIX BALANCE) (
97)
/
Toetsen (
99, 100)
Afspeeltoets (PLAY) (
91)
Vooruitspoeltoets (FF) (
91)
Toets (
91)
Stoptoets (STOP) (
91)
Toets (
91)
Slow motion-toets (SLOW) (
91)
De stroombron voorbereiden
Voorbereidingen
De accu opladen
Verwijder het DC-koppelstuk uit de netadapter voordat u de accu oplaadt. Verwijder het afdekplaatje van
de accu.
NL
1. Sluit het netsnoer aan op de adapter.
2. Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
3. Plaats de accu in de adapter.
• Oefen lichte druk uit en schuif de accu in de richting
van de pijl totdat de accu vast klikt.
• De oplaadindicator begint te knipperen. De
indicator blijft branden nadat het opladen is
voltooid.
4. Verwijder de accu uit de adapter nadat het
opladen is voltooid.
5. Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het netsnoer los van de adapter.
Oplaadindicator (CHARGE)
De accu plaatsen
Voorbereidingen
1. Zet het programmakeuzewiel op OFF.
2. Duw de
OPEN-schakelaar in de richting
van de pijl om de afdekking van het
accucompartiment te openen.
3. Plaats de accu in zijn geheel in het
compartiment en druk zachtjes op de accu
totdat deze vast klikt.
4. Sluit de afdekking van het
accucompartiment.
De accu verwijderen
1. Zet het programmakeuzewiel op OFF.
2. Duw de
OPEN-schakelaar in de richting van de pijl om de afdekking van het
accucompartiment te openen.
3. Druk de BATT.RELEASE-pal naar links en trek de accu naar buiten.
4. Sluit de afdekking van het accucompartiment.
13
Gebruik van een stopcontact
1. Zet het programmakeuzewiel op OFF.
2. Sluit het DC-koppelstuk aan op de
camcorder.
Open de afdekking van het accucompartiment, schuif
het DC-koppelstuk in zijn geheel in het compartiment
en druk zachtjes op het koppelstuk totdat dit vast
klikt.
3. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
4. Steek de stekker van het netsnoer in een
stopcontact.
5. Sluit het DC-koppelstuk aan op de adapter.
6. Voer de kabel door de hiertoe bestemde
sleuf en sluit de afdekking van het
accucompartiment.
7. Verwijder het DC-koppelstuk na gebruik.
Open de afdekking van het accucompartiment, druk de
BATT.RELEASE-pal naar links en trek het DC-koppelstuk naar buiten.
Informatie over de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
Deze camcorder is uitgerust met een ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij waarmee de camcorder de
datum, tijd en andere instellingen kan onthouden. Telkens wanneer u de camcorder gebruikt, wordt de
ingebouwde batterij opgeladen. De batterij zal echter volledig worden ontladen als u de camcorder
alleen gedurende korte perioden gebruikt of 3 maanden of langer niet gebruikt. In dat geval moet u de
ingebouwde batterij opnieuw opladen door de camcorder ten minste 24 uur op een stopcontact
aangesloten te laten terwijl het programmakeuzewiel op OFF staat.
Haal eerst het DC-koppelstuk uit de netadapter voordat u een accu oplaadt.
Zet eerst de camcorder uit voordat u de netadapter aansluit of verwijdert.
Als de adapter nabij een TV wordt gebruikt, kunnen er in het beeld storingen optreden. Houd de
adapter uit de buurt van de TV of de antennekabel.
Sluit op de netadapter geen producten aan die voor gebruik met deze camcorder niet uitdrukkelijk
zijn aanbevolen.
Als u een defecte netadapter of defecte accu aansluit, gaat de oplaadindicator uit en wordt het
opladen stopgezet.
De oplaadindicator dient ook om aan te geven in hoeverre de accu nog opgeladen is.
0-50%:
Knippert eenmaal per seconde
50-75%:
Knippert tweemaal per seconde
Meer dan 75%: Knippert driemaal per seconde
100%:
Brandt continu
Het verdient aanbeveling om de accu op te laden bij temperaturen tussen 10 °C en 30 °C. De
oplaadduur is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de aanvankelijke laadtoestand van de
accu.
Onder koude omstandigheden zal de effectieve gebruiksduur van de accu afnemen.
Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen accu's bij de hand te houden dan u nodig
denkt te hebben.
U kunt op stroom besparen door de camcorder uit te zetten in plaats van deze in de
opnamepauzestand te laten staan.
14
Oplaad-, opname- en afspeelduur
De gebruiksduur hieronder is bij benadering gegeven en kan variëren al naargelang de
omstandigheden waaronder wordt opgeladen, opgenomen of afgespeeld.
BP-930
145 min.
BP-945
220 min.
BP-950G BP-970G
235 min. 320 min.
HDV Opname- en afspeelduur
Maximale opnameduur
Zoeker [NORMAL]
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Gebruikelijke
Zoeker [NORMAL]
opnameduur*
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Afspeelduur
LCD-scherm [NORMAL]
DV Opname- en afspeelduur
Maximale opnameduur
Zoeker [NORMAL]
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Gebruikelijke
Zoeker [NORMAL]
opnameduur*
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Afspeelduur
LCD-scherm [NORMAL]
BP-930
150 min.
150 min.
150 min.
145 min.
90 min.
90 min.
90 min.
85 min.
165 min.
BP-930
170 min.
165 min.
165 min.
160 min.
100 min.
100 min.
100 min.
95 min.
180 min.
BP-945
230 min.
225 min.
225 min.
215 min.
140 min.
140 min.
135 min.
130 min.
250 min.
BP-945
255 min.
250 min.
245 min.
240 min.
155 min.
155 min.
150 min.
145 min.
270 min.
BP-950G BP-970G
320 min. 460 min.
320 min. 455 min.
315 min. 430 min.
305 min. 420 min.
195 min. 280 min.
195 min. 280 min.
190 min. 260 min.
185 min. 255 min.
350 min. 480 min.
BP-950G BP-970G
355 min. 510 min.
355 min. 505 min.
345 min. 475 min.
335 min. 460 min.
215 min. 310 min.
215 min. 310 min.
210 min. 290 min.
200 min. 280 min.
375 min. 515 min.
HDV Opname- en afspeelduur
Maximale opnameduur
Zoeker [NORMAL]
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Gebruikelijke
Zoeker [NORMAL]
opnameduur*
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Afspeelduur
LCD-scherm [NORMAL]
Opnameen
afspeelduur
DV
Maximale opnameduur
Zoeker [NORMAL]
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Gebruikelijke
Zoeker [NORMAL]
opnameduur*
Zoeker [BRIGHT]
LCD-scherm [NORMAL]
LCD-scherm [BRIGHT]
Afspeelduur
LCD-scherm [NORMAL]
BP-930
165 min.
160 min.
160 min.
155 min.
100 min.
100 min.
95 min.
90 min.
180 min.
BP-930
180 min.
180 min.
175 min.
170 min.
110 min.
110 min.
105 min.
100 min.
195 min.
BP-945
245 min.
240 min.
235 min.
230 min.
150 min.
145 min.
145 min.
140 min.
265 min.
BP-945
270 min.
270 min.
265 min.
255 min.
165 min.
165 min.
160 min.
155 min.
290 min.
BP-950G BP-970G
345 min. 490 min.
340 min. 485 min.
335 min. 475 min.
325 min. 460 min.
210 min. 300 min.
210 min. 295 min.
205 min. 290 min.
195 min. 280 min.
380 min. 535 min.
BP-950G BP-970G
385 min. 540 min.
380 min. 540 min.
375 min. 530 min.
360 min. 510 min.
235 min. 330 min.
235 min. 330 min.
230 min. 320 min.
215 min. 310 min.
410 min. 580 min.
* Tijden bij benadering voor opnamen met herhaalde bedieningshandelingen zoals starten/stoppen, zoomen,
voeding in/uitschakelen. De feitelijke tijd kan korter zijn.
15
NL
Voorbereidingen
Accu
Oplaadduur met de compacte netadapter CA-920
De camcorder voorbereiden
Oogcorrectie
Zet de camcorder aan en stel de
oogcorrectieregelaar in.
Voorkom dat de zoeker wordt blootgesteld aan direct zonlicht. De LCD van de zoeker kan beschadigd
raken doordat het objectief inbrandt. Wees in het bijzonder voorzichtig als u de camcorder op een
statief plaatst of tijdens transport.
De zoeker instellen
U kunt de helderheid, het contrast, de kleur, de scherpte en achtergrondverlichting van de zoeker
instellen. Deze instellingen hebben geen invloed op uw opname.
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP /
CVF SETUP
* De standaardwaarde is [BRIGHT] tijdens gebruik van de netadapter.
BRIGHTNESS•••
CONTRAST•••••
COLOR••••••••
SHARPNESS••••
BACKLIGHT••••NORMAL*
1. Druk op de MENU-toets.
2. Draai het SELECT/SET-wiel naar [DISPLAY SETUP/ ] en druk op het wiel.
3. Selecteer [CVF SETUP] en vervolgens [BRIGHTNESS], [CONTRAST], [COLOR],
[SHARPNESS] of [BACKLIGHT].
4. Stel de betreffende optie in met het SELECT/SET-wiel en druk daarna op het wiel.
• Na instelling keert u terug in het submenu [CVF SETUP]. Als u andere opties wilt wijzigen, kunt u dat op
dezelfde manier doen.
5. Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
16
Gebruik van het LCD-display
NL
1. Schuif de OPEN-schakelaar in de richting van de pijl om het LCD-paneel te
ontgrendelen.
2. Trek het LCD-paneel naar buiten.
3. Draai het LCD-paneel en zet het in de gewenste stand.
U kunt het display van het LCD-paneel in zwart & wit weergeven (
18).
Bij gebruik van het LCD-paneel is het zoekerdisplay uitgeschakeld. U kunt de instellingen echter zo
wijzigen dat u beide displays tegelijkertijd kunt gebruiken (
18).
U kunt de helderheid, het contrast, de kleur, de scherpte en achtergrondverlichting van het LCD-paneel
instellen. Deze instellingen hebben geen invloed op uw opname.
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP /
LCD SETUP
* De standaardwaarde is [BRIGHT] tijdens gebruik van de netadapter.
BRIGHTNESS•••
CONTRAST•••••
COLOR••••••••
SHARPNESS••••
BACKLIGHT••••NORMAL*
1. Druk op de MENU-toets.
2. Draai het SELECT/SET-wiel naar [DISPLAY SETUP/ ] en druk op het wiel.
3. Selecteer [LCD SETUP] en vervolgens [BRIGHTNESS], [CONTRAST], [COLOR],
[SHARPNESS] of [BACKLIGHT].
4. Stel de betreffende optie in met het SELECT/SET-wiel en druk daarna op het wiel.
• Na instelling keert u terug in het submenu [LCD SETUP]. Als u andere opties wilt wijzigen, kunt u dat op
dezelfde manier doen.
5. Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
17
Voorbereidingen
Het LCD-paneel instellen
De zoeker en het LCD-paneel tegelijkertijd gebruiken
Bij gebruik van het LCD-paneel is het zoekerdisplay uitgeschakeld. Voer de procedure hieronder uit om
beide displays tegelijkertijd te gebruiken.
MENU
DISPLAY SETUP/
CVF+LCD ON•••OFF
(
23)
1.
2.
3.
4.
Druk op de MENU-toets.
Draai het SELECT/SET-wiel naar [DISPLAY SETUP/ ] en druk op het wiel.
Selecteer [CVF+LCD ON], stel deze optie in op [ON] en druk op het wiel.
Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
Het display van de zoeker en het LCD-paneel instellen op zwart & wit
Het LCD-display en de zoeker zijn beide kleurendisplays. Voer de procedure hieronder uit om beide
displays in te stellen op de modus zwart & wit.
MENU
DISPLAY SETUP/
CVF+LCD BW•••OFF
(
23)
1.
2.
3.
4.
Druk op de MENU-toets.
Draai het SELECT/SET-wiel naar [DISPLAY SETUP/ ] en druk op het wiel.
Selecteer [CVF+LCD BW], stel deze optie in op [ON] en druk op het wiel.
Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
De handgreepriem vastmaken
Stel de handgreepriem zo af dat u met uw
wijs- en middelvinger de zoomregelaar en met
uw duim de start/stop-toets kunt bereiken.
De schouderriem bevestigen
Haal de uiteinden door de bevestigingspunten en stel de lengte bij zoals
aangegeven.
Let erop dat u de camcorder niet laat vallen als u de schouderriem of handgreepriem afstelt.
18
De zonnekap aansluiten
Bevestig de zonnekap om het objectief te beschermen en af te schermen tegen strooilicht.
1. Plaats de zonnekap op de voorzijde van het
objectief. Let er hierbij op dat het venster
voor de externe Instant AF-sensor zich aan
de onderzijde bevindt. Draai de zonnekap
vervolgens 90 graden rechtsom.
• Let erop dat u de zonnekap niet vervormt.
• Zorg ervoor dat de zonnekap goed op de
schroefdraad wordt bevestigd.
2. Draai de borgschroef vast.
NL
Venster voor de
Instant AF-sensor
Voorbereidingen
19
Gebruik van de afstandsbediening
Houd de afstandsbediening gericht op de
sensor van de camcorder als u de toetsen op
de afstandsbediening indrukt.
De batterijen plaatsen
De afstandsbediening werkt op twee AA-batterijen
(R6).
1. Open het afdekplaatje van de batterijen.
2. Plaats twee AA-batterijen en zorg ervoor
dat de aanduidingen + en – op de batterijen
overeenstemmen met de aanduidingen in
de afstandsbediening.
3. Sluit het afdekplaatje.
De camcorder en afstandsbediening zijn uitgerust met 2 sensorstanden voor draadloos contact met
elkaar ( 102). Als de afstandsbediening niet werkt, controleer dan of de camcorder en
afstandsbediening ingesteld staan op dezelfde stand.
Als de camcorder niet met de afstandsbediening kan worden bediend, of wanneer de camcorder
alleen kan worden bediend op zeer korte afstand, dan moeten de batterijen worden vervangen.
Zorg ervoor dat u beide batterijen tegelijkertijd vervangt.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet naar behoren wanneer de sensor wordt blootgesteld aan
fel licht of direct zonlicht.
20
Een cassette plaatsen/verwijderen
Gebruik alleen videocassettes met het
logo. Voor opnamen in HDV verdient het aanbeveling
gebruik te maken van videocassettes die compatibel zijn met de HDV-standaard.
NL
1. Verschuif de OPEN/EJECT
schakelaar
om de afdekking van het cassettecompartiment te openen.
Het cassettecompartiment gaat automatisch open.
2. Plaats of verwijder de cassette.
• Plaats de cassette recht en volledig in het
compartiment, met het venster naar buiten gericht.
• Verwijder de cassette door deze recht naar buiten
te trekken.
Voorbereidingen
3. Sluit het cassettecompartiment door op de
afdekking de markering
in te drukken.
Het cassettecompartiment trekt zich automatisch in.
4. Sluit de afdekking van het
cassettecompartiment.
Belemmer het cassettecompartiment niet wanneer dit automatisch wordt geopend of gesloten.
Let erop dat uw vingers niet bekneld raken in de afdekking van het cassettecompartiment.
Cassettes kunt u ook plaatsen en verwijderen als het programmakeuzewiel op OFF staat, indien de
camcorder aangesloten is op een stroombron.
21
Een geheugenkaart plaatsen/verwijderen
U kunt met deze camcorder alleen gebruik maken van
geheugenkaarten of MultiMedia Cards (MMC).
SDHC-geheugenkaarten,
SD-
De kaart plaatsen
1. Zet het programmakeuzewiel op OFF.
2. Duw de
OPEN-schakelaar in de richting
van de pijl om de afdekking van het accu/
geheugenkaartcompartiment te openen.
3. Steek de geheugenkaart in zijn geheel
recht naar binnen in de
geheugenkaartsleuf.
4. Sluit het compartiment.
Maak de afdekking niet met kracht dicht; let erop dat
eerst de kaart goed geplaatst is.
De kaart verwijderen
Forceer de kaart niet als u deze verwijdert. U moet de kaart eerst indrukken om deze te kunnen
verwijderen.
1. Zet het programmakeuzewiel op OFF.
Controleer eerst of de CARD-indicator niet knippert
voordat u de camcorder uitzet.
2. Duw de
OPEN-schakelaar in de richting
van de pijl om de afdekking van het accu/
geheugenkaartcompartiment te openen.
3. Duw de geheugenkaart naar binnen om
deze te ontgrendelen en verwijder de kaart.
4. Sluit het compartiment.
Als u andere geheugenkaarten gebruikt dan de bijgeleverde kaart, zorg er dan voor dat u deze met
de camcorder initialiseert ( 121).
Schakel de camcorder uit voordat u de geheugenkaart plaatst of verwijdert. Doet u dit niet, dan kan
schade aan gegevens hiervan het gevolg zijn.
SDHC- en SD-geheugenkaarten zijn uitgerust met een wisbeveiligingsschuifje om te voorkomen
dat opnamen per abuis worden gewist. Als dit schuifje in de stand LOCK staat, kunt u op de
geheugenkaart geen beelden opnemen en kunt u geen beelden van de geheugenkaart
verwijderen.
Niet voor alle geheugenkaarten kan een juiste werking worden gegarandeerd.
Over SDHC-geheugenkaarten: SDHC (SD High Capacity) is het nieuwe type SD-geheugenkaart
met een capaciteit van meer dan 2 GB. Houd er rekening mee dat de specificaties van SDHCgeheugenkaarten verschillen van die van gewone SD-kaarten en dat u geen gebruik kunt maken
van geheugenkaarten van 2 GB met apparaten die geen ondersteuning bieden voor SDHC. SDHCapparaten (waaronder deze camcorder) zijn echter wel achterwaarts compatibel, zodat u hierop
gebruik kunt maken van gewone SD-kaarten.
22
De instellingen wijzigen met de MENU-toets
Veel camcorderfuncties kunnen worden gewijzigd op het schermmenu.
NL
Keuze/instelwiel
(SELECT/SET)
MENU-toets
Menu's en opties selecteren
Druk op de MENU-toets om het menu te openen.
Draai het SELECT/SET-wiel naar een submenu en druk op het wiel.
Draai het SELECT/SET-wiel naar een menu-onderdeel en druk op het wiel.
Draai het SELECT/SET-wiel naar een instellingsoptie en druk op het wiel.
Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten.
,
en
aan de onderzijde van het scherm geven aan dat deze toetsen tijdens een
menu-instelling kunnen worden gebruikt.
U vindt het wellicht gemakkelijker om voor bediening van het menu de afstandsbediening te
gebruiken. Druk op de MENU-toets van de afstandsbediening om het menu te openen of te sluiten.
Gebruik, in plaats van het SELECT/SET-wiel op de camcorder, de menukeuzetoetsen
en de
SET-toets van de afstandsbediening om instellingen op te slaan of een keuze te maken.
Onderdelen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven.
U kunt op elk moment de MENU-toets indrukken om het menu te sluiten.
23
Voorbereidingen
1.
2.
3.
4.
5.
De tijdzone, datum en tijd instellen
Stel de tijdzone, datum en tijd in voordat u voor de eerste keer de camcorder in gebruik neemt of nadat
de ingebouwde oplaadbare ondersteuningsbatterij volledig is leeg geraakt.
Tijdzone/zomertijd instellen
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
D/TIME SET
T.ZONE/DST•••PARIS
1. Druk op de MENU-toets.
2. Draai het SELECT/SET-wiel naar [SYSTEM SETUP/
] en druk op het wiel.
3. Selecteer [D/TIME SET
], vervolgens [T.ZONE/DST] en druk op het wiel.
De tijdzone-instelling verschijnt. De standaardinstelling is Paris.
4. Draai het SELECT/SET-wiel naar de instellingsoptie die uw tijdzone vertegenwoordigt
en druk op het wiel.
Als u de tijd wilt afstemmen op de zomertijd, selecteer dan de tijdzone met het symbool
gebied.
naast het
Datum en tijd instellen
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
5. Selecteer [D/TIME SET
DATE/TIME••• 1.JAN.2006
12:00 AM
D/TIME SET
] en druk op het wiel.
Het jaardisplay begint te knipperen.
6. Draai het SELECT/SET-wiel naar het eerste veld van de datum en druk op het wiel.
• Het volgende gedeelte van het display begint te knipperen.
• Stel de rest van de datum en tijd op dezelfde manier in.
7. Druk op de MENU-toets om het menu te sluiten en de klok te starten.
De datum en tijd weergeven tijdens het opnemen
U kunt de datum en tijd laten weergeven in de linkerbenedenhoek van het scherm.
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
GUIDE INFO•••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
optie in op [D/T DISPLAY] en sluit het menu.
]. Selecteer [GUIDE INFO], stel deze
Als u de camcorder circa 3 maanden niet gebruikt, zal de ingebouwde oplaadbare batterij volledig
worden ontladen, zodat u de datum/tijdinstellingen verliest. In dat geval moet de ingebouwde
oplaadbare batterij opnieuw worden opgeladen ( 14) en moet u de tijdzone, datum en tijd opnieuw
instellen.
24
Opnemen
Opnemen
Voordat u met opnemen begint
U kunt beter eerst een testopname maken om te controleren of de camcorder juist opneemt. Maak, indien
nodig, de videokoppen schoon ( 144).
NL
De opnamestandaard HDV is de standaardinstelling. Als u meer wilt weten over de opname van audio,
raadpleeg dan het betreffende hoofdstuk ( 43).
Opnemen
1. Verwijder de objectiefdop.
2. Druk op de vergrendelingstoets en zet
het programmakeuzewiel op een
opnameprogramma.
Opnemen
3. Druk op de start/stop-toets om te beginnen
met opnemen.
• Het statuslampje gaat branden en op het scherm
verschijnt de opname-indicator .
• Als u wilt pauzeren, druk dan nogmaals op de start/
stop-toets.
Nadat u klaar bent met opnemen
1.
2.
3.
4.
Zet het programmakeuzewiel op OFF.
Breng de objectiefdop weer aan op zijn plaats.
Verwijder de cassette.
Verwijder de stroombron.
De functies "einde zoeken", "datum zoeken" en "index zoeken" werken mogelijk niet correct als u op
dezelfde band opnamen maakt met de HDV-standaard en met de DV-standaard. Het verdient geen
aanbeveling op dezelfde band opnamen te maken in verschillende standaards.
Wacht na het plaatsen van een cassette totdat de bandteller volledig stopt voordat u met opnemen
begint.
Zet het programmakeuzewiel op OFF als u verwacht de camcorder langere tijd niet te zullen gebruiken.
Als u de cassette niet verwijdert, kunt u de volgende scène opnemen zonder ruis of lege gedeelten,
ongeacht of u de camcorder eerder had uitgezet en weer aangezet.
25
Opnemen in een lage hoek
De draaggreep is uitgerust met een dubbele set
bedieningselementen voor opnemen en zoomen, wat
ideaal is voor het maken van opnamen in een lage
hoek. Schuif de LOCK-schakelaar in de richting van
de pijl
als u wilt voorkomen dat u deze
bedieningselementen ongewild activeert.
Zoomregelaar
Vergrendelingsschakelaar
(LOCK)
Start/stop-toets
Stroombesparingsmechanismen
STANDBY-hendel
Zet de STANDBY-hendel in de stand LOCK om tijdens de opname tijdelijk een pauze in te lassen en alle
camcordergegevens op het display uit te schakelen. In de standby-stand blijven de belichtingsvergrendelingsinstellingen behouden. Dit is niet het geval als u het programmakeuzewiel op OFF zet.
Stroombesparingsfunctie
De camcorder komt in de stroombesparingsstand (VCR STOP) nadat de camcorder 4 minuten en
30 seconden in de opnamepauzestand heeft gestaan. Dit wordt gedaan om de band en videokoppen te
beschermen. De camcorder wordt automatisch uitgeschakeld als u deze 30 seconden lang niet bedient. Met
de voorkeursfuncties ( 79) kunt u de stroombesparingsfunctie eventueel uitschakelen als u aanpassingen
wilt verrichten zonder dat u zich er zorgen over hoeft te maken dat u uw instellingen als gevolg van de
automatische uitschakeling zou kunnen verliezen.
Druk, zodra de camcorder in de stroombesparingsstand staat, op de start/stop-toets om met opnemen te
beginnen of druk een van de toewijzingstoetsen ( 66) in waaraan de functie [VCR STOP] is toegewezen
om terug te keren naar de opnamepauzestand. Als de camcorder automatisch wordt uitgeschakeld (na
5 minuten), zet het programmakeuzewiel dan op OFF en terug naar een van de opnameprogramma's.
De functie VCR Stop
U kunt de functie [VCR STOP] toewijzen aan een van de twee toewijzingstoetsen ( 66). In de stand VCR
Stop is de camcorder slechts gedeeltelijk uitgeschakeld: Het cameragedeelte wordt normaal van stroom
voorzien terwijl het opnamegedeelte uitgeschakeld is. Als u de betreffende toewijzingstoets indrukt, kunt u het
cameragedeelte zo lang als nodig is aanpassen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de 5-minuten
timer van de stroombesparingsfunctie. Als u wilt terugkeren naar de opnamepauzestand, druk dan de
toewijzingstoets in waaraan de functie [VCR STOP] is toegewezen.
26
Camcordergegevens op het scherm tijdens het opnemen
Resterende band
Geeft in minuten de resterende bandduur aan. “
END” gaat knipperen als de band het eind heeft
bereikt.
NL
• Als de resterende duur minder is dan 15 seconden, kan
het gebeuren dat de resterende duur niet langer wordt
weergegeven.
• Afhankelijk van de band is het mogelijk dat de
resterende duur niet correct wordt weergegeven.
Tijdcode
Geeft de opnameduur aan in uren, minuten,
seconden en beeldjes.
Resterende accucapaciteit
Het accusymbool geeft aan in hoeverre de accu
nog opgeladen is.
•“
” begint in rood te knipperen als de accu leeg is.
• Als u een lege accu aansluit, kan het gebeuren dat de
stroom wordt uitgeschakeld zonder dat “
” wordt
weergegeven.
• Afhankelijk van de omstandigheden waaronder de accu
en camcorder worden gebruikt is het mogelijk dat niet
nauwkeurig wordt aangegeven in hoeverre de accu nog
opgeladen is.
Selecteren welke camcordergegevens op het scherm moeten worden weergegeven
Normale weergave
U kunt op basis van uw eigen voorkeur bepalen welke symbolen en indicators moeten worden weergegeven
(
86).
Audioniveau-indicator, zoomindicator, middelste markering, horizontale niveaumarkering en
rastermarkering, aanduiding hoogte/breedteverhouding, aanduidingen veiligheidszone, contourverscherping/vergroting, opnameprogramma, EXP-vergrendeling, ND-filter, gebruikersvoorkeuze, sluitertijd, diafragma, AE shift, versterking, witbalans, huiddetail, oplaadindicator
Speedlite-flitser, waarschuwing, datum/tijd (of toewijzingen aan toewijzingstoetsen)*
Middelste markering, horizontale niveaumarkering en raster, aanduidingen veiligheidszone,
datum/tijd*
Geen symbool
* Indien [GUIDE INFO] is ingesteld op [D/T DISPLAY], wordt de datum en tijd weergegeven; indien deze optie is
ingesteld op [CUSTOM KEYS], worden in plaats hiervan de functies weergegeven die momenteel zijn
toegewezen aan de toewijzingstoetsen.
De camcordergegevens op het scherm verschijnen ook op een aangesloten TV of monitor.
27
Opnemen
U kunt kiezen hoeveel informatie u op het display wilt weergeven en heeft hierbij de keus uit een
volledige of gedeeltelijke weergave, of helemaal geen weergave. Door herhaaldelijk op de DISP.-toets te
drukken, doorloopt u de opties in de volgorde hieronder.
De markeringen weergeven
Met de schermmarkeringen kunt u uw onderwerp nauwkeurig inkaderen. U kunt kiezen tussen een
middelste markering, een horizontale niveaumarkering of een raster. U kunt ook de intensiteit van het
markeringsdisplay aanpassen ( 84).
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
MARKERS•••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/ ]. Selecteer [MARKERS], stel deze optie
in op [CENT. MARK.], [LEVEL MARK.] of [GRID] en sluit het menu.
De hoogte/breedteverhouding weergeven
Gebruik de hoogte/breedteverhouding (ASPECT GUIDE) als een indicatie om onderwerpen nauwkeurig
in te kaderen. U kunt de hoogte/breedteverhouding instellen op een beeld van 4:3, 13:9, 14:9, 1.66:1,
1.75:1, 1.85:1 of 2.35:1 (Cinemascope).
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
ASPECT GUIDE••••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
een instellingsoptie en sluit het menu.
]. Selecteer [ASPECT GUIDE], selecteer
De veiligheidszone weergeven
De veiligheidszone (SAFETY ZONE) toont een kader met 80% of 90% van het schermgebied. Gebruik
deze als een indicatie om onderwerpen nauwkeurig in te kaderen.
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
SAFETY ZONE••••••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
optie in op [80%] of [90%] en sluit het menu.
]. Selecteer [SAFETY ZONE], stel deze
De opname bekijken
toets "opname bekijken"
In de opnamepauzestand kunt u met deze functie de laatste paar seconden van uw opname bekijken.
Druk op de
toets "opname bekijken".
De camcorder spoelt de band terug, speelt de laatste paar seconden af en keert terug naar de
opnamepauzestand.
Als de huidige videosignaalstandaard verschillend is van de signaalstandaard waarmee opnamen op
de band werden gemaakt, dan wordt de opname niet correct afgespeeld.
28
De signaalstandaard en hoogte/
breedteverhouding selecteren
U kunt de signaalstandaard (High Definition of Standard Definition) selecteren en voor opnamen in de
Standard Definition ook de hoogte/breedteverhouding. Aangezien de displays op de camcorder een
hoogte/breedteverhouding van 16:9 hebben, verschijnt het beeld in het midden van het scherm met
zwarte balken aan de zijkant als u [SD4:3] selecteert.
NL
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [SIGNAL STD], selecteer een
instellingsoptie en selecteer [YES] om uw keuze te bevestigen en het menu te sluiten.
• [HD]: deze stand gebruikt u om op de band opnamen te maken met de HDV-standaard of om de camcorder
te gebruiken als een High Definition (HD) camera.
• [SD16:9], [SD4:3]: deze stand gebruikt u om op de band opnamen te maken met de DV-standaard of om de
camcorder te gebruiken als een Standard Definition (HD) camera. Selecteer de hoogte/breedte-verhouding
van uw keuze.
Als u opnamen wilt afspelen die zijn gemaakt in een hoogte/breedteverhouding van 16:9, wijzig dan
de instellingen van de TV als dat nodig is (raadpleeg de handleiding van de aangesloten TV). Als u
breedbeeldopnamen wilt afspelen op een TV-toestel met een hoogte/breedteverhouding van 4:3,
wijzig dan de optie [LETTERBOX] dienovereenkomstig ( 95).
Opnemen
29
Het einde van de laatste scène lokaliseren
U kunt deze functie gebruiken om het einde van de laatst opgenomen scène te lokaliseren.
Toets "einde zoeken"
(END SEARCH)
Druk op de END SEARCH-toets.
•
verschijnt.
• De camcorder spoelt de band terug/vooruit, speelt de laatste paar seconden van de opname af en zet de
band stop.
• Door opnieuw op de toets te drukken, wordt het zoeken stopgezet.
De functie "einde zoeken" kan niet worden gebruikt zodra u de cassette hebt verwijderd.
De functie "einde zoeken" werkt mogelijk niet correct als er tussen opnamen op de band lege
gedeelten aanwezig zijn of als u op dezelfde band opnamen hebt gemaakt met een verschillende
standaard (HDV en DV door elkaar).
30
Zoomen
U kunt de zoom instellen vanaf de zijhandgreep of de draaggreep. U kunt ook de zoomring op het
objectief of de zoomknoppen op de afstandsbediening gebruiken. Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt
u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de zoomring draait, de hogesnelheidszoom in- of uitschakelen
of de zoomindicator veranderen in een grafische balk of een display met een numerieke waarde.
NL
Zoomregelaar
Zoomring
Zoomtoetsen
Zoomregelaar
Zoomsnelheidsschakelaar
(ZOOM SPEED)
Zoomsnelheidswiel
(ZOOM SPEED)
Informatie over de variabele zoomsnelheden
Zoomregelaar op de zijhandgreep:
Als de ZOOM SPEED-schakelaar op C (constant) staat, verandert de zoomsnelheid zelf niet, maar kunt u één
van de 16 zoomsnelheidsniveaus selecteren met het ZOOM SPEED-wiel (naast de zoomindicator wordt een
getal weergegeven dat het niveau aangeef).
Als de ZOOM SPEED-schakelaar op VAR (variabel) staat, hangt de zoomsnelheid af van hoe u de zoomregelaar bedient: Zachtjes drukken leidt tot een tragere zoom; door harder te drukken wordt de zoom versneld.
Zoomsnelheid (van groothoek tot telefoto):
C:
Niveau 1: circa 60 seconden
VAR:
circa 2,6* t/m 60 seconden
Niveau 16: circa 2,6* seconde
* Als de voorkeursfunctie [HIGH-SPEED ZOOM] op [ON] staat, zal de zoomsnelheid in plaats hiervan circa 1,5 seconde
zijn. In de stand
zal de zoomsnelheid circa 1,5 seconde zijn, ongeacht de voorkeursinstelling.
Zoomring:
De zoomsnelheid hangt af van hoe snel u de zoomring verdraait.
Zoomknoppen op de draaggreep:
De zoomsnelheid zelf verandert niet, maar kan met het ZOOM SPEED-wiel worden ingesteld op een van de
16 niveaus. Dit is dezelfde zoomsnelheid als wanneer de ZOOM SPEED-schakelaar op C staat.
Zoomknoppen op de bijgeleverde afstandsbediening:
De zoomsnelheid is constant en kan niet worden gewijzigd.
31
Opnemen
Zet de zoomregelaar naar W om uit te zoomen (groothoek). Zet de zoomregelaar naar T
om in te zoomen (telefoto).
Zoomvoorkeuze
Met deze functie kan elke zoominstelling in het geheugen worden opgeslagen en kunt u onmiddellijk
terugkeren naar die zoominstelling.
Zoomvoorkeuzeschakelaar (POSITION PRESET)
Schakelaar "zoomvoorkeuze inschakelen/
instellen" (POSITION PRESET ON/SET)
De zoomvoorkeuze instellen
1. Zet de POSITION PRESET-schakelaar op ZOOM.
2. Zet de POSITION PRESET ON/SET-schakelaar op SET.
De zoomvoorkeuze-instelling verschijnt in geel op de zoomindicator.
Terugkeren naar de zoomvoorkeuze-instelling
Zet de POSITION PRESET ON/SET-schakelaar op ON.
De camcorder keert vervolgens terug naar de zoomvoorkeuze-instelling.
Om terug te keren naar de zoomvoorkeuze-instelling, gebruikt de camcorder de snelheid die is
ingesteld voor de constante zoomsnelheid (als de ZOOM SPEED-schakelaar op C is ingesteld).
32
Scherp stellen
De camcorder kan worden ingesteld op autofocus of handmatige scherpstelling.
Autofocus
De autofocus kan worden ingesteld op Normal AF of Instant AF*. De camcorder beschikt ook over de
functie Push-AF, waarmee tijdens het handmatig scherp stellen autofocus tijdelijk kan worden
ingeschakeld. Als u de PUSH AF-toets gebruikt, wordt Instant AF geactiveerd, ongeacht de huidige
instelling van de AF-stand.
NL
Handmatige scherpstelling
Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de scherpstelring draait en
de gevoeligheid van de respons hiervan ([NORMAL] of [SLOW]) wijzigen. Om de handmatige scherpstelling
te vergemakkelijken, kan ook gebruik worden gemaakt van de displayfunctie waarmee contour
(PEAKING) en vergroting (MAGNIFYING) worden ingesteld ( 35).
* De functie Instant AF kan ook worden gebruikt in combinatie met de functie Push-AF om, zelfs als u bezig
bent met handmatige scherpstelling, aanvankelijk een zeer snelle automatische scherpstelling tot stand te
brengen.
Zoomvoorkeuzeschakelaar
(POSITION PRESET)
Schakelaar voor
scherpstellingstand
Scherpstelring
Opnemen
Toets voor tijdelijke automatische
scherpstelling (PUSH AF)
Autofocus
De autofocus wordt ingesteld als de schakelaar voor de scherpstellingsstand op AF staat. De camcorder
maakt gebruikt van het TTL-autofocussysteem met een scherpstelbereik van 2 cm (bij groothoek vanaf
de voorzijde van de lenscilinder) tot
.
De camcorder stelt scherp op het onderwerp in het midden van het scherm.
Volg de procedure hieronder om de autofocusstand te wijzigen.
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
AF MODE ••• INSTANT AF
Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [AF MODE], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
[INSTANT AF]: Er wordt scherp gesteld met de hoogste snelheid. Deze stand komt bijzonder goed van pas
bij het opnemen in een zeer heldere omgeving of in een omgeving met zwak licht. Het TTLsysteem en de externe sensor worden beide gebruikt voor scherpstelling.
[NORMAL AF]: De autofocusinstelling wordt verricht met een stabiele snelheid. In deze stand wordt alleen
het TTL-systeem gebruikt, waardoor deze instelling ook geschikt is voor gebruik in
combinatie met de optionele groothoekconverter.
33
Scherpstelling tijdelijk negeren
Ook in de autofocusstand kunt u aan de scherpstelring draaien om tijdelijk handmatig
scherp te stellen.
De camcorder keert terug naar autofocus zodra u de scherpstelring loslaat.
Tijdelijke Instant AF
Druk tijdens handmatig scherp stellen of Normal AF op de PUSH AF-toets en houd deze
ingedrukt.
De autofocus (Instant AF) wordt geactiveerd zolang u de PUSH AF-toets ingedrukt houdt.
Wanneer u opneemt onder heldere omstandigheden, wordt door de camcorder een kleine
diafragmawaarde gekozen en kan het beeld enigszins wazig worden. Schakel, al naargelang het
schermdisplay, het ingebouwde ND-filter in of uit ( 37).
Als u de optionele groothoekconverter op de camcorder aansluit, zet de camcorder dan in een
andere opnamestand dan
Gemakkelijk opnemen en stel de autofocusstand in op Normal AF.
Voorkom bovendien het gebruik van de functie Push AF.
In de stand 25F duurt autofocus langer dan in de stand 50i.
Als u opnamen maakt onder donkere omstandigheden, versmalt het scherpstelbereik en kan het
beeld wazig worden.
Autofocus werkt mogelijk niet goed bij de onderwerpen hieronder. In dat geval moet u handmatig
scherpstellen.
- Reflecterende oppervlakken
- Onderwerpen met weinig contrast of zonder verticale lijnen
- Snel bewegende onderwerpen
- Via vuile of natte ramen
- Nachttaferelen
Handmatige scherpstelling
Toets voor contourverscherping (PEAKING)
Vergrotingstoets (MAGN.)
Zoomvoorkeuzeschakelaar
(POSITION PRESET)
Schakelaar "zoomvoorkeuze inschakelen/
instellen" (POSITION PRESET ON/SET)
Scherpstelring
Schakelaar voor scherpstellingstand
Toets voor tijdelijke automatische scherpstelling (PUSH AF)
1. Zet de schakelaar voor de scherpstellingsstand op M.
Op het scherm wordt “MF” weergegeven.
2. Zoom in tot de telestand.
3. Draai aan de scherpstelring om scherp te stellen.
Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de scherpstelring draait
en de gevoeligheid van de respons hiervan ([NORMAL] of [SLOW]) wijzigen.
4. Activeer de zoom om het onderwerp opnieuw uit te kaderen.
Als u handmatig scherp stelt en vervolgens de camcorder laat staan met de stroom ingeschakeld, kunt u
de scherpstelling op het onderwerp verliezen. Deze mogelijke kleine verandering in de scherpstelling is het
gevolg van een stijging van de interne temperatuur in de camcorder en het objectief. Controleer daarom
eerst de scherpstelling voordat u weer opnamen gaat maken.
34
De handmatige scherpstelling kan niet worden geselecteerd in de stand Gemakkelijk opnemen
( ). Ook als u de schakelaar voor de scherpstellingsstand op M zet, wordt nog steeds de
autofocus (Instant AF) geactiveerd.
De brandpuntsafstand tot het onderwerp wordt circa 3 seconden weergegeven als u van autofocus
overgaat op handmatige scherpstelling of wanneer u de scherpstelring gebruikt bij handmatige
scherpstelling. De brandpuntsafstand wordt ook weergegeven bij de scherpstellingsvoorkeuze.
Met de voorkeursfuncties (
79) kunt u voor de weergave van de afstand de maateenheid (meter
of feet) wijzigen en met het voorkeursdisplay (
86) kunt u selecteren wanneer deze informatie
moet worden weergegeven (altijd, nooit, of alleen bij bediening van de scherpstelring).
Gebruik het afstandsdisplay als een schatting.
-: Verder dan oneindige scherpstelling
: Oneindige scherpstelling
NL
De hulpfuncties (contourverscherping en vergroting) van de
scherpstelling gebruiken
Er staan u twee hulpfuncties ter beschikking om de handmatige scherpstelling te vergemakkelijken: Met
contourverscherping (peaking) worden de contouren van het onderwerp benadrukt, zodat een helderder
contrast ontstaat, en met vergroting (magnifying) wordt het beeld op het scherm vergroot. U kunt ook
beide combineren om een sterker effect te bewerkstelligen. Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u het
display zo instellen dat dit wordt gewijzigd in zwart & wit als u gebruik maakt van de hulpfuncties van de
scherpstelling.
Contouren versterken
Druk tijdens het opnemen of opnamepauze op de PEAKING-toets.
• De contouren van het onderwerp worden benadrukt.
• Druk nogmaals op de toets om de functie te annuleren.
Vergroten
• Het middelste gedeelte van het scherm wordt circa 2x vergroot.
• Druk nogmaals op de toets om de functie te annuleren.
De contourverscherpingsfunctie en vergrotingsfunctie zijn niet van invloed op uw opnamen.
Het vergrote beeld zal echter zoals het is worden uitgevoerd naar het aansluitpunt HD/SD SDI
(alleen
) en het aansluitpunt HDV/DV.
De vergrotingsfunctie wordt geannuleerd zodra u start met opnemen.
U kunt de toewijzingstoetsen ( 66) gebruiken om te voorkomen dat de MAGN.-toets per abuis
wordt ingedrukt. Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u ook de bediening van de MAGN.-toets
wijzigen (normaal of lang indrukken).
Scherpstellingsvoorkeuze
Met deze functie kan een scherpstelinstelling in het geheugen worden opgeslagen en kunt u onmiddellijk
terugkeren naar die scherpstelinstelling. U kunt ook de snelheid selecteren waarmee de camcorder
terugkeert naar de opgeslagen scherpstelinstelling.
De voorkeuze voor de scherpstelling instellen
1. Zet de schakelaar voor de scherpstellingsstand op M.
"MF" verschijnt.
2. Zet de POSITION PRESET-schakelaar op FOCUS.
De momenteel geselecteerde snelheid van de scherpstellingsvoorkeuze wordt weergegeven.
3. Draai aan de scherpstelring om scherp te stellen.
4. Zet de POSITION PRESET ON/SET-schakelaar op SET.
“MF” en de snelheid van de scherpstellingsvoorkeuze veranderen in een gele kleur.
35
Opnemen
Druk tijdens opnamepauze op de MAGN.-toets.
De snelheid van de scherpstellingsvoorkeuze instellen
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
F SPEED PSET• HIGH
Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [F SPEED PSET], selecteer
een instellingsoptie en sluit het menu.
De geselecteerde snelheid verschijnt naast “MF”.
Terugkeren naar de voorkeuze-instelling van de scherpstelling
Zet de POSITION PRESET ON/SET-schakelaar op ON.
De camcorder keert vervolgens terug naar de voorkeuze-instelling van de scherpstelling.
36
Gebruik van het ND-filter
Wanneer u opneemt onder heldere omstandigheden, wordt door de camcorder een kleine
diafragmawaarde gekozen en kan het beeld enigszins wazig worden. Schakel, al naargelang het
schermdisplay, het ingebouwde ND-filter in of uit .
NL
Schakelaar voor filter neutrale
densiteit (ND FILTER)
Als u een ander opnameprogramma gebruikt dan M (handmatig) en als de AGC-schakelaar op ON staat,
verschijnen de volgende displays:
Schermsymbool
Geen symbool
“ND”
“ND
” knippert
ND “ ” knippert
Wat u moet doen
Zet het ND-filter aan
Selecteer een hogere densiteit of sluit
een extern ND-filter op het objectief aan*
Zet het ND-filter uit
Stel de ND FILTER-schakelaar in op een
geschikte densiteit
* Als u geen extern ND-filter ter beschikking heeft, gebruik dan de Tv-stand en kies een hoge sluitertijd, of gebruik de Avstand en kies een kleine diafragmawaarde.
Afhankelijk van de scène kan de kleur veranderen als u het ND-filter aan- of uitzet. In een dergelijk
geval kan het effectief zijn om een handmatig ingestelde witbalans te selecteren. ( 59).
37
Opnemen
Wat het betekent
ND-filter is niet geactiveerd
ND-filter is geactiveerd
ND-filter vereist
Hogere densiteit of extern ND-filter
vereist
ND “ ” knippert
Ingebouwd ND-filter niet vereist
“ND” knippert in rood Ingebouwd ND-filter onjuist ingesteld
De beeldsnelheid selecteren
U kunt ongeacht de opnamemodus een keuze maken tussen de standaard beeldsnelheid 50i en 25F.
50i-stand
Neemt op in de 50 fps interlaced stand, hetzelfde als signalen van Standard Definition TV.
25F-stand
Neemt op in de 25 fps progressive stand en voert
signalen uit die zijn geconverteerd naar 50 fps
interlaced. Video-uitvoer vanuit het aansluitpunt HDV/
DV is in 25p.
HD
25F (camera) A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
25F (band)
50i (afspelen) a a b b c c d d e e f f g g h h i i j j
SD
25F (camera)
50i (band)
MENU
(
23)
SIGNAL SETUP
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
a abbc cdde e f f gghh i i j j
FRAME RATE•••50i
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [FRAME RATE], selecteer een
instellingsoptie en selecteer [YES] om uw keuze te bevestigen en het menu te sluiten.
De geselecteerde beeldsnelheid verschijnt op het scherm.
Video die is opgenomen in 25F, kan alleen worden afgespeeld met compatibele apparaten en kan
alleen worden bewerkt met software die ondersteuning biedt voor 25F. Neem contact op met de
betreffende klantenserviceafdeling voor informatie over compatibiliteit van software en hardware.
38
De tijdcode instellen
U kunt instellen hoe de tijdcode van de camcorder functioneert. U kunt de beginwaarde invoeren voor de
optie [FREE-RUN] en [REC-RUN PS.].
[REC-RUN]:
NL
De tijdcode loopt alleen tijdens het opnemen.
[REC-RUN PS.]: De tijdcode loopt alleen tijdens het opnemen vanaf een vooraf ingestelde waarde.
[FREE-RUN]:
MENU
(
23)
De tijdcode loopt bij elke werking van de camcorder.
SIGNAL SETUP
TIME CODE
COUNT-UP•••••REC-RUN
1. Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer het submenu [TIME CODE]
en vervolgens [COUNT-UP]. Selecteer een instellingsoptie en sluit het menu.
[REC-RUN]: Sluit het menu.
[REC-RUN PS.], [FREE-RUN]: Vervolg met de procedure hieronder om de beginwaarde in te stellen.
2. Selecteer [SET].
Het uurdisplay knippert.
3. De beginwaarde van de tijdcode instellen.
Draai het SELECT/SET-wiel naar de waarde die u wilt instellen voor de uren en druk op het wiel. Het
volgende veld van het display begint te knipperen. Stel de waarde voor de minuten, seconden en beeldjes
(frames) op dezelfde wijze in.
4. Sluit het menu.
39
Opnemen
Informatie over het tijdcodedisplay
- [REC-RUN]:
De tijdcode wordt weergegeven met daarnaast een R .
- [REC-RUN PS.]:
De tijdcode wordt weergegeven in blauw met daarnaast een P .
- [FREE-RUN]:
De tijdcode wordt weergegeven in blauw met daarnaast een F .
- Externe tijdcode:
De tijdcode wordt weergegeven in blauw met daarnaast een E .
- Tijdcode bevriezen: De tijdcode wordt weergegeven met daarnaast een H .
- Tijdens afspelen
Geen weergave van tijdcode.
Als u [FREE-RUN] selecteert, begint de tijdcode te lopen op het moment dat u op de MENU-toets
drukt in het midden van de instelling, of wanneer u op het SELECT/SET-wiel drukt nadat u de
waarde voor beeldjes (“frames”) hebt ingesteld bij stap 3.
Als u de tijdcode wilt resetten naar [00:00:00:00], selecteer dan [RESET] bij stap 2.
Als u opneemt over bestaande scènes heen: als bij het startpunt van de opname een onderbreking
van de tijdcode heeft plaatsgevonden, kan de tijdcode onderbroken zijn op het punt waar de
opname start.
Zolang de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij is opgeladen, blijft de tijdcode FREE RUN lopen,
ook als u de accu verwijdert.
De tijdcode van de camcorder synchroniseren
U kunt de tijdcode van deze camcorder synchroniseren met een externe tijdcodegenerator. U kunt in de
opname ook het signaal van de user bit meenemen dat wordt ontvangen vanaf het aansluitpunt TIME
CODE ( 42). De camcorder biedt de volgende synchronisatie-opties.
Genlock
Als een referentie-synchronisatiesignaal (analoog blackburstsignaal of tri-level-signaal) wordt ingevoerd via
het aansluitpunt GENLOCK, worden de fase V en H van de tijdcode van de camcorder automatisch hiermee
gesynchroniseerd.
Tijdcode IN
Stel de TIME CODE-schakelaar in op IN om de modus Tijdcode IN te starten.
Op de band wordt als tijdcode een, op de SMPTE-standaard gebaseerd, extern LTC-timingsignaal
opgenomen dat afkomstig is vanaf het aansluitpunt TIME CODE. De user bit van het externe timingsignaal
kan ook op band worden opgenomen.
Tijdcode UIT
Stel de TIME CODE-schakelaar in op OUT om de modus Tijdcode UIT te starten.
De interne tijdcode van de camcorder wordt verzonden vanaf het aansluitpunt TIME CODE als een standaard
LTC-timingsignaal.
Als u [SDI OUTPUT] op [ON] zet, worden de tijdcodegegevens ook verzonden via het aansluitpunt HD/SD
SDI.
Genlock
Tijdcode/User bit IN
Tijdcode UIT
–
–
–
–
–
–
–
Aansluitschema
Tijdcodeschakelaar
(TIME CODE)
GENLOCK
Referentievideosignaal*
TIME CODE
Op de SMPTEstandaard
gebaseerd LTCtimingsignaal
* Als in te voeren referentie-videosignaal kunt u een HD Y-signaal of een PAL Composite Video-signaal gebruiken.
Terwijl een tijdcodesignaal wordt ontvangen, zal de optie [COUNT-UP] van de camcorder worden
genegeerd en in plaats hiervan de drop-frame bit van de externe tijdcode worden gebruikt.
Zodra de synchronisatie van Genlock of Tijdcode IN is gestabiliseerd (na circa 10 seconden), blijft
de vergrendeling van de externe tijdcode behouden, ook als u de kabel verwijdert uit het
aansluitpunt TIME CODE. Als u een van de hieronder genoemde handelingen verricht terwijl de
kabel ontkoppeld is, zal de tijdcode echter enigszins achterlopen; de juiste tijdcode wordt hersteld
zodra u de kabel weer aansluit.
40
- Als u de camcorder uit- of aanzet.
- Als u het programmakeuzewiel naar een andere stand dan
draait.
- Als u de stand van de /
kaart/bandschakelaar wijzigt.
- Als u de optie [SIGNAL STD] of [FRAME RATE] wijzigt.
Als het externe tijdcodesignaal niet correct is of als er geen ingangssignaal is, wordt in plaats
hiervan de interne tijdcode (op basis van de opties [TIME CODE]/[COUNT-UP]) op de band
opgenomen.
Als het externe Genlock-signaal niet correct is of als er geen ingangssignaal is, dan is de externe
tijdcode die op de band wordt opgenomen, mogelijk niet correct.
Als de camcorder is ingesteld op de HD-standaard, is Genlock-synchronisatie ook mogelijk als het
externe Genlock-signaal in de SD-standaard is. Als de camcorder is ingesteld op de SD-standaard,
is Genlock-synchronisatie echter niet mogelijk wanneer het externe Genlock-signaal in de HDstandaard is.
Het faseverschil tussen het externe Genlock-signaal en de camcorder is aanvankelijk ingesteld op
0; dit kan worden bijgesteld binnen een bereik van circa ±0.4 H (-1023 t/m +1023) met de optie
[GENLCK ADJST] ( 124).
Genlock-synchronisatie is niet mogelijk als de camcorder is ingesteld op de HD-standaard en de
optie [SDI SPEC.] is ingesteld op [SD LOCKED].
Over de aanduidingen op het LCD-paneel aan de zijkant:
- "GENLOCK" zal knipperen totdat de synchronisatie is gestabiliseerd en blijft continu branden
zodra de fasesynchronisatie is gestabiliseerd.
- "TC-(IN OUT)" geeft aan dat de synchronisatie van Tijdcode IN of Tijdcode UIT met de TIME
CODE-schakelaar kan worden uitgevoerd.
- "EXT-LOCK" geeft aan dat de camcorder een extern tijdcodesignaal volgt (lock).
NL
Opnemen
41
De User Bit instellen
Voor weergave van de User Bit kunt u kiezen tussen de datum van de opname en de tijd van de
opname, of kunt u kiezen voor een identificatiecode van 8 karakters in het hexadecimale systeem dat
handig is voor het labelen van banden. Er zijn zestien karakters mogelijk: de getallen 0 t/m 9 en de
letters A t/m F.
Als samen met een externe tijdcode een User Bit wordt ontvangen, kunt u er ook voor kiezen de
externe User Bit op band op te nemen.
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
UB SELECT•••00 00 00 00
1. Open het menu en selecteer [RECORDING SETUP]. Selecteer [UB SELECT], selecteer
een instellingsoptie en druk op het SELECT/SET-wiel.
Als u [00 00 00 00] hebt geselecteerd, verschijnen de instel/resetopties voor de user bit; vervolg dan met
de procedure hieronder. Sluit anders het menu.
Als u [00 00 00 00] hebt geselecteerd:
2. Selecteer [SET].
Het eerste karakter van de user bit knippert.
3. Draai het SELECT/SET-wiel naar een cijfer of letter en druk op het wiel.
Het volgende karakter van de User Bit begint te knipperen. Stel de rest van de User Bit op dezelfde manier
in.
4. Sluit het menu.
Als u de User Bit wilt resetten naar [00 00 00 00], selecteert u [CLEAR] bij stap 2.
De User Bit kan worden opgenomen als u met de camcorder opnamen maakt of opnamen maakt
vanaf analoge apparaten. De in de camcorder ingestelde User Bit kan niet worden opgenomen als
opnamen worden gemaakt vanaf digitale apparaten (DV of HDV).
De User Bit weergeven
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
UB DISPLAY•OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
optie in op [ON] en sluit het menu.
]. Selecteer [UB DISPLAY], stel deze
Een externe User Bit opnemen
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
UB REC•••INT.USR-BIT
Open het menu en selecteer [RECORDING SETUP]. Selecteer [UB REC], selecteer
[EXT.USR-BIT] en sluit het menu.
42
Audio opnemen
U kunt selecteren of u audio wilt opnemen met de ingebouwde microfoon of met een externe microfoon
die aangesloten is op het aansluitpunt MIC of het aansluitpunt XLR.
NL
Tijdens het opnemen is de bemonsteringsfrequentie van het uitgangssignaal vanaf het
aansluitpunt HD/SD SDI gelijk aan 48 kHz, ongeacht de audio-invoer.
HDV
De overdrachtssnelheid van de audio is 384 Kbps en de bemonsteringsfrequentie is 48 kHz.
DV
U kunt opnemen in 16 bits audio (bemonsteringsfrequentie 48 kHz), of 12 bits audio
(bemonsteringsfrequentie 32 kHz).
• In de stand voor 12 bits audio worden voor het opnemen alleen audiokanaal 1 en 2 gebruikt, waarbij
de aangrenzende kanalen beschikbaar blijven voor het toevoegen van een nieuw audiospoor.
• Met deze camcorder is audio dubben niet mogelijk.
• Audio die met deze camcorder wordt opgenomen, is "locked" audio, behalve de audio die wordt
opgenomen vanaf een analoge ingang of vanaf een digitale ingang als u voor "unlocked" audio kiest.
SD
De stand DV Audio selecteren
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
DV AUDIO•••16bit
Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [DV AUDIO], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
De audio-opnamestand van de microfoon selecteren
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
MIC MODE•••NORMAL
Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [MIC MODE], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
[NORMAL]: Geschikt als u audio wilt opnemen onder algemene omstandigheden.
[VOICE
]: Geschikt als u hoofdzakelijk menselijke stemmen wilt opnemen.
[WS
]:
Geschikt als u het achtergrondgeluid van de wind wilt verminderen wanneer u
buitenshuisopnamen maakt in winderige omgevingen (bijvoorbeeld op een strand of dicht in de
buurt van gebouwen). Houd er rekening mee dat bij gebruik van het windscherm niet alleen
het geluid van de wind wordt onderdrukt, maar mogelijk ook sommige geluiden met een lage
frequentie.
De gevoeligheid van de ingebouwde microfoon selecteren
U kunt de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon instellen op [NORMAL] of [HIGH] (+6 dB). Kies de
optie die voor uw opnameomstandigheden het meest geschikt is.
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
MIC SENSIT.•••NORMAL
Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [MIC SENSIT.], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
[NORMAL]:
[HIGH]:
Geschikt als u audio wilt opnemen onder algemene omstandigheden.
Geschikt als u audio wilt opnemen bij een hoger volume.
43
Opnemen
U kunt voor het opnemen van audio met de ingebouwde microfoon een instelling selecteren die voor uw
opnameomstandigheden het meest geschikt is.
Gebruik van een externe microfoon
Dempingsschakelaars
(XLR MIC ATT.)
Keuzeschakelaar ingangskanaal
Ingangssignaalschakelaar (LINE/MIC)
Aansluitpunt externe
microfoon (MIC)
Aansluitpunt
kanaalingang 1 (CH1)
Aansluitpunt
kanaalingang 2 (CH2)
-schakelaars
Microfoon aansluiten op het aansluitpunt MIC
Als u op het aansluitpunt MIC een externe microfoon aansluit, wordt de ingebouwde microfoon
automatisch uitgeschakeld. Indien nodig, kunt u gebruik maken van de microfoonhouder.
Externe microfoons die u kunt aansluiten
Microfoontype: Condensmicrofoons met onafhankelijke voeding.
Stekkertype:
Ingangsimpedantie:
Gevoeligheid:
Diameter microfoonhouder:
∅ 3,5 mm
600 ohm
-64 dBV (automatische instelling van audioniveau)
∅ 25 mm of minder
Microfoon aansluiten op het aansluitpunt XLR
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
XLR INPUT•••OFF
1. Activeer de XLR-ingang: Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP].
Selecteer [XLR INPUT], stel deze optie in op [ON XLR] en sluit het menu.
2. Sluit een microfoon aan op een van de XLR-aansluitpunten.
• Als u een microfoon wilt voorzien van fantoomvoeding, moet u de corresponderende
-schakelaar op
ON zetten.
• Zorg ervoor dat u eerst de microfoon aansluit voordat u de fantoomvoeding inschakelt. Houd de
microfoon aangesloten wanneer u de fantoomvoeding uitschakelt.
• Gebruik in de winkel verkrijgbare microfoons met een kabel die niet langer is dan 3 meter.
3. Zet de keuzeschakelaar van het ingangskanaal op CH1 of CH1·CH2.
Aansluitpunt
XLR-ingang
CH1
CH2
Stand van de keuzeschakelaar van
het ingangskanaal
CH1
CH1·CH2
CH1
CH1·CH2
Opgenomen kanaal
Kanaal 1
Kanaal 1+ Kanaal 2
Kanaal 2
–––
4. Zet de LINE/MIC-schakelaar op de stand die overeenkomt met het ingangssignaal.
De instelling van de LINE/MIC-schakelaar is tegelijkertijd van toepassing op kanaal 1 en 2.
5. Schakel, indien nodig, de microfoondemper (20 dB) in door de
te stellen op ATT.
Alleen effectief als de LINE/MIC-schakelaar is ingesteld op MIC.
44
-schakelaar in
6. Schakel, indien nodig, de gain up (12 dB) in: Open het menu en selecteer [AUDIO
SETUP]. Selecteer [XLR GAIN UP], stel deze optie in op [12dB] en sluit het menu.
Alleen effectief als de LINE/MIC-schakelaar is ingesteld op MIC.
Zet de
-schakelaar op OFF als u een microfoon aansluit die geen fantoomvoeding ondersteunt.
De microfoon kan anders beschadigd raken.
NL
Het audio-opnameniveau instellen
Als het audioniveau te hoog is en het geluid vervormd klinkt, activeer dan de microfoondemper (12 dB bij
gebruik van de interne microfoon, 20 dB bij gebruik van een externe microfoon) door de MIC ATT.schakelaar (ingebouwde microfoon/externe microfoon die aangesloten is op het aansluitpunt MIC) of de
-schakelaar (externe microfoon die aangesloten is op het aansluitpunt XLR) in te stellen op ATT.
-wielen
Wiel kanaal 1 (CH1)
Wiel kanaal 2 (CH2)
Audioniveauschakelaar (AUDIO LEVEL)
De audioniveau-indicator verbergen/weergeven
(
23)
DISPLAY SETUP/
AUDIO LEVEL••ON
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
een instellingsoptie en sluit het menu.
]. Selecteer [AUDIO LEVEL], selecteer
De audioniveau-indicator kan ook worden aan/uitgezet met de toewijzingstoets (CUSTOM KEY) (
66).
Automatische audio-instellingen
Zet de AUDIO LEVEL-schakelaar op A.
Als u audio opneemt met de ingebouwde microfoon terwijl de AUDIO LEVEL-schakelaar op A staat,
kunt u de gevoeligheid van de microfoon wijzigen (
43).
Handmatige audio-instellingen
1. Zet de AUDIO LEVEL-schakelaar op M.
2. Stel de audioniveaus van de kanalen in door aan het corresponderende
(CH1 of CH2) te draaien.
-wiel
Het verdient aanbeveling een hoofdtelefoon te gebruiken als u het audioniveau instelt. Als het
ingangsniveau te hoog is, kan de audio vervormd raken, zelfs als de indicator van het audioniveau
een juist niveau aangeeft. Gebruik een in de winkel verkrijgbare hoofdtelefoon met een kabel die
niet langer is dan 3 meter.
U kunt ervoor kiezen het audiosignaal te synchroniseren met het videosignaal door een gelijke
hoeveelheid vertraging aan de audio toe te voegen. Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP].
Selecteer [AUD.M.SET], stel deze optie in op [LINE OUT] en sluit het menu. Als u audio wilt volgen
in real time, selecteer dan in plaats hiervan de optie [NORMAL]. In beide gevallen zullen de op de
band opgenomen audio- en videosignalen worden gesynchroniseerd.
45
Opnemen
MENU
Ingebedde audio
Ingebedde audio betekent dat het audiosignaal wordt gesuperponeerd, samen met het videosignaal dat
wordt uitgevoerd vanaf het aansluitpunt HD/SD SDI.
MENU
(
23)
SIGNAL SETUP
SDI OUTPUT••OFF
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [SDI OUTPUT], stel deze optie in
op [ON] en sluit het menu.
• De uitvoer van de ingebedde audio verschilt al naargelang de instelling van de signaalstandaard en
bemonsteringsfrequentie.
• Ingebedde audio wordt uitgeschakeld als de band wordt opgenomen met "unlocked" audio.
Op het
3/4 of
1/2 .
scherm verschijnt
Signaalstandaard
HD
SD
Signaalstandaard
HD
Bemonsteringsfrequentie
(48 kHz)
32 kHz (12bit)
48 kHz (16bit)
Locked/unlocked audio
Locked
Locked
Locked
Uitvoer van ingebedde audio
Bemonsteringsfrequentie
(48 kHz)
Locked/unlocked audio
Locked
Locked
Unlocked
Locked
Unlocked
Uitvoer van ingebedde audio
32 kHz (12bit)
SD
48 kHz (16bit)
* De bemonsteringsfrequentie is 48 kHz.
46
*
*
–
–
Beeldstabilisator
U kunt ervoor kiezen de beeldstabilisator te activeren of uit te zetten. Welke keuze u maakt, zal
afhangen van de opnameomstandigheden.
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
NL
IMG STAB•••ON
Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [IMG STAB], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
De beeldstabilisator kan niet worden uitgezet in de stand Gemakkelijk opnemen (
).
Het verdient aanbeveling de beeldstabilisator uit te zetten als u de camcorder op een statief zet.
De beeldstabilisator is ontworpen voor compensatie van een normale mate van camcordertrilling.
: De beeldstabilisator wordt geactiveerd als u de PHOTO-toets half indrukt om de
autofocus te vergrendelen.
Opnemen
47
Gebruik van de AE-programma's
De camcorder is uitgerust met geprogrammeerde standen waarbij de belichting automatisch plaatsvindt.
Hiermee staan u geavanceerde geautomatiseerde opnametechnieken ter beschikking waarmee u onder
verschillende opnameomstandigheden tot een professioneel resultaat kunt komen.
AE-programma's selecteren
Druk op de vergrendelingstoets en draai aan
het programmakeuzewiel.
Het symbool van het geselecteerde programma
verschijnt.
programmakeuzewiel
Wijzig de stand niet tijdens het opnemen, omdat de helderheid van het beeld anders abrupt kan
veranderen.
De standen
Gemakkelijk opnemen,
Spotlight en
Nacht zijn alle automatische standen. In
de stand
Automatisch, Tv Sluitertijdvoorkeuze, Av Diafragmavoorkeuze en M Handmatig kunt
u handmatig een aantal instellingen wijzigen om deze af te stemmen op de
opnameomstandigheden.
Gemakkelijk opnemen
De camcorder regelt automatisch de scherpstelling, sluitertijd, het diafragma, de
versterking, witbalans en AE Shift. Dit maakt het filmen heel eenvoudig. Met dit
programma worden al deze functies en opties vergrendeld, zodat deze vast en
onveranderlijk zijn.
Automatisch
De camcorder regelt automatisch de camera-instellingen, zoals in de stand
Gemakkelijk opnemen. Filmen is dus heel eenvoudig. In de stand Automatisch
beschikt u echter wel over de mogelijkheid om de instellingen handmatig aan te
passen.
Sluitertijdvoorkeuze (
51)
Gebruik dit programma om de sluitertijd te selecteren. De camcorder kiest
automatisch een passende diafragma-instelling.
48
Diafragmavoorkeuze (
52)
Gebruik dit programma om te kiezen uit 7 diafragma-instellingen - van f/1.6 tot f/9.5
(of tot volledig sluiten van het irisdiafragma) - en de camcorder kiest automatisch
een passende sluitertijd. Met dit programma kunt u de meeste invloed uitoefenen
op de scherptediepte.
Handmatig (
NL
53)
Met dit programma heeft u volledige creatieve vrijheid, omdat u alle instellingen
handmatig kunt verrichten. In de handmatige stand kunt u de belichting instellen bij
elke combinatie van sluitertijd- en diafragmaniveau.
Spotlight
Het programma Spotlight regelt automatisch de juiste belichting voor opnames van
beelden en/of onderwerpen die worden verlicht door een spotlight of een andere
geconcentreerde lichtbron.
Nacht
Opnemen
Met dit programma kunt u ook wanneer het lichtniveau afneemt doorgaan met
opnemen.De camcorder maakt gebruik van lagere sluitertijden (1/3–1/500) om voor
de juiste belichting te zorgen.
Bewegende beelden kunnen een nabeeld met sporen achterlaten.
De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo goed als bij andere programma's.
Er kunnen op het scherm witte punten verschijnen.
Autofocus werkt mogelijk niet zo goed als bij andere standen. In dat geval
moet u handmatig scherpstellen.
49
Beschikbaarheid van functies in elk opnameprogramma
Opnameprogramma
Belichtingsvergrendelingstoets
(EXP. LOCK)
Irisdiafragmaring
Sluiterregelaar (SHUTTER)
–
–
–
–
Instelling AE Shift
( 0)
–
Instelling versterking (GAIN)
(AGC ON)
–
Instelling witbalans (WHITE
(autoBALANCE)
matisch)
Instellingen gebruikersvoorkeuze
–
Toets "gebruikersvoorkeuze
selecteren" (CUSTOM PRESET
–
SELECT)
Toets "gebruikersvoorkeuze in/
uitschakelen" (CUSTOM
–
PRESET ON/OFF)
Huiddetail
–
Clear Scan
–
Frequentieselectie van Clear
–
Scan
1
2
Beschikbaar als de belichting is vergrendeld.
Beschikbaar tijdens Clear Scan.
50
–1
–1
–
–
–
–
–
–
–
–
–
( 0)
–
(0 dB)
–
–
–
( 0)
–
(AGC ON)
–
–
–
–
–1
–1
2
–
–
2
Opnemen met het programma
sluitertijdvoorkeuze (Tv)
NL
Sluiterregelaar (SHUTTER)
programmakeuzewiel
1/3, 1/6, 1/12, 1/25, 1/50, 1/120, 1/250, 1/500, 1/1000, 1/2000, 1/4000, 1/8000, 1/16000,
CS (Clear Scan)
1/3, 1/6, 1/12, 1/25, 1/50, 1/120, 1/250, 1/500
1. Zet het programmakeuzewiel op Tv.
2. Selecteer de sluitertijd met het sluiterregelaar.
79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan het sluiterregelaar draait.
Andere instellingen dan de sluitertijd (diafragma, etc.) worden automatisch aangepast.
De sluitertijd verandert wanneer u de belichting vergrendelt en wijzigt.
Als de AGC-schakelaar op ON staat, knippert de numerieke waarde op het scherm indien de
geselecteerde sluitertijd niet geschikt is voor de opnameomstandigheden. Stel in dat geval de
sluitertijd opnieuw in. Als u een ND-filter gebruikt, schakel dit dan eerst uit en stel daarna de
sluitertijd in.
De beeldkwaliteit kan bij gebruik van lange sluitertijden iets minder worden.
U kunt de toewijzingstoetsen ( 66) of het menu ( 125) gebruiken om te voorkomen dat u de
sluiterregelaar per abuis bedient.
51
Opnemen
Met de voorkeursfuncties (
Opnemen met het programma
diafragmavoorkeuze (Av)
U kunt een diafragmawaarde selecteren tussen F1.6 en F9.5, of u kunt CLOSE selecteren.
programmakeuzewiel
Irisdiafragmaring
1. Zet het programmakeuzewiel op Av.
2. Selecteer het diafragma met de irisdiafragmaring.
Met de voorkeursfuncties (
draait.
79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de irisdiafragmaring
Andere instellingen dan de diafragmawaarde (sluitertijd, etc.) worden automatisch aangepast.
Het diafragma verandert wanneer u de belichting vergrendelt en wijzigt.
Als de AGC-schakelaar op ON staat, knippert de numerieke waarde op het scherm als het
geselecteerde diafragma niet geschikt is voor de opnameomstandigheden. Stel in dat geval het
diafragma opnieuw in.
Als het ingebouwde ND-filter wordt geactiveerd, kan het beeld donker worden wanneer u een hoge
diafragmawaarde instelt. Schakel in dat geval eerst het ND-filter uit en stel opnieuw het diafragma
in.
52
Opnemen in de handmatige stand
U kunt de belichting instellen bij elke combinatie van sluitertijd en diafragma.
NL
Irisdiafragmaring
programmakeuzewiel
Sluiterregelaar (SHUTTER)
Beschikbare instellingen
Sluitertijd
Diafragma
1/3, 1/6, 1/12, 1/25, 1/50, 1/60, 1/75, 1/90, 1/100, 1/120, 1/150, 1/180, 1/210,
1/250, 1/300, 1/350, 1/400, 1/500, 1/600, 1/700, 1/800, 1/1000, 1/1200, 1/1400,
1/1600, 1/2000, 1/2400, 1/2800, 1/3200, 1/4000, 1/8000, 1/16000, CS (Clear Scan)
1/3, 1/6, 1/12, 1/25, 1/50, 1/60, 1/75, 1/90, 1/100, 1/120, 1/150, 1/180, 1/210,
1/250, 1/300, 1/350, 1/400, 1/500
F1.6 - F9.5, CLOSE
• De belichtingsindicator verschijnt. Gebruik de belichtingsindicator als een schatting.
• De markering boven de indicator geeft de instelling van de automatische belichting aan. De markering
van de indicator geeft de huidige belichtingsinstelling aan binnen ± 2 stops (bij verder dan 2 stops zal
de markering knipperen).
2. Selecteer het diafragma met de irisdiafragmaring.
Met de voorkeursfuncties (
draait.
79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de irisdiafragmaring
3. Selecteer de sluitertijd met de sluiterregelaar.
Met de voorkeursfuncties (
79) kunt u instellen hoe het effect zal zijn als u aan de sluiterregelaar draait.
53
Opnemen
1. Zet het programmakeuzewiel op M.
De belichting instellen
programmakeuzewiel
Irisdiafragmaring
Versterkingsschakelaar (GAIN)
Sluiterregelaar (SHUTTER)
Belichtingsvergrendelingstoets
(EXP. LOCK)
Belichtingsvergrendeling
1. Zet het programmakeuzewiel op
2. Druk op de EXP. LOCK-toets
, Tv of Av.
• De belichtingsindicator verschijnt. Gebruik de belichtingsindicator als een schatting.
• De markering boven de indicator geeft de instelling van de automatische belichting aan. De markering
van de indicator geeft de huidige belichtingsinstelling aan binnen ± 2 stops (bij verder dan 2 stops zal
de markering knipperen).
• Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u ook de bediening van de EXP.LOCK-toets wijzigen (normaal of
lang indrukken).
54
Gebruik van AE Shift
U kunt de AE Shift-regeling gebruiken om handmatig het automatische belichtingssysteem te negeren
om het beeld donkerder of lichter te maken. U kunt kiezen uit 15 AE-niveaus (+2.0, +1.5, +1.25, +1.0,
+0.75, +0.5, +0.25, ±0, -0.25, -0.5, -0.75, -1.0, -1.25, -1.5, -2.0).
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
NL
AE SHIFT•••±0
1. Zet het programmakeuzewiel op
, Tv of Av.
2. Selecteer het gewenste niveau voor AE Shift: Open het menu en selecteer [CAMERA
SETUP]. Selecteer [AE SHIFT], selecteer een instellingsoptie en sluit het menu.
Opnemen
55
De versterking instellen
Met de versterkingsregeling wordt afhankelijk van de licht- en opnameomstandigheden het niveau van
het gegenereerde videosignaal ingesteld. U kunt kiezen tussen automatische versterking en 3 vooraf
ingestelde versterkingsniveaus (L: laag, M: midden, H: hoog) waaraan u afzonderlijke
versterkingwaarden kunt toewijzen van -3 dB t/m +36 dB (
) of +18 dB (
).
AGC-schakelaar ingesteld op ON:Automatische versterkingsregeling.
AGC-schakelaar ingesteld op OFF:Handmatige selectie versterkingsniveau (L, M of H) met de GAINschakelaar.
Beschikbare versterkingsniveaus die kunnen worden toegewezen aan elke stand van de GAINschakelaar
-3 dB
Voor opnamen met de minste ruis voor scènes binnenshuis, bij weinig licht of
weinig contrast.
±0 dB
Voor levensechte nachtscènes of scènes onder kunstlicht.
3 dB/6 dB/12 dB/18 dB/36 dB* Verhoogt de helderheid bij scènes binnenshuis of met weinig licht. Verhoogt
de scherptediepte.
*Alleen
.
programmakeuzewiel
Versterkingsschakelaar (GAIN)
Schakelaar automatische
versterkingsregeling (AGC)
Versterkingswaarden toewijzen aan de standen van de GAIN-schakelaar
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
GAIN SETTING
GAIN L•••±0dB
GAIN M•••6dB
GAIN H•••12dB
1. Zet het programmakeuzewiel op
, Tv, Av of M.
2. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer het submenu [GAIN
SETTING] en vervolgens een van de GAIN-opties.
[36dB] is alleen beschikbaar in de stand
.
3. Selecteer een instellingsoptie en druk op het SELECT/SET-wiel.
Na instelling keert u terug in het submenu [GAIN SETTING]. Wijs op dezelfde manier ook aan de andere
opties van de GAIN-schakelaar de versterkingswaarden toe.
4. Sluit het menu.
56
Het versterkingsniveau selecteren
1. Zet het programmakeuzewiel op
, Tv, Av of M.
2. Zet de AGC-schakelaar op OFF.
3. Zet de GAIN-schakelaar in de gewenste versterkingsstand.
NL
Het beeld kan enigszins flikkeren als u hoge versterkingswaarden selecteert. In het bijzonder de
instelling [36dB] stelt u in staat te filmen met een hogere gevoeligheid, maar deze instelling is wel
meer ontvankelijk voor videoruis en artefacten (witte puntjes, verticale strepen of blokken).
Opnemen
57
De witbalans instellen
De camcorder maakt gebruik van een elektronisch witbalansproces om onder verschillende
lichtomstandigheden het beeld te kalibreren voor een nauwkeurige kleurweergave.
Naast de volledig automatische stand is er een witbalansstand voor binnenshuis, buitenshuis, een
kleurtemperatuurinstelling en twee door de gebruiker handmatig in te stellen witbalanswaarden.
Automatisch
(Buitenshuis)
(Binnenshuis)
(Kleurtemperatuur)
Handmatig ingestelde
witbalans A, B
Automatische instelling van de witbalans
Helder zonlicht (5,600ºK)
Gloeilampverlichting (3,200ºK)
Instelling afhankelijk van de kleurschakering van een specifieke verlichting
(2,800 t/m 12,000ºK in stappen van 100ºK)
Handmatig ingestelde witbalans (3,200 - 5,600ºK)
apier
Wit vel p
programmakeuzewiel
Voorkeuzeschakelaar
witbalans (WHITE
BAL. PRESET)
Witbalanstoets
(WHITE BAL.)
Toets voor automatische
witbalans (AWB)
Witbalansschakelaar
(WHITE BAL.)
De automatische witbalans selecteren
Zet de AWB-schakelaar op ON.
Een van de voorkeuzestanden selecteren
1. Zet het programmakeuzewiel in een andere opnamestand dan
.
2. Zet de AWB-schakelaar op OFF en de WHITE BAL.-schakelaar op PRE.
3. Zet de WHITE BAL. PRESET-schakelaar op
of .
U kunt de voorkeuzestanden / ook fijn instellen. Druk op de WHITE BAL.
-toets zodat het
voorkeuzesymbool gaat knipperen en daarnaast de neutrale waarde ±0 verschijnt. Stel met het -wiel de
witbalans in op een waarde tussen -9 en +9 en druk nogmaals op de WHITE BAL.
- toets.
De kleurtemperatuur instellen
1. Zet het programmakeuzewiel op een ander opnameprogramma dan
.
2. Zet de AWB-schakelaar op OFF en de WHITE BAL.-schakelaar op PRE.
3. Zet de WHITE BAL. PRESET-schakelaar op .
De momenteel ingestelde kleurtemperatuur wordt weergegeven.
58
4. Druk op de WHITE BAL.
-toets.
De weergegeven kleurtemperatuur gaat knipperen.
5. Draai het -wiel naar de gewenste kleurtemperatuur.
6. Druk nogmaals op de WHITE BAL.
-toets.
NL
De weergegeven kleurtemperatuur stopt met knipperen en blijft branden.
Een witbalans handmatig instellen
1. Zet het programmakeuzewiel op een ander opnameprogramma dan
.
2. Zet de AWB-schakelaar op OFF en de WHITE BAL.-schakelaar op een van de
handmatig in te stellen waarden: A of B.
Op het scherm beginnen
en de corresponderende letter te knipperen.
3. Richt de camcorder op een wit object en zoom in totdat het gehele beeld door het
object wordt gevuld.
Houd de camcorder ingezoomd op het witte object totdat stap 4 voltooid is.
4. Druk op de WHITE BAL.
-toets.
en de corresponderende letter stoppen met knipperen en blijven branden nadat de instelling is
voltooid.
Opnemen met een eerder handmatig ingestelde witbalans
1. Zet het programmakeuzewiel op een ander opnameprogramma dan
.
2. Zet de AWB-schakelaar op OFF en de WHITE BAL.-schakelaar op een van de
handmatig in te stellen waarden: A of B.
De handmatig ingestelde witbalans wordt geactiveerd.
59
Opnemen
Als u de handmatig ingestelde witbalans selecteert: In zeldzame gevallen en afhankelijk van de
lichtbron is het mogelijk dat
blijft knipperen. Toch zal het resultaat beter zijn dan met de
automatische instelling.
Zolang de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij opgeladen is, onthoudt de camcorder de
handmatig ingestelde witbalansinstelling, ook als u de camcorder uitzet.
De volgende gebruikersvoorkeuze-instellingen krijgen voorrang en zullen de met bovenstaande
procedure ingestelde witbalans negeren: De instelling Color Matrix [CMX], de instellingen van
3 R/G/B Gain en de instellingen van 6 R/G/B Matrix ( 73).
De handmatig ingestelde witbalans geeft mogelijk een beter resultaat in de volgende gevallen:
- Veranderende lichtomstandigheden
- Close-ups
- Onderwerpen in één kleur (lucht, zee of bos)
- Onder kwiklampen of bepaalde typen TL-verlichting
Stel de witbalans handmatig in op een plaats met voldoende verlichting.
Stel de witbalans opnieuw handmatig in als u het ingebouwde ND-filter aan- of uitzet of wanneer de
lichtbron is veranderd.
Het zebrapatroon gebruiken
Deze camcorder is uitgerust met een zebrapatroonfunctie die zwarte en witte diagonale strepen toont in
het gebied dat overbelicht is. Het zebrapatroon wordt alleen op het scherm weergegeven en oefent geen
invloed uit op uw opnamen. Het zebrapatroon wordt niet weergegeven tijdens gebruik van de hulpfunctie
voor contourverscherping (Peaking) ( 35).
Beschikbare zebrapatrooninstellingen: 70 IRE, 75 IRE, 80 IRE, 85 IRE, 90 IRE, 95 IRE en 100 IRE.
Het niveau van het zebrapatroon selecteren
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
ZEBRA LEVEL••85
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
een instellingsoptie en sluit het menu.
]. Selecteer [ZEBRA LEVEL], selecteer
Het zebrapatroon activeren
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
ZEBRA••••••••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
op [ON] en sluit het menu.
60
]. Selecteer [ZEBRA], stel deze optie in
Gebruik van de kleurcorrectie
Met de kleurcorrectiefunctie kunt u de camcorder zo instellen dat de kenmerken van een bepaalde kleur
of een bepaald patroon (kleurfase, chroma, bereik en Y-niveau) worden gedetecteerd, en kunt u deze
tijdens het opnemen automatisch corrigeren. U kunt de kleurcorrectie instellen voor maximaal twee
verschillende kleuren (A en B).
Bij het vaststellen van de kleur die moet worden gecorrigeerd, verschijnen de te corrigeren gebieden op
het scherm als een zebrapatroon, afwisselend met het normale beeld. Op een aangesloten monitor of
computer verschijnen deze gebieden echter als witte gebieden, afwisselend met het normale beeld.
NL
De kleur vaststellen die moet worden gecorrigeerd
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
····
COLOR CORR.
····
A AREA SEL.
COLOR PHASE••••••••0
B AREA SEL.
CHROMA•••••••••••-
+
AREA•••••••••••••-
+
Y LEVEL••••••••••-
+
1. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer het submenu [COLOR
CORR.] en selecteer vervolgens [A AREA SEL.] of [B AREA SEL.].
2. Selecteer elke instellingsoptie, stel de niveaus voor zover nodig bij en sluit het menu.
De kleurcorrectie afstellen
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
····
COLOR CORR.
····
A AREA REV.
R GAIN•••••••••••-
+
B AREA REV.
B GAIN•••••••••••-
+
1. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer het submenu [COLOR
CORR.] en selecteer vervolgens [A AREA REV.] of [B AREA REV.].
2. Selecteer de kleurversterkingsopties, stel de niveaus voor zover nodig bij en sluit het
menu.
[R GAIN]: Stel de roodversterking van het gedetecteerde gebied bij. Een afstelling naar [+] heeft sterkere
rode tonen tot gevolg, en naar [-] sterkere cyaantonen.
[B GAIN]: Stel de blauwversterking van het gedetecteerde gebied bij. Een afstelling naar [+] heeft sterkere
blauwe tonen tot gevolg, en naar [-] sterkere gele tonen.
61
Opnemen
[COLOR PHASE]: Selecteer de basiskleurfase (0-15) van de kleur die moet worden gedetecteerd.
Gebruik de volgende waarden als een referentie bij benadering: 0=paars, 3=rood,
6=oranje, 9=groen, 12=blauw.
[CHROMA]:
Stel de kleurverzadiging bij voor de kleur die moet worden gedetecteerd. Als u meer
afstelt naar [+], zullen in het gebied ook kleuren worden opgenomen die levendiger en
rijker zijn.
[AREA]:
Stel het kleurbereik bij voor de kleur die moet worden gedetecteerd. Een afstelling naar
[+] detecteert een breder kleurbereik, en naar [-] detecteert een smaller kleurbereik.
[Y LEVEL]:
Stel de helderheid bij voor de kleur die moet worden gedetecteerd. Een afstelling naar
[+] detecteert kleuren die helderder zijn, en naar [-] kleuren die donkerder zijn.
De kleurcorrectie activeren
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
COLOR CORR.
CORRECT•••••••OFF
1. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP] en selecteer het submenu
[COLOR CORR.].
2. Selecteer [CORRECT], selecteer een andere correctiemodus dan [OFF] om alleen
gebied A, alleen gebied B of beide te corrigeren, en sluit het menu.
62
Gebruik van de huiddetailfunctie
Met de huiddetailfunctie worden gebieden in het beeld met huidtintkenmerken gedetecteerd, en de
details in deze gebieden worden vervolgens verzacht om onvolkomenheden in de huid te verbergen. Op
het scherm worden die huidgebieden aangemerkt met een zebrapatroon, afwisselend met het normale
beeld (op een aangesloten TV of computerscherm verschijnen deze in wit).
U kunt kleurschakering (hue), kleurverzadiging (chroma), gebied (area) en Y-niveau voorzover nodig
instellen om de gebieden te definiëren die als huidgebieden moeten worden gedetecteerd.
NL
De huiddetailfunctie activeren
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
SKIN DETAIL
EFFECT LEVEL••OFF
1. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer het submenu [SKIN DETAIL]
en selecteer vervolgens [EFFECT LEVEL].
2. Selecteer een instellingsoptie en sluit het menu.
"
" verschijnt.
Het huidgebied definiëren
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
SKIN DETAIL
R
CHROMA•••••••••••-
+
AREA•••••••••••••-
+
Y LEVEL••••••••••-
+
Opnemen
HUE••••••••••••• G
1. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP] en selecteer het submenu [SKIN
DETAIL].
2. Selecteer elke instellingsoptie, stel voor zover nodig de niveaus bij en druk op het
SELECT/SET-wiel.
Na instelling keert u terug in het submenu [SKIN DETAIL]. Stel de andere opties op dezelfde manier bij.
• [HUE]:
Stel de tint in voor detectie van het huidgebied. Een afstelling naar [R] detecteert een
roodachtige huidkleur, en naar [G] detecteert een groenachtige huidkleur.
• [CHROMA]: Stel de kleurverzadiging in voor detectie van het huidgebied. Een afstelling naar [+]
detecteert huidtonen die levendiger zijn, en naar [-] detecteert huidtonen die bleker zijn.
• [AREA]:
Stel het kleurbereik in voor detectie van het huidgebied. Een afstelling naar [+] detecteert
een breder kleurbereik, en naar [-] detecteert een smal kleurbereik.
• [Y LEVEL]: Stel de helderheid in voor detectie van het huidgebied. Een afstelling naar [+] detecteert
een huidkleur die helderder is, en naar [-] detecteert een huidkleur die donkerder is.
3. Sluit het menu.
63
Gebruik van het luchtdetail
Met de luchtdetailfunctie worden blauwe luchten in het beeld gedetecteerd en wordt het detailniveau in
die gebieden verminderd om een zachter beeld te krijgen.
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
SKY DETAIL••••OFF
Het luchtdetaileffect activeren:
Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [SKY DETAIL], stel deze optie
in op [SOFT
] en sluit het menu.
64
Gebruik van de functie Clear Scan
Met deze functie kunt u een opname maken van een CRT-scherm van uw computer of andere
apparatuur zonder dat zwarte banden zichtbaar zijn of dat het beeld flikkert. U kunt de frequentie
instellen tussen 50.2 Hz en 200.3 Hz.
NL
programmakeuzewiel
sluiterregelaar (SHUTTER)
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
CLEAR SCAN•••50.2Hz
Opnemen
1. Zet het programmakeuzewiel op Tv of M.
2. Draai de sluiterregelaar naar “CS”.
3. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [CLEAR SCAN], stel de
frequentie in en sluit het menu.
Stel de frequentie zo in dat de zwarte band niet verschijnt.
65
Gebruik van toewijzingstoetsen
(CUSTOM KEYS)
Aan toewijzingstoetsen (CUSTOM KEYS) kunt u veel gebruikte functies toewijzen. Aan de
toewijzingstoetsen kunnen voor elke bedieningsstand verschillende functies worden toegewezen.
Standaardinstellingen:
CUSTOM KEY 1
TIME CODE
CUSTOM KEY 2
INDEX WRITE
TV-scherm
(TV SCREEN)
DATA CODE
ZEBRA
TV-scherm
(TV SCREEN)
TV-scherm
(TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Aan de toewijzingstoetsen kunnen de volgende functies worden toegewezen:
Tijdcode
Indexering 2
Zebrapatroon
Camcorder stoppen
(VCR STOP) 2
TV-scherm
(TV SCREEN)
Tijdcode bevriezen
(TC HOLD) 2
Audioniveau
(AUDIO LEVEL)
CVF+LCD BW
Vergrotingstoets (MAGN.)
Sluiterregelaar (SHUTTER)
Toets gebruikersvoorkeuze
achterwaarts
(CP BKWD KEY)1,2
Zebrapatroon
TV-scherm (TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Vergrotingstoets (MAGN.)
Sluiterregelaar (SHUTTER)
Toets gebruikersvoorkeuzebestanden achterwaarts
(CP BKWD KEY)1,2
1
2
Tijdcode
TV-scherm (TV SCREEN)
Datacodering
Audioniveau (AUDIO LEVEL)
Tijdcode bevriezen (TC HOLD) 2
CVF+LCD BW
TV-scherm (TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Kan alleen worden toegewezen aan toewijzingstoets 2 (CUSTOM KEY 2).
Deze functie kan alleen worden uitgevoerd met een toewijzingstoets (indexering kan ook met de afstandsbediening
worden uitgevoerd).
De huidige instellingen van de toewijzingstoetsen controleert u als volgt:
In een opnamestand: Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/ ]. Selecteer [GUIDE INFO],
stel deze optie in op [CUSTOM KEYS] en sluit het menu.
In een afspeelstand: Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/ ]. Selecteer [CUSTOM KEY],
stel deze optie in op [ON] en sluit het menu.
66
De instelling van de toewijzingstoetsen wijzigen
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
NL
CUSTOM KEY 1•INDEX WRITE*
* Standaardwaarde in de stand
.
Open het menu en selecteer [SYSTEM SETUP/
]. Selecteer [CUSTOM KEY 1] of
[CUSTOM KEY 2], selecteer de functie die u aan de toewijzingstoets wilt toewijzen en
sluit het menu.
Wanneer u de toewijzingstoetsen niet wilt gebruiken, selecteert u [(NONE)].
De functies activeren met de toewijzingstoetsen
[TIME CODE] Tijdcode (
39)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
Het instelmenu van de tijdcode verschijnt.
[INDEX WRITE] Indexering
U kunt aan uw opname een indexsignaal toevoegen om in de stand
(
99).
gemakkelijk te kunnen zoeken
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
• Het indexsignaal wordt circa 6.5 seconden lang opgenomen.
• Als de camcorder in de opnamepauzestand staat, wordt het indexsignaal geschreven als u de opname
start.
Opnemen
Een indexsignaal kan niet later worden toegevoegd of gewist.
[ZEBRA] Zebrapatroon (
60)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
Het zebrapatroon wordt nu geactiveerd. Druk nogmaals op de toets om het zebrapatroon te deactiveren.
[VCR STOP] VCR Stop (
26)
Als de camcorder in de opnamepauzestand staat, kunt u het opnamegedeelte stopzetten. Ook als de optie
[POWER SAVE] op [OFF] staat, kunt u de tijd ervoor nemen om de camera-instellingen in te stellen. Het
opnamegedeelte van de camcorder is dan uitgeschakeld, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de
band of videokoppen.
VCR STOP kan alleen worden geactiveerd met de toewijzingstoetsen.
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
De stand VCR STOP wordt nu geactiveerd. Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de
opnamepauzestand. U kunt ook beginnen met opnemen door rechtstreeks in de stand VCR STOP de start/
stop-toets in te drukken.
[TV SCREEN] TV-scherm (
86)
U kunt de camcordergegevens (displays) weergeven op een aangesloten TV.
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
67
[TC HOLD] Tijdcode bevriezen
U kunt op de CUSTOM KEY-toets drukken om de weergave van de tijdcode te bevriezen. De tijdcode
blijft normaal doorlopen, ook wanneer de tijdcode is bevroren.
De bevriezing van de tijdcode kan alleen worden uitgevoerd met de toewijzingstoetsen.
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
• Door nogmaals op de CUSTOM KEY-toets te drukken wordt de normale weergave van de tijdcode opnieuw
geactiveerd.
• Terwijl de tijdcode is bevroren, wordt deze weergegeven met een H ernaast en verschijnt op het display van
het zijpaneel de melding “HOLD”.
• De tijdcode die wordt uitgevoerd vanaf het aansluitpunt TIME CODE (alleen
), HD/SD SDI (alleen
), LANC en HDV/DV, wordt niet bevroren. De tijdcode die wordt gesuperponeerd op de
videosignaalinvoer vanaf het aansluitpunt COMPONENT OUT of de Video-aansluitpunten, wordt wel
bevroren.
• De bevriezing van de tijdcode wordt stopgezet als u de camcorder in- of uitschakelt, de bedieningsstand
wijzigt van opnemen naar afspelen of omgekeerd, of de stand van de /
kaart/bandschakelaar wijzigt.
[AUDIO LEVEL] Audioniveau-indicator (
45)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
De indicator van het audioniveau verschijnt. Druk nogmaals op de toets om de indicator te verbergen.
[CVF+LCD BW] Display in zwart & wit op zoeker en LCD-scherm
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
Het beeld op zowel de zoeker als het LCD-scherm wordt weergegeven in zwart & wit (camcordergegevens en
indicators worden nog wel in kleur weergegeven). Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het
kleurendisplay.
[MAGN.B.LOCK] Vergrendeling vergrotingstoets (MAGN.)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
Door op deze toets te drukken wordt de MAGN.-toets vergrendeld, zodat u deze niet per abuis kunt activeren.
Druk nogmaals op de toewijzingstoets om de MAGN.-toets te ontgrendelen, zodat u deze weer kunt
gebruiken.
[SHTR D.LOCK] Vergrendeling sluiterregelaar (SHUTTER)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
Door op deze toets te drukken wordt de sluiterregelaar vergrendeld, zodat u dit wiel niet per abuis kunt activeren.
Druk nogmaals op de toets om de sluiterregelaar te ontgrendelen, zodat het wiel weer kunt gebruiken.
[CP BKWD KEY] Toets gebruikersvoorkeuzebestanden achterwaarts
Druk op de CUSTOM KEY-toets 2.
Gewoonlijk zal u door het indrukken van de CUSTOM PRESET SELECT-toets bij het volgende gebruikersvoorkeuzebestand komen. Door op de toewijzingstoets te drukken, kunt u de gebruikersvoorkeuzebestanden
echter in achterwaartse richting doorlopen.
De functie voor het achterwaarts doorlopen van de gebruikersvoorkeuzebestanden kunt u alleen gebruiken
met de toewijzingstoetsen.
[DATA CODE] Datacodering (
101)
Druk op de CUSTOM KEY-toets (1 of 2).
De datacodering verschijnt. Druk nogmaals op de toets om de datacodering te verbergen.
68
Kleurenbalken/audioreferentiesignaal
opnemen
U kunt kleurenbalksignalen en een audioreferentiesignaal van 1 kHz genereren en opnemen.
Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u kiezen tussen kleurenbalken van het type EBU* ([TYPE 1]) en
SMPTE** ([TYPE 2]), en kunt u ook de sterkte van het audiosignaal selecteren (-12 dB of -20 dB).
NL
* European Broadcast Union.
** Society of Motion Picture and Television Engineers.
Schakelaar instelling kleurenbalken/
audioreferentiesignaal (OUTPUT)
1. Selecteer de standaard van het kleurenbalksignaal [COLOR BARS] en de sterkte van
het audioreferentiesignaal [1kHz TONE] met behulp van de voorkeursfuncties ( 79).
2. Zet de OUTPUT-schakelaar op BARS.
69
Opnemen
• De kleurenbalken verschijnen en het audioreferentiesignaal wordt uitgezonden (indien geactiveerd).
Druk op de start/stop-toets om het signaal op te nemen.
• Als u [1kHz TONE] op [OFF] zet, wordt als audiosignaal het huidige audio-invoersignaal (microfoon, line
in, etc.) opgenomen.
Gebruik van de digitale videobesturing
Met deze functie kan de camcorder de opname- en stopfuncties regelen van een extern digitaal
apparaat dat aangesloten is op de camcorder via het aansluitpunt HDV/DV. Het apparaat moet voldoen
aan het IEEE1394 AV/C protocol. Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen aan de ene en
4 pennen aan de andere zijde) of CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de andere zijde) om
het externe apparaat aan te sluiten.
Gebruikers van Windows XP (SP2) kunnen gebruik maken van de CONSOLE-software (apart aan te
schaffen) om video- en audio-opnamen (in de HDV- of DV-standaard) te downloaden vanaf de camcorder
naar de harde schijf van de computer. Zie voor bijzonderheden de Help-modules van de software.
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
DV CONTROL•••OFF
1. Open het menu en selecteer [SYSTEM SETUP/
]. Selecteer [DV CONTROL], zet deze
optie op [ON
] en sluit het menu.
2. Druk op de start/stop-toets...
...indien deze camcorder in de opnamepauzestand staat:
Deze camcorder: Opnemen geactiveerd
Aangesloten apparaat: Opnemen
...indien deze camcorder bezig is met opnemen:
Deze camcorder: Opnamepauzestand
Aangesloten apparaat: Opnamepauzestand
...indien deze camcorder niet gereed is voor opnemen (geen cassette geplaatst, etc.)
Aangesloten apparaat: Opnemen geactiveerd/opnamepauzestand
...na het plaatsen van een cassette terwijl het aangesloten apparaat bezig is met
opnemen:
Deze camcorder: Opnemen geactiveerd
Aangesloten apparaat: Vervolgt met opnemen
Als nogmaals op de start/stop-toets wordt gedrukt:
Deze camcorder: Opnamepauzestand
Aangesloten apparaat: Opnamepauzestand
Als zowel deze camcorder als een aangesloten apparaat bezig is met opnemen, en deze
camcorder met opnemen stopt om een andere reden dan het indrukken van de start/stop-toets (bijv.
als de band het eind heeft bereikt), dan blijft het aangesloten apparaat doorgaan met opnemen.
Als deze camcorder stopt met opnemen, is mogelijk een korte onderbreking van de audio op het
aangesloten apparaat hoorbaar.
De status van het aangesloten apparaat wordt als volgt aangegeven:
Aangesloten apparaat is bezig met opnemen.
Aangesloten apparaat staat in de opnamepauzestand of de stopstand
–––
Aangesloten apparaat staat in een andere stand dan de opnamepauze- of
stopstand.
[DV CONTROL] staat op [ON
], maar er is geen extern apparaat
aangesloten.
xxx min Opnameduur op de harde schijf van de computer
Zolang de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij opgeladen is, onthoudt de camcorder de instelling
van de DV-besturing, ook als u de camcorder uitzet. Zorg ervoor dat u na gebruik van de DV-besturing
de instelling controleert, omdat de band in het aangesloten apparaat overschreven kan worden.
Als u met een DV-kabel twee Canon-camcorders aansluit die compatibel zijn met DV Control, zorg er
dan voor dat de optie [DV CONTROL] op de andere aangesloten camcorder op [OFF] wordt gezet.
U kunt op de XH G1/XH A1 maximaal 2 andere apparaten aansluiten voor DV-regeling.
Bij apparaten van een ander merk dan Canon: afhankelijk van het aangesloten apparaat werkt de
DV-besturing mogelijk niet goed.
70
Overige camcorderfuncties/instellingen
SD
De opnamemodus (SP/LP) wijzigen
Alleen bij opnamen in de Standard Definition (SD) kunt u kiezen tussen SP (Standard Play) en LP (Long
Play). Met LP kan de cassette 1,5 keer langer worden gebruikt.
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
NL
DV REC MODE•••••SP
Als u wilt overgaan op de LP-modus, open dan het menu en selecteer [RECORDING
SETUP]. Selecteer [DV REC MODE], zet deze optie op [LP] en sluit het menu.
Afhankelijk van de band en de gebruiksomstandigheden kan het in de LP-modus opgenomen
beeld en geluid vervormd raken. Wij raden u aan voor belangrijke opnamen de SP-modus te
gebruiken.
Als u op dezelfde band opnamen maakt in zowel de SP- als LP-modus, kan het afspeelbeeld
vervormd raken en bestaat het risico dat de tijdcode niet goed wordt geschreven.
Als u op deze camcorder een band afspeelt die met een ander digitaal apparaat is opgenomen in
de LP-modus, of vice versa, dan kan het beeld en geluid vervormd raken.
De displaytaal wijzigen
De taal die wordt gebruikt voor de camcorderdisplays en menu-onderdelen kunt u wijzigen. U kunt
kiezen uit Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Pools, Russisch, vereenvoudigd Chinees of Japans.
(
23)
DISPLAY SETUP/
LANGUAGE
Opnemen
MENU
•••ENGLISH
Om de displaytaal te wijzigen, opent u het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
Selecteer [LANGUAGE ], selecteer een taal en sluit het menu.
].
Als u per abuis de taal hebt gewijzigd, volg dan de markering
naast het menu-item om de
instelling te wijzigen.
en
aan de onderzijde van het scherm hebben betrekking op de namen van de toetsen
op de camcorder en veranderen niet, ongeacht de taal die u hebt geselecteerd.
De datumnotatie wijzigen
U kunt kiezen uit drie datumnotaties. Bijvoorbeeld: [JAN. 1, 2006], [1. JAN. 2006] en [2006. 1. 1].
MENU
(
23)
SYSTEM SETUP/
D/TIME SET
DATE FORMAT ••
1.JAN.2006
Open het menu en selecteer [SYSTEM SETUP/
]. Selecteer het submenu [D/TIME
SET
] en selecteer vervolgens de optie [DATE FORMAT]. Selecteer een datumnotatie
en sluit het menu.
71
Gebruikersvoorkeuze (custom preset)
Gebruikersvoorkeuze
U kunt gebruikersvoorkeuzeniveaus definiëren voor 23 opnamespecificaties die worden gebruikt voor
het maken van opnamen op de band (17 wanneer foto's worden gemaakt op de geheugenkaart). U kunt
in de camcorder maximaal 9 gebruikersvoorkeuzebestanden opslaan (gebruikersvoorkeuzebestand
7 t/m 9 zijn voorgedefinieerde bestanden) en maximaal 20 op een geheugenkaart.
Gebruikersvoorkeuzebestanden kunt u kopiëren van de camcorder naar de geheugenkaart en vice versa.
Ook kunt u de gebruikersvoorkeuze-instellingen die momenteel van kracht zijn, inbedden in een stilbeeld
(foto) dat u op de geheugenkaart maakt van de scène die wordt opgenomen. De gebruikersvoorkeuzebestanden van deze camcorder zijn niet compatibel met de gebruikersvoorkeuzebestanden van de XL H1.
Opnamespecificaties die kunnen worden opgeslagen in een gebruikersvoorkeuzebestand:
Gammacurve*, knee, black stretch/press, master pedestal*, setup-niveau*, scherpte, horizontale
detailfrequentie, horizontale/verticale detailbalans, coring, NR1*, NR2*, kleurenmatrix*, kleurversterking,
kleurfase, R-versterking, G-versterking, B-versterking, R-G matrix, R-B matrix, G-R matrix, G-B matrix,
B-R matrix en B-G matrix.
* Alleen beschikbaar als u opnamen maakt op de band.
[GAM] Gammacurve
U kunt kiezen tussen [NORMAL], [CINE1] en [CINE2].
[NORMAL] correspondeert met videogammainstellingen, terwijl [CINE1] een instelling is die geschikt
is voor video vanaf smalfilm (via telecine), en [CINE2] is
een instelling die geschikt is voor het overzetten naar
film.
Uitvoer
[NORMAL]
[CINE1]
[CINE2]
Uitbeelding van de instelling
Invoer
[KNE] Instelling van Knee Point
Stel het dynamisch bereik (knee point) af in het
geaccentueerde gebied van het beeld om overbelichting
te voorkomen. U kunt kiezen tussen [AUTO], [HIGH],
[MIDDLE] en [LOW].
Uitvoer
[HIGH]
[MIDDLE]
[LOW]
[BLK] Black Stretch/Black Press
[STRETCH]
Stel het dynamisch bereik af in het zwarte gebied van het
beeld. U kunt kiezen tussen [STRETCH], [MIDDLE] en
[PRESS]. [STRETCH] benadrukt het contrast in het
donkere gebied, terwijl [PRESS] de donkerte verbetert of
verdiept.
72
[MIDDLE]
[PRESS]
Uitbeelding van de instelling
Invoer
[PED] Master Pedestal
Stel het niveau van de master pedestal in tussen -9 en +9.
NL
[SET] Setup-niveau
Stel het setup-niveau in tussen -9 en +9.
• Afhankelijk van de waarde die is ingesteld voor de master pedestal [PED] is het mogelijk dat het setupniveau geen negatieve waarde accepteert. In dat geval zal het afstellen van het setup-niveau binnen een
bepaald waardebereik geen effect hebben.
[SHP] Scherpte
Stel de scherpte af tussen -9 en +9.
[HDF] Horizontale detailfrequentie
U kunt kiezen tussen [HIGH], [MIDDLE] en [LOW].
[DHV] Horizontale/verticale detailbalans
Stel de horizontale/verticale detailbalans af tussen -9 (alleen horizontaal) en +9 (alleen verticaal).
[COR] Coring
Stel het detailruisniveau in tussen -9 en +9.
[NR1] Ruisreductie 1
U kunt kiezen tussen [OFF], [HIGH], [MIDDLE] en [LOW].
[NR2] Ruisreductie 2
Resulteert in een effect dat vergelijkbaar is met toepassing van de huiddetailfunctie op het gehele beeld.
U kunt kiezen tussen [OFF], [HIGH], [MIDDLE] en [LOW].
• Anders dan bij de NR1-instelling zal er geen nabeeld met sporen optreden.
[CMX] Kleurenmatrix
U kunt kiezen tussen [NORMAL], [CINE1] en [CINE2].
[CGN] Kleurversterking
Stel het niveau van de kleurverzadiging in tussen -50 en +50.
73
Gebruikersvoorkeuze
• [HIGH], [MIDDLE] of [LOW]: Bewegende beelden kunnen een nabeeld met sporen achterlaten.
• Als de beeldruis al laag is vanwege de versterkingsinstellingen, is het effect van de geluidsreductiefunctie
mogelijk niet waarneembaar.
[CPH] Kleurfase
Stel de kleurfase in tussen -9 en +9.
[RGN] R-versterking
Stel het roodniveau in tussen -50 en +50.
[GGN] G-versterking
Stel het groenniveau in tussen -50 en +50.
[BGN] B-versterking
Stel het blauwniveau in tussen -50 en +50.
[RGM] R-G matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
[RBM] R-B matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
[GRM] G-R matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
[GBM] G-B matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
[BRM] B-R matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
[BGM] B-G matrix
Stel het niveau in tussen -50 en +50.
74
Het scherm van de gebruikersvoorkeuzebewerking openen
Bestandsnaam van het
momenteel geselecteerde
gebruikersvoorkeuzebestand
Overzicht van de inhoud van het
gebruikersvoorkeuzebestand
Het gebruikersvoorkeuzebestand
opslaan op de geheugenkaart
Een gebruikersvoorkeuzebestand
laden vanaf de geheugenkaart
NL
Terug naar het submenu
[CUSTOMIZE]
Het gebruikersvoorkeuzebestand selecteren
De gebruikersvoorkeuze-instellingen wijzigen
De naam van het gebruikersvoorkeuzebestand wijzigen
Terug naar de opties in de balk aan de
linkerzijde
De gebruikersvoorkeuze-instellingen
terugzetten naar de standaardwaarden
Het gebruikersvoorkeuzebestand beveiligen
Gebruikersvoorkeuze-instellingen wijzigen
MENU
(
23)
CUSTOMIZE
CUSTOM PRESET
EDIT
····
····
SELECT CP
TUNE
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM PRESET].
Het voorkeuze-submenu verschijnt.
2. Selecteer [
EDIT] in de kolom aan de linkerzijde.
3. Selecteer [
SELECT CP] in de balk aan de onderzijde en selecteer vervolgens de
naam van het gebruikersvoorkeuzebestand waarin u de instellingen wilt opslaan.
De huidige instellingen van het geselecteerde gebruikersvoorkeuzebestand worden weergegeven in de
lijst met gebruikersvoorkeuze-items.
4. Selecteer [
TUNE] in de balk aan de onderzijde.
Het eerste item in de lijst wordt in blauw weergegeven.
5. Selecteer in de lijst een item dat u wilt wijzigen en druk op het SELECT/SET-wiel.
Wijzig de instelling of maak een selectie en druk op het SELECT/SET-wiel.
• Tijdens wijziging van een instelling kunt u op het scherm het effect hiervan controleren.
• Herhaal deze stap om alle gewenste items in te stellen.
6. Als u klaar bent met het wijzigen van de items in de gebruikersvoorkeuzelijst,
selecteer dan [ RETURN], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
De gebruikersvoorkeuze-items verschijnen in één scherm als drieletterige afkortingen gevolgd door
de huidige instelwaarde. Tijdens het doorlopen van de items met het SELECT/SET-wiel worden de
volledige naam van een geselecteerd item en de actuele waarde hiervan weergegeven aan de
onderzijde van het scherm.
Een beveiligd gebruikersvoorkeuzebestand kunt u niet wijzigen. Op het scherm gaat
knipperen
als u probeert een beveiligd bestand te wijzigen.
75
Gebruikersvoorkeuze
De cursor wordt verplaatst naar de balk aan de onderzijde op het bewerkingsscherm van de
gebruikersvoorkeuze-instellingen. Als u een niveau terug wilt gaan naar de opties in de kolom aan de
linkerzijde, selecteer dan de optie [
RETURN] en druk op het SELECT/SET-wiel.
De naam van een gebruikersvoorkeuzebestand wijzigen
Voer stap 1 t/m 3 uit zoals beschreven onder Gebruikersvoorkeuze-instellingen wijzigen (
bewerkingsscherm van de gebruikersvoorkeuze-instellingen te openen en het
gebruikersvoorkeuzebestand te selecteren waarvan u de naam wilt wijzigen
1. Selecteer [
75) om het
RENAME] in de balk aan de onderzijde.
Het eerste karakter van de naam van het gebruikersvoorkeuzebestand begint te knipperen.
2. Draai het SELECT/SET-wiel naar een cijfer, letter of leesteken en druk op het wiel.
• Het volgende karakter van de naam van het gebruikersvoorkeuzebestand begint te knipperen.
• Stel de rest van het gebruikersvoorkeuzebestand op dezelfde wijze in.
3. Druk op het SELECT/SET-wiel als u klaar bent met de wijziging van de naam.
U komt terug in het bewerkingsscherm van de gebruikersvoorkeuze-instellingen.
4. Sluit het menu.
Een gebruikersvoorkeuzebestand beveiligen
Voer stap 1 t/m 3 uit zoals beschreven onder Gebruikersvoorkeuze-instellingen wijzigen (
bewerkingsscherm van de gebruikersvoorkeuze-instellingen te openen en het
gebruikersvoorkeuzebestand te selecteren dat u wilt beveiligen.
1. Selecteer [
75) om het
PROTECT] in de balk aan de onderzijde.
• De beveiligingsmarkering
verschijnt naast de naam van het gebruikersvoorkeuzebestand.
• Als u de beveiliging wilt opheffen, herhaalt u de procedure voor een gebruikersvoorkeuzebestand met de
markering
.
Een gebruikersvoorkeuzebestand resetten
Voer stap 1 t/m 3 uit zoals beschreven onder Gebruikersvoorkeuze-instellingen wijzigen ( 75) om het
bewerkingsscherm van de gebruikersvoorkeuze-instellingen te openen en het
gebruikersvoorkeuzebestand te selecteren dat u wilt terugzetten naar de standaardinstelling.
1. Selecteer [
RESET] in de balk aan de onderzijde.
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
2. Selecteer [EXECUTE] en druk op het SELECT/SET-wiel.
U komt terug in het bewerkingsscherm van de gebruikersvoorkeuze-instellingen.
3. Sluit het menu.
Een beveiligd gebruikersvoorkeuzebestand kunt u niet terugzetten naar de standaardinstelling.
Op het scherm gaat
knipperen als u probeert een beveiligd bestand terug te zetten naar de
standaardinstelling.
76
Voorkeuze-instellingen activeren
NL
Toets "voorkeuze selecteren"
(CUSTOM PRESET SELECT)
Toets "voorkeuze in/uitschakelen"
(CUSTOM PRESET ON/OFF)
1. Druk op de CUSTOM PRESET SELECT-toets.
• Door herhaaldelijk de toets in te drukken, doorloopt u de beschikbare gebruikersvoorkeuzebestanden.
U kunt ook een toewijzingstoets (custom key) instellen als [CP BKWD KEY] om in omgekeerde volgorde
(van de laatste naar de eerste) de opties te doorlopen ( 66).
• Zet de camcorder op
als u geen gebruik maakt van de gebruikersvoorkeuze-instelling.
2. Druk op de CUSTOM PRESET ON/OFF-toets.
De instelling is nu geactiveerd.
Een gebruikersvoorkeuzebestand kopiëren naar de geheugenkaart
• Op de geheugenkaart kunnen maximaal 20 gebruikersvoorkeuzebestanden worden opgeslagen. Als u
probeert meer dan 20 gebruikersvoorkeuzebestanden op te slaan, wordt één van de bestanden op de
kaart overschreven (u kunt selecteren welk bestand moet worden overschreven).
• Als er op de geheugenkaart geen gebruikersvoorkeuzebestanden zijn opgeslagen, wordt als de
bestandsnaam “NEW_FILE” gebruikt.
5. Selecteer [
EXECUTE] en selecteer [EXECUTE] in het bevestigingsscherm om het
bestand te kopiëren.
6. Sluit het menu.
Een gebruikersvoorkeuzebestand laden vanaf de geheugenkaart
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM PRESET].
2. Selecteer [
CARD
CAMERA] in de kolom aan de linkerzijde.
77
Gebruikersvoorkeuze
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM PRESET].
2. Selecteer [
CAMERA
CARD] in de kolom aan de linkerzijde.
3. Selecteer [
SELECT CP] in de balk aan de onderzijde en selecteer vervolgens de
naam van het gebruikersvoorkeuzebestand dat u wilt kopiëren naar de kaart.
4. Selecteer [
SAVE POSITION] en selecteer de bestandsnaam waaronder u het
bestand op de geheugenkaart wilt opslaan.
3. Selecteer [
IMPORT] in de balk aan de onderzijde en selecteer vervolgens de naam
van het gebruikersvoorkeuzebestand dat u wilt laden in de camcorder.
4. Selecteer [
SELECT POSITION] en selecteer het voorkeuzenummer waaronder u
het bestand wilt opslaan in de camcorder.
5. Selecteer [
EXECUTE] en selecteer [EXECUTE] in het bevestigingsscherm om het
bestand te laden.
6. Sluit het menu.
In de camcorder een gebruikersvoorkeuzebestand laden vanuit een
stilbeeld
Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u instellen dat u de momenteel gebruikte gebruikersvoorkeuzeinstellingen wilt opslaan in een stilbeeld van een scène die wordt opgenomen in de stand
. Dit is
erg handig als u later het gebruikersvoorkeuzebestand wilt laden door het stilbeeld (foto) te selecteren
dat u hebt gemaakt van een bepaalde scène.
1. Selecteer de foto die het gebruikersvoorkeuzebestand bevat dat u wilt laden.
Gebruik de
+ / - toetsen om heen en weer te gaan tussen de foto's.
2. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en vervolgens [META DATA CP].
3. Selecteer [
CARD
CAMERA] in de kolom aan de linkerzijde.
4. Selecteer [
SELECT POSITION] in de balk aan de onderzijde en selecteer het
voorkeuzenummer waaronder u het bestand wilt opslaan in de camcorder.
5. Selecteer [
EXECUTE] en selecteer [EXECUTE] in het bevestigingsscherm om het
bestand te laden.
6. Sluit het menu.
De gebruikersvoorkeuzebestanden 7 t/m 9 zijn voorgedefinieerde instellingen die voor specifieke
scènes zijn bestemd.
- Deze 3 gebruikersvoorkeuzebestanden zijn beveiligd en kunnen, zolang de beveiliging niet wordt
verwijderd, niet worden overschreven.
- Zelfs als u de voorbeeldbestanden van de gebruikersvoorkeuze hebt verwijderd of gewijzigd, kunt
u deze terugzetten naar de oorspronkelijke waarde door alle instellingen van de camcorder te
resetten. Open het menu en selecteer [SYSTEM SETUP/
]. Selecteer [RESET ALL] en
selecteer [YES] in het bevestigingsscherm.
- Nadat u de gebruikersvoorkeuzebestanden 1 t/m 6 hebt teruggezet met de optie [
RESET],
zijn de instellingen in al deze bestanden gelijk.
Gebruikersvoorkeuze
[7 VIDEO.C]
Gebruikersvoorkeuze
[8 CINE.V]
Gebruikersvoorkeuze
[9 CINE.F]
Voor het afspelen op een monitor van consumentenniveau.
[BLK] = [PRESS], [PED] = -2, [SET] = -2
Voor het afspelen op een monitor-TV dat filmachtig aandoet.
[GAM] = [CINE1], [KNE] = [LOW], [BLK] = [STRETCH], [SHP] = -4,
[CMX] = [CINE1], [CGN] = -20, [CPH] = 5, [RBM] = -5, [GRM] = -5
[GBM] = -5, [BRM] = 5, [RGM] = 12
Voor video-overdracht naar film.
[GAM] = [CINE2], [KNE] = [LOW], [BLK] = [STRETCH], [SHP] = 6,
[CMX] = [CINE2], [RGN] = -8
* Alle andere instellingen blijven staan op hun neutrale waarden.
78
Gebruik van de voorkeursfuncties
De bediening van de camcorder kunt u op uw persoonlijke wensen afstemmen. Het gaat dan vooral om
de werking van de camcorder in de stand
. U kunt maximaal drie functievoorkeursbestanden
instellen en deze opslaan in de camcorder of een geheugenkaart. Ook kunt u een functievoorkeursbestand gebruiken dat met een andere XH G1/XH A1 op een geheugenkaart is opgeslagen. U hoeft dat
bestand alleen maar te lezen, waarna de camcorder precies op dezelfde vertrouwde manier werkt.
NL
Overzicht van de inhoud van
het functievoorkeursbestand
Geselecteerd
functievoorkeursbestand
(geaccentueerd in blauw)
Itemnummer
(zwarte achtergrond)
Code van de huidige
instellingsoptie
Terug naar de selectie van functievoorkeursbestanden in de balk aan de
linkerzijde
De voorkeursinstellingen terugzetten naar
de standaardwaarden
Het momenteel geselecteerde
functievoorkeursbestand activeren
De voorkeursinstellingen wijzigen
Het functievoorkeursbestand opslaan
op de geheugenkaart
Een functievoorkeursbestand lezen vanaf de
geheugenkaart
De voorkeursinstellingen wijzigen
MENU
(
23)
CUSTOMIZE
CUSTOM FUNCTION
C.Fn1
C.Fn2
Gebruikersvoorkeuze
C.Fn3
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM FUNCTION].
Het bewerkingsscherm van de voorkeursfuncties verschijnt.
2. Selecteer in de balk aan de linkerzijde een van de 3 functievoorkeursbestanden
[C.Fn1] - [C.Fn3].
De huidige instellingen van het geselecteerde functievoorkeursbestand worden weergegeven in de lijst
met functievoorkeursitems.
De cursor wordt verplaatst naar de balk aan de onderzijde op het bewerkingsscherm van de
voorkeursinstellingen. Als u een niveau terug wilt gaan naar de opties in de kolom aan de linkerzijde,
selecteer dan de optie [
RETURN] en druk op het SELECT/SET-wiel.
3. Selecteer [
TUNE] in de balk aan de onderzijde.
Het eerste item in de lijst wordt in blauw weergegeven.
4. Selecteer in de lijst een item dat u wilt wijzigen en druk op het SELECT/SET-wiel. Kies
de gewenste instelling en druk op het SELECT/SET-wiel.
Herhaal deze stap om alle gewenste items in te stellen.
5. Als u klaar bent met het wijzigen van alle items in het functievoorkeursbestand,
selecteer dan [
RETURN], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
De voorkeursitems verschijnen op één scherm, en worden alleen aangegeven als itemnummer aan
de bovenzijde (nummer 00 t/m 20 met een zwarte achtergrond), en de code van de huidige instelling
onmiddellijk daaronder.
79
Een functievoorkeursbestand resetten
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM FUNCTION].
2. Selecteer in de kolom aan de linkerzijde het functievoorkeursbestand dat u wilt
resetten.
3. Selecteer [
RESET] in de balk aan de onderzijde.
4. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Een functievoorkeursbestand activeren
Als u een functievoorkeursbestand niet activeert nadat u het hebt gedefinieerd, zal de camcorder blijven
functioneren op basis van de standaardinstellingen.
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM FUNCTION].
2. Selecteer in de kolom aan de linkerzijde het functievoorkeursbestand dat u wilt
activeren.
3. Selecteer [ APPLY THIS SET] in de balk aan de onderzijde.
4. Selecteer [ACTIVATE] en druk op het SELECT/SET-wiel.
verschijnt naast het functievoorkeursbestand dat momenteel is geactiveerd.
Een functievoorkeursbestand kopiëren naar de geheugenkaart
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM FUNCTION].
2. Selecteer in de kolom aan de linkerzijde het functievoorkeursbestand dat u wilt
kopiëren naar de geheugenkaart.
3. Selecteer [
SAVE TO CARD] in de balk aan de onderzijde.
4. Selecteer het bestemmingsbestand op de geheugenkaart [
1] - [
3].
5. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Als de gegevens zijn gekopieerd, verschijnt "TASK COMPLETED" op het scherm.
Een functievoorkeursbestand laden vanaf de geheugenkaart
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens het submenu
[CUSTOM FUNCTION].
2. Selecteer in de kolom aan de linkerzijde het functievoorkeursbestand waarnaar u de
instellingen wilt laden vanaf de geheugenkaart.
3. Selecteer [
READ FROM CARD] in de balk aan de onderzijde.
4. Selecteer het bronbestand op de geheugenkaart [
1] - [
3].
5. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Als de gegevens zijn gekopieerd, verschijnt "TASK COMPLETED" op het scherm.
80
Hieronder ziet u een overzicht van de voorkeursfuncties die in elk opnameprogramma en elke
afspeelstand beschikbaar zijn
Voorkeursfunctie
00 SHCKLSS WB/GN
WHITE BALANCE
GAIN
01
AE RESPONSE
02
HIGH-SPEED ZOOM
03
04
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
05
06
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
FOCUS PRIORITY
08
SIMULT.IMG.REC
09
MARKER LEVEL
10
F.AST BW-MOD
11
12
13
14
15
16
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
17
18
19
20
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
–
–
(OFF) (OFF)
–
–
(MID)
–
(MID)
–
–
–
–
–
–
–
1
–
1
1
1
–
(OFF)
MARKER
ASPECT
SAFETY
MAGN.
PEAKING
NL
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
(ON)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
2
–
(OFF)
3
3
–
1
Alleen tijdens belichtingsvergrendeling.
Alleen bij gebruik van een accu. Als de netadapter aangesloten is, wordt de functie ingesteld op [OFF].
3 Alleen wanneer voor [LED] een andere instelling is geselecteerd dan [OFF]. Als [LED] is ingesteld op [OFF], wordt deze
functie ook op [OFF] ingesteld.
2
81
Gebruikersvoorkeuze
07
MAGN.
WB SET
EXP.LOCK
PUSH AF
ZOOM
FOCUS
IRIS
CURSOR
SHUTTER
–
(OFF)
–
(OFF)
–
(MID)
–
(OFF)
Hieronder ziet u een overzicht van de voorkeursfuncties die in elk opnameprogramma en
elke afspeelstand beschikbaar zijn
Voorkeursfunctie
00 SHCKLSS WB/GN
WHITE BALANCE
–
(OFF)
–
(OFF)
–
(MID)
–
(ON)
GAIN
01
AE RESPONSE
02
HIGH-SPEED ZOOM
03
04
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
05
06
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
07
FOCUS PRIORITY
08
09
SIMULT.IMG.REC
MARKER LEVEL
10
F.AST BW-MOD
11
12
13
14
15
16
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
17
18
19
20
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
1
2
MAGN.
WB SET
EXP.LOCK
PUSH AF
ZOOM
FOCUS
IRIS
CURSOR
SHUTTER
–
–
–
–
–
–
–
–
–
1
–
–
(ON)
1
1
1
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
MARKER
ASPECT
SAFETY
MAGN.
PEAKING
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
(OFF)
–
–
–
2
Alleen tijdens belichtingsvergrendeling.
Alleen bij gebruik van een accu. Als de netadapter aangesloten is, wordt de functie ingesteld op [OFF].
Lijst met functievoorkeursitems
De standaardwaarde voor alle items is de optie die is toegewezen aan 00.
00 [SHCKLSS WB/GN] Schokloze witbalans/versterking
De instelling "schokloos" zorgt voor een zachtere overgang als u de witbalans of versterking wijzigt.
Stand
: De schokloze versterking functioneert niet als u de versterkingsinstelling verandert van/naar
-3 dB of +36 dB.
Instellingsopties
00
01
02
03
Schokloze witbalans
OFF
ON
OFF
ON
Schokloze versterking
OFF
ON
01 [AE RESPONSE] AE-respons
Hiermee selecteert u de respons van de camcorder als u de instelling van de automatische belichting wijzigt.
Instellingsopties: 00 – MIDDLE, 01 – HIGH, 02 – LOW.
82
02 [HIGH-SPEED ZOOM] Zoom met hoge snelheid
In de stand
kunt u met deze optie bij de constante zoomsnelheden 14 - 16 de zoom nog sneller
bedienen (in de stand
is [ON] de standaardinstelling en kan deze niet worden gewijzigd).
• Als deze optie op [ON] is ingesteld en u de zoomring zeer snel bedient, kan de zoomrespons iets
achterlopen.
• Bij de snelste zoomsnelheidsinstellingen is het mogelijk dat de autofocus niet correct werkt.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
NL
03 [FOCUS RING CTRL] Bediening scherpstelring
Hiermee selecteert u de gevoeligheid van de respons als u de FOCUS-ring bedient.
Instellingsopties: 00 – NORMAL, 01 – SLOW.
04 [BUTTONS OPER.] Werking van de toetsen
Hiermee kunt u bepalen, om te voorkomen dat u een functie per abuis activeert, hoe lang de toetsen van een
aantal functies moeten worden ingedrukt om de betreffende functie te activeren. Als u [LONG PUSH]
selecteert, moet u de toetsen langer dan 1 seconde ingedrukt houden om de betreffende functie te activeren.
Instellingsopties
Vergrotingstoets
(MAGN.)
Witbalanstoets
(WHITE BAL.)
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
BelichtingsToets voor tijdelijke
vergrendelingstoets automatische
(EXP. LOCK)
scherpstelling
(PUSH AF)
ONE PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
LONG PUSH
ONE PUSH
LONG PUSH
05 [RINGS DIRECTION] Effect draairichting ringen
Hiermee stelt u in wat het effect zal zijn als u de ringen van de camcorder verdraait.
Zoomring:
NORMAL – omhoog draaien voor groothoek W, REVERSE – omlaag draaien voor
groothoek W.
Scherpstelring:
NORMAL – omhoog draaien voor scherpstelling dichterbij, REVERSE – omlaag draaien
voor scherpstelling dichterbij.
Irisdiafragmaring: NORMAL – omhoog draaien om te sluiten, REVERSE – omlaag draaien om te sluiten.
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
Zoomring
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Scherpstelring
Normal
Irisdiafragmaring
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Normal
Achteruit
(REVERSE)
Achteruit
(REVERSE)
83
Gebruikersvoorkeuze
LONG PUSH
06 [DIALS DIRECTION] Effect draairichting wielen
Hiermee stelt u in wat het effect zal zijn als u het sluitertijdwiel en SELECT/SET-wiel verdraait als deze
functioneren als een cursor (bijvoorbeeld als u instellingsopties selecteert in de menuschermen of het
indexscherm).
SELECT/SET-wiel ([CURSOR]): NORMAL – omhoog draaien om naar links te verplaatsen, REVERSE –
omlaag draaien om naar links te verplaatsen.
Sluiterregelaar:
NORMAL – omhoog draaien voor een snellere sluitertijd, REVERSE –
omlaag draaien voor een snellere sluitertijd.
Instellingsopties
00
01
02
03
SELECT/SET-wiel ([CURSOR])
Normal
Achteruit (REVERSE)
Normal
Achteruit (REVERSE)
Sluiterregelaar
Normal
Achteruit
(REVERSE)
07 [FOCUS PRIORITY] Scherpstelprioriteit
Als deze optie op [ON] staat en u in de stand
de PHOTO-toets indrukt, wordt alleen een foto
gemaakt nadat de autofocus is bijgesteld. Als deze optie op [OFF] staat, wordt de foto gemaakt zodra u de
PHOTO-toets indrukt.
Instellingsopties: 00 – ON, 01 – OFF.
08 [SIMULT.IMG.REC] Gelijktijdig een foto maken
Hiermee stelt u in of u op de geheugenkaart een foto kunt maken terwijl u bezig bent met filmen op de band.
Als deze optie op [ON+CP DATA] staat, worden de momenteel gebruikte gebruikersvoorkeuze-instellingen
samen met de foto opgeslagen.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON, 02 – ON+CP DATA.
09 [MARKER LEVEL] Intensiteitsniveau markeringen
Hiermee selecteert u de intensiteit van de markeringen die worden weergegeven op het scherm, waarbij u
kunt kiezen tussen 40% (grijs) en 100% (wit).
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
10
Horizontale
niveaumarkering/middelste
markering/rastermarkering
100%
40%
100%
40%
100%
40%
100%
40%
Aanduidingen hoogte/ Aanduidingen
breedteverhouding
veiligheidszone
100%
100%
40%
100%
40%
40%
[F.AST BW-MOD] Z&W-display voor hulpfunctie scherpstelling
Hiermee stelt u in dat het display wordt weergegeven in zwart & wit terwijl de hulpfuncties van de
scherpstelling zijn geactiveerd.
Instellingsopties
00
01
02
03
Vergroten
OFF
ON
OFF
ON
Contouren versterken
OFF
ON
11 [OBJ DST UNIT] Maateenheid afstand tot object
Hiermee stelt u in welke maateenheid (meter of feet) moet worden gebruikt voor de afstand tot het object.
Instellingsopties: 00 – m (meter), 01 – ft (feet).
12 [ZOOM INDICATOR] Display zoomindicator
Hiermee selecteert u of het display van de zoomindicator als een grafische balk of als een numeriek display
wordt weergegeven.
Instellingsopties: 00 – BAR, 01 – NUMBER.
84
13 [COLOR BARS] Kleurenbalksignaal
Hiermee selecteert u welk signaaltype wordt gebruikt om de kleurenbalken te produceren:
EBU-kleurenbalken (type 1) of SMPTE-kleurenbalken (type 2).
Instellingsopties: 00 – TYPE 1, 01 – TYPE 2.
14 [1kHz TONE] Audioreferentiesignaal van
Hiermee selecteert u de sterkte van het audiosignaal.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – -12dB, 02 – -20dB.
NL
1 kHz
15 [WIRELESS REMOTE] Afstandsbediening
Hiermee selecteert u de sensorstand voor contact met de afstandsbediening. Als u deze optie op [OFF
instelt, zal de camcorder geen opdrachten accepteren van afstandsbedieningen.
Instellingsopties: 00 –
1, 01 –
2, 02 – OFF
.
]
16 [POWER SAVE] Stroombesparingsstand
Hiermee activeert u de stroombesparingsstand zodat de camcorder automatisch wordt uitgeschakeld als
deze door een accu wordt gevoed en circa 5 minuten lang geen bedieningshandelingen worden uitgevoerd.
Instellingsopties: 00 – ON, 01 – OFF.
17 [TALLY LAMP] Statuslampje
Hiermee stelt u in hoe het statuslampje functioneert. Ook als deze optie op [OFF] staat, zal het statuslampje
gaan branden als een opdracht wordt ontvangen vanaf de afstandsbediening.
Instellingsopties: 00 – ON, 01 – BLINK, 02 – OFF.
18 [LED] LED-indicators
Hiermee stelt u in hoe de LED-indicators op de camcorder functioneren. Als wordt gekozen voor type 1,
branden alle LED-indicators behalve die van het aansluitpunt HDV/DV. Als wordt gekozen voor type 2,
branden alle LED-indicators inclusief die van het aansluitpunt HDV/DV.
Instellingsopties: 00 – TYPE 1, 01 – TYPE 2, 02 – OFF.
19 [BEEP] Pieptoon
Hiermee selecteert u het volume van de bedieningshandelingen en waarschuwingspieptonen.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – LOW VOLUME, 02 – HIGH VOLUME.
85
Gebruikersvoorkeuze
20 [CHARACTER REC] De opname van karakters superponeren
Hiermee selecteert u of de karakterdisplays (datum en tijd) op het scherm al dan niet worden ingebed als
onderdeel van de video-opname. Als deze optie op [ON] staat, is de menuoptie [TV SCREEN] niet
beschikbaar en wordt de optie [COMP.OUT] automatisch ingesteld op [1080i/576i], en kunt u de optie [576i]
niet selecteren.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
Instellen welke camcordergegevens op het
scherm moeten worden weergegeven
Camcordergegevens op het TV-scherm verbergen/weergeven
Als u voor het opnemen een TV aansluit, kunt u ervoor kiezen de camcordergegevens op het TV-scherm
te verbergen. Bij het afspelen van de band kunt u op het TV-scherm de camcordergegevens weergeven.
Druk herhaaldelijk op de DISP.-toets om te selecteren welke camcordergegevens op het door u
aangepaste niveau moeten worden weergegeven ( 27).
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP /
TV SCREEN••••ON*
* In de opnamestand. De standaardwaarde in de afspeelstanden is [OFF].
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
optie in op [ON] of [OFF] en sluit het menu.
]. Selecteer [TV SCREEN], stel deze
De camcordergegevens verschijnen op het TV-scherm of verdwijnen van het TV-scherm, afhankelijk van de
keuze die u hebt gemaakt.
Instellen welke camcordergegevens op het scherm moeten worden
weergegeven
U kunt op basis van uw eigen voorkeur bepalen welke symbolen moeten worden weergegeven. U kunt uw
persoonlijke instellingen in de camcorder of op de geheugenkaart opslaan als een displayvoorkeursbestand.
De instellingen van de
displayvoorkeur wijzigen
Overzicht van de inhoud van
het displayvoorkeursbestand
Het displayvoorkeursbestand
opslaan op de geheugenkaart
Itemnummer
(zwarte achtergrond)
Een displayvoorkeursbestand
lezen vanaf de geheugenkaart
Code van de huidige
instellingsoptie
De instellingen van het
displayvoorkeursbestand
terugzetten naar de
standaardwaarden
De instellingen van het displayvoorkeursbestand wijzigen
MENU
(
23)
CUSTOMIZE
CUSTOM DISPLAY
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens [CUSTOM DISPLAY].
Het bewerkingsscherm van het voorkeursdisplay verschijnt. De huidige instellingen van het geselecteerde
displayvoorkeursbestand worden weergegeven in de lijst met displayvoorkeursitems.
2. Selecteer [
TUNE] in de kolom aan de linkerzijde.
Het eerste item in de lijst wordt in blauw weergegeven.
3. Selecteer in de lijst een item dat u wilt wijzigen en druk op het SELECT/SET-wiel. Kies
de gewenste instelling en druk op het SELECT/SET-wiel.
Herhaal deze stap om alle gewenste items in te stellen.
4. Als u klaar bent met het wijzigen van alle items in het displayvoorkeursbestand,
selecteer dan [
RETURN], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
5. Druk herhaaldelijk op de DISP.-toets om het door u aangepaste displayniveau te
selecteren.
86
De displayvoorkeursitems verschijnen op één scherm, en worden alleen aangegeven als
itemnummer aan de bovenzijde (nummer 00 t/m 21 met een zwarte achtergrond), en de code van de
huidige instelling onmiddellijk daaronder.
NL
Een displayvoorkeursbestand resetten
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens [CUSTOM DISPLAY].
2. Selecteer [
RESET] in de kolom aan de linkerzijde.
3. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Een displayvoorkeursbestand kopiëren naar de geheugenkaart
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens [CUSTOM DISPLAY].
2. Selecteer [
SAVE TO CARD] in de kolom aan de linkerzijde.
3. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Een displayvoorkeursbestand laden vanaf de geheugenkaart
1. Open het menu, selecteer [CUSTOMIZE] en selecteer vervolgens [CUSTOM DISPLAY].
2. Selecteer [
READ FROM CARD] in de kolom aan de linkerzijde.
3. Selecteer [OK], druk op het SELECT/SET-wiel en sluit het menu.
Lijst met displayvoorkeursitems
De standaardwaarde voor alle items is de optie die is toegewezen aan 00.
00 [REC PROGRAMS] Pictogram
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
01
[CAMERA DATA1] Cameragegevens (1/2)
Diafragmawaarde Sluitertijdwaarde
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
Gebruikersvoorkeuze
Instellingsopties
00
01
02
03
02
opnamestand
[CAMERA DATA2] Cameragegevens (2/2)
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
Belichtingsdisplay
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
Witbalansdisplay
OFF
Display versterkingskeuze
OFF
ON
OFF
ON
ON
03 [ZOOM] Zoomindicator
U kunt instellen of de zoomindicator permanent of alleen bij bediening van de zoom wordt weergegeven
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON(NORMAL), 02 – ON(ALWAYS).
04 [FOCUS] Display scherpstellingsafstand
U kunt instellen of de scherpstellingsindicator permanent of alleen bij bediening van de scherpstelling wordt
weergegeven
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON(NORMAL), 02 – ON(ALWAYS)
05 [ND] Displays ND-filter
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
87
06
[IMAGE EFFECTS] Beeldeffecten
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
07
Luchtdetail
OFF
Kleurcorrectie
OFF
ON
OFF
ON
ON
[F.ASSIST FUNC.] Hulpfuncties scherpstelling
Instellingsopties
00
01
02
03
08
Huiddetail
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
Contouren versterken Vergroten
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
[CUSTOMIZE] Voorkeuze/voorkeursfuncties
Instellingsopties
00
01
02
03
Gebruikersvoorkeuzedisplays Functievoorkeursdisplays
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
09 [RECORDING STD] Pictogram
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
HD-standaard
10 [DV REC MODE] Opnamestand
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
bij Standard Definition
11 [FRAME RATE] Beeldsnelheidsdisplay
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
12
[TAPE] Pictogrammen en gegevens met betrekking tot de band
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
Tijdcode
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
Pictogram bedieningsstand Gegevens digitale videobesturing (DV Control)
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
13 [TAPE REMAINDER] Resterende duur op band
Hiermee kunt u instellen of de resterende opnameduur op de band permanent moet worden weergegeven of
dat alleen de waarschuwing moet worden weergegeven wanneer de band bijna het eind heeft bereikt.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – NORMAL, 02 – WARNING.
14
[TAPE/CARD] Gegevens met betrekking tot de band en kaart
Instellingsopties
00
01
02
03
04
05
06
07
88
Externe besturing
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
Beeldstabilisator Pictogram beeldkwaliteit/grootte foto's
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
15
[LIGHT METERING] Gegevens met betrekking tot de lichtmeting
Instellingsopties
00
01
02
03
16
SPOT AE point
OFF
ON
OFF
ON
Pictogram lichtmetingsstand
OFF
NL
ON
[CARD] Pictogrammen met betrekking tot foto's
Instellingsopties
00
01
02
03
Beeldseriesymbool
OFF
ON
OFF
ON
Flitserdisplay
OFF
ON
17 [CARD REMAINDER] Resterende foto's op de geheugenkaart
Hiermee kunt u instellen of permanent moet worden weergegeven hoeveel foto's nog kunnen worden
gemaakt op de geheugenkaart of dat alleen een waarschuwing moet worden weergegeven wanneer de
geheugenkaart bijna vol is.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – NORMAL, 02 – WARNING.
18
[AUDIO] Audiogegevens
(behalve DV-audio)
Instellingsopties
Microfoonstand
XLR-pictogram
00
01
02
03
04
05
06
07
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
Audiostand bij Standard
Definition [DV AUDIO]
OFF
ON
OFF
ON
ON
19 [CONDENSATION] Pictogram
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – ON.
condenswaarschuwing
Gebruikersvoorkeuze
20 [BATTERY] Accugegevens
Hiermee kunt u instellen of de accugegevens permanent moeten worden weergegeven of dat alleen de
waarschuwing moet worden weergegeven wanneer de accu bijna leeg is.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – NORMAL, 02 – WARNING.
21 [WIRELESS REMOTE] Display afstandsbediening
Hiermee kunt u instellen dat de informatie met betrekking tot de afstandsbediening permanent wordt
weergegeven of dat alleen relevante waarschuwingen worden weergegeven.
Instellingsopties: 00 – OFF, 01 – NORMAL, 02 – WARNING.
89
Plaats van de voorkeursdisplays
/
03
02
09
11
12
12
00
13
01
20
21
12
02
06
19
04
14
18
08
08
06
14
02
07
02 15 16
03
18 14
14
10
14
00
17
01
02
20
21
06
19
04
05
08
08
06
02
07
90
05
07
07 16 15
Een band afspelen
Afspelen
Als het afspeelbeeld vervormd is, reinig dan de videokoppen met een Canon Video Head Cleaning
Cassette of een in de winkel verkrijgbare cassette waarmee u digitale videokoppen kunt reinigen (
144).
NL
Selecteer een afspeelstandaard op basis van de band die u wilt afspelen.
Plus/mintoets
"opname
zoeken" (REC
SEARCH +/–)
1. Zet het programmakeuzewiel op
.
2. Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [PLAYBACK STD] en stel
deze optie in op [AUTO], [HDV] of [DV], afhankelijk van de band die u wilt afspelen.
3. Sluit het menu.
Speciale afspeelstanden
De speciale afspeelstanden - uitgezonderd versneld vooruit afspelen, versneld achteruit afspelen en
afspeelpauze - kunnen alleen worden bediend met de afstandsbediening.
Afspelen
HDV
(Afspeelpauze)
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u tijdens normaal afspelen op de
camcorder of op de PAUSE
toets van de afstandsbediening.
(Versneld achteruit afspelen) /
toets van de
(Versneld vooruit afspelen)
Druk tijdens normaal afspelen op de
of
toets van de camcorder of op de REW
of FF
toets
van de afstandsbediening en houd deze toets ingedrukt om de band met 8x de normale afspeelsnelheid
versneld achteruit of versneld vooruit af te spelen.
(Achteruit afspelen)
Druk tijdens normaal afspelen op de
terug te keren naar normaal afspelen.
toets van de afstandsbediening. Druk op de
afspeeltoets om
91
(Beeld voor beeld vooruit afspelen)
Speelt de band beeld voor beeld af. Druk tijdens afspeelpauze herhaaldelijk op de
toets van de
afstandsbediening. Houd de toets ingedrukt om beeld voor beeld continu vooruit af te spelen.
(In slow motion vooruit)
Speelt de band met 1/3 van de normale snelheid af. Druk tijdens normaal afspelen of achteruit afspelen op de
SLOW
toets van de draadloze afstandsbediening. Druk op de
afspeeltoets om terug te keren naar
normaal afspelen.
DV
(Afspeelpauze)
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u tijdens normaal afspelen op de
camcorder of op de PAUSE
toets van de afstandsbediening.
(Versneld achteruit afspelen) /
toets van de
(Versneld vooruit afspelen)
Speelt de band 11,5 zo snel af (vooruit of achteruit). Druk tijdens normaal afspelen, terugspoelen of
vooruitspoelen op de
toets of
toets op de camcorder of op de REW
toets of FF
toets op
de afstandsbediening en houd deze toets ingedrukt om de band versneld af te spelen.
(Beeld voor beeld achteruit afspelen) /
(Beeld voor beeld vooruit afspelen)
Speelt de band beeld voor beeld af. Druk tijdens afspeelpauze herhaaldelijk op de
of
toets van de
afstandsbediening. Houd de toets ingedrukt om beeld voor beeld continu vooruit/achteruit af te spelen.
(In slow motion achteruit) /
(In slow motion vooruit)
Speelt de band met 1/3 van de normale snelheid af. Druk tijdens normaal afspelen of achteruit afspelen op de
SLOW
toets van de afstandsbediening. Druk op de
afspeeltoets om terug te keren naar normaal
afspelen.
(Achteruit afspelen)
Druk tijdens normaal afspelen op de
terug te keren naar normaal afspelen.
toets van de afstandsbediening. Druk op de
x2 (Tweemaal zo snel achteruit afspelen) / x2
afspelen)
afspeeltoets om
(Tweemaal zo snel normaal
Speelt de band tweemaal zo snel als normaal af. Druk tijdens normaal afspelen of achteruit afspelen op de
toets van de afstandsbediening. Druk op de
afspeeltoets om terug te keren naar normaal afspelen.
Het geluid wordt tijdens de speciale afspeelstanden onderdrukt.
Het beeld wordt tijdens sommige speciale afspeelstanden mogelijk vervormd weergegeven.
Als de camcorder in de afspeelpauzestand staat, wordt de band automatisch stopgezet na
4 minuten en 30 seconden om de band en videokoppen te beschermen.
Het beeld van een in de HDV-standaard opgenomen band wordt mogelijk vervormd weergegeven
bij versneld vooruit afspelen, versneld achteruit afspelen en achteruit afspelen.
Het beeld op de band wordt mogelijk enigszins vervormd weergegeven bij het overgangspunt
tussen opnamen in de HDV-standaard en opnamen in de DV-standaard.
92
Aansluiten op een monitor/TV
De verschillende opnamestandaards en de overeenkomende uitgangsaansluitpunten worden in de tabel
hieronder weergegeven:
HD
Aansluitpunt HD/SD SDI
[LETTERBOX] 1920x1080
ingesteld op
[OFF]
Aansluitpunt
Aansluitpunt HDV/
COMPONENT OUT
DV
D3 (1440x1080)
MPEG TS
[LETTERBOX] SD SDI
ingesteld op
[ON]
D1 (SD)
MPEG TS
D1 (SD)
DV (SD)
D1
DV (SD)
D1 (SD) Normaal
DV (SD)
SD in [LETTERBOX] 640x480
16:9 ingesteld op
[OFF]
[LETTERBOX] SD SDI
ingesteld op
[ON]
SD in 4:3
640x480
NL
Videoaansluitpunten
Aansluiting op een High Definition TV of Monitor (HDTV/HiVision)
1
Gebruik van het aansluitpunt SD/HD SDI
Zet de schakelaar in de
stand A/V1
Stereokabel STV-290N
(bijgeleverd)
INPUT
VIDEO
wit
Afspelen
Signaalstroom
geel
L
AUDIO
Rood
R
Open het afdekplaatje.
Signaalstroom
BNC-kabel
(in de winkel verkrijgbaar)
De audio- en tijdcode worden samen met de uitvoer van het
videosignaal ingebed.
Activeer de HD/SD SDI-uitvoer en selecteer de betreffende optie voor de video-uitvoer (HD of SD).
1. Zet het programmakeuzewiel op
.
93
2. Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [SDI OUTPUT] en stel deze
optie in op [ON].
3. Selecteer [SDI.SPEC.] in het submenu [SIGNAL SETUP]. Selecteer [AUTO] of
[SD LOCKED], in overeenstemming met de video-uitvoer die u wilt gebruiken.
4. Sluit het menu.
2 Gebruik van het aansluitpunt COMPONENT OUT
Open het afdekplaatje.
geel
VIDEO
Zet de schakelaar in de
stand A/V1
wit
Signaalstroom
L
AUDIO
Rood
R
Stereokabel STV-290N (bijgeleverd)
Signaalstroom
INPUT
Component Video-kabel DTC-1000
(bijgeleverd)
Rood
Pr/Cr
Blauw
Pb/Cb
Groen
Y
Selecteer het betreffende Component Video-signaal, afhankelijk van de TV of monitor die u aansluit.
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [COMP. OUT], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
3 Gebruik van het aansluitpunt HDV/DV
DV-kabel CV-150F/CV-250F
(optioneel)
4 pens
Open het afdekplaatje.
6 pens
• Als u de camcorder aansluit op een monitor of TV die DV ondersteunt, is het mogelijk dat u op de TV een
procedure moet uitvoeren waarmee de camera kan worden herkend. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
de TV of monitor.
94
• Zet, indien nodig, de DV-conversie aan en selecteer met de volgende procedure of u een conversie naar SD
wilt uitvoeren van een band die is opgenomen in HD.
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [HD DOWN-CONV], selecteer
een instellingsoptie en sluit het menu.
NL
4 Gebruik van het aansluitpunt VIDEO
Als u aansluit op een TV, zet de ingangskeuzeschakelaar dan op VIDEO. Als u aansluit op een videorecorder,
zet de ingangskeuzeschakelaar dan op LINE.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV of videorecorder.
Open het afdekplaatje.
Als u gebruik wilt maken van het aansluitpunt A/V, zet de keuzeschakelaar
van de video-uitvoer dan op A/V1.
Zet de schakelaar op V2 als u het
aansluitpunt BNC (VIDEO2) wilt
gebruiken.
INPUT
geel
Signaalstroom
Stereokabel STV-290N (bijgeleverd)
VIDEO
wit
L
AUDIO
Rood
R
Het verdient aanbeveling om de camcorder via een stopcontact van stroom te voorzien.
Aansluiting op een normale TV of monitor (geen HDTV/HiVision)
1 Gebruik van het aansluitpunt COMPONENT OUT
Afspelen
Raadpleeg het aansluitschema in de vorige paragraaf ( 94).
Selecteer het betreffende Component Video-signaal, afhankelijk van de TV of monitor die u aansluit.
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [COMP. OUT], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
2 Gebruik van het aansluitpunt VIDEO
Raadpleeg het aansluitschema in de vorige paragraaf ( 95).
Als u aansluit op een TV, zet de ingangskeuzeschakelaar dan op VIDEO. Als u aansluit op een videorecorder,
zet de ingangskeuzeschakelaar dan op LINE.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV of videorecorder.
Als u de camcorder aansluit op een TV-toestel met een hoogte/breedteverhouding van 4:3, wijzig de optie
[LETTERBOX] dan dienovereenkomstig.
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [LETTERBOX], stel deze optie
in op [ON] en sluit het menu.
95
3 Gebruik van de SCART-adapter
Open het afdekplaatje.
Als u gebruik wilt maken van het
aansluitpunt A/V, zet de keuzeschakelaar
van de video-uitvoer dan op A/V1. Zet de
schakelaar op V2 als u het aansluitpunt
BNC (VIDEO2) wilt gebruiken.
Rood
wit
Stereokabel STV-290N
(bijgeleverd)
geel
AUDIO AUDIO VIDEO
(R) (L/MONO)
Signaalstroom
SCART-adapter
PC-A10
Als u aansluit op een TV, zet de ingangskeuzeschakelaar dan op VIDEO. Als u aansluit op een videorecorder,
zet de ingangskeuzeschakelaar dan op LINE.
De bijgeleverde SCART-adapter PC-A10 is alleen voor uitgangssignalen. Gebruik voor analoge line-in
opnamen of omzetting van analoog naar digitaal een apart aan te schaffen SCART-adapter met
ingangsmogelijkheid.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV of videorecorder.
Als u de camcorder aansluit op een TV-toestel met een hoogte/breedteverhouding van 4:3, wijzig de optie
[LETTERBOX] dan dienovereenkomstig.
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [LETTERBOX], stel deze optie
in op [ON] en sluit het menu.
Het verdient aanbeveling om de camcorder via een stopcontact van stroom te voorzien.
96
SD Audio-uitgang
NL
De audio selecteren
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
SEL AUDIO CH•CH 1/3 / CH 2/4
Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [SEL AUDIO CH], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
De audioregeling selecteren
MENU
(
23)
AUDIO SETUP
AUD.M.SET•••CH 1/2
Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [AUD.M.SET], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
Als u [MIX/VAR.] hebt geselecteerd, stel dan de mengbalans bij met de MIX BALANCE-toetsen op de
afstandsbediening.
Geselecteerde audiouitgang
CH 1/3 / CH 2/4
Audio-opnamen op
2 kanalen
Linkeruitgang: L of CH1
Rechteruitgang: R of CH2
Audioregeling
[AUD.M.SET]
CH 1/2
CH 3/4
MIX/FIXED
MIX/VAR.
CH 1/3 / CH 1/3
Linkeruitgang: L of CH1
Rechteruitgang: L of CH1
CH 1/2
CH 3/4
MIX/VAR.
CH 2/4 / CH 2/4
Linkeruitgang: R of CH2
Rechteruitgang: R of CH2
CH 1/2
CH 3/4
MIX/FIXED
MIX/VAR.
Linkeruitgang: CH1
Rechteruitgang: CH2
Linkeruitgang: CH3
Rechteruitgang: CH4
Linkeruitgang: CH1+CH3
Rechteruitgang: CH2+CH4
Mengbalans vast ingesteld op 1:1
Linkeruitgang: CH1+CH3
Rechteruitgang: CH2+CH4
Mengbalans kan worden bijgesteld
Linkeruitgang: CH1
Rechteruitgang: CH1
Linkeruitgang: CH3
Rechteruitgang: CH3
Linkeruitgang: CH1+CH3
Rechteruitgang: CH1+CH3
Mengbalans vast ingesteld op 1:1
Linkeruitgang: CH1+CH3
Rechteruitgang: CH1+CH3
Mengbalans kan worden bijgesteld
Linkeruitgang: CH2
Rechteruitgang: CH2
Linkeruitgang: CH4
Rechteruitgang: CH4
Linkeruitgang: CH2+CH4
Rechteruitgang: CH2+CH4
Mengbalans vast ingesteld op 1:1
Linkeruitgang: CH2+CH4
Rechteruitgang: CH2+CH4
Mengbalans kan worden bijgesteld
Afspelen
MIX/FIXED
Audio-opnamen op 4 kanalen
97
Terugkeren naar een eerder gemarkeerde
positie
Als u later naar een bepaalde scène wilt teruggaan, markeer dan dit punt met het nulstelgeheugen en de
band zal dan op dit punt stoppen wanneer u de band terug- of vooruitspoelt.
Deze functie wordt uitgevoerd met de afstandsbediening.
Terugspoeltoets (REW
)
Nulstelgeheugentoets
(ZERO SET MEMORY)
Stoptoets (STOP
)
1. Druk tijdens het afspelen op de ZERO SET MEMORY-toets bij het punt waarnaar u
later wilt terugkeren.
• De bandteller wordt gereset naar 0:00:00 en de
markering verschijnt.
• Als u deze instelling wilt annuleren, druk dan nogmaals op de ZERO SET MEMORY-toets.
2. Zet de band na het afspelen stop en spoel deze terug.
• Als de bandteller een negatieve waarde laat zien, spoel de band in plaats hiervan dan vooruit.
• De band stopt automatisch bij “0:00:00” en de
markering verdwijnt.
• De bandteller verandert in de tijdcode.
Het nulstelgeheugen werkt mogelijk niet correct als de tijdcode niet achtereenvolgens is
opgenomen.
De nulstelgeheugenfunctie werkt mogelijk niet correct als u op dezelfde band opnamen met zowel
de HDV- als DV-standaard hebt gemaakt.
98
Index zoeken
Met de indexzoekfunctie kunt u zoeken naar elk punt dat u eerder met een indexsignaal hebt
gemarkeerd ( 67). Deze functie wordt uitgevoerd met de afstandsbediening.
/
NL
toetsen
Zoekkeuzetoets
(SEARCH SELECT)
1. Druk op de SEARCH SELECT-toets om “INDEX SEARCH” weer te geven.
verschijnt.
2. Druk op de
of
toets om te beginnen met zoeken.
• Druk meer dan eenmaal om naar verdere indexsignalen te zoeken (tot 10 keer).
• Druk op de STOP
toets om te stoppen met zoeken.
Het is mogelijk dat het afspelen iets voor of na het indexsignaal wordt gestart.
De indexzoekfunctie werkt mogelijk niet correct als u op dezelfde band opnamen met zowel de
HDV- als DV-standaard hebt gemaakt.
Afspelen
99
Datum zoeken
Met de datumzoekfunctie kunt u de wijziging van de datum/tijdzone lokaliseren.
Deze functie wordt uitgevoerd met de afstandsbediening.
/
toetsen
Zoekkeuzetoets
(SEARCH SELECT)
1. Druk op de SEARCH SELECT-toets om “DATE SEARCH” weer te geven.
verschijnt.
2. Druk op de
of
toets om te beginnen met zoeken.
• Druk meer dan eenmaal om naar verdere datumwijzigingen te zoeken (tot 10 keer).
• Druk op de STOP
toets om te stoppen met zoeken.
Een opname van langer dan een minuut per datum/tijdzone is vereist.
De datumzoekfunctie werkt mogelijk niet correct als de datacodering niet correct wordt
weergegeven.
De datumzoekfunctie werkt mogelijk niet correct als u op dezelfde band opnamen met zowel de
HDV- als DV-standaard hebt gemaakt.
100
De datacodering weergeven
De camcorder houdt een datacodering bij die de opnamedatum en opnametijd en andere
cameragegevens zoals de sluitertijd, versterking en belichting (f-stop) bevat.
NL
MENU-toets
Datacoderingstoets
(DATA CODE)
SELECT/
SET-wiel
WL-D5000
MENU-toets
Datacoderingscombinatie selecteren
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
DATA CODE••••DATE & TIME
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
een instellingsoptie en sluit het menu.
]. Selecteer [DATA CODE], selecteer
De datacodering weergeven
Druk op de afstandsbediening op de DATA CODE-toets.
De volgende keer dat u de camcorder aanzet, zal de datacodering niet verschijnen.
De datum en tijd verschijnen 6 seconden lang als u begint met afspelen of wanneer de datum of tijdzone
gewijzigd is.
MENU
(
23)
DISPLAY SETUP/
6SEC.DATE••••OFF
Open het menu en selecteer [DISPLAY SETUP/
[ON] en sluit het menu.
]. Selecteer [6SEC.DATE], zet dit op
101
Afspelen
6-seconden automatische datering
De sensorstand voor contact met de
afstandsbediening wijzigen
De sensor voor contact met de afstandsbediening kan in twee standen worden ingesteld en kan worden
uitgeschakeld zodat de camcorder niet onbedoeld reageert op andere afstandsbedieningen van Canon
die in de directe omgeving worden gebruikt.
De sensorstand voor draadloos contact wijzigen op de camcorder
Wijzig de optie [WIRELESS REMOTE] van het functievoorkeursbestand (
85).
De sensorstand voor draadloos contact wijzigen op de afstandsbediening
Druk op ZOOM T en houd deze toets langer dan 2 seconden ingedrukt om op de
afstandsbediening sensorstand 2 te kiezen. Druk op ZOOM W en houd deze toets langer
dan 2 seconden ingedrukt om op de afstandsbediening sensorstand 1 te kiezen.
Als u de camcorder hebt ingesteld op stand 1, druk dan op de ZOOM-toets W voor stand 1.
De afstandsbediening keert terug naar stand 1 als u de batterijen vervangt. Wijzig, indien nodig, de
stand.
Zorg ervoor dat zowel de camcorder als de afstandsbediening op dezelfde sensorstand wordt
ingesteld. Roep de sensorstand van de camcorder op door op de afstandsbediening een
willekeurige toets (behalve REMOTE SET) in te drukken en kies dan dezelfde stand op de
afstandsbediening. Vervang de batterijen als de afstandsbediening nog steeds niet werkt.
102
Een extern videosignaal opnemen
(Analoge lijningang, HDV/DV-ingang)
Videobeelden bewerken
Op de band kunt u een extern videosignaal opnemen vanaf de analoge video-ingang (SD-standaard) of
vanaf de HDV/DV-ingang (SD- of HD-standaard).
NL
Analoog Line-In
1. Sluit de camcorder aan op het analoge videoapparaat.
Raadpleeg het aansluitschema in paragraaf 4 van Aansluiten op een monitor/TV (
op een analoog apparaat.
95) voor aansluiting
2. Zet het programmakeuzewiel op
en plaats een lege cassette.
3. Open het menu en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [DV AUDIO], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
4. Aangesloten apparaat: Plaats de opgenomen cassette.
5. Druk op de
toets en
toets (of de REC PAUSE-toets op de draadloze
afstandsbediening).
• De camcorder komt in de opnamepauzestand. In deze stand kunt u het beeld op het scherm controleren.
• Als u alleen op de
toets drukt, begint de opname onmiddellijk.
6. Aangesloten apparaat: Start het afspelen van de cassette.
7. Druk op de
toets (of de PAUSE
toets op de draadloze afstandsbediening) als de
scène verschijnt die u wilt opnemen.
De opname begint.
8. Druk op de
toets om te stoppen met opnemen.
9. Aangesloten apparaat: Stop met afspelen.
HDV/DV-ingang
Als u opneemt vanaf een extern digitaal apparaat, kunt u de tijdcode selecteren die moet worden
gebruikt voor de opname die met deze camcorder wordt gemaakt. Selecteer [COPY] om de originele
tijdcode van de videobron te behouden, of selecteer [REGEN.] om in plaats daarvan de interne tijdcode
van de camcorder te gebruiken.
1. Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP] en selecteer het submenu [TIME CODE].
2. Selecteer [HDV/DV IN], selecteer een instellingsoptie en sluit het menu.
3. Sluit de camcorder aan op het externe videoapparaat.
94) voor aansluiting
4. Zet het programmakeuzewiel op
en plaats een lege cassette.
5. Aangesloten apparaat: Plaats de opgenomen cassette of schijf.
6. Druk op de
toets en
toets (of de REC PAUSE-toets op de draadloze
afstandsbediening).
• De camcorder komt in de opnamepauzestand. In deze stand kunt u het beeld op het scherm controleren.
• Als u alleen op de
toets drukt, begint de opname onmiddellijk.
7. Aangesloten apparaat: Start met afspelen.
8. Druk op de
toets (of de PAUSE
toets op de draadloze afstandsbediening) als de
scène verschijnt die u wilt opnemen.
De opname begint.
9. Druk op de
toets om te stoppen met opnemen.
10.Aangesloten apparaat: Stop met afspelen.
103
Videobeelden
Raadpleeg het aansluitschema in paragraaf 3 van Aansluiten op een monitor/TV (
op een digitaal apparaat.
Betreffende auteursrechten
Bescherming van auteursrechten
Op bepaalde voorbespeelde videobanden, films en andere materialen, evenals sommige
televisieprogramma's, rusten auteursrechten. Onbevoegd opnemen van deze materialen kan een inbreuk
betekenen op wetten die de auteursrechten beschermen.
Auteursrechtsignalen
Tijdens weergave: Als u een band probeert af te spelen die auteursrechtsignalen bevat ter bescherming van
software, dan verschijnt gedurende enkele seconden het bericht "COPYRIGHT PROTECTED PLAYBACK IS
RESTRICTED" en laat de camcorder een leeg blauw scherm zien. De inhoud van de cassette kan dan niet
worden bekeken.
Tijdens opnemen: Als u een opname probeert te maken vanaf software waarop auteursrechtsignalen staan
ter bescherming van de software, verschijnt het bericht “COPYRIGHT PROTECTED DUBBING
RESTRICTED”. De inhoud van de software kan dan niet worden opgenomen.
Met deze camcorder kunt u signalen voor bescherming van auteursrechten niet op een band opnemen.
Het verdient aanbeveling om de camcorder via een stopcontact van stroom te voorzien.
De bijgeleverde SCART-adapter PC-A10 is alleen voor uitgangssignalen. Gebruik voor analoge
line-in opnamen of omzetting van analoog naar digitaal een apart aan te schaffen SCART-adapter
met ingangsmogelijkheid.
104
Analoge signalen omzetten in digitale
signalen (analoog-digitaal omzetter)
Met de camcorder kunt u analoge video-ingangssignalen omzetten in een digitaal videosignaal (SDstandaard) en deze uitvoeren via het aansluitpunt HDV/DV.
MENU
(
23)
SIGNAL SETUP
NL
AV DV••••••••OFF
Open het menu en selecteer [SIGNAL SETUP]. Selecteer [AV DV], stel deze optie in op
[ON] en sluit het menu.
De omzetting van analoge in digitale signalen werkt mogelijk niet correct. Dit is afhankelijk van het
signaal dat wordt verzonden vanaf het aangesloten apparaat. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om
signalen voor bescherming van auteursrechten of abnormale signalen zoals echosignalen).
Stel bij normaal gebruik de optie [AV DV] in op [OFF]. Als deze optie op [ON] staat, kunnen
digitale signalen niet via het aansluitpunt HDV/DV van de camcorder worden ingevoerd.
Afhankelijk van de software en de specificaties van uw computer kan het voorkomen dat u
omgezette signalen niet via het aansluitpunt HDV/DV kunt uitvoeren.
Het verdient aanbeveling om de camcorder via een stopcontact van stroom te voorzien.
U kunt de AV DV-toets op de draadloze afstandsbediening indrukken. Als u herhaaldelijk op deze
toets drukt, schakelt u de AV DV-conversie in en uit.
Gebruik een SCART-adapter met ingangsmogelijkheid (apart aan te schaffen) als u een verbinding
maakt met een TV/video die is uitgerust met een SCART-aansluitpunt. De bijgeleverde SCARTadapter PC-A10 is alleen voor uitgangssignalen.
Videobeelden
105
Aansluiting op een computer (IEEE1394)
Als u de camcorder op een computer wilt aansluiten, dan moet uw systeem aan het volgende voldoen:
een computer die is uitgerust met een IEEE1394 (DV)-aansluitpunt en geïnstalleerde
videobewerkingssoftware waarmee u video kunt vastleggen. Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F
(4 pennen aan de ene en 4 pennen aan de andere zijde) of CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen
aan de andere zijde). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de videobewerkingssoftware voor meer
informatie over wat de minimale systeemvereisten voor videobewerking zijn.
Gebruikers van Windows XP (SP2) kunnen gebruik maken van de CONSOLE-software (apart aan te
schaffen) om video- en audio-opnamen (in de HDV- of DV-standaard) te downloaden vanaf de
camcorder naar de harde schijf van de computer. Zie voor bijzonderheden de Help-modules van de
software.
IEEE1394-aansluitpunt
DV-kabel CV-150F/
CV-250F
DV-kabel (optioneel)
4-pens
6-pens
Afhankelijk van de software en de specificaties/instellingen van uw computer werkt de verbinding
met de computer mogelijk niet naar behoren.
Als de computer bevriest terwijl de camcorder is aangesloten, verwijder dan de DV-kabel en sluit
deze opnieuw aan. Als het probleem aanhoudt, ga dan als volgt te werk; maak de kabel los, zet
zowel de camcorder als computer uit en weer aan, en sluit beide apparaten opnieuw op elkaar aan.
Overtuig u ervan of het systeem waarmee de computer video vastlegt, compatibel is met de
videosignaalstandaard die u gebruikt. Als de computer niet compatibel is met de signaalstandaard
van de video-uitvoer van de camcorder, dan kan het gebeuren dat de camcorder niet correct wordt
gedetecteerd of niet correct werkt.
Raadpleeg ook de handleiding van de computer en de bewerkingssoftware.
Stel de optie [PLAYBACK STD] en [HD DOWN-CONV] bij in overeenstemming met de
videosignaalstandaards van de aangesloten computer.
Als u een videosignaal uitvoert vanaf de camcorder naar de computer:
- Uitvoer van HDV -video: Zet [PLAYBACK STD] op [HDV] en [HD DOWN-CONV] op [OFF].
- Uitvoer van DV -video: Zet [PLAYBACK STD] op [DV].
- Uitvoer van DV -video van een opname die oorspronkelijk is gemaakt in de HDV-standaard: Zet
[PLAYBACK STD] op [HDV] en [HD DOWN-CONV] op [ON].
Als u een videosignaal invoert vanaf de computer naar de camcorder:
- Invoer van HDV -video: Zet [PLAYBACK STD] op [HDV] en [HD DOWN-CONV] op [OFF].
- Invoer van DV -video: Zet [PLAYBACK STD] op [DV].
106
De beeldkwaliteit/grootte selecteren
Gebruik van een geheugenkaart
De beeldkwaliteit van foto's wijzigen
NL
U kunt kiezen tussen Superfine, Fine en Normal.
*
*Alleen bij het afspelen van een band.
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
IMG QUALITY••FINE
Open het menu en selecteer [RECORDING SETUP]. Selecteer [IMG QUALITY], selecteer
een instellingsoptie en sluit het menu.
De beeldgroottes van foto's wijzigen
Welke beeldgroottes beschikbaar zijn, hangt af van de bedieningsstand en de opnamestandaard.
Foto's maken in de
stand
LW 1920x1080
SW 848x480
L 1440x1080
S 640x480
Gelijktijdig een foto maken in
de stand
[HD] of [SD16:9]: LW 1920x1080
SW 848x480
Gelijktijdig een foto maken in
de stand
Film die opgenomen is [HD]: LW 1920x1080
SW 848x480
[SD4:3]: L 1440x1080
S 640x480
Film die opgenomen is [SD16:9]: SW 848x480
Film die opgenomen is in [SD4:3]: S 640x480
*
*Alleen bij het afspelen van een band.
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
IMAGE SIZE•••1440x1080
HD IMG SIZE•••1440x1080
Open het menu en selecteer [RECORDING SETUP]. Selecteer [IMAGE SIZE] ([HD IMG
SIZE] in de stand
), selecteer een instellingsoptie en sluit het menu.
Foto's worden op de geheugenkaart gemaakt met gebruik van JPEG-compressie.
Aantal foto's
dat op een geheugenkaart kan worden gemaakt:
Beeldgrootte
LW 1920 x 1080
SW 848 x 480
S 640 x 480
Super Fine
Fine
Normal
Super Fine
Fine
Normal
Super Fine
Fine
Normal
Super Fine
Fine
Normal
16MB
9
14
28
50
70
140
12
19
38
65
95
170
Aantal foto's
128MB
90
135
265
455
645
1295
120
180
350
595
865
1555
512MB
350
525
1035
1770
2510
5030
470
700
1370
2320
3350
6035
Bestandsgrootte
per foto
1360kB
910kB
460kB
280kB
190kB
100kB
1020kB
690kB
350kB
215kB
149kB
82kB
-Deze waarden vormen een indicatie. Deze variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden
en het onderwerp.
-Het totale aantal foto's dat kan worden gemaakt, neemt af als u op de geheugenkaart
gebruikersvoorkeuzebestanden opslaat.
107
Gebruik van een geheugenkaart
L 1440 x 1080
Beeldkwaliteit
Bestandsnummers
Aan foto's worden automatisch bestandsnummers toegewezen van 0101 t/m 9900, en deze worden
opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto's. Mappen worden genummerd van 101 t/m 998.
RESET
CONTINUOUS
Het bestandsnummer wordt telkens gereset als een nieuwe geheugenkaart wordt
geplaatst. Als de geheugenkaart al fotobestanden bevat, wordt het eerstvolgende
bestandsnummer toegewezen.
De camcorder onthoudt het bestandsnummer van de laatste foto en wijst aan de
volgende foto het hierop volgende bestandsnummer toe, zelfs wanneer een nieuwe
geheugenkaart wordt geplaatst. (Als er op de geheugenkaart al een hoger
bestandsnummer bestaat, wordt het eerstvolgende nummer toegewezen.)
Bestandsnummers worden niet gedupliceerd. Dit komt van pas als u beelden op een
computer wilt ordenen.
*
*Alleen bij het afspelen van een band.
MENU
(
23)
RECORDING SETUP
FILE NOS.••••CONTINUOUS
Als u de instelling wilt wijzigen, open dan het menu en selecteer [RECORDING SETUP].
Selecteer [FILE NOS.], stel deze optie in op [RESET] en sluit het menu.
108
Foto's maken op een geheugenkaart
U kunt rechtstreeks op de geheugenkaart een foto maken. U kunt ook tijdens het opnemen of afspelen
van video op de band tegelijkertijd een foto maken op de geheugenkaart.
NL
Fototoets (PHOTO)
Fototoets (PHOTO)
/
Kaart/
bandschakelaar
Kaarttoegangsindicator
1. Draai het programmakeuzewiel naar een opnameprogramma en zet de
bandschakelaar op
.
2. Druk de PHOTO-toets half in.
/
kaart/
• Het symbool
wordt groen zodra is scherp gesteld. Het beeld wordt mogelijk korte
tijd niet scherp weergegeven als de camcorder bezig is met scherpstellen.
• Terwijl de PHOTO-toets half ingedrukt is, kunt u ook met de scherpstelring scherp
stellen.
• De belichting wordt vergrendeld.
• Als u op de afstandsbediening de PHOTO-toets indrukt, wordt de foto onmiddellijk
gemaakt.
3. Druk de PHOTO-toets volledig in.
• Het symbool
verdwijnt.
• De kaarttoegangsindicator knippert en het kaarttoegangsdisplay verschijnt.
109
Gebruik van een geheugenkaart
Als u een SDHC-geheugenkaart of SD-geheugenkaart gebruikt, zorg er dan voor dat het
wisbeveiligingsschuifje zo staat dat u een foto kunt maken. , Het bericht “THE CARD IS SET FOR
ERASURE PREVENTION” verschijnt als u een foto probeert te maken op een geheugenkaart die
tegen schrijven beveiligd is.
Zet de camcorder niet uit, wijzig de stand van de /
kaart/bandschakelaar of het
programmakeuzewiel niet en verwijder de geheugenkaart niet als de kaarttoegangsindicator
(CARD) knippert. Als u dat wel doet, kunnen gegevens beschadigd raken.
Als de stand voor de scherpstellingsprioriteit op [ON] staat in het functievoorkeursbestand (
84):
Als u de PHOTO-toets volledig indrukt voordat het symbool
groen wordt, kan het tot 2 seconden
duren (4 seconden met het nachtopnameprogramma) totdat scherp is gesteld.
Als het onderwerp niet geschikt is voor autofocus, wordt de scherpstelling door de camcorder
vergrendeld. Stel in dat geval handmatig scherp met de scherpstelring.
Als de stand voor de scherpstellingsprioriteit op [OFF] staat in het functievoorkeursbestand
(
84):
Bij stap 2 verandert
in een groene kleur en worden de scherpstelling en belichting vergrendeld.
Over de stroombesparingsfunctie:
In de stand
: De camcorder gaat bij gebruik van de accu automatisch over op de
stroombesparingsstand als u de camcorder 5 minuten lang niet bedient. Dit wordt gedaan om
stroom te besparen. Met de optie [POWER SAVE] in het functievoorkeursbestand ( 85) kunt u
instellen of de stroom moet worden uitgeschakeld (kies [ON]) of niet moet worden uitgeschakeld
(kies [OFF]).
Indien de stroombesparingsfunctie op [ON] staat en de camcorder automatisch wordt
uitgeschakeld, druk dan op de STANDBY-toets of draai het programmakeuzewiel naar OFF en
terug naar een opnamestand als u het opnemen wilt hervatten.
Een foto maken op een geheugenkaart terwijl u een film opneemt op de
band
Met de voorkeursfuncties ( 79) kunt u instellen dat tijdens het opnemen van video op de band
gelijktijdig een foto kan worden gemaakt op de geheugenkaart. Als u [ON+CP DATA] selecteert, kunt u
tevens de momenteel gebruikte gebruikersvoorkeuze-instellingen opslaan binnen de foto. Dit is erg
handig als u later het gebruikersvoorkeuzebestand wilt laden door het stilbeeld te selecteren dat in een
bepaalde scène is vastgelegd.
1. Gebruik de functievoorkeursinstellingen om in te stellen dat tijdens het opnemen
gelijktijdig een foto kan worden gemaakt ( 84).
2. Druk tijdens het opnemen van de film op de PHOTO-toets.
Het symbool
verschijnt als u de PHOTO-toets indrukt als [SIMULT.IMG.REC] op [OFF] staat.
Een foto maken vanaf een band
Met de voorkeursfuncties (
afspeelpauzestand.
79) kunt u instellen dat een foto kan worden gemaakt tijdens de
1. Gebruik de functievoorkeursinstellingen om in te stellen dat tijdens afspeelpauze
gelijktijdig een foto kan worden gemaakt ( 84).
2. Druk tijdens afspeelpauze op de PHOTO-toets om het beeldje op de geheugenkaart
vast te leggen als een foto.
110
Cameragegevens op het scherm tijdens het maken van een foto
Beeldkwaliteit en beeldgrootte
Geeft de kwaliteit en grootte aan die momenteel is
geselecteerd voor het maken van foto's.
NL
Resterende capaciteit op de geheugenkaart
voor foto's
knippert in rood: geen kaart aanwezig
brandt in groen: 6 of meer foto's
brandt in geel: 1 t/m 5 foto's
brandt in rood: geen foto's meer mogelijk
Symbool voor lichtmetingsmethode ( 114)
Geeft aan welke lichtmetingsmethode momenteel
voor het maken van foto's is geselecteerd.
Beeldseriesymbool ( 112)
Geeft aan welke beeldseriestand momenteel voor
het maken van foto's is geselecteerd.
• Het kan voorkomen dat het aantal resterende foto's niet
afneemt als een foto is gemaakt of dat het aantal ineens
met 2 afneemt.
• Alle indicators worden in groen weergegeven als een
geheugenkaart wordt weergegeven.
“
” Kaarttoegangsdisplay
Geeft aan dat de camcorder gegevens op de
geheugenkaart schrijft.
Gebruik van een geheugenkaart
111
De beeldseriestand selecteren
Continu-opnamen
Continu-opnamen met hoge
snelheid
Reeksopnamen
(AEB - Auto Exposure
Bracketing)
Enkel
Legt een snelle serie foto's vast terwijl u de PHOTO-toets ingedrukt houdt.
Zie de tabel hieronder voor het aantal beeldjes per seconde.
De camcorder maakt een foto met drie verschillende belichtingen (donker,
normaal, licht in stappen van 1/2 EV).
Maakt één enkele foto als u de PHOTO-toets indrukt.
Beeldserietoets
(DRIVE MODE)
Fototoets
(PHOTO)
De beeldseriestand wijzigen
1. Zet het programmakeuzewiel op een ander opnameprogramma dan
en zet de
/
kaart/bandschakelaar op
.
2. Druk op de DRIVE MODE-toets om heen en weer te gaan tussen de beeldseriestanden.
De instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt.
Continu-opnamen/continu-opnamen met hoge snelheid
Druk de PHOTO-toets in en houd deze ingedrukt.
Zolang u de PHOTO-toets ingedrukt houdt, wordt een serie foto's gemaakt.
Maximaal aantal foto's dat per keer in de continustand kan worden gemaakt:
Aantal beeldjes per seconde
Normale snelheid
Hoge snelheid
2.5 beeldjes
4.1 beeldjes
Maximum aantal
continu-opnamen
60 foto's
- Deze waarden zijn bij benadering gegeven en variëren al naargelang de opnameomstandigheden
en onderwerpen.
- Er moet voldoende ruimte op de geheugenkaart aanwezig zijn. Continu-opnamen wordt stopgezet
als de kaart vol is.
112
Reeksopnamen (AEB)
Druk de PHOTO-toets in.
Op de geheugenkaart worden drie foto's met verschillende belichtingen gemaakt.
NL
Overtuig u ervan of er op de geheugenkaart voldoende ruimte is.
Gebruik van een geheugenkaart
113
De lichtmetingsmethode selecteren
EVALUATIVE
CENT.WEIGHT.AVERAGE
SPOT
Deze methode is geschikt voor normale opnameomstandigheden,
inclusief scènes met achtergrondverlichting. De camcorder deelt ten
behoeve van de lichtmeting beelden in verschillende zones in. Daarna
volgt een evaluatie van de positie en helderheid van het onderwerp, de
achtergrond, direct licht of achtergrondverlichting, en wordt de
belichting van het hoofdonderwerp dienovereenkomstig bijgesteld.
Berekent het gemiddelde van het licht dat op het gehele scherm wordt
gemeten, en geeft hierbij meer gewicht aan het onderwerp in het
midden.
Meet het licht in het gebied binnen het Spot AE Point kader.
toets
Fototoets
(PHOTO)
1. Zet het programmakeuzewiel op
bandschakelaar op
.
2. Druk op de
toets.
, Tv, Av of M, en zet de
/
kaart/
• De instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt.
• Het symbool van de momenteel geselecteerde instelling wordt weergegeven.
• Als u
(SPOT) hebt geselecteerd, verschijnt het AE Point kader
in het midden van het scherm.
114
Gebruik van een optionele flitser
U kunt gebruik maken van de met E-TTL II compatibele Canon Speedlite-flitsers die zijn ontworpen voor
gebruik met de Canon SLR-camera's, inclusief de modellen 420EX/430EX/550EX/580EX, om bij weinig
licht natuurlijke foto's te maken. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de Speedlite-flitser.
NL
Een Speedlite-flitser aansluiten
Als u een Canon Speedlite-flitser aansluit, kunt u geen gebruik maken van de Off-Camera Shoe
Cord (verlengkabel) die is ontworpen voor Canon EOS SLR camera's.
Zet altijd de camcorder uit wanneer u de flitser aansluit of verwijdert.
1. Steek de montagevoet van de flitser recht en volledig in de hot shoe.
2. Draai de borgring vast.
Als u aan de borgring draait, komt de grendelpen naar buiten om de flitser op zijn plaats vast te zetten.
De flitser wordt als volgt verwijderd:
Draai de borgring in zijn geheel in de tegengestelde richting. Controleer of de borgpen vrijgekomen is en
verwijder alleen dan de flitser uit de geavanceerde accessoireschoen.
Gebruik van de flitser
1. Zet het programmakeuzewiel op een ander opnameprogramma dan M en zet de flitser
aan.
• Terwijl de Speedlite-flitser wordt opgeladen, knippert de indicator in wit. De indicator blijft in groen
branden zodra de flitser opgeladen is.
• Vervang de batterijen van de flitser als de indicator lange tijd in wit blijft knipperen.
2. Druk de PHOTO-toets in om een foto te maken.
115
Gebruik van een geheugenkaart
Wacht totdat de flitser is opgeladen voordat u een foto maakt. U kunt een foto maken terwijl de
flitser wordt opgeladen, maar de flitser zal dan niet afgaan.
Zet de Speedlite-flitser uit als u deze niet gebruikt.
De flitser gaat niet af tijdens belichtingsvergrendeling en in de stand M (handmatig).
Bij gebruik van de flitser kunnen in de Tv-stand alleen sluitertijden van 1/4 - 1/500 worden gebruikt.
De camcorder biedt geen ondersteuning voor de functie Bounce Flash (reflectieflits) of de functie
Wireless Multiple Flash System (gebruik van meerdere draadloze flitsers) van de Speedlite-flitsers
420EX/430EX/550EX/580EX.
De camcorder biedt geen ondersteuning voor de functie ST-E2 Wireless Speedlite Flash
Transmitter (draadloze zender) of de Wireless Master/Slave Control (draadloze flitsbesturing) van
de Speedlite-flitsers 420EX/430EX/550EX/580EX.
Als u opnamen maakt onder zeer donkere omstandigheden en u de PHOTO-toets half ingedrukt
houdt, is het mogelijk dat de AF-hulplamp van de Speedlite-flitser gaat branden (als u opneemt met
gebruik van de autofocus en [FOCUS PRIORITY] op [ON] staat).
De Speedlite-flitser gaat niet uit als de beeldseriestand (DRIVE MODE) op reeksopnamen (AEB Auto Exposure Bracketing) is ingesteld.
Een foto bekijken zodra deze is gemaakt
U kunt de camcorder zo instellen dat u direct na de opname een foto 2, 4, 6, 8 of 10 seconden lang kunt
bekijken.
MENU
(
23)
CAMERA SETUP
REVIEW •••••••2SEC
Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP]. Selecteer [REVIEW], selecteer een
instellingsoptie en sluit het menu.
Houd na het maken van de foto de PHOTO-toets ingedrukt om de foto weer te geven.
Het fotomenu verschijnt als u het SELECT/SET-wiel indrukt terwijl u een foto bekijkt, of wanneer u
direct na het maken van de foto het SELECT/SET-wiel indrukt. In dit menu kunt u foto's beveiligen
(
120) of wissen ( 119).
[REVIEW] kan niet worden geselecteerd als
(continu-opnamen),
(continu-opnamen met
hoge snelheid) of
(reeksopnamen [AEB - Auto Exposure Bracketing]) is geselecteerd.
116
Foto's weergeven vanaf een geheugenkaart
programmakeuzewiel
NL
Kaart/
bandschakelaar
/
- toets
Diashowtoets
(SLIDESHOW)
+ toets
1. Zet het programmakeuzewiel op
en zet de /
kaart/bandschakelaar op
2. Druk op
+ / – toets om de foto's te doorlopen.
.
Het kan voorkomen dat foto's die niet met deze camcorder zijn gemaakt, zijn geupload vanaf een
computer, zijn bewerkt op een computer of waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd, niet correct
worden weergegeven.
Zet de camcorder niet uit, wijzig de stand van de /
kaart/bandschakelaar of het
programmakeuzewiel niet, open de afdekking van de geheugenkaart niet en verwijder de
geheugenkaart niet als de kaarttoegangsindicator (CARD) knippert. Als u dat wel doet, kunnen
gegevens beschadigd raken.
Diashow
Druk op de SLIDESHOW-toets.
• Foto's worden na elkaar weergegeven.
• Druk nogmaals op de toets om de diashow stop te zetten.
Gebruik van een geheugenkaart
117
Indexscherm
1. Verplaats de zoomregelaar naar W.
Er verschijnen maximaal 6 foto's.
2. Draai aan het SELECT/SET-wiel om een foto te selecteren.
• Verplaats de “
” naar de foto die u wilt bekijken.
• U kunt heen en weer gaan tussen pagina's door de
+ / – toets in te drukken.
3. Zet de zoomregelaar naar T of druk op het SELECT/SET-wiel.
Het indexscherm wordt geannuleerd en de geselecteerde foto wordt weergegeven.
Snel foto's lokaliseren
U kunt foto's lokaliseren zonder dat u deze één voor één hoeft weer te geven. Het nummer in de
rechterbovenhoek van het scherm geeft van het totale aantal foto's het fotonummer van de huidige foto
aan.
Druk de + / – toets in en houd deze ingedrukt.
Als u de toets loslaat, verschijnt de foto van het weergegeven fotonummer.
De opnamegegevens weergeven
U kunt instellen of alle opnamegegevens die tijdens het maken van de foto werden opgeslagen
(histogram, cameragegevens, etc.), moeten worden weergegeven.
Druk herhaaldelijk op de DISP.-toets om de opnamegegevens weer te geven.
118
Foto's wissen
U kunt foto's één voor één wissen of alle tegelijkertijd.
NL
Wees voorzichtig als u foto's wist. Gewiste foto's kunt u niet meer terughalen.
Als u een foto wist met een ingebed gebruikersvoorkeuzebestand (gemaakt met de instelling
[ON+CP DATA]), dan wordt de foto én het ingebedde gebruikersvoorkeuzebestand gewist.
Beveiligde foto's (
120) kunt u niet wissen.
Eén enkele foto wissen
1. Selecteer de foto die u wilt wissen.
2. Druk op het SELECT/SET-wiel om het fotomenu te openen.
In de stand
verschijnt het fotomenu als u het SELECT/SET-wiel indrukt terwijl u een foto
bekijkt, of wanneer u direct na het maken van de foto het SELECT/SET-wiel indrukt.
3. Selecteer [IMAGE ERASE].
4. Selecteer [ERASE].
De foto wordt gewist en de vorige foto verschijnt.
5. Selecteer [
CLOSE] om het menu te sluiten.
Alle foto's wissen
MENU
(
23)
CARD OPERATIONS
ERASE ALL IMAGES
1. Open het menu en selecteer [CARD OPERATIONS].
2. Selecteer [ERASE ALL IMAGES].
3. Selecteer [YES] en sluit het menu.
Alle foto's behalve de beveiligde foto's worden gewist.
Gebruik van een geheugenkaart
119
Foto's beveiligen
U kunt tijdens weergave van één foto of de indexweergave belangrijke foto's beveiligen tegen onbedoeld
wissen.
Als u een geheugenkaart initialiseert, worden alle foto's, inclusief de beveiligde, permanent gewist.
1. Selecteer de foto die u wilt beveiligen.
2. Druk op het SELECT/SET-wiel om het fotomenu te openen.
In de stand
verschijnt het fotomenu als u het SELECT/SET-wiel indrukt terwijl u een foto
bekijkt, of wanneer u direct na het maken van de foto het SELECT/SET-wiel indrukt.
3. Selecteer [ PROTECT].
4. Selecteer [ON].
“ ” verschijnt en de foto kan nu niet meer worden gewist. Selecteer [OFF] indien u de beveiliging wilt
verwijderen.
5. Selecteer [
CLOSE] om het menu te sluiten.
Beveiligen tijdens indexweergave
MENU
(
23)
CARD OPERATIONS
PROTECT
1. Verplaats de zoomregelaar naar W.
• Er verschijnen maximaal 6 foto's.
• Selecteer de foto die u wilt beveiligen.
2. Open het menu en selecteer [CARD OPERATIONS]. Selecteer [
op het SELECT/SET-wiel.
PROTECT] en druk
• Op de foto verschijnt
.
• Selecteer met het SELECT/SET-wiel andere foto's en beveilig deze op dezelfde wijze.
3. Sluit het menu om terug te gaan naar het indexscherm.
120
Een geheugenkaart initialiseren
Initialiseer nieuwe geheugenkaarten, of initialiseer de geheugenkaart als het bericht “CARD ERROR”
verschijnt. Als u alle gegevens op de kaart wilt wissen, kunt u er ook voor kiezen om de kaart te
initialiseren. De gewone initialisatie-optie [INITIALIZE] zal de bestandstoewijzingstabel wissen, maar zal
de opgeslagen gegevens niet fysiek wissen. Als u alle gegevens volledig wilt wissen, selecteer dan in
plaats daarvan de optie [COMPL.INIT.] voor een volledige initialisatie.
NL
Als u een geheugenkaart initialiseert, dan bent u alle gegevens kwijt, inclusief beveiligde foto's en
gebruikersvoorkeuzebestanden.
Foto's en gebruikersvoorkeuzebestanden die door initialisatie zijn gewist, kunt u niet meer
terughalen.
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de optie [COMPL.INIT.] als u ervaart dat de tijd die
het kost om op de geheugenkaart een foto te maken of te lezen, te lang geworden is.
De volledige initialisatie kan, afhankelijk van de geheugenkaart, enige minuten duren.
Als u een andere geheugenkaart wilt gebruiken dan de bijgeleverde kaart, initialiseer deze kaart
dan eerst met de camcorder.
MENU
(
23)
CARD OPERATIONS
INITIALIZE
1. Open het menu en selecteer [CARD OPERATIONS].
2. Selecteer [INITIALIZE] en selecteer vervolgens de gewone of volledige initialisatie.
3. [INITIALIZE]: Selecteer [YES].
[COMPL.INIT.]: Selecteer [YES] en selecteer in het bevestigingsscherm de optie [YES]
opnieuw.
• De initialisatie van de kaart wordt gestart.
• De volledige initialisatie kunt u halverwege stopzetten door het SELECT/SET-wiel in te drukken. Alle
beeldbestanden worden gewist en de geheugenkaart kan zonder probleem worden gebruikt.
Gebruik van een geheugenkaart
121
Instellingen voor afdrukorders (print orders)
Als u foto's wilt afdrukken, dan kunt u hiervoor foto's selecteren en het aantal exemplaren instellen. Deze
instellingen voor de afdrukorder zijn compatibel met de standaards van het Digital Print Order Format
(DPOF) en kunnen worden gebruikt voor het maken van afdrukken op printers die compatibel zijn met
DPOF. Er kunnen maximaal 998 foto's worden geselecteerd.
Foto's selecteren voor een afdrukorder (print order)
1.
2.
3.
4.
Selecteer de foto die u wilt afdrukken.
Druk op het SELECT/SET-wiel om het fotomenu te openen.
Selecteer [ PRINT ORDER].
Selecteer het aantal exemplaren.
• Op het beeld verschijnt .
• Als u de afdrukopdracht wilt annuleren, stelt u het aantal exemplaren in op 0.
5. Selecteer [
CLOSE] om het menu te sluiten.
Een indexweergave selecteren
MENU
(
23)
CARD OPERATIONS
PRINT ORDER
1. Verplaats de zoomregelaar naar W.
• Er verschijnen maximaal 6 foto's.
• Selecteer de foto die u wilt afdrukken.
2. Open het menu en selecteer [CARD OPERATIONS]. Selecteer [
PRINT ORDER].
3. Druk op het SELECT/SET-wiel en stel het aantal exemplaren in met het SELECT/SETwiel.
• Op het beeld verschijnt .
• Als u de afdrukopdracht wilt annuleren, stelt u het aantal exemplaren in op 0.
4. Sluit het menu om terug te gaan naar het indexscherm.
Alle afdrukopdrachten wissen
MENU
(
23)
CARD OPERATIONS
PRINT ORD.ALL ERASE
1. Open het menu en selecteer [CARD OPERATIONS].
2. Selecteer [ PRINT ORD.ALL ERASE] en selecteer [YES].
Alle
verdwijnen.
3. Sluit het menu.
122
Instellingen die behouden blijven nadat de
camcorder wordt uitgeschakeld of tijdens
STANDBY
Aanvullende informatie
NL
In het overzicht hieronder ziet u welke instellingen behouden blijven nadat u de camcorder uitschakelt of
de STANDBY-toets indrukt. Als de ingebouwde lithiumknoopbatterij volledig leeg raakt, bent u alle
instellingen kwijt.
Stand
Als de camcorder
Als de STANDBYwordt uitgeschakeld stand wordt gekozen
/
Wisselen tussen
HD en SD*
Instelling van de sluitertijd in de stand Tv
Instelling van het diafragma in de stand Av
Diafragma- en sluitertijdinstelling in de stand
Handmatig
Handmatig ingestelde witbalans
Belichtingsvergrendeling
Keert terug naar de
UIT-stand
Wordt gereset
naar de
standaardinstelling
Diafragma- en sluitertijdinstelling tijdens
belichtingsvergrendeling
MENU-instellingen
MENU-instellingen
Aan/uit TV SCREEN
Instellingen voor camcordergegevens op het scherm
Nulstelgeheugen*
*Alleen in de stand
.
In de volgende lijst wordt getoond welke instellingen behouden blijven wanneer u de stand van het AEprogramma of de beeldsnelheid wijzigt.
Stand
Als u overgaat op een
ander opnameprogramma dan
Gemakkelijk
opnemen
/
Als u overgaat op
Gemakkelijk
opnemen
Als u de beeldsnelheid
wijzigt*
Instelling van de sluitertijd in de stand Tv
Belichtingsvergrendeling
Diafragma- en sluitertijdinstelling tijdens
belichtingsvergrendeling
MENU-instellingen
MENU-instellingen
Aanvullende informatie
Instelling van het diafragma in de stand Av
Diafragma- en sluitertijdinstelling in de stand
Handmatig
Handmatig ingestelde witbalans
Keert terug naar de UIT-stand
Wordt gereset naar de standaardinstelling
Aan/uit TV SCREEN
Instellingen voor camcordergegevens op het
scherm
*Alleen in de stand
.
123
Menuopties en standaardinstellingen
De standaardinstellingen staan vetgedrukt weergegeven.
CAMERA MENU
Submenu
SIGNAL SETUP
Menu-onderdeel
TIME CODE
CAMERA SETUP
GENLCK ADJST
SIGNAL STD
FRAME RATE
COMP. OUT
SDI OUTPUT*
SDI SPEC.*
AE SHIFT
GAIN SETTING
AF MODE
IMG STAB
SKIN DETAIL
SKY DETAIL
COLOR CORR.
F SPEED PSET
CLEAR SCAN
124
*Alleen
Instellingsopties
COUNT-UP
REC-RUN, REC-RUN PS.,
FREE-RUN
START VALUE SET, RESET
-1023 – 1023
HD, SD16:9, SD4:3
50i, 25F
576i, 1080i/576i
ON, OFF
AUTO, SD LOCKED
-2.0, -1.5, -1.25, -1.0, -0.75, -0.5, -0.25, ±0,
+0.25, +0.5, +0.75, +1.0, +1.25, +1.5, +2.0
GAIN L
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB,
36dB
GAIN M
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB,
36dB
GAIN H
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB,
36dB
INSTANT AF, NORMAL AF
ON
, OFF
EFFECT LEVEL OFF, LOW
, MIDDLE
,
HIGH
HUE
CHROMA
AREA
Y LEVEL
SOFT
, OFF
CORRECT
OFF, A , B , A&B
A AREA SEL.
COLOR PHASE, CHROMA, AREA,
Y LEVEL
A AREA REV.
R GAIN, B GAIN
B AREA SEL.
COLOR PHASE, CHROMA, AREA,
Y LEVEL
B AREA REV.
R GAIN, B GAIN
LOW, MIDDLE, HIGH
.
39
40
29
38
94
93
93
55
56
33
47
63
64
61
36
65
CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
RECORDING
SETUP
AUDIO SETUP
DISPLAY SETUP/
Instellingsopties
SP, LP
INT. USR-BIT, EXT. USR-BIT
00 00 00 00, TIME, DATE
SUPER FINE,
FINE,
NORMAL
FILE NOS.
DV AUDIO*
AUD.m.SET
MIC MODE
MIC SENS.
XLR INPUT
XLR GAIN UP
CVF SETUP
RESET, CONTINUOUS
16bit, 12bit
NORMAL, LINE OUT
NORMAL, VOICE
, WS
NORMAL, HIGH
ON XLR, OFF
OFF, 12dB
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
ON, OFF
ON, OFF
DEUTSCH, ENGLISH, ESPAÑOL, FRANÇAIS,
ITALIANO, POLSKI,
,
,
OFF, LEVEL MARK., CENT. MARK., GRID
OFF, 4:3, 13:9, 14:9, 1.66:1, 1.75:1, 1.85:1, 2.35:1
OFF, 80%, 90%
ON, OFF
70, 75, 80, 85, 90, 95, 100
ON, OFF
ON, OFF
OFF, CUSTOM KEYS, D/T DISPLAY
ON, OFF
TIME CODE, INDEX WRITE, ZEBRA, VCR STOP, TV
SCREEN, TC HOLD, AUDIO LEVEL, CVF+LCD BW,
MAGN.B.LOCK, SHTR D.LOCK, (NONE)
TIME CODE, INDEX WRITE, ZEBRA, VCR STOP, TV
SCREEN, TC HOLD, AUDIO LEVEL, CVF+LCD BW,
MAGN.B.LOCK, SHTR D.LOCK, CP BKWD KEY,
(NONE)
T.ZONE/DST
DATE/TIME
DATE FORMAT Y.M.D. 2006.1.1 AM12:00
M.D.Y. JAN.1.2006 12:00AM
D.M.Y. 1.JAN.2006 12:00AM
ON
, OFF
DISABLED, ACTIVE
DISABLED, ACTIVE
NO, YES
CVF+LCD BW
CVF+LCD ON
LANGUAGE
MARKERS
ASPECT GUIDE
SAFETY ZONE
ZEBRA
ZEBRA LEVEL
TV SCREEN
AUDIO LEVEL
GUIDE INFO
UB DISPLAY
CUSTOM KEY 1
CUSTOM KEY 2
D/TIME SET
DV CONTROL
MAGN.B.LOCK
SHTR D.LOCK
RESET ALL
HD of SD16:9
SD4:3
LW 1920x1080, SW 848x480
L 1440x1080, S 640x480
71
42
42
107
107
NL
108
43
45
43
45
44
44
16
17
18
18
71
28
28
28
60
60
86
45
27
42
67
24
71
70
–
–
–
125
Aanvullende informatie
Menu-onderdeel
DV REC MODE*
UB REC
UB SELECT
IMG QUALITY
IMAGE SIZE
LCD SETUP
SYSTEM SETUP/
*Alleen in de Standard Definition (SD).
CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
PRESET
Menu-onderdeel
EDIT
Instellingsopties
SELECT CP
TUNE
RENAME
PROTECT
RESET
Instellingsitems:
GAMMA
KNEE
BLACK
CAMERA
CARD
126
CARD
CAMERA
MASTER PED.
SETUP LEVEL
SHARPNESS
H DTL FREQ
DTL HV BALANCE
CORING
NR1
NR2
COLOR MAT.
COLOR GAIN
COLOR PHASE
R GAIN
G GAIN
B GAIN
RG MATRIX
RB MATRIX
GR MATRIX
GB MATRIX
BR MATRIX
BG MATRIX
SELECT CP
SAVE POSITION
EXECUTE
IMPORT
SELECT POSITION
EXECUTE
1 PRESET_A,
2 PRESET_B,
3 PRESET_C,
4 PRESET_D,
5 PRESET_E,
6 PRESET_F,
7 VIDEO.C,
8 CINE.V,
9 CINE.F
72
NORMAL, CINE1, CINE2
AUTO, LOW, MIDDLE,
HIGH
STRETCH, MIDDLE,
PRESS
-9 ~ 9
-9 ~ 9
-9 ~ 9
LOW, MIDDLE, HIGH
-9 ~ 9
-9 ~ 9
OFF, LOW, MIDDLE, HIGH
OFF, LOW, MIDDLE, HIGH
NORMAL, CINE1, CINE2
-50 ~ 50
-9 ~ 9
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
77
78
CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
FUNCTION
Menu-onderdeel
Instellingsopties
C.Fn1, C.Fn2,
C.Fn3
APPLY THIS SET
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
SHCKLSS WB/GN
AE RESPONSE
HIGH-SPEED ZOOM
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
FOCUS PRIORITY
SIMULT.IMG.REC
MARKER LEVEL
F.AST BW-MOD
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
80
79
80
80
80
82
NL
00 – 03
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (NORMAL) – 01 (SLOW)
00 – 15
00 – 07
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 07
00 – 03
00 (meter) – 01 (ft.)
00 (BAR) – 01 (NUMBER)
00 (TYPE 1) – 01 (TYPE 2)
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
Aanvullende informatie
127
CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
DISPLAY
128
Menu-onderdeel
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
Instellingsopties
REC PROGRAMS
CAMERA DATA1
CAMERA DATA2
ZOOM
FOCUS
ND
IMAGE EFFECTS
F.ASSIST FUNC.
CUSTOMIZE
RECORDING STD
DV REC MODE
FRAME RATE
TAPE
TAPE REMAINDER
TAPE/CARD
LIGHT METERING
CARD
CARD REMAINDER
AUDIO
CONDENSATION
BATTERY
WIRELESS REMOTE
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07 [03]
00 – 07
00 – 02 [01]
00 – 02 [01]
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07
00 – 03
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07 [03]
00 – 02
00 – 03
00 – 03
00 – 07 [03]
00 – 02
00 – 07
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
86
87
87
87
87
*Alleen in de Standard Definition (SD).
**Alleen
.
VCR/PLAY MENU
Submenu
SIGNAL SETUP
RECORDING
SETUP
AUDIO SETUP
Menu-onderdeel
TIME CODE
PLAYBACK STD
COMP. OUT
SDI OUTPUT**
SDI SPEC.**
AV
DV
HD DOWN-CONV
LETTERBOX
DV REC MOD*
UB SELECT
IMG QUALITY
HD IMG SIZE
FILE NOS.
SEL AUDIO CH
AUD.m.SET
MIX BALANCE
DV AUDIO
Instellingsopties
COUNT-UP
REC-RUN, REC-RUN PS.,
FREE-RUN
START VALUE SET, RESET
HDV/DV IN
REGEN., COPY
AUTO, HDV, DV
576i, 1080i/576i
ON, OFF
AUTO, SD LOCKED
ON, OFF
ON, OFF
ON, OFF
SP, LP
00 00 00 00, TIME, DATE
SUPER FINE,
FINE,
NORMAL
LW 1920x1080, SW 848x480
RESET, CONTINUOUS
CH 1/3 /CH 2/4 , CH 1/3 /CH 1/3 , CH 2/4 /CH 2/4
CH 1/2 , CH 3/4 , MIX/FIXED, MIX/VAR.
1/2
39
NL
39
103
91
94
93
93
105
94
93
71
42
107
107
108
97
97
97
43
3/4
16bit, 12bit
HD DOWN-CONV.: Selecteert of het videouitgangssignaal vanaf het aansluitpunt HDV/DV omlaag wordt
geconverteerd tijdens het afspelen van een band die is opgenomen met de HDV-standaard.
Standaard van de
band die wordt
afgespeeld
HDV
DV
[PLAYBACK STD]-instelling
[HD DOWNCONV]-instelling
[AUTO]
[HDV]
[ON]
DV
DV
[OFF]
HDV
HDV
[ON]
DV
[OFF]
DV
Geen
uitgangssignaal
Geen
uitgangssignaal
[DV]
Geen
uitgangssignaal
Geen
uitgangssignaal
DV
DV
129
Aanvullende informatie
Het omlaag geconverteerde videouitgangssignaal is altijd 50 fps interlaced, ongeacht de
beeldsnelheid van de originele opname.
Zelfs als de audio oorspronkelijk (met een andere camcorder) was opgenomen op alle 4 kanalen, vindt
uitvoer alleen plaats via kanaal 1 en 2.
VCR/PLAY MENU (vervolg)
Submenu
DISPLAY SETUP/
Menu-onderdeel
CVF SETUP
LCD SETUP
CVF+LCD BW
CVF+LCD ON
TV SCREEN
AUDIO LEVEL
LANGUAGE
CUSTOM KEY
DATA CODE
SYSTEM SETUP/
6 SEC.DATE
UB DISPLAY
CUSTOM KEY 1
CUSTOM KEY 2
D/TIME SET
RESET ALL
130
Instellingsopties
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
ON, OFF
ON, OFF
ON, OFF
ON, OFF
DEUTSCH, ENGLISH, ESPAÑOL, FRANÇAIS,
ITALIANO, POLSKI,
,
,
ON, OFF
DATE, TIME, DATE & TIME, CAMERA DATA,
CAM. & D/T
ON, OFF
ON, OFF
TIME CODE, TV SCREEN, DATA CODE, AUDIO
LEVEL, TC HOLD, CVF+LCD BW, (NONE)
TIME CODE, TV SCREEN, DATA CODE, AUDIO
LEVEL, TC HOLD, CVF+LCD BW, (NONE)
T.ZONE/DST
DATE/TIME
DATE FORMAT Y.M.D. 2006.1.1 AM12:00
M.D.Y. JAN.1.2006 12:00AM
D.M.Y. 1.JAN.2006 12:00AM
NO, YES
16
17
18
18
86
45
71
66
101
101
42
67
24
71
–
VCR/PLAY MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
FUNCTION
Menu-onderdeel
Instellingsopties
C.Fn1, C.Fn2,
C.Fn3
APPLY THIS SET
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
SHCKLSS WB/GN
AE RESPONSE
HIGH-SPEED ZOOM
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
FOCUS PRIORITY
SIMULT.IMG.REC
MARKER LEVEL
F.AST BW-MOD
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
80
79
80
80
80
82
NL
00 – 03
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (NORMAL) – 01 (SLOW)
00 – 15
00 – 07
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 07
00 – 03
00 (meter) – 01 (ft.)
00 (BAR) – 01 (NUMBER)
00 (TYPE 1) – 01 (TYPE 2)
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
Aanvullende informatie
131
CARD CAMERA MENU
Submenu
SIGNAL SETUP
CAMERA SETUP
Menu-onderdeel
GENLCK ADJUST
COMP. OUT
SDI OUTPUT*
SDI SPEC.*
AE SHIFT
GAIN SETTING
AF MODE
IMG STAB
SKIN DETAIL
SKY DETAIL
COLOR CORR.
RECORDING
SETUP
AUDIO SETUP
132
F SPEED PSET
REVIEW
IMG QUALITY
IMAGE SIZE
FILE NOS.
MIC MODE
MIC SENS.
XLR INPUT
XLR GAIN UP
*Alleen
Instellingsopties
-1023 – 1023
576i, 1080i/576i
ON, OFF
AUTO, SD LOCKED
-2.0, -1.5, -1.25, -1.0, -0.75, -0.5, -0.25, ±0,
+0.25, +0.5, +0.75, +1.0, +1.25, +1.5, +2.0
GAIN L
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB
GAIN M
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB
GAIN H
-3dB, ±0dB, 3dB, 6dB, 12dB, 18dB
INSTANT AF, NORMAL AF
ON
, OFF
EFFECT LEVEL OFF, LOW
, MIDDLE
,
HIGH
HUE
CHROMA
AREA
Y LEVEL
SOFT
, OFF
CORRECT
OFF, A , B , A&B
A AREA SEL.
COLOR PHASE, CHROMA, AREA,
Y LEVEL
A AREA REV.
R GAIN, B GAIN
B AREA SEL.
COLOR PHASE, CHROMA, AREA,
Y LEVEL
B AREA REV.
R GAIN, B GAIN
LOW, MIDDLE, HIGH
OFF, 2 sec., 4 sec., 6 sec., 8 sec., 10 sec.
SUPER FINE,
FINE,
NORMAL
LW 1920x1080, SW 848x480, L 1440x1080, S 640x480
RESET, CONTINUOUS
NORMAL, VOICE
, WS
NORMAL, HIGH
ON XLR, OFF
OFF, 12dB
.
40
94
93
93
55
56
33
47
63
64
61
36
116
107
107
108
43
45
44
44
CARD CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
DISPLAY SETUP/
Menu-onderdeel
CVF SETUP
LCD SETUP
CVF+LCD BW
CVF+LCD ON
LANGUAGE
SYSTEM SETUP/
MARKERS
ZEBRA
ZEBRA LEVEL
TV SCREEN
GUIDE INFO
CUSTOM KEY 1
CUSTOM KEY 2
D/TIME SET
MAGN.B.LOCK
SHTR D.LOCK
RESET ALL
Instellingsopties
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
ON, OFF
ON, OFF
DEUTSCH, ENGLISH, ESPAÑOL, FRANÇAIS,
ITALIANO, POLSKI,
,
,
OFF, LEVEL MARK., CENT. MARK., GRID
ON, OFF
70, 75, 80, 85, 90, 95, 100
ON, OFF
OFF, CUSTOM KEYS, D/T DISPLAY
ZEBRA, TV SCREEN, CVF+LCD BW, MAGN.B.LOCK,
SHTR D.LOCK, (NONE)
ZEBRA, TV SCREEN, CVF+LCD BW, MAGN.B.LOCK,
SHTR D.LOCK, CP BKWD KEY, (NONE)
T.ZONE/DST
DATE/TIME
DATE FORMAT Y.M.D. 2006.1.1 AM12:00
M.D.Y. JAN.1.2006 12:00AM
D.M.Y. 1.JAN.2006 12:00AM
DISABLED, ACTIVE
DISABLED, ACTIVE
NO, YES
16
NL
17
18
18
71
28
60
60
86
27
67
24
71
–
–
–
Aanvullende informatie
133
CARD CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
PRESET
Menu-onderdeel
EDIT
Instellingsopties
SELECT CP
TUNE
RENAME
PROTECT
RESET
Instellingsitems:
KNEE
BLACK
CAMERA
CARD
134
CARD
CAMERA
SHARPNESS
H DTL FREQ
DTL HV BALANCE
CORING
COLOR GAIN
COLOR PHASE
R GAIN
G GAIN
B GAIN
RG MATRIX
RB MATRIX
GR MATRIX
GB MATRIX
BR MATRIX
BG MATRIX
SELECT CP
SAVE POSITION
EXECUTE
IMPORT
SELECT POSITION
EXECUTE
1 PRESET_A,
2 PRESET_B,
3 PRESET_C,
4 PRESET_D,
5 PRESET_E,
6 PRESET_F,
7 VIDEO.C,
8 CINE.V,
9 CINE.F
72
AUTO, LOW, MIDDLE,
HIGH
STRETCH, MIDDLE,
PRESS
-9 ~ 9
LOW, MIDDLE, HIGH
-9 ~ 9
-9 ~ 9
-50 ~ 50
-9 ~ 9
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
-50 ~ 50
77
78
CARD CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
FUNCTION
Menu-onderdeel
Instellingsopties
C.Fn1, C.Fn2,
C.Fn3
APPLY THIS SET
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
SHCKLSS WB/GN
AE RESPONSE
HIGH-SPEED ZOOM
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
FOCUS PRIORITY
SIMULT.IMG.REC
MARKER LEVEL
F.AST BW-MOD
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
80
79
80
80
80
82
NL
00 – 03
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (NORMAL) – 01 (SLOW)
00 – 15
00 – 07
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 07
00 – 03
00 (meter) – 01 (ft.)
00 (BAR) – 01 (NUMBER)
00 (TYPE 1) – 01 (TYPE 2)
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
Aanvullende informatie
135
CARD CAMERA MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
CUSTOM
DISPLAY
136
Menu-onderdeel
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
Instellingsopties
REC PROGRAMS
CAMERA DATA1
CAMERA DATA2
ZOOM
FOCUS
ND
IMAGE EFFECTS
F.ASSIST FUNC.
CUSTOMIZE
RECORDING STD
DV REC MODE
FRAME RATE
TAPE
TAPE REMAINDER
TAPE/CARD
LIGHT METERING
CARD
CARD REMAINDER
AUDIO
CONDENSATION
BATTERY
WIRELESS REMOTE
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07 [03]
00 – 07
00 – 02 [01]
00 – 02 [01]
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07
00 – 03
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 07 [03]
00 – 02
00 – 03
00 – 03
00 – 07 [03]
00 – 02
00 – 07
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
86
87
87
87
87
CARD VCR/PLAY MENU
Submenu
SIGNAL SETUP
*Alleen
94
93
93
122
NL
119
121
119
120
122
117
16
17
18
18
86
66
71
67
24
71
–
–
137
Aanvullende informatie
Menu-onderdeel
Instellingsopties
COMP. OUT
576i, 1080i/576i
ON, OFF
SDI OUTPUT*
AUTO, SD LOCKED
SDI SPEC.*
CARD OPERATIONS
PRINT ORD. ALL NO, YES
ERASE
ERASE ALL IMAGES NO, YES
INITIALIZE
CANCEL, INITIALIZE, COMPL.INIT.
Nadat tijdens het weergeven van een foto de SET-toets wordt ingedrukt:
IMAGE ERASE
CANCEL, ERASE
PROTECT
OFF, ON
PRINT ORDER
0 ~ 99 COPIES
SLIDESHOW
CANCEL, START
DISPLAY SETUP/
CVF SETUP
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
LCD SETUP
BRIGHTNESS
CONTRAST
COLOR
SHARPNESS
BACKLIGHT
BRIGHT, NORMAL
CVF+LCD BW
ON, OFF
CVF+LCD ON
ON, OFF
TV-scherm (TV
ON, OFF
SCREEN)
CUSTOM KEY
ON, OFF
LANGUAGE
DEUTSCH, ENGLISH, ESPAÑOL, FRANÇAIS,
ITALIANO, POLSKI,
,
,
SYSTEM SETUP/
CUSTOM KEY 1
TV SCREEN, CVF+LCD BW, (NONE)
CUSTOM KEY 2
TV SCREEN, CVF+LCD BW, (NONE)
D/TIME SET
T.ZONE/DST
DATE/TIME
DATE FORMAT Y.M.D. 2006.1.1 AM12:00
M.D.Y. JAN.1.2006 12:00AM
D.M.Y. 1.JAN.2006 12:00AM
RESET ALL
NO, YES
FIRMWARE
-
.
CARD VCR/PLAY MENU (vervolg)
Submenu
CUSTOMIZE
META DATA CP
Menu-onderdeel
CARD
CUSTOM
FUNCTION
138
CAMERA
C.Fn1, C.Fn2,
C.Fn3
Instellingsopties
IMPORT
SELECT POSITION
EXECUTE
APPLY THIS SET
TUNE
SAVE TO CARD
READ FROM CARD
RESET
Instellingsitems:
SHCKLSS WB/GN
AE RESPONSE
HIGH-SPEED ZOOM
FOCUS RING CTRL
BUTTONS OPER.
RINGS DIRECTION
DIALS DIRECTION
FOCUS PRIORITY
SIMULT.IMG.REC
MARKER LEVEL
F.AST BW-MOD
OBJ DST UNIT
ZOOM INDICATOR
COLOR BARS
1kHz TONE
WIRELESS REMOTE
POWER SAVE
TALLY LAMP
LED
BEEP
CHARACTER REC
72
80
79
80
80
80
82
00 – 03
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 (NORMAL) – 01 (SLOW)
00 – 15
00 – 07
00 – 03
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 07
00 – 03
00 (meter) – 01 (ft.)
00 (BAR) – 01 (NUMBER)
00 (TYPE 1) – 01 (TYPE 2)
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
00 – 02
00 – 02
00 – 02
00 (OFF) – 01 (ON)
Cameragegevens op het scherm
Cameragegevens op het scherm tijdens het opnemen
Zie ook
NL
27.
Aanvullende informatie
Zoomstand / Zoomsnelheid (
31)/
Belichtingsniveau (
53)
AE-programma (
48)
Sluitertijd* (
51, 53)
Diafragma* (
52, 53)
Belichtingsvergrendeling (
54)/ AE shift (
55)
Luchtdetail (
64) / Witbalans (
58)
Huiddetail (
63) / Gebruikersvoorkeuze (
72)
Handmatige scherpstelling (
34)
Voorkeursfunctie (
79) / Kleurcorrectie (
61) /
Contourverscherping (
35)
Toewijzingstoetsen (
66) / Datum en tijd (
24)
Versterking (
56)
Signaalstandaard (
29)
Beeldsnelheid (
38)
Bandbediening
REC
STOP
PAUSE
EJECT
Sensorstand voor afstandsbediening (
102)
Microfoonstand (
43) / Beeldkwaliteit/grootte bij
gelijktijdig foto's maken (
107)
SD Opnamemodus (
71)
Audioniveau-indicator (
45)
Beeldstabilisator (
47)
Vergroten (
35)
Lichtmetingsmethode (
114)
Beeldseriestand (
112)
Beeldgrootte/kwaliteit foto's (
107)
Beschikbaar aantal foto's op de kaart (
107)
* In de Handmatige stand.
** Andere camcordergegevens dan camcordergegevens die met zwarte karakters worden weergegeven op een witte
achtergrond: U kunt instellen of symbolen en indicators al dan niet op het scherm worden weergegeven (
86).
139
Cameragegevens op het scherm tijdens het afspelen
Datum zoeken (
100)/ Index zoeken (
99)/
Einde zoeken (
30)
Audio-uitvoer (
97)
Audioregeling (
97)
Toewijzingstoetsen (
66)
Datacodering (
101)
Signaalstandaard (
29)
Beeldsnelheid (
38)
Bandbediening (
91)
REC
PAUSE
STOP
EJECT
PLAY
: Vooruitspoelen
: Terugspoelen
: Versneld vooruit afspelen/versneld achteruit
afspelen
: ×2 afspelen
: ×1 afspelen
: Beeld voor beeld vooruit afspelen
140
User bit (
42)
Audioniveau-indicator (
45)
Voorkeursfunctie (
79)
Beeld beveiligd (
120)
Gebruikersvoorkeuzegegevens ingebed in de foto (
77)
Beeldgrootte/kwaliteit
Fotonummer (
108)
Totaal aantal foto's (
107)
Histogram (
118)
AE-programma (
48) / Beeldgrootte (
107)
Scherpstelling (
33) / Bestandsgrootte
Lichtmetingsmethode (
114 ) / Witbalans (
58) /
Diafragma* (
52, 53)
Belichtingsvergrendeling (
54)/ AE Shift (
55) /
Sluitertijd* (
51, 53)
Datum en tijd van de opname
Zijpaneel
Tijdcode-instelling
Synchronisatieinstelling tijdcode
Videouitgangssignaal vanaf het
aansluitpunt HD/SD SDI
TIME CODE
NL
De band heeft het einde
bereikt
Resterende batterijcapaciteit
Genlock
Audioniveau-indicator
Aanvullende informatie
141
Overzicht van berichten
Bericht
SET THE TIME ZONE, DATE
AND TIME
CHANGE THE BATTERY
PACK
THE TAPE IS SET FOR
ERASURE PREVENTION
REMOVE THE CASSETTE
CHECK THE HDV/DV INPUT
CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED
TAPE END
HEADS DIRTY, USE
CLEANING CASSETTE
NO CARD
NO IMAGES
CARD ERROR
Uitleg
U hebt de tijdzone, datum en tijd niet ingesteld. Verschijnt telkens wanneer u
de stroom inschakelt totdat u de tijdzone, datum en tijd instelt.
De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op.
De cassette is wisbeveiligd. Vervang de cassette of wijzig de stand van het
wisbeveiligingsschuifje.
De camcorder is gestopt om de cassette te beschermen. Verwijder de cassette
en plaats deze terug.
De DV-kabel is niet aangesloten, of het aangesloten digitale apparaat is
uitgeschakeld.
In de camcorder is condens ontdekt.
De band heeft het einde bereikt. Spoel de band terug of vervang de cassette.
De videokoppen zijn vuil. Reinig de videokoppen.
In de camcorder is geen geheugenkaart aanwezig.
Op de geheugenkaart zijn geen foto's gemaakt.
Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan geen foto's maken
of weergeven.
De fout kan tijdelijk zijn. Als het bericht na 4 seconden verdwijnt, gaat een “
”
knipperen in een rode kleur; zet de camcorder uit, verwijder de kaart en plaats
deze terug. Als “
” in groen verandert, kunt u doorgaan met opnemen/
afspelen.
CARD FULL
Op de geheugenkaart is geen ruimte meer. Vervang de geheugenkaart door
een andere kaart of wis beelden.
NAMING ERROR
De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt.
UNIDENTIFIABLE IMAGE
De foto is niet gemaakt met JPEG-compressie, of is gemaakt met een
compressie die niet compatibel is met de camcorder, of het fotobestand is
beschadigd.
THE CARD IS SET FOR
De SD/SDHC-geheugenkaart is beveiligd tegen wissen. Vervang de kaart of
ERASURE PREVENTION
wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje.
INCORRECT TAPE
U hebt geprobeerd een band af te spelen waarop opnamen zijn gemaakt met
SPECIFICATION PLAYBACK
een standaard die anders is dan de standaard waarop de camcorder is
IS RESTRICTED
ingesteld.
INPUT SIGNAL NOT
U hebt geprobeerd een videosignaal in te voeren dat niet compatibel is met de
SUPPORTED
camcorder (bijvoorbeeld 720p).
PLAYBACK STD LOCKED
Als in de camcorder de afspeelstandaard al is ingesteld, dan hebt u
PLAYBACK IS RESTRICTED
geprobeerd een band af te spelen die een videostandaard heeft die anders is
dan de ingestelde standaard.
PLAYBACK STD LOCKED
Als in de camcorder de afspeelstandaard al is ingesteld, dan hebt u
INCOMPATIBLE VIDEO INPUT geprobeerd een videosignaal in te voeren dat een standaard heeft die anders
is dan de ingestelde standaard.
COPYRIGHT PROTECTED
U hebt geprobeerd een auteursrechtelijk beveiligde band af te spelen.
PLAYBACK IS RESTRICTED
COPYRIGHT PROTECTED
U hebt geprobeerd een auteursrechtelijk beveiligde band te kopiëren.
DUBBING RESTRICTED
Verschijnt mogelijk ook wanneer tijdens het opnemen via de analoge ingang
een abnormaal signaal wordt ontvangen, of tijdens analoog/digitaal omzetting
van een auteursrechtelijk beveiligde band.
142
24
13
147
21
103
145
–
144
22
–
–
–
–
–
22
–
103
91
103
104
104
Onderhoud/overig
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met de camcorder
Houd de camcorder tijdens vervoer of gebruik niet vast aan de zoeker, het LCD-paneel of de
microfoon of kabel hiervan.
Laat de camcorder niet achter op plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen, zoals een auto in de
volle zon, en aan hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet op plaatsen die blootstaan aan magnetische of elektrische velden, zoals in
de buurt van een TV, plasma-TV, radiozender of draagbare communicatie-apparaten.
Richt het objectief of de zoeker niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet gericht op een
helder onderwerp.
Gebruik de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen. Als er stof of zand in de cassette of
camcorder komt, kan er schade ontstaan. Stof en zand kunnen ook het objectief beschadigen.
Bevestig na gebruik de objectiefdop.
De camcorder is niet waterdicht. Als er water, modder of zout in de cassette of camcorder komt, kan er
schade ontstaan.
Wees voorzichtig in de buurt van hitte die wordt afgegeven door verlichtingsapparatuur.
Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar behoren werkt, neem dan contact op met
een deskundige reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot aan schokken of trillingen, omdat
hierdoor schade kan ontstaan.
Voorkom plotselinge temperatuurswisselingen. Als u de camcorder snel verplaatst tussen locaties met
hete en koude temperaturen, kan er op de interne oppervlakken van de camcorder condens ontstaan
( 145).
NL
Opslag
Als u denkt de camcorder langere tijd niet te gebruiken, berg deze dan op een stofvrije plaats op, waar
de vochtigheid laag is en de temperaturen niet hoger worden dan 30 ºC.
Als u de camcorder weer tevoorschijn haalt, controleer dan de functies van de camcorder om u ervan
te overtuigen dat alles nog goed werkt.
Reinigen
Camcorderhuis en lens
Gebruik een zachte, droge doek om het camcorderhuis en het objectief te reinigen. Gebruik nooit met
chemicaliën behandelde doeken of vluchtige oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Reinig het LCD-scherm met een in de winkel verkrijgbaar lensreinigingsdoekje.
Bij plotselinge temperatuurswisselingen kan zich op het oppervlak van het scherm condens vormen.
Veeg het vocht weg met een zachte, droge doek.
143
Aanvullende informatie
LCD-scherm
Zoeker
1. Open de beschermende afdekking (bijv. met een schroevendraaier met platte kop).
2. Reinig het glas met een wattenstaafje.
3. Sluit het afdekplaatje weer aan.
Let erop dat u het glas niet bekrast als u dit reinigt.
Videokoppen
De videokoppen moeten worden gereinigd als het bericht “HEADS DIRTY, USE CLEANING
CASSETTE” verschijnt, het afspeelbeeld vervormd raakt, of wanneer het beeld en/of geluid
kortstondig stopt (circa 0,5 seconde) tijdens het afspelen van een band waarop opnamen zijn gemaakt
met de HDV-standaard.
Een optimale beeldkwaliteit is gegarandeerd als u de videokoppen regelmatig reinigt met de Canon
DVM-CL Digital Video Head Cleaning Cassette of een in de winkel verkrijgbare droge
reinigingscassette.
Banden waarop opnamen zijn gemaakt met vuile videokoppen, worden mogelijk niet correct
afgespeeld, ook niet als u de videokoppen reinigt.
Gebruik geen nat reinigende cassettes, omdat deze schade kunnen toebrengen aan de camcorder.
Als het afspeelbeeld niet verbetert nadat de videokoppen zijn gereinigd, dan kan dit duiden op een
storing. Neem in dat geval contact op met een Canon Service Center.
144
Condens
Als u de camcorder snel verplaatst tussen locaties met hoge en lage temperaturen, kan er op de interne
oppervlakken van de camcorder condens (waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de camcorder niet als
condens wordt gesignaleerd. Als u de camcorder blijft gebruiken, kan deze beschadigd raken.
NL
Condens kan zich in de volgende situaties voordoen:
Wanneer de camcorder vanuit een kamer met actieve
airconditioning wordt meegenomen naar een warme,
vochtige plaats
Wanneer u de camcorder van een koude plaats
meeneemt naar een warme kamer
Wanneer de camcorder wordt achtergelaten in een
vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt verwarmd
Hoe kunt u condens voorkomen:
Verwijder de cassette, plaats de camcorder in een luchtdichte tas en laat deze aan de
temperatuursverandering wennen voordat u de camcorder uit de tas haalt.
Wanneer condens wordt gesignaleerd:
De camcorder stopt en circa 4 seconden lang wordt het bericht “CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED” weergegeven en “ ” begint te knipperen.
Als er een cassette is geplaatst, verschijnt het waarschuwingsbericht “CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED REMOVE THE CASSETTE” en begint “ ” te knipperen. Verwijder in dit geval de
cassette onmiddellijk en laat het cassettecompartiment openstaan. Als u de cassette in de camcorder
laat zitten, kan de band beschadigd raken.
Een cassette kan niet worden geplaatst als condens is gesignaleerd.
Gebruik van de camcorder hervatten:
145
Aanvullende informatie
Het duurt circa 1 uur voordat de waterdruppeltjes verdampt zijn. Als de condenswaarschuwing met
knipperen stopt, wacht dan nóg een uur voordat u de camcorder weer gaat gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met accu's
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige voorzichtigheid.
• Houd de accu uit de buurt van vuur (anders kan deze exploderen).
• Stel de accu niet bloot aan temperaturen die hoger zijn dan 60 ºC. Houd de accu uit de buurt van
verwarmingsapparaten, en laat de accu bij heet weer niet achter in een afgesloten auto.
• Probeer de accu niet uit elkaar te halen of er aan te knutselen.
• Laat de accu niet vallen en stoot er niet tegen aan.
• Laat de accu niet nat worden.
Opgeladen accu's ontladen zich op natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor dat u de accu op de dag van
gebruik, of de dag ervoor, oplaadt. U bent dan verzekerd van een volle accu.
Bevestig het afdekplaatje wanneer een accu niet wordt gebruikt. Contact met metalen objecten kan tot
kortsluiting leiden en de accu beschadigen.
Vuile polen kunnen tot gevolg hebben dat het contact tussen de accu en de camcorder niet goed is.
Veeg de polen schoon met een zachte, droge doek.
Als een opgeladen accu langere tijd (circa 1 jaar) wordt opgeborgen, kan de levensduur afnemen of
de prestatie achteruitgaan. Daarom verdient het aanbeveling om de accu volledig te ontladen en deze
daarna te bewaren op een droge plaats bij temperaturen die niet hoger worden dan 30 °C. Als u de
accu langere periodes niet gebruikt, dan bevelen wij aan om de accu ten minste eenmaal per jaar
volledig op te laden en te ontladen. Doe dit bij alle accu's die u gebruikt.
Hoewel de accu kan worden gebruikt bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C, is een temperatuur
tussen 10 °C en 30 °C het optimale bereik. Bij koude temperaturen zal de prestatie tijdelijk
achteruitgaan. Verwarm de accu eerst in uw zak voordat u deze gebruikt.
Als de accu volledig opgeladen is, maar de gebruikstijd bij normale temperaturen toch
aanzienlijk korter wordt, vervang de accu dan.
Over het afdekplaatje van de accu
Het afdekplaatje van de accu heeft een [ ]-gevormde opening. Dit komt van pas wanneer u onderscheid wilt
maken tussen accu´s die zijn opgeladen en accu´s die niet zijn opgeladen. Bevestig bij opgeladen accu´s het
afdekplaatje bijvoorbeeld zodanig dat de [ ]-gevormde opening het blauwe label laat zien.
Achterzijde van
de accu
146
Afdekplaatje aangesloten
Niet opgeladen
Opgeladen
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de cassette
Spoel na gebruik de band terug. Als de band slap en beschadigd raakt, kunnen er storingen ontstaan
in het beeld en geluid.
Leg cassettes terug in de doos en bewaar ze rechtop. Spoel banden van tijd tot tijd terug als ze lange
tijd zijn opgeborgen.
Laat na gebruik de cassette niet in de camcorder achter.
Gebruik geen gespleten banden of andere cassettes dan standaardcassettes, omdat gebruik hiervan
de camcorder kan beschadigen.
Gebruik geen banden die vastgelopen zijn geweest, omdat de videokoppen hierdoor vuil kunnen
worden.
Steek geen voorwerpen in de kleine openingen van de cassette en dek deze niet af met folie.
Ga voorzichtig met cassettes om. Laat cassettes niet vallen en stel ze niet bloot aan schokken. Dit kan
tot beschadiging van de cassettes leiden.
Bij cassettes die zijn uitgerust met een geheugenfunctie kunnen de met metaal beklede contactpunten
tijdens gebruik vuil worden. Maak de contactpunten schoon met een wattenstaafje nadat cassettes
ongeveer 10x zijn geplaatst en verwijderd. De geheugenfunctie wordt door de camcorder niet
ondersteund.
NL
Cassettes beveiligen zodat opnamen niet per abuis kunnen worden gewist
Als u wilt voorkomen dat opnamen per abuis worden
gewist, verplaats het schuifje op de cassette dan naar
links. (Deze stand van het schuifje is gewoonlijk gelabeld
met SAVE of ERASE OFF.)
Als u in de opnamestand een beveiligde cassette in de
camcorder plaatst, verschijnt circa 4 seconden lang het
bericht “THE TAPE IS SET FOR ERASURE
PREVENTION” (DE BAND IS BEVEILIGD TEGEN
WISSEN) en begint “ ” te knipperen. Als u op die
cassette wilt opnemen, verplaats het schuifje dan eerst naar rechts.
Geheugenkaart
147
Aanvullende informatie
Als u foto's vanaf de geheugenkaart wilt overzenden naar een computer, gebruik dan een in de winkel
verkrijgbare kaartlezer of PC/PCMCIA-geheugenkaartadapter.
Nieuwe geheugenkaarten moeten met de camcorder worden geïnitialiseerd. Geheugenkaarten die
met andere apparaten zoals computers zijn geïnitialiseerd, werken mogelijk niet naar behoren.
Wij bevelen aan om op de harde schijf van uw computer of op een extern opslagapparaat
reservekopieën te maken van de beelden op de geheugenkaart. Beeldgegevens kunnen vanwege
geheugenkaartdefecten of blootstelling aan statische elektriciteit beschadigd of verloren raken. Canon
Inc. is niet aansprakelijk voor beschadigde of verloren gegevens.
Gebruik geen geheugenkaarten op plaatsen die blootstaan aan sterke magnetische velden.
Laat geheugenkaarten niet achter op plaatsen met een hoge vochtigheid en hoge temperaturen.
Demonteer geheugenkaarten niet.
Verbuig geheugenkaarten niet, laat ze niet vallen, en stel ze niet bloot aan schokken of water.
Als u de geheugenkaart snel verplaatst tussen locaties met hete en koude temperaturen, kan er op de
externe en interne oppervlakken condens ontstaan. Als er op de kaart condens ontstaat, leg de kaart
dan weg totdat de druppeltjes helemaal zijn verdampt.
Raak de contactpunten niet aan en stel deze niet bloot aan stof of vuil.
Controleer hoe u de geheugenkaart naar de camcorder gericht houdt voordat u deze in de camcorder
plaatst. Als u een geheugenkaart verkeerd in de sleuf plaatst, kan de geheugenkaart of de camcorder
beschadigd raken.
Verwijder het label niet van de geheugenkaart, en breng op de geheugenkaart geen andere labels
aan.
Als u beeldbestanden wist of de geheugenkaart initialiseert, wordt alleen de bestandstoewijzingstabel
gewijzigd en worden de gegevens zelf niet verwijderd. Tref de benodigde voorzorgsmaatregelen als u
zich ontdoet van de geheugenkaart, bijvoorbeeld door deze fysiek te beschadigen, om te voorkomen
dat anderen uw privégegevens kunnen lezen.
De camcorder gebruiken in het buitenland
Stroombronnen
U kunt de compacte netadapter in elk land gebruiken met een netvoeding tussen 100 en 240 V wisselstroom
en 50/60 Hz om de camcorder te bedienen en de accu op te laden. Raadpleeg het Canon Service Center voor
informatie over stekkeradapters voor gebruik in het buitenland.
Afspelen op een TV-scherm
U kunt uw opnamen alleen afspelen op TV's met het PAL-systeem. Het PAL-systeem wordt in de volgende
landen gebruikt:
Algerije, Australië, Bangladesh, België, Brunei, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Ierland,
IJsland, India, Indonesië, Israël, Italië, Jemen, Jordanië, Kenia, Koeweit, Liberia, Maleisië, Malta,
Mozambique, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noord-Korea, Noorwegen, Oeganda, Oman, Oostenrijk, Pakistan,
Portugal, Qatar, Servië en Montenegro, Sierra Leone, Singapore, Spanje, Sri Lanka, Swaziland, Tanzania,
Thailand, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Zambia, Zuid-Afrika, Zweden,
Zwitserland.
148
Problemen oplossen
Loop eerst door deze lijst wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Neem
contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
NL
Stroombron
Probleem
Oorzaak
De camcorder schakelt niet in.
De accu is niet goed geplaatst.
De camcorder schakelt zichzelf uit.
De stroombesparingsfunctie is
geactiveerd.
De accu is vrijwel leeg.
Het scherm gaat aan en uit.
Oplossing
Plaats de accu op de juiste wijze in de
camcorder.
Schakel de camcorder in.
13
Vervang de accu of laad deze op.
13
26
Opnemen/afspelen
Probleem
De toetsen werken niet.
“ ” knippert op het scherm.
Op het scherm verschijnt "REMOVE
THE CASSETTE".
De draadloze afstandsbediening
werkt niet.
Er verschijnen abnormale karakters
op het scherm. De camcorder werkt
niet naar behoren.
Oorzaak
Er is geen cassette geplaatst.
Er is condens gesignaleerd.
De camcorder is gestopt om de
cassette te beschermen.
De sensorstand van de draadloze
afstandsbediening is anders dan de
sensorstand van de camcorder.
De batterijen van de draadloze
afstandsbediening zijn vrijwel leeg.
Deze camcorder maakt gebruik van
een microcomputer. Externe ruis of
statische elektriciteit kunnen tot gevolg
hebben dat er op het scherm
abnormale karakters verschijnen.
Oplossing
Plaats een cassette.
Zie betreffende pagina.
Verwijder de cassette en plaats deze
terug.
Verander de sensorstand.
21
145
21
Vervang de batterijen.
20
Ontkoppel de stroombron en sluit
deze na korte tijd weer aan. Als het
probleem aanhoudt, ontkoppel dan de
stroombron en druk met een puntig
voorwerp op de RESET-toets. Door op
de RESET-toets te drukken, worden
alle instellingen gereset.
–
102
Opnemen
Probleem
Oorzaak
Na het indrukken van de start/stoptoets neemt de camcorder niet op.
De camcorder stelt niet scherp.
Het statuslampje gaat niet branden.
Er is geen cassette geplaatst.
Het programmakeuzewiel staat niet
ingesteld op een opnameprogramma.
De vergrendelingsschakelaar staat zo
ingesteld dat de bedieningselementen
op de draaggreep zijn geblokkeerd en
daardoor niet kunnen worden gebruikt.
De automatische scherpstelling werkt
niet op het onderwerp.
De zoeker is niet afgesteld.
Oplossing
Zet de optie [LED] op een ander type.
85
Zet de STANDBY-hendel in de stand
STANDBY.
Zet het programmakeuzewiel op een
opnameprogramma.
Stel de tijdzone, datum en tijd in.
Voorzie, indien nodig, de camcorder van
stroom met de compacte netadapter en
laat de camcorder op deze wijze ten
minste 24 uur aangesloten staan terwijl
het programmakeuzewiel op OFF staat.
De ingebouwde batterij wordt dan
opgeladen, waarna u de instellingen
kunt verrichten.
Plaats een cassette.
Zet het programmakeuzewiel op een
opnameprogramma.
Verschuif de
vergrendelingsschakelaar naar links
om de bedieningselementen op de
draaggreep te kunnen gebruiken.
Stel handmatig scherp.
26
Stel de zoeker af met de
oogcorrectieregelaar.
Het objectief is vuil.
Reinig het objectief.
De optie voor het statuslampje in de voor- Zet de optie [TALLY LAMP] op [ON] of
keursfuncties staat ingesteld op [02 OFF]. [BLINK].
25
24
21
25
26
34
16
143
85
149
Aanvullende informatie
Het programmakeuzewiel staat niet in De optie voor LED-indicators in de voorde stand OFF maar de POWERkeursfuncties is ingesteld op [02 OFF].
indicator is uit.
De STANDBY-hendel staat in de stand
LOCK.
Het beeld verschijnt niet op het
Het programmakeuzewiel staat niet
scherm.
ingesteld op een opnameprogramma.
Op het scherm verschijnt "SET THE De tijdzone, datum en tijd zijn niet
TIME ZONE, DATE AND TIME".
ingesteld, of de ingebouwde
lithiumbatterij is leeg.
Opnemen
Probleem
Oorzaak
Er verschijnt een verticale lichtbalk op Als u opneemt op donkere plaatsen,
het scherm.
kan een helder licht in het tafereel tot
gevolg hebben dat een verticale
lichtbalk verschijnt. Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
Het beeld in de zoeker is vaag.
De zoeker is niet afgesteld.
Er wordt geen audio opgenomen.
Audio wordt op een zeer laag niveau
opgenomen.
De keuzeschakelaar van het ingangskanaal staat niet in de juiste stand.
U gebruikt de ingebouwde microfoon,
maar de optie [XLR INPUT] staat op
[ON
XLR].
De microfoon die op het aansluitpunt
XLR is aangesloten, moet worden
gevoed door de fantoomvoeding.
De AUDIO LEVEL-schakelaar staat op
M, en het opnameniveau is te laag
ingesteld.
De microfoondemper is ingeschakeld.
Oplossing
Neem op in de Av-stand met F5.6–
F8.0.
52
Stel de zoeker af met de
oogcorrectieregelaar.
Zet de keuzeschakelaar van het
ingangskanaal in de juiste stand.
Zet [XLR INPUT] op [OFF].
16
Zet de
44
-schakelaar op ON.
44
44
Stel het audioniveau juist in.
45
Zet de MIC ATT.-schakelaar of de
-schakelaar op OFF.
45
Afspelen
Probleem
Oorzaak
Na het indrukken van de afspeeltoets De camcorder is uitgeschakeld of staat
speelt de camcorder niet af.
niet in de stand
.
Er is geen cassette geplaatst.
De band loopt, maar op het TVDe videokoppen zijn vuil.
scherm verschijnt geen beeld.
U hebt geprobeerd een auteursrechtelijk
beveiligde band af te spelen of te dubben.
De video-uitgangskabel is niet juist
aangesloten.
Het afspeelbeeld stopt steeds
De videokoppen zijn vuil.
kortstondig tijdens het afspelen van
een band die is opgenomen met de
HDV-standaard.
Oplossing
Zet de camcorder in de stand
.
Plaats een cassette.
Reinig de videokoppen.
Stop met afspelen/kopiëren.
Controleer of de videokabel juist
aangesloten is.
Reinig de videokoppen met een droge
reinigingscassette.
91
21
144
–
–
144
Geheugenkaart
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het lukt niet om de geheugenkaart in
de camcorder te plaatsen.
Er kunnen op de geheugenkaart geen
foto's worden gemaakt.
De geheugenkaart wordt verkeerd om
gehouden.
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
De geheugenkaart is vol.
De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd.
De map- en bestandsnummers hebben
hun maximale waarde bereikt.
Het programmakeuzewiel of de
/
kaart/bandschakelaar staat niet in de
juiste stand.
De foto is beveiligd.
Het wisbeveiligingsschuifje staat op
een SDHC- of SD-geheugenkaart in de
vergrendelde stand.
Er heeft zich een kaartfout voorgedaan.
Draai de geheugenkaart om en plaats
deze opnieuw.
Plaats een geheugenkaart.
Vervang de geheugenkaart of wis foto's.
Initialiseer de geheugenkaart.
Zet [FILE NOS.] op [RESET] en plaats
een nieuwe geheugenkaart.
Zet het programmakeuzewiel op VCR/
PLAY en de
/
kaart/
bandschakelaar op
.
Verwijder de beveiliging.
Wijzig de stand van het wisbeveiligingsschuifje op de geheugenkaart zo
dat deze ontgrendeld is.
Zet de camcorder uit. Verwijder de
kaart en plaats deze terug. Initialiseer
de geheugenkaart als het symbool
blijft knipperen.
De geheugenkaart kan niet worden
afgespeeld.
Een foto kan niet worden gewist.
“
” knippert in rood.
22
22
119
121
108
117
120
121
Over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gemaakt met uiterst verfijnde technieken; meer dan 99,99% van alle pixels functioneert
volgens specificatie. Minder dan 0,01% van de pixels kunnen af en toe mislukken of verschijnen als zwarte,
rode, groene of blauwe punten. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en betekent niet dat er
problemen zijn.
150
Systeemschema
(Beschikbaarheid verschilt van gebied tot gebied)
NL
Zoomafstandsbediening
ZR-1000
Zoomafstandsbediening
ZR-2000
Schouderriem SS-1100
Opnamebeugel SBR-1000
Draadloze
afstandsbediening
WL-D5000
Speedlite-flitser
420EX, 430EX,
550EX, 580EX
MiniDV-videocassette
Accuvideolamp
VL-10Li ll
Adapter CB-920
voor auto-accu
Koppelstuk
DC-920
Accu BP-930,
BP-945, BP-950G,
BP-970G
Filterset FS-72U
Compacte
netadapter CA-920
Accu BP-930,
BP-945, BP-950G,
BP-970G
Groothoekconverter
WD-H72
Dubbellader/houder
CH-910
Aanvullende informatie
Component Video-kabel
DTC-1000
Videorecorder
Systeemkoffer
HC-4200
Stereovideokabel
STV-290N
SCARTadapter
PC-A10
TV
Statiefadapter TA-100
DV-kabel CV-150F/
CV-250F
Digitaal apparaat
151
Optionele accessoires
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie
met Canon-accessoires. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand etc., die worden veroorzaakt door de slechte werking van andere accessoires dan van Canon
(bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Opmerking: deze garantie is niet van toepassing op
reparaties die voortkomen uit een slechte werking van andere accessoires dan van Canon, hoewel u deze
reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
Accu's
De BP-950G is ook verkrijgbaar als een optionele
accessoire.
De optionele BP-970G biedt 35% meer opnameduur dan
de BP-950G.
Adapter CB-920 voor auto-accu
Gebruik de adapter voor de auto-accu om onderweg de
camcorder van stroom te voorzien of accu's op te laden.
De auto-accukabel moet worden aangesloten op het
aansluitpunt van de sigarettenaansteker in de auto en
werkt op een 12-24 V negatief-geaarde accu.
Filterset FS-72U
Met ultravioletfilters, filters voor neutrale densiteit en
ronde polarisatiefilters kunt u moeilijke
verlichtingsomstandigheden de baas.
Systeemkoffer HC-4200
Een solide, vergrendelbare en stijlvolle koffer waarin u
de camcorder tijdens transport en opslag veilig kunt
opbergen.
Statiefadapter TA-100
Met de TA-100 kunt u de XH G1/XH A1 snel monteren
op een statief of hiervan verwijderen.
Opnamebeugel SBR-1000
De SBR-1000 met nekriem geeft extra ondersteuning
aan de videocamera. De last van het cameragewicht
tijdens het opnemen wordt hiermee aanzienlijk verlicht.
152
BP-950G
BP-970G
Dubbellader/houder CH-910
De CH-910 kan achtereenvolgens twee accu's opladen.
U kunt de camcorder ook van stroom voorzien door de
CH-910 met opgeladen accu's op de camcorder aan te
sluiten. Wanneer u twee accu's aansluit, kan een accu
worden verwisseld zonder de stroomvoorziening te
onderbreken.
NL
Accu
Oplaadduur
BP-950G
280 min.
BP-970G
380 min.
De oplaadtijd varieert al naargelang de oplaadomstandigheden.
Zoomafstandsbediening ZR-2000
Als de ZR-2000 wordt aangesloten op het aansluitpunt
LANC
van een Canon-camcorder, is het mogelijk zonder dat u de camcorder hoeft aan te raken - de starten stopfuncties van een opname en de zoom- en
scherpstelfuncties te besturen terwijl u het beeld op het
lokale display bekijkt. Dit komt in het bijzonder van pas
als de camcorder op een statief is geplaatst en u voor een opname een maximale stabiliteit wilt.
Dit merkteken is het symbool van originele Canon-videoaccessoires. Als u gebruik maakt van
Canon-videoapparatuur, dan raden wij u ten zeerste aan om gebruik te maken van
accessoires of producten van Canon met hetzelfde merkteken.
Aanvullende informatie
153
Specificaties
XH G1/XH A1
Systeem
Video-opnamesysteem
Audio-opnamesysteem
Televisiesysteem
Beeldsensor
Bandformaat
Bandsnelheid
Maximale opnameduur
(cassette van 60 min.)
Duur vooruitspoelen/terugspoelen
Zoeker
LCD-scherm
Microfoon
Objectief
Objectiefsamenstelling
Filterdiameter
AF-systeem
Witbalans
Minimumverlichting
Aanbevolen verlichting
Beeldstabilisatie
Roterende koppen, spiraalvormig scansysteem, digitale componentregistratie
HDV High Definition Video 1080i
DV Digitaal VCR SD-systeem voor de consument
HDV MPEG-1 audiolaag 2, 16 bit (48 kHz),
Overdrachtssnelheid: 384 kbps (2CH)
DV Digitaal PCM-geluid, 16 bit (48 kHz) of 12 bit (32 kHz)
HD High Definition Video (HDV) 1080/50i
SD
CCIR-standaard (625 lijnen, 50 velden) PAL-kleurensignaal
1/3-inch CCD x 3 (horizontale pixelverschuiving), circa 1.670.000 pixels
Effectief aantal pixels: [HDV]
circa 1.560.000
[SD16:9] circa 1.560.000
[SD4:3] circa 1.170.000
Videocassettes met het “MiniDV”-logo.
HDV 18,83 mm/s
DV SP: 18,83 mm/s, LP: 12,57 mm/s
HDV 60 min.
DV SP: 60 min., LP: 90 min.
Circa 2 min. 20 sec. (met een cassette van 60 min.)
0.57 in. breed, hoogte/breedteverhouding 16:9, TFT kleur, circa 269.000 pixels
2.8 in. breed, hoogte/breedteverhouding 16:9, TFT kleur, circa 207.000 pixels
Stereo electreet, kruiselings gemonteerde (cross-layout) microfoon
f=4,5-90 mm, F/1.6-3.5, 20x aangedreven zoom
35 mm equivalent:
[HD], [SD16:9], foto's in 16:9: circa 32,5-650 mm
[SD4:3], foto's in 4:3: circa 39,8-796 mm
16 elementen in 11 groepen (1 asferisch element)
72 mm
Autofocus, handmatige scherpstelling met scherpstelring
Automatische witbalans, witbalans voor binnenshuis, witbalans voor
buitenshuis, handmatig ingestelde witbalans of kleurtemperatuurinstelling
0,3 lx (stand 50i/25F, handmatige stand, 1/3 sluiter, F1.6, Versterking 18 dB)
Meer dan 100 lx (50i/25F)
Beeldstabilisator op basis van optische verschuiving
Geheugenkaart
Opnamemedia
SDHC (SD High Capacity)-geheugenkaart, SD-geheugenkaart,
MultiMedia Card (MMC)*
Grootte van foto's op de kaart
1920 x 1080, 1440 x 1080, 848 x 480, 640 x 480 pixels
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system (DCF), compatibel met Exif 2.2**,
compatibel met DPOF
Beeldcompressiemethode
JPEG-compressie (Super Fine, Fine, Normal)
* De bedieningshandelingen van de camcorder zijn getest met SD-geheugenkaarten tot 2 GB. Niet voor alle
geheugenkaarten kan een juiste werking worden gegarandeerd.
** Deze camcorder ondersteunt Exif 2.2 (ook “Exif Print” genoemd). Exif Print is een standaard voor verbetering van de
communicatie tussen camcorders en printers. Door een met Exif Print compatibele printer aan te sluiten worden de
beeldgegevens die tijdens opname met de camcorder zijn gemaakt, gebruikt en geoptimaliseerd, waardoor afdrukken
van zeer hoge kwaliteit worden geproduceerd.
154
Ingangs/uitgangsaansluitingen
Video-aansluitpunten
Audio-uitgangsaansluitingen
Audio-ingangsaansluitingen
Aansluitpunt HDV/DV
Aansluitpunt hoofdtelefoon
Aansluitpunt LANC
Aansluitpunt GENLOCK
Aansluitpunt TIME CODE
Aansluitpunt HD/SD-SDI
Aansluitpunt COMPONENT OUT
A/V1:
∅ 3,5 mm mini-jack (audio en video), V2: BNC- jack (alleen video)
1 Vp-p/75 ohm asymmetrisch
A/V1: ∅ 3,5 mm mini-jack (audio en video)
-10 dBV 47 kohm belasting/3 kohm of minder, asymmetrisch
MIC: ∅ 3,5 stereo mini- jack (asymmetrisch), ATT: 20 dB
-64 dBv (Automatische stand)/600 ohm
Max: -76 dBv (Handmatige stand, max. volume)
A/V1: ∅ 3,5 mm mini-jack (audio en video)
-10 dBv/47 kohm
XLR: XLR-connector (pen1: aarde, pen2: plus, pen3: min), ATT: 20 dB
-59,5 dBv (Automatische stand)/600 ohm (LINE/MIC-schakelaar
ingesteld op MIC)
6 dBv (Automatische stand)/10 kohm (LINE/MIC-schakelaar ingesteld
op LINE)
Max 1: -71,5 dBV (Automatische stand, XLR GAIN UP op 12 dB)
Max 2: -71,5 dBv (Handmatige stand, max. volume)
Max 3: -83,5 dBV (Handmatige stand, max. volume, XLR GAIN UP op
12 dB)
In/uitvoer via speciale 4-pens connector (compatibel met IEEE1394)
∅ 3,5 mm stereo mini-jack, -23,5 dBV (16 ohm belasting)/50 ohm
∅ 2,5 mm stereo mini-jack
BNC-jack, invoer: 1 Vp-p/75 ohm
BNC-jack, invoer: 0,5 V–18 Vp-p/10 kohm
uitvoer: 1 Vp-p/75 ohm
BNC-connector, alleen uitgang, 0,8 Vp-p/75 ohm, asymmetrisch
SDI 576/50i: ITU-R BT.656, SMPTE 272M, SMPTE RP 188 (LTC)
HD-SDI:
SMPTE 292M, SMPTE 299M, SMPTE RP 188 (LTC)
Compatibel met 1080i (D3)/576i (D1)
NL
Voeding/overig
Voeding (nominaal)
Opgenomen vermogen
Gebruikstemperatuur
Afmetingen (B x H x D)
Gewicht
7,4 V (accu)
Opnemen met autofocus, HD-stand:
Zoeker [NORMAL]: 7,1 W, LCD-scherm [NORMAL]: 7,3 W
Zoeker [NORMAL]: 6,7 W, LCD-scherm [NORMAL]: 6,9 W
0 – 40 °C
163 x 189 x 350 mm exclusief handgreepriem
2100 g
2030 g
Compacte netadapter CA-920
100 – 240 V AC, 50/60 Hz
24 W
Adapter: 7,2 V DC, 2,0 A, Oplader: 8,4 V DC, 1,5 A
0 – 40 °C
75 x 99 x 51 mm
215 g zonder netsnoer
Aanvullende informatie
Voeding
Opgenomen vermogen
Nominale uitgangsspanning
Gebruikstemperatuur
Afmetingen
Gewicht
Accu P-950G
Accutype
Nominale spanning
Gebruikstemperatuur
Accucapaciteit
Afmetingen
Gewicht
Oplaadbare lithium-ion accu
7,4 V DC
0 – 40 °C
5200 mAh
38,2 x 40,3 x 70,5 mm
210 g
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering. Fouten en omissies voorbehouden. Specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
155
Index
A
Aansluiting op een computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Aansluiting op een High Definition TV (HDTV) . . . . . . . . . 93
Aansluiting op een TV/videorecorder . . . . . . . . . . . . . . 93, 95
Aansluitpunt COMPONENT OUT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Aansluitpunt HD/SD SDI* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Aansluitpunt HDV/DV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7, 152
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
AE shift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
AEB - Reeksopnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
AE-programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Analoog/digitaal (A/D)-omzetter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Audio opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Audioreferentiesignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Audiostand (SD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Audio-uitgang (SD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Autofocus (AF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Automatisch opnameprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Av (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
B
Band beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Beeldgrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Beeldkwaliteit foto's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Beeldseriestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Beeldsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Beeldstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Bestandsnummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Buitenland, gebruik van de camcorder . . . . . . . . . . . . . . . 148
C
Camcordergegevens op het scherm,
instellen welke worden weergegeven . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Clear Scan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
COLOR GAIN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
COLOR PHASE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Component Video . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Condens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Continu-opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Contourverscherping en vergroting
(hulpfuncties scherpstelling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Coring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
D
Datacodering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
DATE FORMAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Datum en tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Datum zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
DC-920 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Digitale videobesturing (DV CONTROL) . . . . . . . . . . . . . . 70
E
Einde zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Externe synchronisaties* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Externe video, analoog Line-In . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
Externe video, HDV/DV-ingang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
F
Fantoomvoeding (microfoon) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Films afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
156
*Alleen
.
Films opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Foto bekijken zodra deze is gemaakt . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Foto's beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Foto's maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Foto's snel lokaliseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Foto's weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
Foto's wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
FREE-RUN (tijdcode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
G
GAMMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Gebruikersvoorkeuzes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 147
Geheugenkaart initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Gelijktijdig een foto maken (band/geheugenkaart) . . . . 110
Gemakkelijk opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Genlock* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
H
Handgreepriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Handmatig opnameprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Handmatige scherpstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
HD/SD-videosignaalstandaards . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
HDV/DV, aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94, 106
HDV/DV-bandopnamestandaards . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Hoogte/breedteverhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 29
Huiddetail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
I
INDEX WRITE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Indicator audioniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ingebouwde ondersteuningsbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . .
67
99
45
14
K
Kleurcorrectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kleurenbalken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kleurenmatrix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Knee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
61
69
73
72
L
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
LCD-zijpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Luchtdetail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
M
Master Pedestal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Mengbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
MENU-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Microfoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Microfoondemper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
N
Nachtopnameprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
ND-filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
NR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nulstelgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
49
37
13
73
98
O
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Opname bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opnamemodus (SD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Opnameprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Opnemen in een lage hoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
P
PRINT ORDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Programmakeuzewiel (POWER) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
R
REC-RUN (tijdcode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
REC-RUN PS (tijdcode) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Resterende accucapaciteit, aanduiding . . . . . . . . . . . . . . . 27
Resterende bandduur, aanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
S
Schermdisplays (camcordergegevens) . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Schermmarkeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Scherp stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Scherpstellingsvoorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Scherpte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Schouderriem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
SD-geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Sensor voor draadloos contact met afstandsbediening . 20
Setup-niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Signaalstandaard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
SLIDESHOW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
Sluitertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Spotlight (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Stroom besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
T
Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tijdcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tijdcodesynchronisatie* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tijdelijke autofocus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Toewijzingstoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tv (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
71
39
40
34
66
51
NL
U
User Bit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
V
VCR STOP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Veiligheidszone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Versterking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Videocassettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 147
Videokoppen reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Voorkeursfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
W
Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Z
Zebrapatroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zoeker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zonnekap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zoomsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zoomvoorkeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zwartniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
60
16
19
31
31
32
72
Aanvullende informatie
157
Toewijzingstoetsen (CUSTOM KEYS)
Maak een kopie van deze pagina en neem deze met u mee als u de camcorder gebruikt. U kunt dan
gemakkelijk de functies terugvinden die u in de verschillende bedieningsstanden aan de CUSTOM
KEYS kunt toewijzen.
Aan toewijzingstoetsen (CUSTOM KEYS) kunt u veel gebruikte functies toewijzen. Aan de
toewijzingstoetsen kunnen voor elke bedieningsstand verschillende functies worden toegewezen.
Standaardinstellingen:
CUSTOM KEY 1
TIME CODE
CUSTOM KEY 2
INDEX WRITE
TV-scherm
(TV SCREEN)
DATA CODE
ZEBRA
TV-scherm
(TV SCREEN)
TV-scherm
(TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Aan de toewijzingstoetsen kunnen de volgende functies worden toegewezen:
Tijdcode (TIME CODE)
Indexering
(INDEX WRITE) 2
Zebrapatroon (ZEBRA)
Camcorder stoppen
(VCR STOP) 2
TV-scherm (TV SCREEN)
Tijdcode bevriezen
(TC HOLD) 2
Audioniveau
(AUDIO LEVEL)
CVF+LCD BW
Vergrotingstoets (MAGN.)
Sluitertijdwiel (SHUTTER)
Toets gebruikersvoorkeuze
achterwaarts
(CP BKWD KEY) 1,2
Zebrapatroon (ZEBRA)
TV-scherm (TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Vergrotingstoets (MAGN.)
Sluitertijdwiel (SHUTTER)
Toets gebruikersvoorkeuze achterwaarts
(CP BKWD KEY) 1,2
1
2
Tijdcode (TIME CODE)
TV-scherm (TV SCREEN)
Datacodering (DATA CODE)
Audioniveau (AUDIO LEVEL)
Tijdcode bevriezen (TC HOLD) 2
CVF+LCD BW
TV-scherm (TV SCREEN)
CVF+LCD BW
Kan alleen worden toegewezen aan toewijzingstoets 2 (CUSTOM KEY 2).
Deze functie kan alleen worden uitgevoerd met een toewijzingstoets (indexering kan ook met de afstandsbediening
worden uitgevoerd).
158
HD VIDEO CAMERA RECORDER
Nederlands
Gebruikershandleiding
CANON INC.
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262
1180 EG Amstelveen
The Netherlands
Nederland:
Canon Nederland N.V.
Neptunusstraat 1
2132 JA Hoofddorp
Tel: 023-567 01 23
Fax: 023-567 01 24
www.canon.nl
België:
Canon België N.V./S.A.
Bessenveldstraat 7
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
Inleiding
Voorbereidingen
Opnemen
Gebruikersvoorkeuze
Afspelen
Videobeelden
bewerken
Mini
Digital
Video
Cassette
Gebruik van een
geheugenkaart
Aanvullende
informatie
Dit is gedrukt op 70% gerecycled papier.
0023X429
1006CEL/CDDS0.7
PAL
© CANON INC. 2006
PRINTED IN THE EU
CEL-SG2SA280