Sony CMT-PX333 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Micro Hi-Fi
Component
System
4-232-601-31(1)
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
DE
NL
IT
© 2001 Sony Corporation
CMT-PX333
2
NL
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER product.
Dit label bevindt zich achter
op de buitenkant.
Dit
waarschuwings-
label bevindt
zich binnenin het
apparaat.
Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of
langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden.
Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen
mag de batterij alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg, maar lever
hem in als KCA.
Inhoudsopgave
Onderdelen
Hoofdapparaat ........................................... 4
Afstandsbediening..................................... 5
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem ....................... 6
Plaatsing van twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening ...... 7
Instellen van de klok ................................. 7
Stroom besparen in de wachtstand ............ 8
CD
Plaatsing van een CD ................................ 8
Afspelen van een CD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie ..................... 9
Programmeren van CD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 10
Gebruik van het CD-display ................... 11
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 12
MD – Afspelen
Plaatsing van een MD ............................. 13
Afspelen van een MD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie ................... 13
Programmeren van MD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 14
Gebruik van het MD-display................... 15
3
NL
MD – Opnemen
Alvorens met het opnemen te
beginnen ........................................... 16
Een CD opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname ......... 17
Opnemen van het huidige muziekstuk
— Rec It ........................................... 18
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatig opnemen.................... 18
Opnamestart met zes seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 19
Opnametips ............................................. 20
— Lange opnamen/Aanbrengen van
muziekstuknummers/Smart Space/
Instellen van het opnameniveau
MD – Monteren
Alvorens met het monteren te
beginnen ........................................... 24
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 25
Wissen van opnamen .............................. 27
— ERASE-functie/TRACK ERASE-
functie/ALL ERASE-functie/
A-B ERASE-functie
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken — MOVE-functie.... 29
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 29
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 30
Ongedaan maken van de laatste
wijziging — UNDO-functie ............. 31
Veranderen van het opnameniveau na het
opnemen — S.F EDIT-functie ......... 32
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders..... 34
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 35
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 36
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 36
Geluidsregeling
Regeling van het geluid........................... 37
Timer
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 37
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 38
Radioprogramma’s opnemen met de
timer.................................................. 39
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
componenten .................................... 40
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 41
Systeembeperkingen van MD’s .............. 43
Verhelpen van storingen ......................... 44
Zelfdiagnose-display ............................... 47
Technische gegevens............................... 50
* Uitsluitend het Europese model
NL
4
NL
Onderdelen
De onderdelen zijn vermeld in alfabetische volgorde. Nadere bijzonderheden over de bediening vindt
u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
Hoofdapparaat
1
qjqk qh qg qf qd qs qa 0
ws
wa
w;
ql
2 3 4
5
6
7
8
9
CD SYNC HIGH 0 (17)
CD SYNC NORMAL qa (17)
CD NX wa (9)
Disc-lade voor CD 9 (8)
Display 3
FUNCTION qh (9, 13, 18, 25,
41)
MD-gleuf 2 (13)
MD NX 6 (13)
PHONES-aansluiting qj
PLAY MODE qg (9, 13, 24)
REC/REC IT qs (18)
REC MODE qd (20)
REPEAT qf (9, 14)
STEREO/MONO qf (35)
TUNER/BAND ql (34)
TUNING MODE qg (34)
TUNING +/ w; (34)
VOLUME +/ qk
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
?/1 1
ZMD 4
x (MD) 5
m/M (MD) 7
./> (MD) 7
ZCD 8
m/M (CD) w;
./> (CD) w;
x (CD) ws
6
NL
Voorbereidingen
AM-raamantenne
Rechter luidspreker
FM-antenne
Linker luidspreker
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER-aansluitingen op het apparaat en
op de aansluitingen op de luidsprekers zoals
hieronder is aangegeven.
Zwart (#)
Wit (3)
Steek dit gedeelte erin
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM, raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Type aansluiting A
AM
FM
75
AM-
raamantenne
Trek de FM-draadantenne er
horizontaal uit
Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 3 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde
snoeren en accessoires aan te sluiten.
Voorbereidingen
7
NL
AM-
raamantenne
Trek de FM-draadantenne er
horizontaal uit
Type aansluiting B
AM
FM
75
COAXIAL
3 Steek de stekker in het stopcontact.
Indien de stekker niet in het stopcontact
past, dient u de bijgeleverde adapter te
bevestigen aan de stekker (alleen bij
modellen met een stekkeradapter). Om het
systeem in te schakelen, drukt u op ?/1.
Plaatsing van twee R6
(AA-formaat) batterijen in
de afstandsbediening
Tip
Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt
bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
Instellen van de klok
1 Schakel het systeem in.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
Ga door naar stap 5 wanneer u de klok voor
het eerst instelt.
3 Druk op . of > op de
afstandsbediening om CLOCK SET?
te kiezen.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op + of op de afstandsbediening
om de dag in te stellen.
6 Druk op ENTER/YES of M op de
afstandsbediening.
De uur-indicatie begint te knipperen.
7 Druk op + of op de afstandsbediening
om het uur in te stellen.
8 Druk op ENTER/YES of M op de
afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
9 Druk op + of op de afstandsbediening
om de minuten in te stellen.
10
Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De klok begint te lopen.
Indien u zich hebt vergist
Druk herhaald op m of M op de
afstandsbediening totdat het onjuiste onderdeel
knippert en maak daarna de instelling opnieuw.
Veranderen van de ingestelde tijd
Begin opnieuw vanaf stap 1.
8
NL
CD
Plaatsing van een CD
1 Druk op ZCD.
De disc-lade gaat open.
2 Plaats een CD met de labelkant naar
boven in de disc-lade.
Wanneer u een CD-single (8 cm CD)
afspeelt, dient u deze op de binnenste
cirkel van de lade te plaatsen.
3 Druk opnieuw op ZCD om de disc-lade
te sluiten.
Stroom besparen in de
wachtstand
Druk herhaald op DISPLAY of TIME op de
afstandsbediening wanneer het systeem is
uitgeschakeld.
Bij elke druk op de knop schakelt het systeem
in de onderstaande volgorde over in een andere
stand:
Klokdisplay y Energiebesparingsmodus
Uitschakelen van de
energiebesparingsmodus
Druk op DISPLAY of TIME op de
afstandsbediening om het klokdisplay te laten
verschijnen.
Tip
De indicator ?/1 licht ook in de
energiebesparingsmodus op.
Voorbereidingen/CD
9
NL
Afspelen van een CD
NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie/REPEAT-
afspeelfunctie
Met dit systeem kunt u de CD op verschillende
manieren afspelen.
Muziekstuknummer Afspeelduur
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat de door u gewenste
modus op het display verschijnt.
Kies Voor afspelen van
De muziekstukken op de CD in
de oorspronkelijke volgorde.
Alle muziekstukken op de CD
in willekeurige volgorde.
De muziekstukken op de CD in
de door u gewenste volgorde
(zie “Programmeren van CD-
muziekstukken” op de
volgende bladzijde).
3 Druk op CD NX (of CD N op de
afstandsbediening).
Blanco (geen
indicatie PLAY
MODE)
(NORMAL-
afspeelfunctie)
SHUFFLE
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
PROGRAM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
Druk tijdens het afspelen op
REPEAT totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” verschijnt.
REPEAT: Alle muziekstukken op
de CD tot vijfmaal.
REPEAT 1: Slechts één
muziekstuk.
Om te stoppen met herhaald
afspelen, drukt u op REPEAT
totdat “REPEAT” of “REPEAT 1”
is verdwenen.
wordt vervolgd
Houd tijdens het afspelen m of
M voor de CD ingedrukt en laat
deze los wanneer het gewenste
punt is bereikt.
Druk op x voor de CD.
Te pauzeren Druk op CD NX (of X op de
afstandsbediening). Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Het afspelen te
stoppen
Een muziekstuk
te kiezen
Druk op . of > voor de CD.
Een CD te
verwijderen
Druk op ZCD.
Herhaald af te
spelen
(REPEAT-
afspeelfunctie)
Andere bedieningsfuncties
Om Doe het volgende
Een bepaald
punt in een
muziekstuk te
vinden
10
NL
Programmeren van CD-
muziekstukken
PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal
25 muziekstukken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
PROGRAM verschijnt.
3 Druk op . of > voor de CD totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Afspelen van een CD (vervolg)
Gekozen
muziekstuknummer
Afspeelduur van het
gekozen muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Step verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur van het
programma.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeelduur
Tip
U kunt het gewenste muziekstuk ook kiezen met de
afstandsbediening.
Druk op de cijfertoetsen. Het afspelen begint
automatisch.
Om een muziekstuknummer hoger
dan 10 te voeren (alleen op de
afstandsbediening)
1 Druk op >10.
2 Voer de betreffende cijfers in.
Om de 0 in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u op
>10 en daarna op 3 en 10/0.
Opmerkingen
Tijdens het afspelen van een disc kan de
afspeelfunctie niet worden gewijzigd.
Indien u tijdens het luisteren naar de radio ZCD
indrukt om de disc-lade te openen of te sluiten, zal
het pictogram van de CD ook oplichten indien er
geen CD in de lade zit.
Om het pictogram van de CD uit te zetten, dient u
over te schakelen op de functie CD door herhaald
indrukken van FUNCTION.
CD
11
NL
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op CD NX (of CD N op de
afstandsbediening).
Om Doe het volgende
Druk op x en druk daarna
herhaald op PLAY MODE
totdat PROGRAM en
SHUFFLE zijn verdwenen.
Druk in de stopstand op TIME
op de afstandsbediening. Het
totale aantal geprogrammeerde
stappen verschijnt, gevolgd
door het laatst
geprogrammeerde
muziekstuknummer en de
totale afspeelduur van het
programma.
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening.
Volg de stappen 3 en 4.
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
In de stopstand een
muziekstuk toe te
voegen aan het
programma
Druk tijdens het afspelen in
geprogrammeerde volgorde
herhaald op . of > voor
de CD.
Het gewenste
muziekstuk te
kiezen met de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
In plaats van de stappen 3 en 4
uit te voeren, gebruikt u de
cijfertoetsen. Zie blz. 10 voor
het gebruik van de
cijfertoetsen.
Tips
Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
opnieuw af te spelen, drukt u op CD NX (of
CD N op de afstandsbediening).
De indicatie --.-- verschijnt op het display
wanneer de totale afspeeltijd van uw CD-
programma langer is dan 100 minuten, of wanneer u
probeert om 21 of meer muziekstukken te
programmeren.
De volgorde van de
muziekstukken in
het programma te
controleren
Gebruik van het CD-
display
Controleren van de
resterende afspeelduur
Druk tijdens het afspelen herhaald op
TIME op de afstandsbediening.
Het display verandert steeds als volgt:
Verstreken afspeelduur van huidig muziekstuk
t Resterende afspeelduur van huidig
muziekstuk* t Resterende afspeelduur van de
huidige CD**
* --.-- verschijnt wanneer u de resterende
afspeelduur van een CD-muziekstuk met nummer
21 of hoger wilt controleren.
**--.-- verschijnt tijdens het afspelen in
willekeurige volgorde van een CD met 21 of meer
muziekstukken, of tijdens het afspelen in
geprogrammeerde volgorde wanneer u een CD-
muziekstuk met nummer 21 of hoger hebt
gekozen.
Controleren van een
muziekstuktitel of een
disctitel
Druk tijdens het afspelen of in de
stopstand herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening.
Het display verandert steeds als volgt:
Naam van Preset Equalizer t Klok t
Volume t Muziekstuktitel of disctitel*
* Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel
(alleen bij een CD met CD-tekst), en in de stopstand
verschijnt de disctitel. Indien er een CD zonder titel
is geplaatst, verschijnt er niets.
Om een lange titel bewegend te
laten verschijnen
Druk op SCROLL op de afstandsbediening.
De titel verschijnt bewegend op het display.
Tip
Wanneer u in de stopstand op TIME op de
afstandsbediening drukt en de CD-tekst de naam van
de artiest bevat, verschijnt de naam van de artiest
bewegend op het display.
12
NL
2 Druk op CURSORt.
Het knipperende teken wordt ingevoerd
en de cursor gaat naar rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat
naar rechts.
Om een spatie in te voeren
1 Druk herhaald op SELECT totdat
Selected AB of Selected ab op het
display verschijnt.
2 Druk op 10/0.
Er wordt een spatie ingevoerd en de
cursor gaat naar rechts.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de rest
van de titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op TCURSOR of
CURSORt op de afstandsbediening totdat
het teken dat u wilt wijzigen knippert, druk
op CLEAR op de afstandsbediening om het
teken te wissen, en herhaal daarna de
stappen 3 en 4.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titelinvoer te
beëindigen.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Controleren van de disctitels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > voor de
CD totdat Name Check? verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > voor de
CD om één van de disctitels te kiezen
die in het systeemgeheugen zijn
opgeslagen onder de nummers 001 t/m
100.
Om de huidige disctitel te
controleren
Druk in de stopstand op SCROLL op de
afstandsbediening.
Invoeren van CD-titels
CD-geheugen
U kunt maximaal 100 CDs voorzien van titels
van elk maximaal 20 symbolen en tekens.
Wanneer u een CD met een titel plaatst,
verschijnt de titel op het display.
Opmerking
Wanneer u CDs voor het eerst een titel geeft,
dient u vooraf altijd alle disctitels te wissen
die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd
(zie Wissen van een disctitel op de
volgende bladzijde).
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
Indien SHUFFLE of PROGRAM op
het display verschijnt, druk dan herhaald op
PLAY MODE totdat beide indicaties zijn
verdwenen.
2 Druk op NAME EDIT op de
afstandsbediening.
De cursor begint te knipperen.
3 Druk op SELECT op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab
(kleine letters) t Selected 12 (cijfers)
* Druk herhaald op cijfertoets 1 om de volgende
symbolen te laten verschijnen:
/ , . ( ) : ! ?
Wanneer de bovenstaande symbolen op het
display worden weergegeven, kunt u daarnaast
nog de volgende symbolen laten verschijnen
door herhaald indrukken van . of > voor
de CD:
& + < > _ = ; # $ % @ `
4 Voer een teken in met de
afstandsbediening.
Indien u hoofdletters of kleine letters
hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende
lettertoets totdat het teken dat u wilt
invoeren knippert.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de
toets indrukken en herhaald op . of
> drukken.
CD/MD – Afspelen
13
NL
Wissen van een disctitel
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of > voor de
CD totdat “Name Erase?” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op . of > voor de
CD om één van de disctitels te kiezen
die in het systeemgeheugen zijn
opgeslagen onder de nummers 001 t/m
100.
De disctitel verschijnt bewegend op het
display.
“No Name” verschijnt indien er geen
disctitel is ingevoerd.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Om alle disctitels te wissen, drukt u herhaald
op . of > voor de CD totdat bij stap 2
“All Erase?” verschijnt en druk daarna
tweemaal op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om de wisfunctie uit te schakelen
Druk tijdens de stappen 1 t/m 3 op MENU/NO
op de afstandsbediening.
Opmerking
Om te voorkomen dat de disctitels uit het geheugen
worden gewist, dient u het systeem ten minste
eenmaal per week aan te sluiten op de netspanning.
Plaatsing van een MD
Plaats een MD.
Met het pijltje
naar het deck
en de labelkant
omhoog
Afspelen van een MD
NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLE-
afspeelfunctie/REPEAT-
afspeelfunctie
Met dit systeem kunt u MD’s op verschillende
manieren afspelen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat de door u gewenste
modus op het display verschijnt.
Kies Voor afspelen van
MD – Afspelen
Alle muziekstukken op de
MD in willekeurige
volgorde.
De muziekstukken op de MD
in de door u gewenste
volgorde (zie
“Programmeren van MD-
muziekstukken” op de
volgende bladzijde).
3 Druk op MD NX (of MD N op de
afstandsbediening).
wordt vervolgd
De MD in de oorspronkelijke
volgorde.
Blanco (geen
indicatie PLAY
MODE)
(NORMAL-
afspeelfunctie)
SHUFFLE
(SHUFFLE-
afspeelfunctie)
PROGRAM
(PROGRAM-
afspeelfunctie)
14
NL
Andere bedieningsfuncties
Om Doe het volgende
Een bepaald
punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M voor de MD ingedrukt en laat
deze los wanneer het gewenste
punt is bereikt.
Het afspelen te
stoppen
Druk op x voor de MD.
Te pauzeren Druk op MD NX (of X op de
afstandsbediening). Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Druk op . of > voor de
MD.
Een muziekstuk
te kiezen
De MD te
verwijderen
Herhaald af te
spelen
(REPEAT-
afspeelfunctie)
Druk tijdens het afspelen op
REPEAT totdat REPEAT of
REPEAT 1 verschijnt.
REPEAT: Alle muziekstukken op
de MD tot vijfmaal.
REPEAT 1: Slechts één
muziekstuk.
Om te stoppen met herhaald
afspelen, drukt u op REPEAT
totdat REPEAT of REPEAT 1
is verdwenen.
Tip
U kunt het gewenste muziekstuk ook kiezen met de
afstandsbediening.
Druk op de cijfertoetsen. Het afspelen begint
automatisch.
Om een muziekstuknummer hoger
dan 10 te voeren (alleen op de
afstandsbediening)
1 Druk op >10 (tweemaal indrukken om 100
of hoger in te voeren).
2 Voer de betreffende cijfers in.
Om 0 in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u op
>10 en daarna op 3 en 10/0.
Om muziekstuknummer 108 in te voeren, drukt u
tweemaal op >10 en daarna op 1, 10/0 en 8.
Opmerking
Tijdens het afspelen van een disc kan de
afspeelfunctie niet worden gewijzigd.
Druk op ZMD.
Programmeren van MD-
muziekstukken
PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal
25 muziekstukken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat PROGRAM verschijnt.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
het gewenste muziekstuk verschijnt.
Laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeelduur
Gekozen
muziekstuknummer
Afspeelduur van het
gekozen muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Step verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatst
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur van het
programma.
Afspelen van een MD (vervolg)
MD Afspelen
15
NL
Volg de stappen 3 en 4.
Druk op x voor de MD en
druk daarna herhaald op PLAY
MODE totdat PROGRAM
en SHUFFLE zijn
verdwenen.
Druk in de stopstand op TIME
op de afstandsbediening. Het
totale aantal geprogrammeerde
stappen verschijnt, gevolgd
door het laatst
geprogrammeerde
muziekstuknummer en de
totale afspeelduur van het
programma.
Druk tijdens het afspelen in
geprogrammeerde volgorde
herhaald op . of > voor
de MD.
Het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
De volgorde van de
muziekstukken in
het programma te
controleren
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening.
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
In de stopstand een
muziekstuk toe te
voegen aan het
programma
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op MD NX (of MD N op de
afstandsbediening).
Om Doe het volgende
Gebruik van het MD-
display
Controleren van de
resterende afspeelduur
Druk tijdens het afspelen herhaald op
TIME op de afstandsbediening.
Het display verandert steeds als volgt:
Verstreken afspeelduur en het
muziekstuknummer van het huidige
muziekstuk t Resterende afspeelduur en het
muziekstuknummer van het huidige
muziekstuk t Resterende afspeelduur van de
MD
Controleren van de totale
afspeelduur
Druk in de stopstand herhaald op TIME op
de afstandsbediening.
Het display verandert steeds als volgt:
Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeelduur t Resterende opnameduur (alleen
bij een voor opnemen geschikte MD)
Controleren van een
muziekstuktitel of een
disctitel
Druk tijdens het afspelen of in de
stopstand herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening.
Het display verandert steeds als volgt:
Naam van Preset Equalizer t Klok t
Volume t Muziekstuktitel of disctitel*
* Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel,
en in de stopstand verschijnt de disctitel. Indien er
een MD zonder titel is geplaatst, verschijnt er niets.
Tip
U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het
afspelen controleren. Wanneer u SCROLL op de
afstandsbediening indrukt, verschijnt er een
muziekstuktitel bewegend op het display.
Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten,
drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende
weergave op SCROLL op de afstandsbediening. Om
de bewegende weergave te hervatten, drukt u
opnieuw op SCROLL op de afstandsbediening.
Het gewenste
muziekstuk te
kiezen met de
cijfertoetsen op de
afstandsbediening
In plaats van de stappen 3 en 4
uit te voeren, gebruikt u de
cijfertoetsen. Zie blz. 14 voor
het gebruik van de
cijfertoetsen.
Tips
Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
opnieuw af te spelen, drukt u op MD NX (of
MD N op de afstandsbediening).
Wanneer de totale afspeelduur van uw MD-
programma meer dan 1.000 minuten is, verschijnt
---.--.
16
NL
Indien de MD reeds opnamen bevat
voor een gedeelte
In dit geval begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*
2
-gebied, onafhankelijk van
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOC-gegevens
te wijzigen.
*
2
TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
Na het opnemen
Druk op ZMD om de MD te verwijderen of
druk op ?/1 (spanning) om het systeem
uit te schakelen.
“TOC” licht op of begint te knipperen. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname
is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem
uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” oplicht) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl
“TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te
zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een opgenomen MD
Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van
de MD open. Met het nokje in deze positie kan
er niet meer op de MD worden opgenomen.
Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u
het nokje weer dicht om de opening af te
dekken.
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander
kenmerk van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde
passage later snel terugvinden en de
opgenomen muziekstukken gemakkelijk
monteren. De manier waarop de signalen
worden opgenomen en de muziekstuknummers
worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk
van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
De CD-speler van dit systeem
Het MD-deck maakt een digitale opname.*
1
De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
Andere digitale componenten die
zijn aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN-aansluiting
Het MD-deck maakt een digitale opname.*
1
De manier waarop de muziekstuknummers
worden vastgelegd verschilt echter
afhankelijk van de opnamebron.
De tuner van dit systeem en
andere analoge componenten die
zijn aangesloten op de TAPE IN-
aansluitingen (bijvoorbeeld het los
verkrijgbare tapedeck TC-TX21)
Het MD-deck maakt een analoge opname.
Een muziekstuknummer wordt aangebracht
aan het begin van elke opname. Wanneer u
echter de opnamefunctie Level Synchro
Recording (zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers” op blz. 21) inschakelt,
worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht in overeenstemming met het
niveau van het ingangssignaal.
*
1
Zie “Systeembeperkingen van MD’s” op blz. 43
voor bijzonderheden over de beperkingen op
digitale opnamen.
MD – Opnemen
Nokje
Verschuif het nokje
MD Opnemen
17
NL
Een CD opnemen op een
MD
CD-MD-synchroonopname
Naast opnemen met normale snelheid kunt u
ook versneld opnemen (met ongeveer viermaal
de normale snelheid).
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
3 Druk op CD SYNC NORMAL.
Om versneld op te nemen, drukt u op CD
SYNC HIGH.
MD New en de resterende opnameduur
van de MD verschijnen beurtelings op het
display.
4 Druk op MD NX (of X op de
afstandsbediening).
Het opnemen begint. Tijdens versnelde
opname kunt u niet meeluisteren naar het
signaal dat wordt opgenomen.
Indien Retry op het display
knippert nadat u bij stap 4 op
MD NX (of X op de
afstandsbediening) hebt gedrukt
In dit geval is er een leesfout opgetreden en
probeert het systeem om de gegevens opnieuw
te lezen.
Indien de gegevens nu wel gelezen kunnen
worden, gaat het systeem verder met de
versnelde CD-MD-synchroonopname.
Indien de geplaatste CD of het systeem in
slechte staat verkeert en de gegevens nog
steeds niet gelezen kunnen worden, wordt de
versnelde CD-MD-synchroonopname
geannuleerd. In dit geval knippert NORM
op het display en begint het MD-deck
automatisch met opnemen door middel van
normale CD-MD-synchroonopname.
Wanneer dit gebeurt, kunt u niet
meeluisteren naar het signaal dat wordt
opgenomen.
Om een lange opname op een MD te
maken (MDLP-opname)
Zie Opnametips op blz. 20.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x voor de MD.
Tips
Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd. Wanneer TEXT
tijdens het opnemen knippert, zie Invoeren van
MD-titels op blz. 25.
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u een
opname maken van alleen uw favoriete
muziekstukken op een CD. Na stap 2 volgt u
dezelfde aanwijzingen als bij stap 1 t/m 5 van
Programmeren van CD-muziekstukken op
blz. 10. Ga daarna naar stap 3.
Opmerkingen
Tijdens CD-MD-synchroonopname en versnelde
CD-MD-synchroonopname kunt u het opnemen niet
tijdelijk onderbreken.
Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij
stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus
voor normaal afspelen.
Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname
kunnen de volgende functies niet worden gebruikt:
de functie Auto Cut
de functie voor het instellen van het
opnameniveau in het menu Setup
Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt,
stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch.
18
NL
Handmatig opnemen op
een MD
Handmatig opnemen
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste gedeelten van een CD of een
radioprogramma opnemen.
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
3 Druk op REC/REC IT (of MD z REC op
de afstandsbediening).
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen.
4 Druk op MD NX (of X op de
afstandsbediening) en begin daarna
met het afspelen van de bron waarvan
u wilt opnemen.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x voor de MD.
Tip
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnameduur op de MD controleren door indrukken
van TIME op de afstandsbediening.
Opnemen van het huidige
muziekstuk
Rec It
Met deze functie kunt u snel een muziekstuk
van de CD opnemen terwijl u ernaar luistert.
1 Druk op CD NX (of CD N op de
afstandsbediening).
2 Terwijl u luistert naar het muziekstuk
dat u wilt opnemen, drukt u op REC/
REC IT.
Het afspelen begint opnieuw bij het begin
van het muziekstuk en het opnemen begint.
Wanneer het muziekstuk is afgelopen, stopt
het MD-deck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x voor de MD.
Opmerking
Tijdens gebruikmaking van de functie Rec It zijn de
volgende onderdelen buiten werking of kunnen deze
niet worden gebruikt:
de functie Auto Cut
de functie voor het instellen van het
opnameniveau in het menu Setup
MD Opnemen
19
NL
Tijdstip waarop u bij stap 5 op
TIME MACHINE REC drukt
Opgenomen
gedeelte
Begin van de opnamebron
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
3 Druk op REC/REC IT (of MD z REC op
de afstandsbediening).
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen.
Duur
Opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen
Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM- of satelliet-
uitzending gaan de eerste paar seconden van de
uitzending vaak verloren omdat het even kan
duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachine-
opnamefunctie ervoor dat voortdurend de
meest recente audiogegevens in een
buffergeheugen worden opgeslagen. Hierdoor
kunt u steeds de laatste 6 seconden aan
audiogegevens opnemen die voorafgaan aan
het tijdstip waarop de eigenlijke opname
begint, zoals op de onderstaande afbeelding is
aangegeven:
4 Begin met het afspelen van de bron
waarvan u wilt opnemen.
5 Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op TIME MACHINE
REC op de afstandsbediening.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op x voor de MD.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van de bron. Indien er sinds het indrukken van TIME
MACHINE REC minder dan 6 seconden zijn
verstreken, begint de tijdmachine-opname met minder
dan 6 seconden aan audiogegevens.
Einde van de
opnamebron
6
seconden
20
NL
Opnametips
Lange opnamen
Dit systeem biedt twee standen voor lange
opnamen: LP2 en LP4 (MDLP-opname). In de
modus LP2 Stereo kunt u tweemaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus, en
in de modus LP4 Stereo kunt u viermaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus. In
mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang
opnemen als in stereo.
Met de modus LP4 Stereo (waarmee u 4×
zolang kunt opnemen) kunt u een lange stereo-
opname maken door gebruik van een speciaal
compressiesysteem. Wanneer u de nadruk wilt
leggen op de geluidskwaliteit, wordt de
opnamemodus Stereo of LP2 Stereo (waarmee
u 2× zolang kunt opnemen) aanbevolen.
1 Druk herhaald op REC MODE om de
gewenste opnamemodus te kiezen.
Het display verandert steeds als volgt:
STEREO REC (Stereo) t LP2 REC (LP2
Stereo) t LP4 REC (LP4 Stereo) t
MONO REC (Mono)
2 Begin met opnemen.
De bron wordt opgenomen in de gekozen
opnamemodus.
Tijdens versnelde CD-MD-
synchroonopname
De opnamesnelheid verandert in
overeenstemming met de opnamemodus.
Opnamemodus Opnamesnelheid
Stereo Viermaal de normale snelheid
LP2 Stereo Tweemaal de normale snelheid
LP4 Stereo Tweemaal de normale snelheid
Mono Viermaal de normale snelheid
Opmerkingen
Omdat de gekozen opnamemodus ook na
beëindiging van de opname bewaard blijft, dient u
altijd de opnamemodus te controleren alvorens u
gaat opnemen.
Muziekstukken die zijn opgenomen in de modus
MDLP (LP2 of LP4) Stereo kunnen niet worden
afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor
de modus MDLP.
De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook
niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een
opnamepauze op REC MODE drukt.
Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om
MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u tijdens
het opnemen luistert niet veranderen in mono.
Om tijdens MDLP-opname
automatisch LP: toe te voegen aan
het begin van een muziekstuk
LP: verschijnt indien u probeert om het
muziekstuk af te spelen op een systeem dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. Met deze
handige functie kunt u in één oogopslag zien
dat het muziekstuk niet kan worden afgespeeld.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat “Setup Menu”
verschijnt.
3 Druk op . of > voor de MD totdat “LP
Stamp Off” (of “LP Stamp On”) verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD om de
instelling te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
Om Kies
LP Stamp On
(fabrieksinstelling)
LP Stamp Off
5 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
De opgenomen toevoeging LP: is een stempel
waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet
kan worden afgespeeld op een deck dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. De toevoeging
verschijnt niet bij systemen die wel geschikt zijn
voor de modus MDLP.
Wanneer LP: op On is gezet, wordt LP:
opgenomen als deel van de muziekstuktitel
waardoor er per MD minder tekens kunnen worden
ingevoerd. Wanneer een muziekstuktitel met de
toevoeging LP: wordt gekopieerd, wordt LP:
automatisch gekopieerd naar de nieuwe
muziekstuktitel. Indien een muziekstuk met de
toevoeging LP: wordt onderverdeeld door
gebruikmaking van de DIVIDE-functie, wordt
LP: ook toegevoegd aan het laatste muziekstuk.
LP: toe te
voegen
De toevoeging
LP: te annuleren
MD Opnemen
21
NL
Aanbrengen van
muziekstuknummers
Automatisch tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem of componenten die zijn aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting
worden de muziekstuknummers automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke bron.
Gebruik de opnamemethode Level Synchro
Recording om tijdens het opnemen van de
tuner van dit systeem of componenten die zijn
aangesloten op de TAPE IN-aansluitingen
automatisch de muziekstuknummers te laten
aanbrengen.
Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige
bron kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
Na het opnemen
Gebruik de DIVIDE-functie (zie
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken op blz. 29).
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het
opnemen
Level Synchro Recording
De opnamefunctie Level Synchro Recording is
in de fabriek ingeschakeld zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien L-SYNC tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het
ingangssignaal langer dan twee seconden
beneden een bepaald niveau blijft en daarna
weer naar een hoger niveau terugkeert.
Opmerkingen
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. tapes of radio-uitzendingen) of tijdens timer-
opnamen.
Wanneer u tijdens het opnemen van een CD
pauzeert, wordt er op dat punt een nieuw
muziekstuknummer aangebracht. Bij het herhaald
opnemen van één en hetzelfde muziekstuk van
dezelfde CD wordt er soms slechts één
muziekstuknummer aangebracht.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat Setup Menu
verschijnt.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
T.Mark Off (of T.Mark LSync) verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD om de
instelling te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
Om Kies
T.Mark LSync
(fabrieksinstelling)
T.Mark Off
Wanneer u de functie Level Synchro
Recording instelt, licht L-SYNC op.
5 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse paginas over
opnemen.
wordt vervolgd
De functie Level
Synchro Recording
in te schakelen
De functie Level
Synchro Recording
uit te schakelen
22
NL
Inlassen van een 3-seconden
interval tussen de
muziekstukken
Smart Space
Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt
u met de functie Smart Space de stille passages
tussen muziekstukken automatisch laten
vervangen door een niet-opgenomen interval
van 3 seconden. Wanneer bij andere soorten
opnamen de functie Smart Space is geactiveerd
en er tijdens het opnemen gedurende circa
3 seconden of langer (maar minder dan
30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, zal
het MD-deck deze stilte vervangen door een
niet-opgenomen interval van circa 3 seconden
en doorgaan met opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende minder
dan 30 seconden
Uit
Aan
Vervangen door niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en
opnemen gaat door
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen
gedurende 30 seconden of langer geen geluid
wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en overschakelen in de
pauzestand voor opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende
30 seconden of langer
Uit
Aan
Om het activeringsniveau van Level
Synchro Recording te wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het
signaalniveau waarop Level Synchro
Recording wordt geactiveerd, te wijzigen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat Setup Menu
verschijnt.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
LS(T) verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD om het
niveau te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
U kunt het niveau met stappen van 2 dB
instellen op een willekeurige waarde tussen
72 dB en 0 dB.
5 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Aanbrengen van
muziekstuknummers op specifieke
punten tijdens het opnemen
Track Mark
Tijdens het handmatig opnemen van een
willekeurige geluidsbron kunt u op ieder
gewenst tijdstip muziekstuknummers
aanbrengen.
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt
is bereikt waar u een muziekstuknummer
wilt toevoegen en druk dan op REC/REC IT
(of MD z REC op de afstandsbediening).
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
Vervangen door niet-opgenomen
interval van 3 seconden en opnemen
wordt tijdelijk stopgezet
Opnametips (vervolg)
MD Opnemen
23
NL
S.Space On
(fabrieksinstelling)
S.Space Off
5 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse paginas over
opnemen.
Tip
Om verder te gaan met opnemen wanneer Auto Cut
op het display verschijnt, drukt u op MD NX (of
MD N op de afstandsbediening).
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat Setup Menu
verschijnt.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
S.Space Off (of S.Space On)
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD om de
instelling te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
Om Kies
Instellen van het
opnameniveau
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste
volume. U kunt het opnameniveau niet alleen
bij het maken van een analoge opname
instellen, maar ook bij het maken van een
digitale opname van een CD, enz.
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt opnemen en
begin met afspelen.
2 Controleer of het MD-deck zich in de
wachtstand voor opnemen bevindt. Zo
niet, druk dan op MD z REC op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op MENU/NO op de
afstandsbediening totdat Setup Menu
verschijnt.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
LevelAdjust? verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD om het
opnameniveau in te stellen.
Terwijl u meeluistert naar het geluid, stelt u
het niveau zo in dat op het display in het
luidste gedeelte niet de indicatie OVER
verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
7 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
8 Druk op x voor de MD.
9 Wanneer er een CD of andere
geluidsbron bezig is met afspelen, stop
dan het afspelen.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse paginas over
opnemen.
Tips
U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen
instellen.
Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
Tijdens CD-MD-synchroonopname kunt u het
opnameniveau niet instellen.
De functie Smart
Space in te schakelen
De functie Smart
Space uit te
schakelen
24
NL
Alvorens met het
monteren te beginnen
Alvorens te gaan monteren
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
Wanneer de MD geschikt is voor opname.
Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u
de volgende punten te controleren.
1 Controleer het nokje van de te
monteren MD.
Indien de MD is beschermd tegen
abusievelijk opnemen en u MENU/NO op
de afstandsbediening indrukt, verschijnen
beurtelings “C11” en “Protected” en kan de
MD niet worden gemonteerd.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” en “SHUFFLE” beide zijn
verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
Met de UNDO-functie kunt u de laatste
wijziging ongedaan maken en de
oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de
montage herstellen (zie blz. 31).
Om te stoppen tijdens het
monteren
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Na het monteren
Druk op ZMD om de MD te verwijderen of
druk op ?/1 (spanning) om het systeem
uit te schakelen.
“TOC” licht op of begint te knipperen. De
inhoudsopgave (TOC: Table Of Contents)
wordt bijgewerkt en het monteren is beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem
uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” oplicht) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl
“TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te
zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd.
MD – Monteren
MD – Monteren
25
NL
Invoeren van MD-titels
NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens het opnemen
Wanneer “TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer u opneemt op een nog lege of
volledig gewiste (zie “Wissen van alle
muziekstukken” op blz. 27) MD en “TEXT”
oplicht, worden de CD TEXT-gegevens
automatisch opgenomen.
Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “TEXT” knippert, druk dan op
NAME EDIT op de afstandsbediening en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titel van het huidige
muziekstuk vast te leggen.
Opmerking
Al naar gelang de disc worden de CD TEXT-
gegevens soms niet automatisch opgenomen.
Na het opnemen
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde.
U kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op
één MD in totaal ongeveer 1.700 tekens
invoeren.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
Om een muziekstuk een titel te geven, drukt
u op . of > voor de MD totdat het
gewenste muziekstuknummer verschijnt.
2 Druk op NAME EDIT op de
afstandsbediening.
De cursor begint te knipperen.
3 Druk op SELECT op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab
(kleine letters) t Selected 12 (cijfers)
* Druk herhaald op cijfertoets 1 om de volgende
symbolen te laten verschijnen:
‘ – / , . ( ) : ! ?
Wanneer de bovenstaande symbolen op het
display worden weergegeven, druk dan herhaald
op . of > voor de MD om de volgende
symbolen te laten verschijnen:
& + < > _ = ” ; # $ % @ `
4 Voer een teken in met de
afstandsbediening.
Indien u hoofdletters of kleine letters
hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende
lettertoets totdat het teken dat u wilt
invoeren knippert.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de
toets indrukken en herhaald op . of
> drukken.
2 Druk op CURSORt.
Het knipperende teken wordt ingevoerd
en de cursor gaat naar rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat
naar rechts.
Om een spatie in te voeren
1 Druk herhaald op SELECT totdat
“Selected AB” or “Selected ab” op het
display verschijnt.
2 Druk op 10/0.
Er wordt een spatie ingevoerd en de
cursor gaat naar rechts.
wordt vervolgd
26
NL
Invoeren van MD-titels (vervolg)
Wanneer “Overwrite??” verschijnt
De disc of het muziekstuk waar u de titel
naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om
verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u
op ENTER/YES op de afstandsbediening.
Indien het muziekstuk is opgenomen in de
stand MDLP met de instelling “LP Stamp On”
(blz. 20), verschijnt “Overwrite??” ook indien
er helemaal geen muziekstuktitel is
toegewezen. In dit geval zal bij het kopiëren
van de muziekstuktitel de indicatie “LP:” in de
muziekstuktitel verdwijnen.
Controleren van de titels
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL op de
afstandsbediening. Om de muziekstuktitel te
controleren, drukt u tijdens het afspelen op
SCROLL. De titel verschijnt bewegend op het
display. Druk op SCROLL om het bewegen
van de titels te laten stoppen. Druk nogmaals
op de toets om het bewegen weer te laten
beginnen.
Wissen van de titels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
2 Druk op . of > voor de MD totdat
“Name?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
“Nm Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
de titel die u wilt wissen verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Indien u alle titels wilt wissen, druk dan op
. of > voor de MD totdat bij stap 3 “Nm
All Ers?” verschijnt en druk daarna tweemaal
op ENTER/YES op de afstandsbediening.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de rest
van de titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op TCURSOR of
CURSORt op de afstandsbediening totdat
het teken dat u wilt wijzigen knippert, druk
op CLEAR op de afstandsbediening om het
teken te wissen, en herhaal daarna de
stappen 3 en 4.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titelinvoer te
beëindigen.
Opmerking
U kunt een muziekstuk een titel geven tijdens het
afspelen. Het afspelen wordt herhaald totdat u klaar
bent met het invoeren van de titel.
Kopiëren van een disc- of
muziekstuktitel
U kunt een disc- of muziekstuktitel kopiëren en
deze gebruiken als titel voor een ander
muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
2 Druk op . of > voor de MD totdat
“Name?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
“Nm Copy?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD en kies
“Disc” (voor het kopiëren van de
disctitel) of het muziekstuknummer met
de titel die u wilt kopiëren en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD en kies
het muziekstuknummer waar u de titel
naartoe wilt kopiëren of kies “Disc”
(voor het kopiëren als disctitel) en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
MD Monteren
27
NL
Wissen van opnamen
ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
Wissen van één muziekstuk. (TRACK
ERASE-functie)
Wissen van alle muziekstukken. (ALL
ERASE-functie)
Wissen van een gedeelte van een
muziekstuk. (A-B ERASE-functie)
Wissen van één muziekstuk
TRACK ERASE-functie
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon
het betreffende muziekstuknummer in te
voeren. Wanneer u een muziekstuk wist,
vermindert het totale aantal muziekstukken op
de MD met één en worden alle muziekstukken
die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
123
123
4
ACD
AC D
B
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
Tr Erase? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
“Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een
ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen
wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen,
drukt u op ENTER/YES op de afstandsbediening
terwijl “Erase???” op het display wordt weergegeven.
Wissen van alle
muziekstukken
ALL ERASE-functie
U kunt de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels daarvan in één keer
wissen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
All Erase? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“All Erase??” verschijnt.
4 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
wordt vervolgd
Wis muziekstuk 2
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
ERASE
28
NL
6 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u op . of > voor de MD om
het beginpunt van het te wissen
gedeelte (punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame) verschuiven.
Om het punt met intervallen van een
seconde of minuut te verschuiven, houdt u
m of M ingedrukt (of drukt u op m of
M op de afstandsbediening) zodat de
seconde of de minuut gaat knipperen en
druk daarna op . of > voor de MD.
7 Herhaal stap 6 totdat de positie van
punt A juist is.
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening wanneer de positie
van punt A juist is.
“Point B set” verschijnt op het display en er
wordt begonnen met het afspelen om het
eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B)
in te stellen.
9 Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES
op de afstandsbediening.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór
punt A en na punt B.
10
Druk op . of > voor de MD om
punt B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 6.
11
Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening wanneer de positie
van punt B juist is.
“Complete!” verschijnt.
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk
A-B ERASE-functie
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van
een muziekstuk markeren en dit vervolgens
wissen. U kunt het gewenste gedeelte met
intervallen van een frame*, minuut of seconde
verschuiven.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
muziekstuk 2.
12
12
3
3
AB-A
B(A+C)C
B-B B-C
A
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Wanneer tijdens het afspelen van een
MD het beginpunt van het te wissen
gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op
MD NX (of X op de
afstandsbediening).
De MD wordt tijdelijk stopgezet.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
A-B Erase? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“—Rehearsal—” en “Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck een
gedeelte van de paar seconden vóór punt A
afspeelt.
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na A-B
ERASE
Punt A Punt B
Wissen van opnamen (vervolg)
MD Monteren
29
NL
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer
u muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2.
123
1
23
4
4
AB C D
CBDA
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met
één en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in
twee muziekstukken.
12 3
123 4
A
AB C D
CBD
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
Move? verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD totdat
de nieuwe positie van het muziekstuk
verschijnt.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
Divide? verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
onderverdelen verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte
dat moet worden onderverdeeld, wordt
herhaald afgespeeld.
wordt vervolgd
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na MOVE
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
DIVIDE
Oorspronkelijk
muziekstuknummer
Nieuwe positie van het
muziekstuk
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Verdeel muziekstuk 2 in
de muziekstukken B en C
30
NL
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u op . of > voor de MD om
het gewenste punt van onderverdeling
te kiezen.
U kunt het punt verschuiven met intervallen
van 1/86 seconde (1 frame).
Om het punt met intervallen van een
seconde of minuut te verschuiven, houdt u
m of M ingedrukt (of drukt u op m of
M op de afstandsbediening) zodat de
seconde of de minuut gaat knipperen en
druk daarna op . of > voor de MD.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt (zie “Invoeren van MD-titels” op
blz. 25), behoudt alleen het eerste van de twee
muziekstukken de titel.
Voorbeeld:
12
12
43
3
45
Andante
Andante
Adagio
Adagio
Allegro
Allegro
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
COMBINE-functie
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale
aantal muziekstukken vermindert met één en
alle muziekstukken die volgen op de
samengevoegde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Met deze functie kunt u ook onnodige
muziekstuknummers wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van de
muziekstukken 3 en 1.
12
12
43
3
A
ACBD
DCB
Voorbeeld: Samenvoegen van de
muziekstukken 1 en 4.
12
12
43
3
4
5
A
BC D A
DCB
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
Combine? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Muziekstuknummer
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
COMBINE
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
COMBINE
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
MD Monteren
31
NL
4 Druk op . of > voor de MD totdat
het nummer van het eerste van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD totdat
het nummer van het tweede van de
twee samen te voegen muziekstukken
verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerkingen
Muziekstukken die in verschillende opnamemodi
(stereo, LP2, LP4 of MONO) zijn opgenomen,
kunnen niet worden samengevoegd.
Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken om de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage te herstellen.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de
montage één van de volgende handelingen hebt
verricht:
Verrichten van een andere montage.
Beginnen met opnemen.
Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC)
door uitschakelen van het systeem of
verwijderen van de MD.
De stekker uit het stopcontact trekken.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening om Edit Menu
te laten verschijnen.
2 Druk op . of > voor de MD totdat
Undo? verschijnt.
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“Undo?” niet verschijnen.
3 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Er verschijnt een melding.
4 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
32
NL
6 Druk op . of > voor de MD om het
opnameniveau te veranderen.
U kunt het opnameniveau in stappen van
2 dB instellen op een willekeurige waarde
van –12 dB t/m +12 dB. Terwijl u
meeluistert naar het geluid, stelt u het
niveau zo in dat op het display in het luidste
gedeelte niet de indicatie “OVER”
verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“S.F Edit OK?” verschijnt op het display.
8 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. De benodigde tijd voor
het opnieuw opnemen van het muziekstuk is
ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer
de opname voltooid is, verschijnt
“Complete!” enkele seconden op het
display.
Veranderen van het
opnameniveau na het
opnemen
S.F EDIT-functie
Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage)
kunt u het volume van opgenomen
muziekstukken veranderen. Het
oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw
opgenomen met het nieuwe opnameniveau.
Wanneer u het opnameniveau verandert, kunt u
de functie voor opnemen met infaden kiezen
om het signaalniveau aan het begin van de
opname geleidelijk te doen toenemen, of de
functie voor opnemen met uitfaden om het
signaalniveau aan het einde van de opname
geleidelijk te doen afnemen.
Veranderen van het algehele
opnameniveau
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
S.F Edit? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
Tr Level? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD totdat
het nummer van het muziekstuk
verschijnt waarvan u het opnameniveau
wilt veranderen, en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
“Level 0dB” verschijnt op het display.
MD Monteren
33
NL
Opnemen met infaden en
uitfaden
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om Edit Menu te
laten verschijnen.
3 Druk op . of > voor de MD totdat
S.F Edit? verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk op . of > voor de MD totdat
Fade In? of Fade Out? verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > voor de MD totdat
het nummer van het muziekstuk
verschijnt waarvan u het opnameniveau
wilt veranderen, en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
“Time 5.0s” verschijnt op het display.
6 Druk op . of > voor de MD om de
duur van het infaden of uitfaden te
veranderen.
Het systeem speelt het gedeelte af dat
opnieuw zal worden opgenomen met de
functie voor opnemen met infaden of
uitfaden. De duur kan met stappen van
0,1 seconde worden ingesteld op een
willekeurige waarde van minimaal
1,0 seconde en maximaal 15,0 seconden. U
kunt geen duur instellen die langer is dan
het muziekstuk.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“S.F Edit OK?” verschijnt op het display.
8 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. Wanneer de opname
voltooid is, verschijnt “Complete!” enkele
seconden op het display.
Om de bediening te annuleren
Druk bij de stappen 4 t/m 7 op MENU/NO op
de afstandsbediening. Nadat bij stap 8 de
opname is begonnen, kunt u de bediening niet
meer onderbreken.
Opmerkingen
U kunt S.F Edit niet gebruiken voor muziekstukken
die zijn opgenomen in de modus MDLP.
De montage met de S.F EDIT-functie kan niet
ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u
daarvoor de UNDO-functie gebruikt.
Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats
het systeem niet terwijl de opname wordt gemaakt.
Hierdoor kunnen de opnamegegevens beschadigd
raken waardoor de opname niet goed kan worden
uitgevoerd.
Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor
kunnen de opnamegegevens niet goed worden
opgenomen.
Door het herhaald veranderen van het
opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit.
Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd
en u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke
niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer
precies hetzelfde zijn.
Het opnameniveau kan niet worden veranderd
terwijl de timer is geactiveerd.
34
NL
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
programmeren.
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
Door indrukken van TUNER/BAND wordt
het systeem ingeschakeld.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
“AUTO” verschijnt.
3 Druk op TUNING + of – (of + of – op de
afstandsbediening).
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereoprogramma) verschijnen.
4 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
5 Druk op TUNING + of – (of + of – op de
afstandsbediening) totdat “Memory?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
Er begint een preselectienummer te
knipperen. Voer de stappen 6 en 7 uit
terwijl het preselectienummer knippert.
6 Druk herhaald op TUNING + of – (of + of
– op de afstandsbediening) om het
gewenste preselectienummer te kiezen.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt. De zender is nu in
het geheugen vastgelegd.
8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
Om te stoppen met zoeken naar
frequenties
Druk op TUNING MODE.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 2 “MANUAL” verschijnt en druk daarna
herhaald op TUNING + of – (of + of – op de
afstandsbediening) om handmatig op de zender
af te stemmen.
Om het preselectienummer te
veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve bij het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek
ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden
10 kHz). Om het AM-afsteminterval te
veranderen, dient u eerst op een willekeurige
AM-zender af te stemmen en daarna het
systeem uit te schakelen. Terwijl u
FUNCTION ingedrukt houdt, schakelt u het
systeem weer in. Wanneer u het interval
verandert, worden alle voorgeprogrammeerde
AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het
oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u
deze procedure.
Tip
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog
ongeveer een dag in het geheugen bewaard.
Tuner
35
NL
Luisteren naar de radio
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Eerst moet u de radiozenders in het geheugen
van de tuner programmeren (zie
“Voorprogrammeren van radiozenders” op
blz. 34).
1 Druk herhaald op TUNER/BAND om
FM of AM te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
PRESET verschijnt.
3 Druk herhaald op TUNING + of (of + of
op de afstandsbediening) om de
gewenste voorgeprogrammeerde
zender (of zendernaam* of RDS-
zendernaam**) te kiezen.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie
“Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender” op de volgende
bladzijde).
**Alleen Europees model.
Om Doe het volgende
Om een preselectienummer hoger
dan 10 te voeren (alleen op de
afstandsbediening)
1 Druk op >10.
2 Voer de betreffende cijfers in.
Om 0 in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om preselectienummer 30 in te voeren, drukt u op
>10 en daarna op 3 en 10/0.
Luisteren naar niet-
voorgeprogrammeerde
radiozenders
Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 2 “MANUAL” verschijnt en druk
daarna op TUNING + of – (of + of – op de
afstandsbediening) om op de gewenste
zender af te stemmen (Handmatige
afstemming).
Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 2 “AUTO” verschijnt en druk daarna
op TUNING + of – (of + of – op de
afstandsbediening). De frequentie-indicatie
begint te lopen en stopt wanneer het
systeem op een zender is afgestemd
(Automatische afstemming).
Om de functie voor automatische
afstemming uit te schakelen
Druk op TUNING MODE.
Tips
Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
Wanneer er tijdens een FM-programma ruis
optreedt, druk dan herhaald op STEREO/MONO
totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-
effect, maar de ontvangst verbetert.
De radio uit te
zetten
Druk op ?/1.
Het display te
veranderen
Druk herhaald op DISPLAY.
Het display verandert steeds als
volgt:
Naam van Preset Equalizer t
Klokdisplay t Volume t
Naam*
* Verschijnt alleen wanneer er een disctitel,
muziekstuktitel, zendernaam of andere titels of
namen zijn vastgelegd. Wanneer er geen titels of
namen zijn vastgelegd, verschijnt er niets.
Tip
U kunt het preselectienummer ook met de
afstandsbediening kiezen.
Druk bij stap 3 op de betreffende cijfertoetsen.
36
NL
Toewijzing van een naam
aan een voorgeprogram-
meerde zender
Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u
een naam van maximaal 10 tekens (Station
Name) toewijzen.
1 Stem af op de zender waaraan u een
naam wilt toewijzen (zie Luisteren naar
de radio op blz. 35).
2 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
2 t/m 6 van Invoeren van CD-titels op
blz. 12.
Om de zendernaam te wissen
1 Stem af op de zender.
2 Druk op NAME EDIT op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(Uitsluitend het Europese model)
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders
in staat stelt om extra informatie uit te zenden
naast het gewone programmasignaal. RDS is
alleen beschikbaar bij FM-zenders.*
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
Kies gewoon een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
Controleren van de RDS-informatie
Elke keer wanneer u DISPLAY op de
afstandsbediening indrukt, verandert het
display als volgt:
Zendernaam* t Naam van effect t
Klokdisplay
* Indien de zender met RDS-informatie niet goed
doorkomt, verschijnt de zendernaam soms niet op
het display.
Tuner/Geluidsregeling/Timer
37
NL
Inslapen met muziek
SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP op de afstandsbediening.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt:
SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min
t
t 10min
* In dit geval wordt het systeem na circa 4 uur
automatisch uitgeschakeld.
Het systeem wordt ook automatisch uitgeschakeld
nadat het afspelen van de huidige CD of MD is
beëindigd.
Om Druk
De uitschakeltijd te
wijzigen
op SLEEP op de
afstandsbediening om de
gewenste tijd te kiezen.
eenmaal op SLEEP op de
afstandsbediening.
De SLEEP-
timerfunctie uit te
schakelen
herhaald op SLEEP op de
afstandsbediening totdat
“SLEEP OFF” verschijnt.
Opmerking
Tijdens CD-MD-synchroonopname mag niet de
instelling “AUTO” gekozen worden.
De resterende tijd
te controleren
Regeling van het geluid
Versterken van de lage tonen
DBFB
U kunt de lage tonen van de muziek versterken.
Druk op DBFB* op de afstandsbediening.
“DBFB” verschijnt op het display en de lage
tonen worden versterkt.
Druk opnieuw om DBFB uit te schakelen.
* DBFB: Dynamic Bass Feedback (dynamische
basterugkoppeling)
Tip
DBFB is in de fabriek ingeschakeld.
Het Preset Equalizer-menu
kiezen
Met de Preset Equalizer kunt u uit 5
geluidseffecten de geluidskenmerken kiezen
die overeenstemmen met het soort muziek
waarnaar u op dat moment luistert.
Druk herhaald op PRESET EQ op de
afstandsbediening.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
ROCK t POP t JAZZ t
CLASSIC t DANCE t FLAT
Om de Preset Equalizer uit te
schakelen
Druk herhaald op PRESET EQ op de
afstandsbediening totdat “FLAT” verschijnt.
Tips
Het Preset Equalizer-menu is in de fabriek ingesteld
op “ROCK”.
Op een MD wordt het effect van de Preset Equalizer
niet mee opgenomen.
TimerGeluidsregeling
38
NL
7 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de gewenste
geluidsbron te kiezen.
De indicatie verandert als volgt:
t
TUNER
y
MD PLAY
T
t
CD PLAY
T
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De starttijd, de stoptijd, de geluidsbron en
het volume verschijnen beurtelings en
daarna verschijnt weer de oorspronkelijke
indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om Doe het volgende
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en druk daarna op . of > op
de afstandsbediening totdat
DAILY SELECT? verschijnt.
Druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De timer uit te
schakelen
Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de afstandsbediening
en druk daarna op . of > op
de afstandsbediening totdat
TIMER OFF? verschijnt. Druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
DAILY-timer niet geactiveerd worden.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop
het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 30 seconden
vóór de ingestelde tijd).
Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEP-
timerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang.
De componenten die zijn aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting kunnen niet
worden gebruikt als geluidsbron voor de DAILY-
timerfunctie.
Ontwaken met muziek
DAILY-timerfunctie
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie Instellen van de klok op blz. 7).
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst
een programma samen te stellen (zie
Programmeren van CD-
muziekstukken op blz. 10).
MD: Plaats een MD. Om te beginnen
bij een bepaald muziekstuk dient u eerst
een programma samen te stellen (zie
Programmeren van MD-
muziekstukken op blz. 14).
Radio: Stem af op een zender (zie
Luisteren naar de radio op blz. 35).
2 Druk op VOLUME + of om het volume
in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat DAILY
SET? verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
De uur-indicatie begint te knipperen.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om het uur in te stellen
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
De instelling te
activeren/
controleren
Timer
39
NL
7 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de gewenste dag
te kiezen.
Indien u bij stap 5 DAILY? hebt gekozen,
kunt u doorgaan naar stap 9.
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De uur-indicatie begint te knipperen.
9 Stel de starttijd voor opnemen in.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om het uur in te stellen
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
De uur-indicatie begint opnieuw te
knipperen.
10
Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 9.
11
Kies de opnamemodus (bijvoorbeeld
LP2) door indrukken van . of > op
de afstandsbediening en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De instellingen voor de timeropname
verschijnen en daarna keert de
oorspronkelijke indicatie terug.
12
Plaats een voor opnemen geschikte
MD.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
13
Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
wordt vervolgd
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd (zie Voorprogrammeren
van radiozenders op blz. 34) en vooraf de klok
hebt ingesteld (zie Instellen van de klok op
blz. 7).
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie Luisteren naar de
radio op blz. 35).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
3 Druk op . of > op de
afstandsbediening totdat REC SET?
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
4 Druk op . of > op de
afstandsbediening om REC 1,
REC 2 of REC 3 te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening totdat ONCE?,
DAILY? of WEEKLY? verschijnt.
Indien u ONCE? kiest, wordt de opname-
timerfunctie slechts eenmaal geactiveerd.
Indien u DAILY? kiest, wordt de
opname-timerfunctie elke dag om dezelfde
tijd geactiveerd. Indien u WEEKLY?
kiest, wordt de opname-timerfunctie elke
week op de ingestelde dag om dezelfde tijd
geactiveerd.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Indien u ONCE? of WEEKLY? hebt
gekozen, begint de dag-indicatie te
knipperen. Indien u DAILY? hebt
gekozen, begint de uur-indicatie te
knipperen.
40
NL
De timer te
controleren
Kies bij stap 2 hierboven het
timernummer (REC 1, 2 of 3) en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
Tip
Wanneer u van de radio opneemt, wordt de
zendernaam (zie “Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender” op blz. 36, of de
frequentie indien aan de zender geen naam is
toegewezen) samen met de starttijd en stoptijd
automatisch opgenomen op de MD.
Opmerkingen
De functies Smart Space en Level Synchro
Recording werken niet.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 30 seconden
vóór de ingestelde tijd).
Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD
gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden.
Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
timeropname niet geactiveerd worden.
Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
Radioprogramma’s opnemen met de
timer (vervolg)
De timer te
activeren/
annuleren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT, druk daarna op
herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat “REC
SELECT?” verschijnt en druk
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
2 Druk herhaald op m of M
op de afstandsbediening om het
timernummer (REC 1, 2 of 3) te
kiezen, druk daarna op . of
> op de afstandsbediening
om het timernummer (instellen)
of “–” (annuleren) te kiezen, en
druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening. Indien u de
opnametimer niet hebt
ingesteld, verschijnt “.” in
plaats van het timernummer of
“–”.
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van los
verkrijgbare componenten
Op dit systeem kunt u een digitale of analoge
component aansluiten. U kunt ook een PC
aansluiten op de PC LINK-aansluiting en het
systeem vanaf de PC bedienen.
Naar de audio-
ingangsaansluitingen van
een analoge component
Naar de audio-
uitgangsaansluitingen van
een analoge component
PC LINK
Naar de digitale
uitgangsaansluiting van een
digitale component
Om Doe het volgende
Timer/Los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
41
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties, ook al is het systeem zelf
uitgeschakeld. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Installeren
Indien u tijdens gebruik het volume verhoogt, wordt
automatisch de ventilator van het systeem
ingeschakeld om hitteontwikkeling binnen in het
systeem te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de
warmte zich op een efficiënte wijze verspreidt,
moet er aan de achterkant voldoende vrije ruimte
aanwezig zijn en mag u niets op het systeem
plaatsen.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Installeer het systeem niet in een hellende positie.
Installeer het systeem niet;
op uiterst warme of koude plaatsen
op stoffige of vuile plaatsen
in een zeer vochtige omgeving
op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Ontwikkeling van hitte
Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
wordt vervolgd
Om Doe het volgende
Een digitale
component
digitaal op te
nemen op een MD
Sluit een digitale kabel aan.
Te luisteren naar
de aangesloten
digitale
component
Druk herhaald op FUNCTION
om over te schakelen op de
functie OPTICAL IN.
Een analoge
component
analoog op te
nemen op een MD
Sluit de audiosnoeren aan.
Te luisteren naar
de aangesloten
analoge
component
Druk herhaald op FUNCTION
om over te schakelen op de
functie TAPE.
Het systeem vanaf
een PC te
bedienen
Sluit de PC aan op de PC LINK-
aansluiting door gebruikmaking
van een Sony PC-aansluitset (los
verkrijgbaar) die dit systeem
ondersteunt.
42
NL
Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Bij de volgende CDs kan er bij het opnemen op
een MD een leesfout of ruis optreden:
CDs waarop etiketten zijn geplakt
CDs met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
hart- of stervormige CDs)
CDs waarbij alle tekst op slechts één kant is
gedrukt
CDs die oud zijn
CDs met krassen
CDs die vuil zijn
CDs die zijn kromgetrokken
Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een
CD één van de volgende verschijnselen voordoet,
kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden:
wanneer er tegen de CD-lade of een ander
onderdeel van het systeem wordt aangestoten;
wanneer het systeem op een oneffen of zachte
ondergrond wordt geplaatst; of
wanneer het systeem zich in de nabijheid van
een luidspreker, deur of andere trillingsbron
bevindt.
Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt
er soms een extra geluidloos muziekstuk gecreëerd.
U kunt deze extra muziekstukken wissen met de
ERASE-functie (zie Wissen van opnamen op
blz. 27).
Opmerkingen over CDs
Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het
midden naar de rand.
Gebruik geen CD met plakband, stickers of lijm
erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan
raken.
Gebruik geen oplosmiddelen.
Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen.
Discs met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
een hart, vierkant of ster) kunnen op dit systeem
niet worden afgespeeld. Indien u probeert om dat
wel te doen, kan het systeem beschadigd raken.
Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Indien u dit systeem voortdurend met een hoog
volume gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing
aan de bovenkant, zijkanten en onderkant aanzienlijk
stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de
behuizing niet aanraken.
Om een defect te voorkomen, mag de
ventilatieopening van de koelventilator niet worden
afgedekt.
Verplaatsing
Zorg dat u de CD of MD verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Bediening
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MD-
deck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet
juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
de condens is verdampt.
Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen het betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is voor de helft magnetisch
afgeschermd. Desondanks kan er op sommige TV-
toestellen magnetische vervorming van het beeld
optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV
eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30
minuten weer in te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient
u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te
plaatsen. Plaats ook geen voorwerpen waaraan
magneten zijn bevestigd of waarin magneten worden
gebruikt, zoals audiorekken, TV-standers en
speelgoed, dicht bij het luidsprekersysteem. Deze
kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld
veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het
systeem.
Opmerkingen over MDs
Indien u probeert het schuifdeksel te openen door
dit te forceren, kan de disc worden beschadigd.
Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit
onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste
disc aan te raken.
Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Plaats van
label
Schuifdeksel
Aanvullende informatie
43
NL
Systeembeperkingen van
MDs
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn
beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn
niet te wijten aan mechanische oorzaken.
Disc Full! verschijnt voordat de
maximale opnameduur van de MD is
bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt Disc Full!, ongeacht de
totale opnameduur. Op de MD kunnen maximaal 255
muziekstukken worden opgenomen. Om verder te
gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken
te wissen of een andere voor opname geschikte MD te
gebruiken.
Disc Full! verschijnt voordat het
maximale aantal muziekstukken
(255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en Disc Full! vroeger dan normaal
verschijnt.
De resterende opnameduur neemt
niet toe, ook niet na het wissen van
meerdere korte muziekstukken
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden*
tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot
meer beschikbare opnameduur zal leiden.
* Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: circa 24
seconden
In de modus LP4 Stereo: circa 48 seconden
Impossible verschijnt wanneer u
de A-B-ERASE-functie of de
COMBINE-functie gebruikt
Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds
al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische
storing, maar hangt samen met de technische
beperkingen van het MD-systeem.
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Muziekstukken kunnen soms niet worden
samengevoegd wanneer één van de muziekstukken
die u wilt samenvoegen reeds al te vaak werd
gemonteerd.
De totale verstreken opnameduur
plus de resterende opnameduur op
de MD komen in totaal niet aan de
maximale opnameduur
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden*, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnameduur.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
* Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: circa 4 seconden
In de modus LP4 Stereo: circa 8 seconden
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken kan het
geluid soms wegvallen
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden niet
correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen L-SYNC
(blz. 21) op het display oplicht, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht:
indien het ingangssignaal tussen muziekstukken
gedurende minder dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft;
indien het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft;
indien u een muziekstuk van 4 seconden of minder
opneemt*.
* In de opnamemodus Stereo, Mono of LP2 Stereo
(in de opnamemodus LP4 Stereo: 8 seconden of
minder).
wordt vervolgd
44
NL
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem
een storing optreedt, raadpleeg dan de
onderstaande storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Als een probleem niet te verhelpen is, neem
dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
Druk op VOLUME +.
Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
blz. 6).
Er wordt een versnelde CD-MD-
synchroonopname gemaakt.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie blz. 6).
Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
Sluit slechts één van de bijgeleverde luidsprekers
aan op elk stel luidsprekeraansluitingen.
Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar)
op de elektriciteitsleiding.
“– : –” verschijnt op het display.
Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 7).
De timer kan niet worden ingesteld.
Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 7).
De timer werkt niet.
Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de
afstandsbediening om de timer in te stellen en de
indicatie DAILY of REC 1 (2 of 3) op het
display te doen oplichten (zie blz. 38 en 40).
Controleer de instellingen en zorg dat de klok
goed is ingesteld (zie blz. 38 en 40).
Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie blz. 37).
U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (Serial Copy
Management System)
Digitale audiocomponenten zoals CDs, MDs en
DATs, verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt
kopiëren.
Teneinde muziekprogrammas met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
Serial Copy Management System waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken via
een digitaal-naar-digitaal-aansluiting.
Bijvoorbeeld:
1U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een
CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
2U kunt een kopie maken van een digitaal signaal
van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijv. een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassette) of van een
digitale satellietuitzending, maar u kunt geen
tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MD-
deck, maakt u een eerste-generatie kopie.
Opmerking
Dit één-generatie kopieersysteem geldt niet voor het
maken van opnamen via analoog-naar-analoog-
aansluitingen.
Systeembeperkingen van MDs
(vervolg)
Aanvullende informatie
45
NL
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
PROGRAM of SHUFFLE verdwijnt om
terug te keren naar normaal afspelen.
“—OVER—” verschijnt op het display.
Houd m voor de CD ingedrukt of druk op .
voor de CD om terug te keren naar de gewenste
positie voor afspelen.
MD-deck
Een MD kan niet worden geplaatst.
Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de
richting van het deck wijzend.
De toetsen werken niet.
Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat TOC is uitgegaan.
De MD begint niet met afspelen.
Vervang de MD.
Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op MD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De MD slaat over.
Vervang de MD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage
tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig
dat de MD door de trillingen van de luidsprekers
overslaat.
Plaats de disc en wacht 10 à 20 minuten, met het
systeem ingeschakeld.
wordt vervolgd
De afstandsbediening werkt niet.
Verwijder het obstakel.
Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
Richt de afstandsbediening naar de sensor op het
systeem.
Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
Plaats het systeem op grotere afstand van de TL-
buisverlichting.
CD-speler
De disc-lade sluit niet.
Plaats de CD precies in het midden van de lade.
Sluit de lade altijd door indrukken van ZCD.
Wanneer u probeert om de lade met uw hand te
sluiten, kan dit problemen met de CD-speler
veroorzaken.
De CD kan niet worden verwijderd.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
De CD begint niet met afspelen.
Open de CD-lade en controleer of er een CD is
geplaatst.
Veeg de CD schoon (zie blz. 42).
Vervang de CD.
Plaats de CD precies in het midden van de lade.
Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar
boven.
Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD.
Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op CD NX om het afspelen te laten
beginnen.
De CD slaat over.
Veeg de CD schoon (zie blz. 42).
Vervang de CD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage
tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig
dat de CD door de trillingen van de luidsprekers
overslaat.
46
NL
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
PROGRAM of SHUFFLE verdwijnt om
terug te keren naar normaal afspelen.
“—OVER—” verschijnt op het display.
Houd m voor de MD ingedrukt of druk op
. voor de MD om terug te keren naar de
gewenste positie voor afspelen.
De opname of montage is wel uitgevoerd, maar
de inhoudsopgave (TOC) is niet bijgewerkt.
De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer de
MD wordt verwijderd. Daarom dient u de MD na
het opnemen of monteren altijd te verwijderen
(zie blz. 16 en 24).
Er kan niet worden opgenomen.
Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat
de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 16).
Sluit de los verkrijgbare component goed aan
(zie blz. 40).
Schakel over op een andere geluidsbron.
Vervang de MD door een voor opname geschikte
MD of gebruik de ERASE-functie om onnodige
muziekstukken te wissen (zie blz. 27).
Het geluid van een door u opgenomen MD is te
laag (of te hoog).
Stel het opnameniveau opnieuw in (zie blz. 32).
Los verkrijgbare componenten
Er is geen geluid.
Raadpleeg de algemene rubriek Er is geen
geluid. op blz. 44 en controleer de toestand van
het systeem.
Sluit de component goed aan (zie blz. 40) en
controleer daarbij:
of de snoeren goed zijn aangesloten.
of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
Schakel de aangesloten component in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component en
begin met afspelen.
Het geluid is vervormd.
Stel het opnameniveau in (zie blz. 23).
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
blz. 34).
Zorg dat de antenne goed is aangesloten (zie
blz. 6).
Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede
ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de
handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit,
indien mogelijk.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
worden ontvangen.
Druk op STEREO/MONO totdat MONO van
het display is verdwenen.
Zie Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen
niet worden ontvangen. en controleer de
antenne.
Tijdens het opnemen op een MD is er cyclische
statische ruis te horen.
Stel de oriëntatie en positie van de antenne
zodanig af dat de ruis stopt.
Verhelpen van storingen (vervolg)
Aanvullende informatie
47
NL
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed werkt,
dient u het systeem als volgt
opnieuw in te stellen:
Terwijl het systeem is ingeschakeld en u x
voor de MD ingedrukt houdt, drukt u
VOLUME en REC MODE tegelijkertijd in.
COLD RESET verschijnt en het systeem
wordt uitgeschakeld.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling,
timerinstellingen en CD-disctitels, zijn
geannuleerd en moeten opnieuw worden
ingesteld.
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-
displayfunctie om u te waarschuwen wanneer
het systeem niet goed werkt. Op het display
verschijnen beurtelings een code van drie
tekens en een melding waarmee de storing
wordt aangegeven. Raadpleeg de onderstaande
lijst om de storing te verhelpen. Indien een
storing niet door uzelf kan worden verholpen,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat
de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 16).
C12/Cannot Copy
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals een
CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem eenmaal
uit en schakel het vervolgens weer in.
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het
begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze daarna
opnieuw.
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle muziekstukken van de MD door
gebruikmaking van de ALL ERASE-functie (zie
blz. 27).
wordt vervolgd
48
NL
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van
de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
MD
Auto Cut
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van
30 seconden of meer ingevoerd waardoor het
opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opname geschikte
MD geplaatst of alle muziekstukken op de MD zijn
gewist.
Cannot Edit
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
U probeert te monteren in de stand voor afspelen
in geprogrammeerde of willekeurige volgorde.
U probeert het opnameniveau van een in de
modus LP2 of LP4 opgenomen muziekstuk te
veranderen.
Cannot REC
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
De functie MD is ingesteld.
U probeert het opnameniveau van een in de
modus LP2 of LP4 opgenomen muziekstuk te
veranderen.
Complete!
De MD-montage is voltooid.
Disc Full!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
Impossible
U probeert een montagehandeling te verrichten
die niet mogelijk is.
Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet worden
samengevoegd of gewist.
U kunt als positie van onderverdeling niet het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk
kiezen.
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een CD-
R (voor opnemen geschikte CD) op te nemen.
cHet Serial Copy Management System
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 44). U kunt geen CD-R opnemen.
C71/Check OPT-IN
Tijdens het opnemen verschijnt kortstondig deze
melding vanwege het signaal van de digitale
uitzending.
cDit is niet van invloed op de opname.
Er is geen component aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN-aansluiting, of een digitale
component is niet goed aangesloten.
cSluit een digitale component goed aan op de
DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting door
gebruikmaking van een digitale aansluitkabel.
De aangesloten digitale component is niet
ingeschakeld.
cRaadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de
aangesloten component is meegeleverd en
controleer of de component is ingeschakeld.
De digitale aansluitkabel die is aangesloten op de
DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting is eruit
getrokken, of de aangesloten digitale component is
tijdens het digitaal opnemen uitgeschakeld.
cSluit de kabel aan of schakel de digitale
component in.
E0001/MEMORY NG
Er is een fout opgetreden in de interne gegevens
die het systeem nodig heeft om te kunnen werken.
cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
E0101/LASER NG
Er is een probleem met het optische blok.
cHet optische blok is mogelijk defect. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Zelfdiagnose-display (vervolg)
Aanvullende informatie
49
NL
Incomplete!
De montagehandeling in de stand S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na het
opnemen, infaden, uitfaden) is niet goed
uitgevoerd omdat het deck werd verplaatst terwijl
de opname nog aan de gang was, of omdat de MD
beschadigd of vuil is.
Initialize (knippert)
De instellingen van Setup Menu zijn verloren
gegaan.
De met de timer gemaakte opname is na verloop
van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer
op de disc worden bewaard, of de functie voor
afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet
worden geactiveerd omdat het programma na
verloop van tijd verloren is gegaan.
(De melding knippert circa vier seconden wanneer
u het deck inschakelt door indrukken van ?/1.)
Name Full
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuktitels of disctitels.
No Change
Terwijl u probeerde om het opnameniveau te
veranderen na het opnemen, hebt u ENTER/YES
op de afstandsbediening ingedrukt zonder
daadwerkelijk het opnameniveau te veranderen
waardoor de beoogde verandering dus niet is
uitgevoerd.
No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
No Name
U probeert de titel van een disc of muziekstuk
weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd.
OVER
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M voor
de MD ingedrukt houdt en het systeem zich in de
pauzestand voor afspelen bevindt.
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken
(stappen) te programmeren.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
Rehearsal
Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD
afgespeeld dat met de DIVIDE-functie
onderverdeeld zal worden.
S.F Edit!
Er is getracht een andere bediening uit te voeren in
de modus S.F Edit (veranderen van het
opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden).
S.F Edit NOW
U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na het
opnemen, infaden, uitfaden).
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een signaal
ingevoerd na een stilte van 3 seconden of meer,
maar minder dan 30 seconden.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC).
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven van de
opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens het
instellen van de positie van onderverdeling met
behulp van de DIVIDE-functie.
wordt vervolgd
50
NL
CD
Check en CD Position verschijnen beurtelings
De disc kon niet goed worden gelezen.
Complete!
De CD-montage (Disc Memo) is normaal voltooid.
File Full
Er zijn reeds 100 disctitels in het systeem
ingevoerd.
No Disc
Er zit geen CD in de CD-speler.
OVER
Het einde van de CD is bereikt terwijl u M voor
de CD ingedrukt houdt en het systeem bezig is met
afspelen of zich in de pauzestand bevindt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken
(stappen) te programmeren.
Technische gegevens
Hoofdapparaat (HCD-PX333)
Versterker
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
20 + 20 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN, 230 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
25 + 25 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD, 230 V)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
50 + 50 W
Overige modellen:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
20 + 20 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN, 240 V)
18 + 18 W (6 ohm bij
1 kHz, DIN, 220 V)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
25 + 25 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD, 240 V)
23 + 23 W (6 ohm bij
1 kHz, 10% THD, 220 V)
Ingangen
TAPE IN (tulpstekkers): spanning 250 mV,
impedantie 47 kilohm
DIGITAL OPTICAL IN (Ondersteunde
bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
Uitgangen
TAPE OUT (tulpstekkers):spanning 250 mV,
impedantie 1 kilohm
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
geschikt voor
hoofdtelefoon van 8 ohm
of meer.
SPEAKER: geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Systeem Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ=800 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz 20 kHz
Zelfdiagnose-display (vervolg)
Aanvullende informatie
51
NL
MD-deck
Systeem MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Antenne FM-draadantenne
Antenneaansluitingen 75 ohm asymmetrisch/
300 ohm symmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1.602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1.710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Buiten-
antenneaansluitingen
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker (SS-CPX333)
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer: 12 cm diameter,
conus-type
Tweeter: diameter 2,5 cm,
koepelvormig type
Nominale impedantie 6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V AC, 50/60 Hz
Modellen voor Australië en Hongkong:
220 – 240 V AC,
50/60 Hz
Stroomverbruik
Europees model: 70 W
0,8 W of minder in de
wachtstand
Overige modellen: 70 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
Versterker/Tuner/MD-deck/CD-speler:
ca. 190 × 141 × 325 mm
Luidspreker: ca. 165 × 265 × 200 mm
Gewicht
Versterker/Tuner/MD-deck/CD-speler:
ca. 4,9 kg
Luidsprekers: ca. 3,0 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA)
batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Los verkrijgbare accessoires
PCLK-MN10A Sony PC-
aansluitset
De los verkrijgbare
accessoires voor dit
systeem kunnen zonder
voorafgaande
kennisgeving worden
gewijzigd. Raadpleeg uw
dichtstbijzijnde Sony-
handelaar voor nadere
bijzonderheden.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Documenttranscriptie

4-232-601-31(1) Micro Hi-Fi Component System Bedienungsanleitung DE Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT CMT-PX333 © 2001 Sony Corporation WAARSCHUWING Inhoudsopgave Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Om brand te voorkomen, mogen de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Om gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, mogen er geen met water gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden geplaatst. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Dit label bevindt zich achter op de buitenkant. Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Dit apparaat bevat voor memory back-up een batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien na zeer intensief of langdurig gebruik de batterij vervangen moet worden. Om gevaar of schade door kortsluiting te voorkomen mag de batterij alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA. 2NL Onderdelen Hoofdapparaat ........................................... 4 Afstandsbediening ..................................... 5 Voorbereidingen Aansluiten van het systeem ....................... 6 Plaatsing van twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening ...... 7 Instellen van de klok ................................. 7 Stroom besparen in de wachtstand ............ 8 CD Plaatsing van een CD ................................ 8 Afspelen van een CD — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie/ REPEAT-afspeelfunctie ..................... 9 Programmeren van CD-muziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie ......... 10 Gebruik van het CD-display ................... 11 Invoeren van CD-titels — CD-geheugen ............................... 12 MD – Afspelen Plaatsing van een MD ............................. 13 Afspelen van een MD — NORMAL-afspeelfunctie/ SHUFFLE-afspeelfunctie/ REPEAT-afspeelfunctie ................... 13 Programmeren van MD-muziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie ......... 14 Gebruik van het MD-display ................... 15 MD – Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen ........................................... 16 Een CD opnemen op een MD — CD-MD-synchroonopname ......... 17 Opnemen van het huidige muziekstuk — Rec It ........................................... 18 Handmatig opnemen op een MD — Handmatig opnemen .................... 18 Opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname ................... 19 Opnametips ............................................. 20 — Lange opnamen/Aanbrengen van muziekstuknummers/Smart Space/ Instellen van het opnameniveau MD – Monteren Alvorens met het monteren te beginnen ........................................... 24 Invoeren van MD-titels — NAME-functie ............................. 25 Wissen van opnamen .............................. 27 — ERASE-functie/TRACK ERASEfunctie/ALL ERASE-functie/ A-B ERASE-functie Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie .... 29 Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie ........................... 29 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie ...................... 30 Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie ............. 31 Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — S.F EDIT-functie ......... 32 Tuner Voorprogrammeren van radiozenders ..... 34 Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders ........ 35 Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name ............................... 36 Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS)* .............................................. 36 Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................... 37 Timer Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie .................... 37 Ontwaken met muziek — DAILY-timerfunctie .................... 38 Radioprogramma’s opnemen met de timer .................................................. 39 NL Los verkrijgbare componenten Aansluiten van los verkrijgbare componenten .................................... 40 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ............................ 41 Systeembeperkingen van MD’s .............. 43 Verhelpen van storingen ......................... 44 Zelfdiagnose-display ............................... 47 Technische gegevens ............................... 50 * Uitsluitend het Europese model 3NL Onderdelen De onderdelen zijn vermeld in alfabetische volgorde. Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. Hoofdapparaat 1 2 3 4 ws 5 wa w; 6 7 8 ql 9 qk qj CD SYNC HIGH 0 (17) CD SYNC NORMAL qa (17) CD NX wa (9) Disc-lade voor CD 9 (8) Display 3 FUNCTION qh (9, 13, 18, 25, 41) MD-gleuf 2 (13) MD NX 6 (13) PHONES-aansluiting qj 4NL qh qg qf qd qs qa PLAY MODE qg (9, 13, 24) REC/REC IT qs (18) REC MODE qd (20) REPEAT qf (9, 14) STEREO/MONO qf (35) TUNER/BAND ql (34) TUNING MODE qg (34) TUNING +/– w; (34) VOLUME +/– qk 0 BESCHRIJVING VAN DE TOETSEN ?/1 1 ZMD 4 x (MD) 5 m/M (MD) 7 ./> (MD) 7 ZCD 8 m/M (CD) w; ./> (CD) w; x (CD) ws Voorbereidingen Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande procedure 1 t/m 3 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten. AM-raamantenne FM-antenne Rechter luidspreker Linker luidspreker 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER-aansluitingen op het apparaat en op de aansluitingen op de luidsprekers zoals hieronder is aangegeven. 2 Sluit de FM/AM-antennes aan. Installeer de AM, raamantenne en sluit deze daarna aan. Steek dit gedeelte erin Type aansluiting A Wit (3) AMraamantenne AM Zwart (#) FM 75 Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit 6NL Type aansluiting B AMraamantenne Instellen van de klok AM FM 75 COAXIAL Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit 3 Steek de stekker in het stopcontact. Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u de bijgeleverde adapter te bevestigen aan de stekker (alleen bij modellen met een stekkeradapter). Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1. 1 Schakel het systeem in. 2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de afstandsbediening. Ga door naar stap 5 wanneer u de klok voor het eerst instelt. 3 Druk op . of > op de afstandsbediening om “CLOCK SET?” te kiezen. 4 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op + of – op de afstandsbediening om de dag in te stellen. 6 Druk op ENTER/YES of M op de afstandsbediening. Plaatsing van twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening De uur-indicatie begint te knipperen. 7 Druk op + of – op de afstandsbediening om het uur in te stellen. 8 Druk op ENTER/YES of M op de afstandsbediening. De minuten-indicatie begint te knipperen. om de minuten in te stellen. 10 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. De klok begint te lopen. Indien u zich hebt vergist Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen. Druk herhaald op m of M op de afstandsbediening totdat het onjuiste onderdeel knippert en maak daarna de instelling opnieuw. Opmerking Veranderen van de ingestelde tijd Tip Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen. Voorbereidingen 9 Druk op + of – op de afstandsbediening Begin opnieuw vanaf stap 1. 7NL CD Stroom besparen in de wachtstand Plaatsing van een CD 1 Druk op ZCD. Druk herhaald op DISPLAY of TIME op de afstandsbediening wanneer het systeem is uitgeschakeld. Bij elke druk op de knop schakelt het systeem in de onderstaande volgorde over in een andere stand: Klokdisplay y Energiebesparingsmodus De disc-lade gaat open. 2 Plaats een CD met de labelkant naar boven in de disc-lade. Uitschakelen van de energiebesparingsmodus Druk op DISPLAY of TIME op de afstandsbediening om het klokdisplay te laten verschijnen. Tip De indicator ?/1 licht ook in de energiebesparingsmodus op. 8NL Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. 3 Druk opnieuw op ZCD om de disc-lade te sluiten. Afspelen van een CD — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie/REPEATafspeelfunctie Met dit systeem kunt u de CD op verschillende manieren afspelen. Muziekstuknummer Afspeelduur 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat de door u gewenste modus op het display verschijnt. Voor afspelen van Blanco (geen indicatie PLAY MODE) (NORMALafspeelfunctie) De muziekstukken op de CD in de oorspronkelijke volgorde. SHUFFLE (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle muziekstukken op de CD in willekeurige volgorde. PROGRAM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de CD in de door u gewenste volgorde (zie “Programmeren van CDmuziekstukken” op de volgende bladzijde). 3 Druk op CD NX (of CD N op de afstandsbediening). Om Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x voor de CD. Te pauzeren Druk op CD NX (of X op de afstandsbediening). Druk opnieuw om verder te gaan met afspelen. Een muziekstuk te kiezen Druk op . of > voor de CD. Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M voor de CD ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. Een CD te verwijderen Druk op ZCD. Herhaald af te spelen (REPEATafspeelfunctie) Druk tijdens het afspelen op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt. REPEAT: Alle muziekstukken op de CD tot vijfmaal. REPEAT 1: Slechts één muziekstuk. Om te stoppen met herhaald afspelen, drukt u op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen. wordt vervolgd Voorbereidingen/CD Kies Andere bedieningsfuncties 9NL Afspelen van een CD (vervolg) Tip U kunt het gewenste muziekstuk ook kiezen met de afstandsbediening. Druk op de cijfertoetsen. Het afspelen begint automatisch. Om een muziekstuknummer hoger dan 10 te voeren (alleen op de afstandsbediening) 1 Druk op >10. 2 Voer de betreffende cijfers in. Om de 0 in te voeren, drukt u op 10/0. Voorbeeld: Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u op >10 en daarna op 3 en 10/0. Programmeren van CDmuziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma creëren van maximaal 25 muziekstukken. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. 3 Druk op . of > voor de CD totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Gekozen muziekstuknummer Afspeelduur van het gekozen muziekstuk Opmerkingen • Tijdens het afspelen van een disc kan de afspeelfunctie niet worden gewijzigd. • Indien u tijdens het luisteren naar de radio ZCD indrukt om de disc-lade te openen of te sluiten, zal het pictogram van de CD ook oplichten indien er geen CD in de lade zit. Om het pictogram van de CD uit te zetten, dient u over te schakelen op de functie CD door herhaald indrukken van FUNCTION. 4 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur van het programma. Laatst geprogrammeerde Totale afspeelduur muziekstuk 10NL 5 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op CD NX (of CD N op de Gebruik van het CDdisplay afstandsbediening). Om Doe het volgende Te stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk op x en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen. Het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken te controleren Druk in de stopstand op TIME op de afstandsbediening. Het totale aantal geprogrammeerde stappen verschijnt, gevolgd door het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeelduur van het programma. Druk tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde herhaald op . of > voor de CD. Een muziekstuk vanaf het einde te wissen Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening. In de stopstand een muziekstuk toe te voegen aan het programma Volg de stappen 3 en 4. Het gewenste muziekstuk te kiezen met de cijfertoetsen op de afstandsbediening In plaats van de stappen 3 en 4 uit te voeren, gebruikt u de cijfertoetsen. Zie blz. 10 voor het gebruik van de cijfertoetsen. Tips • Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op CD NX (of CD N op de afstandsbediening). • De indicatie “--.--” verschijnt op het display wanneer de totale afspeeltijd van uw CDprogramma langer is dan 100 minuten, of wanneer u probeert om 21 of meer muziekstukken te programmeren. Druk tijdens het afspelen herhaald op TIME op de afstandsbediening. Het display verandert steeds als volgt: Verstreken afspeelduur van huidig muziekstuk t Resterende afspeelduur van huidig muziekstuk* t Resterende afspeelduur van de huidige CD** * “--.--” verschijnt wanneer u de resterende afspeelduur van een CD-muziekstuk met nummer 21 of hoger wilt controleren. ** “--.--” verschijnt tijdens het afspelen in willekeurige volgorde van een CD met 21 of meer muziekstukken, of tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde wanneer u een CDmuziekstuk met nummer 21 of hoger hebt gekozen. Controleren van een muziekstuktitel of een disctitel Druk tijdens het afspelen of in de stopstand herhaald op DISPLAY op de afstandsbediening. CD De volgorde van de muziekstukken in het programma te controleren Controleren van de resterende afspeelduur Het display verandert steeds als volgt: Naam van Preset Equalizer t Klok t Volume t Muziekstuktitel of disctitel* * Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel (alleen bij een CD met CD-tekst), en in de stopstand verschijnt de disctitel. Indien er een CD zonder titel is geplaatst, verschijnt er niets. Om een lange titel bewegend te laten verschijnen Druk op SCROLL op de afstandsbediening. De titel verschijnt bewegend op het display. Tip Wanneer u in de stopstand op TIME op de afstandsbediening drukt en de CD-tekst de naam van de artiest bevat, verschijnt de naam van de artiest bewegend op het display. 11NL Invoeren van CD-titels — CD-geheugen Indien u cijfers hebt gekozen U kunt maximaal 100 CD’s voorzien van titels van elk maximaal 20 symbolen en tekens. Wanneer u een CD met een titel plaatst, verschijnt de titel op het display. Druk op de betreffende cijfertoets. Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. Opmerking 1 Druk herhaald op SELECT totdat “Selected AB” of “Selected ab” op het display verschijnt. 2 Druk op 10/0. Er wordt een spatie ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. Wanneer u CD’s voor het eerst een titel geeft, dient u vooraf altijd alle disctitels te wissen die in het systeemgeheugen zijn vastgelegd (zie “Wissen van een disctitel” op de volgende bladzijde). 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie CD. Indien “SHUFFLE” of “PROGRAM” op het display verschijnt, druk dan herhaald op PLAY MODE totdat beide indicaties zijn verdwenen. 2 Druk op NAME EDIT op de afstandsbediening. De cursor begint te knipperen. 3 Druk op SELECT op de Om een spatie in te voeren 5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de rest van de titel in te voeren. Om een teken te veranderen Druk herhaald op TCURSOR of CURSORt op de afstandsbediening totdat het teken dat u wilt wijzigen knippert, druk op CLEAR op de afstandsbediening om het teken te wissen, en herhaal daarna de stappen 3 en 4. afstandsbediening om het gewenste soort teken te kiezen. 6 Druk op ENTER/YES op de Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab (kleine letters) t Selected 12 (cijfers) Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen * Druk herhaald op cijfertoets 1 om de volgende symbolen te laten verschijnen: ‘–/,.():!? Wanneer de bovenstaande symbolen op het display worden weergegeven, kunt u daarnaast nog de volgende symbolen laten verschijnen door herhaald indrukken van . of > voor de CD: ` &+<>_=”;#$%@ 4 Voer een teken in met de afstandsbediening. Indien u hoofdletters of kleine letters hebt gekozen 1 Druk herhaald op de betreffende lettertoets totdat het teken dat u wilt invoeren knippert. In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de toets indrukken en herhaald op . of > drukken. 12NL 2 Druk op CURSORt. Het knipperende teken wordt ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. afstandsbediening om de titelinvoer te beëindigen. Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Controleren van de disctitels 1 Druk in de stopstand op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > voor de CD totdat “Name Check?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op . of > voor de CD om één van de disctitels te kiezen die in het systeemgeheugen zijn opgeslagen onder de nummers 001 t/m 100. Om de huidige disctitel te controleren Druk in de stopstand op SCROLL op de afstandsbediening. MD – Afspelen Wissen van een disctitel 1 Druk in de stopstand op MENU/NO op Plaatsing van een MD de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op . of > voor de CD totdat “Name Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Plaats een MD. Met het pijltje naar het deck en de labelkant omhoog 3 Druk herhaald op . of > voor de CD om één van de disctitels te kiezen die in het systeemgeheugen zijn opgeslagen onder de nummers 001 t/m 100. De disctitel verschijnt bewegend op het display. “No Name” verschijnt indien er geen disctitel is ingevoerd. 4 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. Om alle disctitels te wissen, drukt u herhaald op . of > voor de CD totdat bij stap 2 “All Erase?” verschijnt en druk daarna tweemaal op ENTER/YES op de afstandsbediening. Om de wisfunctie uit te schakelen Druk tijdens de stappen 1 t/m 3 op MENU/NO op de afstandsbediening. Opmerking — NORMAL-afspeelfunctie/SHUFFLEafspeelfunctie/REPEATafspeelfunctie Met dit systeem kunt u MD’s op verschillende manieren afspelen. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat de door u gewenste modus op het display verschijnt. Kies Voor afspelen van Blanco (geen indicatie PLAY MODE) (NORMALafspeelfunctie) De MD in de oorspronkelijke volgorde. SHUFFLE (SHUFFLEafspeelfunctie) Alle muziekstukken op de MD in willekeurige volgorde. PROGRAM (PROGRAMafspeelfunctie) De muziekstukken op de MD in de door u gewenste volgorde (zie “Programmeren van MDmuziekstukken” op de volgende bladzijde). CD/MD – Afspelen Om te voorkomen dat de disctitels uit het geheugen worden gewist, dient u het systeem ten minste eenmaal per week aan te sluiten op de netspanning. Afspelen van een MD 3 Druk op MD NX (of MD N op de afstandsbediening). wordt vervolgd 13NL Afspelen van een MD (vervolg) Andere bedieningsfuncties Om Doe het volgende Het afspelen te stoppen Druk op x voor de MD. Te pauzeren Druk op MD NX (of X op de afstandsbediening). Druk opnieuw om verder te gaan met afspelen. Een muziekstuk te kiezen Druk op . of > voor de MD. Een bepaald punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen m of M voor de MD ingedrukt en laat deze los wanneer het gewenste punt is bereikt. De MD te verwijderen Druk op ZMD. Herhaald af te spelen (REPEATafspeelfunctie) Druk tijdens het afspelen op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” verschijnt. REPEAT: Alle muziekstukken op de MD tot vijfmaal. REPEAT 1: Slechts één muziekstuk. Om te stoppen met herhaald afspelen, drukt u op REPEAT totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” is verdwenen. Tip U kunt het gewenste muziekstuk ook kiezen met de afstandsbediening. Druk op de cijfertoetsen. Het afspelen begint automatisch. Om een muziekstuknummer hoger dan 10 te voeren (alleen op de afstandsbediening) 1 Druk op >10 (tweemaal indrukken om 100 of hoger in te voeren). 2 Voer de betreffende cijfers in. Om 0 in te voeren, drukt u op 10/0. Voorbeeld: • Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u op >10 en daarna op 3 en 10/0. • Om muziekstuknummer 108 in te voeren, drukt u tweemaal op >10 en daarna op 1, 10/0 en 8. Opmerking Tijdens het afspelen van een disc kan de afspeelfunctie niet worden gewijzigd. 14NL Programmeren van MDmuziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma creëren van maximaal 25 muziekstukken. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. 3 Druk op . of > voor de MD totdat het gewenste muziekstuk verschijnt. Gekozen muziekstuknummer Afspeelduur van het gekozen muziekstuk 4 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. “Step” verschijnt, gevolgd door het nummer van het muziekstuk in de geprogrammeerde volgorde. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeelduur van het programma. Laatst geprogrammeerde Totale afspeelduur muziekstuk 5 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op MD NX (of MD N op de Gebruik van het MDdisplay afstandsbediening). Om Doe het volgende Te stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk op x voor de MD en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” zijn verdwenen. Het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken te controleren Druk in de stopstand op TIME op de afstandsbediening. Het totale aantal geprogrammeerde stappen verschijnt, gevolgd door het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer en de totale afspeelduur van het programma. Druk tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde herhaald op . of > voor de MD. Een muziekstuk vanaf het einde te wissen Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening. In de stopstand een muziekstuk toe te voegen aan het programma Volg de stappen 3 en 4. Het gewenste muziekstuk te kiezen met de cijfertoetsen op de afstandsbediening In plaats van de stappen 3 en 4 uit te voeren, gebruikt u de cijfertoetsen. Zie blz. 14 voor het gebruik van de cijfertoetsen. Tips • Uw programma blijft in het geheugen bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op MD NX (of MD N op de afstandsbediening). • Wanneer de totale afspeelduur van uw MDprogramma meer dan 1.000 minuten is, verschijnt “---.--”. Druk tijdens het afspelen herhaald op TIME op de afstandsbediening. Het display verandert steeds als volgt: Verstreken afspeelduur en het muziekstuknummer van het huidige muziekstuk t Resterende afspeelduur en het muziekstuknummer van het huidige muziekstuk t Resterende afspeelduur van de MD Controleren van de totale afspeelduur Druk in de stopstand herhaald op TIME op de afstandsbediening. Het display verandert steeds als volgt: Totaal aantal muziekstukken en totale afspeelduur t Resterende opnameduur (alleen bij een voor opnemen geschikte MD) Controleren van een muziekstuktitel of een disctitel Druk tijdens het afspelen of in de stopstand herhaald op DISPLAY op de afstandsbediening. Het display verandert steeds als volgt: Naam van Preset Equalizer t Klok t Volume t Muziekstuktitel of disctitel* MD – Afspelen De volgorde van de muziekstukken in het programma te controleren Controleren van de resterende afspeelduur * Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel, en in de stopstand verschijnt de disctitel. Indien er een MD zonder titel is geplaatst, verschijnt er niets. Tip U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u SCROLL op de afstandsbediening indrukt, verschijnt er een muziekstuktitel bewegend op het display. Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL op de afstandsbediening. Om de bewegende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL op de afstandsbediening. 15NL MD – Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek digitaal op te nemen en af te spelen met een uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk van MD’s is het aanbrengen van muziekstuknummers. Door het aanbrengen van muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage later snel terugvinden en de opgenomen muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier waarop de signalen worden opgenomen en de muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk van de opnamebron. Wanneer de opnamebron de volgende is: • De CD-speler van dit systeem – Het MD-deck maakt een digitale opname.*1 – De muziekstuknummers worden automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD. • Andere digitale componenten die zijn aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting – Het MD-deck maakt een digitale opname.*1 – De manier waarop de muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk van de opnamebron. • De tuner van dit systeem en andere analoge componenten die zijn aangesloten op de TAPE INaansluitingen (bijvoorbeeld het los verkrijgbare tapedeck TC-TX21) – Het MD-deck maakt een analoge opname. – Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan het begin van elke opname. Wanneer u echter de opnamefunctie Level Synchro Recording (zie “Aanbrengen van muziekstuknummers” op blz. 21) inschakelt, worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal. Indien de MD reeds opnamen bevat voor een gedeelte In dit geval begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Opmerking betreffende de muziekstuknummers op een MD Op een MD worden de muziekstuknummers (volgorde van de muziekstukken), de informatie over het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz. opgenomen in het TOC*2-gebied, onafhankelijk van de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen muziekstukken snel monteren door de TOC-gegevens te wijzigen. *2 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave) Na het opnemen Druk op ZMD om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” licht op of begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” oplicht) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Beschermen van een opgenomen MD Om een MD te beschermen tegen abusievelijk opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht om de opening af te dekken. Nokje *1 Zie “Systeembeperkingen van MD’s” op blz. 43 voor bijzonderheden over de beperkingen op digitale opnamen. Verschuif het nokje 16NL Een CD opnemen op een MD Om een lange opname op een MD te maken (MDLP-opname) Zie “Opnametips” op blz. 20. Om te stoppen met opnemen — CD-MD-synchroonopname Naast opnemen met normale snelheid kunt u ook versneld opnemen (met ongeveer viermaal de normale snelheid). 1 Plaats een voor opname geschikte MD. 2 Plaats de CD die u wilt opnemen. 3 Druk op CD SYNC NORMAL. Om versneld op te nemen, drukt u op CD SYNC HIGH. “MD New” en de resterende opnameduur van de MD verschijnen beurtelings op het display. 4 Druk op MD NX (of X op de afstandsbediening). Het opnemen begint. Tijdens versnelde opname kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen. Indien “Retry” op het display knippert nadat u bij stap 4 op MD NX (of X op de afstandsbediening) hebt gedrukt Tips • Al naar gelang de disc worden soms ook de CD TEXT-gegevens gekopieerd. Wanneer “TEXT” tijdens het opnemen knippert, zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 25. • Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u een opname maken van alleen uw favoriete muziekstukken op een CD. Na stap 2 volgt u dezelfde aanwijzingen als bij stap 1 t/m 5 van “Programmeren van CD-muziekstukken” op blz. 10. Ga daarna naar stap 3. Opmerkingen • Tijdens CD-MD-synchroonopname en versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. • Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen. • Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunnen de volgende functies niet worden gebruikt: — de functie Auto Cut — de functie voor het instellen van het opnameniveau in het menu Setup • Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt, stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. MD – Opnemen In dit geval is er een leesfout opgetreden en probeert het systeem om de gegevens opnieuw te lezen. • Indien de gegevens nu wel gelezen kunnen worden, gaat het systeem verder met de versnelde CD-MD-synchroonopname. • Indien de geplaatste CD of het systeem in slechte staat verkeert en de gegevens nog steeds niet gelezen kunnen worden, wordt de versnelde CD-MD-synchroonopname geannuleerd. In dit geval knippert “NORM” op het display en begint het MD-deck automatisch met opnemen door middel van normale CD-MD-synchroonopname. Wanneer dit gebeurt, kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen. Druk op x voor de MD. 17NL Opnemen van het huidige muziekstuk — Rec It — Handmatig opnemen Met deze functie kunt u snel een muziekstuk van de CD opnemen terwijl u ernaar luistert. Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u gewenste gedeelten van een CD of een radioprogramma opnemen. 1 Druk op CD NX (of CD N op de afstandsbediening). 2 Terwijl u luistert naar het muziekstuk dat u wilt opnemen, drukt u op REC/ REC IT. Het afspelen begint opnieuw bij het begin van het muziekstuk en het opnemen begint. Wanneer het muziekstuk is afgelopen, stopt het MD-deck automatisch. Om te stoppen met opnemen Druk op x voor de MD. Opmerking Tijdens gebruikmaking van de functie Rec It zijn de volgende onderdelen buiten werking of kunnen deze niet worden gebruikt: — de functie Auto Cut — de functie voor het instellen van het opnameniveau in het menu Setup 18NL Handmatig opnemen op een MD 1 Plaats een voor opname geschikte MD. 2 Druk herhaald op FUNCTION om de bron te kiezen waarvan u wilt opnemen. 3 Druk op REC/REC IT (of MD z REC op de afstandsbediening). Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Druk op MD NX (of X op de afstandsbediening) en begin daarna met het afspelen van de bron waarvan u wilt opnemen. Om te stoppen met opnemen Druk op x voor de MD. Tip Tijdens het opnemen kunt u de resterende opnameduur op de MD controleren door indrukken van TIME op de afstandsbediening. Opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen waarvan u wilt opnemen. 5 Op het punt waar u met de opname wilt beginnen, drukt u op TIME MACHINE REC op de afstandsbediening. Om de tijdmachine-opname te stoppen — Tijdmachine-opname Bij het opnemen van een FM- of satellietuitzending gaan de eerste paar seconden van de uitzending vaak verloren omdat het even kan duren voor u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. Om het verlies van dit materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest recente audiogegevens in een buffergeheugen worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen die voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke opname begint, zoals op de onderstaande afbeelding is aangegeven: Tijdstip waarop u bij stap 5 op TIME MACHINE REC drukt 4 Begin met het afspelen van de bron Druk op x voor de MD. Opmerking Het MD-deck begint met het opslaan van audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen van de bron. Indien er sinds het indrukken van TIME MACHINE REC minder dan 6 seconden zijn verstreken, begint de tijdmachine-opname met minder dan 6 seconden aan audiogegevens. Einde van de opnamebron Duur 6 seconden Opgenomen gedeelte Begin van de opnamebron bron te kiezen waarvan u wilt opnemen. 3 Druk op REC/REC IT (of MD z REC op de afstandsbediening). Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. MD – Opnemen 1 Plaats een voor opname geschikte MD. 2 Druk herhaald op FUNCTION om de 19NL Opnametips Lange opnamen Dit systeem biedt twee standen voor lange opnamen: LP2 en LP4 (MDLP-opname). In de modus LP2 Stereo kunt u tweemaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus, en in de modus LP4 Stereo kunt u viermaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus. In mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen als in stereo. Met de modus LP4 Stereo (waarmee u 4× zolang kunt opnemen) kunt u een lange stereoopname maken door gebruik van een speciaal compressiesysteem. Wanneer u de nadruk wilt leggen op de geluidskwaliteit, wordt de opnamemodus Stereo of LP2 Stereo (waarmee u 2× zolang kunt opnemen) aanbevolen. 1 Druk herhaald op REC MODE om de gewenste opnamemodus te kiezen. Het display verandert steeds als volgt: STEREO REC (Stereo) t LP2 REC (LP2 Stereo) t LP4 REC (LP4 Stereo) t MONO REC (Mono) 2 Begin met opnemen. De bron wordt opgenomen in de gekozen opnamemodus. Tijdens versnelde CD-MDsynchroonopname Om tijdens MDLP-opname automatisch “LP:” toe te voegen aan het begin van een muziekstuk “LP:” verschijnt indien u probeert om het muziekstuk af te spelen op een systeem dat niet geschikt is voor de modus MDLP. Met deze handige functie kunt u in één oogopslag zien dat het muziekstuk niet kan worden afgespeeld. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk herhaald op MENU/NO op de afstandsbediening totdat “Setup Menu” verschijnt. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “LP Stamp Off” (of “LP Stamp On”) verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD om de instelling te kiezen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Om Kies “LP:” toe te voegen LP Stamp On (fabrieksinstelling) De toevoeging “LP:” te annuleren LP Stamp Off De opnamesnelheid verandert in overeenstemming met de opnamemodus. 5 Druk op MENU/NO op de Opnamemodus Opnamesnelheid Opmerkingen Stereo Viermaal de normale snelheid LP2 Stereo Tweemaal de normale snelheid LP4 Stereo Tweemaal de normale snelheid Mono Viermaal de normale snelheid • De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet kan worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt is voor de modus MDLP. De toevoeging verschijnt niet bij systemen die wel geschikt zijn voor de modus MDLP. • Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:” opgenomen als deel van de muziekstuktitel waardoor er per MD minder tekens kunnen worden ingevoerd. Wanneer een muziekstuktitel met de toevoeging “LP:” wordt gekopieerd, wordt “LP:” automatisch gekopieerd naar de nieuwe muziekstuktitel. Indien een muziekstuk met de toevoeging “LP:” wordt onderverdeeld door gebruikmaking van de DIVIDE-functie, wordt “LP:” ook toegevoegd aan het laatste muziekstuk. Opmerkingen • Omdat de gekozen opnamemodus ook na beëindiging van de opname bewaard blijft, dient u altijd de opnamemodus te controleren alvorens u gaat opnemen. • Muziekstukken die zijn opgenomen in de modus MDLP (LP2 of LP4) Stereo kunnen niet worden afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor de modus MDLP. 20NL • De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een opnamepauze op REC MODE drukt. • Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u tijdens het opnemen luistert niet veranderen in mono. afstandsbediening. Aanbrengen van muziekstuknummers 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk herhaald op MENU/NO op de • Automatisch tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit systeem of componenten die zijn aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke bron. Gebruik de opnamemethode Level Synchro Recording om tijdens het opnemen van de tuner van dit systeem of componenten die zijn aangesloten op de TAPE IN-aansluitingen automatisch de muziekstuknummers te laten aanbrengen. • Op een willekeurig punt tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen. • Na het opnemen Gebruik de DIVIDE-functie (zie “Onderverdelen van opgenomen muziekstukken” op blz. 29). Automatisch aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen — Level Synchro Recording Opmerkingen 3 Druk op . of > voor de MD totdat “T.Mark Off” (of “T.Mark LSync”) verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD om de instelling te kiezen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Om Kies De functie Level T.Mark LSync Synchro Recording (fabrieksinstelling) in te schakelen De functie Level T.Mark Off Synchro Recording uit te schakelen Wanneer u de functie Level Synchro Recording instelt, licht “L-SYNC” op. 5 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Om door te gaan met opnemen, volgt u de aanwijzingen op de diverse pagina’s over opnemen. wordt vervolgd MD – Opnemen De opnamefunctie Level Synchro Recording is in de fabriek ingeschakeld zodat de muziekstuknummers automatisch worden aangebracht. Indien “L-SYNC” tijdens het opnemen niet op het display verschijnt, schakel dan als volgt Level Synchro Recording in. Een muziekstuknummer wordt automatisch aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal langer dan twee seconden beneden een bepaald niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau terugkeert. afstandsbediening totdat “Setup Menu” verschijnt. • Muziekstuknummers worden niet automatisch aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat (bijv. tapes of radio-uitzendingen) of tijdens timeropnamen. • Wanneer u tijdens het opnemen van een CD pauzeert, wordt er op dat punt een nieuw muziekstuknummer aangebracht. Bij het herhaald opnemen van één en hetzelfde muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms slechts één muziekstuknummer aangebracht. 21NL Opnametips (vervolg) Om het activeringsniveau van Level Synchro Recording te wijzigen Volg de onderstaande procedure om het signaalniveau waarop Level Synchro Recording wordt geactiveerd, te wijzigen. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk herhaald op MENU/NO op de afstandsbediening totdat “Setup Menu” verschijnt. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “LS(T)” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD om het Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken — Smart Space Tijdens het digitaal opnemen van een CD kunt u met de functie Smart Space de stille passages tussen muziekstukken automatisch laten vervangen door een niet-opgenomen interval van 3 seconden. Wanneer bij andere soorten opnamen de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en doorgaan met opnemen. niveau te kiezen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. U kunt het niveau met stappen van 2 dB instellen op een willekeurige waarde tussen –72 dB en 0 dB. Geen geluidsinvoer gedurende minder dan 30 seconden Uit 5 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Aan Aanbrengen van muziekstuknummers op specifieke punten tijdens het opnemen — Track Mark Tijdens het handmatig opnemen van een willekeurige geluidsbron kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen. Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en druk dan op REC/REC IT (of MD z REC op de afstandsbediening). De muziekstukken die volgen op het toegevoegde muziekstuknummer worden opnieuw genummerd. Vervangen door niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en opnemen gaat door Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en overschakelen in de pauzestand voor opnemen. Geen geluidsinvoer gedurende 30 seconden of langer Uit Aan Vervangen door niet-opgenomen interval van 3 seconden en opnemen wordt tijdelijk stopgezet 22NL 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk herhaald op MENU/NO op de afstandsbediening totdat “Setup Menu” verschijnt. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “S.Space Off” (of “S.Space On”) verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD om de instelling te kiezen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Om Kies De functie Smart S.Space On Space in te schakelen (fabrieksinstelling) De functie Smart Space uit te schakelen S.Space Off 5 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. Om door te gaan met opnemen, volgt u de aanwijzingen op de diverse pagina’s over opnemen. Tip Om verder te gaan met opnemen wanneer “Auto Cut” op het display verschijnt, drukt u op MD NX (of MD N op de afstandsbediening). Instellen van het opnameniveau Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het opnameniveau instellen op het gewenste volume. U kunt het opnameniveau niet alleen bij het maken van een analoge opname instellen, maar ook bij het maken van een digitale opname van een CD, enz. 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt opnemen en begin met afspelen. 2 Controleer of het MD-deck zich in de wachtstand voor opnemen bevindt. Zo niet, druk dan op MD z REC op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op MENU/NO op de afstandsbediening totdat “Setup Menu” verschijnt. 4 Druk op . of > voor de MD totdat “LevelAdjust?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > voor de MD om het opnameniveau in te stellen. Terwijl u meeluistert naar het geluid, stelt u het niveau zo in dat op het display in het luidste gedeelte niet de indicatie “OVER” verschijnt. 6 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. 7 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. geluidsbron bezig is met afspelen, stop dan het afspelen. Om door te gaan met opnemen, volgt u de aanwijzingen op de diverse pagina’s over opnemen. MD – Opnemen 8 Druk op x voor de MD. 9 Wanneer er een CD of andere Tips • U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen instellen. • Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt. • Tijdens CD-MD-synchroonopname kunt u het opnameniveau niet instellen. 23NL MD – Monteren Na het monteren Alvorens met het monteren te beginnen Alvorens te gaan monteren U kunt een MD alleen in de volgende situaties monteren: • Wanneer de MD geschikt is voor opname. • Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld. Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de volgende punten te controleren. 1 Controleer het nokje van de te monteren MD. Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen en u MENU/NO op de afstandsbediening indrukt, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd. Verschuif het nokje om de opening af te dekken. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” beide zijn verdwenen. U kunt de MD alleen monteren tijdens normaal afspelen. U kunt de MD niet monteren tijdens afspelen in willekeurige of geprogrammeerde volgorde. Ongedaan maken van de laatste wijziging Met de UNDO-functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage herstellen (zie blz. 31). Om te stoppen tijdens het monteren Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 24NL Druk op ZMD om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” licht op of begint te knipperen. De inhoudsopgave (TOC: Table Of Contents) wordt bijgewerkt en het monteren is beëindigd. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het monteren van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” oplicht) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd. Invoeren van MD-titels — NAME-functie U kunt als volgt titels samenstellen voor uw opgenomen MD’s en muziekstukken. Tijdens het opnemen Wanneer “TEXT” tijdens het opnemen oplicht of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als volgt opnemen op de MD: • Automatisch tijdens het opnemen Wanneer u opneemt op een nog lege of volledig gewiste (zie “Wissen van alle muziekstukken” op blz. 27) MD en “TEXT” oplicht, worden de CD TEXT-gegevens automatisch opgenomen. • Handmatig tijdens het opnemen Wanneer “TEXT” knippert, druk dan op NAME EDIT op de afstandsbediening en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening om de titel van het huidige muziekstuk vast te leggen. Opmerking Al naar gelang de disc worden de CD TEXTgegevens soms niet automatisch opgenomen. Na het opnemen Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één MD in totaal ongeveer 1.700 tekens invoeren. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. Om een muziekstuk een titel te geven, drukt u op . of > voor de MD totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. afstandsbediening. De cursor begint te knipperen. afstandsbediening om het gewenste soort teken te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: Selected AB* (hoofdletters) t Selected ab (kleine letters) t Selected 12 (cijfers) * Druk herhaald op cijfertoets 1 om de volgende symbolen te laten verschijnen: ‘–/,.():!? Wanneer de bovenstaande symbolen op het display worden weergegeven, druk dan herhaald op . of > voor de MD om de volgende symbolen te laten verschijnen: &+<>_=”;#$%@ ` 4 Voer een teken in met de afstandsbediening. Indien u hoofdletters of kleine letters hebt gekozen 1 Druk herhaald op de betreffende lettertoets totdat het teken dat u wilt invoeren knippert. In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de toets indrukken en herhaald op . of > drukken. 2 Druk op CURSORt. Het knipperende teken wordt ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. Indien u cijfers hebt gekozen Druk op de betreffende cijfertoets. Het nummer is ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. Om een spatie in te voeren 1 Druk herhaald op SELECT totdat “Selected AB” or “Selected ab” op het display verschijnt. 2 Druk op 10/0. Er wordt een spatie ingevoerd en de cursor gaat naar rechts. wordt vervolgd MD – Monteren 2 Druk op NAME EDIT op de 3 Druk op SELECT op de 25NL Invoeren van MD-titels (vervolg) 5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de rest van de titel in te voeren. Om een teken te veranderen Druk herhaald op TCURSOR of CURSORt op de afstandsbediening totdat het teken dat u wilt wijzigen knippert, druk op CLEAR op de afstandsbediening om het teken te wissen, en herhaal daarna de stappen 3 en 4. 6 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening om de titelinvoer te beëindigen. Opmerking U kunt een muziekstuk een titel geven tijdens het afspelen. Het afspelen wordt herhaald totdat u klaar bent met het invoeren van de titel. Kopiëren van een disc- of muziekstuktitel U kunt een disc- of muziekstuktitel kopiëren en deze gebruiken als titel voor een ander muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO op de afstandsbediening. De disc of het muziekstuk waar u de titel naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op ENTER/YES op de afstandsbediening. Indien het muziekstuk is opgenomen in de stand MDLP met de instelling “LP Stamp On” (blz. 20), verschijnt “Overwrite??” ook indien er helemaal geen muziekstuktitel is toegewezen. In dit geval zal bij het kopiëren van de muziekstuktitel de indicatie “LP:” in de muziekstuktitel verdwijnen. Controleren van de titels Om de disctitels te controleren, drukt u in de stopstand op SCROLL op de afstandsbediening. Om de muziekstuktitel te controleren, drukt u tijdens het afspelen op SCROLL. De titel verschijnt bewegend op het display. Druk op SCROLL om het bewegen van de titels te laten stoppen. Druk nogmaals op de toets om het bewegen weer te laten beginnen. Wissen van de titels 1 Druk in de stopstand op MENU/NO op de afstandsbediening. 2 Druk op . of > voor de MD totdat 2 Druk op . of > voor de MD totdat “Name?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Name?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 3 Druk op . of > voor de MD totdat 3 Druk op . of > voor de MD totdat “Nm Copy?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD en kies “Disc” (voor het kopiëren van de disctitel) of het muziekstuknummer met de titel die u wilt kopiëren en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > voor de MD en kies het muziekstuknummer waar u de titel naartoe wilt kopiëren of kies “Disc” (voor het kopiëren als disctitel) en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 26NL Wanneer “Overwrite??” verschijnt “Nm Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat de titel die u wilt wissen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Indien u alle titels wilt wissen, druk dan op . of > voor de MD totdat bij stap 3 “Nm All Ers?” verschijnt en druk daarna tweemaal op ENTER/YES op de afstandsbediening. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over Wissen van opnamen te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de — ERASE-functie Met dit MD-deck kunt u ongewenste muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van opgenomen materiaal: • Wissen van één muziekstuk. (TRACK ERASE-functie) • Wissen van alle muziekstukken. (ALL ERASE-functie) • Wissen van een gedeelte van een muziekstuk. (A-B ERASE-functie) Wissen van één muziekstuk — TRACK ERASE-functie U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het betreffende muziekstuknummer in te voeren. Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het totale aantal muziekstukken op de MD met één en worden alle muziekstukken die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw genummerd. Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2. Muziekstuknummer 1 2 3 Oorspronkelijke A B muziekstukken 1 Na ERASE 2 A Wis muziekstuk 2 4 C D 3 Druk op . of > voor de MD totdat “Tr Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. Opmerking “Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen, drukt u op ENTER/YES op de afstandsbediening terwijl “Erase???” op het display wordt weergegeven. Wissen van alle muziekstukken — ALL ERASE-functie U kunt de disctitel en alle opgenomen muziekstukken en de titels daarvan in één keer wissen. 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de 3 C afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. D afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “All Erase??” verschijnt. 4 Druk opnieuw op ENTER/YES op de afstandsbediening. MD – Monteren “All Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. wordt vervolgd 27NL Wissen van opnamen (vervolg) Wissen van een gedeelte van een muziekstuk — A-B ERASE-functie U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U kunt het gewenste gedeelte met intervallen van een frame*, minuut of seconde verschuiven. 6 Terwijl u meeluistert naar het geluid, drukt u op . of > voor de MD om het beginpunt van het te wissen gedeelte (punt A) te vinden. U kunt het beginpunt met intervallen van 1/86 seconde (1 frame) verschuiven. Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, houdt u m of M ingedrukt (of drukt u op m of M op de afstandsbediening) zodat de seconde of de minuut gaat knipperen en druk daarna op . of > voor de MD. * 1 frame is 1/86 seconde. 7 Herhaal stap 6 totdat de positie van Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van muziekstuk 2. 8 Druk op ENTER/YES op de punt A juist is. Punt A Punt B Muziekstuknummer 1 2 3 Oorspronkelijke A B-A B-B B-C muziekstukken 1 Na A-B ERASE 2 A C 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Wanneer tijdens het afspelen van een MD het beginpunt van het te wissen gedeelte is bereikt (punt A), drukt u op MD NX (of X op de afstandsbediening). De MD wordt tijdelijk stopgezet. 3 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 4 Druk op . of > voor de MD totdat “A-B Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk opnieuw op ENTER/YES op de afstandsbediening. “—Rehearsal—” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings terwijl het deck een gedeelte van de paar seconden vóór punt A afspeelt. 28NL “Point B set” verschijnt op het display en er wordt begonnen met het afspelen om het eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B) in te stellen. 9 Ga door met afspelen totdat punt B is 3 B(A+C) afstandsbediening wanneer de positie van punt A juist is. bereikt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings en het deck herhaalt achtereenvolgens de paar seconden vóór punt A en na punt B. 10Druk op . of > voor de MD om punt B te vinden. De procedure is dezelfde als bij stap 6. 11Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening wanneer de positie van punt B juist is. “Complete!” verschijnt. Verplaatsen van opgenomen muziekstukken Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie — DIVIDE-functie Met deze functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u muziekstukken verplaatst, worden de muziekstukken automatisch opnieuw genummerd. Met deze functie kunt u muziekstuknummers aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het totale aantal muziekstukken vermeerdert met één en alle muziekstukken die volgen op de onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar positie 2. Muziekstuknummer 1 2 3 Oorspronkelijke A B muziekstukken 2 1 Na MOVE A 4 C D Muziekstuknummer 1 2 Oorspronkelijke A B muziekstukken B D 1 Na DIVIDE 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “Move?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat 5 Druk op . of > voor de MD totdat de nieuwe positie van het muziekstuk verschijnt. Oorspronkelijk muziekstuknummer Nieuwe positie van het muziekstuk D B C D 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “Divide?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat het muziekstuknummer dat u wilt onderverdelen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte dat moet worden onderverdeeld, wordt herhaald afgespeeld. wordt vervolgd MD – Monteren het muziekstuknummer dat u wilt verplaatsen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 2 A 3 C Verdeel muziekstuk 2 in de muziekstukken B en C 3 4 4 3 C Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee muziekstukken. 6 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. 29NL Onderverdelen van opgenomen muziekstukken (vervolg) 5 Terwijl u meeluistert naar het geluid, drukt u op . of > voor de MD om het gewenste punt van onderverdeling te kiezen. U kunt het punt verschuiven met intervallen van 1/86 seconde (1 frame). Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, houdt u m of M ingedrukt (of drukt u op m of M op de afstandsbediening) zodat de seconde of de minuut gaat knipperen en druk daarna op . of > voor de MD. 6 Druk op ENTER/YES op de Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal muziekstukken vermindert met één en alle muziekstukken die volgen op de samengevoegde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Met deze functie kunt u ook onnodige muziekstuknummers wissen. afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3 en 1. Opmerking Wanneer u een muziekstuk met een titel onderverdeelt (zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 25), behoudt alleen het eerste van de twee muziekstukken de titel. Muziekstuknummer 1 Oorspronkelijke muziekstukken 2 3 Andante Adagio 1 3 2 4 Na COMBINE 4 B C 1 Voorbeeld: 1 2 A 2 A D 3 C B D Allegro 3 4 5 Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1 en 4. Andante Adagio Allegro Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel 1 2 Oorspronkelijke muziekstukken 1 Na COMBINE 2 B 3 B A 4 5 C D D A 3 C 4 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “Combine?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 30NL 4 Druk op . of > voor de MD totdat het nummer van het eerste van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > voor de MD totdat het nummer van het tweede van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt. 6 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. Opmerkingen • Muziekstukken die in verschillende opnamemodi (stereo, LP2, LP4 of MONO) zijn opgenomen, kunnen niet worden samengevoegd. • Indien beide samengevoegde muziekstukken van een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede muziekstuk worden gewist. Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken om de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage te herstellen. Een wijziging door montage kan echter niet ongedaan worden gemaakt indien u na de montage één van de volgende handelingen hebt verricht: • Verrichten van een andere montage. • Beginnen met opnemen. • Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door uitschakelen van het systeem of verwijderen van de MD. • De stekker uit het stopcontact trekken. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 2 Druk op . of > voor de MD totdat “Undo?” verschijnt. Wanneer er geen wijzigingen zijn aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal “Undo?” niet verschijnen. 3 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Er verschijnt een melding. 4 Druk opnieuw op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. MD – Monteren 31NL Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — S.F EDIT-functie Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage) kunt u het volume van opgenomen muziekstukken veranderen. Het oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw opgenomen met het nieuwe opnameniveau. Wanneer u het opnameniveau verandert, kunt u de functie voor opnemen met infaden kiezen om het signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk te doen toenemen, of de functie voor opnemen met uitfaden om het signaalniveau aan het einde van de opname geleidelijk te doen afnemen. Veranderen van het algehele opnameniveau 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “S.F Edit?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat “Tr Level?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > voor de MD totdat het nummer van het muziekstuk verschijnt waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Level 0dB” verschijnt op het display. 32NL 6 Druk op . of > voor de MD om het opnameniveau te veranderen. U kunt het opnameniveau in stappen van 2 dB instellen op een willekeurige waarde van –12 dB t/m +12 dB. Terwijl u meeluistert naar het geluid, stelt u het niveau zo in dat op het display in het luidste gedeelte niet de indicatie “OVER” verschijnt. 7 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “S.F Edit OK?” verschijnt op het display. 8 Druk opnieuw op ENTER/YES op de afstandsbediening. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. De benodigde tijd voor het opnieuw opnemen van het muziekstuk is ongeveer gelijk aan of iets langer dan de afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!” enkele seconden op het display. Opnemen met infaden en uitfaden 1 Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Druk op . of > voor de MD totdat “S.F Edit?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > voor de MD totdat “Fade In?” of “Fade Out?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > voor de MD totdat het nummer van het muziekstuk verschijnt waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. “Time 5.0s” verschijnt op het display. 6 Druk op . of > voor de MD om de duur van het infaden of uitfaden te veranderen. Het systeem speelt het gedeelte af dat opnieuw zal worden opgenomen met de functie voor opnemen met infaden of uitfaden. De duur kan met stappen van 0,1 seconde worden ingesteld op een willekeurige waarde van minimaal 1,0 seconde en maximaal 15,0 seconden. U kunt geen duur instellen die langer is dan het muziekstuk. 7 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. “S.F Edit OK?” verschijnt op het display. 8 Druk opnieuw op ENTER/YES op de afstandsbediening. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!” enkele seconden op het display. Om de bediening te annuleren Druk bij de stappen 4 t/m 7 op MENU/NO op de afstandsbediening. Nadat bij stap 8 de opname is begonnen, kunt u de bediening niet meer onderbreken. Opmerkingen MD – Monteren • U kunt S.F Edit niet gebruiken voor muziekstukken die zijn opgenomen in de modus MDLP. • De montage met de S.F EDIT-functie kan niet ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u daarvoor de UNDO-functie gebruikt. • Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats het systeem niet terwijl de opname wordt gemaakt. Hierdoor kunnen de opnamegegevens beschadigd raken waardoor de opname niet goed kan worden uitgevoerd. • Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor kunnen de opnamegegevens niet goed worden opgenomen. • Door het herhaald veranderen van het opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit. • Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd en u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer precies hetzelfde zijn. • Het opnameniveau kan niet worden veranderd terwijl de timer is geactiveerd. 33NL Tuner 7 Druk op ENTER/YES op de Voorprogrammeren van radiozenders afstandsbediening. “Complete!” verschijnt. De zender is nu in het geheugen vastgelegd. 8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 om andere U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders programmeren. 1 Druk herhaald op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. Door indrukken van TUNER/BAND wordt het systeem ingeschakeld. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “AUTO” verschijnt. 3 Druk op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening). De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereoprogramma) verschijnen. 4 Druk op MENU/NO op de afstandsbediening. 5 Druk op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening) totdat “Memory?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening. Er begint een preselectienummer te knipperen. Voer de stappen 6 en 7 uit terwijl het preselectienummer knippert. 6 Druk herhaald op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening) om het gewenste preselectienummer te kiezen. 34NL zenders in het geheugen vast te leggen. Om te stoppen met zoeken naar frequenties Druk op TUNING MODE. Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij stap 2 “MANUAL” verschijnt en druk daarna herhaald op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening) om handmatig op de zender af te stemmen. Om het preselectienummer te veranderen Begin opnieuw vanaf stap 1. Om het AM-afsteminterval te veranderen (behalve bij het Europese model) Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u FUNCTION ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u deze procedure. Tip Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog ongeveer een dag in het geheugen bewaard. Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Eerst moet u de radiozenders in het geheugen van de tuner programmeren (zie “Voorprogrammeren van radiozenders” op blz. 34). 1 Druk herhaald op TUNER/BAND om “FM” of “AM” te kiezen. 2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat “PRESET” verschijnt. 3 Druk herhaald op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening) om de gewenste voorgeprogrammeerde zender (of zendernaam* of RDSzendernaam**) te kiezen. * De zendernaam verschijnt alleen indien u de zender een naam hebt gegeven (zie “Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender” op de volgende bladzijde). **Alleen Europees model. Om Doe het volgende De radio uit te zetten Druk op ?/1. Het display te veranderen Druk herhaald op DISPLAY. Het display verandert steeds als volgt: Naam van Preset Equalizer t Klokdisplay t Volume t Naam* * Verschijnt alleen wanneer er een disctitel, muziekstuktitel, zendernaam of andere titels of namen zijn vastgelegd. Wanneer er geen titels of namen zijn vastgelegd, verschijnt er niets. Om een preselectienummer hoger dan 10 te voeren (alleen op de afstandsbediening) 1 Druk op >10. 2 Voer de betreffende cijfers in. Om 0 in te voeren, drukt u op 10/0. Voorbeeld: Om preselectienummer 30 in te voeren, drukt u op >10 en daarna op 3 en 10/0. Luisteren naar nietvoorgeprogrammeerde radiozenders • Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij stap 2 “MANUAL” verschijnt en druk daarna op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening) om op de gewenste zender af te stemmen (Handmatige afstemming). • Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij stap 2 “AUTO” verschijnt en druk daarna op TUNING + of – (of + of – op de afstandsbediening). De frequentie-indicatie begint te lopen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd (Automatische afstemming). Om de functie voor automatische afstemming uit te schakelen Druk op TUNING MODE. Tips • Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde antennes opnieuw te richten of een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan herhaald op STEREO/MONO totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereoeffect, maar de ontvangst verbetert. Tip Tuner U kunt het preselectienummer ook met de afstandsbediening kiezen. Druk bij stap 3 op de betreffende cijfertoetsen. 35NL Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een naam van maximaal 10 tekens (Station Name) toewijzen. 1 Stem af op de zender waaraan u een naam wilt toewijzen (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 35). 2 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap 2 t/m 6 van “Invoeren van CD-titels” op blz. 12. Om de zendernaam te wissen 1 Stem af op de zender. 2 Druk op NAME EDIT op de afstandsbediening. 3 Druk herhaald op CLEAR op de afstandsbediening om de naam te wissen. 4 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (Uitsluitend het Europese model) Wat is het radioinformatiesysteem? Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Opmerking RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist uitzendt of het signaal te zwak is. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor details betreffende RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen Kies gewoon een zender op de FM-band. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. Controleren van de RDS-informatie Elke keer wanneer u DISPLAY op de afstandsbediening indrukt, verandert het display als volgt: Zendernaam* t Naam van effect t Klokdisplay * Indien de zender met RDS-informatie niet goed doorkomt, verschijnt de zendernaam soms niet op het display. 36NL Geluidsregeling Timer Regeling van het geluid Inslapen met muziek — SLEEP-timerfunctie Versterken van de lage tonen — DBFB U kunt de lage tonen van de muziek versterken. Druk op DBFB* op de afstandsbediening. “DBFB” verschijnt op het display en de lage tonen worden versterkt. Druk opnieuw om DBFB uit te schakelen. * DBFB: Dynamic Bass Feedback (dynamische basterugkoppeling) Tip DBFB is in de fabriek ingeschakeld. Het Preset Equalizer-menu kiezen Met de Preset Equalizer kunt u uit 5 geluidseffecten de geluidskenmerken kiezen die overeenstemmen met het soort muziek waarnaar u op dat moment luistert. Druk herhaald op PRESET EQ op de afstandsbediening. Om de Preset Equalizer uit te schakelen Druk herhaald op PRESET EQ op de afstandsbediening totdat “FLAT” verschijnt. Tips • Het Preset Equalizer-menu is in de fabriek ingesteld op “ROCK”. • Op een MD wordt het effect van de Preset Equalizer niet mee opgenomen. Druk op SLEEP op de afstandsbediening. Bij elke druk op deze toets verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min t … t 10min * In dit geval wordt het systeem na circa 4 uur automatisch uitgeschakeld. Het systeem wordt ook automatisch uitgeschakeld nadat het afspelen van de huidige CD of MD is beëindigd. Om Druk De resterende tijd te controleren eenmaal op SLEEP op de afstandsbediening. De uitschakeltijd te op SLEEP op de wijzigen afstandsbediening om de gewenste tijd te kiezen. De SLEEPtimerfunctie uit te schakelen herhaald op SLEEP op de afstandsbediening totdat “SLEEP OFF” verschijnt. Opmerking Tijdens CD-MD-synchroonopname mag niet de instelling “AUTO” gekozen worden. Tuner/Geluidsregeling/Timer Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: ROCK t POP t JAZZ t CLASSIC t DANCE t FLAT U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. 37NL Ontwaken met muziek — DAILY-timerfunctie U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie “Instellen van de klok” op blz. 7). 1 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. • CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen (zie “Programmeren van CDmuziekstukken” op blz. 10). • MD: Plaats een MD. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk dient u eerst een programma samen te stellen (zie “Programmeren van MDmuziekstukken” op blz. 14). • Radio: Stem af op een zender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 35). 7 Druk op . of > op de afstandsbediening om de gewenste geluidsbron te kiezen. De indicatie verandert als volgt: t TUNER y MD PLAY T t CD PLAY T 8 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. De starttijd, de stoptijd, de geluidsbron en het volume verschijnen beurtelings en daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Om Doe het volgende De instelling te activeren/ controleren Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de afstandsbediening en druk daarna op . of > op de afstandsbediening totdat “DAILY SELECT?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De instelling te wijzigen Begin opnieuw vanaf stap 1. De timer uit te schakelen Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de afstandsbediening en druk daarna op . of > op de afstandsbediening totdat “TIMER OFF?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 2 Druk op VOLUME + of – om het volume in te stellen. 3 Druk op CLOCK/TIMER SET op de afstandsbediening. 4 Druk herhaald op . of > op de afstandsbediening totdat “DAILY SET?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De uur-indicatie begint te knipperen. 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk op . of > op de afstandsbediening om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk op . of > op de afstandsbediening om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. 38NL Opmerkingen • Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de DAILY-timer niet geactiveerd worden. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het afspelen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang. • De componenten die zijn aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting kunnen niet worden gebruikt als geluidsbron voor de DAILYtimerfunctie. Radioprogramma’s opnemen met de timer Zorg dat u de radiozender hebt voorgeprogrammeerd (zie “Voorprogrammeren van radiozenders” op blz. 34) en vooraf de klok hebt ingesteld (zie “Instellen van de klok” op blz. 7). 1 Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 35). 2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de afstandsbediening. 3 Druk op . of > op de afstandsbediening totdat “REC SET?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES op de afstandsbediening. 4 Druk op . of > op de afstandsbediening om “REC 1”, “REC 2” of “REC 3” te kiezen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. 5 Druk op . of > op de afstandsbediening totdat “ONCE?”, “DAILY?” of “WEEKLY?” verschijnt. Indien u “ONCE?” kiest, wordt de opnametimerfunctie slechts eenmaal geactiveerd. Indien u “DAILY?” kiest, wordt de opname-timerfunctie elke dag om dezelfde tijd geactiveerd. Indien u “WEEKLY?” kiest, wordt de opname-timerfunctie elke week op de ingestelde dag om dezelfde tijd geactiveerd. 6 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Indien u “ONCE?” of “WEEKLY?” hebt gekozen, begint de dag-indicatie te knipperen. Indien u “DAILY?” hebt gekozen, begint de uur-indicatie te knipperen. 7 Druk op . of > op de afstandsbediening om de gewenste dag te kiezen. Indien u bij stap 5 “DAILY?” hebt gekozen, kunt u doorgaan naar stap 9. 8 Druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. De uur-indicatie begint te knipperen. 9 Stel de starttijd voor opnemen in. Druk op . of > op de afstandsbediening om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De minuten-indicatie begint te knipperen. Druk op . of > op de afstandsbediening om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De uur-indicatie begint opnieuw te knipperen. 10 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 9. 11 Kies de opnamemodus (bijvoorbeeld LP2) door indrukken van . of > op de afstandsbediening en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. De instellingen voor de timeropname verschijnen en daarna keert de oorspronkelijke indicatie terug. 12 Plaats een voor opnemen geschikte MD. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. 13 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. wordt vervolgd Timer 39NL Los verkrijgbare componenten Radioprogramma’s opnemen met de timer (vervolg) Om Doe het volgende De timer te activeren/ annuleren 1 Druk op CLOCK/TIMER SELECT, druk daarna op herhaald op . of > op de afstandsbediening totdat “REC SELECT?” verschijnt en druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. 2 Druk herhaald op m of M op de afstandsbediening om het timernummer (REC 1, 2 of 3) te kiezen, druk daarna op . of > op de afstandsbediening om het timernummer (instellen) of “–” (annuleren) te kiezen, en druk op ENTER/YES op de afstandsbediening. Indien u de opnametimer niet hebt ingesteld, verschijnt “.” in plaats van het timernummer of “–”. De timer te controleren De instelling te wijzigen Kies bij stap 2 hierboven het timernummer (REC 1, 2 of 3) en druk daarna op ENTER/YES op de afstandsbediening. Begin opnieuw vanaf stap 1. Tip Wanneer u van de radio opneemt, wordt de zendernaam (zie “Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender” op blz. 36, of de frequentie indien aan de zender geen naam is toegewezen) samen met de starttijd en stoptijd automatisch opgenomen op de MD. Opmerkingen • De functies Smart Space en Level Synchro Recording werken niet. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip waarop het opnemen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). • Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden. • Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de timeropname niet geactiveerd worden. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. 40NL Aansluiten van los verkrijgbare componenten Op dit systeem kunt u een digitale of analoge component aansluiten. U kunt ook een PC aansluiten op de PC LINK-aansluiting en het systeem vanaf de PC bedienen. Naar de audioNaar de audioingangsaansluitingen van uitgangsaansluitingen van een analoge component een analoge component PC LINK Naar de digitale uitgangsaansluiting van een digitale component Aanvullende informatie Om Doe het volgende Een digitale Sluit een digitale kabel aan. component digitaal op te nemen op een MD Te luisteren naar de aangesloten digitale component Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie OPTICAL IN. Netspanning Controleer vóór bediening van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Voor uw veiligheid Een analoge Sluit de audiosnoeren aan. component analoog op te nemen op een MD Te luisteren naar de aangesloten analoge component Voorzorgsmaatregelen Druk herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de functie TAPE. Installeren • Indien u tijdens gebruik het volume verhoogt, wordt automatisch de ventilator van het systeem ingeschakeld om hitteontwikkeling binnen in het systeem te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de warmte zich op een efficiënte wijze verspreidt, moet er aan de achterkant voldoende vrije ruimte aanwezig zijn en mag u niets op het systeem plaatsen. • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet; – op uiterst warme of koude plaatsen – op stoffige of vuile plaatsen – in een zeer vochtige omgeving – op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn – op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. Timer/Los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie Het systeem vanaf Sluit de PC aan op de PC LINKeen PC te aansluiting door gebruikmaking bedienen van een Sony PC-aansluitset (los verkrijgbaar) die dit systeem ondersteunt. • Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. • Wanneer u de stekker van het systeem in het stopcontact steekt, begint het systeem met het opladen voor de afstandsbedienings- en timerfuncties, ook al is het systeem zelf uitgeschakeld. Hierdoor zal de buitenkant van het apparaat warm worden. Dit is normaal. • Om brand te voorkomen, mogen de ventilatieopeningen van het apparaat niet worden afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz. Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat. Ontwikkeling van hitte • Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is echter geen defect. wordt vervolgd 41NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. Indien u dit systeem voortdurend met een hoog volume gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing aan de bovenkant, zijkanten en onderkant aanzienlijk stijgen. Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de behuizing niet aanraken. Om een defect te voorkomen, mag de ventilatieopening van de koelventilator niet worden afgedekt. Verplaatsing Zorg dat u de CD of MD verwijdert wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Bediening • Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen het betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Luidsprekersysteem Dit luidsprekersysteem is voor de helft magnetisch afgeschermd. Desondanks kan er op sommige TVtoestellen magnetische vervorming van het beeld optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in te schakelen. Indien de storing hierdoor niet wordt verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of waarin magneten worden gebruikt, zoals audiorekken, TV-standers en speelgoed, dicht bij het luidsprekersysteem. Deze kunnen magnetische vervorming van het TV-beeld veroorzaken ten gevolge van hun inwerking op het systeem. Opmerkingen over MD’s • Indien u probeert het schuifdeksel te openen door dit te forceren, kan de disc worden beschadigd. Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste disc aan te raken. • Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc. 42NL Plaats van label Schuifdeksel • Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een droge doek. • Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. • Bij de volgende CD’s kan er bij het opnemen op een MD een leesfout of ruis optreden: — CD’s waarop etiketten zijn geplakt — CD’s met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld hart- of stervormige CD’s) — CD’s waarbij alle tekst op slechts één kant is gedrukt — CD’s die oud zijn — CD’s met krassen — CD’s die vuil zijn — CD’s die zijn kromgetrokken • Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een CD één van de volgende verschijnselen voordoet, kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden: — wanneer er tegen de CD-lade of een ander onderdeel van het systeem wordt aangestoten; — wanneer het systeem op een oneffen of zachte ondergrond wordt geplaatst; of — wanneer het systeem zich in de nabijheid van een luidspreker, deur of andere trillingsbron bevindt. • Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt er soms een extra geluidloos muziekstuk gecreëerd. U kunt deze extra muziekstukken wissen met de ERASE-functie (zie “Wissen van opnamen” op blz. 27). Opmerkingen over CD’s • Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het midden naar de rand. • Gebruik geen CD met plakband, stickers of lijm erop omdat de speler hierdoor beschadigd kan raken. • Gebruik geen oplosmiddelen. • Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen. • Discs met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld een hart, vierkant of ster) kunnen op dit systeem niet worden afgespeeld. Indien u probeert om dat wel te doen, kan het systeem beschadigd raken. Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs. Reiniging van de behuizing Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Systeembeperkingen van MD’s Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven. Deze beperkingen zijn echter inherent aan het ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet te wijten aan mechanische oorzaken. “Disc Full!” verschijnt voordat de maximale opnameduur van de MD is bereikt Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn opgenomen, verschijnt “Disc Full!”, ongeacht de totale opnameduur. Op de MD kunnen maximaal 255 muziekstukken worden opgenomen. Om verder te gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken te wissen of een andere voor opname geschikte MD te gebruiken. “Disc Full!” verschijnt voordat het maximale aantal muziekstukken (255) is bereikt In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers toeneemt en “Disc Full!” vroeger dan normaal verschijnt. De resterende opnameduur neemt niet toe, ook niet na het wissen van meerdere korte muziekstukken “Impossible” verschijnt wanneer u de A-B-ERASE-functie of de COMBINE-functie gebruikt Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van 2 seconden*, ongeacht de mogelijk kortere duur van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud kan daarom korter zijn dan de maximale opnameduur. Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc verder beperkt worden door krassen. * Tijdens stereo-opname: In de modus Mono of LP2 Stereo: circa 4 seconden In de modus LP4 Stereo: circa 8 seconden Tijdens het doorzoeken van gemonteerde muziekstukken kan het geluid soms wegvallen Bij muziekstukken die door montage zijn samengesteld, kan tijdens het gebruik van de zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt omdat het snel opzoeken van de posities op de disc tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en der over de disc verspreid zijn. De muziekstuknummers worden niet correct aangebracht Wanneer tijdens analoog opnemen “L-SYNC” (blz. 21) op het display oplicht, worden de muziekstuknummers soms niet aan het begin van het muziekstuk aangebracht: • indien het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende minder dan twee seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft; • indien het ingangssignaal in het midden van het muziekstuk langer dan twee seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft; • indien u een muziekstuk van 4 seconden of minder opneemt*. * In de opnamemodus Stereo, Mono of LP2 Stereo (in de opnamemodus LP4 Stereo: 8 seconden of minder). wordt vervolgd Aanvullende informatie Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden* tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer beschikbare opnameduur zal leiden. * Tijdens stereo-opname: In de modus Mono of LP2 Stereo: circa 24 seconden In de modus LP4 Stereo: circa 48 seconden De totale verstreken opnameduur plus de resterende opnameduur op de MD komen in totaal niet aan de maximale opnameduur Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Muziekstukken kunnen soms niet worden samengevoegd wanneer één van de muziekstukken die u wilt samenvoegen reeds al te vaak werd gemonteerd. 43NL Systeembeperkingen van MD’s (vervolg) Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren. Teneinde muziekprogramma’s met copyright te beschermen, maakt dit systeem gebruik van het “Serial Copy Management System” waardoor u via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron. U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken via een digitaal-naar-digitaal-aansluiting. Bijvoorbeeld: 1 U kunt een kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken van de eerste-generatie kopie. 2 U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma (bijv. een analoge grammofoonplaat of een muziekcassette) of van een digitale satellietuitzending, maar u kunt geen tweede kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van een digitaal signaal op een digitaal opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie. Opmerking Dit één-generatie kopieersysteem geldt niet voor het maken van opnamen via analoog-naar-analoogaansluitingen. Verhelpen van storingen Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande storingsgids. Controleer eerst of de stekker van het systeem goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten. Als een probleem niet te verhelpen is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. Algemeen Er is geen geluid. • Druk op VOLUME +. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie blz. 6). • Er wordt een versnelde CD-MDsynchroonopname gemaakt. Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie blz. 6). • Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk. • Sluit slechts één van de bijgeleverde luidsprekers aan op elk stel luidsprekeraansluitingen. • Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom of ruis. • Zet het systeem verder weg van de storingsbron. • Sluit het systeem aan op een ander stopcontact. • Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) op de elektriciteitsleiding. “– –:– –” verschijnt op het display. • Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 7). De timer kan niet worden ingesteld. • Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 7). De timer werkt niet. • Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de afstandsbediening om de timer in te stellen en de indicatie “DAILY” of “REC 1 (2 of 3)” op het display te doen oplichten (zie blz. 38 en 40). • Controleer de instellingen en zorg dat de klok goed is ingesteld (zie blz. 38 en 40). • Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie blz. 37). • U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd met de opname-timerfunctie gebruiken. 44NL De afstandsbediening werkt niet. • Verwijder het obstakel. • Breng de afstandsbediening dichter naar het systeem. • Richt de afstandsbediening naar de sensor op het systeem. • Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA). • Plaats het systeem op grotere afstand van de TLbuisverlichting. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te keren naar normaal afspelen. “—OVER—” verschijnt op het display. • Houd m voor de CD ingedrukt of druk op . voor de CD om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. CD-speler MD-deck De disc-lade sluit niet. Een MD kan niet worden geplaatst. • Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Sluit de lade altijd door indrukken van ZCD. Wanneer u probeert om de lade met uw hand te sluiten, kan dit problemen met de CD-speler veroorzaken. De CD kan niet worden verwijderd. • Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. De CD begint niet met afspelen. De CD slaat over. • Veeg de CD schoon (zie blz. 42). • Vervang de CD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. • Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de CD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. De toetsen werken niet. • Vervang de MD door een nieuw exemplaar. • Probeer de bedieningshandelingen opnieuw nadat “TOC” is uitgegaan. De MD begint niet met afspelen. • Vervang de MD. • Plaats de MD en laat het systeem een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op MD NX om het afspelen te laten beginnen. De MD slaat over. • Vervang de MD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. • Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de MD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. • Plaats de disc en wacht 10 à 20 minuten, met het systeem ingeschakeld. wordt vervolgd Aanvullende informatie • Open de CD-lade en controleer of er een CD is geplaatst. • Veeg de CD schoon (zie blz. 42). • Vervang de CD. • Plaats de CD precies in het midden van de lade. • Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar boven. • Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD. Laat het systeem daarna een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op CD NX om het afspelen te laten beginnen. • Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de richting van het deck wijzend. 45NL Verhelpen van storingen (vervolg) Tuner Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt om terug te keren naar normaal afspelen. “—OVER—” verschijnt op het display. • Houd m voor de MD ingedrukt of druk op . voor de MD om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. De opname of montage is wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC) is niet bijgewerkt. • De opname- en montagegegevens van de MD worden weggeschreven naar de MD wanneer de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de MD na het opnemen of monteren altijd te verwijderen (zie blz. 16 en 24). Er kan niet worden opgenomen. • Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 16). • Sluit de los verkrijgbare component goed aan (zie blz. 40). • Schakel over op een andere geluidsbron. • Vervang de MD door een voor opname geschikte MD of gebruik de ERASE-functie om onnodige muziekstukken te wissen (zie blz. 27). Het geluid van een door u opgenomen MD is te laag (of te hoog). • Stel het opnameniveau opnieuw in (zie blz. 32). • Stel de juiste golfband en frequentie in (zie blz. 34). • Zorg dat de antenne goed is aangesloten (zie blz. 6). • Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt zijn voor een goede ontvangst en installeer daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de signalen over de volle lengte. Daarom moet u de antenne volledig uittrekken. • Plaats de antennes zo ver mogelijk van de luidsprekersnoeren. • Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is losgeraakt van de kunststof stander, dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. • Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit, indien mogelijk. Een stereo FM-programma kan niet in stereo worden ontvangen. • Druk op STEREO/MONO totdat “MONO” van het display is verdwenen. • Zie “Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet worden ontvangen.” en controleer de antenne. Tijdens het opnemen op een MD is er cyclische statische ruis te horen. • Stel de oriëntatie en positie van de antenne zodanig af dat de ruis stopt. Los verkrijgbare componenten Er is geen geluid. • Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen geluid.” op blz. 44 en controleer de toestand van het systeem. • Sluit de component goed aan (zie blz. 40) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers van de snoeren er goed zijn ingeduwd. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is meegeleverd met de aangesloten component en begin met afspelen. Het geluid is vervormd. • Stel het opnameniveau in (zie blz. 23). 46NL Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: Terwijl het systeem is ingeschakeld en u x voor de MD ingedrukt houdt, drukt u VOLUME – en REC MODE tegelijkertijd in. “COLD RESET” verschijnt en het systeem wordt uitgeschakeld. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling, timerinstellingen en CD-disctitels, zijn geannuleerd en moeten opnieuw worden ingesteld. Zelfdiagnose-display Dit systeem heeft een zelfdiagnosedisplayfunctie om u te waarschuwen wanneer het systeem niet goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings een code van drie tekens en een melding waarmee de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de onderstaande lijst om de storing te verhelpen. Indien een storing niet door uzelf kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. C11/Protected De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen. cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 16). C12/Cannot Copy U probeert een CD of MD met een voor dit systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals een CD-ROM. cVerwijder de disc, schakel het systeem eenmaal uit en schakel het vervolgens weer in. C13/REC Error De opname werd niet goed uitgevoerd. cBreng het systeem naar een plaats zonder trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD voldoet niet aan de normen. cVervang de MD en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. C13/Read Error C14/Toc Error Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVervang de MD. cWis alle muziekstukken van de MD door gebruikmaking van de ALL ERASE-functie (zie blz. 27). Aanvullende informatie Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze daarna opnieuw. wordt vervolgd 47NL Zelfdiagnose-display (vervolg) C41/Cannot Copy De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een CDR (voor opnemen geschikte CD) op te nemen. cHet “Serial Copy Management System” voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken (zie blz. 44). U kunt geen CD-R opnemen. C71/Check OPT-IN Tijdens het opnemen verschijnt kortstondig deze melding vanwege het signaal van de digitale uitzending. cDit is niet van invloed op de opname. Er is geen component aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting, of een digitale component is niet goed aangesloten. cSluit een digitale component goed aan op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting door gebruikmaking van een digitale aansluitkabel. De aangesloten digitale component is niet ingeschakeld. cRaadpleeg de gebruiksaanwijzing die met de aangesloten component is meegeleverd en controleer of de component is ingeschakeld. De digitale aansluitkabel die is aangesloten op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting is eruit getrokken, of de aangesloten digitale component is tijdens het digitaal opnemen uitgeschakeld. cSluit de kabel aan of schakel de digitale component in. Meldingen Tijdens bediening kan er op het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. MD Auto Cut Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van 30 seconden of meer ingevoerd waardoor het opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt stopgezet. Blank Disc Er is een geheel nieuwe, voor opname geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken op de MD zijn gewist. Cannot Edit • Er zit een voorbespeelde MD in het deck. • U probeert te monteren in de stand voor afspelen in geprogrammeerde of willekeurige volgorde. • U probeert het opnameniveau van een in de modus LP2 of LP4 opgenomen muziekstuk te veranderen. Cannot REC • Er zit een voorbespeelde MD in het deck. • De functie MD is ingesteld. • U probeert het opnameniveau van een in de modus LP2 of LP4 opgenomen muziekstuk te veranderen. Complete! De MD-montage is voltooid. E0001/MEMORY NG Er is een fout opgetreden in de interne gegevens die het systeem nodig heeft om te kunnen werken. cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. E0101/LASER NG Er is een probleem met het optische blok. cHet optische blok is mogelijk defect. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. 48NL Disc Full! Er is geen opnametijd meer over op de MD. Eject De MD wordt door het MD-deck verwijderd. Impossible • U probeert een montagehandeling te verrichten die niet mogelijk is. • Vanwege de beperkingen van het systeem kunnen de muziekstukken op de MD niet worden samengevoegd of gewist. • U kunt als positie van onderverdeling niet het beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiezen. Incomplete! De montagehandeling in de stand S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden) is niet goed uitgevoerd omdat het deck werd verplaatst terwijl de opname nog aan de gang was, of omdat de MD beschadigd of vuil is. Initialize (knippert) De instellingen van Setup Menu zijn verloren gegaan. De met de timer gemaakte opname is na verloop van tijd verloren gegaan en kan daarom niet meer op de disc worden bewaard, of de functie voor afspelen in geprogrammeerde volgorde kon niet worden geactiveerd omdat het programma na verloop van tijd verloren is gegaan. (De melding knippert circa vier seconden wanneer u het deck inschakelt door indrukken van ?/1.) Name Full Er is geen ruimte meer voor het opslaan van muziekstuktitels of disctitels. No Change Terwijl u probeerde om het opnameniveau te veranderen na het opnemen, hebt u ENTER/YES op de afstandsbediening ingedrukt zonder daadwerkelijk het opnameniveau te veranderen waardoor de beoogde verandering dus niet is uitgevoerd. S.F Edit! Er is getracht een andere bediening uit te voeren in de modus S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). S.F Edit NOW U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F Edit (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er weer een signaal ingevoerd na een stilte van 3 seconden of meer, maar minder dan 30 seconden. Text Protect Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD opgenomen kunnen worden. TOC Reading Het MD-deck is bezig met het lezen van de inhoudsopgave (TOC). TOC Writing Het MD-deck is bezig met het wegschrijven van de opname- en montagegegevens. Track End Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens het instellen van de positie van onderverdeling met behulp van de DIVIDE-functie. No Disc Er zit geen disc in het MD-deck. wordt vervolgd No Name U probeert de titel van een disc of muziekstuk weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd. Het einde van de MD is bereikt terwijl u M voor de MD ingedrukt houdt en het systeem zich in de pauzestand voor afspelen bevindt. Step Full! U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. Push STOP! Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE gedrukt. Aanvullende informatie —OVER— —Rehearsal— Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD afgespeeld dat met de DIVIDE-functie onderverdeeld zal worden. 49NL Zelfdiagnose-display (vervolg) Technische gegevens CD Hoofdapparaat (HCD-PX333) Check en CD Position verschijnen beurtelings De disc kon niet goed worden gelezen. Complete! De CD-montage (Disc Memo) is normaal voltooid. File Full Er zijn reeds 100 disctitels in het systeem ingevoerd. No Disc Er zit geen CD in de CD-speler. —OVER— Het einde van de CD is bereikt terwijl u M voor de CD ingedrukt houdt en het systeem bezig is met afspelen of zich in de pauzestand bevindt. Push STOP! Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE gedrukt. Step Full! U probeert om 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. Versterker Europees model: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 20 + 20 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN, 230 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 25 + 25 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD, 230 V) Muziek-uitgangsvermogen (referentie): 50 + 50 W Overige modellen: DIN-uitgangsvermogen (nominaal): 20 + 20 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN, 240 V) 18 + 18 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN, 220 V) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie): 25 + 25 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD, 240 V) 23 + 23 W (6 ohm bij 1 kHz, 10% THD, 220 V) Ingangen TAPE IN (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 47 kilohm DIGITAL OPTICAL IN (Ondersteunde bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) Uitgangen TAPE OUT (tulpstekkers): spanning 250 mV, impedantie 1 kilohm PHONES (stereo-mini-aansluiting): geschikt voor hoofdtelefoon van 8 ohm of meer. SPEAKER: geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm. CD-speler Systeem Laser Frequentiebereik 50NL Compactdisc- en digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ=800 nm) Emissieduur: continu 2 Hz – 20 kHz Luidspreker (SS-CPX333) Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type Luidsprekereenheden Woofer: 12 cm diameter, conus-type Tweeter: diameter 2,5 cm, koepelvormig type Nominale impedantie 6 ohm Tuner FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz (50 kHz stap) Antenne FM-draadantenne Antenneaansluitingen 75 ohm asymmetrisch/ 300 ohm symmetrisch Middenfrequentie 10,7 MHz AM-tuner Afstembereik Europees model: 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen: 531 – 1.602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) Antenne AM-raamantenne Buitenantenneaansluitingen Middenfrequentie 450 kHz Algemeen Stroomvoorziening Europees model: 230 V AC, 50/60 Hz Modellen voor Australië en Hongkong: 220 – 240 V AC, 50/60 Hz Stroomverbruik Europees model: 70 W 0,8 W of minder in de wachtstand Overige modellen: 70 W Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen en regelaars Versterker/Tuner/MD-deck/CD-speler: ca. 190 × 141 × 325 mm Luidspreker: ca. 165 × 265 × 200 mm Gewicht Versterker/Tuner/MD-deck/CD-speler: ca. 4,9 kg Luidsprekers: ca. 3,0 kg netto per luidspreker Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1) R6 (formaat AA) batterijen (2) AM-raamantenne (1) FM-draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2) Los verkrijgbare accessoires PCLK-MN10A Sony PCaansluitset De los verkrijgbare accessoires voor dit systeem kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar voor nadere bijzonderheden. MiniDisc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Aanvullende informatie MD-deck Systeem 51NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Sony CMT-PX333 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding