Documenttranscriptie
4-236-994-32(2)
Micro Hi-Fi
Component
System
Bedienungsanleitung
DE
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l’uso
IT
CMT-M100MD
© 2002 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Om gevaar van brand of elektrische schok te
voorkomen, mogen er geen met water gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat worden
geplaatst.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Octrooien in de Verenigde Staten en in andere landen
vallen onder de licentie van Dolby Laboratories.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product.
Deze aanduiding bevindt
zich aan de achterkant
van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die
niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur
van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden. De batterij mag alleen
vervangen worden door vakbekwaam
servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in
voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze
verwerkt worden.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
Inhoudsopgave
Onderdelen
Hoofdapparaat ........................................... 4
Afstandsbediening ..................................... 5
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem ....................... 6
Plaatsing van twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening ...... 7
Instellen van de klok ................................. 8
Stroom besparen in de wachtstand ............ 8
CD
Plaatsing van een CD ................................ 9
2NL
Afspelen van een CD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie ..................... 9
Programmeren van CD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 11
Gebruik van het CD-display ................... 12
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen ............................... 13
MD – Afspelen
Plaatsing van een MD ............................. 15
Afspelen van een MD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie ................... 15
Programmeren van MD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 17
Alleen de muziekstukken in de gewenste
groep afspelen ................................... 18
Gebruik van het MD-display ................... 19
MD – Opnemen
Alvorens met het opnemen te
beginnen ........................................... 19
Muziekstukken opnemen in groepen
— Groepsfunctie .............................. 20
Een CD opnemen op een MD ................. 22
— CD-MD-synchroonopname/
Versnelde CD-MD-synchroonopname
Een tape opnemen op een MD
— TAPE-MD-synchroonopname ..... 24
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatig opnemen .................... 25
De opname laten beginnen met 6 seconden
aan audiogegevens uit het
buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 25
Opnametips ............................................. 26
— Lange opnamen/Aanbrengen van
muziekstuknummers/Smart Space/
Instellen van het opnameniveau
Veranderen van het opnameniveau na het
opnemen — S.F EDIT-functie ......... 41
Tuner
Voorprogrammeren van radiozenders ..... 43
Luisteren naar de radio — Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 44
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 45
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)* .............................................. 45
Tape – Afspelen
Plaatsing van een tape ............................. 46
Afspelen van een tape ............................. 46
Tape – Opnemen
Een CD opnemen op een tape
— CD-TAPE-synchroonopname ..... 46
Een MD opnemen op een tape
— MD-TAPE-synchroonopname ..... 47
Handmatig opnemen op een tape
— Handmatig opnemen .................... 48
NL
Geluidsregeling
MD – Monteren
Alvorens met het monteren te
beginnen ........................................... 30
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 30
Invoeren van groepstitels
— NAME-functie ............................. 32
Opgenomen muziekstukken toewijzen aan
een nieuwe groep — Creëerfunctie ... 33
Deblokkeren van groepstoewijzingen
— Deblokkeerfunctie ....................... 34
Wissen van opnamen .............................. 35
— ERASE-functie/TRACK ERASEfunctie/ALL ERASE-functie/
A-B ERASE-functie
Verplaatsen van opgenomen muziekstukken
— MOVE-functie ............................. 37
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken — DIVIDE-functie ... 38
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 39
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 40
Regeling van het geluid ........................... 49
Timer
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie .................... 49
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 50
Radioprogramma’s opnemen met
de timer ............................................ 51
Los verkrijgbare
componenten
Aansluiten van los verkrijgbare
componenten .................................... 53
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 54
Systeembeperkingen van MD’s .............. 56
Verhelpen van storingen ......................... 57
Zelfdiagnose-display ............................... 61
Technische gegevens ............................... 63
* Alleen Europees model
3NL
Onderdelen
De onderdelen zijn vermeld in alfabetische volgorde.
Voor nadere bijzonderheden dient u de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijden te raadplegen.
Hoofdapparaat
1 2 345 6 7
8
wa
w;
9
0
ql
qa
qs
qk
qd
qj
Afstandsbedieningssensor 6
CD NX 3 (9, 11)
Deksel qj
Disc-lade voor CD qs (9)
Display 4
ENTER/START qd (22, 24, 46,
47)
FM MODE qg (44)
FUNCTION wa (9, 11, 13, 15, 17,
18, 21, 25, 26, 31–39, 41, 46,
48, 53)
GROUP-indicator 2 (18, 21, 22,
32–34)
MD-gleuf 5
4NL
qh
qg
qf
MD NX 3 (15, 17, 18, 21, 25)
PHONES-aansluiting qk
PLAY MODE/DIRECTION qh
(9, 11, 13, 15, 17, 24, 30,
46–48)
REC MODE qd (26)
REPEAT qg (10, 16)
SYNCHRO MODE qd (22, 24,
46, 47)
TAPE nN w; (46–48)
TUNER BAND ql (43, 44)
TUNING MODE qh (43, 44)
TUNING +/– 8 (44)
VOLUME +/– 0
BESCHRIJVING VAN DE
TOETSEN
?/1 (spanning) 1 (8, 20, 30, 43,
44, 50, 52)
Z PUSH OPEN/CLOSE 7 (46)
m/M 8 (10, 16, 37, 39, 43,
44, 46)
l/L 8 (10, 11, 13,
16–18, 26, 31, 33–38, 40, 41,
43)
x 8 (10, 16, 21, 23–25, 29,
46–48)
Z MD 9 (15, 16, 20, 30)
Z CD qa (9, 10)
z MD qd (21, 25, 28, 40)
z TAPE qd (48)
X TAPE qf (46, 48)
Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
Volg de hiernaast vermelde procedure 1 t/m 3 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde
snoeren en accessoires aan te sluiten.
AM-raamantenne
FM-antenne
Rechter luidspreker
6NL
Linker luidspreker
1 Sluit de luidsprekers aan.
Verbind de luidsprekersnoeren als volgt met
de SPEAKER-aansluitingen op het systeem.
Plaatsing van twee R6
(AA-formaat) batterijen in
de afstandsbediening
Linker
luidsprekersnoer
e
E
e
E
Rechter
luidsprekersnoer
2 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Tip
Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt
bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
AM-raamantenne
Voorbereidingen
Trek de FM-draadantenne er horizontaal uit
3 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie wordt op het display
weergegeven.
Indien de stekker van het netsnoer niet in
het stopcontact past, dient u de bijgeleverde
adapter te ontkoppelen. Om het systeem in
te schakelen, drukt u op ?/1.
7NL
Instellen van de klok
1 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening.
Ga door naar stap 5 wanneer u de klok voor
het eerst instelt.
3 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat “CLOCK SET”
verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De uur-indicatie begint te knipperen.
5 Druk op . of > op de
afstandsbediening om het uur in te
stellen.
6 Druk op ENTER/YES of CURSORt op
de afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
7 Druk op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen.
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De klok begint te lopen.
Veranderen van de tijd
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Stroom besparen in de
wachtstand
Ook wanneer het systeem is uitgeschakeld,
wordt er door het systeem nog stroom verbruikt
om de tijd te kunnen weergeven en om te
kunnen reageren op commando’s van de
afstandsbediening. Met de
energiebesparingsmodus kunt u het
stroomverbruik in de wachtstand tot een
minimum terugbrengen.
In deze modus wordt de klokindicatie niet
weergegeven.
Om over te schakelen op de
energiebesparingsmodus, drukt u – met
het systeem uitgeschakeld – herhaald
op DISPLAY op de afstandsbediening
totdat de demonstratie en de
klokindicatie zijn verdwenen.
Om de indicatie te veranderen
Druk herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening terwijl het systeem is
uitgeschakeld.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
Demonstratiemodus t Klokdisplay* t
Energiebesparingsmodus
* De tijd wordt alleen weergegeven wanneer u de
klok hebt ingesteld.
Uitschakelen van de
energiebesparingsmodus
Met het systeem uitgeschakeld, drukt u
herhaald op DISPLAY op de afstandsbediening
totdat de demonstratie of de klokindicatie
verschijnt.
Tip
Ook in de energiebesparingsmodus blijft de timer
werken.
8NL
CD
Plaatsing van een CD
1 Druk op Z CD.
De disc-lade gaat open.
2 Plaats een CD met de labelkant naar
boven in de disc-lade.
Afspelen van een CD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie
Met dit systeem kunt u de CD op verschillende
manieren afspelen.
Muziekstuknummer
Wanneer u een
CD-single (8 cm
CD) afspeelt,
dient u deze
op de binnenste
cirkel van de
lade te plaatsen.
3 Druk opnieuw op Z CD om de disc-lade
te sluiten.
Opmerking
Indien u op Z CD drukt om de disc-lade te openen of
te sluiten terwijl u naar een andere geluidsbron
luistert, zal het pictogram van de CD ook oplichten
indien er geen CD is geplaatst.
Om het pictogram van de CD uit te schakelen, drukt u
herhaald op FUNCTION om over te schakelen op de
functie CD.
Afspeelduur
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION (of PLAY MODE op
de afstandsbediening) totdat de
gewenste modus verschijnt.
Voor afspelen van
Geen indicatie
(NORMALafspeelfunctie)
De muziekstukken op de CD
in de oorspronkelijke
volgorde.
SHUF
(SHUFFLEafspeelfunctie)
Alle muziekstukken op de CD
in willekeurige volgorde.
PGM
(PROGRAMafspeelfunctie)
De muziekstukken op de CD
in de volgorde waarin u deze
wilt afspelen (zie
“Programmeren van CDmuziekstukken” op blz. 11).
CD
Kies
3 Druk op CD NX.
wordt vervolgd
9NL
Afspelen van een CD (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op CD NX. Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaald op l of L (of
. of > op de
afstandsbediening) totdat u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Een bepaald
punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Herhaald af te
spelen
(REPEATafspeelfunctie)
Druk tijdens het afspelen herhaald
op REPEAT totdat “REP” of
“REP1” verschijnt.
REP: Alle muziekstukken op de
CD tot vijfmaal.
REP1: Slechts één muziekstuk.
Om het herhaald afspelen te
annuleren, drukt u herhaald op
REPEAT totdat “REP” en “REP1”
beide zijn verdwenen.
De CD te
verwijderen
Druk op Z CD.
Tip
Tijdens het afspelen in normale volgorde of
geprogrammeerde volgorde kunt u het afspelen bij het
gewenste muziekstuk laten beginnen.
Druk na stap 2 herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
In plaats daarvan kunt u ook de betreffende
cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het
afspelen begint automatisch.
10NL
Om op de afstandsbediening
muziekstuknummer 10 of hoger in te
voeren
1 Druk op >10.
2 Druk op de betreffende cijfertoetsen.
Om “0” in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u eerst
op >10 en daarna op 3 en 10/0.
Programmeren van CDmuziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal
25 muziekstukken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION (of PLAY MODE op
de afstandsbediening) totdat “PGM”
verschijnt.
3 Druk herhaald op l of L (of .
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op CD NX.
Andere bedieningsfuncties
Doe het volgende
De volgorde van de
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
Druk tijdens geprogrammeerd
afspelen herhaald op l of
L (of . of > op de
afstandsbediening).
Het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
Druk in de stopstand op
DISPLAY op de
afstandsbediening. Het totale
aantal geprogrammeerde
stappen verschijnt, gevolgd
door het nummer van het
laatste geprogrammeerde
muziekstuk en de totale
afspeelduur van het
programma.
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk in de stopstand herhaald
op PLAY MODE/
DIRECTION (of PLAY
MODE op de
afstandsbediening) totdat
“PGM” en “SHUF” beide zijn
verdwenen.
In de stopstand een
muziekstuk aan het
programma toe te
voegen
Volg de stappen 3 en 4.
Een muziekstuk te
wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening. Elke keer
wanneer u deze toets indrukt,
wordt steeds het laatste
geprogrammeerde muziekstuk
gewist.
Met de cijfertoetsen
op de
afstandsbediening het
gewenste muziekstuk
te kiezen
In plaats van de stappen 3 t/m
5 uit te voeren, gebruikt u de
cijfertoetsen. Zie blz. 10 voor
het gebruik van de
cijfertoetsen.
of > op de afstandsbediening) totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Gekozen
muziekstuknummer
Afspeelduur van het
gekozen muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatste
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur van het
programma.
Indien u zich hebt vergist, kunt u het laatste
geprogrammeerde muziekstuk uit het
programma wissen door indrukken van
CLEAR op de afstandsbediening.
Laatst geprogrammeerde
muziekstuk
Totale afspeelduur
CD
Om
wordt vervolgd
11NL
Programmeren van CDmuziekstukken (vervolg)
Tips
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u op CD NX. Het
programma wordt echter gewist wanneer u de CD
verwijdert.
• De indicatie “--.--” verschijnt op het display
wanneer de totale afspeeltijd van uw CDprogramma langer is dan 100 minuten, of wanneer u
probeert om 21 of meer muziekstukken te
programmeren.
Gebruik van het CDdisplay
Druk herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening.
Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst,
kunt u de gegevens die op de disc zijn
vastgelegd, zoals de titels, controleren.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
Tijdens afspelen in normale volgorde
Het nummer en de verstreken afspeelduur van
het huidige muziekstuk t Het nummer en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk t De resterende afspeelduur van
de CD t Muziekstuktitel van het huidige
muziekstuk* t Klok t BASS-niveau t
TREBLE-niveau
In de stopstand
Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeelduur t CD-disctitel* t Klok t
BASS-niveau t TREBLE-niveau
* Indien er een CD zonder titel is geplaatst, wordt de
disctitel van de CD overgeslagen. Indien de CD
meer dan 20 muziekstukken bevat, wordt CD TEXT
vanaf muziekstuk 21 niet meer aangegeven.
12NL
Invoeren van CD-titels
— CD-geheugen
U kunt maximaal 50 CD’s voorzien van titels
van elk maximaal 20 symbolen en tekens. Elke
keer wanneer u een CD met een titel plaatst,
verschijnt de titel.
Opmerkingen
• U kunt geen titel geven aan een CD waarbij
“TEXT” op het display verschijnt.
• Wanneer u CD’s voor het eerst een titel
geeft, dient u vooraf altijd alle disctitels te
wissen die in het systeemgeheugen zijn
vastgelegd (zie “Wissen van een disctitel”
op de volgende bladzijde).
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
Indien “SHUF” of “PGM” verschijnt, drukt
u herhaald op PLAY MODE/DIRECTION
(of PLAY MODE op de afstandsbediening)
totdat beide indicaties zijn verdwenen.
4 Voer een teken in.
Indien u hoofdletters of kleine
letters hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende
lettertoets totdat het teken dat u wilt
invoeren knippert.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de
toets indrukken en daarna herhaald op
l of L (of . of > op de
afstandsbediening) drukken.
2 Druk op CURSORt op de
afstandsbediening.
Het knipperende teken is nu ingevoerd en
de cursor gaat naar rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het cijfer is nu ingevoerd en de cursor gaat
naar rechts.
Om een spatie in te voeren
SELECT op de afstandsbediening.
1 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening om hoofdletters of
kleine letters te kiezen.
De cursor begint te knipperen.
2 Druk op 10/0 op de afstandsbediening.
2 Druk in de stopstand op NAME EDIT/
3 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te kiezen.
* Druk herhaald op cijfer 1 om de volgende
symbolen te laten verschijnen.
´–/,.():!?
Wanneer de bovenstaande symbolen
verschijnen, kunt u bovendien door herhaald
indrukken van l of L (of . of > op
de afstandsbediening) nog de volgende
symbolen laten verschijnen.
&+<>_=“;#$%@
`
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de
volledige titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
CD
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t
Selected ab* (kleine letters) t
Selected 12 (cijfers)
Er wordt een blanco spatie ingevoerd en
de cursor gaat naar rechts.
1 Druk herhaald op TCURSOR of
CURSORt totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert.
2 Druk op CLEAR op de
afstandsbediening om het teken te
wissen en herhaal daarna de stappen 3
en 4.
wordt vervolgd
13NL
Invoeren van CD-titels (vervolg)
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titelinvoer te
beëindigen.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Controleren van de disctitels
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Name Check?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om de
disctitels te kiezen die in het
systeemgeheugen zijn vastgelegd (01
t/m 50).
Om de huidige disctitel te
controleren
Druk in de stopstand op SCROLL op de
afstandsbediening.
Wissen van een disctitel
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie CD.
2 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Name Erase?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om de
disctitel te kiezen die u wilt wissen.
De disctitel verschijnt bewegend op het
display.
“No Name” verschijnt indien er geen
disctitel is ingevoerd.
5 Druk opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Om alle disctitels te wissen, drukt u herhaald
op l of L (of . of > op de
afstandsbediening) totdat bij stap 3 de indicatie
“All Erase?” verschijnt en druk daarna
tweemaal op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om de wisfunctie uit te schakelen
Druk tijdens de stappen 2 t/m 4 op MENU/NO.
Opmerking
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de disctitels nog ongeveer een dag in het
systeemgeheugen bewaard.
14NL
MD – Afspelen
Plaatsing van een MD
Plaats een MD.
Met de labelkant naar boven en het
schuifdeksel aan de rechterkant
Afspelen van een MD
— NORMAL-afspeelfunctie/
SHUFFLE-afspeelfunctie/
REPEAT-afspeelfunctie
Met dit systeem kunt u MD’s op verschillende
manieren afspelen.
Muziekstuknummer
Afspeelduur
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Alvorens een MD te plaatsen
Wanneer het systeem is ingeschakeld, dient u
zich ervan te verzekeren dat het pictogram van
de MD niet verschijnt. Indien het pictogram
wel verschijnt, betekent dit dat er reeds een
MD is geplaatst. Druk op Z MD om de MD te
verwijderen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION (of PLAY MODE op
de afstandsbediening) totdat de
gewenste modus verschijnt.
Voor afspelen van
Geen indicatie
(NORMALafspeelfunctie)
De muziekstukken op de MD
in de oorspronkelijke
volgorde.
SHUF
(SHUFFLEafspeelfunctie)
Alle muziekstukken op de
MD in willekeurige volgorde.
PGM
(PROGRAMafspeelfunctie)
De muziekstukken op de MD
in de volgorde waarin u deze
wilt afspelen (zie
“Programmeren van MDmuziekstukken” op blz. 17).
3 Druk op MD NX.
wordt vervolgd
MD – Afspelen
Kies
15NL
Afspelen van een MD (vervolg)
Andere bedieningsfuncties
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op MD NX. Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Een muziekstuk
te kiezen
Druk herhaald op l of L (of
. of > op de
afstandsbediening) totdat u het
gewenste muziekstuk hebt
gevonden.
Een bepaald
punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen m of
M ingedrukt en laat deze los
wanneer het gewenste punt is
bereikt.
Herhaald af te
spelen
(REPEATafspeelfunctie)
Druk tijdens het afspelen herhaald
op REPEAT totdat “REP” of
“REP1” verschijnt.
REP: Voor het tot vijfmaal
herhalen van alle muziekstukken
op de MD.
REP1: Slechts één muziekstuk.
Om het herhaald afspelen te
annuleren, drukt u herhaald op
REPEAT totdat “REP” en “REP1”
beide zijn verdwenen.
De MD te
verwijderen
Druk op Z MD.
Tip
Tijdens het afspelen in normale volgorde of
geprogrammeerde volgorde kunt u het afspelen bij het
gewenste muziekstuk laten beginnen.
Druk na stap 2 herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
In plaats daarvan kunt u ook de betreffende
cijfertoetsen op de afstandsbediening indrukken. Het
afspelen begint automatisch.
16NL
Om op de afstandsbediening
muziekstuknummer 10 of hoger in te
voeren
1 Druk op >10.
2 Druk op de betreffende cijfertoetsen.
Om “0” in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om muziekstuknummer 30 in te voeren, drukt u eerst
op >10 en daarna op 3 en 10/0.
Programmeren van MDmuziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma creëren van maximaal
25 muziekstukken.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION (of PLAY MODE op
de afstandsbediening) totdat “PGM”
verschijnt.
3 Druk herhaald op l of L (of .
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6 Druk op MD NX.
Andere bedieningsfuncties
Doe het volgende
De volgorde van de
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
Druk tijdens geprogrammeerd
afspelen herhaald op l of
L (of . of > op de
afstandsbediening).
Het totale aantal
geprogrammeerde
muziekstukken te
controleren
Druk in de stopstand op
DISPLAY op de
afstandsbediening. Het totale
aantal geprogrammeerde
stappen verschijnt, gevolgd
door het nummer van het
laatste geprogrammeerde
muziekstuk en de totale
afspeelduur van het
programma.
Te stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk in de stopstand herhaald
op PLAY MODE/
DIRECTION (of PLAY
MODE op de
afstandsbediening) totdat
“PGM” en “SHUF” beide zijn
verdwenen.
In de stopstand een
muziekstuk aan het
programma toe te
voegen
Volg de stappen 3 en 4.
Een muziekstuk
te wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening. Elke keer
wanneer u deze toets indrukt,
wordt steeds het laatste
geprogrammeerde muziekstuk
gewist.
Met de cijfertoetsen
op de
afstandsbediening het
gewenste muziekstuk
te kiezen
In plaats van de stappen 3 t/m
5 uit te voeren, gebruikt u de
cijfertoetsen. Zie blz. 16 voor
het gebruik van de
cijfertoetsen.
of > op de afstandsbediening) totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
Gekozen
muziekstuknummer
Afspeelduur van het
gekozen muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
“Step” verschijnt, gevolgd door het nummer
van het muziekstuk in de geprogrammeerde
volgorde. Het nummer van het laatste
geprogrammeerde muziekstuk verschijnt,
gevolgd door de totale afspeelduur van het
programma.
Indien u zich hebt vergist, kunt u het laatste
geprogrammeerde muziekstuk uit het
programma wissen door indrukken van
CLEAR op de afstandsbediening.
Laatst geprogrammeerde
Totale afspeelduur
muziekstuk
MD – Afspelen
Om
wordt vervolgd
17NL
Programmeren van MDmuziekstukken (vervolg)
Tips
• Uw programma blijft in het geheugen bewaard
nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma
nogmaals af te spelen, drukt u op MD NX. Het
programma wordt echter gewist wanneer u de MD
verwijdert of GROUP indrukt.
• Wanneer de totale afspeelduur van uw MDprogramma meer dan 1 000 minuten is, verschijnt
“---.--”.
Alleen de muziekstukken
in de gewenste groep
afspelen
Met deze functie kunt u luisteren naar alleen
uw favoriete muziekstukken die u aan een
groep hebt toegewezen. Voor nadere
bijzonderheden over de groepsfunctie, zie
blz. 20.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op
GROUP op de afstandsbediening totdat
de GROUP-indicator oplicht.
3 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
groep verschijnt.
Wanneer u het afspelen laat beginnen vanaf
het eerste muziekstuk in de groep, ga dan
door naar stap 5.
4 Om het afspelen te laten beginnen
vanaf een bepaald muziekstuk in de
groep, drukt u herhaald op l of L
(of . of > op de
afstandsbediening) totdat het gewenste
muziekstuk verschijnt.
5 Druk op MD NX.
Het afspelen begint.
Wanneer het afspelen van het laatste
muziekstuk in de groep is geëindigd, stopt
het MD-deck automatisch.
Tip
De bedieningen die zijn beschreven onder “Afspelen
van een MD” (blz. 15) en “Programmeren van MDmuziekstukken” (blz. 17) kunnen alleen worden
uitgevoerd voor de muziekstukken in de groep.
Opmerking
Indien u een groep kiest en afspeelt waaraan geen
muziekstukken zijn toegewezen, begint het afspelen
bij het eerste muziekstuk van de eerste groep op de
MD.
18NL
MD – Opnemen
Gebruik van het MDdisplay
Druk herhaald op DISPLAY op de
afstandsbediening.
Bij elke druk op de toets verandert het display
als volgt:
Tijdens afspelen in normale volgorde
Het nummer en de verstreken afspeelduur van
het huidige muziekstuk t Het nummer en de
resterende afspeelduur van het huidige
muziekstuk t Resterende speelduur van de
MD*1 t Muziekstuktitel van het huidige
muziekstuk*2 t Klok t BASS-niveau t
TREBLE-niveau
In de stopstand
Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeelduur*3 t Resterende opnameduur
(alleen bij een voor opname geschikte MD) t
Disctitel van de MD*4 t Klok t BASSniveau t TREBLE-niveau
Tips
• U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens
het afspelen controleren. Wanneer u op SCROLL
drukt op de afstandsbediening, verschijnt er een
muziekstuktitel bewegend op het display.
Om de bewegende muziekstuktitel stop te zetten,
drukt u op een willekeurig punt tijdens de
bewegende weergave op SCROLL op de
afstandsbediening. Om de bewegende weergave te
hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL op de
afstandsbediening.
• Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren,
zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 30. Om een
groepstitel in te voeren, zie “Invoeren van
groepstitels” op blz. 32.
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander
kenmerk van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde
passage later snel terugvinden en de
opgenomen muziekstukken gemakkelijk
monteren. De manier waarop de signalen
worden opgenomen en de muziekstuknummers
worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk
van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
• De CD-speler van dit systeem
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*1
– De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
• Andere digitale componenten die
zijn aangesloten op de DIGITAL
OPTICAL IN-aansluiting
– Het MD-deck maakt een digitale opname.*1
– De manier waarop de muziekstuknummers
worden vastgelegd verschilt echter
afhankelijk van de opnamebron.
• De tuner van dit systeem en
andere analoge componenten die
zijn aangesloten op de ANALOG INaansluitingen
– Het MD-deck maakt een analoge opname.*2
– Een muziekstuknummer wordt aangebracht
aan het begin van elke opname. Wanneer u
echter de opnamefunctie Level Synchro
Recording (zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers” op blz. 27) inschakelt,
worden er automatisch muziekstuknummers
aangebracht in overeenstemming met het
niveau van het ingangssignaal.
MD – Opnemen
*1 Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
de resterende tijd van alle muziekstukken binnen
de groep weergegeven.
*2 Indien een muziekstuk geen titel heeft, wordt de
muziekstuktitel overgeslagen.
*3 Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld, wordt
het totale aantal groepen (wanneer er geen groep is
gekozen) of het totale aantal muziekstukken en de
afspeelduur binnen de groep (wanneer er een groep
is gekozen) weergegeven.
Wanneer de totale afspeelduur van uw MDprogramma meer dan 1 000 minuten is, verschijnt
“---.--”.
*4 Indien een MD geen titel heeft, wordt de disctitel
overgeslagen. Wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld, wordt de groepstitel weergegeven.
Alvorens met het
opnemen te beginnen
*1 Zie “Systeembeperkingen van MD’s” op blz. 56
voor bijzonderheden over de beperkingen op
digitale opnamen.
*2 Zelfs indien er een digitale component is aangesloten,
zal het MD-deck een analoge opname maken.
Indien de MD voor een gedeelte
reeds opnamen bevat
In dit geval begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
wordt vervolgd
19NL
Alvorens met het opnemen te
beginnen (vervolg)
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie
over het begin- en eindpunt van elk muziekstuk,
enz. opgenomen in het TOC*3-gebied,
onafhankelijk van de geluidsinformatie.
Hierdoor kunt u opgenomen muziekstukken snel
monteren door de TOC-gegevens te wijzigen.
*3 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
Na het opnemen
Druk op Z MD om de MD te verwijderen of
druk op ?/1 (spanning) om het systeem
uit te schakelen.
“TOC” of “STANDBY” begint te knipperen.
De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de
opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem
uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt of terwijl de inhoudsopgave wordt
bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
opname volledig wordt uitgevoerd.
Muziekstukken opnemen
in groepen
— Groepsfunctie
Wat is de groepsfunctie?
Met de groepsfunctie kunt u de muziekstukken
op een MD in groepen afspelen, opnemen en
monteren. Dit is handig wanneer u meerdere
CD-albums die in de stand MDLP zijn
opgenomen, op één MD wilt zetten. Om de
groepsfunctie in of uit te schakelen, drukt u op
GROUP.
Groepsfunctie: Uit
Disc
Muziekstuk
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Groepsfunctie: Aan
Disc
Groep 1
Groep 2
Muziekstuk
Muziekstuk
1 2 3 4 5
1 2 3 4
Beschermen van een opgenomen MD
Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van
de MD open. Met het nokje in deze positie kan
er niet meer op de MD worden opgenomen.
Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u
het nokje weer dicht om de opening af te
dekken.
Nokje
Bedieningen met de groepsfunctie
• Alleen de muziekstukken in de gewenste
groep afspelen (blz. 18)
• Invoeren van groepstitels (blz. 32)
• Opgenomen muziekstukken toewijzen aan
een nieuwe groep (blz. 33)
• Deblokkeren van groepstoewijzingen
(blz. 34)
Opmerking
Verschuif het nokje
20NL
MD’s die zijn opgenomen met de groepsfunctie van
dit systeem, kunnen ook worden gebruikt op andere
systemen die geschikt zijn voor de groepsfunctie. U
dient er echter rekening mee te houden dat de
groepsfunctie bij andere systemen mogelijk op een
andere manier moet worden bediend dan bij dit
systeem.
Hoe worden de
groepsgegevens vastgelegd?
Opnemen in een nieuwe
groep
Bij opname met de groepsfunctie worden de
groepsbeheergegevens automatisch als de
disctitel vastgelegd op de MD.
Een tekenreeks zoals hieronder wordt
vastgelegd in het disctitelgebied.
U kunt nieuwe groepen creëren op basis van
CD-album, artiest, enz.
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
Disctitelgebied
0 ; Favourites // 1 – 5 ; Rock // 6 – 9 ; Pops // ...
1
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
2
3
1 De disctitel is “Favourites”.
2 De muziekstukken 1 t/m 5 worden
vastgelegd in de groep “Rock”.
3 De muziekstukken 6 t/m 9 worden
vastgelegd in de groep “Pops”.
Wanneer er een met de groepsfunctie
opgenomen MD wordt geplaatst in een systeem
dat niet geschikt is voor de groepsfunctie, of in
dit systeem terwijl de groepsfunctie is
uitgeschakeld, zal de bovenstaande tekenreeks
dan ook in zijn geheel worden weergegeven als
de disctitel.
Indien deze tekenreeks bij gebruik van
de naamgevingsfunctie abusievelijk
wordt overschreven, is de kans
aanwezig dat u geen gebruik kunt
maken van de groepsfunctie van die
MD.*
Opmerkingen
• Ook nadat u de MD hebt verwijderd of het systeem
hebt uitgeschakeld, blijft de instelling van de
groepsfunctie gehandhaafd.
• Wanneer de groepsfunctie is geactiveerd, worden de
niet aan een groep toegewezen muziekstukken niet
weergegeven en kunnen deze niet worden
afgespeeld.
• U kunt de groepsvolgorde niet wijzigen.
• Indien u een disc plaatst waarbij de
groepsbeheergegevens niet in de juiste vorm zijn
vastgelegd, knippert de GROUP-indicator. In dat
geval kunt u de groepsfunctie niet gebruiken.
afstandsbediening totdat de GROUPindicator oplicht.
4 Druk op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
“New Group” knippert en het MD-deck
staat in de wachtstand voor opnemen.
5 Druk op MD NX en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Om verder te gaan en op te nemen in een
andere nieuwe groep, schakelt u na het
opnemen over op de functie MD en drukt u
herhaald op x totdat het totale aantal
groepen verschijnt, en daarna verricht u de
stappen 2 t/m 5.
Indien “Group Full!” verschijnt
wanneer u bij stap 4 op z MD (of
MD z op de afstandsbediening) drukt
In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen
omdat er onvoldoende tekenruimte voor
groepsbeheer aanwezig is.
Wis onnodige tekens (disctitel of
muziekstuktitels) totdat de groep kan worden
opgenomen (zie blz. 32).
Tip
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnameduur op de MD controleren door indrukken
van DISPLAY op de afstandsbediening.
Opmerkingen
• De nieuwe groep wordt samen met de daaraan
toegewezen muziekstukken toegevoegd na
eventuele bestaande groepen.
• Op één MD kunnen maximaal 99 groepen worden
vastgelegd.
• Indien “Group Full!” tijdens het opnemen
verschijnt, worden er geen muziekstuknummers
aangebracht.
MD – Opnemen
* De GROUP-indicator knippert. Om de
groepsfunctie opnieuw te gebruiken, moet u eerst de
procedure van “Deblokkeren van de toewijzingen
van alle muziekstukken op een MD” op blz. 35
uitvoeren en de groepstoewijzingen van alle
muziekstukken op de MD deblokkeren.
3 Druk herhaald op GROUP op de
wordt vervolgd
21NL
Muziekstukken opnemen in groepen
(vervolg)
Opnemen in een bestaande
groep
U kunt muziekstukken toevoegen aan een
bestaande groep.
1 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
1 t/m 3 van “Opnemen in een nieuwe
groep” op blz. 21.
2 Druk op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
“New Track” knippert en het MD-deck staat
in de wachtstand voor opnemen.
3 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
groep verschijnt.
4 Druk op MD NX en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Indien “Group Full!” verschijnt
wanneer u bij stap 2 op z MD (of
MD z op de afstandsbediening) drukt
In dit geval kunt u niet met opnemen beginnen
omdat er onvoldoende tekenruimte voor
groepsbeheer aanwezig is.
Wis onnodige tekens (disctitel of
muziekstuktitels) totdat de groep kan worden
opgenomen (zie blz. 32).
22NL
Een CD opnemen op een
MD
— CD-MD-synchroonopname
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Plaats een CD die u wilt opnemen.
Om zonder de groepsfunctie op te nemen,
gaat u door naar stap 4.
3 Om met de groepsfunctie op te nemen,
drukt u herhaald op GROUP op de
afstandsbediening totdat de GROUPindicator oplicht.
4 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “CD-MD SYNC” verschijnt.
5 Druk op ENTER/START.
“Press START” knippert.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen en de CD-speler in de
pauzestand voor afspelen.
Om zonder de groepsfunctie op te nemen,
gaat u door naar stap 7.
6 Om met de groepsfunctie op te nemen,
verricht u de volgende procedure, al
naar gelang waar u wilt opnemen:
Opnemen in een nieuwe groep
Ga door naar stap 7.
Opmerkingen
Opnemen in een bestaande groep
• Het opgenomen muziekstuk wordt toegevoegd aan
het einde van de groep.
• Wanneer u een nieuw muziekstuk opneemt in een
bestaande groep en u daarna de groepsfunctie
uitschakelt, zullen de muziekstuknummers die
volgen op het nieuw opgenomen muziekstuk
mogelijk veranderen.
• Indien “Group Full!” tijdens het opnemen
verschijnt, worden er geen muziekstuknummers
aangebracht.
Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste groep
verschijnt.
7 Druk op ENTER/START terwijl “Press
START” knippert.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname van alle gekozen
muziekstukken is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Tips
• Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u een
opname maken van alleen uw favoriete
muziekstukken op een CD. Na stap 2 volgt u
dezelfde procedure als bij stap 1 t/m 5 van
“Programmeren van CD-muziekstukken” op blz. 11
en daarna gaat u door naar stap 3.
• Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd (behalve wanneer u
tegelijkertijd op een MD en een tape opneemt).
Wanneer “TEXT” tijdens het opnemen knippert, zie
“Invoeren van MD-titels” op blz. 30.
Opmerking
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
de CD-speler en het MD-deck automatisch.
Een CD tegelijkertijd
opnemen op een MD en een
tape
1 Plaats een voor opname geschikte MD
en tape.
2 Plaats een CD die u wilt opnemen.
3 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “DUAL SYNC” verschijnt.
4 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
Tip
Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD of
de tape wordt bereikt, gaat het andere opnamemedium
gewoon door met opnemen.
— Versnelde CD-MDsynchroonopname
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD
met tweemaal de snelheid van normale CDMD-synchroonopname.
Bij stap 4 van “Een CD opnemen op een
MD” drukt u herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “HISPEED SYNC” verschijnt.
Bij stap 5 verschijnt “×2”.
Tijdens versnelde opname kunt u niet
meeluisteren naar het signaal dat wordt
opgenomen.
Indien “Retry” knippert nadat u bij
stap 5 ENTER/START hebt ingedrukt
In dit geval is er een leesfout opgetreden en
probeert het systeem om de gegevens opnieuw
te lezen.
• Indien de gegevens nu wel gelezen kunnen
worden, gaat het systeem verder met de
versnelde CD-MD-synchroonopname.
• Indien de geplaatste CD of het systeem in
slechte staat verkeert en de hernieuwde
poging mislukt, wordt de versnelde CD-MDsynchroonopname geannuleerd. In dit geval
knippert “×1” en begint het MD-deck
automatisch met CD-MD-synchroonopname
op normale snelheid. Wanneer dit gebeurt,
kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat
wordt opgenomen.
wordt vervolgd
MD – Opnemen
4 t/m 6 van “Een CD opnemen op een
tape” op blz. 46.
Een CD versneld opnemen op
een MD
23NL
Een CD opnemen op een MD (vervolg)
Opmerkingen
• Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt
u het opnemen niet tijdelijk onderbreken.
• Indien de functie voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is gekozen, wordt er bij
stap 4 van “Een CD opnemen op een MD”
automatisch overgeschakeld op normaal afspelen.
• Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname
kunnen de volgende functies niet worden gebruikt:
— de functie Auto Cut
— de functie voor het instellen van het
opnameniveau in het menu Setup
Een tape opnemen op een
MD
— TAPE-MD-synchroonopname
U kunt een tape analoog opnemen op een MD.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Plaats een tape die u wilt opnemen.
3 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “TAPE-MD SYNC” verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
“Press START” knippert.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen en het tapedeck staat in de
pauzestand voor afspelen.
Af te spelen kant van tape
N verschijnt voor de bovenkant en n
voor de onderkant. Om de niet aangegeven
kant af te spelen, drukt u op x. Verwijder
de cassette om de tape om te keren en volg
daarna opnieuw de stappen 3 en 4.
5 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION totdat g verschijnt om
één kant af te spelen of op h (of j)
om beide kanten af te spelen.
6 Druk op ENTER/START terwijl “Press
START” knippert.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname van alle gekozen
muziekstukken is beëindigd, stoppen het
tapedeck en het MD-deck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Opmerking
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
het tapedeck en het MD-deck automatisch.
24NL
Handmatig opnemen op
een MD
— Handmatig opnemen
Bij handmatig opnemen kunt u alleen de door u
gewenste muziekstukken van een CD opnemen
of ergens midden op de tape met opnemen
beginnen. U kunt ook een radioprogramma
opnemen.
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
3 Druk op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen.
4 Druk op MD NX en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Tip
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnameduur op de MD controleren door indrukken
van DISPLAY op de afstandsbediening.
— Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM-uitzending of een
satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen
die voorafgaan aan het tijdstip waarop de
eigenlijke opname begint, zoals op de
onderstaande afbeelding is aangegeven:
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
6
seconden
Opgenomen
gedeelte
Begin van het programma dat u wilt opnemen
1 Plaats een voor opname geschikte MD.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
3 Druk op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen.
4 Begin met het afspelen van de bron
waarvan u wilt opnemen.
5 Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op x.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van het programma. Indien er sinds het indrukken
van ENTER/YES op de afstandsbediening minder
dan 6 seconden zijn verstreken, begint de
tijdmachine-opname met minder dan 6 seconden aan
audiogegevens.
MD – Opnemen
De opname laten
beginnen met 6 seconden
aan audiogegevens uit
het buffergeheugen
Wanneer u bij stap 5 op
ENTER/YES op de
afstandsbediening drukt
25NL
Opnametips
— Lange opnamen/Aanbrengen van
muziekstuknummers/Smart Space/
Instellen van het opnameniveau
Lange opnamen
Dit systeem biedt twee standen voor lange
opnamen: LP2 en LP4 (MDLP-opname). In de
modus LP2 Stereo kunt u tweemaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus, en
in de modus LP4 Stereo kunt u viermaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus. In
mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang
opnemen als in stereo.
Met de modus LP4 Stereo (waarmee u 4×
zolang kunt opnemen) kunt u een lange stereoopname maken door gebruik van een speciaal
compressiesysteem. Wanneer u de nadruk wilt
leggen op de geluidskwaliteit, wordt de
opnamemodus Stereo of LP2 Stereo (waarmee
u 2× zolang kunt opnemen) aanbevolen.
1 Druk herhaald op REC MODE om de
gewenste opnamemodus te kiezen
alvorens u begint met opnemen (CDMD-synchroonopname, enz.).
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
STEREO REC (Stereo) t LP2 REC (LP2
Stereo) t LP4 REC (LP4 Stereo) t
MONO REC (Mono)
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse pagina’s over
opnemen.
Tip
Omdat de gekozen opnamemodus ook na beëindiging
van de opname bewaard blijft, dient u altijd de
opnamemodus te controleren alvorens u gaat
opnemen.
Opmerkingen
• MD’s die zijn opgenomen in de modus MDLP (LP2
of LP4) Stereo kunnen niet worden afgespeeld op
een systeem dat niet geschikt is voor de modus
MDLP.
• De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook
niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een
opnamepauze op REC MODE drukt.
• Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om
MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u tijdens
het opnemen luistert niet veranderen in mono.
• Bovendien is bij muziekstukken die zijn
opgenomen in de modus MDLP geen
schaalfactormontage (S.F Edit) mogelijk en kunnen
ook bepaalde andere MD-montagefuncties niet
worden uitgevoerd.
Om tijdens een MDLP-opname “LP:”
aan het begin van een
muziekstuktitel toe te voegen
“LP:” verschijnt indien u probeert om het
muziekstuk af te spelen op een systeem dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. Met deze
handige functie kunt u in één oogopslag zien
dat het muziekstuk niet kan worden afgespeeld.
De fabrieksinstelling is “On”.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat
“Setup?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat “LP
Stamp On” of “LP Stamp Off” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) om de
gewenste instelling te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om
Kies
“LP:” toe te voegen
LP Stamp On
(fabrieksinstelling)
“LP:” niet langer toe
te voegen
LP Stamp Off
6 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
26NL
Opmerkingen
Opmerking
• De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel
waarmee wordt aangegeven dat het muziekstuk niet
kan worden afgespeeld op een deck dat niet
geschikt is voor de modus MDLP. De toevoeging
verschijnt niet bij systemen die wel geschikt zijn
voor de modus MDLP.
• Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:”
opgenomen als deel van de muziekstuktitel
waardoor er per MD minder tekens kunnen worden
ingevoerd. Indien een muziekstuk met de
toevoeging “LP:” wordt onderverdeeld door
gebruikmaking van de functie voor het
onderverdelen van muziekstukken, wordt “LP:” ook
toegevoegd ~Yã27het laatste muziekstuk.
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. tapes of radio-uitzendingen).
Aanbrengen van
muziekstuknummers
• Automatisch tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem of componenten die zijn aangesloten
op de DIGITAL OPTICAL IN-aansluiting
worden de muziekstuknummers automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke bron.
Gebruik de opnamemethode Level Synchro
Recording om tijdens het opnemen van de
tuner van dit systeem of componenten die zijn
aangesloten op de ANALOG IN-aansluitingen
automatisch de muziekstuknummers te laten
aanbrengen.
• Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige
bron kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over te
schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat
“Setup?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat
“T.Mark Off” of “T.Mark LSync” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) om de
gewenste instelling te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om
Kies
De functie Level
Synchro Recording in
te schakelen
T.Mark LSync
(fabrieksinstelling)
De functie Level
Synchro Recording uit
te schakelen
T.Mark Off
Wanneer u de functie Level Synchro
Recording instelt, licht “L-SYNC” op.
6 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Gebruik de DIVIDE-functie (zie
“Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken” op blz. 38).
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse pagina’s over
opnemen.
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het
opnemen
— Level Synchro Recording
De opnamefunctie Level Synchro Recording is
in de fabriek ingeschakeld zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien “L-SYNC” tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het
ingangssignaal langer dan twee seconden
beneden een bepaald niveau blijft en daarna
weer naar een hoger niveau terugkeert.
wordt vervolgd
MD – Opnemen
• Na het opnemen
27NL
Opnametips (vervolg)
Om het activeringsniveau van Level
Synchro Recording te wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het
signaalniveau waarop Level Synchro
Recording wordt geactiveerd, te wijzigen.
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/
NO op de afstandsbediening om “Setup?”
te laten verschijnen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
2 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat
“LS(T)” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) om het
niveau te kiezen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
U kunt het niveau met stappen van 2 dB
instellen op een willekeurige waarde tussen
–72 dB en 0 dB. De fabrieksinstelling is
–50 dB.
4 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Inlassen van een 3-seconden
interval tussen de
muziekstukken
— Smart Space
Smart Space: Tijdens digitaal opnemen van
een CD kunt u met deze functie de stille
passages tussen muziekstukken automatisch
laten vervangen door een niet-opgenomen
interval van 3 seconden. Wanneer bij andere
soorten opnamen de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen
gedurende circa 3 seconden of langer (maar
minder dan 30 seconden) geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en doorgaan met
opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende minder dan
30 seconden
Uit
Aan
Aanbrengen van
muziekstuknummers op specifieke
punten tijdens het opnemen
— Track Mark
Tijdens handmatig opnemen kunt u op ieder
gewenst tijdstip muziekstuknummers
aanbrengen, ongeacht het soort geluidsbron.
Wacht tijdens handmatig opnemen totdat
het punt is bereikt waar u een
muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen
gedurende 30 seconden of langer geen geluid
wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte
vervangen door een niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en overschakelen in de
pauzestand voor opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende
30 seconden of langer
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
Uit
Opmerking
Aan
Bij het herhaald opnemen van één en hetzelfde
muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms slechts
één muziekstuknummer aangebracht.
28NL
Vervangen door niet-opgenomen interval
van circa 3 seconden en opnemen gaat
door
Vervangen door niet-opgenomen interval
van 3 seconden en opnemen wordt tijdelijk
stopgezet
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Setup?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“S.Space Off” of “S.Space On”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om de
gewenste instelling te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Om
Kies
De functie Smart
Space in te schakelen
S.Space On
(fabrieksinstelling)
De functie Smart
S.Space Off
Space uit te schakelen
6 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse pagina’s over
opnemen.
Tip
Wanneer “Auto Cut” verschijnt, drukt u op MD NX
om de opname opnieuw te laten beginnen.
Instellen van het
opnameniveau
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste
volume. U kunt het opnameniveau niet alleen
bij het maken van een analoge opname
instellen, maar ook bij het maken van een
digitale opname van een CD, enz.
1 Begin met het afspelen van de bron
waarvan u wilt opnemen.
2 Druk op z MD (of MD z op de
afstandsbediening).
Het MD-deck staat nu in de wachtstand
voor opnemen.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Setup?” te
laten verschijnen en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Level Adjust?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om
het opnameniveau in te stellen.
Stel het niveau zo in dat op het display in
het luidste gedeelte (het gedeelte met het
hoogste afspeelniveau) niet de indicatie
“OVER” verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
afstandsbediening.
8 Druk op x.
Het MD-deck stopt.
Om door te gaan met opnemen, volgt u de
aanwijzingen op de diverse pagina’s over
opnemen.
MD – Opnemen
7 Druk op MENU/NO op de
Tips
• U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen
instellen.
• Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
• Tijdens CD-MD-synchroonopname kan het
opnameniveau niet worden veranderd.
29NL
MD – Monteren
Alvorens met het
monteren te beginnen
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
• Wanneer de MD geschikt is voor opname.
• Wanneer de MD in de normale
afspeelfunctie wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u
de volgende punten te controleren.
1 Controleer het nokje van de te
monteren MD.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
Indien de MD beveiligd is, kunt u de MD
niet monteren.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE/DIRECTION (of PLAY MODE op
de afstandsbediening) totdat “SHUF”
en “PGM” beide zijn verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Ongedaan maken van de laatste
wijziging (blz. 40)
Met de UNDO-functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage herstellen.
Om te stoppen tijdens het monteren
Druk op MENU/NO op de afstandsbediening.
Na het monteren
Druk op Z MD om de MD te verwijderen of
druk op ?/1 (spanning) om het systeem
uit te schakelen.
“TOC” of “STANDBY” begint te knipperen.
De inhoudsopgave (TOC: Table Of Contents)
wordt bijgewerkt en het monteren is beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem
uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt of terwijl de inhoudsopgave wordt
bijgewerkt (terwijl “TOC” of “STANDBY”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
30NL opname volledig wordt uitgevoerd.
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens het opnemen
Wanneer “TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
• Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer “TEXT” brandt, worden de CD
TEXT-gegevens automatisch opgenomen.
• Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “TEXT” knippert, druk dan op
NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening en druk vervolgens op
ENTER/YES op de afstandsbediening om de
titel van het huidige muziekstuk op te
nemen.
Opmerkingen
• Al naar gelang de disc worden de CD TEXTgegevens soms niet automatisch opgenomen.
• Wanneer u een CD tegelijkertijd op een MD en een
tape opneemt, worden de CD TEXT-gegevens niet
opgenomen.
Na het opnemen
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde.
U kunt voor de disctitel, muziekstuktitels en
groepstitels op één MD in totaal ongeveer
1 700 tekens invoeren.
De volgende procedure geldt voor het invoeren
van titels wanneer de groepsfunctie is
uitgeschakeld.
Om een groepstitel in te voeren, zie “Invoeren
van groepstitels” op blz. 32.
Wanneer u een met de groepsfunctie
opgenomen MD wilt voorzien van een
titel, dient de groepsfunctie bij het
toewijzen van de titel altijd
ingeschakeld te zijn om te voorkomen
dat de groepsbeheergegevens
abusievelijk worden overschreven.
Nadere bijzonderheden over de
groepsbeheergegevens vindt u op blz. 20.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Verricht de volgende procedure, al naar
gelang waarvoor u een titel wilt
invoeren:
Invoeren van muziekstuktitels
Druk herhaald op l of L (of . of
> op de afstandsbediening) totdat het
gewenste muziekstuknummer verschijnt en
druk daarna op NAME EDIT/SELECT op
de afstandsbediening.
Invoeren van MD-titels
Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening terwijl het totale aantal
muziekstukken (of groepen wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld) wordt
weergegeven.
De cursor begint te knipperen.
3 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
Selected AB* (hoofdletters) t
Selected ab* (kleine letters) t
Selected 12 (cijfers)---* Druk herhaald op cijfer 1 om de volgende
symbolen te laten verschijnen.
´–/,.():!?
Wanneer de bovenstaande symbolen
verschijnen, kunt u bovendien door herhaald
indrukken van l of L (of . of > op
de afstandsbediening) nog de volgende
symbolen laten verschijnen.
`
&+<>_=“;#$%@
4 Voer een teken in.
Indien u hoofdletters of kleine
letters hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende
lettertoets totdat het teken dat u wilt
invoeren knippert.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de
toets indrukken en daarna herhaald op
l of L (of . of > op de
afstandsbediening) drukken.
2 Druk op CURSORt op de
afstandsbediening.
Het knipperende teken is nu ingevoerd en
de cursor gaat naar rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het cijfer is nu ingevoerd en de cursor gaat
naar rechts.
Om een spatie in te voeren
1 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening om hoofdletters of
kleine letters te kiezen.
2 Druk op 10/0 op de afstandsbediening.
Er wordt een blanco spatie ingevoerd en
de cursor gaat naar rechts.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om de
volledige titel in te voeren.
Om een teken te veranderen
1 Druk herhaald op TCURSOR of
CURSORt totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening om de titelinvoer te
beëindigen.
wordt vervolgd
MD – Monteren
2 Druk op CLEAR op de
afstandsbediening om het teken te
wissen en herhaal daarna de stappen 3
en 4.
31NL
Invoeren van MD-titels (vervolg)
Opmerkingen
• U kunt een muziekstuk een titel geven tijdens het
afspelen. Het afspelen wordt herhaald totdat u klaar
bent met het invoeren van de titel.
• Indien u bij disctitels het symbool “//” tussen de
tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de
kans dat u geen gebruik kunt maken van de
groepsfunctie.
Controleren van de titels
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL op de
afstandsbediening. Om de muziekstuktitel te
controleren, drukt u tijdens het afspelen op
SCROLL op de afstandsbediening. De titel
verschijnt bewegend op het display. Druk op
SCROLL op de afstandsbediening om het
bewegen van de titels te laten stoppen. Druk
nogmaals op de toets om het bewegen weer te
laten beginnen.
Wissen van de titels
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Nm Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
de gewenste titel verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
32NL
Invoeren van groepstitels
— NAME-functie
U kunt voor de disctitel, muziekstuktitels en
groepstitels op één MD in totaal ongeveer
1 700 tekens invoeren.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op GROUP op de
afstandsbediening totdat de GROUPindicator oplicht.
3 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
groep verschijnt.
4 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening terwijl het totale
aantal muziekstukken in de gekozen
groep wordt weergegeven.
De cursor begint te knipperen.
5 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
3 t/m 6 van “Invoeren van MD-titels” op
blz. 30.
Opmerking
Indien u bij disctitels het symbool “//” tussen de
tekens invoert, bijvoorbeeld “abc//def”, bestaat de
kans dat u geen gebruik kunt maken van de
groepsfunctie.
Controleren van de titels
1 Druk in de stopstand herhaald op
GROUP op de afstandsbediening totdat
de GROUP-indicator oplicht.
2 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
groep verschijnt en druk daarna op
SCROLL op de afstandsbediening.
De titel verschijnt bewegend op het display.
Druk op SCROLL op de afstandsbediening
om het bewegen van de titels te laten
stoppen. Druk nogmaals op de toets om het
bewegen weer te laten beginnen.
Wissen van de titels
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op
GROUP op de afstandsbediening totdat
de GROUP-indicator oplicht.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Nm Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat het gewenste
groepsnummer verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
— Creëerfunctie
Met deze functie kunt u een nieuwe groep
creëren en een muziekstuk of opeenvolgende
muziekstukken toewijzen die nog niet aan die
groep zijn toegewezen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op GROUP op de
afstandsbediening totdat de GROUPindicator oplicht.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Gp Create?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
3 t/m 6 van “Invoeren van MD-titels” op
blz. 30.
6 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van het eerste muziekstuk
dat u wilt toewijzen verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
7 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van het laatste muziekstuk
dat u wilt toewijzen verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening. (Wanneer u slechts
één muziekstuk toewijst, drukt u
gewoon opnieuw op ENTER/YES op de
afstandsbediening zonder enige andere
bedieningen uit te voeren.)
MD – Monteren
Van een groep waaraan geen muziekstukken zijn
toegewezen, kan de titel niet worden gewist.
Opgenomen
muziekstukken toewijzen
aan een nieuwe groep
“Complete!” verschijnt.
wordt vervolgd
33NL
Opgenomen muziekstukken toewijzen
aan een nieuwe groep (vervolg)
Deblokkeren van
groepstoewijzingen
Tips
• Om een groep te creëren zonder muziekstukken toe
te wijzen, drukt u herhaald op l of L (of
. of > op de afstandsbediening) totdat
“None” verschijnt en druk daarna bij stap 6 op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
• U kunt ook muziekstukken toewijzen die zijn
opgenomen op een systeem dat niet geschikt is voor
de groepsfunctie.
— Deblokkeerfunctie
Opmerkingen
Eén groep deblokkeren
• U kunt één en hetzelfde muziekstuk niet aan
meerdere groepen toewijzen.
• Indien alle muziekstukken op een MD zijn
toegewezen aan groepen, verschijnt na stap 5 de
indicatie “Assign None” en kunt u geen
muziekstukken meer toewijzen.
• Wanneer u een groep creëert zonder muziekstukken
toe te wijzen, dient u de groepstitel in te voeren.
• Indien u bij stap 5 geen groepstitel invoert,
verschijnt in plaats van de groepstitel de indicatie
“Group ** (groepsnummer)”.
Met deze functie kunt u de groepstoewijzingen
eenvoudig deblokkeren door aan te geven van
welke groep u de toewijzingen wilt
deblokkeren. Daarnaast kunt u ook de
groepstoewijzingen van alle muziekstukken op
een MD in één keer deblokkeren.
— Groepsdeblokkeerfunctie
U kunt de groepstoewijzingen van alle
muziekstukken binnen de opgegeven groep
deblokkeren en die groep wissen. (De
muziekstukken worden echter niet gewist.)
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk herhaald op GROUP op de
afstandsbediening totdat de GROUPindicator oplicht.
3 Druk herhaald op GROUP SKIP op de
afstandsbediening totdat de gewenste
groep verschijnt.
4 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Gp Release?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“REL Gp** (gekozen groepsnummer)??”
verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
34NL
Deblokkeren van de
toewijzingen van alle
muziekstukken op een MD
— Volledige deblokkeerfunctie
U kunt de groepstoewijzingen van alle
muziekstukken op een MD allemaal tegelijk
deblokkeren.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk in de stopstand herhaald op
GROUP op de afstandsbediening totdat
de GROUP-indicator oplicht.
3 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Gp All REL?” verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“All REL??” verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES op de
Wissen van opnamen
— ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
• Wissen van één muziekstuk (TRACK
ERASE-functie)
• Wissen van alle muziekstukken (ALL
ERASE-functie)
• Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE-functie)
Wissen van één muziekstuk
— TRACK ERASE-functie
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon
het betreffende muziekstuknummer in te
voeren. Wanneer u een muziekstuk wist,
vermindert het totale aantal muziekstukken op
de MD met één en worden alle muziekstukken
die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw
genummerd.
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2.
Wis muziekstuk 2
Muziekstuknummer
1
2
3
4
Oorspronkelijke
A
B
C
D
muziekstukken
1
Na
ERASE
2
A
3
C
D
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Tr Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
MD – Monteren
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
wordt vervolgd
35NL
Wissen van opnamen (vervolg)
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk
— A-B ERASE-functie
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van
een muziekstuk markeren en dit vervolgens
wissen. U kunt het gewenste gedeelte met
intervallen van een frame*, minuut of seconde
verschuiven.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Opmerkingen
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
• “Tr Protect” verschijnt wanneer het muziekstuk op
een ander deck werd opgenomen of gemonteerd en
muziekstuk 2.
tegen wissen is beveiligd. Wanneer “Tr Protect”
verschijnt, kunt u op dit deck geen muziekstukken
Punt A
Punt B
wissen.
Muziekstuknummer
• Bij het wissen van alle muziekstukken binnen een
1
2
3
Oorspronkelijke
groep wordt de groep tegelijk met alle daarin
A
B-A
B-B
B-C
muziekstukken
aanwezige muziekstukken gewist.
Wissen van alle
muziekstukken
1
Na A-B
ERASE
2
A
3
B(A+C)
C
— ALL ERASE-functie
U kunt de disctitel, groepstitels, alle
opgenomen muziekstukken en de titels daarvan
in één keer wissen.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“All Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“All Erase??” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Indien u de bovenstaande bedieningen verricht terwijl
de groepsfunctie is ingeschakeld, worden niet alleen
de muziekstukken binnen die groep, maar ook alle
andere muziekstukken op de MD gewist.
36NL
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“A-B Erase?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het gewenste muziekstuknummer
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
“—Rehearsal—” en “Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck het
gekozen muziekstuk vanaf het begin tot aan
punt A afspeelt.
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u bij het beginpunt (punt A) van
het te wissen gedeelte herhaald op l
of L (of . of > op de
afstandsbediening).
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame) verschuiven*.
Om het punt met intervallen van een
seconde of minuut te verschuiven, drukt u
op m of M zodat de seconde of minuut
gaat knipperen en daarna drukt u op l of
L (of . of > op de
afstandsbediening).
* U kunt het beginpunt steeds met een interval
van twee frames (in modus Mono en modus
LP2 Stereo) of met een interval van vier frames
(in modus LP4 Stereo) verschuiven.
6 Herhaal stap 5 totdat de positie van
punt A juist is.
7 Druk op ENTER/YES op de
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer
u muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2.
Muziekstuknummer
1
2
3
Oorspronkelijke
A
B
muziekstukken
afstandsbediening wanneer de positie
van punt A juist is.
“Point B set” verschijnt op het display en er
wordt begonnen met het afspelen om het
eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B)
in te stellen.
8 Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES
op de afstandsbediening.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór
punt A en na punt B.
9 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om
punt B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 5.
afstandsbediening wanneer de positie
van punt B juist is.
A
D
4
3
C
B
D
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Move?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
wordt vervolgd
MD – Monteren
10 Druk op ENTER/YES op de
2
1
Na
MOVE
4
C
37NL
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van de nieuwe positie van
het muziekstuk verschijnt.
Oorspronkelijk
muziekstuknummer
Nieuwe positie van
muziekstuk
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk verplaatst naar een
muziekstuknummer dat is toegewezen aan een groep,
wordt het verplaatste muziekstuk opnieuw
toegewezen aan de groep met het muziekstuknummer
waarnaar het muziekstuk is verplaatst. Wanneer u een
aan een groep toegewezen muziekstuk verplaatst naar
een muziekstuknummer dat niet aan een groep is
toegewezen, wordt de groepstoewijzing van het
verplaatste muziekstuk gedeblokkeerd. Wanneer de
groepsfunctie is ingeschakeld, kunt u echter alleen
muziekstukken binnen de gekozen groep verplaatsen.
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met
één en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in
twee muziekstukken.
Muziekstuknummer
1
2
Oorspronkelijke
A
B
muziekstukken
Na
DIVIDE
1
D
Verdeel muziekstuk 2 in
de muziekstukken B en C
3
4
2
A
3
C
B
C
D
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Divide?” verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES op de afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van het muziekstuk dat u
wilt onderverdelen verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte
dat moet worden onderverdeeld, wordt
herhaald afgespeeld.
38NL
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om
het gewenste punt van onderverdeling
te kiezen.
U kunt het punt verschuiven met intervallen
van 1/86 seconde (1 frame)*.
Om het punt met intervallen van een
seconde of minuut te verschuiven, drukt u
op m of M zodat de seconde of minuut
gaat knipperen en daarna drukt u op l of
L (of . of > op de
afstandsbediening).
* U kunt het beginpunt steeds met een interval
van twee frames (in modus Mono en modus
LP2 Stereo) of met een interval van vier frames
(in modus LP4 Stereo) verschuiven.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening wanneer het punt
van onderverdeling juist is.
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale
aantal muziekstukken vermindert met één en
alle muziekstukken die volgen op de
samengevoegde muziekstukken worden
opnieuw genummerd.
Met deze functie kunt u ook onnodige
muziekstuknummers wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van de
muziekstukken 3 en 1.
Muziekstuknummer
1
“Complete!” verschijnt.
Opmerking
Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt (zie “Invoeren van MD-titels” op
blz. 30), behoudt alleen het eerste van de twee
muziekstukken de titel.
Oorspronkelijke
muziekstukken
2
A
3
C
1
Na
COMBINE
4
B
2
A
D
3
C
B
D
Voorbeeld:
1
2
3
Andante Adagio
1
2
4
Allegro
3
4
5
Andante Adagio Allegro
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel
Voorbeeld: Samenvoegen van de
muziekstukken 1 en 4.
Oorspronkelijke
muziekstukken
Na
COMBINE
1
2
1
2
B
3
B
A
4
5
C
D
D
A
3
C
4
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
wordt vervolgd
MD – Monteren
te schakelen op de functie MD.
39NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Combine?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van het eerste van de twee
samen te voegen muziekstukken
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, kiest u 4.
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het nummer van het tweede van de
twee samen te voegen muziekstukken
verschijnt.
Tweede van de
samen te voegen
muziekstukken
Nieuw
muziekstuknummer
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
— UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken om de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage te herstellen.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de
montage één van de volgende handelingen hebt
verricht:
• Verrichten van een andere montage.
• Drukken op z MD (of MD z op de
afstandsbediening) of ENTER/START.
• Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC)
door uitschakelen van het systeem of
verwijderen van de MD.
• Trekken de stekker uit het stopcontact.
De montage met de S.F EDIT-functie kan niet
ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u
daarvoor de UNDO-functie gebruikt.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO op
de afstandsbediening om “Edit Menu”
te laten verschijnen.
2 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Undo?” verschijnt.
6 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Opmerkingen
• Bij het samenvoegen van twee muziekstukken die
zijn toegewezen aan verschillende groepen, wordt
het tweede muziekstuk opnieuw toegewezen aan de
groep met het eerste muziekstuk. Indien u
muziekstuk dat aan een groep is toegewezen
samenvoegt met een muziekstuk dat niet aan een
groep is toegewezen, wordt het tweede muziekstuk
aan dezelfde groep toegewezen als het eerste
muziekstuk. Wanneer de groepsfunctie is
ingeschakeld, kunt u echter alleen muziekstukken
binnen de gekozen groep samenvoegen.
• Muziekstukken die in verschillende opnamemodi
(stereo, LP2, LP4 of MONO) zijn opgenomen,
kunnen niet worden samengevoegd.
• Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
40NL
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“Undo?” niet verschijnen.
3 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Er verschijnt een melding, al naar gelang de
laatste wijziging die u het gemaakt.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“Complete!” verschijnt.
Veranderen van het
opnameniveau na het
opnemen
— S.F EDIT-functie
Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage)
kunt u het volume van opgenomen
muziekstukken veranderen. Het
oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw
opgenomen met het nieuwe opnameniveau.
Wanneer u het opnameniveau verandert, kunt u
de functie voor opnemen met infaden kiezen
om het signaalniveau aan het begin van de
opname geleidelijk te doen toenemen, of de
functie voor opnemen met uitfaden om het
signaalniveau aan het einde van de opname
geleidelijk te doen afnemen.
Veranderen van het algehele
opnameniveau
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“S.F Edit?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
4 Druk herhaald op l of L (of .
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het muziekstuknummer verschijnt
waarvan u het opnameniveau wilt
veranderen, en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
“Level 0dB” verschijnt.
drukt u herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om
het opnameniveau te veranderen.
U kunt het opnameniveau in stappen van
2 dB instellen op een willekeurige waarde
van –12 dB t/m +12 dB. Stel het niveau zo
in dat op het display in het luidste gedeelte
(het gedeelte met het hoogste afspeelniveau)
niet de indicatie “OVER” verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“S.F Edit OK?” verschijnt.
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. De benodigde tijd voor
het opnieuw opnemen van het muziekstuk is
ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer
de opname is beëindigd, verschijnt
“Complete!”.
Om de functie uit te schakelen
Druk tijdens stap 3 t/m 7 op MENU/NO op de
afstandsbediening. Nadat bij stap 8 de opname
is begonnen, kunt u de bediening niet meer
onderbreken.
Opnemen met infaden en
uitfaden
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“S.F Edit?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
MD – Monteren
of > op de afstandsbediening) totdat
“Tr Level?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
6 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
wordt vervolgd
41NL
Veranderen van het opnameniveau na
het opnemen (vervolg)
4 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Fade In?” of “Fade Out?” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
5 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
het muziekstuknummer verschijnt
waarvan u het opnameniveau wilt
veranderen, en druk daarna op ENTER/
YES op de afstandsbediening.
“Time 5.0s” verschijnt.
6 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
drukt u herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) om de
opnameduur van het infaden of
uitfaden te veranderen.
Het systeem speelt het gedeelte af dat
opnieuw zal worden opgenomen met de
functie voor opnemen met infaden of
uitfaden. De duur kan met stappen van 0,1
seconde worden ingesteld op een
willekeurige waarde van minimaal 1,0
seconde en maximaal 15,0 seconden. U kunt
geen duur instellen die langer is dan het
muziekstuk.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“S.F Edit OK?” verschijnt.
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Het bestaande muziekstuk wordt nu
opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %”
wordt weergegeven terwijl het muziekstuk
wordt opgenomen. Wanneer de opname is
beëindigd, verschijnt “Complete!”.
Om de functie uit te schakelen
Druk tijdens stap 3 t/m 7 op MENU/NO op de
afstandsbediening. Nadat bij stap 8 de opname
is begonnen, kunt u de bediening niet meer
onderbreken.
42NL
Opmerkingen
• Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats
het systeem niet terwijl de opname wordt gemaakt.
Hierdoor kunnen de opnamegegevens beschadigd
raken waardoor de opname niet goed kan worden
uitgevoerd.
• Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor
kunnen de opnamegegevens niet goed worden
opgenomen.
• Door het herhaald veranderen van het
opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit.
• Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd
en u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke
niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer
precies hetzelfde zijn.
• Het opnameniveau kan niet worden veranderd
terwijl de timer is geactiveerd.
• De montage met de S.F EDIT-functie kan niet
ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u
daarvoor de UNDO-functie gebruikt.
Tuner
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt 20 FM-zenders en 10 AM-zenders
programmeren.
1 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
2 Druk herhaald op TUNER BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
3 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
“AUTO” verschijnt.
4 Druk op m of M.
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereoprogramma) verschijnen.
5 Druk op MENU/NO op de
afstandsbediening.
6 Druk herhaald op l of L (of .
of > op de afstandsbediening) totdat
“Memory?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Er verschijnt een preselectienummer. De
zenders worden vastgelegd vanaf
preselectienummer 1.
Preselectienummer
Om te stoppen met zoeken naar
frequenties
Druk op TUNING MODE.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 3 de indicaties “AUTO” en “PRESET”
beide zijn verdwenen, en druk daarna herhaald
op m of M om op de zender af te stemmen.
Om het preselectienummer te
veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 2.
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (behalve bij het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek
ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden
10 kHz). Om het AM-afsteminterval te
veranderen, dient u eerst op een willekeurige
AM-zender af te stemmen en daarna het
systeem uit te schakelen. Terwijl u L
ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer
in. Wanneer u het interval verandert, worden
alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het
geheugen gewist. Om het oorspronkelijke
interval te herstellen, herhaalt u deze
procedure.
Opmerking
In de energiebesparingsmodus kunt u het AMafsteminterval niet veranderen.
Tip
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog
ongeveer een dag in het geheugen bewaard.
7 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
8 Herhaal stap 2 t/m 7 om andere zenders
in het geheugen vast te leggen.
Tuner
“Complete!” verschijnt.
43NL
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders
Programmeer eerst de radiozenders in het
systeemgeheugen (zie “Voorprogrammeren van
radiozenders” op blz. 43).
1 Druk herhaald op TUNER BAND om
“FM” of “AM” te kiezen.
2 Druk herhaald op TUNING MODE totdat
“PRESET” verschijnt.
3 Druk herhaald op TUNING + of – (of – of
+ op de afstandsbediening) om de
gewenste voor te programmeren
radiozender (of zendernaam* of RDSzendernaam**) te kiezen.
* De zendernaam verschijnt alleen indien u de
zender een naam hebt gegeven (zie
“Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender” op de volgende
bladzijde).
** Alleen Europees model.
Om de radio uit te schakelen
Druk op ?/1.
Om bij stap 3 preselectienummer 10
of hoger op de afstandsbediening in
te voeren
1 Druk op >10.
2 Druk op de betreffende cijfertoetsen.
Om “0” in te voeren, drukt u op 10/0.
Voorbeeld:
Om muziekstuknummer 20 in te voeren, drukt u eerst
op >10 en daarna op 2 en 10/0.
44NL
Luisteren naar nietvoorgeprogrammeerde radiozenders
• Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 2 de indicaties “AUTO” en “PRESET”
beide zijn verdwenen, en druk daarna
herhaald op m of M om op de zender af
te stemmen (Handmatige afstemming).
• Druk herhaald op TUNING MODE totdat bij
stap 2 de indicatie “AUTO” verschijnt en
druk daarna op m of M. De frequentieindicatie begint te lopen en stopt wanneer het
systeem op een zender is afgestemd
(Automatische afstemming).
Om de functie voor automatische
afstemming uit te schakelen
Druk op TUNING MODE.
Tips
• Voor een optimale ontvangst dient u de bijgeleverde
antennes opnieuw te richten of een in de handel
verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis
optreedt, druk dan herhaald op FM MODE totdat
“MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert.
Toewijzing van een naam
aan een voorgeprogrammeerde zender
— Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u
een naam van maximaal 12 tekens (Station
Name) toewijzen.
1 Stem af op de zender waaraan u een
naam wilt geven (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 44).
2 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
2 t/m 6 van “Invoeren van CD-titels” op
blz. 13.
Om het preselectienummer en de
frequentie te controleren
De zendernaam verschijnt op het display
wanneer u hebt afgestemd op een zender met
een naam.
Om het preselectienummer en de frequentie te
controleren, drukt u op DISPLAY op de
afstandsbediening. Het preselectienummer en
de frequentie verschijnen, gevolgd door de
zendernaam.
Om de zendernaam te wissen
1 Stem af op de zender.
2 Druk op NAME EDIT/SELECT op de
afstandsbediening.
3 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS)
(Uitsluitend het Europese model)
Wat is het radioinformatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System)* is een omroepdienst die radiozenders
in staat stelt om extra informatie uit te zenden
naast het gewone programmasignaal.
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDSuitzendingen
Kies gewoon een zender op de FM-band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
Controleren van de RDS-informatie
Elke keer wanneer u op DISPLAY op de
afstandsbediening drukt, verandert het display
als volgt:
Zendernaam* t Frequentie t Klok t
BASS t TREBLE
* Als de RDS-uitzending niet goed wordt ontvangen,
kan de zendernaam niet worden weergegeven.
Tuner
45NL
Tape – Afspelen
Tape – Opnemen
Plaatsing van een tape
Een CD opnemen op een
tape
1 Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE.
2 Plaats een tape.
— CD-TAPE-synchroonopname
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een voor opname geschikte
Met de kant die
u wilt afspelen/
opnemen aan
de bovenkant
tape.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
3 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
Afspelen van een tape
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Druk herhaald op FUNCTION om over
te schakelen op de functie TAPE.
2 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION totdat g verschijnt om
één kant af te spelen of op h (of j*)
om beide kanten af te spelen.
3 Druk op TAPE nN.
Druk opnieuw op TAPE nN om de
achterkant af te spelen.
* Nadat deze bediening vijfmaal is herhaald, stopt het
tapedeck automatisch.
Andere bedieningsfuncties
46NL
Om
Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op x.
Te pauzeren
Druk op X TAPE. Druk opnieuw
om verder te gaan met afspelen.
Snel vooruit te
spoelen of terug
te spoelen
Druk op m of M.
De tape te
verwijderen
Druk op Z PUSH OPEN/CLOSE.
totdat “CD-TAPE SYNC”verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
“Press START” knippert.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
Druk opnieuw op TAPE nN om op de
achterkant op te nemen.
5 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION totdat g verschijnt om op
één kant op te nemen, of op h (of j)
om op beide kanten op te nemen.
6 Druk op ENTER/START terwijl “Press
START” knippert.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen
de CD-speler en het tapedeck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Tips
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, dient u
altijd te beginnen bij de bovenkant. Als u het
opnemen vanaf de onderkant laat beginnen, wordt
de opname aan het einde van de onderkant
stopgezet.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de
bovenkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
onderkant opnieuw opgenomen.
• Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u een
opname maken van alleen uw favoriete
muziekstukken op een CD. Na stap 2 volgt u
dezelfde procedure als bij stap 1 t/m 5 van
“Programmeren van CD-muziekstukken” op blz. 11
en daarna gaat u door naar stap 3.
Opmerking
Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
de CD-speler en het tapedeck automatisch.
Een CD tegelijkertijd
opnemen op een MD en een
tape
1 Plaats een voor opname geschikte MD
en tape.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
3 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “DUAL SYNC” verschijnt.
4 Volg dezelfde aanwijzingen als bij stap
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Tip
Wanneer tijdens het opnemen het einde van de MD of
de tape wordt bereikt, gaat het andere opnamemedium
gewoon door met opnemen.
— MD-TAPE-synchroonopname
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Plaats een MD die u wilt opnemen.
3 Druk herhaald op SYNCHRO MODE
totdat “MD-TAPE SYNC” verschijnt.
4 Druk op ENTER/START.
“Press START” knippert.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en het MD-deck staat in de
pauzestand voor afspelen.
Druk opnieuw op TAPE nN om op de
achterkant op te nemen.
5 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION totdat g verschijnt om op
één kant op te nemen, of op h (of j)
om op beide kanten op te nemen.
6 Druk op ENTER/START terwijl “Press
START” knippert.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname van alle gekozen
muziekstukken is beëindigd, stoppen het
tapedeck en het MD-deck automatisch.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
wordt vervolgd
Tape – Afspelen/Opnemen
4 t/m 6 van “Een CD opnemen op een
tape” op blz. 46.
Een MD opnemen op een
tape
47NL
Een MD opnemen op een tape
(vervolg)
Tips
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, dient u
altijd te beginnen bij de bovenkant. Als u het
opnemen vanaf de onderkant laat beginnen, wordt
de opname aan het einde van de onderkant
stopgezet.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de
bovenkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
onderkant opnieuw opgenomen.
• Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u een
opname maken van alleen uw favoriete
muziekstukken op een MD. Na stap 2 volgt u
dezelfde procedure als bij stap 1 t/m 5 van
“Programmeren van MD-muziekstukken” op
blz. 17 en daarna gaat u door naar stap 3.
Opmerking
Indien de tape tijdens het opnemen vol raakt, stoppen
het MD-deck en het tapedeck automatisch.
Handmatig opnemen op
een tape
— Handmatig opnemen
Met deze functie is het mogelijk om alleen de
door u gewenste passages van een CD of een
MD op te nemen op een tape. U kunt ook een
radioprogramma opnemen.
U kunt gebruikmaken van TYPE I (normale)
tape.
1 Plaats een voor opname geschikte
tape.
2 Druk herhaald op FUNCTION om de
bron te kiezen waarvan u wilt opnemen.
3 Druk op z TAPE.
Het tapedeck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
Druk opnieuw op TAPE nN om op de
achterkant op te nemen.
4 Druk herhaald op PLAY MODE/
DIRECTION totdat g verschijnt om op
één kant op te nemen, of op h (of j)
om op beide kanten op te nemen.
5 Druk op X TAPE en begin daarna met
het afspelen van de bron waarvan u wilt
opnemen.
Om te stoppen met opnemen
Druk op x.
Tips
• Wanneer u op beide kanten wilt opnemen, dient u
altijd te beginnen bij de bovenkant. Als u het
opnemen vanaf de onderkant laat beginnen, wordt
de opname aan het einde van de onderkant
stopgezet.
• Als u voor opname op beide kanten kiest en de
bovenkant halverwege een muziekstuk ten einde is,
wordt het gehele muziekstuk vanaf het begin van de
onderkant opnieuw opgenomen.
48NL
Geluidsregeling
Timer
Regeling van het geluid
Inslapen met muziek
Verkrijgen van een krachtiger geluid
(Dynamic Sound Generator)
Druk op DSG op de afstandsbediening.
Om DSG uit te schakelen, drukt u opnieuw op
DSG.
Instellen van de lage en hoge tonen
1 Druk herhaald op BASS/TRE op de
afstandsbediening om BASS of TREBLE te
kiezen.
2 Wanneer “BASS” of “TREBLE” verschijnt,
drukt u herhaald op . of > op de
afstandsbediening om het niveau naar wens
in te stellen.
U kunt de lage of hoge tonen instellen in 7
stappen.
— SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek.
Druk op SLEEP op de afstandsbediening.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt:
SLEEP OFF t AUTO* t 90min t 80min
t … t 10min
* In dit geval wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld nadat het afspelen van de huidige
CD, MD of tape is beëindigd (na maximaal
100 minuten).
Wanneer de functie TUNER is gekozen, wordt het
systeem na 100 minuten uitgeschakeld.
Andere bedieningsfuncties
Om
Druk
De resterende tijd
te controleren
eenmaal op SLEEP op de
afstandsbediening.
De uitschakeltijd
te wijzigen
op SLEEP op de
afstandsbediening om de
gewenste tijd te kiezen.
De SLEEPtimerfunctie uit
te schakelen
herhaald op SLEEP op de
afstandsbediening totdat
“SLEEP OFF” verschijnt.
Opmerking
Geluidsregeling/Timer
Tijdens synchroonopname op een MD of een tape
mag niet de instelling “AUTO” gekozen worden.
49NL
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie
7 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening totdat de gewenste
geluidsbron verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de
indicatie als volgt:
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken
met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is
ingesteld (zie “Instellen van de klok” op blz. 8).
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een CD. Om te beginnen bij
een bepaald muziekstuk dient u eerst
een programma samen te stellen (zie
“Programmeren van CDmuziekstukken” op blz. 11).
• MD: Plaats een MD. Om te beginnen
bij een bepaald muziekstuk dient u eerst
een programma samen te stellen (zie
“Programmeren van MDmuziekstukken” op blz. 17).
• Tape: Plaats een tape.
• Radio: Stem af op de
voorgeprogrammeerde radiozender (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 44).
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY y MD PLAY T
8 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De starttijd, de stoptijd en de geluidsbron
verschijnen beurtelings en daarna verschijnt
weer de oorspronkelijke indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Andere bedieningsfuncties
Om
Doe het volgende
De instellingen
van de timer te
controleren of de
timer te activeren
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de
afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of
> op de afstandsbediening
totdat “DAILY SELECT”
verschijnt, en druk daarna op
ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de
afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of
> op de afstandsbediening
totdat “TIMER OFF?”
verschijnt, en druk daarna op
ENTER/YES op de
afstandsbediening.
2 Druk op VOLUME + of – (of VOL + of –
op de afstandsbediening) om het
volume in te stellen.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening om “DAILY SET” te
laten verschijnen.
4 Druk op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om het uur in te stellen,
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen, en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in
volgens de procedure bij stap 5.
50NL
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
• Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop
het systeem wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het afspelen begint (ongeveer 30 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• De optionele componenten die zijn verbonden met
de ANALOG IN-aansluitingen kunnen niet als
geluidsbron voor de DAILY-timerfunctie worden
gebruikt.
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
Om met de timer te kunnen opnemen, moet u
van tevoren de radiozender voorprogrammeren
(zie “Voorprogrammeren van radiozenders” op
blz. 43) en de klok instellen (zie “Instellen van
de klok” op blz. 8).
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 44).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET op de
afstandsbediening om “DAILY SET” te
laten verschijnen.
3 Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om “MD REC SET”
of “TAPE REC SET” te kiezen, en druk
daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om het uur in te stellen,
en druk daarna op ENTER/YES op de
afstandsbediening.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
Druk herhaald op . of > op de
afstandsbediening om de minuten in te
stellen, en druk daarna op ENTER/YES op
de afstandsbediening.
Timer
4 Stel de starttijd voor opnemen in.
5 Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
6 Wanneer u op een MD opneemt, druk
dan herhaald op . of > op de
afstandsbediening om de
opnamemodus (bijvoorbeeld LP2) te
kiezen, en druk daarna op ENTER/YES
op de afstandsbediening.
De instellingen voor de timeropname
verschijnen en daarna keert de
oorspronkelijke indicatie terug.
wordt vervolgd
51NL
Radioprogramma’s opnemen met de
timer (vervolg)
7 Plaats een voor opname geschikte MD
of tape.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
Bij gebruikmaking van een tape begint het
opnemen bij de bovenkant. Plaats een tape,
met de kant waarop u wilt opnemen
omhoog gericht.
8 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Andere bedieningsfuncties
Om
Doe het volgende
De instellingen van 1 Druk op CLOCK/TIMER
de timer te
SELECT op de
controleren of de
afstandsbediening.
timer te activeren
2 Druk herhaald op . of
> op de afstandsbediening
totdat “MD REC?” of
“TAPE REC?” verschijnt, en
druk daarna op ENTER/YES
op de afstandsbediening.
De instelling te
wijzigen
Begin opnieuw vanaf stap 1.
De timer uit te
schakelen
1 Druk op CLOCK/TIMER
SELECT op de
afstandsbediening.
2 Druk herhaald op . of
> op de afstandsbediening
totdat “TIMER OFF?”
verschijnt, en druk daarna op
ENTER/YES op de
afstandsbediening.
Tip
Wanneer u van de radio opneemt, wordt de
zendernaam (zie “Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender” op blz. 45, of de
frequentie indien aan de zender geen naam is
toegewezen) samen met de starttijd en stoptijd
automatisch opgenomen op de MD.
52NL
Opmerkingen
• U kunt de DAILY-timerfunctie niet tegelijkertijd
met de opname-timerfunctie gebruiken.
• Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang.
• Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld tot aan het tijdstip
waarop het opnemen begint (ongeveer 30 seconden
vóór de ingestelde tijd).
• Wanneer u voor de opname een geheel nieuwe MD
gebruikt, begint de opname pas na 15 seconden.
• Indien de spanning niet eerder dan 30 seconden
vóór de ingestelde tijd is aangesloten, zal de
timeropname niet geactiveerd worden.
• Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
• Wanneer de MD-timeropname wordt ingesteld
terwijl de groepsfunctie is ingeschakeld, maar er
geen nieuwe groep wordt opgegeven, wordt het
materiaal opgenomen in een nieuwe groep.
Los verkrijgbare componenten
Aansluiten van los
verkrijgbare componenten
Op dit systeem kunt u een digitale of analoge
component aansluiten. U kunt ook een PC
aansluiten op de PC LINK-aansluiting en het
systeem vanaf de PC bedienen.
Naar de audio-uitgangsaansluitingen van
een analoge component
PC LINK
* Indien er op de aansluiting een dop is aangebracht,
dient u deze vóór gebruik te verwijderen.
Doe het volgende
Te luisteren naar de
aangesloten digitale
component
Druk herhaald op
FUNCTION om over te
schakelen op de functie
OPTICAL IN.
Te luisteren naar de
aangesloten analoge
component
Druk herhaald op
FUNCTION om over te
schakelen op de functie
ANALOG IN.
Het systeem vanaf
een PC te bedienen
Sluit de PC aan op de PC
LINK-aansluiting door
gebruikmaking van een Sony
PC-aansluitset (los
verkrijgbaar) die dit systeem
ondersteunt.
Los verkrijgbare componenten
Naar de digitale uitgangsaansluiting van een digitale
component*
Om
53NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
• Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact
te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
• Wanneer u de stekker van het systeem in het
stopcontact steekt, begint het systeem met het
opladen voor de afstandsbedienings- en
timerfuncties, ook al is het systeem zelf
uitgeschakeld. Hierdoor zal de buitenkant van het
apparaat warm worden. Dit is normaal.
• Om brand te voorkomen, mogen de
ventilatieopeningen van het apparaat niet worden
afgedekt door kranten, tafelkleden, gordijnen, enz.
Zet ook geen brandende kaarsen op het apparaat.
Installeren
• Installeer het systeem niet in een hellende positie.
• Installeer het systeem niet;
— op uiterst warme of koude plaatsen
— op stoffige of vuile plaatsen
— in een zeer vochtige omgeving
— op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
— op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Om te voorkomen dat u zich brandt, mag u de
behuizing niet aanraken.
Om een defect te voorkomen, mag de
ventilatieopening van de koelventilator niet worden
afgedekt.
Bediening
• Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet
juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
de condens is verdampt.
• Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen het betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Luidsprekersysteem
Dit luidsprekersysteem is niet magnetisch
afgeschermd. Hierdoor kan op sommige TVtoestellen magnetische vervorming van het beeld
optreden. In dergelijke gevallen dient u de TV
eenmaal uit te schakelen en vervolgens na 15 à 30
minuten weer in te schakelen.
Indien de storing hierdoor niet wordt
verholpen, dient u het luidsprekersysteem verder
van het TV-toestel te plaatsen. Plaats ook geen
voorwerpen waaraan magneten zijn bevestigd of
waarin magneten worden gebruikt, zoals audiorekken,
TV-standers en speelgoed, dicht bij het
luidsprekersysteem. Deze kunnen magnetische
vervorming van het TV-beeld veroorzaken ten
gevolge van hun inwerking op het systeem.
Opmerkingen over MD’s
• Stel de MD niet bloot door het schuifdeksel te
openen. Indien het schuifdeksel opengaat, moet u
dit onmiddellijk sluiten.
• Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Plaats van
label
Schuifdeksel
Ontwikkeling van hitte
54
• Tijdens gebruik wordt het systeem warm. Dit is
echter geen defect.
• Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Indien u dit systeem voortdurend met een hoog
volume gebruikt, zal de temperatuur van de behuizing
aan de bovenkant, zijkanten en onderkant aanzienlijk
NL stijgen.
• Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
• Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
• Bij de volgende CD’s kan er bij het opnemen op
een MD een leesfout of ruis optreden:
— CD’s waarop etiketten zijn geplakt
— CD’s met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
hart- of stervormige CD’s)
— CD’s waarbij alle tekst op slechts één kant is
gedrukt
— CD’s die oud zijn
— CD’s met krassen
— CD’s die vuil zijn
— CD’s die zijn kromgetrokken
• Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een
CD één van de volgende verschijnselen voordoet,
kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden:
— wanneer er tegen de CD-lade of een ander
onderdeel van het systeem wordt aangestoten;
— wanneer het systeem op een oneffen of zachte
ondergrond wordt geplaatst; of
— wanneer het systeem zich in de nabijheid van
een luidspreker, deur of andere trillingsbron
bevindt.
• Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt
er soms een extra geluidloos muziekstuk gecreëerd.
U kunt deze extra muziekstukken wissen met de
ERASE-functie (zie “Wissen van opnamen” op
blz. 35).
Opmerkingen over CD’s
Opmerking betreffende het afspelen
van CD-R’s en CD-RW’s
Discs die zijn opgenomen in CD-R- en CD-RWstations kunnen soms niet worden afgespeeld
vanwege krassen of vuil, of vanwege de conditie van
de opname of de kenmerken van het station. Ook
kunnen discs die aan het einde van de opname nog
niet voltooid zijn, niet worden afgespeeld.
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars met
een zachte doek die licht is bevochtigd met een
oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik
hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of
oplosmiddelen zoals verdunner, wasbenzine of
alcohol.
Alvorens een tape in het tapedeck te
plaatsen
Trek de tape strak indien deze loshangt. Anders zou
de tape in het mechanisme van het tapedeck
verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging.
Bij gebruik van een tape die langer is
dan 90 minuten
Een dergelijke tape rekt gemakkelijk uit. Vermijd
daarom herhaald afspelen en stoppen, of herhaald
vooruit- en terugspoelen. Hierdoor kan de tape in het
tapedeck verstrikt raken.
Beveiligen van een opgenomen tape
Om een opgenomen tape tegen abusievelijk wissen te
beveiligen, verwijdert u het nokje van kant A of B
(zie afbeelding).
Verwijder het
wispreventielipje
Indien u later opnieuw op de tape wilt opnemen, dient
u de opening met plakband te bedekken.
Reinigen van de koppen van het
tapedeck
Reinig de koppen na ongeveer iedere 10 uren van
gebruik. Reinig ook de koppen telkens vóór het
opnemen van belangrijk materiaal of na het afspelen
van een oude tape. Gebruik voor het reinigen een los
verkrijgbare reinigingscassette van het droge of natte
type. Voor nadere bijzonderheden dient u de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette te
raadplegen.
Demagnetiseren van de tapekoppen
Aanvullende informatie
• Alvorens u een CD gaat afspelen, dient u het
oppervlak van de CD schoon te vegen met een
doek. Veeg vanaf het midden naar de rand.
• Gebruik geen CD met plakband, etiketten of lijm
erop omdat het systeem hierdoor beschadigd kan
raken.
• Gebruik geen oplosmiddelen.
• Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen.
• Discs met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
een hart, vierkant of ster) kunnen op dit systeem
niet worden afgespeeld. Indien u probeert om dat
wel te doen, kan het systeem beschadigd raken.
Maak daarom geen gebruik van dergelijke discs.
Reiniging van de behuizing
Na elke 20 à 30 uur dient u de tapekoppen en de
metalen onderdelen die met de tape in aanraking
komen, te demagnetiseren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Nadere bijzonderheden vindt
u in de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
55NL
Systeembeperkingen van
MD’s
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn
beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn
niet te wijten aan mechanische oorzaken.
“Disc Full!” verschijnt voordat de
maximale opnameduur van de MD is
bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full!”, ongeacht de
totale opnameduur. Op de MD kunnen maximaal
255 muziekstukken worden opgenomen. Om verder
te gaan met opnemen, dient u onnodige
muziekstukken te wissen of een andere voor opname
geschikte MD te gebruiken.
“Disc Full!” verschijnt voordat het
maximale aantal muziekstukken
(255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en “Disc Full!” vroeger dan normaal
verschijnt.
“Group Full!” verschijnt in het
uitleesvenster
• Wanneer de groepsfunctie is ingeschakeld en er een
montage wordt uitgevoerd, kan “Group Full!”
verschijnen. Dit betekent dat er onvoldoende tekens
aanwezig zijn voor groepsbeheer. Wis overbodige
disctitels, groepstitels of andere tekens.
• Ook wanneer de groepsfunctie is uitgeschakeld,
worden de groepsbeheergegevens automatisch
bijgewerkt wanneer de functies voor het
verplaatsen, onderverdelen of andere montages
worden uitgevoerd zodat “Group Full!” kan
verschijnen.
De resterende opnameduur neemt
niet toe, ook niet na het wissen van
meerdere korte muziekstukken
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden*
tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd totmeer beschikbare opnameduur zal leiden.
* Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: circa
24 seconden
In de modus LP4 Stereo: circa 48 seconden
56NL
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Muziekstukken kunnen soms niet worden
samengevoegd wanneer één van de muziekstukken
die u wilt samenvoegen reeds al te vaak werd
gemonteerd.
De totale verstreken opnameduur
plus de resterende opnameduur op
de MD komen in totaal niet aan de
maximale opnameduur
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden*, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnameduur.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
* Tijdens stereo-opname:
In de modus Mono of LP2 Stereo: circa 4 seconden
In de modus LP4 Stereo: circa 8 seconden
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken kan het
geluid soms wegvallen
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden niet
correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen “L-SYNC” (blz.
27) op het display oplicht, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht:
• indien u hetzelfde muziekstuk op dezelfde disc
herhaald opneemt met de functie voor het herhalen
van één muziekstuk, enz.;
• indien u muziekstukken van verschillende discs,
maar met hetzelfde muziekstuknummer achter
elkaar opneemt;
• indien het ingangssignaal tussen muziekstukken
gedurende minder dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft;
• indien het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan twee seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft;
• indien u een muziekstuk van 4 seconden of minder
opneemt*.
* In de opnamemodus Stereo, Mono of LP2 Stereo (in
de opnamemodus LP4 Stereo: 8 seconden of
minder).
Er worden extra muziekstukken
gecreëerd
Wanneer er tussen twee muziekstukken op de CD een
lange stilte aanwezig is, kan er een extra muziekstuk
worden gecreëerd.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en
DAT’s, verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt
kopiëren.
Teneinde muziekprogramma’s met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
“Serial Copy Management System” waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie*
maken via een digitaal-naar-digitaalaansluiting.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv.
een CD of MD), maar u kunt geen tweede
kopie maken van de eerste-generatie kopie.
2 U kunt een kopie maken van een digitaal
signaal van een digitaal opgenomen analoog
geluidsprogramma (bijv. een analoge
grammofoonplaat of een muziekcassette) of
van een digitale satellietuitzending, maar u
kunt geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie.
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem
een storing optreedt, raadpleeg dan de
onderstaande storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Als een probleem niet te verhelpen is, neem
dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Algemeen
Er is geen geluid.
• Druk op VOLUME + of – (of VOL + of – op de
afstandsbediening).
• Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
• Controleer de luidsprekeraansluitingen (zie
blz. 7).
• Er wordt een versnelde CD-MDsynchroonopname gemaakt.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of het
links/rechts-volume is niet gebalanceerd.
• Sluit de luidsprekersnoeren goed aan (zie blz. 7).
• Plaats de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk.
• Sluit de bijgeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom of ruis.
“0:00” (bij het Europese model) of “12:00 AM”
(bij de overige modellen) knippert op het display.
• Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 8).
De timer kan niet worden ingesteld.
• Stel de klok en de timer opnieuw in (zie blz. 8).
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
• Zet het systeem verder weg van de storingsbron.
• Sluit het systeem aan op een ander stopcontact.
• Monteer een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar)
op de elektriciteitsleiding.
57NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
De timer werkt niet.
• Druk op CLOCK/TIMER SELECT op de
afstandsbediening om de timer in te stellen en de
indicatie “cDAILY” of “cREC” op het display
te doen oplichten (zie blz. 50 en 52).
• Controleer de instellingen en zorg dat de klok
goed is ingesteld (zie blz. 50 en 52).
• Schakel de SLEEP-timerfunctie uit (zie blz. 49).
De afstandsbediening werkt niet.
• Verwijder het obstakel.
• Breng de afstandsbediening dichter naar het
systeem.
• Richt de afstandsbediening naar de sensor op het
systeem.
• Vernieuw de batterijen (R6/formaat AA).
• Plaats het systeem op grotere afstand van de
TL-buisverlichting.
CD-speler
De CD slaat over.
• Veeg de CD schoon (zie blz. 55).
• Vervang de CD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage
tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig
dat de CD door de trillingen van de luidsprekers
overslaat.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE/DIRECTION
(of PLAY MODE op de afstandsbediening)
totdat “PGM” en “SHUF” beide zijn verdwenen
om terug te keren naar normaal afspelen.
“OVER” verschijnt op het display.
• Het einde van de CD is bereikt. Houd m
ingedrukt of druk op . om terug te keren naar
de gewenste positie voor afspelen.
De disc-lade sluit niet.
• Plaats de CD precies in het midden van de lade.
• Sluit de lade altijd door indrukken van Z CD.
Wanneer u probeert om de lade met uw hand te
sluiten, kan dit problemen met de CD-speler
veroorzaken.
De CD kan niet worden verwijderd.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Het afspelen begint niet.
• Open de CD-lade en controleer of er een CD is
geplaatst.
• Veeg de CD schoon (zie blz. 55).
• Vervang de CD.
• Plaats de CD precies in het midden van de lade.
• Plaats de CD in de lade, met de labelkant naar
boven.
• Verwijder de CD en veeg het vocht van de CD.
Laat het systeem daarna een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op CD NX om het afspelen te laten
beginnen.
58NL
MD-deck
Een MD kan niet worden geplaatst.
• Plaats de MD met de labelkant naar boven en het
pijltje naar het deck gericht.
De toetsen werken niet.
• Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
• Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat “TOC” of “STANDBY” is uitgegaan.
Het afspelen begint niet.
• Vervang de MD.
• Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
• Druk op MD NX om het afspelen te laten
beginnen.
• Druk op GROUP op de afstandsbediening om de
GROUP-indicator uit te schakelen.
De MD slaat over.
• Vervang de MD.
• Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek
zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele
stander).
• Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage
tonen en een hoog volume, is de kans aanwezig
dat de MD door de trillingen van de luidsprekers
overslaat.
• Plaats de disc en wacht 10 à 20 minuten, met het
systeem ingeschakeld.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk herhaald op PLAY MODE/DIRECTION
(of PLAY MODE op de afstandsbediening)
totdat “PGM” en “SHUF” beide zijn verdwenen
om terug te keren naar normaal afspelen.
Tapedeck
De tape neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje is verwijderd. Bedek de
opening met plakband (zie blz. 55).
• Het einde van de tape is bereikt.
De tape neemt niet op en speelt niet af, of het
geluidsniveau vermindert.
• De koppen zijn vuil. Reinig deze.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 55).
De tape wordt niet volledig gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 55).
Er is veel wow of flutter, of het geluid valt weg.
• De aandrukassen in het tapedeck zijn vuil. Reinig
deze met een reinigingscassette (zie blz. 55).
“OVER” verschijnt op het display.
• Het einde van de MD is bereikt. Houd m
ingedrukt of druk op . om terug te keren naar
de gewenste positie voor afspelen.
Tijdens het opnemen zal “OVER” oplichten.
De ruis neemt toe of de hoge frequenties worden
gewist.
• De opname- en weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer deze (zie
blz. 55).
• Stel het opnameniveau lager in (zie blz. 29).
De opname of montage is wel uitgevoerd, maar
de inhoudsopgave (TOC) is niet bijgewerkt.
Er kan niet worden opgenomen.
• Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat
de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 20).
• Sluit de los verkrijgbare component goed aan
(zie blz. 53).
• Schakel over op een andere geluidsbron.
• Vervang de MD door een voor opname geschikte
MD of gebruik de ERASE-functie om onnodige
muziekstukken te wissen (zie blz. 35).
Het geluid van een door u opgenomen MD is te
laag (of te hoog).
Er is geen geluid.
• Raadpleeg de algemene rubriek “Er is geen
geluid.” op blz. 57 en controleer de toestand van
het systeem.
• Sluit de component goed aan (zie blz. 53) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers van de snoeren er goed zijn
ingeduwd.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component en
begin met afspelen.
Aanvullende informatie
• De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer de
MD wordt verwijderd. Daarom dient u de MD na
het opnemen of monteren altijd te verwijderen
(zie blz. 20 en 30).
Los verkrijgbare componenten
Het geluid is vervormd.
• Stel het opnameniveau lager in (zie blz. 29).
• Stel het opnameniveau opnieuw in (zie blz. 41).
wordt vervolgd
59NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Tuner
Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen niet
worden ontvangen.
• Stel de juiste golfband en frequentie in (zie
blz. 43).
• Zorg dat de antenne goed is aangesloten (zie
blz. 7).
• Zoek een plaats en een oriëntatie die geschikt
zijn voor een goede ontvangst en installeer
daarna de antenne opnieuw. Indien u geen goede
ontvangst krijgt, is het raadzaam om een in de
handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten.
• De bijgeleverde FM-draadantenne ontvangt de
signalen over de volle lengte. Daarom moet u de
antenne volledig uittrekken.
• Plaats de antennes zo ver mogelijk van de
luidsprekersnoeren.
• Indien de bijgeleverde AM-antennedraad is
losgeraakt van de kunststof stander, dient u
contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
• Schakel de elektrische apparatuur in de buurt uit,
indien mogelijk.
Een stereo FM-programma kan niet in stereo
worden ontvangen.
• Druk herhaald op FM MODE totdat “STEREO”
op het display verschijnt.
• Zie “Er is veel brom of ruis, of zenders kunnen
niet worden ontvangen.” en controleer de
antenne.
Tijdens het opnemen op een MD is er cyclische
statische ruis te horen.
• Stel de oriëntatie en positie van de antenne
zodanig af dat de ruis stopt.
60NL
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed werkt,
dient u het systeem als volgt
opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker van het netsnoer weer in
het stopcontact.
3 Druk op ?/1 om het systeem in te
schakelen.
4 Druk x, ENTER/START en ?/1
tegelijkertijd in.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
voorgeprogrammeerde zenders, klokinstelling,
timerinstellingen en CD-disctitels, zijn
geannuleerd en moeten opnieuw worden
ingesteld.
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnosedisplayfunctie om u te waarschuwen wanneer
het systeem niet goed werkt. Op het display
verschijnen beurtelings een code van drie
tekens en een melding waarmee de storing
wordt aangegeven. Raadpleeg de onderstaande
lijst om de storing te verhelpen. Indien een
storing niet door uzelf kan worden verholpen,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle opnamen op de MD door gebruik van de
functie All Erase (zie blz. 36).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 57).
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van
de onderstaande meldingen verschijnen of
knipperen.
MD
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat
de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 20).
Assign None
Alle muziekstukken op een MD worden aan
groepen toegewezen.
Auto Cut
C12/Cannot Copy
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het
begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze daarna
opnieuw.
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van
30 seconden of meer ingevoerd waardoor het
opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opname geschikte
MD geplaatst of alle muziekstukken op de MD zijn
gewist.
Cannot Edit
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• U probeert te monteren in de stand voor afspelen
in geprogrammeerde of willekeurige volgorde.
Cannot REC
• Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
• De functie MD is ingesteld.
Aanvullende informatie
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals een
CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem eenmaal
uit en schakel het vervolgens weer in.
Cannot SYNC!
• Er zit geen disc in het MD-deck, of de MD is
beschermd tegen abusievelijk wissen.
• Er is geen opnametijd meer over op de MD.
wordt vervolgd
61NL
Zelfdiagnose-display (vervolg)
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken
(stappen) te programmeren.
Complete!
De MD-montage is voltooid.
Disc Full!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
Group Full!
Er is getracht een nieuwe groep te creëren terwijl
het maximale aantal groepen reeds is bereikt, of er
zijn onvoldoende tekens voor het bijwerken van de
groepsbeheergegevens.
Impossible
• U probeert een montagehandeling te verrichten
die niet mogelijk is.
• Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet worden
samengevoegd of gewist.
• U kunt als positie van onderverdeling niet het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk
kiezen.
Incomplete!
Het veranderen van het opnameniveau na het
opnemen of een bewerking met infaden en uitfaden
werd niet goed uitgevoerd omdat het systeem werd
blootgesteld aan trillingen of omdat de geplaatste
disc beschadigd of vuil is. Zet het systeem op een
stabiele plaats neer teneinde schokken en trillingen
zoveel mogelijk te beperken. Gebruik geen discs
die beschadigd of vuil zijn.
Initialize
Er is een lange stroomstoring geweest waardoor
het systeem automatisch opnieuw wordt
geïnitialiseerd.
Name Full
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuk-, disc- of groepstitels.
No Change
Terwijl u probeerde om het opnameniveau te
veranderen na het opnemen, hebt u ENTER/YES
ingedrukt zonder daadwerkelijk het opnameniveau
te veranderen waardoor de beoogde verandering
dus niet is uitgevoerd.
No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
OVER
62NL
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt en het systeem zich in de
pauzestand voor afspelen bevindt.
Push STOP!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE/
DIRECTION (of PLAY MODE op de
afstandsbediening) gedrukt.
—Rehearsal—
Bij gebruik van de functie A-B Erase en de functie
Divide wordt het aangegeven punt van
onderverdeling door het MD-deck ter bevestiging
afgespeeld.
S.F Edit!
Er is getracht een andere bediening uit te voeren in
de modus S.F Edit (veranderen van het
opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden).
S.F Edit NOW
U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na het
opnemen, infaden, uitfaden).
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een signaal
ingevoerd na een stilte van 3 seconden of meer,
maar minder dan 30 seconden.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC).
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven van de
opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens het
instellen van de positie van onderverdeling met
behulp van de DIVIDE-functie.
Tr Protect
Er is getracht een beveiligd muziekstuk te wissen.
CD
Technische gegevens
Cannot Edit
U probeert een titel in te voeren voor een CD
TEXT-disc.
CD No Disc
Er is geen CD geplaatst.
Complete!
De bewerking van de CD is voltooid.
Name Full
Er zijn reeds 50 disctitels in het systeem ingevoerd.
OVER
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens het
afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt.
Step Full!
U probeert om 26 of meer muziekstukken
(stappen) te programmeren.
TAPE
Cannot SYNC!
Er zit geen tape in het tapedeck, of het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tab
U kunt de tape niet opnemen omdat het
wispreventienokje is verwijderd.
No Tape
Versterker
Europees model:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
10 + 10 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
15 + 15 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie):
25 + 25 W
Overige modellen:
DIN-uitgangsvermogen (nominaal):
10 + 10 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie):
15 + 15 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THD)
Ingangen
ANALOG IN (tulpstekkers):
spanning 250 mV,
impedantie 47 kilohm
DIGITAL OPTICAL IN (Ondersteunde
bemonsteringsfrequenties: 32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
Uitgangen
PHONES (stereo-mini-aansluiting):
geschikt voor
hoofdtelefoon van 16 ohm
of meer.
SPEAKER:
geschikt voor impedantie
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Systeem
Laser
Frequentiebereik
Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
wordt vervolgd
Aanvullende informatie
Er zit geen tape in het tapedeck.
Hoofdapparaat (HCD-M10)
63NL
Technische gegevens (vervolg)
MD-deck
Systeem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik
5 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Tapedeck
Opnamesysteem
Frequentiebereik
Wow en flutter
4-sporen 2-kanaals stereo
50 – 13 000 Hz (±3 dB),
bij gebruik van Sony
TYPE I cassettes
±0,15% W. Peak (IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% W. Peak (DIN)
Tuner
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
(50 kHz stap)
Antenne
FM-draadantenne
Antenneaansluitingen
75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie
10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Europees model:
531 – 1 602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
Overige modellen:
531 – 1 602 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
530 – 1 710 kHz
(met interval ingesteld op
10 kHz)
Antenne
AM-raamantenne
Buitenantenneaansluitingen
Middenfrequentie
450 kHz
Luidspreker (SS-CM100)
Luidsprekersysteem
2-weg, basreflex-type
Luidsprekereenheden
Woofer:
10 cm diameter,
conus-type
Tweeter:
2,5 cm diameter,
koepel-type
Nominale impedantie
6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model:
Overige modellen:
230 V AC, 50/60 Hz
220 – 240 V AC,
50/60 Hz
Stroomverbruik
Europees model:
55 W
0,5 W (in de
energiebesparingsmodus)
Overige modellen:
55 W
Afmetingen (b/h/d), inclusief uitstekende onderdelen
en regelaars
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 159 × 216,5 × 330 mm
Luidspreker:
ca. 140 × 215 × 260 mm
Gewicht
Versterker/tuner/tapedeck/MD-deck/CD-speler:
ca. 4,9 kg
Luidsprekers:
ca. 2,3 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverde accessoires Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA)
batterijen (2)
AM-raamantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Optionele accessoires
Sony PC-aansluitset
(Zie de catalogus en
andere promotiematerialen
voor de datum waarop
deze worden uitgebracht.)
De optionele accessoires
voor dit systeem kunnen
zonder nadere
aankondiging worden
gewijzigd. Voor nadere
bijzonderheden dient u uw
dichtstbijzijnde Sonyhandelaar te raadplegen.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
64NL