Documenttranscriptie
Uit veiligheidsoverwegingen moet u dit
apparaat in het dashboard van de auto
installeren. Raadpleeg de bijgeleverde
handleiding voor installatie/aansluitingen voor
meer informatie over de installatie en
aansluitingen.
Dit label bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
Het naamplaatje met de bedrijfsspanning,
enzovoort bevindt zich aan de onderkant van de
behuizing.
Hierbij verklaart Sony Corp. dat het apparaat
MEX-BT2600 in overeenstemming is met de
essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Het gebruik van deze radioapparatuur is niet
toegestaan in het geografische gebied binnen een
straal van 20 km vanaf het centrum van
Ny-Alesund, Svalbard in Noorwegen.
Kennisgeving voor klanten in de landen
waar EU-richtlijnen van toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio, Japan.
De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC
en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland. Voor zaken met betrekking tot
onderhoud of garantie kunt u contact opnemen
met de adressen die worden vermeld in de
afzonderlijke onderhouds-of garantiedocumenten.
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Accessoire waarop dit van toepassing is:
Afstandsbediening
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de
meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden. Door deze
batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij
tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. In het geval dat
de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan
wel in verband met data-integriteit een permanente
verbinding met batterij vereisen, dient deze batterij enkel
door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te
worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste
wijze zal worden behandeld, dient het product aan het
eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van
elektro-, en elektronisch-materiaal. Voor alle andere
batterijen verwijzen we u naar het gedeelte hoe de batterij
veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de
batterij bij het desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van batterijen. Voor meer details in verband met
het recyclen van dit product of batterij, neemt u contact op
met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Het woordmerk Bluetooth en de logo's van
Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
en Sony Corporation gebruikt deze items onder
licentie. Overige handelsmerken en merknamen
zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
2
Inhoudsopgave
Welkom! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . 6
De kaartafstandsbediening voorbereiden. . . . . . 6
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het volume van elk apparaat aanpassen . . . . . . 6
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 7
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 7
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Kaartafstandsbediening RM-X304 . . . . . . . . 8
CD
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 10
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . 10
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . 10
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
De opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . 10
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . 10
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
AF en TA instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Muziek streamen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek van een audioapparaat
beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een audioapparaat bedienen met dit
apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De registratie van alle gekoppelde apparaten
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16
16
16
16
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . .
De geluidskenmerken wijzigen . . . . . . . . .
De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . .
Instelitems aanpassen — SET. . . . . . . . . . . . .
Optionele apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . .
Randapparatuur voor audio . . . . . . . . . . . .
CD/MD-wisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningssatelliet RM-X4S . . . . . . . . . . .
17
17
17
18
19
19
19
20
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . .
Afspeelvolgorde van
MP3-/WMA-bestanden . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over MP3-bestanden. . . . . . . . .
Informatie over WMA-bestanden . . . . . . .
Informatie over de Bluetooth-functie. . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen/berichten . . . . . . . . . . . . . .
21
21
22
22
22
22
23
24
25
26
28
Bluetooth-functie
Bluetooth-bewerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Informatie over
Bluetooth-pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . 14
Verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De uitvoer van het Bluetooth-signaal van dit
apparaat overschakelen naar
ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een mobiele telefoon aansluiten . . . . . . . . . 14
Een audioapparaat aansluiten . . . . . . . . . . . 14
Handsfree bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Gesprekken ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Gespreksoverdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Spraakkeuze activeren . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3
Microsoft, Windows Media
en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in
de VS en/of andere landen.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat u de functie voor automatisch
uitschakelen instelt (pagina 18).
Hiermee wordt het apparaat na de ingestelde
tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld
nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leegraakt.
Als u de functie voor automatisch uitschakelen
niet instelt, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het
scherm verdwijnt wanneer u het contactslot op
uit zet.
Welkom!
Dank u voor de aankoop van dit Sony
Bluetooth™-audiosysteem. U kunt tijdens het
rijden genieten van de volgende functies.
• CD's afspelen
U kunt CD-DA's (met CD TEXT) en
CD-R's/CD-RW's (MP3-/WMA-bestanden
(pagina 22)) afspelen.
Soorten discs
Label op de disc
CD-DA
MP3
WMA
• Radio-ontvangst
– U kunt maximaal 6 zenders per band opslaan
(FM1, FM2, FM3, MW en LW).
– BTM (geheugen voor beste afstemming): Met
het apparaat worden zenders met sterke
signalen geselecteerd en opgeslagen.
• RDS-diensten
– U kunt FM-zenders met RDS
(radiogegevenssysteem) gebruiken.
• Bluetooth-functie
– Handsfree bellen met uw mobiele telefoon in
de auto. Dit apparaat kan antwoorden en
opnieuw bellen.
– Muziek streamen vanaf uw mobiele telefoon
of draagbare audioapparaat.
– De profielen HFP 1.5, HSP, A2DP en AVRCP
worden ondersteund.
• Geluidsaanpassing
– EQ3 stage2: U kunt kiezen uit 7 ingestelde
equalizercurves.
• Optionele apparaten bedienen
U kunt ook optionele apparaten, zoals CD/MDwisselaars, bedienen.
• Randapparatuur aansluiten
Op de AUX-ingang aan de voorkant van het
apparaat kunt u draagbare audioapparatuur
aansluiten.
4
Let op
Noodoproepen
IN GEEN GEVAL IS SONY AANSPRAKELIJK
VOOR ENIGE INCIDENTELE OF INDIRECTE
SCHADE, GEVOLGSCHADE OF ANDERE
SCHADE, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT WINSTDERVING, INKOMSTENVERLIES,
GEGEVENSVERLIES, HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT OF
BIJBEHORENDE APPARATUUR, UITVALTIJD
EN DE TIJD VAN DE AANKOPER
GERELATEERD AAN OF VOORTVLOEIEND
UIT HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE
BIJBEHORENDE HARDWARE EN/OF
SOFTWARE.
Dit handsfree Bluetooth-apparaat voor in de auto en
het elektronische apparaat dat is aangesloten op het
handsfree apparaat, maken gebruik van zowel
radiosignalen, mobiele telefoonnetwerken en vaste
telefoonnetwerken als door de gebruiker
geprogrammeerde functies, waardoor de verbinding
niet in alle omstandigheden kan worden
gegarandeerd.
Vertrouw daarom voor belangrijke communicatie
(zoals medische noodgevallen) niet alleen op
elektronische apparaten.
Houd er rekening mee dat als u wilt bellen of
gesprekken wilt ontvangen, het handsfree apparaat
en het elektronische apparaat dat is verbonden met
het handsfree apparaat, moeten zijn ingeschakeld in
een servicegebied met voldoende mobiele
ontvangst.
Noodoproepen zijn wellicht niet mogelijk op alle
mobiele telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties worden
gebruikt.
Controleer dit bij uw lokale serviceprovider.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Veilig en efficiënt gebruik
Wijzigingen of aanpassingen van dit apparaat die
niet nadrukkelijk zijn goedgekeurd door Sony,
kunnen het gebruiksrecht van de gebruiker teniet
doen.
Controleer voordat u dit product gebruikt de
uitzonderingen, vanwege nationale vereisten of
beperkingen, met betrekking tot het gebruik van
Bluetooth-apparatuur.
Autorijden
Opmerking over de lithiumbatterij
Stel de batterij niet bloot aan extreem hoge
temperaturen, zoals direct zonlicht, vuur, enzovoort.
Controleer de wetgeving en de voorschriften met
betrekking tot het gebruik van mobiele telefoons en
handsfree apparaten in de gebieden waar u rijdt.
Let altijd aandachtig op tijdens het autorijden en
verlaat de weg en parkeer de auto voordat u belt of
een gesprek ontvangt als de
verkeersomstandigheden dit noodzakelijk maken.
Verbinding maken met andere
apparaten
Wanneer u verbinding maakt met andere apparaten,
moet u eerst de bijbehorende gebruikershandleiding
lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
Blootstelling aan radiofrequenties
RF-signalen beïnvloeden wellicht onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in auto's, zoals elektronische
brandstofinjectiesystemen, elektronische antiblokkeersystemen (anti-slip), elektronische
snelheidsbeperkingssystemen of airbagsystemen.
Voor installatie van of onderhoud aan dit apparaat
kunt u het beste contact opnemen met de fabrikant
van uw auto of een vertegenwoordiger van de
fabrikant. Onjuiste installatie of onjuist onderhoud
kan gevaarlijk zijn en kan eventuele garanties die
van toepassing zijn op dit apparaat, ongeldig maken.
Raadpleeg de fabrikant van uw auto om te
controleren of het gebruik van uw mobiele telefoon
in de auto niet van invloed is op de elektronische
systemen van de auto.
Controleer regelmatig of alle onderdelen van het
draadloze apparaat correct in de auto zijn
gemonteerd en correct functioneren.
5
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw
instellen.
Maak het voorpaneel los en druk met een puntig
voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets.
RESET
toets
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens
gewist.
De kaartafstandsbediening
voorbereiden
Voordat u de kaartafstandsbediening gebruikt,
moet u eerst het beschermende verwijderen.
De klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "CLOCK-ADJ" wordt weergegeven.
3
Druk op (SEEK) +.
De aanduiding voor het uur begint te
knipperen.
4
Draai de volumeknop om het uur en de
minuten in te stellen.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (SEEK) –/+.
5
Druk op de selectietoets.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Als u de klok wilt weergeven, drukt u op
(DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te
keren naar het vorige scherm.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 12).
Het volume van elk apparaat
aanpassen
Tip
Zie "De lithiumbatterij van de kaartafstandsbediening
vervangen" op pagina 23 voor meer informatie over
het vervangen van de batterij.
6
Wanneer u het apparaat aansluit op een draagbaar
audioapparaat via een Bluetooth-verbinding of
de AUX-ingang, kunt u het beste het volume van
het aangesloten apparaat aanpassen, of het
volume van elk aangesloten apparaat aanpassen
in het instelmenu op dit apparaat. Zie "Het
volume aanpassen" op pagina 16 voor Bluetoothapparaten. Zie "Het volume aanpassen" op
pagina 19 voor apparaten die zijn aangesloten op
de AUX-ingang.
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het apparaat
verwijderen om diefstal te voorkomen.
Het voorpaneel bevestigen
Plaats deel A van het voorpaneel op deel B van
het apparaat, zoals wordt weergegeven, en druk
de linkerzijde vast tot deze klikt.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1
Druk op (OFF).
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
2
Druk op
en trek het voorpaneel
naar u toe.
A
B
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het scherm.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
7
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
12 3
4
5
6
78
OFF
BLUETOOTH
PUSH SELECT /
BT
SOURCE
AUX
SEEK
SEEK
SCRL
MODE
DSPL
ALBUM
PTY
AF/TA
1
9 q; qa qs qd
qh
2
REP
SHUF
MIC
PAUSE
3
4
5
6
qf
qg
qj
RESET
Kaartafstandsbediening
RM-X304
1
4
qk
OFF
SOURCE
ATT
SEL
MODE
wa
qs
ws
+
wd
–
ql
w;
8
SCRL
DSPL
1
2
3
4
5
6
+
VOL
–
wf
wg
In dit gedeelte vindt u informatie over de locatie
van bedieningselementen en instructies voor
algemene handelingen.
Bekijk de betreffende pagina's voor meer
informatie.
Zie "Optionele apparaten gebruiken" op
pagina 19 voor meer informatie over het
bedienen van optionele apparaten (CD/MDwisselaars, enzovoort). De overeenkomstige
toetsen op de kaartafstandsbediening bedienen
dezelfde functies als die op het apparaat.
A OFF toets
Uitschakelen; de bron stoppen.
B BLUETOOTH toets pagina 13
Bluetooth-signaal in-/uitschakelen,
koppelen.
C Volumeknop/selectietoets
(handsfree) toets pagina 15
Het volume regelen (draaien); instelitems
selecteren (indrukken en draaien); gesprek
ontvangen/beëindigen (indrukken).
D SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen*1 (Radio/CD/
AUX/Bluetooth-audio/Bluetooth-telefoon).
E Discsleuf
Plaats de disc (met het label omhoog) en het
afspelen begint.
F Display
G AUX-ingang pagina 19
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
H Z (uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
I
(voorpaneel loslaten) toets
pagina 7
J DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
pagina 10
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
K SEEK –/+ toetsen
CD:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven
overslaan (indrukken, vervolgens binnen
1 seconde nogmaals indrukken en
vasthouden); een track snel terug-/
vooruitspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(indrukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
Bluetooth-audioapparaat*2:
Tracks overslaan (indrukken).
L MODE toets pagina 10
De radioband selecteren (FM/MW/LW*1).
M AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)/
PTY (programmatype) toets pagina 12
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
N Cijfertoetsen
CD:
(1)/(2): ALBUM –/+*3
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(3): REP pagina 10
(4): SHUF pagina 10
(6): PAUSE*4
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Bluetooth-audioapparaat*2:
(6): PAUSE*4
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Bluetooth-telefoon:
(5): MIC pagina 15
O Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
P RESET toets (bevindt zich achter het
voorpaneel) pagina 6
Q Microfoon pagina 15
Opmerking
Dek de microfoon niet af. De handsfree functie
werkt dan mogelijk niet correct.
De volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening verschillen van de
toetsen op het apparaat of hebben andere functies
dan de toetsen op het apparaat. Verwijder het
beschermende laagje vóór gebruik (pagina 6).
qk < (.)/, (>) toetsen
CD/radio bedienen, dezelfde functie als
(SEEK) –/+ op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met < ,.
ql DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
w; VOL (volume) +/– toets
Het volume aanpassen.
wa ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
ws SEL (selecteren)/
(handsfree)
toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
apparaat.
wd M (+)/m (–) toetsen
CD bedienen, dezelfde functie als (1)/(2)
(ALBUM –/+) op het apparaat.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden geregeld met M m.
wf SCRL (rollen) toets
Het schermitem rollen.
wg Cijfertoetsen
De opgeslagen zenders ontvangen (indrukken);
zenders opslaan (ingedrukt houden).
*1 Als er een CD/MD-wisselaar is aangesloten:
wanneer er op (SOURCE) wordt gedrukt, wordt het
aangesloten apparaat ("MD") op het scherm
weergegeven, afhankelijk van het apparaat dat is
aangesloten. Als er op (MODE) wordt gedrukt, kunt
u bovendien de wisselaar wijzigen.
*2 Als een Bluetooth-audioapparaat is aangesloten
(moet het Bluetooth-profiel AVRCP ondersteunen).
Afhankelijk van het apparaat, zijn bepaalde
functies wellicht niet beschikbaar.
*3 Bij het afspelen van een MP3-/WMA-bestand.
*4 Als op dit apparaat wordt afgespeeld.
Opmerking
Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op
het apparaat wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het apparaat eerst te activeren.
9
CD
Radio
Zenders opslaan en ontvangen
Schermitems
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (geheugen voor beste
afstemming) gebruiken om ongelukken te
vermijden.
A Bron
B Tracknummer/verstreken speelduur, naam
van disc/artiest, albumnummer*1,
albumnaam, tracknaam, tekstinformatie*2,
klok
Automatisch opslaan — BTM
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
2
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BTM" wordt weergegeven.
Tip
De weergegeven items zijn afhankelijk van het model,
het disctype, de opname-indeling en de instellingen.
Zie pagina 22 voor meer informatie over MP3/WMA.
4
Druk op (SEEK) +.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de instelling
is opgeslagen.
*1 Het albumnummer wordt alleen weergegeven als
het album wordt gewijzigd.
*2 Als u MP3-bestanden afspeelt, wordt de ID3-tag
weergegeven en wanneer u WMA-bestanden
afspeelt, wordt de WMA-tag weergegeven.
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
Handmatig opslaan
1
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM*
Album herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM*
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DISC
Disc in willekeurige
volgorde afspelen.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de
AF-/TA-instelling ook opgeslagen (pagina 11).
De opgeslagen zenders ontvangen
1
* Bij het afspelen van een MP3-/WMA-bestand.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of "SHUF
OFF".
10
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets
((1) tot en met (6)) ingedrukt tot
"MEM" wordt weergegeven.
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1
Selecteer de band en druk op
(SEEK) –/+ om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tip
Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u (SEEK) –/+ ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u vervolgens
herhaaldelijk op (SEEK) –/+ om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
RDS
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
* behalve tijdens een gesprek
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop is
afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
Overzicht
FM-zenders met de RDS-dienst
(radiogegevenssysteem) sturen onhoorbare
digitale informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
Schermitems
AF en TA instellen
1
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
AF-ON
AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA-ON
A Frequentie* (programmaservicenaam),
voorinstelnummer, klok, RDS-gegevens
B TA/TP*2
TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF, TA-ON
AF en TA inschakelen.
AF, TA-OFF
AF en TA uitschakelen.
*1 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van
de frequentieaanduiding weergegeven.
*2 "TA" knippert tijdens de verkeersinformatie. "TP"
gaat branden als dergelijke zenders worden
ontvangen.
RDS-zenders met de AF- en TAinstelling opslaan
A
B
1
Als u de schermitems A wilt wijzigen, drukt u
op (DSPL).
RDS-diensten
Dit apparaat biedt automatisch RDS-diensten op
de volgende manier:
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd en wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.*
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met elk hun
AF-/TA-instelling.
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.*
* behalve tijdens een gesprek
Tip
Als u het volume aanpast tijdens een verkeersbericht,
wordt dat volume opgeslagen in het geheugen voor
volgende verkeersberichten, onafhankelijk van het
normale volume.
vervolg op volgende pagina t
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
11
Een regionaal programma
beluisteren — REG
Als de AF-functie is ingeschakeld: met de
fabrieksinstelling van het apparaat wordt
ontvangst tot een bepaalde regio beperkt, zodat er
niet automatisch wordt overgeschakeld naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u tijdens FM-ontvangst
"REG-OFF" in bij de instellingen (pagina 18).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
PTY selecteren
1
Houd (AF/TA) (PTY) ingedrukt tijdens
FM-ontvangst.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
12
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) (PTY) tot
het gewenste programmatype
verschijnt.
3
Druk op (SEEK) –/+.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype
uitzendt.
Programmatypen
NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten),
INFO (Informatie), SPORT (Sport),
EDUCATE (Educatieve programma's),
DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur),
SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen),
POP M (Populaire muziek), ROCK M
(Rock-muziek), EASY M (Easy Listening),
LIGHT M (Licht klassiek), CLASSICS
(Klassiek), OTHER M (Ander type muziek),
WEATHER (Weerberichten), FINANCE
(Financiën), CHILDREN (Kinderprogramma's),
SOCIAL A (Sociale zaken), RELIGION
(Religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL
(Reizen), LEISURE (Ontspanning), JAZZ
(Jazz-muziek), COUNTRY (Country-muziek),
NATION M (Nationale muziek), OLDIES
(Oldies), FOLK M (Folk-muziek),
DOCUMENT (Documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
CT instellen
1
Stel "CT-ON" in bij de instellingen
(pagina 18).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil zijn tussen de tijd van de CTfunctie en de werkelijke tijd.
3
Bluetooth-functie
Bluetooth-bewerkingen
Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken, is de
volgende procedure vereist.
1 Koppelen
Wanneer u Bluetooth-apparaten voor het eerst
aansluit, moeten de apparaten onderling
worden geregistreerd. Dit wordt "koppelen"
genoemd. Deze registratie (koppelen) is
alleen de eerste keer vereist. Daarna
herkennen dit apparaat en de andere
apparaten elkaar automatisch. U kunt
maximaal 9 apparaten koppelen. (Afhankelijk
van het apparaat moet u wellicht voor elke
verbinding een toegangscode invoeren.)
2 Verbinding
U kunt soms via koppelen automatisch
verbinding maken. Als u het apparaat wilt
gebruiken nadat het is gekoppeld, maakt u
verbinding.
3 Handsfree bellen/Muziek streamen
U kunt handsfree bellen en naar muziek
luisteren wanneer er verbinding is gemaakt.
Stel het Bluetooth-apparaat in om te
zoeken naar dit apparaat.
Een lijst met gevonden apparaten verschijnt in
het scherm van het aangesloten apparaat. Dit
apparaat wordt weergegeven als "XPLOD" op
het aangesloten apparaat.
DR-BT30Q
XPLOD
XXXXXXX
4
Als er naar een toegangscode* wordt
gevraagd op het scherm van een
aangesloten apparaat, voert u "0000"
in.
XXXX
Voer een
toegangscode
in.
"0000"
Dit apparaat en het Bluetooth-apparaat
onthouden de gegevens en wanneer een
koppeling is gemaakt, is het apparaat gereed
voor verbinding met het apparaat.
Koppelen
Registreer ("koppel") eerst een Bluetoothapparaat (mobiele telefoon, enzovoort) bij dit
apparaat en andersom. U kunt maximaal 9
apparaten koppelen. Zodra de koppeling is
gemaakt, hoeft u dit niet opnieuw te doen.
1
Plaats het Bluetooth-apparaat binnen
1 m van dit apparaat.
2
Houd (BT) ingedrukt tot " " gaat
knipperen (ongeveer 5 seconden).
Het apparaat schakelt over naar de standbymodus voor koppelen.
knippert
" " knippert en blijft vervolgens branden
nadat het koppelen is voltooid.
5
Stel het Bluetooth-apparaat in om
verbinding te maken met dit apparaat.
" " of " " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
* Toegangscode kan ook "wachtwoord", "PIN-code",
"PIN-nummer" of "paswoord", enzovoort worden
genoemd, afhankelijk van het apparaat.
Opmerking
De stand-bymodus voor koppelen wordt pas
uitgeschakeld tot er verbinding is gemaakt.
13
Informatie over Bluetoothpictogrammen
De volgende pictogrammen worden gebruikt
door dit apparaat.
brandt:
knippert:
uit:
Bluetooth-signaal
ingeschakeld
Stand-bymodus voor
koppelen
Bluetooth-signaal
uitgeschakeld
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
Verbinding
Als de koppeling al is gemaakt, begint u de
bewerking vanaf dit punt.
De uitvoer van het Bluetoothsignaal van dit apparaat
overschakelen naar ingeschakeld
Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken,
schakelt u de uitvoer van het Bluetooth-signaal
op dit apparaat in.
1
Houd (BT) ingedrukt tot " " gaat
branden (ongeveer 3 seconden).
Het Bluetooth-signaal wordt overgeschakeld
naar ingeschakeld.
Een mobiele telefoon aansluiten
14
1
Zorg dat dit apparaat en de mobiele
telefoon zijn overgeschakeld naar
Bluetooth-signaal ingeschakeld.
2
Maak verbinding met dit apparaat met
de mobiele telefoon.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Verbinding maken met de laatste
mobiele telefoon die verbinding heeft
gemaakt met dit apparaat
1 Zorg dat dit apparaat en de mobiele telefoon
zijn overgeschakeld naar Bluetooth-signaal
ingeschakeld.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "BT
PHONE" wordt weergegeven.
3 Druk op
(handsfree).
" " knippert terwijl de verbinding wordt
gemaakt. Vervolgens blijft " " branden
wanneer de verbinding is gemaakt.
Opmerking
Wanneer u Bluetooth-audio streamt, kunt u vanaf dit
apparaat geen verbinding maken met de mobiele
telefoon. Maak in plaats vanaf de mobiele telefoon
verbinding met het apparaat. U hoort wellicht een
geluid van de verbinding door het geluid dat wordt
afgespeeld.
Tip
Bluetooth-signaal ingeschakeld: wanneer het contact
is ingeschakeld, maakt het apparaat automatisch
opnieuw verbinding met de mobiele telefoon die het
laatst was aangesloten. De automatische verbinding is
echter ook afhankelijk van de technische gegevens
van de mobiele telefoon. Als dit apparaat niet
automatisch verbinding maakt, maakt u handmatig
verbinding.
Een audioapparaat aansluiten
1
Zorg dat dit apparaat en het
audioapparaat zijn overgeschakeld
naar Bluetooth-signaal ingeschakeld.
2
Maak verbinding vanaf dit apparaat
met het audioapparaat.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Verbinding maken met het laatste
verbonden audioapparaat vanaf dit
apparaat
1 Zorg dat dit apparaat en het audioapparaat zijn
overgeschakeld naar Bluetooth-signaal
ingeschakeld.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "BT
AUDIO" wordt weergegeven.
3 Druk op (6).
" " knippert terwijl de verbinding wordt
gemaakt. Vervolgens blijft " " branden
wanneer de verbinding is gemaakt.
Handsfree bellen
Gesprekken ontvangen
Als u een gesprek ontvangt, hoort u de beltoon
via de autoluidsprekers. Controleer vooraf of er
verbinding is gemaakt tussen dit apparaat en de
mobiele telefoon.
1
Druk op (handsfree) wanneer een
gesprek wordt ontvangen met een
beltoon.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op
Gespreksoverdracht
Als u het juiste apparaat (dit apparaat/mobiele
telefoon) wilt inschakelen/uitschakelen,
controleert u het volgende.
1
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
mobiele telefoon voor meer informatie over de
werking van de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon, kan de handsfree
verbinding worden verbroken wanneer u probeert een
gesprek door te schakelen.
(handsfree) of op (OFF).
Als u een binnenkomend gesprek wilt weigeren,
houdt u (handsfree) 2 seconden ingedrukt.
Microfoonsterkte aanpassen
U kunt schakelen tussen twee volumeniveaus
("LOW" of "HI") om een geschikt niveau voor de
andere persoon tijdens een gesprek in te stellen.
1 Druk op (5) tijdens een gesprek.
Het item wordt als volgt gewijzigd:
Spraakkeuze activeren
U kunt spraakkeuze activeren op een mobiele
telefoon die op dit apparaat is aangesloten door
het spraaklabel uit te spreken dat op de mobiele
telefoon is opgeslagen, waarna er wordt gebeld.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Druk op (handsfree).
De spraakkeuzestand op de mobiele telefoon
wordt geactiveerd.
3
Spreek het spraaklabel uit dat op de
mobiele telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en er wordt gebeld.
MIC-LOW y MIC-HI
Opmerking
De microfoon van dit apparaat bevindt zich aan de
achterkant van het voorpaneel (pagina 9). Dek de
microfoon niet af met tape, enzovoort.
Bellen
Als u belt vanaf dit apparaat, wordt alleen
opnieuw bellen gebruikt.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Houd (handsfree) ten minste 3
seconden ingedrukt.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op
Houd (handsfree) ingedrukt of
gebruik de mobiele telefoon.
(handsfree) of op (OFF).
Als u een andere telefoon wilt bellen, gebruikt u
uw mobiele telefoon en schakelt u het gesprek
vervolgens door.
Controleer het volgende voor
overdrachtsgegevens van het gesprek.
Opmerkingen
• Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt tussen
dit apparaat en de mobiele telefoon.
• Sla van tevoren een spraaklabel op uw mobiele
telefoon op.
• Als u spraakkeuze activeert op een mobiele telefoon
die op dit apparaat is aangesloten, werkt deze
functie mogelijk niet in bepaalde gevallen.
• Lawaai, zoals een lopende motor, kunnen de
geluidsherkenning verstoren. Om de herkenning te
verbeteren, moet u de functie gebruiken bij
omstandigheden met zo min mogelijk lawaai.
• Spraakkeuze werkt mogelijk niet in bepaalde
situaties, afhankelijk van de effectiviteit van de
herkenningsfunctie van de mobiele telefoon.
Raadpleeg de ondersteuningssite voor meer
informatie (pagina 26).
Tips
• Spreek op dezelfde manier als toen u het
spraaklabel hebt opgeslagen.
• Sla een spraaklabel op terwijl u in de auto zit, via dit
apparaat met "BT PHONE" geselecteerd als bron.
15
Muziek streamen
Muziek van een audioapparaat
beluisteren
U kunt op dit apparaat luisteren naar muziek van
een audioapparaat als het audioapparaat het
Bluetooth-profiel A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) ondersteunt.
1
2
Verlaag het volume op dit apparaat.
3
Start het afspelen op het
audioapparaat.
4
Pas het volume aan op dit apparaat.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT AUDIO" wordt weergegeven.
Het volume aanpassen
Het volume kan worden aangepast voor elk
verschil tussen het apparaat en het Bluetoothaudioapparaat.
1 Start het afspelen op het Bluetoothaudioapparaat met een normaal volume.
2 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
3 Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot
"BTA" wordt weergegeven en draai de
volumeknop om het ingangsniveau aan te
passen (–8 dB tot +18 dB).
Een audioapparaat bedienen met
dit apparaat
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren op dit
apparaat als het audioapparaat het Bluetoothprofiel AVRCP (Audio Video Remote Control
Profile) ondersteunt. (De bediening verschilt per
audioapparaat.)
Actie
Toets
Afspelen
(6) (PAUSE)* op dit apparaat.
Onderbreken
(6) (PAUSE)* op dit apparaat.
Tracks
overslaan
SEEK –/+ (./>) [één
keer voor elke track]
* Afhankelijk van het apparaat moet u wellicht twee
keer op deze toets drukken.
Bewerkingen die hierboven niet worden
genoemd, moeten op het audioapparaat worden
uitgevoerd.
16
Opmerkingen
• Tijdens het afspelen van een audioapparaat wordt
informatie, zoals tracknummer/tijd, afspeelstatus,
enzovoort, over een aangesloten audioapparaat niet
op dit apparaat weergegeven.
• Zelfs als de bron wordt gewijzigd op dit apparaat,
wordt het afspelen op het audioapparaat niet
gestopt.
Tip
U kunt een mobiele telefoon die ondersteuning biedt
voor A2DP (Advanced Audio Distribution Profile),
verbinden als audioapparaat en naar muziek luisteren.
De registratie van alle
gekoppelde apparaten
verwijderen
1
Druk op (OFF).
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
2
Als " " brandt, houdt u (BT)
ingedrukt tot " " uitgaat.
3
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
5
Druk op (SEEK) +.
De initialisatie wordt gestart.
Het duurt 3 seconden voordat alle registraties
zijn geannuleerd. Schakel het apparaat niet uit
terwijl "INITIAL" knippert.
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BT INIT" wordt weergegeven.
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
*1 Als EQ3 is ingeschakeld.
*2 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB"
(pagina 18).
*3 Als de AUX-bron is geactiveerd.
*4 Als Bluetooth-audiobron is ingeschakeld
(pagina 16).
De geluidskenmerken wijzigen
1
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
Draai de volumeknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Na 3 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
"z" geeft de standaardinstellingen aan.
EQ3
Een equalizertype selecteren: "XPLOD" (z),
"VOCAL", "EDGE", "CRUISE", "SPACE",
"GRAVITY", "CUSTOM" of "OFF".
LOW*1, MID*1, HI*1 (pagina 17)
De equalizercurve aanpassen.
BAL (balans)
De balans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen: "RIGHT-10" –
"CENTER" (z) – "LEFT-10"
FAD (fader)
De balans tussen de voor- en achterluidsprekers
aanpassen: "FRONT-10" – "CENTER" (z) –
"REAR-10"
SUB*2 (subwoofervolume)
Het subwoofervolume aanpassen: "+10 dB" –
"0 dB" (z) – "–10 dB"
("ATT" wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
AUX*3 (AUX-niveau)
Het volume voor elk aangesloten randapparaat
aanpassen. Bij deze instelling hoeft het volume
tussen bronnen niet worden aangepast
(pagina 19).
Aanpasbaar niveau: "+18 dB" – "0 dB" (z) –
"–8 dB"
BTA*4
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
Bluetooth-audioapparaat. Bij deze instelling
hoeft het volume tussen bronnen niet worden
aangepast (pagina 16).
Aanpasbaar niveau: "+18 dB" – "0 dB" (z) –
"–8 dB"
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op de selectietoets om
"EQ3" te selecteren.
2
Draai de volumeknop om "CUSTOM"
te selecteren.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
4
Draai de volumeknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
Herhaal stap 3 en 4 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
Na 3 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
17
Instelitems aanpassen — SET
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Draai de volumeknop om de instelling
te selecteren (bijvoorbeeld "ON" of
"OFF").
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het instellen is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
"z" geeft de standaardinstellingen aan.
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 6)
CT (kloktijd)
"CT-ON" of "CT-OFF" (z) instellen
(pagina 11, 12).
BEEP
"BEEP-ON" (z) of "BEEP-OFF" instellen.
RM (bedieningssatelliet)
De werkingsrichting van de toetsen op de
bedieningssatelliet wijzigen.
– "NORM" (z): om de bedieningssatelliet in de
standaardpositie te gebruiken.
– "REV": wanneer u de bedieningssatelliet
rechts op de stuurkolom monteert.
AUX-A*1 (AUX-audio)
Het AUX-bronscherm instellen op "AUX-AON" (z) of "AUX-A-OFF" (pagina 19).
A.OFF (automatisch uitschakelen)
Automatisch volledig uitschakelen na de
gewenste tijd wanneer het apparaat is
uitgeschakeld:
– "A.OFF-NO" (z), "A.OFF-30S (seconden)",
"A.OFF-30M (minuten)" of "A.OFF-60M
(minuten)".
SUB/REAR*1
De audio-uitvoer wijzigen.
– "SUB-OUT" (z): het geluid via een subwoofer
weergeven.
– "REAR-OUT": het geluid via een versterker
weergeven.
DEMO (demonstratie)
"DEMO-ON" (z) of "DEMO-OFF" instellen.
18
DIM (dimmer)
De helderheid van het scherm regelen.
– "DIM-ON": om het scherm te dimmen.
– "DIM-OFF" (z): om de dimmer uit te
schakelen.
A.SCRL (automatisch rollen)
Lange schermitems automatisch laten rollen als
de disc/track of het album wordt gewijzigd.
– "A.SCRL-ON" (z): om items te rollen.
– "A.SCRL-OFF": om items niet te rollen.
LOCAL (lokale zoekfunctie)
– "LOCAL-ON": om alleen af te stemmen op
krachtige zenders.
– "LOCAL-OFF" (z): om af te stemmen met
normale ontvangst.
MONO*2 (monostand)
Selecteer de mono-ontvangststand als u slechte
FM-ontvangst wilt verbeteren.
– "MONO-ON": om stereo-uitzendingen in
mono te horen.
– "MONO-OFF" (z): om stereo-uitzendingen in
stereo te horen.
REG*2 (regionaal)
"REG-ON" (z) of "REG-OFF" instellen
(pagina 12).
LPF*3 (laagdoorlaatfilter)
Hiermee selecteert u de kantelfrequentie van de
subwoofer: "LPF OFF" (z), "LPF125Hz" of
"LPF 78Hz".
LOUD (Loudness)
Hiermee kunt u het geluid goed horen met een
laag volume.
– "LOUD-ON": om hoge en lage tonen te
versterken.
– "LOUD-OFF" (z) : om hoge en lage tonen niet
te versterken.
BTM (pagina 10)
BT INIT*1 (pagina 16)
*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB".
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) op het apparaat en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het apparaat en het draagbare audioapparaat.
Volg de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1 Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2 Verlaag het volume op het apparaat.
3 Sluit het draagbare audioapparaat aan.
AUX
CD/MD-wisselaar
De wisselaar selecteren
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" of
"MD" wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot de
gewenste wisselaar wordt weergegeven.
Apparaatnummer Discnummer
Het afspelen wordt gestart.
Albums en discs overslaan
1 Druk tijdens het afspelen op (1)/(2)
(ALBUM –/+).
Actie
(1)/(2) (ALBUM –/+)
Album
overslaan
Ingedrukt houden.
Albums blijven Ingedrukt houden en binnen
overslaan
2 seconden weer indrukken.
AUX
Discs overslaan Herhaaldelijk indrukken.
Discs blijven
overslaan
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
Ingedrukt houden en binnen
2 seconden weer ingedrukt
houden.
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
* Gebruik een rechte stekker.
1 Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op
(3) (REP) of (4) (SHUF) tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
Het volume aanpassen
Selecteer
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1 Verlaag het volume op het apparaat.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX"
wordt weergegeven.
"FRONT IN" wordt weergegeven.
3 Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
5 Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot
"AUX" wordt weergegeven en draai de
volumeknop om het ingangsniveau aan te
passen (–8 dB tot +18 dB).
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk afspelen.
DISC
Een disc herhaaldelijk
afspelen.
SHUF DISC
Disc in willekeurige volgorde
afspelen.
SHUF
CHANGER
Tracks in de wisselaar in
willekeurige volgorde
afspelen.
SHUF ALL*
Tracks in alle apparaten in
willekeurige volgorde
afspelen.
* Als een of meer CD-wisselaars of twee of meer MDwisselaars zijn aangesloten.
vervolg op volgende pagina t
19
De werkingsrichting wijzigen
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of
"SHUF OFF".
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Tip
Met "SHUF-ALL" kunt u tracks niet in willekeurige
volgorde afspelen tussen CD-apparaten en MDwisselaars.
Verhogen
Bedieningssatelliet RM-X4S
Verlagen
Het label bevestigen
Houd bij het bevestigen van het label rekening
met de positie waarin de bedieningssatelliet
wordt gemonteerd.
SEL
MODE
DSPL
DSPL
MODE
SEL
Bedieningselementen
De overeenkomstige toetsen op de
bedieningssatelliet bedienen dezelfde functies als
die op dit apparaat.
ATT
SEL
PRESET/
DISC
MODE
OFF
SOURCE
DSPL
VOL
SEEK/AMS
OFF
De volgende bedieningselementen op de
bedieningssatelliet moeten op een andere manier
worden bediend dan op het apparaat.
• PRESET/DISC regelaar
Dezelfde functie als (1)/(2) (ALBUM –/+) op
het apparaat (indrukken en draaien).
• VOL (volume) regelaar
Dezelfde functie als de volumeknop op het
apparaat (draaien).
• SEEK/AMS regelaar
Dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het
apparaat (draaien of draaien en vasthouden).
20
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
1 Terwijl u de VOL regelaar indrukt, houdt u
(SEL) ingedrukt.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u
het gebruikt.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en
het scherm van het apparaat. In dit geval kan de
werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder de disc en wacht ongeveer een uur tot alle
vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat dit
schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast.
• Bewaar de discs in het doosje of het discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen.
Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto
of op het dashboard/de hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking
wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Reinig een disc voor het
afspelen altijd met een in de
handel verkrijgbare
reinigingsdoek. Veeg de disc
van binnen naar buiten schoon.
Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opnameapparatuur of de staat van de disc) kunnen
niet met dit apparaat worden afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd.
• Het apparaat is compatibel met het ISO 9660
level 1/level 2-formaat, Joliet/Romeo in
expansieformaat en Multi Session (meerdere
sessies).
• Maximum aantal:
– mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap en
lege mappen).
– bestanden (tracks) en mappen op een disc: 300
(als de naam van een bestand/map veel tekens
bevat, kan dit aantal minder dan 300 worden).
– tekens dat kan worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand is 32 (Joliet) of
64 (Romeo).
• Als de disc in Multi Session (meerdere sessies) is
opgenomen, wordt alleen de indeling van de eerste
track van de eerste sessie herkend en afgespeeld
(alle andere indelingen worden overgeslagen). De
prioriteitsvolgorde van de indeling is CD-DA en
MP3/WMA.
– Als de eerste track CD-DA is, wordt alleen
CD-DA van de eerste sessie afgespeeld.
– Als de eerste track geen CD-DA is, wordt alleen
de MP3/WMA-sessie afgespeeld. Als de disc
geen gegevens met deze indelingen bevat, wordt
"NO MUSIC" weergegeven.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn geplakt.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden
tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme wordt
geblokkeerd);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
afgespeeld) doordat de sticker onder invloed van
de warmte krimpt en de disc krom trekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat
worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan
het apparaat worden beschadigd. Gebruik
dergelijke discs niet.
• U kunt 8-cm CD's niet afspelen.
Dit product is ontworpen om discs af te spelen die
voldoen aan de CD-norm (Compact Disc).
Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen
discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën. Sommige van
deze discs voldoen niet aan de CD-norm en kunnen
wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat.
Bericht over DualDiscs
Een DualDisc is een tweezijdige disc, waarop aan
de ene kant DVD-materiaal is opgenomen en aan
de andere kant digitaal audiomateriaal. Echter,
aangezien de kant met het audiomateriaal niet
voldoet aan de Compact Disc (CD)-norm, wordt
een juiste weergave op dit apparaat niet
gegarandeerd.
21
Afspeelvolgorde van MP3-/WMAbestanden
Informatie over de Bluetoothfunctie
Wat is Bluetooth-technologie?
MP3/WMA
Map
(album)
MP3-/WMAbestand
(track)
Informatie over MP3-bestanden
• MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) is een compressieindeling voor muziekbestanden. Audio-CDgegevens worden gecomprimeerd tot ongeveer
1/10 van de oorspronkelijke grootte.
• ID3-tag versies 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 gelden
alleen voor MP3. ID3-tag is 15/30 tekens (1.0 en
1.1) of 63/126 tekens (2.2, 2.3 en 2.4).
• Wanneer u een MP3-bestand een naam geeft, moet
u altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u een MP3-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
Opmerking
Als u een MP3-bestand met een hoge bitsnelheid
afspeelt, zoals 320 kbps, wordt het geluid
waarschijnlijk onderbroken.
Informatie over WMA-bestanden
• WMA (Windows Media Audio) is een
compressie-indeling voor muziekbestanden.
Audio-CD-gegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/22* van de oorspronkelijke grootte.
• WMA-tag is 63 tekens.
• Wanneer u een WMA-bestand een naam geeft,
moet u altijd de extensie ".wma" aan de
bestandsnaam toevoegen.
• Als u een WMA-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
* Alleen voor 64 kbps
Opmerking
Het afspelen van de volgende WMA-bestanden wordt
niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
22
• Draadloze Bluetooth-technologie is een draadloze
technologie met een klein bereik waarmee
draadloze communicatie van gegevens tussen
digitale apparaten, zoals een mobiele telefoon en
een hoofdtelefoon, mogelijk wordt gemaakt.
Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter. Meestal
worden er twee apparaten met elkaar verbonden,
maar sommige apparaten kunnen tegelijkertijd
met meerdere apparaten verbonden zijn.
• U hebt geen kabel nodig voor de verbinding omdat
Bluetooth-technologie een draadloze technologie
is. Het is ook niet nodig dat de apparaten naar
elkaar zijn gericht, zoals het geval is met
infraroodtechnologie. U kunt bijvoorbeeld
gegevens uitwisselen terwijl u een dergelijk
apparaat bijvoorbeeld in een tas of zak draagt.
• Bluetooth-technologie is een internationale norm
ondersteund door miljoenen bedrijven overal ter
wereld, en wordt door verschillende bedrijven
gebruikt.
Informatie over Bluetooth-communicatie
• Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter.
De maximale communicatieafstand is afhankelijk
van obstakels (personen, metalen voorwerpen,
muren, enzovoort) of elektromagnetische storing.
• De volgende omstandigheden kunnen van invloed
zijn op de gevoeligheid van Bluetoothcommunicatie.
– Er bevindt zich een obstakel, zoals een persoon,
een metalen voorwerp of een muur, tussen dit
apparaat en het Bluetooth-apparaat.
– Er bevindt zich een apparaat dat de frequentie
2,4 GHz gebruikt, zoals een draadloos LANapparaat, draadloze telefoon of magnetron, in de
buurt van dit apparaat.
• Omdat Bluetooth-apparaten en draadloze LANapparaten (IEEE802.11b/g) dezelfde frequentie
gebruiken, kan storing worden veroorzaakt door
microgolven. Als dit apparaat in de buurt van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt, kan dit
een lagere communicatiesnelheid, ruis of een
ongeldige verbinding tot gevolg hebben. In dit
geval moet u het volgende doen.
– Gebruik dit apparaat op ten minste 10 meter
afstand van het draadloze LAN-apparaat.
– Als dit apparaat binnen 10 meter van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt,
schakelt u het draadloze LAN-apparaat uit.
– Plaats dit apparaat en het Bluetooth-apparaat zo
dicht mogelijk bij elkaar in de buurt.
• Microgolven die afkomstig zijn van een
Bluetooth-apparaat, kunnen van invloed zijn op de
werking van elektronische medische apparaten.
Schakel dit apparaat en andere Bluetoothapparaten uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
– in de buurt van ontvlambare gassen, in
ziekenhuizen, treinen, vliegtuigen of
benzinestations
– in de buurt van automatische deuren of
brandalarmen
• Dit apparaat ondersteunt
beveiligingsmogelijkheden die voldoen aan de
Bluetooth-norm voor een beveiligde verbinding
wanneer de draadloze Bluetooth-technologie
wordt gebruikt, maar afhankelijk van de instelling
is beveiliging wellicht niet genoeg. Wees
voorzichtig wanneer u communiceert via de
draadloze Bluetooth-technologie.
• We zijn niet verantwoordelijk voor het lekken van
informatie tijdens de Bluetooth-communicatie.
• We kunnen niet garanderen dat een verbinding tot
stand kan worden gebracht met alle Bluetoothapparaten.
– Apparaten met Bluetooth-functies moeten
voldoen aan de Bluetooth-norm die is
vastgesteld door Bluetooth SIG, en moeten zijn
geverifieerd.
– Zelfs als het aangesloten apparaat voldoet aan de
hierboven vermelde Bluetooth-norm, kan met
sommige apparaten wellicht geen verbinding
worden gemaakt of functioneert het apparaat
niet correct, afhankelijk van de kenmerken of
technische gegevens van het apparaat.
– Wanneer u handsfree belt via de telefoon, kan
ruis optreden, afhankelijk van het apparaat of de
omgeving.
• Afhankelijk van het apparaat dat wordt
aangesloten, kan het enige tijd duren voordat de
communicatie wordt gestart.
Overige
• De Bluetooth-functie van een mobiele telefoon
functioneert mogelijk niet correct, afhankelijk van
radiogolven en de locatie waar het apparaat wordt
gebruikt.
• Als u ongemakken ondervindt na het gebruik van
een Bluetooth-apparaat, moet u meteen stoppen
met het gebruik van het Bluetooth-apparaat. Als
het probleem daarmee niet is verholpen,
raadpleegt u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Onderhoud
De lithiumbatterij van de
kaartafstandsbediening vervangen
Onder normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur korter
zijn.)
Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik van
de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang de
batterij door een nieuwe CR2025-lithiumbatterij.
Bij een andere batterij bestaat er brand- of
explosiegevaar.
+ zijde omhoog
2
c
1
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een
batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met
de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang om
kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat.
Zekering (10 A)
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
vervolg op volgende pagina t
23
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 7) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Hoofdeenheid
Het apparaat verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 7).
2 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de
beschermende rand.
Plaats de ontgrendelingssleutels
zoals aangegeven.
Achterkant van
het voorpaneel
3 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om de beschermende rand te verwijderen.
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
2
Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
Haakje wijst
naar binnen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
24
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 9 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 67 dB (stereo), 69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz: 0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding: 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid: MW: 30 µV, LW: 40 µV
Draadloze communicatie
Communicatiesysteem:
Bluetooth-norm versie 2.0
Uitvoer:
Bluetooth-norm klasse 2 (Max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik:
Gezichtslijn ongeveer 10 m*1
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele Bluetooth-profielen*2:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile)
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile)
HFP (Handsfree Profile) 1.5
HSP (Headset Profile)
*1 Het werkelijke bereik verschilt afhankelijk van
factoren, zoals obstakels tussen apparaten,
magnetische velden om een magnetron, statische
elektriciteit, ontvangstgevoeligheid, prestaties van
de antenne, het besturingssysteem, software,
enzovoort.
*2 De Bluetooth-standaardprofielen geven het doel
van Bluetooth-communicatie tussen apparaten
aan.
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgang (voor, schakelen tussen subwoofer/
achter)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
BUS-bedieningsingang
BUS-audio-ingang
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereo mini-aansluiting)
Toonregelingen:
Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 179 mm (b/h/d)
Montageafmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverde accessoires:
Kaartafstandsbediening: RM-X304
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Optionele accessoires/apparaten:
Bedieningssatelliet: RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met een RCA-kabel):
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
CD-wisselaar (10 discs): CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs): CDX-T70MX, CDX-T69
Bronkeuzeschakelaar: XA-C40
AUX-IN-keuzeschakelaar: XA-300
Interfaceadapter voor iPod: XA-120IP
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer
IIS en Thomson.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Versterker
Uitgang: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Als beschermings- en opvulmateriaal werd er
papier gebruikt.
25
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Als het probleem blijft optreden, gaat u naar de
volgende ondersteuningssite.
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de laatste
ondersteuningsinformatie over dit product
wilt hebben, gaat u naar de onderstaande
website:
http://support.sony-europe.com
Algemeen
26
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de zekering
wanneer alles in orde is.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het apparaat niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het apparaat in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
• De CD-wisselaar is niet compatibel met de
discindeling (MP3/WMA).
t Speel het bestand af met een CD-wisselaar van
Sony die compatibel is met MP3 of speel het af
met dit apparaat.
• Het afspelen op het Bluetooth-audioapparaat is
onderbroken.
t Annuleer de onderbreking.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 18).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" in (pagina 18).
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
weergavevenster.
• De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 18).
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het apparaat en houd deze
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 24).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
De kaartafstandsbediening werkt niet.
Controleer of het beschermende laagje is verwijderd
(pagina 6).
CD's/MD's afspelen
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het apparaat.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 21).
MP3-/WMA-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMAindeling en -versie (pagina 22).
MP3-/WMA-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 18).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets (pagina 6).
Druk op Z (uitwerpen) (pagina 9).
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit de bedieningskabel van de elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood) aan
op de voedingskabel van de auto-antenneversterker
(alleen als uw auto is uitgerust met een FM/MW/LWantenne in de achter- of zijruit).
• Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
• De automatische antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
antennebedieningskabel.
• Controleer de frequentie.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 18).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "MONO-ON" in (pagina 18).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 18).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 18).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 11).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 11).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
Bluetooth-functie
Het te verbinden apparaat kan dit apparaat niet
vinden.
• Voordat de koppeling wordt gemaakt, stelt u dit
apparaat in op de stand-bymodus voor koppelen.
• Als u verbinding hebt gemaakt met een Bluetoothapparaat, kan dit apparaat niet worden herkend vanaf
een ander apparaat. Voor herkenning op een ander
apparaat verbreekt u de huidige verbinding en zoekt u
dit apparaat vanaf het andere apparaat.
• Als u apparaten hebt gekoppeld, schakelt u de uitvoer
van het Bluetooth-signaal over naar ingeschakeld
(pagina 14).
Er kan geen verbinding worden gemaakt.
• Maak verbinding met dit apparaat vanaf een
Bluetooth-apparaat of andersom. De verbinding
wordt bediend via één kant (dit apparaat of een
Bluetooth-apparaat), maar niet via beide.
• Controleer de koppelings- en verbindingsprocedures
aan de hand van de handleiding van het andere
apparaat, enzovoort en voer de bewerking opnieuw
uit.
Het volume van het stemgeluid is te laag.
Pas het volume aan.
De persoon waarmee u belt, zegt dat het
volume te laag of te hoog is.
Pas het volume aan met de functie voor het aanpassen
van de microfoonsterkte.
Er treedt echo of ruis op in de
telefoongesprekken.
• Zet het volume zachter.
• Als ander omgevingsgeluid dan het geluid van het
telefoongesprek te hard is, probeert u dit geluid te
beperken.
Bijvoorbeeld: als er een raam open staat en het
verkeer veel lawaai maakt, sluit u het raam. Als de
airconditioning veel lawaai maakt, zet u de
airconditioning zachter.
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer Bluetooth-audio wordt afgespeeld, is de
telefoon niet aangesloten, ook al drukt u op
(handsfree).
t Maak verbinding vanaf de telefoon.
De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.
De geluidskwaliteit van de telefoon is afhankelijk van
de ontvangstomstandigheden van de mobiele telefoon.
t Verplaats uw auto naar een plaats waar het signaal
van de mobiele telefoon sterker is als de ontvangst
slecht is.
Het volume van het verbonden audioapparaat
is laag (hoog).
Het volume is afhankelijk van het audioapparaat.
t Pas het volume van het verbonden audioapparaat of
dit apparaat aan.
vervolg op volgende pagina t
27
Het geluid verspringt tijdens het afspelen op
een Bluetooth-audioapparaat.
• Verklein de afstand tussen het apparaat en het
Bluetooth-audioapparaat.
• Als het Bluetooth-audioapparaat in een houder wordt
bewaard die het signaal kan verstoren, verwijdert u
het audioapparaat tijdens gebruik uit de houder.
• Er worden meerdere Bluetooth-apparaten of andere
apparaten die radiogolven uitzenden, in de buurt
gebruikt.
t Schakel de andere apparaten uit.
t Vergroot de afstand tot de andere apparaten.
• Het afspelen van het geluid wordt tijdelijk gestopt
wanneer de verbinding tussen dit apparaat en de
mobiele telefoon wordt gemaakt. Dit duidt niet op
een probleem.
Het verbonden Bluetooth-audioapparaat kan
niet worden bediend.
Controleer of het verbonden Bluetooth-audioapparaat
AVRCP ondersteunt.
Bepaalde functies werken niet.
Controleer of het verbonden apparaat de betreffende
functies ondersteunt.
Een gesprek wordt per ongeluk beantwoord.
De verbonden telefoon is ingesteld om een gesprek
automatisch te beantwoorden.
Tijdens handsfree bellen wordt er geen geluid
uitgevoerd via de autoluidsprekers.
Als het geluid wordt uitgevoerd via de mobiele
telefoon, moet u de mobiele telefoon instellen om het
geluid uit te voeren via de autoluidsprekers.
"OFF BT" wordt weergegeven tijdens het
initialiseren.
Houd (BT) ingedrukt tot " " uitgaat. Initialiseer
opnieuw.
Foutmeldingen/berichten
28
BLANK
Er zijn geen tracks opgenomen op de MD.*1
t Speel een MD af waarop tracks zijn opgenomen.
ERROR*2
• De disc is vuil of omgekeerd geplaatst.*1
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc in het apparaat geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een
probleem.
t Plaats een andere disc.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de handleiding voor installatie/
aansluitingen van dit model om de aansluitingen te
controleren.
LOAD
De disc wordt geladen door de wisselaar.
t Wacht tot het laden is voltooid.
L. SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) –/+ terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PIgegevens (programma-identificatie). ("PI SEEK"
wordt weergegeven.)
NO DISC
De disc is niet in de CD/MD-wisselaar geplaatst.
t Plaats discs in de wisselaar.
NO INFO
Er is geen tekstinformatie aan het MP3-/WMAbestand toegevoegd.
NO MAG
Er is geen discmagazijn in de CD-wisselaar geplaatst.
t Plaats het magazijn in de wisselaar.
NO MUSIC
De disc bevat geen muziekbestanden.
t Plaats een muziek-CD in dit apparaat of de MP3compatibele wisselaar.
NO NAME
Er is geen disc-/tracknaam aan de track toegevoegd.
NO TP
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
NOT READ
De discgegevens zijn niet gelezen door het apparaat.
t Plaats de disc en selecteer de disc in de lijst.
NOTREADY
De klep van de MD-wisselaar is open of de MD's zijn
niet juist geplaatst.
t Sluit de klep of plaats de MD's op de juiste manier.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het scherm blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
PUSH EJT
De disc kan niet worden uitgeworpen.
t Druk op Z (uitwerpen) (pagina 9).
READ
Alle track- en albuminformatie op de disc wordt
gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag
nemen.
RESET
De CD-speler en CD/MD-wisselaar kunnen niet
worden bediend vanwege een probleem.
t Druk op de RESET toets (pagina 6).
"
" of "
"
Tijdens het snel terug- of vooruitspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.
" "
Het teken kan niet worden weergegeven met het
apparaat.
*1 Het discnummer van de disc met de fout wordt
weergegeven in het scherm.
*2 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van
een CD of MD, wordt het discnummer van de CD of
MD niet in het scherm weergegeven.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u beste de
disc meenemen waarmee het probleem is begonnen.
29