Documenttranscriptie
Uit veiligheidsoverwegingen moet u dit
apparaat in het dashboard van de auto
installeren. Raadpleeg de bijgeleverde
handleiding voor installatie/aansluitingen voor
meer informatie over de installatie en
aansluitingen.
Dit label bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
Hierbij verklaart Sony Corp. dat deze MEXBT2700 in overeenstemming is met de essentiële
eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Het gebruik van deze radioapparatuur is niet
toegestaan in het geografische gebied binnen een
straal van 20 km vanaf het centrum van NyAlesund, Svalbard in Noorwegen.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie is enkel van toepassing voor
apparaten die verkocht worden in landen
die de EU-richtlijnen in acht nemen
De fabrikant van dit apparaat is Sony
Corporation, 1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio,
Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger
voor EMC en productveiligheid is Sony
Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61,
70327 Stuttgart, Duitsland. Voor onderhouds- of
garantiekwesties kunt u de adressen gebruiken
die in de afzonderlijke onderhouds- of
garantiedocumenten worden vermeld.
2
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie en
andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische
en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt
verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het
bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Accessoire waarop dit van toepassing is:
Afstandsbediening
Verwijdering van oude batterijen (in
de Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de
meegeleverde batterij van dit product niet als
huishoudelijk afval behandeld mag worden. Door deze
batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij
tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van veiligheid,
prestaties dan wel in verband met data-integriteit een
permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze
batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij
op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te
worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te
verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit
product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast
met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar
u het product hebt gekocht.
Opmerking over de lithiumbatterij
Stel de batterij niet bloot aan extreem hoge
temperaturen, zoals direct zonlicht, vuur, enzovoort.
Het woordmerk Bluetooth en de logo's van
Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
en Sony Corporation gebruikt deze items onder
licentie. Overige handelsmerken en merknamen
zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
Windows Media en het
Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in
de VS en/of andere landen.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer
IIS en Thomson.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Waarschuwing als het contactslot van
de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat u de functie voor automatisch
uitschakelen instelt (pagina 21).
Hiermee wordt het systeem na de ingestelde
tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld
nadat u het systeem hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leegraakt.
Als u de functie voor automatisch uitschakelen
niet instelt, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het
scherm verdwijnt wanneer u het contactslot op
uit zet.
3
Inhoudsopgave
Aan de slag
Discs die kunnen worden afgespeeld op dit
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen over Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . 6
Het systeem opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . 7
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De kaartafstandsbediening voorbereiden. . . . . . 8
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het voorpaneel bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 9
Bedieningselementen en algemene
handelingen
Hoofdeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kaartafstandsbediening RM-X304 . . . . . . . 12
Radio
Zenders opslaan en ontvangen. . . . . . . . . . . . . 13
Automatisch opslaan — BTM . . . . . . . . . . 13
Handmatig opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . 13
Automatisch afstemmen . . . . . . . . . . . . . . . 13
RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Overzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
AF en TA instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
PTY selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
CT instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
CD
Schermitems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen . . . . 15
Bluetooth (handsfree bellen en
muziek streamen)
Bluetooth-bewerkingen. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over
Bluetooth-pictogrammen . . . . . . . . . . . . . .
Verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De uitvoer van het Bluetooth-signaal van
dit systeem overschakelen naar
ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een mobiele telefoon aansluiten . . . . . . . .
Een audioapparaat aansluiten. . . . . . . . . . .
Handsfree bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gesprekken ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . .
Bellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gespreksoverdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Spraakkeuze activeren . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek streamen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek van een audioapparaat
beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een audioapparaat bedienen met dit
systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De registratie van alle gekoppelde apparaten
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
16
16
17
17
17
17
17
18
18
18
18
18
19
19
19
19
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen . . . . . . . . . . .
De geluidskenmerken aanpassen . . . . . . . .
De equalizercurve aanpassen — EQ3 . . . .
Instelitems aanpassen — SET. . . . . . . . . . . . .
Optionele apparaten gebruiken . . . . . . . . . . . .
Randapparatuur voor audio . . . . . . . . . . . .
CD-wisselaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningssatelliet RM-X4S . . . . . . . . . . .
20
20
20
20
21
21
22
22
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerkingen over discs. . . . . . . . . . . . . . .
Afspeelvolgorde van
MP3-/WMA-bestanden . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over MP3-bestanden. . . . . . . . .
Informatie over WMA-bestanden . . . . . . .
Informatie over de Bluetooth-functie. . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het systeem verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen/berichten . . . . . . . . . . . . . .
4
23
23
24
24
24
24
25
26
27
28
30
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste ondersteuningsinformatie over dit
product wilt hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://support.sony-europe.com/
Levert informatie over:
• Modellen en fabrikanten van compatibele mobiele telefoons en veelgestelde
vragen over de Bluetooth-functie
5
Aan de slag
Opmerkingen over Bluetooth
Discs die kunnen worden
afgespeeld op dit systeem
U kunt CD-DA's (ook met CD TEXT) en
CD-R's/CD-RW's (MP3-/WMA-bestanden
(pagina 23)) afspelen.
Soorten discs
CD-DA
Label op de disc
Let op
IN GEEN GEVAL IS SONY AANSPRAKELIJK
VOOR ENIGE INCIDENTELE OF INDIRECTE
SCHADE, GEVOLGSCHADE OF ANDERE
SCHADE, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT
TOT WINSTDERVING, INKOMSTENVERLIES,
GEGEVENSVERLIES, HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT OF
BIJBEHORENDE APPARATUUR, UITVALTIJD
EN DE TIJD VAN DE AANKOPER
GERELATEERD AAN OF VOORTVLOEIEND
UIT HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE
BIJBEHORENDE HARDWARE EN/OF
SOFTWARE.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
MP3
WMA
Veilig en efficiënt gebruik
Wijzigingen of aanpassingen van dit systeem die
niet nadrukkelijk zijn goedgekeurd door Sony,
kunnen het gebruiksrecht van de gebruiker teniet
doen.
Controleer voordat u dit product gebruikt de
uitzonderingen, vanwege nationale vereisten of
beperkingen, met betrekking tot het gebruik van
Bluetooth-apparatuur.
Autorijden
Controleer de wetgeving en de voorschriften met
betrekking tot het gebruik van mobiele telefoons en
handsfree apparaten in de gebieden waar u rijdt.
Let altijd aandachtig op tijdens het autorijden en
verlaat de weg en parkeer de auto voordat u belt of
een gesprek ontvangt als de
verkeersomstandigheden dit noodzakelijk maken.
Verbinding maken met andere
apparaten
Wanneer u verbinding maakt met andere apparaten,
moet u eerst de bijbehorende gebruikershandleiding
lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies.
6
Blootstelling aan radiofrequenties
RF-signalen beïnvloeden wellicht onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in auto's, zoals elektronische
brandstofinjectiesystemen, elektronische antiblokkeersystemen (anti-slip), elektronische
snelheidsbeperkingssystemen of airbagsystemen.
Voor installatie van of onderhoud aan dit systeem
kunt u het beste contact opnemen met de fabrikant
van uw auto of een vertegenwoordiger van de
fabrikant. Onjuiste installatie of onjuist onderhoud
kan gevaarlijk zijn en kan eventuele garanties die
van toepassing zijn op dit systeem, ongeldig maken.
Raadpleeg de fabrikant van uw auto om te
controleren of het gebruik van uw mobiele telefoon
in de auto niet van invloed is op de elektronische
systemen van de auto.
Controleer regelmatig of alle onderdelen van het
draadloze systeem correct in de auto zijn
gemonteerd en correct functioneren.
Noodoproepen
Dit handsfree Bluetooth-systeem voor in de auto en
het elektronische apparaat dat is aangesloten op het
handsfree systeem, maken gebruik van zowel
radiosignalen, mobiele telefoonnetwerken en vaste
telefoonnetwerken als door de gebruiker
geprogrammeerde functies, waardoor de verbinding
niet in alle omstandigheden kan worden
gegarandeerd.
Vertrouw daarom voor belangrijke communicatie
(zoals medische noodgevallen) niet alleen op
elektronische apparaten.
Houd er rekening mee dat als u wilt bellen of
gesprekken wilt ontvangen, het handsfree systeem
en het elektronische apparaat dat is verbonden met
het handsfree systeem, moeten zijn ingeschakeld in
een servicegebied met voldoende mobiele
ontvangst.
Noodoproepen zijn wellicht niet mogelijk op alle
mobiele telefoonnetwerken of wanneer bepaalde
netwerkdiensten en/of telefoonfuncties worden
gebruikt.
Controleer dit bij uw lokale serviceprovider.
Het systeem opnieuw instellen
Voordat u het systeem voor het eerst gebruikt of
na het vervangen van de accu of het wijzigen van
de aansluitingen, moet u het systeem opnieuw
instellen.
Maak het voorpaneel los (pagina 8) en druk met
een puntig voorwerp, zoals een balpen, op de
RESET toets (pagina 10).
Opmerking
Als u op RESET toets drukt, worden de klokinstelling
en bepaalde opgeslagen gegevens gewist.
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven tijdens het uitschakelen.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "DEMO" wordt weergegeven.
3
Draai de regelknop om "DEMO-OFF"
te selecteren.
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het instellen is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
7
De kaartafstandsbediening
voorbereiden
Verwijder het beschermende laagje.
Het voorpaneel verwijderen
U kunt het voorpaneel van het spparant
verwijderen om diefstal te voorkomen.
Waarschuwingstoon
Tip
Zie pagina 25 voor meer informatie over het
vervangen van de batterij.
De klok instellen
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon.
U hoort de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
1
Druk op (OFF).
Het systeem wordt uitgeschakeld.
2
Druk op
en trek het voorpaneel
naar u toe.
De digitale klok werkt met het 24-uurs systeem.
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "CLOCK-ADJ" wordt weergegeven.
3
Druk op (SEEK) +.
De aanduiding voor het uur begint te
knipperen.
4
Draai de regelknop om de uren en
minuten in te stellen.
Als u de digitale aanduiding wilt verplaatsen,
drukt u op (SEEK) +/–.
5
Na het instellen van de minuten drukt
u op de selectietoets.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Als u de klok wilt weergeven, drukt u op
(DSPL). Druk nogmaals op (DSPL) om terug te
keren naar het vorige scherm.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 15).
8
Opmerkingen
• Laat het voorpaneel niet vallen en druk niet te hard
op het voorpaneel en het scherm.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Het voorpaneel bevestigen
Plaats deel A van het voorpaneel op deel B van
het systeem, zoals in de afbeelding wordt
weergegeven, en druk op de linkerzijde tot deze
vastklikt.
A
B
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
9
Bedieningselementen en algemene handelingen
Hoofdeenheid
1 2345
6
7
89
OFF
SOURCE
SEEK
DSPL
BLUETOOTH
AUX
BT
SCRL
SEEK
PTY
MODE
PUSH SELECT /
q; qa
qs
AF/TA
ALBUM
1
qd
RESET
REP
SHUF
MIC
PAUSE
3
4
5
6
qf
Voorpaneel verwijderd
qh
2
qj
qg
In dit gedeelte vindt u informatie over de locatie
van bedieningselementen en instructies voor
algemene handelingen. Bekijk de betreffende
pagina's voor meer informatie.
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen dezelfde
functies als die op het systeem.
A OFF toets
Uitschakelen; de bron stoppen.
B SEEK +/– toetsen
CD:
Tracks overslaan (indrukken); tracks blijven
overslaan (indrukken, vervolgens binnen 1
seconde nogmaals indrukken en
vasthouden); een track snel terug-/
vooruitspoelen (ingedrukt houden).
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders
(indrukken); handmatig zoeken naar zenders
(ingedrukt houden).
Bluetooth-audioapparaat*1:
Tracks overslaan (indrukken).
C SOURCE toets
Inschakelen; de bron wijzigen (Radio/CD/
AUX/Bluetooth-audio/Bluetoothtelefoon)*2.
D BT (BLUETOOTH) toets pagina 16
Bluetooth-signaal in-/uitschakelen,
koppelen.
E Regelknop/selectie/ (handsfree)
toets
Het volume regelen (draaien); instelitems
selecteren (indrukken en draaien); gesprek
ontvangen/beëindigen (indrukken).
10
F Discsleuf
Plaats de disc (met het label omhoog) en het
afspelen begint.
G Display
H AUX-ingang pagina 21
Een draagbaar audioapparaat aansluiten.
I Z (uitwerpen) toets
De disc uitwerpen.
*1 Als een Bluetooth-audioapparaat is aangesloten
(moet het Bluetooth-profiel AVRCP ondersteunen).
Afhankelijk van het apparaat, zijn bepaalde
functies wellicht niet beschikbaar.
*2 In het geval dat een CD-wisselaar wordt
aangesloten: wanneer er op (SOURCE) wordt
gedrukt, worden "CD" en het apparaatnummer
weergegeven op het scherm. Als er op (MODE)
wordt gedrukt, kunt u bovendien de wisselaar
wijzigen.
J DSPL (scherm)/SCRL (rollen) toets
pagina 13, 15
Schermitems wijzigen (indrukken); het
schermitem rollen (ingedrukt houden).
K
(voorpaneel loslaten) toets
pagina 8
L MODE toets pagina 13
De radioband selecteren (FM/MW/LW)*2.
M AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)/
PTY (programmatype) toets pagina 14
AF en TA instellen (indrukken); PTY
selecteren (ingedrukt houden) in RDS.
N Cijfertoetsen
CD:
(1)/(2): ALBUM –/+ (tijdens het afspelen
van MP3/WMA)
Albums overslaan (indrukken); albums
blijven overslaan (ingedrukt houden).
(3): REP pagina 15
(4): SHUF pagina 15
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Radio:
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Bluetooth-audioapparaat*1:
(6): PAUSE
Afspelen onderbreken. Druk nogmaals
op de toets om te annuleren.
Bluetooth-telefoon:
(5): MIC pagina 18
O Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
P RESET toets pagina 7
Q Microfoon pagina 18
Opmerking
Dek de microfoon niet af. De handsfree functie
werkt dan mogelijk niet correct.
11
wf SCRL (rollen) toets
Het schermitem rollen.
Kaartafstandsbediening
RM-X304
1
3
qk
OFF
SOURCE
ATT
SEL
MODE
wa
qs
ws
+
wd
–
ql
w;
SCRL
DSPL
1
2
3
4
5
6
wf
wg
+
VOL
–
De volgende toetsen op de
kaartafstandsbediening verschillen van de
toetsen op het systeem of hebben andere functies
dan de toetsen op het systeem. Verwijder het
beschermende laagje vóór gebruik (pagina 8).
qk < (.)/, (>) toetsen
Radio/CD/Bluetooth-audio bedienen,
dezelfde functie als (SEEK) –/+ op het
systeem.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden aangepast met < ,.
ql DSPL (scherm) toets pagina 13, 15
De schermitems wijzigen.
w; VOL (volume) +/– toets
Het volume aanpassen.
wa ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de
toets om te annuleren.
ws SEL (selectie)/
(handsfree) toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
systeem.
wd M (+)/m (–) toetsen
CD bedienen, dezelfde functie als (1)/(2)
(ALBUM –/+) op het systeem.
Instellingen, geluidsinstellingen, enzovoort
kunnen worden aangepast met M m.
12
wg Cijfertoetsen
De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken); zenders opslaan (ingedrukt
houden).
Opmerking
Als het systeem wordt uitgeschakeld en het scherm
verdwijnt, kan het systeem niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening, tenzij op (SOURCE) op
het systeem wordt gedrukt of er een disc wordt
geplaatst om het systeem eerst te activeren.
Radio
Zenders opslaan en ontvangen
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u de BTM-functie (geheugen voor beste
afstemming) gebruiken om ongelukken te
vermijden.
Automatisch opslaan — BTM
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"TUNER" wordt weergegeven.
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band
te wijzigen. U kunt FM1, FM2, FM3, MW of
LW selecteren.
2
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BTM" wordt weergegeven.
4
Druk op (SEEK) +.
Het systeem slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er klinkt een pieptoon wanneer de instelling
is opgeslagen.
Handmatig opslaan
1
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets
((1) tot en met (6)) ingedrukt tot
"MEM" wordt weergegeven.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender
vervangen.
Tip
Als een RDS-zender wordt opgeslagen, wordt de
AF-/TA-instelling ook opgeslagen (pagina 14).
De opgeslagen zenders ontvangen
1
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets ((1) tot en met (6)).
Automatisch afstemmen
1
Selecteer de band en druk op
(SEEK) +/– om de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal deze procedure tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tip
Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u (SEEK) +/– ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u vervolgens
herhaaldelijk op (SEEK) +/– om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
RDS
Overzicht
FM-zenders met de RDS-dienst
(radiogegevenssysteem) sturen onhoorbare
digitale informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal.
Schermitems
A TA/TP*1
B Radioband, functie
C Frequentie*2 (programmaservicenaam),
voorinstelnummer, klok, RDS-gegevens
*1 "TA" knippert tijdens de verkeersinformatie. "TP"
gaat branden als dergelijke zenders worden
ontvangen.
*2 Als u de RDS-zender ontvangt, wordt " *" links van
de frequentieaanduiding weergegeven.
Als u de schermitems C wilt wijzigen, drukt u
op (DSPL).
RDS-diensten
Dit systeem biedt automatisch RDS-diensten op
de volgende manier:
AF (alternatieve frequenties)
Hiermee wordt de zender met het sterkste
signaal in een netwerk geselecteerd en wordt
opnieuw op deze zender afgestemd. Als u deze
functie gebruikt, kunt u onafgebroken naar
hetzelfde programma luisteren tijdens een lange
rit zonder dat u steeds handmatig op dezelfde
zender hoeft af te stemmen.
TA (verkeersinformatie)/
TP (verkeersprogramma)
Hiermee ontvangt u de huidige
verkeersinformatie/-programma's. De huidige
bron wordt onderbroken door eventuele
verkeersinformatie/-programma's.
vervolg op volgende pagina t
13
PTY (programmatypen)
Hiermee geeft u het ontvangen programmatype
weer. Hiermee zoekt u ook naar het
geselecteerde programmatype.
CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
AF en TA instellen
1
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
AF-ON
AF inschakelen en TA
uitschakelen.
TA-ON
TA inschakelen en AF
uitschakelen.
AF, TA-ON
AF en TA inschakelen.
AF, TA-OFF
AF en TA uitschakelen.
RDS-zenders met de AF- en TAinstelling opslaan
Een regionaal programma
beluisteren — REG
Als de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het systeem beperkt de
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat er niet
wordt overgeschakeld naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Wanneer u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat, stelt u tijdens FM-ontvangst
"REG-OFF" in bij de instellingen (pagina 21).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
((1) tot en met (6)) waaronder een lokale
zender is opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
cijfertoets van de lokale zender.
Herhaal dit tot de lokale zender wordt
ontvangen.
PTY selecteren
1
U kunt RDS-zenders vooraf instellen met de
AF-/TA-instelling. Als u de BTM-functie
gebruikt, worden alleen RDS-zenders met
dezelfde AF-/TA-instelling opgeslagen.
Als u handmatig vooraf instelt, kunt u zowel
RDS- als niet-RDS-zenders instellen met elk
hun AF-/TA-instelling.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
1 Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met
BTM of handmatig op.
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) (PTY) tot
het gewenste programmatype
verschijnt.
Noodberichten ontvangen
3
Druk op (SEEK) +/–.
Het systeem begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype
uitzendt.
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken
door de noodberichten.
Tip
Als u het volume aanpast tijdens een verkeersbericht,
wordt dat volume opgeslagen in het geheugen voor
volgende verkeersberichten, onafhankelijk van het
normale volume.
14
Houd (AF/TA) (PTY) ingedrukt tijdens
FM-ontvangst.
Programmatypen
NEWS (Nieuws), AFFAIRS (Actualiteiten),
INFO (Informatie), SPORT (Sport),
EDUCATE (Educatieve programma's),
DRAMA (Toneel), CULTURE (Cultuur),
SCIENCE (Wetenschap), VARIED (Diversen),
POP M (Populaire muziek), ROCK M
(Rock-muziek), EASY M (Easy Listening),
LIGHT M (Licht klassiek), CLASSICS
(Klassiek), OTHER M (Ander type muziek),
WEATHER (Weerberichten), FINANCE
(Financiën), CHILDREN (Kinderprogramma's),
SOCIAL A (Sociale zaken), RELIGION
(Religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL
(Reizen), LEISURE (Ontspanning), JAZZ
(Jazz-muziek), COUNTRY (Country-muziek),
NATION M (Nationale muziek), OLDIES
(Oldies), FOLK M (Folk-muziek),
DOCUMENT (Documentaires)
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in bepaalde landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
CT instellen
1
Stel "CT-ON" in bij de instellingen
(pagina 21).
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil zijn tussen de tijd van de CTfunctie en de werkelijke tijd.
CD
Schermitems
A Bron
B Tracknaam*1, disc-/artiestennaam*1,
artiestennaam*1, albumnummer*2,
albumnaam*1, tracknummer/verstreken
speelduur, klok
*1 De informatie over een CD TEXT, MP3/WMA wordt
weergegeven.
*2 Het albumnummer wordt alleen weergegeven als
het album wordt gewijzigd.
Als u schermitems B wilt wijzigen, drukt u op
(DSPL).
Tip
De weergegeven items zijn afhankelijk van het
disctype, de opname-indeling en de instellingen. Zie
pagina 24 voor meer informatie over MP3/WMA.
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (3) (REP) of (4) (SHUF) tot de
gewenste instelling wordt
weergegeven.
Selecteer
Actie
TRACK
Track herhaaldelijk
afspelen.
ALBUM*
Album herhaaldelijk
afspelen.
SHUF ALBUM*
Album in willekeurige
volgorde afspelen.
SHUF DISC
Disc in willekeurige
volgorde afspelen.
* Bij het afspelen van een MP3-/WMA-bestand.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of
"SHUF OFF".
15
Een lijst met gevonden apparaten wordt op
het scherm van het aangesloten apparaat
weergegeven. Dit systeem wordt
weergegeven als "XPLOD" op het
aangesloten apparaat.
Bluetooth (handsfree bellen en
muziek streamen)
Bluetooth-bewerkingen
Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken, is de
volgende procedure vereist.
1 Koppelen
Wanneer u Bluetooth-apparaten voor het eerst
aansluit, moeten de apparaten onderling
worden geregistreerd. Dit wordt "koppelen"
genoemd. Deze registratie (koppelen) is
alleen de eerste keer vereist. Daarna
herkennen dit systeem en de andere apparaten
elkaar automatisch. U kunt maximaal 8
apparaten koppelen. (Afhankelijk van het
apparaat moet u wellicht voor elke verbinding
een toegangscode invoeren.)
2 Verbinding
Als u het apparaat wilt gebruiken nadat het is
gekoppeld, maakt u verbinding. U kunt soms
via koppelen automatisch verbinding maken.
3 Handsfree bellen/Muziek streamen
U kunt handsfree bellen en naar muziek
luisteren wanneer er verbinding is gemaakt.
DR-BT30Q
XPLOD
XXXXXXX
4
Als er naar een toegangscode* wordt
gevraagd op het scherm van een
aangesloten apparaat, voert u "0000"
in.
Voer een
toegangscode
in.
XXXX
"0000"
Dit systeem en het Bluetooth-apparaat
onthouden de gegevens en wanneer een
koppeling is gemaakt, is dit systeem gereed
voor verbinding met het apparaat.
Ondersteuningssite
http://support.sony-europe.com/
Koppelen
" " knippert en blijft vervolgens branden
nadat het koppelen is voltooid.
Registreer ("koppel") eerst een Bluetoothapparaat (mobiele telefoon, enzovoort) bij dit
systeem en andersom. U kunt maximaal 8
apparaten koppelen. Zodra de koppeling is
gemaakt, hoeft u dit niet opnieuw te doen.
5
1
Plaats het Bluetooth-apparaat binnen
1 m van dit systeem.
* Toegangscode kan ook "wachtwoord", "PIN-code",
"PIN-nummer" of "wachtwoord", enzovoort worden
genoemd, afhankelijk van het apparaat.
2
Houd (BT) ingedrukt tot " " gaat
knipperen (ongeveer 5 seconden).
Het systeem schakelt over naar de standbymodus voor koppelen.
knippert
3
16
Stel het Bluetooth-apparaat in om te
zoeken naar dit systeem.
Stel het Bluetooth-apparaat in om
verbinding te maken met dit systeem.
" " of " " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Opmerking
De stand-bymodus voor koppelen wordt pas
uitgeschakeld tot er verbinding is gemaakt.
Informatie over Bluetoothpictogrammen
De volgende pictogrammen worden gebruikt
door dit systeem.
brandt:
knippert:
uit:
Bluetooth-signaal
ingeschakeld
Stand-bymodus voor
koppelen
Bluetooth-signaal
uitgeschakeld
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
brandt:
knippert:
uit:
Verbinding gemaakt
Verbinden
Geen verbinding
Verbinding
Als de koppeling al is gemaakt, begint u de
bewerking vanaf dit punt.
De uitvoer van het Bluetoothsignaal van dit systeem
overschakelen naar ingeschakeld
Als u de Bluetooth-functie wilt gebruiken,
schakelt u de uitvoer van het Bluetooth-signaal
op dit systeem in.
1
Houd (BT) ingedrukt tot " " gaat
branden (ongeveer 3 seconden).
Het Bluetooth-signaal wordt overgeschakeld
naar ingeschakeld.
Verbinding maken met de laatste
mobiele telefoon die verbinding heeft
gemaakt met dit systeem
1 Zorg dat dit systeem en de mobiele telefoon
zijn overgeschakeld naar Bluetooth-signaal
ingeschakeld.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "BT
PHONE" wordt weergegeven.
3 Druk op
(handsfree).
" " knippert terwijl de verbinding wordt
gemaakt. Vervolgens blijft " " branden
wanneer de verbinding is gemaakt.
Opmerking
Wanneer u Bluetooth-audio streamt, kunt u vanaf dit
systeem geen verbinding maken met de mobiele
telefoon. Maak in plaats vanaf de mobiele telefoon
verbinding met dit systeem. U hoort wellicht een
geluid van de verbinding door het geluid dat wordt
afgespeeld.
Tip
Bluetooth-signaal ingeschakeld: wanneer het contact
is ingeschakeld, maakt dit systeem automatisch
opnieuw verbinding met de mobiele telefoon die het
laatst was aangesloten. De automatische verbinding is
echter ook afhankelijk van de technische gegevens
van de mobiele telefoon. Als dit systeem niet
automatisch verbinding maakt, maakt u handmatig
verbinding.
Een audioapparaat aansluiten
1
Zorg dat dit systeem en het
audioapparaat zijn overgeschakeld
naar Bluetooth-signaal ingeschakeld.
2
Maak verbinding vanaf dit systeem
met het audioapparaat.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Een mobiele telefoon aansluiten
1
Zorg dat dit systeem en de mobiele
telefoon zijn overgeschakeld naar
Bluetooth-signaal ingeschakeld.
2
Maak verbinding met dit systeem met
de mobiele telefoon.
" " wordt weergegeven wanneer de
verbinding is gemaakt.
Verbinding maken met het laatste
verbonden audioapparaat vanaf dit
systeem
1 Zorg dat dit systeem en het audioapparaat zijn
overgeschakeld naar Bluetooth-signaal
ingeschakeld.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT AUDIO" wordt weergegeven.
3 Druk op (6).
" " knippert terwijl de verbinding wordt
gemaakt. Vervolgens blijft " " branden
wanneer de verbinding is gemaakt.
17
Handsfree bellen
Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt
tussen dit systeem en de mobiele telefoon.
Gespreksoverdracht
Als u het juiste apparaat (dit systeem/mobiele
telefoon) wilt inschakelen/uitschakelen,
controleert u het volgende.
1
Gesprekken ontvangen
Als u een gesprek ontvangt, hoort u de beltoon
via de autoluidsprekers.
1
Druk op (handsfree) wanneer een
gesprek wordt ontvangen met een
beltoon.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Houd (handsfree) ingedrukt of
gebruik de mobiele telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
mobiele telefoon voor meer informatie over de
werking van de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon, kan de handsfree
verbinding worden verbroken wanneer u probeert een
gesprek door te schakelen.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op
(handsfree) of op (OFF).
Als u een binnenkomend gesprek wilt weigeren,
houdt u (handsfree) 2 seconden ingedrukt.
Microfoonsterkte aanpassen
U kunt schakelen tussen twee volumeniveaus
("LOW" of "HI") om een geschikt niveau voor de
andere persoon tijdens een gesprek in te stellen.
1 Druk op (5) tijdens een gesprek.
Het item wordt als volgt gewijzigd:
MIC-LOW y MIC-HI
Opmerking
De microfoon van dit systeem bevindt zich aan de
achterkant van het voorpaneel (pagina 11). Dek de
microfoon niet af met tape, enzovoort.
Bellen
Als u belt vanaf dit systeem, wordt alleen
opnieuw bellen gebruikt.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Houd (handsfree) ten minste 3
seconden ingedrukt.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op
(handsfree) of op (OFF).
Als u een andere telefoon wilt bellen, gebruikt u
uw mobiele telefoon en schakelt u het gesprek
vervolgens door.
Controleer het volgende voor
overdrachtsgegevens van het gesprek.
18
Spraakkeuze activeren
U kunt spraakkeuze activeren op een mobiele
telefoon die op dit systeem is aangesloten door
het spraaklabel uit te spreken dat op de mobiele
telefoon is opgeslagen, waarna er wordt gebeld.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Druk op (handsfree).
De spraakkeuzestand op de mobiele telefoon
wordt geactiveerd.
3
Spreek het spraaklabel uit dat op de
mobiele telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en er wordt gebeld.
Opmerkingen
• Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt tussen
dit systeem en de mobiele telefoon.
• Sla van tevoren een spraaklabel op uw mobiele
telefoon op.
• Als u spraakkeuze activeert op een mobiele telefoon
die op dit systeem is aangesloten, werkt deze
functie mogelijk niet in bepaalde gevallen.
• Lawaai, zoals een lopende motor, kunnen de
geluidsherkenning verstoren. Om de herkenning te
verbeteren, moet u de functie gebruiken bij
omstandigheden met zo min mogelijk lawaai.
• Spraakkeuze werkt mogelijk niet in bepaalde
situaties, afhankelijk van de effectiviteit van de
herkenningsfunctie van de mobiele telefoon.
Raadpleeg de ondersteuningssite voor meer
informatie (pagina 28).
Tips
• Spreek op dezelfde manier als toen u het
spraaklabel hebt opgeslagen.
• Sla een spraaklabel op terwijl u in de auto zit, via dit
systeem met "BT PHONE" geselecteerd als bron.
Muziek streamen
Muziek van een audioapparaat
beluisteren
U kunt op dit systeem luisteren naar muziek van
een audioapparaat als het audioapparaat het
Bluetooth-profiel A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) ondersteunt.
1
2
Verlaag het volume op dit systeem.
3
Start het afspelen op het
audioapparaat.
4
Pas het volume aan op dit systeem.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot
"BT AUDIO" wordt weergegeven.
Het volume aanpassen
Het volume kan worden aangepast voor elk
verschil tussen het systeem en het Bluetoothaudioapparaat.
1 Start het afspelen op het Bluetoothaudioapparaat met een normaal volume.
2 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
systeem.
3 Druk herhaaldelijk op de selectietoets tot
"BTA" wordt weergegeven en draai de
volumeknop om het ingangsniveau aan te
passen (–8 dB tot +18 dB).
• Zelfs als de bron wordt gewijzigd op dit systeem,
wordt het afspelen op het audioapparaat niet
gestopt.
Tip
U kunt een mobiele telefoon die ondersteuning biedt
voor A2DP (Advanced Audio Distribution Profile),
verbinden als audioapparaat en naar muziek luisteren.
De registratie van alle
gekoppelde apparaten
verwijderen
1
Druk op (OFF).
Het systeem wordt uitgeschakeld.
2
Als " " brandt, houdt u (BT)
ingedrukt tot " " uitgaat.
3
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
5
Druk op (SEEK) +.
De initialisatie wordt gestart.
Het duurt 3 seconden voordat alle registraties
zijn geannuleerd. Schakel het systeem niet uit
terwijl "INITIAL" knippert.
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "BT INIT" wordt weergegeven.
Een audioapparaat bedienen met
dit systeem
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren op dit
systeem als het audioapparaat het Bluetoothprofiel AVRCP (Audio Video Remote Control
Profile) ondersteunt. (De bediening verschilt per
audioapparaat.)
Actie
Toets
Afspelen
(6) (PAUSE)* op dit systeem.
Onderbreken
(6) (PAUSE)* op dit systeem.
Tracks
overslaan
SEEK –/+ (./>) [één
keer voor elke track]
* Afhankelijk van het apparaat moet u wellicht twee
keer op deze toets drukken.
Bewerkingen die hierboven niet worden
genoemd, moeten op het audioapparaat worden
uitgevoerd.
Opmerkingen
• Tijdens het afspelen van een audioapparaat wordt
informatie, zoals tracknummer/tijd, afspeelstatus,
enzovoort, over een aangesloten audioapparaat niet
op dit systeem weergegeven.
19
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken aanpassen
1
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Na 5 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
De equalizercurve aanpassen
— EQ3
Met "CUSTOM" bij EQ3 kunt u zelf
equalizerinstellingen opgeven.
1
Selecteer een bron en druk
herhaaldelijk op de selectietoets om
"EQ3" te selecteren.
2
Draai de regelknop om "CUSTOM" te
selecteren.
3
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot "LOW", "MID" of "HI" wordt
weergegeven.
4
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
EQ3
Een equalizercurve selecteren uit 7
muziektypen.
LOW*1, MID*1, HI*1 (pagina 20)
BAL (balans)
De geluidsbalans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen.
FAD (fader)
Het relatieve geluidsniveau tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen.
SUB*2 (subwoofervolume)
Het volume van de subwoofer aanpassen.
("ATT" is de laagste instelling.)
AUX*3 (AUX-niveau)
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
BTA*4 (BT-audioniveau)
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
Bluetooth-audioapparaat. Bij deze instelling
hoeft het volume tussen bronnen niet worden
aangepast (pagina 19).
Aanpasbaar niveau: "+18 dB" – "0 dB" –
"–8 dB".
*1 Als EQ3 is ingeschakeld.
*2 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 21).
*3 Als de AUX-bron is geactiveerd.
*4 Als de Bluetooth-audiobron is ingeschakeld
(pagina 19).
Herhaal stap 3 en 4 om de equalizercurve aan
te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, houdt u de
selectietoets ingedrukt voordat het instellen is
voltooid.
Na 5 seconden is het instellen voltooid en
keert het scherm terug naar de normale
weergave-/ontvangststand.
Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.
Instelitems aanpassen — SET
1
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het installatievenster wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
3
Draai de regelknop om de instelling te
selecteren (bijvoorbeeld "ON" of
"OFF").
4
Houd de selectietoets ingedrukt.
Het instellen is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
Opmerking
De weergegeven items zijn afhankelijk van de bron en
de instelling.
20
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 8)
CT (kloktijd) (pagina 14, 15)
BEEP
De pieptoon inschakelen: "ON", "OFF".
AUX-A*1 (AUX-audio)
Het AUX-bronscherm inschakelen: "ON",
"OFF" (pagina 21).
A.OFF
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het systeem is uitgeschakeld: "NO",
"30S" (seconden), "30M" (minuten), "60M"
(minuten).
SUB/REAR*1
De audio-uitvoer wijzigen: "SUB-OUT"
(subwoofer), "REAR-OUT" (versterker).
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: "ON", "OFF".
DIM (dimmer)
De helderheid van het scherm wijzigen: "ON",
"OFF".
A.SCRL (automatisch rollen)
Lange items automatisch laten rollen: "ON",
"OFF".
LOCAL (lokale zoekfunctie)
– "ON": alleen afstemmen op zenders met
sterkere signalen.
– "OFF": afstemmen op normale ontvangst.
MONO*2 (monostand)
Mono-ontvangststand selecteren om slechte
FM-ontvangst te verbeteren: "ON", "OFF".
REG*2 (regionaal) (pagina 14)
LPF*3 (laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "OFF", "80Hz", "100Hz", "120Hz",
"140Hz", "160Hz".
LPF NORM/REV*3 (laagdoorlaatfilter normaal/
omgekeerd)
De fase selecteren wanneer LPF is
ingeschakeld: "NORM", "REV".
HPF (hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: "OFF", "80Hz",
"100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".
LOUD (loudness)
Hoge en lage tonen versterken voor helder
geluid bij lagere volumeniveaus: "ON", "OFF".
BTM (pagina 13)
BT INIT*1 (pagina 19)
*1 Als het systeem is uitgeschakeld.
*2 Als FM wordt ontvangen.
*3 Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT".
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo miniaansluiting) op het systeem en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het systeem en het draagbare audioapparaat. Volg
de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1 Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2 Verlaag het volume op het systeem.
3 Sluit het draagbare audioapparaat aan.
AUX
AUX
Verbindingskabel*
(niet bijgeleverd)
* Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1 Verlaag het volume op het systeem.
2 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "AUX"
wordt weergegeven.
"AUX FRONT IN" wordt weergegeven.
3 Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4 Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
systeem.
5 Pas het ingangsniveau aan (pagina 20).
21
CD-wisselaar
Bedieningssatelliet RM-X4S
De wisselaar selecteren
Het label bevestigen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD"
wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot de
gewenste wisselaar wordt weergegeven.
Houd bij het bevestigen van het label rekening
met de positie waarin de bedieningssatelliet
wordt gemonteerd.
Apparaatnummer Discnummer
SEL
MODE
DSPL
Albums en discs overslaan
1 Druk tijdens het afspelen op (1)/(2)
(ALBUM –/+).
Actie
Druk op (1)/(2)
(ALBUM –/+)
Album
overslaan
en laat los (kort ingedrukt
houden).
Albums blijven binnen 2 seconden nadat u deze
overslaan
heeft losgelaten.
Discs overslaan herhaaldelijk.
Discs blijven
overslaan
en druk binnen 2 seconden
weer op de toets en houd deze
ingedrukt.
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1 Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op
(3) (REP) of (4) (SHUF) tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
Selecteer
DISC
Actie
Een disc herhaaldelijk
afspelen.
SHUF
CHANGER
Tracks in de wisselaar in
willekeurige volgorde
afspelen.
SHUF ALL
Tracks in alle apparaten in
willekeurige volgorde
afspelen.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u " OFF" of
"SHUF OFF".
22
Bedieningselementen
De overeenkomstige toetsen op de
bedieningssatelliet bedienen dezelfde functies als
die op dit systeem.
ATT
SEL
PRESET/
DISC
MODE
SOURCE
OFF
Het afspelen wordt gestart.
DSPL
MODE
SEL
DSPL
VOL
SEEK/AMS
OFF
De volgende bedieningselementen op de
bedieningssatelliet moeten op een andere manier
worden bediend dan op het systeem.
• ATT (dempen) toets
Het geluid dempen. Druk nogmaals op de toets
om te annuleren.
• SEL (selectie) toets
Dezelfde functie als de selectietoets op het
systeem.
PRESET/DISC regelaar
CD: dezelfde functie als (1)/(2)
(ALBUM –/+) op het systeem
(indrukken en draaien).
Radio: De opgeslagen zenders ontvangen
(indrukken en draaien).
• VOL (volume) regelaar
Dezelfde functie als de regelknop op het
systeem (draaien).
• SEEK/AMS regelaar
Dezelfde functie als (SEEK) +/– op het
systeem (draaien of draaien en vasthouden).
• DSPL (scherm) toets
De schermitems wijzigen.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Verhogen
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
• Laat het systeem afkoelen als de auto in de volle
zon heeft gestaan.
• De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
1 Terwijl u de VOL regelaar indrukt, houdt u
(SEL) ingedrukt.
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het systeem, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
systeem is gedroogd; anders kan de werking van het
systeem worden verstoord.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Mors geen vocht op het systeem of de discs.
Opmerkingen over discs
• Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals heteluchtkanalen, en laat
deze niet achter in een auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
• Veeg een disc van binnen naar
buiten schoon met een doekje
voordat u deze afspeelt.
Gebruik geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner en in de
handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
• Dit systeem is ontworpen om
discs af te spelen die voldoen
aan de CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en
sommige muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
systeem.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit systeem
– Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
– Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
systeem worden beschadigd.
– 8-cm discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Het maximumaantal: (alleen CD-R/CD-RW)
– mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap)
– bestanden (tracks) en mappen: 300 (misschien
minder dan 300 als de map-/bestandsnaam veel
tekens bevat)
– tekens die kunnen worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/64
(Romeo)
vervolg op volgende pagina t
23
• Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze herkend
als een CD-DA-disc, en worden andere sessies
niet afgespeeld.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit systeem
– CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
– CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
incompatibel opnameapparaat.
– CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
– CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
Afspeelvolgorde van MP3-/WMAbestanden
MP3/WMA
Map
(album)
MP3-/WMAbestand
(track)
Informatie over MP3-bestanden
• MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) is een compressieindeling voor muziekbestanden. Audio-CDgegevens worden gecomprimeerd tot ongeveer
1/10 van de oorspronkelijke grootte.
• ID3-tag versies 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 gelden
alleen voor MP3. ID3-tag is 15/30 tekens (1.0 en
1.1) of 63/126 tekens (2.2, 2.3 en 2.4).
• Wanneer u een MP3-bestand een naam geeft, moet
u altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u een MP3-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
Opmerking
Als u een MP3-bestand met een hoge bitsnelheid
afspeelt, zoals 320 kbps, wordt het geluid
waarschijnlijk onderbroken.
Informatie over WMA-bestanden
• WMA (Windows Media Audio) is een
compressie-indeling voor muziekbestanden.
Audio-CD-gegevens worden gecomprimeerd tot
ongeveer 1/22* van de oorspronkelijke grootte.
• WMA-tag is 63 tekens.
24
• Wanneer u een WMA-bestand een naam geeft,
moet u altijd de extensie ".wma" aan de
bestandsnaam toevoegen.
• Als u een WMA-bestand met VBR (variabele
bitsnelheid) afspeelt of snel vooruit-/terugspoelt,
wordt de verstreken speelduur wellicht niet
nauwkeurig weergegeven.
* Alleen voor 64 kbps
Opmerking
Het afspelen van de volgende WMA-bestanden wordt
niet ondersteund.
– compressie zonder gegevensverlies (lossless)
– auteursrechtelijk beveiligd
Informatie over de Bluetoothfunctie
Wat is Bluetooth-technologie?
• Draadloze Bluetooth-technologie is een draadloze
technologie met een klein bereik waarmee
draadloze communicatie van gegevens tussen
digitale apparaten, zoals een mobiele telefoon en
een hoofdtelefoon, mogelijk wordt gemaakt.
Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter. Meestal
worden er twee apparaten met elkaar verbonden,
maar sommige apparaten kunnen tegelijkertijd
met meerdere apparaten verbonden zijn.
• U hebt geen kabel nodig voor de verbinding omdat
Bluetooth-technologie een draadloze technologie
is. Het is ook niet nodig dat de apparaten naar
elkaar zijn gericht, zoals het geval is met
infraroodtechnologie. U kunt bijvoorbeeld
gegevens uitwisselen terwijl u een dergelijk
apparaat bijvoorbeeld in een tas of zak draagt.
• Bluetooth-technologie is een internationale norm
ondersteund door miljoenen bedrijven overal ter
wereld, en wordt door verschillende bedrijven
gebruikt.
Informatie over Bluetooth-communicatie
• Draadloze Bluetooth-technologie functioneert
binnen een straal van ongeveer 10 meter.
De maximale communicatieafstand is afhankelijk
van obstakels (personen, metalen voorwerpen,
muren, enzovoort) of elektromagnetische storing.
• De volgende omstandigheden kunnen van invloed
zijn op de gevoeligheid van Bluetoothcommunicatie.
– Er bevindt zich een obstakel, zoals een persoon,
een metalen voorwerp of een muur, tussen dit
systeem en het Bluetooth-apparaat.
– Er bevindt zich een apparaat dat de frequentie
2,4 GHz gebruikt, zoals een draadloos LANapparaat, draadloze telefoon of magnetron, in de
buurt van dit systeem.
• Omdat Bluetooth-apparaten en draadloze LANapparaten (IEEE802.11b/g) dezelfde frequentie
gebruiken, kan storing worden veroorzaakt door
microgolven. Als dit systeem in de buurt van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt, kan dit
een lagere communicatiesnelheid, ruis of een
ongeldige verbinding tot gevolg hebben. In dit
geval moet u het volgende doen.
– Gebruik dit systeem op ten minste 10 meter
afstand van het draadloze LAN-apparaat.
– Als dit systeem binnen 10 meter van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt,
schakelt u het draadloze LAN-apparaat uit.
– Plaats dit systeem en het Bluetooth-apparaat zo
dicht mogelijk bij elkaar in de buurt.
• Microgolven die afkomstig zijn van een
Bluetooth-apparaat, kunnen van invloed zijn op de
werking van elektronische medische apparaten.
Schakel dit systeem en andere Bluetoothapparaten uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
– in de buurt van ontvlambare gassen, in
ziekenhuizen, treinen, vliegtuigen of
benzinestations.
– in de buurt van automatische deuren of
brandalarmen.
• Dit systeem ondersteunt
beveiligingsmogelijkheden die voldoen aan de
Bluetooth-norm voor een beveiligde verbinding
wanneer de draadloze Bluetooth-technologie
wordt gebruikt, maar afhankelijk van de instelling
is beveiliging wellicht niet genoeg. Wees
voorzichtig wanneer u communiceert via de
draadloze Bluetooth-technologie.
• We zijn niet verantwoordelijk voor het lekken van
informatie tijdens de Bluetooth-communicatie.
• We kunnen niet garanderen dat een verbinding tot
stand kan worden gebracht met alle Bluetoothapparaten.
– Apparaten met Bluetooth-functies moeten
voldoen aan de Bluetooth-norm die is
vastgesteld door Bluetooth SIG, en moeten zijn
geverifieerd.
– Zelfs als het aangesloten apparaat voldoet aan de
hierboven vermelde Bluetooth-norm, kan met
sommige apparaten wellicht geen verbinding
worden gemaakt of functioneert het apparaat
niet correct, afhankelijk van de kenmerken of
technische gegevens van het apparaat.
– Wanneer u handsfree belt via de telefoon, kan
ruis optreden, afhankelijk van het apparaat of de
omgeving.
• Afhankelijk van het apparaat dat wordt
aangesloten, kan het enige tijd duren voordat de
communicatie wordt gestart.
Overige
• De Bluetooth-functie van een mobiele telefoon
functioneert mogelijk niet correct, afhankelijk van
radiogolven en de locatie waar het apparaat wordt
gebruikt.
• Als u ongemakken ondervindt na het gebruik van
een Bluetooth-apparaat, moet u meteen stoppen
met het gebruik van het Bluetooth-apparaat. Als
het probleem daarmee niet is verholpen,
raadpleegt u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
systeem die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Onderhoud
De lithiumbatterij van de
kaartafstandsbediening vervangen
Onder normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur korter
zijn.)
Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik van
de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang de
batterij door een nieuwe CR2025-lithiumbatterij.
Bij een andere batterij bestaat er brand- of
explosiegevaar.
+ zijde omhoog
2
c
1
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een
batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek voor
een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met
de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang om
kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
vervolg op volgende pagina t
25
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
door een identiek exemplaar.
Als de zekering doorbrandt,
moet u de voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een
defect in het systeem.
Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Het systeem verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 8).
2 Knijp beide kanten van de
beschermingsrand in en trek de
beschermingsrand naar buiten.
Zekering (10 A)
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het systeem kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het systeem en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 8) los te maken en de
aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
x
2
Hoofdeenheid
Achterkant van
het voorpaneel
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot halen
voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Verwijder het systeem.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tegelijkertijd en duw hierop tot deze
vastklikken.
Haakje wijst
naar binnen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe
om het systeem los te maken.
3 Schuif het systeem uit de houder.
26
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: Minder dan meetbare waarden
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 150 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 10 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 70 dB (mono)
Scheiding: 40 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie: 25 kHz
Gevoeligheid: MW: 26 µV, LW: 45 µV
Draadloze communicatie
Communicatiesysteem:
Bluetooth-norm versie 2.0
Uitvoer:
Bluetooth-norm klasse 2 (Max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik:
Gezichtslijn ongeveer 10 m*1
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele Bluetooth-profielen*2:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile)
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile)
HFP (Handsfree Profile) 1.5
HSP (Headset Profile)
*1 Het werkelijke bereik verschilt afhankelijk van
factoren, zoals obstakels tussen apparaten,
magnetische velden om een magnetron, statische
elektriciteit, ontvangstgevoeligheid, prestaties van
de antenne, het besturingssysteem, software,
enzovoort.
*2 De Bluetooth-standaardprofielen geven het doel
van Bluetooth-communicatie tussen apparaten
aan.
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgang (voor, schakelen tussen subwoofer/
achter)
Subwooferuitgang (mono)
Relaisaansluiting elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Telephone ATT-bedieningsaansluiting
BUS-bedieningsingang
BUS-audio-ingang
AUX-ingang (stereo mini-aansluiting)
Toonregelingen:
Laag: ±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden: ±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog: ±10 dB bij 10 kHz (XPLOD)
Voeding: 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde)
Afmetingen: Ongeveer 178 × 50 × 179 mm (b/h/d)
Montageafmetingen: Ongeveer 182 × 53 × 162 mm
(b/h/d)
Gewicht: Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverde accessoires:
Kaartafstandsbediening: RM-X304
Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set)
Optionele accessoires/apparaten:
Bedieningssatelliet: RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met RCA-kabel):
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
CD-wisselaar (6 discs): CDX-T69
Bronkeuzeschakelaar: XA-C40
Interfaceadapter voor iPod: XA-120IP
Het is mogelijk dat uw handelaar niet beschikt over
sommige van de hierboven vermelde accessoires.
Vraag uw handelaar om meer informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Er werden geen halogene brandvertragende
producten gebruikt in de betreffende
printplaat/printplaten.
• In het omhulsel werden geen halogeen bevattende
brandvertragende producten gebruikt.
• Als beschermings- en opvulmateriaal werd er
papier gebruikt.
Versterker
Uitgang: Luidsprekeruitgangen (sure seal)
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 52 W × 4 (bij 4 ohm)
27
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het systeem
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt,
moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik controleren.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
volgende ondersteuningssite.
Ondersteuningssite
Het scherm verdwijnt van/verschijnt niet in het
display.
• De dimmer is ingesteld op "DIM-ON" (pagina 21).
• Het scherm verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze
toets ingedrukt houdt.
t Druk op (OFF) op het systeem en houd deze
toets ingedrukt tot het scherm verschijnt.
• De aansluitingen zijn vuil (pagina 26).
De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het systeem is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
systeem is uitgeschakeld.
t Schakel het systeem uit.
http://support.sony-europe.com/
CD's afspelen
Algemeen
Het systeem wordt niet van stroom voorzien.
• Controleer de aansluiting of de zekering.
• Als het systeem wordt uitgeschakeld en het systeem
verdwijnt, kan het systeem niet worden bediend met
de afstandsbediening.
t Schakel het systeem in.
De elektrisch bediende antenne schuift niet uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos.
Geen geluid.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
• Het afspelen op het Bluetooth-audioapparaat is
onderbroken.
t Annuleer de onderbreking.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 21).
• Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
• Er is op RESET gedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet
juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de positie van de
contactsleutel wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt
de demonstratie gestart.
Als er 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en
"DEMO-ON" is ingesteld, wordt de demonstratie
gestart.
t Stel "DEMO-OFF" in (pagina 21).
28
De disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een disc in het systeem.
• De disc is met kracht omgekeerd of in de verkeerde
richting geplaatst.
De disc wordt niet afgespeeld.
• Disc defect of vuil.
• De CD-R's/CD-RW's zijn niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 23).
MP3-/WMA-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMAindeling en -versie (pagina 24).
MP3-/WMA-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs opgenomen met een ingewikkelde structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd.
De schermitems rollen niet.
• Bij sommige discs met heel veel tekens kunnen de
tekens niet rollen.
• "A.SCRL" is ingesteld op "OFF".
t Stel "A.SCRL-ON" in (pagina 21).
t Houd (DSPL) (SCRL) ingedrukt.
Het geluid verspringt.
• Het systeem is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het systeem onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• Disc defect of vuil.
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
Druk op RESET (pagina 7).
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel van de elektrische antenne
(blauw) of voedingskabel voor accessoires (rood)
aan op de voedingskabel van de autoantenneversterker (alleen als uw auto is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of
zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de bedieningskabel
van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 21).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "LOCAL-OFF" in (pagina 21).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 21).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt mono weergegeven.
Het systeem staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 21).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 14).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 14).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Er zijn geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
Bluetooth-functie
Het te verbinden apparaat kan dit systeem niet
vinden.
• Voordat de koppeling wordt gemaakt, stelt u dit
systeem in op de stand-bymodus voor koppelen.
• Als u verbinding hebt gemaakt met een Bluetoothapparaat, kan dit systeem niet worden herkend vanaf
een ander apparaat. Voor herkenning op een ander
apparaat verbreekt u de huidige verbinding en zoekt u
dit systeem vanaf het andere apparaat.
• Als u apparaten hebt gekoppeld, schakelt u de uitvoer
van het Bluetooth-signaal over naar ingeschakeld
(pagina 17).
Er kan geen verbinding worden gemaakt.
• Maak verbinding met dit systeem vanaf een
Bluetooth-apparaat of andersom. De verbinding
wordt bediend via één kant (dit systeem of een
Bluetooth-apparaat), maar niet via beide.
• Controleer de koppelings- en verbindingsprocedures
aan de hand van de handleiding van het andere
apparaat, enzovoort en voer de bewerking opnieuw
uit.
Het volume van het stemgeluid is te laag.
Pas het volume aan.
De persoon waarmee u belt, zegt dat het
volume te laag of te hoog is.
Pas het volume aan met de functie voor het aanpassen
van de microfoonsterkte (pagina 18).
Er treedt echo of ruis op in de
telefoongesprekken.
• Zet het volume zachter.
• Als ander omgevingsgeluid dan het geluid van het
telefoongesprek te hard is, probeert u dit geluid te
beperken.
Bijvoorbeeld: als er een raam open staat en het
verkeer veel lawaai maakt, sluit u het raam. Als de
airconditioning veel lawaai maakt, zet u de
airconditioning zachter.
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer Bluetooth-audio wordt afgespeeld, is de
telefoon niet verbonden, ook al drukt u op
(handsfree).
t Maak verbinding vanaf de telefoon.
De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.
De geluidskwaliteit van de telefoon is afhankelijk van
de ontvangstomstandigheden van de mobiele telefoon.
t Verplaats uw auto naar een plaats waar het signaal
van de mobiele telefoon sterker is als de ontvangst
slecht is.
Het volume van het verbonden audioapparaat
is laag (hoog).
Het volume is afhankelijk van het audioapparaat.
t Pas het volume van het verbonden audioapparaat of
dit systeem aan.
vervolg op volgende pagina t
29
Het geluid verspringt tijdens het afspelen op
een Bluetooth-audioapparaat.
• Verklein de afstand tussen het systeem en het
Bluetooth-audioapparaat.
• Als het Bluetooth-audioapparaat in een houder wordt
bewaard die het signaal kan verstoren, verwijdert u
het audioapparaat tijdens gebruik uit de houder.
• Er worden meerdere Bluetooth-apparaten of andere
apparaten die radiogolven uitzenden, in de buurt
gebruikt.
t Schakel de andere apparaten uit.
t Vergroot de afstand tot de andere apparaten.
• Het afspelen van het geluid wordt tijdelijk gestopt
wanneer de verbinding tussen dit systeem en de
mobiele telefoon wordt gemaakt. Dit duidt niet op
een probleem.
Het verbonden Bluetooth-audioapparaat kan
niet worden bediend.
Controleer of het verbonden Bluetooth-audioapparaat
AVRCP ondersteunt.
Bepaalde functies werken niet.
Controleer of het verbonden apparaat de betreffende
functies ondersteunt.
Een gesprek wordt per ongeluk beantwoord.
De verbonden telefoon is ingesteld om een gesprek
automatisch te beantwoorden.
Tijdens handsfree bellen wordt er geen geluid
uitgevoerd via de autoluidsprekers.
Als het geluid wordt uitgevoerd via de mobiele
telefoon, moet u de mobiele telefoon instellen om het
geluid uit te voeren via de autoluidsprekers.
"OFF BT" wordt weergegeven tijdens het
initialiseren.
Houd (BT) ingedrukt tot " " uitgaat. Initialiseer
nogmaals (pagina 19).
Foutmeldingen/berichten
ERROR*1
• De disc is vuil of is omgekeerd geplaatst.*2
t Reinig de disc of plaats deze op de juiste manier.
• Er is een lege disc in het systeem geplaatst.
• De disc kan niet worden afgespeeld wegens een
probleem.
t Plaats een andere disc.
• Druk op Z om de disc te verwijderen.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de handleiding voor installatie/
aansluitingen van dit model om de aansluitingen te
controleren.
30
LOAD
De disc wordt geladen door de CD-wisselaar.
t Wacht tot het laden is voltooid.
L. SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen.
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
t Druk op (SEEK) +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het systeem gaat
zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PIgegevens (programma-identificatie) ("PI SEEK"
wordt weergegeven).
NO DISC
Er is geen disc in de CD-wisselaar geplaatst.
t Plaats discs in de CD-wisselaar.
NO MAG
Er is geen discmagazijn in de CD-wisselaar geplaatst.
t Plaats het discmagazijn in de CD-wisselaar.
NO MUSIC
De disc bevat geen muziekbestanden.
t Plaats een muziek-CD in dit systeem of een MP3compatibele CD-wisselaar.
NO NAME
Er is geen naam voor de disc/artiest/track of het album
naar de track geschreven.
NO TP
Het systeem blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in
het scherm blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde
Sony-handelaar raadplegen.
READ
Alle track- en albuminformatie op de disc wordt
gelezen.
t Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag
nemen.
RESET
De CD-speler of CD-wisselaar kan niet worden
bediend vanwege een probleem.
t Druk op RESET (pagina 7).
"
" of "
"
Tijdens het snel terug- of vooruitspoelen hebt u het
begin of het einde van de disc bereikt en kunt u niet
verder.
" "
Het teken kan niet worden weergegeven met het
systeem.
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van
een CD, wordt het discnummer van de CD niet in
het scherm weergegeven.
*2 Het discnummer van de disc met de fout wordt
weergegeven in het scherm.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Als u het systeem ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het beste
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
31