Brandt TI1033B de handleiding

Type
de handleiding
NL INSTALLATIE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING
Kookplaat
2
Geachte klant,
U hebt net een kookplaat van BRANDT gekocht. Wij willen u hier graag voor
bedanken.
Wij hebben al onze knowhow en ons enthousiasme in dit apparaat gestopt, opdat
het zo goed mogelijk aan uw behoeften zal beantwoorden. Deze innoverende en
uitstekend presterende kookplaat is speciaal ontworpen voor uw gebruiksgemak.
BRANDT biedt tevens een ruime keuze aan ovens, magnetronovens, afzuigkappen,
fornuizen, vaatwassers, wasmachines, droogtrommels, koelkasten en diepvriezers
die allemaal met uw nieuwe kookplaat van BRANDT kunnen worden gecombineerd.
Uiteraard streven wij ernaar zo goed mogelijk aan uw wensen ten aanzien van onze
producten te voldoen. Daarom staat onze klantenservice voor u klaar en luistert naar
u om al uw vragen te beantwoorden of uw suggesties te noteren (gegevens achter in
dit boekje).
U kunt ook onze website www.brandt.com bezoeken voor al onze producten en
nuttige en aanvullende informatie.
BRANDT
Wij streven ernaar om onze producten voortdurend te verbeteren en we behouden
ons het recht voor om de technische, functionele of esthetische eigenschappen van
de producten te wijzigen in overeenstemming met nieuwe ontwikkelingen.
Belangrijk
Voor installatie en gebruik van uw apparaat deze installatie- en gebruiksgids
aandachtig lezen. U zult snel vertrouwd raken met de werking van uw toestel.
NL
3
INDEX
Respect voor het milieu
_
______________________________________________
03
Veiligheidsaanwijzingen
_
______________________________________________
04
Beschrijving van het apparaat
_
________________________________________
06
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Keuze van de plaats
_
_________________________________________________
07
Inbouw
_
___________________________________________________________
07
Aansluiting
_
________________________________________________________
08
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Beschrijving van de bovenzijde
_
_______________________________________
09
Pannen voor de inductie
_
_____________________________________________
10
Welke kookzone voor uw pan?
_
________________________________________
10
Beschrijving van de accessoires
_
______________________________________
11
Aanzetten
_
_________________________________________________________
11
Stop
_
______________________________________________________________
11
Instellen van het vermogen
_
___________________________________________
11
MAXIZONE
_
________________________________________________________
11
Instellen van de timer
_
________________________________________________
12
Gebruik van de kinderbeveiliging
_
______________________________________
12
Veiligheden tijdens de werking
_
________________________________________
13
3 / PERIODIEK ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
Onderhoud van het apparaat
_
_________________________________________
14
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN, INCIDENTEN
Bij de inwerkingstelling
_
______________________________________________
15
Bij het inschakelen
_
__________________________________________________
15
Tijdens het gebruik
_
_________________________________________________
15
RESPECT VOOR HET MILIEU
—Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat kan worden hergebruikt. Draag bij aan de
bescherming van het milieu door dit materiaal in de gemeentecontainers voor hergebruik te
deponeren.
— Uw apparaat bevat tevens vele herbruikbare materialen. Daarom is het voorzien van
dit logo om aan te geven dat de gebruikte apparaten van ander afval dienen te worden
gescheiden. Zo kan uw fabrikant de apparaten optimaal hergebruiken,
overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/CE betreffende elektrisch en
elektronisch afval. Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper naar de
dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude apparaten.
— Wij danken u voor uw bijdrage aan de bescherming van het milieu.
4
Dit apparaat kan worden
gebruikt door kinderen van 8 jaar
of ouder en mensen met beperkte
sensoriële of geestelijke capacitei-
ten, of mensen met onvoldoende
ervaring en kennis, indien ze zijn
opgeleid voor het gebruik van dit
apparaat, het veilige gebruik ervan
en de gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
Het reinigen en onderhoud mogen
niet zonder toezicht door kinderen
worden uitgevoerd.
Overblijvende warmte
Het apparaat en de toegankelijke
delen worden warm tijdens het
gebruik.
Er moeten voorzorgsmaatregelen
genomen worden om de verwar-
mingselementen niet aan te raken.
Om de werking van een of open
haarden te stoppen, houdt u de
aan / uit-knop te drukken. De
gebruiker wordt geïnformeerd
over het uitschakelen door een
pieptoon en een statuswijziging
van de weergave.
Een “H wordt gedurende deze
periode weergegeven. Raak de
betreffende zones dan niet aan.
Kinderbeveiliging
Kinderen jonger dan 8 jaar mogen
niet in de buurt van het apparaat
komen, tenzij zij voortdurend
onder toezicht staan.
Uw kookplaat beschikt over een kin-
derbeveiliging die het gebruik van de
kookplaat vergrendelt na afloop of
tijdens het koken (zie hoofdstuk:
gebruik van de kinderbeveiliging).
Vergeet niet om te ontgrendelen
voor verder gebruik.
Voor gebruikers van pace-
makers en actieve implantaten.
De werking van de kookplaat vol-
doet aan de geldende normen
voor elektromagnetische interfe-
rentie en beantwoordt aldus aan
de wettelijke normen (richtlijnen
2004/108/CE).
Om interferentie tussen uw kook-
plaat en een pacemaker te vermij-
den, is het belangrijk dat de pace-
maker in overeenstemming met de
betreffende regelgeving is ontwor-
pen en afgesteld.
Wij kunnen u in dit opzicht enkel
garanderen dat ons eigen product
aan de geldende normen voldoet.
Wat betreft de technische specifi-
catie van uw pacemaker of even-
tuele incompatibiliteit, kunt u
inlichtingen inwinnen bij de fabri-
kant van de pacemaker of bij uw
behandelend arts.
Uw apparaat voldoet aan de Euro-
pese richtlijnen 2006/95/CE (Richt-
lijn laagspanning) en 2004/108/CE
(Elektromagnetische compatibili-
teit).
5
Het bereiden op een kook-
plaat met vet of olie kan gevaarlijk
zijn en brand veroorzaken.
Probeer nooit om brand met water
te blussen, maar schakel het appa-
raat uit en bedek de vlam bijvoor-
beeld met een deksel of een
brandwerend deksel.
Brandgevaar: sla geen voorwer-
pen onder het kookapparaat op.
Indien het oppervlak gebarsten is,
dient u het apparaat uit te schake-
len om elektrocutiegevaar te ver-
mijden.
Metalen voorwerpen zoals mes-
sen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op het oppervlak
geplaatst worden, deze kunnen
warm worden.
Indien de voedingskabel bescha-
digd is, moet deze door de fabri-
kant, zijn klantenservice of een
ander gekwalificeerd persoon veili-
gheidshalve worden vervangen.
Zet kookpannen niet te hard op de
kookplaat neer:
De glaskeramische kookplaat is
zeer stevig, maar niet
onbreekbaar.
Leg geen warm deksel plat op de
kookplaat. Door een ‘zuigeffect’
kan de glaskeramische plaat
beschadigd raken. Voorkom
schuiven van pannen, die op de
duur het decor op de
glaskeramische plaat kunnen
beschadigen.
Zet geen pannen op de lijst of kap
(naargelang het model).
Gebruik geen pannen met ruwe of
oneffen bodem: er kunnen stoffen
onder blijven steken die vlekken of
krassen op de kookplaat kunnen
veroorzaken.
Berg uw onderhoudsproducten of
ontvlambare producten niet op in
het meubel onder de plaat.
Gebruik nooit een stoomreiniger
om uw kookplaat te onderhouden.
Verwarm geen gesloten blikken,
omdat die kunnen ontploffen.
Dat geldt uiteraard voor alle
kookstanden.
Gebruik nooit aluminiumfolie voor
het bereiden van gerechten. In
aluminium verpakte producten of
producten in een aluminium bakje
nooit rechtstreeks op de
kookplaat zetten. Het
aluminiumfolie smelt en brengt
onherstelbare schade toe aan uw
kookapparaat.
Deze beschadigingen, die de
werking van de kookplaat niet
storen of onmogelijk maken,
vallen niet onder de garantie van
dit apparaat.
Elektrisch gevaar
Zorg ervoor dat de voedingska-
bel van een elektrisch apparaat
dat is aangesloten in de nabij-
heid van de kookplaat, niet in
contact komt met de kookzones.
Als er een barstje verschijnt in
het oppervlak van de glasplaat
dient u het apparaat onmiddellijk
uit te schakelen om de kans op
een elektrische schok uit te slui-
ten.
Verwijder daartoe de zekeringen
of schakel de hoofdschakelaar
uit.
Gebruik de kookplaat niet meer
voordat de glazen bovenplaat is
vervangen.
6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
B
C
B
A
A
D
Luchtinvoer
Luchtafvoer
Glaskeramische plaat
Voedingskabel
A
B
C
D
NL
7
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
KEUZE VAN DE PLAATS
De afstand tussen de rand van het apparaat en
de muur (of wand) erachter of ernaast moet
minimaal 4 cm bedragen (zone A).
Uw apparaat kan zonder probleem worden
ingebouwd, controleer echter wel of de
luchttoevoer en –afvoer niet worden
geblokkeerd (zie hoofdstuk “beschrijving van
uw apparaat”).
Boven een inbouwoven of ander
inbouwapparaat wordt het inbouwen zoals
hiernaast aangegeven afgeraden.
INBOUWEN
Houd u aan de tekening hierboven.
Lijm de schuimplastic afdichtingstrip volledig
rond de onderzijde van de kookplaatrand, daar
waar deze op uw werkblad rust. Dit zorgt voor
een goede afdichting met het werkblad.
Bevestig de clips op de tafel
(volgens het
model)
.
4 cm
4 cm
4 cm
Entrée d'air
Sortie d'air
4 cm
A
sanitaire ruimte
51
58
49
56
6,4
Boven een oven
MINIMUM 4 mm
Boven een meubel
met deur of lade
Advies
Als uw kookplaat zich boven ene oven bevindt, kunnen de warmtebeveiligingen van de
plaat het gelijktijdige gebruik van de plaat en de oven verhinderen in pyrolyse modus.
Uw kookplaat is voorzien van een beveiligingsysteem tegen oververhitting.
Deze beveiliging kan bijvoorbeeld worden geactiveerd als de kookplaat is geïnstalleerd boven
een onvoldoende geïsoleerde oven. Er verschijnen dan kleine streepjes op de display. In dit geval
raden wij u aan om de beluchting van uw kookplaat te verbeteren door een opening te maken aan
de zijkant van uw meubel (8cm x 5cm), en/of u kunt ook de isolatieset voor de oven installeren die
te verkrijgen is bij de klantenservice.
Luchtinvoer
Luchtafvoer
NL
8
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Let op
Indien de voedingskabel is beschadigd
moet deze veiligheidshalve door de
fabrikant, de servicedienst of een ander
gekwalificeerd persoon worden vervangen.
Deze kookplaten moeten worden aangesloten
op het net met behulp van een stekker,
overeenkomstig de voorschriften van IEC
60083 of een eenpolige onderbreker,
overeenkomstig de geldende installatieregels.
Bij het onder spanning zetten van de
kookplaat, of in geval van een lange
stroomstoring, verschijnt een lichtcodering op
het bedieningspaneel. Wacht ongeveer
30 seconden tot deze informatie verdwijnt
voordat u de kookplaat gebruikt (deze
weergave is normaal en indien nodig
voorbehouden aan de servicedienst. De
gebruiker van de kookplaat dient hier in geen
geval rekening mee te houden).
AANSLUITING
Scheid voor de aansluiting de 2 fasedraden
L1 en L2.
Nulleider
Aarde
Fase
N
L
Groen/geel
Blauw
Zwart of grijs
Bruin
Nulleider
Aarde
Fase
N
L1
L2
Blauw
Groen/geel
Zwart of grijs
Bruin
Aansluiting 220-240V
~
Indien bij een aansluiting van 400 V 2N
driefasig, de kookplaat niet functioneert,
controleer dan of de nulleider goed is
aangesloten.
Aansluiting 400V 2N
~
-
16A
32A
Scheid de draden voor de aansluiting.
Nulleider
Aarde
Fase
N1
L1
L2
Blauw
Groen/geel
Zwart of grijs
Bruin
Aansluiting 2x230V 2L+2N
~
-
16A
N2
Aansluiting 400V 3
~
-
16A
NL
9
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BESCHRIJVING VAN DE BOVENZIJDE
00536
16 cm
50 W - 2200 W
50 W - 3600 W
21 cm
50 W - 3
1
00 W
TI1033
NL
10
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Advies
Om te controleren of uw pan geschikt
is:
Zet u deze op een kookzone op
vermogen 4.
Als de display niet knippert, is uw pan
geschikt.
Als de display knippert, is uw pan niet
geschikt voor inductiekoken.
U kunt ook een magneet gebruiken.
Als de magneet aan de bodem van de pan
“kleeft”, is de pan geschikt voor
inductiekoken.
Kookzone* Te gebruiken pan
16 cm 10 ..... 18 cm
18 cm 12 ..... 22 cm
21 cm 18 ..... 24 cm
23 cm 12 ..... 26 cm
28 cm 12 ..... 32 cm
WELKE KOOKZONE VOOR UW
PAN?
PANNEN VOOR INDUCTIE
Inductieprincipe
Het principe van inductiekoken berust op een
magnetisch fenomeen.
Zodra u uw pan op een kookzone zet en deze
inschakelt, gaan de elektronische
schakelingen van uw kookplaat in de bodem
van uw pan “inductie” stromen produceren,
hetgeen de temperatuur onmiddellijk
verhoogt. Deze warmte wordt doorgegeven
aan de levensmiddelen in de pan die u zo,
afhankelijk van uw instelling, zachtjes kunt
laten pruttelen of snel kunt dichtschroeien.
De pannen
De meeste pannen kunnen gebruikt worden
voor inductiekoken. Alleen glas, aardewerk,
aluminium zonder speciale bodem, koper en
sommige niet-magnetische roestvrij staal
soorten kunnen niet gebruikt worden. Wij raden
aan pannen met een dikke en platte boden te
kiezen. De warmte wordt beter verspreid en het
kookproces verloopt gelijkmatiger.
+
-
C
B
A
* volgens model
Inductor
Elektronische schakeling
Inductiestromen
A
B
C
NL
11
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
INSCHAKELEN
Druk op de aan/uit toets van de te gebruiken
zone. Een knipperende 0 en een pieptoon
geven aan dat de zone aan staat. U kunt nu
het gewenste kookvermogen instellen.
Als u geen kookvermogen instelt zal de
kookzone automatisch worden uitgeschakeld.
UITSCHAKELEN
Druk op de aan/uit toets van de gebruikte
zone of op de toets
-
van het vermogen tot
0 wordt weergegeven.
INSTELLEN VAN HET
KOOKVERMOGEN
Druk op de toets “+” of “-” om het
vermogenniveau van 1 tot P (maximaal
vermogen) in te stellen.
Bij het inschakelen kunt u direct het maximale
vermogenniveau “P” instellen door op de
toets
-
te drukken
BESCHRIJVING VAN DE
BEDIENINGEN
Aan/uit toets.
Toetsen kookvermogen.
Toetsen voor het instellen van de timer.
Toets volledige kookzone 3600W
A
B
C
Advies
Gebruik bij voorkeur kookzones aan
verschillende zijden.
Het gebruik van maximaal vermogen op één
van de kookzones brengt een automatische
beperking van de andere teweeg, zichtbaar
op de vermogendisplay.
D
1
2
3
4
Zone Voor MAXIZONE
Zone Achter MAXIZONE
Zone 21cm
Zone 16cm
MAXIZONE
Druk op de toets voor directe toegang tot
de gehele zone. Een animatie betekent dat de
kookzone is ingeschakeld. U kunt nu het
gewenste vermogen instellen met de toetsen
+
“ of
-
.
C
A
B
D
4
3
2
1
1
2
NL
12
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Instellen van de timer
Voor het geheel van de kookzones is een
draaiende timer beschikbaar, die functioneert
voor een enkele kookzone tegelijk.
Door herhaaldelijk te drukken op de toets
selecteert u de kookzone waarvoor u de timer
wenst te gebruiken.
Het draaiend symbool van de timer kan alleen
voor de zones die in werking zijn worden
gebruikt.
Gebruik van de timer:
- Zet de kookzone aan en stel het vermogen in.
- Zet het draaiend symbool op deze kookzone
(voor de “Maxizone” worden 2 symbolen
rechts weergegeven).
- Stel de duur in door te drukken op “
+
“ of “
-
”;
op de vermogensdisplay licht een punt op om
de handeling te bevestigen.
De timer begint pas terug te tellen indien op
de kookzone een pan staat.
Na de bereiding gaat de zone uit en geeft de
timer 0 weer. U wordt gewaarschuwd met een
pieptoon.
- Druk op de toets “+” of “-” van de timer om
deze pieptoon uit te schakelen.
Om de instellingen van de timer te wijzigen:
Druk op de toetsen “+” of “-” van de timer.
Om de timer te stoppen:
Druk meerdere seconden tegelijk op de
toetsen “+” en “-” van de timer of op de toets
-” van de timer tot 0.
Om de toewijzing van de timer te wijzigen:
- Stop de lopende timer.
- Door herhaaldelijk te drukken op de toets
wordt een nieuwe functionerende
kookzone toegewezen.
GEBRUIK
“KINDERBEVEILIGING”
Uw kookplaat heeft een kinderbeveiliging die
de bedieningen vergrendelt wanneer de plaat
niet is ingeschakeld (bijvoorbeeld bij het
reinigen) of tijdens het koken (om de
instellingen niet te wijzigen).
Uit veiligheidsoverwegingen is alleen de toets
“stop” altijd actief en dient om een kookzone
te onderbreken, zelfs wanneer die
vergrendeld is.
Hoe vergrendelen?
Blijf drukken op de toetsen
+
“ en “
-
”,
van de
timer tot een pieptoon uw handeling bevestigt.
Plaat vergrendeld in werking
De weergave van de kookzones in werking
geeft afwisselend het vermogen en het
symbool van de vergrendeling weer.
Alleen de toets “stop” is altijd actief
Voor de kookzones die niet in werking zijn,
gaat het symbool aan wanneer u druk op
de toetsen “start/stop”.
Deze weergave verdwijnt na enkele seconden
,
Hoe vergrendelen?
Blijf drukken op de toetsen
+
“ en “
-
”, tot de
sleutel uitgaat
en een pieptoon uw handeling
bevestigt
.
Advies
Vergeet niet de kookplaat te
ontgrendelen voordat hem weer te
gebruiken (zie hoofdstuk “gebruik
kinderbeveiliging”).
NL
13
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BEVEILIGING TIJDENS DE
WERKING
•Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een “H”.
Raak de betreffende zones dan niet aan.
•Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een
veiligheidssensor die voortdurend de
temperatuur van de bodem van de pan
controleert. Als u een lege pan op een
ingeschakelde kookzone laat staan, zal deze
sensor automatisch de temperatuur van de
kookplaat aanpassen zodat uw keukengerei
of de kookplaat niet wordt beschadigd.
•Veiligheid “kleine voorwerpen”
Een klein voorwerp (zoals een vork, lepel of
ring …,) dat alleen op de kookplaat wordt
gelegd, wordt niet als pan herkend.
De display knippert en de kookplaat wordt
niet ingeschakeld.
Let op
Meerdere kleine voorwerpen kunnen op
een kookplaat als een pan worden
herkend.
De display geeft het kookvermogen aan
zonder te knipperen: deze voorwerpen
worden verwarmd als een kookvermogen
wordt ingesteld.
•Beveiliging bij overkoken
Het stopzetten van de
kookplaat, een speciale
weergave (symbool hiernaast)
en een pieptoon (naar gelang
model) kunnen in één van de
volgende 3 gevallen in werking
worden gezet:
- Overkoken waarbij de bedieningstoetsen
worden bedekt.
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de bedieningstoetsen.
Reinig het voorwerp of haal het weg, nu kunt
u verder gaan met koken.
•Systeem Auto-Stop
Indien u een bereiding vergeet stop te zetten,
is het kookplaat uitgerust met een beveiliging
Auto-Stop system” die de vergeten
kookzone onmiddellijk uitschakelt na een
bepaalde tijd (begrepen tussen 1 en 10 uur
volgens het gebruikt vermogen).
Wanneer deze beveiliging in werking treedt,
wordt de onderbreking van de kookzone
aangegeven met de weergave “AS” of “A”in
de bedieningszone en wordt gedurende
ongeveer 2 minuten een pieptoon afgegeven.
Het volstaat om op een willekeurige
bedieningstoets te drukken om de pieptoon
te onderbreken.
Een dubbele pieptoon bevestigt uw
handeling.
PIEP... PIEP
NL
14
3 / PERIODIEK ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
SOORTENVUIL
Licht.
Ingebakken vlekken.
Overkoken van suiker,
gesmolten plastic
Kringen en kalkaanslag.
Glanzende metalen
verkleuringen.
Wekelijks onderhoud.
HOE?
Het te reinigen gebied met warm water
doorweken, daarna afvegen.
Het te reinigen gebied met warm water
doorweken, een speciaal glaskrabbertje
gebruiken om het ergste vuil te verwijderen,
daarna met de schuurzijde van een
huishoudsponsje het resterende vuil
verwijderen en afvegen.
Warme witte wijnazijn op de vlekken
aanbrengen, laten inwerken en afvegen met
een zachte doek.
Een speciaal product voor glaskeramische
platen aanbrengen op de plaat, bij voorkeur
met siliconen (beschermend effect).
GEBRUIK
Huishoudsponsen.
Huishoudsponsen.
Speciaal
glaskrabbertje.
Witte wijnazijn.
Speciaal product
voor glaskeramische
kookplaten.
crème
spons
voor kwetsbare vaat
schuurspons
poeder
NL
15
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
Er verschijnt een lichtgevende
display.
De installatie is doorgeslagen.
Slechts één zijde werkt.
Bij het eerste gebruik komt er
een vreemde geur van de
kookplaat af
Normale werking.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Nieuw apparaat.
Niets, de weergave
verdwijnt na 30 seconden.
Controleer de geschiktheid.
Zie hoofdstuk aansluiting.
Verwarm een pan vol
water een half uur lang
op elke zone
De kookplaat werkt niet en
de lichtgevende displays op het
bedieningspaneel blijven uit.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een ander bericht.
De kookplaat werkt niet,
het
gegeven of verschijnt.
Het apparaat krijgt geen
stroom. De voeding of de
aansluiting is defect.
De elektronische schakeling
werkt slecht.
De kookplaat is vergrendeld
Controleer de zekeringen
en de elektrische
hoofdschakelaar.
Neem contact op met
de Klantenservice.
Zie hoofdstuk gebruik
kinderbeveiliging
De kookplaat is gestopt en geeft
ongeveer elke 10 seconden een
pieptoon af. Een of F7
verschijnt.
Een serie kleine of F7 wordt
weergegeven.
Na een kookzone in werking te
hebben gesteld, blijft de display
van het bedieningspaneel
knipperen.
De pannen maken lawaai tijdens
het koken.
Uw kookplaat maakt een tikkend
geluid tijdens het koken.
De ventilator blijft enkele
minuten doorwerken na
uitschakeling van de kookplaat.
Er is iets overgekookt of er ligt
een voorwerp op het
bedieningspaneel.
De elektronische schakelingen
zijn verhit.
De gebruikte pan is niet geschikt
voor inductie of heeft een
doorsnede van minder dan 12 cm
(10 cm op een zone van 16 cm).
Normaal voor sommige soorten
pannen.
Dit is te wijten aan de
doorgang van de energie van de
plaat naar de pan.
Afkoeling van het elektronisch
systeem
Normale werking.
Reinig of verwijder het
voorwerp en start het
koken opnieuw.
Zie hoofdstuk inbouw.
Zie hoofdstuk pannen
voor inductiekoken.
Niets. Er is geen gevaar,
noch voor uw kookplaat
noch voor uw pan.
Niets.
•Tijdens het gebruik
•Bij het aanzetten
•Bij het aanzetten
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN:
CZ5701931/00 02/13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Brandt TI1033B de handleiding

Type
de handleiding