Thomson IKMT610SI de handleiding

Type
de handleiding
NL
48
Geachte klant,
U hebt net een kookplaat van THOMSON gekocht. Wij willen u hier
graag voor bedanken. Aan de hand van de ervaring die wij door de jaren
heen hebben opgebouwd, hebben wij dit apparaat ontwikkeld om u het
leven te vereenvoudigen door u prestatie, gebruiksgemak en kwaliteit te
bieden. THOMSON biedt tevens een ruime keuze aan ovens, magne-
trons, afzuigkappen, fornuizen, vaatwassers, wasmachines, droogtrom-
mels, koelkasten en diepvriezers die allemaal met uw nieuwe kookplaat
van THOMSON kunnen worden gecombineerd.
Uiteraard wensen wij onze klanten ook na hun aanschaf tevreden te hou-
den. Onze klantenservice staat daarom tot uw beschikking voor vragen
en suggesties.
THOMSON
Wij streven ernaar om onze producten voortdurend te verbeteren en we
behouden ons het recht voor om de technische, functionele of estheti-
sche eigenschappen van de producten te wijzigen in overeenstemming
met nieuwe ontwikkelingen.
Belangrijk
Voor installatie en gebruik van uw apparaat deze installatie- en gebruiks-
gids aandachtig lezen. U zult snel vertrouwd raken met de werking van uw toe-
stel.
NL
49
INDEX
Veiligheidsaanwijzingen
_______________________________________________
04
Respect voor het milieu
_______________________________________________
04
Beschrijving van het apparaat
_________________________________________
05
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Keuze van de plaats
__________________________________________________
06
Inbouw
____________________________________________________________
06
Aansluiting
_________________________________________________________
07
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Beschrijving van de bovenzijde
________________________________________
08
Pannen voor de inductie
______________________________________________
09
Welke kookzone voor uw pan?
_________________________________________
09
Beschrijving van de accessoires
_______________________________________
10
Aanzetten
__________________________________________________________
10
Stop
_______________________________________________________________
10
Instellen van het vermogen
____________________________________________
10
Instellen van de timer
_________________________________________________
10
Gebruik geheugentoets
_______________________________________________
11
Voorverwarming
_____________________________________________________
12
Gebruik van de kinderbeveiliging
_______________________________________
12
Veiligheden tijdens de werking
_________________________________________
13
3 / PERIODIEK ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
Behandeling van het apparaat
_________________________________________
14
Onderhoud van het apparaat
__________________________________________
14
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN, INCIDENTEN
Bij de inwerkingstelling
_______________________________________________
15
Bij het inschakelen
___________________________________________________
15
Tijdens het gebruik
__________________________________________________
15
5 / KOOKTABEL
Kooktabel per gerecht
________________________________________________
16
NL
50
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Deze kookplaat is bestemd voor particulier
gebruik in een huishoudelijke omgeving.
Deze kookplaten zijn uitsluitend bestemd
voor het koken van vaste of vloeibare levens-
middelen en bevatten geen asbesthoudende
onderdelen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
door personen (kinderen inbegrepen) waar-
van de lichamelijke, sensoriële of mentale
capaciteiten beperkt zijn, of personen zonder
ervaring of kennis, behalve onder toezicht van
een persoon die instaat voor hun veiligheid of
na voorafgaande instructies over het gebruik
van het apparaat. Op kinderen moet toezicht
worden gehouden, zodat ze niet met het
apparaat spelen.
Restwarmte
Een kookzone kan na gebruik nog enkele
minuten heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een “H gedu-
rende deze tijd.
Raak de betreffende zones dan niet aan.
Kinderbeveiliging
Uw kookplaat is voorzien van een kinderbe-
veiliging voor vergrendeling van de functies
tijdens het koken of wanneer de plaat niet aan
staat (zie hoofdstuk: gebruik van de kinderbe-
veiliging).
Vergeet niet de kinderbeveiliging te ontgren-
delen wanneer u de kookplaat opnieuw wilt
gebruiken.
Voor dragers van hartstimulatoren
en actieve inplantaten
.
De werking van de kookplaat is overeenkom-
stig de geldende normen voor elektromagne-
tische interferentie en beantwoordt aldus aan
de wettelijke normen (richtlijnen 89/336/CEE).
Om interferentie tussen uw kookplaat en een
pacemaker te vermijden, is het belangrijk dat
de pacemaker in overeenstemming met de
betreffende voorschriften is ontworpen en
afgesteld.
Wij kunnen u in dit opzicht enkel garanderen
dat ons eigen product aan de geldende nor-
men voldoet.
Wat betreft de technische specificatie van uw
pacemaker of eventuele incompatibiliteit, kunt
u inlichtingen inwinnen bij de fabrikant van de
pacemaker of bij uw behandelend arts.
Elektrisch gevaar
Zorg ervoor dat de voedingskabel van een
elektrisch apparaat aangesloten vlakbij de
kookplaat niet in contact komt met de kook-
zones.
Als er een barstje verschijnt in het opper-
vlak van de glasplaat dient u het apparaat
onmiddellijk uit te schakelen om de kans op
een elektrische schok uit te sluiten.
Verwijder daartoe de zekeringen of schakel
de hoofdschakelaar uit.
Gebruik de kookplaat niet meer voordat de
glazen bovenplaat is vervangen
.
RESPECT VOOR HET MILIEU
Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat
kan worden hergebruikt. Draag bij aan de
bescherming van het milieu door dit materiaal
in de gemeentecontainers voor hergebruik te
deponeren.
Uw apparaat bevat tevens vele
herbruikbare materialen. Daarom is
het voorzien van dit logo om aan te
geven dat de gebruikte apparaten
van ander afval dienen te worden
gescheiden. Zo kan uw fabrikant de
apparaten optimaal hergebruiken,
overeenkomstig de Europese richt-
lijn 2002/96/CE betreffende elektrisch en
elektronisch afval. Informeer bij uw gemeente
of bij uw verkoper naar de dichtstbijzijnde
inzamelplaats voor uw oude apparaten.
Wij danken u voor uw bijdrage aan de
bescherming van het milieu.
NL
51
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
B
C
B
A
A
D
Luchtinvoer
Luchtafvoer
Glaskeramische plaat
Voedingskabel
A
B
C
D
NL
52
11
/ INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
KEUZE VAN DE PLAATS
De afstand tussen de rand van het apparaat en
de muur (of wand) erachter of ernaast moet
minimaal 4 cm bedragen (zone A).
Uw apparaat kan zonder probleem worden
ingebouwd, controleer echter wel of de lucht-
toevoer en –afvoer niet worden geblokkeerd
(zie hoofdstuk “beschrijving van uw appa-
raat”).
Boven een inbouwoven of ander inbouwappa-
raat wordt het inbouwen zoals hiernaast aange-
geven afgeraden.
INBOUWEN
Houd u aan de tekening hierboven.
Lijm de schuimplastic afdichtingstrip volledig
rond de onderzijde van de kookplaatrand, daar
waar deze op uw werkblad rust. Dit zorgt voor
een goede afdichting met het werkblad.
Bevestig de clips op de tafel
(volgens het
model)
.
4 cm
4 cm
4 cm
Entrée d'air
Sortie d'air
4
cm
A
sanitaire ruimte
52
61
49
56
6,4
Boven een oven
MINIMUM 4 mm
Boven een meubel
met deur of lade
Advies
Als uw kookplaat zich boven een oven bevindt, kunnen de warmtebeveiligingen van de
plaat het gelijktijdig gebruik van de plaat en de oven verhinderen in pyrolyse modus.
Uw kookplaat is voorzien van een beveiligingsysteem tegen oververhitting.
Deze beveiliging kan bijvoorbeeld worden geactiveerd als de kookplaat is geïnstalleerd boven
een onvoldoende geïsoleerde oven. Er verschijnen dan kleine streepjes op de display. In dit geval
raden wij u aan om de beluchting van uw kookplaat te verbeteren door een opening te maken aan
de zijkant van uw meubel (8cm x 5cm), en/of u kunt ook de isolatieset voor de oven installeren die
te verkrijgen is bij de klantenservice.
NL
53
1 / INSTALLATIE VAN UW APPARAAT
Aansluiting 220-240V
~
Let op
Indien de voedingskabel is bescha-
digd moet deze veiligheidshalve door de
fabrikant, de servicedienst of een ander
gekwalificeerd persoon worden vervan-
gen.
Deze kookplaten moeten worden aangesloten
op het net met behulp van een stekker, over-
eenkomstig de voorschriften van IEC 60083 of
een eenpolige onderbreker, overeenkomstig
de geldende installatieregels.
Bij het onder spanning zetten van de kook-
plaat, of in geval van een lange stroomsto-
ring, verschijnt een lichtcodering op het
bedieningspaneel. Wacht ongeveer 30 secon-
den tot deze informatie verdwijnt voordat u
de kookplaat gebruikt (Deze weergave is nor-
maal en indien nodig voorbehouden aan de
servicedienst. De gebruiker van de kookplaat
dient hier in geen geval rekening mee te hou-
den).
AANSLUITING
Nulleider
Aarde
Fase
N
L
Groen/geel
Blauw
Bruin
32A
NL
54
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BESCHRIJVING VAN DE BOVENZIJDE
IKMT610SI
50 W à 3600 W
1166 ccmm
50 W à 2200 W
2211 ccmm
50 W à 3100 W
NL
55
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Advies
Om te controleren of uw pan geschikt
is:
zet u deze op een kookzone op vermo-
gen 4.
Als de display niet knippert, is uw pan
geschikt.
Als de display knippert, is uw pan niet
geschikt voor inductiekoken.
U kunt ook een magneet gebruiken.
Als de magneet aan de bodem van de pan
“kleeft”, is de pan geschikt voor inductieko-
ken.
Kookzone* Te gebruiken pan
1166 ccmm
10 ..... 18 cm
1188 ccmm
12 ..... 22 cm
2211 ccmm
18 ..... 24 cm
2233 ccmm
12 ..... 26 cm
2288 ccmm
12 ..... 32 cm
WELKE KOOKZONE VOOR
UW PAN?
PANNEN VOOR
INDUCTIE
Inductieprincipe
Het principe van inductiekoken berust op een
magnetisch fenomeen.
Zodra u uw pan op een kookzone zet en deze
inschakelt, gaan de elektronische schakelin-
gen van uw kookplaat in de bodem van uw
pan “inductie” stromen produceren, hetgeen
de temperatuur onmiddellijk verhoogt. Deze
warmte wordt doorgegeven aan de levens-
middelen in de pan die u zo, afhankelijk van
uw instelling, zachtjes kunt laten pruttelen of
snel kunt dichtschroeien.
De pannen
De meeste pannen kunnen gebruikt worden
voor inductiekoken. Alleen glas, aardewerk,
aluminium zonder speciale bodem, koper en
sommige niet-magnetische roestvrij staal
soorten kunnen niet gebruikt worden. Wij
raden aan pannen met een dikke en platte
boden te kiezen. De warmte wordt beter ver-
spreid en het kookproces verloopt gelijkmati-
ger.
+
-
C
B
A
* volgens model
Inductor
Elektronische schakeling
Inductiestromen
A
B
C
NL
56
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
INSCHAKELEN
Druk op de aan/uit toets van de te gebruiken
zone. Een knipperende 0 en een pieptoon
geven aan dat de zone aan staat. U kunt nu
het gewenste kookvermogen instellen.
Als u geen kookvermogen instelt zal de kook-
zone automatisch worden uitgeschakeld.
UITSCHAKELEN
Druk op de aan/uit toets van de gebruikte
zone of op de toets “” van het vermogen
tot 0 wordt weergegeven.
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
INSTELLEN VAN HET KOOKVER-
MOGEN
Druk op de toets + of - van het vermogen. Bij
het starten kunt u direct het vermogen “12”
instellen door te drukken op de toets “
Instellen van de voorkeuze voor
het vermogen
Met deze functie kunt u de vermogensniveaus
wijzigen die in de voorkeuze zijn bepaald
(behalve voor BOOST).
- Uw kookzone moet uitgeschakeld zijn.
- Kies de voorkeuze die u wilt wijzigen door
hier lang op te drukken.
- Stel het nieuwe vermogen in door te drukken
op de toets
--
of
++
.
- Na een poosje bevestigt een pieptoon uw
keuze.
Let op:
de vermogens moeten liggen tussen:
- 1 en 7 voor de eerste toets.
- 8 en 12 voor de tweede toets.
Aan/uit toets.
Toetsen kookvermogen.
Toetsen voorkeuze vermogen.
Toetsen voor het instellen van de timer.
Toets volledige kookzone 3600W
A
B
C
A
B
D
C
E
1
2 3 4
1
2
3
4
Zone
VVoooorr
Zone
AAcchhtteerr
of volledige
zzoonnee
Zone 21cm
Zone 16 cm
E
D
NL
57
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
INSTELLING VAN DE TIMERS
Elke kookzone heeft een eigen timer. Die kan
ingeschakeld worden zodra de betreffende
kookzone in werking is.
Om de timer te starten of te wijzigen, druk op
de toets “+“ of “-” van de timer.
Om de instelling van heel lange tijden te ver-
gemakkelijken, kunt u direct naar 99 min.
gaan door onmiddellijk te drukken op de toets
“-”.
Na het koken verschijnt een 0 en hoort u een
pieptoon. Om deze informatie te wissen drukt
u op één van de bedieningstoetsen van de
betreffende kookzone. Doet u dit niet, dan
verdwijnt de informatie na enkele ogenblikken
vanzelf.
Om de timer handmatig te stoppen, druk
tegelijk op “+” en “-” of ga terug naar 0 met de
toets “-”.
VOORVERWARMING
Deze functie dient om de temperatuur van uw
bereiding snel op te drijven en de bereiding
vervolgens verder te zetten op het gewenst
kookvermogen.
Hoe te gebruiken:
- Stel het vermogen 12 in en schakel de func-
tie voorverwarming “PC” in door nogmaals te
drukken op de toets “+” .
De display geeft “PC” weer.
- Zo lang die weergave vast verschijnt, kan het
kookvermogen ingesteld worden.
- Een pieptoon bevestigt deze handeling.
- Op de display verschijnt afwisselend “PC” en
het kookvermogen: u bent in de fase “voorver-
warming” .
- Aan het einde van de automatische voorver-
warmingscyclus, geeft de kookplaat alleen het
kookvermogen dat u vooraf geselecteerd hebt
weer. Dit betekent dat u teruggegaan bent
naar de klassieke kookwijze.
LET OP
- Wanneer op de display “PC” (voorver-
warming) verschijnt en indien u het vermo-
gen niet instelt, zal de kookzone uitschake-
len.
- De tijd voor de voorverwarming wordt auto-
matisch berekend door de kookplaat op
basis van het gekozen kookvermogen.
- De functie van de voorverwarming kan niet
gebruikt worden indien het kookvermogen
minder dan 6 is.
- Wanneer de voorverwarming aan de gang
is, annuleert elke druk op de vermogenstoet-
sen deze “voorverwarming”. U gaat dan
terug naar de klassieke wijze voor de instel-
ling van het vermogen.
Advies
Wanneer u op de kookplaat verschil-
lende pannen tegelijk gebruikt, gebruik
dan bij voorkeur kookzones aan verschil-
lende zijden. Aan eenzelfde zijde geeft het
gebruik van de booster van een zone aan-
leiding tot een automatische beperking
van het vermogen van de andere zone
zichtbaar op de display. Deze automati-
sche beperking doet zich ook voor bij het
gebruik van de voorverwarming.
TEMPO
Met deze toets kunt u de tijd weergeven die is
verstreken sinds de laatste vermogenswijzi-
ging op de gekozen zone.
Om deze functie te gebruiken drukt u lang op
de toets . De verstreken tijd knippert in de
timerdisplay van de gekozen zone.
Als u wilt dat de zone over een bepaalde tijd
wordt uitgeschakeld, drukt u op de toets
en vervolgens binnen 5 seconden op “
++
” van
de timer om de tijd in te stellen die u wenst. De
tijdweergave wordt gedurende 3 seconden
vast, vervolgens verschijnt de weergave van
de resterende tijd. U hoort een pieptoon die
uw keuze bevestigt.
Deze functie bestaat met of zonder timer.
Let op: Als een tijd wordt aangegeven op de
timer, kunt u deze tijd niet binnen 5 seconden
wijzigen nadat u hebt gedrukt op . Na
5 seconden kunt u de kooktijd wijzigen.
NL
58
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
GEBRUIK “KINDERBEVEILI-
GING”
Uw kookplaat heeft een kinder-
beveiliging die de bedieningen
vergrendelt wanneer de plaat
niet is ingeschakeld (bijvoor-
beeld bij het reinigen) of tijdens het koken (om
de instellingen niet te wijzigen).
Uit veiligheidsoverwegingen is alleen de toets
“stop” altijd actief en dient om een kookzone
te onderbreken, zelfs wanneer die vergren-
deld is.
Hoe vergrendelen?
Houd de vergrendelingtoets ingedrukt tot de
led oplicht en een pieptoon de handeling
bevestigt.
Plaat vergrendeld in werking
De weergave van de kookzones in werking
geeft afwisselend het vermogen en het sym-
bool van de vergrendeling weer.
Wanneer u drukt op de toetsen van het vermo-
gen of de schakelklok van de zones in wer-
king, licht de led van de vergrendeling op en
gaat weer
uit na enkele seconden
,
Alleen de toets “stop” is altijd actief
Voor de kookzones die niet in werking zijn,
gaan het symbool en de led aan wanneer
u druk op de toetsenstart/stop” .
Deze weergave verdwijnt na enkele seconden
,
De plaat is vergrendeld en uitge-
schakeld
De led van de vergrendelingtoets is uit. Een
korte druk op deze toets doet de led branden.
De
led
licht op wanneer u druk op een toets
start / stop van een willekeurige zone.
Hoe vergrendelen?
Druk op de vergrendelingtoets
: de led gaat uit
en u hoort een dubbele pieptoon. De kook-
plaat is ontgrendeld
.
• Clean lock (vergrendeling tijdens
reinigen)
Met deze functie kunt u de kookplaat tijdelijk
vergrendelen voor het schoonmaken.
Om Clean Lock in te schakelen:
- Uw kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
- Druk kort op de toets . U hoort een piep-
toon en het controlelampje knippert.
- Na een bepaalde tijd wordt de vergrendeling
automatisch opgeheven. U hoort dan twee
pieptonen en het controlelampje gaat uit.
Advies
Vergeet niet de kookplaat te ontgrende-
len vooraleer hem weer te gebruiken (zie
hoofdstuk “gebruik kinderbeveiliging”).
NL
59
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BEVEILIGINGTIJDENS DE WER-
KING
•Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een “H” .
Raak de betreffende zones dan niet aan.
•Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een veilig-
heidssensor die voortdurend de temperatuur
van de bodem van de pan controleert. Als u
een lege pan op een ingeschakelde kookzo-
ne laat staan, zal deze sensor automatisch
de temperatuur van de kookplaat aanpassen
zodat uw keukengerei of de kookplaat niet
wordt beschadigd.
•Veiligheid “kleine voorwerpen”
Een klein voorwerp (zoals een vork, lepel of
ring …,) dat alleen op de kookplaat wordt
gelegd, wordt niet als pan herkend.
De display knippert en de kookplaat wordt
niet ingeschakeld.
Let op
Meerdere kleine voorwerpen kunnen op
een kookplaat als een pan worden her-
kend.
Het display geeft het kookvermogen aan
zonder te knipperen: deze voorwerpen
worden verwarmd als een kookvermogen
wordt ingesteld.
•Beveiliging bij overkoken
Het stopzetten van de kook-
plaat, een speciale weergave
(symbool hiernaast) en een
pieptoon (naar gelang model)
kunnen in één van de volgen-
de 3 gevallen in werking wor-
den gezet:
- Overkoken waarbij de bedieningstoetsen
worden bedekt.
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de bedieningstoet-
sen.
Reinig het voorwerp of haal het weg, nu kunt
u verder gaan met koken.
•Systeem Auto-Stop
Indien u een bereiding vergeet stop te zetten,
is het kookplaat uitgerust met een beveiliging
Auto-Stop system” die de vergeten kookzo-
ne onmiddellijk uitschakelt na een bepaalde
tijd (begrepen tussen 1 en 10 uur volgens het
gebruikt vermogen).
Wanneer deze beveiliging in werking treedt,
wordt de onderbreking van de kookzone aan-
gegeven met de weergave “AS” of “A” in de
bedieningszone en wordt gedurende onge-
veer 2 minuten een pieptoon afgegeven. Het
volstaat om op een willekeurige bedienings-
toets te drukken om de pieptoon te onderbre-
ken.
Een dubbele pieptoon bevestigt uw hande-
ling.
PIEP... PIEP
NL
60
33 //
PERIODIEK ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
BEHANDELING VAN HET APPA-
RAAT
De kookpotten niet te hard op de kookplaat
neerzetten:
Het glazen oppervlak van de glaskeramische
plaat is heel sterk, maar niettemin niet
onbreekbaar.
Leg geen warme deksel plat op de kookplaat.
Een ‘zuignapeffect’ zou de plaat kunnen
beschadigen.
Schuif de pannen niet over de glasplaat, dat
kan op den duur beschadiging veroorzaken
van de lijnen op de glaskeramische plaat.
. Zet geen pannen op de lijst of kap (naarge-
lang het model).
. Vermijd pannen met ruwe of gedeukte
bodem: zij kunnen stoffen vasthouden die
vlekken en krassen veroorzaken op uw plaat.
Beschadigingen die de werking van de kook-
plaat niet storen of onmogelijk maken, vallen
niet onder de garantie van dit apparaat.
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
. Berg uw onderhoudsproducten of ontvlam-
bare producten niet op in het meubel onder
de plaat.
. Verwarm geen gesloten blikken, omdat die
kunnen ontploffen.
Dat geldt uiteraard voor alle kookstanden.
. Gebruik nooit aluminiumfolie voor het berei-
den van gerechten. In aluminium verpakte
producten of producten in een aluminium
bakje nooit rechtstreeks op de kookplaat zet-
ten.
Het aluminiumfolie smelt en brengt onher-
stelbare schade toe aan uw kookapparaat.
. Laat geen voorwerpen op de kookplaat lig-
gen (ongewenst inschakelen van de kook-
plaat, krassen, ...).
. Gebruik geen stoomreiniger. De met kracht
ontsnappende stoom kan de kookplaat scha-
de toebrengen.
SOORTEN VUIL
Licht.
Ingebakken vlekken.
Overkoken van sui-
ker, gesmolten plastic
Kringen en kalkaan-
slag.
Glanzende metalen
verkleuringen.
Wekelijks onderhoud.
HOE?
Het te reinigen gebied met warm water doorwe-
ken, daarna afvegen.
Het te reinigen gebied met warm water doorwe-
ken, een speciaal glaskrabbertje gebruiken om
het ergste vuil te verwijderen, daarna met de
schuurzijde van een huishoudsponsje het res-
terende vuil verwijderen en afvegen.
Warme witte wijnazijn op de vlekken aanbren-
gen, laten inwerken en afvegen met een zachte
doek.
Een speciaal product voor glaskeramische pla-
ten aanbrengen op de plaat, bij voorkeur met
siliconen (beschermend effect).
GEBRUIK
Huishoudsponsen.
Huishoudsponsen.
Speciaal glaskrab-
bertje.
Witte wijnazijn.
Speciaal product
voor glaskeramische
kookplaten.
crème
spons
voor delicate vaat
schuurspons
poeder
61
44 //
SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN
NL
Let op
Bij een breuk, scheurtje of barst, hoe klein ook, in de glaskeramische plaat,
het apparaat onmiddellijk loskoppelen om elektrische schokken te vermijden.
Neem contact op met de afdeling klantenservice.
•Tijdens het gebruik
•Bij het aanzetten
•Bij de inwerkingstelling
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN
:
Er verschijnt een lichtgevend display. Normale werking. Niets, de weergave ver-
dwijnt na 30 seconden.
De installatie is doorgeslagen.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de geschikt-
heid.
Zie hoofdstuk aansluiting.
Slechts één zijde werkt.
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af
Nieuw apparaat. Verwarm een pan vol water
een half uur lang op elke
zone.
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN
:
De kookplaat werkt niet en de lichtge-
vende displays op het bedieningspa-
neel blijven uit.
Het apparaat krijgt geen stroom.
De voeding of de aansluiting is
defect.
Controleer de zekeringen
en de elektrische hoofd-
schakelaar.
De kookplaat werkt niet en er verschijnt
een ander bericht.
De elektronische schakeling
werkt slecht.
Neem contact op met de
Klantenservice.
De kookplaat werkt niet, het gegeven
verschijnt.
De kookplaat is vergrendeld. Zie hoofdstuk gebruik kin-
derbeveiliging
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: MOGELIJKE OORZAKEN: OPLOSSINGEN
:
De kookplaat is gestopt en geeft onge-
veer elke 10 seconden een pieptoon af.
Een of F7 verschijnt.
Er is iets overgekookt of er ligt
een voorwerp op het bedienings-
paneel.
Reinig of verwijder het
voorwerp en start het
koken opnieuw.
Een serie kleine of F7 wordt weer-
gegeven.
De elektronische schakelingen
zijn verhit.
Zie hoofdstuk inbouw.
Na een kookzone in werking te hebben
gesteld, blijft het display van het bedie-
ningspaneel knipperen.
De gebruikte pan is niet geschikt
voor inductie of heeft een door-
snede van minder dan 12 cm (10
cm op een zone van 16 cm).
Zie hoofdstuk pannen voor
inductiekoken.
De pannen maken lawaai tijdens het
koken.
Uw kookplaat maakt een tikkend geluid
tijdens het koken.
Normaal voor sommige soorten
pannen. Dit is te wijten aan de
doorgang van de energie van de
plaat naar de pan.
Niets. Er is geen gevaar,
noch voor uw kookplaat
noch voor uw pan.
De ventilator blijft enkele minuten door-
werken na uitschakeling van de kook-
plaat.
Afkoeling van het elektronisch
systeem.
Normale werking.
Niets.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Thomson IKMT610SI de handleiding

Type
de handleiding

Gerelateerde artikelen