INFO:
De batterij kan slechts in één richting op de contactschoen wor-
den aangesloten.
•
Druk beide batterijcontacten stevig op de contactschoen 18 en
draai de aangesloten batterij in het batterijvak van de handgreep.
INFO:
Met een pieptoon toont het verlichte display kort alle segmen-
ten. De verlichting gaat na ca. 15 seconden uit. Zonder verdere bedie-
ning schakelt de thermometer na ca. 60 seconden uit met twee korte
pieptonen.
•
Klap het batterijcompartiment
5
dicht.
Werkingsprincipe
Lichamen en vloeisto en met een temperatuur boven het absolute
nulpunt (-273,15 °C) zenden infraroodstraling uit aan het oppervlak. De
afgegeven energie staat in een vaste wiskundige relatie met de opper-
vlaktetemperatuur.
Deze energie wordt gemeten, elektronisch verwerkt en als temperatuur
op het display weergegeven.
Voorkomen van meetfouten
•
Laat het apparaat na een abrupte temperatuursverandering onge-
veer 15 minuten wennen aan de omgevingstemperatuur alvorens
het te gebruiken.
•
Stel het apparaat niet langdurig bloot aan hoge of lage temperatu-
ren.
•
Vermijd sto ge en vochtige omgevingsvoorwaarden. Bewaar het
apparaat na gebruik beschut op om verontreiniging van de sensor te
voorkomen.
Meting uitvoeren zonder referentiewaarde
(13 NORMAAL (temperatuurmeting zonder tolerantiebereik))
INFO: U kunt de oppervlaktetemperatuur meten van objecten op
afstand of dichtbij (door de voorkant van de sensor op het op-
pervlak te plaatsen – niet op vloeisto en of natte oppervlakken).
Nauwkeurige temperatuurmeting is niet mogelijk op transparante
of sterk glanzende/re ecterende oppervlakken.
• Schakel het apparaat in of uit door knop 3 / °C/°F 2 seconden
ingedrukt te houden (inschakelen kan ook door kort op de meet-
knop 6 te drukken).
Door herhaaldelijk op de toets 3 / °C/°F te drukken kunt u na het
inschakelen omschakelen tussen de weergave in °C 9a en °F 9b.
INFO: Als er na het inschakelen geen verdere bediening plaats-
vindt, schakelt het apparaat zich na ca. 60 seconden uit.
• Richt de voorkant van de sensor op het oppervlak waarvan u de
temperatuur wilt meten.
Attentie laserstraal!
Neem de veiligheidsinstructies in acht!
INFO: Als u de temperatuur van een speci eke plek op een ver-
afgelegen voorwerp wilt meten, druk dan op de meetknop 6. De
laseraanwijzer produceert een rode stip waarmee u de infrarood-
sensor 7 van de thermometer kunt richten op de plek waar u de
temperatuur wilt meten.
Meting uitvoeren met referentiewaarde
(tolerantiebereiken 10 (5,5 °C/10 °F), 11 (3 °C/5 °F) of 12 (0,5 °C/1 °F))
INFO: Meet de temperaturen die afwijken van de referentiewaarde
en die binnen of buiten het geselecteerde tolerantiebereik liggen.
• Richt de voorkant van de sensor op het oppervlak waarvan u de
temperatuur wilt meten.
• U kunt de gemeten waarde opslaan door op toets 3 / °C/°F
te drukken terwijl u de meetknop ingedrukt houdt. De waarde
wordt op het display weergegeven bij 16 .
• Selecteer een tolerantiebereik met de toetsen 2 of 4.
• Voer nog een meting uit.
- Als de gemeten waarde onder het tolerantiebereik ligt, licht het
display blauw op en hoort u een langzame pieptoon.
- Als de gemeten waarde boven het tolerantiebereik ligt, licht
het display rood op en hoort u een snelle pieptoon.
- Als de gemeten waarde binnen het tolerantiebereik ligt, licht
het display groen op en hoort u geen pieptoon.
Batterij-indicatie
Als in het display het symbool 15 wordt weergegeven, moet de
batterij worden vervangen, zie hiervoor onder Batterij inzetten.
Houd u aan de aanwijzingen onder „Afvoer“.
Reiniging
Niet geschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlakken, vooral
het display, beschadigen.
Gebruik voor het reinigen geen metalen voorwerpen, agressieve
chemische reinigingsmiddelen, schuurmiddelen, harde sponzen
of dergelijke.
• Houd de infraroodsensor altijd vrij van residuen.
• Gebruik alleen een goed uitgewrongen, licht vochtige doek met een
beetje afwasmiddel om het apparaat schoon te maken.
• Droog alle resten vocht zorgvuldig.
• Bewaar het apparaat op een droge en vorstvrije plaats binnenshuis.
Verwijder de batterij wanneer het apparaat lange tijd niet wordt ge-
bruikt.
Afvoeren
Verpakking afvoeren
Gooi de verpakking soort bij soort weg. Leg karton
en kartonnen dozen bij het oud papier en breng fo-
lie naar de inzameling van herbruikbare materialen.
Weggooien van oud apparaat
Oude apparaten mogen niet bij het huisvuil!
Het symbool met de doorstreepte vuilnisbak betekent dat elektrische
en elektronische apparaten niet samen met het huisvuil mogen wor-
den weggegooid. Consumenten zijn wettelijk verplicht elektrische
en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur ge-
scheiden van ongesorteerd huishoudelijk afval in te leveren. Dit ga-
randeert dat de recycling op een milieuvriendelijke en grondstofbe-
sparende manier wordt uitgevoerd.
Batterijen en accu’s die niet vast in het elektrische of elektronische
apparaat zijn ingesloten en die kunnen worden verwijderd zonder
te worden vernietigd dienen van de apparaten te worden geschei-
den voordat u het apparaat inlevert bij een inzamelpunt en naar een
aangewezen verwijderingspunt brengt. Hetzelfde geldt voor lampen
die uit het apparaat kunnen worden verwijderd zonder te worden
vernietigd.
Eigenaars van elektrische en elektronische apparaten van particulie-
re huishoudens kunnen deze inleveren bij de inzamelpunten van de
overheidsinstanties voor afvalbeheer of bij de door de fabrikanten of
distributeurs opgezette inzamelpunten. Het inleveren van oude ap-
paraten is gratis.
In het algemeen zijn de distributeurs verplicht ervoor te zorgen dat
oude apparaten kosteloos worden teruggenomen door geschikte te-
rugnamefaciliteiten binnen een redelijke afstand ter beschikking te
stellen.
Consumenten hebben de mogelijkheid een oud apparaat gratis te-
rug te brengen naar een distributeur die verplicht is het terug te ne-
men indien u een gelijkwaardig nieuw apparaat met in wezen dezelf-
de functie koopt. Deze mogelijkheid bestaat ook voor leveringen aan
een particulier huishouden.
Batterijen en accu’s mogen niet samen met het huisvuil
worden weggegooid!
De consumenten zijn wettelijk verplicht alle batterijen of accu’s, of ze
nu schadelijke stoffen bevatten of niet, naar een inzamelpunt in hun
gemeente of naar een detailhandelaar te brengen zodat ze op een
milieuvriendelijke manier kunnen worden verwijderd en waardevol-
le grondstoffen kunnen worden teruggewonnen.
Batterijen en accu’s die niet vast in het elektrische of elektronische
apparaat zijn ingesloten en die kunnen worden verwijderd zonder
te worden vernietigd dienen van de apparaten te worden geschei-
den voordat u het apparaat inlevert bij een inzamelpunt en naar een
aangewezen verwijderingspunt brengt, zie Batterijen plaatsen ⁄
vervangen).
Breng batterijen en accu’s alleen binnen als ze leeg zijn.
Technische gegevens
Model: GT-IFT-02
Stroomvoorziening: 9 V (gelijkstroom)
9 V
blokbatterij 6LR61
Nauwkeurigheid:
–50 bis –40 °C / –58 tot –40 °F = ±5 % / 5 °C
(doorslaggevend is de hogere tolerantiewaarde)
> –40 bis 0 °C / > –40 tot 32 °F = ±3 % / 3 °C
(doorslaggevend is de hogere tolerantiewaarde)
> 0 bis 380 °C / > 32 tot 716 °F = ±1,5 % / 1,5 °C
(doorslaggevend is de hogere tolerantiewaarde)
Resolutie: 0,1 °C / 0,1 °F
Meetbereik: –50 °C - +380 °C / –58 °F - 716 °F
Reactietijd:
500
milliseconden
Meetbereik: 0 °C bis ca. 40 °C / 32 °F bis ca. 104 °F
Luchtvochtigheid: 10-95 % (relativ)
Omdat onze producten voortdurend verder worden ontwikkeld en
verbeterd, zijn ontwerp- en technische wijzigingen mogelijk.
Deze gebruiksaanwijzing kan ook als PDF-bestand worden gedown-
load van onze homepage www.gt-support.de
Conformiteitsverklaring
De conformiteit van het product met de wettelijk
voorgeschreven normen wordt gewaarborgd.
De volledige conformiteitsverklaring vindt u op het internet op
www.gt-support.de
Verkocht door (geen serviceadres!):
Globaltronics GmbH & Co. KG
Bei den Mühren 5
20457 Hamburg
Duitsland
Globaltronics Service Center
c/o teknihall Benelux bvba
Brusselstraat 33
2321 MEER
BELGIUM
ART.-NR. 2003192
Pagina 2 van 2