Xerox 700i/700 Installatie gids

Type
Installatie gids
Afdrukken in kleur
Xerox EX Print Server, Powered by Fiery
®
,
voor de Xerox 700 Digital Color Press
© 2008 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45069908
06 juni 2008
INHOUD 3
INHOUD
INLEIDING 7
Terminologie en conventies 7
Over dit document 8
Belangrijkste functies van ColorWise 8
COLORWISE PRO TOOLS 10
Over dit hoofdstuk 11
ColorWise Pro Tools installeren en configureren op een Windows-computer 11
Bezig met installeren ColorWise Pro Tools 11
De ICC-profielen installeren 12
De verbinding configureren 14
De configuratie bewerken 16
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer 17
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer 17
De ColorSync-profielen installeren 18
De verbinding configureren 20
De configuratie bewerken 21
ColorWise Pro Tools gebruiken 22
Calibrator gebruiken 22
Color Editor gebruiken 22
Profile Manager gebruiken 27
Spot-On gebruiken 32
Color Setup gebruiken 33
INHOUD
INHOUD 4
KALIBRATIE 36
Over dit hoofdstuk 36
Kalibreren met ColorWise Pro Tools Calibrator 37
Calibrator starten 38
Expertmodus 39
Metingen toepassen op verscheidene kalibratiesets 41
De standaardmeetwaarden voor kalibratie herstellen 41
Kalibreren met ColorCal 42
Kalibreren met de DTP32 of DTP32 Series II 46
Kalibreren met de DTP41 49
Kalibreren met de ES-1000 52
Kalibreren vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers 56
Kalibreren met ColorCal 56
Kalibratie begrijpen 59
Kalibratieoverzicht 59
Hoe werkt kalibratie? 59
Kalibratie plannen 61
Kalibratiestatus controleren 62
SPOT-ON 63
Spot-On gebruiken 63
Spot-On starten 64
Hoofdvenster van Spot-On 65
Werken met bestaande kleuren 66
Aangepaste kleuren maken 68
Aangepaste kleurgroepen downloaden 69
Aangepaste kleurgroepen uploaden 70
Kleurwaarden bewerken 71
Doelkleuren instellen met behulp van een meetinstrument 76
De fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen 77
Wijzigingen opslaan en Spot-On afsluiten 78
INHOUD 5
Spot-On met vervangkleuren 78
Een kleur maken voor vervanging 79
De kleurwaarden voor een vervangkleur definiëren 80
Een taak afdrukken met een vervangkleur 82
Dialoogvenster Vervangkleur 84
Principes voor vervangkleuren 85
Een vervangkleurgroep uploaden en downloaden 87
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 88
Over dit hoofdstuk 88
Kleurbeheer op de EX Print Server 89
Afdrukopties van ColorWise 90
Automatisch overvullen 90
Zwartdetectie 91
Zwarte overdruk 91
Tekst/lijntekeningen zwart 92
CMYK-simulatieprofiel 94
CMYK-simulatiemethode 95
Scheidingen combineren 96
Samengestelde overdruk 97
Uitvoerprofiel 98
Grijswaarden alleen met zwart afdrukken 98
Weergavestijl 99
RGB-scheiding 101
RGB-bronprofiel 101
Steunkleuraanpassing 103
Kleurvervanging 104
PDF/X-uitvoerintentie gebruiken 104
Printerstuurprogramma’s en afdrukopties 106
Afdrukopties instellen voor Windows 106
Afdrukopties voor kleurbeheer instellen voor Mac OS 109
Device Link-profielen inschakelen met Aangepaste kleurinstellingen 111
INHOUD 6
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN 113
De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF) 113
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken 114
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken 114
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor een willekeurige pagina 115
INDEX 117
INLEIDING 7
INLEIDING
In dit document wordt uitgelegd hoe u kleurenafdrukken op de Xerox EX Print Server,
ondersteund door Fiery, voor de Xerox 700 Digital Color Press kunt beheren. Er wordt
ook aandacht besteed aan kalibratie en kleurprofielen.
Deze handleiding maakt deel uit van de documentatieset met documentatie voor gebruikers
en systeembeheerders. Raadpleeg de andere op uw locatie verkrijgbare handleidingen voor
een volledige beschrijving van uw Xerox EX Print Server, ondersteund door Fiery, voor de
Xerox 700 Digital Color Press.
Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten,
raadpleegt u Welkom.
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
Command WorkStation Command WorkStation, Windows Edition en
Command WorkStation, Macintosh Edition
Digitale pers Xerox 700 Digital Color Press
EX Print Server Xerox EX Print Server, ondersteund door Fiery, voor de
Xerox 700 Digital Color Press
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in cursief Verwijzingen naar andere delen van dit documentatiepakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows
Server 2003, Windows Vista
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is
door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die lichamelijke schade
kunnen toebrengen
INLEIDING 8
Over dit document
Dit document bevat belangrijke informatie voor het beheren van kleurenafdrukken die met de
EX Print Server worden gemaakt.
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
ColorWise Pro Tools installeren en configureren.
Color Editor, Profile Manager en Color Setup gebruiken.
Overzicht van de kalibratie en een beschrijving van het kalibreren van de EX Print Server
met verschillende methoden van ColorWise Pro Tools Calibrator.
Spot-On gebruiken om steunkleuren te beheren.
De afdrukopties voor ColorWise instellen op Windows- en Mac OS-computers.
Beschrijvingen van Simple ASCII File Format (SAIFF), waarmee densiteitmeetwaarden
voor toner kunnen worden geïmporteerd uit meetapparaten.
OPMERKING: De Verklarende woordenlijst geeft uitleg over de vet gedrukte woorden, zoals
uitvoerprofiel, die in deze handleiding voorkomen. Termen en concepten uit de kleurenleer
en begrippen als “kleurenruimte”, “steunkleur”, “kleurengamma” en “bronprofiel” worden in
de hele handleiding gebruikt. Als u nog niet eerder hebt gewerkt met kleurentoepassingen of
als u een term niet kent, raadpleegt u de Verklarende woordenlijst.
Belangrijkste functies van ColorWise
ColorWise is het Color Management System (CMS) of kleurbeheersysteem dat is ingebouwd
in de EX Print Server en dat is ontworpen om occasionele en ervaren gebruikers de beste
kleurenafdrukken voor verschillende doeleinden te bieden. Met de standaardinstellingen van
ColorWise kunt u vanuit veel Windows- en Mac OS-toepassingen zonder aanpassingen
uitstekende kleurenresultaten behalen. Dit betekent dat occasionele gebruikers uitvoer van
hoge kwaliteit kunnen verkrijgen zonder op de hoogte te zijn van de kleurinstellingen op de
EX Print Server of deze te moeten wijzigen.
Voor een constante kleurkwaliteit is het noodzakelijk dat u de EX Print Server regelmatig
kalibreert. ColorWise Pro Tools bevat hiervoor een eenvoudig te gebruiken
kalibratieprogramma, waarmee u kunt kalibreren via de scanner van de digitale pers of via een
optionele spectrofotometer of densitometer (zie “Kalibratie op pagina 36).
Met de functies van ColorWise kunt u de afdrukresultaten waar nodig aanpassen. Afhankelijk
van de behoeften, kunt u:
•De werking van CMYK-afdrukken zo instellen dat de specificaties DIC, Euroscale,
SWOP en andere standaarden voor offsetpersen worden geëmuleerd.
INLEIDING 9
PANTONE-kleuren en andere steunkleuren toewijzen voor de beste overeenstemming bij
het afdrukken met met vierkleurenpersen of persen met extra, aangepaste platen.
•Een Color Rendering Dictionary (CRD) of kleurenweergavebibliotheek, ook weergavestijl
genoemd, selecteren voor RGB-afdrukken. Met CRD’s kunt u presentatieafbeeldingen
rijk en verzadigd afdrukken of fotos glad en haarscherp afdrukken. Daarnaast beschikt u
over relatieve of absolute colorimetrische weergave voor speciale doeleinden.
De bron van binnenkomende RGB-kleurgegevens definiëren om een betere
kleurenconversie van RGB-gegevens zonder brongegevens te verkrijgen.
Bepalen of RGB-gegevens worden geconverteerd naar het volledige gamma van de digitale
pers, of eerst worden geconverteerd naar het gamma van een ander apparaat, zoals een
drukpersnorm. Deze functie is nuttig als u wilt dat een bepaald apparaat zich voor RGB-
gegevens als een ander apparaat gedraagt. De functie is ook handig voor de beoordeling
van de weergave van een RGB-bestand onder verschillende afdrukomstandigheden, zonder
eerst het RGB-bestand om te zetten naar CMYK.
ColorWise-kleurbeheer (ColorWise) heeft een open kleurarchitectuur, zodat de gebruikers de
EX Print Server aan eventuele nieuwe afdrukbehoeften kunnen aanpassen. ColorWise
ondersteunt ICC-profielen. Dit zijn standaardkleurprofielen die bepalen hoe kleuren worden
verwerkt door een apparaat. Merk op dat profielen met versie 4 van de ICC-specificatie
(profielversie 4.2.0.0) en met versie 2 worden ondersteund. Het downloaden van ICC-
profielen naar de EX Print Server maakt het mogelijk een aangepaste pers (of een andere
digitale pers) te simuleren op de EX Print Server en kleuren van een bepaalde monitor of
scanner nauwkeurig af te drukken. Daarnaast kunt u aangepaste ICC-profielen maken voor
de digitale pers.
Met ColorWise kunt u ook elke Status T-densitometer gebruiken door gegevens in een
standaardbestandsindeling te importeren (zie “Densiteitmetingen importeren op
pagina 113). In dat geval moet u er rekening mee houden dat de kwaliteit van het gebruikte
instrument de kwaliteit van de kalibratie bepaalt.
COLORWISE PRO TOOLS 10
COLORWISE PRO TOOLS
Met de standaardinstellingen van ColorWise kunt u vanuit veel Windows- en Mac OS-
toepassingen zonder aanpassingen uitstekende kleurenresultaten behalen. Dit betekent dat
occasionele gebruikers uitvoer van hoge kwaliteit kunnen verkrijgen zonder op de hoogte
te zijn van de kleurinstellingen op de EX Print Server of deze te moeten wijzigen. Met het
kleurbeheersysteem van ColorWise (CMS) kunnen deskundige gebruikers de beste
kleuruitvoer bereiken. ColorWise Pro Tools geeft de gebruikers de mogelijkheid de
instellingen aan te passen om de beste uitvoer voor een variëteit van toepassingen te bereiken.
ColorWise Pro Tools is speciaal ontworpen voor flexibiliteit bij het beheren van
kleurenafdrukken. Het product omvat de volgende hulpmiddelen voor kleurbeheer:
Calibrator (de EX Print Server op verschillende manieren kalibreren)
Color Editor (simulatie- en uitvoerprofielen aanpassen)
Profile Manager (profielen beheren)
Spot-On (CMYK-equivalenten voor steunkleuren bepalen)
Color Setup (standaardwaarden voor de afdrukopties van ColorWise instellen)
COLORWISE PRO TOOLS 11
Over dit hoofdstuk
In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor de installatie, de configuratie en het
gebruik van ColorWise Pro Tools op Windows- en Mac OS-computers.
ColorWise Pro Tools installeren en configureren op een
Windows-computer
De volgende delen beschrijven de installatie van ColorWise Pro Tools en andere bestanden
en de configuratie van de verbinding op een Windows-computer.
Bezig met installeren ColorWise Pro Tools
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer gebeurt via de Fiery
User Software Installer. De procedures in Hulpprogrammas beschrijven de installatie vanaf
de dvd met gebruikerssoftware of via het netwerk
Om ColorWise Pro Tools op een Windows-computer te gebruiken, moet u Sun Java
versie 5 of 6 installeren. Als dit bestand niet op uw computer is geïnstalleerd, zal het
installatieprogramma van ColorWise Pro Tools het installatieproces automatisch starten. Volg
de instructies op het scherm.
Platform Beschrijving Raadpleeg
Windows ColorWise Pro Tools installeren pagina 11
De ICC-profielen installeren pagina 12
De verbinding configureren pagina 14
De configuratie wijzigen pagina 16
Mac OS ColorWise Pro Tools installeren pagina 17
De ColorSync-profielen installeren pagina 18
De verbinding configureren pagina 20
De configuratie wijzigen pagina 21
Windows en Mac OS Calibrator gebruiken pagina 22
Color Editor gebruiken pagina 22
Profile Manager gebruiken pagina 27
Spot-On gebruiken pagina 32
Color Setup gebruiken pagina 33
COLORWISE PRO TOOLS 12
De ICC-profielen installeren
U kunt aanvullende ICC-profielen vanaf de dvd met gebruikerssoftware of de EX Print Server
naar uw computer kopiëren. Gebruik de ICC-profielen met toepassingen die ICC-normen
ondersteunen, zoals Adobe Photoshop. Voor de meeste ICC-toepassingen moeten de
bestanden worden geïnstalleerd in een map met de naam Color. Voor gebruik met ColorWise
Pro Tools kunt u de bestanden kopiëren naar een map van uw keuze.
DE ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
2 Open de map ICC.
3 Klik met de rechtermuisknop op het gewenste profiel en klik op Profiel installeren.
De profielen worden automatisch geïnstalleerd in de map Windows\System32\spool\
drivers\color (Windows XP/Server 2003/Vista) of WINNT\System32\spool\drivers\
color folder (Windows 2000) van uw computer.
DE ICC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VANAF DE EX PRINT SERVER VIA HET NETWERK.
1 Blader naar de EX Print Server via het netwerk. Maak hierbij gebruik van het IP-adres of
de DNS-servernaam.
2 Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
3 Dubbelklik op de directory PC_User_SW.
4 Open de map ICC.
5 Klik met de rechtermuisknop op het gewenste profiel en klik op Profiel installeren.
De profielen worden automatisch geïnstalleerd in de map Windows\System32\spool\
drivers\color (Windows XP/Server 2003/Vista) of WINNT\System32\spool\drivers\
color folder (Windows 2000) van uw computer.
COLORWISE PRO TOOLS 13
Kleurenbestanden
U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de dvd met gebruikerssoftware of de
EX Print Server naar uw computer kopiëren. Veel van deze bestanden zijn PostScript-
bestanden die u kunt importeren en afdrukken met Command WorkStation.
Map Windows Color
Files
CMYK Color Reference.ps: een PostScript-bestand van elf paginas
in Letter-formaat dat als referentie kan worden gebruikt bij het
definiëren van CMYK-kleuren in toepassingen.
PANTONE Book.ps: een PostScript-bestand van 20 paginas in
Letter-formaat dat de beste equivalenten van gecoate
PANTONE-kleuren bevat die kunnen worden geproduceerd
met de EX Print Server en uw model digitale pers. De methode
voor het afdrukken van het bestand PANTONE Book.ps hangt
af van de instelling voor Steunkleuraanpassing. Zie
“Steunkleuraanpassing” op pagina 103 voor meer informatie.
RGB page 01.doc: een Microsoft Word-bestand dat u kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
RGB page 02.ppt: een Microsoft PowerPoint-bestand dat u kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
Map Color Bars (in
de map Windows
Color Files)
FieryColorBar.eps: Wordt gebruikt voor de functie
Bedieningsbalk. Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer
informatie over Bedieningsbalk.
Map PS Files
(in de map Windows
Color Files\Calibration
Files)
Custom21.ps, Custom34.ps, Standard21.ps en Standard34.ps:
vier PostScript-bestanden met kleurvlakken voor het uitvoeren
van metingen.
De getallen in de bestandsnamen verwijzen naar het aantal
vlakken op de pagina. Met de aangepaste bestanden kunt u
meetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset van de
digitale pers bevatten. Met de standaardbestanden kunt u
standaardmeetvlakken downloaden die de huidige kalibratieset
van de digitale pers vervangen.
OPMERKING: Deze bestanden zijn bedoeld voor ervaren
gebruikers en worden het best niet gebruikt voor gewone
kalibratie.
COLORWISE PRO TOOLS 14
De verbinding configureren
De eerste keer dat u ColorWise Pro Toolsstart, moet u de verbinding met de EX Print Server
configureren.
VOORDAT U BEGINT
Druk de configuratiepagina af en noteer het IP-adres voor de EX Print Server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam van de EX Print Server
gebruiken in plaats van het IP-adres. Controleer of de EX Print Server opgenomen is in een
DNS dat door uw netwerk wordt gebruikt. Raadpleeg de documentatie van uw
Windows-systeem voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR COLORWISE PRO TOOLS CONFIGUREREN
1 Start ColorWise Pro Tools.
2 Als het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen.
3 Voer de juiste gegevens in voor de EX Print Server.
Bijnaam
: typ een naam voor de EX Print Server. Deze naam hoeft niet overeen te komen met
de servernaam van de EX Print Server.
OPMERKING: De bijnaam mag geen tabteken bevatten.
Map Halftone
Calibration Files
(in de map
Windows Color
Files\Calibration Files)
Afbeeldingen van kalibratiepaginas voor verschillende
instrumenten en paginaformaten, gebruikt voor de kalibratie van
de EX Print Server voor verschillende halftoonrasters. Bestanden
voor Adobe Photoshop en andere toepassingen zijn beschikbaar.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over de
kalibratie van halftoonrasters.
OPMERKING: Gebruik voor de X-Rite DTP32 Series II
densitometer het kalibratiebestand voor de X-Rite DTP32
densitometer.
COLORWISE PRO TOOLS 15
Servernaam of IP-adres server: typ het IP-adres (of de DNS-naam) van de EX Print Server.
Nieuw apparaat: typ een apparaatnaam voor de EX Print Server.
4 Klik op Toevoegen als u alle informatie hebt ingevoerd.
5 Klik op OK terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst Apparaten.
De EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met beschikbare servers. De eerste regel van
de vermelding bevat de bijnaam die u de EX Print Server hebt gegeven, gevolgd door het
gekozen protocol. De tweede regel bevat de apparaatnaam.
6 Klik op Selecteren terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst met beschikbare
servers.
7 Als het serverwachtwoord gevraagd wordt, typt u het wachtwoord en klikt u op Aanmelden.
Het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools wordt geopend.
COLORWISE PRO TOOLS 16
De configuratie bewerken
Werk de configuratie bij na elke wijziging in uw EX Print Server of netwerk, zoals een
wijziging van de servernaam of het IP-adres. Wijzig eerst de specifieke instellingen van
de EX Print Server voordat u de verbinding configureert.
DE CONFIGURATIE BEWERKEN
1 Als u een nieuwe EX Print Server wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Configureer het
dialoogvenster Server toevoegen in zoals beschreven in stappen 3 tot en met 5 van de vorige
procedure.
2 Als u een EX Print Server wilt verwijderen, selecteert u de EX Print Server aan de hand van
de bijnaam en klikt u op
Verwijderen.
3 Om informatie te wijzigen, selecteert u de EX Print Server met zijn bijnaam en klikt u
op Wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Serverinstellingen
aanpassen en klik op OK.
De aangebrachte wijzigingen worden doorgevoerd in de lijst met beschikbare servers.
COLORWISE PRO TOOLS 17
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer
De volgende delen beschrijven de installatie van ColorWise Pro Tools en andere bestanden
en de configuratie van de verbinding op een Mac OS-computer.
ColorWise Pro Tools installeren op een Mac OS-computer
U kunt ColorWise Pro Tools installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware of de
EX Print Server via het netwerk.
Voordat u met een installatieprocedure begint, moet u eerst bepalen waar u de diverse
onderdelen op de vaste schijf wilt installeren. Als u dat niet doet, wordt de software
standaard in de map “Fiery” geplaatst.
COLORWISE PRO TOOLS INSTALLEREN EN CONFIGUREREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET
GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
2 Blader naar de map voor uw besturingssysteem.
3 Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma van ColorWise Pro Tools.
4 Volg de instructies op het scherm.
5 Klik als daarom wordt gevraagd op Afsluiten om het installatieprogramma af te sluiten.
COLORWISE PRO TOOLS INSTALLEREN EN CONFIGUREREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2 Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de EX Print Server en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de EX Print Server niet kunt vinden.
3 Typ indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op het pictogram voor de directory Mac_User_SW.
5 Open de map OS X.
6 Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma van ColorWise Pro Tools.
7 Volg de instructies op het scherm.
8 Klik als daarom wordt gevraagd op Afsluiten om het installatieprogramma af te sluiten.
COLORWISE PRO TOOLS 18
De ColorSync-profielen installeren
U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de dvd met gebruikerssoftware of
de EX Print Server naar uw computer kopiëren. Gebruik de ICC-profielen met toepassingen
die ICC-normen ondersteunen, zoals Adobe Photoshop. Voor de meeste ICC-toepassingen
moeten de bestanden worden geïnstalleerd in een map met de naam Profiles in de
Bibliotheek: ColorSync. Voor gebruik met ColorWise Pro Tools kunt u de bestanden
kopiëren naar een map van uw keuze.
DE COLORSYNC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het cd-romstation.
2 Open de map ColorSync.
3 Kopieer de profielen in Bibliotheek: ColorSync: Profiles.
OPMERKING: U moet als beheerder zijn aangemeld.
DE COLORSYNC-PROFIELEN INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE EX PRINT SERVER
VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2 Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de EX Print Server en klik op Verbinden.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de EX Print Server niet kunt vinden.
3 Typ indien nodig uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder om te weten of dit nodig is.
4 Dubbelklik op de directory Mac_User_SW.
5 Open de map ColorSync.
6 Kopieer de profielen in Bibliotheek: ColorSync: Profiles.
OPMERKING: U moet als beheerder zijn aangemeld.
Na de installatie van de ColorSync-bestanden, raadpleegt u de documentatie van ColorSync
voor het instellen van ColorSync-profielen zoals EFIRGB.
COLORWISE PRO TOOLS 19
Kleurenbestanden
U kunt aanvullende kleurenbestanden vanaf de dvd met gebruikerssoftware naar uw
computer kopiëren. Veel van deze bestanden zijn PostScript-bestanden die u kunt importeren
en afdrukken met Command WorkStation.
Map Mac Color Files
CMYK Color Reference.ps: een PostScript-bestand van elf paginas in
Letter-formaat dat als referentie kan worden gebruikt bij het
definiëren van CMYK-kleuren in toepassingen.
PANTONE Book.ps: een PostScript-bestand van 20 paginas in Letter-
formaat dat de beste equivalenten van gecoate PANTONE-kleuren
bevat die kunnen worden geproduceerd met de EX Print Server en
uw model digitale pers. De methode voor het afdrukken van het
bestand PANTONE.Book.ps hangt af van de instelling voor
Steunkleuraanpassing. Zie “Steunkleuraanpassing” op pagina 103
voor meer informatie.
RGB page 01.doc: een Microsoft Word-bestand dat u kunt afdrukken
om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
RGB page 02.ppt: een Microsoft PowerPoint-bestand dat u kunt
afdrukken om beschikbare RGB-kleuren te bekijken.
Map Color Bars
(in de map Mac
Color Files)
FieryColorBar.eps: Wordt gebruikt voor de functie Bedieningsbalk.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over
Bedieningsbalk.
Map PS Files
(in de map
Mac Color Files:
Calibration Files)
Custom21.ps, Custom34.ps, Standard21.ps en Standard34.ps:
vier PostScript-bestanden met kleurvlakken voor het uitvoeren
van metingen.
De getallen in de bestandsnamen verwijzen naar het aantal vlakken
op de pagina. Met de aangepaste bestanden kunt u meetvlakken
downloaden die de huidige geïnstalleerde kalibratieset bevatten.
Met de standaardbestanden kunt u meetvlakken downloaden die
de huidige geïnstalleerde kalibratieset vervangen.
OPMERKING: Deze bestanden zijn bedoeld voor gebruik door experts
en niet voor dagelijkse kalibratietaken.
Map Halftone
Calibration Files
(in de map Mac
Color Files:
Calibration Files)
Afbeeldingen van kalibratiepaginas voor verschillende
instrumenten en paginaformaten, gebruikt voor de kalibratie van
de EX Print Server voor verschillende halftoonrasters. Bestanden
voor Adobe Photoshop en andere toepassingen zijn beschikbaar.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over de
kalibratie van halftoonrasters.
OPMERKING: Gebruik voor de X-Rite DTP32 Series II densitometer
het kalibratiebestand voor de X-Rite DTP32 densitometer.
COLORWISE PRO TOOLS 20
De verbinding configureren
De eerste keer dat u ColorWise Pro Toolsstart, moet u de verbinding met de EX Print Server
configureren.
OPMERKING: ColorWise Pro Tools werkt alleen via TCP/IP-netwerken.
VOORDAT U BEGINT
Druk de configuratiepagina af en noteer het IP-adres voor de EX Print Server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van
de configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding.
Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam (Domain Name Server) van de
EX Print Server gebruiken in plaats van het IP-adres. Controleer of de EX Print Server
opgenomen is in een DNS dat door uw netwerk wordt gebruikt. Raadpleeg de documentatie
van uw Macintosh-systeem voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR COLORWISE PRO TOOLS CONFIGUREREN
1 Dubbelklik op het pictogram ColorWise Pro Tools.
Het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven.
2 Als het dialoogvenster No Servers Configured (Geen servers geconfigureerd) verschijnt, klikt
u op OK. Als het dialoogvenster Printer kiezen wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen.
COLORWISE PRO TOOLS 21
3 Voer de juiste gegevens in voor de EX Print Server.
Bijnaam:
typ een naam voor de EX Print Server. Deze naam hoeft niet overeen te komen
met de servernaam van de EX Print Server.
OPMERKING: De bijnaam mag geen tabteken bevatten.
Servernaam of IP-adres server: typ het IP-adres (of de DNS-naam) van de EX Print Server.
Nieuw apparaat: typ een apparaatnaam voor de EX Print Server.
4 Klik op Toevoegen als u alle informatie hebt ingevoerd.
5 Klik op OK terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst Apparaten.
De EX Print Server wordt weergegeven in de lijst met beschikbare servers. De eerste regel van
de vermelding bevat de bijnaam die u de EX Print Server hebt gegeven, gevolgd door het
gekozen protocol. Op de tweede regel staat de apparaatnaam.
6 Klik op Selecteren terwijl de apparaatnaam is geselecteerd in de lijst met beschikbare
servers.
Het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools wordt geopend.
De configuratie bewerken
Werk de configuratie bij na elke wijziging in uw EX Print Server of netwerk, zoals een
wijziging van de servernaam of het IP-adres. Wijzig eerst de specifieke instellingen van de
EX Print Server voordat u de verbinding configureert.
DE CONFIGURATIE BEWERKEN
1 Als u een nieuwe EX Print Server wilt toevoegen, klikt u op Toevoegen. Configureer het
dialoogvenster Server toevoegen in zoals beschreven in stappen 3 tot en met 5 van de vorige
procedure.
2 Als u een EX Print Server wilt verwijderen, selecteert u de EX Print Server aan de hand van de
bijnaam en klikt u op
Verwijderen.
3 Om informatie te wijzigen, selecteert u de EX Print Server met zijn bijnaam en klikt u op
Wijzigen. Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Serverinstellingen
aanpassen en klik op OK.
De aangebrachte wijzigingen worden doorgevoerd in de lijst met beschikbare servers.
COLORWISE PRO TOOLS 22
ColorWise Pro Tools gebruiken
ColorWise Pro Tools geeft u een flexibele controle over het afdrukken in kleur door u de
mogelijkheid te geven de EX Print Server te kalibreren, simulatie- en uitvoerprofielen aan te
passen, profielen op de EX Print Server te beheren, steunkleuren te beheren en
standaardwaarden te bepalen voor de afdrukopties van ColorWise.
Calibrator gebruiken
ColorWise Pro Tools Met Calibrator kunt u de EX Print Server kalibreren via een aantal
meetmethoden. Zie pagina 36 voor meer informatie over het kalibreren van de
EX Print Server.
Color Editor gebruiken
Met Color Editor van ColorWise Pro Tools kunt u aangepaste profielen maken door
bestaande simulatie- of uitvoerprofielen te bewerken en de wijzigingen als een nieuw
profiel op te slaan. Gebruik Color Editor om een profiel nauwkeurig af te stemmen op de
EX Print Server om exact aan uw specificaties te voldoen. Color Editor is rechtstreeks
toegankelijk via het programmapictogram in het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools of
indirect via Profile Manager.
OPMERKING: U kunt bronprofielen niet bewerken. Alleen simulatie- en uitvoerprofielen
kunnen worden bewerkt.
COLOR EDITOR GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
COLORWISE PRO TOOLS 23
2 Klik op Color Editor.
Simulatie toont een lijst van de simulatieprofielen op de EX Print Server. Uitvoer toont een
lijst van de uitvoerprofielen op de EX Print Server.
3 Selecteer een profiel en klik op Selecteren.
Raadpleeg het gedeelte Color Editor in de Help van ColorWise Pro Tools voor meer
informatie over Color Editor.
COLORWISE PRO TOOLS 24
De grijsbalans aanpassen
Met de functie AutoGray kunt u de ingebouwde scanner van de digitale pers gebruiken als een
meetinstrument voor de aanpassing van de grijsbalans van uitvoerprofielen De grijsbalans is
de kwaliteit van de neutrale grijstinten in een profiel. In veel gevallen kunnen grijstinten een
blauwe of rode kleurschijn bevatten. AutoGray helpt om deze tinten naar neutraal grijs te
verschuiven. Als u tevreden bent over de grijsbalans van de digitale pers moet u AutoGray niet
gebruiken.
DE GRIJSBALANS VAN HET UITVOERPROFIEL CORRIGEREN
1 Start ColorWise Pro Tools en klik op Color Editor.
2 Kies Uitvoer op de lijst Weergave.
3 Selecteer een profiel dat u wilt bewerken en klik op Selecteren.
U kunt ook Profile Manager openen, een profiel selecteren en vervolgens op Bewerken
klikken, waarna Color Editor gestart wordt.
4 Kies Aangepast in het menu Bewerkingsmodus.
5 Klik op AutoGray.
COLORWISE PRO TOOLS 25
6 Als het uitvoerprofiel geen bewerkingspunten bevat, gaat u verder naar stap 8. Als het
uitvoerprofiel bewerkingspunten uit een vorige sessie van AutoGray bevat, kiest u Refine
(Verfijnen) of New (Nieuw).
Verfijnen
hergebruikt bewerkingspunten uit een vorige sessie om deze nauwkeuriger te
maken. Refine (Verfijnen) is facultatief; gebruik het alleen als de grijsbalans in uw
testdocument na de eerste toepassing van AutoGray nog verbeteringen nodig heeft. Als twee
toepassingen van Refine (Verfijnen) het probleem niet kunnen oplossen, werkt uw
testdocument waarschijnlijk niet correct met het uitvoerprofiel of geeft het uitvoerprofiel dat
u gebruikt geen correcte beschrijving van de feitelijke digitale pers en de afdrukvoorwaarden.
Het wordt niet aanbevolen om Refine (Verfijnen) meer dan twee keer toe te passen.
New (Nieuw) start een nieuwe sessie van AutoGray door eerst alle bewerkingspunten uit een
vorige sessie te verwijderen. New (Nieuw) wordt aanbevolen wanneer u Refine (Verfijnen)
meer dan twee keer hebt toegepast.
7 Als het uitvoerprofiel bewerkingspunten bevat die door een gebruiker ingevoerd zijn, kiest u
Proceed (Ga verder) om de punten te verwijderen en verder te gaan met de aanpassing van
AutoGray.
Proceed (Ga verder) opent een nieuwe sessie van AutoGray door eerst alle bewerkingspunten
van gebruikers te verwijderen. Dit gebeurt omdat AutoGray door gebruikers ingevoerde
punten niet kan wijzigen.
8 Kies in het dialoogvenster Afdrukopties dat wordt geopend de Invoerlade die u wilt gebruiken
voor de meetpagina.
Het Paginatype wordt automatisch ingesteld op AutoGray-meetpagina.
Het Paginaformaat wordt automatisch ingesteld op LTR/A4.
COLORWISE PRO TOOLS 26
9 Klik op Geavanceerde opties weergeven om het rasterscherm en het Glansniveau
te selecteren.
10 Selecteer Scaninstructies afdrukken als u naast de meetpagina ook de instructiepagina
wilt afdrukken.
Wis deze optie als u de instructiepagina al hebt.
11 Klik op Afdrukken om de meetpagina af te drukken.
12 Haal de meetpagina en de instructiepagina op bij de kopieermachine.
13 Volg de instructies op de instructiepagina en op het scherm voor het plaatsen van de
Kodak-grijsschaalstrip en de AutoGray-meetpagina op de glasplaat van de digitale pers en het
starten van de scan.
Een bericht toont de voortgang van de aanpassing van de grijsbalans.
14 Wanneer de aanpassing is voltooid, klikt u op OK.
Color Editor toont de aangepaste uitvoerprofielcurve. AutoGray heeft nieuwe
bewerkingspunten ingevoegd om de grijsbalans te wijzigen, in grote lijnen zoals een ervaren
gebruiker dat handmatig zou doen.
15 Klik opnieuw op AutoGray om de uitvoerprofielcurve te bewerken.
16 Kies Verfijnen om de curve fijner af te stellen of Nieuw om een nieuwe curve te maken die
u kunt bewerken.
Zie pagina 25 voor meer informatie over deze stappen.
17 Klik op Opslaan om de AutoGray-aanpassing te aanvaarden en de resultaten in een nieuw
profiel op te slaan.
18 Klik op Gereed om Color Editor af te sluiten.
COLORWISE PRO TOOLS 27
Profile Manager gebruiken
Met Profile Manager van ColorWise Pro Tools kunt u ICC-profielen beheren en bewerken.
PROFILE MANAGER GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
2 Klik op Profile Manager.
Het venster Profile Manager wordt geopend.
3 Klik op een profiel om het te selecteren.
Informatie over het profiel, zoals de aanmaakdatum en de datum van de ICC-specificatie,
verschijnt onder aan het venster. Merk op dat profielen met versie 4 van de ICC-specificatie
(profielversie 4.2.0.0) en met versie 2 worden ondersteund.
Raadpleeg het gedeelte Profile Manager in de Help van ColorWise Pro Tools voor meer
informatie over Profile Manager.
Zie “Door media bepaalde uitvoerprofielen gebruiken op pagina 28 voor informatie over de
optie Mediaprofiel gebruiken.
Zie pagina 28 voor meer informatie over het gebruik van Device Link-profielen.
1 Uitvoerprofielen
1
COLORWISE PRO TOOLS 28
De standaardprofielen instellen
Gebruik Profile Manager om een standaard-RGB-bronprofiel, simulatieprofiel en
uitvoerprofiel in te stellen. De standaard-RGB-bron- en simulatieprofielen die u instelt
worden toegepast op alle afdruktaken die naar de EX Print Server zijn verzonden, tenzij u
de profielen vervangt door afdrukopties op te geven. Hetzelfde geldt voor het
standaarduitvoerprofiel dat u instelt, tenzij u de optie Mediaprofiel gebruiken
ingeschakeld laat.
De optie Mediaprofiel gebruiken geeft aan of het uitvoerprofiel dat is gekoppeld aan de in een
afdruktaak gebruikte media wel of niet automatisch wordt toegepast. Zie het volgende
gedeelte voor meer informatie.
Door media bepaalde uitvoerprofielen gebruiken
In plaats van het automatisch toepassen van een standaarduitvoerprofiel door Profile Manager
op al uw afdruktaken, kunt u ook de optie Mediaprofiel gebruiken ingeschakeld laten.
Deze optie past automatisch het uitvoerprofiel toe dat vooraf is gedefinieerd voor het type
media in uw afdruktaak. Wanneer uw taak gemengde media bevat, kan deze optie
verschillende uitvoerprofielen toepassen die vooraf gedefinieerd zijn voor de verschillende
media.
DOOR MEDIA BEPAALDE UITVOERPROFIELEN GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en klik op Profile Manager.
2 Selecteer Mediaprofiel gebruiken in de uitvoerbalk van Profile Manager.
Wanneer u de instelling van de optie Mediaprofiel gebruiken wijzigt in Profile Manager,
wordt dezelfde instelling automatisch gewijzigd in Color Setup. Voor meer informatie, zie
“Color Setup gebruiken op pagina 33.
Info over Device Link-profielen
De EX Print Server ondersteunt het gebruik van Device Link-profielen. Een Device Link-
profiel beschrijft de omzetting van een kleurenruimte naar een andere. Device Link-profielen
zijn beperkend omdat deze de volledige omzetting van een bronapparaat naar een
doelapparaat definiëren. Wanneer u met behulp van een Device Link-profiel afdrukt, kiest u
geen bronprofiel of uitvoerprofiel, aangezien het Device Link-profiel deze allebei specificeert.
ColorWise ondersteunt twee soorten Device Link-profielen: RGB-bron naar CMYK-doel en
CMYK-bron naar CMYK-doel.
Een Device Link-profiel vervangt grotendeels het kleurbeheer van ColorWise, omdat de
informatie die nodig is om van de bron te converteren naar het doel volledig vervat is in
een Device Link-profiel.
Om een Device Link-profiel te maken, gebruikt u software die profielen produceert, zoals
EFI Color Profiler suite.
OPMERKING: Of het gebruik van Device Link-profielen aangewezen is, hangt af van de
workflow van uw taak.
COLORWISE PRO TOOLS 29
Device Link-profielen installeren
Als u een beheerder bent, kunt u de Device Link-profielen downloaden naar
de EX Print Server met Profile Manager. U moet een Device Link-profiel koppelen aan
de volgende instellingen:
Een instelling voor een RGB-bronprofiel of een CMYK-simulatieprofiel en
Een instelling voor een uitvoerprofiel
Het Device Link-profiel wordt actief wanneer deze twee instellingen geselecteerd zijn.
U kunt een Device Link-profiel inschakelen op drie locaties:
Selecteer in Color Setup van ColorWise Pro Tools de standaardinstellingen voor
RGB-bronprofiel, CMYK-simulatieprofiel en uitvoerprofiel. Deze instellingen gelden voor
alle taken, tenzij u deze voor een bepaalde taak vervangt.
Gebruik in het printerstuurprogramma van de EX Print Server Aangepaste
kleurinstellingen om de instellingen te kiezen voor RGB-bronprofiel, CMYK-
simulatieprofiel en uitvoerprofiel wanneer u een taak afdrukt.
Gebruik Taakeigenschappen in Command WorkStation om de instellingen voor RGB-
bronprofiel, CMYK-simulatieprofiel en uitvoerprofiel voor een specifieke taak te
vervangen.
Zie pagina 34 voor meer informatie over het inschakelen van Device Link-profielen
met Color Setup. Zie pagina 111 voor meer informatie over het inschakelen van
Device Link-profielen met Geavanceerde kleurinstellingen in het printerstuurprogramma van
de EX Print Server.
DEVICE LINK-PROFIELEN DOWNLOADEN MET PROFILE MANAGER
1 Als het Device Link-profiel niet wordt weergegeven in de lijst van Beschrijving van Profile
Manager, selecteert u de map die het Device Link-profiel bevat door te klikken op Bladeren,
links bovenaan.
2 Klik op OK om de inhoud van de map toe te voegen aan de lijst Beschrijving.
Het Device Link-profiel wordt toegevoegd aan de lijst Beschrijving.
COLORWISE PRO TOOLS 30
3 Als u het Device Link-profiel wilt toevoegen aan het Device Link-paneel, selecteert u het
Device Link-profiel in de lijst Beschrijving en klikt u op de groene pijl die in de richting van
het Device Link-paneel wijst.
Het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel wordt weergegeven. Zie de volgende
procedure voor het toewijzen van instellingen.
Instellingen toewijzen aan een Device Link-profiel
In de volgende schermafdrukken van het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel
wordt de beschrijving van een RGB-bronprofiel afgebeeld. Als u een CMYK-simulatieprofiel
gebruikt, geeft het scherm de beschrijving van het CMYK-simulatieprofiel weer in plaats van
de beschrijving van een RGB-bronprofiel.
1 Device Link-paneel
1
COLORWISE PRO TOOLS 31
INSTELLINGEN TOEWIJZEN AAN EEN DEVICE LINK-PROFIEL
1 Nadat u het Device Link-profiel hebt gedownload met Profile Manager en het hebt toegevoegd
aan het Device Link-paneel, selecteert u de bron- en uitvoerprofielen voor het Device Link-
profiel in het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel.
Als in het Device Link-profiel reeds wordt verwezen naar een bron en een uitvoer, worden de
bron- en uitvoerprofielen automatisch weergegeven.
Als het bron- of uitvoerprofiel waarnaar wordt verwezen in het Device Link-profiel niet is
gevonden op de EX Print Server, wordt “Niet toegewezen” weergegeven als bronprofiel en
verschijnt de melding dat het bron- of uitvoerprofiel niet kan worden gevonden.
Klik op Informatie voor meer informatie over het ontbrekende profiel.
Als u op de EX Print Server het bron- of uitvoerprofiel installeert dat overeenkomt met het
ontbrekende profiel waarnaar wordt verwezen in het Device Link-profiel, wordt de instelling
“Niet toegewezen” automatisch bijgewerkt.
OPMERKING: Als de bron- of uitvoerinstelling niet is toegewezen, kan het Device Link-profiel
niet worden gebruikt. U moet de instellingen selecteren.
COLORWISE PRO TOOLS 32
2 Als aan het Device Link-profiel geen bron of uitgang is toegewezen, selecteert u de naam van
een Profielbeschrijving en de bron- en uitvoerprofielen voor het Device Link-profiel.
3 Als u klaar bent met het toewijzen van instellingen aan het Device Link-profiel, klikt u
op OK.
Device Link-profielen aanpassen
Ga als volgt te werk om de instellingen van het Device Link-profiel te wijzigen.
INSTELLINGEN VAN EEN DEVICE LINK-PROFIEL AANPASSEN
1 Dubbelklik op het Device Link-profiel in het Device Link-paneel.
Het dialoogvenster Instellingen Device Link-profiel wordt weergegeven.
2 Voer de nieuwe bron- en uitvoerprofielen in.
3 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
OPMERKING: U kunt het Device Link-profiel niet bewerken in ColorWise Pro Tools. U moet
de toepassing gebruiken waarin het Device Link-profiel is gemaakt.
Spot-On gebruiken
Spot-On biedt de mogelijkheid lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aan te
passen en te beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden
worden steunkleurenbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u verschillende
steunkleurenbibliotheken beheren voor elk uitvoerprofiel op de EX Print Server.
Zie pagina 63 voor meer informatie over Spot-On.
COLORWISE PRO TOOLS 33
Color Setup gebruiken
Met Color Setup van ColorWise Pro Tools kunt u de standaardwaarden instellen voor de
afdrukopties van ColorWise en de afdrukinstellingen voor de EX Print Server.
Deze instellingen worden toegepast op alle afdruktaken die naar de EX Print Server worden
verzonden, tenzij een gebruiker de instellingen verandert voor een afzonderlijke taak door
instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. U kunt deze standaardinstellingen ook
opheffen via Command WorkStation. Daarnaast worden de standaardinstellingen die in
Color Setup zijn ingesteld automatisch weergegeven in andere EX Print Server-
hulpprogrammas waarin een overzicht wordt gegeven van standaardinstellingen.
De opties in Color Setup worden gerangschikt in een patroon dat de stroom van
kleurverwerking op de EX Print Server voorstelt. U kunt de EX Print Server ook terugzetten
op de fabrieksinstellingen door op de knop Fabrieksinstellingen te klikken in de
linkerbenedenhoek van het venster Color Setup.
COLOR SETUP GEBRUIKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
COLORWISE PRO TOOLS 34
2 Klik op Color Setup.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor informatie over de opties Bedieningsbalk,
configureerbaar Automatisch overvullen, Progressieve proef en Rasterschermen in Color
Setup.
Device Link-profielen inschakelen met Color Setup
U kunt Device Link-profielen inschakelen met behulp van Color Setup.
Zie pagina 29 voor informatie over het installeren en toewijzen van Device Link-profielen.
DEVICE LINK-PROFIELEN INSCHAKELEN MET COLOR SETUP
1 Klik op Color Setup in ColorWise Pro Tools.
COLORWISE PRO TOOLS 35
2 Selecteer het RGB-bronprofiel of CMYK-simulatieprofiel en het Uitvoerprofiel.
Wanneer u een combinatie van een bron en uitvoer selecteert die is gedefinieerd als een Device
Link-profiel, wordt het Device Link-profiel automatisch ingeschakeld.
Wanneer het Device Link-profiel is geselecteerd, wordt de stroom voor kleuverwerking
(Stroom Proces kleur) bijgewerkt en worden sommige Fiery-afdrukopties mogelijk niet
weergegeven.
U krijgt de melding “Gebruikt Device Link-profiel” te zien onder het RGB-bronprofiel of
CMYK-simulatieprofiel.
3 Klik op OK om Color Setup af te sluiten.
1 Gebruikt Device Link-profiel
1
KALIBRATIE 36
KALIBRATIE
Het kalibreren van de EX Print Server garandeert consistente, betrouwbare kleuren. Kalibreer
de EX Print Server met behulp van Calibrator van ColorWise Pro Tools, met de ingebouwde
scanner van de digitale pers, een densitometer of een spectrofotometer.
Deze handleiding gebruikt de volgende terminologie voor kleurmeetinstrumenten:
Over dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het kalibreren van de EX Print Server met
Calibrator van ColorWise Pro Tools en diverse kleurmeetinstrumenten, of het kalibreren
vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers. De volgende tabel geeft de locatie van elke
procedure.
Als u een aangepast halftoonraster hebt gedefinieerd, moet u de EX Print Server voor dat
halftoonraster kalibreren voordat u er een taak mee afdrukt. Raadpleeg Graphic Arts Package
voor meer informatie.
Term Verwijst naar
ColorCal met Calibrator Kalibratiemethode die de ingebouwde scanner van de digitale pers
gebruikt om tonerdensiteitwaarden te meten. U kunt Calibrator in
ColorWise Pro Tools gebruiken om ColorCal-kalibraties uit te voeren.
DTP32 of DTP32 Series II X-Rite DTP32 of DTP32 Series II automatische densitometer
DTP41 X-Rite DTP41 automatische spectrofotometer
ES-1000 Spectrofotometer ES-1000 handbediende spectrofotometer
ColorCal vanaf het
bedieningspaneel van de
digitale pers
Kalibratiemethode die de ingebouwde scanner van de digitale pers
gebruikt om tonerdensiteitwaarden te meten. U kunt het
bedieningspaneel van de digitale pers gebruiken om ColorCal-
kalibraties uit te voeren.
Kalibratiemethode Raadpleeg
ColorCal met Calibrator pagina 42
DTP32 of DTP32 Series II met Calibrator pagina 46
DTP41 met Calibrator pagina 49
ES-1000 met Calibrator pagina 52
ColorCal vanaf het bedieningspaneel van de
digitale pers
pagina 56
KALIBRATIE 37
Dit hoofdstuk beschrijft ook belangrijke concepten en suggesties voor een beter begrip van
kalibratie. De volgende tabel geeft de locatie van elke beschrijving.
OPMERKING: De procedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn in grote lijnen
dezelfde voor Windows- en Mac OS-computers. In dit hoofdstuk worden illustraties van een
Windows-computer gebruikt.
Kalibreren met ColorWise Pro Tools Calibrator
ColorWise Pro Tools Met Calibrator van kunt u de EX Print Server kalibreren via de
meetmethode van uw keuze.
Wanneer u de kalibratie wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor alle afdruktaken van alle
gebruikers. Daarom is het verstandig slechts een beperkt aantal mensen de mogelijkheid te
geven om te kalibreren. U kunt een beheerderswachtwoord instellen om de toegang tot de
kalibratiefunctie te regelen (raadpleeg Configuratie en instellingen).
OPMERKING: ColorWise Pro Tools biedt ondersteuning voor de gelijktijdige verbinding van
meerdere gebruikers met de EX Print Server. Er kan echter altijd maar één gebruiker werken
met Calibrator. Er wordt een foutbericht weergegeven als u Calibrator probeert te gebruiken
terwijl een andere gebruiker ColorWise Pro Tools gebruikt om te kalibreren.
Voor meer informatie over Raadpleeg
Kalibratieoverzicht pagina 59
Hoe werkt kalibratie? pagina 59
Kalibratie plannen pagina 61
Kalibratiestatus controleren pagina 62
KALIBRATIE 38
Calibrator starten
U start Calibrator vanuit het hoofdvenster van ColorWise Pro Tools.
DE EX PRINT SERVER KALIBREREN MET CALIBRATOR
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
Voor informatie over het instellen van de verbinding met de EX Print Server, zie paginas 14
en 20.
2 Klik op Calibrator.
3 Kies een methode in het menu Meetmethode selecteren.
De procedures voor de verschillende kalibratiemethoden worden in latere secties van dit
hoofdstuk beschreven.
1 Kalibratiemethoden
1
KALIBRATIE 39
Expertmodus
Calibrator kent twee modi: Standaard en Expert. In de standaardmodus kunt u alle essentiële
kalibratietaken uitvoeren. De expertmodus biedt twee extra opties: Paginas afdrukken en
Metingen bekijken.
Met de optie Paginas afdrukken kunt u een kalibratievergelijkingspagina afdrukken.
Deze bevat de resultaten van het gebruik van de nieuwe metingen met een willekeurig profiel
dat aan de huidige kalibratieset is gekoppeld. U kunt ook een aangepaste vergelijkingspagina
maken en deze opslaan als een PostScript- of Encapsulated PostScript-bestand (EPS-bestand)
met de naam CALIB.PS. Vervolgens drukt u het bestand vanuit uw toepassing af naar de
blokkeringswachtrij van de EX Print Server. U kunt het bestand CALIB.PS ook maken
door de naam van een taak in de blokkeringswachtrij te wijzigen met behulp van Command
WorkStation.
1 Kalibratiemethoden
1
KALIBRATIE 40
Met de optie Metingen bekijken kunt u de huidige set metingen weergeven in tabelvorm of
als een grafiek met zowel metingen als richtwaarden.
Wanneer in verschillende profielen dezelfde richtwaarde is gedefinieerd, wordt in de rechter
bovenhoek van het dialoogvenster een extra menu weergegeven, met de naam Plotten met.
Deze lijst bevat alle uitvoerprofielen die dezelfde kalibratieset gebruiken. Selecteer een
uitvoerprofiel in deze lijst om de richtwaarden voor dat profiel uit te zetten in de grafiek. Als
in elk uitvoerprofiel een unieke kalibratierichtwaarde is gedefinieerd, wordt na het kiezen van
een ander profiel de grafiekweergave automatisch aangepast.
1 Naam uitvoerprofiel
1
KALIBRATIE 41
Metingen toepassen op verscheidene kalibratiesets
Calibrator heeft een optie (Toepassen op alle kalibr. sets) waarmee u de metingen van de
huidige kalibratie kunt kopiëren naar alle kalibratiesets op de server. Deze optie is alleen
beschikbaar als de EX Print Server meer dan een kalibratieset heeft.
Als u de optie Toepassen op alle kalibr. sets uitschakelt, kunt u kiezen om de huidige kalibratie
toe te passen op een geselecteerde subset van de kalibratiesets op de server. Geef de sets aan
door te klikken op Aanpassen naast de optie Toepassen op alle kalibr. sets. Hiermee wordt het
dialoogvenster Toepassen op geopend. Klik om individuele kalibratiesets in of uit te schakelen
en klik op OK.
Als een of meer geselecteerde kalibratiesets niet aan een uitvoerprofiel zijn gekoppeld, krijgt u
een waarschuwing maar kunt u kiezen om de kalibratiemetingen toch op die set toe te passen.
De kalibratiemetingen worden op het einde van het kalibratieproces naar de opgegeven
kalibratiesets gekopieerd wanneer u op Toepassen klikt.
De standaardmeetwaarden voor kalibratie herstellen
Ga als volgt te werk om terug te keren naar de standaardmeetwaarden voor kalibratie.
DE STANDAARDMEETWAARDEN VOOR KALIBRATIE HERSTELLEN
1 Klik in het dialoogvenster van Calibrator op Standaard herstellen.
2 Klik op OK om de vooraf ingestelde standaardkalibratieset te herstellen.
OPMERKING: Als Toepassen op alle kalibr. sets is geselecteerd, worden alle kalibratiesets op de
server hersteld. Als Toepassen op alle kalibr. sets niet is geselecteerd, wordt Standaard
herstellen alleen toegepast op de onder Aanpassen geselecteerde kalibratiesets.
KALIBRATIE 42
Kalibreren met ColorCal
ColorCal stelt u in staat de EX Print Server te kalibreren zonder een aanvullende
spectrofotometer of densitometer. In plaats daarvan gebruikt ColorCal de ingebouwde
scanner van de digitale pers om de tonerdensiteitwaarden te meten.
ColorCal heeft de volgende functies:
Scannerkalibratie: ColorCal stelt u in staat de scanner (invoereenheid van digitale pers) te
kalibreren met behulp van de kleur- en grijswaardenstrips van Kodak.
Meetpagina: Voor ColorCal worden vierkante zwart-wit- en kleurvlakken willekeurig
afgedrukt op de ColorCal-meetpagina. Hierdoor wordt ColorCal minder beïnvloed door
de omstandigheden waarin de digitale pers zich bevindt, waardoor een grotere precisie in
kleurreproductie en kalibratie bereikt wordt.
OPMERKING: Voor de kalibratie met ColorCal hebt u de Kodak-grijswaardenstrip nodig. Deze
zit in het mediapakket voor de klant dat is meegeleverd met de EX Print Server. U hebt ook
de Kodak-grijswaardenstrip en de Kodak-kleurvlakkenstrip nodig om de scanner van de
digitale pers te kalibreren voor ColorCal.
Wanneer u ColorCal uitvoert via ColorWise Pro Tools, hebt u de mogelijkheid de scanner van
de digitale pers te kalibreren voordat u de EX Print Server zelf kalibreert. Wij raden aan de
scanner voor ColorCal te kalibreren na onderhoud of service, of wanneer de uitvoer van
de digitale pers is aangepast.
KALIBREREN MET COLORWISE PRO TOOLS EN COLORCAL
1 Start Calibrator.
Zie pagina 38 voor instructies voor het starten van Calibrator.
2 Kies ColorCal in de vervolgkeuzelijst Meetmethode selecteren.
3 Kies een geschikte kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media die u
het meest zult gebruiken.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een
of meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het
standaarduitvoerprofiel. U hoeft dus geen nieuwe koppelingen te maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
KALIBRATIE 43
5 Kies het paginatype.
ColorCal-meetpagina drukt willekeurig een van de 256 ColorCal-patronen af.
Eén patroon drukt een specifiek patroon af. Typ het even patroonnummer in het veld
Nummer kleurvlakpagina.
Het Paginaformaat wordt automatisch ingesteld op LTR/A4.
6 Kies de invoerlade die u voor de meetpagina wilt gebruiken.
7 Klik op Geavanceerde opties weergeven om het rasterscherm en het glansniveau te
selecteren.
8 Kies het halftoonraster voor het afdrukken van de meetpagina.
Als u met een raster van 200 lijnen geroteerd gaat afdrukken, kiest u Lijn. Kies in het andere
geval Rond.
9 Kies het glansniveau om de meetpagina af te drukken.
Als u met een verbeterd glansniveau wilt afdrukken, kiest u Verbeterd. Kies in het andere geval
Normaal.
KALIBRATIE 44
10 Selecteer Scaninstructies afdrukken als u naast de meetpagina ook de instructiepagina wilt
afdrukken.
Wis deze optie als u de instructiepagina al hebt.
11 Selecteer Scannerkalibreringspagina om de meetpagina van de scanner af te drukken en de
scanner te kalibreren voordat u de EX Print Server kalibreert.
Als u deze optie wist, wordt alleen de ColorCal-meetpagina afgedrukt en wordt de kalibratie
van de scanner overgeslagen.
Wij raden aan de scanner altijd te kalibreren voordat u de EX Print Server kalibreert.
12 Klik op Druk af.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft.
13 Klik op OK om door te gaan.
14 Haal de ColorCal-meetpagina (en de scannerkalibreringspagina als u deze hebt geselecteerd)
op bij de digitale pers.
15 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
16 Ga naar stap 21 als u de scannerkalibrering overslaat.
17 Volg de instructies van de instructiepagina om de Kodak grijswaardenstrip, de Kodak-
kleurvlakkenstrip en de scannerkalibreringspagina op de glasplaat van de kopieermachine te
leggen en de scan te beginnen.
18 Nadat de scan is voltooid, klikt u op Meting in het deelvenster Meting ophalen.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de melding dat u de scannerkalibreringspagina
moet scannen voordat u verder gaat.
19 Klik op Doorgaan om de scannerkalibratie te beginnen.
Wanneer het meetproces is voltooid, wordt het informatiedialoogvenster weergegeven.
KALIBRATIE 45
20 Klik op Doorgaan om de scannerkalibratie te voltooien.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met de melding dat u de ColorCal-meetpagina
moet scannen voordat u verder gaat.
21 Volg de instructies op de instructiepagina om de Kodak-grijswaardenstrip en de ColorCal-
meetpagina op het glas van de kopieermachine te leggen en de scan te beginnen.
22 Klik op Doorgaan om de ColorCal-meting te beginnen.
Wanneer het meetproces is voltooid, wordt het dialoogvenster Meting weergegeven.
23 Klik op OK om de kalibratie te voltooien.
24 Klik op Toepassen om de ColorCal-kalibratie toe te passen.
25 Klik op Gereed om Calibrator te sluiten.
KALIBRATIE 46
Kalibreren met de DTP32 of DTP32 Series II
Met de DTP32- of DTP32 Series II-densitometer kunt u snel kleurvlakken meten die door de
digitale pers zijn gegenereerd en deze metingen automatisch downloaden naar de
EX Print Server.
OPMERKING: Voordat u de EX Print Server gaat kalibreren met behulp van ColorWise Pro
Tools, moet u de DTP32 of DTP32 Series II instellen en kalibreren. Raadpleeg de
documentatie bij het instrument voor nadere instructies.
DE EX PRINT SERVER KALIBREREN MET DE DTP32 OF DTP32 SERIES II
1 Start Calibrator.
Zie pagina 38 voor instructies.
2 Kies X-Rite DTP32 of X-Rite DTP32 Series II in de vervolgkeuzelijst Meetmethode selecteren.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media dat u het
meest gebruikt.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het
standaarduitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
5 Kies de gepaste opties.
Paginatype
: kies 21 of 34 gesorteerde vlakken.
Paginaformaat: automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken. Kies 11x17/
A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesort. vlakken.
Invoerlade: kies de papierbron.
6 Klik op Geavanceerde opties weergeven om het rasterscherm en het glansniveau te
selecteren.
KALIBRATIE 47
7 Kies het glansniveau om de meetpagina af te drukken.
Als u met een verbeterd glansniveau wilt afdrukken, kiest u Verbeterd. Kies in het andere geval
Normaal.
8 Kies het halftoonraster voor het afdrukken van de meetpagina.
Als u met een raster van 200 lijnen geroteerd gaat afdrukken, kiest u Lijn. Kies in het andere
geval Rond.
9 Klik op Druk af.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft.
10 Klik op OK om door te gaan.
11 Haal de meetpagina op bij de digitale pers.
12 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties toont de opgegeven instellingen voor paginatype en
papierformaat.
13 Klik op Meting.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de meetpagina door de DTP32 te sturen.
OPMERKING: De DTP32 Series II heeft geen paginarandgeleider. Plaats de pagina zo dat de te
meten strip zich juist onder de uitlijnmarkering bevindt.
KALIBRATIE 48
In het veld Status worden instructies weergegeven om de poort te selecteren en de meetpagina
vier keer door de DTP32 te voeren, één keer voor elke kleurstrip.
14 Wanneer in het veld Status wordt aangegeven dat de metingen met succes zijn uitgevoerd,
klikt u op Accepteren.
15 Klik op OK in het dialoogvenster Meting.
16 Klik in het dialoogvenster Calibrator op Toepassen om de nieuwe kalibratieset te
implementeren.
17 Klik op OK in het dialoogvenster Informatie.
Het kalibreren is nu voltooid.
DTP32
DTP32 Series II
KALIBRATIE 49
Kalibreren met de DTP41
Met de DTP41-spectrofotometer kunt u snel kleurvlakken meten die door de digitale pers
zijn gegenereerd en deze metingen vervolgens downloaden naar de EX Print Server.
OPMERKING: Voordat u de EX Print Server gaat kalibreren met behulp van ColorWise Pro
Tools, moet u de DTP41 instellen en kalibreren. Raadpleeg de documentatie bij het
instrument voor nadere instructies.
DE EX PRINT SERVER KALIBREREN MET DE DTP41
1 Start Calibrator.
Zie pagina 38 voor instructies.
2 Kies X-Rite DTP41 als meetmethode.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media dat u het
meest gebruikt.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het
standaarduitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
5 Kies de gepaste opties.
Paginatype
: kies 21 of 34 gesorteerde vlakken.
Paginaformaat: automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken.
Kies 11x17/A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesort. vlakken.
Invoerlade: kies de papierbron om de meetpagina af te drukken.
6 Klik op Geavanceerde opties weergeven om het rasterscherm en het glansniveau te
selecteren.
KALIBRATIE 50
7 Kies het glansniveau om de meetpagina af te drukken.
Als u met een verbeterd glansniveau wilt afdrukken, kiest u Verbeterd. Kies in het andere geval
Normaal.
8 Kies het halftoonraster voor het afdrukken van de meetpagina.
Als u met een raster van 200 lijnen geroteerd gaat afdrukken, kiest u Lijn. Kies in het andere
geval Rond.
9 Klik op Druk af.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft.
10 Klik op OK om door te gaan.
11 Haal de meetpagina op bij de digitale pers.
12 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties toont de opgegeven instellingen voor paginatype en
papierformaat.
13 Klik op Meting.
14 Kies indien nodig de juiste COM-poort voor de DTP41 in het menu Beschikbare poorten en
klik op Metingen starten.
KALIBRATIE 51
15 Voer de meetpagina met de cyaankleurige strip naar voren in de DTP41.
Lijn de pagina zo uit in de sleuf voor meetpaginas van de DTP41 dat de juiste kleurkolom
onder het uitlijnteken gecentreerd is. Voer de pagina ongeveer 7,5 centimeter in, voorbij de
voorste rollers, tot deze tegen de achterste aandrijfrollers stopt en u weerstand voelt.
16 Klik op Strip lezen.
De meetpagina wordt automatisch door de DTP41 gevoerd.
Als de meetpagina is gelezen, wordt u gevraagd de pagina opnieuw te plaatsen en uit te lijnen
voor de volgende kleur.
17 Herhaal het meetproces voor de strips magenta, geel en zwart.
De kleur is met succes gemeten als in de cirkel van de gelezen kleur een vinkje wordt
weergegeven en het veld Status dit ook aangeeft.
Met de knoppen Vorige en Volgende kunt u naar de vorige of volgende stap van het
meetproces gaan.
18 Wanneer in het veld Status wordt aangegeven dat alle vier de kleurstrips met succes zijn
gelezen, klikt u op Metingen accepteren.
19 Klik op OK in het dialoogvenster Meting.
KALIBRATIE 52
20 Klik in het dialoogvenster Calibrator op Toepassen om de nieuwe kalibratieset te
implementeren.
21 Klik op OK in het dialoogvenster Informatie.
Het kalibreren van de EX Print Server is nu voltooid.
Kalibreren met de ES-1000
U kunt ColorWise Pro Tools gebruiken in combinatie met de ES-1000-spectrofotometer om
de EX Print Server te kalibreren.
OPMERKING: Voordat u ColorWise Pro Tools gebruikt om de EX Print Server te kalibreren,
moet u de ES-1000 instellen en kalibreren. Raadpleeg de documentatie bij het instrument
voor instructies.
DE EX PRINT SERVER KALIBREREN MET BEHULP VAN DE ES-1000
1 Start Calibrator.
Zie pagina 38 voor instructies.
2 Kies ES-1000 als meetmethode.
3 Kies een kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als er meerdere opties zijn, kiest u de kalibratieset die geschikt is voor het type media dat u het
meest gebruikt.
OPMERKING: De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaardkalibratieset is reeds gekoppeld aan het
standaarduitvoerprofiel. U moet geen nieuwe koppelingen maken.
4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren.
Het dialoogvenster Afdrukopties wordt weergegeven.
KALIBRATIE 53
5 Kies de gepaste opties.
Paginatype: kies 21 of 34 gesorteerde vlakken, of 21 of 34 willekeurige vlakken. Gesorteerde
vlakken worden op de pagina afgedrukt in de volgorde van hun tint- en verzadigingsniveaus.
Willekeurige vlakken worden in willekeurige volgorde op de pagina afgedrukt, zodat
verschillen in densiteit op diverse gedeelten van de pagina worden gecompenseerd.
Paginaformaat: automatisch ingesteld op LTR/A4 voor 21 gesorteerde vlakken. Kies 11x17/
A3 of 12x18/SRA3 voor 34 gesorteerde vlakken.
Invoerlade: automatisch ingesteld op Automatisch selecteren.
6 Klik op Geavanceerde opties weergeven om het rasterscherm en het glansniveau te
selecteren.
7 Kies het glansniveau om de meetpagina af te drukken.
Als u met een verbeterd glansniveau wilt afdrukken, kiest u Verbeterd. Kies in het andere geval
Normaal.
8 Kies het halftoonraster voor het afdrukken van de meetpagina.
Als u met een raster van 200 lijnen geroteerd gaat afdrukken, kiest u Lijn. Kies in het andere
geval Rond.
9 Klik op Druk af.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft.
KALIBRATIE 54
10 Klik op OK om door te gaan.
11 Haal de afgedrukte meetpagina op bij de digitale pers.
12 Klik op Meting in het deelvenster Metingen ophalen.
Het dialoogvenster Meetopties wordt weergegeven.
Paginatype wordt automatisch ingesteld op het type dat u in stap 5 hebt geselecteerd.
13 Controleer de instellingen en klik op Meting.
Het dialoogvenster Informatie wordt weergegeven.
14 Plaats de ES-1000 in de kalibratiesteun.
Wanneer u de ES-1000 in de kalibratiesteun plaatst, wordt de witte-puntkalibratie gebruikt
om de spectrofotometer te kalibreren en om geleidelijke veranderingen in het instrument te
compenseren. Zorg ervoor dat de meetopening volledig in contact is met het witte
referentievak op de kalibratiesteun. Als de spectrofotometer niet juist in de kalibratiesteun
wordt geplaatst, kunt u geen nauwkeurige metingen verkrijgen.
15 Klik op OK.
Het dialoogvenster Metingen wordt weergegeven. In het statusgebied ziet u instructies voor
het meten van de strips.
KALIBRATIE 55
16 De meest nauwkeurige meting verkrijgt u door diverse vellen wit papier onder de meetpagina
te leggen.
Dit zorgt ervoor dat onderliggende kleuren niet kunnen worden gelezen door het instrument.
17 Plaats de meetpagina zodanig dat de strips horizontaal zijn en dat de scanrichting
(aangeduid door de pijlen bij het begin van elke strip) van links naar rechts is.
18 Houd de ES-1000 loodrecht op de scanrichting en plaats de meetopening in de witte ruimte
bij het begin van de opgegeven kleur.
19 Houd de meetknop ingedrukt en wacht tot u een pieptoon hoort of wacht tot de
achtergrondkleur van het dialoogvenster van groen in wit verandert.
OPMERKING: Op Windows-compatibele computers hoort u alleen een pieptoon als een
geluidskaart en luidspreker(s) zijn geïnstalleerd. Mogelijk moet u het volume op uw computer
verhogen om de pieptoon te kunnen horen.
20 Nadat u een pieptoon hoort of de achtergrondkleur hebt zien veranderen, verplaatst u de
ES-1000 langzaam maar gelijkmatig over de strip.
Doe er ongeveer vijf seconden over om de hele strip te meten.
21 Laat de knop los wanneer alle vlakken in de strip zijn gemeten en de witte ruimte aan het
einde van de strip is bereikt.
Als een strip met succes is gemeten, verandert de achtergrondkleur van het dialoogvenster in
groen en verschuift de kruiscursor naar de volgende kleur. Als een strip niet met succes is
gemeten, verandert de achtergrondkleur van het dialoogvenster in rood en wordt u gevraagd
het opnieuw te proberen.
22 Herhaal stappen 18 tot 21 totdat alle strips zijn gemeten.
OPMERKING: Voer de metingen uit in de volgorde die in het veld Status is opgegeven.
23 Wanneer alle vlakken met succes zijn gelezen, klikt u op Accepteren.
24 Klik op Toepassen in het dialoogvenster Calibrator.
De nieuwe kalibratiemeting wordt toegepast.
25 Klik op OK in het dialoogvenster Informatie.
Het kalibreren van de EX Print Server is nu voltooid.
KALIBRATIE 56
Kalibreren vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers
U kunt de EX Print Server ook met ColorCal kalibreren vanaf het bedieningspaneel van de
digitale pers zonder Calibrator van ColorWise Pro Tools te gebruiken.
Kalibreren met ColorCal
Als een beheerderswachtwoord is ingesteld, moet u dit invoeren om de kalibratie uit te voeren
vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor
meer details over het gebruik van het bedieningspaneel van de digitale pers.
COLORCAL VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE DIGITALE PERS GEBRUIKEN
1 Druk op de knop Alle services op het hoofdscherm en druk op Web Applications
(Webtoepassingen) in het scherm.
2 Druk op Kalibreren.
3 Als een wachtwoord is ingesteld op de EX Print Server, typt u dit wachtwoord en drukt u op
Aanmelden.
4 Selecteer de kalibratieset door de media te selecteren en druk op Doorgaan.
5 Kies bij Invoerlade de papierlade om de meetpagina af te drukken.
De meetpagina bestaat uit kleurvlakken die door de scanner van de digitale pers zullen
worden gemeten om deze met de richtkleurwaarden te vergelijken.
Kies Automatisch selecteren of Lade 5. De paginagrootte wordt automatisch ingesteld
op LTR/A4.
OPMERKING: Als u een meetpagina afdrukt uit Lade 5, moet u het juiste papier in de lade
plaatsen en het juiste paginaformaat selecteren op het bedieningspaneel van de digitale pers.
6 Selecteer Scaninstructies afdrukken als u naast de meetpagina ook de instructiepagina wilt
afdrukken.
Wis deze optie als u de instructiepagina al hebt.
7 Selecteer Scannerkalibreringspagina om de meetpagina van de scanner af te drukken en
de scanner te kalibreren voordat u de EX Print Server kalibreert.
Als u deze optie wist, wordt de ColorCal-meetpagina afgedrukt en wordt de kalibratie van
de scanner overgeslagen. Ga in dit geval naar stap 16.
Wij raden aan de scanner altijd te kalibreren voor het kalibreren van de EX Print Server.
8 Druk op Afdrukken.
Of druk op Afdrukken overslaan als u de nodige paginas al hebt en verder wilt gaan met het
scannen.
9 Haal de meetpagina (en de instructiepagina als u deze hebt geselecteerd) op bij
de digitale pers.
KALIBRATIE 57
10 Plaats na de instructiepagina voor de kalibratie van de scanner de Kodak-grijsschaalstrip en
de Kodak-kleurvlakkenstrip met de voorzijde naar omlaag op het glas van de digitale pers.
11 Plaats de meetpagina met de voorzijde naar beneden op de strips en sluit het deksel van
de glasplaat.
Zorg dat de strips en de meetpagina niet verschuiven.
12 Kies op het bedieningspaneel van de digitale pers de instellingen die aangegeven worden op
de instructiepagina en druk op de groene startknop om het scannen te beginnen.
13 Wanneer het scannen voltooid is (aangegeven door een pieptoon) drukt u op Alle services om
het hoofdscherm weer te geven. Druk vervolgens op Web Applications (Webtoepassingen) en
op Kalibreren.
U keert terug naar hetzelfde scherm als voor het scannen.
14 Druk op Meetpagina.
Wanneer de meting klaar is, keert u terug naar hetzelfde scherm als voor de kalibratie van de
scanner.
15 Wis de optie Scannerkalibreringspagina.
16 Druk op Afdrukken om de meetpagina van ColorCal af te drukken (en de instructiepagina, als
u deze hebt geselecteerd).
Of druk op Afdrukken overslaan als u de nodige paginas al hebt en verder wilt gaan met het
scannen.
17 Haal de meetpagina (en de instructiepagina als u deze hebt geselecteerd) op bij de digitale
pers.
18 Volg de instructiepagina voor de kalibratie van ColorCal en leg de Kodak-grijsschaalstrip met
de voorzijde naar beneden op de glasplaat van de digitale pers.
Leg de strip tegen de bovenrand van de digitale pers, centraal tussen de merktekens voor de
papierbreedte op de digitale pers.
19 Plaats de meetpagina met de voorzijde naar beneden op de strips en sluit het deksel van
de glasplaat.
Zorg dat de strips en de kleurmeetpagina niet verschuiven.
1 Leg de grijsschaalstrip met
de bedrukte zijde naar
beneden
2 Leg de meetpagina met de
voorzijde naar beneden op de
grijsschaalstrip
1 2
KALIBRATIE 58
20 Kies op het bedieningspaneel van de digitale pers de instellingen die aangegeven worden op
de instructiepagina en druk op de groene startknop om het scannen te beginnen.
De instructiepagina geeft aan dat u de scan configureert voor een liggende afdrukstand, terwijl
de meetpagina een staande afdrukstand heeft. Deze instructie is juist en levert het juiste
resultaat op.
21 Wanneer het scannen voltooid is (aangegeven door een pieptoon) drukt u op Alle services om
het hoofdscherm weer te geven. Druk vervolgens op Web Applications (Webtoepassingen) en
op Kalibreren.
U keert terug naar hetzelfde scherm als voor het scannen.
22 Druk op Meetpagina.
Er verschijnt een melding wanneer de meting klaar is, als teken dat de meting geslaagd is.
23 Druk op Afdrukken om een vergelijkingspagina af te drukken.
De vergelijkingspagina toont hoe de digitale pers met de kalibratie zal afdrukken.
24 Als u tevreden bent over de kalibratie, drukt u op Toepassen en op Ja om te bevestigen.
De kalibratiemetingen worden opgeslagen.
KALIBRATIE 59
Kalibratie begrijpen
Het volgende gedeelte beschrijft belangrijke concepten en suggesties voor een beter begrip
van kalibratie.
Kalibratieoverzicht
Met kalibratie worden curven gemaakt waarmee het verschil wordt gecompenseerd tussen
de werkelijke tonerdensiteit (metingen) en het resultaat dat werd verwacht op basis van het
uitvoerprofiel.
Metingen geven het werkelijke kleurgedrag van de digitale pers aan.
Kalibratiesets zijn reeksen met metingen die media opties voor Calibrator combineren.
Elk uitvoerprofiel bevat een kalibratierichtwaarde waarin het verwachte gedrag van de
digitale pers wordt beschreven.
Nadat u de EX Print Server hebt gekalibreerd, wordt er een kalibratieset opgeslagen. Deze
kalibratieset wordt gebruikt als de set aan een uitvoerprofiel is gekoppeld. Elk uitvoerprofiel
heeft een bijbehorende kalibratieset. Als u geen kalibratieset hebt opgegeven, wordt de
kalibratieset gebruikt die bij het standaarduitvoerprofiel hoort.
Als u de kalibratie wijzigt na het verwerken (RIP) van een opgeslagen taak, hoeft u de taak
niet opnieuw te verwerken. De nieuwe kalibratie wordt op de taak toegepast zonder nieuwe
verwerking.
OPMERKING: Wanneer u de kalibratie wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor alle afdruktaken
van alle gebruikers. Daarom is het verstandig slechts een beperkt aantal mensen de
mogelijkheid te geven om te kalibreren. U kunt in Instelling van de EX Print Server een
beheerderswachtwoord instellen om de toegang tot de kalibratiefunctie te regelen (raadpleeg
Configuratie en instellingen).
Hoe werkt kalibratie?
Hoewel de standaardkalibratieset afdoende is voor de taakvereisten van de meeste gebruikers,
kunt u op de EX Print Server een andere kalibratieset kiezen om de kalibratie voor speciale
taken aan te passen.
Kalibratie biedt de volgende mogelijkheden:
Optimaliseren van de functies voor kleurreproductie van de EX Print Server.
Garanderen van een constante kleurkwaliteit over langere perioden.
Produceren van identieke uitvoer op EX Print Server-servers.
Realiseren van betere kleurovereenkomsten bij het reproduceren van steunkleuren, zoals
PANTONE-kleuren of kleursystemen van andere bekende merken.
Optimaliseren van de EX Print Server voor het gebruik van ColorWise-weergavestijlen
(CRD’s, CMYK-simulaties en ICC-profielen).
KALIBRATIE 60
Als u een bevredigende afdrukkwaliteit wilt verkrijgen bij gebruik van de EX Print Server,
moet u rekening houden met verscheidene factoren. Een zeer belangrijke factor is
bijvoorbeeld dat de tonerdensiteit altijd optimaal is. De densiteit is een meeteenheid voor
lichtabsorptie door een oppervlak. Wanneer u de tonerdensiteit nauwkeurig instelt, kunt u
consistente afdrukkleuren verkrijgen.
Zelfs op een gekalibreerd systeem is de tonerdensiteit onderhevig aan de instellingen van de
digitale pers, de luchtvochtigheid en temperatuur. De densiteit kan bovendien na verloop van
tijd afwijken. Een ongelijkmatige densiteit van de toner op het papier beïnvloedt de
kalibratieresultaten. Regelmatige metingen detecteren variaties van dag tot dag van de
dichtheid, gradatie en kleurenreproductie en kalibratie corrigeert deze.
Bij de kalibratie worden op de EX Print Server kalibratiecurven gemaakt die het verschil
tussen werkelijke (meetwaarden) en gewenste (richtwaarden) densiteitwaarden compenseren.
Kalibratiecurven vormen de grafische weergave van overdrachtsfuncties. Dit zijn wiskundige
beschrijvingen van de wijzigingen die aan de oorspronkelijke gegevens zullen worden
aangebracht. Overdrachtsfuncties worden vaak weergegeven als invoer- of uitvoercurven.
De EX Print Server genereert kalibratiecurven na vergelijking van de meetwaarden met de
uiteindelijke richtwaarden voor elk van de vier tonerkleuren. De richtwaarden zijn gebaseerd
op het opgegeven uitvoerprofiel.
Metingen
Meetbestanden bevatten numerieke waarden die overeenkomen met de tonerdensiteit die
door de digitale pers wordt geproduceerd bij het afdrukken van verzadigd cyaan, magenta,
geel en zwart en van minder verzadigde tinten van deze kleuren.
Als u een meetbestand wilt maken, moet u eerst een pagina met kleurvlakken afdrukken.
Meet de vlakken met behulp van een kleurmeetinstrument dat aangesloten is op een
computer van het netwerk of, indien beschikbaar, de scanner van het afdrukapparaat. De
nieuwe metingen worden automatisch gedownload naar de EX Print Server.
Uitvoerprofielen en kalibratiesets
Met uitvoerprofielen en kalibratiesets worden de gewenste kalibratieresultaten gedefinieerd.
Bij de EX Print Server worden een of meer uitvoerprofielen en kalibratiesets geleverd.
Wanneer u de EX Print Server kalibreert, kunt u de kalibratieset selecteren die overeenkomt
met de gemiddelde afdruktaken op uw locatie. Deze kalibratieset kan vervolgens worden
gekoppeld aan een of meer uitvoerprofielen. Zie pagina 98 voor meer informatie over
uitvoerprofielen.
KALIBRATIE 61
Kalibratie plannen
Kalibreer de EX Print Server ten minste eenmaal per dag, afhankelijk van het aantal
afdruktaken. Als het erg belangrijk is dat de kleurkwaliteit constant blijft, of als de digitale
pers wordt gebruikt in een ruimte waar de temperatuur of luchtvochtigheid sterk schommelt,
moet u om de paar uren kalibreren. Voor optimale prestaties moet u altijd kalibreren wanneer
u merkt dat er een verandering optreedt in de afdrukkwaliteit of de afdrukresultaten.
Als u een afdruktaak moet splitsen in twee of meer batches die op verschillende momenten
worden afgedrukt, is het belangrijk dat u voor het afdrukken van elke batch opnieuw
kalibreert. De EX Print Server moet ook worden gekalibreerd na een onderhoudsbeurt van de
digitale pers. Wacht echter met de kalibratie tot u ongeveer 50 paginas hebt afgedrukt,
aangezien de digitale pers onmiddellijk na een onderhoudsbeurt minder stabiel kan zijn.
OPMERKING: De afgedrukte uitvoer van de digitale pers is erg gevoelig voor wijzigingen in
temperatuur en luchtvochtigheid. De digitale pers mag daarom niet dicht bij een raam,
radiator of airconditioner worden geplaatst of aan direct zonlicht worden blootgesteld. Papier
is ook gevoelig voor klimaatwijzigingen. Bewaar het in een koele, droge, stabiele omgeving en
pak het pas uit wanneer het wordt gebruikt.
Druk de volgende kleurpaginas af om de afdrukkwaliteit te controleren:
Kleurendiagram (uit Command WorkStation of het bedieningspaneel van de digitale pers)
Kleurreferentiepaginas op de dvd met gebruikerssoftware (zie paginas 13 en 19)
Deze paginas bevatten volledig verzadigde kleurvlakken en onverzadigde tinten cyaan,
magenta, geel en zwart. Afbeeldingen met huidkleur vormen vaak een goede basis voor
vergelijking. Bewaar de paginas die u afdrukt en vergelijk deze regelmatig. Als een
waarneembaar verschil optreedt, moet u de EX Print Server kalibreren.
Wanneer u de testpagina controleert, moeten alle kleurvlakken zichtbaar zijn, zelfs wanneer
deze erg licht zijn in het bereik van vijf tot twee procent. De set met vlakken moet een
uniform verloop laten zien tussen opeenvolgende vlakken naarmate de kleur lichter wordt van
100 procent tot nul procent.
Als de verzadigde kleurvlakken (100% cyaan, magenta, geel of zwart) na verloop van tijd
minder verzadigd lijken, kunt u de paginas laten zien aan een onderhoudsmonteur van de
digitale pers om na te gaan of de uitvoer van de digitale pers kan worden verbeterd door het
apparaat opnieuw af te stellen.
KALIBRATIE 62
Kalibratiestatus controleren
U kunt als volgt controleren of de EX Print Server is gekalibreerd, welke kalibratieset en welk
uitvoerprofiel zijn gebruikt en wanneer de digitale pers de laatste keer is gekalibreerd:
Druk een configuratiepagina of een testpagina af via bedieningspaneel van de digitale pers
of Command WorkStation.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Selecteer een kalibratieset in Calibrator. De vorige kalibratie en de gebruiker die deze heeft
uitgevoerd worden getoond.
SPOT-ON 63
SPOT-ON
Met de optie Steunkleuraanpassing kunt u steunkleuren automatisch koppelen aan de meest
gelijkende CMYK-equivalenten, zodat steunkleuren kunnen worden gesimuleerd met
de CMYK-toner van de digitale pers. U kunt de standaard-CMYK-equivalenten echter
aanpassen om een beter resultaat te krijgen onder specifieke afdrukomstandigheden.
Met Spot-On kunt u steunkleuren wijzigen.
U kunt met Spot-On “benoemde” kleuren beheren en een lijst van “vervangkleuren
opstellen. Dit zijn kleuren die wanneer deze in een document worden opgeroepen door
hun RGB- of CMYK-waarden, vervangen worden door een andere kleur, met
de CMYK-waarden van de Spot-On-kleurenbibliotheek. Dit biedt exact kleurbeheer en heeft
voorrang op individuele RGB- en CMYK-kleuren.
Spot-On gebruiken
Spot-On biedt de mogelijkheid lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aan te
passen en te beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden
worden steunkleurenbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u verschillende
steunkleurenbibliotheken beheren voor elk uitvoerprofiel op de EX Print Server.
OPMERKING: Als u de Spot-On-functies met benoemde kleuren wilt gebruiken, moet u de
afdrukoptie Steunkleuraanpassing inschakelen. Zie pagina 103 voor meer informatie over
deze functie.
OPMERKING: Benoemde steunkleuren worden afgedrukt met de opgegeven CMYK-waarden.
De manier waarop steunkleuren worden afgedrukt, wordt niet beïnvloed door de wijzigingen
die u met Color Editor in het uitvoerprofiel aanbrengt.
Voor bepaalde functies van Spot-On moet de taak met de juiste kleuren op uw monitor
worden weergegeven. Als u de kleuren juist op uw monitor wilt weergeven, moet u de
monitorweergave instellen volgens de aanbevelingen van de fabrikant, en het juiste profiel
voor uw monitor opgeven.
Geef de volgende instellingen voor de monitorweergave op:
Op de monitor: helderheid, contrast, en kleurtemperatuur
In het Configuratiescherm van uw besturingssysteem: resolutie, vernieuwingsfrequentie
en aantal kleuren
Raadpleeg de bij de monitor geleverde documentatie voor meer informatie over het instellen
van uw monitor en het monitorprofiel.
SPOT-ON 64
OPMERKING: De bewerkingen van een taak die u aanbrengt met functies voor kleuraanpassing
in ImageViewer hebben invloed op alle kleuren in de taak, inclusief steunkleuren. Raadpleeg
Graphic Arts Package voor meer informatie over ImageViewer.
Spot-On starten
Als u Spot-On wilt gebruiken, moet u eerst het uitvoerprofiel opgeven dat is gekoppeld aan de
steunkleurenbibliotheek die u wilt bewerken.
Als u het uitvoerprofiel X selecteert en PANTONE 123 wijzigt van 30%M in 50%M met
Spot-On, krijgt u 50%M wanneer u een taak met het uitvoerprofiel X afdrukt. Wanneer u een
taak met het uitvoerprofiel Y afdrukt, krijgt u de oorspronkelijke waarde. Wanneer u het
uitvoerprofiel X selecteert, een aangepaste kleur maakt met de naam “Mijn paars” en die
instelt als 80C 40M, berekent ColorWise automatisch de Lab-waarden met het
uitvoerprofiel X en worden nieuwe CMYK-waarden gemaakt voor gebruik met het
uitvoerprofiel Y.
OPMERKING: Er kan altijd maar één gebruiker tegelijk via Spot-On met de EX Print Server
zijn verbonden.
SPOT-ON STARTEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
3 Kies het gewenste uitvoerprofiel en klik op OK.
Het hoofdvenster van Spot-On wordt weergegeven. De CMYK-waarden in het dialoogvenster
worden berekend voor het opgegeven profiel.
1 Huidige uitvoerprofiel
2 Te koppelen uitvoerprofielen
1
2
SPOT-ON 65
OPMERKING: Wanneer u een taak afdrukt, kiest u in het printerstuurprogramma hetzelfde
uitvoerprofiel als in het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren. Als u dat niet doet, hebben
kleuraanpassingen op basis van Spot-On geen uitwerking.
Hoofdvenster van Spot-On
Het hoofdvenster van Spot-On bevat een lijst met kleurgroepen die steunkleurenbibliotheken
op de EX Print Server voorstellen. Boven in het venster kunt u pictogrammen voor het
werken met kleuren kiezen.
De EX Print Server wordt standaard geleverd met verschillende PANTONE-bibliotheken en
een systeembibliotheek. Deze standaardbibliotheken worden aangegeven met het pictogram
voor standaardgroepen ( ).
De DIC-, HKS-, en TOYO-bibliotheken zijn ook beschikbaar bij Spot-On.
U kunt ook aangepaste kleurgroepen en kleuren toevoegen aan het venster Spot-On (zie
pagina 68). Toegevoegde groepen herkent u aan het pictogram voor aangepaste groepen
( ). U kunt zowel standaardgroepen als aangepaste groepen openen om de bijbehorende
kleuren weer te geven.
OPMERKING: Raadpleeg Graphic Arts Package voor informatie over de groep Toewijzing
tweekleurendruk.
1 Uitvoerprofiel
2 Opslaan
3 Uploaden
4Downloaden
5 Knippen
6Kopiëren
7Plakken
8 Alles sluiten
9Afdrukken
10 Omhoog
11 Omlaag
12 Aangepaste kleurgroep
13 Standaardkleurgroep
1
2 3 4 5 6 7 8 9 1101
21
31
SPOT-ON 66
EEN KLEURGROEP OPENEN EN SLUITEN
1 U kunt een kleurgroep openen door op het pictogram vóór de groepsnaam te dubbelklikken.
Wanneer u een groep opent, worden alle kleuren in de groep weergegeven en verandert het
groepspictogram.
2 U kunt een kleurgroep sluiten door op het pictogram links van de groepsnaam te
dubbelklikken.
3 Kies de optie Alles sluiten in het menu Bewerken om alle kleurgroepen in de lijst te sluiten.
Werken met bestaande kleuren
Met Spot-On kunt u bestaande kleurgroepen op de EX Print Server bekijken en beheren en
een specifieke kleur in de Spot-On lijst zoeken.
Kleurgroepen worden in volgorde van prioriteit weergegeven in het venster Spot-On.
Kleurgroepen boven aan de lijst krijgen de hoogste prioriteit. Als twee kleuren uit twee
verschillende kleurgroepen bijvoorbeeld dezelfde naam hebben, gebruikt de EX Print Server
de kleur uit de hoogste groep en wordt de andere kleur genegeerd. U kunt verschillende
CMYK-varianten voor dezelfde steunkleur gebruiken door de prioriteit van kleuren op deze
manier te beheren.
SPOT-ON 67
DE PRIORITEIT VAN KLEUREN WIJZIGEN
1 Als u de prioriteit van de hele kleurgroep wilt aanpassen, selecteert u de gewenste
kleurgroep.
Als u de prioriteit van een bepaalde kleur wilt wijzigen, selecteert u de gewenste kleur.
Afzonderlijke steunkleuren worden aangegeven met cirkelvormige kleurpictogrammen.
2 U kunt de kleur of groep hoger of lager in de lijst weergeven door op het pictogram Omhoog
of Omlaag op de werkbalk te klikken.
3 Als u de kleur of groep ergens anders in de lijst wilt plakken, klikt u op het pictogram
Knippen of Kopiëren op de werkbalk.
OPMERKING: Knippen is alleen mogelijk voor aangepaste kleuren.
4 Klik op de plaats in de lijst waar u de geknipte of gekopieerde selectie wilt plakken en klik
op het pictogram Plakken op de werkbalk.
Wanneer u een standaard-PANTONE-kleur of groep plakt, verschijnt een waarschuwing met
de mededeling dat u de naam van de selectie moet aanpassen in verband met de diverse
voorvoegsels en achtervoegsels van PANTONE-kleuren en groepen. Gebruik de
vervolgkeuzelijsten om het gewenste voorvoegsel en achtervoegsel voor de nieuwe naam op te
geven en klik op OK. De geplakte selectie wordt opgeslagen als een aangepaste kleurgroep of
kleur met de opgegeven naam.
EEN KLEUR ZOEKEN
1 Kies Zoeken in het menu Bewerken.
Het dialoogvenster Zoeken wordt weergegeven.
2 Typ de naam van de kleur die u wilt zoeken en klik op OK.
De kleurenlijst wordt van boven naar beneden doorzocht. De gevonden kleur wordt
gemarkeerd in de kleurenlijst.
3 Als u op basis van dezelfde zoekcriteria nog meer kleuren wilt zoeken, kiest u Opnieuw
zoeken in het menu Bewerken.
SPOT-ON 68
Aangepaste kleuren maken
Spot-On geeft u de beschikking over standaardkleurgroepen in de kleurenlijst. U kunt uw
eigen aangepaste steunkleuren en groepen toevoegen aan de lijst.
EEN NIEUWE KLEUR OF KLEURGROEP TOEVOEGEN
1 Selecteer de plaats in de groep of kleurenlijst waar u de nieuwe kleur of kleurgroep wilt
toevoegen.
2 Kies Nieuwe groep in het menu Bewerken om een nieuwe groep in te voegen, of kies Nieuwe
kleur om een nieuwe kleur in te voegen.
Een nieuwe kleurgroep of kleur wordt weergegeven als Naamloos.
DE NAAM VAN EEN AANGEPASTE KLEUR OF KLEURGROEP WIJZIGEN
1 Selecteer de specifieke kleur of groep waarvan u de naam wilt wijzigen.
2 Dubbelklik op de naam van de kleur of groep.
3 Typ de nieuwe naam exact zoals deze wordt gebruikt in de afdruktaak, dus met precies
hetzelfde hoofdletter- en spatiegebruik.
Deze nieuwe naam wordt aan uw PostScript-taak toegekend door de brontoepassing (zoals
Adobe Illustrator of QuarkXPress).
Als u niet over het brondocument beschikt, gebruikt u de functie Postflight om de lijst te
bekijken met alle namen van de kleuren die in uw taak zijn gebruikt. Alle benoemde kleuren
die in een document zijn gebruikt, worden afgedrukt in een gedetailleerd Postflight-rapport.
Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over het gebruik van Postflight.
OPMERKING: De namen van standaardgroepen of -kleuren (zoals PANTONE) kunt u niet
wijzigen.
SPOT-ON 69
Aangepaste kleurgroepen downloaden
U kunt aangepaste kleurgroepen downloaden van uw computer naar de EX Print Server. Deze
groepen worden als aangepaste groepen toegevoegd aan de kleurenlijst van Spot-On en
kunnen direct worden gebruikt op de EX Print Server.
AANGEPASTE KLEURGROEPEN DOWNLOADEN
1 Selecteer de plaats in de kleurenlijst waar u de gedownloade groep wilt toevoegen.
2 Kies Downloaden in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Bestand selecteren wordt weergegeven.
OPMERKING: Hoewel het mogelijk is dat veel ICC-profielen worden weergegeven, kunt u
alleen een ICC Named Color Profile downloaden.
3 Zoek en selecteer de gewenste kleurgroep en klik op Openen.
De gedownloade groep wordt op de gekozen locatie toegevoegd aan de Spot-On-lijst. Als u
geen locatie hebt opgegeven, wordt de groep boven aan de lijst geplaatst.
Als de groep dezelfde naam heeft als een bestaande groep in de lijst, wordt u gevraagd de naam
van de gedownloade groep te wijzigen.
SPOT-ON 70
Aangepaste kleurgroepen uploaden
U kunt aangepaste kleurgroepen als ICC-bestanden uploaden van de EX Print Server naar uw
computer. U kunt zo een groep delen door een lokale kopie te maken die kan worden
gedownload naar een andere EX Print Server.
Een kleurgroep moet zijn opgeslagen op de EX Print Server voordat u de groep naar uw
computer kunt uploaden. Als u een standaardgroep wilt uploaden, moet u de groep eerst
kopiëren en plakken als een nieuwe aangepaste groep. Vervolgens kunt u deze groep uploaden.
AANGEPASTE KLEURGROEPEN UPLOADEN
1 Selecteer de naam van de kleurgroep die u wilt uploaden.
2 Kies Uploaden in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.
3 Blader naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam in en klik op
Opslaan.
SPOT-ON 71
Kleurwaarden bewerken
Als een steunkleur niet op de gewenste manier wordt afgedrukt, kunt u de kleurwaarden
wijzigen om het gewenste resultaat te verkrijgen. U wijzigt de kleurwaarden door de exacte
CMYK-waarden op te geven in het hoofdvenster van Spot-On, of in het dialoogvenster Kleur
middenvlak instellen, of met de functie Spot-On Kleur zoeken.
Voer de volgende procedures uit om een benoemde kleur te bewerken door de exacte CMYK-
waarden op te geven. Zie pagina 73 voor het zoeken van een kleur met Spot-On Kleur zoeken.
EEN KLEUR BEWERKEN IN HET HOOFDVENSTER VAN SPOT-ON
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op de waarde onder C, M, Y en K en typ een nieuw nummer voor elk kleurkanaal.
De bewerkte kleur verschijnt in de kleurenlijst.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
EEN KLEUR BEWERKEN IN HET DIALOOGVENSTER KLEUR MIDDENVLAK INSTELLEN
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de geselecteerde kleur in het
midden.
3 Klik in het middenvlak.
Het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen wordt weergegeven.
SPOT-ON 72
4 Geef aan of u CMYK-waarden als percentage of apparaatcodes wilt opgeven.
Met de optie Percentages kunt u kleurwaarden invoeren tussen 0 en 100%, in stappen
van 0,5. Waarden buiten dit bereik worden afgerond op het dichtstbijzijnde hele of halve
procent.
Selecteer Apparaatcodes om kleurwaarden in te voeren tussen 0 en 255. Met deze optie
beschikt u over het volledige bereik van kleurwaarden dat daadwerkelijk kan worden
afgedrukt door de EX Print Server. Met deze optie kunt u kleuren dan ook nauwkeuriger
definiëren dan met de optie Percentages.
5 Typ de CMYK-waarden voor de kleur in de vakken C, M, Y en K.
Met Tab kunt u naar het volgende vak gaan. Als u een nieuwe waarde invoert, worden in het
voorbeeldvenster de oude en nieuwe kleuren aangepast.
6 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt in het middenvlak van het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken
weergegeven.
7 Klik op OK.
De bewerkte kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
Voer de volgende procedure uit om een kleur te zoeken via het dialoogvenster Spot-On Kleur
zoeken. Begin met een kleur die sterk lijkt op de gewenste kleur in het dialoogvenster Spot-
On Kleur zoeken, en pas vervolgens de tint, verzadiging en helderheid van de kleur aan totdat
het gewenste resultaat is bereikt.
SPOT-ON 73
EEN KLEUR ZOEKEN MET SPOT-ON KLEUR ZOEKEN
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de huidige kleur in het midden.
3 Als u het middenvlak wilt bijwerken aan de hand van een aangrenzend vlak dat beter
overeenkomt met de gewenste kleur, klikt u op dat vlak.
Aangrenzende vlakken bevatten variaties van het middenvlak en kunnen worden geselecteerd
als deze beter overeenkomen met de gewenste kleur. Als u op een aangrenzend vlak klikt,
wordt de kleur van dit vlak weergegeven in het middenvlak en worden de aangrenzende
vlakken aangepast. Deze vlakken hebben een andere helderheid of verzadiging dan het
middenvlak, afhankelijk van de optie die u in de volgende stap kiest.
OPMERKING: Wanneer u bepaalde kleuren selecteert, kan in de rechterbovenhoek van het
venster een uitroepteken worden weergegeven. Dit pictogram geeft aan dat de
maximumwaarde voor een of meer kleurstoffen is bereikt.
4 Gebruik de volgende technieken om in te stellen hoe aangrenzende kleurvlakken worden
gegenereerd:
Selecteer Licht of Verzadiging in Legenda kleurrichtingen.
Als u Licht kiest, worden aangrenzende vlakken gegenereerd op basis van donkere-naar-
lichtere tinten van de oorspronkelijke kleur. Deze variatie wordt van links naar rechts
weergegeven, met de oorspronkelijke kleur in het midden van de middelste groep.
Als u Verzadiging kiest, worden aangrenzende vlakken gegenereerd op basis van minder-tot-
meer verzadigde variaties van de oorspronkelijke kleur. Deze variatie wordt van links naar
rechts weergegeven, met de oorspronkelijke kleur in het midden van de middelste groep.
SPOT-ON 74
Kies een instelling in het menu Kleurenruimten om het verloop tussen aangrenzende vlakken
te bepalen.
Een hogere waarde betekent dat aangrenzende vlakken meer verschillen van de middelste
kleur. Als u de gewenste kleur bijna hebt samengesteld, is het handig een lagere waarde op
te geven.
Selecteer Monitorcompensatie om te simuleren hoe de kleurvlakken eruit zien wanneer deze
worden afgedrukt in plaats van weergegeven op het scherm.
Deze simulatie is afhankelijk van het monitorprofiel dat voor de weergave is geconfigureerd.
U kunt dit profiel opgeven door Voorkeuren te kiezen in het menu Bewerken van Spot-On.
Zorg dat uw monitor is ingesteld volgens de aanbevelingen van de fabrikant en selecteer
het juiste monitorprofiel voor uw monitor, inclusief de monitor die is aangesloten op
de EX Print Server.
5 Wijzig de kleurvlakken en klik op aangrenzende vlakken tot de gewenste kleur in het
middenvlak wordt weergegeven.
6 Klik vervolgens op Afdrukpatroon.
OPMERKING: Het is zeer moeilijk om steunkleuren accuraat op een monitor aan te passen.
Maak altijd een testafdruk om de juiste kleuraanpassing in te stellen.
7 Kies de gepaste instellingen in de menu’s Uitvoerstijl, Papierformaat en Papierlade.
Bij Uitvoerstijl kunt u kiezen tussen Zoekpatroon kleur en Patroon aangrenzende kleur. Met
de eerste optie worden vlakken afgedrukt die het patroon hebben dat wordt weergegeven in
het dialoogvenster Kleur zoeken. Met Patroon aangrenzende kleur worden vlakken afgedrukt
in een matrix van drie kolommen en acht rijen.
Kies bij Papierformaat het papierformaat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken van de
vlakken.
Bij Papierlade selecteert u de invoerlade voor het papier dat u wilt gebruiken.
SPOT-ON 75
8 Klik op OK om de vlakken af te drukken.
De testpagina met afdrukpatronen bevat de volgende gegevens:
CMYK-waarde van de kleur in het middenvlak
•Kleurenruimte
Licht of Verzadiging van geselecteerde aangrenzende vlakken
Geselecteerde uitvoerprofiel
Het doel van de functie Spot-On Kleur zoeken is de kleurwaarden te bepalen waarbij een
afgedrukt kleurvlak overeenkomt met de gewenste kleur en niet met de schermsimulatie
van de kleur. Het afdrukken van een afdrukpatroon van de aangrenzende kleurvlakken maakt
het mogelijk de afgedrukte vlakken te vergelijken met de gewenste kleur. Als u de afgedrukte
vlakken hebt bekeken en het vlak hebt gevonden dat het meest overeenkomt met de gewenste
kleur, kunt u het bijbehorende vlak op het scherm kiezen.
9 Selecteer de gewenste doelkleur in het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken en klik op OK.
De bewerkte kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
SPOT-ON 76
Doelkleuren instellen met behulp van een meetinstrument
Als u beschikt over de Spectrofotometer ES-1000, kunt u kleurmeetwaarden rechtstreeks in
Spot-On importeren. Op deze manier kunt u kleuren afstemmen op basis van de werkelijke
kleuren van objecten, zoals het rood van een gedrukt logo of het geel van een envelop.
KLEURMETINGEN IMPORTEREN IN SPOT-ON
1 De ES-1000 installeren en instellen voor gebruik met uw computer.
In de documentatie bij het instrument vindt u instructies voor het installeren en instellen.
2 Kies Starten in het menu Instrument van het hoofdvenster van Spot-On.
Het dialoogvenster Instrument kiezen wordt weergegeven.
3 Kies bij Instrument het instrument waarmee u metingen wilt uitvoeren. Kies bij Poort
de seriële poort van het instrument. Klik op OK.
4 Plaats de ES-1000 over de gewenste kleur. Zorg ervoor dat de meetopening zich recht boven
de kleur bevindt. Druk op de meetknop om de meting uit te voeren.
De gemeten CMYK-waarden worden als volgt geïmporteerd in Spot-On:
Als een specifieke kleur is geselecteerd in de kleurenlijst, wordt deze aangepast aan de
gemeten kleur.
Als een groep is geselecteerd in de kleurenlijst, wordt in de groep een nieuwe kleur met de
meetwaarden gemaakt.
Als het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken is geopend, wordt het middenvlak
bijgewerkt met de meetwaarden en worden de aangrenzende vlakken eveneens aangepast.
Als het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen is geopend, worden de meetwaarden
geïmporteerd in de CMYK-invoervelden.
5 Wanneer u klaar bent met het uitvoeren van kleurmetingen, kiest u Stoppen in het
menu Instrument.
De verbinding met het instrument wordt verbroken.
SPOT-ON 77
De fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen
U kunt de fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen. Selecteer alle kleuren in een
standaardkleurgroep, of een of meer specifieke kleuren in een standaardkleurgroep om alleen
de fabrieksinstellingen voor deze kleuren te herstellen.
DE FABRIEKSINSTELLINGEN VOOR ALLE KLEUREN IN EEN STANDAARDKLEURGROEP HERSTELLEN
1 Klik op het pictogram links van de naam van de groep waarvoor u de fabrieksinstellingen
wilt herstellen.
2 Kies de optie Groep herstellen in het menu Bestand.
Een waarschuwing wordt weergegeven.
3 Klik op OK.
DE FABRIEKSINSTELLINGEN VOOR SPECIFIEKE KLEUREN IN EEN STANDAARDKLEURGROEP HERSTELLEN
1 Klik op het pictogram links van de naam van de groep met de kleuren waarvoor u de
fabrieksinstellingen wilt herstellen.
2 Selecteer de kleuren waarvoor u de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
U kunt meerdere opeenvolgende kleuren selecteren door de eerste kleur te selecteren en
vervolgens Shift-toets ingedrukt te houden en op de laatste kleur te klikken. Wanneer u de
Ctrl-toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeenvolgende kleuren om die
te selecteren.
3 Kies de optie Herstel fabriekskleur in het menu Bestand.
Een waarschuwing wordt weergegeven.
4 Klik op OK.
SPOT-ON 78
Wijzigingen opslaan en Spot-On afsluiten
Als u de steunkleuraanpassingen geschikt wilt maken voor gebruik op de EX Print Server,
moet u de wijzigingen opslaan voordat u Spot-On afsluit. U weet dan zeker dat alle
wijzigingen in de kleurdefinities van Spot-On worden opgeslagen op de EX Print Server en
beschikbaar zijn voor gebruik wanneer u documenten met steunkleuren gaat afdrukken.
De volgende wijzigingen hoeven niet te worden opgeslagen om te kunnen worden gebruikt:
Het prioriteitsniveau van een kleurgroep aanpassen
Een kleurgroep downloaden
Een kleurgroep wissen of verwijderen
DE KLEURENLIJST IN SPOT-ON OPSLAAN
1 Kies Opslaan in het menu Bestand.
2 Klik op Sluiten in de rechterbovenhoek van het hoofdvenster van Spot-On om het
hulpprogramma af te sluiten.
Spot-On met vervangkleuren
De workflow voor vervangkleuren houdt in dat de vervangkleurwaarden moeten worden
gedefinieerd met Spot-On en vervolgens een document moet worden afgedrukt met de
afdrukoptie Kleurvervanging ingeschakeld vanuit het printerstuurprogramma. U kunt ook de
instelling van de afdrukoptie vervangen met Command WorkStation.
OPMERKING: Kleurvervangingen hebben alleen invloed op teksten, vectorafbeeldingen en
lijntekeningen. Ze hebben geen invloed op rasterafbeeldingen.
OPMERKING: Wanneer een kleur als vervangkleur is gedefinieerd, hebben de instellingen voor
een RGB-kleur (zoals RGB-bron, Weergavestijl en RGB-scheiding) of een CMYK-kleur (zoals
CMYK-simulatieprofiel en CMYK-simulatiemethode) geen invloed. De kleur wordt
geconverteerd met een vergelijkbaar proces als een steunkleur.
OPMERKING: U kunt Kleurvervanging en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken.
Deze afdrukopties worden beperkt door het printerstuurprogramma.
SPOT-ON 79
Een kleur maken voor vervanging
Gebruik de volgende procedure om een nieuwe vervangkleur toe te voegen aan een
vervanggroep en de waardenaam op te geven voor een te vervangen kleur.
OPMERKING: Een nieuwe vervangkleur kan alleen worden toegevoegd aan een vervanggroep.
EEN NIEUWE VERVANGKLEUR TOEVOEGEN EN DE WAARDENAAM VOOR VERVANGING OPGEVEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
Start ColorWise Pro Tools vanuit een autonome toepassing of Command WorkStation op uw
computer of op de monitor die is aangesloten op de EX Print Server.
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
3 Selecteer een uitvoerprofiel en klik op OK.
Het hoofdvenster van Spot-On wordt geopend.
4 Selecteer de locatie in de groepslijst, waar u de vervangkleur wilt plaatsen.
5 Kies Nieuwe vervanggroep in het menu Bewerken.
Er verschijnt nu een nieuwe invoerregel voor vervanggroep, genaamd Geen titel.
6 Dubbelklik op Naamloos en typ een nieuwe naam.
7 Selecteer de vervanggroep en kies Nieuwe vervangkleur in het menu Bewerken.
OPMERKING: Als de vervanggroep reeds vervangkleuren bevat, selecteer dan de kleur boven
de locatie waar u de nieuwe vervangkleur wilt toevoegen.
Het dialoogvenster Vervangkleur toevoegen wordt weergegeven.
8 Selecteer een kleurmodus voor de vervangkleur.
SPOT-ON 80
9 Selecteer de mate van tolerantie (Tolerance) voor de vervangkleur.
Zie pagina 85 voor meer informatie over tolerantie.
10 Voer de waarden in voor de kleur die u wilt vervangen.
11 Klik op OK.
De vervangkleur wordt op de opgegeven locatie weergegeven.
De kleurwaarden voor een vervangkleur definiëren
Na het opgeven van de oorspronkelijke kleur die u wilt vervangen, definieert u
de CMYK-waarden voor de vervangkleur door de exacte CMYK-waarden in te voeren in het
hoofdvenster van Spot-On of in het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen, of door de
functie Spot-On Kleur zoeken te gebruiken.
Zie de volgende secties voor instructies voor het vervangen van een kleur door het invoeren
van de exacte CMYK-waarden. Voor het definiëren van een vervangkleur in het
dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken,
zie pagina 82.
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN IN HET HOOFDVENSTER VAN SPOT-ON
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de EX Print Server.
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
3 Selecteer een uitvoerprofiel en klik op OK.
Het hoofdvenster van Spot-On wordt weergegeven.
4 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
5 Dubbelklik op de waarde onder C, M, Y en K en typ een nieuw nummer voor elk kleurkanaal.
De nieuwe waarden voor de vervangkleur worden in de kleurenlijst weergegeven.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
1 Uitvoerprofiel
1
SPOT-ON 81
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN IN KLEUR MIDDENVLAK INSTELLEN
1 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de geselecteerde kleur in het
middenvlak.
3 Klik in het middenvlak.
Het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen wordt weergegeven.
4 Typ waarden voor elk kleurkanaal C, M, Y en K.
Zie pagina 71 voor informatie over het gebruik van Kleur middenvlak instellen.
5 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt in het middenvlak van het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken
weergegeven.
6 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
1 Middenvlak
1
SPOT-ON 82
Volg de onderstaande procedure om een vervangkleur te zoeken met het dialoogvenster Spot-
On Kleur zoeken.
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN MET Spot-On KLEUR ZOEKEN
1 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken wordt weergegeven met de huidige kleur in het
middenvlak.
3 Klik op de aangrenzende vlakken tot u de kleur vindt die u als vervangkleur wilt gebruiken.
Zie pagina 73 voor meer informatie over Spot-On Kleur zoeken.
4 Klik op OK.
De nieuwe vervangkleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van
Spot-On.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
Een taak afdrukken met een vervangkleur
Na het definiëren van CMYK-waarden voor vervanging in Spot-On, kunt u vanuit het
printerstuurprogramma een document afdrukken met de vervangkleur en in het
printerstuurprogramma opgeven dat de vervangkleur moet worden gebruikt. U kunt deze
afdrukoptie ook voor een bestaande afdruktaak opgeven, door de taakeigenschappen in
Command WorkStation te vervangen.
OPMERKING: Wanneer u de taak afdrukt, selecteert u in het printerstuurprogramma een
uitvoerprofiel dat overeenkomt met het uitvoerprofiel dat u in Spot-On geselecteerd hebt om
de kleurvervanging te definiëren. Als u dat niet doet, hebben kleuraanpassingen op basis van
Spot-On geen uitwerking.
1 Aangrenzend vlak
1
SPOT-ON 83
OPMERKING: De procedures voor het afdrukken van een taak zijn vrijwel identiek voor
Windows-computers en Mac OS-computers. De volgende procedure toont de Mac OS-versie.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET EEN VERVANGKLEUR
1 Open een document in uw toepassing.
2 Kies de optie Afdrukken.
3 Klik op Aantal en pagina’s en kies Fiery-functies in het menu.
4 Klik op Volledige eigenschappen en klik vervolgens op het pictogram Kleur.
Het deelvenster Kleur wordt weergegeven.
5 Selecteer Aangepaste kleuren.
6 Klik op OK.
De taak wordt afgedrukt met de vervangkleur die u hebt gedefinieerd in Spot-On.
SPOT-ON 84
Dialoogvenster Vervangkleur
U kunt de kleurmodus en het tolerantiebereik voor een vervangkleur definiëren in het
dialoogvenster Vervangkleur toevoegen of Vervangkleur hernoemen.
OPMERKING: Het dialoogvenster Vervangkleur toevoegen wordt weergegeven wanneer u
Nieuwe > Vervangkleur bewerken kiest na het selecteren van een vervangkleurgroep in de
lijst. Het dialoogvenster Vervangkleur hernoemen wordt weergegeven wanneer u dubbelklikt
op het gedeelte tussen haakjes van een vervangkleur.
OPMERKING: De dialoogvensters Vervangkleur toevoegen en Vervangkleur hernoemen bieden
dezelfde beheermogelijkheden voor het definiëren van een vervangkleur.
Vervangkleur: selecteer de volgende kleurmodi voor een vervangkleur:
CMYK (0-100%)
RGB (Apparaatcode 0-255)
RGB (0-100%)
Tolerance: selecteer de volgende tolerantiebereiken voor een vervangkleur:
Klein (aangegeven in kleine letters)
Groot (aangegeven in hoofdletters)
Om fouten bij het invoeren te vermijden, geven de dialoogvensters Vervangkleur toevoegen
en Vervangkleur bewerken de waarden in de volgende vooraf gedefinieerde formaten weer. De
dialoogvensters geven ook kleine letters of hoofdletters weer en een “%”-teken, afhankelijk
van de selecties.
CMYK-modus (0-100%)
Klein: <“0”%c, “0”%m, “0”%y, “0”%k>
Groot: <“0”%C, “0”%M, “0”%Y, “0”%K>
RGB-modus (Apparaatcode 0-255)
Klein: <“0”r, “0”g, “0”b>
Groot: <“0”R, “0”G, “0”B>
SPOT-ON 85
RGB-modus (0-100%)
Klein: <“0”%r, “0”%g, “0”%b>
Groot: <“0”%R, “0”%G, “0”%B>
Principes voor vervangkleuren
Houd rekening met de volgende principes bij het instellen van de waarden voor
vervangkleuren.
Tolerantiebereik
De nauwkeurigheid van de vervangkleur wordt beïnvloed door tal van factoren, zoals
toepassingen, besturingssystemen, printerstuurprogrammas en distilleerprocessen. Ter
aanpassing van “fouten” die optreden wegens de afrondingsregels tussen de waarden die door
de gebruiker worden opgegeven en de waarden die de EX Print Server ontvangt, kunnen de
tolerantiebereiken voor kleurvervanging op groot of klein worden ingesteld.
De volgende tabel geeft voor elke kleurmodus grote en kleine tolerantiebereiken bij het
vervangen van kleuren.
OPMERKING: De waarden voor tolerantiebereiken zijn benaderend.
CMYK (0-100%)
Klein: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0.25% van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
Groot: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0,5% van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
RGB (Apparaatcode 0-255)
Klein: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0,25 van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
Groot: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 1 van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
RGB (0-100%)
Klein: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0,25% van de kleurwaarde bevindt na schaling.
Groot: een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0,5% van de kleurwaarde bevindt na schaling.
Kleurmodus Klein tolerantiebereik Groot tolerantiebereik
CMYK (0-100%) +/- 0.25% +/- 0.5%
RGB (Apparaatcode 0-255) +/- 0.25 +/- 1
RGB (0-100%) +/- 0.25% +/- 0.5%
SPOT-ON 86
Kleurvervanging
Een kleurvervanging vindt plaats wanneer een vervangkleur wordt gedefinieerd met een
andere set CMYK-waarden voor dezelfde waardenaam als de oorspronkelijke kleur.
De volgende kleurvoorbeelden tonen aan hoe een vervanging werkt.
Oorspronkelijke kleur: <100, 0, 0, 0> voor de CMYK-waarden (cyaan)
Vervangkleur 1: <0, 100, 100, 0> (rood)
Vervangkleur 2: <100, 0, 100, 0> (groen)
OPMERKING: In de voorbeelden worden de uiterste waarden en de termen “rood” en “groen
enkel gebruikt ter illustratie. In de praktijk wordt voor extreme kleurverschuivingen geen
kleurvervanging gebruikt.
De onderstaande tabel illustreert kleurvervanging met verschillende sets van CMYK-waarden
die aan dezelfde oorspronkelijke kleur zijn toegekend.
Prioriteitsschema
Als twee vervangkleuren worden gedefinieerd met dezelfde waardenamen, maar met
verschillende sets CMYK-waarden en verschillende tolerantiebereiken, neemt Spot-On de
kleurvolgorde in de groep als vervangprioriteit.
Spot-On-proceskleurvervanging is gebaseerd op de volgorde van de kleur in de groep. De
ingevoerde kleuren bovenaan de lijst hebben voorrang op de kleuren onderaan de lijst.
Spot-On scant de lijst van boven naar onder en verwerkt de vervanging in rechtlijnige
volgorde. Na het herkarteren van een kleur, wordt deze kleur niet vervangen door een
daaropvolgende vervangingsverzoek.
De volgende kleurvoorbeelden tonen aan hoe het prioriteitsschema werkt.
Oorspronkelijke kleur: <100, 0, 0, 0> voor de CMYK-waarden (cyaan)
Vervangkleur 3: <0, 100, 100, 0> (rood) met een kleine tolerantie
Vervangkleur 4: <100, 0, 100, 0> (groen) met een grote tolerantie
OPMERKING: In de voorbeelden worden de uiterste waarden en de termen “rood” en “groen
enkel gebruikt ter illustratie.
Vervangings- waardenaam CMYK-waarden Voor vervanging Na vervanging
Oorspronkelijke kleur <100, 0, 0, 0>
Vervangkleur 1 <100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k> <0, 100, 100, 0> cyaan rood
Vervangkleur 2 <100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k> <100, 0, 100, 0> cyaan groen
SPOT-ON 87
Volgorde van de kleuren
Geval 1: Vervangkleur 3 (rood) staat hoger in de lijst dan Vervangkleur 4 (groen).
Geval 2: Vervangkleur 4 (groen) staat hoger in de lijst dan Vervangkleur 3 (rood).
De onderstaande tabel toont het prioriteitsschema wanneer dezelfde waardenamen zijn
toegekend aan de oorspronkelijke kleur met verschillende sets CMYK-waarden en
verschillende tolerantiebereiken.
Vervangkleur 3 en Vervangkleur 4 hebben dezelfde waardenamen, maar naargelang van hun
positie in de lijst produceert Spot-On verschillende resultaten.
In Geval 1 krijgt Vervangkleur 3, rood, een hogere prioriteit omdat deze hoger staat in de
lijst. Overal binnen het tolerantiebereik Klein waar de oorspronkelijke kleur, cyaan,
voorkomt, wordt deze door rood vervangen. Cyaan dat binnen het tolerantiebereik Groot
valt maar niet binnen het tolerantiebereik Klein, wordt vervangen door Vervangkleur 4,
groen.
In Geval 2 krijgt Vervangkleur 4, groen, een hogere prioriteit omdat deze hoger staat in de
lijst. Vervangkleur 3, rood, kan alleen de oorspronkelijke kleur, cyaan, vervangen binnen
het tolerantiebereik Klein, waar cyaan echter al door groen vervangen is. Er vindt dus geen
vervanging door rood plaats.
Een vervangkleurgroep uploaden en downloaden
Net als benoemde kleurgroepen kunt u een vervangkleurgroep uploaden of downloaden
als ICC-profiel. De vervangkleurdefinities worden opgeslagen met private tags als onderdeel
van een ICC-profiel, zodat u de definities van de Vervangkleurgroep kunt exporteren tussen
meerdere afdrukservers. De EX Print Server herkent de definities van de Vervangkleurgroep
echter alleen als Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition is ingeschakeld.
Kleur
volgorde
Vervangings- waardenaam CMYK-waarden Voor vervanging Na vervanging
Oorspronkelijke kleur <100, 0, 0, 0>
Geval 1 Vervangkleur 3
Vervangkleur 4
<100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k>
<100,0C, 0,0M, 0,0Y, 0,0K>
<0, 100, 100, 0>
<100, 0, 100, 0>
cyaan rood
(zie hieronder)
Geval 2 Vervangkleur 4
Vervangkleur 3
<100,0C, 0,0M, 0,0Y, 0,0K>
<100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k>
<100, 0, 100, 0>
<0, 100, 100, 0>
cyaan groen
(zie hieronder)
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 88
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE
Het ColorWise-kleurbeheersysteem levert afdrukopties die de uitvoer van objecten in
verscheidene kleurenruimten beïnvloeden. Door voor elke afdrukoptie de juiste instelling te
kiezen, kunt u het verwachte resultaat voor uw taken krijgen.
Over dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het ColorWise-beheersysteem dat de kleur op de
EX Print Server controleert (zie pagina 89) en geeft gedetailleerde uitleg bij elke afdrukoptie.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van elke afdrukoptie.
In dit hoofdstuk vindt u ook informatie over PostScript-printerstuurprogrammas en
instructies om de ColorWise-afdrukopties in te stellen voor Windows- en Mac OS-
computers. Zie pagina 106 voor informatie over printerstuurprogrammas.
OPMERKING: Vele van de kleurbeheerfuncties die in deze handleiding worden beschreven zijn
alleen beschikbaar in het PostScript-stuurprogramma en niet in het PCL-stuurprogramma.
ColorWise-afdrukoptie Raadpleeg
Automatisch overvullen pagina 90
CMYK-simulatiemethode pagina 95
CMYK-simulatieprofiel pagina 94
Grijswaarden alleen met zwart afdrukken pagina 98
Kleurvervanging pagina 104
PDF/X-uitvoerintentie gebruiken pagina 104
RGB-bronprofiel pagina 101
RGB-scheiding pagina 101
Samengestelde overdruk pagina 97
Scheidingen combineren pagina 96
Steunkleuraanpassing pagina 103
Tekst/lijntekeningen zwart pagina 92
Uitvoerprofiel pagina 98
Weergavestijl pagina 99
Zwartdetectie pagina 91
Zwarte overdruk pagina 91
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 89
Kleurbeheer op de EX Print Server
U kunt op de volgende manieren het afdrukken op de EX Print Server aanpassen:
Bepaal ColorWise-opties voor een afzonderlijke afdruktaak via de menus van het
printerstuurprogramma.
Geef de meeste opties van ColorWise op als standaardinstellingen van de server via Color
Setup in ColorWise Pro Tools (zie pagina 33). U kunt standaardinstellingen ook opgeven
via Instelling in EX Print Server, zoals beschreven in de Configuratie en instellingen. De
standaardinstellingen worden gebruikt voor alle volgende afdruktaken, tenzij u deze voor
een bepaalde taak vervangt.
Bepaal in ColorWise Pro Tools de opties voor ColorWise, in het bijzonder de instellingen
voor ICC-profiel en de kalibratieopties. Voorbeelden hiervan zijn het
standaardsimulatieprofiel (zie pagina 94), de simulatiemethode (zie pagina 95), het
standaardbronprofiel (zie pagina 101), RGB-scheiding (zie pagina 101) en de
bijbehorende kalibratieset (zie pagina 37).
Toepassingen geven u de mogelijkheid om in veel verschillende kleurenruimten kleurgegevens
te genereren voor de EX Print Server. RGB is het meest voorkomende type van kleurgegevens
dat wordt geproduceerd vanuit kantoortoepassingen, terwijl prepresstoepassingen meestal
CMYK-gegevens produceren. Bureaubladtoepassingen kunnen ook steunkleuren, zoals
PANTONE-kleuren genereren. Daarnaast kan één pagina ook nog een combinatie
van RGB-, CMYK- en steunkleuren bevatten. Met de EX Print Server kunt u het afdrukken
van deze documenten met gemengde kleuren beheren via functies die specifiek gelden
voor RGB-, CMYK-, of steunkleurgegevens.
In het volgende diagram ziet u de afdrukopties in het EX Print Server-kleurbeheerproces die
van invloed zijn op de conversie van kleurgegevens. U krijgt toegang tot deze afdrukopties
wanneer u een afdruktaak naar de EX Print Server verzendt. De meeste van deze opties en
instellingen worden beschreven in de volgende secties van dit hoofdstuk.
RGB-bronprofiel
Gamma
Fosforkleuren
Witte punt
Grijswaarden alleen met
zwart afdrukken (RGB)
Weergavestijl (CRD)
Helderheid
Tekst/lijntekeningen zwart
RGB-scheiding
Kleurgegevens
verzonden naar
de digitale pers
EX Print Server
-kleurenproces
RGB-gegevens
CMYK-gegevens
Steunkleurgegevens Steunkleuraanpassing
CMYK-simulatieprofiel
CMYK-simulatiemethode
Grijswaarden alleen met
zwart afdrukken (CMYK)
Helderheid
Tekst/lijntekeningen zwart
Scheidingen combineren
Uitvoerprofiel
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 90
RGB-bronprofiel is de enige kleuroptie die strikt van toepassing is op RGB-kleurgegevens. De
andere opties die van invloed zijn op RGB-kleuren, zijn ook van invloed op de minder vaak
gebruikte Lab-, XYZ- en andere gekalibreerde kleurenruimten.
OPMERKING: Met PostScript 3 kan een PostScript-taak gekalibreerde CMYK- (of
CIEBasedDEFG) gegevens bevatten. De afdrukoptie Weergavestijl, die normaal alleen RGB-
gegevens beïnvloedt, beïnvloedt ook gekalibreerde CMYK-gegevens. De instelling RGB-
bronprofiel heeft geen invloed op gekalibreerde CMYK-gegevens.
Afdrukopties van ColorWise
De volgende gedeelten geven gedetailleerde uitleg over de afdrukopties van ColorWise en hoe
deze de afdruktaken beïnvloeden.
OPMERKING: Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie over de volgende
afdrukopties.
Halftoonsimulatie
Papiersimulatie
Toewijzing tweekleurendruk
Automatisch overvullen
Overvullen is een techniek waarbij de grootte van objecten wordt gewijzigd, zodat
aangrenzende kleuren elkaar lichtjes overlappen, om witte randen tussen twee kleuren te
vermijden Deze witte ruimten of “kralen” kunnen het gevolg zijn van factoren zoals
registerfouten, de fysieke eigenschappen van de toner en de stijfheid van de media. De
illustratie toont dezelfde afbeelding met en zonder overvullen.
Wanneer u de optie Automatisch overvullen selecteert, wordt overvullen toegepast op alle
objecten in een taak.
De EX Print Server wordt geleverd met waarden voor overvullen die geoptimaliseerd zijn voor
een Fiery-afdrukapparaat dat normaal papier gebruikt. Als deze waarden niet het gewenste
resultaat opleveren voor de media die u gebruikt en als Fiery Graphic Arts Package, Premium
Edition op de EX Print Server is geconfigureerd, kunt u de waarden aan uw vereisten
aanpassen. Raadpleeg Graphic Arts Package voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 91
Zwartdetectie
Met de optie Zwartdetectie kunt u bepalen of zwart-witpaginas wel of niet worden
gedetecteerd voor uw taak wordt afgedrukt. Om deze optie te gebruiken, stelt u Kleurmodus
in op Standaardkleuren of Aangepaste kleuren.
Uit: Selecteer Uit als de taak bestaat uit tekstpaginas waarin alleen zwart wordt gebruikt en
tevens een aanzienlijk aantal tekstpaginas in kleur.
Aan: Selecteer Aan als u een taak afdrukt die voornamelijk zwart-wit is. Paginas in alleen
zwart-wit zullen met de juiste factuurinformatie afgedrukt worden.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
Zwarte overdruk
Met de optie Zwarte overdruk kunt u opgeven of zwarte tekst of zwarte tekst en
lijntekeningen, gedefinieerd als RGB=0, 0, 0, of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%, over gekleurde
achtergronden wordt gedrukt.
Tekst: zwarte tekst wordt over gekleurde achtergronden gedrukt. Hierdoor worden witte
gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit register raken. U kunt deze
instelling alleen kiezen als de optie Tekst/lijntekeningen zwart is ingesteld op Zuiver zwart
aan.
Tekst en lijntekeningen: zwarte tekst wordt over gekleurde achtergronden gedrukt.
Hierdoor worden witte gaten en kraalranden voorkomen en kunnen kleuren niet uit
register raken. U kunt deze instelling alleen kiezen als de optie Tekst/lijntekeningen zwart
is ingesteld op Zuiver zwart aan.
Uit: gekleurde achtergronden worden weggelaten voor zwarte tekst of tekst en grafische
objecten.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen een eigen conversie voor zwart
overdrukken uitvoeren voordat de afdruktaak naar de digitale pers wordt verzonden.
Een voorbeeld van hoe u deze instelling kunt gebruiken, is een pagina die zwarte tekst bevat
op een lichtblauwe achtergrond. Het blauw van de achtergrond is CMYK=40%, 30%, 0%,
0%. De zwarte tekst is CMYK=0%, 0%, 0%, 100%.
Als Zwarte overdruk ingesteld is op Tekst of Tekst/lijntekeningen, worden de definitieve
tekstgedeelten of tekst en grafische objecten van de pagina overdrukt, of gecombineerd
met de onderliggende kleuren. Zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegeneerd
(bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 of CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) worden met de zwarte toner
afgedrukt. Dit betekent dat in de zwarte tekst en lijntekeningen geen rasterartefacten
(ongewenste rastereffecten) worden weergegeven (tenminste wanneer de digitale pers
correct gekalibreerd is). Er is geen overgang in cyaan en magenta toner. De kwaliteit van de
uitvoer is beter, aangezien aan de randen van de RGB-kleurenruimte (RGB=0,0,0) geen
artefacten verschijnen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 92
Als Zwarte overdruk is uitgeschakeld, bevindt de grens van de tekst of de tekst en de
grafische objecten zich op een rand die aan de ene kant cyaan en magenta toner heeft
(buiten de tekst) en aan de andere kant zwarte toner (binnen de tekst). Deze overgang kan
zichtbare ongewenste effecten (artefacten) veroorzaken vanwege de praktische beperkingen
van de digitale pers.
OPMERKING: Als u de optie Zwarte overdruk instelt op Tekst/lijntekeningen, kunnen zwarte
tekst of afbeeldingen over gekleurde achtergronden worden gedrukt (zie “CMYK-
simulatiemethode op pagina 95).
OPMERKING: De reproductie van CMYK-componenten wordt beïnvloed door de instelling
voor CMYK-simulatie en door de kalibratiecurve wanneer CMYK niet 0%, 0%, 0% is.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
Tekst/lijntekeningen zwart
De optie Tekst/lijntekeningen zwart is van invloed op de afdruk van zwarte tekst en
vectorafbeeldingen op een pagina. In de meeste gevallen is het raadzaam deze optie op Zuiver
zwart aan in te stellen. Wanneer Tekst/lijntekeningen zwart op Zuiver zwart aan is ingesteld,
worden zwarte kleuren die door toepassingen zijn gegenereerd (bijvoorbeeld RGB=0, 0, 0 of
CMYK=0%, 0%, 0%, 100%) met uitsluitend zwarte toner afgedrukt. De zwarte tekst en
lijntekeningen geven geen gerasterde artefacten (ongewenste effecten) weer (indien de digitale
pers juist is gekalibreerd) en vallen niet uit het register, aangezien er slechts één toner wordt
gebruikt. Daarnaast wordt met deze instelling blasting geëlimineerd. Deze optie moet
ingesteld zijn op Zuiver zwart aan als u de optie Zwarte overdruk wilt instellen op Tekst of
Tekst/lijntekeningen.
Voor sommige taken verdient het de voorkeur deze in te stellen op Normaal, bijvoorbeeld als
de pagina verloopopvullingen bevat waarin zwart wordt gebruikt. In de onderstaande tabel
wordt de werking van de optie Tekst/lijntekeningen zwart beschreven bij gebruik met zwarte
gegevens die in verschillende kleurenruimten zijn gedefinieerd.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 93
OPMERKING: Gebruik de optie Tekst/lijntekeningen zwart alleen voor het maken van
composietafdrukken, niet om scheidingen af te drukken.
OPMERKING: Het is mogelijk dat PostScript-toepassingen, bijvoorbeeld QuarkXPress,
elementen die zijn gedefinieerd als RGB=0, 0, 0 converteren naar CMYK-zwart in vier
kleuren voordat de taak naar de EX Print Server wordt verstuurd. De optie Tekst/
lijntekeningen zwart heeft geen invloed op deze elementen. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie
voor meer informatie. Daarnaast worden zwarte tekst en lijntekeningen die in
kantoortoepassingen (zoals Microsoft Word) zijn gedefinieerd als RGB=0, 0, 0 door het
Microsoft PostScript Level 3-stuurprogramma voor Windows 2000/XP/Server 2003
geconverteerd naar zwart in één kleur (CMYK=0%, 0%, 0%, 100%). Als u dit zwart met één
kleur wilt afdrukken met de maximale tonerdensiteit van de digitale pers, stelt u de optie
Tekst/lijntekeningen zwart in op Zuiver zwart aan.
Kleur Tekst/lijntekeningen zwart = Normaal Tekst/lijntekeningen zwart = Zuiver zwart
aan of CMYK-zwart aan
RGB=0, 0, 0
(alle andere RGB-waarden
worden niet beïnvloed door de
instelling Tekst/lijntekeningen
zwart)
RGB=0,0,0 wordt afgedrukt volgens de definitie
van RGB=0, 0, 0 in het uitvoerprofiel. Dit kan
rijk zwart zijn met gebruik van elke toner, als het
uitvoerprofiel rijk zwart bepaalt, of het kan
alleen K zijn als het uitvoerprofiel eenkleurig
zwart bepaalt voor RGB=0, 0, 0. De uitvoer
wordt beïnvloed door de kalibratiecurve.
RGB=0,0,0 wordt afgedrukt als alleen K, met de
zwarte toner (Zuiver zwart aan) of 100% K plus
50% Cyaan (CMYK-zwart aan) met zwarte en
cyaan toner. Alle andere RGB-waarden worden
niet beïnvloed door de instelling Tekst/
lijntekeningen zwart.
CMYK=0%, 0%, 0%, 100%
(alle andere CMYK-waarden
worden niet beïnvloed door de
instelling Tekst/lijntekeningen
zwart)
Voor RGB-gegevens kan CMYK=0%, 0%, 0%,
100% worden afgedrukt als alleen K of als rijk
zwart met gebruik van alle toners, afhankelijk
van de instellingen van het CMYK-
simulatieprofiel.
Als het CMYK-simulatieprofiel is ingesteld op
een specifiek profiel, wordt CMYK=0%, 0%,
0%, 100% afgedrukt als alleen K en wordt de
hoeveelheid zwarte toner beperkt door het
simulatieprofiel en de kalibratiecurve.
Als CMYK-simulatie ingesteld is op ColorWise
Uit, zijn het simulatieprofiel en de
kalibratiecurve uitgeschakeld In dit geval wordt
de zwarte toner niet beperkt door de
kalibratiecurve.
CMYK=0%,0%,0%,100% wordt afgedrukt als
alleen K, met de zwarte toner (Zuiver zwart aan)
of 100 K plus 50% Cyaan (CMYK-zwart aan)
met zwarte en cyaan toner, ongeacht de
instellingen voor CMYK-simulatieprofiel en
CMYK-simulatiemethode. Alle andere CMYK-
waarden worden niet beïnvloed door de
instelling Tekst/lijntekeningen zwart.
Als CMYK-simulatie ingesteld is op ColorWise
Uit, zijn het simulatieprofiel en de
kalibratiecurve uitgeschakeld In dit geval wordt
de zwarte toner niet beperkt door de
kalibratiecurve.
Steunkleuren
(niet beïnvloed door de
instelling Tekst/lijntekeningen
zwart)
Standaardverwerking van steunkleuren Standaardverwerking van steunkleuren
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 94
CMYK-simulatieprofiel
Met de afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel kunt u drukproeven of simulaties afdrukken.
Met deze instelling geeft u de specificatie op van de offsetpers of een ander
kleurenafdrukapparaat dat u wilt simuleren. Deze optie is alleen van invloed op CMYK-
gegevens.
OPMERKING: Als een document een ingebouwd CMYK-profiel bevat, wordt een ingebouwd
profiel toegepast op de CMYK-gegevens en wordt het CMYK-simulatieprofiel genegeerd.
Met Windows-printerstuurprogrammas kunt u een onbeperkt aantal aangepaste volledige
simulaties weergeven met behulp van ColorWise Pro Tools. Op Mac OS-computers kunt u
maximaal 10 volledig aangepaste simulaties weergeven. Het aantal aangepaste simulaties
hangt af van de schijfruimte op de EX Print Server.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt om af te drukken en
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld, worden de namen van alle gedownloade of
aangepaste profielen weergegeven in de vervolgkeuzelijst CMYK-simulatieprofiel. Als
tweerichtingscommunicatie niet is ingeschakeld, worden gedownloade of aangepaste profielen
weergegeven als Simulatie-1 tot Simulatie-10. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken
uit Mac OS voor meer informatie over tweerichtingscommunicatie.
Met de instelling Geen worden de oorspronkelijke CMYK-gegevens in gekalibreerde toestand
naar de digitale pers verstuurd, zonder conversies om een andere printer te simuleren. De
instelling ColorWise uit stuurt de oorspronkelijke CMYK-gegevens zonder kalibratie naar de
digitale pers, zonder conversies om een andere printer te simuleren. Doorgaans wordt deze
instelling niet aanbevolen, tenzij u de ColorWise-conversie wilt overslaan en een ander
kleurbeheersysteem wilt gebruiken.
De instelling die u opgeeft voor het CMYK-simulatieprofiel hangt af van de persspecificatie
waarvoor de CMYK-gegevens zijn gescheiden.
Voor afbeeldingen die zijn gescheiden met een aangepaste scheiding (zoals een scheiding
die is geproduceerd met een ICC-profiel), kiest u met de instelling CMYK-simulatieprofiel
het bijbehorende profiel op de EX Print Server.
Voor afbeeldingen die zijn gescheiden voor SWOP, kiest u SWOP als het CMYK-
simulatieprofiel.
Als u een afgedrukte afbeelding die via het gebruik van een ICC-profiel is gescheiden op de
juiste wijze wilt simuleren, moet hetzelfde profiel aanwezig zijn op de EX Print Server. Zie
pagina 12 voor meer informatie over het downloaden van ICC-profielen naar de
EX Print Server.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 95
CMYK-simulatiemethode
Met de CMYK-simulatiemethode kunt u uw voorkeur voor de CMYK-in-CMYK-
conversietechniek opgeven.
Snel past eendimensionale overdrachtscurven toe waarmee de uitvoerdensiteit van de
kanalen voor cyaan, magenta, geel en zwart wordt aangepast. Deze techniek geeft een
mooie kleuruitvoer via de digitale pers omdat zuiver primaire kleuren niet worden
“besmet” door andere kleurstoffen. Hoewel dit de snelste simulatiemethode is, perfect
voor conceptafdruk, wordt het niet aanbevolen deze te gebruiken voor definitieve
documenten die als drukproeven worden gebruikt. Andere technieken bieden
nauwkeuriger kleursimulaties die beantwoorden aan de eisen voor drukproeven.
Volledig (bron VGC) geeft een volledige en nauwkeurige simulatie op basis van
colorimetrische transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren. Het
niveau van grijscomponentvervanging (VGC) dat in het oorspronkelijke (bron)document
is opgegeven, blijft ook behouden voor eenkleurig zwarte tekst en lijntekeningen. Verwerkt
zwart dat uitgedrukt is in CMY wordt gereproduceerd met CMY-toner. De modus
Volledig (bron VGC) wordt aanbevolen voor drukproeven van de hoogste kwaliteit.
Volledig (uitvoer VGC) is ook een volledige en nauwkeurige simulatiemethode die berust
op colorimetrische transformaties. Tinten blijven behouden, zelfs voor primaire kleuren.
Met deze methode blijft het niveau van grijscomponentvervanging (VGC) dat in het
oorspronkelijke (bron)document is opgegeven, niet behouden. In de plaats daarvan
worden alle CMYK-gegevens gescheiden met behulp van het VGC-niveau dat in het
uitvoerprofiel is opgegeven. Deze simulatietechniek lijkt sterk op de traditionele ICC-
kleuraanpassingsmethoden en is beter dan Volledig (bron VGC) voor fullcolourafdrukken
die bedoeld zijn voor de drukpers maar op uw digitale pers worden gereproduceerd.
OPMERKING: Als u de optie Zuiver zwart aan kiest voor Tekst/lijntekeningen zwart en Volledig
(uitvoer VGC) voor CMYK-simulatiemethode, worden de zwarte tekst en afbeeldingen in uw
document afgedrukt met alleen 100% zwarte toner.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 96
Scheidingen combineren
Met de instelling voor Scheidingen combineren geeft u aan hoe gescheiden CMYK-gegevens
moeten worden afgedrukt. Deze functie biedt ondersteuning voor: cyaan, magenta, geel,
zwart en een of meer steunkleuren.
Met het Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition, kunt u naast de CMYK-scheidingen
een onbeperkt aantal steunkleurscheidingen combineren. Raadpleeg Graphic Arts Package
voor meer informatie.
Uit drukt elke kleurscheiding afzonderlijk af.
Aan combineert kleurscheidingen tot één document met composietkleuren. Deze
instellingen van de volgende afdrukopties worden automatisch aangepast: Kleurmodus
(CMYK), Tekst/lijntekeningen zwart (Normaal) of Zwarte overdruk (Uit) en
Steunkleuraanpassing (Uit).
Door het combineren van meervoudige plaatscheidingen worden voorspelbare en
nauwkeurige resultaten verkregen, ongeacht de oorspronkelijke toepassing die is gebruikt.
Deze functie ondersteunt ook DCS 2.0-bestandsindelingen die vanuit een DTP-toepassing in
een PostScript-afdruktaak zijn opgenomen.
De volgende toepassingen zijn getest met Mac OS en Windows op compatibiliteit met de
functie Scheidingen combineren:
Adobe Illustrator
Adobe InDesign
Adobe PageMaker
Adobe FreeHand
QuarkXPress
Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer informatie over het gebruik van de optie
Scheidingen combineren met toepassingen zoals Photoshop.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 97
Samengestelde overdruk
Wanneer overlappende objecten worden afgedrukt, kan het object op de voorgrond het object
op de achtergrond overdrukken of verdringen. Bij overdrukken is de kleur van het object op
de achtergrond zichtbaar door het object op de voorgrond op de plaatsen waar deze elkaar
overlappen; de resulterende kleur is een combinatie van de kleuren van de twee objecten. Bij
verdringen verbergt het object op de voorgrond het object op de achtergrond op de plaatsen
waar deze elkaar overlappen.
Met de optie Samengestelde overdruk kunt u objecten overdrukken zoals in het bronbestand
is opgegeven. De optie Samengestelde overdruk is standaard uitgeschakeld en overlappende
objecten worden als knock-outs afgedrukt.
OPMERKING: Bij de optie Samengestelde overdruk wordt het object op de voorgrond niet
overdrukt als dit een RGB-object is.
De optie Samengestelde overdruk wordt ondersteund voor PostScript- en PDF-taken uit de
volgende bronnen:
Adobe Acrobat
Adobe Illustrator
Adobe InDesign
Adobe FreeHand
QuarkXPress
•CorelDRAW
De optie Toewijzing tweekleurendruk wordt genegeerd wanneer Samengestelde overdruk is
ingeschakeld.
Een taak met meer dan 32 steunkleuren zal misschien niet worden afgedrukt zoals verwacht.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 98
Uitvoerprofiel
Omdat het uitvoerprofiel wordt toegepast op alle gegevens in de afdruktaak, moet u ervoor
zorgen dat u het juiste profiel voor de taak selecteert. Het standaarduitvoerprofiel bestaat uit
een profiel voor uw digitale pers dat de kleureigenschappen beschrijft en een
kalibratierichtwaarde waarmee het verwachte gedrag van de digitale pers wordt beschreven.
U kunt ColorWise Pro Tools Profile Manager gebruiken om een eigen uitvoerprofiel te
downloaden naar de EX Print Server (zie “Profile Manager gebruiken op pagina 27).
Gedownloade uitvoerprofielen worden het eerst gekoppeld aan de kalibratierichtwaarde die is
toegewezen aan het standaarduitvoerprofiel. U kunt de D-Max-waarden van de
kalibratierichtwaarde afzonderlijk wijzigen.
Als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt om af te drukken en
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld, worden de namen van alle gedownloade of
aangepaste profielen weergegeven in de vervolgkeuzelijst Uitvoerprofiel. Als
tweerichtingscommunicatie niet is ingeschakeld, worden gedownloade of aangepaste profielen
weergegeven als Uitvoer-1 tot Uitvoer-10 en wordt de instelling voor Standaardwaarde van
printer gebruiken weergegeven als een selectie. Selecteer de instelling Standaard van server
gebruiken om het in Color Setup gekozen standaarduitvoerprofiel te gebruiken. Zie “Color
Setup gebruiken op pagina 33 voor meer informatie over Color Setup. Raadpleeg Afdrukken
uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over tweerichtingscommunicatie.
Selecteer de instelling Mediaprofiel gebruiken om automatisch het uitvoerprofiel toe te passen
dat aan het in een afdruktaak gebruikte mediatype is gekoppeld, in plaats van een specifiek
uitvoerprofiel in te stellen. Zie “Door media bepaalde uitvoerprofielen gebruiken op
pagina 28 voor meer informatie.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
Grijswaarden alleen met zwart afdrukken
Wanneer Grijswaarden alleen met zwart afdrukken is ingeschakeld, worden grijstinten
(alle kleuren waarin R=G=B of C=Y=M, of gelijk welke kleur met alleen K) afgedrukt met
uitsluitend zwarte toner in plaats van met proceszwart.
U kunt ervoor kiezen om de optie Grijswaarden alleen met zwart afdrukken toe te passen op
tekst en lijntekeningen of op tekst, afbeeldingen en figuren.
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
De optie Grijswaarden alleen met zwart afdrukken heeft geen effect op een taak die vooraf
is gescheiden, afgezien van het feit dat als Grijswaarden alleen met zwart afdrukken
(CMYK) is uitgeschakeld, elke scheiding die een afbeelding in grijswaarden is in
vierkleurengrijs wordt afgedrukt.
Als CMYK-simulatiemethode op Volledig (Bron VGR) of op Snel is ingesteld, heeft de
instelling Grijswaarden alleen met zwart afdrukken (CMYK) geen invloed op de uitvoer.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 99
Als RGB-kleurscheiding is ingesteld op Simulatie, is de optie Grijswaarden alleen met
zwart afdrukken (RGB) uitgeschakeld. Omgekeerd kunt u RGB-scheiding niet op
Simulatie instellen wanneer de optie Grijswaarden alleen met zwart afdrukken (RGB)
ingeschakeld is.
Als Zwarte tekst/lijntekeningen ingesteld is op Zuiver zwart aan of CMYK-zwart aan,
heeft dit bij 100% zwarte tekst en lijntekeningen voorrang op Grijswaarden alleen met
zwart afdrukken.
Als een grijstint als steunkleur is opgegeven, heeft de optie Grijswaarden alleen met zwart
afdrukken geen invloed op dat grijs.
Weergavestijl
Met de optie Weergavestijl kunt u een CRD opgeven die u wilt gebruiken voor
kleurconversies. Selecteer de optie weergavestijl om de weergave van afbeeldingen te bepalen,
zoals afdrukken van kantoortoepassingen of RGB-fotos van Photoshop. Op de
EX Print Server kunt u een keuze maken uit vier weergavestijlen. Deze stijlen maken deel uit
van de ICC-profielen die op dit moment de industriestandaard vormen.
EX Print Server -weergavestijl Aanbevolen voor Overeenkomstige
ICC -weergavestijl
Fotografisch: resulteert bij het
afdrukken van kleuren die buiten
het gamma vallen doorgaans in
een minder verzadigde uitvoer
dan bij de stijl Presentatie. Deze
stijl behoudt de toonrelaties in
afbeeldingen.
Fotos, zoals scans en afbeeldingen
van cd’s met allerlei vrij te
gebruiken beeldmateriaal en
digitale camera-afbeeldingen.
Image (Afbeelding),
Contrast (Contrast),
Perceptual (Waarneming)
Presentatie:
resulteert in
verzadigde kleuren, maar
afgedrukte kleuren komen niet
precies overeen met de
weergegeven kleuren. Kleuren
binnen het gamma, zoals
huidskleuren, worden goed
weergegeven. Deze stijl is
vergelijkbaar met de weergavestijl
Fotografisch.
Illustraties en grafieken in
presentaties. In veel gevallen kan
deze weergavestijl worden
gebruikt voor paginas die zowel
presentatieafbeeldingen als fotos
bevatten.
Saturation (Verzadiging),
Graphics (Grafisch)
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 100
Relatieve kleurmeting: biedt
transformatie van witte punten
tussen de witte punten van de
bron en de bestemming. Het
blauwgrijs van een monitor
wordt bijvoorbeeld toegewezen
aan neutraal grijs. Deze stijl
voorkomt zichtbare overgangen
tussen blanco ruimten en witte
objecten.
Geavanceerde toepassingen
wanneer kleuraanpassing
belangrijk is, maar u er de
voorkeur aan geeft voor het
afdrukken van witte kleuren in
het document de kleur wit van
het papier te gebruiken. U kunt
deze stijl ook gebruiken bij
PostScript-kleurbeheer om
CMYK-gegevens aan te passen
voor simulatiedoeleinden.
Relatieve kleurmeting
Absolute kleurmeting:
geeft
geen transformatie van witte
punten tussen de witte punten
van de bron en de bestemming.
Het blauwwit van een monitor
wordt bijvoorbeeld niet
vervangen door papierwit.
Situaties waarin exacte kleuren
nodig zijn en zichtbare grenzen
niet storend werken. U kunt deze
stijl ook gebruiken bij PostScript-
kleurbeheer om CMYK-gegevens
aan te passen voor
simulatiedoeleinden.
Absolute kleurmeting
EX Print Server -weergavestijl Aanbevolen voor Overeenkomstige
ICC -weergavestijl
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 101
RGB-scheiding
Met de optie RGB-scheiding wordt bepaald hoe RGB-kleuren (zowel Lab- als XYZ-kleuren)
worden geconverteerd naar CMYK. De naam van deze optie is beschrijvend bedoeld,
aangezien de optie de kleurenruimten definieert die door de EX Print Server worden gebruikt
om de RGB-gegevens in CMYK-waarden te “scheiden”.
De twee keuzen die voor deze optie beschikbaar zijn, bepalen of RGB-gegevens worden
geconverteerd naar het volledige gamma van de digitale pers (uitvoer), of eerst worden
geconverteerd naar het gamma van een andere digitale printer of een persstandaard
(simulatie). Deze functie is handig om RGB-gegevens op een apparaat op dezelfde manier te
verwerken als op een ander apparaat. Als bijvoorbeeld een ICC-profiel van hoge kwaliteit
beschikbaar is voor een ander afdrukapparaat, kan de digitale pers het gedrag van dat apparaat
simuleren.
RGB-scheiding is ook bruikbaar voor prepresstoepassingen. U kunt bijvoorbeeld
experimenteren met de weergave van een RGB-scan onder verschillende afdrukvoorwaarden
zonder dat u voor elke afdrukvoorwaarde de RGB-gegevens naar CMYK-gegevens hoeft te
converteren. Als de gewenste afdrukvoorwaarde is gevonden, kunt u het bestand naar CMYK
converteren met hetzelfde CMYK-simulatieprofiel dat is gebruikt tijdens het experimenteren.
OPMERKING: De afdrukoptie RGB-scheiding moet samen worden gebruikt met de
afdrukoptie Uitvoerprofiel of CMYK-simulatieprofiel.
•Met
Uitvoer worden alle RGB-kleuren naar de CMYK-kleurenruimte van de digitale pers
geconverteerd (als Uitvoer op de standaardwaarde van de printer is ingesteld), of naar een
aangepaste CMYK-kleurenruimte voor uw digitale pers (als de optie is ingesteld op
Uitvoer 1-10).
•Met
Simulatie worden alle RGB-kleuren geconverteerd naar de CMYK-kleurenruimte
voor de opgegeven simulatie (zorg dat u de gewenste simulatie selecteert met de
afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel).
RGB-bronprofiel
Met de instelling RGB-bronprofiel kunt u de kenmerken definiëren van de RGB-gegevens in
het document, zodat de juiste kleurenconversie kan worden uitgevoerd op de EX Print Server.
Veelgebruikte kleurenruimten voor monitoren zijn beschikbaar vanuit het
printerstuurprogramma en vanuit EX Print Server. Voor andere kleurenruimten kunt u
Profile Manager van ColorWise Pro Tools gebruiken om aangepaste monitor- of
scannerprofielen te downloaden.
Wanneer u een andere instelling dan Geen opgeeft voor het RGB-bronprofiel, worden
definities van bronkleurenruimten of profielen die in andere kleurbeheersystemen zijn
opgegeven niet gebruikt door de EX Print Server. Als uw document bijvoorbeeld een
ingebouwd RGB-profiel bevat, wordt het vervangen door het ingestelde RGB-bronprofiel.
Kies de instelling Geen als u niet wilt dat door deze instelling een andere opgegeven
bronkleurenruimte wordt vervangen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 102
Als u een andere instelling dan Geen opgeeft, worden de definities van de kleurenruimte
vervangen en is de uitvoer van de EX Print Server consistent op verschillende platformen. De
opties voor het RGB-bronprofiel van de EX Print Server zijn:
EFIRGB bepaalt een door EFI gedefinieerde kleurenruimte, aanbevolen voor gebruikers die
niet beschikken over gedetailleerde informatie over hun RGB-gegevens.
sRGB (PC) bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Windows-computer dat als
standaard wordt gebruikt.
Apple Standard bepaalt de definitie van een monitorprofiel van een Mac OS-computer dat
als standaard wordt gebruikt.
Adobe RGB (1998) is een door Adobe gedefinieerde kleurenruimte die in prepress wordt
gebruikt als de standaardwerkruimte in Photoshop 5.
ECI-RGB is de door het European Color Initiative (ECI) aanbevolen ruimte voor gebruik als
een kleurenruimte voor RGB en als uitwisselingsindeling voor kleurgegevens voor
reclamebureaus, uitgevers, kopieerbedrijven en drukkerijen.
Fiery RGB is een door EFI gedefinieerde kleurenruimte, aanbevolen voor gebruikers van
kantoortoepassingen. Deze kleurenruimte is vergelijkbaar met EFIRGB maar is groter en
geeft een meer wenselijke blauwe uitvoer.
Bron 1-10 bepalen de definities die u downloadt als RGB-bronprofielen.
Wanneer u afdrukt met het PostScript-printerstuurprogramma en
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld, verschijnt de naam van alle gedownloade
profielen in het menu RGB-bronprofiel. Als tweerichtingscommunicatie niet is
ingeschakeld, worden gedownloade profielen weergegeven als Bron-1 tot Bron-10.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over
tweerichtingscommunicatie.
Geen vertelt de EX Print Server dat de RGB-bronnen die u op een andere plaats hebt
gedefinieerd, bijvoorbeeld in de toepassing, mogen worden gebruikt. Als u de RGB-bron
instelt op Geen, is de weergave van kleuren niet onafhankelijk van het bestandstype.
RGB EPS-bestanden zien er bijvoorbeeld anders uit dan RGB TIFF-bestanden.
Als de RGB-bron is ingesteld op Geen, worden PostScript RGB-gegevens die een definitie
van de bronkleurenruimte bevatten, geconverteerd met de kleurenweergavebibliotheek
(CRD) die met de optie Weergavestijl is opgegeven (zie “Weergavestijl” op pagina 99).
Niet-PostScript RGB-gegevens en PostScript RGB-gegevens zonder de definitie van een
bronkleurenruimte, worden geconverteerd met een algemene conversiemethode voor
onderkleurverwijdering (UCR).
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 103
Steunkleuraanpassing
De optie Steunkleuraanpassing zorgt voor automatische toewijzing van steunkleuren aan
de beste CMYK-equivalenten.
Aan: de EX Print Server gebruikt een ingebouwde opzoektabel voor het genereren van
de meest gelijkende CMYK-equivalenten van steunkleuren die de digitale pers kan
produceren. (Er worden nieuwe tabellen gegenereerd als u nieuwe uitvoerprofielen
toevoegt.)
Met Spot-On gebruikt de EX Print Server de CMYK-equivalenten die zijn vastgesteld
met Spot-On (zie pagina 63).
Uit: de EX Print Server verwerkt de steunkleur als CMYK-gegevens en gebruikt CMYK-
equivalenten die door de fabrikant van de steunkleur zijn gedefinieerd, bijvoorbeeld
PANTONE. Deze komen overeen met de CMYK-equivalenten die worden gebruikt door
toepassingen die steunkleurenbibliotheken bevatten.
OPMERKING: Steunkleuren die niet in de ingebouwde tabel zijn opgenomen, worden
als CMYK behandeld.
Voor taken die steunkleuren bevatten, stelt u Steunkleuraanpassing in op Aan, tenzij u
drukperssimulaties afdrukt. In dat geval stelt u Steunkleuraanpassing in op Uit en kiest u
de juiste instelling voor CMYK-simulatie (zie pagina 94).
Als u voor PDF-taken met steunkleuren die niet in de ingebouwde opzoektabel zijn
opgenomen, de functie Steunkleuraanpassing instelt op Aan blijven de oorspronkelijk
opgegeven steunkleuren behouden. De EX Print Server verwijst naar de ingebouwde
opzoektabel voor het genereren van de meest gelijkende CMYK-equivalenten van de
oorspronkelijke steunkleur.
OPMERKING: De optie Steunkleuraanpassing kan alleen worden gebruikt voor het maken
van composietafdrukken en niet voor het afdrukken van scheidingen.
Steunkleuraanpassing en de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier
De manier waarop de PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat papier wordt afgedrukt,
hangt af van de instelling van Steunkleuraanpassing (raadpleeg Fiery-kleurenreferentie).
Aan: de EX Print Server gebruikt een ingebouwde tabel of de Spot-On-
kleurenbibliotheken om de beste equivalenten te genereren voor de PANTONE-kleuren
die uw digitale pers kan produceren. Het PANTONE-nummer wordt onder elk staal
weergegeven.
Zie pagina 63 voor meer informatie over Spot-On.M
Uit: de EX Print Server drukt stalen af met de CMYK-waarden die worden aanbevolen
door Pantone, Inc. (en die worden gebruikt door toepassingen met PANTONE-
kleurenbibliotheken). Onder elk staal worden de CMYK-waarden voor de kleur en het
PANTONE-nummer van de kleur afgedrukt. Deze CMYK-waarden worden afgedrukt
met behulp van de geselecteerde instellingen voor CMYK-simulatie en het uitvoerprofiel.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 104
Kleurvervanging
Spot-On geeft u de mogelijkheid een lijst van vervangkleuren op te stellen. Dit zijn kleuren
die wanneer deze in een document worden opgeroepen door hun RGB- of CMYK-waarden,
vervangen worden door een andere kleur, met de CMYK-waarden van de Spot-On-
kleurenbibliotheek. Dit biedt exact kleurbeheer en heeft voorrang op individuele RGB- en
CMYK-kleuren.
Selecteer de optie Kleurvervanging om vervangkleuren voor een taak in te schakelen.
Zie “Spot-On met vervangkleuren op pagina 78 voor meer informatie over maken en
gebruiken van vervangkleuren.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar met het PCL-stuurprogramma.
PDF/X-uitvoerintentie gebruiken
PDF/X is een subset van de PDF-specificatie. PDF-bestanden kunnen diverse elementen
bevatten (tekst, afbeeldingen en zelfs animaties) en het is niet altijd duidelijk hoe deze
elementen moeten worden weergegeven of afgedrukt. PDF/X is ontworpen met de nadruk op
het afdrukken met hoge kwaliteit. In PDF/X is het gebruik van PDF-functies die niet geschikt
zijn voor grafische toepassingen uitgesloten en zijn functies toegevoegd die dubbelzinnigheid
bij het afdrukken voorkomen. Een PDF/X-compatibel document bevat ingesloten informatie
over de beoogde afdrukomstandigheden voor het document.
Wanneer de optie PDF/X-uitvoerintentie gebruiken is ingeschakeld voor een PDF/X-taak,
geeft dit aan dat de EX Print Server de PDF/X-uitvoerintentie gebruikt die in het PDF/X-
document is ingesloten. Het gebruik van deze optie is doorgaans afhankelijk van de vraag of
de EX Print Server wordt gebruikt voor proefafdrukken of voor uiteindelijke
productieafdrukken.
Proefafdrukken worden geacht er precies hetzelfde uit te zien als de uitvoer van het
uiteindelijke productieapparaat, ongeacht de mogelijkheden van de EX Print Server of de
digitale pers. Bij proefafdrukken van Courantdruk wilt u bijvoorbeeld dat het kleurengamma
van de digitale pers zeer beperkt is in vergelijking met de mogelijkheden. In productie wilt u
het gebruik van het gamma van de digitale pers doorgaans maximaliseren door specifieke
kleurenfuncties van de EX Print Server of de digitale pers toe te passen. Ook in productie
kunt u echter kiezen voor een beperkt kleurengamma om consistentie te bereiken in de kleur
die door verschillende apparaten wordt geproduceerd.
De optie PDF/X-uitvoerintentie gebruiken heeft alleen invloed op PDF/X-bestanden (die
voldoen aan de standaard PDF/X-3 of PDF/X-1a). De optie heeft geen invloed op niet-PDF-
bestanden of PDF-bestanden die niet PDF/X-compatibel zijn. Profielen die door PDF/X-
bestanden worden opgegeven, moeten in de bestanden zijn ingesloten. Er mag niet vanaf een
externe locatie naar de profielen worden verwezen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 105
OPMERKING: Met de optie Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition kunt u een Hot
Folders-filter gebruiken om te bepalen of een PDF-bestand PDF/X-compatibel is. Raadpleeg
Graphic Arts Package voor meer informatie over deze Hot Folders-filter.
Wanneer PDF/X-uitvoerintentie gebruiken is ingeschakeld en er geen conflicten met andere
instellingen zijn, wordt een PDF/X-compatibel bestand zo verwerkt, dat de EX Print Server
de resultaten produceert die zijn gedefinieerd door de intenties en bronkleurenruimten die in
het bestand zijn ingesloten. De EX Print Server negeert de opties CMYK-simulatiemethode
en CMYK-simulatieprofiel. De weergavetypen in het PDF/X-bestand worden gebruikt en de
afgedrukte uitvoer is beperkt tot het kleurengamma dat is opgegeven door het uitvoerprofiel
dat in het bestand is ingesloten.
Wanneer PDF/X-uitvoerintentie gebruiken is uitgeschakeld, wordt de PDF/X-uitvoerintentie
door de EX Print Server genegeerd.
U kunt de afdrukoptie PDF/X-uitvoerintentie gebruiken voor een taak opgeven in
Taakeigenschappen in Command WorkStation, maar niet wanneer u afdrukt vanuit het
printerstuurprogramma. PDF/X-bestanden kunnen rechtstreeks in de EX Print Server
worden geïmporteerd via Command WorkStation of Hot Folders, maar
printerstuurprogrammas converteren PDF altijd voordat een taak naar de EX Print Server
wordt verzonden. De optie PDF/X-uitvoerintentie gebruiken wordt niet weergegeven in het
printerstuurprogramma.
Wanneer u PDF/X-uitvoerintentie gebruiken inschakelt, moet u de optie RGB-bronprofiel
instellen op Geen, zodat het weergavetype wordt gebruikt dat in het PDF/X-bestand is
ingesloten. De opties PDF/X-uitvoerintentie gebruiken en RGB-bronprofiel bevinden zich
beide in het venster Aangepaste kleurinstellingen, dat u opent via het pictogram Kleur in
Taakeigenschappen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 106
Printerstuurprogramma’s en afdrukopties
Het printerstuurprogramma schrijft een PostScript-bestand met de instructies die zijn
gegenereerd door uw toepassing en met de afdrukopties van ColorWise die u hebt
geselecteerd. Dit PostScript-bestand wordt door het printerstuurprogramma naar de
EX Print Server verzonden. De EX Print Server voert de PostScript-verwerking en de
kleurconversies uit en verzendt rasterkleurgegevens naar de digitale pers.
Afdrukopties instellen voor Windows
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurbeheer instelt met de Adobe- en
Microsoft PostScript-printerstuurprogrammas voor Windows, PostScript 3-
printerstuurprogrammas die het maximum halen uit de kleurenfuncties van de
EX Print Server.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
Installeer het PostScript-printerstuurprogramma en het EX Print Server-
printerdefinitiebestand (PPD) (raadpleeg Afdrukken uit Windows).
Installeer de EX Print Server om af te drukken (raadpleeg Afdrukken uit Windows ).
OPMERKING: De volgende schermafbeeldingen en instructies gelden niet voor alle
toepassingen. Veel toepassingen, zoals Adobe PageMaker, Photoshop, Adobe Illustrator,
QuarkXPress en CorelDRAW, hebben andere opties voor kleurbeheer naast de opties die
beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Raadpleeg Fiery-kleurenreferentie voor meer
informatie over specifieke toepassingen.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 107
Ga als volgt te werk om de kleuropties in te stellen voor Windows-computers.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR WINDOWS-COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer EX Print Server als uw printer en klik op Eigenschappen.
In het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt het tabblad Fiery-afdrukken.
3 Klik op het pictogram Kleur.
4 Geef in het venster Kleur de instellingen op voor de afdrukopties.
Zie pagina 90 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 108
5 Klik op Aangepaste kleurinstellingen.
Het dialoogvenster Aangepaste kleurinstellingen wordt weergegeven.
Dit dialoogvenster toont de meeste afdrukopties van ColorWise voor de EX Print Server.
6 Klik op Bijwerken om de huidige EX Print Server-instellingen weer te geven.
Als de knop Bijwerken niet wordt weergegeven, controleert u of tweerichtingscommunicatie is
ingesteld. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor informatie over het inschakelen van
tweerichtingscommunicatie.
7 Geef de gewenste instellingen op voor de belangrijkste afdrukopties van ColorWise.
De meeste gebruikers hebben voldoende aan de standaardinstellingen voor kleurbeheer.
Zie pagina 90 voor informatie over de verschillende afdrukopties.
8 Klik op OK om Aangepaste kleuren af te sluiten.
9 Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. Klik vervolgens op OK om uw taak te
verzenden.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 109
Afdrukopties voor kleurbeheer instellen voor Mac OS
Dit gedeelte legt uit hoe u de afdrukopties voor kleurbeheer instelt met het
printerstuurprogramma voor Mac OS.
Voer de volgende procedures uit voordat u doorgaat:
Installeer de PPD voor de EX Print Server (raadpleeg Afdrukken uit Mac OS ).
Stel de EX Print Server in voor afdrukken (raadpleeg Afdrukken uit Mac OS ).
AFDRUKOPTIES INSTELLEN VOOR MAC OS X-COMPUTERS
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
2 Kies ColorSync in de keuzelijst.
Het deelvenster ColorSync wordt weergegeven.
3 Kies In printer in het menu Kleurconversie.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 110
4 Kies Fiery-functies in de keuzelijst.
5 Selecteer Tweerichtingscommunicatie gebruiken.
Raadpleeg Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het inschakelen van
tweerichtingscommunicatie.
6 Klik op Volledige eigenschappen.
7 Klik op het pictogram Kleur.
Het deelvenster Kleur wordt weergegeven.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 111
8 Geef in het deelvenster Kleur de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
Zie pagina 90 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
9 Klik op Instellingen.
Het venster Aangepaste kleurinstellingen wordt weergegeven.
10 Kies instellingen voor de belangrijkste afdrukopties van ColorWise.
Zie pagina 90 voor informatie over de afdrukopties van ColorWise.
11 Klik op OK.
Het deelvenster Kleur wordt opnieuw weergegeven.
12 Klik op OK.
Device Link-profielen inschakelen met Aangepaste kleurinstellingen
Wanneer u een taak afdrukt, kunt u Device Link-profielen inschakelen via het
printerstuurprogramma van de EX Print Server als u de optie Tweerichtingscommunicatie
hebt ingeschakeld. Wanneer u een Device Link-profiel inschakelt, wordt het als gebruikt
Device Link-profiel weergegeven in Geavanceerde kleuren.
OPMERKING: Als u de optie Tweerichtingscommunicatie niet hebt ingeschakeld en u een
RGB-bronprofiel en uitvoerprofiel selecteert die overeenkomen met een Device Link-profiel,
wordt het Device Link-profiel geactiveerd. Het wordt evenwel niet weergegeven als gebruikt
Device Link-profiel in Geavanceerde kleuren.
Zie pagina 28 voor informatie over het installeren en toewijzen van Device Link-profielen.
OPMERKING: De procedures voor het inschakelen van Device Link-profielen via Aangepaste
kleurinstellingen zijn vrijwel identiek voor Windows en voor Mac OS X. Hierna worden
schermafdrukken van Windows getoond. Belangrijke verschillen worden aangestipt.
AFDRUKOPTIES VAN COLORWISE 112
DEVICE LINK-PROFIELEN INSCHAKELEN MET HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VAN DE EX PRINT SERVER
1 Schakel tweerichtingscommunicatie in.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het
inschakelen van tweerichtingscommunicatie.
2 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
3 Selecteer EX Print Server als uw printer en klik op Eigenschappen.
4 Klik op het pictogram Kleur.
5 Klik op Instellingen.
6 Selecteer het bronprofiel en het uitvoerprofiel.
Wanneer u een combinatie van een bronprofiel en uitvoerprofiel selecteert die is gedefinieerd
in een Device Link-profiel, wordt het Device Link-profiel automatisch ingeschakeld.
Wanneer het Device Link-profiel is geselecteerd, wordt de stroom voor kleurverwerking
(Stroom Proces kleur) bijgewerkt en worden sommige afdrukopties mogelijk niet
weergegeven. U krijgt de melding “Gebruikt Device Link-profiel” te zien onder het
RGB-bronprofiel of CMYK-simulatieprofiel.
7 Klik op OK om Aangepaste kleuren af te sluiten.
8 Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. Klik vervolgens op OK om uw taak te
verzenden.
1 Gebruikt Device Link-profiel
1
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN 113
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN
Dit hoofdstuk beschrijft de bestandsindeling Simple ASCII File Format (SAIFF), waarmee u
densiteitmetingen van meetapparaten in ColorWise Pro Tools Calibrator kunt importeren.
Als u uw eigen meetgegevens van een ander meetinstrument wilt gebruiken in plaats van de
metingen direct in Calibrator uit te voeren, noteert u uw eigen meetwaarden in een
tekstbestand met de in dit hoofdstuk beschreven structuur. Vervolgens kunt u de gegevens in
Calibrator invoeren door in het hoofdvenster van Calibrator op Uit bestand onder Metingen
ophalen te klikken.
De bestandsindeling Simple ASCII Import File Format (SAIFF)
Deze indeling heeft betrekking op Status T-meetgegevens en is bestemd voor het importeren
van gegevens in ColorWise Pro Tools Calibrator. Er bestaan drie verschillende
bestandsindelingen:
1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 21 kleurvlakken
1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met 34 kleurvlakken
1D Status T-densiteit voor andere paginas (maximaal 256 vlakken per inkt)
Dit zijn ASCII-bestandsindelingen zonder tabs. Er worden een of meer spaties gebruikt als
scheidingsteken. Lege regels zijn niet toegestaan. Elke regel van het bestand vertegenwoordigt
vier vlakken. (C, M, Y, K) of een specifieke inktwaarde. Commentaar mag op gelijk welke
regel worden geplaatst. Commentaarregels moeten beginnen met een hekje (#), gevolgd door
een spatie. (Als een regel begint met een hekje dat niet door een spatie wordt gevolgd maar
door een teken, is deze regel gereserveerd.) Commentaar moet op een afzonderlijke regel
worden geplaatst.
Elke gegevensregel bevat vijf waarden. Het eerste getal is het volgnummer van het kleurvlak
(voor EFI-paginas met 21 en 34 vlakken) of het percentage van de inktwaarde (voor andere
paginas). De volgende vier waarden zijn de densiteitwaarden voor C, M, Y, K van het
overeenkomstige kleurvlak. Regels worden gerangschikt door de volgnummers voor
kleurvlakken of de inktwaarde te wijzigen.
Bij Windows-computers moet het bestand de extensie .cm0 of .cm1 hebben. Bij Mac OS-
computers moet het bestandstype TEXT zijn.
Voor EFI 21 en EFI 34 zijn de meetgegevens afhankelijk van het papier. Voor andere paginas
geldt dat Calibrator uitgaat van absolute meetgegevens als de inktwaarde voor de eerste regel
nul is. De meetgegevens worden vervolgens aan het papier aangepast door de densiteitwaarde
van de eerste regel af te trekken van de resterende kleurvlakken.
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN 114
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met
21 kleurvlakken
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van de EFI-pagina
met 21 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het
eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 21.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST21
# Cyan Magent Yellow Black
1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…more data…)
20 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
21 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor EFI-pagina met
34 kleurvlakken
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van de EFI-pagina
met 34 kleurvlakken op te geven. De waarde in de eerste kolom is het kleurvlaknummer. Het
eerste kleurvlak moet 1 zijn en het laatste vlak 34.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST34
# Cyan Magent Yellow Black
1 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
2 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
3 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…more data…)
33 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
34 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
DENSITEITMETINGEN IMPORTEREN 115
Voorbeeld van 1D Status T-densiteit voor een willekeurige pagina
Deze bestandsindeling wordt gebruikt om de Status T-densiteitmetingen van een door de
gebruiker gedefinieerde pagina op te geven. De waarde in de eerste kolom is de percentwaarde
voor inkt/toner van het kleurvlak. Het eerste percentage moet 0 zijn en het laatste
percentage 100. Tussen deze waarden moeten de percentages toenemen.
#!EFI 3
# EFI ColorWise 2.0 Data
type: 1DST
# percnt Cyan Magent Yellow Black
0.0000 0.0300 0.0400 0.0200 0.0400
0.3922 0.0600 0.0700 0.0800 0.0700
1.1765 0.1000 0.1000 0.1000 0.1000
(…more data…)
98.0000 1.6700 1.3400 0.8900 1.6700
100.0000 1.7200 1.4300 0.9300 1.7500
INDEX 117
A
aangepaste simulaties 94
Absolute kleurmeting, weergavestijl 100
afdrukopties
Mac OS 109
standaardinstellingen opgeven 33
Windows 106
apparaatnaam 15, 21
Apple Standaard, optie RGB-bronprofiel 102
AutoGray 24
Automatisch overvullen, optie 90
B
bedieningspaneel
kalibratie vanaf 56
Bron 1-10, optie RGB-bronprofiel 102
C
Calibrator
Expertmodus 39
gebruiken 22, 37
metingen bekijken 40
standaardwaarden herstellen 41
vergelijkingspagina afdrukken 39
CMYK Color Reference.ps 13, 19
CMYK-simulatiemethode, optie 95
CMYK-simulatieprofiel, optie 94
Color Editor 22
AutoGray 24
Color Setup 33
ColorWise
afdrukopties 33
belangrijkste functies 8
stroomdiagram 89
ColorWise Pro Tools
Calibrator 22, 37
kalibratiestatus controleren 62
composietafdrukken 93, 96, 103
configuratiepagina 62
Contrast, ICC-weergavestijl 99
CRD 9, 99
Custom21.ps 13, 19
Custom34.ps 13, 19
D
De optie PDF/X-uitvoerintentie gebruiken 104
densiteit 60, 61
importeren 113
densitometer
DTP32 46
Device Link-profielen
info 28
inschakelen met Aangepaste
kleurinstellingen 111
inschakelen met Color Setup 34
installeren 29
instellingen toewijzen 30
DNS-naam 14, 20
Domain Name Server 20
DTP32
kalibreren met 46
DTP41
kalibreren met 49
E
EFIRGB, optie RGB-bronprofiel 102
ES-1000
kalibreren met 52
ES-1000, metingen importeren met 76
F
Fiery-hulpprogrammas, verbinding configureren
voor 16, 21
FieryColorBar.eps 13, 19
Fotografisch, weergavestijl 99
G
Geen, optie RGB-bronprofiel 102
Graphic Arts Package
onbeperkt aantal kleurscheidingen 96
Graphics, ICC-weergavestijl 99
grijsbalans, corrigeren 24
Grijswaarden alleen met zwart afdrukken,
optie 98
INDEX
INDEX 118
I
ICC-profielen 10
bewerken 22
definitie 9
downloaden 28
grijsbalans, corrigeren 24
weergavestijlen 99
Image, ICC-weergavestijl 99
K
kalibratie
ColorCal 56
curven 40, 60
densiteitmetingen importeren 113
DTP32 46
DTP41 49
ES-1000 52
kleurvlakken 60
meetpagina 60
metingen 59
metingen bekijken 40
overzicht 59
plannen 61
richtwaarden 59, 60
standaardwaarden herstellen 41
status controleren 62
vanaf bedieningspaneel 56
vergelijkingspagina 39
Kalibratie, map 13, 14, 19
kleurbeheersysteem (CMS) 8
Kleurendiagram 61
kleurenreferentiebestanden
voor Windows-gebruikers 13
kleurenruimte 89
kleurenweergavebibliotheek (CRD) 9, 99
kleurprofielen 10
Kleurreferentiepaginas 61
Kleurvervanging
afdrukken 82
CMYK-modus (0-100%) 84
definiëren 80
hoofdvenster van Spot-On 80
Kleur middenvlak instellen 81
Spot-On Kleur zoeken 82
downloaden van vervangkleurgroepen 87
kleuren vervangen 86
nauwkeurigheid 85
nieuw 79
nieuwe vervanggroep 79
principes 85
prioriteitsschema 86
RGB-modus (0-100%) 85
RGB-modus (Apparaatcode 0-255) 84
tegenover Postflight 78
tolerantie 84
tolerantiebereik 85
uploaden van vervangkleurgroepen 87
vervangkleuren hernoemen 84
vervangkleuren toevoegen 79, 84
workflow 78
Kleurvervanging, optie 104
kleurvlakpagina 60
L
Licht, Spot-On 73
M
Mac OS, kleurbeheeropties 109
meetpagina 60
monitorcompensatie
Spot-On 74
O
onderkleurverwijdering (UCR) 102
overdrachtsfuncties 60
P
PANTONE Book.ps 13, 19
PANTONE-kleurenreferentie voor gecoat
papier 103
PDF/X 104
Perceptual, ICC-weergavestijl 99
Postflight
benoemde kleuren 68
PostScript-kleuraspecten 90, 91, 93, 102
PowerPoint, RGB-
kleurenreferentiebestand 13, 19
PPD 106, 109
Presentatie, weergavestijl 99
printerstuurprogrammas
Mac OS 109
tweerichtingscommunicatie 94, 98, 102
Windows 106
profielen 10
Profile Manager
gebruiken 27
profielen downloaden 28
INDEX 119
R
Relatieve kleurmeting, weergavestijl 100
RGB page 01 13, 19
RGB page 02 13, 19
RGB-afbeeldingen
bronprofielen definiëren voor 101
conversie voor PostScript en
niet-PostScript 102
RGB-scheiding, optie 101
RGB-bronprofiel, optie 90, 101
richtwaarden, voor kalibratie 60
S
SAIFF-bestandsindeling 113
Samengestelde overdruk, optie 97
Saturation, ICC-weergavestijl 99
scheidingen
afdrukken 93, 96, 103
doelkleurenruimte 101
Scheidingen combineren, optie 96
simulaties, aangepaste 94
Snel, instelling voor de optie CMYK-
simulatiemethode 95
spectrofotometer
DTP41 49
Spot-On 32, 63
benoemde kleuren 63
bewerken 71
hoofdvenster van Spot-On 71
Kleur middenvlak instellen 71
Spot-On Kleur zoeken 73
ES-1000 76
fabrieksinstellingen 77
hoofdvenster 65
kleur toevoegen 68
Kleurenruimten 74
kleurgroep downloaden 69
kleurgroep uploaden 70
kleurnaam wijzigen 68
Licht 73
monitorcompensatie 74
prioriteit kleurgroep aanpassen 67
RGB- of CMYK-waarden 63
Steunkleuraanpassing 63
uitvoerprofiel 64, 79, 80
vervangkleuren 63
Verz a diging 73
werken met meetinstrumenten 76
sRGB, optie RGB-bronprofiel 102
Standard21.ps 13, 19
Standard34.ps 13, 19
Status T 113
Steunkleuraanpassing, optie 103
steunkleuren, CMYK-equivalenten 103
steunkleuren, koppelen aan CMYK-
equivalenten 32, 63
Steunkleurenbibliotheken 32, 63
SWOP 94
T
Tekst/lijntekeningen zwart, optie 92
terminologie 7, 36
Testpagina 62
tweerichtingscommunicatie 94, 98, 102
U
uitvoerprofiel
Spot-On 32, 63, 64, 65, 75, 79, 80, 82
Uitvoerprofiel, optie 98
uitvoerprofielen 60
V
verbinding, configureren 14, 16, 20, 21
vergelijkingspagina 39
Verz adig ing
Spot-On 73
Volledig (bron VGC), optie CMYK-
simulatiemethode 95
Volledig (uitvoer VGC), optie CMYK-
simulatiemethode 95
W
wachtwoorden, voor kalibratie 37, 59
Weergavestijl, optie 99
weergavestijlen 9, 90
Windows Color Files, map 13
Windows, afdrukopties 106
Word, RGB-kleurenreferentiebestand 13, 19
Z
Zwartdetectie, optie 91
Zwarte overdruk, optie 91
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120

Xerox 700i/700 Installatie gids

Type
Installatie gids