Titan S-3 Airless Spray Gun Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding
50 S-3
NL
Veiligheidsrichtlijnen
Neem altijd de veiligheidsvoor-schriften in acht! Alle lokale en nationale verordeningen
inzake ventilatie, brandpreventie en bediening moeten in acht worden genomen.
GEVAAR: Persoonlijk letsel door injectie
Een straal onder hoge druk afkomstig uit dit apparaat is krachtig genoeg om de huid en het
onderliggende weefsel binnen te dringen, hetgeen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel
waarbij zelfs amputatie noodzakelijk kan blijken. Raadpleeg onmiddellijk een arts.
BEHANDEL PERSOONLIJK LETSEL T.G.V. INJECTIE NIET ALS EEN SIMPELE SNEE! Injectie kan tot
amputatie leiden. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Breng uw arts op de hoogte met welk soort
coatingmateriaal of reinigingsmiddel het letsel is veroorzaakt.
De maximaal toegestane bedrijfsdruk van het spuitpistool bedraagt 27 MPa / 3900 PSI.
NOOIT het pistool op enig lichaamsdeel richten.
NOOIT een lichaamsdeel in de vloeistofstraal houden. NIET met een lichaamsdeel een eventuele
lekkage in de vloeistofslang proberen af te dichten.
NOOIT uw hand voor het pistool houden. Handschoenen geven geen bescherming tegen persoonlijk
letsel door injectie.
NOOIT het spuitpistool op een persoon richten.
ALTIJD de trekker van het pistool vergrendelen, de compressor uitschakelen en de druk laten ontsnappen
voordat u het apparaat een onderhoudsbeurt geeft, de spuitmond of beschermkap daarvan schoonmaakt,
de spuitmond verwisselt of het apparaat onbeheerd achterlaat. Uitschakelen van de compressormotor
betekent niet automatisch dat het systeem drukloos wordt. De PRIME/SPRAY (doorspuiten/spuiten)
selectiehendel in de stand PRIME zetten om de druk te laten ontsnappen! Voor gedetailleerde informatie
over de te volgen PROCEDURE voor het drukloos maken van het apparaat, zie de compressorhandleiding.
ALTIJD de beschermkap van de spuitmond tijdens het spuiten op zijn plaats laten. De beschermkap
van de spuitmond geeft enige bescherming, maar is hoofdzakelijk een waarschuwingsmiddel.
ALTIJD de spuitmond verwijderen alvorens het systeem door te spoelen of te reinigen.
Er kan lekkage in de verfslang ontstaan ten gevolge van slijtage, knikken van de slang of verkeerd
gebruik. Een lek kan de oorzaak zijn van het feit dat spuitlak in de huid terechtkomt. Controleer de
slang voor elk gebruik.
NOOIT een spuitpistool gebruiken waarvan de vergrendeling van de trekker niet werkt en de
beschermkap van de trekker niet op de juiste plaats zit.
Alle accessoires dienen minimaal geschikt te zijn voor gebruik op de maximale toegestane bedrijfsdruk
van de nevelspuitinstallatie. Dit geldt tevens voor de spuitmonden, verlengstukken en slang.
GEVAAR: Explosiegevaar T.G.V gebruik van ongeschikte stoen -
dit heeft ernstig persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg.
Gebruik geen stoen die bleekmiddel of chloor bevatten.
Gebruik geen oplosmiddelen die halogeenkoolwaterstoen bevatten, zoals bleek,
meeldauwbestrijdingsmiddel, methylchloride en 1,1,1-trichloroethaan. Deze zijn ongeschikt voor
gebruik in combinatie met aluminium.
Neem contact op met uw coating-fabrikant inzake de geschiktheid van stoen op aluminium.
GEVAAR: Algemeen -
dit kan ernstig persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees alle instructies en veiligheidsvoor-zorgsmaatregelen voordat u het toestel bedient.
Spuit nooit dichtbij een ontstekingsbron (zoals open vuur, sigaretten – ook sigaren en pijpen zijn
ontstekingsbronnen – vonken, hete elektriciteitskabels en hete oppervlakten).
Draag een beademingsuitrusting wanneer u aan het spuiten bent. Degene die het spuitpistool
bedient, dient een veiligheidsmasker te dragen. Volg de voorschriften van de fabrikant van de stoen,
oplosmiddelen en reinigingsmiddelen wanneer u het apparaat voorbereidt, ermee werkt of dit reinigt,
om te voorkomen dat u ziek wordt op uw werk. Veiligheidskleding, -handschoenen en -bril en, in
sommige gevallen, ook veiligheidscrème zijn noodzakelijk om de huid te beschermen.
Volg de waarschuwingen en instructies van de fabrikant van het coatingmateriaal en de
oplosmiddelen op.
Afzuigapparatuur dient door de gebruiker geïnstalleerd te worden overeenkomstig de ter plekke
geldende voorschriften.
De te spuiten objecten moeten geaard zijn.
Controleer voor elk gebruik alle slangen op inkervingen, lekkage, slijtage of uitstulping van de
S-3 51
NL
omhulling. Controleer op schade van of speling in verbindingsstukken. Vervang de slang meteen
indien zich een van deze situaties voordoet. Repareer een verfslang nooit. Vervang de slang door een
andere geaarde hogedrukslang.
Bediening van de trekker veroorzaakt een terugslag van de hand die het spuitpistool vasthoudt.
De terugslag van het spuitpistool is bijzonder krachtig wanneer de spuitmond is verwijderd en de
nevelcompressor op een hoge spuitdruk is ingesteld. Zet de drukregelaar op de laagst mogelijke stand
alvorens de spuitmond te verwijderen en de apparatuur te reinigen.
Gebruik alleen onderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd. De gebruiker neemt alle risico’s
en de aansprakelijkheid op zich wanneer hij onderdelen gebruikt die niet voldoen aan de minimale
specicaties en veiligheidsrichtlijnen zoals opgesteld door de fabrikant van het spuitpistool.
EXPLOSIEBESCHERMING-MARKERING
X-markering: Het spuitpistool is in overeenstemming met Ex II 2G X en is conform richtlijn 94/9/
EEC (Atex 100a) geschikt om gebruikt te worden in een ruimte waar explosiegevaar bestaat, dat wil
zeggen in zones van het type 1. Onder bepaalde omstandigheden kan het toestel zelf de oorzaak
ervan zijn dat zich de condities van een zone van het type 1 voordoen.
Alle afvoer van statische elektriciteit van het spuitpistool dient, zoals voorgeschreven, via de
geleidende hogedrukslang naar de geaarde hogedrukcompressor te worden afgeleid.
De max. oppervlaktetemperatuur komt overeen met de toegestane materiaal-temperatuur. Deze en
de toegestane omgevingstemperatuur zijn in het hoofdstuk „Technische gegevens“ te vinden.
Oefen geen overmatige kracht uit op de apparatuur en werk niet met gereedschap aan de installatie in
ruimtes waar explosiegevaar bestaat, om vonkvorming te voorkomen.
Restrisico’s
Restrisico’s zijn risico’s, die niet uitgesloten kunnen worden, zelfs wanneer de apparatuur gebruikt wordt
voor het beoogde doel.
In dergelijke gevallen zullen de toepasselijke gebieden van de actuele restrisico’s gesignaleerd worden door
waarschuwings- en / of verbodssignalen.
Risico Bron / Oorzaak Gevolg Preventieve
maatregelen
Kan zich
voordoen
tijdens:
Injectie-letsel Stroom van de
verstoven vloeistof
onder hoge druk
Ernstig letsel of
amputatie
Richt NOOIT het pistool
op een deel van het
lichaam
Installatie,
Bediening
Explosie of
brand
Statische elektriciteit
of vonken
Ernstig letsel Gebruik een goed
geventileerde ruimte
Aard het spuitpistool
Bediening
Gevaarlijke
dampen
Gevaarlijke dampen
van het spuitmateriaal
Ernstig letsel Gebruik een goed
geventileerde ruimte
Gebruik een masker
Bediening
Technische gegevens
Maximaal toegestane bedrijfsdruk 27 MPa (3900 PSI)
Schroefdraad aansluiting inlaatzijde M16 x 1.5 (NPSM 1/4”)
Schroefdraad aansluiting diuser 7/8 - 14 UN-2A
Materiaal delen die met te verwerken middelen in
aanraking komen
Hoogwaardig roestvrij staal, urethaan,
polyethyleen, nylon, hardmetaal
Bedrijfstemperatuurbereik 5ºC tot 40ºC (40ºF tot 104ºF)
Max. toegestane temperatuur materiaal 43ºC (109ºF)
Max. geluidsproductie 81 dB(A)*
Gewicht 590 g (1,3 lb.)
* Meetplaats: een halve meter verwijderd van het te spuiten oppervlak en een halve meter achter het
spuitpistool bij een spuitdruk van 12 MPa en een spuitmond van 0,021 cm.
52 S-3
NL
Inleiding
Dit nevelspuitpistool wordt gebruikt om vloeibare
coatingstoen onder hoge druk te vernevelen.
Het gebruik van de vergrendeling
van de trekker van het pistool
De trekker van het pistool altijd vergrendelen
wanneer u het pistool niet gebruikt.
1. Om de trekker te vergrendelen dient u de
vergrendeling naar achteren te draaien totdat
deze niet verder kan.
2. Om de trekker te ontgrendelen dient u de
vergrendeling naar voren te draaien totdat die
in verticale positie staat.
12
Trekker vergrendeld
(spuiten met
pistool niet mogelijk)
Trekker ontgrendeld
(spuiten met pistool
mogelijk)
In gebruik nemen
Altijd eerst het spuitsysteem drukloos
maken voordat u het pistool, de
spuitmond of de beschermkap van de
spuitmond in elkaar zet, vervangt of
reinigt. Volg de ‘procedure voor het
drukloos maken van de installatie’
zoals vermeld in de handleiding bij de
spuitinstallatie.
Altijd de beschermkap van de
spuitmond gebruiken voor extra
bescherming tegen injectie. Wees
erop bedacht dat de beschermkap op
zichzelf niet voldoende bescherming
tegen injectie biedt. Nooit de
beschermkap van de spuitmond
afsnijden. De trekker van het pistool
altijd vergrendelen wanneer u het
pistool niet gebruikt. Voordat u het
toestel een onderhoudsbeurt geeft
altijd eerst de handleiding raadplegen
en alle waarschuwingen opvolgen.
1. Ingebruikname van de spuitinstallatie. Voor
instructies betreende de ingebruikname, zie
de handleiding van de spuitinstallatie.
2. Sluit een geaarde nevelspuitslang aan op de
inlaatzijde van het pistool. Maak gebruik van
twee sleutels (een voor het pistool en een voor
de slang) om alles goed vast te maken.
3. Start de spuitinstallatie met de spuitmond en
de beschermkap van de spuitmond van het
pistool verwijderd. Spoel het spuitsysteem
door en bereid dit voor op gebruik aan de
hand van de instructies in de handleiding van
de spuitinstallatie. Controleer het spuitsysteem
om ervoor te zorgen dat alle koppelingen
vastzitten en nergens lekkage optreedt.
4. Volg de ‘procedure voor het drukloos
maken van de installatie’ zoals vermeld in de
handleiding bij de spuitinstallatie.
5. Maak gebruik van een pen of een gelijksoortig
voorwerp om de afdichtring van de spuitmond
(3) en de afdichtring (4) aan de achterkant van
de beschermkap van de spuitmond (2) aan te
brengen. Indrukken om deze op de plaats te
duwen.
6. Plaats de spuitmond (1) in het slobgat van de
beschermkap van de spuitmond.
1
2
3
4
7. Schroef de beschermkap van de spuitmond
op het pistool. Plaats de beschermkap van
de spuitmond in de gewenste spuitpositie en
draai deze aan.
i
Om te kunnen spuiten, moet de pijl
op de hendel van de spuitmond naar
voren wijzen.
Bediening
1. Om te kunnen spuiten, moet de pijl op de
hendel van de spuitmond naar voren wijzen.
2. Start de spuitinstallatie. Voor instructies
betreende de ingebruikname, zie de
handleiding van de spuitinstallatie.
3. Pas de vloeistofdruk van de spuitinstallatie
aan totdat de sproeier een keurige spuitnevel
levert. Altijd op de laagst mogelijke druk
werken om het gewenste resultaat te bereiken.
i
De spuitmond bepaalt de grootte van
het spuitpatroon en de dekking. Indien
u meer dekking nodig hebt, dient u
een grotere spuitmond te gebruiken
en niet de vloeistofdruk te vergroten.
4. Het doorspuiten van een verstopte spuitmond:
a. Draai de spuitmond 180° zodat de pijl
op de hendel van de spuitmond naar de
andere kant wijst.
b. Activeer het pistool eenmaal om ervoor
te zorgen dat de druk de verstopping
eruit spuit.
Let op
De trekker nooit meer dan één keer
achterelkaar induwen wanneer de
spuitmond de andere kant op wijst.
c. Ga hiermee door totdat de verstopping
uit de spuitmond is gespoten.
S-3 53
NL
Het vervangen van een spuitmond
Spuitmonden kunnen gemakkelijk worden
verwijderd en vervangen zonder dat het pistool uit
elkaar gehaald moet worden.
Altijd eerst de ‘procedure voor het
drukloos maken van de installatie’
volgen voordat u de spuitmond of
de beschermkap van de spuitmond
vervangt of reinigt.
1. Volg de ‘procedure voor het drukloos
maken van de installatie’ zoals vermeld in de
handleiding bij de spuitinstallatie.
2. Verwijder de spuitmond uit het slobgat van de
beschermkap van de spuitmond.
3. Breng de nieuwe spuitmond in het slobgat van
de beschermkap van de spuitmond in. Om te
kunnen spuiten, moet de pijl op de hendel van
de spuitmond naar voren wijzen.
Het verwijderen van de afdichtring en
de afdichtring van de spuitmond
1. Verwijder de spuitmond en de beschermkap
van de spuitmond van het spuitpistool.
2. Verwijder de afdichtring en de afdichtring
van de spuitmond van de achterkant van de
beschermkap van de spuitmond.
Spuitmond kiezen
Gebruik, om de grootte van de te gebruiken
spuitmond vast te stellen, de volgende formule. In dit
voorbeeld zal een “517” spuitmond gebruikt worden.
Het eerste cijfer met twee vermenigvuldigd, geeft de
grootte van het spuitpatroon weer wanneer op een
afstand van 30 cm (12 inch) van het werkoppervlak
gespoten wordt:
5 x 2 = een spuitpatroon ter grootte van 10 inch (25 cm)
De volgende twee cijfers geven de doorsnee van de
uitstroomopening van de spuitmond weer:
17 = een uitstroomopening van 0,017 inch (0,43 cm)
i
Versleten spuitmonden beïnvloeden
het spuitpatroon nadelig en hebben
een verminderde productie,
slechte afwerking en verspilling
van materiaal tot gevolg. Vervang
versleten spuitmonden onmiddellijk.
Reinigen
Een schoon pistool verzekert een probleemloos
gebruik. Spoel het pistool na elk gebruik uit en
bewaar het op een droge plaats. Laat het pistool
of enig onderdeel daarvan nooit in water of
oplosmiddelen liggen.
Indien u ontvlambare oplosmiddelen
gebruikt, volg dan de volgende
speciale schoonmaakinstructies:
Het spuitpistool bij voorkeur altijd buiten
uitspoelen terwijl u tenminste een slanglengte
van de compressor verwijderd bent.
Indien u de uitgespoelde oplosmiddelen
opvangt in een metalen 3,8 liter container,
dient u deze container in een lege 19
liter container te plaatsen voordat u de
oplosmiddelen uitspoelt.
De ruimte moet vrij van ontvlambare dampen
zijn.
Volg alle overige reinigingsinstructies.
Let op
De spuitinstallatie, slang en het pistool
moeten elke dag na gebruik grondig
schoongemaakt worden. Indien u dit
niet doet, kunnen bepaalde stoen
zich ophopen en de prestatie van het
toestel ernstig belemmeren.
Indien u spiritus of enig ander
oplosmiddel gebruikt om de
spuitinstallatie, slang en het pistool
schoon te maken, moet u altijd de
spuitmond en de beschermkap van
de spuitmond verwijderen en spuiten
met een minimale druk. Indien er
ontvlambare dampen aanwezig
zijn, kan opgebouwde statische
elektriciteit resulteren in brand of een
explosie. Houd het pistool tijdens het
uitspuiten stevig tegen een metalen
container aangedrukt.
54 S-3
NL
Onderhoud
Voordat u verder gaat, volg alle veiligheids-
instructies op zoals vermeld in de sectie
‘Veiligheidsinstructies’ van deze handleiding.
i
Voor identicatie van de onderdelen,
zie de sectie ‘Lijst van Onderdelen’ in
deze handleiding.
Vervanging van respectievelijk
onderhoud aan de afdichting
Indien uw spuitpistool lekkage vertoont of bij de
spuitmond spettert wanneer u de trekker induwt,
is de naald of de zitting versleten, beschadigd
of vervuild en moet deze worden vervangen of
gereinigd.
Altijd eerst de ‘procedure voor het
drukloos maken van de installatie’
volgen voordat u het spuitpistool een
onderhoudsbeurt geeft.
1. Volg de ‘procedure voor het drukloos maken
van de installatie’ en maak de vloeistofslang
los van het pistool.
2. Verwijder de afsluitdop en de pakkingveer aan
de achterkant van de pistoolkop.
3. Verwijder de pakkingeenheid aan de
achterkant van de pistoolkop. Maak hierbij
gebruik van een 3/8” dopsleutel.
4. Dompel de verwijderde onderdelen in het
juiste oplosmiddel en veeg ze schoon.
5. Controleer de onderdelen op slijtage en
beschadiging en gebruik, indien nodig, nieuwe
onderdelen wanneer u het pistool weer in
elkaar zet.
i
Smeer alle pakkingen en bewegende
onderdelen in met smeervet op basis
van lithium voordat u het pistool weer
in elkaar zet.
6. Zorg ervoor dat de twee terugtrekpinnen in de
pistoolkop op de juiste plaats blijven zitten.
7. Steek de pakkingeenheid in de achterkant van
de pistoolkop en schroef deze handvast.
8. Draai met behulp van een 3/8” dopsleutel de
pakkingeenheid vast. Haal aan tot 5Nm.
9. Smeer beide einden van de pakkingveer in en
plaats deze boven de pakkingeenheid in de
pistoolkop.
10. Plaats de afsluitdop zodanig boven de
pakkingveer dat de geleidestift van de
afsluitdop binnen de pakkingveer komt te
liggen.
11. Duw de afsluitdop richting de pistoolkop
terwijl u deze in de pistoolkop schroeft. Draai
de afsluitdop met behulp van een sleutel goed
vast.
12. Voer de ‘procedure tot aanpassing van de
pakkingeenheid’ uit zoals hieronder vermeld.
Procedure tot aanpassing van de
pakkingeenheid
Correcte afstelling van de
pakkingeenheid is essentieel om
een goede afsluiting te verkrijgen
wanneer de trekker wordt bediend.
1. Steek een 1/8” zeskantsleutel door het gat
in het midden van de afsluitdop tot deze
goed aangrijpt in de afstelschroef van de
pakkingeenheid.
2. Draai de afstelschroef van de pakkingeenheid
totdat de kogel van de pakkingeenheid op zijn
plaats zit. Draai de schroef vervolgens nog een
kwart slag voor de juiste spanning.
Vervanging/verwijdering van het lter
1. Trek de onderkant van de beschermkap van de
trekker naar voren zodat deze los komt van de
hendelconstructie.
2. Maak de hendelconstructie los van de
pistoolkop en verwijder de hendelconstructie.
3. Haal het oude lter uit de pistoolkop.
4. Schuif het nieuwe lter met de taps
toelopende kant naar voren in de pistoolkop.
5. Plaats de afdichtring van de hendel in de
pistoolkop, waarbij de platte kant van de
afdichtring naar de pistoolkop dient te wijzen.
De platte kant van de
afdichtring van de hendel
(gericht naar de pistoolkop)
De schuine kant van de
af
dichtring van de hendel
(gericht naar de hendel)
6. Schroef de hendelconstructie op de pistoolkop
totdat deze goed vast zit.
7. Klik de beschermkap van de trekker weer op
de hendelconstructie.
Overzicht van lters
Onder.-
nummer
Toepassing Filter-
type
Kleur
van de
lter
0089960 Synthetisch hars,
email, blanke lak,
beits, azuren
Extra jn Rood
0089959 Grondlaag
email, voorstrijk
email, plamuur,
markeringsverf,
structuuremail
Fijn Geel
0089958 Emulsies, latex
verven, acryl
verven
Medium Wit
0089957 Plamuur verven,
grote ruimteopper-
vlakten
Grof Groen
S-3 55
NL
Lijst van onderdelent
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
14
15
16
17
18
11
Item Onder. nr. Beschrijving
1 0502077 Pistoolkop
2 0502068 Trekkerschroef, lang
3 0502080 O-ring van diuser
4 0502074 Trekkerconstructie voor
een viervingerig pist
5 0296504 Beschermkap van de
trekker
6 550-277 Diuser, 7/8” (2,22 cm),
een gat, G-THD (inclusief
item 3)
7 651-020 Afdichtring van de
spuitmond
8 662-517 Spuitmondconstructie
(zie ook de catalogus met
accessoires voor extra
maten)
Item Onder. nr. Beschrijving
9 0289228 Beschermkap van de
spuitmond, G-THD
10 651-040 Aanslag van de afdichtring
van de spuitmond
11 0502159 Afsluitdop
12 0502054 Pakkingveer
13 550-264 Pakkingeenheid
14 0502079 Terugtrekpin (2)
15 580-513 Trekkerschroef, kort
16 560-038 Afdichtring van de hendel
17 0089958 Filter, medium
18 550-266 Hendel-/warteleenheid,
1/4 NPS
0286707 S-3 label (niet afgebeeld)
550-276 Pistoolreparatieset, G-THD
diuser, een gat (inclusief
items 3, 6, en 13)
56 S-3
NL
Garantie
Titan Tool, Inc., (“Titan”) garandeert dat, op het moment van de levering aan de oorspronkelijke aankoper
die de apparatuur zal gebruiken (“Eindgebruiker”), de apparatuur vrij is van defecten in het materiaal en
de uitvoering. Met uitzondering van eventuele speciale, beperkte of uitgebreide garanties die door Titan
zijn gepubliceerd, is de verplichting van Titan onder deze garantie beperkt tot het kosteloos vervangen
of repareren van de onderdelen die, naar het redelijk oordeel van Titan, defect zijn binnen de twaalf (12)
maanden na de verkoop aan de eindgebruiker. Deze garantie is alleen van toepassing wanneer de eenheid
is geïnstalleerd en wordt gebruikt in overeenstemming met de aanbevelingen en instructies van Titan.
De garantie is niet van toepassing wanneer schade of slijtage optreedt als gevolg van schuren, roest of
oneigenlijk gebruik, nalatigheid, een ongeval, een foute installatie, vervanging met onderdelen die niet van
Titan zijn of geknoei met de eenheid die de normale werking belemmeren.
Defecte onderdelen moeten worden geretourneerd aan een bevoegd verkoop-/servicepunt van Titan. Alle
transportkosten, inclusief retour naar de fabriek indien nodig, zijn ten laste van en worden vooraf betaald
door de Eindgebruiker. Gerepareerde of vervangen apparatuur wordt geretourneerd aan de Eindgebruiker,
waarbij het transport vooraf is betaald.
ER IS GEEN ANDERE UITDRUKKELIJKE GARANTIE. TITAN WIJST HIERBIJ ALLE IMPLICIETE GARANTIES AF,
INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, EEN GARANTIE VOOR VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOELEINDE, VOOR ZOVER DE WET DIT TOELAAT. DE DUUR VAN EVENTUELE IMPLICIETE
GARANTIES DIE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN IS BEPERKT TOT DE DUUR DIE IN DE UITDRUKKELIJKE
GARANTIE IS VERMELD. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN TITAN ZAL IN GEEN GEVAL GROTER ZIJN DAN HET
BEDRAG VAN DE AANKOOPPRIJS. AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE OF SPECIALE
SCHADE IS UITGESLOTEN ONDER ALLE GARANTIES, VOOR ZOVER DE WET DIT TOELAAT.
TITAN GEEFT GEEN GARANTIES EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES AF VOOR DE VERKOOPBAARHEID
EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOELEINDE VAN ACCESSOIRES, APPARATUUR, MATERIALEN OF
ONDERDELEN DIE DOOR TITAN WORDEN VERKOCHT, MAAR NIET GEPRODUCEERD. DEZE ARTIKELEN DIE
DOOR TITAN WORDEN VERKOCHT, MAAR NIET GEPRODUCEERD (ZOALS GASMOTOREN, SCHAKELAARS,
SLANGEN, ENZ.) ZIJN ONDERWORPEN AAN DE GARANTIE VAN HUN PRODUCENT. TITAN ZAL DE AANKOPER
OP REDELIJKE WIJZE BIJSTAAN BIJ HET INSTELLEN VAN ENE VORDERING BIJ EEN INBREUK OP DEZE
GARANTIES.
United States Sales & Service
1770 Fernbrook Lane
Minneapolis, MN 55447
www.titantool.com
Phone:
Fax:
1-800-526-5362
1-800-528-4826
1770 Fernbrook Lane
Minneapolis, MN 55447
www.titantool-international.com
Fax: 1-763-519-3509
International
international@titantool.com
S-3 57
NL
Aanwijzing voor afvalverwerking:
Conform de Europese Richtlijn 2002/96/EG voor
afvalverwerking van oude elektrische apparatuur en
diens uitvoer volgens nationaal recht, mag dit product
niet in het huisval worden gedeponeerd, en dient het
milieuvriendelijk te worden gerecycled!
Uw oude Titan-apparaat wordt door ons resp. onze
handelsvertegenwoordigingen teruggenomen en op de
betreende inzamelpunten gedeponeerd. Wendt u zich
in dit geval aan één van onze service-contactpunten, resp.
handelsvertegenwoordigingen of direct aan ons.
NL
EU-conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
2006/42/EG, 2014/34/EU, 2011/65/EU
En normatieve dokumenten:
EN ISO 12100, EN 1953, EN 80079-36
II 2G X
De EU-conformiteitsverklaring wordt met het product meegeleverd.
Indien nodig kan de verklaring met bestelnummer 2399000 worden nabesteld.

Documenttranscriptie

Veiligheidsrichtlijnen Neem altijd de veiligheidsvoor-schriften in acht! Alle lokale en nationale verordeningen inzake ventilatie, brandpreventie en bediening moeten in acht worden genomen. GEVAAR: Persoonlijk letsel door injectie Een straal onder hoge druk afkomstig uit dit apparaat is krachtig genoeg om de huid en het onderliggende weefsel binnen te dringen, hetgeen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel waarbij zelfs amputatie noodzakelijk kan blijken. Raadpleeg onmiddellijk een arts. BEHANDEL PERSOONLIJK LETSEL T.G.V. INJECTIE NIET ALS EEN SIMPELE SNEE! Injectie kan tot amputatie leiden. Raadpleeg onmiddellijk een arts. Breng uw arts op de hoogte met welk soort coatingmateriaal of reinigingsmiddel het letsel is veroorzaakt. De maximaal toegestane bedrijfsdruk van het spuitpistool bedraagt 27 MPa / 3900 PSI. • NOOIT het pistool op enig lichaamsdeel richten. • NOOIT een lichaamsdeel in de vloeistofstraal houden. NIET met een lichaamsdeel een eventuele lekkage in de vloeistofslang proberen af te dichten. • NOOIT uw hand voor het pistool houden. Handschoenen geven geen bescherming tegen persoonlijk letsel door injectie. • NOOIT het spuitpistool op een persoon richten. • ALTIJD de trekker van het pistool vergrendelen, de compressor uitschakelen en de druk laten ontsnappen voordat u het apparaat een onderhoudsbeurt geeft, de spuitmond of beschermkap daarvan schoonmaakt, de spuitmond verwisselt of het apparaat onbeheerd achterlaat. Uitschakelen van de compressormotor betekent niet automatisch dat het systeem drukloos wordt. De PRIME/SPRAY (doorspuiten/spuiten) selectiehendel in de stand PRIME zetten om de druk te laten ontsnappen! Voor gedetailleerde informatie over de te volgen PROCEDURE voor het drukloos maken van het apparaat, zie de compressorhandleiding. • ALTIJD de beschermkap van de spuitmond tijdens het spuiten op zijn plaats laten. De beschermkap van de spuitmond geeft enige bescherming, maar is hoofdzakelijk een waarschuwingsmiddel. • ALTIJD de spuitmond verwijderen alvorens het systeem door te spoelen of te reinigen. • Er kan lekkage in de verfslang ontstaan ten gevolge van slijtage, knikken van de slang of verkeerd gebruik. Een lek kan de oorzaak zijn van het feit dat spuitlak in de huid terechtkomt. Controleer de slang voor elk gebruik. • NOOIT een spuitpistool gebruiken waarvan de vergrendeling van de trekker niet werkt en de beschermkap van de trekker niet op de juiste plaats zit. • Alle accessoires dienen minimaal geschikt te zijn voor gebruik op de maximale toegestane bedrijfsdruk van de nevelspuitinstallatie. Dit geldt tevens voor de spuitmonden, verlengstukken en slang. GEVAAR: Explosiegevaar T.G.V gebruik van ongeschikte stoffen dit heeft ernstig persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg. • Gebruik geen stoffen die bleekmiddel of chloor bevatten. • Gebruik geen oplosmiddelen die halogeenkoolwaterstoffen bevatten, zoals bleek, meeldauwbestrijdingsmiddel, methylchloride en 1,1,1-trichloroethaan. Deze zijn ongeschikt voor gebruik in combinatie met aluminium. • Neem contact op met uw coating-fabrikant inzake de geschiktheid van stoffen op aluminium. GEVAAR: Algemeen dit kan ernstig persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben. • Lees alle instructies en veiligheidsvoor-zorgsmaatregelen voordat u het toestel bedient. • Spuit nooit dichtbij een ontstekingsbron (zoals open vuur, sigaretten – ook sigaren en pijpen zijn ontstekingsbronnen – vonken, hete elektriciteitskabels en hete oppervlakten). • Draag een beademingsuitrusting wanneer u aan het spuiten bent. Degene die het spuitpistool bedient, dient een veiligheidsmasker te dragen. Volg de voorschriften van de fabrikant van de stoffen, oplosmiddelen en reinigingsmiddelen wanneer u het apparaat voorbereidt, ermee werkt of dit reinigt, om te voorkomen dat u ziek wordt op uw werk. Veiligheidskleding, -handschoenen en -bril en, in sommige gevallen, ook veiligheidscrème zijn noodzakelijk om de huid te beschermen. • Volg de waarschuwingen en instructies van de fabrikant van het coatingmateriaal en de oplosmiddelen op. • Afzuigapparatuur dient door de gebruiker geïnstalleerd te worden overeenkomstig de ter plekke geldende voorschriften. • De te spuiten objecten moeten geaard zijn. • Controleer voor elk gebruik alle slangen op inkervingen, lekkage, slijtage of uitstulping van de 50 NL S-3 omhulling. Controleer op schade van of speling in verbindingsstukken. Vervang de slang meteen indien zich een van deze situaties voordoet. Repareer een verfslang nooit. Vervang de slang door een andere geaarde hogedrukslang. • Bediening van de trekker veroorzaakt een terugslag van de hand die het spuitpistool vasthoudt. De terugslag van het spuitpistool is bijzonder krachtig wanneer de spuitmond is verwijderd en de nevelcompressor op een hoge spuitdruk is ingesteld. Zet de drukregelaar op de laagst mogelijke stand alvorens de spuitmond te verwijderen en de apparatuur te reinigen. • Gebruik alleen onderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd. De gebruiker neemt alle risico’s en de aansprakelijkheid op zich wanneer hij onderdelen gebruikt die niet voldoen aan de minimale specificaties en veiligheidsrichtlijnen zoals opgesteld door de fabrikant van het spuitpistool. EXPLOSIEBESCHERMING-MARKERING X-markering: Het spuitpistool is in overeenstemming met Ex II 2G X en is conform richtlijn 94/9/ EEC (Atex 100a) geschikt om gebruikt te worden in een ruimte waar explosiegevaar bestaat, dat wil zeggen in zones van het type 1. Onder bepaalde omstandigheden kan het toestel zelf de oorzaak ervan zijn dat zich de condities van een zone van het type 1 voordoen. Alle afvoer van statische elektriciteit van het spuitpistool dient, zoals voorgeschreven, via de geleidende hogedrukslang naar de geaarde hogedrukcompressor te worden afgeleid. De max. oppervlaktetemperatuur komt overeen met de toegestane materiaal-temperatuur. Deze en de toegestane omgevingstemperatuur zijn in het hoofdstuk „Technische gegevens“ te vinden. Oefen geen overmatige kracht uit op de apparatuur en werk niet met gereedschap aan de installatie in ruimtes waar explosiegevaar bestaat, om vonkvorming te voorkomen. Restrisico’s Restrisico’s zijn risico’s, die niet uitgesloten kunnen worden, zelfs wanneer de apparatuur gebruikt wordt voor het beoogde doel. In dergelijke gevallen zullen de toepasselijke gebieden van de actuele restrisico’s gesignaleerd worden door waarschuwings- en / of verbodssignalen. Risico Bron / Oorzaak Gevolg Preventieve maatregelen Kan zich voordoen tijdens: Injectie-letsel Stroom van de verstoven vloeistof onder hoge druk Ernstig letsel of amputatie Richt NOOIT het pistool op een deel van het lichaam Installatie, Bediening Explosie of brand Statische elektriciteit of vonken Ernstig letsel Gebruik een goed geventileerde ruimte Aard het spuitpistool Bediening Gevaarlijke dampen Gevaarlijke dampen van het spuitmateriaal Ernstig letsel Gebruik een goed geventileerde ruimte Gebruik een masker Bediening Technische gegevens Maximaal toegestane bedrijfsdruk 27 MPa (3900 PSI) Schroefdraad aansluiting inlaatzijde M16 x 1.5 (NPSM 1/4”) Schroefdraad aansluiting diffuser 7/8 - 14 UN-2A Materiaal delen die met te verwerken middelen in aanraking komen Hoogwaardig roestvrij staal, urethaan, polyethyleen, nylon, hardmetaal Bedrijfstemperatuurbereik 5ºC tot 40ºC (40ºF tot 104ºF) Max. toegestane temperatuur materiaal 43ºC (109ºF) Max. geluidsproductie 81 dB(A)* Gewicht 590 g (1,3 lb.) * Meetplaats: een halve meter verwijderd van het te spuiten oppervlak en een halve meter achter het spuitpistool bij een spuitdruk van 12 MPa en een spuitmond van 0,021 cm. S-3 NL 51 Inleiding Dit nevelspuitpistool wordt gebruikt om vloeibare coatingstoffen onder hoge druk te vernevelen. Het gebruik van de vergrendeling van de trekker van het pistool De trekker van het pistool altijd vergrendelen wanneer u het pistool niet gebruikt. 1. Om de trekker te vergrendelen dient u de vergrendeling naar achteren te draaien totdat deze niet verder kan. 2. Om de trekker te ontgrendelen dient u de vergrendeling naar voren te draaien totdat die in verticale positie staat. 4. Volg de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ zoals vermeld in de handleiding bij de spuitinstallatie. 5. Maak gebruik van een pen of een gelijksoortig voorwerp om de afdichtring van de spuitmond (3) en de afdichtring (4) aan de achterkant van de beschermkap van de spuitmond (2) aan te brengen. Indrukken om deze op de plaats te duwen. 6. Plaats de spuitmond (1) in het slobgat van de beschermkap van de spuitmond. 2 1 3 1 Trekker vergrendeld (spuiten met pistoolniet mogelijk) 2 Trekker ontgrendeld (spuiten metpistool mogelijk) In gebruik nemen Altijd eerst het spuitsysteem drukloos maken voordat u het pistool, de spuitmond of de beschermkap van de spuitmond in elkaar zet, vervangt of reinigt. Volg de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ zoals vermeld in de handleiding bij de spuitinstallatie. Altijd de beschermkap van de spuitmond gebruiken voor extra bescherming tegen injectie. Wees erop bedacht dat de beschermkap op zichzelf niet voldoende bescherming tegen injectie biedt. Nooit de beschermkap van de spuitmond afsnijden. De trekker van het pistool altijd vergrendelen wanneer u het pistool niet gebruikt. Voordat u het toestel een onderhoudsbeurt geeft altijd eerst de handleiding raadplegen en alle waarschuwingen opvolgen. 1. Ingebruikname van de spuitinstallatie. Voor instructies betreffende de ingebruikname, zie de handleiding van de spuitinstallatie. 2. Sluit een geaarde nevelspuitslang aan op de inlaatzijde van het pistool. Maak gebruik van twee sleutels (een voor het pistool en een voor de slang) om alles goed vast te maken. 3. Start de spuitinstallatie met de spuitmond en de beschermkap van de spuitmond van het pistool verwijderd. Spoel het spuitsysteem door en bereid dit voor op gebruik aan de hand van de instructies in de handleiding van de spuitinstallatie. Controleer het spuitsysteem om ervoor te zorgen dat alle koppelingen vastzitten en nergens lekkage optreedt. 52 NL 4 7. Schroef de beschermkap van de spuitmond op het pistool. Plaats de beschermkap van de spuitmond in de gewenste spuitpositie en draai deze aan. i Om te kunnen spuiten, moet de pijl op de hendel van de spuitmond naar voren wijzen. Bediening 1. Om te kunnen spuiten, moet de pijl op de hendel van de spuitmond naar voren wijzen. 2. Start de spuitinstallatie. Voor instructies betreffende de ingebruikname, zie de handleiding van de spuitinstallatie. 3. Pas de vloeistofdruk van de spuitinstallatie aan totdat de sproeier een keurige spuitnevel levert. Altijd op de laagst mogelijke druk werken om het gewenste resultaat te bereiken. De spuitmond bepaalt de grootte van het spuitpatroon en de dekking. Indien u meer dekking nodig hebt, dient u een grotere spuitmond te gebruiken en niet de vloeistofdruk te vergroten. i 4. Het doorspuiten van een verstopte spuitmond: a. Draai de spuitmond 180° zodat de pijl op de hendel van de spuitmond naar de andere kant wijst. b. Activeer het pistool eenmaal om ervoor te zorgen dat de druk de verstopping eruit spuit. Let op c. De trekker nooit meer dan één keer achterelkaar induwen wanneer de spuitmond de andere kant op wijst. Ga hiermee door totdat de verstopping uit de spuitmond is gespoten. S-3 Het vervangen van een spuitmond Spuitmonden kunnen gemakkelijk worden verwijderd en vervangen zonder dat het pistool uit elkaar gehaald moet worden. Altijd eerst de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ volgen voordat u de spuitmond of de beschermkap van de spuitmond vervangt of reinigt. 1. Volg de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ zoals vermeld in de handleiding bij de spuitinstallatie. 2. Verwijder de spuitmond uit het slobgat van de beschermkap van de spuitmond. 3. Breng de nieuwe spuitmond in het slobgat van de beschermkap van de spuitmond in. Om te kunnen spuiten, moet de pijl op de hendel van de spuitmond naar voren wijzen. Het verwijderen van de afdichtring en de afdichtring van de spuitmond 1. Verwijder de spuitmond en de beschermkap van de spuitmond van het spuitpistool. 2. Verwijder de afdichtring en de afdichtring van de spuitmond van de achterkant van de beschermkap van de spuitmond. Spuitmond kiezen Gebruik, om de grootte van de te gebruiken spuitmond vast te stellen, de volgende formule. In dit voorbeeld zal een “517” spuitmond gebruikt worden. Het eerste cijfer met twee vermenigvuldigd, geeft de grootte van het spuitpatroon weer wanneer op een afstand van 30 cm (12 inch) van het werkoppervlak gespoten wordt: 5 x 2 = een spuitpatroon ter grootte van 10 inch (25 cm) De volgende twee cijfers geven de doorsnee van de uitstroomopening van de spuitmond weer: 17 = een uitstroomopening van 0,017 inch (0,43 cm) i S-3 Reinigen Een schoon pistool verzekert een probleemloos gebruik. Spoel het pistool na elk gebruik uit en bewaar het op een droge plaats. Laat het pistool of enig onderdeel daarvan nooit in water of oplosmiddelen liggen. Indien u ontvlambare oplosmiddelen gebruikt, volg dan de volgende speciale schoonmaakinstructies: • Het spuitpistool bij voorkeur altijd buiten uitspoelen terwijl u tenminste een slanglengte van de compressor verwijderd bent. • Indien u de uitgespoelde oplosmiddelen opvangt in een metalen 3,8 liter container, dient u deze container in een lege 19 liter container te plaatsen voordat u de oplosmiddelen uitspoelt. • De ruimte moet vrij van ontvlambare dampen zijn. • Volg alle overige reinigingsinstructies. Let op De spuitinstallatie, slang en het pistool moeten elke dag na gebruik grondig schoongemaakt worden. Indien u dit niet doet, kunnen bepaalde stoffen zich ophopen en de prestatie van het toestel ernstig belemmeren. Indien u spiritus of enig ander oplosmiddel gebruikt om de spuitinstallatie, slang en het pistool schoon te maken, moet u altijd de spuitmond en de beschermkap van de spuitmond verwijderen en spuiten met een minimale druk. Indien er ontvlambare dampen aanwezig zijn, kan opgebouwde statische elektriciteit resulteren in brand of een explosie. Houd het pistool tijdens het uitspuiten stevig tegen een metalen container aangedrukt. Versleten spuitmonden beïnvloeden het spuitpatroon nadelig en hebben een verminderde productie, slechte afwerking en verspilling van materiaal tot gevolg. Vervang versleten spuitmonden onmiddellijk. NL 53 Onderhoud Voordat u verder gaat, volg alle veiligheidsinstructies op zoals vermeld in de sectie ‘Veiligheidsinstructies’ van deze handleiding. i Voor identificatie van de onderdelen, zie de sectie ‘Lijst van Onderdelen’ in deze handleiding. Vervanging van respectievelijk onderhoud aan de afdichting Indien uw spuitpistool lekkage vertoont of bij de spuitmond spettert wanneer u de trekker induwt, is de naald of de zitting versleten, beschadigd of vervuild en moet deze worden vervangen of gereinigd. Altijd eerst de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ volgen voordat u het spuitpistool een onderhoudsbeurt geeft. 1. Volg de ‘procedure voor het drukloos maken van de installatie’ en maak de vloeistofslang los van het pistool. 2. Verwijder de afsluitdop en de pakkingveer aan de achterkant van de pistoolkop. 3. Verwijder de pakkingeenheid aan de achterkant van de pistoolkop. Maak hierbij gebruik van een 3/8” dopsleutel. 4. Dompel de verwijderde onderdelen in het juiste oplosmiddel en veeg ze schoon. 5. Controleer de onderdelen op slijtage en beschadiging en gebruik, indien nodig, nieuwe onderdelen wanneer u het pistool weer in elkaar zet. i Smeer alle pakkingen en bewegende onderdelen in met smeervet op basis van lithium voordat u het pistool weer in elkaar zet. 6. Zorg ervoor dat de twee terugtrekpinnen in de pistoolkop op de juiste plaats blijven zitten. 7. Steek de pakkingeenheid in de achterkant van de pistoolkop en schroef deze handvast. 8. Draai met behulp van een 3/8” dopsleutel de pakkingeenheid vast. Haal aan tot 5Nm. 9. Smeer beide einden van de pakkingveer in en plaats deze boven de pakkingeenheid in de pistoolkop. 10. Plaats de afsluitdop zodanig boven de pakkingveer dat de geleidestift van de afsluitdop binnen de pakkingveer komt te liggen. 11. Duw de afsluitdop richting de pistoolkop terwijl u deze in de pistoolkop schroeft. Draai de afsluitdop met behulp van een sleutel goed vast. 12. Voer de ‘procedure tot aanpassing van de pakkingeenheid’ uit zoals hieronder vermeld. 54 NL Procedure tot aanpassing van de pakkingeenheid Correcte afstelling van de pakkingeenheid is essentieel om een goede afsluiting te verkrijgen wanneer de trekker wordt bediend. 1. Steek een 1/8” zeskantsleutel door het gat in het midden van de afsluitdop tot deze goed aangrijpt in de afstelschroef van de pakkingeenheid. 2. Draai de afstelschroef van de pakkingeenheid totdat de kogel van de pakkingeenheid op zijn plaats zit. Draai de schroef vervolgens nog een kwart slag voor de juiste spanning. Vervanging/verwijdering van het filter 1. Trek de onderkant van de beschermkap van de trekker naar voren zodat deze los komt van de hendelconstructie. 2. Maak de hendelconstructie los van de pistoolkop en verwijder de hendelconstructie. 3. Haal het oude filter uit de pistoolkop. 4. Schuif het nieuwe filter met de taps toelopende kant naar voren in de pistoolkop. 5. Plaats de afdichtring van de hendel in de pistoolkop, waarbij de platte kant van de afdichtring naar de pistoolkop dient te wijzen. De platte kant van de afdichtring van de hendel (gericht naar de pistoolkop) De schuine kant van de afdichtring van de hendel (gericht naar de hendel) 6. Schroef de hendelconstructie op de pistoolkop totdat deze goed vast zit. 7. Klik de beschermkap van de trekker weer op de hendelconstructie. Overzicht van filters Onder.nummer Toepassing Filtertype Kleur van de filter 0089960 Synthetisch hars, email,blanke lak, beits, azuren Extra fijn Rood 0089959 Grondlaag email, voorstrijk email, plamuur, markeringsverf, structuuremail Fijn Geel 0089958 Emulsies, latex verven, acryl verven Medium Wit 0089957 Plamuur verven, grote ruimteoppervlakten Grof Groen S-3 Lijst van onderdelent 1 2 11 3 4 5 6 7 8 12 13 14 15 16 17 18 9 10 Item Onder. nr. 1 0502077 Pistoolkop 2 0502068 Trekkerschroef, lang 3 0502080 O-ring van diffuser 4 0502074 S-3 Beschrijving Item Onder. nr. Beschrijving 9 0289228 Beschermkap van de spuitmond, G-THD 10 651-040 Aanslag van de afdichtring van de spuitmond Trekkerconstructie voor een viervingerig pist 11 0502159 Afsluitdop 12 0502054 Pakkingveer 5 0296504 Beschermkap van de trekker 13 550-264 Pakkingeenheid 6 550-277 Diffuser, 7/8” (2,22 cm), een gat, G-THD (inclusief item 3) 14 0502079 Terugtrekpin (2) 15 580-513 Trekkerschroef, kort 560-038 Afdichtring van de hendel 7 651-020 Afdichtring van de spuitmond 16 17 0089958 Filter, medium 8 662-517 Spuitmondconstructie (zie ook de catalogus met accessoires voor extra maten) 18 550-266 Hendel-/warteleenheid, 1/4 NPS 0286707 S-3 label (niet afgebeeld) 550-276 Pistoolreparatieset, G-THD diffuser, een gat (inclusief items 3, 6, en 13) NL 55 Garantie Titan Tool, Inc., (“Titan”) garandeert dat, op het moment van de levering aan de oorspronkelijke aankoper die de apparatuur zal gebruiken (“Eindgebruiker”), de apparatuur vrij is van defecten in het materiaal en de uitvoering. Met uitzondering van eventuele speciale, beperkte of uitgebreide garanties die door Titan zijn gepubliceerd, is de verplichting van Titan onder deze garantie beperkt tot het kosteloos vervangen of repareren van de onderdelen die, naar het redelijk oordeel van Titan, defect zijn binnen de twaalf (12) maanden na de verkoop aan de eindgebruiker. Deze garantie is alleen van toepassing wanneer de eenheid is geïnstalleerd en wordt gebruikt in overeenstemming met de aanbevelingen en instructies van Titan. De garantie is niet van toepassing wanneer schade of slijtage optreedt als gevolg van schuren, roest of oneigenlijk gebruik, nalatigheid, een ongeval, een foute installatie, vervanging met onderdelen die niet van Titan zijn of geknoei met de eenheid die de normale werking belemmeren. Defecte onderdelen moeten worden geretourneerd aan een bevoegd verkoop-/servicepunt van Titan. Alle transportkosten, inclusief retour naar de fabriek indien nodig, zijn ten laste van en worden vooraf betaald door de Eindgebruiker. Gerepareerde of vervangen apparatuur wordt geretourneerd aan de Eindgebruiker, waarbij het transport vooraf is betaald. ER IS GEEN ANDERE UITDRUKKELIJKE GARANTIE. TITAN WIJST HIERBIJ ALLE IMPLICIETE GARANTIES AF, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT, EEN GARANTIE VOOR VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOELEINDE, VOOR ZOVER DE WET DIT TOELAAT. DE DUUR VAN EVENTUELE IMPLICIETE GARANTIES DIE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN IS BEPERKT TOT DE DUUR DIE IN DE UITDRUKKELIJKE GARANTIE IS VERMELD. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN TITAN ZAL IN GEEN GEVAL GROTER ZIJN DAN HET BEDRAG VAN DE AANKOOPPRIJS. AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE IS UITGESLOTEN ONDER ALLE GARANTIES, VOOR ZOVER DE WET DIT TOELAAT. TITAN GEEFT GEEN GARANTIES EN WIJST ALLE IMPLICIETE GARANTIES AF VOOR DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOELEINDE VAN ACCESSOIRES, APPARATUUR, MATERIALEN OF ONDERDELEN DIE DOOR TITAN WORDEN VERKOCHT, MAAR NIET GEPRODUCEERD. DEZE ARTIKELEN DIE DOOR TITAN WORDEN VERKOCHT, MAAR NIET GEPRODUCEERD (ZOALS GASMOTOREN, SCHAKELAARS, SLANGEN, ENZ.) ZIJN ONDERWORPEN AAN DE GARANTIE VAN HUN PRODUCENT. TITAN ZAL DE AANKOPER OP REDELIJKE WIJZE BIJSTAAN BIJ HET INSTELLEN VAN ENE VORDERING BIJ EEN INBREUK OP DEZE GARANTIES. United States Sales & Service Phone: 1-800-526-5362 Fax: 1-800-528-4826 1770 Fernbrook Lane Minneapolis, MN 55447 www.titantool.com 56 NL International [email protected] Fax: 1-763-519-3509 1770 Fernbrook Lane Minneapolis, MN 55447 www.titantool-international.com S-3 Aanwijzing voor afvalverwerking: Conform de Europese Richtlijn 2002/96/EG voor afvalverwerking van oude elektrische apparatuur en diens uitvoer volgens nationaal recht, mag dit product niet in het huisval worden gedeponeerd, en dient het milieuvriendelijk te worden gerecycled! Uw oude Titan-apparaat wordt door ons resp. onze handelsvertegenwoordigingen teruggenomen en op de betreffende inzamelpunten gedeponeerd. Wendt u zich in dit geval aan één van onze service-contactpunten, resp. handelsvertegenwoordigingen of direct aan ons. NL EU-conformiteitsverklaring Wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen: 2006/42/EG, 2014/34/EU, 2011/65/EU En normatieve dokumenten: EN ISO 12100, EN 1953, EN 80079-36 II 2G X De EU-conformiteitsverklaring wordt met het product meegeleverd. Indien nodig kan de verklaring met bestelnummer 2399000 worden nabesteld. S-3 NL 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Titan S-3 Airless Spray Gun Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding