Concepten, terminologie, en gebruiken
In deze handleiding wordt de volgende terminologie gebruikt als verwezen wordt naar de
verschillende opties en het gebruik daarvan.
●
Admin-modus en gebruikersmodus
Er zijn twee bedrijfsmodi. In de eerste modus, de Admin-modus, definieert en bewerkt de
Administrator de acties in de HPCM-omgeving voor de gebruiker van de thin client. De tweede
modus, de gebruikersmodus, wordt aangeroepen als HPCM wordt gestart door een
gebruikersaccount die NIET de Administrator-account is.
●
Gebruiker
In de meeste gevallen betekent het woord Gebruiker (met een hoofdletter) de account die op dat
moment op de thin client is aangemeld.
●
Lokale aanmeldingen
Lokale aanmeldingen zijn degene met accounts die op de thin client zelf zijn gemaakt. Standaard
worden HP thin client-apparaten met twee lokale aanmeldingen geleverd: De Administrator en
Geberuiker (of User) accounts. Deze twee aanmeldingen zijn voldoende voor de meeste
installaties, maar het is heel eenvoudig om extra aanmeldingen te maken.
●
Domeinaanmelding
Een Domeinaanmelding is een aanmelding bij Active Directory of een Windows Domain.
Dezelfde voorwaarden die van toepassing zijn op lokale aanmeldingen, zijn eveneens van
toepassing op de domeinaameldingen.
●
Uitvoeren van scripts
Scripting betekent het ontwerpen van de verwachte acties binnen de context van de HPCM-
omgeving: acties zoals automatisch aanmelden, failovers, gebruikte referenties enz.
●
Failover
Failover vindt plaats als de HPCM failover tests een foutieve of ontbrekdende verbindingsstatus
detecteren. De Administrator kan de acties 'scripten' die HPCM tijdens een failover moet
uitvoeren. Deze acties zijn beperkt tot het proberen van een andere verbinding of het instellen van
verbindingen aan de hand van een eenvoudige, gesorteerde boom-architectuur.
●
Protocol
Protocol verwijst naar elk van de door HPCM ondersteunde client protocols; op dit moment
omvatten deze Terminal Services (RDP), Citrix ICA, VMware View, Web (HTTP), SSH, Telnet, enz.
Voor deze ondersteuning moet de externe client software geïnstalleerd zijn.
●
Verbindingen
Een verbinding is een verzameling protocol client parameters die u als Administrator in de HPCM
GUI-interface definieert. Deze kunnen vervolgens aan een HPCM-profiel worden toegewezen (zie
de volgende definitie). De verbinding bepaalt welke protocol client (RDP, ICA enz.) gebruikt moet
worden en hoe deze wordt ingesteld.
●
Profielen
2 Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW