Sony DHC-NX5MD Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Manual de Instruções
©2000 Sony Corporation
Mini HiFi
Component
System
4-229-417-42(2)
DHC-NX5MD
NL
IT
PT
2
NL
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brandgevaar of elektrische
schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische
schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan
deskundig personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe
ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is
geclassificeerd als een
KLASSE 1 LASER
product.
De “CLASS 1 LASER
PRODUCT”
aanduiding bevindt zich
aan de achterkant van
het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN
GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE,
SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR
SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT
GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN
DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
Voor de Klanten in
Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
LET OP
Het gebruik van optische instrumenten in combinatie
met dit product levert extra gevaar op voor uw ogen.
De DHC-NX5MD bestaat uit de volgende
componenten:
A/V-bedieningsversterker STR-NX5MD
CD-speler/MD-deck HMC-NX5MD
Luidsprekersysteem SS-NX1
Inhoudspgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem........... 4
Stap 2: Instellen van de klok ..................... 7
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders........................................ 8
Stroom besparen in de wachtstand* .......... 9
Basisbedieningen
Afspelen van een CD
— Afspelen in normale volgorde ..... 10
Opnemen van een CD op een MD .......... 12
Versneld opnemen van een CD op een MD
— Versnelde CD-MD-
synchroonopname............................. 13
Afspelen van een MD ............................. 15
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 16
Opnemen van de radio
— Handmatige opname .................... 17
De CD-speler
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
CD — REPEAT-afspeelfunctie........ 18
CD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 19
Programmeren van CD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie.......... 20
Gebruik van het CD-display ................... 22
Het MD-deck — Afspelen
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie....... 23
MD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23
Programmeren van MD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 24
Gebruik van het MD-display................... 26
3
NL
NL
Het MD-deck — Opnemen
Alvorens met het opnemen te
beginnen ........................................... 27
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname ......... 28
Opnemen van het huidige muziekstuk
— REC IT ........................................ 29
Lange opnamen ....................................... 30
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname .................... 31
Opnamestart met 6 seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 32
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 34
Inlassen van een 3-seconden interval tussen
de muziekstukken
— Smart Space, Auto Cut ................ 36
Instellen van het opnameniveau .............. 37
Mono-opnamen ....................................... 39
Het MD-deck — Monteren
Alvorens met het monteren te
beginnen ........................................... 40
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 41
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 43
Verplaatsen van opgenomen muziekstukken
— MOVE-functie ............................. 47
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 48
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 49
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 51
Veranderen van het opnameniveau na het
opnemen
— S.F EDIT-functie ......................... 52
Geluidsregeling
Regeling van het geluid........................... 54
Audio-accentuering kiezen ..................... 55
Veranderen van de helderheid van het
display .............................................. 56
Surround-effecten kiezen ........................ 56
Instellen van de grafische equalizer ........ 57
Aanmaken van een persoonlijk bestand
voor audio-accentuering
— P FILE-functie ............................. 58
Overige functies
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 59
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 60
Inslapen met muziek ...................................
— SLEEP-timerfunctie .................... 63
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 63
Radioprogramma’s opnemen met
de timer............................................. 65
Aansluiten van los
verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare AV-
componenten .................................... 66
Aansluiten van buitenantennes ................ 68
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 69
Systeembeperkingen van MD’s .............. 70
Verhelpen van storingen ......................... 71
Zelfdiagnose-display ............................... 74
Technische gegevens............................... 76
Index ........................................................ 78
* Alleen Europees model
4
NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem
Volg de onderstaande procedure 1 t/m 5 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en
accessoires aan te sluiten.
Indien u de stereo-installatie verticaal installeert
Zet de A/V-bedieningsversterker op de CD-speler/MD-deck.
FM-antenne
AM-raamantenne
Voorste luidspreker
(rechts)
Voorste luidspreker
(links)
5
NL
Voorbereidingen
1 Sluit de stekker van het platte snoer aan
op de SYSTEM CONTROL-
aansluitingen totdat deze vastklikt.
Om te ontkoppelen
2 Sluit de voorste luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
FRONT SPEAKER-aansluitingen, zoals
hieronder is aangegeven.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van
de antennes om ruis te voorkomen.
Steek alleen het blootgelegde gedeelte
erin.
+
R
L
+
3 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze
daarna aan.
Type aansluiting A
AM
FM 75
COAXIAL
Rood/
Effen (3)
Zwart/
Gestreept (#)
AM-raamantenne
Trek de FM-
draadantenne er
horizontaal uit.
Type aansluiting B
FM 75
AM
AM-raamantenne
Trek de FM-
draadantenne er
horizontaal uit.
Opmerking
Installeer de AM-raamantenne zo ver mogelijk van
het hoofdapparaat.
wordt vervolgd
6
NL
Stap 1: Aansluiten van het
systeem (vervolg)
Bevestigen van de kussentjes
van de voorste luidsprekers
Bevestig de kussentjes van de voorste luidsprekers
aan de onderkant van de luidsprekers om de
luidsprekers te stabiliseren en te voorkomen dat
deze verschuiven.
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vernieuwen.
Opmerkingen
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt
te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage te
voorkomen.
Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit
plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast
elkaar.
Gebruik geen batterij die lekt.
Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te
reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
Verplaatsing van het systeem
Doe als volgt om het CD-mechanisme te
beschermen:
1 Druk op CD (of herhaald op FUNCTION op de
afstandsbediening) zodat “CD” op het display
verschijnt.
2 Houd ENTER ingedrukt en druk op ?/1 zodat
“LOCK” op het display verschijnt.
4 Bij modellen met een spanningskiezer
stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de
plaatselijke netspanning.
VOLTAGE SELECTOR
220V
120V
230
2
4
0
V
-
5 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie verschijnt op het display.
Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem
ingeschakeld en eindigt de demonstratie
automatisch.
Indien de stekker niet in het stopcontact past,
dient u de bijgeleverde adapter te
ontkoppelen (alleen bij modellen met een
adapter).
Deactiveren van de
demonstratie
Bij het instellen van de klok (zie blz. 7) wordt de
demonstratie gedeactiveerd.
Om de demonstratie opnieuw te activeren/
deactiveren, drukt u op DISPLAY (Europees
model) of DEMO (STANDBY) (overige
modellen) terwijl het systeem is uitgeschakeld.
Tip
U kunt het basgeluid versterken door een los
verkrijgbare superwoofer aan te sluiten op de SUPER
WOOFER OUT-aansluiting.
7
NL
Voorbereidingen
Stap 2: Instellen van de
klok
Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u
de klok vooraf op de juiste tijd instellen.
De klok van het Europese model werkt met 24
uren, en die van andere modellen met 12 uren.
Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren
gebruikt.
1
3,5 2,4
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
De uur-indicatie begint te knipperen.
2 Druk op V of v om het uur in te stellen.
3 Druk op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
4 Druk op V of v om de minuten in te
stellen.
5 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Tips
Indien u een fout hebt gemaakt, moet u opnieuw
beginnen vanaf stap 1.
Door het instellen van de klok wordt de
demonstratie gedeactiveerd.
Indien u de demonstratie op het display wilt laten
verschijnen, drukt u op DISPLAY (Europees
model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen)
terwijl het systeem is uitgeschakeld.
Veranderen van de tijd
In het voorgaande werd uitgelegd hoe u de klok
moet instellen wanneer het systeem is
uitgeschakeld. Om de klok in te stellen terwijl het
systeem is ingeschakeld, doet u als volgt:
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
2 Druk op V of v om SET CLOCK te kiezen.
3 Druk op ENTER.
4 Herhaal de bovenstaande stappen 2 t/m 5.
Opmerking
Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt of
wanneer er een stroomonderbreking optreedt, gaan de
instellingen van de klok verloren.
8
NL
Stap 3:
Voorprogrammeren van
radiozenders
U kunt het volgende aantal zenders
programmeren: 20 FM-zenders en 10 AM-
zenders.
4
213
?/1 (spanning)
Instelknop
3 Druk op TUNER MEMORY.
Er knippert een preselectienummer op het
display.
De zenders worden vastgelegd vanaf
preselectienummer 1.
Preselectienummer
TUNED
STEREO
4 Druk op ENTER.
“Complete!” verschijnt. De zender is nu in
het geheugen vastgelegd.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
Om af te stemmen op een zender
met een zwak signaal
Druk bij stap 2 herhaald op + of – om handmatig
op de zender af te stemmen.
Om het preselectienummer te
veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Draai na stap 3 de
instelknop om het preselectienummer te kiezen
waaronder u de zender wilt vastleggen.
Om een voorgeprogrammeerde
zender te wissen
1 Houd TUNER MEMORY ingedrukt totdat er
een preselectienummer op het display knippert.
TUNED
STEREO
2 Draai de instelknop om het preselectienummer
te kiezen dat u wilt wissen.
Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders
wilt wissen, kiest u “All Erase”.
3 Druk op ENTER.
“Complete!” verschijnt.
Elke keer wanneer u een preselectienummer
wist, wordt het totale aantal
preselectienummers met één verminderd en
worden alle preselectienummers die volgen op
het gewiste preselectienummer opnieuw
genummerd.
1 Druk herhaald op TUNER BAND totdat
de gewenste frequentieband op het
display verschijnt.
Bij elke druk op deze toets verandert de
frequentieband als volgt:
FM y AM
2 Druk op + of – en houd deze ingedrukt.
De frequentie-indicatie begint te veranderen
en stopt wanneer het systeem op een zender
is afgestemd. “TUNED” en “STEREO”
(voor een stereo-programma) verschijnen op
het display.
TUNED
STEREO
9
NL
Voorbereidingen
Stroom besparen in de
wachtstand
(alleen Europees model)
In de wachtstand kunt u het stroomverbruik tot
een minimum terugbrengen (energie-
besparingsmodus) en energie besparen.
?/1 (spanning)
DISPLAY
POWER SAVE/DEMO
(STANDBY)
, Druk op POWER SAVE/DEMO
(STANDBY) wanneer het systeem is
uitgeschakeld.
Het systeem schakelt over in de
energiebesparingsmodus en de klokindicatie
verdwijnt.
Het systeem wordt in- en uitgeschakeld door
indrukken van ?/1.
Om de energiebesparingsmodus
uit te schakelen
Druk op DISPLAY.
De klokindicatie verschijnt.
wordt vervolgd
Om het AM-afsteminterval te
veranderen (geldt niet voor het
Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op
9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het
AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op
een willekeurige AM-zender af te stemmen en
daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u
TUNER MEMORY ingedrukt houdt, schakelt u
het systeem weer in. Wanneer u het interval
verandert, worden alle voorgeprogrammeerde
AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het
oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u
deze procedure.
Tip
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt
getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt,
blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een
halve dag in het geheugen bewaard.
10
NL
Stroom besparen in de
wachtstand (vervolg)
1 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A
en plaats een CD in de disc-lade.
Indien een disc niet goed wordt geplaatst, zal
deze niet worden herkend.
1
2
3
4
5
Basisbedieningen
Afspelen van een CD
— Afspelen in normale volgorde
U kunt maximaal vijf CD’s achter elkaar afspelen.
2
1
3
4
5
CD H
PLAY
MODE
VOLUME
VOLUME
CD s
21
m/M
CD S
Tips
Elke keer wanneer u in de energiebesparingsmodus
op POWER SAVE/DEMO (STANDBY) drukt,
schakelt het display respectievelijk over in de
energiebesparingsmodus of demonstratiemodus.
Zelfs in de energiebesparingsmodus lichten de ?/1
indicator en timer-indicator (wanneer de timer is
ingesteld) op.
In de energiebesparingsmodus werkt de timer ook.
Opmerkingen
In de energiebesparingsmodus kunt u de klok niet
instellen.
In de energiebesparingsmodus werkt de één-toets-
weergavestart niet.
Met de labelkant naar
boven. Wanneer u
een CD-single (8 cm
CD) afspeelt, dient u
deze op de binnenste
cirkel van de lade te
plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op dezelfde toets. Om een andere CD te
plaatsen, drukt u bij het betreffende nummer
op A om de disc-lade te openen.
?/1
(spanning)
Instelknop
11
NL
Voorbereidingen/Basisbedieningen
Druk in de stopstand herhaald
op PLAY MODE totdat
“1 DISC” verschijnt.
Alle CD’s af te spelen Druk in de stopstand herhaald
op PLAY MODE totdat “ALL
DISCS” verschijnt.
De CD te verwijderen Druk op één van de toetsen
CD 1 – 5 A.
Draai VOLUME.
Druk op één van de toetsen
CD 1 – 5 A om de lade te
openen met de CD die u wilt
verwisselen. Wanneer u de
CD hebt verwisseld, druk dan
op dezelfde toets om de lade
te sluiten. Zolang de lade
geopend is, knippert de
indicator DISC 1 – 5 van die
lade in oranje.
Tips
Wanneer u CD H indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch
ingeschakeld en begint het afspelen van de CD
indien er een CD in de disc-lade is geplaatst (Één-
toets-weergavestart).
Wanneer het systeem zich in de energie-
besparingsmodus bevindt, zal de één-toets-
weergavestart niet werken.
U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten
beginnen door indrukken van CD H of de
betreffende toets DISC 1 – 5 (Automatische
bronkeuze).
Wanneer er geen CD in de lade is geplaatst,
verschijnt “CD No Disc” op het display.
Opmerking
Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit,
aangezien de CD-speler beschadigd kan raken. Druk
op de betreffende toets CD 1 – 5 A om de disc-lade te
sluiten.
2 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5.
De disc-lade sluit en het afspelen begint.
Indien u CD H indrukt, begint het afspelen
bij de CD die zich in de lade bevindt en
waarvan het nummer op het display wordt
weergegeven.
Nummer van disc-lade Afspeeltijd
1
Muziekstuknummer
Om Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Druk op CD s.
Te pauzeren Druk op CD S. De afspeeltijd
begint te knipperen. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
Een muziekstuk te
kiezen
Draai de instelknop tijdens het
afspelen of pauzeren naar
rechts (om vooruit te gaan) of
naar links (om achteruit te
gaan) en laat deze los wanneer
u het gewenste muziekstuk
hebt gevonden.
Een punt in een
muziekstuk te
vinden
Houd tijdens het afspelen CD
m of M ingedrukt en laat
deze bij het gewenste punt los.
In de stopstand
een CD te kiezen
Druk op één van de toetsen
DISC 1 – 5 (of druk op D.SKIP
op de afstandsbediening).
.Alleen de gekozen
CD af te spelen
Tijdens het afspelen
van een CD een
andere CD te
verwisselen
Het volume in te
stellen
12
NL
2 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A
en plaats een CD.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw
op dezelfde toets.
1
2
3
4
5
Opnemen van een CD op
een MD
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD en
daarbij de muziekstuknummers in dezelfde
volgorde als op de CD aanbrengen.
U kunt ook een programma van uw favoriete
muziekstukken opnemen (zie blz. 28).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1 (spanning).
2
1
3
4
5
CD s
MD s
3
2
4
NAME EDIT/
CHARACTER
ENTER/YES
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar boven
en het schuifdeksel aan de
rechterkant
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Met de labelkant naar
boven. Wanneer u
een CD-single (8 cm
CD) afspeelt, dient u
deze op de binnenste
cirkel van de lade te
plaatsen.
3 Druk op CD SYNC NORMAL.
Om met hoge snelheid op te nemen, drukt u
op CD SYNC HIGH.
×1” (“×2” voor versnelde opname)
verschijnt op het display. “MD New Track”
en de resterende opnametijd van de MD
verschijnen beurtelings.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
4 Druk op MD S.
Het opnemen begint. Tijdens CD-MD-
synchroonopname kunt u het opnemen niet
tijdelijk onderbreken. Wanneer de opname is
beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-
deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
13
NL
Basisbedieningen
Tips
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen
muziekstuk.
De muziekstuknummers op de CD worden
automatisch opgenomen op de MD.
Al naar gelang de disc worden soms ook de CD
TEXT-gegevens gekopieerd. Indien “CD TEXT”
tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op
NAME EDIT/CHARACTER en daarna op ENTER/
YES om de titel van het huidige muziekstuk op te
nemen. (Indien “CD TEXT” brandt, wordt de titel
automatisch opgenomen.)
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Opmerkingen
Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij
stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus
voor normaal afspelen.
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken (zie blz. 27).
Indien “Retry” op het display knippert, is er een
leesfout opgetreden en probeert het systeem om de
gegevens opnieuw te lezen (zie blz. 14).
De functie Auto Cut zal niet werken tijdens
synchroonopname.
Versneld opnemen van
een CD op een MD
— Versnelde CD-MD-synchroonopname
Met deze functie kunt u een CD met tweemaal de
snelheid van normale CD-MD-synchroonopname
opnemen op een MD.
2
1
3
4
5
CD s
MD s
43
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
Om de muziekstukken in de door u
geprogrammeerde volgorde op te nemen,
drukt u herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” verschijnt. (Indien u geen
programma hebt samengesteld, zie blz. 20.)
3 Druk op CD SYNC HIGH SPEED.
×2” verschijnt op het display. “MD New
Track” en de resterende opnametijd van de
MD verschijnen beurtelings.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
4 Druk op MD S.
Het versneld opnemen begint. Tijdens de
opname kunt u niet meeluisteren naar het
signaal dat wordt opgenomen en ook kunt
u het opnemen niet tijdelijk onderbreken.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
wordt vervolgd
14
NL
Versneld opnemen van een CD
op een MD (vervolg)
Opmerkingen
Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt
u niet over bestaande opnamen heen opnemen. Het
opnemen begint automatisch na de bestaande
opnamen.
Zorg dat de resterende opnametijd van de MD
langer is dan de afspeeltijd van de CD, vooral
indien u alle muziekstukken op de CD wilt
opnemen.
Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt
u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Indien u
het opnemen midden in een muziekstuk tijdelijk
onderbreekt of stopt, wordt het betreffende
muziekstuk niet op de MD opgenomen.
Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij
stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus
voor normaal afspelen.
Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname
kunnen de volgende functies niet worden gebruikt:
Auto Cut
Meeluisteren naar het signaal dat wordt
opgenomen
Bij de volgende CD’s kan er bij het opnemen op
een MD een leesfout of ruis optreden:
CD’s waarop etiketten zijn geplakt
CD’s met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
hart- of stervormige CD’s)
CD’s waarbij alle tekst op slechts één kant is
gedrukt
CD’s die oud zijn
CD’s met krassen
CD’s die vuil zijn
CD’s die zijn kromgetrokken
Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een
CD één van de volgende verschijnselen voordoet,
kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden:
wanneer er tegen de CD-lade of een ander
onderdeel van het systeem wordt gestoten;
wanneer het systeem op een oneffen of zachte
ondergrond wordt geplaatst; of
wanneer het systeem zich in de nabijheid van
een luidspreker, deur of andere trillingsbron
bevindt.
Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt
er soms een extra geluidloos muziekstuk
aangemaakt. U kunt deze extra muziekstukken
wissen door gebruikmaking van de montagefunctie
van het MD-deck (zie blz. 43).
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
Indien “Retry” op het display
knippert nadat u bij stap 4 MD S
hebt ingedrukt
In dit geval is er een leesfout opgetreden en
probeert het MD-deck om de gegevens opnieuw te
lezen.
Indien de hernieuwde poging is geslaagd, gaat
het MD-deck verder met de versnelde CD-MD-
synchroonopname. In dit geval zal “×2” op het
display oplichten.
Indien de geplaatste CD of het MD-deck in
slechte staat verkeert en de hernieuwde poging
mislukt, wordt de versnelde CD-MD-
synchroonopname geannuleerd. In dit geval
knippert “×1” op het display en begint het MD-
deck automatisch met CD-MD-
synchroonopname op normale snelheid.
Wanneer dit gebeurt, kunt u niet meeluisteren
naar het signaal dat wordt opgenomen.
15
NL
Basisbedieningen
Afspelen van een MD
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1 (spanning). U kunt een MD afspelen zoals een
CD.
?/1 (spanning)
2
1
3
4
5
2
VOLUME MD A
MD S MD s MD m/MMD JOG
1 Plaats een MD.
Met de labelkant naar boven
en het schuifdeksel aan de
rechterkant
2 Druk op MD H.
Het afspelen begint.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te
stoppen
Te pauzeren
Draai MD JOG tijdens het
afspelen of pauzeren naar
rechts (om vooruit te gaan) of
naar links (om achteruit te
gaan) en laat deze los wanneer
u het gewenste muziekstuk
hebt gevonden.
Een punt in een
muziekstuk te vinden
Houd tijdens het afspelen MD
m of M ingedrukt en laat
deze bij het gewenste punt los.
De MD te verwijderen Druk op MD A.
Het volume in te
stellen
Draai VOLUME.
Tips
Wanneer u MD H indrukt terwijl het systeem is
uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch
ingeschakeld en begint het afspelen van de MD
indien er een MD in het systeem is geplaatst (Één-
toets-weergavestart).
Wanneer het systeem zich in de energie-
besparingsmodus bevindt, zal de één-toets-
weergavestart niet werken.
U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar het MD-deck en het afspelen van een MD laten
beginnen door indrukken van MD H
(Automatische bronkeuze).
Opmerking
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand
uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is
aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck
defect raken.
Met het pijltje
naar het deck
gericht
Druk op MD s.
Druk op MD S. Druk
opnieuw om het afspelen te
hervatten.
Een muziekstuk te
kiezen
16
NL
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde
zenders
Eerst moet u de radiozenders in het geheugen van
de tuner programmeren (zie blz. 8).
Om Doe het volgende
De radio uit te
schakelen
Druk op ?/1 (spanning).
Het volume in te
stellen
Draai VOLUME.
Luisteren naar niet-
voorgeprogrammeerde
radiozenders
Gebruik de functie voor handmatige of
automatische afstemming. Voor handmatige
afstemming drukt u herhaald op – of +. Voor
automatische afstemming houdt u – of +
ingedrukt.
Tips
Wanneer u TUNER BAND indrukt terwijl het
systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem
automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op
de laatst ontvangen zender (Één-toets-
weergavestart).
Wanneer het systeem zich in de energie-
besparingsmodus bevindt, zal de één-toets-
weergavestart niet werken.
U kunt overschakelen van een andere geluidsbron
naar de tuner door gewoon TUNER BAND in te
drukken (Automatische bronkeuze).
Wanneer er tijdens een FM-programma ruis
optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat
“MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect,
maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de
toets om het stereo-effect weer in te schakelen.
Richt de bijgeleverde antennes opnieuw om een
optimale ontvangst te krijgen.
?/1
(spanning)
VOLUME
–/+ 1
STEREO/MONO
Instelknop
1 Druk herhaald op TUNER BAND totdat
de gewenste frequentieband op het
display verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de
frequentieband als volgt:
FM y AM
2 Draai de instelknop om af te stemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde
zender.
Draai naar links
om een lager
preselectie-
nummer te kiezen.
Draai naar rechts
om een hoger
preselectie-
nummer te kiezen.
Preselectienummer Frequentie
TUNED
STEREO
Wanneer u slechts één zender hebt
voorgeprogrammeerd, verschijnt “One
Preset” op het display.
17
NL
Basisbedieningen
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op
een MD. Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te
wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 43.
Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1 (spanning).
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar boven
en het schuifdeksel aan de
rechterkant
Met het pijltje
naar het deck
gericht
2 Druk op TUNER BAND om de
gewenste frequentieband te kiezen.
3 Draai de instelknop om af te stemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde
zender.
Draai naar links
om een lager
preselectie-
nummer te kiezen.
Draai naar rechts
om een hoger
preselectie-
nummer te kiezen.
Preselectienummer Frequentie
TUNED
STEREO
4 Druk op REC/REC IT.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
5 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
wordt vervolgd
?/1 (spanning) Instelknop
2
1
3
4
5
MD s
45
2
18
NL
Opnemen van de radio (vervolg)
Tips
Indien er tijdens het opnemen van een AM-
radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de
AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of
sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie
blz. 68).
U kunt de MD in mono opnemen. Voor
bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 39.
U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie
blz. 37).
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af
te dekken (zie blz. 27).
De CD-speler
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u één CD of alle
CD’s herhaald afspelen.
PLAY MODE2 1
?/1 (spanning)
1 Druk op CD om de functie CD te kiezen.
2 Druk tijdens het afspelen herhaald op
REPEAT/PTY (Europees model) of
REPEAT (overige modellen) totdat
“REPEAT” op het display verschijnt.
Het herhaald afspelen begint. Om een andere
functie voor herhaald afspelen te kiezen, doet
u het volgende:
Voor herhaling van Druk
Maximaal vijfmaal
alle muziekstukken
van de huidige CD
In de stopstand
herhaald op PLAY
MODE totdat “1 DISC”
op het display
verschijnt.
Maximaal vijfmaal
alle muziekstukken
op alle CD’s
In de stopstand
herhaald op PLAY
MODE totdat
“ALL DISCS” op het
display verschijnt.
Slechts één
muziekstuk
Herhaald op REPEAT
totdat “REPEAT 1” op
het display verschijnt
terwijl u het
muziekstuk afspeelt dat
u wilt herhalen.
19
NL
Basisbedieningen/De CD-speler
CD-muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op één CD of op alle
CD’s in willekeurige volgorde afspelen.
2
1
3
4
5
DISC 1 – 5
12
3
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk tijdens het afspelen herhaald op REPEAT/
PTY (Europees model) of REPEAT (overige
modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” van
het display is verdwenen.
Opmerking
Tijdens afspelen in willekeurige volgorde is het niet
mogelijk om alle muziekstukken herhaald af te
spelen.
?/1 (spanning)
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“1 DISC SHUFFLE” of “ALL DISCS
SHUFFLE” op het display verschijnt.
Bij “ALL DISCS” worden alle CD’s in de
speler in willekeurige volgorde afgespeeld,
en bij “1 DISC” worden de muziekstukken
van de op dat moment gekozen CD in
willekeurige volgorde afgespeeld.
wordt vervolgd
20
NL
CD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen (vervolg)
Programmeren van CD-
muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma samenstellen van
maximaal 25 stappen van alle CD’s in de volgorde
waarin u deze wilt afspelen.
2
1
3
4
5
CD s
124
5
7
3
3 Druk op CD H.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op CD s om het afspelen in willekeurige
volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op
PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en
“PROGRAM” van het display zijn verdwenen.
Om de gewenste CD te kiezen
Druk op de betreffende toets DISC 1 – 5.
Tip
Om een muziekstuk over te slaan, draait u de
instelknop naar rechts.
Opmerking
Tijdens het afspelen in willekeurige volgorde kunt u
niet van afspeelfunctie veranderen.
?/1
(spanning)
21
NL
De CD-speler
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” op het display verschijnt.
3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5
om een CD te kiezen.
4 Draai de instelknop totdat het gewenste
muziekstuk verschijnt.
Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te
programmeren, draait u de instelknop om
“AL” te kiezen.
Discnummer
Om de PROGRAM-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display
zijn verdwenen.
Om Doe het volgende
Het programma te
controleren
Druk in de stopstand herhaald
op CHECK op de
afstandsbediening. Na het
laatste muziekstuk verschijnt
“Check End”.
Een muziekstuk
vanaf het einde te
wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening.
Een bepaald
muziekstuk te wissen
Druk in de stopstand herhaald
op CHECK op de
afstandsbediening totdat het
nummer van het te wissen
muziekstuk oplicht en druk
daarna op CLEAR.
Een muziekstuk aan
het programma toe te
voegen in de
stopstand
1 Kies met de betreffende
toets DISC 1 – 5 de
gewenste disc-lade.
2 Kies het muziekstuk door
de instelknop te draaien.
3 Druk op ENTER.
Tips
Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te
spelen, drukt u op CD H.
De indicatie “--.--” verschijnt op het display
wanneer de totale afspeeltijd van uw CD-
programma langer is dan 100 minuten, of wanneer u
probeert om 21 of meer muziekstukken te
programmeren.
Opmerking
Tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde
kunt u niet van afspeelfunctie veranderen.
Afspeeltijd van
gekozen muziekstuk
3
PROGRAM
Muziekstuknummer
5 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het
stapnummer verschijnt, gevolgd door het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk en de totale afspeeltijd van het
programma.
Totale afspeeltijd
PROGRAM
3
Laatst geprogrammeerde muziekstuk
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 t/m 5.
Om muziekstukken van dezelfde disc te
kiezen, slaat u stap 3 over.
7 Druk op CD H.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de gekozen
volgorde afgespeeld.
22
NL
Gebruik van het CD-
display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het
huidige muziekstuk of de CD controleren.
Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt
u de op de CD vastgelegde gegevens controleren,
zoals de titels of de namen van de artiesten.
?/1 (spanning)
* Indien er een CD zonder titel is geplaatst,
verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 20
muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf
muziekstuk 21 niet meer aangegeven.
Tips
U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens
het afspelen controleren.
Wanneer u bij een CD met CD TEXT de toets
SCROLL op de afstandsbediening indrukt,
verschijnt er een muziekstuktitel rollend op het
display.
Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt
u op een willekeurig punt tijdens de bewegende
weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te
hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL.
Door DISPLAY twee seconden of langer ingedrukt
te houden, wordt de spectrumanalysator in- of
uitgeschakeld.
Opmerking
In de stopstand verschilt de informatie op het display.
In de stopstand worden op het display ook de
disctitel, de naam van de artiest, de totale afspeeltijd
van het programma en andere informatie
weergegeven.
DISPLAY
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidige CD
(1 DISC-modus) of indicatie “--.--”
(ALL DISCS-modus)
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*
r
Klokdisplay (gedurende acht seconden)
r
Naam van effect (P FILE) of “EFFECT
ON (OFF)”
23
NL
De CD-speler/Het MD-deck — Afspelen
Het MD-deck
— Afspelen
Herhaald afspelen van
muziekstukken op de
MD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of
geprogrammeerde volgorde kunt u de
muziekstukken op een MD herhaald afspelen.
2 1
MD-muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie
U kunt alle muziekstukken op een MD in
willekeurige volgorde afspelen.
2
1
3
4
5
MD s
21
3
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk tijdens het afspelen herhaald op
REPEAT/PTY (Europees model) of
REPEAT (overige modellen) totdat
“REPEAT” of “REPEAT 1” op het
display van het MD-deck verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de
huidige MD (tot vijfmaal)
REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk
Om de REPEAT-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op REPEAT/PTY (Europees model) of
REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of
“REPEAT 1” van het display is verdwenen.
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” op het
display verschijnt.
3 Druk op MD H.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
wordt vervolgd
24
NL
Programmeren van MD-
muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma samenstellen van
maximaal 25 muziekstukken in de volgorde
waarin u deze wilt afspelen.
2
1
3
4
5
MD s
21
634
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk op MD s om het afspelen in willekeurige
volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op
PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en
“PROGRAM” van het display zijn verdwenen.
Tip
Om een muziekstuk over te slaan, draait u MD JOG
naar rechts.
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” op het
display verschijnt.
MD-muziekstukken in
willekeurige volgorde afspelen
(vervolg)
25
NL
Het MD-deck
Afspelen
3 Draai MD JOG totdat het gewenste
muziekstuk op het display verschijnt.
Gekozen
muziekstuk-
nummer
Afspeeltijd van
gekozen
muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd.
Het nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk verschijnt, gevolgd door de
totale afspeeltijd van het programma.
Nummer van laatst
geprogrammeerde
muziekstuk
Totale
afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 en 4.
6 Druk op MD H.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde
begint.
Alle muziekstukken worden in de gekozen
volgorde afgespeeld.
Om de PROGRAM-afspeelfunctie
uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display
zijn verdwenen.
Om Doe het volgende
Het programma te
controleren
Druk in de stopstand herhaald
op CHECK op de
afstandsbediening. Na het
laatste muziekstuk verschijnt
“Check End”.
Een muziekstuk vanaf
het einde te wissen
Druk in de stopstand op
CLEAR op de
afstandsbediening.
Een bepaald
muziekstuk te wissen
Druk in de stopstand herhaald
op CHECK op de
afstandsbediening totdat het
nummer van het te wissen
muziekstuk oplicht en druk
daarna op CLEAR.
Een muziekstuk aan
het programma toe te
voegen
Kies in de stopstand het
muziekstuk door MD JOG te
draaien en druk daarna op
ENTER/YES.
Tips
Uw programma blijft bewaard nadat het is
afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te
spelen, drukt u op MD H.
De indicatie “---.--” verschijnt op het display
wanneer de totale afspeeltijd van uw MD-
programma langer is dan 1000 minuten.
26
NL
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
r
Resterende opnametijd (alleen bij een
voor opnemen geschikte MD)
r
Disctitel*
2
*
1
“MD No Name” en het muziekstuknummer
verschijnen indien er geen muziekstuktitel is
ingevoerd.
*
2
“MD No Name” verschijnt indien er geen disctitel
is ingevoerd.
Tips
U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens
het afspelen controleren.
Wanneer u bij de afstandsbediening op SCROLL
drukt, verschijnt er een muziekstuktitel rollend over
het display.
Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt
u op een willekeurig punt tijdens de bewegende
weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te
hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL.
Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren,
zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 41.
Gebruik van het MD-
display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale
afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD
controleren.
2
1
3
4
5
MD DISPLAY
, Druk op MD DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in
normale volgorde of in de stopstand deze
toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale
volgorde
t Verstreken afspeeltijd en
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en
muziekstuknummer van huidig
muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidige MD
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*
1
27
NL
Het MD-deck — Afspelen/Opnemen
Het MD-deck
— Opnemen
Alvorens met het
opnemen te beginnen
De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek
digitaal op te nemen en af te spelen met een
uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk
van MD’s is het aanbrengen van
muziekstuknummers. Door het aanbrengen van
muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage
later snel terugvinden en de opgenomen
muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier
waarop de signalen worden opgenomen en de
muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt
echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de
volgende is:
De CD-speler van dit systeem
Het MD-deck maakt een digitale opname.*
1
De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD.
Bij sommige muziekstukken worden echter
geen muziekstuknummers aangebracht (zie
blz. 71).
De tuner van dit systeem en
andere componenten die zijn
aangesloten op de VIDEO IN-
aansluitingen of TAPE IN-
aansluitingen
Het MD-deck maakt een analoge opname.*
2
Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter
de opnamefunctie Level Synchro Recording
(zie blz. 34) inschakelt, worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht in
overeenstemming met het niveau van het
ingangssignaal.
*
1
Zie blz. 70 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
*
2
Zelfs indien er een digitale component is
aangesloten op de VIDEO IN-aansluitingen of
TAPE IN-aansluitingen, zal het MD-deck een
analoge opname maken.
Opmerking betreffende de
muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers
(volgorde van de muziekstukken), de informatie over
het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz.
opgenomen in het TOC*
3
-gebied, onafhankelijk van
de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen
muziekstukken snel monteren door de TOC-
informatie te wijzigen.
*
3
TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
Na het opnemen
, Druk op MD A om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” gaat branden of “TOC” begint te
knipperen. De inhoudsopgave wordt
bijgewerkt en de opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
opnemen van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een
opgenomen MD
Om een MD te beschermen tegen abusievelijk
opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van
de MD open. Met het nokje in deze positie kan
er niet meer op de MD worden opgenomen. Om
op de MD te kunnen opnemen, schuift u het
nokje weer dicht om de opening af te dekken.
Nokje
Verschuif het nokje.
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif
daarna het nokje aan de zijkant van de MD om
de opening af te dekken.
28
NL
De muziekstukken kiezen
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5
om een CD te kiezen.
4 Draai de instelknop totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te
programmeren, draait u de instelknop om
“AL” te kiezen.
3
PROGRAM
Uw favoriete
muziekstukken van een
CD opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw
favoriete muziekstukken op een CD kiezen en
deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde
opnemen op een MD door gebruikmaking van de
CD-MD-synchroonopnamefunctie. Indien de MD
voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het
opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
2
1
3
4
5
CD sMD s
1245
839
?/1
(spanning)
Discnummer
Muziekstuknummer
5 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het
stapnummer verschijnt, gevolgd door het
nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk en de totale afspeeltijd van het
programma.
PROGRAM
3
Totale afspeeltijd
Laatst geprogrammeerde
muziekstuk
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 t/m 5.
Om muziekstukken van dezelfde disc te
kiezen, slaat u stap 3 over.
Afspeeltijd van
gekozen muziekstuk
29
NL
Het MD-deck
Opnemen
Opnemen op een MD
7 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
8 Druk op CD SYNC NORMAL.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen en de CD-speler in de pauzestand
voor afspelen.
9 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
Indien de MD tijdens het
opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck
automatisch.
Opmerkingen
Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen
in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij
stap 8 automatisch overgeschakeld op de modus
voor normaal afspelen.
De functie Auto Cut werkt niet tijdens
synchroonopname.
Opnemen van het
huidige muziekstuk
— REC IT
Met deze functie kunt u snel een muziekstuk van
de CD opnemen terwijl u ernaar luistert.
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
2
1
3
4
5
MD s
1
2
1 Druk op CD H.
Het afspelen van de CD begint.
2 Terwijl u luistert naar het muziekstuk
dat u wilt opnemen, drukt u op REC/
REC IT.
Het afspelen begint opnieuw bij het begin
van het muziekstuk en het opnemen begint.
Wanneer het muziekstuk is afgelopen, stopt
het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
30
NL
Lange opnamen
Naast normale stereo-opname biedt dit systeem
twee standen voor lange opnamen: LP2 en LP4. In
opnamemodus LP2 kunt u tweemaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus, en in
opnamemodus LP4 kunt u viermaal zolang
opnemen als in de normale opnamemodus. In
mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen
als in stereo.
Opmerking
MD’s die zijn opgenomen in de modus MD LP (LP2
of LP4) kunnen niet worden afgespeeld op een
systeem dat niet geschikt is voor de modus MD LP
(Systemen die geschikt zijn voor de modus MD LP,
zijn voorzien van het logo “MD LP”). Bovendien
kunnen bij MD’s die zijn opgenomen in de stand MD
LP geen schaalfactormontage (S.F Edit) of andere
bedieningen worden uitgevoerd.
2
1
3
4
5
1
MD s
?/1 (spanning)
1 Druk herhaald op REC MODE om de
gewenste opnamemodus te kiezen
alvorens u begint met CD-MD-
synchroonopname, enz.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
t STEREO REC (stereo)
r
LP2 REC (tweemaal stereo)
r
LP4 REC (viermaal stereo)
r
MONO REC (mono)
2 Begin met opnemen.
De bron wordt opgenomen in de gekozen
opnamemodus.
Gekozen opnamemodus
Om tijdens een lange opname
automatisch LP: toe te voegen
aan het begin van een
muziekstuk
“LP:” verschijnt indien u probeert om de MD af te
spelen op een systeem dat niet geschikt is voor de
MD LP-modus. Met deze handige functie kunt u
in één oogopslag zien dat de MD niet kan worden
afgespeeld. De fabrieksinstelling is “On”.
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
2 Draai MD JOG totdat “LP Stamp On” is
verschenen en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk op MENU/NO. “LP Stamp On”
verdwijnt.
31
NL
Het MD-deck
Opnemen
Handmatig opnemen op
een MD
— Handmatige opname
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen
bevat, begint het opnemen na het laatst
opgenomen muziekstuk.
2
1
3
4
5
MD s
2
43
Opmerkingen
De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel
waarmee wordt aangegeven dat de MD niet kan
worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt is
voor de modus MD LP. De toevoeging verschijnt
niet bij een systeem dat wel geschikt is voor de
modus MD LP.
Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:”
opgenomen als deel van de muziekstuktitel
waardoor er per MD minder tekens kunnen worden
ingevoerd. Wanneer een muziekstuktitel met de
toevoeging “LP:” wordt gekopieerd, wordt “LP:”
automatisch gekopieerd naar de nieuwe
muziekstuktitel. Indien een muziekstuk met de
toevoeging “LP:” wordt onderverdeeld door
gebruikmaking van de functie voor het
onderverdelen van muziekstukken, wordt “LP:” ook
toegevoegd aan het laatste muziekstuk.
MD’s die zijn opgenomen in de modus MD LP
(LP2 of LP4) moeten worden afgespeeld op een
systeem dat geschikt is voor de modus MD LP.
Deze MD’s kunnen niet op andere systemen worden
afgespeeld.
De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook
niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een
opnamepauze op REC MODE drukt.
Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om
MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u tijdens
het opnemen luistert niet veranderen in mono.
?/1 (spanning)
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk op de toets van de functie waarvan
u wilt opnemen (bijvoorbeeld CD).
3 Druk op REC/REC IT.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
wordt vervolgd
32
NL
Opnamestart met
6 seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
Bij het opnemen van een FM-uitzending of een
satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden
van de uitzending vaak verloren omdat het even
kan duren voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om het verlies van dit
materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachine-
opnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest
recente audiogegevens in een buffergeheugen
worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de
laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen
die voorafgaan aan het tijdstip waarop de
eigenlijke opname begint, zoals op de
onderstaande afbeelding is aangegeven.
Handmatig opnemen op een MD
(vervolg)
Wanneer u bij stap 5 op
ENTER/YES drukt
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
6
seconden
Opgenomen
gedeelte
Begin van het programma
dat u wilt opnemen
5 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen (bijvoorbeeld CD).
Wanneer u opneemt van de CD-speler van
dit systeem, worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht. Druk tijdens het
opnemen op REC/REC IT om op het
gewenste punt muziekstuknummers aan te
brengen. Indien u tijdens het opnemen van de
radio automatisch muziekstuknummers wilt
laten aanbrengen, zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers” op blz. 34.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Om opnieuw op te nemen door
een bestaand muziekstuk op de
MD vanaf het begin te
overschrijven
1 Draai MD JOG totdat na stap 2 het nummer van
het te overschrijven muziekstuk verschijnt.
2 Druk op REC/REC IT.
Op het display verschijnen beurtelings de
indicatie “Overwrite” en de resterende
opnametijd op de MD.
3 Volg de stappen 4 en 5.
Tips
U kunt het opnameniveau instellen op het gewenste
volume (zie blz. 37).
Tijdens het opnemen kunt u de resterende
opnametijd op de MD controleren door indrukken
van MD DISPLAY.
Opmerkingen
Wanneer u tijdens het opnemen van een CD
pauzeert, wordt er op dat punt een nieuw
muziekstuknummer aangebracht. Bij het herhaald
opnemen van één en hetzelfde muziekstuk van
dezelfde CD wordt er soms slechts één
muziekstuknummer aangebracht.
Wanneer “PROGRAM” of “SHUFFLE” op het
display wordt aangegeven, kunt u niet over eerder
gemaakte opnamen heen opnemen.
33
NL
Het MD-deck
Opnemen
2
1
3
4
5
MD s
2
53
5 Op het punt waar u met de opname wilt
beginnen, drukt u op ENTER/YES.
Het opnemen van het programma begint met
de 6 seconden aan audiogegevens uit het
buffergeheugen.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
Om de tijdmachine-opname te
stoppen
Druk op MD s.
Opmerking
Het MD-deck begint met het opslaan van
audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor
opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen
van het programma. Indien er sinds het indrukken van
ENTER/YES minder dan 6 seconden zijn verstreken,
begint de tijdmachine-opname met minder dan 6
seconden aan audiogegevens.
?/1 (spanning)
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
2 Druk op de toets van de functie waarvan
u wilt opnemen (bijvoorbeeld TUNER).
3 Druk op REC/REC IT.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Begin met het afspelen van de bron die
u wilt opnemen.
34
NL
2
1
3
4
5
MD s
1
4,53,672
3,4,5
Aanbrengen van
muziekstuknummers
U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen:
Automatisch tijdens het opnemen
Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit
systeem worden de muziekstuknummers
automatisch aangebracht zoals op de
oorspronkelijke bron. Bij sommige muziekstukken
worden echter geen muziekstuknummers
aangebracht (zie blz. 71). Gebruik de
opnamemethode Level Synchro Recording om
tijdens het opnemen van de tuner van dit systeem
of componenten die zijn aangesloten op de
VIDEO-aansluitingen of de TAPE IN-
aansluitingen, automatisch de
muziekstuknummers te laten aanbrengen.
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen) of
tijdens opnemen met de schakelklok.
Op een willekeurig punt tijdens het
opnemen
Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron
kunt u op ieder gewenst tijdstip
muziekstuknummers aanbrengen.
Na het opnemen
Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 48).
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen
— Level Synchro Recording
De opnamefunctie Level Synchro Recording is in
de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de
muziekstuknummers automatisch worden
aangebracht. Indien “L-SYNC” tijdens het
opnemen niet op het display verschijnt, schakel
dan als volgt Level Synchro Recording in. Een
muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
langer dan twee seconden beneden een bepaald
niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau
terugkeert.
Opmerking
Muziekstuknummers worden niet automatisch
aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat
(bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen).
?/1 (spanning)
1 Druk op de toets van de functie waarvan
u wilt opnemen (bijvoorbeeld TUNER).
2 Druk op REC/REC IT voor
overschakeling naar de wachtstand voor
opnemen.
3 Druk op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op
ENTER/YES.
35
NL
Het MD-deck
Opnemen
4 Draai MD JOG totdat “T.Mark Off”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
5 Draai MD JOG totdat “T.Mark LSync”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“L-SYNC” licht op.
6 Druk op MENU/NO.
7 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Om het activeringsniveau van
Level Synchro Recording te
wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het
signaalniveau waarop Level Synchro Recording
wordt geactiveerd, te wijzigen.
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
2 Draai MD JOG totdat “LS(T)” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG om het niveau te kiezen en druk
daarna op ENTER/YES.
U kunt het niveau met stappen van 2 dB
instellen op een willekeurige waarde tussen
–72 dB en 0 dB. Wanneer u CLEAR indrukt,
geldt weer de fabrieksinstelling (–50 dB).
4 Druk op MENU/NO.
Om de functie voor automatisch
aanbrengen van
muziekstuknummers uit te
schakelen
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
2 Draai MD JOG totdat “T.Mark LSync”
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG totdat “T.Mark Off” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk op MENU/NO.
“L-SYNC” gaat uit.
Wanneer “L-SYNC” uit is, worden
muziekstuknummers alleen aan het begin van elk
muziekstuk aangebracht.
Aanbrengen van
muziekstuknummers op
specifieke punten tijdens het
opnemen
— Track Mark
Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst
tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht
het soort geluidsbron.
2
1
3
4
5
REC/REC IT
, Wacht tijdens het opnemen totdat het
punt is bereikt waar u een
muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op REC/REC IT.
De muziekstukken die volgen op het
toegevoegde muziekstuknummer worden
opnieuw genummerd.
36
NL
Inlassen van een
3-seconden interval
tussen de
muziekstukken
— Smart Space, Auto Cut
Met de functie Smart Space kunt u de stille
passages tussen muziekstukken automatisch laten
vervangen door een niet-opgenomen interval van
3 seconden. Indien de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende
circa 3 seconden of langer (maar minder dan 30
seconden) geen geluid wordt ingevoerd, zal het
MD-deck deze stilte vervangen door een niet-
opgenomen interval van circa 3 seconden en
doorgaan met opnemen.
Geen geluidsinvoer gedurende
minder dan 30 seconden
Uit
Aan
Vervangen door niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en
opnemen gaat door
Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is
geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende
30 seconden of langer geen geluid wordt
ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen
door een niet-opgenomen interval van circa 3
seconden en overschakelen in de pauzestand voor
opnemen.
Vervangen door niet-opgenomen
interval van circa 3 seconden en
opnemen wordt tijdelijk stopgezet
Geen geluidsinvoer gedurende 30
seconden of langer
Aan
Uit
Opmerking
Tijdens synchroonopname zal de functie Auto Cut
niet werken, ongeacht de instelling daarvan.
2
1
3
4
5
4,5
7
MD s
2 3,6
3,4,5
1 Kies een andere functie dan MD.
2 Druk op REC/REC IT om over te
schakelen in de pauzestand voor
opnemen.
3 Druk op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op
ENTER/YES.
4 Draai MD JOG totdat “S.Space Off”
(of “S.Space On”) verschijnt en druk
daarna op ENTER/YES.
5 Draai MD JOG totdat “S.Space On”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
37
NL
Het MD-deck
Opnemen
6 Druk op MENU/NO.
7 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Begin met het afspelen van de bron (CD,
enz.) waarvan u wilt opnemen.
Wanneer er een lange stilte van minder dan
circa 30 seconden duurt wordt ingevoerd,
verschijnt “Smart Space” en zal het MD-
deck deze stilte vervangen door een niet-
opgenomen interval van circa 3 seconden en
doorgaan met opnemen.
Wanneer er gedurende circa 30 seconden of
langer geen geluid wordt ingevoerd,
verschijnt “Auto Cut” en zal het MD-deck
deze stilte vervangen door een niet-
opgenomen interval van circa 3 seconden en
overschakelen in de pauzestand voor
opnemen. Druk op MD H om de opname
opnieuw te laten beginnen.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Om de functies Smart Space en
Auto Cut uit te schakelen
1 Druk in de pauzestand voor opnemen op
MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/
YES.
2 Draai MD JOG totdat “S.Space On” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG totdat “S.Space Off” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4 Druk op MENU/NO.
Tip
De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de
fabriek op “On (Aan)” gezet. Wanneer u het systeem
uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt, zal
het MD-deck de laatste instelling (“S.Space On” of
“S.Space Off”) in het geheugen bewaren.
Instellen van het
opnameniveau
Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het
opnameniveau instellen op het gewenste volume.
U kunt het opnameniveau niet alleen bij het
maken van een analoge opname instellen, maar
ook bij het maken van een digitale opname van
een CD, enz.
Opmerking
Tijdens synchroonopname is het opnameniveau altijd
0,0 dB, ongeacht de instelling daarvan.
2
1
3
4
5
4,5,7
2
1
MD s
5,6 4,8
10
?/1 (spanning)
1 Druk op één van de functietoetsen om
de geluidsbron te kiezen waarvan u wilt
opnemen.
wordt vervolgd
38
NL
Instellen van het opnameniveau
(vervolg)
Stel het niveau zo in dat niet de
indicatie “OVER” verschijnt.
7 Druk op ENTER/YES.
8 Druk op MENU/NO.
2 Controleer of het MD-deck zich in de
wachtstand voor opnemen bevindt.
Zo niet, druk dan op REC/REC IT.
3 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron en begin met afspelen.
4 Druk op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op
ENTER/YES.
5 Draai MD JOG totdat “LevelAdjust?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
6 Draai MD JOG om het opnameniveau
in te stellen.
U kunt het opnameniveau globaal instellen
door indrukken van MD m of M.
Het opnameniveau kan worden ingesteld op
een waarde van – tot +18,0 dB. Luister
naar het geluid en stel het niveau zo in dat op
het display in het luidste gedeelte (het
gedeelte met het hoogste afspeelniveau) niet
de indicatie “OVER” verschijnt. Tijdens het
instellen van het niveau verschijnt de
niveaumeter op het display. (Het linker
kanaal bevindt zich aan de bovenkant, en het
rechter kanaal bevindt zich aan de
onderkant.)
9 Wanneer er een CD of andere
geluidsbron bezig is met afspelen, stop
dan het afspelen.
10 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Wanneer u een CD, enz. opneemt, begin dan
met afspelen.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Tips
U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen
instellen.
Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het
gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling, drukt u
bij stap 6 op CLEAR. Voor het opnameniveau geldt
nu weer de fabrieksinstelling (0,0 dB).
39
NL
Het MD-deck
Opnemen
Mono-opnamen
De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen
e.d. kunnen in mono worden opgenomen.
Bij het opnemen in mono is de MD-opnametijd
ongeveer tweemaal zo lang als de normale
(stereo-) opnametijd (d.w.z. op een MD met een
opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten
aan mono-geluid opnemen).
2
1
3
4
5
MD s
2
143
2 Druk op één van de functietoetsen om
de bron te kiezen waarvan u wilt
opnemen (bijvoorbeeld TUNER).
3 Druk op REC/REC IT.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor
opnemen.
4 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Begin met het afspelen van de bron (CD,
enz.) waarvan u wilt opnemen.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Om terug te keren naar stereo-
opname
Druk herhaald op REC MODE totdat “MONO” is
verdwenen.
Het systeem schakelt terug naar stereo-opname
(LP2 of LP4) en “MONO” gaat uit.
?/1 (spanning)
1 Druk herhaald op REC MODE totdat
“MONO” verschijnt.
40
NL
Het MD-deck
— Monteren
Alvorens met het
monteren te beginnen
U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken
monteren. Door gebruikmaking van de
montagefuncties kunt u de muziekstukken op de
MD opnieuw rangschikken.
Montagefuncties
NAME-functie — Invoeren van MD-titels
(blz. 41)
Met deze functie kunt u uw discs en
muziekstukken een titel geven. Voor de titels
kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine
letters, cijfers en symbolen.
ERASE-functie — Wissen van opnamen
(blz. 43)
Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk,
alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van
een muziekstuk wissen.
MOVE-functie — Veranderen van de
volgorde van muziekstukken (blz. 47)
Met deze functie kunt u de nummering van
muziekstukken veranderen.
DIVIDE-functie — Toevoegen van
muziekstuknummers (blz. 48)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete
passages terugvinden.
COMBINE-functie — Samenvoegen van
opgenomen muziekstukken (blz. 49)
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u
hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken
samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4,
enz.
UNDO-functie — Ongedaan maken van
de laatste wijziging (blz. 51)
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud
van de MD van vóór de montage herstellen.
S.F EDIT — Veranderen van het
opnameniveau (blz. 52)
Met deze functie kunt u het opnameniveau na
het opnemen veranderen. U kunt ook kiezen
voor opnemen met infaden of uitfaden.
Alvorens met het monteren te
beginnen
U kunt een MD alleen in de volgende situaties
monteren:
Wanneer de MD geschikt is voor opname.
Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld.
Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de
volgende punten te controleren:
1 Controleer het nokje van de te monteren
MD.
Indien de MD is beschermd tegen
abusievelijk opnemen, verschijnen
beurtelings “C11” en “Protected” en kan de
MD niet worden gemonteerd.
Verschuif het nokje om de opening af te
dekken.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” en “SHUFFLE” beide
zijn verdwenen.
U kunt de MD alleen monteren tijdens
normaal afspelen. U kunt de MD niet
monteren tijdens afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde.
Na het monteren
, Druk op MD A om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning)
om het systeem uit te schakelen.
“TOC” licht op of begint te knipperen. De
inhoudsopgave (TOC: Table of Contents)
wordt bijgewerkt en het monteren is
beëindigd.
Alvorens u de stekker uit het
stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC = Table of
Contents) van de MD is bijgewerkt, is het
monteren van de MD beëindigd. De
inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit
te schakelen. Trek de stekker niet uit het
stopcontact voordat de inhoudsopgave is
bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de
inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC”
knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de
montage volledig wordt uitgevoerd.
Het MD-deck — Monteren
41
NL
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie
U kunt als volgt titels samenstellen voor uw
opgenomen MD’s en muziekstukken.
Tijdens (normale of versnelde)
synchroonopname
Wanneer “CD TEXT” tijdens het opnemen oplicht
of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als
volgt opnemen op de MD:
Automatisch tijdens het opnemen
Wanneer “CD TEXT” oplicht, worden de CD
TEXT-gegevens automatisch opgenomen.
Handmatig tijdens het opnemen
Wanneer “CD TEXT” knippert, drukt u eerst op
NAME EDIT/CHARACTER en vervolgens op
ENTER/YES om de titel van het huidige
muziekstuk op te nemen.
Na het opnemen
Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U
kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één
MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren.
2
1
3
4
5
51
2,3 74,1
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
Om een muziekstuk een titel te geven, draait
u MD JOG totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
2 Druk op NAME EDIT.
Het titelinvoerscherm verschijnt en de cursor
begint te knipperen.
wordt vervolgd
Cursor
42
NL
Invoeren van MD-titels (vervolg)
3 Druk op CHARACTER om het
gewenste soort letter te laten
verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine
letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) t
(spatie) t
4 Draai MD JOG om het gewenste teken
te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op MD M zonder MD JOG te
draaien.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
’ – / , . ( ) : ! ? & + < > _ = ” ; # $ % @ `
5 Druk op MD M.
Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
Cursor
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op MD m of M totdat het teken dat
u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de
stappen 3 t/m 5.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR terwijl het teken knippert.
U kunt geen tekens invoegen.
7 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer
te beëindigen.
De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in
volgorde op het scherm en het display keert
terug naar de oorspronkelijke indicatie.
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl
dit wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald
totdat u klaar bent met het invoeren van de titel.
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk
opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en
“Protected” en kan er niet op de MD worden
opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna
het nokje aan de zijkant van de MD om de opening
af te dekken (zie blz. 27).
Kopiëren van een disc- of
muziekstuktitel
U kunt een disc- of muziekstuktitel ook kopiëren
en deze gebruiken als titel voor een ander
muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc.
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG totdat “Nm Copy?” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4 Draai MD JOG en kies “Disc” (voor het
kopiëren van de disctitel) of het
muziekstuknummer met de titel die u wilt
kopiëren en druk daarna op ENTER/YES.
5 Draai MD JOG en kies het muziekstuknummer
waar u de titel naartoe wilt kopiëren of kies
“Disc” (voor het kopiëren als disctitel) en druk
daarna op ENTER/YES.
Wanneer “Overwrite??” verschijnt
De disc of het muziekstuk waar u de titel
naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om
verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op
ENTER/YES.
Om de kopieerfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Het MD-deck Monteren
43
NL
Wissen van opnamen
— ERASE-functie
Met dit MD-deck kunt u ongewenste
muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. Ook
kunt uw gewiste opnamen herstellen door
gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt
gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u
andere montagefuncties hebt gebruikt.
Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van
opgenomen materiaal:
Wissen van één muziekstuk (ERASE)
Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASE)
Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
(A-B ERASE)
Wissen van één muziekstuk
(ERASE)
U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het
betreffende muziekstuknummer in te voeren.
Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het
totale aantal muziekstukken op de MD met één en
worden alle muziekstukken die volgen op het
gewiste muziekstuk opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2
123
123
4
AB
AC D
CD
Controleren van de titels
Om de disctitels te controleren, drukt u in de
stopstand op SCROLL op de afstandsbediening.
Om de muziekstuktitel te controleren, drukt u
tijdens het afspelen op SCROLL. De titel
verschijnt rollend op het display. Druk op
SCROLL om het rollen van de titels te laten
stoppen. Druk nogmaals op de toets om het rollen
weer te laten beginnen.
Wissen van de titels
1 Druk in de stopstand op MENU/NO.
2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG totdat “Nm Erase?” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
4 Draai MD JOG totdat de titel die u wilt wissen
verschijnt en druk daarna op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt en de titel is nu gewist.
Wissen van alle titels
1 Druk op MENU/NO.
2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en
druk daarna op ENTER/YES.
3 Draai MD JOG totdat “Nm All Ers?” verschijnt
en druk daarna op ENTER/YES.
“Nm All Ers??” verschijnt.
4 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt en alle titels zijn nu
gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het invoeren of
wissen van de titels
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het invoeren of wissen van een titel (zie
blz. 51).
Wis muziekstuk 2.
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
ERASE
Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het
raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken
met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat
de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw
worden genummerd.
wordt vervolgd
44
NL
Wissen van opnamen (vervolg)
?/1 (spanning)
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het wissen
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51).
Opmerking
“Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een
ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen
wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen,
drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het
display wordt weergegeven.
Wissen van alle
muziekstukken (ALL ERASE)
U kunt de disctitel en alle opgenomen
muziekstukken en de titels daarvan in één keer
wissen.
2
1
3
4
5
3,41
23
?/1 (spanning)
2
1
3
4
5
3,51
2 3,4
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “Tr Erase?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Draai MD JOG totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
5 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk en de titel ervan zijn
nu gewist.
Het MD-deck Monteren
45
NL
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “All Erase?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“All Erase??” verschijnt.
4 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
de disctitel, alle opgenomen muziekstukken
en de titels ervan zijn nu gewist.
Om de wisfunctie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het wissen
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51).
Wissen van een gedeelte van
een muziekstuk (A-B ERASE)
U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een
muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U
kunt het gewenste gedeelte met intervallen van
een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze
functie is handig wanneer u na het opnemen van
een satelliet-uitzending of FM-uitzending
onnodige gedeelten wilt wissen.
* 1 frame is 1/86 seconde.
Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van
muziekstuk 2
12
12
3
3
A
AC
B-A
B-(A+C)
B-B B-C
Punt A Punt B
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na A-B
ERASE
2
1
3
4
5
7,8,101
2 3,5,9
3,4
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “A-B Erase?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
wordt vervolgd
46
NL
Wissen van opnamen (vervolg)
4 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“—Rehearsal—” en “Point A ok?”
verschijnen beurtelings terwijl het deck het
gedeelte van enkele seconden dat voorafgaat
aan punt A herhaalt tot aan punt A afspeelt.
5 Terwijl u luistert, draait u MD JOG om
het beginpunt van het te wissen gedeelte
(punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt met intervallen van
1/86 seconde (1 frame)* verschuiven.
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
MD m of M zodat de seconde of minuut
gaat knipperen en draai daarna MD JOG.
* U kunt het beginpunt steeds met een interval
van twee frames (muziekstukken opgenomen
in mono of stereo-modus LP2) of met een
interval van vier frames (muziekstukken
opgenomen in stereo-modus LP4)
verschuiven.
6 Herhaal stap 6 totdat de positie van
punt A juist is.
7 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt A juist is.
“Point B Set” verschijnt op het display en er
wordt begonnen met het afspelen om het
eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B)
in te stellen.
8 Ga door met afspelen totdat punt B is
bereikt en druk daarna op ENTER/YES.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen
beurtelings en het deck herhaalt
achtereenvolgens de paar seconden vóór
punt A en na punt B.
9 Draai MD JOG om punt B te vinden.
De procedure is dezelfde als bij stap 6.
10 Druk op ENTER/YES wanneer de
positie van punt B juist is.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
het gedeelte tussen punt A en B is nu gewist.
Om de wisfunctie A-B ERASE uit
te schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
toestand vóór het wissen
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51).
Opmerking
Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het
aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt
soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak
werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing,
maar hangt samen met de technische beperkingen van
het MD-systeem.
Het MD-deck Monteren
47
NL
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
MOVE-functie
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u
muziekstukken verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar
positie 2
123
1
23
4
4
A
ACBD
BC D
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
MOVE
2
1
3
4
5
3,4,61
2 3,4,5
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “Move?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Draai MD JOG totdat het
muziekstuknummer dat u wilt
verplaatsen verschijnt en druk daarna op
ENTER/YES.
5 Draai MD JOG totdat het nummer van
de nieuwe positie verschijnt.
Oorspronkelijk
muziekstuk-
nummer
Nieuwe positie
van muziekstuk
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
het gekozen muziekstuk is nu verplaatst.
Om de MOVE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
volgorde van de muziekstukken
van vóór MOVE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken,
maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de
opgenomen muziekstukken (zie blz. 51).
48
NL
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
DIVIDE-functie
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het
totale aantal muziekstukken vermeerdert met één
en alle muziekstukken die volgen op de
onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw
genummerd.
Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee
muziekstukken
12 3
123 4
AB C D
AB C D
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
DIVIDE
Verdeel muziekstuk 2
in de muziekstukken
B en C.
2
1
3
4
5
3,4,61
2 3,4,5
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “Divide?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Draai MD JOG totdat het
muziekstuknummer dat u wilt
onderverdelen verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
“—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte
dat moet worden onderverdeeld, wordt
herhaald afgespeeld.
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u MD JOG om het gewenste punt
van onderverdeling te kiezen.
U kunt het punt van onderverdeling
verschuiven met intervallen van 1/86 seconde
(1 frame)*.
Om het punt met intervallen van een seconde
of minuut te verschuiven, drukt u eerst op
MD m of M zodat de seconde of minuut
gaat knipperen. Draai vervolgens MD JOG.
* U kunt het punt van onderverdeling steeds met
een interval van twee frames (muziekstukken
opgenomen in stereo-modus LP2) of met een
interval van vier frames (muziekstukken
opgenomen in stereo-modus LP4)
verschuiven.
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
het nieuwe muziekstuk begint af te spelen.
Om de DIVIDE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór DIVIDE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het onderverdelen van de muziekstukken (zie
blz. 51). U kunt ook terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van
de COMBINE-functie (zie blz. 49).
Het MD-deck Monteren
49
NL
Opmerkingen
Wanneer u een muziekstuk met een titel
onderverdeelt (zie blz. 41), behoudt alleen het eerste
van de twee muziekstukken de titel.
Voorbeeld:
12
12
43
3
45
Andante
Andante Adagio
Adagio Allegro
Allegro
Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel.
Indien u als positie van onderverdeling het
beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest,
verschijnt “Impossible”. Draai in dat geval MD
JOG om een andere positie te kiezen.
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
COMBINE-functie
Met deze functie kunt u twee muziekstukken
samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal
muziekstukken vermindert met één en alle
muziekstukken die volgen op de samengevoegde
muziekstukken worden opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3
en 1
12
12
43
3
ABC D
ACBD
Muziekstuknummer
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
COMBINE
Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1
en 4
12
12
43
3
4
5
ABC D
BC D A
Oorspronke-
lijke muziek-
stukken
Na
COMBINE
wordt vervolgd
50
NL
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken (vervolg)
2
1
3
4
5
3,4,61
2 3,4,5
?/1 (spanning)
1 Druk op MD om om over te schakelen
op de functie MD.
2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te
laten verschijnen.
3 Draai MD JOG totdat “Combine?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Draai MD JOG totdat het nummer van
het eerste van de twee samen te voegen
muziekstukken verschijnt, en druk
daarna op ENTER/YES.
Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1
samen te voegen, kiest u 4.
Eerste muziekstuk
5 Draai MD JOG totdat het nummer van
het tweede van de twee samen te
voegen muziekstukken verschijnt.
Tweede van de
samen te voegen
muziekstukken
Nieuw
muziekstuknummer
6 Druk op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
de muziekstukken zijn nu samengevoegd.
Het afspelen begint.
Om de COMBINE-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de
situatie van vóór COMBINE
Desgewenst kunt u terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk
na het samenvoegen van de muziekstukken (zie
blz. 51). U kunt ook terugkeren naar de
oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van
de DIVIDE-functie.
Opmerkingen
Muziekstukken die in verschillende opnamestanden
(stereo, MONO, LP2 of LP4) zijn opgenomen,
kunnen niet worden samengevoegd.
Indien beide samengevoegde muziekstukken van
een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
Indien “Impossible” op het display verschijnt,
kunnen de muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde
muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is
geen mechanische storing, maar hangt samen met
de technische beperkingen van het MD-systeem.
Het MD-deck Monteren
51
NL
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
UNDO-functie
Met deze functie kunt u de laatste wijziging
ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud
van de MD wordt hersteld.
Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de montage
één van de volgende handelingen hebt verricht:
Verrichten van een andere montage
Indrukken van de toets REC/REC IT, CD
SYNC NORMAL of CD SYNC HIGH SPEED
Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door
uitschakelen van het systeem of verwijderen
van de MD
De stekker uit het stopcontact trekken
De montage met de S.F EDIT-functie kan niet
ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u
daarvoor de UNDO-functie gebruikt.
2
1
3
4
5
3,4
12
1 Druk in de stopstand op MENU/NO om
“Edit Menu” te laten verschijnen.
2 Draai MD JOG totdat “Undo?”
verschijnt.
Wanneer er geen wijzigingen zijn
aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal
“Undo?” niet verschijnen.
3 Druk op ENTER/YES.
Eén van de volgende meldingen verschijnt,
afhankelijk van de laatste wijziging die u het
gemaakt:
Laatste wijziging
Melding
Naamgeving van een
muziekstuk of MD
Kopiëren van een
disc- of muziekstuktitel
Wissen van titels
“Name Undo?”
Wissen van één
muziekstuk
Wissen van alle
muziekstukken
Wissen van een gedeelte
van een muziekstuk
“Move Undo?”
“Divide Undo?”
Onderverdelen van
een muziekstuk
Verplaatsen van
een muziekstuk
Samenvoegen van
muziekstukken
“Combine Undo?”
“Erase Undo?”
4 Druk opnieuw op ENTER/YES.
“Complete!” verschijnt enkele seconden en
de oorspronkelijke inhoud van de MD van
vóór de montage wordt hersteld.
Om de UNDO-functie uit te
schakelen
Druk op MENU/NO.
52
NL
Veranderen van het
opnameniveau na het
opnemen
S.F EDIT-functie
Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage)
kunt u het volume van opgenomen muziekstukken
veranderen. Het oorspronkelijke muziekstuk wordt
opnieuw opgenomen met het nieuwe
opnameniveau. Wanneer u het opnameniveau
verandert, kunt u de functie voor opnemen met
infaden kiezen om het signaalniveau aan het begin
van de opname geleidelijk te doen toenemen, of de
functie voor opnemen met uitfaden om het
signaalniveau aan het einde van de opname
geleidelijk te doen afnemen.
2
1
3
4
5
3,4,6,71
2 3,4,5
?/1 (spanning)
Veranderen van het algehele
opnameniveau
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op S.F EDIT.
“S.F Edit” verschijnt op het display.
3 Draai MD JOG totdat “Tr Level?”
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
4 Draai MD JOG totdat het nummer van
het muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen,
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“Level 0dB” verschijnt op het display.
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u MD JOG om het opnameniveau
te veranderen zonder dat de indicatie
“OVER” op de piekniveaumeters gaat
branden.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB
instellen op een willekeurige waarde van
minimaal –12 dB tot maximaal +12 dB.
6 Druk op ENTER/YES.
“S.F Edit OK?” verschijnt op het display.
7 Druk op ENTER/YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw
opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt
weergegeven terwijl het muziekstuk wordt
opgenomen. De benodigde tijd voor het
opnieuw opnemen van het muziekstuk is
ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de
opname voltooid is, verschijnt “Complete!”
enkele seconden op het display.
Het MD-deck Monteren
53
NL
Opnemen met infaden en
uitfaden
1 Druk op MD om over te schakelen op
de functie MD.
2 Druk op S.F EDIT.
“S.F Edit” verschijnt op het display.
3 Draai MD JOG totdat “Fade In?” of
“Fade Out?” verschijnt en druk daarna
op ENTER/YES.
4 Draai MD JOG totdat het nummer van
het muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen,
verschijnt en druk daarna op ENTER/
YES.
“Time 5.0s” verschijnt op het display.
5 Terwijl u meeluistert naar het geluid,
draait u MD JOG om de duur van het
infaden of uitfaden te veranderen.
Het systeem speelt het gedeelte af dat
opnieuw zal worden opgenomen met de
functie voor opnemen met infaden of
uitfaden. De duur kan met stappen van
0,1 seconde worden ingesteld op een
willekeurige waarde van minimaal
1,0 seconde en maximaal 15,0 seconden. U
kunt geen duur instellen die langer is dan het
muziekstuk.
6 Druk op ENTER/YES.
“S.F Edit OK?” verschijnt op het display.
7 Druk op ENTER/YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw
opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt
weergegeven terwijl het muziekstuk wordt
opgenomen. De benodigde tijd voor het
opnieuw opnemen van het muziekstuk is
ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de
opname voltooid is, verschijnt “Complete!”
enkele seconden op het display.
Om de functie uit te schakelen
Druk bij de stappen 1 t/m 6 op MENU/NO.
Indien u bij stap 7 op ENTER/YES drukt en de
opname begint, kunt u de bediening niet
onderbreken.
Opmerkingen
Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl de opname wordt
gemaakt. Hierdoor kunnen de opnamegegevens
beschadigd raken waardoor de opname niet
goed kan worden uitgevoerd.
Het opnameniveau van een muziekstuk dat is
opgenomen in modus LP2 of LP4 kan niet worden
veranderd.
Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor
kunnen de opnamegegevens niet goed worden
opgenomen.
Door het herhaald veranderen van het
opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit.
Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd
en u daarna wilt terugkeren naar het
oorspronkelijke niveau, zal het oorspronkelijke
niveau niet meer precies hetzelfde zijn.
Het opnameniveau kan niet worden veranderd
terwijl de timer is geactiveerd.
De montage met de S.F EDIT-functie kan niet
ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u
daarvoor de UNDO-functie gebruikt.
54
NL
Versterken van de lage tonen
(DBFB)
Druk op DBFB*.
Bij elke druk op de toets verandert het display als
volgt:
t DBFB NORMAL (
DBFB
)
r
DBFB HIGH (
DBFB
)
r
DBFB OFF (Uit)
* DBFB: Dynamic Bass Feedback (dynamische
basterugkoppeling)
Geluidsregeling
Regeling van het geluid
U kunt de lage tonen versterken, het geluid
krachtiger maken en met de hoofdtelefoon
luisteren.
DBFB
GROOVEPHONES
?/1 (spanning)
Voor een krachtiger geluid
(GROOVE)
Druk op GROOVE. Het volume neemt toe, DBFB
wordt automatisch op volle sterkte ingesteld, de
equalizerkromme verandert en de GROOVE-toets
licht op. Druk opnieuw op GROOVE om terug te
keren naar het eerdere volume.
Opmerkingen
Wanneer u het DBFB-systeem met het geluidseffect
gebruikt en de lage tonen te sterk zijn, zal de
muziek bij bepaalde liedjes vervormd klinken.
Zet in dat geval DBFB op “
DBFB
” of “OFF”, of
schakel het geluidseffect uit (deze bladzijde).
Door het uitschakelen van GROOVE wordt DBFB
ingesteld op “
DBFB
” en wordt de equalizerkromme
geëgaliseerd. Om het DBFB-niveau te annuleren,
drukt u op DBFB totdat de indicatie is verdwenen.
55
NL
Geluidsregeling
Audio-accentuering
kiezen
In het audio-accentueringsmenu kunt u de
geluidskenmerken kiezen die het beste passen bij
de muziek waarnaar u op dat moment luistert.
Het effect kiezen uit het
muziekmenu
3
1
2
?/1
(spanning)
1 Druk op FILE SELECT.
Het laatst gekozen effect verschijnt op het
display.
2 Draai de instelknop om de gewenste
voorinstelling te kiezen.
De naam van de voorinstelling verschijnt op
het display.
Zie het schema “Opties van het
muziekmenu”.
3 Druk op ENTER.
Normale muziekbronnen
Soundtracks en speciale
luistersituaties
SHOOTING
RACING
RPG
BATTLE
ADVENTURE
Videospelletjes
* Met de persoonlijke bestandsfunctie kunt u uw
eigen effecten in het geheugen opslaan (zie
“Aanmaken van een persoonlijk bestand voor
audio-accentuering” op blz. 58.
Tip
Bij gebruikmaking van de afstandsbediening
verschijnt door indrukken van V/v het laatst gekozen
effect op het display en kunt u in het muziekmenu een
nieuw effect kiezen.
Om het effect uit te schakelen
Druk herhaald op EFFECT op de
afstandsbediening zodat “EFFECT OFF” op het
display verschijnt.
Opties van het muziekmenu
SUR
” verschijnt indien u een surround-effect
kiest.
Effect Voor
ROCK
POP
SOUL
HOUSE
R&B
ACTION
ROMANCE
SF
DRAMA
SPORTS
Persoonlijk bestand*
P FILE 1–5
56
NL
Veranderen van de
helderheid van het
display
Terwijl u naar de muziek luistert, kunt u de
helderheid van het display naar wens veranderen.
DIMMER
, Druk op DIMMER op de
afstandsbediening.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
DIMMER ON
Y
DIMMER OFF
Surround-effecten
kiezen
U kunt luisteren naar surround-effecten.
SURROUND
, Druk herhaald op SURROUND om het
gewenste surround-effect te kiezen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
SURROUND ON (
SUR
)
Y
SURROUND OFF (Uit)
Om het effect uit te schakelen
Druk herhaald op EFFECT zodat “EFFECT OFF”
op het display verschijnt.
Tip
Indien u het effect wilt bewaren, dient u dit op te
slaan in een persoonlijk bestand (zie “Aanmaken van
een persoonlijk bestand voor audio-accentuering” op
blz. 58).
Opmerking
Wanneer u andere geluidseffecten kiest, zullen de
surround-effecten worden geannuleerd.
57
NL
Geluidsregeling
Instellen van de
grafische equalizer
U kunt het geluid naar wens instellen door het
niveau van een bepaald frequentiebereik te
verhogen of te verlagen.
Alvorens u deze functie gaat gebruiken, dient u
eerst de gewenste audio-accentuering voor uw
basisgeluid te kiezen.
2
4
3
3
EFFECT
1 Kies de gewenste audio-accentuering
voor uw basisgeluid (zie “Audio-
accentuering kiezen” op blz. 55).
2 Druk op GEQ.
3 Druk op B of b (of m of M op het
apparaat) om de frequentie te kiezen, en
druk op V of v (of draai de instelknop
van het apparaat) voor de gewenste
frequentieband om het niveau in te
stellen.
1
DISCS
ALL
4 Druk op ENTER.
Om het effect uit te schakelen
Druk herhaald op EFFECT zodat “EFFECT OFF”
op het display verschijnt.
Opmerking
Indien u een andere optie uit het audio-
accentueringsmenu kiest (niet “EFFECT OFF”), gaat
het ingestelde geluidseffect verloren. Om het
ingestelde geluidseffect te bewaren voor toekomstig
gebruik, dient u dit op te slaan in een persoonlijk
bestand. (Zie “Aanmaken van een persoonlijk bestand
voor audio-accentuering” op blz. 58.)
58
NL
Aanmaken van een
persoonlijk bestand voor
audio-accentuering
— P FILE-functie
U kunt een persoonlijk bestand van audiopatronen
(surround-effect en grafische equalizer) aanmaken
en deze opslaan in het geheugen van het systeem.
U kunt dan later een audiopatroon oproepen om
daarmee één van uw favoriete MD’s, CD’s of
radioprogramma’s af te spelen. Er kunnen
maximaal vijf audiobestanden worden
aangemaakt.
Alvorens u deze functie gaat gebruiken, dient u
eerst de audio-accentuering te kiezen die u voor
uw basisgeluid wilt gebruiken.
2
4
33
1 Kies het gewenste geluidseffect door
gebruikmaking van de grafische
equalizer en het surround-effect. (Zie
“Instellen van de grafische equalizer”
op blz. 57, “Surround-effecten kiezen”
op blz. 56 en “Audio-accentuering
kiezen” op blz. 55.)
2 Druk op P FILE.
Het persoonlijke bestandsnummer knippert
op het display.
3 Druk op B of b om het
bestandsnummer (P FILE) te kiezen
waaronder u het geluidseffect wilt
opslaan.
4 Druk op ENTER.
De ingestelde geluidseffecten worden
opgeslagen onder het gekozen
bestandsnummer. De eerder in deze
geheugenlocatie opgeslagen instellingen
worden gewist en vervangen door de nieuwe
instellingen.
59
NL
Geluidsregeling/Overige functies
3 Druk op TUNER NAME.
Het tekstinvoerscherm verschijnt en de
cursor knippert.
4 Druk herhaald op CHARACTER op de
afstandsbediening om het gewenste
soort teken te laten verschijnen.
Bij elke druk op de toets verandert het
display als volgt:
(spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine
letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) t
(spatie) t
5 Draai de instelknop (of druk op V/v op
de afstandsbediening) om het gewenste
teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op M (of b op de afstandsbediening)
zonder de instelknop te draaien.
Om een symbool in te voeren
U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken.
’ – / , . ( ) : ! ? & + < > _ = ” ; # $ % @ `
6 Druk op M.
Het teken dat u bij stap 5 hebt gekozen, stopt
met knipperen en de cursor gaat naar rechts.
7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 om de
volledige titel in te voeren.
Indien u zich hebt vergist
Druk op m of M (of B/b op de
afstandsbediening) totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert, en herhaal dan de
stappen 4 t/m 6.
Om een teken te wissen
Druk op CLEAR op de afstandsbediening
terwijl het teken knippert. U kunt geen
tekens invoegen.
8 Druk op ENTER om de titelinvoer te
beëindigen.
wordt vervolgd
Overige functies
Toewijzing van een
naam aan een
voorgeprogrammeerde
zender
— Station Name
Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een
naam (Station Name) van maximaal 12 tekens
toewijzen. De naam van de zender verschijnt op
het display wanneer u op de zender afstemt.
?/1 (spanning)
86
31
2,5
4
5
1 Druk op TUNER BAND om de
gewenste frequentieband te kiezen.
2 Draai de instelknop om op de gewenste
voorgeprogrammeerde zender af te
stemmen.
60
NL
Toewijzing van een naam aan
een voorgeprogrammeerde
zender (vervolg)
Om de titelinvoerfunctie uit te
schakelen
Druk op TUNER NAME.
Om het preselectie-nummer en
de frequentie te controleren
De zendernaam verschijnt op het display wanneer
u hebt afgestemd op een zender met een naam.
Om het preselectie-nummer en de frequentie te
controleren, drukt u op DISPLAY. Het
preselectie-nummer en de frequentie verschijnen
gedurende 4 seconden en daarna verschijnt
opnieuw de zendernaam op het display.
Om de zendernaam te wissen
1 Herhaal de stappen 1 t/m 3.
2 Druk herhaald op CLEAR op de
afstandsbediening om de naam te wissen.
3 Druk op ENTER.
Opmerking
Wanneer u hebt afgestemd op een zender met RDS-
diensten, verschijnt niet de door u
voorgeprogrammeerde zendernaam, maar de naam
van de zender met RDS-diensten op het display.
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(Uitsluitend het Europese model)
Wat is het radio-
informatiesysteem?
Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data
System) is een omroepdienst die radiozenders in
staat stelt om extra informatie uit te zenden naast
het gewone programmasignaal. Deze tuner biedt
handige RDS-functies zoals weergave van de
zendernaam en het opsporen van zenders op basis
van programmatype. RDS is alleen beschikbaar bij
FM-zenders.*
Opmerking
RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender
waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist
uitzendt of het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of
hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd
bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw
plaatselijke radiozenders voor details betreffende
RDS-diensten in uw gebied.
Ontvangen van RDS-
uitzendingen
, Kies gewoon een zender op de FM-
band.
Wanneer u afstemt op een zender die RDS-
diensten verzorgt, zal de zendernaam op het
display verschijnen.
61
NL
Overige functies
Controleren van de RDS-
informatie
Bij elke druk op DISPLAY verandert het display
als volgt:
t Zendernaam*
r
Frequentie
r
Programmatype*
r
Klokdisplay
r
Naam van effect (P FILE) of
“EFFECT ON (OFF)”
* Als er geen RDS-informatie wordt ontvangen,
kunnen de zendernaam en het programmatype niet
op het display worden aangegeven.
Tip
Door DISPLAY twee seconden of langer ingedrukt te
houden, wordt de spectrumanalysator in- of
uitgeschakeld.
Opsporen van zenders op basis
van programmatype (PTY)
U kunt afstemmen op een gewenste zender door
het gewenste soort programma kiezen. Het
systeem stemt af op het soort programma dat op
dat moment wordt uitgezonden door de RDS-
zenders die in het preselectie-geheugen van de
tuner zijn vastgelegd.
?/1 (spanning)
1 Druk op REPEAT/PTY terwijl u naar
de radio luistert.
2 Draai de instelknop om het gewenste
programmatype te kiezen. Zie het
onderstaande “Overzicht van
programmatypen”.
3 Druk op ENTER.
Het systeem begint nu met het doorzoeken
van de voor geprogrammeerde RDS-zenders.
(Op het display verschijnen beurtelings de
indicatie “SEARCH” en het gekozen
programmatype.)
Wanneer de tuner een programma ontvangt,
knippert de naam van de
voorgeprogrammeerde zender.
4 Draai de instelknop om de naam van de
gewenste voorgeprogrammeerde zender
op het display te laten verschijnen.
5 Druk op ENTER terwijl de naam van de
voorgeprogrammeerde zender knippert.
Om de PTY-zoekfunctie uit te
schakelen
Druk opnieuw op REPEAT/PTY.
Overzicht van programmatypen
(PTY)
NEWS
Nieuwsbulletins
AFFAIRS
Programma’s met achtergrondinformatie
over actuele nieuwsonderwerpen
INFORMATION
Programma’s over consumentenzaken en
gezondheid
SPORT
Sportprogramma’s
EDUCATION
Educatieve programma’s met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied
wordt vervolgd
3,5
1
2,4
62
NL
Gebruik van het radio-
informatiesysteem (RDS)
(vervolg)
DRAMA
Hoorspelen en feuilletons
CULTURE
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, taal en maatschappelijke problemen
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals
vraaggesprekken met bekende
persoonlijkheden, quizprogramma’s en
komedies
POP
Populaire muziek
ROCK
Rockmuziek
EASY MUSIC
Lichte muziek (middle-of-the-road-muziek)
L. CLASSICAL
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek, zowel instrumentale als vocale
muziek
S. CLASSICAL
Concerten van grote orkesten, kamermuziek,
opera, enz.
OTHER MUSIC
Andere soorten muziek, zoals rhythm-and-
blues, reggae, enz.
WEATHER
Weersberichten
FINANCE
Beursberichten, financieel nieuws,
zakennieuws, enz.
CHILDREN
Kinderprogramma’s
SOCIAL
Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION
Programma’s over godsdienst en religieuze
zaken
PHONE IN
Programma’s waarin luisteraars via de
telefoon of in een publiek forum kunnen
reageren
TRAVEL
Programma’s over reizen. Niet voor
mededelingen die met de TP/TA-
verkeersinformatiefuncties te vinden zijn.
LEISURE
Programma’s over vrijetijdsbesteding, zoals
tuinieren, vissen, koken, enz.
JAZZ
Programma’s over jazz
COUNTRY
Countrymuziek
NATION
Programma’s met muziek van het land of de
streek
OLDIES
Programma’s met hits van vroeger
FOLK
Folkmuziek
DOCUMENTARY
Documentaires
ALARM TEST
Testsignaal voor nooduitzendingen
ALARM-ALARM
Nooduitzendingen
NONE
Alle soorten uitzendingen die niet onder één
van de bovengenoemde categorieën vallen.
Opmerking
“NO PTY” verschijnt wanneer het gekozen
programmatype op dat moment niet wordt
uitgezonden.
63
NL
Overige functies
Inslapen met muziek
— SLEEP-timerfunctie
U kunt het systeem na verloop van een vooraf
ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen,
zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de
uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten.
SLEEP
, Druk herhaald op SLEEP om de
gewenste tijd in te stellen.
Bij elke druk op deze toets verandert de
minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als
volgt:
AUTO t 90min t 80min t 70min t
t 10min t OFF t AUTO …
Wanneer u “AUTO” kiest
In dit geval wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld nadat het afspelen van de huidige
CD of MD is beëindigd (na maximaal 100
minuten).
Om de resterende tijd te
controleren (behalve wanneer
“AUTO” is gekozen)
Druk eenmaal op SLEEP.
Om de uitschakeltijd te wijzigen
Kies de gewenste tijd door herhaald indrukken van
SLEEP.
Om de SLEEP-timerfunctie uit te
schakelen
Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF”
verschijnt.
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie
U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met
muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld
(zie blz. 7).
3
4,5,8 4,5,7
2
9
1 Tref de nodige voorbereidingen bij de
geluidsbron die u wilt afspelen.
CD: Plaats een CD. Om te beginnen vanaf
een bepaald muziekstuk, moet u eerst een
programma maken (zie blz. 20).
MD: Plaats een MD. Om te beginnen
vanaf een bepaald muziekstuk, moet u
eerst een programma maken (zie blz. 24).
Radio: Stem af op een zender (zie blz. 8).
2 Stel het volume in.
3 Druk op CLOCK/TIMER SET.
“SET (DAILY 1)” verschijnt.
wordt vervolgd
64
NL
Ontwaken met muziek (vervolg)
Tip
Het systeem wordt reeds 30 seconden vóór de
ingestelde tijd ingeschakeld.
Opmerkingen
U kunt DAILY 1 en DAILY 2 niet tegelijkertijd
gebruiken.
U kunt de DAILY-timerfunctie en de opname-
timerfunctie niet tegelijkertijd gebruiken.
Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEP-
timerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang.
4 Druk op V of v om DAILY 1 of 2 te
kiezen en druk daarna op ENTER.
“ON” licht op en de uur-indicatie begint te
knipperen.
1
5 Stel de starttijd voor afspelen in.
Druk herhaald op V of v om het uur in te
stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
1
Druk herhaald op V of v om de minuten in te
stellen en druk daarna op ENTER.
De uur-indicatie begint weer te knipperen.
6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens
de procedure bij stap 5.
7 Druk herhaald op V of v om de
gewenste geluidsbron te kiezen.
De indicatie verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t MD PLAY T
8 Druk op ENTER.
De timermodus (DAILY 1 of DAILY 2)
verschijnt op het display, gevolgd door de
starttijd, de stoptijd en de geluidsbron.
Daarna verschijnt weer de oorspronkelijke
indicatie.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
Om de instelling te controleren
1 Druk op TIMER SELECT.
2 Druk op V of v om de timermodus (DAILY 1
of 2) te kiezen en druk daarna op ENTER.
Om de timer uit te schakelen
Druk op TIMER SELECT en druk op V of v om
“TIMER OFF” te kiezen, en druk daarna op
ENTER.
65
NL
Overige functies
4 Stel de starttijd voor opname in.
Druk herhaald op V of v om het uur in te
stellen en druk daarna op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
REC
Druk herhaald op V of v om de minuten in te
stellen en druk daarna op ENTER.
De uur-indicatie begint weer te knipperen.
5 Stel de stoptijd voor opname in volgens
de procedure bij stap 4.
6 Druk herhaald op V of v om de
gewenste opnamemodus te kiezen.
Bij elke druk op de knop verandert het
display als volgt:
t STEREO REC (stereo)
r
LP2 REC (tweemaal stereo)
r
LP4 REC (viermaal stereo)
r
MONO REC (mono)
7 Druk op ENTER.
De instellingen voor de timeropname
verschijnen en daarna keert de
oorspronkelijke indicatie terug.
8 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Indien de MD voor een gedeelte reeds
opnamen bevat, begint het opnemen na het
laatst opgenomen muziekstuk.
9 Druk op ?/1 om het systeem uit te
schakelen.
wordt vervolgd
Radioprogramma’s
opnemen met de timer
Zorg dat u de radiozender hebt
voorgeprogrammeerd (zie blz. 8) en vooraf de
klok hebt ingesteld (zie blz. 7).
2
3,4,7 3,4,6
9
1 Stem af op de voorgeprogrammeerde
radiozender (zie blz. 16).
2 Druk op CLOCK/TIMER SET.
“SET (DAILY 1)” verschijnt.
3 Druk op V of v om “SET MD REC” te
kiezen en druk daarna op ENTER.
“ON” licht op en de uur-indicatie knippert.
REC
66
NL
Om de instelling te controleren
1 Druk op TIMER SELECT.
2 Druk op V of v om “SEL MD REC” te kiezen
en druk daarna op ENTER.
Om de timer uit te schakelen
Druk op TIMER SELECT en druk op V of v om
“TIMER OFF” te kiezen, en druk daarna op
ENTER.
Opmerkingen
Indien het systeem op het ingestelde tijdstip reeds is
ingeschakeld, zal de opname niet worden gemaakt.
Tijdens de opname wordt het volume tot het
minimum verminderd.
U kunt DAILY 1 en DAILY 2 niet tegelijkertijd
gebruiken.
Wanneer u de opname-timerfunctie en de SLEEP-
timerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang.
Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de
spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen
begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde
tijd).
Aansluiten van los
verkrijgbare
componenten
Aansluiten van los
verkrijgbare AV-
componenten
Om uw systeem te verbeteren, kunt u los
verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van de betreffende
component.
Aansluiten van
audiocomponenten
Aansluiten van een tapedeck
voor analoge opnamen
U kunt een tapedeck aansluiten op het systeem
door gebruikmaking van in de handel verkrijgbare
audiosnoeren. Zorg ervoor dat de kleuren van de
stekkers en de aansluitingen met elkaar
overeenkomen.
Naar de audio-
ingangsaansluiting
op het tapedeck
Radioprogramma’s opnemen met
de timer (vervolg)
Naar de audio-
uitgangsaansluiting
op het tapedeck
67
NL
Overige functies/Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Aansluiten van een
videorecorder
U kunt een videorecorder aansluiten op het
systeem door gebruikmaking van een in de handel
verkrijgbaar audiosnoer. Zorg ervoor dat de
kleuren van de stekkers en de aansluitingen met
elkaar overeenkomen. Om te luisteren naar de
videorecorder nadat u deze hebt aangesloten, drukt
u op VIDEO.
Naar de audio-uitgangsaansluiting op de
videorecorder
Aansluiten van een
superwoofer-luidspreker
Sluit een los verkrijgbare superwoofer-luidspreker
aan op de SUPER WOOFER OUT-aansluiting.
Naar de superwoofer
Aansluiten van
achterluidsprekers
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de REAR
SPEAKER-aansluitingen.
Naar de rechter
achterluidspreker
Naar de linker
achterluidspreker
Aansluiten van een
hoofdtelefoon
Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONES-
aansluiting.
PHONES-aansluiting
Om te luisteren via de
hoofdtelefoon
Er komt dan geen geluid uit de luidsprekers.
Opmerking
Indien u een superwoofer hebt aangesloten, komt het
geluid uit de superwoofer, ook wanneer de
hoofdtelefoon is aangesloten. Bij gebruikmaking van
de hoofdtelefoon dient u daarom de superwoofer uit
te schakelen.
68
NL
Aansluiten van
buitenantennes
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een
buitenantenne aansluiten.
FM-antenne
Sluit een in de handel verkrijgbare FM-
buitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook
een TV-antenne gebruiken.
Type aansluiting A
IEC standaard aansluitstekker
(niet bijgeleverd)
AM
FM75
COAXIAL
Type aansluiting B
AM
FM75
Coaxiale kabel van 75 ohm
(niet bijgeleverd)
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan
op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde
AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten.
Type aansluiting A
AM
FM75
COAXIAL
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
Type aansluiting B
Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd)
AM
FM75
Belangrijk
Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een
aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om
een gasexplosie te voorkomen, mag u de
aarddraad niet op een gasleiding aansluiten.
Opmerking
Installeer de AM-raamantenne zo ver mogelijk van
het hoofdapparaat.
69
NL
Aansluiten van los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie
Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een
droge doek.
Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Opmerkingen over CD’s
Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te
reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het
midden naar de rand.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
verfverdunner, in de handel verkrijgbare
schoonmaakmiddelen of antistatische spray
bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s.
Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat
uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht
is geparkeerd.
Bij gebruikmaking van CD’s waarbij zich op de
labelkant van de disc lijm of een soortgelijke
kleverige stof bevindt of waarbij voor het
bedrukken van het label gebruik is gemaakt van
speciale inkt, bestaat de kans dat de CD of het label
vast komen te zitten aan onderdelen binnen in het
apparaat. Wanneer dit gebeurt, kan de CD soms niet
worden verwijderd en kan de speler defect raken.
Controleer daarom vóór gebruik altijd of de
labelkant van de CD niet plakt. De volgende soorten
CD’s mogen niet worden gebruikt:
Gehuurde of gebruikte CD’s met stickers
waarbij de lijm buiten de sticker uitsteekt.
Rondom deze sticker is de CD kleverig.
CD’s met labels die bedrukt zijn met speciale
inkt welke bij aanraking kleverig aanvoelt.
wordt vervolgd
Aanvullende
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Netspanning
Controleer vóór bediening van het systeem of de
bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de
plaatselijke netspanning.
Voor uw veiligheid
Het systeem blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het
systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopcontact en laat het systeem eerst door een
deskundige controleren alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Installeren
Installeer het systeem op een plaats met voldoende
ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem
te voorkomen.
Installeer het systeem niet in een hellende positie.
Installeer het systeem niet:
op uiterst warme of koude plaatsen
op stoffige of vuile plaatsen
in een zeer vochtige omgeving
op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn
op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht.
Bediening
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar
een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer
vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht
condenseren op de lens in de CD-speler of het MD-
deck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet
juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het
systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
de condens is verdampt.
Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het
systeem gaat verplaatsen.
Indien u vragen of problemen heeft betreffende uw
systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Opmerkingen over MD’s
Indien u probeert het schuifdeksel te openen door
dit te forceren, kan de disc worden beschadigd.
Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit
onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste
disc aan te raken.
Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen
op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet
rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De
vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc.
Plaats
van label
Schuifdeksel
70
NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Systeembeperkingen
van MD’s
Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een
aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven.
Deze beperkingen zijn echter inherent aan het
ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet
te wijten aan mechanische oorzaken.
“Disc Full!” verschijnt voordat de
maximale opnametijd van de MD
is bereikt
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full!”, ongeacht de
totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255
muziekstukken worden opgenomen. Om verder te
gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken
te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD
te gebruiken.
“Disc Full!” verschijnt voordat
het maximale aantal
muziekstukken (255) is bereikt
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers
toeneemt en “Disc Full!” vroeger dan normaal
verschijnt.
De resterende opnametijd neemt
niet toe, ook niet na het wissen
van meerdere korte muziekstukke
n
Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden*
tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot
meer beschikbare opnametijd zal leiden.
* Tijdens stereo-opname.
In mono of modus LP2: circa 24 seconden
In modus LP4: circa 48 seconden
Bepaalde muziekstukken laten
zich niet met andere samenvoegen
Te vaak gemonteerde muziekstukken kunnen soms
ook niet worden samengevoegd.
De totale opgenomen tijd plus de
resterende opnametijd op de MD
komen in totaal niet aan de
maximale opnametijd
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden
van 2 seconden*, ongeacht de mogelijk kortere duur
van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud
kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd.
Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc
verder beperkt worden door krassen.
* Tijdens stereo-opname.
In mono of modus LP2: circa 4 seconden
In modus LP4: circa 8 seconden
Opmerking betreffende versnelde
CD-MD-synchroonopname
Wanneer de CD in slechte staat verkeert, kan het
geluid soms wegvallen of kan er ruis optreden in de
opname, en soms kunnen er zelfs ongewenste
muziekstukken op de CD ontstaan. Wanneer dit
gebeurt, reinig dan de CD en neem het materiaal op
de MD op door gebruikmaking van alleen de
functie voor CD-MD-synchroonopname met
normale snelheid.
Reiniging van de behuizing
Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd
met een oplossing van mild schoonmaakmiddel.
Om het luidsprekerrooster te
verwijderen
Trek het rooster met beide handen recht naar u toe om
te voorkomen dat de ribben breken.
71
NL
Aanvullende informatie
Tijdens het doorzoeken van
gemonteerde muziekstukken
kan het geluid soms wegvallen
Bij muziekstukken die door montage zijn
samengesteld, kan tijdens het gebruik van de
zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt
omdat het snel opzoeken van de posities op de disc
tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en
der over de disc verspreid zijn.
De muziekstuknummers worden
niet correct aangebracht
Wanneer tijdens analoog opnemen “L-SYNC”
(blz. 34) op het display oplicht, worden de
muziekstuknummers soms niet aan het begin van het
muziekstuk aangebracht indien:
u herhaald hetzelfde muziekstuk op dezelfde disc
opneemt door gebruikmaking van de functie voor
herhaling van één muziekstuk, enz.;
u muziekstukken van verschillende discs, maar
hetzelfde muziekstuknummer, na elkaar opneemt;
het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende
minder dan 2 seconden beneden een bepaald
vastgelegd niveau blijft;
het ingangssignaal in het midden van het
muziekstuk langer dan 2 seconden beneden een
bepaald vastgelegd niveau blijft;
u een muziekstuk van 4 seconden of korter* opneemt;
* u opneemt in stereo, mono of stereo-opnamemodus
LP2 (in stereo-opnamemodus LP4: 8 seconden of
korter).
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en
DAT’s verwerken de muziek als een digitaal signaal
zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren.
Teneinde muziekprogramma’s met copyright te
beschermen, maakt dit systeem gebruik van het
“Serial Copy Management System” waardoor u via
de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één
kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken
via een digitaal-naar-digitaal-aansluiting.
Dat wil zeggen:
1U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een
CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
2U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van
een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma
(bijv. een analoge grammofoonplaat of een
muziekcassetteband) of van een digitale satelliet-
uitzending, maar u kunt geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal op een digitaal
opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt
van de CD-speler van dit systeem naar het MD-
deck, maakt u een eerste-generatie kopie.
Opmerking
Dit één-generatie kopieersysteem geldt niet voor
opnamen die via analoog-naar-analoog-aansluitingen
worden gemaakt.
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een
storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande
storingsgids.
Controleer eerst of de stekker van het systeem
goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers
juist en stevig zijn aangesloten.
Indien een storing niet door u verholpen kan
worden, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Algemeen
Het display begint te knipperen zodra u de
stekker in het stopcontact steekt, terwijl u
het systeem nog niet hebt ingeschakeld
(demonstratiemodus)
Druk op DISPLAY (Europees model) of
DEMO (STANDBY) (overige modellen)
wanneer het systeem is uitgeschakeld.
De demonstratie verdwijnt.
Wanneer u de stekker voor de eerste keer in
het stopcontact steekt of wanneer er een
stroomstoring is geweest die langer dan een
halve dag heeft geduurd, wordt automatisch
de demonstratiemodus geactiveerd.
De klokinstelling, de voorge-
programmeerde radiozenders en de
timerinstellingen zijn verloren gegaan.
De stekker is uit het stopcontact getrokken of
er is een stroomstoring geweest die langer dan
een halve dag heeft geduurd. U dient de
volgende stappen opnieuw te verrichten:
— “Stap 2: Instellen van de klok” (blz. 7)
— “Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders” (blz. 8)
Indien u de timer hebt ingesteld, dient u ook
de stappen van “Ontwaken met muziek” (blz.
63) en “Radioprogramma’s opnemen met de
timer” (blz. 65) opnieuw te verrichten.
“– –:– –” licht op op het display.
Stel de klok en de timer opnieuw in.
Er is geen geluid.
Draai VOLUME naar rechts.
Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten.
Steek alleen het blote gedeelte van het
luidsprekersnoer in de SPEAKER-aansluiting.
Indien u het vinyl gedeelte van het
luidsprekersnoer erin steekt, zullen de
luidsprekeraansluitingen geblokkeerd raken.
Tijdens timeropname en versnelde CD-MD-
synchroonopname is er geen geluid te horen.
wordt vervolgd
72
NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Luidsprekers
Er is geen geluid.
Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname
kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat
wordt opgenomen.
Het geluid komt van slechts één kanaal, of
het links/rechts-volume is niet
gebalanceerd.
Controleer de luidsprekeraansluiting en de
luidsprekeropstelling.
De lage tonen komen niet goed door.
Controleer of de plus- en min-aansluitingen
van de luidspreker correct zijn aangesloten.
CD-speler
De CD-lade sluit niet.
De CD is niet correct geplaatst.
De CD begint niet met afspelen.
De CD ligt niet horizontaal in de CD-lade.
De CD is vuil.
De CD is met de labelkant naar beneden
geplaatst.
Er is vocht gecondenseerd in de CD-speler.
Verwijder de CD en laat het systeem
ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat
het vocht is verdampt.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
De speler bevindt zich in de modus voor
afspelen in geprogrammeerde of willekeurige
volgorde. Druk met de CD-speler in de
stopstand herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” of “SHUFFLE” is verdwenen.
“Over” verschijnt op het display.
Het einde van de CD is bereikt. Houd m
ingedrukt of draai de instelknop om terug te
keren naar de gewenste positie voor afspelen.
MD-deck
Een MD kan niet worden geplaatst.
Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de
richting van het deck wijzend.
De toetsen werken niet.
Vervang de MD door een nieuw exemplaar.
Probeer de bedieningshandelingen opnieuw
nadat “TOC” is uitgegaan.
Er is veel brom of ruis.
Een TV of videorecorder is te dicht bij het
systeem geplaatst. Zet het systeem verder weg
van de TV of de videorecorder.
De A/V-bedienings-versterker staat onder de
CD-speler/MD-deck. Zet de AV-
regelversterker boven op de CD-speler/MD-
deck.
De timer werkt niet.
Stel de klok goed in.
“SEL DAILY 1”, “SEL DAILY 2” en “SEL
MD REC” verschijnen niet wanneer u
TIMER SELECT indrukt.
Stel de klok in.
Stel de timer goed in.
De afstandsbediening werkt niet.
Er bevindt zich een obstakel tussen de
afstandsbediening en het systeem.
De afstandsbediening is niet naar de sensor op
het systeem gericht.
De batterijen zijn leeg. Vernieuw de
batterijen.
Er is akoestische terugkoppeling.
Verlaag het volume.
De kleuren van het TV-beeld blijven
onstabiel.
Schakel het TV-toestel eenmaal uit en schakel
het na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de
kleuren dan nog steeds onstabiel zijn, zet de
luidspreker dan verder weg van het TV-
toestel.
“PROTECT” en “PUSH POWER”
verschijnen beurtelings.
Er is een krachtig signaal ingevoerd. Druk op
?/1 om het systeem uit te schakelen. Schakel
het systeem even later weer in door indrukken
van ?/1. Indien “PROTECT” en “PUSH
POWER” ook nadat het systeem opnieuw is
ingeschakeld nog steeds beurtelings
verschijnen, druk dan op ?/1 om het systeem
uit te schakelen en controleer de
luidsprekersnoeren (+ en – mogen niet met
elkaar in aanraking komen).
73
NL
Aanvullende informatie
De MD begint niet met afspelen.
Vervang de MD.
Plaats de MD en laat het systeem een paar uur
ingeschakeld totdat het vocht is verdampt.
Druk op MD H om het afspelen te laten
beginnen.
De MD slaat over.
Vervang de MD.
Verplaats het systeem zo mogelijk naar een
plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een
stabiele stander).
Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere
afstand van het systeem, of plaats ze op aparte
standers.
Wanneer u naar een muziekstuk luistert met
lage klanken en een hoog volume, is de kans
aanwezig dat de MD door de trillingen van de
luidsprekers overslaat.
Plaats de disc en wacht 10 tot 20 minuten, met
het systeem ingeschakeld.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
Druk met het MD-deck in de stopstand
herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” of “SHUFFLE” is verdwenen
om terug te keren naar normaal afspelen.
“Over” verschijnt.
Houd m ingedrukt of draai MD JOG om
terug te keren naar de gewenste positie voor
afspelen.
Tijdens het opnemen licht “OVER” op.
Stel het volume van de aangesloten
component lager in.
De opname of montage zijn wel
uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC)
is niet bijgewerkt.
De opname- en montagegegevens van de MD
worden weggeschreven naar de MD wanneer
de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de
MD na het opnemen of monteren altijd te
verwijderen (zie blz. 27 en 40).
Er kan niet worden opgenomen.
Verwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 27).
Sluit de los verkrijgbare AV-component goed
aan (zie blz. 66).
Kies een andere geluidsbron.
Vervang de MD door een voor opnemen
geschikte MD of gebruik de ERASE-functie
om onnodige muziekstukken te wissen (zie
blz. 43).
Begin weer helemaal opnieuw met opnemen.
Het geluid van een door u opgenomen MD
is te laag (of te hoog).
Stel het opnameniveau opnieuw in (zie
blz. 37).
Tuner
Er is veel brom of ruis (“TUNED” of
“STEREO” knippert op het display).
Stel de antenne af.
Het signaal is te zwak. Sluit een
buitenantenne aan.
Een stereo FM-programma kan niet in
stereo ontvangen worden.
Druk op STEREO/MONO zodat “STEREO”
op het display verschijnt.
Indien het systeem ook na het
nemen van de bovenstaande
maatregelen nog niet goed
werkt, dient u het systeem als
volgt opnieuw in te stellen:
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Steek de stekker weer in het stopcontact.
3 Druk CLEAR en CD s tegelijkertijd in.
4 Druk op ?/1 om het systeem weer in te
schakelen.
Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de
fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
voorgeprogrammeerde zenders, de klok en de
timer, zijn geannuleerd. U moet deze nu opnieuw
instellen.
Indien het systeem nog steeds niet goed werkt,
druk dan bij stap 3 hierboven GROOVE en ?/1
tegelijkertijd in.
74
NL
Zelfdiagnose-display
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie
om u te waarschuwen wanneer het systeem niet
goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings
een code van drie of vijf tekens en een melding
waarmee de storing wordt aangegeven. Raadpleeg
de onderstaande lijst om de storing te verhelpen.
Indien een storing niet door uzelf kan worden
verholpen, neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
C11/Protected
De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen.
cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht
zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie
blz. 27).
C12/Cannot Copy
U probeert een CD of MD met een voor dit
systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals
een CD-ROM.
cVerwijder de disc, schakel het systeem
eenmaal uit en schakel het vervolgens weer in.
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
cBreng het systeem naar een plaats zonder
trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf
het begin.
De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD
voldoet niet aan de normen.
cVervang de MD en neem daarna opnieuw op
vanaf het begin.
C13/Read Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze
daarna opnieuw.
C14/Toc Error
Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet
goed lezen.
cVervang de MD.
cWis alle muziekstukken van de MD door
gebruikmaking van de ALL ERASE-functie
(zie blz. 44).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de handel
verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een
CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te
nemen.
cHet “Serial Copy Management System”
voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken
(zie blz. 71). U kunt geen CD-R opnemen.
E0001/MEMORY NG
Er is een fout opgetreden in de interne gegevens
die het systeem nodig heeft om te kunnen
werken.
cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
E0101/LASER NG
Er is een probleem met het optische blok.
cHet optische blok is mogelijk defect. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Meldingen
Tijdens bediening kan er op het display één van de
onderstaande meldingen verschijnen of knipperen.
MD
Auto Cut
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van
circa 30 seconden of meer ingevoerd waardoor
het opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt
stopgezet.
Blank Disc
Er is een geheel nieuwe, voor opnemen
geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken
op de MD zijn gewist.
Cannot Edit
Er zit een voorbespeelde MD in het deck.
U probeert te monteren in de modus voor
afspelen in geprogrammeerde of willekeurige
volgorde.
U probeert het opnameniveau te veranderen of
de functie voor infaden of uitfaden te
gebruiken nadat de DAILY-timer of
opnametimer is geactiveerd en het systeem is
ingeschakeld.
Cannot REC
De functie MD is ingesteld.
Complete!
De MD-montage is voltooid.
75
NL
Aanvullende informatie
Disc Full!
Er is geen opnametijd meer over op de MD.
Eject
De MD wordt door het MD-deck verwijderd.
Impossible
U probeert een montagehandeling te
verrichten die niet mogelijk is.
Vanwege de beperkingen van het systeem
kunnen de muziekstukken op de MD niet
worden samengevoegd.
Incomplete!
De montage met de S.F EDIT-functie
(veranderen van het opnameniveau na het
opnemen, infaden, uitfaden) werd niet goed
uitgevoerd omdat het systeem tijdens het
opnemen werd verplaatst of omdat de MD
beschadigd of vuil is.
Initialize
Er is een lange stroomstoring geweest waardoor
het systeem automatisch opnieuw wordt
geïnitialiseerd.
Name Full!
Er is geen ruimte meer voor het opslaan van
muziekstuktitels of disctitels.
MD No Disc
Er zit geen disc in het MD-deck.
MD No Name
U probeert de titel van een disc of muziekstuk
weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd.
Bij een muziekstuk wordt het
muziekstuknummer weergegeven, gevolgd door
“MD”.
No Change
Terwijl u probeerde om het opnameniveau te
veranderen na het opnemen, hebt u ENTER/
YES ingedrukt zonder daadwerkelijk het
opnameniveau te veranderen waardoor de
beoogde verandering dus niet is uitgevoerd.
Over
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M
ingedrukt houdt en het systeem zich in de
pauzestand voor afspelen bevindt.
Overwrite
Tijdens het opnemen hebt u aangegeven dat u
wilt opnemen door bestaande muziekstukken op
een MD te overschrijven.
Push MD STOP
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
—Rehearsal—
Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD
afgespeeld dat met de DIVIDE-functie
onderverdeeld zal worden.
S.F Edit!
Er is getracht een andere bediening uit te
voeren in de modus S.F EDIT (veranderen van
het opnameniveau na het opnemen, infaden,
uitfaden).
S.F Edit NOW
U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F EDIT
(veranderen van het opnameniveau na het
opnemen, infaden, uitfaden).
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er een stilte
ingevoerd van circa 3 seconden of meer, maar
minder dan circa 30 seconden.
SYNC NOW
U hebt een toets ingedrukt die u tijdens
synchroonopname niet nodig hebt voor het
opnemen.
Text Protect
Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD
opgenomen kunnen worden.
TOC Reading
Het MD-deck is bezig met het lezen van de
inhoudsopgave (TOC) van de MD.
TOC Writing
Het MD-deck is bezig met het wegschrijven
van de opname- en montagegegevens.
Track End
Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens
het instellen van de positie van onderverdeling
met behulp van de DIVIDE-functie.
USE MD AREA!
U probeert een bediening uit te voeren met de
instelknop, m of M op de A/V-
bedieningsversterker terwijl de functie MD is
ingesteld.
Gebruik MD JOG, MD m of M.
wordt vervolgd
76
NL
Zelfdiagnose-display (vervolg)
TUNER
Cannot Edit
U probeert een niet-voorgeprogrammeerde
zender een naam te geven of te wissen.
CD
“Check” en “CD Position” verschijnen
beurtelings
De disc kon niet goed worden gelezen.
No disc
Er zit geen disc in de CD-speler.
Over
Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens
het afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt.
Push CD stop!
Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE
gedrukt.
Technische gegevens
Versterker
Europees model
DIN-uitgangsvermogen (nominaal)
80 + 80 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie)
100 + 100 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Muziek-uitgangsvermogen (referentie)
160 + 160 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Overige modellen
DIN-uitgangsvermogen (nominaal)
90 + 90 W
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie)
110 + 110 W
(6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD)
Ingangen
VIDEO IN : spanning 250 mV
(tulpstekkers) impedantie 47 kilohm
TAPE IN: spanning 250 mV
(tulpstekkers) impedantie 47 kilohm
Uitgangen
TAPE OUT: spanning 250 mV
(tulpstekkers) impedantie 1 kilohm
PHONES: geschikt voor hoofdtelefoon van
(stereo-mini-aansluiting) 8 ohm of meer
FRONT SPEAKER: geschikt voor impedantie van 6 tot
16 ohm
REAR SPEAKER: geschikt voor impedantie van
16 ohm
SUPER WOOFER: spanning 1 V, impedantie 1 kilohm
CD-speler
Systeem Compactdisc- en digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
* Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Golflengte 780 – 790 nm
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding meer dan 90 dB
Dynamisch bereik meer dan 90 dB
77
NL
Aanvullende informatie
MD-deck
Systeem MiniDisc digitaal audiosysteem
Laser Halfgeleider-laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW*
* Deze waarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm.
Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz
Tuner
FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner
FM-tuner
Afstembereik
Reismodel: 76,0 – 108,0 MHz
Overige modellen: 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitklemmen 75 ohm asymmetrisch
Middenfrequentie 10,7 MHz
AM-tuner
Afstembereik
Europees model: 531 – 1602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 531 – 1602 kHz
(met interval ingesteld op 9 kHz)
530 – 1710 kHz
(met interval ingesteld op 10 kHz)
Antenne AM-raamantenne
Antenne-aansluitklemmen Buitenantenneaansluitingen
Middenfrequentie 450 kHz
Luidspreker
Voorste luidspreker (SS-NX1)
Luidsprekersysteem 2-weg, basreflex-type, type met
magnetische afscherming
Luidsprekereenheden
Woofer: 17 cm diameter, conus-type
Tweeter: 2,5 cm diameter, koepelvormig
type
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) ca. 210 × 402 × 285 mm
Gewicht ca. 7,0 kg netto per luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Overige modellen: 120 V, 220 V of 230 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz, instelbaar
met spanningskiezer
Stroomverbruik
Europees model: 190 W
Overige modellen: 220 W
Afmetingen (b/h/d)
STR-NX5MD: ca. 225 × 202 × 356 mm
HMC-NX5MD: ca. 225 × 202 × 356 mm
Gewicht
STR-NX5MD:
Europees model: ca. 7,8 kg
Overige modellen: ca. 7,6 kg
HMC-NX5MD: ca. 4,3 kg
Bijgeleverde accessoires: AM-raamantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
FM-draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Kussentjes voor voorste
luidsprekers (8)
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
78
NL
Index
A
A-B ERASE-functie 45
Aansluiten
antennes 5
hoofdapparaat 4
los verkrijgbare
componenten 66
netsnoer 6
Aansluiten, zie Aansluiten
Afspelen
CD 10
MD 15
muziekstukken herhaald
(REPEAT-afspeelfunctie)
18, 23
muziekstukken in
geprogrammeerde
volgorde (PROGRAM-
afspeelfunctie) 20, 24
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE-
afspeelfunctie) 19, 23
Afsteminterval 9
Afstemmen op
voorgeprogrammeerde
zenders 16
ALL ERASE-functie 44
Analoog opnemen 27
Antennes 5, 68
Audio-accentuering kiezen 55
Auto Cut 36
Automatische bronkeuze 11,
15, 16
B
Batterijen 6
Beperkingen van het systeem
70
Beveiligen van opnamen 27
Bewaren van opnamen 27
C
CD TEXT-gegevens 22
CD-MD-synchroonopname 28
CD-speler 18
COMBINE-functie 49
D
DAILY-timer 63
DBFB 54
Digitaal opnemen 27
Display 22, 26
DIVIDE-functie 48
E, F
Eén-generatie-kopieersysteem
71
Eén-toets-weergavestart 11, 15,
16
ERASE-functie 43
G, H
Geluid instellen 54
GROOVE 54
I, J
Instellen
bedrijfsspanning 6
geluid 54
grafische equalizer 57
opnameniveau 37
volume 11, 15, 16
K
Klok instellen 7
Klokinstelling 7
L
Level Synchro Recording 34
Los verkrijgbare componenten
66
Luidsprekers 5, 67
Luisteren naar de radio 16
M
Meldingen 74
MOVE-functie 47
Muziekstuknummers 34, 35
Muziekstuknummers
aanbrengen 34, 35
N
Na
het monteren 40
het opnemen 27
Naamgeving
MD 41
voorgeprogrammeerde
zender 59
NAME-functie 41
NORMAL-afspeelfunctie 10,
15
O
Opnemen
CD 12
handmatig opnemen 31
lange opnamen 30
met de timer 65
mono-opnamen 39
op een MD 12
radioprogramma 17, 32, 65
Opnieuw instellen van het
systeem 73
P, Q
Persoonlijk bestand 58
PROGRAM-afspeelfunctie 20,
24
PTY 61
R
Radiodatasysteem (RDS) 60
Radiozenders
afstemmen 16
voorprogrammeren 8
REC IT 29
REPEAT-afspeelfunctie 18, 23
79
NL
Aanvullende informatie
S
S.F Edit 52
SHUFFLE-afspeelfunctie 19,
23
SLEEP-timer 63
Smart Space 36
T
Tijdmachine-opnamen 32
Timer
inslapen met muziek 63
ontwaken met muziek 63
timer-opnamen 65
TRACK ERASE-functie 43
U
UNDO-functie 51
V
Verhelpen van storingen 71
Versnelde CD-MD-
synchroonopname 13
Voorprogrammeren van
radiozenders 8
Vóór
het monteren 40
het opnemen 27
W, X, Y
Wissen
alle muziekstukken op een
MD 44
een gedeelte van een
muziekstuk 45
titels op een MD 43
één muziekstuk 43
Z
Zelfdiagnose-display 74
Zendernaam 59

Documenttranscriptie

4-229-417-42(2) Mini HiFi Component System Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso IT Manual de Instruções PT DHC-NX5MD ©2000 Sony Corporation WAARSCHUWING Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen. Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig personeel over. Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN. Voor de Klanten in Nederland Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. LET OP Het gebruik van optische instrumenten in combinatie met dit product levert extra gevaar op voor uw ogen. 2NL De DHC-NX5MD bestaat uit de volgende componenten: – A/V-bedieningsversterker STR-NX5MD – CD-speler/MD-deck HMC-NX5MD – Luidsprekersysteem SS-NX1 Inhoudspgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem........... 4 Stap 2: Instellen van de klok ..................... 7 Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders ........................................ 8 Stroom besparen in de wachtstand* .......... 9 Basisbedieningen Afspelen van een CD — Afspelen in normale volgorde ..... 10 Opnemen van een CD op een MD .......... 12 Versneld opnemen van een CD op een MD — Versnelde CD-MDsynchroonopname ............................. 13 Afspelen van een MD ............................. 15 Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders ........ 16 Opnemen van de radio — Handmatige opname .................... 17 De CD-speler Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie ........ 18 CD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 19 Programmeren van CD-muziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie.......... 20 Gebruik van het CD-display ................... 22 Het MD-deck — Afspelen Herhaald afspelen van muziekstukken op de MD — REPEAT-afspeelfunctie ....... 23 MD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23 Programmeren van MD-muziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie ......... 24 Gebruik van het MD-display ................... 26 Het MD-deck — Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen ........................................... 27 Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een MD — CD-MD-synchroonopname ......... 28 Opnemen van het huidige muziekstuk — REC IT ........................................ 29 Lange opnamen ....................................... 30 Handmatig opnemen op een MD — Handmatige opname .................... 31 Opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname ................... 32 Aanbrengen van muziekstuknummers .... 34 Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken — Smart Space, Auto Cut ................ 36 Instellen van het opnameniveau .............. 37 Mono-opnamen ....................................... 39 Het MD-deck — Monteren Alvorens met het monteren te beginnen ........................................... 40 Invoeren van MD-titels — NAME-functie ............................. 41 Wissen van opnamen — ERASE-functie ............................ 43 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie ............................. 47 Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie ........................... 48 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie ...................... 49 Ongedaan maken van de laatste wijziging — UNDO-functie ............................. 51 Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — S.F EDIT-functie ......................... 52 Geluidsregeling Regeling van het geluid ........................... 54 Audio-accentuering kiezen ..................... 55 Veranderen van de helderheid van het display .............................................. 56 Surround-effecten kiezen ........................ 56 Instellen van de grafische equalizer ........ 57 Aanmaken van een persoonlijk bestand voor audio-accentuering — P FILE-functie ............................. 58 Overige functies Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name ............................... 59 Gebruik van het radio-informatiesysteem (RDS)* .............................................. 60 Inslapen met muziek ................................... — SLEEP-timerfunctie .................... 63 Ontwaken met muziek — DAILY-timerfunctie .................... 63 Radioprogramma’s opnemen met de timer ............................................. 65 NL Aansluiten van los verkrijgbare componenten Aansluiten van los verkrijgbare AVcomponenten .................................... 66 Aansluiten van buitenantennes ................ 68 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ............................ 69 Systeembeperkingen van MD’s .............. 70 Verhelpen van storingen ......................... 71 Zelfdiagnose-display ............................... 74 Technische gegevens ............................... 76 Index ........................................................ 78 * Alleen Europees model 3NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van het systeem Volg de onderstaande procedure 1 t/m 5 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten. Indien u de stereo-installatie verticaal installeert Zet de A/V-bedieningsversterker op de CD-speler/MD-deck. FM-antenne AM-raamantenne Voorste luidspreker (rechts) 4NL Voorste luidspreker (links) 1 Sluit de stekker van het platte snoer aan op de SYSTEM CONTROLaansluitingen totdat deze vastklikt. 3 Sluit de FM/AM-antennes aan. Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan. Type aansluiting A Om te ontkoppelen Trek de FMdraadantenne er horizontaal uit. AM-raamantenne AM FM CO 75 Ω AXI AL 2 Sluit de voorste luidsprekers aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT SPEAKER-aansluitingen, zoals hieronder is aangegeven. Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen. R + AM-raamantenne AM L Trek de FMdraadantenne er horizontaal uit. FM 75Ω + Rood/ Effen (3) – Voorbereidingen Steek alleen het blootgelegde gedeelte erin. Type aansluiting B Zwart/ Gestreept (#) Opmerking Installeer de AM-raamantenne zo ver mogelijk van het hoofdapparaat. wordt vervolgd 5NL Stap 1: Aansluiten van het systeem (vervolg) Bevestigen van de kussentjes van de voorste luidsprekers 4 Bij modellen met een spanningskiezer Bevestig de kussentjes van de voorste luidsprekers aan de onderkant van de luidsprekers om de luidsprekers te stabiliseren en te voorkomen dat deze verschuiven. stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning. - 240V 0V 12 0V 230 SELECTOR 22 VOLTAGE 5 Steek de stekker in het stopcontact. De demonstratie verschijnt op het display. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem ingeschakeld en eindigt de demonstratie automatisch. Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u de bijgeleverde adapter te ontkoppelen (alleen bij modellen met een adapter). Plaatsing van twee R6 (AAformaat) batterijen in de afstandsbediening Tip Deactiveren van de demonstratie Bij het instellen van de klok (zie blz. 7) wordt de demonstratie gedeactiveerd. Om de demonstratie opnieuw te activeren/ deactiveren, drukt u op DISPLAY (Europees model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen) terwijl het systeem is uitgeschakeld. Tip U kunt het basgeluid versterken door een los verkrijgbare superwoofer aan te sluiten op de SUPER WOOFER OUT-aansluiting. Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te vernieuwen. Opmerkingen • Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen. • Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit plaatst. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast elkaar. • Gebruik geen batterij die lekt. • Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te reinigen en alle batterijen te vernieuwen. Verplaatsing van het systeem Doe als volgt om het CD-mechanisme te beschermen: 1 Druk op CD (of herhaald op FUNCTION op de afstandsbediening) zodat “CD” op het display verschijnt. 2 Houd ENTER ingedrukt en druk op ?/1 zodat “LOCK” op het display verschijnt. 6NL Stap 2: Instellen van de klok Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u de klok vooraf op de juiste tijd instellen. De klok van het Europese model werkt met 24 uren, en die van andere modellen met 12 uren. Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren gebruikt. 3 Druk op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. 4 Druk op V of v om de minuten in te stellen. 5 Druk op ENTER. De klok begint te lopen. Tips 2,4 Veranderen van de tijd 1 In het voorgaande werd uitgelegd hoe u de klok moet instellen wanneer het systeem is uitgeschakeld. Om de klok in te stellen terwijl het systeem is ingeschakeld, doet u als volgt: 1 Druk op CLOCK/TIMER SET. 2 Druk op V of v om SET CLOCK te kiezen. 3 Druk op ENTER. 4 Herhaal de bovenstaande stappen 2 t/m 5. Voorbereidingen 3,5 • Indien u een fout hebt gemaakt, moet u opnieuw beginnen vanaf stap 1. • Door het instellen van de klok wordt de demonstratie gedeactiveerd. Indien u de demonstratie op het display wilt laten verschijnen, drukt u op DISPLAY (Europees model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen) terwijl het systeem is uitgeschakeld. Opmerking 1 Druk op CLOCK/TIMER SET. De uur-indicatie begint te knipperen. 2 Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt of wanneer er een stroomonderbreking optreedt, gaan de instellingen van de klok verloren. Druk op V of v om het uur in te stellen. 7NL Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders 3 Druk op TUNER MEMORY. Er knippert een preselectienummer op het display. De zenders worden vastgelegd vanaf preselectienummer 1. Preselectienummer U kunt het volgende aantal zenders programmeren: 20 FM-zenders en 10 AMzenders. ?/1 (spanning) 2 TUNED STEREO 1 3 4 Druk op ENTER. “Complete!” verschijnt. De zender is nu in het geheugen vastgelegd. 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om andere zenders in het geheugen vast te leggen. Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal Druk bij stap 2 herhaald op + of – om handmatig op de zender af te stemmen. Instelknop 1 Om het preselectienummer te veranderen 4 Druk herhaald op TUNER BAND totdat de gewenste frequentieband op het display verschijnt. Bij elke druk op deze toets verandert de frequentieband als volgt: FM y AM 2 Om een voorgeprogrammeerde zender te wissen 1 Houd TUNER MEMORY ingedrukt totdat er een preselectienummer op het display knippert. TUNED STEREO Druk op + of – en houd deze ingedrukt. De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo-programma) verschijnen op het display. TUNED STEREO 8NL Begin opnieuw vanaf stap 1. Draai na stap 3 de instelknop om het preselectienummer te kiezen waaronder u de zender wilt vastleggen. 2 Draai de instelknop om het preselectienummer te kiezen dat u wilt wissen. Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders wilt wissen, kiest u “All Erase”. 3 Druk op ENTER. “Complete!” verschijnt. Elke keer wanneer u een preselectienummer wist, wordt het totale aantal preselectienummers met één verminderd en worden alle preselectienummers die volgen op het gewiste preselectienummer opnieuw genummerd. Om het AM-afsteminterval te veranderen (geldt niet voor het Europese model) Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u TUNER MEMORY ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u deze procedure. Stroom besparen in de wachtstand (alleen Europees model) In de wachtstand kunt u het stroomverbruik tot een minimum terugbrengen (energiebesparingsmodus) en energie besparen. ?/1 (spanning) DISPLAY Tip Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een halve dag in het geheugen bewaard. , Druk op POWER SAVE/DEMO (STANDBY) wanneer het systeem is uitgeschakeld. Voorbereidingen POWER SAVE/DEMO (STANDBY) Het systeem schakelt over in de energiebesparingsmodus en de klokindicatie verdwijnt. Het systeem wordt in- en uitgeschakeld door indrukken van ?/1. Om de energiebesparingsmodus uit te schakelen Druk op DISPLAY. De klokindicatie verschijnt. wordt vervolgd 9NL Basisbedieningen Stroom besparen in de wachtstand (vervolg) Afspelen van een CD Tips — Afspelen in normale volgorde • Elke keer wanneer u in de energiebesparingsmodus op POWER SAVE/DEMO (STANDBY) drukt, schakelt het display respectievelijk over in de energiebesparingsmodus of demonstratiemodus. • Zelfs in de energiebesparingsmodus lichten de ?/1 indicator en timer-indicator (wanneer de timer is ingesteld) op. • In de energiebesparingsmodus werkt de timer ook. U kunt maximaal vijf CD’s achter elkaar afspelen. ?/1 (spanning) m/M PLAY MODE VOLUME Opmerkingen • In de energiebesparingsmodus kunt u de klok niet instellen. • In de energiebesparingsmodus werkt de één-toetsweergavestart niet. 1 2 3 4 5 Instelknop 1 CD H CD S CD s 2 1 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A en plaats een CD in de disc-lade. Indien een disc niet goed wordt geplaatst, zal deze niet worden herkend. Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. 1 2 3 4 5 Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op dezelfde toets. Om een andere CD te plaatsen, drukt u bij het betreffende nummer op A om de disc-lade te openen. 10NL 2 Tips Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5. De disc-lade sluit en het afspelen begint. Indien u CD H indrukt, begint het afspelen bij de CD die zich in de lade bevindt en waarvan het nummer op het display wordt weergegeven. Nummer van disc-lade Afspeeltijd 1 Muziekstuknummer • Wanneer u CD H indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de CD indien er een CD in de disc-lade is geplaatst (Ééntoets-weergavestart). Wanneer het systeem zich in de energiebesparingsmodus bevindt, zal de één-toetsweergavestart niet werken. • U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen door indrukken van CD H of de betreffende toets DISC 1 – 5 (Automatische bronkeuze). • Wanneer er geen CD in de lade is geplaatst, verschijnt “CD No Disc” op het display. Doe het volgende Opmerking Het afspelen te stoppen Druk op CD s. Te pauzeren Druk op CD S. De afspeeltijd begint te knipperen. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit, aangezien de CD-speler beschadigd kan raken. Druk op de betreffende toets CD 1 – 5 A om de disc-lade te sluiten. Een muziekstuk te kiezen Draai de instelknop tijdens het afspelen of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om achteruit te gaan) en laat deze los wanneer u het gewenste muziekstuk hebt gevonden. Een punt in een muziekstuk te vinden Houd tijdens het afspelen CD m of M ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los. In de stopstand een CD te kiezen Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5 (of druk op D.SKIP op de afstandsbediening). . lleen de gekozen A CD af te spelen Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “1 DISC” verschijnt. Alle CD’s af te spelen Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “ALL DISCS” verschijnt. De CD te verwijderen Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A. Tijdens het afspelen van een CD een andere CD te verwisselen Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A om de lade te openen met de CD die u wilt verwisselen. Wanneer u de CD hebt verwisseld, druk dan op dezelfde toets om de lade te sluiten. Zolang de lade geopend is, knippert de indicator DISC 1 – 5 van die lade in oranje. Het volume in te stellen Draai VOLUME. Voorbereidingen/Basisbedieningen Om 11NL Opnemen van een CD op een MD 2 Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op dezelfde toets. U kunt een CD digitaal opnemen op een MD en daarbij de muziekstuknummers in dezelfde volgorde als op de CD aanbrengen. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen (zie blz. 28). Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). 4 2 CD s MD s 3 2 3 4 5 1 NAME EDIT/ ENTER/YES CHARACTER Plaats een voor opnemen geschikte MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant 4 3 4 5 Druk op MD S. Het opnemen begint. Tijdens CD-MDsynchroonopname kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MDdeck automatisch. Druk op CD s of MD s. 12NL 2 Druk op CD SYNC NORMAL. Om de opname te stoppen Met het pijltje naar het deck gericht 1 Om met hoge snelheid op te nemen, drukt u op CD SYNC HIGH. “×1” (“×2” voor versnelde opname) verschijnt op het display. “MD New Track” en de resterende opnametijd van de MD verschijnen beurtelings. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 1 3 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A en plaats een CD. Tips • Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. • De muziekstuknummers op de CD worden automatisch opgenomen op de MD. • Al naar gelang de disc worden soms ook de CD TEXT-gegevens gekopieerd. Indien “CD TEXT” tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op NAME EDIT/CHARACTER en daarna op ENTER/ YES om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. (Indien “CD TEXT” brandt, wordt de titel automatisch opgenomen.) Versneld opnemen van een CD op een MD — Versnelde CD-MD-synchroonopname Met deze functie kunt u een CD met tweemaal de snelheid van normale CD-MD-synchroonopname opnemen op een MD. CD s Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt 1 2 3 In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. 4 5 Opmerkingen 4 3 MD s 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Plaats de CD die u wilt opnemen. Om de muziekstukken in de door u geprogrammeerde volgorde op te nemen, drukt u herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. (Indien u geen programma hebt samengesteld, zie blz. 20.) 3 Basisbedieningen • Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen. • Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 27). • Indien “Retry” op het display knippert, is er een leesfout opgetreden en probeert het systeem om de gegevens opnieuw te lezen (zie blz. 14). • De functie Auto Cut zal niet werken tijdens synchroonopname. Druk op CD SYNC HIGH SPEED. “×2” verschijnt op het display. “MD New Track” en de resterende opnametijd van de MD verschijnen beurtelings. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 4 Druk op MD S. Het versneld opnemen begint. Tijdens de opname kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen en ook kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. wordt vervolgd 13NL Versneld opnemen van een CD op een MD (vervolg) Om de opname te stoppen Druk op CD s of MD s. Indien “Retry” op het display knippert nadat u bij stap 4 MD S hebt ingedrukt In dit geval is er een leesfout opgetreden en probeert het MD-deck om de gegevens opnieuw te lezen. • Indien de hernieuwde poging is geslaagd, gaat het MD-deck verder met de versnelde CD-MDsynchroonopname. In dit geval zal “×2” op het display oplichten. • Indien de geplaatste CD of het MD-deck in slechte staat verkeert en de hernieuwde poging mislukt, wordt de versnelde CD-MDsynchroonopname geannuleerd. In dit geval knippert “×1” op het display en begint het MDdeck automatisch met CD-MDsynchroonopname op normale snelheid. Wanneer dit gebeurt, kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen. 14NL Opmerkingen • Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u niet over bestaande opnamen heen opnemen. Het opnemen begint automatisch na de bestaande opnamen. • Zorg dat de resterende opnametijd van de MD langer is dan de afspeeltijd van de CD, vooral indien u alle muziekstukken op de CD wilt opnemen. • Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Indien u het opnemen midden in een muziekstuk tijdelijk onderbreekt of stopt, wordt het betreffende muziekstuk niet op de MD opgenomen. • Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen. • Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunnen de volgende functies niet worden gebruikt: — Auto Cut — Meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen • Bij de volgende CD’s kan er bij het opnemen op een MD een leesfout of ruis optreden: — CD’s waarop etiketten zijn geplakt — CD’s met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld hart- of stervormige CD’s) — CD’s waarbij alle tekst op slechts één kant is gedrukt — CD’s die oud zijn — CD’s met krassen — CD’s die vuil zijn — CD’s die zijn kromgetrokken • Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een CD één van de volgende verschijnselen voordoet, kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden: — wanneer er tegen de CD-lade of een ander onderdeel van het systeem wordt gestoten; — wanneer het systeem op een oneffen of zachte ondergrond wordt geplaatst; of — wanneer het systeem zich in de nabijheid van een luidspreker, deur of andere trillingsbron bevindt. • Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt er soms een extra geluidloos muziekstuk aangemaakt. U kunt deze extra muziekstukken wissen door gebruikmaking van de montagefunctie van het MD-deck (zie blz. 43). 2 Afspelen van een MD Druk op MD H. Het afspelen begint. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). U kunt een MD afspelen zoals een CD. Muziekstuknummer ?/1 (spanning) Afspeeltijd MD A VOLUME 1 2 3 4 Om Het afspelen te stoppen Doe het volgende Druk op MD s. Te pauzeren Druk op MD S. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten. Een muziekstuk te kiezen Draai MD JOG tijdens het afspelen of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om achteruit te gaan) en laat deze los wanneer u het gewenste muziekstuk hebt gevonden. Een punt in een Houd tijdens het afspelen MD muziekstuk te vinden m of M ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los. 5 Het volume in te stellen Draai VOLUME. Tips MD S 1 2 MD s MD JOG MD m/M Plaats een MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant • Wanneer u MD H indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de MD indien er een MD in het systeem is geplaatst (Ééntoets-weergavestart). Wanneer het systeem zich in de energiebesparingsmodus bevindt, zal de één-toetsweergavestart niet werken. • U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar het MD-deck en het afspelen van een MD laten beginnen door indrukken van MD H (Automatische bronkeuze). Basisbedieningen De MD te verwijderen Druk op MD A. Opmerking Met het pijltje naar het deck gericht Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck defect raken. 15NL Luisteren naar de radio — Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders Eerst moet u de radiozenders in het geheugen van de tuner programmeren (zie blz. 8). ?/1 (spanning) –/+ 1 STEREO/MONO Om Doe het volgende De radio uit te schakelen Druk op ?/1 (spanning). Het volume in te stellen Draai VOLUME. Luisteren naar nietvoorgeprogrammeerde radiozenders Gebruik de functie voor handmatige of automatische afstemming. Voor handmatige afstemming drukt u herhaald op – of +. Voor automatische afstemming houdt u – of + ingedrukt. Tips Instelknop 1 VOLUME Druk herhaald op TUNER BAND totdat de gewenste frequentieband op het display verschijnt. Bij elke druk op de toets verandert de frequentieband als volgt: FM y AM 2 Draai de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde zender. Draai naar links om een lager preselectienummer te kiezen. Draai naar rechts om een hoger preselectienummer te kiezen. Preselectienummer Frequentie TUNED STEREO Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “One Preset” op het display. 16NL • Wanneer u TUNER BAND indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender (Één-toetsweergavestart). Wanneer het systeem zich in de energiebesparingsmodus bevindt, zal de één-toetsweergavestart niet werken. • U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner door gewoon TUNER BAND in te drukken (Automatische bronkeuze). • Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen. • Richt de bijgeleverde antennes opnieuw om een optimale ontvangst te krijgen. Opnemen van de radio 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant — Handmatige opname U kunt een radioprogramma analoog opnemen op een MD. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 43. Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). ?/1 (spanning) Instelknop Met het pijltje naar het deck gericht 2 2 Druk op TUNER BAND om de gewenste frequentieband te kiezen. 3 Draai de instelknop om af te stemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde zender. Draai naar links om een lager preselectienummer te kiezen. Draai naar rechts om een hoger preselectienummer te kiezen. TUNED STEREO 1 2 3 4 5 4 Druk op REC/REC IT. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 5 Basisbedieningen Preselectienummer Frequentie Druk op MD S. Het opnemen begint. 4 5 MD s Om de opname te stoppen Druk op MD s. wordt vervolgd 17NL De CD-speler Opnemen van de radio (vervolg) Tips • Indien er tijdens het opnemen van een AMradioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 68). • U kunt de MD in mono opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 39. • U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 37). Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD — REPEAT-afspeelfunctie Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u één CD of alle CD’s herhaald afspelen. ?/1 (spanning) 2 PLAY MODE 1 Opmerking Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 27). 1 Druk op CD om de functie CD te kiezen. 2 Druk tijdens het afspelen herhaald op REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” op het display verschijnt. Het herhaald afspelen begint. Om een andere functie voor herhaald afspelen te kiezen, doet u het volgende: Voor herhaling van Druk 18NL Maximaal vijfmaal alle muziekstukken van de huidige CD In de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “1 DISC” op het display verschijnt. Maximaal vijfmaal alle muziekstukken op alle CD’s In de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “ALL DISCS” op het display verschijnt. Slechts één muziekstuk Herhaald op REPEAT totdat “REPEAT 1” op het display verschijnt terwijl u het muziekstuk afspeelt dat u wilt herhalen. Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen Druk tijdens het afspelen herhaald op REPEAT/ PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” van het display is verdwenen. Opmerking Tijdens afspelen in willekeurige volgorde is het niet mogelijk om alle muziekstukken herhaald af te spelen. CD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken op één CD of op alle CD’s in willekeurige volgorde afspelen. ?/1 (spanning) 2 1 1 2 3 4 5 DISC 1 – 5 1 Druk op CD om de functie CD te kiezen. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “1 DISC SHUFFLE” of “ALL DISCS SHUFFLE” op het display verschijnt. Basisbedieningen/De CD-speler 3 Bij “ALL DISCS” worden alle CD’s in de speler in willekeurige volgorde afgespeeld, en bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de op dat moment gekozen CD in willekeurige volgorde afgespeeld. wordt vervolgd 19NL CD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (vervolg) 3 Druk op CD H. Het afspelen in willekeurige volgorde begint. Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen Druk op CD s om het afspelen in willekeurige volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM” van het display zijn verdwenen. Programmeren van CDmuziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie U kunt een programma samenstellen van maximaal 25 stappen van alle CD’s in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. ?/1 (spanning) 5 4 21 Om de gewenste CD te kiezen Druk op de betreffende toets DISC 1 – 5. Tip Om een muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts. Opmerking Tijdens het afspelen in willekeurige volgorde kunt u niet van afspeelfunctie veranderen. 1 2 3 4 5 7 20NL CD s 3 1 2 Druk op CD om de functie CD te kiezen. Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” op het display verschijnt. 3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5 om een CD te kiezen. 4 Draai de instelknop totdat het gewenste muziekstuk verschijnt. Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te programmeren, draait u de instelknop om “AL” te kiezen. Afspeeltijd van Discnummer gekozen muziekstuk 3 PROGRAM Muziekstuknummer 5 Druk op ENTER. Totale afspeeltijd 3 PROGRAM Laatst geprogrammeerde muziekstuk 6 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display zijn verdwenen. Om Doe het volgende Het programma te controleren Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening. Na het laatste muziekstuk verschijnt “Check End”. Een muziekstuk vanaf het einde te wissen Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening. Druk in de stopstand herhaald Een bepaald muziekstuk te wissen op CHECK op de afstandsbediening totdat het nummer van het te wissen muziekstuk oplicht en druk daarna op CLEAR. Een muziekstuk aan 1 Kies met de betreffende het programma toe te toets DISC 1 – 5 de voegen in de gewenste disc-lade. stopstand 2 Kies het muziekstuk door de instelknop te draaien. 3 Druk op ENTER. Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op CD H. • De indicatie “--.--” verschijnt op het display wanneer de totale afspeeltijd van uw CDprogramma langer is dan 100 minuten, of wanneer u probeert om 21 of meer muziekstukken te programmeren. De CD-speler Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het stapnummer verschijnt, gevolgd door het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk en de totale afspeeltijd van het programma. Om de PROGRAM-afspeelfunctie uit te schakelen Opmerking Tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde kunt u niet van afspeelfunctie veranderen. Om muziekstukken van dezelfde disc te kiezen, slaat u stap 3 over. 7 Druk op CD H. Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint. Alle muziekstukken worden in de gekozen volgorde afgespeeld. 21NL Gebruik van het CDdisplay U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het huidige muziekstuk of de CD controleren. Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt u de op de CD vastgelegde gegevens controleren, zoals de titels of de namen van de artiesten. ?/1 (spanning) DISPLAY * Indien er een CD zonder titel is geplaatst, verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 20 muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf muziekstuk 21 niet meer aangegeven. Tips • U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u bij een CD met CD TEXT de toets SCROLL op de afstandsbediening indrukt, verschijnt er een muziekstuktitel rollend op het display. Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL. • Door DISPLAY twee seconden of langer ingedrukt te houden, wordt de spectrumanalysator in- of uitgeschakeld. Opmerking In de stopstand verschilt de informatie op het display. In de stopstand worden op het display ook de disctitel, de naam van de artiest, de totale afspeeltijd van het programma en andere informatie weergegeven. , Druk op DISPLAY. Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt: Tijdens afspelen in normale volgorde t Verstreken afspeeltijd van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van huidige CD (1 DISC-modus) of indicatie “--.--” (ALL DISCS-modus) r Muziekstuktitel van huidig muziekstuk* r Klokdisplay (gedurende acht seconden) r Naam van effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” 22NL Het MD-deck — Afspelen Herhaald afspelen van muziekstukken op de MD — REPEAT-afspeelfunctie Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een MD herhaald afspelen. ?/1 (spanning) 2 MD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen — SHUFFLE-afspeelfunctie U kunt alle muziekstukken op een MD in willekeurige volgorde afspelen. ?/1 (spanning) 1 2 1 1 2 3 4 5 Druk op MD om de functie MD te kiezen. 2 Druk tijdens het afspelen herhaald op REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” op het display van het MD-deck verschijnt. REPEAT: Voor alle muziekstukken op de huidige MD (tot vijfmaal) REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen 3 MD s 1 Druk op MD om de functie MD te kiezen. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” op het display verschijnt. 3 Druk op MD H. Druk op REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” van het display is verdwenen. Het afspelen in willekeurige volgorde begint. De CD-speler/Het MD-deck — Afspelen 1 wordt vervolgd 23NL MD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (vervolg) Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen Programmeren van MDmuziekstukken — PROGRAM-afspeelfunctie Druk op MD s om het afspelen in willekeurige volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM” van het display zijn verdwenen. U kunt een programma samenstellen van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen. Tip ?/1 (spanning) Om een muziekstuk over te slaan, draait u MD JOG naar rechts. 1 2 1 2 3 4 5 6 24NL MD s 3 4 1 Druk op MD om de functie MD te kiezen. 2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” op het display verschijnt. 3 Draai MD JOG totdat het gewenste muziekstuk op het display verschijnt. Gekozen muziekstuknummer 4 Afspeeltijd van gekozen muziekstuk Om de PROGRAM-afspeelfunctie uit te schakelen Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display zijn verdwenen. Om Doe het volgende Het programma te controleren Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening. Na het laatste muziekstuk verschijnt “Check End”. Druk op ENTER/YES. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma. Nummer van laatst geprogrammeerde muziekstuk Totale afspeeltijd 5 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op MD H. Druk in de stopstand herhaald Een bepaald muziekstuk te wissen op CHECK op de afstandsbediening totdat het nummer van het te wissen muziekstuk oplicht en druk daarna op CLEAR. Een muziekstuk aan Kies in de stopstand het het programma toe te muziekstuk door MD JOG te voegen draaien en druk daarna op ENTER/YES. Tips • Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op MD H. • De indicatie “---.--” verschijnt op het display wanneer de totale afspeeltijd van uw MDprogramma langer is dan 1000 minuten. Het MD-deck — Afspelen Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint. Alle muziekstukken worden in de gekozen volgorde afgespeeld. Een muziekstuk vanaf Druk in de stopstand op het einde te wissen CLEAR op de afstandsbediening. 25NL Gebruik van het MDdisplay U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD controleren. 1 2 3 4 5 In de stopstand t Totaal aantal muziekstukken en totale afspeeltijd r Resterende opnametijd (alleen bij een voor opnemen geschikte MD) r Disctitel*2 *1 “MD No Name” en het muziekstuknummer verschijnen indien er geen muziekstuktitel is ingevoerd. *2 “MD No Name” verschijnt indien er geen disctitel is ingevoerd. Tips MD DISPLAY , Druk op MD DISPLAY. Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt: Tijdens afspelen in normale volgorde t Verstreken afspeeltijd en muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd en muziekstuknummer van huidig muziekstuk r Resterende afspeeltijd van huidige MD r Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*1 26NL • U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u bij de afstandsbediening op SCROLL drukt, verschijnt er een muziekstuktitel rollend over het display. Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL. • Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren, zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 41. Het MD-deck — Opnemen Alvorens met het opnemen te beginnen De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek digitaal op te nemen en af te spelen met een uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk van MD’s is het aanbrengen van muziekstuknummers. Door het aanbrengen van muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage later snel terugvinden en de opgenomen muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier waarop de signalen worden opgenomen en de muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk van de opnamebron. Wanneer de opnamebron de volgende is: • De CD-speler van dit systeem – Het MD-deck maakt een digitale opname.*1 – De muziekstuknummers worden automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD. Bij sommige muziekstukken worden echter geen muziekstuknummers aangebracht (zie blz. 71). *1 Zie blz. 70 voor bijzonderheden over de beperkingen op digitale opnamen. *2 Zelfs indien er een digitale component is aangesloten op de VIDEO IN-aansluitingen of TAPE IN-aansluitingen, zal het MD-deck een analoge opname maken. Opmerking betreffende de muziekstuknummers op een MD Op een MD worden de muziekstuknummers (volgorde van de muziekstukken), de informatie over het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz. opgenomen in het TOC*3 -gebied, onafhankelijk van de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen muziekstukken snel monteren door de TOCinformatie te wijzigen. *3 TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave) , Druk op MD A om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” gaat branden of “TOC” begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd. Beschermen van een opgenomen MD • Om een MD te beschermen tegen abusievelijk opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht om de opening af te dekken. Nokje Verschuif het nokje. • Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken. Het MD-deck — Afspelen/Opnemen • De tuner van dit systeem en andere componenten die zijn aangesloten op de VIDEO INaansluitingen of TAPE INaansluitingen – Het MD-deck maakt een analoge opname.*2 – Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan het begin van elke opname. Wanneer u echter de opnamefunctie Level Synchro Recording (zie blz. 34) inschakelt, worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal. Na het opnemen 27NL De muziekstukken kiezen Uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen op een MD 1 Druk op CD om de functie CD te kiezen. — CD-MD-synchroonopname 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. 3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5 om een CD te kiezen. 4 Draai de instelknop totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een CD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een MD door gebruikmaking van de CD-MD-synchroonopnamefunctie. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. ?/1 (spanning) 4 Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te programmeren, draait u de instelknop om “AL” te kiezen. 2 1 5 Afspeeltijd van Discnummer gekozen muziekstuk 3 PROGRAM Muziekstuknummer 5 Druk op ENTER. Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het stapnummer verschijnt, gevolgd door het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk en de totale afspeeltijd van het programma. 1 2 3 4 5 Totale afspeeltijd 3 PROGRAM Laatst geprogrammeerde muziekstuk 6 9 28NL 8 MD s CD s 3 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Om muziekstukken van dezelfde disc te kiezen, slaat u stap 3 over. Opnemen op een MD 7 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 8 Druk op CD SYNC NORMAL. — REC IT Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen. 9 Opnemen van het huidige muziekstuk Druk op MD S. Met deze functie kunt u snel een muziekstuk van de CD opnemen terwijl u ernaar luistert. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. 1 1 2 Om de opname te stoppen 3 4 Druk op CD s of MD s. 5 Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch. Opmerkingen • Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 8 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen. • De functie Auto Cut werkt niet tijdens synchroonopname. 2 1 MD s Druk op CD H. 2 Terwijl u luistert naar het muziekstuk dat u wilt opnemen, drukt u op REC/ REC IT. Het afspelen begint opnieuw bij het begin van het muziekstuk en het opnemen begint. Wanneer het muziekstuk is afgelopen, stopt het MD-deck automatisch. Om de opname te stoppen Druk op MD s. Het MD-deck — Opnemen Het afspelen van de CD begint. 29NL 1 Lange opnamen Naast normale stereo-opname biedt dit systeem twee standen voor lange opnamen: LP2 en LP4. In opnamemodus LP2 kunt u tweemaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus, en in opnamemodus LP4 kunt u viermaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus. In mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen als in stereo. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: t STEREO REC (stereo) r LP2 REC (tweemaal stereo) r LP4 REC (viermaal stereo) r MONO REC (mono) Opmerking MD’s die zijn opgenomen in de modus MD LP (LP2 of LP4) kunnen niet worden afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor de modus MD LP (Systemen die geschikt zijn voor de modus MD LP, zijn voorzien van het logo “MD LP”). Bovendien kunnen bij MD’s die zijn opgenomen in de stand MD LP geen schaalfactormontage (S.F Edit) of andere bedieningen worden uitgevoerd. Druk herhaald op REC MODE om de gewenste opnamemodus te kiezen alvorens u begint met CD-MDsynchroonopname, enz. 2 Begin met opnemen. De bron wordt opgenomen in de gekozen opnamemodus. Gekozen opnamemodus ?/1 (spanning) Om tijdens een lange opname automatisch “LP:” toe te voegen aan het begin van een muziekstuk “LP:” verschijnt indien u probeert om de MD af te spelen op een systeem dat niet geschikt is voor de MD LP-modus. Met deze handige functie kunt u in één oogopslag zien dat de MD niet kan worden afgespeeld. De fabrieksinstelling is “On”. 1 2 3 4 5 1 30NL MD s 1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO. “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES. 2 Draai MD JOG totdat “LP Stamp On” is verschenen en druk daarna op ENTER/YES. 3 Druk op MENU/NO. “LP Stamp On” verdwijnt. Opmerkingen • De opgenomen toevoeging “LP:” is een stempel waarmee wordt aangegeven dat de MD niet kan worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt is voor de modus MD LP. De toevoeging verschijnt niet bij een systeem dat wel geschikt is voor de modus MD LP. • Wanneer “LP:” op “On” is gezet, wordt “LP:” opgenomen als deel van de muziekstuktitel waardoor er per MD minder tekens kunnen worden ingevoerd. Wanneer een muziekstuktitel met de toevoeging “LP:” wordt gekopieerd, wordt “LP:” automatisch gekopieerd naar de nieuwe muziekstuktitel. Indien een muziekstuk met de toevoeging “LP:” wordt onderverdeeld door gebruikmaking van de functie voor het onderverdelen van muziekstukken, wordt “LP:” ook toegevoegd aan het laatste muziekstuk. • MD’s die zijn opgenomen in de modus MD LP (LP2 of LP4) moeten worden afgespeeld op een systeem dat geschikt is voor de modus MD LP. Deze MD’s kunnen niet op andere systemen worden afgespeeld. • De opnamemodus kan niet worden gewijzigd, ook niet wanneer u tijdens het opnemen of tijdens een opnamepauze op REC MODE drukt. • Ook indien u herhaald op REC MODE drukt om MONO te kiezen, zal het signaal waarnaar u tijdens het opnemen luistert niet veranderen in mono. Handmatig opnemen op een MD — Handmatige opname Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. ?/1 (spanning) 2 1 2 3 4 5 MD s 1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk op de toets van de functie waarvan u wilt opnemen (bijvoorbeeld CD). 3 Druk op REC/REC IT. Het MD-deck — Opnemen 3 4 Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Druk op MD S. Het opnemen begint. wordt vervolgd 31NL Handmatig opnemen op een MD (vervolg) 5 Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen (bijvoorbeeld CD). Wanneer u opneemt van de CD-speler van dit systeem, worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht. Druk tijdens het opnemen op REC/REC IT om op het gewenste punt muziekstuknummers aan te brengen. Indien u tijdens het opnemen van de radio automatisch muziekstuknummers wilt laten aanbrengen, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers” op blz. 34. Om de opname te stoppen Druk op MD s. Om opnieuw op te nemen door een bestaand muziekstuk op de MD vanaf het begin te overschrijven 1 Draai MD JOG totdat na stap 2 het nummer van het te overschrijven muziekstuk verschijnt. 2 Druk op REC/REC IT. Op het display verschijnen beurtelings de indicatie “Overwrite” en de resterende opnametijd op de MD. 3 Volg de stappen 4 en 5. Opnamestart met 6 seconden muziek uit het buffergeheugen — Tijdmachine-opname Bij het opnemen van een FM-uitzending of een satelliet-uitzending gaan de eerste paar seconden van de uitzending vaak verloren omdat het even kan duren voor u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. Om het verlies van dit materiaal te voorkomen, zorgt de tijdmachineopnamefunctie ervoor dat voortdurend de meest recente audiogegevens in een buffergeheugen worden opgeslagen. Hierdoor kunt u steeds de laatste 6 seconden aan audiogegevens opnemen die voorafgaan aan het tijdstip waarop de eigenlijke opname begint, zoals op de onderstaande afbeelding is aangegeven. Wanneer u bij stap 5 op ENTER/YES drukt Tijd 6 seconden Opgenomen gedeelte Tips • U kunt het opnameniveau instellen op het gewenste volume (zie blz. 37). • Tijdens het opnemen kunt u de resterende opnametijd op de MD controleren door indrukken van MD DISPLAY. Opmerkingen • Wanneer u tijdens het opnemen van een CD pauzeert, wordt er op dat punt een nieuw muziekstuknummer aangebracht. Bij het herhaald opnemen van één en hetzelfde muziekstuk van dezelfde CD wordt er soms slechts één muziekstuknummer aangebracht. • Wanneer “PROGRAM” of “SHUFFLE” op het display wordt aangegeven, kunt u niet over eerder gemaakte opnamen heen opnemen. 32NL Einde van het programma dat u wilt opnemen Begin van het programma dat u wilt opnemen 5 2 ?/1 (spanning) Op het punt waar u met de opname wilt beginnen, drukt u op ENTER/YES. Het opnemen van het programma begint met de 6 seconden aan audiogegevens uit het buffergeheugen. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de tijdmachine-opname te stoppen Druk op MD s. Opmerking 1 Het MD-deck begint met het opslaan van audiogegevens wanneer het in de wachtstand voor opnemen staat (stap 3) en u begint met het afspelen van het programma. Indien er sinds het indrukken van ENTER/YES minder dan 6 seconden zijn verstreken, begint de tijdmachine-opname met minder dan 6 seconden aan audiogegevens. 2 3 4 5 3 MD s 5 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Druk op de toets van de functie waarvan u wilt opnemen (bijvoorbeeld TUNER). 3 Druk op REC/REC IT. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Begin met het afspelen van de bron die u wilt opnemen. Het MD-deck — Opnemen 1 33NL Aanbrengen van muziekstuknummers ?/1 (spanning) 1 3,4,5 U kunt muziekstuknummers als volgt aanbrengen: • Automatisch tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van de CD-speler van dit systeem worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht zoals op de oorspronkelijke bron. Bij sommige muziekstukken worden echter geen muziekstuknummers aangebracht (zie blz. 71). Gebruik de opnamemethode Level Synchro Recording om tijdens het opnemen van de tuner van dit systeem of componenten die zijn aangesloten op de VIDEO-aansluitingen of de TAPE INaansluitingen, automatisch de muziekstuknummers te laten aanbrengen. Muziekstuknummers worden niet automatisch aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen) of tijdens opnemen met de schakelklok. 1 2 3 4 5 • Op een willekeurig punt tijdens het opnemen Tijdens het opnemen van elke willekeurige bron kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen. MD s • Na het opnemen Gebruik de DIVIDE-functie (zie blz. 48). Automatisch aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen — Level Synchro Recording De opnamefunctie Level Synchro Recording is in de fabriek op “On (Aan)” gezet zodat de muziekstuknummers automatisch worden aangebracht. Indien “L-SYNC” tijdens het opnemen niet op het display verschijnt, schakel dan als volgt Level Synchro Recording in. Een muziekstuknummer wordt automatisch aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal langer dan twee seconden beneden een bepaald niveau blijft en daarna weer naar een hoger niveau terugkeert. Opmerking Muziekstuknummers worden niet automatisch aangebracht indien de opnamebron veel ruis bevat (bijv. cassettetapes of radio-uitzendingen). 34NL 2 7 3,6 4,5 1 Druk op de toets van de functie waarvan u wilt opnemen (bijvoorbeeld TUNER). 2 Druk op REC/REC IT voor overschakeling naar de wachtstand voor opnemen. 3 Druk op MENU/NO. “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. 4 Draai MD JOG totdat “T.Mark Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 5 Draai MD JOG totdat “T.Mark LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. “L-SYNC” licht op. 6 Aanbrengen van muziekstuknummers op specifieke punten tijdens het opnemen — Track Mark Tijdens het opnemen kunt u op ieder gewenst tijdstip muziekstuknummers aanbrengen, ongeacht het soort geluidsbron. 1 Druk op MENU/NO. 2 3 4 5 7 Druk op MD S. Het opnemen begint. Om de opname te stoppen Druk op MD s. Om het activeringsniveau van Level Synchro Recording te wijzigen Volg de onderstaande procedure om het signaalniveau waarop Level Synchro Recording wordt geactiveerd, te wijzigen. Om de functie voor automatisch aanbrengen van muziekstuknummers uit te schakelen 1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO. “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES. 2 Draai MD JOG totdat “T.Mark LSync” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG totdat “T.Mark Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk op MENU/NO. “L-SYNC” gaat uit. Wanneer “L-SYNC” uit is, worden muziekstuknummers alleen aan het begin van elk muziekstuk aangebracht. , Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en druk dan op REC/REC IT. De muziekstukken die volgen op het toegevoegde muziekstuknummer worden opnieuw genummerd. Het MD-deck — Opnemen 1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO. “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES. 2 Draai MD JOG totdat “LS(T)” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG om het niveau te kiezen en druk daarna op ENTER/YES. U kunt het niveau met stappen van 2 dB instellen op een willekeurige waarde tussen –72 dB en 0 dB. Wanneer u CLEAR indrukt, geldt weer de fabrieksinstelling (–50 dB). 4 Druk op MENU/NO. REC/REC IT 35NL 7 Inlassen van een 3-seconden interval tussen de muziekstukken MD s 3,4,5 1 2 3 4 5 — Smart Space, Auto Cut Met de functie Smart Space kunt u de stille passages tussen muziekstukken automatisch laten vervangen door een niet-opgenomen interval van 3 seconden. Indien de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende circa 3 seconden of langer (maar minder dan 30 seconden) geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een nietopgenomen interval van circa 3 seconden en doorgaan met opnemen. 1 Kies een andere functie dan MD. Geen geluidsinvoer gedurende minder dan 30 seconden 2 Druk op REC/REC IT om over te schakelen in de pauzestand voor opnemen. 3 Druk op MENU/NO. 2 Uit “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. Aan Vervangen door niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en opnemen gaat door Auto Cut: Wanneer de functie Smart Space is geactiveerd en er tijdens het opnemen gedurende 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, zal het MD-deck deze stilte vervangen door een niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en overschakelen in de pauzestand voor opnemen. Geen geluidsinvoer gedurende 30 seconden of langer Uit Aan Vervangen door niet-opgenomen interval van circa 3 seconden en opnemen wordt tijdelijk stopgezet Opmerking 36NL 3,6 4,5 Tijdens synchroonopname zal de functie Auto Cut niet werken, ongeacht de instelling daarvan. 4 Draai MD JOG totdat “S.Space Off” (of “S.Space On”) verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 5 Draai MD JOG totdat “S.Space On” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 6 Druk op MENU/NO. 7 Druk op MD S. Het opnemen begint. Begin met het afspelen van de bron (CD, enz.) waarvan u wilt opnemen. Wanneer er een lange stilte van minder dan circa 30 seconden duurt wordt ingevoerd, verschijnt “Smart Space” en zal het MDdeck deze stilte vervangen door een nietopgenomen interval van circa 3 seconden en doorgaan met opnemen. Wanneer er gedurende circa 30 seconden of langer geen geluid wordt ingevoerd, verschijnt “Auto Cut” en zal het MD-deck deze stilte vervangen door een nietopgenomen interval van circa 3 seconden en overschakelen in de pauzestand voor opnemen. Druk op MD H om de opname opnieuw te laten beginnen. Instellen van het opnameniveau Wanneer u opneemt op een MD, kunt u het opnameniveau instellen op het gewenste volume. U kunt het opnameniveau niet alleen bij het maken van een analoge opname instellen, maar ook bij het maken van een digitale opname van een CD, enz. Opmerking Tijdens synchroonopname is het opnameniveau altijd 0,0 dB, ongeacht de instelling daarvan. ?/1 (spanning) 1 4,5,7 Om de opname te stoppen Druk op MD s. Om de functies Smart Space en Auto Cut uit te schakelen 1 Druk in de pauzestand voor opnemen op MENU/NO. “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES. 2 Draai MD JOG totdat “S.Space On” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG totdat “S.Space Off” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Druk op MENU/NO. 1 2 3 4 5 De functies Smart Space en Auto Cut zijn in de fabriek op “On (Aan)” gezet. Wanneer u het systeem uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt, zal het MD-deck de laatste instelling (“S.Space On” of “S.Space Off”) in het geheugen bewaren. MD s 1 2 10 4,8 5,6 Druk op één van de functietoetsen om de geluidsbron te kiezen waarvan u wilt opnemen. Het MD-deck — Opnemen Tip wordt vervolgd 37NL Instellen van het opnameniveau (vervolg) 2 Controleer of het MD-deck zich in de wachtstand voor opnemen bevindt. Zo niet, druk dan op REC/REC IT. Wanneer er een CD of andere geluidsbron bezig is met afspelen, stop dan het afspelen. 10 Druk op MD S. Het opnemen begint. Wanneer u een CD, enz. opneemt, begin dan met afspelen. 3 Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron en begin met afspelen. 4 Druk op MENU/NO. Om de opname te stoppen “Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/YES. Druk op MD s. 5 Draai MD JOG totdat “LevelAdjust?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 6 Draai MD JOG om het opnameniveau in te stellen. U kunt het opnameniveau globaal instellen door indrukken van MD m of M. Het opnameniveau kan worden ingesteld op een waarde van –∞ tot +18,0 dB. Luister naar het geluid en stel het niveau zo in dat op het display in het luidste gedeelte (het gedeelte met het hoogste afspeelniveau) niet de indicatie “OVER” verschijnt. Tijdens het instellen van het niveau verschijnt de niveaumeter op het display. (Het linker kanaal bevindt zich aan de bovenkant, en het rechter kanaal bevindt zich aan de onderkant.) Stel het niveau zo in dat niet de indicatie “OVER” verschijnt. 38NL 9 7 Druk op ENTER/YES. 8 Druk op MENU/NO. Tips • U kunt het opnameniveau ook tijdens het opnemen instellen. • Nadat het opnameniveau is ingesteld, blijft het gehandhaafd totdat u het opnieuw instelt. Om terug te keren naar de fabrieksinstelling, drukt u bij stap 6 op CLEAR. Voor het opnameniveau geldt nu weer de fabrieksinstelling (0,0 dB). Mono-opnamen De stereo-ingangssignalen van FM-uitzendingen e.d. kunnen in mono worden opgenomen. Bij het opnemen in mono is de MD-opnametijd ongeveer tweemaal zo lang als de normale (stereo-) opnametijd (d.w.z. op een MD met een opnametijd van 60 minuten kunt u 120 minuten aan mono-geluid opnemen). ?/1 (spanning) 2 Druk op één van de functietoetsen om de bron te kiezen waarvan u wilt opnemen (bijvoorbeeld TUNER). 3 Druk op REC/REC IT. Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen. 4 Druk op MD S. Het opnemen begint. Begin met het afspelen van de bron (CD, enz.) waarvan u wilt opnemen. 2 Om de opname te stoppen Druk op MD s. Om terug te keren naar stereoopname Druk herhaald op REC MODE totdat “MONO” is verdwenen. Het systeem schakelt terug naar stereo-opname (LP2 of LP4) en “MONO” gaat uit. 1 2 3 4 5 1 MD s Druk herhaald op REC MODE totdat “MONO” verschijnt. Het MD-deck — Opnemen 3 4 1 39NL Het MD-deck — Monteren Alvorens met het monteren te beginnen U kunt de op een MD opgenomen muziekstukken monteren. Door gebruikmaking van de montagefuncties kunt u de muziekstukken op de MD opnieuw rangschikken. Montagefuncties • NAME-functie — Invoeren van MD-titels (blz. 41) Met deze functie kunt u uw discs en muziekstukken een titel geven. Voor de titels kunt u gebruikmaken van hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen. • ERASE-functie — Wissen van opnamen (blz. 43) Met deze functie kunt u één enkel muziekstuk, alle muziekstukken tegelijk of een gedeelte van een muziekstuk wissen. • MOVE-functie — Veranderen van de volgorde van muziekstukken (blz. 47) Met deze functie kunt u de nummering van muziekstukken veranderen. • DIVIDE-functie — Toevoegen van muziekstuknummers (blz. 48) Met deze functie kunt u muziekstuknummers toevoegen. Hierdoor kunt u snel uw favoriete passages terugvinden. • COMBINE-functie — Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (blz. 49) Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Ook kunt u hiermee niet-opeenvolgende muziekstukken samenvoegen, zoals muziekstuknummer 1 en 4, enz. • UNDO-functie — Ongedaan maken van de laatste wijziging (blz. 51) Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage herstellen. • S.F EDIT — Veranderen van het opnameniveau (blz. 52) Met deze functie kunt u het opnameniveau na het opnemen veranderen. U kunt ook kiezen voor opnemen met infaden of uitfaden. 40NL Alvorens met het monteren te beginnen U kunt een MD alleen in de volgende situaties monteren: • Wanneer de MD geschikt is voor opname. • Wanneer de MD normaal wordt afgespeeld. Alvorens met het monteren te beginnen, dient u de volgende punten te controleren: 1 Controleer het nokje van de te monteren MD. Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan de MD niet worden gemonteerd. Verschuif het nokje om de opening af te dekken. 2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” beide zijn verdwenen. U kunt de MD alleen monteren tijdens normaal afspelen. U kunt de MD niet monteren tijdens afspelen in willekeurige of geprogrammeerde volgorde. Na het monteren , Druk op MD A om de MD te verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen. “TOC” licht op of begint te knipperen. De inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) wordt bijgewerkt en het monteren is beëindigd. Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt Wanneer de inhoudsopgave (TOC = Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het monteren van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de montage volledig wordt uitgevoerd. Invoeren van MD-titels ?/1 (spanning) 1 5 — NAME-functie U kunt als volgt titels samenstellen voor uw opgenomen MD’s en muziekstukken. Tijdens (normale of versnelde) synchroonopname Wanneer “CD TEXT” tijdens het opnemen oplicht of knippert, kunt u de CD TEXT-gegevens als volgt opnemen op de MD: • Automatisch tijdens het opnemen Wanneer “CD TEXT” oplicht, worden de CD TEXT-gegevens automatisch opgenomen. • Handmatig tijdens het opnemen Wanneer “CD TEXT” knippert, drukt u eerst op NAME EDIT/CHARACTER en vervolgens op ENTER/YES om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. 1 2 3 4 5 Na het opnemen Gebruik de NAME-functie op deze bladzijde. U kunt voor de disctitel en muziekstuktitels op één MD in totaal ongeveer 1700 tekens invoeren. 2,3 4,1 1 7 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. Om een muziekstuk een titel te geven, draait u MD JOG totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. Druk op NAME EDIT. Het titelinvoerscherm verschijnt en de cursor begint te knipperen. Cursor wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren 2 41NL Invoeren van MD-titels (vervolg) 3 Druk op MD M zonder MD JOG te draaien. Om een symbool in te voeren U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. ’–/,.():!?&+<>_=”;#$%@ ` Druk op MD M. Het teken dat u bij stap 4 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. Cursor 6 Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Opmerkingen Draai MD JOG om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren 5 Druk op ENTER/YES om de titelinvoer te beëindigen. De titels die u hebt ingevoerd verschijnen in volgorde op het scherm en het display keert terug naar de oorspronkelijke indicatie. Druk op CHARACTER om het gewenste soort letter te laten verschijnen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: (spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) t (spatie) t … 4 7 Herhaal de stappen 3 t/m 5 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op MD m of M totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 3 t/m 5. Om een teken te wissen Druk op CLEAR terwijl het teken knippert. U kunt geen tekens invoegen. • U kunt een muziekstuk ook een titel geven terwijl dit wordt afgespeeld. Het afspelen wordt herhaald totdat u klaar bent met het invoeren van de titel. • Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 27). Kopiëren van een disc- of muziekstuktitel U kunt een disc- of muziekstuktitel ook kopiëren en deze gebruiken als titel voor een ander muziekstuk of als de disctitel op dezelfde disc. 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG totdat “Nm Copy?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Draai MD JOG en kies “Disc” (voor het kopiëren van de disctitel) of het muziekstuknummer met de titel die u wilt kopiëren en druk daarna op ENTER/YES. 5 Draai MD JOG en kies het muziekstuknummer waar u de titel naartoe wilt kopiëren of kies “Disc” (voor het kopiëren als disctitel) en druk daarna op ENTER/YES. Wanneer “Overwrite??” verschijnt De disc of het muziekstuk waar u de titel naartoe wilt kopiëren, heeft reeds een titel. Om verder te gaan en de titel te kopiëren, drukt u op ENTER/YES. Om de kopieerfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. 42NL Controleren van de titels Om de disctitels te controleren, drukt u in de stopstand op SCROLL op de afstandsbediening. Om de muziekstuktitel te controleren, drukt u tijdens het afspelen op SCROLL. De titel verschijnt rollend op het display. Druk op SCROLL om het rollen van de titels te laten stoppen. Druk nogmaals op de toets om het rollen weer te laten beginnen. Wissen van de titels 1 Druk in de stopstand op MENU/NO. 2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG totdat “Nm Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Draai MD JOG totdat de titel die u wilt wissen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt en de titel is nu gewist. Wissen van alle titels 1 Druk op MENU/NO. 2 Draai MD JOG totdat “Name?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 3 Draai MD JOG totdat “Nm All Ers?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. “Nm All Ers??” verschijnt. 4 Druk op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt en alle titels zijn nu gewist. Om de wisfunctie uit te schakelen Om terug te keren naar de toestand vóór het invoeren of wissen van de titels Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het invoeren of wissen van een titel (zie blz. 51). — ERASE-functie Met dit MD-deck kunt u ongewenste muziekstukken snel en gemakkelijk wissen. Ook kunt uw gewiste opnamen herstellen door gebruikmaking van de UNDO-functie. U kunt gewiste opnamen echter niet herstellen nadat u andere montagefuncties hebt gebruikt. Er zijn drie mogelijkheden voor het wissen van opgenomen materiaal: • Wissen van één muziekstuk (ERASE) • Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASE) • Wissen van een gedeelte van een muziekstuk (A-B ERASE) Wissen van één muziekstuk (ERASE) U kunt een muziekstuk wissen door gewoon het betreffende muziekstuknummer in te voeren. Wanneer u een muziekstuk wist, vermindert het totale aantal muziekstukken op de MD met één en worden alle muziekstukken die volgen op het gewiste muziekstuk opnieuw genummerd. Voorbeeld: Wissen van muziekstuk 2 Wis muziekstuk 2. Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A 1 Na ERASE 3 B 2 A 4 C D 3 C D Bij het wissen van meerdere muziekstukken is het raadzaam om te beginnen bij de muziekstukken met de hoogste nummers, dit om te voorkomen dat de nog niet gewiste muziekstuknummers opnieuw worden genummerd. wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren Druk op MENU/NO. Wissen van opnamen 43NL Wissen van opnamen (vervolg) ?/1 (spanning) 1 3,5 Om de wisfunctie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de toestand vóór het wissen Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51). Opmerking “Erase???” verschijnt wanneer het muziekstuk op een ander deck werd opgenomen of gemonteerd en tegen wissen is beveiligd. Om het muziekstuk te wissen, drukt u op ENTER/YES terwijl “Erase???” op het display wordt weergegeven. 1 2 3 Wissen van alle muziekstukken (ALL ERASE) 4 5 U kunt de disctitel en alle opgenomen muziekstukken en de titels daarvan in één keer wissen. ?/1 (spanning) 2 1 3,4 3,4 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 1 2 44NL 3 Draai MD JOG totdat “Tr Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Draai MD JOG totdat het gewenste muziekstuknummer verschijnt. 5 Druk op ENTER/YES. 3 “Complete!” verschijnt enkele seconden en het gekozen muziekstuk en de titel ervan zijn nu gewist. 4 5 2 3 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. ?/1 (spanning) 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Draai MD JOG totdat “All Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 1 3,4 7,8,10 “All Erase??” verschijnt. 4 Druk opnieuw op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt enkele seconden en de disctitel, alle opgenomen muziekstukken en de titels ervan zijn nu gewist. 1 2 3 4 Om de wisfunctie uit te schakelen 5 Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de toestand vóór het wissen Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51). Wissen van een gedeelte van een muziekstuk (A-B ERASE) 2 * 1 frame is 1/86 seconde. Voorbeeld: Wissen van een gedeelte van muziekstuk 2 Punt A Punt B Na A-B ERASE 1 2 A 1 3 B-A B-B 2 A B-C 3 B-(A+C) Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Draai MD JOG totdat “A-B Erase?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. wordt vervolgd Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 Het MD-deck — Monteren U kunt op eenvoudige wijze een gedeelte van een muziekstuk markeren en dit vervolgens wissen. U kunt het gewenste gedeelte met intervallen van een frame*, minuut of seconde verschuiven. Deze functie is handig wanneer u na het opnemen van een satelliet-uitzending of FM-uitzending onnodige gedeelten wilt wissen. 3,5,9 C 45NL Wissen van opnamen (vervolg) 10 Druk op ENTER/YES wanneer de positie van punt B juist is. 4 Druk opnieuw op ENTER/YES. “—Rehearsal—” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings terwijl het deck het gedeelte van enkele seconden dat voorafgaat aan punt A herhaalt tot aan punt A afspeelt. 5 Terwijl u luistert, draait u MD JOG om het beginpunt van het te wissen gedeelte (punt A) te vinden. U kunt het beginpunt met intervallen van 1/86 seconde (1 frame)* verschuiven. Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, drukt u eerst op MD m of M zodat de seconde of minuut gaat knipperen en draai daarna MD JOG. * U kunt het beginpunt steeds met een interval van twee frames (muziekstukken opgenomen in mono of stereo-modus LP2) of met een interval van vier frames (muziekstukken opgenomen in stereo-modus LP4) verschuiven. 6 Herhaal stap 6 totdat de positie van punt A juist is. 7 Druk op ENTER/YES wanneer de positie van punt A juist is. “Point B Set” verschijnt op het display en er wordt begonnen met het afspelen om het eindpunt van het te wissen gedeelte (punt B) in te stellen. 8 Ga door met afspelen totdat punt B is bereikt en druk daarna op ENTER/YES. “A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings en het deck herhaalt achtereenvolgens de paar seconden vóór punt A en na punt B. 9 Draai MD JOG om punt B te vinden. De procedure is dezelfde als bij stap 6. 46NL “Complete!” verschijnt enkele seconden en het gedeelte tussen punt A en B is nu gewist. Om de wisfunctie A-B ERASE uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de toestand vóór het wissen Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het wissen van de muziekstukken (zie blz. 51). Opmerking Indien “Impossible” op het display verschijnt, kan het aangegeven gedeelte niet worden gewist. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Verplaatsen van opgenomen muziekstukken — MOVE-functie Met deze functie kunt u de volgorde van de muziekstukken op de disc veranderen. Wanneer u muziekstukken verplaatst, worden de muziekstukken automatisch opnieuw genummerd. Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk 3 naar positie 2 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Draai MD JOG totdat “Move?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Draai MD JOG totdat het muziekstuknummer dat u wilt verplaatsen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 5 Draai MD JOG totdat het nummer van de nieuwe positie verschijnt. Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A A ?/1 (spanning) 4 C 2 1 Na MOVE 3 B D 4 3 C 1 B D Oorspronkelijk muziekstuknummer 3,4,6 6 Nieuwe positie van muziekstuk Druk op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt enkele seconden en het gekozen muziekstuk is nu verplaatst. Om de MOVE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. 2 3 4 5 Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke volgorde van de muziekstukken, maar alleen onmiddellijk na het verplaatsen van de opgenomen muziekstukken (zie blz. 51). Het MD-deck — Monteren 1 Om terug te keren naar de volgorde van de muziekstukken van vóór MOVE 2 3,4,5 47NL Onderverdelen van opgenomen muziekstukken — DIVIDE-functie 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. Met deze functie kunt u muziekstuknummers aanbrengen nadat de opname is beëindigd. Het totale aantal muziekstukken vermeerdert met één en alle muziekstukken die volgen op de onderverdeelde muziekstukken worden opnieuw genummerd. 3 Draai MD JOG totdat “Divide?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Draai MD JOG totdat het muziekstuknummer dat u wilt onderverdelen verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. Voorbeeld: Muziekstuk 2 onderverdelen in twee muziekstukken Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A C 2 A ?/1 (spanning) 3 B 5 4 C 1 “—Rehearsal—” verschijnt en het gedeelte dat moet worden onderverdeeld, wordt herhaald afgespeeld. D Verdeel muziekstuk 2 in de muziekstukken B en C. 1 Na DIVIDE 3 B D Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u MD JOG om het gewenste punt van onderverdeling te kiezen. U kunt het punt van onderverdeling verschuiven met intervallen van 1/86 seconde (1 frame)*. Om het punt met intervallen van een seconde of minuut te verschuiven, drukt u eerst op MD m of M zodat de seconde of minuut gaat knipperen. Draai vervolgens MD JOG. 3,4,6 * U kunt het punt van onderverdeling steeds met een interval van twee frames (muziekstukken opgenomen in stereo-modus LP2) of met een interval van vier frames (muziekstukken opgenomen in stereo-modus LP4) verschuiven. 6 Druk op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt enkele seconden en het nieuwe muziekstuk begint af te spelen. 1 2 3 4 5 Om de DIVIDE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de situatie van vóór DIVIDE 48NL 2 3,4,5 Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het onderverdelen van de muziekstukken (zie blz. 51). U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van de COMBINE-functie (zie blz. 49). Opmerkingen • Wanneer u een muziekstuk met een titel onderverdeelt (zie blz. 41), behoudt alleen het eerste van de twee muziekstukken de titel. Voorbeeld: 1 2 3 4 Andante Adagio 1 2 Andante Adagio Allegro 3 4 5 Allegro Het nieuwe muziekstuk heeft geen titel. • Indien u als positie van onderverdeling het beginpunt of eindpunt van een muziekstuk kiest, verschijnt “Impossible”. Draai in dat geval MD JOG om een andere positie te kiezen. Samenvoegen van opgenomen muziekstukken — COMBINE-functie Met deze functie kunt u twee muziekstukken samenvoegen tot één muziekstuk. Het totale aantal muziekstukken vermindert met één en alle muziekstukken die volgen op de samengevoegde muziekstukken worden opnieuw genummerd. Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 3 en 1 Muziekstuknummer Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A 3 C 1 Na COMBINE 4 B 2 A C D 3 B D Voorbeeld: Samenvoegen van de muziekstukken 1 en 4 Oorspronkelijke muziekstukken 1 2 A 1 Na COMBINE 2 B 3 B 4 5 C D D A 3 C 4 wordt vervolgd Het MD-deck — Monteren 49NL Samenvoegen van opgenomen muziekstukken (vervolg) ?/1 (spanning) 1 5 3,4,6 Draai MD JOG totdat het nummer van het tweede van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt. Tweede van de Nieuw samen te voegen muziekstuknummer muziekstukken 6 Druk op ENTER/YES. “Complete!” verschijnt enkele seconden en de muziekstukken zijn nu samengevoegd. Het afspelen begint. 1 2 3 4 5 Om de COMBINE-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. Om terug te keren naar de situatie van vóór COMBINE Desgewenst kunt u terugkeren naar de oorspronkelijke situatie, maar alleen onmiddellijk na het samenvoegen van de muziekstukken (zie blz. 51). U kunt ook terugkeren naar de oorspronkelijke situatie door gebruikmaking van de DIVIDE-functie. 2 3,4,5 1 Druk op MD om om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 3 Draai MD JOG totdat “Combine?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Draai MD JOG totdat het nummer van het eerste van de twee samen te voegen muziekstukken verschijnt, en druk daarna op ENTER/YES. Om bijvoorbeeld de muziekstukken 4 en 1 samen te voegen, kiest u 4. 50NL Eerste muziekstuk Opmerkingen • Muziekstukken die in verschillende opnamestanden (stereo, MONO, LP2 of LP4) zijn opgenomen, kunnen niet worden samengevoegd. • Indien beide samengevoegde muziekstukken van een titel waren voorzien, zal de titel van het tweede muziekstuk worden gewist. • Indien “Impossible” op het display verschijnt, kunnen de muziekstukken niet worden samengevoegd. Dit gebeurt soms wanneer hetzelfde muziekstuk reeds al te vaak werd gemonteerd. Dit is geen mechanische storing, maar hangt samen met de technische beperkingen van het MD-systeem. Ongedaan maken van de laatste wijziging 3 Druk op ENTER/YES. Eén van de volgende meldingen verschijnt, afhankelijk van de laatste wijziging die u het gemaakt: — UNDO-functie Laatste wijziging Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan maken zodat de oorspronkelijke inhoud van de MD wordt hersteld. Een wijziging door montage kan echter niet ongedaan worden gemaakt indien u na de montage één van de volgende handelingen hebt verricht: Kopiëren van een “Name Undo?” disc- of muziekstuktitel Wissen van titels Wissen van één muziekstuk • Verrichten van een andere montage • Indrukken van de toets REC/REC IT, CD SYNC NORMAL of CD SYNC HIGH SPEED • Bijwerken van de inhoudsopgave (TOC) door uitschakelen van het systeem of verwijderen van de MD • De stekker uit het stopcontact trekken De montage met de S.F EDIT-functie kan niet ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u daarvoor de UNDO-functie gebruikt. Wissen van alle muziekstukken 2 “Erase Undo?” Wissen van een gedeelte van een muziekstuk 3,4 1 Melding Naamgeving van een muziekstuk of MD 4 Verplaatsen van een muziekstuk “Move Undo?” Onderverdelen van een muziekstuk “Divide Undo?” Samenvoegen van muziekstukken “Combine Undo?” Druk opnieuw op ENTER/YES. 3 4 5 “Complete!” verschijnt enkele seconden en de oorspronkelijke inhoud van de MD van vóór de montage wordt hersteld. Om de UNDO-functie uit te schakelen Druk op MENU/NO. 2 1 Druk in de stopstand op MENU/NO om “Edit Menu” te laten verschijnen. 2 Draai MD JOG totdat “Undo?” verschijnt. Wanneer er geen wijzigingen zijn aangebracht die u ongedaan kunt maken, zal “Undo?” niet verschijnen. Het MD-deck — Monteren 1 51NL Veranderen van het opnameniveau na het opnemen — S.F EDIT-functie Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage) kunt u het volume van opgenomen muziekstukken veranderen. Het oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw opgenomen met het nieuwe opnameniveau. Wanneer u het opnameniveau verandert, kunt u de functie voor opnemen met infaden kiezen om het signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk te doen toenemen, of de functie voor opnemen met uitfaden om het signaalniveau aan het einde van de opname geleidelijk te doen afnemen. ?/1 (spanning) 1 Veranderen van het algehele opnameniveau 1 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. 2 Druk op S.F EDIT. “S.F Edit” verschijnt op het display. 3 Draai MD JOG totdat “Tr Level?” verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 4 Draai MD JOG totdat het nummer van het muziekstuk waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. 3,4,6,7 “Level 0dB” verschijnt op het display. 5 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u MD JOG om het opnameniveau te veranderen zonder dat de indicatie “OVER” op de piekniveaumeters gaat branden. U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op een willekeurige waarde van minimaal –12 dB tot maximaal +12 dB. 1 6 Druk op ENTER/YES. 2 “S.F Edit OK?” verschijnt op het display. 3 4 5 7 2 3,4,5 52NL Druk op ENTER/YES. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. De benodigde tijd voor het opnieuw opnemen van het muziekstuk is ongeveer gelijk aan of iets langer dan de afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!” enkele seconden op het display. Opnemen met infaden en uitfaden 1 2 Druk op MD om over te schakelen op de functie MD. Druk op S.F EDIT. “S.F Edit” verschijnt op het display. 3 Draai MD JOG totdat “Fade In?” of “Fade Out?” verschijnt en druk daarna op ENTER/YES. 4 Draai MD JOG totdat het nummer van het muziekstuk waarvan u het opnameniveau wilt veranderen, verschijnt en druk daarna op ENTER/ YES. “Time 5.0s” verschijnt op het display. 5 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u MD JOG om de duur van het infaden of uitfaden te veranderen. Om de functie uit te schakelen Druk bij de stappen 1 t/m 6 op MENU/NO. Indien u bij stap 7 op ENTER/YES drukt en de opname begint, kunt u de bediening niet onderbreken. Opmerkingen • Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats het deck niet terwijl de opname wordt gemaakt. Hierdoor kunnen de opnamegegevens beschadigd raken waardoor de opname niet goed kan worden uitgevoerd. • Het opnameniveau van een muziekstuk dat is opgenomen in modus LP2 of LP4 kan niet worden veranderd. • Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor kunnen de opnamegegevens niet goed worden opgenomen. • Door het herhaald veranderen van het opnameniveau verslechtert de geluidskwaliteit. • Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd en u daarna wilt terugkeren naar het oorspronkelijke niveau, zal het oorspronkelijke niveau niet meer precies hetzelfde zijn. • Het opnameniveau kan niet worden veranderd terwijl de timer is geactiveerd. • De montage met de S.F EDIT-functie kan niet ongedaan worden gemaakt, ook niet indien u daarvoor de UNDO-functie gebruikt. Het systeem speelt het gedeelte af dat opnieuw zal worden opgenomen met de functie voor opnemen met infaden of uitfaden. De duur kan met stappen van 0,1 seconde worden ingesteld op een willekeurige waarde van minimaal 1,0 seconde en maximaal 15,0 seconden. U kunt geen duur instellen die langer is dan het muziekstuk. Druk op ENTER/YES. “S.F Edit OK?” verschijnt op het display. 7 Druk op ENTER/YES. Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw opgenomen. “S.F Edit: ** %” wordt weergegeven terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. De benodigde tijd voor het opnieuw opnemen van het muziekstuk is ongeveer gelijk aan of iets langer dan de afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de opname voltooid is, verschijnt “Complete!” enkele seconden op het display. Het MD-deck — Monteren 6 53NL Geluidsregeling Regeling van het geluid U kunt de lage tonen versterken, het geluid krachtiger maken en met de hoofdtelefoon luisteren. ?/1 (spanning) Voor een krachtiger geluid (GROOVE) Druk op GROOVE. Het volume neemt toe, DBFB wordt automatisch op volle sterkte ingesteld, de equalizerkromme verandert en de GROOVE-toets licht op. Druk opnieuw op GROOVE om terug te keren naar het eerdere volume. DBFB Opmerkingen • Wanneer u het DBFB-systeem met het geluidseffect gebruikt en de lage tonen te sterk zijn, zal de muziek bij bepaalde liedjes vervormd klinken. Zet in dat geval DBFB op “DBFB” of “OFF”, of schakel het geluidseffect uit (deze bladzijde). • Door het uitschakelen van GROOVE wordt DBFB ingesteld op “ DBFB” en wordt de equalizerkromme geëgaliseerd. Om het DBFB-niveau te annuleren, drukt u op DBFB totdat de indicatie is verdwenen. PHONES GROOVE Versterken van de lage tonen (DBFB) Druk op DBFB*. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: t DBFB NORMAL (DBFB) r DBFB HIGH (DBFB) r DBFB OFF (Uit) * DBFB: Dynamic Bass Feedback (dynamische basterugkoppeling) 54NL Audio-accentuering kiezen In het audio-accentueringsmenu kunt u de geluidskenmerken kiezen die het beste passen bij de muziek waarnaar u op dat moment luistert. Om het effect uit te schakelen Druk herhaald op EFFECT op de afstandsbediening zodat “EFFECT OFF” op het display verschijnt. Opties van het muziekmenu “ SUR ” verschijnt indien u een surround-effect kiest. Effect Het effect kiezen uit het muziekmenu ?/1 (spanning) 1 ROCK POP SOUL HOUSE R&B ACTION ROMANCE SF DRAMA SPORTS SHOOTING RACING RPG BATTLE ADVENTURE P FILE 1–5 2 1 3 Druk op FILE SELECT. Het laatst gekozen effect verschijnt op het display. 2 Soundtracks en speciale luistersituaties Videospelletjes Persoonlijk bestand* * Met de persoonlijke bestandsfunctie kunt u uw eigen effecten in het geheugen opslaan (zie “Aanmaken van een persoonlijk bestand voor audio-accentuering” op blz. 58. Tip Bij gebruikmaking van de afstandsbediening verschijnt door indrukken van V/v het laatst gekozen effect op het display en kunt u in het muziekmenu een nieuw effect kiezen. Draai de instelknop om de gewenste voorinstelling te kiezen. Druk op ENTER. Geluidsregeling De naam van de voorinstelling verschijnt op het display. Zie het schema “Opties van het muziekmenu”. 3 Voor Normale muziekbronnen 55NL Veranderen van de helderheid van het display Surround-effecten kiezen U kunt luisteren naar surround-effecten. Terwijl u naar de muziek luistert, kunt u de helderheid van het display naar wens veranderen. DIMMER SURROUND , Druk op DIMMER op de afstandsbediening. , Druk herhaald op SURROUND om het gewenste surround-effect te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: SURROUND ON ( SUR ) Y SURROUND OFF (Uit) Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: DIMMER ON Y DIMMER OFF Om het effect uit te schakelen Druk herhaald op EFFECT zodat “EFFECT OFF” op het display verschijnt. Tip Indien u het effect wilt bewaren, dient u dit op te slaan in een persoonlijk bestand (zie “Aanmaken van een persoonlijk bestand voor audio-accentuering” op blz. 58). Opmerking Wanneer u andere geluidseffecten kiest, zullen de surround-effecten worden geannuleerd. 56NL Instellen van de grafische equalizer U kunt het geluid naar wens instellen door het niveau van een bepaald frequentiebereik te verhogen of te verlagen. Alvorens u deze functie gaat gebruiken, dient u eerst de gewenste audio-accentuering voor uw basisgeluid te kiezen. 4 3 3 2 EFFECT Kies de gewenste audio-accentuering voor uw basisgeluid (zie “Audioaccentuering kiezen” op blz. 55). 2 Druk op GEQ. 3 Druk op B of b (of m of M op het apparaat) om de frequentie te kiezen, en druk op V of v (of draai de instelknop van het apparaat) voor de gewenste frequentieband om het niveau in te stellen. 1 ALL DISCS 4 Druk op ENTER. Druk herhaald op EFFECT zodat “EFFECT OFF” op het display verschijnt. Opmerking Indien u een andere optie uit het audioaccentueringsmenu kiest (niet “EFFECT OFF”), gaat het ingestelde geluidseffect verloren. Om het ingestelde geluidseffect te bewaren voor toekomstig gebruik, dient u dit op te slaan in een persoonlijk bestand. (Zie “Aanmaken van een persoonlijk bestand voor audio-accentuering” op blz. 58.) Geluidsregeling 1 Om het effect uit te schakelen 57NL Aanmaken van een persoonlijk bestand voor audio-accentuering 2 Druk op P FILE. Het persoonlijke bestandsnummer knippert op het display. — P FILE-functie U kunt een persoonlijk bestand van audiopatronen (surround-effect en grafische equalizer) aanmaken en deze opslaan in het geheugen van het systeem. U kunt dan later een audiopatroon oproepen om daarmee één van uw favoriete MD’s, CD’s of radioprogramma’s af te spelen. Er kunnen maximaal vijf audiobestanden worden aangemaakt. Alvorens u deze functie gaat gebruiken, dient u eerst de audio-accentuering te kiezen die u voor uw basisgeluid wilt gebruiken. 4 3 2 1 58NL 3 Kies het gewenste geluidseffect door gebruikmaking van de grafische equalizer en het surround-effect. (Zie “Instellen van de grafische equalizer” op blz. 57, “Surround-effecten kiezen” op blz. 56 en “Audio-accentuering kiezen” op blz. 55.) 3 Druk op B of b om het bestandsnummer (P FILE) te kiezen waaronder u het geluidseffect wilt opslaan. 4 Druk op ENTER. De ingestelde geluidseffecten worden opgeslagen onder het gekozen bestandsnummer. De eerder in deze geheugenlocatie opgeslagen instellingen worden gewist en vervangen door de nieuwe instellingen. Overige functies Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender — Station Name 3 Het tekstinvoerscherm verschijnt en de cursor knippert. 4 3 1 Druk herhaald op CHARACTER op de afstandsbediening om het gewenste soort teken te laten verschijnen. Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt: (spatie) t A (hoofdletters) t a (kleine letters) t 0 (cijfers) t ’ (symbolen) t (spatie) t … Aan elke voorgeprogrammeerde zender kunt u een naam (Station Name) van maximaal 12 tekens toewijzen. De naam van de zender verschijnt op het display wanneer u op de zender afstemt. ?/1 (spanning) Druk op TUNER NAME. 5 Draai de instelknop (of druk op V/v op de afstandsbediening) om het gewenste teken te kiezen. Om een spatie in te voeren Druk op M (of b op de afstandsbediening) zonder de instelknop te draaien. Om een symbool in te voeren 6 2,5 Druk op M. Het teken dat u bij stap 5 hebt gekozen, stopt met knipperen en de cursor gaat naar rechts. 8 6 7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 om de volledige titel in te voeren. Indien u zich hebt vergist Druk op m of M (of B/b op de afstandsbediening) totdat het teken dat u wilt veranderen knippert, en herhaal dan de stappen 4 t/m 6. Om een teken te wissen 5 4 1 2 Druk op TUNER BAND om de gewenste frequentieband te kiezen. Geluidsregeling/Overige functies U kunt de volgende 24 symbolen gebruiken. ’–/,.():!?&+<>_=”;#$%@ ` Druk op CLEAR op de afstandsbediening terwijl het teken knippert. U kunt geen tekens invoegen. 8 Druk op ENTER om de titelinvoer te beëindigen. wordt vervolgd Draai de instelknop om op de gewenste voorgeprogrammeerde zender af te stemmen. 59NL Toewijzing van een naam aan een voorgeprogrammeerde zender (vervolg) Om de titelinvoerfunctie uit te schakelen Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (Uitsluitend het Europese model) Druk op TUNER NAME. Om het preselectie-nummer en de frequentie te controleren Wat is het radioinformatiesysteem? De zendernaam verschijnt op het display wanneer u hebt afgestemd op een zender met een naam. Om het preselectie-nummer en de frequentie te controleren, drukt u op DISPLAY. Het preselectie-nummer en de frequentie verschijnen gedurende 4 seconden en daarna verschijnt opnieuw de zendernaam op het display. Het radio-informatiesysteem (RDS: Radio Data System) is een omroepdienst die radiozenders in staat stelt om extra informatie uit te zenden naast het gewone programmasignaal. Deze tuner biedt handige RDS-functies zoals weergave van de zendernaam en het opsporen van zenders op basis van programmatype. RDS is alleen beschikbaar bij FM-zenders.* Om de zendernaam te wissen Opmerking 1 Herhaal de stappen 1 t/m 3. 2 Druk herhaald op CLEAR op de afstandsbediening om de naam te wissen. 3 Druk op ENTER. RDS zal mogelijk niet juist werken indien de zender waarop u hebt afgestemd het RDS-signaal niet juist uitzendt of het signaal te zwak is. Opmerking Wanneer u hebt afgestemd op een zender met RDSdiensten, verschijnt niet de door u voorgeprogrammeerde zendernaam, maar de naam van de zender met RDS-diensten op het display. * Niet alle FM-zenders verzorgen de RDS-dienst of hetzelfde soort RDS-dienst. Als u niet vertrouwd bent met het RDS-systeem, doe dan navraag bij uw plaatselijke radiozenders voor details betreffende RDS-diensten in uw gebied. Ontvangen van RDSuitzendingen , Kies gewoon een zender op de FMband. Wanneer u afstemt op een zender die RDSdiensten verzorgt, zal de zendernaam op het display verschijnen. 60NL Controleren van de RDSinformatie Bij elke druk op DISPLAY verandert het display als volgt: t Zendernaam* r Frequentie r Programmatype* r Klokdisplay 1 Druk op REPEAT/PTY terwijl u naar de radio luistert. 2 Draai de instelknop om het gewenste programmatype te kiezen. Zie het onderstaande “Overzicht van programmatypen”. 3 Druk op ENTER. Het systeem begint nu met het doorzoeken van de voor geprogrammeerde RDS-zenders. (Op het display verschijnen beurtelings de indicatie “SEARCH” en het gekozen programmatype.) Wanneer de tuner een programma ontvangt, knippert de naam van de voorgeprogrammeerde zender. r Naam van effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)” * Als er geen RDS-informatie wordt ontvangen, kunnen de zendernaam en het programmatype niet op het display worden aangegeven. Tip 4 Draai de instelknop om de naam van de gewenste voorgeprogrammeerde zender op het display te laten verschijnen. 5 Druk op ENTER terwijl de naam van de voorgeprogrammeerde zender knippert. Door DISPLAY twee seconden of langer ingedrukt te houden, wordt de spectrumanalysator in- of uitgeschakeld. Opsporen van zenders op basis van programmatype (PTY) ?/1 (spanning) Om de PTY-zoekfunctie uit te schakelen Druk opnieuw op REPEAT/PTY. Overzicht van programmatypen (PTY) 1 NEWS Nieuwsbulletins AFFAIRS Programma’s met achtergrondinformatie over actuele nieuwsonderwerpen Overige functies U kunt afstemmen op een gewenste zender door het gewenste soort programma kiezen. Het systeem stemt af op het soort programma dat op dat moment wordt uitgezonden door de RDSzenders die in het preselectie-geheugen van de tuner zijn vastgelegd. INFORMATION Programma’s over consumentenzaken en gezondheid SPORT Sportprogramma’s 2,4 3,5 EDUCATION Educatieve programma’s met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied wordt vervolgd 61NL Gebruik van het radioinformatiesysteem (RDS) (vervolg) DRAMA Hoorspelen en feuilletons CULTURE Programma’s over nationale en regionale cultuur, taal en maatschappelijke problemen SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen PHONE IN Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren TRAVEL Programma’s over reizen. Niet voor mededelingen die met de TP/TAverkeersinformatiefuncties te vinden zijn. LEISURE Programma’s over vrijetijdsbesteding, zoals tuinieren, vissen, koken, enz. VARIED Gevarieerd amusement, zoals vraaggesprekken met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies JAZZ Programma’s over jazz POP NATION Programma’s met muziek van het land of de streek Populaire muziek ROCK Rockmuziek EASY MUSIC Lichte muziek (middle-of-the-road-muziek) L. CLASSICAL Lichte klassieke muziek voor een breed publiek, zowel instrumentale als vocale muziek S. CLASSICAL Concerten van grote orkesten, kamermuziek, opera, enz. OTHER MUSIC Andere soorten muziek, zoals rhythm-andblues, reggae, enz. COUNTRY Countrymuziek OLDIES Programma’s met hits van vroeger FOLK Folkmuziek DOCUMENTARY Documentaires ALARM TEST Testsignaal voor nooduitzendingen ALARM-ALARM Nooduitzendingen NONE Alle soorten uitzendingen die niet onder één van de bovengenoemde categorieën vallen. WEATHER Weersberichten FINANCE Beursberichten, financieel nieuws, zakennieuws, enz. CHILDREN Kinderprogramma’s SOCIAL Programma’s over mensen en hun bezigheden RELIGION Programma’s over godsdienst en religieuze zaken 62NL Opmerking “NO PTY” verschijnt wanneer het gekozen programmatype op dat moment niet wordt uitgezonden. Inslapen met muziek Ontwaken met muziek — SLEEP-timerfunctie — DAILY-timerfunctie U kunt het systeem na verloop van een vooraf ingestelde tijd automatisch laten uitschakelen, zodat u kunt inslapen met muziek. U kunt de uitschakeltijd instellen in stappen van 10 minuten. U kunt op een vooraf ingestelde tijd ontwaken met muziek. Zorg eerst dat de klok juist is ingesteld (zie blz. 7). 9 SLEEP , Druk herhaald op SLEEP om de gewenste tijd in te stellen. Bij elke druk op deze toets verandert de minuten-indicatie (de uitschakeltijd) als volgt: AUTO t 90min t 80min t 70min t … t 10min t OFF t AUTO … 4,5,8 4,5,7 3 2 Wanneer u “AUTO” kiest In dit geval wordt het systeem automatisch uitgeschakeld nadat het afspelen van de huidige CD of MD is beëindigd (na maximaal 100 minuten). 1 Druk eenmaal op SLEEP. • CD: Plaats een CD. Om te beginnen vanaf een bepaald muziekstuk, moet u eerst een programma maken (zie blz. 20). • MD: Plaats een MD. Om te beginnen vanaf een bepaald muziekstuk, moet u eerst een programma maken (zie blz. 24). • Radio: Stem af op een zender (zie blz. 8). Om de uitschakeltijd te wijzigen Kies de gewenste tijd door herhaald indrukken van SLEEP. Om de SLEEP-timerfunctie uit te schakelen Druk herhaald op SLEEP totdat “SLEEP OFF” verschijnt. Tref de nodige voorbereidingen bij de geluidsbron die u wilt afspelen. 2 Stel het volume in. 3 Druk op CLOCK/TIMER SET. Overige functies Om de resterende tijd te controleren (behalve wanneer “AUTO” is gekozen) “SET (DAILY 1)” verschijnt. wordt vervolgd 63NL Ontwaken met muziek (vervolg) Tip Het systeem wordt reeds 30 seconden vóór de ingestelde tijd ingeschakeld. 4 Druk op V of v om DAILY 1 of 2 te kiezen en druk daarna op ENTER. “ON” licht op en de uur-indicatie begint te knipperen. 1 5 Stel de starttijd voor afspelen in. Druk herhaald op V of v om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. 1 Druk herhaald op V of v om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. De uur-indicatie begint weer te knipperen. 6 Stel de stoptijd voor afspelen in volgens de procedure bij stap 5. 7 Druk herhaald op V of v om de gewenste geluidsbron te kiezen. De indicatie verandert als volgt: t TUNER y CD PLAY T t MD PLAY T 8 Druk op ENTER. De timermodus (DAILY 1 of DAILY 2) verschijnt op het display, gevolgd door de starttijd, de stoptijd en de geluidsbron. Daarna verschijnt weer de oorspronkelijke indicatie. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Om de instelling te controleren 1 Druk op TIMER SELECT. 2 Druk op V of v om de timermodus (DAILY 1 of 2) te kiezen en druk daarna op ENTER. Om de timer uit te schakelen Druk op TIMER SELECT en druk op V of v om “TIMER OFF” te kiezen, en druk daarna op ENTER. 64NL Opmerkingen • U kunt DAILY 1 en DAILY 2 niet tegelijkertijd gebruiken. • U kunt de DAILY-timerfunctie en de opnametimerfunctie niet tegelijkertijd gebruiken. • Wanneer u de DAILY-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang. Radioprogramma’s opnemen met de timer 4 Stel de starttijd voor opname in. Druk herhaald op V of v om het uur in te stellen en druk daarna op ENTER. De minuten-indicatie begint te knipperen. Zorg dat u de radiozender hebt voorgeprogrammeerd (zie blz. 8) en vooraf de klok hebt ingesteld (zie blz. 7). REC Druk herhaald op V of v om de minuten in te stellen en druk daarna op ENTER. De uur-indicatie begint weer te knipperen. 9 3,4,7 5 Stel de stoptijd voor opname in volgens de procedure bij stap 4. 6 Druk herhaald op V of v om de gewenste opnamemodus te kiezen. Bij elke druk op de knop verandert het display als volgt: t STEREO REC (stereo) r LP2 REC (tweemaal stereo) r LP4 REC (viermaal stereo) r MONO REC (mono) 3,4,6 2 7 2 De instellingen voor de timeropname verschijnen en daarna keert de oorspronkelijke indicatie terug. Stem af op de voorgeprogrammeerde radiozender (zie blz. 16). 8 Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Druk op CLOCK/TIMER SET. “SET (DAILY 1)” verschijnt. 3 Plaats een voor opnemen geschikte MD. Druk op V of v om “SET MD REC” te kiezen en druk daarna op ENTER. 9 Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Overige functies 1 Druk op ENTER. “ON” licht op en de uur-indicatie knippert. wordt vervolgd REC 65NL Radioprogramma’s opnemen met de timer (vervolg) Om de instelling te controleren 1 Druk op TIMER SELECT. 2 Druk op V of v om “SEL MD REC” te kiezen en druk daarna op ENTER. Om de timer uit te schakelen Druk op TIMER SELECT en druk op V of v om “TIMER OFF” te kiezen, en druk daarna op ENTER. Opmerkingen • Indien het systeem op het ingestelde tijdstip reeds is ingeschakeld, zal de opname niet worden gemaakt. • Tijdens de opname wordt het volume tot het minimum verminderd. • U kunt DAILY 1 en DAILY 2 niet tegelijkertijd gebruiken. • Wanneer u de opname-timerfunctie en de SLEEPtimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de instelling van de SLEEP-timerfunctie voorrang. • Bedien het systeem niet vanaf het tijdstip waarop de spanning wordt ingeschakeld totdat het opnemen begint (ongeveer 30 seconden vóór de ingestelde tijd). Aansluiten van los verkrijgbare componenten Aansluiten van los verkrijgbare AVcomponenten Om uw systeem te verbeteren, kunt u los verkrijgbare componenten aansluiten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de betreffende component. Aansluiten van audiocomponenten Aansluiten van een tapedeck voor analoge opnamen U kunt een tapedeck aansluiten op het systeem door gebruikmaking van in de handel verkrijgbare audiosnoeren. Zorg ervoor dat de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met elkaar overeenkomen. Naar de audiouitgangsaansluiting op het tapedeck 66NL Naar de audioingangsaansluiting op het tapedeck Aansluiten van een videorecorder U kunt een videorecorder aansluiten op het systeem door gebruikmaking van een in de handel verkrijgbaar audiosnoer. Zorg ervoor dat de kleuren van de stekkers en de aansluitingen met elkaar overeenkomen. Om te luisteren naar de videorecorder nadat u deze hebt aangesloten, drukt u op VIDEO. Aansluiten van achterluidsprekers Sluit de luidsprekersnoeren aan op de REAR SPEAKER-aansluitingen. Naar de rechter Naar de linker achterluidspreker achterluidspreker Naar de audio-uitgangsaansluiting op de videorecorder Sluit de hoofdtelefoon aan op de PHONESaansluiting. Aansluiten van een superwoofer-luidspreker Sluit een los verkrijgbare superwoofer-luidspreker aan op de SUPER WOOFER OUT-aansluiting. Naar de superwoofer PHONES-aansluiting Om te luisteren via de hoofdtelefoon Overige functies/Aansluiten van los verkrijgbare componenten Aansluiten van een hoofdtelefoon Er komt dan geen geluid uit de luidsprekers. Opmerking Indien u een superwoofer hebt aangesloten, komt het geluid uit de superwoofer, ook wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten. Bij gebruikmaking van de hoofdtelefoon dient u daarom de superwoofer uit te schakelen. 67NL AM-antenne Aansluiten van buitenantennes Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter aan op de AM-antenneaansluiting. De bijgeleverde AM-raamantenne blijft gewoon aangesloten. Type aansluiting A Om de ontvangst te verbeteren, kunt u een buitenantenne aansluiten. Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) FM-antenne Sluit een in de handel verkrijgbare FMbuitenantenne aan. In plaats daarvan kunt u ook een TV-antenne gebruiken. AM F COM75 AX IAL Type aansluiting A IEC standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd) AM Type aansluiting B FM CO 75 AX IAL Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) AM FM 75 Type aansluiting B Belangrijk AM FM 75 Indien u een buitenantenne aansluit, dient u een aarddraad aan te sluiten op de U aansluiting. Om een gasexplosie te voorkomen, mag u de aarddraad niet op een gasleiding aansluiten. Opmerking Coaxiale kabel van 75 ohm (niet bijgeleverd) 68NL Installeer de AM-raamantenne zo ver mogelijk van het hoofdapparaat. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning Controleer vóór bediening van het systeem of de bedrijfsspanning van uw systeem overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Opmerkingen over MD’s • Indien u probeert het schuifdeksel te openen door dit te forceren, kan de disc worden beschadigd. Indien het schuifdeksel opengaat, moet u dit onmiddellijk sluiten zonder daarbij de geplaatste disc aan te raken. • Plak het label dat met de disc is bijgeleverd, alleen op de aangegeven label-inkeping. Plak het label niet rondom het schuifdeksel of op een andere plaats. De vorm van de inkeping is afhankelijk van de disc. Voor uw veiligheid Installeren • Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie om ontwikkeling van hitte in het systeem te voorkomen. • Installeer het systeem niet in een hellende positie. • Installeer het systeem niet: — op uiterst warme of koude plaatsen — op stoffige of vuile plaatsen — in een zeer vochtige omgeving — op plaatsen die aan trillingen onderhevig zijn — op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht. Bediening • Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op de lens in de CD-speler of het MDdeck. In dergelijke gevallen zal het systeem niet juist werken. Verwijder de CD of MD en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat de condens is verdampt. • Zorg dat u alle discs verwijdert wanneer u het systeem gaat verplaatsen. Indien u vragen of problemen heeft betreffende uw systeem, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Plaats van label Schuifdeksel • Veeg de beschermhoes van de disc schoon met een droge doek. • Stel de MD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw MD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. Opmerkingen over CD’s • Alvorens u de CD gaat afspelen, dient u deze te reinigen met een schoonmaakdoek. Veeg vanaf het midden naar de rand. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine, verfverdunner, in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen of antistatische spray bestemd voor het schoonmaken van vinyl LP’s. • Stel de CD niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen zoals een warmeluchtuitlaat. Laat uw CD niet achter in een auto die in direct zonlicht is geparkeerd. • Bij gebruikmaking van CD’s waarbij zich op de labelkant van de disc lijm of een soortgelijke kleverige stof bevindt of waarbij voor het bedrukken van het label gebruik is gemaakt van speciale inkt, bestaat de kans dat de CD of het label vast komen te zitten aan onderdelen binnen in het apparaat. Wanneer dit gebeurt, kan de CD soms niet worden verwijderd en kan de speler defect raken. Controleer daarom vóór gebruik altijd of de labelkant van de CD niet plakt. De volgende soorten CD’s mogen niet worden gebruikt: — Gehuurde of gebruikte CD’s met stickers waarbij de lijm buiten de sticker uitsteekt. Rondom deze sticker is de CD kleverig. — CD’s met labels die bedrukt zijn met speciale inkt welke bij aanraking kleverig aanvoelt. Aansluiten van los verkrijgbare componenten/Aanvullende informatie • Het systeem blijft op de stroombron (netspanning) aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf. • Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het systeem terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het systeem eerst door een deskundige controleren alvorens het weer in gebruik te nemen. • Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend servicecentrum worden vernieuwd. wordt vervolgd 69NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Opmerking betreffende versnelde CD-MD-synchroonopname Wanneer de CD in slechte staat verkeert, kan het geluid soms wegvallen of kan er ruis optreden in de opname, en soms kunnen er zelfs ongewenste muziekstukken op de CD ontstaan. Wanneer dit gebeurt, reinig dan de CD en neem het materiaal op de MD op door gebruikmaking van alleen de functie voor CD-MD-synchroonopname met normale snelheid. Reiniging van de behuizing Gebruik hiervoor een zachte doek, licht bevochtigd met een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Om het luidsprekerrooster te verwijderen Trek het rooster met beide handen recht naar u toe om te voorkomen dat de ribben breken. Systeembeperkingen van MD’s Het opnamesysteem in uw MD-deck heeft een aantal beperkingen die hieronder zijn beschreven. Deze beperkingen zijn echter inherent aan het ontwerp van het MD-opnamesysteem en zijn niet te wijten aan mechanische oorzaken. “Disc Full!” verschijnt voordat de maximale opnametijd van de MD is bereikt Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn opgenomen, verschijnt “Disc Full!”, ongeacht de totale opnametijd. Op de MD kunnen maximaal 255 muziekstukken worden opgenomen. Om verder te gaan met opnemen, dient u onnodige muziekstukken te wissen of een andere voor opnemen geschikte MD te gebruiken. “Disc Full!” verschijnt voordat het maximale aantal muziekstukken (255) is bereikt In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal muziekstuknummers toeneemt en “Disc Full!” vroeger dan normaal verschijnt. De resterende opnametijd neemt niet toe, ook niet na het wissen van meerdere korte muziekstukken Muziekstukken die korter zijn dan 12 seconden* tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet altijd tot meer beschikbare opnametijd zal leiden. * Tijdens stereo-opname. In mono of modus LP2: circa 24 seconden In modus LP4: circa 48 seconden Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Te vaak gemonteerde muziekstukken kunnen soms ook niet worden samengevoegd. De totale opgenomen tijd plus de resterende opnametijd op de MD komen in totaal niet aan de maximale opnametijd Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van 2 seconden*, ongeacht de mogelijk kortere duur van het opgenomen materiaal. De opgenomen inhoud kan daarom korter zijn dan de maximale opnametijd. Bovendien kan de beschikbare ruimte op de disc verder beperkt worden door krassen. * Tijdens stereo-opname. In mono of modus LP2: circa 4 seconden In modus LP4: circa 8 seconden 70NL Tijdens het doorzoeken van gemonteerde muziekstukken kan het geluid soms wegvallen Bij muziekstukken die door montage zijn samengesteld, kan tijdens het gebruik van de zoekfuncties het geluid soms wegvallen. Dit komt omdat het snel opzoeken van de posities op de disc tijd in beslag neemt wanneer de muziekstukken her en der over de disc verspreid zijn. De muziekstuknummers worden niet correct aangebracht Wanneer tijdens analoog opnemen “L-SYNC” (blz. 34) op het display oplicht, worden de muziekstuknummers soms niet aan het begin van het muziekstuk aangebracht indien: • u herhaald hetzelfde muziekstuk op dezelfde disc opneemt door gebruikmaking van de functie voor herhaling van één muziekstuk, enz.; • u muziekstukken van verschillende discs, maar hetzelfde muziekstuknummer, na elkaar opneemt; • het ingangssignaal tussen muziekstukken gedurende minder dan 2 seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft; • het ingangssignaal in het midden van het muziekstuk langer dan 2 seconden beneden een bepaald vastgelegd niveau blijft; • u een muziekstuk van 4 seconden of korter* opneemt; * u opneemt in stereo, mono of stereo-opnamemodus LP2 (in stereo-opnamemodus LP4: 8 seconden of korter). Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Opmerking Dit één-generatie kopieersysteem geldt niet voor opnamen die via analoog-naar-analoog-aansluitingen worden gemaakt. Indien er tijdens het gebruik van dit systeem een storing optreedt, raadpleeg dan de onderstaande storingsgids. Controleer eerst of de stekker van het systeem goed in het stopcontact zit en of de luidsprekers juist en stevig zijn aangesloten. Indien een storing niet door u verholpen kan worden, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Algemeen Het display begint te knipperen zodra u de stekker in het stopcontact steekt, terwijl u het systeem nog niet hebt ingeschakeld (demonstratiemodus) • Druk op DISPLAY (Europees model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen) wanneer het systeem is uitgeschakeld. De demonstratie verdwijnt. Wanneer u de stekker voor de eerste keer in het stopcontact steekt of wanneer er een stroomstoring is geweest die langer dan een halve dag heeft geduurd, wordt automatisch de demonstratiemodus geactiveerd. De klokinstelling, de voorgeprogrammeerde radiozenders en de timerinstellingen zijn verloren gegaan. • De stekker is uit het stopcontact getrokken of er is een stroomstoring geweest die langer dan een halve dag heeft geduurd. U dient de volgende stappen opnieuw te verrichten: — “Stap 2: Instellen van de klok” (blz. 7) — “Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders” (blz. 8) Indien u de timer hebt ingesteld, dient u ook de stappen van “Ontwaken met muziek” (blz. 63) en “Radioprogramma’s opnemen met de timer” (blz. 65) opnieuw te verrichten. “– –:– –” licht op op het display. • Stel de klok en de timer opnieuw in. Er is geen geluid. • Draai VOLUME naar rechts. • Zorg dat de hoofdtelefoon niet is aangesloten. • Steek alleen het blote gedeelte van het luidsprekersnoer in de SPEAKER-aansluiting. Indien u het vinyl gedeelte van het luidsprekersnoer erin steekt, zullen de luidsprekeraansluitingen geblokkeerd raken. • Tijdens timeropname en versnelde CD-MDsynchroonopname is er geen geluid te horen. wordt vervolgd Aanvullende informatie Digitale audiocomponenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren. Teneinde muziekprogramma’s met copyright te beschermen, maakt dit systeem gebruik van het “Serial Copy Management System” waardoor u via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen slechts één kopie kunt maken van een opgenomen digitale bron. U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken via een digitaal-naar-digitaal-aansluiting. Dat wil zeggen: 1U kunt een kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijv. een CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken van de eerste-generatie kopie. 2U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma (bijv. een analoge grammofoonplaat of een muziekcassetteband) of van een digitale satellietuitzending, maar u kunt geen tweede kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van een digitaal signaal op een digitaal opnameapparaat. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van de CD-speler van dit systeem naar het MDdeck, maakt u een eerste-generatie kopie. Verhelpen van storingen 71NL Verhelpen van storingen (vervolg) Er is veel brom of ruis. • Een TV of videorecorder is te dicht bij het systeem geplaatst. Zet het systeem verder weg van de TV of de videorecorder. • De A/V-bedienings-versterker staat onder de CD-speler/MD-deck. Zet de AVregelversterker boven op de CD-speler/MDdeck. De timer werkt niet. • Stel de klok goed in. “SEL DAILY 1”, “SEL DAILY 2” en “SEL MD REC” verschijnen niet wanneer u TIMER SELECT indrukt. • Stel de klok in. • Stel de timer goed in. De afstandsbediening werkt niet. • Er bevindt zich een obstakel tussen de afstandsbediening en het systeem. • De afstandsbediening is niet naar de sensor op het systeem gericht. • De batterijen zijn leeg. Vernieuw de batterijen. Er is akoestische terugkoppeling. • Verlaag het volume. De kleuren van het TV-beeld blijven onstabiel. • Schakel het TV-toestel eenmaal uit en schakel het na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de kleuren dan nog steeds onstabiel zijn, zet de luidspreker dan verder weg van het TVtoestel. “PROTECT” en “PUSH POWER” verschijnen beurtelings. • Er is een krachtig signaal ingevoerd. Druk op ?/1 om het systeem uit te schakelen. Schakel het systeem even later weer in door indrukken van ?/1. Indien “PROTECT” en “PUSH POWER” ook nadat het systeem opnieuw is ingeschakeld nog steeds beurtelings verschijnen, druk dan op ?/1 om het systeem uit te schakelen en controleer de luidsprekersnoeren (+ en – mogen niet met elkaar in aanraking komen). 72NL Luidsprekers Er is geen geluid. • Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen. Het geluid komt van slechts één kanaal, of het links/rechts-volume is niet gebalanceerd. • Controleer de luidsprekeraansluiting en de luidsprekeropstelling. De lage tonen komen niet goed door. • Controleer of de plus- en min-aansluitingen van de luidspreker correct zijn aangesloten. CD-speler De CD-lade sluit niet. • De CD is niet correct geplaatst. De CD begint niet met afspelen. • De CD ligt niet horizontaal in de CD-lade. • De CD is vuil. • De CD is met de labelkant naar beneden geplaatst. • Er is vocht gecondenseerd in de CD-speler. Verwijder de CD en laat het systeem ongeveer een uur ingeschakeld staan totdat het vocht is verdampt. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • De speler bevindt zich in de modus voor afspelen in geprogrammeerde of willekeurige volgorde. Druk met de CD-speler in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE” is verdwenen. “Over” verschijnt op het display. • Het einde van de CD is bereikt. Houd m ingedrukt of draai de instelknop om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. MD-deck Een MD kan niet worden geplaatst. • Plaats de MD met het pijltje naar boven, in de richting van het deck wijzend. De toetsen werken niet. • Vervang de MD door een nieuw exemplaar. • Probeer de bedieningshandelingen opnieuw nadat “TOC” is uitgegaan. De MD begint niet met afspelen. • Vervang de MD. • Plaats de MD en laat het systeem een paar uur ingeschakeld totdat het vocht is verdampt. • Druk op MD H om het afspelen te laten beginnen. De MD slaat over. • Vervang de MD. • Verplaats het systeem zo mogelijk naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele stander). • Plaats de luidsprekers zo mogelijk op grotere afstand van het systeem, of plaats ze op aparte standers. Wanneer u naar een muziekstuk luistert met lage klanken en een hoog volume, is de kans aanwezig dat de MD door de trillingen van de luidsprekers overslaat. • Plaats de disc en wacht 10 tot 20 minuten, met het systeem ingeschakeld. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk met het MD-deck in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” of “SHUFFLE” is verdwenen om terug te keren naar normaal afspelen. “Over” verschijnt. • Houd m ingedrukt of draai MD JOG om terug te keren naar de gewenste positie voor afspelen. De opname of montage zijn wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave (TOC) is niet bijgewerkt. • De opname- en montagegegevens van de MD worden weggeschreven naar de MD wanneer de MD wordt verwijderd. Daarom dient u de MD na het opnemen of monteren altijd te verwijderen (zie blz. 27 en 40). Het geluid van een door u opgenomen MD is te laag (of te hoog). • Stel het opnameniveau opnieuw in (zie blz. 37). Tuner Er is veel brom of ruis (“TUNED” of “STEREO” knippert op het display). • Stel de antenne af. • Het signaal is te zwak. Sluit een buitenantenne aan. Een stereo FM-programma kan niet in stereo ontvangen worden. • Druk op STEREO/MONO zodat “STEREO” op het display verschijnt. Indien het systeem ook na het nemen van de bovenstaande maatregelen nog niet goed werkt, dient u het systeem als volgt opnieuw in te stellen: 1 2 3 4 Trek de stekker uit het stopcontact. Steek de stekker weer in het stopcontact. Druk CLEAR en CD s tegelijkertijd in. Druk op ?/1 om het systeem weer in te schakelen. Het systeem is nu opnieuw ingesteld en de fabrieksinstellingen zijn weer van kracht. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de voorgeprogrammeerde zenders, de klok en de timer, zijn geannuleerd. U moet deze nu opnieuw instellen. Indien het systeem nog steeds niet goed werkt, druk dan bij stap 3 hierboven GROOVE en ?/1 tegelijkertijd in. Aanvullende informatie Tijdens het opnemen licht “OVER” op. • Stel het volume van de aangesloten component lager in. Er kan niet worden opgenomen. • Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 27). • Sluit de los verkrijgbare AV-component goed aan (zie blz. 66). • Kies een andere geluidsbron. • Vervang de MD door een voor opnemen geschikte MD of gebruik de ERASE-functie om onnodige muziekstukken te wissen (zie blz. 43). • Begin weer helemaal opnieuw met opnemen. 73NL Zelfdiagnose-display Dit systeem heeft een zelfdiagnose-displayfunctie om u te waarschuwen wanneer het systeem niet goed werkt. Op het display verschijnen beurtelings een code van drie of vijf tekens en een melding waarmee de storing wordt aangegeven. Raadpleeg de onderstaande lijst om de storing te verhelpen. Indien een storing niet door uzelf kan worden verholpen, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. C41/Cannot Copy De geluidsbron is een kopie van in de handel verkrijgbare muzieksoftware of u probeert een CD-R (voor opnemen geschikte CD) op te nemen. cHet “Serial Copy Management System” voorkomt dat u een digitale kopie kunt maken (zie blz. 71). U kunt geen CD-R opnemen. E0001/MEMORY NG Er is een fout opgetreden in de interne gegevens die het systeem nodig heeft om te kunnen werken. cNeem contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar. E0101/LASER NG Er is een probleem met het optische blok. cHet optische blok is mogelijk defect. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar. C11/Protected De MD is beschermd tegen abusievelijk wissen. cVerwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 27). Tijdens bediening kan er op het display één van de onderstaande meldingen verschijnen of knipperen. C12/Cannot Copy U probeert een CD of MD met een voor dit systeem ongeschikt formaat af te spelen, zoals een CD-ROM. cVerwijder de disc, schakel het systeem eenmaal uit en schakel het vervolgens weer in. MD C13/REC Error De opname werd niet goed uitgevoerd. cBreng het systeem naar een plaats zonder trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. De MD is vuil of er zitten krassen op, of de MD voldoet niet aan de normen. cVervang de MD en neem daarna opnieuw op vanaf het begin. Blank Disc Er is een geheel nieuwe, voor opnemen geschikte MD geplaatst of alle muziekstukken op de MD zijn gewist. C13/Read Error Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVerwijder de MD eenmaal en plaats deze daarna opnieuw. 74NL Meldingen C14/Toc Error Het MD-deck kan de gegevens op de disc niet goed lezen. cVervang de MD. cWis alle muziekstukken van de MD door gebruikmaking van de ALL ERASE-functie (zie blz. 44). Auto Cut Tijdens digitaal opnemen is er een stilte van circa 30 seconden of meer ingevoerd waardoor het opnemen door het MD-deck tijdelijk wordt stopgezet. Cannot Edit • Er zit een voorbespeelde MD in het deck. • U probeert te monteren in de modus voor afspelen in geprogrammeerde of willekeurige volgorde. • U probeert het opnameniveau te veranderen of de functie voor infaden of uitfaden te gebruiken nadat de DAILY-timer of opnametimer is geactiveerd en het systeem is ingeschakeld. Cannot REC De functie MD is ingesteld. Complete! De MD-montage is voltooid. Disc Full! Er is geen opnametijd meer over op de MD. Eject De MD wordt door het MD-deck verwijderd. Impossible • U probeert een montagehandeling te verrichten die niet mogelijk is. • Vanwege de beperkingen van het systeem kunnen de muziekstukken op de MD niet worden samengevoegd. Incomplete! De montage met de S.F EDIT-functie (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden) werd niet goed uitgevoerd omdat het systeem tijdens het opnemen werd verplaatst of omdat de MD beschadigd of vuil is. —Rehearsal— Ter bevestiging wordt het gedeelte van de MD afgespeeld dat met de DIVIDE-functie onderverdeeld zal worden. S.F Edit! Er is getracht een andere bediening uit te voeren in de modus S.F EDIT (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). S.F Edit NOW U hebt ?/1 ingedrukt in de modus S.F EDIT (veranderen van het opnameniveau na het opnemen, infaden, uitfaden). Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er een stilte ingevoerd van circa 3 seconden of meer, maar minder dan circa 30 seconden. Initialize Er is een lange stroomstoring geweest waardoor het systeem automatisch opnieuw wordt geïnitialiseerd. SYNC NOW U hebt een toets ingedrukt die u tijdens synchroonopname niet nodig hebt voor het opnemen. Name Full! Er is geen ruimte meer voor het opslaan van muziekstuktitels of disctitels. Text Protect Er zijn CD TEXT-gegevens die niet op een MD opgenomen kunnen worden. MD No Disc Er zit geen disc in het MD-deck. TOC Reading Het MD-deck is bezig met het lezen van de inhoudsopgave (TOC) van de MD. No Change Terwijl u probeerde om het opnameniveau te veranderen na het opnemen, hebt u ENTER/ YES ingedrukt zonder daadwerkelijk het opnameniveau te veranderen waardoor de beoogde verandering dus niet is uitgevoerd. Over Het einde van de MD is bereikt terwijl u M ingedrukt houdt en het systeem zich in de pauzestand voor afspelen bevindt. Overwrite Tijdens het opnemen hebt u aangegeven dat u wilt opnemen door bestaande muziekstukken op een MD te overschrijven. TOC Writing Het MD-deck is bezig met het wegschrijven van de opname- en montagegegevens. Track End Het einde van het muziekstuk is bereikt tijdens het instellen van de positie van onderverdeling met behulp van de DIVIDE-functie. USE MD AREA! U probeert een bediening uit te voeren met de instelknop, m of M op de A/Vbedieningsversterker terwijl de functie MD is ingesteld. Gebruik MD JOG, MD m of M. wordt vervolgd Aanvullende informatie MD No Name U probeert de titel van een disc of muziekstuk weer te geven waarvoor geen titel is ingevoerd. Bij een muziekstuk wordt het muziekstuknummer weergegeven, gevolgd door “MD”. Push MD STOP Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE gedrukt. 75NL Zelfdiagnose-display (vervolg) TUNER Cannot Edit U probeert een niet-voorgeprogrammeerde zender een naam te geven of te wissen. CD “Check” en “CD Position” verschijnen beurtelings De disc kon niet goed worden gelezen. No disc Er zit geen disc in de CD-speler. Over Het einde van de CD is bereikt terwijl u tijdens het afspelen of pauzeren M ingedrukt houdt. Push CD stop! Tijdens het afspelen hebt u op PLAY MODE gedrukt. Technische gegevens Versterker Europees model DIN-uitgangsvermogen (nominaal) 80 + 80 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie) 100 + 100 W (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) Muziek-uitgangsvermogen (referentie) 160 + 160 W (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) Overige modellen DIN-uitgangsvermogen (nominaal) 90 + 90 W (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS-uitgangsvermogen (referentie) 110 + 110 W (6 ohm bij 1 kHz, 10 % THD) Ingangen VIDEO IN : spanning 250 mV (tulpstekkers) impedantie 47 kilohm TAPE IN: spanning 250 mV (tulpstekkers) impedantie 47 kilohm Uitgangen TAPE OUT: spanning 250 mV (tulpstekkers) impedantie 1 kilohm PHONES: geschikt voor hoofdtelefoon van (stereo-mini-aansluiting) 8 ohm of meer FRONT SPEAKER: geschikt voor impedantie van 6 tot 16 ohm REAR SPEAKER: geschikt voor impedantie van 16 ohm SUPER WOOFER: spanning 1 V, impedantie 1 kilohm CD-speler Systeem Compactdisc- en digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider-laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* * Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Golflengte 780 – 790 nm Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB) Signaal/ruisverhouding meer dan 90 dB Dynamisch bereik meer dan 90 dB 76NL MD-deck Algemeen Systeem Laser Stroomvoorziening Europees model: Overige modellen: MiniDisc digitaal audiosysteem Halfgeleider-laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* * Deze waarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Bemonsteringsfrequentie 44,1 kHz Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz Tuner FM-stereo, FM/AM-superheterodyne tuner FM-tuner Afstembereik Reismodel: Overige modellen: Antenne Antenne-aansluitklemmen Middenfrequentie 76,0 – 108,0 MHz 87,5 – 108,0 MHz FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz AM-tuner Afstembereik Europees model: 531 – 1602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen: 531 – 1602 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1710 kHz (met interval ingesteld op 10 kHz) Antenne AM-raamantenne Antenne-aansluitklemmen Buitenantenneaansluitingen Middenfrequentie 450 kHz 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 120 V, 220 V of 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, instelbaar met spanningskiezer Stroomverbruik Europees model: Overige modellen: 190 W 220 W Afmetingen (b/h/d) STR-NX5MD: HMC-NX5MD: ca. 225 × 202 × 356 mm ca. 225 × 202 × 356 mm Gewicht STR-NX5MD: Europees model: Overige modellen: HMC-NX5MD: ca. 7,8 kg ca. 7,6 kg ca. 4,3 kg Bijgeleverde accessoires: AM-raamantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (2) FM-draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2) Kussentjes voor voorste luidsprekers (8) Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Luidspreker Voorste luidspreker (SS-NX1) Luidsprekersysteem Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 17 cm diameter, conus-type 2,5 cm diameter, koepelvormig type 6 ohm ca. 210 × 402 × 285 mm ca. 7,0 kg netto per luidspreker Aanvullende informatie Luidsprekereenheden Woofer: Tweeter: 2-weg, basreflex-type, type met magnetische afscherming 77NL Index A A-B ERASE-functie 45 Aansluiten antennes 5 hoofdapparaat 4 los verkrijgbare componenten 66 netsnoer 6 Aansluiten, zie Aansluiten Afspelen CD 10 MD 15 muziekstukken herhaald (REPEAT-afspeelfunctie) 18, 23 muziekstukken in geprogrammeerde volgorde (PROGRAMafspeelfunctie) 20, 24 muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLEafspeelfunctie) 19, 23 Afsteminterval 9 Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders 16 ALL ERASE-functie 44 Analoog opnemen 27 Antennes 5, 68 Audio-accentuering kiezen 55 Auto Cut 36 Automatische bronkeuze 11, 15, 16 B Batterijen 6 Beperkingen van het systeem 70 Beveiligen van opnamen 27 Bewaren van opnamen 27 78NL C CD TEXT-gegevens 22 CD-MD-synchroonopname 28 CD-speler 18 COMBINE-functie 49 M Meldingen 74 MOVE-functie 47 Muziekstuknummers 34, 35 Muziekstuknummers aanbrengen 34, 35 D DAILY-timer 63 DBFB 54 Digitaal opnemen 27 Display 22, 26 DIVIDE-functie 48 E, F Eén-generatie-kopieersysteem 71 Eén-toets-weergavestart 11, 15, 16 ERASE-functie 43 G, H Geluid instellen 54 GROOVE 54 I, J Instellen bedrijfsspanning 6 geluid 54 grafische equalizer 57 opnameniveau 37 volume 11, 15, 16 K Klok instellen 7 Klokinstelling 7 L Level Synchro Recording 34 Los verkrijgbare componenten 66 Luidsprekers 5, 67 Luisteren naar de radio 16 N Na het monteren 40 het opnemen 27 Naamgeving MD 41 voorgeprogrammeerde zender 59 NAME-functie 41 NORMAL-afspeelfunctie 10, 15 O Opnemen CD 12 handmatig opnemen 31 lange opnamen 30 met de timer 65 mono-opnamen 39 op een MD 12 radioprogramma 17, 32, 65 Opnieuw instellen van het systeem 73 P, Q Persoonlijk bestand 58 PROGRAM-afspeelfunctie 20, 24 PTY 61 R Radiodatasysteem (RDS) 60 Radiozenders afstemmen 16 voorprogrammeren 8 REC IT 29 REPEAT-afspeelfunctie 18, 23 S S.F Edit 52 SHUFFLE-afspeelfunctie 19, 23 SLEEP-timer 63 Smart Space 36 T Tijdmachine-opnamen 32 Timer inslapen met muziek 63 ontwaken met muziek 63 timer-opnamen 65 TRACK ERASE-functie 43 U UNDO-functie 51 V Verhelpen van storingen 71 Versnelde CD-MDsynchroonopname 13 Voorprogrammeren van radiozenders 8 Vóór het monteren 40 het opnemen 27 Wissen alle muziekstukken op een MD 44 een gedeelte van een muziekstuk 45 titels op een MD 43 één muziekstuk 43 Z Zelfdiagnose-display 74 Zendernaam 59 Aanvullende informatie W, X, Y 79NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236

Sony DHC-NX5MD Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding