7
XC compensator kalibreren
Om het Renishaw kalibratiesysteem binnen zijn gespecificeerde nauwkeurigheid
te houden, adviseren we om de XC compensator en zijn sensoren jaarlijks te
kalibreren. Vaker kalibreren is aan te bevelen als de apparatuur gebruikt wordt
onder extreme omstandigheden of bij een vermoeden van schade. Ook de
vereisten vanuit uw programma voor kwaliteitsborging of vanuit nationaal of
plaatselijk geldende regels kunnen u opleggen om vaker te herkalibreren. Het
eindpaneel van de XC compensator heeft een ruimte waarin u de uiterste datum
voor herkalibratie kunt aangeven. Tijdens opslag, transport en gebruik mogen
de XC compensator en de sensoren niet blootgesteld worden aan excessieve
schokken en trillingen of aan een extreme temperatuur, druk of vochtigheid (zie
Specificaties), aangezien al deze factoren de kalibratie ongeldig kunnen maken.
De berekeningen van de kalibratie-onzekerheid zijn uitgevoerd volgens document
EA-4/02 van de European co-operation for Accreditation.
Alle kalibraties vallen binnen het werkgebied van Renishaws
kwaliteitsborgingsysteem volgens EN ISO 9001:2000. Dit systeem wordt
geaudit en gecertificeerd door een organisatie met UKAS-accreditatie. De
UKAS-accreditatie wordt in vele landen wereldwijd erkend door de betreffende
overheidsorganisatie in dat land.
Meer informatie over de kalibratieprocedure vindt u op het kalibratiecertificaat dat
meegeleverd werd bij uw systeem, en op www.renishaw.com/certificates.
De fouten en onzekerheden bij het normaliseren van metingen naar een
materiaaltemperatuur van 20 °C zijn niet inbegrepen in de systeemnauwkeurigheid.
Deze fouten en onzekerheden hangen niet alleen af van het binnen specificatie
zijn van de materiaaltemperatuursensor (wat een recent kalibratiecertificaat van
Renishaw aantoont), maar ook van de nauwkeurigheid van de uitzettingscoëfficiënt
die in de kalibratiesoftware wordt ingevoerd, het temperatuurverschil ten opzichte
van de 20 °C, en de juiste plaatsing van de sensoren.
Renishaw biedt een volledige herkalibratie- en reparatieservice in zijn fabriek
in het Verenigd Koninkrijk voor XC omgevingscompensatoren en hun sensoren.
Vergelijkbare herkalibraties voor het XL lasersysteem zijn beschikbaar in
Renishaws dochterondernemingen in de VS, Duitsland en China. Neem voor
meer informatie contact op met uw plaatselijke Renishaw-vertegenwoordiging of
bezoek de website Renishaw.com.
Golflengtecompensatie
De nauwkeurigheid van lineaire positiemetingen hangt af van de nauwkeurigheid
waarbinnen de golflengte van de laserbundel bekend is. Deze wordt niet alleen
bepaald door de kwaliteit van de laserstabilisatie, maar ook door parameters
in de directe omgeving. Vooral de waarden van de luchttemperatuur, luchtdruk
en relatieve vochtigheid hebben invloed op de golflengte (in lucht) van de
laserbundel.
Indien de golflengtevariaties niet worden gecompenseerd, dan kunnen de
fouten bij lineaire lasermetingen wel 50 ppm bedragen. Zelfs in een thermisch
geconditioneerde ruimte kan de dagelijkse variatie in atmosferische druk
golflengteveranderingen van meer dan 20 ppm veroorzaken. Een richtlijn is dat
een fout van ongeveer 1 ppm zal optreden bij elke van de volgende veranderingen
in de omgevingscondities:
Luchttemperatuur
1 °C
Luchtdruk
3,3 mbar (0,098 in kwik)
Relatieve vochtigheid (bij 20 °C)
50%
Relatieve vochtigheid (bij 40 °C)
30%
Opmerking: Deze waarden geven de slechtste situatie weer en hangen
ook enigszins samen met de andere parameters.
Deze fouten kunnen teruggebracht worden door een XC omgevingscompensator
te gebruiken.
De XC compensator meet de temperatuur, druk en vochtigheid van de lucht, en
berekent dan met de Edlen-vergelijking de brekingsindex van de lucht (en daaruit
de lasergolflengte). De lasermeting wordt vervolgens automatisch aangepast
om elke variatie in de lasergolflengte te compenseren. Het voordeel van een
automatisch systeem is dat de gebruiker er niets voor hoeft te doen en dat de
compensatie veelvuldig wordt bijgesteld.