Wacker Neuson RD7H-ES Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

5000185480 18 0812
Gebruikershandleiding
Wals
RD 7
NL
Copyright-
mededeling
© Copyright 2012 by Wacker Neuson Production Americas LLC.
Alle rechten, inclusief het recht tot kopiëren en van verspreiding zijn voorbehouden.
Deze publicatie mag gefotokopieerd worden door de oorspronkelijke koper van de
machine. Elke andere soort vermenigvuldiging is verboden zonder de uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson Production Americas LLC.
Elke soort niet door Wacker Neuson Production Americas LLC geautoriseerde
vermenigvuldiging of versp[reiding vormt een schending van geldige auteursrechten.
Tegen overtreders hiervan zal gerechtelijke vervolging worden ingesteld.
Handels-
merken
Alle handelsmerken waarnaar in deze handleiding verwezen wordt zijn het eigendom
van de respectieve eigenaren ervan.
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC
N92W15000 Anthony Avenue
Menomonee Falls, WI 53051 VS
Tel. (262) 255-0500 · Fax (262) 255-0550 · Tel. (800) 770-0957
www.wackerneuson.com
Vertaalde
instructies
Deze Gebruiksaanwijzing is een vertaling van de originele instructies. De
oorspronkelijke taal van deze Gebruiksaanwijzing is Amerikaans Engels.
RD 7 Voorwoord
wc_tx001345nl.fm
3
Voorwoord
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES—Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
instructies voor de hieronder vermelde machinemodellen. Deze instructies zijn
speciaal door Wacker Neuson Production Americas LLC gepubliceerd en moeten
tijdens de installatie, bediening en het onderhoud van de machines worden
gevolgd.
Machine
documentatie
Vanaf dit punt in deze documentatie zal naar Wacker Neuson Production Amer-
icas LLC worden verwezen als Wacker Neuson.
Bewaar te allen tijde een exemplaar van de Gebruikershandleiding bij de
machine.
Gebruik het afzonderlijke Onderdelenboek dat met de machine is meegeleverd
om reserveonderdelen te bestellen.
Zie de afzonderlijke reparatiehandleiding voor gedetailleerde instructies over
onderhoud en reparaties aan de machine.
Mocht u een of meer van deze documenten niet in uw bezit hebben, neem dan
contact op met Wacker Neuson om een exemplaar te bestellen, of bezoek
www.wackerneuson.com.
Zorg dat u het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en serienummer
van de machine bij de hand hebt wanneer u onderdelen bestelt of informatie
over onderhoud aanvraagt.
Verwachtingen t.a.v. informatie in deze handleiding
Deze handleiding verschaft de informatie en procedures voor de veilige bedien-
ing en het veilig onderhoud van het/de bovenstaand(e) Wacker Neuson-
model(len). Lees voor uw eigen veiligheid en om het risico van letsel te vermin-
deren alle instructies die in deze handleiding staan aandachtig door en zorg
ervoor dat u ze begrijpt en naleeft.
De Wacker Neuson behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om, zelfs zonder
voorafgaande kennisgeving, technische wijzigingen aan te brengen die de
prestaties of veiligheidsnormen van haar machines verbeteren.
De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines die zijn vervaar-
digd tot op het moment van publicatie. Wacker Neuson behoudt zich het recht
voor om elk willekeurig gedeelte van deze informatie zonder voorafgaande
kennisgeving te wijzigen.
Goedkeuring van de fabrikant
Deze handleiding bevat verschillene verwijzingen naar goedgekeurde onderdelen,
hulpstukken en modificaties. De volgende definities zijn van toepassing:
Machine Artikelnummer
RD 7H 0008042
RD 7H-ES 0009408, 0620794
RD 7H-S 0009487, 0620795
RD 7-RAW 0620079, 0620478, 0620596
Voorwoord RD 7
wc_tx001345nl.fm
4
Goedgekeurde onderdelen of hulpstukken zijn die onderdelen die worden
vervaardigd of geleverd door Wacker Neuson.
Goedgekeurde modificaties zijn veranderingen die door een erkend Wacker
Neuson servicecentrum worden uitgevoerd volgens door Wacker Neuson
gepubliceerde schriftelijke instructies.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties zijn die
onderdelen/veranderingen die niet aan de goedgekeurde criteria voldoen.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties kunnen tot het vol-
gende leiden:
ernstig gevaar van letsel voor de operator en personen in het werkgebied;
permanente machineschade, die niet door de garantie wordt gedekt.
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer als u vragen hebt
over goedgekeurde of niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties.
2012-CE-RD7H_nl.fm
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Avenue,
Menomonee Falls, Wisconsin 53051 USA
Product
Product
Producttype
Productfunctie
Artikelnummer
Geïnstalleerd nuttig vermogen
Gemeten geluidsvermogenniveau
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
RD 7H-ES, RD 7H-S
Trilwalsen met Begeleider
Asfalt samenpakken
0620794, 0620795
5,1 kW
107 dB(A)
108 dB(A)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens bijlage VIII
Aangemelde instantie
Lloyds Register Quality Assurance Limited (Notified Body No 0088)
71 Fenchurch Street, London EC3M 4BS, United Kingdom
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EC, 2000/14/EC, 2004/108/EC, EN 500-1, EN 500-4
Gevolmachtigde voor technische documenten
Axel Häret, Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
Menomonee Falls, WI, USA, 22.08.2011
William Lahner
Managing Director
Paul Sina
Manager, Product Engineering
Todd Lutz
Director of Business Development
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
wc_bo5000185480_18TOC.fm 7
InhoudsopgaveRD 7
Voorwoord 3
EU - conformiteitverklaring 5
1 Informatie inzake veiligheid 9
1.1 Signaalwoorden .................................................................................... 9
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik ............................................ 10
1.3 Veilige bediening ................................................................................ 11
1.4 Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren .................................. 13
1.5 Veilig onderhoud ................................................................................ 14
2 Etiketten 16
2.1 Plaats van labels ................................................................................ 16
2.2 Betekenis van de labels ..................................................................... 17
3 Hijsen en transporteren 22
4 Bediening 23
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik .................................................. 23
4.2 Locaties voor bediening en onderhoud .............................................. 24
4.3 Positie van de operator ...................................................................... 25
4.4 De machine bijtanken ......................................................................... 26
4.5 Vóór het starten .................................................................................. 27
4.6 Gashendel van motor ......................................................................... 27
4.7 De machine starten (RD 7H, RD 7H-S) .............................................. 28
4.8 De motor starten (RD 7H-ES) ............................................................ 29
4.9 Starten bij koud weer (RD 7H, RD 7H-S) ........................................... 30
4.10 Motortoerental .................................................................................... 31
4.11 De machine stoppen .......................................................................... 31
4.12 Richting en snelheid regelen .............................................................. 32
4.13 Bekrachtigingsdynamo ....................................................................... 32
4.14 Kussenblok voor teruggaande beweging ........................................... 33
4.15 Motorkruk ........................................................................................... 33
4.16 Parkeerrem ......................................................................................... 34
4.17 Bewateringssysteem .......................................................................... 34
4.18 Stabiliteit van de machine .................................................................. 35
4.19 Werken op hellingen ........................................................................... 36
4.20 Omrollen ............................................................................................. 36
4.21 Procedure voor noodstops ................................................................. 37
8 wc_bo5000185480_18TOC.fm
Inhoudsopgave RD 7
5 Onderhoud 38
5.1 Onderhoudschema ..............................................................................38
5.2 Reserveonderdelen voor veiligheid .....................................................39
5.3 Motorolie controleren ...........................................................................41
5.4 De motorolie verversen en het filter vervangen ...................................42
5.5 Brandstofsysteem ................................................................................43
5.6 Luchtfilter motor ...................................................................................45
5.7 De klepspelingen controleren en afstellen ..........................................46
5.8 Koelsysteem motor ..............................................................................47
5.9 Bewaking van de mechanische oliedruk .............................................48
5.10 Afstrijkbalken .......................................................................................49
5.11 Watersproeibalken ..............................................................................50
5.12 Vereisten voor hydraulische olie .........................................................51
5.13 Peil van hydraulische olie ....................................................................52
5.14 Hydraulische vloeistof en filter vervangen ...........................................53
5.15 Richtingshendel bijstellen ....................................................................54
5.16 De machine afspuiten onder hoge druk ..............................................56
5.17 De machine opslaan ............................................................................56
6 Storingen 57
7 Technische gegevens 58
7.1 Motor ...................................................................................................58
7.2 Wals ....................................................................................................59
7.3 Smering ...............................................................................................59
7.4 Geluids-en vibratiemetingen ................................................................60
8Schema 61
8.1 Hydraulisch schema ............................................................................61
8.2 Hydraulische schema-onderdelen .......................................................62
8.3 Hydraulisch diagram ............................................................................63
8.4 Hydraulische grafiekonderelen ............................................................64
8.5 RD 7H ES—Elektrische schema's ......................................................65
8.6 RD 7H-ES—Componenten elektrische schema’s ...............................66
RD 7 Informatie inzake veiligheid
wc_si000115nl.fm 9
1 Informatie inzake veiligheid
1.1 Signaalwoorden
Deze handleiding bevat verwijzingen naar GEVAAR, WAARSCHUWING,
VOORZICHTIG, LET OP en N.B. die nageleefd moeten worden om het
gevaar voor lichamelijk letsel, schade aan de uitrusting of verkeerde
bediening te verlagen.
LET OP: indien gebruikt zonder het veiligheidwaarschuwingssymbool,
geeft LET OP een situatie aan die, indien niet vermeden,
eigendomsschade tot gevolg kan hebben.
N.B.: duidt op aanvullende informatie die belangrijk voor een procedure is.
Dit is het symbool dat een gevaar voor de veiligheid aanduidt. Het wordt gebruikt
om u op mogelijk gevaar van lichamelijk letsel attent te maken.
f Volg alle veiligheidsberichten op die na dit symbool worden weergegeven.
GEVAAR
GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal
resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
f Volg alle veiligheidsberichten na dit signaalwoord op om dodelijk of ernstig
letsel door dit soort gevaar te voorkomen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden
wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
f Volg alle veiligheidsberichten na dit signaalwoord op om mogelijk dodelijk of
ernstig letsel door dit soort gevaar te voorkomen.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt,
zal resulteren in licht of matig letsel.
f Volg alle veiligheidsberichten na dit signaalwoord op om mogelijk licht of
middelzwaar letsel door dit soort gevaar te voorkomen.
Informatie inzake veiligheid RD 7
10 wc_si000115nl.fm
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik
Deze machine is een wals met begeleider en dubbele cilindervibratie.
De Wacker Neuson-verdichter bestaat uit een bovenframe waaraan
een dieselmotor, een hydraulische tank, een watertank en een
hydrostatisch aandrijfsysteem zijn gemonteerd, en een onderframe
dat twee stalen cilinders, een bekrachtigingsdynamo en een hendel
ondersteunt. De motor drijft het hydraulische systeem voor de
verplaatsing van de machine en cilindervibratie aan. De vibrerende
cilinders effenen en compacteren het werkoppervlak tijdens de
verplaatsing van de machine. De operator regelt de snelheid en
richting van de machine met de hendel.
De machine is bedoeld om zand, gravel, grond en asfalt te compacteren
op wegen, stoepen, bruggen en parkeerterreinen.
Deze machine is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het hierboven
beschreven beoogde gebruik. De machine voor enig ander doel
gebruiken kan de machine blijvend beschadigen of de operator of
andere personen in het gebied ernstig letsel berokkenen. Door misbruik
veroorzaakte machineschade wordt niet door de garantie gedekt.
Een paar voorbeelden van onjuist gebruik:
De machine gebruiken als ladder, ondersteuning of werkoppervlak
De machine gebruiken voor het dragen of vervoeren van passagiers
of apparatuur
De machine gebruiken voor het slepen van andere machines
De machine gebruiken om andere vloeistoffen dan water te sproeien
(d.w.z. dieselbrandstof op asfalt)
De machine buiten de fabrieksspecificaties gebruiken
De machine bedienen op een manier die in strijd is met alle
waarschuwingen die op de machine zijn aangebracht en in
de Gebruikershandleiding worden vermeld.
Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens de laatste
wereldwijde veiligheidsnormen. Hij is zorgvuldig geconstrueerd om
gevaren voor zover praktisch te elimineren en de veiligheid voor de
operator te verhogen door middel van beveiligingsmiddelen en het
aanbrengen van labels. Na het nemen van beschermingsmaatregelen
kunnen er echter enige risico's blijven bestaan. Deze worden
residuele risico's genoemd. Op deze machine kan dit blootstelling
omvatten aan:
Hitte, lawaai, uitlaatgassen en koolmonoxide uit de motor
Brandwonden veroorzaakt door hete, hydraulische vloeistof
Brandgevaar door onjuist bijtanken
Brandstof en daaruit vrijkomende dampen
Persoonlijk letsel door onjuiste hef-of bedieningstechnieken
RD 7 Informatie inzake veiligheid
wc_si000115nl.fm 11
Om uzelf en anderen te beschermen moet u ervoor zorgen dat u de
in deze handleiding geboden veiligheidsinformatie grondig leest en
begrijpt, voordat u de machine gaat gebruiken.
1.3 Veilige bediening
Vertrouwdheid en een goede opleiding zijn nodig voor de veilige
bediening van de machine. Machines die niet op de juiste wijze of door
niet-opgeleid personeel worden bediend, kunnen gevaarlijk zijn. Lees
de bedieningsaanwijzingen in deze handleiding en in de handleiding
van de motor en maak u vertrouwd met de plaats en het juiste gebruik
van alle bedieningselementen. Onervaren gebruikers dienen
onderricht te krijgen van iemand die vertrouwd is met de machine
voordat ze de machine mogen bedienen.
Kwalificaties van de operator
Alleen getraind personeel mag de machine starten, gebruiken en
afsluiten. Zij moeten tevens aan de volgende kwalificaties voldoen:
Instructies hebben gekregen over het juiste gebruik van de machine;
Vertrouwd zijn met de vereiste veiligheidsapparaten.
Tot de machine mag geen toegang worden verleend aan, en hij mag
niet worden bediend door:
Kinderen;
Personen die alcohol of drugs hebben gebruikt.
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voor extra
opleiding.
Persoonlijke beschermende uitrusting
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting tijdens het
gebruik van deze machine:
Strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
Veiligheidsbril met zijbescherming;
Gehoorbescherming;
Schoeisel met veiligheidspunten.
1.3.1 Gebruik de machine ALTIJD met beide voeten op de grond. Sta, zit of rijd NIET
op de machine wanneer deze in gebruik is.
1.3.2 Bedien de machine altijd met alle veiligheidsvoorzieningen en beschermingen
op hun plaats en bedrijfsklaar. Aan veiligheidsvoorzieningen geen
veranderingen aanbrengen of ze uitschakelen. Bedien de machine niet als
enige veiligheidsvoorziening of bescherming ontbreekt of niet bedrijfsklaar is.
WAARSCHUWING
Informatie inzake veiligheid RD 7
12 wc_si000115nl.fm
1.3.3 Controleer ALTIJD onmiddellijk na het opstarten of alle bedieningselementen
goed functioneren! Gebruik de machine ALLEEN als alle
bedieningselementen correct functioneren.
1.3.4 Blijf ALTIJD opmerkzaam voor wijzigingen in de oppervlaktegesteldheid en
wees extra voorzichtig bij het werken op ongelijke bodem, op heuvels of op
zacht of ruw materiaal. De machine zou onverwacht kunnen schuiven of
wegglijden.
1.3.5 Wees ALTIJD voorzichtig bij het werken dichtbij de randen van kuilen,
greppels of platformen. Controleer of het bodemoppervlak wel degelijk stabiel
genoeg is om het gewicht van de machine te dragen en of er geen gevaar is
dat de wals zou gaan glijden, omvallen of kantelen.
1.3.6 Zorg dat u zich ALTIJD op een veilige afstand bevindt bij het bedienen van de
machine in achteruit of op heuvels. Laat genoeg ruimte tussen uzelf en de
machine, zodat u niet in een gevaarlijke positie terechtkomt wanneer de
machine zou afglijden of kantelen.
1.3.7 Zorg ervoor dat alle andere personen zich op een veilige afstand van de
machine bevinden. Stop de machine indien er iemand in het werkgebied van
de machine komt.
1.3.8 Wees u TE ALLEN TIJDE van bewegende onderdelen bewust en houd de
handen, voeten en losse kleding weg van de bewegende onderdelen van de
machine.
1.3.9 Blijf ALTIJD opmerkzaam voor wijzigingen in de toestand en beweging van
andere apparatuur en personeel op de werklocatie.
1.3.10 Tijdens het gebruik van de machine mag geen mobiele telefoon worden
gebruikt of sms-berichten worden verstuurd.
1.3.11 Stel de wals niet bloot aan schokken door van stoepranden of een truck of
trailer af te rijden.
1.3.12 Gebruik de machine NOOIT als de brandstofdop los is of ontbreekt.
1.3.13 Gebruik de machine alleen met goedgekeurde accessoires en hulpstukken.
1.3.14 Transporteer de machine niet wanneer deze draait.
1.3.15 Laat nooit de machine draaiend zonder toezicht achter.
1.3.16 Gebruik geen accessoires of hulpstukken die Wacker Neuson niet aanbeveelt.
Schade aan de machine en letsel aan de gebruiker kunnen daar het gevolg
van zijn.
1.3.17 Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of onmiddellijk
nadat deze is uitgeschakeld. Deze onderdelen worden heet en kunnen
brandwonden veroorzaken.
1.3.18 Bedien geen machines waaraan onderhoud of reparatie moet worden
uitgevoerd.
1.3.19 Voer ALTIJD periodiek onderhoud uit zoals aanbevolen in de
Gebruikershandleiding.
1.3.20 De machine, wanneer niet in gebruik, op de juiste wijze opbergen. De machine
dient op een schone, droge plaats, buiten het bereik van kinderen te worden
opgeborgen.
RD 7 Informatie inzake veiligheid
wc_si000115nl.fm 13
1.4 Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren
Veilige bediening
Bij draaiende motor:
Houd het gebied rondom de uitlaatpijp vrij van brandbare materialen.
Controleer de brandstofleidingen en de brandstoftank op lekken en
scheuren alvorens de motor te starten. Laat de machine niet draaien
als er brandstoflekken zijn of als de brandstofleidingen los zitten.
Bij draaiende motor:
Verwijder niet het luchtfilterdeksel, papierelement of voorfilter.
Niet roken bij het bedienen van de machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of
onmiddellijk nadat deze is uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet als de brandstoftankdop los is of ontbreekt.
Start de motor niet als er brandstof is gemorst of er brandstof ruikbaar
is. Verwijder de machine uit de buurt van de gemorste brandstof. Veeg
de machine schoon en droog voordat u deze opnieuw start.
Veiligheid tijdens bijtanken
Wanneer u de motor bijtankt:
Ruim alle gemorste brandstof onmiddellijk op.
Vul brandstoftank in een goed geventileerde ruimte.
Zet na het vullen de dop terug op de brandstoftank.
•Niet roken.
Vul nooit de brandstoftank van een hete of draaiende machine.
Tank de motor niet bij in de buurt van vonken of open vuur.
Tank niet bij als de machine in een truck staat die is voorzien van een
kunststof binnenafwerking. De brandstof of brandstofdampen
kunnen door statische elektriciteit ontbranden.
WAARSCHUWING
Voor verbrandingsmotoren gelden speciale risico's tijdens gebruik en bij het vullen van de
brandstoftank. Het niet naleven van waarschuwings-en veiligheidsrichtlijnen kan leiden tot
ernstig of fataal letsel.
f Lees de waarschuwingsinstructies in de handleiding van de motor en de
onderstaande veiligheidsrichtlijnen en volg ze op.
GEVAAR
Uitlaatgas uit de motor bevat koolmonoxide, een dodelijk gas. Blootstelling aan
koolmonoxide kan u in een paar minuten doden.
f Gebruik de machine NOOIT in een afgesloten ruimte (zoals een tunnel), tenzij
er voldoende ventilatie is voorzien met bijvoorbeeld uitlaatventilatoren of slangen.
Informatie inzake veiligheid RD 7
14 wc_si000115nl.fm
1.5 Veilig onderhoud
Een slecht onderhouden machine kan een gevaar voor de veiligheid
vormen! Periodiek onderhoud en incidentele reparaties zijn nodig
opdat de machine gedurende een lange tijdsperiode veilig en naar
behoren werkt.
Persoonlijke beschermende uitrusting
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting wanneer u
de machine repareert of onderhoudt:
Strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
Veiligheidsbril met zijbescherming;
Gehoorbescherming;
Schoeisel met veiligheidspunten.
Respecteer bovendien de volgende punten wanneer u de machine
repareert of onderhoudt:
Lang haar naar achteren samenbinden.
Alle sieraden verwijderen (inclusief ringen).
1.5.1 Controleer ALTIJD alle externe sluitingen met regelmatige tussenpozen.
1.5.2 Breng geen veranderingen aan de machine aan zonder uitdrukkelijke
schriftelijke goedkeuring van de fabrikant.
1.5.3 Probeer een draaiende machine niet te reinigen of er onderhoud aan uit te
voeren. Draaiende onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
1.5.4 Gebruik geen benzine of andere soorten brandstof of brandbare
oplosmiddelen om onderdelen te reinigen, in het bijzonder in besloten ruimten.
Dampen van brandstoffen en oplosmiddelen kunnen ontploffen.
1.5.5 Voor bepaalde onderhoudsprocedures is het noodzakelijk de accu van de
machine los te koppelen. Om het risico van persoonlijk letsel te verkleinen,
dient u de onderhoudprocedures te lezen en te hebben begrepen alvorens
onderhoud aan de machine uit te voeren.
1.5.6 Zorg er ALTIJD voor dat stroppen, kettingen, haken, laadbruggen, krikken en
andere soorten hefinrichtingen stevig zijn vastgemaakt en voldoende
gewichtdraagkracht hebben om de machine veilig op te heffen of vast te
houden. Wees u altijd bewust van waar andere mensen in de omgeving zich
bevinden wanneer de machine wordt opgetild.
1.5.7 Zet de motor ALTIJD uit voordat u onderhoud uitvoert aan de machine. Als de
motor een elektrische starter heeft, koppelt u de negatieve pool op de accu los
voordat u de machine repareert.
1.5.8 Houd de ruimte rondom de uitlaat vrij van afval zoals bladeren, papier, karton
enz. Een hete uitlaat kan het afval ontsteken en brand veroorzaken.
1.5.9 Kantel de machine niet om deze te reinigen of om andere redenen.
WAARSCHUWING
RD 7 Informatie inzake veiligheid
wc_si000115nl.fm 15
1.5.10 Open GEEN hydraulische leidingen of koppel GEEN hydraulische
verbindingen los, terwijl de motor loopt! Hydraulische vloeistof onder druk kan
door de huid dringen, brandwonden veroorzaken, blind maken of andere
mogelijke gevaren opleveren. Plaats alle bedieningselementen in neutraal en
schakel de motor uit vooraleer hydraulische leidingen los te koppelen.
1.5.11 Vloeistoflekken uit smalle openingen zijn vaak praktisch onzichtbaar.
Controleer NIET op lekken met blote handen. Controleer op lekken met behulp
van een stuk karton of hout.
1.5.12 Zorg er altijd voor dat de verbindingen weer op de juiste fitting worden
aangesloten. Als u dat niet doet, kunt u schade aan de machine en/of letsel
aan personen op of in de buurt van de machine veroorzaken.
1.5.13 Alle afstellingen en reparaties MOETEN klaar zijn voordat de machine gebruikt
wordt. Gebruik de machine niet als deze een bekend probleem of gebrek
heeft. Alle reparaties en afstellingen dienen door een bevoegde monteur te
worden uitgevoerd.
1.5.14 Zorg er vóór het opstarten van de machine voor dat al het gereedschap van de
machine verwijderd is en dat vervangingsonderdelen en regelapparatuur
stevig vastzitten.
1.5.15 Wanneer er onderdelen moeten worden vervangen, moet u altijd
vervangingsonderdelen van Wacker Neuson gebruiken of onderdelen die in alle
opzichten identiek zijn aan het origineel (afmetingen, type, sterkte, materiaal
enz.).
1.5.16 Houd de machine schoon en de etiketten leesbaar. Vervang alle ontbrekende en
moeilijk te lezen etiketten. Etiketten geven belangrijke bedieningsaanwijzingen
en waarschuwen voor gevaren en risico's.
1.5.17 Vervang na reparaties en onderhoudswerkzaamheden ALTIJD de
veiligheidsvoorzieningen en beveiligingen
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 16
2 Etiketten
2.1 Plaats van labels
SR
E
P
O
L
M
H
G
M
B, F, U
A
S
C
T
J
K
D
L
Q
V
N
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 17
2.2 Betekenis van de labels
Op Wacker Neuson-machines zijn waar nodig labels met
internationale symbolen aangebracht. Deze labels worden hieronder
beschreven:
A
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar.
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor
voldoende ventilatie is gezorgd, zoals
bijvoorbeeld door middel van
uitlaatventilators of -slangen.
Lees de Gebruikershandleiding. Geen
vonken, vlammen of brandende voorwerpen
in de buurt van de machine. Vóór het bijtan-
ken de motor stoppen.
B
WAARSCHUWING!
Heet oppervlak
C
WAARSCHUWING!
Lees en begrijp de bijgeleverde
bedienerhandleiding vooraleer deze machine te
bedienen. Indien u dit niet doet, stijgt het gevaar
voor verwonding van uzelf of anderen.
D
WAARSCHUWING!
Draag oorbeschermers bij het bedienen van
deze machine, om gehoorverlies te voorkomen.
0178715
STOP
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 18
E
Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
F
VOORZICHTIG!
Uitsluitend schone, gefilterde dieselbrandstof
gebruiken.
G
De bedieningshandleiding moet bij de machine
opgeborgen worden. Een extra
bedieningshandleiding kan worden besteld bij
de plaatselijke distributeur van Wacker Neuson.
H
Waterregelklep
J
Trillingsbeheer AAN / UIT
K
Geen hefpunt.
E L M A N U A L D E O P E R A C I O N D E B E
S E R R E T E N I D O E N L A M A Q U I N A .
C O N T A C T E A S U D I S T R I B U I D O R
W A C K E R M A S C E R C A N O P
A R A
P E D I R U N E J E M P L A R
A D I C I O N A L .
L A N O T I C E D ' E M P L O I D O I T
E T R E M U N I E S U R L A M A C H I N E .
C O N T A C T E R L E D I S T R I
B U T E U R
W A C K E R L E P L U S P R O C H E
P O U R C O M M A N D E R U N
E X E M P L A I R E S U P P L E M E N T A I R E .
1 1 5 0 9 6
O P E R A T O R ' S M A N U A L M U S T B E
S T O R E D O N M A C H I N E .
R E P L A C E M E N T O P E R A T O R ' S
M A N U A L C A N B E O R D E R E D
T H R O U G H Y O U R
L O C A L W A C K E R
D I S T R I B U T O R .
D I E B E T R I E B S V O R S C H R I F T M U S S
A N D E R M A S C H I N E A U F B E W A H R T
W E R D E N . Z U R B E S T E L L U
N G V O N
E R S A T Z B Ü C H E R N W E N D E N S I E
S I C H B I T T E A N I H R E N
Ö R T L I C H E N W A C K E R H Ä N D L E R .
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 19
L
LET OP
Hijspunt
M
Vastsjorpunt
N
Aftappen van motorolie.
O
Vullen van het hydraulische oliereservoir
P
Afvoer hydraulische olie.
Q
Contactsleutel, starten motor:
Uit
Aan
Start
R
Deze machine wordt mogelijk beschermd door
een of meer van de volgende octrooien.
178709
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 20
S
Een naamplaatje met het modelnummer,
artikelnummer, revisie- en serienummer is aan
elk apparaat bevestigd. Maak een aantekening
van de informatie op dit plaatje zodat u dit bij de
hand hebt als het naamplaatje verloren raakt of
beschadigd wordt. Als u onderdelen bestelt of
onderhoudsinformatie vraagt, wordt u altijd gev-
raagd om het model, artikelnummer, revisie-
nummer en serienummer van het apparaat op
te geven.
T
Controleer het oliepeil van de motor.
Gebruik SAE 10W30.
Controleer het brandstofpeil.
Parkeerrem inschakelen.
Trilling uitzetten.
Motorsmoorklep uittrekken.
RD 7 Etiketten
wc_si000398nl.fm 21
Decompressiehendel omhoog trekken.
Slinger aanbrengen.
Slinger 5 x naar links draaien.
Slinger verwijderen.
Parkeerrem losmaken.
U
Alleen brandstof met laag of ultralaag
zwavelgehalte
V
Parkeerrem
RD 7 Hijsen en transporteren
wc_tx001349nl.fm 22
3 Hijsen en transporteren
Hijsen
Bevestig een hijsstrop of ketting aan het hijsoog
(a)
. Gebruik
daarvoor een geschikte haak of schakel. Elk hijsapparaat moet een
capaciteit hebben van ten minste 650 kg.
Gebruik alleen stalen kabels of kettingen voor het takelen. De kabel
of ketting moet een gespecificeerde hijscapaciteit hebben van
650 kg. Gebruik geen geïmproviseerde kabels of kettingen.
LET OP: Hijs de machine nooit op aan een ander onderdeel van de
wals. Dit kan zware schade veroorzaken.
Niet onder de machine staan, of erop klimmen, wanneer ze wordt
omhoog getakeld of verplaatst.
Transporteren
Voordat u de machine transporteert:
Plaats blokken voor en achter elke cilinder.
Gebruik de voorste en achterste bevestigingslocaties
(c)
om de
machine op de trailer te bevestigen.
Zet de hijshendel
(b)
rechtop.
LET OP: bevestig de machine uitsluitend aan de bevestigingslocaties.
Gebruik geen enkel ander onderdeel van de wals om de machine te
bevestigen. Dit kan zware schade veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verplettering en beschadiging van de machine De machine kan vallen
wanneer een onjuiste hijstechniek wordt gebruikt.
f Respecteer de onderstaande veiligheidsrichtlijnen wanneer u de machine
ophijst en transporteert.
c
Bediening RD 7
23 wc_tx000294nl.fm
4Bediening
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik
Om uw machine klaar te maken voor het eerste gebruik:
4.1.1 Zorg ervoor dat alle losse verpakkingsmaterialen van de machine
zijn verwijderd.
4.1.2 Controleer de machine en de onderdelen ervan op schade. Indien er
zichtbare schade aanwezig is, mag de machine niet worden gebruikt!
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer voor hulp.
4.1.3 Doe een inventaris van alle bij de machine behorende items en verifieer
dat alle losse onderdelen en bevestigingsmiddelen aanwezig zijn.
4.1.4 Maak alle samenstellende onderdelen vast die nog niet bevestigd zijn.
4.1.5 Voeg zoals benodigd vloeistoffen toe, inclusief brandstof, motorolie en
accuzuur.
4.1.6 Plaats de machine op de werklocatie.
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 24
4.2 Locaties voor bediening en onderhoud
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Vergrendelpen van hendel 15 Krukgeleiderhuls
2 Bevestigingslocatie 16 Brandstoftankvuldop
3 Afstrijkbalk (4 in totaal) 17 Bovendeksel
4 Waterregelklep 18 Hydraulische tank (onder voordeksel)
5 Schokdemper (4 in totaal) 19 Vulpoort van hydraulisch reservoir
(onder bovenklep)
6 Parkeerrem 20 Kijkglas van hydraulische tanks
(via gleuven)
7 Kussenblok voor teruggaande
beweging
21 Brandstoftank
8 Vooruit -/achteruithendel 22 Voordeksel
9 Bedieningshendel van dynamo 23 Hefoog
10 Watertankvuldop 24 Houder voor bedieningshandleiding.
11 Opslaglocatie voor kruk 25 Watertank
12 Gashendel 26 Accu
13 Luchtfilterlampje 27 Contactslot
14 Oliepeilstok 28 Alarm
Bediening RD 7
25 wc_tx000294nl.fm
4.3 Positie van de operator
Veilig en efficiënt gebruik van deze machine is de verantwoordelijkheid
van de operator. Volledige controle van de machine is niet mogelijk
tenzij de operator de juiste werkpositie te allen tijde handhaaft.
Tijdens de bediening van deze machine moet de operator:
Vooruit kijkend achter de machine staan of lopen met de hendel
direct voor zich
De hendel met één hand vasthouden
De regelhendels met de andere hand activeren
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 26
4.4 De machine bijtanken
Vereisten
De machine is uitgeschakeld
De motor is koel
De machine/brandstoftank staat recht
Nieuwe, schone brandstofvoorraad
Procedure
Voer de volgende procedure uit om de machine bij te tanken.
4.4.1 Haal de brandstofdop eraf.
4.4.2 Vul de brandstoftank totdat de brandstofpeilmeter aangeeft dat de
tank vol is.
4.4.3 Zet de dop er weer op.
Resultaat
De procedure voor het bijtanken van de machine is nu voltooid.
WAARSCHUWING
Brandgevaar. De brandstof en brandstofdampendampen zijn uiterst ontvlambaar.
Brandende brandstof kan ernstige brandwonden veroorzaken.
f Houd alle ontstekingsbronnen tijdens het bijtanken bij de machine weg.
f De brandstoftank nooit bijvullen als de machine op een vrachtwagen met plastic
trailerbekleding staat. Statische elektriciteit kan de brandstof of brand-
stofdampen doen ontbranden.
f Alleen bijtanken als de machine zich buiten bevindt.
f Gemorste brandstof onmiddellijk verwijderen.
VOORZICHTIG
Brandgevaar en gevaarlijk voor de gezondheid Bij verwarming zet de brandstof uit.
Brandstof die zich uitzet in een te vol gevulde tank kan morsen en lekken tot gevolg
hebben.
f De brandstoftank niet te vol bijtanken.
Bediening RD 7
27 wc_tx000294nl.fm
4.5 Vóór het starten
Controleer het volgende alvorens de machine te starten:
Motoroliepeil
Onderhoudsverklikker van luchtfilter
Brandstofpeil
Hydraulische vloeistofpeil
Niveau watertank
4.6 Gashendel van motor
Zie illustratie: wc_gr001338
De gashendel van de motor (c) wordt naar buiten getrokken om de
motor te starten. Druk de rubber knop (c1) met uw duim naar binnen
terwijl u de hendel naar buiten trekt. De hendel blijft in elke gewenste
stand staan en kan nauwkeurig worden afgesteld dor de hendel naar
binnen of buiten te draaien.
Als u de motor wilt stoppen, duwt u de gashendel volledig naar binnen
door met de hiel van uw hand op de rubber knop te drukken.
c
c1
a
b
d
wc_gr001338
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 28
4.7 De machine starten (RD 7H, RD 7H-S)
Zie illustratie: wc_gr001338, wc_gr001339, wc_gr001340
4.7.1 Controleer dat de bekrachtigingsdynamo (a) in de UIT positie staat.
4.7.2 Trek de gashendel (c) omhoog om de motorklep te openen.
4.7.3 Draai aan de decompressiehendel (f) totdat de stop (f1) is bereikt. In
die stand hoort u het automatische decompressiesysteem aanslaan.
4.7.4 Plaats de kruk (d) in de geleiderhuls (b).
4.7.5 Draai de kruk vijfmaal rond om voldoende druk op te bouwen om de
motor te laten ontsteken.
4.7.6 Ga naast de motor staan, met uw gezicht naar de achterzijde van de
machine (e) en pak de buisvormige hendel met beide handen vast.
Ga niet in een andere positie staan. Er kan ernstig letsel ontstaan als
de motor terugstoot.
4.7.7 Draai langzaam aan de hendel totdat de pal in het rad grijpt. Vergroot
daarna de draaikracht om snelheid op te bouwen.
N.B.: de hoogste snelheid moet worden bereikt wanneer de
decompressiehendel (f) terugkeert naar de stand (f0).
4.7.8 Zodra de motor is gestart, trekt u de starthendel uit de geleiderhuls.
U moet de buisvormige hendel stevig vasthouden om te allen tijde het
contact te handhaven tussen de starthendel en de motor. Handhaaf de
draaikracht tijdens de volledige procedure om de motor met de hand
te starten.
N.B.: als de motor tijdens het starten terugstoot omdat de krukhendel
niet stevig genoeg is rondgedraaid, verbreekt de korte draaibeweging
in tegengestelde richting bij de hendelbuis de koppeling tussen de kruk
en de aandrijfnok.
4.7.9 Als de motor na het terugstoten in tegengestelde richting begint te
draaien (er komt rook uit het luchtfilter), laat u de kruk onmiddellijk los
en stopt u de motor.
4.7.10 Voordat u de motor opnieuw start, wacht u totdat deze tot stilstand is
gekomen. Herhaal vervolgens de startprocedures.
4.7.11 Laat de motor een paar minuten opwarmen voordat u de machine
begint te gebruiken.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
wc_gr001339
e
f0
f1
g
f
wc_gr001340
Bediening RD 7
29 wc_tx000294nl.fm
4.8 De motor starten (RD 7H-ES)
Zie illustratie: wc_gr001529
4.8.1 Controleer dat de bekrachtigingsdynamo (a) in de UIT positie staat.
4.8.2 Trek de gashendel (b) omhoog om de motorklep te openen.
4.8.3 Draai aan de ontstekingsschakelaar (c) om de motor te starten.
Wanneer de sleutel in de AAN positie is, zal een alarm afgaan. Het
alarm herinnert eraan om de sleutel naar de UIT positie te draaien
wanneer de machine niet in gebruik is. Indien dit niet gebeurt zal dit
een lege batterij tot gevolg hebben.
N.B.: Het alarm zal stoppen wanneer de juiste oliedruk wordt bereikt.
Probeer de motor niet langer te starten dan 15 seconden achter elkaar.
Langere startpogingen zouden de startmotor kunnen beschadigen.
4.8.4 Laat de motor enkele minuten opwarmen alvorens de machine
te gebruiken.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 30
4.9 Starten bij koud weer (RD 7H, RD 7H-S)
Zie illustratie: wc_gr001338, wc_gr001339, wc_gr001340
Als het kouder is dan circa -5°C, moet u de motor altijd omzetten om
te zorgen dat deze vrij draait.
4.9.1 Controleer of de schakelaar van de bekrachtigingsdynamo (a) op
UIT staat.
4.9.2 Trek de gashendel (c) omhoog om de motorklep te openen.
4.9.3 Zet de decompressiehendel (f) ongeveer halverwege f0 en f1.
4.9.4 Plaats de kruk (d) in de geleiderhuls (b).
4.9.5 Draai de kruk tienmaal rond om voldoende druk op te bouwen om de
motor te laten ontsteken.
4.9.6 Reinig het gebied rond de klep van het meetapparaat (g), en
Verwijder de klep
Voeg smeerolie toe totdat de bovenste rand is bereikt
Druk stevig op de klep.
4.9.7 Start de motor zoals gewoonlijk. Zie het gedeelte De machine starten.
c
c1
a
b
d
wc_gr001338
wc_gr001339
e
f0
f1
g
f
wc_gr001340
Bediening RD 7
31 wc_tx000294nl.fm
4.10 Motortoerental
Laat de machine tijdens het gebruik op volle motorsnelheid draaien.
Hierdoor draait de bekrachtiger op volle snelheid, wat zorgt voor de
beste compactering.
4.11 De machine stoppen
Zie illustratie: wc_gr001529
4.11.1 Zet de schakelaar van de bekrachtigingsdynamo (a) op UIT.
4.11.2 Sluit de waterregelklep.
4.11.3 Duw de gashendel (b) naar de laagste stand om de motor te stoppen.
4.11.4 Bij machines met een elektrische starter draait u de motorschakelaar
(c) naar UIT.
4.11.5 Schakel de parkeerrem in.
4.11.6 Reinig de afstrijkbalken voordat u de machine wegbergt.
LET OP: mocht de snelheid van de motor ooit oncontroleerbaar
worden en niet op de gashendel reageren, kunt u de motor stoppen
door te trekken aan de decompressiehendel (die heet kan aanvoelen).
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 32
4.12 Richting en snelheid regelen
Zie illustratie: wc_gr001341
De reisrichting en snelheid worden geregeld met de beweegbare
trekker (a), die zich binnen de hendel bevindt. Om vooruit te rijden
duwt u de hendel vanuit de neutrale stand van uzelf weg, om achteruit
te rijden naar uzelf toe.
Houd beide handen op de hendel wanneer u de machine gebruikt. De
hendel kan tijdens het gebruik snel draaien en letsel veroorzaken.
U past de snelheid aan door de trekker te verplaatsen. Hoe verder u
de trekker in een van beide richtingen duwt, hoe sneller de wals in die
richting rijdt.
Als de koppeling met de richtingshendel verloren gaar terwijl de
machine rijdt, kan de wals „weglopen” en letsel veroorzaken. Als dit
gebeurt, moet u op de gasklep (b1) drukken om de motor te stoppen.
4.13 Bekrachtigingsdynamo
De bekrachtigingsdynamo zorgt voor de vibratie en kan worden
gebruikt voor samenhangende grondsoorten met veel klei, en voor
losse grondsoorten en grind.
LET OP: laat de machine NIET met ingeschakelde vibratie rijden over
harde oppervlakken zoals beton of gecompacteerd asfalt. Hierdoor
kunnen de trommellagers beschadigd raken.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
b1
a
wc_gr001341
Bediening RD 7
33 wc_tx000294nl.fm
4.14 Kussenblok voor teruggaande beweging
Zie illustratie: wc_gr001342
Een kussenblok voor teruggaande beweging (a) is achter het
bedieningspaneel gemonteerd op het achterste gedeelte van de
machine. Het kussenblok werkt alleen bij achteruit rijden.
Als de machine achteruit tegen een obstakel rijdt of de bediener
erachter bekneld raakt, wordt het kussenblok naar voren geduwd en
stopt de machine. De machine kan alleen voorwaarts rijden wanneer
de hendel wordt teruggezet in de neutrale stand.
4.15 Motorkruk
Zie illustratie: wc_gr001345
De motorkruk heeft een terugstootdemper om de operator tegen letsel
te beschermen wanneer de motor terugstoot. De korte draaibeweging
in tegengestelde richting ter hoogte van de hendelbuis (a) verbreekt de
koppeling tussen de kruk (b) en de aandrijfnok (c).
STOP
wc_gr001342
a
wc_gr001345
ab
c
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 34
4.16 Parkeerrem
Zie illustratie: wc_gr001343
De parkeerrem wordt gebruikt om te zorgen dat de machine zich niet
verplaatst wanneer deze niet in gebruik is. Hiermee worden de
lasstops op de trommel geactiveerd. Daardoor is een kleine
verplaatsing mogelijk voordat de rem vastgrijpt en de machine stopt.
De parkeerrem vrijzetten:
Draai de hendel (a) 90° rechtsom en breng deze tot rust in een ondiepe
nok.
De parkeerrem vastzetten:
Draai de hendel (a) 90° linksom en zet deze in de diepe nok.
LET OP: de parkeerrem is ontworpen om de machine stil te kunnen
laten staan op een helling met uitgeschakelde motor. Rijd niet met de
machine wanneer de parkeerrem is vastgezet. De rem kan buigen en
de machine beschadigen.
4.17 Bewateringssysteem
Zie illustratie: wc_gr001344
De RD 7 is uitgerust met een waterregelklep waarmee de wals nat of
droog kan worden gebruikt, en een sproeisysteem om het water
gelijkmatig over de cilinders te verdelen. Het water wordt met
zwaartekracht naar de sproeiers gevoerd wanneer de regelklep OPEN
(horizontaal) staat (a).
wc_gr001343
a
a
wc_gr001344
Bediening RD 7
35 wc_tx000294nl.fm
4.18 Stabiliteit van de machine
Oppervlakteomstandigheden
Let tijdens het gebruik van de machine op veranderingen in het
werkoppervlak. Pas de snelheid en rijrichting zo nodig aan om de
veiligheid te handhaven.
De stabiliteit en tractie van de machine kunnen ernstig worden
verminderd wanneer u werkt op ongelijkmatig of ruw terrein,
rotsachtige grond of natte of onsamenhangende oppervlakken.
De machine kan plotseling kantelen, wegzinken of vallen wanneer
u een oppervlak oprijdt dat pas met verse aarde is gevuld.
Rijsnelheid
Een snel rijdende machine loopt meer kans te kantelen of voorover te
vallen wanneer u een bocht maakt of van richting verandert.
Vertraag voordat u een bocht maakt.
Cilinderoverhang
De machine kan plotseling kantelen als meer dan de helft van de
cilinderbreedte uitsteekt over de rand van een verhoogd oppervlak.
Vertraag en houd de cilinderpositie goed in het oog wanneer u
langs de rand van een verhoogd oppervlak werkt.
Probeer zoveel mogelijk van de cilinder op het verhoogde
oppervlak te houden.
Vibreren op een gecompacteerd oppervlak
Als u het vibratiesysteem activeert op een volledig gecompacteerd
oppervlak, kunnen de cilinders terugstoten en tijdelijk het contact met
de grond verliezen. Als dit gebeurt terwijl de machine op een helling
staat, kan de machine gaan schuiven.
Als de cilinders terugstoten op het gecompacteerde oppervlak,
vertraagt u de vibratiesnelheid of stopt u het vibratiesysteem.
WAARSCHUWING
Pletgevaar. De stabiliteit van de machine kan nadelig worden beïnvloed op bepaalde
soorten werkterrein of door bepaalde bedieningspraktijken.
f
Volg de onderstaande instructies om de kans op ongelukken door kantelen of vallen
te verminderen.
RD 7 Bediening
wc_tx000294nl.fm 36
4.19 Werken op hellingen
Zie illustraties wc_gr001346, wc_gr001347
Bij werken met de machine op hellingen of heuvels, moet bijzonder
worden opgepast om het gevaar voor lichamelijk letsel of beschadiging
van de uitrusting te verminderen. Bedien de machine op hellingen altijd
van boven naar beneden in plaats van zijdelings. Voor een veilige
bediening van de machine en ter bescherming van de motor, zou
doorlopend gebruik beperkt moeten blijven tot hellingen van 22°
(40% helling) of minder.
Bedien de machine NOOIT zijdelings op hellingen. De machine kan
omrollen, zelfs op stabiele ondergrond.
4.20 Omrollen
Juiste bediening van de machine op heuvels zal omrollen voorkomen.
Lees en volg de instructies in „Veilige bediening” en „Werken op
hellingen”. Indien een machine toch zou omrollen, moet er voor
opgepast worden dat de motor niet wordt beschadigd. In deze positie
kan olie uit het motorcarter in de verbrandingskamer stromen, hetgeen
de motor de volgende keer dat hij gestart wordt, ernstig kan
beschadigen. Indien de machine op haar zijkant gerold is, zouden
onmiddellijk maatregelen moeten getroffen worden om ze weer
rechtop te zetten.
LET OP: Om schade aan de motor te voorkomen na omrollen van de
machine, mag deze NIET gestart worden EN moet ze nagezien
worden om eventuele olie te verwijderen die misschien in de
verbrandingskamers terecht is gekomen. Contacteer uw plaatselijke
Wacker Neuson-dealer voor instructies of reparaties.
WAARSCHUWING
22˚
40%
wc_gr001346
wc_gr001347
Bediening RD 7
37 wc_tx000294nl.fm
4.21 Procedure voor noodstops
In geval van een defect/storing of als er een ongeluk plaatsvindt
terwijl de machine in gebruik is, moet de onderstaande procedure
worden gevolgd:
4.21.1 Zet de motor af.
4.21.2 Sluit de brandstofklep.
4.21.3 Laat de machine afkoelen.
4.21.4 Neem contact op met het verhuurbedrijf of de eigenaar van de
machine voor nadere instructies.
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 38
5 Onderhoud
5.1 Onderhoudschema
In de volgende tabel worden de elementaire onderhoudstaken voor de
machine vermeld. Taken met een vinkje kunnen door de operator worden
uitgevoerd. Taken met een vierkantje vereisen een speciale training en
gespecialiseerd gereedschap.
Dagelijks
vóór
opstarten
Na
eerste
25 uren.*
Om de
250
uur
Om de
500
uur
Om de
1200
uur
Motoroliepeil controleren.
3
Onderhoudsverklikker van luchtfilter
controleren.
3
De waterafscheider controleren.
3
Peil van hydraulische olie controleren.
3
De afstrijkbalken schoonmaken.
3
Werking controleren van het kussenblok
dat de teruggaande beweging stopt en de
richting van de bedieningshendel.
3
Klepstoterspeling controleren.
Schroefverbindingen inspecteren.
3
Motorolie en filter vervangen.

Klepspelingen controleren en afstellen.
Koelsysteem reinigen.
Brandstoffilter vervangen.
Luchtfilter reinigen of vervangen.
Filter in retourleiding van hydraulisch
systeem vervangen.
Afstrijkbalken controleren en afstellen.
**Koppelingscomponenten controleren.
Accuaansluitingen (RD 7H-ES)
schoonmaken.
Hydraulische olie en filter vervangen.
*Voor nieuwe of gereviseerde motoren.
VOORZICHTIG: Cilinderkopsluitingen NIET aanspannen.
** Koppelingen meer frequent onderhouden in stoffige omgevingen. Smeren van koppelingen is
niet aanbevolen. Indien echter toch noodzakelijk, gebruik dan een droog smeermiddel dat geen
stof aantrekt.
Onderhoud RD 7
39 wc_tx000295nl.fm
5.2 Reserveonderdelen voor veiligheid
Overzicht
De machine is uitgerust met een kussenblok voor teruggaande
bewegingen om de veiligheid van de operator te verbeteren. Voor
uw gemak hebben we het volgende diagram en een lijst met
vervangingsonderdelen voor deze veiligheidsfunctie opgenomen.
Neem contact op met uw Wacker Neuson-dealer of ga naar
www.wackerneuson.com voor een volledige lijst reserveonderdelen
voor deze machine.
Diagram van bovenste handgreep
28
20
77
141
137
132
15
145
137
132
16
wc_gr007050
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 40
Onderdelenlijst voor bovenste handgreep
Ref. Onderdeelnr.
Hoeveel-
heid
Beschrijving
Afmetingen en
torsiemoment
15 0112307 1 Hendel
16 0155442 1 Stang
20 0112351 1 Veer
28 0155441 1 Schijf
77 0112391 2 Lager 20 x 20
132 0010367 4 Borgmoer M8
137 0010622 10 Platte sluitring B8,4
141 0011310 2 Zeskantige kopschroef M8 x 85
25 Nm
145 0011346 2 Zeskantige kopschroef M8 x 65
25 Nm
Onderhoud RD 7
41 wc_tx000295nl.fm
5.3 Motorolie controleren
Zie illustratie: wc_gr001348
Motoroliepeil
Stop de machine, schakel de motor uit en zet de parkeerrem vast.
Controleer het oliepeil terwijl de machine op een horizontaal
oppervlak staat.
5.3.1 Maak omgeving rond de peilstok schoon.
5.3.2 Controleer het oliepeil op de verlengde peilstok
(a)
. Vul de olie zo nodig bij tot
het merkteken „max”.
De motor kan heet zijn en brandwonden veroorzaken. Laat de motor
afkoelen voordat u tot onderhoud of reparaties overgaat.
WAARSCHUWING
a
wc_gr001348
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 42
5.4 De motorolie verversen en het filter vervangen
Zie illustratie: wc_gr001349
Voordat u de olie ververst:
5.4.1 Laat de machine draaien om de olie op te warmen.
5.4.2 Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
5.4.3 Zet alle bedieningselementen op neutraal, stop de motor, zet de parkeerrem
vast en laat de motor en vloeistoffen afkoelen.
Kans op brandwonden. Raak de motorolie niet aan terwijl u de motor
aftapt. Hete olie kan brandwonden veroorzaken.
N.B.: Met het oog op de bescherming van het milieu dient een stuk
plastic en een bak onder de machine te worden geplaatst om alle
weglopende vloeistof in op te vangen. Voer die vloeistof af in
overeenstemming met de voorschriften ter bescherming van het
milieu.
5.4.4 Schroef de olieaftapplug los en laat de olie weglopen in een bak van 1–1,5 liter.
5.4.5 Reinig de olieaftapplug en breng er een nieuwe afdichting op aan.
5.4.6 Breng de aftapplug opnieuw aan.
5.4.7 Schroef de vuldop van het oliefilterhuis los. Controleer de staat van de O-ring
(a)
op de vuldop en vervang de ring als deze beschadigd is.
5.4.8 Verwijder het gebruikte filterelement. Breng een nieuw filterelement aan met
het merkteken „TOP” naar boven.
5.4.9 Vul de motorolie bij tot het merkteken „MAX” op de peilstok (ongeveer 1,1–1,2
liter).
5.4.10 Bevochtig de O-ring en de schroefdraad van de vulplug met hittebestendig vet
(verkrijgbaar bij uw Hatz-dealer). Breng de vulplug vervolgens opnieuw aan.
5.4.11 Laat de motor twee minuten draaien. Schakel de motor uit en controleer het
motoroliepeil opnieuw. Voeg zo nodig motorolie toe.
5.4.12 Zorg dat er geen olie voorbij de vuldop lekt.
VOORZICHTIG
wc_gr001349
a
Onderhoud RD 7
43 wc_tx000295nl.fm
5.5 Brandstofsysteem
Zie illustratie: wc_gr001351
Waterafscheider van brandstoftank
De regelmaat waarmee u de waterafscheider moet controleren, hangt
af van de hoeveelheid water in de brandstof. Gewoonlijk doet u dit
eenmaal per week.
Stop de machine, schakel de motor uit en zet de parkeerrem vast.
5.5.1 Verwijder het deksel van de wals om toegang te verkrijgen tot de
waterafscheider van de brandstoftank.
5.5.2 Draai de zeskantige schroef
(a)
los totdat deze met niet meer dan twee
schroefdraden vastzit.
5.5.3 Vang de naar buiten komende waterdruppels op in een transparante bak.
N.B.: omdat water een grotere specifieke zwaarte heeft dan
dieselbrandstof, komt het water eerst naar buiten. De twee vloeistoffen
zijn volgens een duidelijke lijn van elkaar gescheiden.
5.5.4 Als er alleen dieselbrandstof naar buiten komt, draait u de zeskantige schroef
opnieuw aan.
LET OP: dieselbrandstof tast schokbrekers aan. Verwijder gemorste
brandstof onmiddellijk.
Het brandstoffilter vervangen
De frequentie van filteronderhoud hangt af van de zuiverheid van de
gebruikte dieselbrandstof. Als uw brandstof vuil is, moet u het
onderhoud om de 250 uur uitvoeren.
Stop de machine, schakel de motor uit en zet de parkeerrem vast.
Ontploffingsgevaar. Dieselbrandstof is ontvlambaar en moet met de
nodige voorzichtigheid worden behandeld. Rook niet in de buurt van
de machine. Vermijd vonken en open vuur.
5.5.5 Verwijder het deksel van de wals om toegang te verkrijgen tot het
brandstoffilter.
WAARSCHUWING
De meeste verwerkte olie bevat kleine hoeveelheden materiaal die kanker en
andere gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken bij inhalatie, ingestie of indien
lange tijd in contact met de huid gelaten.
f Onderneem stappen om inhalatie of ingestie van verwerkte motorolie te
voorkomen.
f Na blootstelling aan verwerkte motorolie moet de huid grondig worden
gewassen.
WAARSCHUWING
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 44
5.5.6 Plaats een geschikte bak onder het brandstoffilter om ontsnappende brandstof
op te vangen.
5.5.7 Sluit de brandstoftoevoerleiding.
5.5.8 Trek de brandstoftoevoerleiding
(b)
aan beide uiteinden los van de afscheider
van het brandstoffilter
(c)
. Breng vervolgens het nieuwe filter aan.
LET OP: houd het gebied schoon om te voorkomen dat er vuil in de
brandstofleidingen komt.
5.5.9 Zorg dat de pijl op het brandstoffilter wijst in de stroomrichting van de
brandstof.
5.5.10 Open de brandstoftoevoerleiding totdat de brandstof begint te stromen.
5.5.11 Laat de motor kort draaien om het brandstoffilter en de leidingen op lekken te
controleren.
a
b
c
wc_gr001351
Onderhoud RD 7
45 wc_tx000295nl.fm
5.6 Luchtfilter motor
Zie illustratie: wc_gr001352
De blokkeringsindicator van het luchtfilter controleren
5.6.1 Laat de motor kort op volle snelheid draaien. Als de rubber balg naar
binnen wordt getrokken en de groene zone (a) aan het zicht onttrekt,
reinigt of vervangt u het luchtfilter.
5.6.2 Bij stoffige gebruiksomstandigheden controleert u de rubber balg een paar
maal per dag.
Het luchtfilter van de motor reinigen of vervangen
De motor kan heet zijn en brandwonden veroorzaken. Laat de motor
afkoelen voordat u tot onderhoud of reparaties overgaat.
5.6.3 Draai de vleugelmoer
(b)
los en verwijder deze. Verwijder ook het deksel van
het luchtfilter
(c)
.
N.B.: de decompressiehendel komt ook los.
5.6.4 Trek de filterpatroon
(e)
naar buiten.
5.6.5 Controleer of de klepplaat
(f)
voor de blokkeringsindicator van het luchtfilter
schoon en in goede staat is.
Droog vuil uit de filterpatroon verwijderen
5.6.6 Blaas de filterpatroon van binnenuit schoon met een persluchtspuit.
5.6.7 Ga hiermee door totdat al het vuil is verwijderd.
LET OP: gebruik uitsluitend gefilterde, droge perslucht. Gebruik geen
luchtdruk van meer dan 5 bar (70 psi). Houd de spuitmond op 150 mm
van het element.
Vochtig of olieachtig vuil van het filter verwijderen
5.6.8 Vervang de filterpatroon.
LET OP: achterhaal altijd de oorzaak van de vochtige of olieachtige
vervuiling van een filterelement en neem de oorzaak weg.
De filterpatroon controleren
5.6.9 Houd het element omhoog tegen een lamp of schijn met een lamp door het
midden om de staat van de elementplooien
(g)
te controleren.
5.6.10 Controleer of het afdichtingsoppervlak
(d)
in goede staat verkeert.
LET OP: zelfs als het papieren filterelement of het afdichtingsoppervlak
maar licht beschadigd is, vervangt u de filterpatroon.
WAARSCHUWING
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 46
5.7 De klepspelingen controleren en afstellen
Zie illustratie: wc_gr001353
Zet de machine stil, activeer de parkeerrem en schakel de motor uit.
5.7.1 Zorg dat de compressiehendel op „0” staat. Zie het gedeelte De
machine starten.
5.7.2 Verwijder de cilinderkopbedekking en de pakking.
5.7.3 Zet de motor om in de normale draairichting totdat u compressie waarneemt.
5.7.4 Controleer met een voelmaat
(a)
de inlaatklepspeling tussen de tuimelaar en
de klepsteel.
5.7.5 Als de klepspeling onjuist is, draai u de zeskantige moer
(c)
los.
N.B.: zie het gedeelte Technische gegevens voor meer informatie over
klepspelingen.
5.7.6 Verdraai de stelschroef
(b)
met een schroevendraaier totdat de voelmaat
(a)
net met een lichte weerstand tussen de tuimelaar en de klepsteel kan worden
doorgetrokken nadat de moer
(c)
opnieuw is vastgedraaid.
5.7.7 Voer dezelfde bijstelling uit voor de uitlaatklep.
5.7.8 Plaats een nieuwe pakking onder de cilinderkopbedekking, breng de
cilinderkopbedekking opnieuw aan en draai de schroeven gelijkmatig vast.
5.7.9 Laat de motor kort draaien om te controleren of de cilinderkopbedekking niet
lekt.
a
b
c
wc_gr001353
a
b
c
d
e
f
g
wc_gr001352
Onderhoud RD 7
47 wc_tx000295nl.fm
5.8 Koelsysteem motor
Zie illustratie: wc_gr001354
Zet de machine stil, activeer de parkeerrem en schakel de motor uit.
Laat de motor afkoelen voordat u deze reinigt.
Droog vuil
5.8.1 Reinig alle lucht geleidende elementen en de volledige koelluchtzones
(a) op de cilinderkop en de cilinder en vliegwielschoepen zonder deze
te bevochtigen. Blaas ze droog met perslucht.
Vochtig of olieachtig vuil
5.8.2 Reinig het volledige gebied met een oplosmiddel of koud reinigingsmiddel
volgens de instructies van de fabrikant. Sproei vervolgens omlaag met een
hogedrukwaterstraal. Blaas ze droog met perslucht.
5.8.3 Spoor de bron op van de olielekken die het vettige vuil veroorzaken. Repareer
de lekken en vraag zo nodig om advies bij uw Hatz-dealer.
5.8.4 Laat na de reiniging de machine draaien om deze te drogen en roestvorming
te voorkomen.
a
a
a
wc_gr001354
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 48
5.9 Bewaking van de mechanische oliedruk
Zie illustratie: wc_gr002338
De bewaking van de mechanische oliedruk dient te worden geactiveerd:
Bij de eerste vulling of nadat de brandstoftank is leeggereden.
Als de motor automatisch is uitgeschakeld omdat de
smeerolievoorraad onvoldoende was.
Na ontgrendeling ervan door deze bij lage temperaturen te laten
draaien.
5.9.1 Voeg brandstof bij.
5.9.2 Controleer het peil van de motorolie.
5.9.3 Druk op de hefboom
(a)
om de oliedrukmonitor te activeren.
5.9.4 Zet alle verplaatste of verwijderde onderdelen weer in elkaar. Controleer of de
capsule-elementen een goede afdichting vormen.
N.B.: instructies om de mechanische oliedrukregeling te activeren
staan op het label (b) dat op de motor is aangebracht.
Zelfs bij bewaking van het oliepeil door de mechanische oliedruk, moet
dit om de 8 - 15 bedrijfsuren worden gecontroleerd.
VOORZICHTIG
Onderhoud RD 7
49 wc_tx000295nl.fm
5.10 Afstrijkbalken
Zie illustratie: wc_gr001355
Controleer de vier afstrijkbalken (a) op slijtage. Vervang de
afstrijkbalken zo nodig.
De afstrijkbalken reinigen
De afstrijkbalken moeten dagelijks na gebruik worden gereinigd of net
zo vaak als nodig is om afgezet vuil, modder en teer te verwijderen.
Gebruik zo nodig een hogedrukwaterstraal en een stevige borstel.
wc_gr001355
a
a
a
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 50
5.11 Watersproeibalken
Achtergrond
Als een sproeibalk verstopt of vuil is, wordt er mogelijk geen water op
de cilinders gesproeid. Als er merkbaar minder of geen water wordt
gesproeid terwijl er wel water in de tank zit, reinigt u de sproeibalken.
Procedure
Ga als volgt te werk om de sproeibalken te reinigen.
5.11.1 De sproeibalken (a) bevinden zich achter de cilinderafstrijkbalken.
5.11.2 Start de machine. Activeer het sproeisysteem en controleer of het
water vrij door elke sproeiopening (b) stroomt.
5.11.3 Als een van de sproeiopeningen is geblokkeerd, stopt u de machine
en verwijdert u de blokkering met een klein puntig voorwerp (bijv. een
rigide stuk draad).
5.11.4 Spoel de sproeibalken af met schoon water en droog ze met een
zachte, schone doek.
LET OP: De dop (c) en de fitting (d) kunnen niet worden verwijderd.
wc_gr007078
a
a
b
a
c
d
Onderhoud RD 7
51 wc_tx000295nl.fm
5.12 Vereisten voor hydraulische olie
Wacker Neuson raadt het gebruik aan van een premium-grade
hydraulische olie op aardoliebasis die niet-slijtend en niet-schuimend
is. Goede niet-slijtende oliën bevatten additieven om oxidatie te
verminderen, schuimen te voorkomen en een goede waterafscheiding
te waarborgen. Deze oliën bieden een superieure levensduur voor de
motor en pomp.
Zorg ervoor dat u anti-slijtage-eigenschappen specificeert bij de keuze
van hydraulische olie voor uw machine. Wacker Neuson biedt een
premium-grade hydraulische olie voor gebruik in deze machine.
Vermijd het door elkaar gebruiken van hydraulische oliën van
verschillende merken en kwaliteiten.
Olieviscositeit
De meeste hydraulische oliën zijn verkrijgbaar in verschillende
viscositeiten. Het SAE-nummer van een olie is uitsluitend bedoeld om
de viscositeit te identificeren. Het verschaft geen informatie over het
type olie (motor, hydraulisch, versnelling, etc.). Hoe hoger het SAE-
nummer, hoe dikker de olie.
Voor gewone toepassingen gebruikt u een niet-detergente, niet-slijtende
hydraulische olie met een viscositeitswaarde van SAE 10W30.
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 52
5.13 Peil van hydraulische olie
Zie illustratie: wc_gr001356
Een peilglas voor de hydraulische olie (a) bevindt zich op de
hydraulische tank en is zichtbaar via de sleuven in het bovendeksel.
Controleer het oliepeil terwijl de machine op een horizontaal oppervlak
staat. Het oliepeil moet zich bevinden in de buurt van het halfwegteken
op het kijkglas. Als het peil te laag is, verwijdert u het bovendeksel en
voegt u de vereiste hoeveelheid hydraulische olie toe.
Als er voortdurend hydraulische olie moet worden bijgevuld,
controleert u de slangen en aansluitingen op mogelijke lekken. Herstel
hydraulische lekken onmiddellijk, om schade te voorkomen aan de
hydraulische onderdelen.
a
wc_gr001356
Onderhoud RD 7
53 wc_tx000295nl.fm
5.14 Hydraulische vloeistof en filter vervangen
Zie illustratie: wc_gr001357
Stop de machine, schakel de motor uit en zet de parkeerrem vast. De
machine moet op een horizontaal oppervlak staan.
N.B.: zet in het belang van de milieubescherming een stuk plastic en
een opvangbak onder de machine om de afvloeiende vloeistof erin op
te vangen. Voer die vloeistof op gepaste wijze af.
5.14.1 Verwijder het bovendeksel van de wals.
5.14.2 Verwijder de aftapplug
(b)
van het uiteinde van de aftapslang die is bevestigd
aan de hydraulische tank.
5.14.3 Laat de hydraulische olie weglopen in een geschikte opvangbak.
5.14.4 Wanneer alle olie is afgetapt, plaatst u de aftapplug opnieuw in de slang en
brengt u deze stevig op zijn plaats aan.
5.14.5 Plaats een plastic zak rond het filter
(a)
om morsen van olie te voorkomen.
5.14.6 Schroef het oude hydraulische filter los.
5.14.7 Installeer het nieuwe hydraulische filter. Schroef het nieuwe hydraulische filter met
de hand vast. Zorg ervoor dat de schroefdraad niet vastloopt.
LET OP: gebruik alleen originele reserveonderdelen.
5.14.8 Draai het hydraulische filter vast met beide handen.
5.14.9 Vul de hydraulische tank met hydraulische olie totdat het peil halverwege het
kijkglas zichtbaar is.
5.14.10 Laat de motor kort draaien. Zet de motor vervolgens uit en controleer op
lekken.
5.14.11 Controleer het oliepeil in het kijkglas en voeg zo nodig olie toe.
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 54
5.15 Richtingshendel bijstellen
Zie illustratie: wc_gr003672
De vooruit-/achteruithendel moet een lange voorwaartse verplaatsing
en een korte achterwaartse verplaatsing hebben. Als de hendel slecht
is afgesteld, kunt u deze als volgt bijstellen:
5.15.1 Start de motor. Zet de vooruit-/achteruithendel op NEUTRAAL
(N)
. Controleer
of de machine niet langzaam wegkruipt. Als dat wel het geval is, draait u aan
de grote stelmoer
(4)
op het veerbelaste kabelcentreerapparaat
(5)
totdat de
machine niet langer wegkruipt.
5.15.2 Zet de motor af.
5.15.3 Zet de vooruit-/achteruithendel op volledig VOORWAARTS
(F)
. Controleer de
draaiing van de regelarm van de aandrijfpomp
(9)
. In de stand volledig
VOORWAARTS moet de regelarm van de aandrijfpomp zover mogelijk in de
aangegeven richting draaien.
Als de regelarm van de aandrijfpomp zover mogelijk draait, is
geen verdere bijstelling nodig.
Als de regelarm van de aandrijfpomp niet zover mogelijk kan
draaien, gaat u verder.
5.15.4 Maak het trekijzer
(1)
los van de as
(2)
.
5.15.5 Draai de as zodanig dat de regelarm van de aandrijfpomp zover mogelijk kan
draaien. Terwijl de vooruit-/achteruithendel op volledig VOORWAARTS staat,
stelt u het trekijzer en de borgmoer
(8)
zodanig bij dat de regelarm van de
aandrijfpomp in de volledig gedraaide stand staat. Breng het trekijzer opnieuw
aan in de as.
N.B.:
Als de bijstelling niet met het trekijzer alleen kan worden uitgevoerd, stelt
u de koppeling
(10)
bij.
5.15.6 Start de motor en controleer de stand NEUTRAAL van de regelarm.
Als de machine stationair blijft, is geen verdere aanpassing nodig.
Als de machine vooruit of achteruit wegkruipt, gaat u verder.
5.15.7 Zet de motor af.
5.15.8 Stel de moer
(4)
op het veerbelaste kabelcentreerapparaat zodanig bij dat de
machine stationair blijft wanneer de regelarm op NEUTRAAL staat. Start de
motor en controleer opnieuw of de machine zich verplaatst/wegkruipt. Er
kunnen verscheidene pogingen nodig zijn om de juiste positie te vinden. Draai
de moeren
(6)
los waarmee de kabel
(3)
aan de beugel
(7)
is bevestigd, en
verplaats de kabel zo nodig.
De maximaal toegestane achterwaartse rijsnelheid is 2 km/u. Stel de
richtingshendel niet zodanig bij dat de achterwaartse rijsnelheid groter is dan
2 km/u.
VOORZICHTIG
Onderhoud RD 7
55 wc_tx000295nl.fm
RD 7 Onderhoud
wc_tx000295nl.fm 56
5.16 De machine afspuiten onder hoge druk
Bij het afspuiten van de machine onder hoge druk, mag u geen
bijtende chemische middelen gebruiken en moet u altijd een matige
waterdruk aanhouden (35–70 MPa [500–1000 psi]).
Vermijd rechtstreekse druk op de volgende componenten:
Motor
Hydraulisch
Watertank/Plastic onderdelen
Slangleidingen
Etiketten
5.17 De machine opslaan
Doe het volgende als de machine langer dan 30 dagen moet worden
opgeslagen:
Tap de brandstoftank en de watertank af.
Open de waterklep en tap het water af uit het sproeisysteem.
Ververs de olie.
Reinig de hele wals en het motorcompartiment.
Verwijder het vuil van de koelvinnen van de motor.
Dek de wasls af en zet hem in een droge, beschermde ruimte.
Verwijder de dieselinjectoren en breng een beetje olie aan in de
motorcilinders.
Haal de accu uit de machine en laad hem periodiek op (RD 7H-ES).
Storingen RD 7
57 wc_tx001855nl.fm
6 Storingen
.
Probleem / Symptoom Oorzaak / Oplossing
Motor start niet Brandsfoftank leeg.
Verkeerde soort brandstof.
Oude brandstof. Tank aftappen, brandstoffilter
vervangen en met verse brandstof vullen.
Brandstofsysteem niet geïnjecteerd.
Brandstoffilter belemmerd of verstoft. Filter vervangen.
Klepspeling controleren/afstellen.
Geen oliedruk. Motoroliepeil controleren./Mechanische
oliedrukmonitor activeren.
Luchtreinigerelement verstopt.
Decompressie-apparaat controleren/afstellen.
Accuaansluitingen los of verroest. Accu leeg (RD 7H-
ES).
Startmotor defect (RD 7H-ES).
Elektrische aansluitingen los of verbroken (RD 7H-ES).
Contactsleutel defect (RD 7H-ES).
Motor stopt vanzelf Brandsfoftank leeg.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofleidingen gebroken of los.
Geen trilling Klep beschadigd.
Bekrachtiger beschadigd.
Motorkoppeling van de bekrachtiger beschadigd of
stuk.
Bekrachtigermotor beschadigd.
Pomp beschadigd.
Geen beweging of bewaging
in maar één richting
Regelkabel los of stuk.
Aandrijfmotor beschadigd.
Aandrijfpomp beschadigd.
Defecte ontluchtklep of -kleppen
RD 7 Technische gegevens
wc_td000115nl.fm 58
7 Technische gegevens
7.1 Motor
Motorvermogen
Nettovermogen volgens ISO 3046/1-IFN. Het feitelijke
vermogensrendement kan vanwege de specifieke
gebruikscondities variëren.
Artikelnr.
RD 7H RD 7H-ES RD 7H-S
Motor
Motortype Eén cilinder, 4-takt, luchtgekoeld, dieselmotor
Motormerk Hatz
Motormodel 1D42S
Max. nominaal vermogen
bij nominaal toerental
kW
6,1 bij 2600 tpm
Bedrijfssnelheid tpm 2600
Klepspeling (koud)
inlaat:
uitlaat:
mm 0,10
0,20–0,25
Accu V 12 VDC
Luchtfilter type Droog geplooid papieren element
Smering van motor
kwaliteit
van olie
10W30 SG, SF/CC, CD
Inhoud oliesysteem l 1,2
Brandstof type Nr. 2 diesel
Alleen brandstof met laag of ultralaag zwavelgehalte
Brandstoftankinhoud l 5,0
Brandstofverbruik
l/uur.
1,63
Artikelnr.
RD 7-RAW
Accu V 12 VDC
Luchtfilter type Droog geplooid papieren element
Brandstof type Nr. 2 diesel
Brandstoftankinhoud l 5,0
Brandstofverbruik
l/uur.
1,67
RD 7 Technische gegevens
wc_td000115nl.fm 59
7.2 Wals
7.3 Smering
Artikelnr.
RD 7H RD 7H-ES
RD 7H-S
RD 7-RAW
Wals
Totale afmetingen -
hendel omhoog (l x b x h)
mm
1225 x 700 x 2215
Totale afmetingen -
hendel omlaag (l x b x h)
mm
2630 x 700 x 1165
Bedrijfsgewicht
kg
810 830 810
Oppervlaktecapaciteit
m
2
/hr.
2613
Snelheid vooruit (max)
km/h
0-4,0
Snelheid achteruit (max)
km/h
0-2,0
Trillingsfrequentie
Hz (vpm)
55 (3300)
Smering van hydraulisch
systeem
type
Hydraulische olie SAE 10W30*
Capaciteit van hydraulisch
systeem
l
30
Hellingscapaciteit met trilling
%
25
Hellingscapaciteit zonder
trilling
%
40
*Zie „Vereisten voor hydraulische olie”
Artikelnr.
RD 7
Smering
Hydraulisch systeem
type
l
Super anti-slijtage hydraulische vloeistof 10W30
21,6
Bekrachtigingsdynamo
type
Mobil XHP222
Aandrijflager
achtertrommel
type
hoeveelhei
Mobil XHP222
2-3 keer pompen met een handbediend
Aandrijflager voortrommel
type
Gesloten lagers—geen smering nodig
RD 7 Technische gegevens
wc_td000115nl.fm 60
7.4 Geluids-en vibratiemetingen
De vereiste geluidsspecificatie, paragraaf 1.7.4.f van 89/392/EEG
Machinerichtlijn, is:
het geluiddrukniveau op locatie van gebruiker (L
pA
) = 95 dB(A)
het gegarandeerde geluidsvermogensniveau (L
WA
) = 108 dB(A).
Deze geluidswaarden zijn gemeten volgens ISO 3744 voor het
geluidssterkteniveau (L
WA
) en ISO 11204 voor het geluidsdrukniveau
(L
pA
) op de bestuurderslocatie.
De gewogen effectieve versnellingswaarde, bepaald conform
ISO8662 deel 1, is bij benadering:
Handen = 9,66 m/s
2
.
De geluids-en vibratiemetingen zijn verkregen bij gebruik van de
machine op hard asfalt bij het maximale toerental en op topsnelheid.
HAV-onzekerheden
Via de hand doorgegeven vibratie is gemeten volgens ISO 5349-1.
Deze meting heeft een onzekerheid van 1,5 m/sec
2
per EN500-4:2001.
RD 7 Technische gegevens
wc_td000115nl.fm 61
Opmerkingen:
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 62
8Schema
8.1 Hydraulisch schema
7
16
6
8
10
11
13
200 bar
2900 psi
12
100 bar
1450 psi
5
4
1
206 bar
3000 psi
2
15
14
3
P
10 micron
wc_gr003636
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 63
8.2 Hydraulische schema-onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Ontlastklep bekrachtiger 9 Aanvoerpomp
2 Regelklep bekrachtiger 10 Pomp bekrachtiger
3 Motor bekrachtiger 11 Aandrijfpomp
4 Aandrijfmotor achter 12 Ontlastklep vuldruk
5 Aandrijfmotor voor 13 Ontlastkleppen interne
aandrijfpomp
6 Retourfilter 14 Overdrachtsblok
7 Zuigfilter 15 Spruitstuk
8 Pompsamenstel 16 Tank
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 64
8.3 Hydraulisch diagram
wc_gr003637
15
2
8
11
(9)
(12)
1
10
6
7
16
3
14
4
5
13
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 65
8.4 Hydraulische grafiekonderelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Ontlastklep bekrachtiger 9 Aanvoerpomp
2 Regelklep bekrachtiger 10 Pomp bekrachtiger
3 Motor bekrachtiger 11 Aandrijfpomp
4 Aandrijfmotor achter 12 Ontlastklep vuldruk
5 Aandrijfmotor voor 13 Ontlastkleppen interne
aandrijfpomp
6 Retourfilter 14 Overdrachtsblok
7 Zuigfilter 15 Spruitstuk
8 Pompsamenstel 16 Tank
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 66
8.5 RD 7H ES—Elektrische schema's
wc_gr003663
123456
213456
4
1
3
Br
P
B
R
0
8
RD 7 Schema
wc_tx001856nl.fm 67
8.6 RD 7H-ES—Componenten elektrische schema’s
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Sleutelschakelaar 5 Startmotor
2 15 Amp zekering 6 Regelaar
3 Wisselstroomdynamo 7 Alarm
4 Accu 8 Oliedrukschakelaar
Farvetabel
B Zwart R Rood Y Geel Or Oranje
G Groen T Beige Br Bruin Pr Paars
L Blauw V Violet Cl Transparant Sh Schild
P Roze W Wit Gr Grijs LL Lichtblauw
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, D-80809 München, Tel.: +49-(0)89-3 54 02-0 Fax: +49 - (0)89-3 54 02-390
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Ave., Menomonee Falls, WI 53051
Tel. : (262) 255-0500 Fax: (262) 255-0550 Tel.: (800) 770-0957
Wacker Neuson Limited - Room 1701–03 & 1717–20, 17/F. Tower 1, Grand Century Place, 193 Prince Edward Road West, Mongkok, Kowloon, Hongkong.
Tel: (852) 3605 5360, Fax: (852) 2758 0032
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70

Wacker Neuson RD7H-ES Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor