13
NEDERLANDS
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees voor ingebruikname van de warmtestraler
eerst alle instructies door. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing ter referentie.
1. Monteer de warmtestraler op een plaats waar
de warmtestraler en het trekkoord
ontoegankelijk zijn voor kinderen.
2. Gebruik de warmtestraler niet buiten.
3. De warmtestraler mag uitsluitend horizontaal
aan de muur worden gemonteerd en mag niet
als plafondverwarming of anders dan
horizontaal aan de muur worden gemonteerd
(afb. 2). Bevestig de warmtestraler alleen op
hittebestendige oppervlakken, nooit op
oppervlakken van hout, kunststof of andere
brandbare materialen. De minimale afstanden
ten opzichte van het plafond, de vloer en de
muren moeten zoals weergegeven in afb. 1
worden aangehouden. Neem de warmtestraler
niet in gebruik als deze nog niet is gemonteerd
of nog niet correct horizontaal aan de muur is
gemonteerd.
4. Bij montage in de badkamer moet de
warmtestraler op een plaats worden
gemonteerd waar het apparaat voor personen
onder de douche of in bad ontoegankelijk is.
Een veiligheidsafstand van minimaal 60 cm ten
opzichte van natte cellen als douches,
wastafels, badkuipen enz. moet worden
aangehouden. Houd bovendien een afstand
van 120 cm ten opzichte van vaste
waterbronnen aan. De warmtestraler mag in
geen enkel geval in de zones 0, 1 of 2 worden
geïnstalleerd, zie afb. 3.
5. De lokale veiligheidsbepalingen van het
betreffende land moeten bij de montage
worden nageleefd.
6. De warmtestraler is voorzien van een
zwenkinstallatie van 45°. Zorg ervoor dat de
grenswaarden worden aangehouden en dat
een voldoende grote afstand van minimaal
100 cm ten opzichte van alle licht ontvlambare
materialen zoals meubels, kussens,
beddengoed, papier, kleding, gordijnen enz. in
dit stralingsgebied wordt aangehouden.
7. Personen moeten een minimale afstand van
100 cm ten opzichte van de warmtestraler
aanhouden. Let op: de warmtestraler wordt
tijdens gebruik heet.
8. Rol de kabel helemaal uit. Een niet volledig
uitgerolde kabel resp. uitgetrokken kabel kan
tot oververhitting leiden en brand veroorzaken.
De kabel mag de warmtestraler niet aanraken.
De kabel mag niet boven en
niet onder het
zwenkbare verwarmingselement worden
geplaatst.
9. Gebruik geen verlangsnoeren of een traploze
snelheidsregelaar. Dit kan tot oververhitting,
brand of elektrische schok leiden.
10. Sluit de warmtestraler alleen op een eenfasig,
geaard stopcontact aan en houdt u daarbij aan
de op het typeplaatje vermelde netspanning.
11. Trek altijd de stekker uit het stopcontact als de
warmtestraler niet gebruikt wordt of wordt
bewogen, aangeraakt of gereinigd. Trek niet
aan de kabel als u de stekker uit het
stopcontact trekt. Laat de warmtestraler
minimaal 15 minuten afkoelen, voordat u hem
aanraakt, beweegt of reinigt.
12. Gebruik de warmtestraler niet in de buurt van
licht ontvlambare gassen of stoffen, zoals
oplosmiddel, lak, plak enz. De warmtestraler
mag niet in ruimten met brandbare vloeren
worden gebruikt, zoals hout, PVC enz.
13. Voordat u de warmtestraler in gebruik neemt,
moet u de transportverpakking van de
verwarmingsstaven verwijderen.
14. Gebruik de warmtestraler niet in voertuigen
(zoals bouwwagens, liften, campers, auto’s,
cabines) en soortgelijke, gesloten ruimten.
15. Houd de warmtestraler schoon. Zorg ervoor
dat er geen voorwerpen in de warmtestraler
komen en controleer dit. Dek de warmtestraler
niet af. Dit kan tot oververhitting, brand of een
elektrische schok leiden.
16. Dompel de warmtestraler niet onder in water
of andere vloeistoffen en giet geen water of
andere vloeistoffen over of in de warmtestraler.
17. Reinig de warmtestraler regelmatig en volg
hierbij de reinigingsinstructies.
18. Wanneer de stroomkabel (4) van de
warmtestraler beschadigd is, moet deze
door een door de fabrikant goedgekeurd
servicebedrijf worden gerepareerd, omdat
hiervoor speciaal gereedschap nodig is. De
kabel moet van een gummilaag voorzien zijn,
type H05-RRF, en een minimale diameter van
3 x 0,75 mm
2
hebben.
19. Gebruik de warmtestraler niet als deze
beschadigd is, beschadigingen zou kunnen
vertonen of niet goed werkt. Trek de stekker uit
het stopcontact.
14
NEDERLANDS
CONSTRUCTIE
1
Beveiligde verwarmingsstaaf
2 Display schakeltrap
3 Schakelaar met trekkoord
4 Stroomkabel met stekker
5 Controle-eenheid
6 Afdekking controle-eenheid
EERSTE INGEBRUIKNAME
1.
Lees voor ingebruikname van de warmtestraler
eerst alle instructies door.
2. Pak de warmtestraler en de stroomkabel uit,
verwijder al het verpakkingsmateriaal volgens
de milieubepalingen.
WANDMONTAGE
1.
Schakel via de zekeringenkast de stroom in
de ruimte uit waar u de warmtestraler wilt
monteren.
2. Schroef de kruiskopschroef boven in de
afdekking (6) los en verwijder de afdekking (6)
van de controle-eenheid (5) (afb. 4). Verwijder
vervolgens de schijf met de schakeltrappen
van de schakeleenheid.
3. De warmtestraler kan met de controle-eenheid
(5) aan de rechter kant of naar wens met de
controle-eenheid (5) aan de linker kant aan de
muur worden gemonteerd (afb. 5). Afhankelijk
van de kant waar de controle-eenheid moet
zitten, boort u drie gaten met een diameter van
5 mm in de muur. Houdt u hierbij aan de
afstanden zoals weergegeven in afb. 6 of
gebruik de controle-eenheid (5) of de
meegeleverde sjabloon om de positie van de
gaten met een stift op de muur te markeren
(afb. 7).
4. Plaats de drie meegeleverde pluggen in de
drie boorgaten. Houd de controle-eenheid (5)
aan de boorgaten en geleid de stroomkabel
zijdelings door de halfronde opening van de
controle-eenheid, zodat de kabel naar
beneden hangt.
5. Bevestig de warmtestraler met de drie
meegeleverde schroeven horizontaal aan de
muur (afb. 8). Gebruik hiervoor een
schroevendraaier of een accuboor met een
lengte van minimaal 9 cm. Zorg ervoor dat
tijdens de montage geen kabels losraken of
beschadigd worden.
6. Zorg ervoor dat het trekkoord door de geleiding
rechts respectievelijk links (afhankelijk van of
de controle-eenheid rechts of links wordt
gemonteerd) naast de schakeleenheid en door
de gleuf onder de geleiding door de behuizing
van de controle-eenheid naar buiten wordt
geleid (afb. 9).
7. Plaats de schijf met de schakeltrappen weer
terug op de schakeleenheid (afb. 10) en plaats
de afdekking (6) weer op de controle-eenheid
(5). Schroef de afdekking vast met behulp van
de kruiskopschroef. Controleer of de
warmtestraler veilig aan de muur is bevestigd
en niet omlaag kan vallen.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
1.
Zorg ervoor dat de schakelaar (3) in positie 0
(UIT) staat. Steek de stekker in het
stopcontact.
Raak de stroomkabel niet met
natte handen aan.
2. Zorg ervoor dat de warmtestraler niet is
afgedekt en dat er geen voorwerpen in de
straler zitten.
3. Zwenk de warmtestraler in de gewenste hoek
(afb. 11). Zorg ervoor dat de warmtestraler
uitgeschakeld is en gedurende minimaal 15 is
afgekoeld, voordat u het apparaat aanraakt en
zwenkt.
4. Stel de warmtestraler met het trekkoord in op
positie I (AAN). Het verwarmingsniveau I wordt
in de display weergegeven.
5. Wanneer u de warmtestraler niet meer
gebruikt, stelt u de warmtestraler via het
trekkoord in op positie 0 (UIT) en trekt u de
stekker uit het stopcontact.
REINIGING EN OPSLAG
Reiniging
1.
Wij raden u aan om de warmtestraler minimaal
één keer per maand te reinigen.
2. Stel de warmtestraler in op positie 0 (UIT), trek
de stekker uit het stopcontact en laat de
warmtestraler minimaal 15 minuten afkoelen.
3. Reinig de buitenkant van de warmtestraler
alleen met een zacht, droog doek. Gebruik
geen water of andere schoonmaakmiddelen.