Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ON te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
18 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen
een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUD
GEAVANCEERDE BEDIENING
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
GEAVANCEERDE BEDIENING.......................52
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4
SYSTEEMINSTELLINGEN ...............................53
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 5
VOORBEREIDINGEN
LUIDSPREKER SETUP ..................................... 13
AANSLUITINGEN .............................................. 18
Voor u componenten gaat aansluiten....................... 18
Aansluiten van videocomponenten.......................... 19
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 22
Aansluiten van de antennes ..................................... 24
Aansluiten van het netsnoer..................................... 25
Instelling luidsprekerimpedantie ............................. 26
Inschakelen van de stroom....................................... 26
Inleiding................................................................... 27
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 27
Beginnen van de setup ............................................. 28
Bevestigen van de resultaten ................................... 30
BASISBEDIENING
Basisbediening......................................................... 33
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 34
Aanvullende mogelijkheden .................................... 35
Selecteren van audio ingangsfuncties...................... 40
AFSTEMMEN ...................................................... 41
OPNEMEN............................................................ 48
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor film/video bronnen ......................................... 49
Voor muziekmateriaal ............................................. 51
Zone 2/Zone 3 aansluitingen ................................... 83
Bediening van Zone 2/Zone 3 via het voorpaneel ....... 84
Bediening van Zone 2/Zone 3 met de
afstandsbediening ................................................ 85
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET
VOORPANEEL.................................................87
Geavanceerd setup menu ......................................... 87
Voorpaneel display systeem opties menu................ 88
GEBRUIKEN i.LINK ...........................................92
Wat is i.LINK? ........................................................ 92
Aansluiten van i.LINK componenten ...................... 92
Basisbediening i.LINK ............................................ 93
Veranderen van i.LINK Select parameters.............. 93
i.LINK displaymeldingen ........................................ 95
GEBRUIKEN HDMI ............................................96
Wat is HDMI? ......................................................... 96
Aansluiten van HDMI componenten ....................... 97
Basisbediening HDMI ............................................. 98
Veranderen van HDMI parameters.......................... 98
AANVULLENDE INFORMATIE
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ............................................100
Wat is een geluidsveld? ......................................... 100
Veranderen van instellingen .................................. 100
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.......................................101
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .....................106
WOORDENLIJST ..............................................111
Audioformaten....................................................... 111
Geluidsveldprogramma’s....................................... 112
Audio informatie.................................................... 112
Videosignaal informatie ........................................ 114
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN ........................................ 49
ZONE 2/ZONE 3 ...................................................83
AANVULLENDE
INFORMATIE
Automatisch en handmatig afstemmen.................... 41
Zenders voorprogrammeren..................................... 42
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 44
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 44
Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 45
Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 45
De PTY SEEK functie ............................................. 46
De EON functie ....................................................... 47
Bedieningstoetsen .................................................... 71
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 72
Overnemen van functies van andere
afstandsbedieningen (Leerfunctie) ...................... 74
Veranderen van de namen van signaalbronnen
in het uitleesvenster ............................................. 76
Gebruiken van de Macro functie ............................. 77
Wissen van ingestelde functies................................ 79
Wissen van individuele functies .............................. 80
Bedienen van andere componenten ......................... 82
GEAVANCEERDE
BEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 33
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................71
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
AUTO SETUP....................................................... 27
Veranderen van instellingen .................................... 55
Input Select .............................................................. 56
Manual Setup (Sound) ............................................. 59
Manual Setup (Basic) .............................................. 62
Manual Setup (Option) ............................................ 67
System Memory....................................................... 70
BASISBEDIENING
Opstelling van de luidsprekers................................. 13
Luidspreker-aansluitingen ....................................... 15
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 52
VOORBEREIDINGEN
Voorpaneel................................................................. 5
Afstandsbediening ..................................................... 7
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening.............................. 9
Gebruiken van de afstandsbedieningen ..................... 9
Display voorpaneel .................................................. 10
Achterpaneel ............................................................ 12
INLEIDING
INLEIDING
PARAMETRISCHE EQUALIZER
INFORMATIE ................................................115
TECHNISCHE GEGEVENS.............................116
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Overige kenmerken
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω)
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
◆ YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer voor automatische instelling van uw
luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ GUI (graphische gebruikersinterface) menusysteem
waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw
audio/videosysteem
◆ Mogelijkheid om de taal voor het GUI menusysteem te
kiezen (Engels, Japans, Frans of Duits)
◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Beknopte meldfunctie
◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge, DSD, PCM en multikanaals
PCM bronnen
◆ S-Video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Videosignaal conversie (composiet video ↔
S-Video → component video) mogelijk voor de
monitor uitgang
◆ i.LINK interface voor direct digitaal overbrengen van
digitale audiosignalen
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of highdefinition video en multikanaals digitale audio
◆ Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie
◆ Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste
installatie
◆ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor eventuele
Zone 2/Zone 3 componenten die zijn aangesloten op dit
toestel
Kenmerken geluidsveld
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
◆ THX Select2
◆ SRS CS (alleen modellen voor de V.S.)
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6
decoder, DTS 96/24
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic /
Dolby Pro Logic x decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (bewerken
voorkeuzezenders)
◆ HD Radio™ ontvangst van digitale radio-uitzendingen
(alleen modellen voor de V.S.)
◆ Radio Data System ontvangstmogelijkheden
(alleen modellen voor Europa en het V.K.)
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
“i.LINK” en het “i.LINK” logo
Corporation.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
zijn handelsmerken van Sony
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
2
Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk
gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden.
VAN START
VAN START
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SELECT
STANDBY
POWER
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
POWER
SELECT
TUNER
CD
STANDBY
CD-R
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
TV INPUT
Batterijen (4)
(AAA, LR03)
VCR 1
CBL/SAT MD/TAPE
DVR/VCR2
Batterijen (2)
(AAA, R03)
DVD
MUTE
PRESET
TOP
TV
DTV
EXIT
TITLE
MENU
BAND
PRG SELECT
+
PURE DIRECT
PRESET/CH
VOLUME
–
NIGHT
A/B/C/D/E
AUDIO
ENTER
MUTE
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
PRG SELECT
DISPLAY
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
ID1 ID2
9
0
FREQ/TEXT
EON
ZONE 2 ZONE 3
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Netsnoer
AM ringantenne
(alleen modellen
voor de V.S.)
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
AM ringantenne
(modellen voor Canada,
Azië, China, Korea,
Australië, het V.K., Europa
en algemene modellen)
Optimalisatie-microfoon
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(alleen bij modellen voor het V.K.)
FM binnenantenne
(modellen voor de V.S.,
Canada, China, Korea, Azië
en algemene modellen)
FM binnenantenne
(modellen voor Australië,
het V.K. en Europa)
Nederlands
3
VAN START
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen over batterijen
• Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of
dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als
klein chemisch afval.
■ Afstandsbediening
■ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
2
2
1
1
3
3
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het batterijvak, in overeenstemming
met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
1
2
3 4
5
6 7
8 9 0 A
B C D
INLEIDING
Voorpaneel
E
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
STANDBY
/ON
VCR 1
TUNER
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
F
OPTIMIZER
MIC
G H
PHONES
I
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u alleen het hoofdtoestel aan of uit (standby).
Wanneer u het hoofdtoestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden
duren voor het hoofdtoestel geluid kan reproduceren.
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een
heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• U kunt het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd
inschakelen of uit (standby) zetten met de afstandsbediening.
Zie bladzijde 86 voor details.
2 INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken.
3 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI,
COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven
wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer
van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
VIDEO/AUX
J
KL M
N
6 PRESET/TUNING l / h
Hiermee stelt u één van de voorkeuzezenders 1 t/m 8 in
wanneer het toestel op de tuner staat en er op het display op het
voorpaneel naast de radioband een dubbele punt (:) te zien is.
U stemt hiermee af op de gewenste frequentie wanneer het toestel
op de tuner staat en de dubbele punt (:) niet getoond wordt.
Zie de bladzijden 41 t/m 44 voor details.
7 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
8 PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h
omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en
zelf afstemmen wanneer het toestel op de tuner staat
(zie de bladzijden 41 t/m 44).
9 FM/AM
Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM)
wanneer het toestel op de tuner staat (zie bladzijde 41).
0 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Slaat een zender op in het geheugen wanneer het toestel
op de tuner staat. Houd deze toets tenminste 3 seconden
ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen (zie de bladzijden 42 t/m 43).
5 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m
E) wanneer het toestel op de tuner (radio) staat (zie bladzijde 44).
A TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (“AUTO” indicator aan) en handmatig afstemmen
(“AUTO” indicator uit) wanneer het toestel op de tuner staat.
5
Nederlands
4 MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT
signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
B STRAIGHT/EFFECT
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT
is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of
multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
C Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbedieningen.
D TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen
regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen
(zie bladzijde 35).
E PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit. Licht op indien ingeschakeld (zie bladzijde 38).
F REC OUT/ZONE 2
Hiermee selecteert u de bron waarvan u de signalen naar
de audio/videorecorder en ZONE 2 wilt sturen, ongeacht
de signaalbron waarnaar u luistert of kijkt in de
hoofdruimte. In de SOURCE/REMOTE stand zal de
signaalbron via alle uitgangen worden gereproduceerd. De
signaalbron voor Zone 2 en de bron waarvan wordt
opgenomen zijn altijd identitiek.
L ZONE CONTROL
Druk hierop om de signaalbron te bedienen of het
volumeniveau voor de geselecteerde zone in te stellen
(hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3) (zie bladzijde 84). Nadat
u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator
voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer
5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
M PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met
TONE CONTROL).
N VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau.
■ Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
G OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor
gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 27).
H SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op
het achterpaneel aan of uit.
I
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u kunt
luisteren met een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de
PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter voorkanalen.
J VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de
signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
K ZONE ON/OFF
MAIN
Hiermee zet u het hoofdtoestel aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
ZONE 2
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
ZONE 3
Hiermee zet u Zone 3 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
6
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het
klepje te openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
1
2
3
SYSTEM
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
4
SELECT
AMP
5
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
6
TV INPUT
EXIT
TITLE
MENU
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
8
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
9
0
G
5 LIGHT toets
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uileesvenster te verlichten.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
I
J
B
ON
MACRO
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Q
U
MODE PTY SEEK START
LEARN
7 Cursortoetsen k / n / l / h / ENTER
Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI
menu-items selecteren en instellen wanneer AMP/
SOURCE/TV op AMP staat.
Druk op l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
Druk op k / n om een voorkeuzezender (1 t/m 8) te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
L
M
N
O
P
DISC SKIP
OFF
6 TOP, BAND
Toont het topmenuscherm van de grafische
gebruikersinterface (GUI) op uw beeldscherm wanneer
AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM)
wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het
toestel op de tuner staat.
H
REC
A
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u wilt
bedienen.
K
PURE DIRECT
BAND
7
D
E
F
TV
MUTE
PRESET
TOP
CLEAR
RE–NAME
2 Zendindicator
Knippert wanneer de afstandsbediening signalen aan het
uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens
op TUNER om het toestel op TUNER te zetten.
C
POWER
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
INLEIDING
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 71 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel
te bedienen.
R
S
t
8 RETURN
Terug naar de directory boven in de menufunctie voor het
display op het voorpaneel.
7
Nederlands
9 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of
cijfers invoeren wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP
staat.
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te
geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 37).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 36).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
0 MEMORY 1/2
Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s,
YPAO instellingen of extra voorkeuzezenders oproepen
(zie bladzijde 70).
A MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macro-functie aan of uit.
B MACRO
Met deze toets kunt u een reeks handelingen onder een
enkele toets programmeren (zie bladzijde 77).
C STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
D SYSTEM POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
E AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI,
COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit
toestel (zie bladzijde 40).
F SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
N NIGHT
Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit
zetten (zie bladzijde 38).
O DISPLAY
Hiermee schakelt u de menufunctie voor het display op het
voorpaneel in wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
P STRAIGHT/EFFECT
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen
(2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden
weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder
enig toegevoegd effect.
Q SPEAKERS A/B
Met elke druk op de corresponderende toets kunt u de set
luidsprekers die is verbonden met de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten
wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
R RE-NAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 76).
G MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
S CLEAR
Hiermee kunt u dingen wissen bij de leer- en
macrofuncties en bij het veranderen van de getoonde
namen, of bij het instellen van afstandsbedieningscodes
(zie bladzijde 79).
H SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
T LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen of
functies overnemen van andere afstandsbedieningen
(zie bladzijde 74).
I VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
U Radio Data Systeem afstemtoetsen
(Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa)
Deze toets werken wanneer het toestel op de tuner (radio)
staat.
J AMP/SOURCE/TV
Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met
de afstandsbediening.
AMP: In deze stand kunt u dit toestel bedienen.
SOURCE: In deze stand kunt u de met de
ingangskeuzetoetsen geselecteerde component bedienen.
TV: In deze stand kunt u de televisie bedienen.
Zie bladzijde 72 voor het instellen van de
afstandsbedieningscodes voor uw componenten.
K MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
L PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 38).
M EXIT
Hiermee kunt u de grafische gebruikersinterface (GUI)
afsluiten wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
8
FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data
Systeem zender ontvangt om te schakelen tussen de PS
functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender
deze Radio Data Systeem gegevens verzorgt) en/of het
frequentiedisplay (zie bladzijde 45).
PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie
te zetten (zie bladzijde 46).
PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte
zender te laten beginnen nadat u het gewenste
programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK
functie (zie bladzijde 46).
EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een
radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 47).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
POWER
TUNER
CD
DTV
VCR 1
2
STANDBY
CD-R
3
CBL/SAT MD/TAPE
DVR/VCR2
4
DVD
5
+
6
VOLUME
PRESET/CH
–
A/B/C/D/E
7
8
MUTE
PRG SELECT
DISPLAY
9
0
ZONE 2 ZONE 3
ID1 ID2
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
INLEIDING
In dit deel worden de bedieningsorganen en functies van
de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening beschreven. Gebruik
de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening om apparatuur te
bedienen die is aangesloten op dit toestel voor Zone 2
(tweede ruimte) of Zone 3 (derde ruimte).
1
2 POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
3 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
4 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
5 PRESET/CH k / n
Druk op k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl het toestel op de tuner staat.
6 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
7 MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. De
MUTE indicator gaat aan wanneer deze MUTE functie is
ingeschakeld. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
8 A/B/C/D/E
Druk herhaaldelijk op deze toets om een voorkeuzegroep
(A t/m E) te selecteren terwijl het toestel op de tuner staat.
9 ID1/ID2
Verschuif deze schakelaar om de afstandsbediening AMP/
tuner ID voor dit toestel in te stellen (zie bladzijde 73).
0 ZONE 2/ZONE 3
Verschuif deze schakelaar om het toestel op Zone 2 of
Zone 3 te zetten (zie bladzijde 83).
Gebruiken van de afstandsbedieningen
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. Richt de afstandsbedieningen op de sensor op het
hoofdtoestel om dit te bedienen.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
STANDBY
/ON
VCR 1
TUNER
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
Ongeveer 6 m
PHONES
VIDEO/AUX
30
30
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
POWER
TUNER
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DTV
PHONO
TUNER
V-AUX
CBL/SAT
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
• Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
• Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze
niet op de volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen,
zoals naast de verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
Nederlands
SYSTEM
POWER
■ Omgaan met de afstandsbedieningen
VCR 1
CD
CD-R
STANDBY
CBL/SAT MD/TAPE
DVR/VCR2
DVD
+
PRESET/CH
VOLUME
–
SELECT
A/B/C/D/E
MUTE
PRG SELECT
DISPLAY
ID1 ID2
ZONE 2 ZONE 3
AMP
+
+
+
SOURCE
TV VOL
–
CH
VOL
–
–
TV MUTE
TV INPUT
TV
MUTE
PRESET
TOP
EXIT
TITLE
PURE DIRECT
MENU
PRG SELECT
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
1
MUSIC
ENTERTAIN
2
THX
STANDARD
5
6
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
MOVIE
3
4
SELECT
EXTD SUR.
7
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1 2 3
MULTI CH
4
V-AUX
DVR/VCR2
VIRTUAL
96 DISCRETE
NIGHT
24 MATRIX STANDARD
DIGITAL
PL
EX
B
CS
PL
PL x
5
6
VCR 1
SP
AB
CBL/SAT
7
DTV
8
DVD
MD/TAPE
90
CD-R
CD
A
TUNER
PHONO
YPAO
PS PTY RT CT EON AUTO STEREO HD
HiFi DSP PTY HOLD MEMORY TUNED
SILENT
CINEMA
dB
MUTE VOLUME
THX
PCM ZONE2
ZONE3
DSD SLEEP
ft
mS
dB
C D E F GH I J K
L
M
N
O P
96/24
L C R
LFE SL SB SR
QRSt
U
(Modellen voor het V.K. en Europa)
1 i.LINK indicator
Licht op wanneer er een i.LINK component is aangesloten
en dit toestel signalen weergeeft via i.LINK verbindingen.
Knippert wanneer er een i.LINK component is
aangesloten maar dit toestel signalen weergeeft via andere
dan i.LINK verbindingen, of wanneer er geen signalen
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen i.LINK apparatuur is
aangesloten.
Zie bladzijde 95 voor details.
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten
en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen
via HDMI aansluitingen.
Knippert wanneer er een HDMI component is
aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die
binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of
als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI
aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is
aangesloten.
Zie bladzijde 97 voor details.
3 NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert.
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 39).
5 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Surround/achter surround DSP geluidsveld
10
6 Signaalbron indicators
Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt
weergegeven.
7 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
8 YPAO indicator
Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de
automatische luidspreker-instellingen onveranderd
worden gebruikt.
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
A VOLUME niveauaanduiding
Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven.
B Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
C DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital)
digitale audiosignalen weergeeft.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
E SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
G THX indicator
Licht op wanneer er een THX programma is geselecteerd.
H STANDARD indicator
Licht op wanneer er een decoder is geselecteerd (zie
bladzijde 37).
I Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
T Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
U Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators
Deze geven aan of er aanwezigheids- en/of achter
surround luidsprekers zijn aangesloten bij gebruik van de
Auto Setup instelling (bladzijde 27) of de Speaker Level
instelling (bladzijde 66).
INLEIDING
F ZONE 2/ZONE 3 indicators
Licht op wanneer de Zone 2 of Zone 3 functie wordt
gebruikt.
S LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
J SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide
sets luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele
aansluiting van een enkele set.
K SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 36).
L Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
M HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
N Radio Data Systeem indicators
(Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa)
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd
door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment
op is afgestemd zullen oplichten.
EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK
zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
O MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen.
P TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
Q MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
Nederlands
R 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
11
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1 2
3
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
4
5
VIDEO
TUNER
S VIDEO
MD/TAPE
AUDIO
VIDEO
8
AUDIO
L
R
67
REMOTE
L
R
0
A
CONTROL OUT
2
1
(PLAY)
1
2
AC IN
IN
(AUDIO)
DVD
FM ANT
IN
OUT
IN
OUT
+12V 15mA MAX.
MD/TAPE
CD-R
75Ω
UNBAL.
R
DTV
+
–
A
–
+
–
B
–
+
–
+
L
OUT
S400
(REC)
GND
CD
RS-232C
(PLAY)
IN
CBL/
SAT
DVD
9
CENTER
GND
FRONT
CD-R
HDMI
AM
ANT
IN
+
–
+
OUT
(REC)
VCR 1
DTV
IN 1
CD
OUT
PHONO
CLASS 2 WIRING
DVD
DVR/VCR 2
–
SURROUND
L
L
FRONT(6CH)/SB(8CH)
DTV
L
R
OUT
SUBWOOFER
CENTER
SURROUND
+
R
ZONE 2
OUT
DVR/VCR 2
+
SURROUND
CBL/
SAT
COAXIAL
R
R
IN 2
DVD
L
R
IN
CD
AC OUTLETS
SPEAKER IMPEDANCE
FRONT
SWITCHED
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
CBL/SAT
+
–
–
+
SINGLE
(SB)
MONITOR
OUT
ZONE 3
OUTPUT
SUBWOOFER
–
L
R
MONITOR
OUT
L
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND BACK
PRE OUT
SPEAKERS
SINGLE
PRESENCE/ZONE 2
CENTER
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
(Modell für Europa)
B C
D
E
F
G
H
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor details.
A AC INLET
Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 25).
2 i.LINK aansluitingen
Zie bladzijde 92 voor meer informatie over deze aansluitingen.
B DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 19, 21 en 22 voor details.
3 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
C HDMI IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 96 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
5 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 Haak voor de luidsprekeraansluitingensleutel
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt.
7 RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
8 REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 83 voor details.
9 CONTROL OUT aansluitingen
Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik in de fabriek.
0 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 25).
12
D ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 83 voor details.
E MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
F PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
G Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
H PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 25.
LUIDSPREKER SETUP
+
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling van de luidsprekers
ITU-R*
Hierboven ziet u de standaard
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave.
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
* ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de ITU
PL
PR
C
FR
FL
30˚
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten
tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale
geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten
plaatsen als de voor-luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
(International Telecommunication Union).
Subwoofer
SL
SR
60˚
SL
80˚
SBL
SR
SBR
Meer dan 30 cm
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
1,8 m
1,8 m
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
Opmerking
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid
weergeven. Via het Sound menu (zie bladzijde 62) kunt u de
voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
Nederlands
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 49). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer
0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
13
LUIDSPREKER SETUP
■ Opstelling di-pool luidsprekers
Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct
weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor
di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en
surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder
schematisch is aangegeven.
FL
C
SL
FR
SR
SBL
SBR
: Di-pool luidspreker
: Richting fase di-pool luidspreker
14
LUIDSPREKER SETUP
Luidspreker-aansluitingen
5
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+”
(rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
•
•
•
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere
door een andere kleur, of misschien een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.)
draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
5
4
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
■ Gebruik van de PRESENCE/ZONE 2
luidspreker-aansluitingen
1
3
2
1
Doe het lipje open.
2
Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3
Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
■ Aansluiten met bananenstekkers
10 mm
1
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
VOORBEREIDINGEN
•
LET OP
Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet
u de luidsprekerimpedantie van dit toestel
voor gebruik op 6 Ohm instellen (zie
bladzijde 26). Als u 8 Ohm luidsprekers
gebruikt, moet u de begininstelling voor de
luidsprekerimpedantie van dit toestel
gebruiken.
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen
dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het
toestele en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet
de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm
vandaan.
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
2
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
Bananenstekker
1
Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van de luidsprekerdraden.
2
Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3
Draai de knop los.
De meegeleverde dopsleutel is handig bij het los en
vast draaien van deze knoppen.
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
y
Voor de PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-aansluitingen kunt u
ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open, en steek één
bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer
de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de
aansluitingen heeft gestoken.
15
Nederlands
4
(Uitgezonderd modellen voor het
V.K., Europa en Azië)
LUIDSPREKER SETUP
9
10
4
2
1
7
3
8
6
5
Voor-luidsprekers (A)
Rechts
Links
Opstelling van de luidsprekers
Subwoofer met
ingebouwde versterker
Middenluidspreker
1
2
R
3
+
–
A
–
+
–
B
–
+
–
+
Voorluidsprekers
(B)
4
L
CENTER
FRONT
+
–
+
SPEAKER IMPEDANCE
FRONT
CLASS 2 WIRING
L
R
R
+
–
SURROUND
L
SURROUND
L
R
L
R
SUBWOOFER
CENTER
+
R
+
–
–
+
L
SINGLE
(SB)
7
–
L
R
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND BACK
PRE OUT
SPEAKERS
8
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
5
SINGLE
PRESENCE/ZONE 2
6
Rechts
Links
Surround
achter-luidsprekers
9
10
Rechts
Links
Aanwezigheidsluidsprekers
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren. Via het geluidsmenu (zie bladzijde 62) kunt u één van beide sets luidsprekers de voorkeur geven.
• De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken
alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of THX Surround
EX decoder is ingeschakeld.
• De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
16
LUIDSPREKER SETUP
■ FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen
aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt,
kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
Opmerking
Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee
verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen.
VOORBEREIDINGEN
Dubbele aansluiting
Met dit toestel is het ook mogelijk een enkel
luidsprekersysteem dubbel aan te sluiten. Gebruik in dit
geval twee luidsprekersnoeren voor elke box (één snoer
voor de woofer en één snoer voor de tweeter/
middenbereik luidspreker in de box). Om gebruik van de
dubbele aansluitingen te kunnen maken moet u de
SPEAKERS A en SPEAKERS B toetsen op het
voorpaneel indrukken zodat zowel SP A als B op het
display op het voorpaneel oplichten.
Dubbele aansluiting
+
–
A
–
+
FRONT +
–
B
–
+
R
L
Dit toestel
■ CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
■ SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten.
■ SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
■ SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als
u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt,
verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
■ PRESENCE aansluitingen
Nederlands
Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten.
Opmerking
U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers
op aan te sluiten (zie bladzijde 84).
17
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
■ Video-aansluitingen
Voor u componenten gaat
aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
■ Kabelaanduidingen
Voor analoge signalen
linker analoge bedrading
L
rechter analoge bedrading
R
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw
beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet
voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer
“Video Conv.” op “On” (zie bladzijde 67) is ingesteld,
zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO
aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op
dezelfde manier zullen signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd
via de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
Voor digitale signalen
optische kabels
O
coaxiale bedrading
C
Voor videosignalen
videobedrading
V
S-Videobedrading
S
V
V
■ Analoge aansluitingen
V
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden
weergegeven.
18
VIDEO aansluiting
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluiting
Voor S-Video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
Signaalschema binnenin het toestel
Ingang
Uitgang
(MONITOR OUT)
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
Alleen wanneer “Video Conv.” op
“On” staat (zie bladzijde 67)
Opmerking
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via
de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting
binnenkomende signalen voorrang.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
■ Aansluitingen voor DVD weergave
Coaxiale uitgang
Optische uitgang
DVD-speler
Video uitgang
R
O
VIDEO
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
S VIDEO
VOORBEREIDINGEN
C
Audio uitgang
L
AUDIO
VIDEO
R
L
DVD
Beeldscherm
DVD
Video ingang
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
DVD
DVD
COAXIAL
MONITOR
OUT
MONITOR
OUT
OUTPUT
DIGITAL INPUT
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u Multi CH Assign: Input Channels op 8ch zet (zie bladzijde 58), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen
aan Multi CH Assign: Front Input (bladzijde 58) samen met de MULTI CH INPUT aansluitingen gebruiken voor
ingangssignalen met 8 kanalen.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Voor 6-kanaals ingangssignalen
Voor 8-kanaals ingangssignalen
FRONT(6CH)/SB(8CH)
FRONT(6CH)/SB(8CH)
AUDIO
R
AUDIO
L
R
L
(PLAY)
IN
DVD
SURROUND
SURROUND
MD/TAPE
DTV
OUT
(REC)
(PLAY)
SUBWOOFER CENTER
SUBWOOFER CENTER
MULTI CH INPUT
MULTI CH INPUT
CBL/
SAT
IN
CD-R
IN
OUT
(REC)
R
L
Subwoofer
uitgang
R
L
R
L
Multiformaat-speler/
Surroundkanaal
externe decoder
uitgang
VCR 1
R
L
OUT
Middenkanaal
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
CD
IN
DVR/VCR 2
Surroundachter
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Surroundkanaal uitgang
R
L
Voorkanaal uitgang
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven.
20
AANSLUITINGEN
■ Aansluiting van andere videocomponenten
Optische uitgang
Kabel TV of
satellietontvanger
Audio uitgang
Video uitgang
O
S VIDEO
L
R
L
AUDIO
VIDEO
R
VOORBEREIDINGEN
VIDEO
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
R
L
CBL/
SAT
IN
VCR 1
OUT
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
CBL/SAT
DTV
CBL/
SAT
DVR/VCR 2
COAXIAL
DIGITAL INPUT
R
C
Audio ingang
Video ingang
Video uitgang
L
DVD-recorder of
videorecorder
Audio uitgang
Coaxiale uitgang
■ VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen,
zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op
dit toestel.
S VIDEO
VIDEO
S
V
L
AUDIO
R
OPTICAL
R
O
VIDEO/AUX
L
Optische uitgang
Audio uitgang R
Video uitgang
Spelcomputer
of
videocamera
S-Video uitgang
21
Nederlands
Audio uitgang L
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
■ Aansluitingen voor audiocomponenten
O
Optische ingang
Optische
ingang
MD-recorder of
cassettedeck
CD-recorder
Audio ingang
O
Audio uitgang
Audio uitgang
R
L
R
L
Audio ingang
R
L
R
L
AUDIO
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
R
MD/TAPE
L
(PLAY)
IN
MD/TAPE
CD-R
OUT
(REC)
GND
CD
(PLAY)
IN
CD-R
OUT
(REC)
CD
PHONO
CD
COAXIAL
DIGITAL INPUT
R
L
R
L
Audio uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
O
Coaxiale uitgang
CD-speler
GND
C
Draaitafel
■ Aansluiten van een draaitafel
De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel
met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel heeft met een laag-vermogen MC cartridge,
dient u een in-line boosting transformator of een
MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding met deze
aansluitingen.
22
y
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het
signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter
mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken
van de GND aansluiting.
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten op een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren,
of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als
volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT
aansluiten.
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 63) instellingen.
Opmerkingen
1
2
FRONT
L
R
SURROUND
L
R
SUBWOOFER
CENTER
5
3
4
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen zitten voor
de verbinding met een externe versterker, is het niet meer nodig de
corresponderende SPEAKERS aansluitingen te gebruiken. Zet het volume
van de op dit toestel aangesloten externe versterker op de hoogste stand.
• Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en
CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de
TONE CONTROL instellingen.
• Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op “Zone B”
(zie bladzijde 68) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
SINGLE
(SB)
L
R
SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één
externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal,
dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
Opmerkingen
Nederlands
• Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert hetzelfde
signaal als de bij dat kanaal behorende luidsprekeraansluiting.
Wanneer echter zowel surround-achter als zg.
aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel, is het mogelijk
dat de signalen geproduceerd via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen niet corresponderen met de juiste
luidsprekers.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf.
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
23
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van i.LINK componenten
Als u een component met een i.LINK aansluiting heeft,
kunt u profiteren van digitale audio van CD, DVD, Super
Audio CD of DVD-A discs.
Voor details omtrent i.LINK, zie “GEBRUIKEN i.LINK”
op bladzijde 92.
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
i.LINK component
(AUDIO)
S400
Opmerking
U kunt het beste een i.LINK kabel gebruiken die korter is dan
3,5 m.
■ Aansluiten van HDMI componenten
Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2
ingangsaansluitingen ook een HDMI OUT
uitgangsaansluiting. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN
2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT
aansluiting van andere HDMI-compatibele apparatuur
(zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting
van andere HDMI-compatibele apparatuur (zoals een TV
of projector).
Voor details omtrent HDMI, zie “GEBRUIKEN HDMI”
op bladzijde 96.
HDMI
DVD-speler
IN 1
HDMI OUT
CBL/SAT
DVD-speler
IN 2
D
HDMI OUT
Beeldscherm
C
S
OUT
HDMI IN
DVR/VCR 2
COAXIAL
DIGITAL INPUT
Opmerking
U kunt het beste een HDMI kabel met het HDMI logo erop
gebruiken die korter is dan 5 m.
24
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
3
Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
AM ringantenne
(meegeleverd)
TUNER
GND
AM
ANT
Opmerkingen
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een
binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne.
Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
VOORBEREIDINGEN
FM ANT
75Ω
UNBAL.
■ 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(Alleen modellen voor het V.K.)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
1
Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open.
2
Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak
deze klaar voor het
aansluiten.
Sluit de AM ringantenne aan.
3
4
2
Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM
antennedraden in de AM ANT en GND
aansluitingen kunt steken.
5
11
8
6
Knip de
verbindingsdraad door
en verwijder deze.
Steek de
binnendraad van
de kabel in de
sleuf en klem
deze vast met
een tang.
Eenheid:
mm
Verbindingsdraad
Klem
Klem
Steek de draad
in de opening
Klik de behuizing weer
dicht.
Nederlands
25
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
AC IN
Steek het netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle
andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de
stekker in het stopcontact.
LET OP
AC OUTLETS
Gebruik geen andere netsnoeren. Gebruik het
meegeleverde netsnoer. Gebruik van andere netsnoeren
kan leiden tot brandgevaar of elektrische schokken.
SWITCHED
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
(Modellen voor de V.S.)
VOLTAGE SELECTOR
VOLTAGE
SELECTOR
Modellen voor het V.K. en Australië
.......................................................1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea .................................................Geen
Overige modellen.......................2 Netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. De
stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten
wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit
toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze
aansluitingen voorzien de erop aangesloten componenten
van stroom wanneer dit toestel aan staat. Het maximale
vermogen (totale stroomverbruik van de aangesloten
componenten) van de AC OUTLET(S) aansluitingen is:
Modellen voor Azië en algemene modellen .............. 50 W
Overige modellen..................................................... 100 W
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
.............................220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
■ Geheugen back-up
(Modellen voor Azië en
algemene modellen)
26
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit
(standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
AANSLUITINGEN
Instelling luidsprekerimpedantie
Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling
voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen.
Inschakelen van de stroom
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
LET OP
1
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie
in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken.
U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT
ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON.
“SP IMP.–8ΩMIN” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
VOORBEREIDINGEN
1
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
VCR 1
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CBL/SAT
STANDBY
/ON
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
TUNER
B
MAIN
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
SYSTEM
STANDBY
/ON
POWER
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
EFFECT
STANDBY
POWER
1
SELECT
SP IMP.-8 MIN
2
3
Druk op STRAIGHT/EFFECT om de
impedantie van uw luidsprekers instellen.
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u 6 Ohm
selecteren; als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u
8 Ohm kiezen.
AMP
+
1
De instelfunctie voor de impedantie van de luidsprekers kunt u
vinden in het Advanced menu (zie bladzijde 87).
+
Druk op STANDBY/ON (of SYSTEM POWER
op de afstandsbedieningen) om dit toestel
aan te zetten.
SYSTEM
POWER
STANDBY
/ON
Druk op STANDBY/ON om deze instelling af
te sluiten.
Het toestel gaat vervolgens uit (standby).
Opmerking
+
Voorpaneel
2
of
Afstandsbediening
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Opmerking
Druk nog eens op STANDBY/ON (of STANDBY op de
afstandsbediening) om dit toestel uit (standby) te zetten.
Nederlands
27
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Inleiding
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Optimalisatie-microfoon setup
1
AUDIO
SELECT
Opmerkingen
Wiring
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in.
Size
Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers
en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van
de kanalen.
Equalizing
Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen
via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de
verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en
om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is
vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken
gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer
bijzondere akoestische kenmerken vertoond.
De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters
(Frequency, Level en Q factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer om te komen tot een
precieze automatische instelling van de
frequentiekarakteristieken.
Level
Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) van elk
van de luidsprekers.
28
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
FM/AM
CBL/SAT
VCR 1
TUNER
MEMORY
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup luide testtonen worden geproduceerd.
• Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het
scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van
problemen op bladzijde 31 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
Sluit de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon aan op de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
Opmerkingen
• Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
– Houd hem daarom uit direct zonlicht.
– Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2
Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
Opstelling optimalisatie-microfoon
AUTO SETUP
Beginnen van de setup
4
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil
mogelijk is tijdens de automatische setup (YPAO). Als er teveel
andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te
selecteren en druk dan op h.
Information
• U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor
details “LANG.” op bladzijde 87.
• Als uw subwoofer eigen instellingen heeft voor het volume en de
crossover/hoge afsnijd frequentie, dient u het volume op ongeveer
éénderde (bij een draaiknop tussen de 9 en 11 uur-stand) en de
crossover/hoge afsnijd frequentie op het maximum in te stellen.
Setup Menu
Wiring
Setup Type
Distance
Start
Size
MIN
5
CROSSOVER/
HIGH CUT
VOLUME
MAX
MIN
Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring,
Distance, Size, Equalizing of Level te
selecteren en druk dan op h.
MAX
Subwoofer
1
Wiring
Skip
Wiring
Skip
Check
Distance
Check
Distance
Size
Size
Equalizing
Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
Wiring
2
VOORBEREIDINGEN
y
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
Distance
Distance
Skip
Size
Skip
Size
Check
Equalizing
Check: Natural
Level
Check: Flat
Equalizing
Check: Front
Level
Size
AMP
TOP
Equalizing
Skip
Level
Check
TITLE
SOURCE
TV
y
Equalizing is ook beschikbaar via het menusysteem op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 88).
Stereo/Surround
Input Select
Sound
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
6
System Memory
Selecteer voor Wiring, Distance, Size of
Level:
Check
Skip
3
Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te
selecteren en druk dan op h.
PRESET
y
Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen
bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is
geselecteerd bij Speaker Set (bladzijde 63) en dat “80Hz” is
geselecteerd bij Bass Cross Over (bladzijde 64).
PRESET
ENTER
Om het geselecteerde onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Om het geselecteerde onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Input Select
Information
Auto Setup
Setup Menu
System Memory
Setup Type
Audio Info.
Start
Nederlands
Manual Setup
29
AUTO SETUP
Druk voor Equalizing op k / n en selecteer:
Skip
Om het geselecteerde onderdeel over te
slaan zonder instellingen te wijzigen.
Check: Natural Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties.
Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling
een beetje schel klinkt.
Check: Flat
Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van
vergelijkbare kwaliteit zijn.
Check: Front Om de frequentierespons van elk van de
luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw
voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw
voor-luidsprekers van aanzienlijk betere
kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers.
7
Wanneer u de gewenste instelling heeft
geselcteerd, druk dan op l om terug te gaan
naar Setup Menu.
Information
8
Setup Menu
Wiring
Setup Type
Distance
Start
Size
Druk op n, selecteer Setup Type en kies
vervolgens:
Auto
Om de hele automatische setup
automatisch uit te laten voeren.
Om te wachten op een bevestiging
tussen elke controle in de automatische
setup.
Step
Information
Setup Menu
Setup Type
Auto
Start
Step
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het
menusysteem op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 88).
30
9
Druk op n, selecteer Start en druk
vervolgens op ENTER.
Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via
de diverse luidsprekers, terwijl gedurende de
automatische setup de boodschap “Measuring”
getoond zal worden.
Setup Menu
Setup Type
Start
Start:ENTER
y
• Om de iautomatische stelprocedure te stoppen, kunt u op
één van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op
ENTER. Druk op k wanneer het toestel gepauzeerd is om
de procedure opnieuw te proberen, of op l om de
automatische instelprocedure te annuleren.
• Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt,
raadpleeg dan “Oplossen van problemen met de
automatische setup” op bladzijde 31 en probeer het
opnieuw nadat u het probleem heeft opgelost.
• Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het
menusysteem op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 88).
AUTO SETUP
Bevestigen van de resultaten
Als u Setup Type op “Step” instelt
De resultaten worden individueel getoond na elke aparte analyse.
U kunt de resultaten van elke analyse apart bevestigen.
Distance
Als u Setup Type op “Auto” instelt
Size
De resultaten worden getoond nadat alle items
geanalyseerd zijn.
Equalizing
Exit
Retry
Detail
Next
Level
Result
Setup Menu
Setup Type
Start
Retry
Exit
Detail
Setup
• Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden in
te stellen.
• Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
• Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
VOORBEREIDINGEN
• Druk op n en selecteer Next om de metingen voor het
volgende menu-item te starten.
• Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
• Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
Measurement Over
Successfully
Nadat alle menu-items doorgemeten zijn, zal
“Measurement Over” op het scherm verschijnen en
worden de resultaten voor elk apart item getoond.
• Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden in te stellen.
• Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
• Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
y
Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, wijzig dan de
systeemparameters via het Manual Setup menu. Als u terug wilt naar
de Auto Setup instellingen nadat u instellingen gewijzigd heeft via
het Manual Setup menu, blader dan naar het Information scherm in
het Auto Setup menu, druk net zo vaak op k / n tot u de gewenste
parameter geselecteerd heeft en druk vervolgens op ENTER.
Opmerkingen
31
Nederlands
• Als u luidsprekers vervangt of anders opstelt, of als u de
inrichting van uw kamer verandert, moet u de automatische
instelprocedure opnieuw uitvoeren.
• Afhankelijk van uw luisteromgeving is het mogelijk dat
SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In een
dergelijk geval zal SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie
bladzijde 65) automatisch worden ingesteld op Reverse. Om
zelf de gewenste instelling te selecteren, dient u de SWFR
Phase parameter in het Manual Setup menu te wijzigen.
• Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in
werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer.
Dit kan ook het geval zijn u wanneer een externe versterker gebruikt.
• Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde band
verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog preciezere instelling.
AUTO SETUP
■ Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten.
• Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Unplug Phones!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
• Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu!
Er zijn geen set-up menu-items geselecteerd.
• Selecteer minstens één menu-item.
Memory Guard!
Deze instelling is beveiligd.
• Verwijder de beveiliging voor de automatische set-up
(zie bladzijde 69).
Tijdens de automatische setup
Druk op l / h om gedetailleerde informatie over individuele fouten te laten zien. Selecteer Retry om de automatische
set-up opnieuw te proberen.
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
E01:No Front SP
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
• Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS
A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te
zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken).
• Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers.
E02:No Sur. SP
Er wordt slechts één surroundkanaal
gedetecteerd.
• Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker.
E03:No Pres. SP
Er wordt slechts één aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
• Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
E04:SBR ->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
• Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
E05:Noisy
Teveel geluiden op de achtergrond.
• Probeer de automatische setup wanneer het zo stil
mogelijk is.
• Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van dit toestel.
E06:Check Sur.
Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
• Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
E07:No MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup.
• Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
E08:No Signal
De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen
detecteren.
• Controleer de instelling van de microfoon.
• Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
E09:User Cancel
De automatische setup is geannuleerd omdat
een instelling die invloed heeft op de
automatische setup (wijzigen van
luidsprekerinstellingen enz.) tijdens de
procedure is veranderd.
• Voer de automatische setup opnieuw uit.
E10:Internal Err
Er is een interne fout opgetreden.
• Start dit toestel opnieuw op en probeer de
automatische setup vervolgens opnieuw.
32
AUTO SETUP
Na de automatische setup
De volgende waarschuwingen worden getoond nadat de analyse is afgelopen om u op de hoogte te stellen van mogelijke
problemen. We raden u aan de inhoud van elke melding te controleren en selecteer vervolgens Retry om de automatische
setup opnieuw te proberen.
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
De polariteit van de luidsprekers is niet correct.
Deze melding kan, afhankelijk van de
luidsprekers in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct zijn aangesloten.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen.
W2:Over Distance
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is groter dan 24 m.
• Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie
gemaakt.)
•
•
•
•
W4:SP Mismatch
De luidspreker-instellingen verschillen van de
meetresultaten van de bedrading (gebeurt alleen
wanneer de meetprocedure voor de bedrading is
overgeslagen).
• Controleer de luidspreker-aansluitingen.
VOORBEREIDINGEN
W1:Out of Phase
Pas de installatie van de luidsprekers aan.
Controleer de luidspreker-aansluitingen.
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in.
Nederlands
33
WEERGAVE
WEERGAVE
Basisbediening
3
PURE DIRECT
SPEAKERS
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
A SPEAKERS B
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of druk op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set
luidsprekers in- of uitgeschakeld.
of
EFFECT
INPUT
VCR 1
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
A
4
OPTIMIZER
MIC
PHONES
Voorpaneel
VIDEO/AUX
7
3
6
POWER
TV
AV
A
B
STANDBY
POWER
AUDIO SELECT
SLEEP
U
U
TOP
PRESET
U
EXIT
TITLE
PURE DIRECT
MENU
PRG SELECT
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
SOURCE
TOP
PRESET
EXIT
MOVIE
DVD
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
SELECT
1
Selecteer de signaalbron.
Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
1
A SPEAKERS B
+10
ENT.
7
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
INPUT
of
3
MODE PTY SEEK START
BASISBEDIENING
POWER
Afstandsbediening
Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als
B selecteren.
4
SYSTEM
6
ENT.
B
OPTICAL
1
4
+10
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
1
ZONE CONTROL
PROGRAM
TUNER
CBL/SAT
STANDBY
/ON
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
TV
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Voorpaneel
Afstandsbediening
PURE DIRECT
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display en het beeldscherm
getoond.
Druk op STANDBY/ON (of zet AMP/SOURCE/
TV op AMP en druk op SYSTEM POWER op
de afstandsbediening) om dit toestel aan te
zetten.
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
SP
A
dB
VOLUME
DVD
L
R
Geselecteerde signaalbron
STANDBY
/ON
5
Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg eventueel de handleiding van de
betreffende component.
Zie bladzijde 41 voor details omtrent het afstemmen.
6
Zet het volume op het gewenste niveau.
Voorpaneel
of
AMP
SYSTEM
POWER
SOURCE
TV
Afstandsbediening
VOLUME
+
2
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
of
VOL
–
Afstandsbediening
33
Nederlands
Voorpaneel
WEERGAVE
7
Kies, indien gewenst, een
geluidsveldprogramma.
Gebruik PROGRAM (of druk herhaaldelijk op één
van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s) om
een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie
bladzijde 49 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
STEREO
PROGRAM
MUSIC
ENTERTAIN
Selecteren van
geluidsveldprogramma’s
■ Bediening via het voorpaneel
PURE DIRECT
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
VOLUME
AUDIO
SELECT
of
MULTI CH
INPUT
FM/AM
MEMORY
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
TUNER
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
A SPEAKERS B
REC OUT/ZONE 2
+10
ENT.
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
Afstandsbediening
■ Opmerkingen over Dialogue
Normalization (Dial Norm)
Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital
functie die verschillende programma’s met een gemiddeld
niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft
aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital
programma wordt weergegeven. Bij weergave van
Dolby Digital materiaal zal er soms een korte melding
verschijnen op het display op het voorpaneel;
“Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats
van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau
van dit programma zich verhoudt tot het THX
ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij
geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume
willen aanpassen.
DialNorm;;+4dB
Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op
het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u
het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door
THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen
maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt natuurlijk het
volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u
natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen.
34
PRESET/
TUNING
EDIT
STANDBY
/ON
Voorpaneel
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
Verdraai PROGRAM om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde programma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
beeldscherm.
PROGRAM
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
SP
A
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
HiFi DSP
Hall in Munich
Programmanaam
dB
VOLUME
L
R
WEERGAVE
■ Afstandsbediening
Aanvullende mogelijkheden
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
SOURCE
PRESET
TOP
EXIT
TITLE
■ Toonregeling
AMP/SOURCE/TV
TV
PRG SELECT
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
MOVIE
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens net zo vaak op één van de toetsen
voor de geluidsveldprogramma’s tot u het
gewenste programma geselecteerd heeft.
De naam van het geselecteerde programma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
beeldscherm.
SOURCE
TV
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
SP
A
CBL/SAT
DTV
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
1
MEMORY 2
9
0
DVD
MD/TAPE
MOVIE
7
8
Opmerkingen
A SPEAKERS B
+10
CD-R
PROGRAM
ENT.
CD
TUNER
PHONO
HiFi DSP
Hall in Munich
dB
VOLUME
L
R
Programmanaam
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft
geselecteerd.
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden
voor-luidsprekers.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer THX
(bladzijde 49) of PURE DIRECT (bladzijde 38) is geselecteerd,
of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd.
• Als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, zal de
Tone Control instelling de balans tussen de lage/hoge tonen van
uw hoofdtelefoon regelen (zie bladzijde 61).
BASISBEDIENING
AMP
Hiermee kunt u de weergave van
de lage en hoge tonen regelen
voor de linker, rechter en midden
voorkanalen.
Druk herhaaldelijk op TONE
CONTROL op het voorpaneel
om te kiezen tussen TREBLE of
BASS.
Selecteer TREBLE en draai
vervolgens PROGRAM naar
rechts of links om de hoge tonen te versterken of te
verzwakken.
Selecteer BASS en draai vervolgens PROGRAM naar
rechts of links om de lage tonen te versterken of te
verzwakken.
Om de toonregeling te annuleren dient u net zo vaak op
TONE CONTROL te drukken tot u BYPASS heeft
geselecteerd.
TONE CONTROL
PURE DIRECT
MENU
■ Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de
afstandsbediening. De MUTE
indicator zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
Druk nog eens op MUTE om de
geluidsweergave te hervatten (of
druk op VOL –/+). De MUTE
indicator zal van het display verdwijnen.
MUTE
y
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt
(zie bladzijde 61).
Nederlands
35
WEERGAVE
■ Luisteren met een hoofdtelefoon
(“SILENT CINEMA”)
■ Luisteren naar multikanaals materiaal
met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave
De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met
een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft
aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals
signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x,
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen 5.1- en 6.1/7.1 kanaals weergave.
Opmerkingen
EXTD SUR.
• Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA”
functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
• “SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT of een 2ch Stereo programma is geselecteerd, of
wanneer de STRAIGHT functie is ingeschakeld.
■ Selecteren van MULTI CH INPUT
Druk op MULTI CH INPUT zodat “MULTI CH INPUT”
op het display en op het beeldscherm verschijnt.
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
Opmerking
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display en/
of het beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden
weergegeven. Als u met INPUT (één van de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren,
druk dan eerst op MULTI CH INPUT zodat de melding “MULTI
CH INPUT” verdwijnt van het display en het beeldscherm.
8
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op l / h te drukken wanneer
PL xMovie (enz.) wordt getoond.
Automatisch (AUTO)
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via
6.1/7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via
6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders (selecteren met l / h)
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden.
PLIIxMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder.
PLIIxMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Uit (OFF)
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
5.1 kanalen.
y
Wanneer Surround Back op “Large x1” of “Small x1”
(zie bladzijde 64) is ingesteld, zal het surround achterkanaal
worden gereproduceerd via de linker SURROUND BACK
luidspreker-aansluitingen.
36
WEERGAVE
Opmerkingen
■ Genieten van 2-kanaals materiaal en
surroundweergave
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op STANDARD op de
afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen de SUR. STANDARD en SUR. ENHANCED
programma’s.
STANDARD
Of druk op MOVIE of THX op de
afstandsbediening om de MOVIE THEATER of
THX programma’s te selecteren.
THX
4
of
<PLIIx Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<PLIIx Music>
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
<PLIIx Game>
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Music>
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
<CS II Cinema>*
SRS Circle Surround
verwerking voor filmmateriaal.
<CS II Music>*
SRS Circle Surround
verwerking voor muziekmateriaal.
* (Alleen modellen voor de V.S.)
Wanneer u het SUR. ENHANCED, MOVIE
THEATER of THX programma selecteert
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PLIIx Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
6
MOVIE
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
BASISBEDIENING
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie,
PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– Wanneer Surround of Surround Back op “None” staat
(zie bladzijde 64).
– Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R
surroundsignalen bevat.
– Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
• Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie
worden teruggezet op AUTO.
• De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64).
• “PL xMovie” kan niet worden geselecteerd wanneer Surround
Back op “Large x1” of “Small x1” (zie bladzijde 64) is
ingesteld.
Wanneer u het SUR. STANDARD programma
selecteert
5
• U kunt ook een decoder selecteren met de Decode Type
parameter in het Stereo/Surround menu (zie bladzijde 100).
• U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de
afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op
het meldingendisplay.
Opmerking
De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64).
Druk op SELECT op de afstandsbediening om de
decoder te selecteren.
SELECT
7
Nederlands
Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en uw
persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de volgende
functies.
37
WEERGAVE
■ Luisteren naar High Fidelity
stereoweergave (PURE DIRECT)
PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors
van dit toestel volledig en schakelt bovendien het
videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo
natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren
bij analoge, PCM en DSD signaalbronnen.
Druk op PURE DIRECT om deze weergavefunctie
in te schakelen.
De toets licht op en het display op het voorpaneel gaat
automatisch uit.
PURE DIRECT
PURE DIRECT
■ Middernacht luisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld wanneer u’s nachts wilt luisteren,
toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of
NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat
afspelen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de
afstandsbediening om te kiezen tussen film of
muziek.
De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is
ingeschakeld.
of
NIGHT
AUDIO
Voorpaneel
Afstandsbediening
Afstandsbediening
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te
annuleren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de
oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in deze stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron. (Wanneer DTS is
ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden
weergegeven.)
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De Tone Control (bladzijde 35) en GUI menu (bladzijde 53)
instellingen staan buiten werking.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT functie:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– tonen van beknopte berichten
– wijzigen van GUI menuparameters
– alle videofuncties (video-conversie enz.)
• PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het
toestel uit (standby) wordt gezet.
• Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film
gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack
te verminderen en de gesproken tekst beter
verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt
gebruiken.
Druk op l / h om het effectniveau in te stellen
terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond
wordt.
Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik
wordt gecomprimeerd.
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden
apart opgeslagen.
Opmerkingen
• U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE
DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator
op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
38
WEERGAVE
■ Terugmengen naar 2 kanalen
■ Afspelen van video op de achtergrond
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in
2-kanaals stereoweergave.
Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op
AMP en druk dan op STEREO op de
afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo.
PROGRAM
of
Voorpaneel
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
MOVIE
U kunt beelden van een videobron combineren met geluid
van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke
muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar
mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de
gewenste videobron te selecteren en kies
vervolgens de audiobron.
Audiobronnen
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Afstandsbediening
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Videobronnen
2ch Stereo
Opmerking
Opmerking
■ Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT drukken.
In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal
alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden
weergegeven. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via
de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere
toevoeging van effecten.
BASISBEDIENING
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of BOTH is ingesteld bij LFE/BASS OUT.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) en selecteer
STRAIGHT.
STRAIGHT
STRAIGHT
of
EFFECT
EFFECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
Druk nog eens op STRAIGHT/EFFECT zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de
geluidseffecten weer wilt inschakelen.
■ Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren.
Als u Surround op None zet, zal Virtual CINEMA DSP
automatisch worden ingeschakeld wanneer u een
CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
Nederlands
Opmerking
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking
treden, ook al staat Surround op “None” (zie bladzijde 63):
– Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
– Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
39
WEERGAVE
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
Selecteren van audio
ingangsfuncties
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt
selecteren.
Druk op AUDIO SELECT om de ingangsfunctie te selecteren.
In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO gebruiken.
SYSTEM
AUDIO
SELECT
of
Voorpaneel
V–AUX
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
Afstandsbediening
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD–R
SP
A
A.SEL: AUTO
CD
TUNER
PHONO
dB
VOLUME
L
R
Ingangsfunctie
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
1) i.LINK
2) HDMI
3) Digitale signalen*
4) Analoge signalen
i.LINK
Er zullen alleen i.LINK signalen
worden geselecteerd.
Als er geen i.LINK signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Selecteren van digitale signalen die
binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL
aansluitingen.
Gebruiken als er ook i.LINK of HDMI
signalen binnenkomen.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
AUTO
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
y
• U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden ingeschakeld
wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 57).
• De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van
CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS.
Opmerking
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
40
WEERGAVE
■ Tonen van informatie over de signaalbron
U kunt het type, de formattering en de bemonsteringsfrequentie
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
AMP
TOP
TITLE
SOURCE
TV
Stereo/Surround
Input Select
Sound
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
BASISBEDIENING
2
Druk herhaaldelijk op n en selecteer Audio
Info.
De volgende informatie zal op het display verschijnen.
Auto Setup
System Memory
Audio Info.
Format
Sampling
Channel
Bitrate
Dialogue
Flag1
Flag2
Analog
--2/0/-----------
Format
3
Nederlands
De formattering van het signaal wordt
getoond. Wanneer het toestel geen digitaal
signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Sampling
Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het
toestel de bemonsteringsfrequentie niet
kan bepalen, zal “?” verschijnen.
Channel
Aantal bronkanalen in het
ingangssignaal. Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3
voorkanalen, 2 surroundkanalen en een
LFE kanaal, zal worden getoond als
“3/2/0.1”.
Bitrate
Bitsnelheid. Wanneer het toestel de
bitsnelheid niet kan bepalen, zal
“– – –” verschijnen.
Dialogue
Dialoog normalisatie informatie voor
Dolby Digital signalen.
Flag1/Flag2 Signalering (vlag) die in DTS of Dolby
Digital signalen is meegecodeerd en
die dit toestel in staat stelt automatisch
van decoder te wisselen.
Druk op EXIT.
41
AFSTEMMEN
AFSTEMMEN
Automatisch en handmatig
afstemmen
4
Er zijn twee manieren om af te stemmen: automatisch en
handmatig.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
PRESET/
TUNING
■ Automatisch afstemmen
2
VCR 1
A
VOLUME
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TU
AUTO
HiFi DSP
TUNED
AM 1530 kHz
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
PURE DIRECT
AUDIO
SELECT
CBL/SAT
SP
A
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
STANDBY
/ON
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
■ Handmatig afstemmen
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
1
1
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig
afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van
de ontvangst te verbeteren.
43 2 3
Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te
selecteren.
1
Selecteer TUNER en de gewenste radioband
volgens de stappen 1 en 2 onder
“Automatisch afstemmen”.
2
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
INPUT
Voorpaneel
AUTO
TUNING
MODE
2
Verdwijnt
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
AUTO/MAN'L
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze stand uit te schakelen.
FM/AM
of
3
PRESET/
TUNING
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
EDIT
AUTO
TUNING
MODE
3
Licht op
AUTO/MAN'L
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze stand uit te schakelen.
PRESET/
TUNING
2
VCR 1
SP
A
EDIT
42
A
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
A
TU
AM 630 kHz
TU
AM 630 kHz
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om
de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
PRESET/
TUNING
AUTO
CD
AUTO
SP
A
AFSTEMMEN
Opmerkingen
Zenders voorprogrammeren
■ Automatisch voorprogrammeren van FM
zenders
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
VOLUME
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
STANDBY
/ON
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
TUNER
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
Druk op FM/AM en selecteer de FM band.
FM/AM
2
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
AUTO
TUNING
MODE
Licht op
AUTO/MAN'L
3
Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden
zal het automatisch voorprogrammeren beginnen
vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
BASISBEDIENING
1 32
1
Andere mogelijkheden bij het automatisch
voorprogrammeren
U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in
lagere frequenties.
Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt:
1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h
om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het
automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
2 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele
punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/
TUNING l om te zoeken in lagere frequenties.
PURE DIRECT
AUDIO
SELECT
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer zenders gevonden worden.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder
“Zenders handmatig voorprogrammeren”.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het
toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Wanneer echter de stroomvoorziening langer dan een
week onderbroken wordt, zullen de voorkeuzezenders
gewist worden. In een dergelijk geval zult u de zenders
opnieuw op één van de aangegeven manieren moeten
opslaan.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
SP
A
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
AUTO
MEMORY
A1:FM 87.50MHz
dB
VOLUME
L
R
Nederlands
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden.
43
AFSTEMMEN
■ Zenders handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders
(8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
4
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
VCR 1
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
TUNER
CBL/SAT
STANDBY
/ON
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
B
MAIN
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
PHONES
Druk op PRESET/TUNING l / h om een
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
terwijl de MEMORY indicator aan het
knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
VIDEO/AUX
PRESET/
TUNING
3
1
4
2,5
Stem af op een zender.
Zie bladzijde 41 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
VCR 1
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
SP
A
TUNER
DVR/VCR2
CBL/SAT
VCR 1
DTV
MD/TAPE
DVD
SP
A
CD-R
CD
TUNER
PHONO
MEMORY TUNED
C3:AM
dB
VOLUME
630 kHz
L
R
PHONO
TUNED
A :AM
V-AUX
dB
VOLUME
630 kHz
L
R
5
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan
het knipperen is.
De radioband en de
frequentie voor deze zender
verschijnen op het display,
samen met de door u
geselecteerde
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
2
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden.
MEMORY
MEMORY
V-AUX
DVR/VCR2
Druk net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de
gewenste voorkeuzegroep geselecteerd
heeft (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator
aan het knipperen is.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
A/B/C/D/E
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
SP
A
C :AM
Voorkeuzegroep
44
CBL/SAT
DTV
C3:AM
Knippert
3
VCR 1
SP
A
MAN'L/AUTO FM
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
MEMORY TUNED
630 kHz
dB
VOLUME
L
R
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
TUNED
630 kHz
dB
VOLUME
L
R
Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als
C3.
6
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
AFSTEMMEN
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender
“A5”.
PURE DIRECT
VOLUME
PURE DIRECT
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
VCR 1
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
TUNER
CBL/SAT
STANDBY
/ON
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
VOLUME
OPTICAL
AUDIO
SELECT
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
MULTI CH
INPUT
PHONES
DVD
DTV
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CBL/SAT
VCR 1
2
TOP
TV INPUT
PRESET
TITLE
MULTI CH IN
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
1
21
PURE DIRECT
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
A
B
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
VIDEO
L
R
AUDIO
OPTICAL
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
NIGHT
AUDIO
ENTER
3
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER om het toestel op de
tuner (radio) te zetten.
2
Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de
afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display en verandert met elke druk op de toets.
PRESET/
TUNING
/VCR2
CBL/SAT
VCR 1
DTV
MD/TAPE
DVD
CD-R
SP
A
CD
BASISBEDIENING
1
EFFECT
2
EFFECT
PRG SELECT
RETURN
1
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
1,3 1,3 2,4
2
MUTE
EXIT
MENU
BAND
V-AUX
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
3
TV MUTE
CD
FM/AM
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
TUNER
PRESET/
TUNING
INPUT
VIDEO/AUX
STANDBY
/ON
PHONO
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
EDIT
OPTIMIZER
MIC
TUNER
MEMORY TUNED
E1:FM 87.50MHz
EDIT
PRESET
3
A/B/C/D/E
of
ENTER
A/B/C/D/E
Voorpaneel
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Afstandsbediening
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
SP
A
3
Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET
k / n op de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen
op het display op het voorpaneel, samen met de radioband
en de frequentie, en de TUNED indicator zal oplichten.
CD
TUNER
A5:FM 90.60MHz
4
PHONO
MEMORY TUNED
dB
VOLUME
L
R
Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
PRESET
PRESET/
TUNING
R/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
SP
A
PRESET/
TUNING
EDIT
of
ENTER
EDIT
E1-A5
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Voorpaneel
VCR 1
SP
A
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
Nederlands
/VCR2
TUNER
TUNED
E1:FM 87.50MHz
45
AFSTEMMEN
Afstemmen op Radio Data
Systeem zenders
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Veranderen van de Radio Data
Systeem functie
Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem
gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen
met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender
verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de afstandsbediening
om dit toestel op de tuner (radio) te zetten.
■ PS (Program Service name) functie
AMP
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
TUNER
SOURCE
TV
■ PTY (Program Type) functie
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15
soorten programma’s.
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Pop
ROCK M
Rock
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
■ RT (Radio Text) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk,
naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender
waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke
tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond.
Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens,
zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (_).
■ CT (Clock Time) functie
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan
“CT WAIT” verschijnen.
■ EON (Enhanced Other Networks)
Zie “De EON functie” op bladzijde 47.
46
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens die worden verzorgd door
deze zender te laten zien.
FREQ/TEXT
Afstandsbediening
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Opmerkingen
• Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem indicator oplicht
op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u
eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle
benodigde Radio Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft.
• Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door
deze zender kunnen niet worden geselecteerd.
• Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de
RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan
gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio
Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel naar behoren functioneren.
• Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio
Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op
TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van
het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens
verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie.
• Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl
u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk
dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt
onderbroken en dat de melding “...WAIT” verschijnt op het display.
AFSTEMMEN
De PTY SEEK functie
3
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
Verdraai PRESET k / n om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
PRESET
ENTER
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
A/B/C/D/E
PRESET
TOP
EXIT
TITLE
POP M
PURE DIRECT
MENU
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
3
DISPLAY
4
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/RDS
EON
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
MODE PTY SEEK START
PTY HOLD
Licht op
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de
afstandsbediening om dit toestel op de tuner
(radio) te zetten.
TV
TUNER
SOURCE
BASISBEDIENING
2,4
REC
Druk op PTY SEEK START om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display en de PTY HOLD indicator op het display
licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht
wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie
te annuleren.
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
• Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
AMP
2
Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in
de PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
MODE PTY SEEK START
Knippert
Nederlands
47
AFSTEMMEN
De EON functie
3
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden via het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het
gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen
opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender
wanneer de uitzending van het gewenste soort programma
begint.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/RDS
EON
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
3
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Druk een paar keer op EON en selecteer het
gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT).
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
EON
Afstandsbediening
• Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
• Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
■ Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display staat.
Opmerking
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1
Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display.
Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een
andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON
indicator wel oplicht.
2
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de
afstandsbediening om dit toestel op de tuner
(radio) te zetten.
TV
SOURCE
AMP
48
TUNER
OPNEMEN
OPNEMEN
U kunt REC OUT/ZONE 2 gebruiken om op te nemen van
de ene signaalbron terwijl u kijkt en/of luistert naar een
andere.
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleiding van de betreffende
componenten.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
VCR 1
A
B
MAIN
SILENT CINEMA
CD
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
2
1
Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
2
Selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen met REC OUT/ZONE 2.
• Om de huidige signaalbron waar u naar aan het
kijken of luisteren bent op te nemen, dient u REC
OUT/ZONE 2 op SOURCE/REMOTE te zetten.
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
• Om een andere signaalbron dan die waar u naar aan
het kijken of luisteren bent op te nemen, dient u
REC OUT/ZONE 2 in te stellen op de gewenste
signaalbron.
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
• Om audio en video van verschillende signaalbronnen op te nemen, dient u
REC OUT/ZONE 2 in te stellen op SOURCE/REMOTE, waarna u
eerst de videobron en vervolgens de audiobron selecteert (zie bladzijde 39).
• Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Opmerkingen
• De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron
die u opneemt.
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De instellingen van TONE CONTROL (zie bladzijde 61),
VOLUME, Speaker Level (bladzijde 66) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• S-Video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit
toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van
een component die alleen is verbonden met een S-Video aansluiting
(of alleen met een composiet video-aansluiting) alleen een S-Videosignaal
(of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen
worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge
AUDIO OUT (L/R) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge
signalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet
gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw
signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus
ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN
wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.)
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het
gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen,
CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal
kunnen inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Audiosignalen die binnenkomen via de geselecteerde i.LINK of HDMI
componenten worden gereproduceerd via REC OUT wanneer REC
OUT/ZONE 2 op het voorpaneel is ingesteld op SOURCE/REMOTE
of op de signaalbron waarvan u wilt opnemen. Multikanaals DVD
audiosignalen, DSD signalen van Super Audio CD’s en 2-kanaals PCM
signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
kunnen echter niet worden gereproduceerd via REC OUT.
BASISBEDIENING
1
ZONE CONTROL
PROGRAM
TUNER
CBL/SAT
STANDBY
/ON
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
y
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of gecodeerde
signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd
wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
REC OUT/ZONE 2
Na deze instelling kunt u de signaalbron waar u naar
luistert en/of kijkt veranderen door INPUT te
verdraaien (of door op één van de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening te
drukken) zonder dat dit invloed heeft op de opname.
Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
4
Start de opname op de opnemende
component.
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert
digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts
ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten
houden en dient u de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
49
Nederlands
3
■ Speciale overwegingen bij het opnemen
van DTS materiaal
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een
extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de
werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op
AUTO (zie bladzijde 40) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details
omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35.
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
3
Kenmerken
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts)
of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is,
zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal.
Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals
nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de
reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het
programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook
alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave
bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie.
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids
geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt
zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het
beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital
of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave
van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd
temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction
films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS
gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze
reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals
soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat
de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie
van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt
gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde
aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het
scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van
gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten.
MULTI
2-CH
4
49
Nederlands
STEREO
2ch Stereo
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
1
Programma
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
MULTI
2-CH
5
MULTI
6
2-CH
50
Programma
Kenmerken
THX
THX Cinema
THX verwerking voor filmmateriaal.
THX
THX Game
THX verwerking voor spelmateriaal.
THX
THX Select2 Cinema
THX Select2 verwerking voor filmmateriaal.
THX
THX Surr. EX
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DOLBY DIGITAL
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
q D+PLIIx Movie
Standaard 7.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DOLBY D EX
Standaard 6.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor DTS bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS 96/24
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor 96 kHz/24-bit DTS
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS+PLIIx Movie
Standaard 7.1-kanaals verwerking (Dolby Pro Logic x) voor
DTS materiaal.
SUR. STANDARD
DTS+DOLBY EX
Standaard 6.1-kanaals verwerking (Dolby Digital EX) voor DTS
materiaal.
SUR. STANDARD
DTS ES
Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES
Discrete) voor DTS bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS 96/24 ES
Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES
Discrete) voor 96 kHz/24-bit DTS bronmateriaal.
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde
decoder.
SUR. STANDARD
PRO LOGIC
Standaard verwerking voor Dolby Surround bronmateriaal.
SUR. STANDARD
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
SUR. STANDARD
PLII Movie
Dolby Pro Logic
SUR. STANDARD
PLIIx Game
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
SUR. STANDARD
PLII Game
Dolby Pro Logic
SUR. STANDARD
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
SUR. STANDARD
CS II Cinema
SRS Circle Surround verwerking voor filmmateriaal.
(Alleen modellen voor de V.S.)
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde
decoder.
verwerking voor filmmateriaal.
verwerking voor spelmateriaal.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details
omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35.
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
1
MULTI
2-CH
2
5
MULTI
6
STEREO
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
STEREO
7ch Stereo
HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te
geven via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
MUSIC
Hall in Munich
HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met ongeveer
2500 plaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig reflectie
via de wanden en het geluid verspreid zich heel mooi en heel fijn.
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
Freiburg
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestische
omgeving van een grote kerk na, met een hoog gewelf en zuilen aan
weerszijden. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de
vroege reflecties kleiner zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s.
MUSIC
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in
“The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats
voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een
realistische en levendige weergave.
MUSIC
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische
rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de
“hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige
atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een
echt jazz of rock concert.
MUSIC
Classic/Opera
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende
diepte aan de vocalen en een grote algehele helderheid door
excessieve natrillingen tegen te gaan. Het surround geluidsveld is
relatief beperkt, maar er wordt een zeer fraai geluid gereproduceerd
met behulp van de gegevens die verzameld zijn in de concertzaal.
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave
is krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door
een grote energie en “directheid”.
THX
THX Music
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen.
SUR. STANDARD
q D+PLIIx Music
Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziek.
SUR. STANDARD
DTS+PLIIx Music
Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek.
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. STANDARD
PLIIx Music
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
SUR. STANDARD
PLII Music
Dolby Pro Logic
SUR. STANDARD
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
SUR. STANDARD
CS II Music
SRS Circle Surround verwerking voor muziekmateriaal.
(Alleen modellen voor de V.S.)
verwerking voor muziekmateriaal.
Nederlands
2-CH
Kenmerken
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
3
Programma
51
GEAVANCEERDE BEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
■ Annuleren van de slaaptimer
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is.
De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit.
■ Instellen van de slaaptimer
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SELECT
STANDBY
POWER
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
2
SELECT
1
Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2
Druk herhaaldelijk op SLEEP
SLEEP
om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het
display op het voorpaneel als volgt
veranderen. De SLEEP indicator knippert terwijl u de
tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent.
SLEEP 120 min
SLEEP OFF
V-AUX
DVR/VCR2
SLEEP 90 min
SLEEP 30 min
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
SLEEP 60 min
CD-R
CD
TUNER
PHONO
SP
A
SLEEP
dB
SLEEP
VOLUME
120min
L
R
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
SP
A
SLEEP
52
Hall in Munich
dB
VOLUME
L
R
Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de
SLEEP indicator uit gaan.
SLEEP
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het
toestel uit (standby) te zetten.
SYSTEEMINSTELLINGEN
SYSTEEMINSTELLINGEN
U kunt allerlei systeeminstellingen wijzigen en u kunt zo de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren.
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
y
U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor details “LANG.” op bladzijde 87.
■ HDMI (HDMI menu)
Bewerken van HDMI parameters (zie bladzijde 96).
■ i.LINK Select (i.LINK keuzemenu)
Bewerken van i.LINK parameters (zie bladzijde 92).
■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Bewerken van geluidsveld parameters (zie bladzijde 100).
■ Input Select (Ingangskeuzemenu)
U kunt digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven, of het
volume voor elke aansluiting regelen (zie bladzijde 56).
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
I/O Assignment
Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
56
Audio Select
Selecteren van het gewenste type ingangssignaal.
57
Decoder Mode
Hiermee selecteert u de ingangsfunctie voor met de DIGITAL INPUT aansluitingen verbonden signaalbronnen.
57
Volume Trim
Instellen van het uitgangsvolume van elke aansluiting.
57
Rename
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
58
■ Manual Setup (Handmatig setup menu)
Hiermee kunt u zelf luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 59).
Sound (Geluidsweergave menu)
U kunt met de hand de geluidsparameters instellen.
Kenmerken
Bladzijde
LFE Level
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
59
Dynamic Range
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
59
Parametric EQ
Instellen van de klankkleur van elke luidspreker.
60
Tone Control
Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de hoofdtelefoon.
61
Audio Option
Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel.
61
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Onderdeel
Basic (Basismenu)
Hiermee kunt u snel en makkelijk de basisinstellingen voor uw systeem invoeren.
Onderdeel
Bladzijde
Test Tone
Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de luidsprekers, of om de afstanden van de
luidsprekers en het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen.
63
Speaker Set
Selecteren van de juiste afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
63
Speaker Distance
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
65
Speaker Level
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
66
THX Set
Wijzig de THX instellingen.
66
Nederlands
Kenmerken
53
SYSTEEMINSTELLINGEN
Option (Opties menu)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
Display
Regelen van de GUI schermen en het display op het voorpaneel.
67
Multi Zone
Aanpassen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen.
68
Sur.Initialize
Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s.
68
Audio Select
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
69
Decoder Mode
Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder.
69
Memory Guard
Vergrendelen van de menu-instellingen.
69
■ Auto Setup (Automatische setup menu)
Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische
setup in werking stellen (zie bladzijde 27).
■ System Memory (Systeemgeheugen menu)
Opslaan en oproepen van diverse instellingen (zie bladzijde 70).
■ Audio Info. (Audiosignaal informatiemenu)
Controleren van de informatie voor het huidige audiosignaal (zie bladzijde 40).
54
SYSTEEMINSTELLINGEN
Veranderen van instellingen
3
Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te
openen en in te stellen. (Luidspreker instelling gebruikt in
het volgende voorbeeld bij het veranderen van
parameterwaarden.)
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
Presence
40Hz
Bass Out
60Hz
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
100Hz
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
1
TOP
TV INPUT
PRESET
TV
MUTE
EXIT
TITLE
MENU
BAND
PRG SELECT
PURE DIRECT
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
1
5
2-4
4
DISPLAY
EFFECT
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
Druk op ENTER of h en druk vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling vh
gewenste item te veranderen.
Presence
40Hz
Bass Out
60Hz
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
AMP
100Hz
TOP
TITLE
SOURCE
TV
5
Druk op EXIT.
y
Stereo/Surround
Input Select
Sound
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
2
• U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor
details “LANG.” op bladzijde 87.
• Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan
op ENTER om terug te keren naar het eerder geselecteerde
menu-onderdeel.
Opmerkingen
Test Tone
Speaker Set
Front
Speaker Distance
Center
Speaker Level
Surround
Front
Large
Surround
Small
Surround Back
None
Nederlands
Center
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het
toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Als de stroomvoorziening echter langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden
terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw
moeten wijzigen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste
menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens
op h om het geselecteerde menu-onderdeel
te openen.
• Sommige van de parameters hebben zoveel instellingen dat er
meer dan één GUI scherm nodig is. Druk op k / n om door
deze schermen te bladeren.
• U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory
Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
“Off” te zetten (zie bladzijde 69).
Presence
55
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/
uitgangsaansluitingen)
Input Select
U kunt met deze functie digitale in-/uitgangen opnieuw
toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen
nieuwe namen geven, of het ingangsniveau voor elke
aansluiting regelen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
AMP
TOP
TITLE
SOURCE
TV
2
Selecteer Input Select en druk dan op h.
CD-R
Stereo/Surround
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
3
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk vervolgens op h om het item te
openen en in te stellen.
U kunt de digitale audio in-/uitgangen en de component
video-aansluitingen toewijzen aan andere componenten
wanneer de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt
u de daarbij behorende component selecteren als
signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) >
I/O Assignment >
Voorbeeld 1:
Om de COAXIAL 7 (CD) aansluiting toe te wijzen aan
de DVD ingang.
1) Selecteer Input Select en vervolgens DVD.
2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer
vervolgens 7 CD.
Voorbeeld 2:
Wissen van de toewijzing van een aansluiting.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de
ingangsbron (DVD, enz.).
2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de
gewenste toewijzing (Optical Output, Optical Input,
Coaxial Input of Component Video).
3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de
toewijzing te wissen.
I/O Assignment
Optical Output
Audio Select
Optical Input
Decoder Mode
Coaxial Input
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
56
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Audio Select (Audio selectie)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt
selecteren.
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Audio Select >
Keuzes: Auto, i.LINK, HDMI, Coax/Opt, Analog
■ Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen (zie bladzijde 56) instellen voor
bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) >
Decoder Mode >
Keuzes: Auto, DTS
I/O Assignment
Audio Select
Auto
I/O Assignment
Decoder Mode
i.LINK
Audio Select
Volume Trim
HDMI
Decoder Mode
Auto
Volume Trim
DTS
• Selecteer “Auto” als u de binnenkomende signalen in
deze volgorde wilt laten kiezen: i.LINK signalen,
HDMI signalen, digitale signalen* en analoge signalen.
• Selecteer “i.LINK” als u alleen binnenkomende
i.LINK signalen wilt gebruiken. Als er geen i.LINK
signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
• Selecteer “HDMI” als u alleen binnenkomende HDMI
signalen wilt gebruiken. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
• Selecteer “Coax/Opt” als u via de OPTICAL of
COAXIAL aansluiting binnenkomende digitale
signalen wilt gebruiken. Gebruiken als er ook i.LINK
of HDMI signalen binnenkomen.
• Selecteer “Analog” als u alleen binnenkomende
analoge signalen wilt gebruiken. Als er geen analoge
signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
Rename
• Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
■ Volume Trim (Volume afstelling)
U kunt het niveau van de signalen die binnenkomen via de
verschillende aansluitingen instellen. Dit is nuttig wanneer
u het volume van de diverse signaalbronnen op elkaar wilt
afstemmen om plotselinge veranderingen in volume bij
het overschakelen tussen signaalbronnen te voorkomen.
Manual Setup > Input Select >
ingangsbron (DVD, enz.) > Volume Trim >
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
y
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Audio Select
• U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie
bladzijde 69).
• De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van
CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS.
Decoder Mode
Volume Trim
0.0dB
Rename
Opmerking
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerking
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
Nederlands
57
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Rename (Herbenoemen)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI beeldscherm en
op display verschijnen veranderen. (In het volgende
voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.)
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Rename >
1
Druk op de ingangskeuzetoets om de
signaalbron waarvan u de naam wilt
veranderen te selecteren.
2
Druk op l / h en verplaats de _
(onderstreping) naar het teken of de spatie
die u wilt veranderen.
■ Multi CH Assign
(Toewijzing multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u instellen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een
ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder
gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen
voor de extra voorkanalen.
Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign >
Volume Trim
Multi CH Assign
Input Channels
Front Input
Decoder Mode
CAPITAL
Volume Trim
Rename
DVD
OK
RESET
3
Druk op ENTER om het soort teken te
selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK).
4
Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op
ENTER om een ander soort teken te gebruiken:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK
!, #, %, &, enz.
• Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van
andere signaalbronnen wilt veranderen.
5
Druk op l / h, selecteer OK en druk op
ENTER als u klaar bent.
y
• Voor het veranderen van de namen van signaalbronnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening, zie bladzijde 76.
• Dit menu-item is ook beschikbaar bij het veranderen van de op
het display getoonde namen van signaalbronnen (zie
bladzijde 76), en in het menu voor de opties voor het display op
het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerking
Via deze instelling kunt u alleen de naam van de huidige
signaalbron veranderen (met uitzondering van multikanaals
signaalbronnen).
58
Input Channels
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Opmerking
Als Zone2 Amplifier (bladzijde 68) is ingeschakeld (“Internal”),
zal er geen geluid worden geproduceerd via de surround achterluidsprekers, ook al slecteert u “8ch”. Selecteer in dit geval “6ch”
en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op
6 kanalen.
Front Input
Als u “8ch” heeft ingesteld, kunt u de analoge
aansluitingen selecteren waarop de extra voorkanalen van
de externe decoder zullen binnenkomen.
Instelmogelijkheden: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1,
DVR/VCR2, V-AUX, CD, CD-R,
MD/TAPE
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
SYSTEEMINSTELLINGEN
Manual Setup (Sound)
y
Via dit menu kunt u met de hand de geluidsparameters
instellen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat
sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden
gereproduceerd.
■ Dynamic Range (Dynamisch bereik)
AMP
TOP
SOURCE
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
TITLE
TV
2
Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3
Selecteer Sound en druk dan op h.
Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u:
Manual Setup > Sound > Dynamic Range >
Instelmogelijkheden: MAX (maximum),
STD (standaard), MIN (minimum)
LFE Level
Dynamic Range
Sound
Parametric EQ
Basic
Tone Control
Option
Audio Option
Speaker
MAX
Headphone
STD
MIN
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
■ LFE Level
(Niveau Lage Frequentie Effecten)
Speaker
Headphone (Dynamisch bereik hoofdtelefoon)
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw hoofdtelefoon inte stellen.
• Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
• Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van
het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan uw
subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u:
Manual Setup > Sound > LFE Level >
Keuzes: –20,0 t/m 0,0 (dB)
Speaker (Dynamisch bereik luidspreker)
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw luidsprekers inte stellen.
0.0dB
Headphone
Speaker (Luidsprekerniveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Nederlands
Headphone
(Hoofdtelefoonniveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
59
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Gebruik deze functie om de parametrische equalizer voor
elk van de luidsprekers in te stellen.
Manual Setup > Sound > Parametric EQ >
4
Druk op n, selecteer EDIT en druk op ENTER
om het bewerkingsvenster te openen.
Test Tone
LFE Level
1
2
Dynamic Range
Front L
Parametric EQ
Test Tone
Front R
Tone Control
Front L
Center
Audio Option
Front R
Druk net zo vaak op k / n tot u Test Tone
heeft geselecteerd, of de luidspreker die u
wilt instellen.
• Test Tone hiermee zet u de testtoon aan of uit bij
het instellen van de toonkleur van de luidsprekers.
• Front L instellen van de toonkleur van de linker
voor-luidspreker.
• Front R instellen van de toonkleur van de rechter
voor-luidspreker.
• Center instellen van de toonkleur van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de toonkleur van de
linker surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de toonkleur van de
rechter surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de toonkleur van
de linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de toonkleur van
de rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de toonkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker.
• Presence R instellen van de toonkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker.
Druk op h om het instelvenster te openen.
PARAM
Test Tone
RESET
EDIT
EXIT
Band / Gain
Front L
Front R
Center
3
60
Druk op l / h, selecteer PARAM en druk
vervolgens op ENTER om een parameter te
selecteren uit Band (band), Freq. (frequentie)
of Q (Q factor).
Band
Gain
Freq.
Q
#1
0.0dB
125.0Hz
1.000
De bij PARAM geselecteerde parameter zal
oplichten.
• Druk op l / h om de parameters in te stellen.
• Druk op k / n om de extra versterking (Gain) in te
stellen.
• Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
over de resultaten.
y
Als u alle PEQ parameter instellingen voor de geselecteerde
luidspreker wilt terugzetten, selecteer dan RESET en druk
vervolgens op ENTER.
6
Selecteer EXIT en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
y
• Als u bij stap 3 “Band” selecteert, kunt u dit menu als grafische
equalizer gebruiken.
• Zie “PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE” op
bladzijde 115 voor meer informatie over de parametrische
equalizer.
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Tone Control (Toonregeling)
■ Audio Option (Audio opties)
Control (Toonregeling)
Keuzes: Defeat, Speakers, Headphones
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20dB
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en hoge
tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen.
Manual Setup > Sound > Tone Control >
Keuzes: Control, Bass, Treble
Control
Defeat
Bass
Speakers
Treble
Headphones
• Selecteer “Defeat” als u geen instellingen wilt maken.
• Selecteer “Speakers” om de balans tussen de lage/hoge
tonen van uw luidsprekers in te stellen.
• Selecteer “Headphones” om de balans tussen de lage/
hoge tonen van uw hoofdtelefoon in te stellen.
Bass (Lage tonen regeling)
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen.
Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB
Speaker
Freq : 125Hz
Gain : 0.0dB
Control
Bass
Treble
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Manual Setup > Sound > Audio Option >
Keuzes: Muting Type, Audio Delay, PR/SB Select
Muting Type
Full
Audio Delay
-20dB
PR/SB Select
• Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Keuzes: 0 t/m 240 (ms)
+6
Muting Type
+0
Audio Delay
0ms
-6
PR/PB Select
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
Control
Bass
Treble
y
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Treble (Hoge tonen regeling)
Gebruik deze functie om de weergave van de hoge tonen
via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen.
Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB
+6
+0
-6
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Nederlands
Opmerking
Tone Control werkt niet wanneer:
– THX (bladzijden 50 t/m 51) of PURE DIRECT (bladzijde 38)
is geselecteerd.
– MULTI CH INPUT is geselecteerd.
61
SYSTEEMINSTELLINGEN
PR/SB Select (Aanwezigheidsluidsprekers/
surround achter-luidsprekers selectie)
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd
geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te
geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen
van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Manual Setup (Basic)
Gebruik dit menu om basis-systeemparameters in te
stellen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
AMP
TOP
SOURCE
TITLE
TV
Muting Type
Audio Delay
Presence
PR/SB Select
Surround Back
• Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
• Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround
achterkanaal wordt gedetecteerd door een CINEMA
DSP programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
2
Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3
Selecteer Basic en druk dan op h.
Sound
Test Tone
Basic
Speaker Set
Option
Speaker Distance
Speaker Level
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
y
• De meeste instellingen in het basismenu worden automatisch
uitgevoerd wanneer u de automatische setup doet. U kunt het
basismenu gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden
u aan om toch eerst de automatische setup te doen.
• U kunt deze instellingen terugzetten door de automatische setup
uit te voeren (zie bladzijde 27).
62
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Test Tone (Testtoon)
Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de
luidsprekers, of om de afstanden van de luidsprekers en
het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen.
Manual Setup > Basic > Test Tone >
Keuzes: Off, On
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Front
Large
Center
Small
Surround
None
Surround Back
Test Tone
Off
Speaker Set
On
Speaker Distance
y
• Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met
uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
• Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Opmerking
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer “On” is
geselecteerd. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte aanwezig zijn.
■ Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back,
Presence, Bass Out, Bass Cross Over, SWFR Phase
y
Opmerking
Zet eventuele THX luidsprekers op Small.
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Large
Front
Small
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Front
Center
Large
Surround
Small
Surround Back
None
Presence
• Selecteer “Large” als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft, of als er een achtersubwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers.
Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden
gestuurd.
• Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage
tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers
sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual
CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 39) en zal de
surround achter-luidspreker (Surround Back)
automatisch op “None” worden ingesteld.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
• Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
• Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen.
Center
Surround
Nederlands
• Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft. Het
toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en rechter
voorkanalen naar de linker en rechter voor-luidsprekers sturen.
• Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft. Het
toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar de
luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
63
SYSTEEMINSTELLINGEN
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None
Center
Large x1
Surround
Small x1
Surround Back
Small x2
Presence
Large x2
Bass Out
None
Bass Out (Lage tonen uitgang)
LFE signalen leveren lage frequentie effecten wanneer dit
toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Deze
zeer lage tonen kunnen naar zowel de linker als rechter
voor-luidsprekers worden doorgestuurd en naar de
subwoofer (die zowel kan worden gebruikt voor zowel
stereoweergave als voor geluidsveldprogramma’s).
Keuzes: Both, SWFR, Front
THX aanbeveling: SWFR
Surround Back
• Selecteer “Large x1” als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
• Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out en de rest van het signaal zal naar
de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd.
• Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “Large x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
• Selecteer “None” als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Opmerking
Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker
aan te sluiten op de linker SURROUND BACK (SINGLE)
luidspreker-aansluitingen.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Keuzes: None, Yes
Presence
Both
Bass Out
SWFR
Bass Cross Over
Front
SWFR Phase
• Kies “Both” om de LFE signalen via de subwoofer te
reproduceren. De lage frequentie signalen voor de L/R
voorkanelen worden zowel naar de subwoofer als naar
de voor-luidsprekers doorgestuurd en alle andere lage
tonen worden doorgestuurd aan de hand van uw
luidspreker-instellingen.
• Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE en lage
frequentie signalen door aan de hand van de overige
luidspreker-instellingen.
• Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle lage frequentie en
LFE signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u
eerder Front op Small heeft gezet onder Speaker Set).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Instelmogelijkheden: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz,
100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz,
200Hz
THX aanbeveling: 80Hz (THX)
Surround
Surround Back
Presence
40Hz
Presence
None
Bass Out
60Hz
Bass Out
Yes
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
Bass Cross Over
100Hz
• Selecteer “None” als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft. Dit toestel zal alle
signalen voor de aanwezigheidskanalen doorsturen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers.
• Selecteer “Yes” als u aanwezigheidsluidsprekers heeft.
Opmerking
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal” (zie
bladzijde 68), zal Presence automatisch worden ingesteld op “None”.
64
SYSTEEMINSTELLINGEN
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt
u met deze functie de fasekarakteristieken van uw
subwoofer aanpassen.
Keuzes: Normal, Reverse
Bass Out
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
Presence R
Subwoofer
Unit
Meter
Front L
Feet
Front R
Bass Cross Over
SWFR Phase
Normal
Reverse
• Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s)
niet om te keren.
• Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s)
om te keren.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
■ Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is
dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de
weergave van elke luidspreker een bepaalde fractie van
een seconde vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Manual Setup > Basic > Speaker Distance >
Subwoofer
Speaker Set
Unit
Speaker Distance
Front L
Speaker Level
Front R
THX Set
Center
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Test Tone
Unit (Eenheid)
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling: Modellen voor de V.S. en Canada: Feet (ft)
Overige modellen: Meter (m)
• Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
Nederlands
65
SYSTEEMINSTELLINGEN
Luidspreker afstanden
Keuzes: 0,30 t/m 24,00 m
Begininstelling: 3,00 m
• Front L instellen van de afstand van de linker
voor-luidspreker.
• Front R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker.
• Center instellen van de afstand van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de afstand van de
linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de afstand van de
rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker.
• Presence R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
• Subwoofer instellen van de afstand van de
subwoofer.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Opmerkingen
• U kunt de afstand van luidsprekers die zijn ingesteld op “None”
via Speaker Set niet instellen.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en de afstand aan te passen via Surround Back L.
■ Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- (of linker surround-) luidspreker en elk van de
bij Speaker Set (zie bladzijde 63) geselecteerde
luidsprekers.
Manual Setup > Basic > Speaker Level >
Speaker Set
Presence R
Speaker Distance
Subwoofer
Speaker Level
Front L
THX Set
Front R
Center
Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
• Front L instellen van de balans van de linker
voor-luidspreker.
• Front R instellen van de balans van de rechter
voor-luidspreker.
• Center instellen van de balans van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de balans van de linker
surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de balans van de rechter
surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de balans van de
linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de balans van de
rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de balans tussen de linker
voor- en de linker surround-luidspreker.
• Presence R instellen van de balans tussen de linker
voor- en de rechter aanwezigheidsluidspreker.
• Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer.
y
• Voor een correcte instelling op THX referentieniveaus, dient u
de Test Tone (zie bladzijde 63) te gebruiken.
• Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Opmerkingen
• U kunt het niveau van kanalen die zijn ingesteld op “None” via
Speaker Set niet instellen.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en de balans aan te passen via Surround Back L.
66
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ THX Set (THX instellingen)
Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > THX Set >
Speaker Distance
Dimmer
Speaker Level
Speaker B
THX Set
SB Speaker Dist.
Information
Output
Input Mode
Zone 3 Volume
Manual Setup (Option)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
AMP
TOP
SOURCE
TITLE
TV
SB Speaker Dist. (Afstand surround achterluidsprekers)
Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren
wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet
plaatsen.
Keuzes:
Modellen voor de V.S. en Canada: under 1ft, 1 – 4ft,
over 4ft
Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m
Input Assign
Dimmer
Support Audio
under 0.3m
SB Speaker Dist.
0.3-1.2m
Information
over 1.2m
Input Mode
Zone 3 Volume
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3
Selecteer Option en druk dan op h.
Sound
Display
Basic
Multi Zone
Option
Sur.Initialize
Audio Select
Decoder Mode
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
5
Druk op ENTER wanneer u klaar bent met
instellen.
■ Display (Display)
Gebruik deze functie om de GUI functie en het display op
het voorpaneel in te stellen.
Manual Setup > Option > Display >
Keuzes: Dimmer, Video Conv., Short Message, Position,
Wall Paper
Dimmer
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is
dan 0.3 m.
• Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de
0.3 en de 1.2 m is.
• Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers groter is
dan 1.2 m.
2
Video Conv.
Display
Short Message
Multi Zone
Position
Sur.Initialize
Wall Paper
Nederlands
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Keuzes: –4 t/m 0
67
SYSTEEMINSTELLINGEN
Video Conv. (Video conversie)
Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO)
signalen naar zowel S-Video als component videosignalen aan/uit te
zetten. Hierdoor kunnen de omgezette videosignalen worden
gereproduceerd via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO
aansluitingen wanneer er geen S-video of component videosignalen
binnenkomen. Deze functie zet S-Videosignalen ook om in component
videosignalen wanneer er geen component ingangssignaal is.
Keuzes: Off, On
• Selecteer “Off” als u geen signalen wilt omzetten.
• Selecteer “On” om composiet signalen om te zetten in S-Video en component
videosignalen en om S-Videosignalen om te zetten in to component signalen.
y
Bij gebruik van het THX systeem, raden we u aan Video Conv. op
“Off” in te stellen.
Opmerkingen
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of S-Video).
• Bij het omzetten van composiet of S-Videosignalen van een videorecorder
naar component videosignalen, is het mogelijk, afhankelijk van de
gebruikte videorecorder, dat de beeldkwaliteit achteruit gaat.
Short Message (Beknopte berichten)
Via deze functie kunt u de weergave van korte meldingen aan/uit zetten.
Keuzes: Off, On
• Selecteer “Off” om de weergave van beknopte berichtren uit te zetten.
• Selecteer “On” om de weergave van beknopte berichtren aan te zetten.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de beknopte meldingen niet correct weergegeven kunnen
worden bij gebruik van bepaalde ingangssignalen en bepaalde beeldschermen.
• Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zullen beknopte berichten
niet worden getoond, ook niet als u “On” heeft ingesteld.
Position (Positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
in-beeld display (GUI) instellen.
Keuzes: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts)
• Druk op k om het GUI in-beeld display hoger in het beeld plaatsen.
• Druk op n om het GUI in-beeld display lager in het beeld plaatsen.
• Druk op h om het GUI in-beeld display meer naar
rechts in het beeld plaatsen.
• Druk op l om het GUI (in-beeld display) meer naar
links op het scherm weer te geven.
Wall Paper (Behang)
Met deze functie kunt u de achtergrond instellen die getoond wordt
wanneer er geen beeld wordt ontvangen van externe signaalbronnen. Als
u geen aparte achtergrond wilt gebruiken, dient u None te selecteren.
Keuzes: None, Yes, Gray
Opmerking
Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden getoond, ook niet als u “Yes” heeft ingesteld.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
68
■ Multi Zone (Multi zone)
Gebruik deze functie om de instellingen voor Zone 2 en
Zone B aan te passen.
Manual Setup > Option > Multi Zone >
Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone2 Volume,
Zone3 Volume
Display
Speaker B
Multi Zone
Zone2 Amplifier
Sur.Initialize
Zone2 Volume
Audio Select
Zone3 Volume
Speaker B (Luidsprekerset B)
Gebruik deze functie om de plek te selecteren waar de
voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS
B aansluitingen zijn opgesteld.
Keuzes: Main, Zone B
• Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit
te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld,
zullen alle luidsprekers in de hoofdruimte, inclusief de
subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via
de SPEAKERS B geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden
weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als SPEAKERS B.
• Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel
automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen.
Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker)
U kunt instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: Internal, External
• Selecteer “External” als u uw Zone 2 luidsprekers
aanstuurt via een op de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen van dit toestel aangesloten externe
versterker.
• Kies “Internal” om de interne versterker van dit toestel
te gebruiken en u uw Zone 2 luidsprekers direct op de
PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen van dit
toestel heeft aangesloten.
Opmerkingen
• Wanneern “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor de
aanwezigheidsluidsprekers automatisch op “None” worden
ingesteld.
• Wanneer “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor het
volume in Zone2 automatisch op “Variable” worden ingesteld.
SYSTEEMINSTELLINGEN
Zone2 Volume (Zone 2 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken
met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen.
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal”, zal
deze functie automatisch worden ingesteld op “Variable”.
Keuzes: Fixed, Variable
• Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
• Kies “Variable” om het volume voor ZONE 2
OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de
afstandsbediening te kunnen regelen.
Zone3 Volume (Zone 3 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken
met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
• Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
• Kies “Variable” om het volume voor ZONE 3
OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de
afstandsbediening te kunnen regelen.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
■ Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Display
STEREO
Multi Zone
MUSIC
Sur.Initialize
Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie
wanneer dit toestel wordt ingeschakeld te bepalen en er
een signaalbron (zoals een DVD-speler) is verbonden met
de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel.
Manual Setup > Option > Audio Select
Keuzes: Auto, Last
Multi Zone
Sur.Initialize
Audio Select
Auto
Decoder Mode
Last
Memory Guard
• Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerking
Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de
EXTD SUR. toets worden opgeroepen.
■ Decoder Mode (Decoderfunctie)
U kunt de door dit toestel gebruikte decoder selecteren.
Manual Setup > Option > Decoder Mode
Keuzes: Auto, Last
Sur. Initialize
Audio Select
Decoder Mode
Auto
Memory Guard
Last
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
Audio Select
SURROUND
Decoder Mode
All
• Druk op k / n om het geluidsveldprogramma dat u wilt
initialiseren te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
• Selecteer “All” om de instellingen voor alle
geluidsveldparameters te initialiseren.
• Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten kiezen.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Gewijzigde geluidsveldinstellingen worden blauw
aangegeven.
Manual Setup > Option > Sur.Initialize >
Instelmogelijkheden: STEREO, MUSIC,
ENTERTAINMENT, MOVIE
THEATER, SURROUND, All
■ Audio Select (Audio selectie)
y
Nederlands
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Opmerking
Geluidsveldprogrammagroepen kunnen niet worden geinitialiseerd
wanneer Memory Guard op “On” staat (zie bladzijde 69).
69
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Memory Guard (Geheugen beveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellinge per
abuis gewijzigd worden.
Manual Setup > Option > Memory Guard
Keuzes: Off, On
Audio Select
Decoder Mode
Memory Guard
Off
On
System Memory
Deze functie stelt u in staat maximaal zes van uw favoriete
instellingen op te slaan zodat u ze later gemakkelijk op
kunt roepen. U kunt instellingen zoals de volgende
opslaan:
• Parameters voor de geluidsveldprogramma’s
• Luidspreker-instellingen
• Luidsprekerkanaal-instellingen
• LFE niveau
• Instellingen voor het dynamisch bereik
• Instellingen voor de parametrische equalizer
■ Opslaan van instellingen
Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
• DSP programma instellingen
• Alle menu-onderdelen behalve Memory Guard en
System Memory – Load.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
AMP
TOP
y
SOURCE
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
TITLE
TV
Opmerking
In het algemeen ondervinden de handelingen via het voorpaneel
en de afstandsbediening geen invloed van de Memory Guard
functie wanneer deze op “On” staat. U kunt echter niet de
toonregeling veranderen met Tone Control.
2
Selecteer System Memory en druk dan op h.
3
Selecteer Save en druk dan op ENTER.
Current
Memory 1
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Memory 2
Onder ‘Current’ worden de huidige instellingen
getoond.
70
4
Druk herhaaldelijk op k / n om het
geheugennummer waaronder u de
instellingen op wilt slaan en druk vervolgens
op h.
“Save: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van
het venster verschijnen.
5
Druk op ENTER om de instellingen op te
slaan.
SYSTEEMINSTELLINGEN
■ Oproepen van instellingen
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
AMP
TOP
TITLE
SOURCE
TV
2
Selecteer System Memory en druk dan op h.
3
Selecteer Load en druk dan op ENTER.
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
Current
Memory 1
Memory 2
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Memory 3
4
Druk herhaaldelijk op k / n om het
geheugennummer dat u wilt oproepen te
selecteren en druk vervolgens op h.
“Load: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van
het venster verschijnen.
5
Druk op ENTER om de instellingen op te
roepen.
y
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u gewoon oproepen
door gewoon op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding
“Load Memory 1? Yes:Press Again” op het display op het
voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 1 om de
instellingen op te roepen.
1 MEMORY 2
9
0
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding
“Load Memory 2? Yes:Press Again” op het display op het
voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 2 om de
instellingen op te roepen.
1 MEMORY 2
9
0
Nederlands
71
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen
op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt
overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen.
Bedieningstoetsen
■ Bedienen van dit toestel
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft
om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen.
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Uitleesvenster
AMP/SOURCE/
TV
Zet op AMP om
dit toestel te
bedienen.
SELECT
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
PRESET
TOP
TV
EXIT
TITLE
PURE DIRECT
MENU
PRG SELECT
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
0
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde
componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen
met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De
naam van de geselecteerde component zal verschijnen in
het uitleesvenster.
Met de A/B toetsen en
de ingangskeuzetoetsen
kunt u zoals hieronder
aangegeven een
andere set
bedieningstoetsen
kiezen.
* Gebruik de A/B
toetsen om andere
componenten te
bedienen, ongeacht
of ze op dit toestel
zijn aangesloten
of niet.
Fabrieksinstelling:
A...LD-speler
B...Cassettedeck
+10
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
PHONO
TUNER
AUDIO SELECT
SLEEP
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
POWER
POWER
MULTI
AV CH IN
TVCD
SELECT
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
SOURCE
TV
+
PRESET
TOP
A SPEAKERS B
ENT.
+
MUTE
TV VOL
EXIT
MENU
BAND
PRG SELECT
CH
PURE DIRECT
–
TITLE
–
TV MUTE
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
EON
MODE PTY
PTY SEEK
SEEK START
START
MODE
Uitleesvenster
ENTER
TVNIGHT
INPUT
AUDIO
PRESET
TOP
EXIT
A/B/C/D/E
TITLE
REC
MENU
STRAIGHT PRG SELECT
BAND
RETURN
DISPLAY
NIGHT
DISC SKIP
OFF
ON
SELECT k / n
schakelt de
bediening over
naar een andere
component zonder
de op dit toestel
ingestelde
signaalbron te
veranderen.
SYSTEM
POWER
EFFECT
ENTER
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
STEREO
1
ENTERTAIN
2
5
6
1
MEMORY 2
9
0
EON
EXTD. SUR DISPLAY
7
8
MUSIC
ENTERTAIN
1 A SPEAKERS2 B
ENT.
+10
THX
REC
A/B/C/D/E
4
STEREO
FREQ/RDS
AUDIO
MOVIE
3
STANDARD RETURN
SELECT
THX
Component
set
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscode
in te stellen kunt u tot
maximaal 14
verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 82).
MUSIC
STANDARD
5
6
1
MEMORY 2
9
0
MODE PTY SEEK START
MOVIE
3
4
SELECT
EXTD SUR.
7
AMP/
SOURCE/
TV
Zet op SOURCE om
de met de
ingangskeuzetoetsen
geselecteerde
component te
bedienen.
Zet op TV om de
televisie te bedienen
(u moet de juiste
afstandsbedieningscode
hebben ingesteld voor
DTV of PHONO).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
9
De toetsen binnen
de stippellijnen
kunnen in elke stand
worden gebruikt om
dit toestel te
bedienen (SYSTEM
POWER,
STANDBY,
SLEEP, AUDIO
SELECT, de
ingangsselectietoets
en, VOL +/–,
MUTE, PURE
DIRECT en
STRAIGHT/
EFFECT).
■ Bedienen van andere componenten
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
DISC SKIP
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
EON
EON
MODE
MODE PTY
PTYSEEK
SEEK START
START
RE–NAME
REC
DISC SKIP
Nederlands
71
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Bedienen van optionele apparatuur
(OPTN set)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden
geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die
verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze
set is handig voor het programmeren van instructies die u
alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken
of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat.
Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u
net zo vaak op n te drukken tot OPTN in het
uitleesvenster verschijnt.
Opmerkingen
• U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen
afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 74 voor het
programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen.
• De OPTN set kan niet worden gebruikt wanneer “2001” of
“2003” is geselecteerd in het versterker Archief
(zie bladzijde 73).
Instellen van afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende
afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set
bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg
de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Archief
(componentencategorie)
Standaard
YAMAHA Code
A
LD
2200
B
TAPE
2700
Ingang
PHONO
TV
–
TUNER
TUNER
2602
CD
CD
2300
MULTI CH
INPUT
DVD
2102
V-AUX
VCR
–
CBL/SAT
CABLE
–
MD/TAPE
MD
2500
CD-R
CD-R
2400
DTV
TV
–
VCR 1
VCR
–
DVR/VCR2
DVR
2807
DVD
DVD
2102
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent die u wilt instellen te selecteren.
A
72
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
3
Houd vervolgens LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. “L;DVD”) en van de
geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en
om in het uitleesvenster verschijnen.
Instellen van tuner afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de tuner
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te
stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en het toestel op de
tuner door op de afstandsbediening op TUNER te drukken
en wijzig vervolgens de instellingen voor de
afstandsbedieningscode.
Afstandsbediening
tuner ID
Tuner
archiefcode
LEARN
Functie
(afstandsbedieningsinstelling)
y
Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de
ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component
te selecteren.
(de instelling
van dit toestel:
zie bladzijde 87)
2602
(begininstelling)
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
ID2
Opmerkingen
Opmerking
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt.
Als u een ander archief
(componentencategorie) wilt gebruiken,
dient u op l / h te drukken. U kunt een
ander soort component instellen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassette),
L;TUN (tuner), L;AMP*, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
* De code voor het versterkerarchief (L;AMP) is
voorgeprogrammeerd op “2000” om dit toestel te bedienen. Indien
nodig kunt u echter één van de volgende 4 codes gebruiken.
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is
het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient
als de standaard code is ingesteld. Stel in een dergelijk geval
een alternatieve code in zodat u dit toestel apart kunt bedienen.
4
Opmerking
“0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
5
Afstandsbediening
ID
Functie
(afstandsbedieningsinstelling)
2000
(begininstelling)
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind
van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
(de instelling
van dit toestel:
zie bladzijde 87)
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
2002
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
2003
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
Om de Zone 2 of Zone 3
functies van andere YAMAHA
receivers/versterkers te
bedienen (zie bladzijde 83).
ID1
(begininstelling)
ID2
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
73
Nederlands
2001
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
Om de Zone 2 of Zone 3 functies
te bedienen (zie bladzijde 83).
6
STEREO
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Instellen van AMP afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de AMP
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig
vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode.
AMP
archiefcode
Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
7
Overnemen van functies van
andere afstandsbedieningen
(Leerfunctie)
Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
8
Druk op één van de grijze toetsen hieronder
om te kijken of u de component in kwestie
kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste
afstandsbedieningscode ingesteld.
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
A
B
STANDBY
POWER
AUDIO SELECT
SLEEP
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
EON
MODE
MODE PTY
PTYSEEK
SEEK START
START
MULTI CH IN
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
TUNER
V-AUX
DTV
Opmerking
REC
DISC SKIP
CD
PHONO
Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn met de
afstandsbedieningscode, of als er geen geschikte
afstandsbedieningcode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de Leerfunctie te gebruiken. U kunt alle toetsen
in een bepaalde set zelf opnieuw programmeren
(zie bladzijde 71). De toetsen kunnen apart voor elke
component worden geprogrammeerd.
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg
tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.)
y
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’
(zie “Overnemen van functies van andere afstandsbedieningen
(Leerfunctie)”) of dient u de met de apparatuur in kwestie
meegeleverde afstandsbediening te gebruiken
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
SOURCE
TV
2
3
Druk op de ingangskeuzetoets voor de
gewenste component.
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
CD
AUDIO SELECT
STANDBY
MULTI CH IN
SLEEP
POWER
SYSTEM
B
DVD
CD-R
AV
TUNER
MD/TAPE
POWER
A
DVR/VCR2
TV
PHONO
VCR 1
CBL/SAT
POWER
DTV
V-AUX
SELECT
5 tot 10 cm
74
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
4
Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde
component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het
uitleesvenster verschijnen.
7
Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
LEARN
Opmerkingen
LEARN
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
3 seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt.
5
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” verschijnt in het uitleesvenster.
AUDIO SELECT
STANDBY
SLEEP
POWER
SYSTEM
B
AV
CD-R
MULTI CH IN
POWER
CD
A
MD/TAPE
TV
TUNER
POWER
CBL/SAT
DVD
SELECT
TV
AMP
SOURCE
V-AUX
+
PHONO
–
VOL
DVR/VCR2
+
VCR 1
–
CH
PURE DIRECT
AUDIO
NIGHT
STRAIGHT
DTV
–
MUTE
EXIT
MENU
PRG SELECT
DISPLAY
A/B/C/D/E
+
TV INPUT
PRESET
ENTER
TV VOL
TOP
TV MUTE
TITLE
BAND
RETURN
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het overnemen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 5.
CD
AUDIO SELECT
STANDBY
MULTI CH IN
SLEEP
POWER
SYSTEM
B
DVD
CD-R
AV
TUNER
MD/TAPE
POWER
A
DVR/VCR2
TV
PHONO
VCR 1
CBL/SAT
POWER
DTV
SELECT
V-AUX
GEAVANCEERDE
BEDIENING
6
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– Wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen
niet goed op elkaar gericht zijn.
– Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
y
Nederlands
• Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 5 en 6.
75
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Veranderen van de namen van
signaalbronnen in het
uitleesvenster
5
Druk op l / h om de cursor naar de
volgende tekenpositie te verplaatsen.
PRESET
U kunt de naam die verschijnt in het uitleesvenster van de
afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de
voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Dit komt
bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component op
een bepaalde ingang heeft aangesloten.
ENTER
A/B/C/D/E
6
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
y
Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron die u een nieuwe naam wilt
geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
naam met succes is veranderd.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als
veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 4.
Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt
geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
7
Druk nog eens op RE-NAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
RE-NAME
3
Opmerking
Druk met een balpen of iets dergelijks
RE-NAME in.
RE-NAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog
eens ingedrukt.
4
Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
(Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen.)
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
76
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Gebruiken van de Macro functie
De Macro functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u
bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als
signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de Macro functie kunt u al deze handelingen laten
uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen
zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 78).
Druk op een macrotoets
CD
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
SYSTEM
POWER
CD
Macrotoetsen
Eerste
Tweede
Derde
STANDBY
STANDBY
—
—
SYSTEM
SYSTEM
POWER
POWER
(*1)
POWER
(CD set)
(*2)
TV
—
A
—
—
—
B
—
—
—
PHONO
PHONO
—
TUNER
TUNER
CD
CD
MULTI CH IN
MULTI CH IN
—
V-AUX
V-AUX
—
CBL/SAT
—
CBL/SAT
(*3)
—
(CD set) (*4)
SYSTEM
POWER
MD/TAPE
MD/TAPE
CD-R
CD-R
DTV
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
(MD/TAPE set) (*4)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
(*1)
(CD-R set) (*4)
—
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
*1
77
Nederlands
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de
AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.)
*2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 72), kunt u uw TV aan zetten zonder
een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren
in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 74) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 72).
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ De macrofunctie
■ Programmeren van macro’s
Macrotoetsen
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
A
B
STANDBY
POWER
AUDIO SELECT
SLEEP
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
EON
MODE
MODE PTY
PTY SEEK
SEEK START
START
REC
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
MACRO ON/OFF
1
Zet MACRO ON/OFF op ON.
2
Druk op een macrotoets.
CLEAR
RE–NAME
MACRO
Opmerkingen
• Wanneer u klaar bent met de Macro functie, moet u MACRO
ON/OFF op OFF instellen.
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
Macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden
gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met
knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u
een macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen
doorlopende handelingen, zoals het regelen van het
volume, in een macro te programmeren.
Opmerkingen
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
MACRO
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3
Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster verschijnen.
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Opmerking
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
78
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
4
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten.
Wissen van ingestelde functies
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en
afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set
bedieningstoetsen tegelijk wissen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
PHONO
TUNER
CD
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
MCR 2: AV POWER
2 AUDIO SELECT
SLEEP
TV
MCR 3: AUDIO SELECT
3 MULTI CH IN
2
MCR 1: DVD
1
Druk met een balpen of iets dergelijks
CLEAR in.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
CLEAR
Geeft het aantal macrostappen aan dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt.
3
Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD
Opmerking
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te
veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal
er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met
SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de
daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert.
5
Druk nog eens op MACRO wanneer u alle
gewenste stappen geprogrammeerd heeft.
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft
ingedrukt.
4
Houd CLEAR nog eens tenminste
3 seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster verschijnen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
(L; naam van een component)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste component.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen voor dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet
deze terug op de fabrieksinstellingen.
CLEAR
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
Nederlands
Geheugen back-up
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde afstandsbedieningscodes en andere
functies opnieuw programmeren.
Opmerking
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
79
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5
Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
CLEAR
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Wissen van individuele functies
■ Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
3
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent met de functie die u wilt
wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component
(bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
LEARN
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen
30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
80
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
4
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
FREQ/TEXT
EON
3
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
DTV
MODE PTY SEEK START
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
REC
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
DISC SKIP
RE–NAME
OFF
y
Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie.
6
Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
y
• Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen.
• Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
5
ON
• Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4
Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de macro
programmeerfunctie.
5
Druk nog eens op MACRO om deze functie te
verlaten.
Opmerkingen
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
MACRO
Nederlands
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt.
81
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
1
2
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
SOURCE
SYSTEM
POWER
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
PRESET
TOP
EXIT
TITLE
MENU
BAND
PRG SELECT
6
TV
PURE DIRECT
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
7
8
SELECT
AMP
3
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
THX
5
6
1
MEMORY 2
9
0
7
TOP
TV INPUT
9
TV
MUTE
PRESET
EXIT
TITLE
MENU
BAND
PRG SELECT
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
EON
0
A
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
SOURCE
TV MUTE
4
STRAIGHT
B
MODE
MODE PTY
PTY SEEK
SEEK START
START
REC
DISC SKIP
PURE DIRECT
5
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DVD-speler/
VCR
DVD-recorder
1
2
3
AV POWER
Aan/uit *1
aan/uit *2
Kabel TV/
TV
satellietontvanger
Aan/uit *1
Aan/uit *1
*2
LD-speler
CD-speler
VCR aan/uit *3 Aan/uit *1
*2
*1
DISPLAY
Aan/uit *1
*2
*2
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner
Aan/uit *1
Aan/uit *1
*2
Aan/uit *1
*2
TV aan/uit *2
TV POWER
TV
TV VOL +
TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 Volume +
TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2
TV VOL –
TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 Volume –
TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2
CH +
TV kanaal + *2
Kanaal +
Kanaal +
Kanaal +
TV kanaal + *2
TV kanaal + *2
TV kanaal + *2
TV kanaal + *2
TV kanaal + *2
CH –
TV kanaal – *2
Kanaal –
Kanaal –
Kanaal –
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV INPUT
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
Ingang
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV MUTE
TV aan/uit
TV aan/uit
Aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
TV aan/uit
TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2
Tijdelijk uitschakelen
TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2
geluidsweergave
Titel
Titel
Band
Programma
selectie*5
4
5
TITLE
Titel
MENU
Menu
Menu
Menu
6
ENTER
Menu Enter
Menu selectie
Menu selectie
k
Menu op
Menu op
Menu op
Voorkeuzezenders
hoger (1 t/m 8)
n
Menu neer
Menu neer
Menu neer
Voorkeuzezenders
lager (1 t/m 8)
Menu links
Menu links
Menu links
Voorkeuzegroepen
lager (A t/m E)
h
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
7
8
RETURN
Terug
Terug
Terug
Terug
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
9
ll
Terug zoeken
Terug zoeken
VCR terug zoeken*3 VCR terug zoeken*3 Terug zoeken
hh
Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken*3 VCR vooruit zoeken*3 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken EON *4
b
Terug springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug springen
Terug springen
Richting terug
PTY MODE *4
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
PTY START *4
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan (speler)
Opname
Opname (recorder)
Disc overslaan
Opname
Opname
s
Stop
Stop
VCR stop
Stop
Stop
Stop
Stop
e
Pauze
Pauze
VCR pauze *3
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
h
Weergave
Weergave
VCR weergave *3 VCR weergave *3 Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
AUDIO
Audio
DISPLAY
Display
Display
Display
l
0
A
B
*1
*2
*3
*4
*5
ENTER
Titel
VCR
opname *3
Richting A/B
Cijfertoetsen
VCR
opname *3
*3
VCR stop
*3
VCR pauze *3
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Terug zoeken
Terug zoeken
Voorkeuzegroepen
hoger (A t/m E)
Voorkeuzezenders
(1-8)
Terug zoeken
FREQ *4
Audio
Display
Enter
Display
Display
Display *5
Enter/oproepen Enter/cijfertoets
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO.
Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set.
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
Deze toetsen functioneren alleen op modellen voor Europa en het V.K.
Deze toetsen gelden alleen op modellen voor de V.S.
82
ZONE 2/ZONE 3
ZONE 2/ZONE 3
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies
maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer
en in de tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de
meegeleverde afstandsbediening.
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in
de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Zone 2/Zone 3 aansluitingen
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
• Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
• Een videomonitor voor de tweede ruimte.
y
OUT
IN
IN
OUT
CONTROL OUT
Dit toestel
• Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt
aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan
uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2/Zone 3
aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten
op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een
dergelijk product in bezit heeft, heeft u waarschijnlijk geen aparte
infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er
maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten.
■ Systeemconfiguratie en aansluitvoorbeeld
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u “External” te selecteren bij Zone2 Amplifier (bladzijde 68).
ZONE 3 AUDIO OUT
ZONE 2 VIDEO OUT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
ZONE 2 AUDIO OUT
SP OUT
Versterker
Versterker
MONITOR OUT
DVD-speler
(of andere component)
VIDEO IN
AUDIO IN
Dit toestel
MAIN
SYSTEEM
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Infrarood-ontvanger
Infrarood-ontvanger
ZONE 2
ZONE 3
Infrarood-zender
Eerste ruimte
REMOTE OUT
Tweede ruimte
Derde ruimte
REMOTE 1 IN
REMOTE 2 IN
Nederlands
Opmerkingen
• Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het
Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte.
• Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal.
83
ZONE 2/ZONE 3
Gebruiken van de interne versterker van dit toestel
Om de interne versterker van dit toestel te gebruiken, dient u “Internal” te selecteren bij Zone2 Amplifier 2 (bladzijde 68).
R
L
+
–
PRESENCE/ ZONE 2
Tweede ruimte
Dit toestel
Bediening van Zone 2/Zone 3 via
het voorpaneel
3
U kunt de signaalbron of het volumeniveau regelen voor
componenten in Zone 2 en Zone 3 met ZONE CONTROL
op het voorpaneel.
1
ZONE CONTROL
Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit
moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden
lang knipperen.
Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op
SOURCE/REMOTE.
DVD
DTV
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CBL/SAT
VCR 1
Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op
het voorpaneel om de zone te kiezen die u bij
stap 2 heeft geselecteerd.
CD
DVR/
VCR 2
ZONE 2
ZONE 3
REC OUT/ZONE 2
MAIN
2
y
Druk op MAIN, ZONE 2 of ZONE 3 om de zone
te selecteren waarvoor u de signaalbron of
het volumeniveau wilt regelen.
• U moet deze stap binnen 5 seconden nadat u op ZONE
CONTROL op het voorpaneel heeft gedrukt voltooien.
Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL nog
eens ingedrukt.
• De begininstelling is “ZONE 2” wanneer zowel de Zone 2
als de Zone 3 componenten aangesloten op dit toestel zijn
ingeschakeld.
• Als u bij stap 2 MAIN heeft geselecteerd, zal er geen
indicator knipperen op het display wanneer er op ZONE
CONTROL wordt gedrukt.
ZONE ON/OFF
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
Druk herhaaldelijk op de bijbehorende toets om de
betreffende zone aan of uit te zetten.
U kunt kiezen uit de volgende functies:
ZONE2
ZONE3
MAIN
Bedient de Zone 2 component die is
verbonden met de ZONE 2
AUDIO L/R aansluitingen van dit
toestel.
Bedient de Zone 3 component die is
verbonden met de ZONE 3
AUDIO L/R aansluitingen van dit
toestel.
Bedient de hoofdcomponent (dit
toestel).
4
Gebruik INPUT of VOLUME op het
voorpaneel om over te schakelen naar een
andere signaalbron of het volume voor de
geselecteerde zone-component te regelen.
VOLUME
INPUT
of
y
U moet deze stap binnen 5 seconden na het uitvoeren van
stap 2 voltooien. Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie
automatisch worden geannuleerd. Herhaal in dit geval de
stappen 2 en 3 nog een keer.
84
ZONE 2/ZONE 3
Bediening van Zone 2/Zone 3 met
de afstandsbediening
■ Zone 2/Zone 3 bediening
1
Voor Zone 2/Zone 3 kunt u ook de meegeleverde
afstandsbediening gebruiken. U kunt zelfs onafhankelijk
van wat er in de eerste ruimte afgespeeld wordt vanuit de
tweede/derde ruimte een signaalbron kiezen en
componenten bedienen die zich in de eerste ruimte
bevinden.
Druk net zo vaak op SELECT k tot “ZONE 2”
of “ZONE 3” in het uitleesvenster verschijnt.
SELECT
■ Inschakelen van de Zone functie op de
afstandsbediening
Hierdoor kunt u de afstandsbediening omschakelen voor
gebruik in een andere ruimte en, de ingangskeuzetoetsen,
STANDBY, SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/–
alleen voor de apparatuur in die ruimte gebruiken.
1
Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op
SOURCE/REMOTE.
of
2
Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor
Zone 2 of Zone 3 in te schakelen.
3
Druk op de ingangskeuzetoets voor de
signaalbron waar u in de tweede/derde
ruimte naar wilt luisteren.
In het uitleesvenster verschijnt “2: naam van de
geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de
geselecteerde signaalbron” als de afstandsbediening
in de Zone 2/Zone 3 stand staat.
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
TUNER
CBL/SAT
VCR 1
CD
DVR/
VCR 2
REC OUT/ZONE 2
2
3
Herhaal de stappen 1 t/m 3 van de procedure
“Instellen van afstandsbedieningscodes” op
bladzijde 72.
Druk op l / h en selecteer “L;AMP”.
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
PRESET
Opmerking
ENTER
4
Druk op ENTER.
“2000” verschijnt in het uitleesvenster.
5
Voer de code “2001” of “2003” in.
Voor details, zie bladzijde 73.
6
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
4
U kunt dit toestel bedienen vanuit Zone 2 of
Zone 3 met de ingangskeuze-, STANDBY,
SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/–
toetsen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Signalen die binnenkomen via de V-AUX en PHONO
aansluitingen kunnen niet worden doorgestuurd naar
Zone 2/Zone 3.
A/B/C/D/E
SYSTEM
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
A
B
AUDIO SELECT
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
SELECT
AMP
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
SOURCE
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
TOP
TITLE
7
EXIT
*
PURE DIRECT
MENU
* VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer
Zone2 Volume of Zone3 Volume is ingesteld op
“Variable” in het GUI menu (zie bladzijde 68).
Nederlands
Druk op LEARN om deze Zone instelling af te
sluiten.
De afstandsbediening kan nu vanuit Zone 2 of Zone 3
dit toestel bedienen.
PRESET
TV
LEARN
85
ZONE 2/ZONE 3
5
Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
functie af te sluiten.
Opmerkingen
• De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron
die u opneemt.
• “ZONE2” of “ZONE3” zal alleen in het uitleesvenster
verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en “SYSTM” alleen
wanneer er op n wordt gedrukt.
■ Aan of uit (standby) zetten van dit
toestel
SYSTEM POWER en STANDBY werken iets anders
afhankelijk van de geselecteerde functie zoals die in het
uitleesvenster verschijnt.
• Wanneer u de normale, Zone 2, of Zone 3 heeft
geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2, of
Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby)
zetten.
• Wanneer de System functie is geselecteerd, of wanneer
“2000” of “2002” (zie bladzijde 73) is geselecteerd als
versterker-archief (L;AMP) code, kunt u met SYSTEM
POWER alleen het hoofdtoestel zelf aan zetten. Als u
echter op STANDBY drukt zal alles (het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3) tegelijkertijd uit (standby) worden
gezet.
Uitleesvenster
SYSTEM POWER/
STANDBY
Naam component
Hiermee zet u alleen
het hoofdtoestel aan
of uit (standby).
Zone 2 stand
“Zone2” of “2:naam
van de component”
Hiermee zet u Zone 2
aan of uit (standby).
Zone 3 stand
“Zone3” of “3:naam
van de component”
Hiermee zet u Zone 3
aan of uit (standby).
“SYSTM”
SYSTEM POWER:
zet alleen het
hoofdtoestel aan.
STANDBY:
hiermee zet u alles
(het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3)
tegelijkertijd uit
(standby).
Normale
stand*
Systeem
stand
* “MAIN” zal een paar seconden worden getoond wanneer
SYSTEM POWER of STANDBY wordt ingedrukt.
Opmerking
Om Zone 2 en Zone 3 weer apart te kunnen bedienen wanneer de
systeembedieningsstand is geselecteerd en het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3 uit (standby) staan, dient u op SYSTEM
POWER op het hoofdtoestel te drukken en vervolgens de stappen
1 t/m 5 van de procedure onder “Zone 2/Zone 3 bediening” te
volgen op de bladzijden 85 en 86.
86
■ Speciale opmerkingen betreffende DTS
materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
een DTS signaal naar de tweede/derde ruimte probeert te
sturen, zal er alleen een luide digitale ruis te horen zijn
(die uw luidsprekers kan beschadigen). Daarom dient u de
volgende maatregelen te nemen wanneer u DTS materiaal
wilt kunnen weergeven.
Voor DVD’s de gecodeerd zijn met DTS
Er kunnen alleen 2-kanaals analoge audiosignalen naar de
tweede/derde ruimte worden gestuurd.
Gebruik het discmenu om de gemengde 2-kanaals linker
en rechter audio-uitgangen van de DVD-speler op PCM of
Dolby Digital weergave te zetten.
Voor DTS gecodeerde CD’s
Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de
Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met
DTS materiaal.
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel.
Geavanceerd setup menu
Dit menu biedt aanvullende handelingen om de manier
waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
1
U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
2
Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT
ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON.
■ PRESET (Gebruikersinstelling)
Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met
uitzondering van System Memory en Auto Setup.
Keuzes: CANCEL, RESET
• Selecteer “CANCEL” als u de instellingen van dit
toestel niet wilt terugzetten.
• Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Opmerking
Deze instelling heeft geen effect op geavanceerde instelmenu parameters.
STRAIGHT
STANDBY
/ON
EFFECT
3
Verdraai PROGRAM om het gewenste menuitem te selecteren.
De naam van het geselecteerde item verschijnt op het
display op het voorpaneel.
PROGRAM
4
Druk op STRAIGHT/EFFECT om deze
instelling af te sluiten.
■ REMOTE AMP (Afstandsbediening AMP ID)
Hiermee stelt u het ID nummer van dit itoestel n voor
herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 73).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de versterkercode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2000” of “2001”.
• Selecteer “ID2” wanneer de versterkercode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2002” of “2003”.
■ REMOTE TUN (Afstandsbediening tuner ID)
Hiermee stelt u de tuner ID van dit toestel in voor herkenning
van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 73).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
• Selecteer “ID2” wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
■ FAN MODE (Ventilator instelling)
Opmerking
< Alleen modellen voor Azië en algemene modellen >
De afstandsbediening en VOLUME op het voorpaneel werken
niet wanneer u het geavanceerde instelmenu aan het gebruiken
bent.
■ TU (Afstemstap tuner)
Druk op STANDBY/ON om de nieuwe
instelling op te slaan.
Het toestel gaat uit (standby).
y
■ SP IMP. (Luidsprekerimpedantie)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
■ LANG. (GUI taal)
Hiermee kunt u bepalen in welke taal de grafische
gebruikersinterface (GUI) van dit toestel op het scherm
weergegeven zal worden.
Keuzes: ENGLISH, JAPANESE, FRENCH, GERMAN
Kies de gewenste taal.
87
Nederlands
Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan
te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 6ΩMIN, 8ΩMIN
• Selecteer “6ΩMIN” voor luidsprekers van 6 Ohm of
hoger.
• Selecteer “8ΩMIN” voor luidsprekers van 8 Ohm of
hoger.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De nieuwe instelling wordt van kracht wanneer het toestel de
volgende keer wordt ingeschakeld.
U kunt de werking van de ventilator van dit toestel ook
apart instellen.
Keuzes: AUTO, CONT.
• Selecteer “AUTO” om de ventilator automatisch te
laten reageren op de temperatuur van dit toestel.
• Selecteer “CONT.” om de ventilator continu te laten
draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel.
5
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
Voorpaneel display systeem opties menu
Dit is een aanvullend menu waarmee u
toegang heeft tot de meeste GUI menu-instellingen zonder
videomonitor.
Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te
openen en in te stellen.
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
SOURCE
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
TOP
PRESET
EXIT
TITLE
MENU
BAND
PRG SELECT
TV
AUDIO
Druk net zo vaak op k / n tot u een item
geselecteerd heeft en druk vervolgens op
ENTER om het geselecteerde item te openen.
4
Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
5
Druk op ENTER en druk vervolgens
herhaaldelijk op l / h om de instelling van
het gewenste item te veranderen.
6
Druk op DISPLAY om deze functie te
verlaten.
1
PURE DIRECT
NIGHT
ENTER
3
3-5
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
2,6
1
2
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP.
y
Druk op DISPLAY op de afstandsbediening
om het menu te openen.
Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan
op RETURN om terug te keren naar het eerder geselecteerde
menu-onderdeel.
■ AUTO SETUP
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
SETUP
AUTO
• Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker
parameters de automatische setup moet instellen.
• Correspondeert met Setup Type in het GUI menu
(zie bladzijde 29).
EQ
NATURAL
FRONT
FLAT
• Hiermee kunt u opgeven welke equalizer
karakteristieken de automatische setup zal gebruiken.
• Correspondeert met Setup Menu – Equalizing in het
GUI menu (zie bladzijde 28).
START [ENTER]
88
• Gebruik deze mogelijkheid om de automatische setup
in werking te stellen.
• Correspondeert met Start in het GUI menu
(zie bladzijde 29).
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
■ MANUAL SETUP
1 BASIC MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
A)SPEAKER SET
FRONT;;;;SMALL
CENTER;;;;;SML
SURR LR;;;;SML
SURR B;;;SMLx2
PRESENCE;;NONE
BASS OUT;;SWFR
CrossOver;80Hz
SWFR PHASE;NRM
• Selecteren van de juiste afmetingen van de
luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
• Correspondeert met Speaker Set in het GUI menu
(zie bladzijde 63).
B)SP DISTANCE
UNIT;;;;meters
FRONT L;;3.00m
FRONT R;;3.00m
CENTER;;;3.00m
SURR L;;;3.00m
SURR R;;;3.00m
SB L;;;;;3.00m
SB R;;;;;3.00m
SWFR;;;;;3.00m
PRES L;;;3.00m
PRES R;;;3.00m
• Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
• Correspondeert met Speaker Distance in het GUI
menu (zie bladzijde 65).
• Stel de eenheid in op “meters” of op “feet” om de
afstanden tot de luidsprekers in te voeren in meters of
in voeten.
UNIT;;;;;;feet
FRONT L;;10.00ft
FRONT R;;10.00ft
CENTER;;;10.00ft
SURR L;;;10.00ft
SURR R;;;10.00ft
SB L;;;;;10.00ft
SB R;;;;;10.00ft
SWFR;;;;;10.00ft
PRES L;;;10.00ft
PRES R;;;10.00ft
FL-----||----C-----||----FR-----||----SL-----||----SB.L----||----SB.R----||----SR-----||----SWFR-----||----PR.R----||----PR.L----||-----
• Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
• Correspondeert met Speaker Level in het GUI menu
(zie bladzijde 66).
D) TEST TONE
TEST TONE;;OFF
TEST TONE;;;ON
• Produceert een testtoon om het niveau van uw
luidsprekers mee te regelen.
• Correspondeert met Test Tone in het GUI menu
(zie bladzijde 63).
E)THX SET
SB Dis: <0.3m
SB Dis: 0.3-1.2m
SB Dis: >1.2m
• Wijzig de THX instellingen.
• Correspondeert met THX Set in het GUI menu
(zie bladzijde 66).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
C)SP LEVEL
Nederlands
89
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
2 SOUND MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
A) LFE LEVEL
SP LFE;;;;;;;0
HP LFE;;;;;;;0
• Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal
bij Dolby Digital of DTS signalen.
• Correspondeert met LFE Level in het GUI menu
(zie bladzijde 59).
B) D.RANGE
SP D.R;;;;MAX
HP D.R;;;;MAX
• Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital
of DTS signalen.
• Correspondeert met Dynamic Range in het GUI menu
(zie bladzijde 59).
C)TONE CON FRQ
BASS SP 350Hz
TRBL SP 3.5kHz
• Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de
hoofdtelefoon.
• Correspondeert met Tone Control in het GUI menu
(zie bladzijde 61).
• “BASS SP” en “TRBL SP” zullen verschijnen
wanneer er geen hoofdtelefoon is aangesloten op dit
toestel, terwijl “BASS HP” en “TRBL HP”
verschijnen wanneer er wel een hoofdtelefoon is
aangesloten.
BASS HP 350Hz
TRBL HP 3.5kHz
D)AUDIO OPTION
A.MUTE;;;;MUTE
A.DELAY;;;;0ms
PRch >SBch
• Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit
toestel.
• Correspondeert met Audio Option in het GUI menu
(zie bladzijde 61).
3 INPUT MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
A) I/O ASSIGN
C.V[A]
DVD
C.V[B]
DTV
C.V[C]CBL/SAT
OUT(1)MD/TAPE
OUT(2)
CD-R
IN (3)
CD
IN (4)
DVD
IN (5)
DTV
IN (6) CBL/SAT
IN (7)
CD
IN (8)
DVD
IN (9)DVR/VCR2
B) INPUT TRIM
DVD;;;;;0.0
Kenmerken
• Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee
verbonden componenten.
• Correspondeert met I/O Assignment in het GUI menu
(zie bladzijde 56).
• Instellen van het uitgangsvolume van elke
aansluiting.
• Correspondeert met Volume Trim in het GUI menu
(zie bladzijde 57).
C)AUDIO SELECT
>AUTO LAST
• Selecteren van de begininstelling van de
ingangsfunctie voor de signaalbron.
• Correspondeert met Audio Select in het GUI menu
(zie bladzijde 69).
D)DECODER MODE
>AUTO LAST
• Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder.
• Correspondeert met Decoder Mode in het GUI menu
(zie bladzijde 57).
E)INPUT RENAME
DVD ._ DVD
• Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam
geven.
• Correspondeert met Rename in het GUI menu
(zie bladzijde 58).
F)MULTI CH IN
>6CH 8CH
• Selecteert het aantal audiokanalen dat binnenkomt via
de MULTI CH INPUT aansluitingen.
• Correspondeert met Multi CH Assign in het GUI
menu (zie bladzijde 58).
90
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
4 HDMI MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
A)INPUT ASSIGN
IN 1
DVD
IN 2 CBL/SAT
• Wijst signaalbronnen (zoals een DVD-speler) toe aan
de HDMI IN aansluitingen.
• Correspondeert met Input Assign in het GUI menu
(zie bladzijde 99).
B)SUPPORT AUD.
>4600
• Selecteert de HDMI audio signaalbron.
• Correspondeert met Support Audio in het GUI menu
(zie bladzijde 99).
OTHER
5 i.LINK MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
A)INPUT ASSIGN
----> ------> DVD
• Selecteert de ingangstoewijzing voor geregistreerde
i.LINK componenten.
• Correspondeert met Input Assign in het GUI menu
(zie bladzijde 94).
• “---” verschijnt als er geen i.LINK component is
geregistreerd.
• De naam van de geregistreerde i.LINK component
(“DVD” in dit voorbeeld) zal nu verschijnen.
B)AUTO PLAY
<--->
---->
<-----X--
• Selecteert automatische weergave voor signalen die
binnenkomen van op dit toestel aangesloten i.LINK
componenten.
• Correspondeert met Auto Play in het GUI menu
(zie bladzijde 94).
PLAYER
PLAYER
PLAYER
PLAYER
6 OPTION MENU
Onderdeel
Sub-onderdelen
Kenmerken
DIMMER;;;;;;;0
WALL PAPER;;ON
SHORT MSG. ON
V CONV.;;;;;ON
• Regelen van de GUI schermen en het display op het
voorpaneel.
• Correspondeert met Display in het GUI menu
(zie bladzijde 67).
B)MEMORY GUARD
MEM.GUARD;;OFF
• Vergrendelen van de menu-instellingen.
• Correspondeert met Memory Guard in het GUI menu
(zie bladzijde 69).
C)SURR. INI
PRESS DSP Key
• Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een
groep geluidsveldprogramma’s.
• Correspondeert met Sur.Initialize in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
D)ZONE SET
SP B;;;;MAIN
• Aanpassen van de Zone B parameters.
• Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
E)ZONE2 SET
OUT VOL;;;VAR.
ZONE2 AMP;;EXT
• Aanpassen van de Zone 2 parameters.
• Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
F)ZONE3 SET
OUT VOL;;;VAR.
• Aanpassen van de Zone 3 parameters.
• Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
A)DISPLAY SET
Nederlands
91
GEBRUIKEN I.LINK
GEBRUIKEN i.LINK
Wat is i.LINK?
Aansluiten van i.LINK componenten
i.LINK is een digitale verbindingstechniek met hoge
datasnelheden in beide richtingen die voldoet aan een
wereldwijde standaard die is goedgekeurd door het
“Institute of Electrical and Electronics Engineers” (IEEE).
Via i.LINK kunnen i.LINK-compatibele componenten
digitale audiosignalen versturen en ontvangen (bitstromen
zoals Dolby Digital en DTS; 2-kanaals lineaire PCM
signalen; DSD signalen van Super Audio CD’s) via één
enkele i.LINK kabel.
U kunt audiosignalen laten verwerken door te kiezen
tussen de DSD Direct functie, waarbij DSD signalen
direct worden doorgestuurd naar DSD-compatibele DAC
audio-apparatuur, en de DSD functie, waarbij DSD
signalen worden omgezet naar PCM signalen zodat u
verzekerd kunt zijn van een rijke weergave via de
geluidsvelden.
■ Serieverbindingen
U kunt uw componenten ‘kop-aan-staart’ met elkaar
verbinden. Op deze manier kunt u maximaal 17 verschillende
componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden.
Maximum lengte enkele kabel: 4,5 m
i.LINK
component
De i.LINK aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• IEEE1394 Std 1394a-2000
(Standaard voor een seriële bus met hoog
prestatieniveau)
• A&M Protocol
(Audio en Muziek Datatransmissie Protocol 2.1)
• DTCP (Digitale Transmissie Inhouds Protectie)
■ i.LINK compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaaltypen Audiosignaalformaten
2-kanaals
Lineair PCM
92
2-kanalen,
32-192 kHz
Compatibele
i.LINK
componenten
CD,
DVD-Video,
DVD-Audio
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 kanalen,
32-96 kHz
DVD-Audio
Bitstroom
Dolby Digital,
DTS
DVD-Video
DSD
2-kanaals/
5-kanaals/6-kanaals
2,8224 MHz
Super Audio CD
i.LINK
component
■ Vertakte verbindingen
Op deze manier kunt u vanaf een bepaald punt een aftakking
maken wanneer u 3 of meet i.LINK aansluitingen beschikbaar
heeft. Op deze manier kunt u maximaal 63 verschillende
componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden.
i.LINK
component
i.LINK ondersteunt op dit moment drie verschillende
datasnelheden: 100 Mbps, 200 Mbps en 400 Mbps.
Dit toestel ondersteunt ‘hot plugging’, zodat u de
IEEE1394 kabel ook kunt aansluiten of loskoppelen
wanneer de stroom is ingeschakeld.
i.LINK
component
i.LINK
component
i.LINK
component
Maximum lengte
enkele kabel:
4,5 m
i.LINK
component
Opmerkingen
• Gebruik voor de verbindingen 4-pens IEEE1394 kabels die
geschikt zijn voor S400 transmissiesnelheden. Wij raden u ook aan
kabels te gebruiken die niet langer zijn dan 3,5 m.
• Het systeem zal niet functioneren wanneer er componenten in
een lus zijn aangesloten (zodat de uitgangssignalen weer terug
kunnen komen bij de oorspronkelijke component).
• Dit toestel kan geen dergelijke signalen reproduceren die niet
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
• Omdat de datasnelheid kan afhangen van de volgorde waarin de
i.LINK componenten aangesloten zijn, kunt u het beste alleen i.LINK
componenten met dezelfde datasnelheden met elkaar verbinden.
• Sluit geen IEEE1394 kabels aan en koppel ze niet los van dit
toestel of andere i.LINK componenten terwijl er nog gegevens
worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden
onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Wanneer u de IEEE1394 stekker in een i.LINK aansluiting van dit
toestel doet, moet u erop letten dat de stekker niet verkeerdom zit. Als
u teveel kracht zet om de stekker op de verkeerde manier in de
aansluiting te persen, kunt u de aansluiting of de stekker beschadigen.
• Zet i.LINK componenten niet aan of uit terwijl er gegevens worden
uitgewisseld. Hierdoor kan de weergave gestopt worden. Zet wanneer
dit toch gebeurt, dit toestel uit (standby) en vervolgens weer aan.
• Andere i.LINK componenten die worden aangesloten op dit toestel
moeten DTCP (Digital Transmission Content Protection) ondersteunen.
• Dit toestel is alleen geschikt voor i.LINK (AUDIO) componenten.
Omdat dit toestel geen ondersteuning biedt voor i.LINK (VIDEO), zijn
videosignalen zoals MPEG2-TS (digitale satellietsignalen enz.) of DV
(DV-camera, DVD-recorder, enz.) niet geschikt voor dit toestel.
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat of geheel is
uitgeschakeld, kunnen er geen signalen worden doorgegeven
aan de volgende i.LINK component in de keten.
GEBRUIKEN i.LINK
Basisbediening i.LINK
Opmerkingen
■ Toewijzen i.LINK componenten
Wanneer er een i.LINK component wordt aangesloten zal dit
toestel automatisch de aangesloten component herkennen en
registreren (tot maximaal 16 i.LINK componenten). Door een
i.LINK component aan te wijzen als een bepaalde signaalbron
kunt u de video- en audio-ingangssignalen die het toestel van
die component ontvangt en de via de i.LINK verbinding
ontvangen audiosignalen tegelijk laten weergeven.
Zet dit toestel en de aangesloten i.LINK component aan.
De i.LINK component wordt als volgt automatisch
herkend en geregistreerd.
DVD → DTV → CBL/SAT → VCR1 → DVR/VCR2 →
V-AUX → PHONO → CD → CD-R → MD/TAPE
“LINK CHECK” knippert op het display op het
voorpaneel gedurende deze procedure.
Opmerkingen
• Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde i.LINK
component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in het
GUI menu (zie bladzijde 94) of INPUT ASSIGN in het systeemopties
menu op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
• Er kan slechts n enkele i.LINK component worden toegewezen
aan een bepaalde ingang, en ingangen die reeds zijn toegewezen
zullen worden overgeslagen.
• Als er i.LINK componenten zijn toegewezen aan alle beschikbare
signaalbronnen, kunnen er geen i.LINK componenten meer worden
toegewezen en kunnen de audiosignalen die worden ontvangen van
deze i.LINK componenten niet worden weergegeven via dit toestel.
• U kunt de naam van de ingang die is toegewezen aan de
geselecteerde i.LINK component laten zien met behulp van de
Assign functie in het Information menu (zie bladzijde 94).
• U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK
component als signaalbron wordt geselecteerd aan/uit zetten
met INPUT, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch over te
laten schakelen wanneer er een signaal van een aangesloten
i.LINK component wordt gedetecteerd (zie bladzijde 94).
• Audiosignalen die binnenkomen via de i.LINK aansluitingen
worden alleen digitaal gereproduceerd indien AUDIO SELECT
op AUTO of op i.LINK is ingesteld als ingangsfunctie, en REC
OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE staat.
Veranderen van i.LINK Select
parameters
Via dit menu kunt u informatie bekijken over geregistreerde
i.LINK componenten, geregistreerde componenten die u niet
meer gebruikt wissen, of de bedienings- en weergaveinstellingen
voor gebruik met i.LINK componenten wijzigen.
1
Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
2
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
AMP
TOP
TITLE
SOURCE
TV
Stereo/Surround
Input Select
Sound
Manual Setup
Basic
Als een bepaalde i.LINK component is toegewezen aan de naam van
een bepaalde signaalbron, dient u de volgende stappen uit te voeren om
te luisteren naar weergave van deze geregistreerde i.LINK component.
Auto Setup
Option
1
Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron
die is toegewezen aan de i.LINK component.
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies
“AUTO” of “i.LINK” als ingangsfunctie.
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
System Memory
3
PHONO
SP
A
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Luisteren naar weergave van i.LINK
componenten
Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
i.LINK Select.
HDMI
Information
i.LINK Select
Information
Stereo/Surround
Select
Input Select
Auto Play
dB
VOLUME
A.SEL:AUTO
L
R
of
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
PHONO
SP
A
3
Laat de aangesloten i.LINK component
beginnen met afspelen.
dB
VOLUME
L
R
4
Druk op ENTER of h en druk vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling vh
gewenste item te veranderen.
5
Druk op EXIT.
Nederlands
A.SEL:i.LINK
93
GEBRUIKEN i.LINK
■ Information (Informatie)
Via deze functie kunt u de volgende informatie laten
verschijnen: bedieningstoestand van geregistreerde
i.LINK apparatuur, geregistreerde i.LINK apparatuur die
verwijderd is en i.LINK signalen die op dit moment
worden ontvangen.
i.LINK Select > Information >
Keuzes: Details, Delete, Protect, i.LINK Status
• Selecteer Details om de volgende informatie te laten
verschijnen over de geselecteerde i.LINK component.
– Vendor: Toont de naam van de fabrikant van uw
i.LINK component.
– Model: Laat de modelnaam van uw i.LINK
component zien.
– Active (aangesloten) of Non Active (niet
aangesloten): Laat zien of uw i.LINK component is
aangesloten.
– Audio (voor audiosignalen) of Non Audio (voor
andere dan audiosignalen): Laat zien of uw i.LINK
component het afspelen van audiosignalen
ondersteunt.
– Assign: Toont de naam van de signaalbron die is
toegewezen aan de geselecteerde i.LINK
component.
• Selecteer Delete om de geselecteerde i.LINK
component te wissen uit de lijst met geregistreerde
componenten. Druk op ENTER om te wissen. U kunt
alleen niet-actieve en onbeveiligde i.LINK
componenten verwijderen.
• Selecteer Protect om te voorkomen dat de
geselecteerde i.LINK component per ongeluk gewist
wordt.
• Selecteer i.LINK Status om de bedieningstoestand te
laten zien van i.LINK signalen die op dit moment
binnenkomen. U kunt deze functie ook gebruiken om
alle niet-actieve en onbeveiligde i.LINK componenten
allemaal tegelijk in één keer te verwijderen.
Opmerking
Informatie over niet-geregistreerde i.LINK componenten is niet
beschikbaar via het GUI menu. Deze i.LINK componenten
kunnen niet met dit toestel worden gebruikt, alhoewel hun
signalen wel kunnen worden doorgegeven aan andere i.LINK
apparatuur.
■ Select (Input select)
Hiermee kunt u kiezen welk audiosignaal van welke
i.LINK component zal worden weergegeven.
i.LINK Select > Select >
Selecteer de naam van de gewenste component en druk op
ENTER om de signaalbron om te schakelen. Wanneer u de
gewenste component geselecteerd heeft, zullen de
informatie over de fabrikant en het model samen met de
toegewezen signaalbron getoond worden.
94
■
Input Assign (Ingangen toewijzen)
Met deze functie kunt u de signaalbronnaam die is
toegewezen aan een geregistreerde i.LINK component
wijzigen. U kunt de i.LINK component toewijzen aan een
willekeurige signaalbronnaam (PHONO t/m V-AUX).
i.LINK Select > Input Assign >
Keuzes: PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD, DTV,
CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX,
No Assignment
1
Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
i.LINK component te selecteren en druk
vervolgens op h.
2
Druk herhaaldelijk op k / n om de
signaalbronnaam voor deze i.LINK
component te selecteren en druk op ENTER.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
■ Auto Play (Automatische weergave)
U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK
component als signaalbron wordt geselecteerd met INPUT
aan/uit zetten, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch
over te laten schakelen wanneer er een signaal van een
aangesloten i.LINK component wordt gedetecteerd.
i.LINK Select > Auto Play >
Keuzes: ← – → Player, → → → Player, ← ← ← Player,
– X – Player
• Selecteer ← – → Player als u wilt dat de met de
INPUT geselecteerde i.LINK component automatisch
begint te spelen en dat dit toestel automatisch
overschakelt naar een i.LINK component die begint te
spelen.
• Selecteer → → → Player als u de i.LINK component
die wordt geselecteerd met INPUT automatisch wilt
laten beginnen met afspelen.
• Selecteer ← ← ← Player wanneer u wilt dat dit toestel
automatisch overschakelt naar een i.LINK component
die begint met afspelen.
• Selecteer – X – Player om automatische weergave van
i.LINK componenten uit te schakelen. Door deze
instelling voorkomt u ook dat het toestel automatisch
overschakelt naar een i.LINK component.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
GEBRUIKEN i.LINK
i.LINK displaymeldingen
■ Status displaymeldingen
Afhankelijk van de toestand waarin dit toestel zich bevindt, kunnen de volgende meldingen op het display op het
voorpaneel verschijnen.
Melding
Inhoud
Knippert wanneer de aansluiting van een i.LINK component wordt gecontroleerd.*
LINK CHECK
*
De weergave kan stoppen wanneer deze melding wordt getoond.
■ Foutmeldingen
De volgende meldingen verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer er een verbindings- of registratiefout
wordt gedetecteerd.
Melding
Oorzaak
Oplossing
De capaciteit van de 1394 bus wordt volledig
benut en er kunnen derhelave geen gegevens
meer worden overgebracht.
U kunt dit probleem oplossen door i.LINK
componenten die u niet gebruikt los te koppelen.
CANNOT LINK
De aangesloten i.LINK component wordt niet
herkend omdat de aansluiting onvolledig is.
Controleer of alle i.LINK componenten correct zijn
aangesloten met behulp van IEEE1394 kabels.
LOOP CONNECT
Dit toestel en de i.LINK component zijn op
elkaar aangesloten via een lus (zodat de
uitgangssignalen weer terug kunnen komen bij
de oorspronkelijke component).
Maak de IEEE1394 kabels los en verbindt de
componenten opnieuw, in serie of met vertakkingen.
NODE OVER
Er zijn meer dan 63 i.LINK componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten componenten.
HOP OVER
Er zijn meer dan 15 i.LINK componenten in
serie op elkaar aangesloten.
Verminder het aantal i.LINK componenten dat is
aangesloten tussen de twee eindcomponenten tot 15 of
minder.
BUS FULL
Als er een langzame i.LINK component (S100 of S200)
is aangesloten tussen dit toestel en de i.LINK (AUDIO)
component die u wilt weergeven, is het mogelijk dat het
gegevensverkeer hierdoor belemmerd wordt. U kunt dit
probleem oplossen door de volgorde waarin de diverse
i.LINK componenten op dit toestel zijn aangesloten zo
te veranderen dat dit toestel direct is verbonden met de
i.LINK (AUDIO) component die u wilt weergeven.
Er is een nieuwe i.LINK component
aangesloten op dit toestel terwijl er al 16
i.LINK componenten zijn geregistreerd. Dit
toestel kan maximaal 16 i.LINK componenten
registreren.
REGIST. OVER
Verwijder eventueel ongebruikte geregistreerde i.LINK
componenten uit de lijst met geregistreerde
componenten en sluit de i.LINK component die wilt
laten registreren opnieuw aan.
Zie “Veranderen van i.LINK Select parameters” op
bladzijde 93.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Sluit de i.LINK componenten opnieuw aan met
vertakkingen.
■ i.LINK indicator
Wanneer er een i.LINK component is aangesloten en dit toestel signalen weergeeft die
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
Knippert
Wanneer er een i.LINK component is aangesloten, maar dit toestel signalen weergeeft die
binnenkomen via andere aansluitingen dan i.LINK, of wanneer er geen signalen binnenkomen via
de i.LINK aansluitingen.
Off
Er is geen i.LINK apparatuur aangesloten.
95
Nederlands
Licht op
GEBRUIKEN HDMI
GEBRUIKEN HDMI
Wat is HDMI?
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video)
interface.
HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of
hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio
via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe
ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor
(zoals een digitale televisie – DTV).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders.
Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een
bezoek te brengen aan de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface
Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI
Licensing, LLC.
• HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content
Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door
Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Video- of audiosignalen die binnenkomen via andere
aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
• Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur
(zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
van andere apparatuur (zoals een projector).
• U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te
verbinden met andere HDMI-compatibele componenten.
Gebruik een HDMI kabel die niet langer is dan 5 m om
verzekerd te kunnen zijn van een betrouwbare werking en om
verslechtering van de videokwaliteit te voorkomen.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
96
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de analoge video uitgangsaansluitingen.
• GUI displays (menuschermen bijvoorbeeld) of analoge
videosignalen die binnenkomen via video ingangsaansluitingen
kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Om analoge videosignalen weer te kunnen geven moeten deze
verbonden worden met analoge video uitgangsaansluitingen.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen
niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
• Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen
van Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een
DVD-speler) aansluiten op de i.LINK aansluiting of de MULTI
CH INPUT aansluitingen.
• Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk,
afhankelijk van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet
kunnen worden weergegeven. Als de DVD-speler die is
aangesloten op dit toestel geen DVD multikanaals
audiosignalen produceert via de HDMI OUT aansluiting, kunt u
de DVD-speler verbinden met de i.LINK aansluiting of de
analoge multikanaals audio ingangsaansluitingen.
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby)
staat of geheel is uitgeschakeld.
• Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel,
dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in
kwestie te raadplegen.
• Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van
componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de
formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de
bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van
het soort HDMI videosignaal.
• Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg
ervoor dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn
verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet
uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht.
Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing
worden veroorzaakt.
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaaltypen Audiosignaalformaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals
Lineair PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 ch, 32-96 kHz,
16/20/24 bit
DVD-Audio enz.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS
DVD-Video enz.
GEBRUIKEN HDMI
■ HDMI indicator
Aansluiten van HDMI
componenten
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen.
■ HDMI video- en audiosignaalrichtingen
Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1
of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met Select
in het GUI menu (zie bladzijde 98) of met INPUT op het
voorpaneel, worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een
eventuele hoofdtelefoon en via REC OUT.
DVD-speler
Videosignalen
TV
Dit toestel
Videosignalen
HDMI IN
HDMI OUT
Audiosignalen
Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten
en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen
via HDMI.
Knippert wanneer er een HDMI component is
aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die
binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of
als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI
aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is
aangesloten.
HDMI OUT
Audiosignalen
HDMI IN
Audiosignalen
Luidsprekers
Hoofdtelefoon
REC OUT
Opmerkingen
• Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge
AUDIO OUT aansluitingen.
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden alleen gereproduceerd via REC OUT wanneer
REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE
staat. Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige
audiosignalen niet worden gereproduceerd via REC OUT.
■ Aansluiten van HDMI videocomponenten
HDMI OUT
Digitale videosignalen
Component
coaxiaal
Component D
Component
coaxiaal
Component D
Analoge videosignalen
S-video
S-video
Analoge videosignalen
Component
RCA
Component
RCA
Analoge videosignalen
GEAVANCEERDE
BEDIENING
HDMI IN 1
HDMI IN 2
■ Aansluiten van HDMI audiocomponenten
i.LINK
(AUDIO)
HDMI IN 1
HDMI IN 2
HDMI OUT
Digitale audiosignalen
Digitale audio
(optisch/
coaxiaal)
Digitale audio
(optisch/
coaxiaal)
Digitale audiosignalen
Analoge audio
Analoge audio
Analoge audiosignalen
■ Foutmeldingen
Nederlands
Wanneer er iets mis gaat, zal er een foutmelding verschijnen
op het GUI beeldscherm of het display op het voorpaneel.
Device Over: Er zijn meer dan 5 HDMI componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten. Verminder het aantal
aangesloten HDMI componenten.
HDCP Error: HDCP testen mislukt. Controleer of de
aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden
voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
97
GEBRUIKEN HDMI
Basisbediening HDMI
Veranderen van HDMI parameters
■ Toewijzen HDMI componenten
Door een HDMI component aan te wijzen als een
bepaalde signaalbron kunt u de videosignalen die het
toestel van die component ontvangt en de via de HDMI
verbinding ontvangen audiosignalen tegelijk laten
weergeven.
U kunt de HDMI parameters wijzigen via de menu’s op
het beeldscherm (GUI) of het menu op het display op het
voorpaneel.
Opmerking
Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde HDMI
component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in
het GUI menu (zie bladzijde 99) of Input Assign in het
systeemopties menu op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 91).
■ Luisteren naar weergave van HDMI
componenten
Volg deze stappen om te luisteren naar weergave van een
geregistreerde HDMI component.
Als er een bepaalde signaalbronnaam is
toegewezen aan de HDMI component.
1
Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron
die is toegewezen aan de HDMI component.
2
Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies
“AUTO” of “HDMI” als ingangsfunctie.
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
dB
L
R
of
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
TUNER
A.SEL:HDMI
98
Input Assign
Stereo/Surround
Support Audio
y
Input Assign en Support Audio zijn ook beschikbaar via het menu
met systeemopties op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 91). Select en Information zijn echter alleen
beschikbaar via het GUI menu op het beeldscherm.
■ Select (Selectie)
Gebruik deze functie om de HDMI component te
selecteren die is toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI
IN 2 aansluiting van dit toestel.
HDMI > Select >
Keuzes: IN 1, IN 2
Selecteer IN 1 of IN 2 om de HDMI component te
selecteren die is toegewezen aan één van de HDMI
ingangsaansluitingen.
Display
Speaker B
Select
IN 1
Input Assign
IN 2
Support Audio
Zone 3 Volume
PHONO
SP
A
3
Select
i.LINK Select
VOLUME
A.SEL:AUTO
DVR/VCR2
Speaker B
HDMI
PHONO
SP
A
V-AUX
Display
Laat de aangesloten HDMI component
beginnen met afspelen.
dB
VOLUME
L
R
Opmerking
Wanneer de HDMI component die is aangesloten op de
geselecteerde HDMI IN aansluiting geen audiosignalen
produceert (bijv. Super Audio CD of DVI) en AUDIO SELECT
op AUTO is ingesteld, dan zullen audiosignalen worden
geselecteerd voor weergave die binnenkomen via de analoge of
via andere digitale ingangsaansluitingen. Het kan een paar
seconden duren voor dit toestel geluid produceert.
GEBRUIKEN HDMI
■ Input Assign (Ingangen toewijzen)
Dit toestel is uitgerust met twee HDMI IN aansluitingen
(HDMI IN 1 en HDMI IN 2). Als standaardinstelling zijn
HDMI IN 1 en HDMI IN 2 toegewezen aan
respectievelijk DVD en CBL/SAT, maar u kunt dit
veranderen als u dat wilt.
Een enkele HDMI component kan niet tegelijkertijd
worden toegewezen aan zowel de HDMI IN 1 als de
HDMI IN 2 aansluiting.
HDMI > Input Assign >
Keuzes: IN 1, IN 2
Selecteer de HDMI component die u wilt toewijzen aan de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting.
Toe te wijzen HDMI componenten:
DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX
Display
Speaker B
IN 1
DVD
IN 2
DTV
Input Mode
CBL/SAT
■ Support Audio (Audio ondersteuning)
Select
Dimmer
Input Assign
Speaker B
Support Audio
RX-V4600
Information
Other
Input Mode
Zone 3 Volume
Gebruik deze functie om informatie te laten zien over
audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluiting die u heeft geselecteerd.
HDMI > Information >
Keuzes: Input, Output
Output
Model
--Type --Format
--Input ---
Input Mode
Error
Display
Input
Tonen van informatie over HDMI videoingangssignalen
HDMI > Information > Input >
Model: toont de modelnaam van de HDMI component die
is verbonden met de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd. Sommige HDMI componenten geven de
modelgegevens niet door aan dit toestel.
Type: toont het type videosignalen (HDMI of DVI) die
binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Format: toont het formaat van de videosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Input: toont de naam van de HDMI IN aansluiting die u
heeft geselecteerd.
Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan.
Tonen van informatie over HDMI videouitgangssignalen
HDMI > Information > Output >
Model: toont de modelnaam van de component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Type: toont het type component (HDMI of DVI) dat is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI > Support Audio >
Keuzes: RX-V4600, Other
• Kies RX-V4600 om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door dit toestel. De audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit
toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel.
• Selecteer Other om HDMI audiosignalen weer te laten
geven via een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
■ Information (Informatie)
Nederlands
99
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld?
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het “levendig” aspect van het geluid
belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich
bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en
welke vorm deze heeft.
Veranderen van instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter
wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw
kamer. De volgende parameters komen niet in elk programma voor.
1
■ Onderdelen van een geluidsveld
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
Vroege weerkaatsingen
Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het
directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak
weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze
vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen
geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van
de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken.
Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is
precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale
geluidsveld processor.
AMP
TOP
SOURCE
TITLE
TV
2
Selecteer Stereo/Surround en druk dan op h.
STEREO
3
MUSIC
Munich
ENTERTAINMENT
Vienna
MOVIE THEATER
Freiburg
Selecteer het gewenste
geluidsveldprogramma en druk vervolgens
op h om het item te openen en in te stellen.
Munich
DSP Level
Vienna
Init. Delay
Freiburg
Room Size
Opmerking
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard
beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch parameterwaarden wilt
wijzigen, dient u Memory Guard op “Off” te zetten (zie bladzijde 69).
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens
verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de
stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk
wordt onderbroken door een stroomstoring. Als de stroomvoorziening
echter langer dan een week onderbroken wordt, zullen de
parameterwaarden terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw moeten wijzigen.
■ Parameters terugzetten op hun fabrieksinstelling
Terugzetten van alle parameters
Gebruik Sur.Initialize (zie bladzijde 68).
100
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
■ DSP Level (DSP niveau)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik.
Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen
ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
–6 dB t/m +3 dB
■ Init. Delay (Initiële vertraging)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de
vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord wordt.
Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe
groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer.
Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
1 t/m 99 ms
Initiële vertraging
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Initiële vertraging
Tijd
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Initiële vertraging
Tijd
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
Grote waarde = 99 ms
■ Room Size (Kamergrootte)
Functie:
Omschrijving:
Tijd
Tijd
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Niveau
Brongeluid
Niveau
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde,
hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door
de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de
waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte
verdubbeld worden.
0,1 t/m 2,0
Tijd
Geluidsbron
Nederlands
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
101
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Liveness (Levendigheid)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een
ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt.
Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en
dus de “levendigheid” van de ruimte.
0 t/m 10
Brongeluid
Tijd
Niveau
Dood
Niveau
Niveau
Levendig
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Grote waarde = 10
■ Sur.Init.Delay (Surround beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround
geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee
surroundkanalen gebruikt.
1 t/m 49 ms
■ Sur.Room Size (Surround kamergrootte)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ Sur.Liveness (Surround levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
0 t/m 10
■ SB.Init.Delay (Surround achter beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surroundachter geluidsveld.
1 t/m 49 ms
■ SB.Room Size (Surround achter kamergrootte)
Functie:
Instelbereik:
Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ SB.Liveness (Surround achter levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
102
Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
0 t/m 10
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Rev. Time (Natriltijd)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor
worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd.
Hoe langer de natriltijd, hoe “levendiger” de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd,
hoe “doodser” de ruimte waarin u luistert zal lijken.
1,0 t/m 5,0 s
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Natrillingen
60 dB
60 dB
Natriltijd
Geluidsbron
Natrillingen
Natriltijd
60 dB
Natriltijd
Lange
natrillingen
Korte natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Kleine waarde = 1,0 s
■ Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen)
Functie:
Omschrijving:
Niveau
Instelbereik:
Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen,
krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
Beginvertraging
natrillingen
Natriltijd
■ Rev. Level (Niveau natrillingen)
Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in.
Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
0 t/m 100%
AANVULLENDE
INFORMATIE
Niveau
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Brongeluid
Niveau natrillingen
Nederlands
Tijd
103
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Dialogue Lift (Dialoog-lift)
Functie:
Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de vooren middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen.
Omschrijving:
Instelmogelijkheden: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Voor 7ch Stereo
Functie:
Instelbereik:
Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
0 t/m 100%
Center Level (Midden niveau)
Surround L Level (Linker surround niveau)
Surround R Level (Rechter surround niveau)
Sur. Back Level (Surround-achter niveau)
Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau)
Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau)
Voor PL x Music en PL Music
Panorama (Panorama)
Functie:
Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect.
Instelmogelijkheden: Off, On
Dimension (Dimensie)
Functie:
Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik:
–3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard)
Center Width (Midden breedte)
Functie:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik:
0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de
begininstelling is 3
Voor Neo:6 Music
Center Image (Middenbeeld)
Functie:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Instelbereik:
0,0 t/m 1,0
Voor SRS Circle Surround
FOCUS
Functie:
Instelbereik:
TruBass
Functie:
Instelbereik:
104
(alleen modellen voor de V.S.)
Regelt de helderheid van het geluidsbeeld door het waargenomen geluidsbeeld te verhogen ter
compensatie van niet op optimale hoogte geplaatste luidsprekers.
Een grotere waarde laat de luidsprekers klinken alsof ze op oorhoogte geplaatst zijn.
0 t/m 8
Regelt de lage frequenties zo af dat de lage tonen beter klinken.
Een hogere waarde verbetert de weergave van de lage tonen ook wanneer u geen subwoofer
gebruikt en geeft een diepere, rijkere bas wanneer u wel een subwoofer gebruikt.
0 t/m 8
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Decode Type (Soort decoder)
Voor MOVIE THEATER
Functie:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met MOVIE THEATER
programma’s.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor THX Cinema
Functie:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met THX Cinema.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor SURROUND Standard
Functie:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Standard.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / PL Movie / PL Music / PL Game / PL x Movie / PL x Music / PL x Game /
Neo:6 Cinema / Neo:6 Music / CS Cinema* / CS Music* (* alleen modellen voor de V.S.)
Voor SURROUND Enhanced
Functie:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Enhanced.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Opmerking
Pro Logic x verschijnt wanneer de surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn, terwijl Pro Logic zal verschijnen wanneer er geen
surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn.
■ Initialize (Initialiseren)
Functie:
Zet de instellingen voor elk geluidsveld-subprogramma terug op de beginwaarden.
Instelmogelijkheden: NO, YES
Opmerking
Als u alle parameters binnen een hele geluidsveldprogramma-groep wilt initialiseren, dient u Sur.Initialize te gebruiken
(zie bladzijde 68).
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
105
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON (of
SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid
Geen beeld
106
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
26
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
15–17
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe
elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of
een ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en
probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
18–23
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
De ingangsfunctie staat op “i.LINK”,
“HDMI”, “Coax/Opt” of “Analog”.
Stel de ingangsfunctie in op “Auto”.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH
INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
33
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
15
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS
A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te
zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken).
33
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
35
De ingangsfunctie staat op “Analog” maar er wordt
een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
“Auto” of “Coax/Opt”.
40
Er komen signalen binnen van de
signaalbron die dit toestel niet kan
reproduceren, bijv.: een CD-ROM.
Speel materiaal af met signalen die wel door dit
toestel gereproduceerd kunnen worden.
—
De i.LINK componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de DTCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit i.LINK componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de DTCP kopieerbeveiligingsnormen.
—
De HDMI componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
—
Support Audio is ingesteld op Other en
HDMI audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet Support Audio op RX-V4600 via het GUI
beeldschermmenu.
99
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Schakel de videoconversie-functie in.
—
—
40
67
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
26
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Onjuiste balans ingesteld via het GUI
menu.
Wijzig de Speaker Level instellingen.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
35
18
66
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT/EFFECT om de effecten in te
schakelen.
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
Center is ingesteld op “None” via Speaker
Set.
Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker.
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
Surround is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
63
Er wordt een mono of stereo bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT/EFFECT om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
—
De aanwezigheidsluidsprekers zijn
geselecteerd.
Selecteer “Surround Back” bij PR/SB Select.
Surround is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Als “None” is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zullen de surround achterluidsprekers automatisch ook op “None” worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker
en rechter surround-luidsprekers.
63
Surround Back is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Selecteer “Small x1”, “Small x2”, “Large x1” of
“Large x2”.
64
Bass Out is ingesteld op “Front” terwijl er
een Dolby Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Selecteer “SWFR” of “Both”.
Bass Out is ingesteld op “SWFR” of
“Front” terwijl er een 2-kanaals signaal
wordt weergegeven.
Selecteer “Both”.
Geen geluid uit de
midden-luidspreker
Geen geluid uit de
surroundluidsprekers
Geen geluid uit de
surround achterluidsprekers
34
66
63
34
63
62
AANVULLENDE
INFORMATIE
Geen geluid uit de
subwoofer
39
64
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
107
Nederlands
64
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De ingangsfunctie staat op “Analog”.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
“Auto” of “Coax/Opt”.
40
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
22
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC-kopversterker.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door digitale
opname-apparatuur die
is aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT aansluitingen.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet meer
worden gewijzigd.
Memory Guard is ingesteld op “On”.
Selecteer “Off”.
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
U ondervindt storing van
digitale of hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
108
22
—
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
18–22
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
18–22
69
—
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
15
—
—
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Tuner
FM
AM
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
24
Stem met de hand af.
41
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
24
Stem met de hand af.
41
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
—
Programmeer de zenders opnieuw.
42
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
41
—
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elketrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
109
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
4
AMP/SOURCE/TV is niet correct
ingesteld.
Stel AMP/SOURCE/TV correct in.
Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer
het toestel wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand
wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u
de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set
wilt bedienen.
—
Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp
van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
72
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
72
Oorzaak
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies “leren”.
110
—
De archiefcode voor dit toestel en de ID
van de afstandsbediening komen niet
overeen.
Schakel over naar een andere archiefcode.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand
van elkaar.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
72
74
4
74
—
79
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Audioformaten
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
■ Dolby Pro Logic
■ Dolby Pro Logic x
■ DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals
Super Audio CD’s. Met DSD worden signalen opgeslagen
als enkele bitwaarden met een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van ongeveer 2,8224 MHz, waarbij
ruisonderdrukking en overbemonstering worden gebruikt om
vervorming te verminderen, hetgeen normaal gesproken
gemakkelijk kan gebeuren bij een hoge kwantisatie van
audiosignalen. Vanwege de hoge bemonsteringsfrequentie
kan een betere audiokwaliteit worden bereikt dan door het
PCM formaat dat wordt gebruikt op normale audio CD’s.
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit
voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert
aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met
een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de
codelengte van 24 bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is
met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24
5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
■ DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale soundtrack
en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop.
Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem
ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel
vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch gesproken, linker,
rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een
LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen).
Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
111
Nederlands
Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of
7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals
of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor
muziek, een Movie stand voor films en een Game stand
voor spelletjes.
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten:
2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Pro Logic is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt 5-kanaals
weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts,
1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts
(in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele
Pro Logic weergave). Naast de Movie stand is er ook een
Music stand en een Game stand voor 2- kanaals
bronmateriaal.
■ Dolby Surround
WOORDENLIJST
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt
weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een
verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale
signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen;
“Music” voor weergave van muziek en “Cinema” voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem
maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal
zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat
voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt
gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
■ SRS CS (SRS Circle Surround )
(alleen modellen voor de V.S.)
SRS CS (SRS Circle Surround ) is een 6.1-kanaals matrix
surroundweergave decoderingssysteem met een hoog
prestatieniveau. Dit is de volgende generatie van de originele
SRS Circle Surround technologie, met belangrijke primeurs in
deze industrie, zoals technologie voor het verbeteren van de
helderheid van menselijke spraak en voor het toevoegen van lage
tonen zoals in de bioscoop aan de voorkanalen en de subwoofer.
Geluidsveldprogramma’s
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld
waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een
theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het
maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van
gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de
weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt
gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP
programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic,
Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke
benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog
toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma
ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers
in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel
van virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal
systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
112
Audio informatie
■ ASA (Advanced Speaker Array)
ASA is een techniek van THX die de signalen voor de
2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt
voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw
thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links,
midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter,
links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt
u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround
achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht
neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround
achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via
het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het
best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen
deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer
optimaal te maken.
ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2
Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode.
■ ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard
luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische
luisterruimten, zoals mastering studio’s.
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt
gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
WOORDENLIJST
■ THX Cinema verwerking
THX is een exclusieve set standaarden en technologieën
zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent
Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas
persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack,
zowel in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk
overeen te laten stemmen met wat de regisseur in
gedachten had.
Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale
geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld
in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare
apparatuur. Deze zelfde soundtrack wordt vervolgens
overgebracht op Laserdisc, VHS video, DVD enz. en
wordt verder niet gewijzigd voor weergave bij u thuis.
De THX technici hebben geoctroieerde technieken
ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde
materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer
door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen.
Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden
de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema
functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX).
Aangepaste decorrelatie
In een bioscoop zijn er een groot aantal surroundluidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend
surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er
misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surroundluidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon,
zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect.
Ook kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan
wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene
surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift
de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten
opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek
waar het effect waargenomen kan worden effectief
vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat
de bioscoopervaring beter benaderd wordt.
Re-Equalization
De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te
hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een
soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen
met grote professionele apparatuur. Re-Equalization
herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack
beter zal klinken in uw huiskamer.
Kies de THX Games Mode voor weergave van stereo
multikanaals muziek van videospelletjes. In deze stand
wordt THX ASA verwerking toegepast op de
surroundkanalen van alle 5.1- en 2.0-kanaals gecodeerde
spelletjes, zoals analoge signalen, PCM, DTS en Dolby
Digital. Hierdoor wordt alle surroundinformatie voor het
spel correct geplaatst, zodat er een volledige, 360 graden,
spelomgeving ontstaat. De THX Games Mode is uniek en
geeft u vloeiend overgaand geluid op alle punten in het
geluidsveld.
■ THX Music Mode
Kies de THX MUSIC functie voor weergave van
multikanaals muziek. In deze functie wordt THX ASA
toegepast op de surroundkanalen van alle 5.1-kanaals
gecodeerde muziekbronnen, zoals DTS, Dolby Digital en
DVD-Audio om te zorgen voor een breed en stabiel
achter-geluidsveld.
■ THX Select2
Voor een component voor een thuisbioscoop de THX
Select2 certificatie krijgt, moet er voldaan worden aan alle
eisen beschreven voor THX Cinema verwerking en moet
een serie rigoureuze kwaliteits- en prestatietests doorlopen
worden. Slechts dan mag een product het THX Select2
logo dragen, uw garantie dat u nog vele jaren zult kunnen
genieten van de door u aangeschafte thuisbioscoop
producten.
De THX Select2 eisen raken alle aspecten van de
producten, inclusief de prestaties en de bediening van de
eind- en voorversterker en honderden andere onderdelen
voor het digitale zowel als het analoge gedeelte.
■ THX Select2 Cinema functie
THX Select2 Cinema mode geeft 5.1-kanaals materiaal
weer via alle 8 luidsprekers voor de best mogelijke
geluidsweergave. In deze functie zorgt ASA ervoor dat de
surround en de surround achter-luidsprekers naadloos op
elkaar aansluiten en een optimale mix geven van
omgevings- en gericht surroundgeluid.
DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital
Surround EX gecodeerde soundtracks worden
automatisch gedetecteerd in de THX Select2 Cinema
functie indien in het signaal de juiste ‘vlag’ is
meegecodeerd.
Sommige Dolby Digital Surround EX soundtracks missen
de digitale ‘vlag’ waardoor het toestel automatisch kan
omschakelen. Als u zeker weet dat u een Surround EX
gecodeerde film gaat afspelen, kunt u ook met de hand de
THX Surround EX weergavefunctie selecteren, anders zal
de THX Select2 Cinema functie ASA toepassen voor een
optimale weergave.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Timbre Matching
Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een
geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid
vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij
aan luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de
nodige geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we
misschien maar twee luidsprekers om hetzelfde effect te
bereiken. De Timbre Matching functie filtert de informatie
die naar de surround-luidsprekers gestuurd wordt zodat ze
de toonkwaliteit van de voor-luidsprekers beter
benaderen. Hierdoor worden tussen de voor- en surroundluidsprekers bewegende geluidsbronnen beter en
naadlozer weergegeven.
■ THX Games Mode
113
WOORDENLIJST
■ THX Surround EX
THX Surround EX - Dolby Digital Surround EX is
gezamenlijk ontwikkeld door Dolby Laboratories en THX
Ltd.
In een bioscoop kan bij Dolby Digital Surround EX
filmsoundtracks een extra kanaal worden gereproduceerd
dat bij het mixen van het programma is toegevoegd. Dit
kanaal, het surround-achterkanaal, geeft geluiden achter
de luisteraar weer, in aanvulling op de huidige
configuratie met linker, rechter en midden voorkanalen,
linker en rechter surroundkanalen en een
subwooferkanaal. Dit extra kanaal schept de mogelijkheid
meer gedetailleerde geluidsbeelden achter de luisteraar te
plaatsen en zo meer diepte, meer ruimte en een betere
plaatsing van het geluid te verwezenlijken.
Films die zijn voorzien van Dolby Digital Surround EX
technologie zullen waarschijnlijk een logo of tekst op de
verpakking van die strekking krijgen wanneer ze op de
markt voor thuisgebruikers verschijnen. Op de Dolby
internetpagina’s www.dolby.com kunt u een lijst vinden
met films die genruik maken van deze technologie.
Een lijst met verkrijgbare DVD titels die gecodeerd zijn
met de betreffende technologie kunt u vinden op
www.thx.com.
Alleen receivers en andere apparatuur die voorzien zijn
van het THX Surround EX logo zijn in staat, in de THX
Surround EX stand, deze nieuwe technologie bij u thuis te
reproduceren.
Het is mogelijk dat dit product de THX Surround EX
stand ook inschakelt bij weergave van 5.1-kanaals
materiaal dat niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd
is. In een dergelijk geval hangt de informatie voor het
surround-achterkanaal af van het gebruikte programma en
kan het resultaat tegenvallen afhankelijk van de
soundtrack in kwestie en uw persoonlijke voorkeur.
114
Videosignaal informatie
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal.
U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen
nodig om component videosignalen te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ S-Videosignaal
In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een
C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale
S-Video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO
aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 60), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
■ Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
■ Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz.
■ Gain (extra versterking)
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en
Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft
7 equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
AANVULLENDE
INFORMATIE
Afbeelding 2
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Band 2
Originele
frequentiekarakteristiek
115
Nederlands
Frequentie
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W
• Maximum vermogen (EIAJ)
[Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ......................................................... 180 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië,
Korea en algemene modellen]
8/6/4/2 Ω ....................................................... 165/205/260/340 W
• DIN standaard uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ........................................................ 190 W
• Dynamisch bereik
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië,
Korea en algemene modellen]
8 Ω ......................................................................................1,03 dB
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ...................................................... 140 W
• Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ................................................ 140 of meer
• Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) .............................. 100 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
• Uitgangsniveau/ingangsimpedantie
REC OUT ............................................................. 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500 Ω
SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500 Ω
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,2 kΩ
[Modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. en Europa]
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ......... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor........... 60 dB/55 dB of meer
CD (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor....... 60 dB/45 dB of meer
• Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)........... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer).......................................................... 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Videosignaaltype (Beeldschermachtergrond)
[Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K. en Europa]
...............................................................................................PAL
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen]
............................................................................................NTSC
• Videosignaaltype (Videoconversie)
[Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K.,
Europa en algemene modellen] .............................................PAL
[Overige modellen]............................................................... NTSC
• Signaalniveau
Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω
S-Video ........................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Maximum ingangsniveau ...................................... 1,5 Vp-p of meer
• Signaal-ruis verhouding ............................................. 60 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-Video ................................5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
Component ............................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada]................ 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Totale harmonische vervorming
PHONO t/m REC OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R Voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 80 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Korea,
Azië en algemene modellen]................................. 86 dB of meer
[Modellen voor het V.K. en Europa]........................ 81 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor .......................................100 dB
• Selectiviteit ............................................................................. 70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................. 0,2%/0,3%
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ................................... 0,03%
• Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo .................................................................................... 42 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 70 dB
• Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.]
................................................... 20 Hz t/m 18 kHz, +0,5, –3 dB
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
116
TECHNISCHE GEGEVENS
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..................530 t/m 1.710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.......................................................530/531 t/m 1.710/1.611 kHz
[Overige modellen] ...........................................531 t/m 1.611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 80 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 0,03%
• Stereoscheiding (1 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 70 dB
• Frequentierespons (20 Hz t/m 12,5 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ............................. +0,5/–3 dB
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
...........................................................120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] .........................220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] .........................220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ....................240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
...........................................................230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,2 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
......................................................................... 0,33 W of minder
[Overige modellen] ........................................... 0,15 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ....................................................... 1.100 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
............................................... 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
......................................................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor China en Europa]
......................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
• Afmetingen (B x H x D) .............................. 435 x 171 x 438,5 mm
• Gewicht ................................................................................. 18,0 kg
AANVULLENDE
INFORMATIE
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Nederlands
117