Yamaha RX-V4600 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden
tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ON te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
18 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen
een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 5
Voorpaneel................................................................. 5
Afstandsbediening ..................................................... 7
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening.............................. 9
Gebruiken van de afstandsbedieningen ..................... 9
Display voorpaneel .................................................. 10
Achterpaneel............................................................ 12
LUIDSPREKER SETUP ..................................... 13
Opstelling van de luidsprekers................................. 13
Luidspreker-aansluitingen ....................................... 15
AANSLUITINGEN .............................................. 18
Voor u componenten gaat aansluiten....................... 18
Aansluiten van videocomponenten.......................... 19
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 22
Aansluiten van de antennes ..................................... 24
Aansluiten van het netsnoer..................................... 25
Instelling luidsprekerimpedantie ............................. 26
Inschakelen van de stroom....................................... 26
AUTO SETUP....................................................... 27
Inleiding................................................................... 27
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 27
Beginnen van de setup............................................. 28
Bevestigen van de resultaten ................................... 30
WEERGAVE ........................................................ 33
Basisbediening......................................................... 33
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 34
Aanvullende mogelijkheden .................................... 35
Selecteren van audio ingangsfuncties...................... 40
AFSTEMMEN ...................................................... 41
Automatisch en handmatig afstemmen.................... 41
Zenders voorprogrammeren..................................... 42
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 44
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 44
Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 45
Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 45
De PTY SEEK functie............................................. 46
De EON functie ....................................................... 47
OPNEMEN............................................................ 48
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN ........................................ 49
Voor film/video bronnen ......................................... 49
Voor muziekmateriaal ............................................. 51
GEAVANCEERDE BEDIENING.......................52
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 52
SYSTEEMINSTELLINGEN ...............................53
Veranderen van instellingen .................................... 55
Input Select .............................................................. 56
Manual Setup (Sound) ............................................. 59
Manual Setup (Basic) .............................................. 62
Manual Setup (Option) ............................................ 67
System Memory....................................................... 70
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................71
Bedieningstoetsen .................................................... 71
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 72
Overnemen van functies van andere
afstandsbedieningen (Leerfunctie) ...................... 74
Veranderen van de namen van signaalbronnen
in het uitleesvenster ............................................. 76
Gebruiken van de Macro functie ............................. 77
Wissen van ingestelde functies................................ 79
Wissen van individuele functies .............................. 80
Bedienen van andere componenten ......................... 82
ZONE 2/ZONE 3 ...................................................83
Zone 2/Zone 3 aansluitingen ................................... 83
Bediening van Zone 2/Zone 3 via het voorpaneel
....... 84
Bediening van Zone 2/Zone 3 met de
afstandsbediening ................................................ 85
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET
VOORPANEEL.................................................87
Geavanceerd setup menu ......................................... 87
Voorpaneel display systeem opties menu................ 88
GEBRUIKEN i.LINK ...........................................92
Wat is i.LINK? ........................................................ 92
Aansluiten van i.LINK componenten ...................... 92
Basisbediening i.LINK ............................................ 93
Veranderen van i.LINK Select parameters.............. 93
i.LINK displaymeldingen ........................................ 95
GEBRUIKEN HDMI............................................96
Wat is HDMI? ......................................................... 96
Aansluiten van HDMI componenten ....................... 97
Basisbediening HDMI ............................................. 98
Veranderen van HDMI parameters.......................... 98
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ............................................100
Wat is een geluidsveld? ......................................... 100
Veranderen van instellingen .................................. 100
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.......................................101
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.....................106
WOORDENLIJST ..............................................111
Audioformaten....................................................... 111
Geluidsveldprogramma’s....................................... 112
Audio informatie.................................................... 112
Videosignaal informatie ........................................ 114
PARAMETRISCHE EQUALIZER
INFORMATIE ................................................115
TECHNISCHE GEGEVENS.............................116
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 )
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Kenmerken geluidsveld
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
THX Select2
SRS CS (alleen modellen voor de V.S.)
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6
decoder, DTS 96/24
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic /
Dolby Pro Logic x decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (bewerken
voorkeuzezenders)
HD Radio
ontvangst van digitale radio-uitzendingen
(alleen modellen voor de V.S.)
Radio Data System ontvangstmogelijkheden
(alleen modellen voor Europa en het V.K.)
Overige kenmerken
YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer voor automatische instelling van uw
luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
GUI (graphische gebruikersinterface) menusysteem
waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw
audio/videosysteem
Mogelijkheid om de taal voor het GUI menusysteem te
kiezen (Engels, Japans, Frans of Duits)
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Beknopte meldfunctie
PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge, DSD, PCM en multikanaals
PCM bronnen
S-Video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
Videosignaal conversie (composiet video
S-Video component video) mogelijk voor de
monitor uitgang
i.LINK interface voor direct digitaal overbrengen van
digitale audiosignalen
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-
definition video en multikanaals digitale audio
Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie
Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste
installatie
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor eventuele
Zone 2/Zone 3 componenten die zijn aangesloten op dit
toestel
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“i.LINK” en het “i.LINK” logo zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk
gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden.
KENMERKEN
VAN START
3
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
VAN START
Meegeleverde accessoires
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
TUNER CD CD-R
POWER
STANDBY
DTV
CBL/SAT MD/TAPE
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
+
MUTE
DISPLAY
PRG SELECT
A/B/C/D/E
PRESET/CH
VOLUME
ZONE 3ZONE 2
ID2ID1
Afstandsbediening
Batterijen (4)
(AAA, LR03)
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
Batterijen (2)
(AAA, R03)
AM ringantenne
(modellen voor Canada,
Azië, China, Korea,
Australië, het V.K., Europa
en algemene modellen)
Optimalisatie-microfoon 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(alleen bij modellen voor het V.K.)
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
FM binnenantenne
(modellen voor Australië,
het V.K. en Europa)
FM binnenantenne
(modellen voor de V.S.,
Canada, China, Korea, Azië
en algemene modellen)
AM ringantenne
(alleen modellen
voor de V.S.)
VAN START
4
Opmerkingen over batterijen
Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of
dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als
klein chemisch afval.
Afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het batterijvak, in overeenstemming
met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
1
3
2
1
3
2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
INLEIDING
Nederlands
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u alleen het hoofdtoestel aan of uit (standby).
Wanneer u het hoofdtoestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden
duren voor het hoofdtoestel geluid kan reproduceren.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een
heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
U kunt het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd
inschakelen of uit (standby) zetten met de afstandsbediening.
Zie bladzijde 86 voor details.
2 INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken.
3 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI,
COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven
wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer
van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
4 MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT
signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
5 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m
E) wanneer het toestel op de tuner (radio) staat (zie bladzijde 44).
6 PRESET/TUNING l / h
Hiermee stelt u één van de voorkeuzezenders 1 t/m 8 in
wanneer het toestel op de tuner staat en er op het display op het
voorpaneel naast de radioband een dubbele punt (:) te zien is.
U stemt hiermee af op de gewenste frequentie wanneer het toestel
op de tuner staat en de dubbele punt (:) niet getoond wordt.
Zie de bladzijden 41 t/m 44 voor details.
7 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
8 PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h
omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en
zelf afstemmen wanneer het toestel op de tuner staat
(zie de bladzijden 41 t/m 44).
9 FM/AM
Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM)
wanneer het toestel op de tuner staat (zie bladzijde 41).
0 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Slaat een zender op in het geheugen wanneer het toestel
op de tuner staat. Houd deze toets tenminste 3 seconden
ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten
beginnen (zie de bladzijden 42 t/m 43).
A TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (“AUTO” indicator aan) en handmatig afstemmen
(“AUTO” indicator uit) wanneer het toestel op de tuner staat.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDI O
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
FI MNLKJHG
1 2 34 5 6 7 890A B D E
C
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6
B STRAIGHT/EFFECT
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT
is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of
multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
C Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbedieningen.
D TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen
regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen
(zie bladzijde 35).
E PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit. Licht op indien ingeschakeld (zie bladzijde 38).
F REC OUT/ZONE 2
Hiermee selecteert u de bron waarvan u de signalen naar
de audio/videorecorder en ZONE 2 wilt sturen, ongeacht
de signaalbron waarnaar u luistert of kijkt in de
hoofdruimte. In de SOURCE/REMOTE stand zal de
signaalbron via alle uitgangen worden gereproduceerd. De
signaalbron voor Zone 2 en de bron waarvan wordt
opgenomen zijn altijd identitiek.
G OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor
gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 27).
H SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op
het achterpaneel aan of uit.
I PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u kunt
luisteren met een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de
PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter voorkanalen.
J VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de
signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
K ZONE ON/OFF
MAIN
Hiermee zet u het hoofdtoestel aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
ZONE 2
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
ZONE 3
Hiermee zet u Zone 3 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 84).
L ZONE CONTROL
Druk hierop om de signaalbron te bedienen of het
volumeniveau voor de geselecteerde zone in te stellen
(hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3) (zie bladzijde 84). Nadat
u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator
voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer
5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
M PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met
TONE CONTROL).
N VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau.
Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het
klepje te openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7
INLEIDING
Nederlands
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 71 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel
te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 Zendindicator
Knippert wanneer de afstandsbediening signalen aan het
uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens
op TUNER om het toestel op TUNER te zetten.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u wilt
bedienen.
5 LIGHT toets
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uileesvenster te verlichten.
6 TOP, BAND
Toont het topmenuscherm van de grafische
gebruikersinterface (GUI) op uw beeldscherm wanneer
AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM)
wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het
toestel op de tuner staat.
7 Cursortoetsen k / n / l / h / ENTER
Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI
menu-items selecteren en instellen wanneer AMP/
SOURCE/TV op AMP staat.
Druk op l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
Druk op k / n om een voorkeuzezender (1 t/m 8) te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
8 RETURN
Terug naar de directory boven in de menufunctie voor het
display op het voorpaneel.
9 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of
cijfers invoeren wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP
staat.
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en het toestel op de tuner.
Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te
geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 37).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 36).
Afstandsbediening
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
t
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
B
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
U
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8
0 MEMORY 1/2
Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s,
YPAO instellingen of extra voorkeuzezenders oproepen
(zie bladzijde 70).
A MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macro-functie aan of uit.
B MACRO
Met deze toets kunt u een reeks handelingen onder een
enkele toets programmeren (zie bladzijde 77).
C STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
D SYSTEM POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
E AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI,
COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit
toestel (zie bladzijde 40).
F SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
G MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
H SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
I VOL +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
J AMP/SOURCE/TV
Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met
de afstandsbediening.
AMP: In deze stand kunt u dit toestel bedienen.
SOURCE: In deze stand kunt u de met de
ingangskeuzetoetsen geselecteerde component bedienen.
TV: In deze stand kunt u de televisie bedienen.
Zie bladzijde 72 voor het instellen van de
afstandsbedieningscodes voor uw componenten.
K MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
L PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 38).
M EXIT
Hiermee kunt u de grafische gebruikersinterface (GUI)
afsluiten wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
N NIGHT
Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit
zetten (zie bladzijde 38).
O DISPLAY
Hiermee schakelt u de menufunctie voor het display op het
voorpaneel in wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
P STRAIGHT/EFFECT
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen
(2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden
weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder
enig toegevoegd effect.
Q SPEAKERS A/B
Met elke druk op de corresponderende toets kunt u de set
luidsprekers die is verbonden met de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten
wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
R RE-NAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 76).
S CLEAR
Hiermee kunt u dingen wissen bij de leer- en
macrofuncties en bij het veranderen van de getoonde
namen, of bij het instellen van afstandsbedieningscodes
(zie bladzijde 79).
T LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen of
functies overnemen van andere afstandsbedieningen
(zie bladzijde 74).
U Radio Data Systeem afstemtoetsen
(Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa)
Deze toets werken wanneer het toestel op de tuner (radio)
staat.
FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data
Systeem zender ontvangt om te schakelen tussen de PS
functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender
deze Radio Data Systeem gegevens verzorgt) en/of het
frequentiedisplay (zie bladzijde 45).
PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie
te zetten (zie bladzijde 46).
PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte
zender te laten beginnen nadat u het gewenste
programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK
functie (zie bladzijde 46).
EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een
radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 47).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
INLEIDING
Nederlands
In dit deel worden de bedieningsorganen en functies van
de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening beschreven. Gebruik
de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening om apparatuur te
bedienen die is aangesloten op dit toestel voor Zone 2
(tweede ruimte) of Zone 3 (derde ruimte).
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
3 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
4 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
5 PRESET/CH k / n
Druk op k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl het toestel op de tuner staat.
6 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
7 MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. De
MUTE indicator gaat aan wanneer deze MUTE functie is
ingeschakeld. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
8 A/B/C/D/E
Druk herhaaldelijk op deze toets om een voorkeuzegroep
(A t/m E) te selecteren terwijl het toestel op de tuner staat.
9 ID1/ID2
Verschuif deze schakelaar om de afstandsbediening AMP/
tuner ID voor dit toestel in te stellen (zie bladzijde 73).
0 ZONE 2/ZONE 3
Verschuif deze schakelaar om het toestel op Zone 2 of
Zone 3 te zetten (zie bladzijde 83).
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. Richt de afstandsbedieningen op de sensor op het
hoofdtoestel om dit te bedienen.
Omgaan met de afstandsbedieningen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbedieningen.
Laat de afstandsbedieningen niet vallen.
Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze
niet op de volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen,
zoals naast de verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
TUNER CD CD-R
POWER
STANDBY
DTV
CBL/SAT MD/TAPE
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
+
MUTE
DISPLAY
PRG SELECT
A/B/C/D/E
PRESET/CH
VOLUME
ZONE 3ZONE 2
ID2ID1
1
2
3
4
5
6
7
9
0
8
Gebruiken van de afstandsbedieningen
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR2
30 30
TUNER CD CD-R
POWER
STANDBY
DTV
CBL/SATMD/TAPE
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
+
MUTE
DISPLAY
PRG SELECT
A/B/C/D/E
PRESET/CH
VOLUME
ZONE 3ZONE 2
ID2ID1
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Ongeveer 6 m
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10
1 i.LINK indicator
Licht op wanneer er een i.LINK component is aangesloten
en dit toestel signalen weergeeft via i.LINK verbindingen.
Knippert wanneer er een i.LINK component is
aangesloten maar dit toestel signalen weergeeft via andere
dan i.LINK verbindingen, of wanneer er geen signalen
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen i.LINK apparatuur is
aangesloten.
Zie bladzijde 95 voor details.
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten
en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen
via HDMI aansluitingen.
Knippert wanneer er een HDMI component is
aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die
binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of
als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI
aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is
aangesloten.
Zie bladzijde 97 voor details.
3 NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert.
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 39).
5 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
6 Signaalbron indicators
Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt
weergegeven.
7 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
8 YPAO indicator
Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de
automatische luidspreker-instellingen onveranderd
worden gebruikt.
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
A VOLUME niveauaanduiding
Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven.
B Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
C DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital)
digitale audiosignalen weergeeft.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
Display voorpaneel
96
24
MUTE
VOLUME
MATRIX
DISCRETE
STANDARD
NIGHT
VIRTUAL
SLEEP
ZONE3
ZONE2
CINEMA
SILENT
HiFi DSP
PTY
HOLD
MEMORY
TUNED
YPAO
PS PTY RT CT EON
AUTO
STEREO
HD
A B
SP
LFE
dB
mS
ft
96/24
LL C R
SL SB SR
MULTI CH
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
DIGITAL
PL
PCM
DSD
THX
PL
EX
PL x
CS
13 4 5 6 78 90 A
BCDEGHIJK L M OPQRS
t
2
F
N
U
(Modellen voor het V.K. en Europa)
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Surround/achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11
INLEIDING
Nederlands
E SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
F ZONE 2/ZONE 3 indicators
Licht op wanneer de Zone 2 of Zone 3 functie wordt
gebruikt.
G THX indicator
Licht op wanneer er een THX programma is geselecteerd.
H STANDARD indicator
Licht op wanneer er een decoder is geselecteerd (zie
bladzijde 37).
I Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
J SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide
sets luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele
aansluiting van een enkele set.
K SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 36).
L Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
M HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
N Radio Data Systeem indicators
(Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa)
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd
door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment
op is afgestemd zullen oplichten.
EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK
zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
O MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen.
P TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
Q MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
R 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
S LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
T Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
U Aanwezigheids- en surround achter-
luidspreker indicators
Deze geven aan of er aanwezigheids- en/of achter
surround luidsprekers zijn aangesloten bij gebruik van de
Auto Setup instelling (bladzijde 27) of de Speaker Level
instelling (bladzijde 66).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor details.
2 i.LINK aansluitingen
Zie bladzijde 92 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
5 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 Haak voor de luidspreker-
aansluitingensleutel
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt.
7 RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
8 REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 83 voor details.
9 CONTROL OUT aansluitingen
Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik in de fabriek.
0 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 25).
A AC INLET
Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 25).
B DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 19, 21 en 22 voor details.
C HDMI IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 96 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 83 voor details.
E MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
F PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
G Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
H PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-
aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 25.
Achterpaneel
GND
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
FRONT
CENTER
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND
CLASS 2 WIRING
SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SINGLE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
R
R
L
L
L
R
L
R
L
R
L
R
L
R
L
MONITOR
OUT
AUDIOVIDEO
S VIDEO
DVD
DTV
CBL/
SAT
VIDEO
IN
OUT
OUT
DVR/VCR 2
VCR 1
ZONE 2
IN
CENTERSUBWOOFER
MULTI CH INPUT
OUTPUT
AUDIO
(
PLAY
)
IN
(
PLAY
)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
PHONO
SURROUND
TUNER
HDMI
(AUDIO)
S400
IN 1
IN 2
OUT
75
UNBAL.
AM
ANT
GND
FM ANT
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
MD/TAPE
CD-R
DVD
DTV
CBL/SAT
CD
CD
DVD
COAXIAL
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A
B
RS-232C
DVR/VCR 2
CONTROL OUTREMOTE
IN IN OUT
21
OUT
1
2
COMPONENT VIDEO
PR
MONITOR
OUT
PBY
DVD
DTV
CBL/
SAT
+12V 15mA MAX.
PRESENCE/ZONE 2
ZONE 3
FRONT(6CH)/SB(8CH)
AC OUTLETS
SWITCHED
AC IN
12 3 4 5 67 8 9 0 A
BC D E F G H
(Modell für Europa)
LUIDSPREKER SETUP
13
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
+
Hierboven ziet u de standaard ITU-R
*
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave.
*
ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union).
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten
tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale
geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten
plaatsen als de voor-luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 49). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer
0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid
weergeven. Via het Sound menu (zie bladzijde 62) kunt u de
voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling van de luidsprekers
Meer dan 30 cm
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
1,8 m
1,8 m
Opmerking
14
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling di-pool luidsprekers
Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct
weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor
di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en
surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder
schematisch is aangegeven.
FL
SR
SL
FR
C
SBR
SBL
: Di-pool luidspreker
: Richting fase di-pool luidspreker
15
LUIDSPREKER SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+”
(rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet
u de luidsprekerimpedantie van dit toestel
voor gebruik op 6 Ohm instellen (zie
bladzijde 26). Als u 8 Ohm luidsprekers
gebruikt, moet u de begininstelling voor de
luidsprekerimpedantie van dit toestel
gebruiken.
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen
dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het
toestele en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet
de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm
vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere
door een andere kleur, of misschien een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.)
draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van de luidsprekerdraden.
2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3 Draai de knop los.
De meegeleverde dopsleutel is handig bij het los en
vast draaien van deze knoppen.
4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
5 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Gebruik van de PRESENCE/ZONE 2
luidspreker-aansluitingen
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Aansluiten met bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
y
Voor de PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-aansluitingen kunt u
ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open, en steek één
bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer
de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de
aansluitingen heeft gestoken.
Luidspreker-aansluitingen
LET OP
10 mm
1
2
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
5
4
3
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
2
1
3
Bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het
V.K., Europa en Azië)
16
LUIDSPREKER SETUP
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
FRONT
CENTER
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND
CLASS 2 WIRING
SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SINGLE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
R
L
L
R
L
R
L
R
L
R
L
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A
B
PRESENCE/ZONE 2
2 31
7 8 65 109
4
Midden-
luidspreker
Voor-luidsprekers (A)
Surround
achter-luidsprekers
LinksRechts
LinksRechts LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-
luidsprekers
(B)
1
2
3
4
5
6
9
10
8
7
Opstelling van de luidsprekers
LinksRechts
Aanwezigheidsluidsprekers
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren. Via het geluidsmenu (zie bladzijde 62) kunt u één van beide sets luidsprekers de voorkeur geven.
De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken
alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of THX Surround
EX decoder is ingeschakeld.
De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
Subwoofer met
ingebouwde versterker
17
LUIDSPREKER SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen
aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt,
kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee
verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen.
Dubbele aansluiting
Met dit toestel is het ook mogelijk een enkel
luidsprekersysteem dubbel aan te sluiten. Gebruik in dit
geval twee luidsprekersnoeren voor elke box (één snoer
voor de woofer en één snoer voor de tweeter/
middenbereik luidspreker in de box). Om gebruik van de
dubbele aansluitingen te kunnen maken moet u de
SPEAKERS A en SPEAKERS B toetsen op het
voorpaneel indrukken zodat zowel SP A als B op het
display op het voorpaneel oplichten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als
u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt,
verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten.
U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers
op aan te sluiten (zie bladzijde 84).
Opmerking
Opmerking
Dubbele aansluiting
FRONT
R
L
+
+
+
+
A
B
Dit toestel
AANSLUITINGEN
18
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
Kabelaanduidingen
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden
weergegeven.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw
beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet
voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer
“Video Conv.” op “On” (zie bladzijde 67) is ingesteld,
zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO
aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op
dezelfde manier zullen signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd
via de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluiting
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluiting
Voor S-Video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (P
B, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via
de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting
binnenkomende signalen voorrang.
AANSLUITINGEN
Voor u componenten gaat
aansluiten
Opmerking
LET OP
S
V
O
V
V
V
L
R
C
linker analoge bedrading
rechter analoge bedrading
optische kabels
coaxiale bedrading
videobedrading
S-Videobedrading
Voor analoge signalen
Voor digitale signalen
Voor videosignalen
Opmerking
VIDEO
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
P
R
P
B
Y
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Signaalschema binnenin het toestel
Alleen wanneer “Video Conv.” op
“On” staat (zie bladzijde 67)
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
19
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluitingen voor DVD weergave
Aansluiten van videocomponenten
R
L
MONITOR
OUT
AUDIOVIDEO
S VIDEO
DVD
VIDEO
OUTPUT
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
DVD
DVD
COAXIAL
COMPONENT VIDEO
PR
MONITOR
OUT
PBY
DVD
C
O
LR
DVD-speler
Beeldscherm
Optische uitgang Video uitgang
Audio uitgang
Video ingang
Coaxiale uitgang
20
AANSLUITINGEN
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u Multi CH Assign: Input Channels op 8ch zet (zie bladzijde 58), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen
aan Multi CH Assign: Front Input (bladzijde 58) samen met de MULTI CH INPUT aansluitingen gebruiken voor
ingangssignalen met 8 kanalen.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven.
Opmerkingen
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
R
L
R
L
AUDIO
DVD
DTV
CBL/
SAT
IN
OUT
DVR/VCR 2
VCR 1
IN
AUDIO
(
PLAY
)
IN
(
PLAY
)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
LRLR
L
R
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
LR
LR
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
Multiformaat-speler/
externe decoder
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Surround-
achter
uitgang
21
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiting van andere videocomponenten
VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen,
zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op
dit toestel.
R
L
AUDIOVIDEO
S VIDEO
CBL/
SAT
VIDEO
OUT
VCR 1
IN
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
CBL/SAT
COAXIAL
DVR/VCR 2
COMPONENT VIDEO
PRPBY
DTV
CBL/
SAT
O
LR
LR LR
C
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder of
videorecorder
Audio uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Video ingang
Audio ingang
Coaxiale uitgang
S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
O
V
S
L
R
Spelcomputer
of
videocamera
Video uitgang
S-Video uitgang
Audio uitgang L
Audio uitgang R
Optische uitgang
22
AANSLUITINGEN
Aansluitingen voor audiocomponenten
Aansluiten van een draaitafel
De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel
met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel heeft met een laag-vermogen MC cartridge,
dient u een in-line boosting transformator of een
MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding met deze
aansluitingen.
y
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het
signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter
mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken
van de GND aansluiting.
Aansluiten van audiocomponenten
GND
R
L
AUDIO
(
PLAY
)
IN
(
PLAY
)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
PHONO
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
MD/TAPE
CD-R
CD
CD
COAXIAL
O
LRLRLR LR
LRLR
C
O
O
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
CD-recorder
Draaitafel
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
Audio ingang
Optische
ingang
Optische ingang
Audio ingangAudio uitgang
Audio uitgang
GND
Audio uitgang
Audio uitgang
23
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten op een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren,
of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als
volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT
aansluiten.
Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen zitten voor
de verbinding met een externe versterker, is het niet meer nodig de
corresponderende SPEAKERS aansluitingen te gebruiken. Zet het volume
van de op dit toestel aangesloten externe versterker op de hoogste stand.
Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en
CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de
TONE CONTROL instellingen.
Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op “Zone B”
(zie bladzijde 68) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één
externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal,
dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert hetzelfde
signaal als de bij dat kanaal behorende luidsprekeraansluiting.
Wanneer echter zowel surround-achter als zg.
aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel, is het mogelijk
dat de signalen geproduceerd via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen niet corresponderen met de juiste
luidsprekers.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf.
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 63) instellingen.
Opmerkingen
Opmerkingen
FRONT
SURROUND
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
L
R
L
1
2
3
4
5
24
AANSLUITINGEN
Aansluiten van i.LINK componenten
Als u een component met een i.LINK aansluiting heeft,
kunt u profiteren van digitale audio van CD, DVD, Super
Audio CD of DVD-A discs.
Voor details omtrent i.LINK, zie “GEBRUIKEN i.LINK”
op bladzijde 92.
U kunt het beste een i.LINK kabel gebruiken die korter is dan
3,5 m.
Aansluiten van HDMI componenten
Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2
ingangsaansluitingen ook een HDMI OUT
uitgangsaansluiting. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN
2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT
aansluiting van andere HDMI-compatibele apparatuur
(zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting
van andere HDMI-compatibele apparatuur (zoals een TV
of projector).
Voor details omtrent HDMI, zie “GEBRUIKEN HDMI”
op bladzijde 96.
U kunt het beste een HDMI kabel met het HDMI logo erop
gebruiken die korter is dan 5 m.
Opmerking
Opmerking
DIGITAL OUTPUT
OPTICAL
(AUDIO)
S400
i.LINK component
DIGITAL INPUT
CBL/SAT
COAXIAL
DVR/VCR 2
D
C
S
HDMI
IN 1
IN 2
OUT
DVD-speler
Beeldscherm
HDMI OUT
DVD-speler
HDMI OUT
HDMI IN
25
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Sluit de AM ringantenne aan.
2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM
antennedraden in de AM ANT en GND
aansluitingen kunt steken.
3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een
binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne.
Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(Alleen modellen voor het V.K.)
1 Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter open.
2 Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak
deze klaar voor het
aansluiten.
3 Knip de
verbindingsdraad door
en verwijder deze.
4 Steek de
binnendraad van
de kabel in de
sleuf en klem
deze vast met
een tang.
5 Klik de behuizing weer
dicht.
Aansluiten van de antennes
TUNER
75
UNBAL.
AM
ANT
GND
FM ANT
AM ringantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
Opmerkingen
11
8
6
Eenheid:
mm
Verbindingsdraad
KlemKlem
Steek de draad
in de opening
26
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Steek het netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle
andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de
stekker in het stopcontact.
Gebruik geen andere netsnoeren. Gebruik het
meegeleverde netsnoer. Gebruik van andere netsnoeren
kan leiden tot brandgevaar of elektrische schokken.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
.......................................................1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea .................................................Geen
Overige modellen.......................2 Netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. De
stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten
wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit
toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze
aansluitingen voorzien de erop aangesloten componenten
van stroom wanneer dit toestel aan staat. Het maximale
vermogen (totale stroomverbruik van de aangesloten
componenten) van de AC OUTLET(S) aansluitingen is:
Modellen voor Azië en algemene modellen .............. 50 W
Overige modellen..................................................... 100 W
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Algemene modellen
...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Modellen voor Azië
.............................220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit
(standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Aansluiten van het netsnoer
AC OUTLETS
SWITCHED
AC IN
(Modellen voor de V.S.)
VO
L
TA
G
E
SELECTO
R
VOLTAGE SELECTOR
(Modellen voor Azië en
algemene modellen)
LET OP
AANSLUITINGEN
27
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling
voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen.
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie
in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken.
U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
1 Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT
ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON.
“SP IMP.–8MIN” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
2 Druk op STRAIGHT/EFFECT om de
impedantie van uw luidsprekers instellen.
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u 6 Ohm
selecteren; als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u
8 Ohm kiezen.
3 Druk op STANDBY/ON om deze instelling af
te sluiten.
Het toestel gaat vervolgens uit (standby).
De instelfunctie voor de impedantie van de luidsprekers kunt u
vinden in het Advanced menu (zie bladzijde 87).
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
1 Druk op STANDBY/ON (of SYSTEM POWER
op de afstandsbedieningen) om dit toestel
aan te zetten.
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Druk nog eens op STANDBY/ON (of STANDBY op de
afstandsbediening) om dit toestel uit (standby) te zetten.
Instelling luidsprekerimpedantie
LET OP
Opmerking
STRAIGHT
EFFECT
STANDBY
/ON
SP IMP.-8 MIN
Inschakelen van de stroom
Opmerking
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
1
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
+
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
++
AMP
1
STANDBY
/ON
POWER
SYSTEM
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
28
AUTO SETUP
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup luide testtonen worden geproduceerd.
Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het
scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van
problemen op bladzijde 31 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
Wiring
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in.
Size
Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers
en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van
de kanalen.
Equalizing
Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen
via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de
verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en
om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is
vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken
gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer
bijzondere akoestische kenmerken vertoond.
De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters
(Frequency, Level en Q factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer om te komen tot een
precieze automatische instelling van de
frequentiekarakteristieken.
Level
Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) van elk
van de luidsprekers.
1 Sluit de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon aan op de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd hem daarom uit direct zonlicht.
Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
AUTO SETUP
Inleiding
Opmerkingen
Optimalisatie-microfoon setup
Opmerkingen
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
PROGRAM
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
Opstelling optimalisatie-microfoon
29
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil
mogelijk is tijdens de automatische setup (YPAO). Als er teveel
andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor
details “LANG.” op bladzijde 87.
Als uw subwoofer eigen instellingen heeft voor het volume en de
crossover/hoge afsnijd frequentie, dient u het volume op ongeveer
éénderde (bij een draaiknop tussen de 9 en 11 uur-stand) en de
crossover/hoge afsnijd frequentie op het maximum in te stellen.
1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te
selecteren en druk dan op h.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te
selecteren en druk dan op h.
5 Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring,
Distance, Size, Equalizing of Level te
selecteren en druk dan op h.
y
Equalizing is ook beschikbaar via het menusysteem op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 88).
6 Selecteer voor Wiring, Distance, Size of
Level:
Check Om het geselecteerde onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Skip Om het geselecteerde onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
y
Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen
bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is
geselecteerd bij Speaker Set (bladzijde 63) en dat “80Hz” is
geselecteerd bij Bass Cross Over (bladzijde 64).
Beginnen van de setup
CROSSOVER/
HIGH CUT
MIN
MAX
Subwoofer
VOLUME
MIN
MAX
TOP
TITLE
Sound
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Information
Setup Type
Start
Setup Menu
Auto Setup
System Memory
Audio Info.
Manual Setup
Input Select
Setup Menu
Setup Type
Start
Wiring
Distance
Size
Information
Skip
Check
Wiring
Distance
Size
Skip
Check
Size
Equalizing
Level
Distance
Wiring
Skip
Check
Distance
Size
Equalizing
Wiring
Skip
Check: Natural
Check: Flat
Check: Front
Equalizing
Level
Size
Distance
Skip
Check
Level
Equalizing
Size
30
AUTO SETUP
Druk voor Equalizing op k / n en selecteer:
Skip Om het geselecteerde onderdeel over te
slaan zonder instellingen te wijzigen.
Check: Natural Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties.
Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling
een beetje schel klinkt.
Check: Flat Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van
vergelijkbare kwaliteit zijn.
Check: Front Om de frequentierespons van elk van de
luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw
voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw
voor-luidsprekers van aanzienlijk betere
kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers.
7 Wanneer u de gewenste instelling heeft
geselcteerd, druk dan op l om terug te gaan
naar Setup Menu.
8 Druk op n, selecteer Setup Type en kies
vervolgens:
Auto Om de hele automatische setup
automatisch uit te laten voeren.
Step Om te wachten op een bevestiging
tussen elke controle in de automatische
setup.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het
menusysteem op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 88).
9 Druk op n, selecteer Start en druk
vervolgens op ENTER.
Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via
de diverse luidsprekers, terwijl gedurende de
automatische setup de boodschap “Measuring”
getoond zal worden.
y
Om de iautomatische stelprocedure te stoppen, kunt u op
één van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op
ENTER. Druk op k wanneer het toestel gepauzeerd is om
de procedure opnieuw te proberen, of op l om de
automatische instelprocedure te annuleren.
Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt,
raadpleeg dan “Oplossen van problemen met de
automatische setup” op bladzijde 31 en probeer het
opnieuw nadat u het probleem heeft opgelost.
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het
menusysteem op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 88).
Setup Menu
Setup Type
Start
Wiring
Distance
Size
Information
Setup Type
Start
Auto
Step
Setup Menu
Information
Start:ENTERStart
Setup Type
Setup Menu
31
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
U kunt de resultaten van elke analyse apart bevestigen.
Als u Setup Type op “Auto” instelt
De resultaten worden getoond nadat alle items
geanalyseerd zijn.
Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden in
te stellen.
Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
Als u Setup Type op “Step” instelt
De resultaten worden individueel getoond na elke aparte analyse.
Druk op n en selecteer Next om de metingen voor het
volgende menu-item te starten.
Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
Nadat alle menu-items doorgemeten zijn, zal
“Measurement Over” op het scherm verschijnen en
worden de resultaten voor elk apart item getoond.
Druk op
n
en selecteer Setup om de gemeten waarden in te stellen.
Druk op k en selecteer Retry om de automatische
instelprocedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer
details over waarschuwingen, zie “Oplossen van
problemen met de automatische setup” op bladzijde 31.
Druk op l en selecteer Exit om de automatische
instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om
de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No
om de instellingen te annuleren en af te sluiten.
y
Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, wijzig dan de
systeemparameters via het Manual Setup menu. Als u terug wilt naar
de Auto Setup instellingen nadat u instellingen gewijzigd heeft via
het Manual Setup menu, blader dan naar het Information scherm in
het Auto Setup menu, druk net zo vaak op
k / n
tot u de gewenste
parameter geselecteerd heeft en druk vervolgens op ENTER.
Als u luidsprekers vervangt of anders opstelt, of als u de
inrichting van uw kamer verandert, moet u de automatische
instelprocedure opnieuw uitvoeren.
Afhankelijk van uw luisteromgeving is het mogelijk dat
SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In een
dergelijk geval zal SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie
bladzijde 65) automatisch worden ingesteld op Reverse. Om
zelf de gewenste instelling te selecteren, dient u de SWFR
Phase parameter in het Manual Setup menu te wijzigen.
Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in
werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer.
Dit kan ook het geval zijn u wanneer een externe versterker gebruikt.
Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde band
verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog preciezere instelling.
Bevestigen van de resultaten
Measurement Over
Successfully
Start
Setup Type
Setup Menu
Retry
Setup
Exit Detail
Opmerkingen
Equalizing
Size
Distance
Level
Result
Retry
Next
Exit Detail
32
AUTO SETUP
Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Tijdens de automatische setup
Druk op l / h om gedetailleerde informatie over individuele fouten te laten zien. Selecteer Retry om de automatische
set-up opnieuw te proberen.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu! Er zijn geen set-up menu-items geselecteerd. Selecteer minstens één menu-item.
Memory Guard! Deze instelling is beveiligd. Verwijder de beveiliging voor de automatische set-up
(zie bladzijde 69).
Foutmelding Oorzaak Oplossing
E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS
A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te
zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken).
Controleer de aansluitingen van de L/R voor-
luidsprekers.
E02:No Sur. SP Er wordt slechts één surroundkanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
E03:No Pres. SP Er wordt slechts één aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
E04:SBR ->SBL Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de automatische setup wanneer het zo stil
mogelijk is.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners uit, of zet ze uit de buurt van dit toestel.
E06:Check Sur. Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen
detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
E09:User Cancel De automatische setup is geannuleerd omdat
een instelling die invloed heeft op de
automatische setup (wijzigen van
luidsprekerinstellingen enz.) tijdens de
procedure is veranderd.
Voer de automatische setup opnieuw uit.
E10:Internal Err Er is een interne fout opgetreden. Start dit toestel opnieuw op en probeer de
automatische setup vervolgens opnieuw.
33
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Na de automatische setup
De volgende waarschuwingen worden getoond nadat de analyse is afgelopen om u op de hoogte te stellen van mogelijke
problemen. We raden u aan de inhoud van elke melding te controleren en selecteer vervolgens Retry om de automatische
setup opnieuw te proberen.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
W1:Out of Phase De polariteit van de luidsprekers is niet correct.
Deze melding kan, afhankelijk van de
luidsprekers in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct zijn aangesloten.
Controleer de luidspreker-aansluitingen.
W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is groter dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie
gemaakt.)
Pas de installatie van de luidsprekers aan.
Controleer de luidspreker-aansluitingen.
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in.
W4:SP Mismatch De luidspreker-instellingen verschillen van de
meetresultaten van de bedrading (gebeurt alleen
wanneer de meetprocedure voor de bedrading is
overgeslagen).
Controleer de luidspreker-aansluitingen.
WEERGAVE
33
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Druk op STANDBY/ON (of zet AMP/SOURCE/
TV op AMP en druk op SYSTEM POWER op
de afstandsbediening) om dit toestel aan te
zetten.
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
3 Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of druk op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set
luidsprekers in- of uitgeschakeld.
Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als
B selecteren.
4 Selecteer de signaalbron.
Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display en het beeldscherm
getoond.
5 Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg eventueel de handleiding van de
betreffende component.
Zie bladzijde 41 voor details omtrent het afstemmen.
6 Zet het volume op het gewenste niveau.
WEERGAVE
Basisbediening
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
14
7
6
3
1
1
7
4
6
3
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
STANDBY
/ON
POWER
SYSTEM
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
AMP
SOURCE
TV
A
SPEAKERS
B
B
+10
ENT.
A
SPEAKERS
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
INPUT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
VOLUME
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
DVD
VCR 1
Geselecteerde signaalbron
VOLUME
VOL
+
of
Afstandsbediening
Voorpaneel
34
WEERGAVE
7 Kies, indien gewenst, een
geluidsveldprogramma.
Gebruik PROGRAM (of druk herhaaldelijk op één
van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s) om
een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie
bladzijde 49 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Opmerkingen over Dialogue
Normalization (Dial Norm)
Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital
functie die verschillende programma’s met een gemiddeld
niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft
aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital
programma wordt weergegeven. Bij weergave van
Dolby Digital materiaal zal er soms een korte melding
verschijnen op het display op het voorpaneel;
“Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats
van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau
van dit programma zich verhoudt tot het THX
ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij
geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume
willen aanpassen.
Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op
het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u
het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door
THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen
maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt natuurlijk het
volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u
natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde programma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
beeldscherm.
PROGRAM
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
DialNorm;;+4dB
Selecteren van
geluidsveldprogramma’s
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
PROGRAM
VOLUME
HiFi DSP
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
Hall in Munich
Programmanaam
PROGRAM
35
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
Afstandsbediening
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens net zo vaak op één van de toetsen
voor de geluidsveldprogramma’s tot u het
gewenste programma geselecteerd heeft.
De naam van het geselecteerde programma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
beeldscherm.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft
geselecteerd.
Toonregeling
Hiermee kunt u de weergave van
de lage en hoge tonen regelen
voor de linker, rechter en midden
voorkanalen.
Druk herhaaldelijk op TONE
CONTROL op het voorpaneel
om te kiezen tussen TREBLE of
BASS.
Selecteer TREBLE en draai
vervolgens PROGRAM naar
rechts of links om de hoge tonen te versterken of te
verzwakken.
Selecteer BASS en draai vervolgens PROGRAM naar
rechts of links om de lage tonen te versterken of te
verzwakken.
Om de toonregeling te annuleren dient u net zo vaak op
TONE CONTROL te drukken tot u BYPASS heeft
geselecteerd.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden
voor-luidsprekers.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer THX
(bladzijde 49) of PURE DIRECT (bladzijde 38) is geselecteerd,
of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd.
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, zal de
Tone Control instelling de balans tussen de lage/hoge tonen van
uw hoofdtelefoon regelen (zie bladzijde 61).
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de
afstandsbediening. De MUTE
indicator zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
Druk nog eens op MUTE om de
geluidsweergave te hervatten (of
druk op VOL –/+). De MUTE
indicator zal van het display verdwijnen.
y
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt
(zie bladzijde 61).
Opmerkingen
EXIT
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
AMP/SOURCE/TV
VOLUME
HiFi DSP
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
Hall in Munich
AMP
SOURCE
TV
Programmanaam
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
Aanvullende mogelijkheden
Opmerkingen
TONE CONTROL
PROGRAM
MUTE
36
WEERGAVE
Luisteren met een hoofdtelefoon
(“SILENT CINEMA”)
De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met
een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA”
functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT of een 2ch Stereo programma is geselecteerd, of
wanneer de STRAIGHT functie is ingeschakeld.
Selecteren van MULTI CH INPUT
Druk op MULTI CH INPUT zodat “MULTI CH INPUT”
op het display en op het beeldscherm verschijnt.
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display en/
of het beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden
weergegeven. Als u met INPUT (één van de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren,
druk dan eerst op MULTI CH INPUT zodat de melding “MULTI
CH INPUT” verdwijnt van het display en het beeldscherm.
Luisteren naar multikanaals materiaal
met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave
Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft
aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals
signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x,
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen 5.1- en 6.1/7.1 kanaals weergave.
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op l / h te drukken wanneer
PL xMovie (enz.) wordt getoond.
Automatisch (AUTO)
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via
6.1/7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via
6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders (selecteren met l / h)
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden.
PL xMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder.
PL xMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Uit (OFF)
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
5.1 kanalen.
y
Wanneer Surround Back op “Large x1” of “Small x1”
(zie bladzijde 64) is ingesteld, zal het surround achterkanaal
worden gereproduceerd via de linker SURROUND BACK
luidspreker-aansluitingen.
Opmerkingen
Opmerking
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel Afstandsbediening
of
EXTD SUR.
8
II
II
37
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie,
PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
Wanneer Surround of Surround Back op “None” staat
(zie bladzijde 64).
Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R
surroundsignalen bevat.
Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie
worden teruggezet op AUTO.
De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64).
“PL xMovie” kan niet worden geselecteerd wanneer Surround
Back op “Large x1” of “Small x1” (zie bladzijde 64) is
ingesteld.
Genieten van 2-kanaals materiaal en
surroundweergave
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op STANDARD op de
afstandsbediening om heen en weer te schakelen
tussen de SUR. STANDARD en SUR. ENHANCED
programma’s.
Of druk op MOVIE of THX op de
afstandsbediening om de MOVIE THEATER of
THX programma’s te selecteren.
Druk op SELECT op de afstandsbediening om de
decoder te selecteren.
Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en uw
persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de volgende
functies.
Wanneer u het SUR. STANDARD programma
selecteert
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PL x Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<PL x Music>
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
<PL x Game>
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Music>
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
<CS Cinema>*
SRS Circle Surround verwerking voor filmmateriaal.
<CS Music>*
SRS Circle Surround verwerking voor muziekmateriaal.
* (Alleen modellen voor de V.S.)
Wanneer u het SUR. ENHANCED, MOVIE
THEATER of THX programma selecteert
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PL x Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt ook een decoder selecteren met de Decode Type
parameter in het Stereo/Surround menu (zie bladzijde 100).
U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de
afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op
het meldingendisplay.
De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64).
Opmerkingen
STANDARD
6
MOVIE
4
THX
5
of
SELECT
7
Opmerking
II
II
II
II
II
II
38
WEERGAVE
Luisteren naar High Fidelity
stereoweergave (PURE DIRECT)
PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors
van dit toestel volledig en schakelt bovendien het
videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo
natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren
bij analoge, PCM en DSD signaalbronnen.
Druk op PURE DIRECT om deze weergavefunctie
in te schakelen.
De toets licht op en het display op het voorpaneel gaat
automatisch uit
.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te
annuleren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de
oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in deze stand.
Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron. (Wanneer DTS is
ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden
weergegeven.)
Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
De Tone Control (bladzijde 35) en GUI menu (bladzijde 53)
instellingen staan buiten werking.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT functie:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
tonen van beknopte berichten
wijzigen van GUI menuparameters
alle videofuncties (video-conversie enz.)
PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het
toestel uit (standby) wordt gezet.
Middernacht luisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld wanneer u’s nachts wilt luisteren,
toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of
NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat
afspelen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de
afstandsbediening om te kiezen tussen film of
muziek.
De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is
ingeschakeld.
Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film
gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack
te verminderen en de gesproken tekst beter
verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt
gebruiken.
Druk op l / h om het effectniveau in te stellen
terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond
wordt.
Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik
wordt gecomprimeerd.
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden
apart opgeslagen.
U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE
DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator
op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
Opmerkingen
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerkingen
Afstandsbediening
NIGHT
AUDIO
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
39
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
Terugmengen naar 2 kanalen
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in
2-kanaals stereoweergave.
Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op
AMP en druk dan op STEREO op de
afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo.
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of BOTH is ingesteld bij LFE/BASS OUT.
Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal
alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden
weergegeven. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via
de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere
toevoeging van effecten.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) en selecteer
STRAIGHT.
Druk nog eens op STRAIGHT/EFFECT zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de
geluidseffecten weer wilt inschakelen.
Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren.
Als u Surround op None zet, zal Virtual CINEMA DSP
automatisch worden ingeschakeld wanneer u een
CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking
treden, ook al staat Surround op “None” (zie bladzijde 63):
Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt beelden van een videobron combineren met geluid
van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke
muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar
mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de
gewenste videobron te selecteren en kies
vervolgens de audiobron.
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT drukken.
Opmerking
Opmerking
2ch Stereo
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
Voorpaneel
of
PROGRAM
Afstandsbediening
STRAIGHT
EFFECT
EFFECT
STRAIGHT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerking
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
Audiobronnen
Videobronnen
40
WEERGAVE
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt
selecteren.
Druk op AUDIO SELECT om de ingangsfunctie te selecteren.
In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO gebruiken.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
1) i.LINK
2) HDMI
3) Digitale signalen
*
4) Analoge signalen
i.LINK Er zullen alleen i.LINK signalen
worden geselecteerd.
Als er geen i.LINK signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
HDMI Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT
Selecteren van digitale signalen die
binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL
aansluitingen.
Gebruiken als er ook i.LINK of HDMI
signalen binnenkomen.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen,
zal er geen geluid worden weergegeven.
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
y
U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden ingeschakeld
wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 57).
De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van
CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS.
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
Selecteren van audio
ingangsfuncties
Opmerking
AUDIO
SELECT
A.SEL: AUTO
V–AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD–R CD TUNER
PHONO
VOLUME
A
SP
LL R
dB
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Ingangsfunctie
WEERGAVE
41
BASISBEDIENING
Nederlands
Tonen van informatie over de signaalbron
U kunt het type, de formattering en de bemonsteringsfrequentie
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op n en selecteer Audio
Info.
De volgende informatie zal op het display verschijnen.
Format
De formattering van het signaal wordt
getoond. Wanneer het toestel geen digitaal
signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Sampling Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het
toestel de bemonsteringsfrequentie niet
kan bepalen, zal “?” verschijnen.
Channel Aantal bronkanalen in het
ingangssignaal. Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3
voorkanalen, 2 surroundkanalen en een
LFE kanaal, zal worden getoond als
“3/2/0.1”.
Bitrate Bitsnelheid. Wanneer het toestel de
bitsnelheid niet kan bepalen, zal
“– – –” verschijnen.
Dialogue Dialoog normalisatie informatie voor
Dolby Digital signalen.
Flag1/Flag2 Signalering (vlag) die in DTS of Dolby
Digital signalen is meegecodeerd en
die dit toestel in staat stelt automatisch
van decoder te wisselen.
3 Druk op EXIT.
TOP
TITLE
Sound
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
Sampling
Bitrate
Channel
Format
Flag1
Flag2
Dialogue
---
---
2/0/---
Analog
---
---
---
Auto Setup
Audio Info.
System Memory
42
AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen: automatisch en
handmatig.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Automatisch afstemmen
1 Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te
selecteren.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze stand uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig
afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van
de ontvangst te verbeteren.
1 Selecteer TUNER en de gewenste radioband
volgens de stappen 1 en 2 onder
“Automatisch afstemmen”.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze stand uit te schakelen.
3 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om
de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
AFSTEMMEN
Automatisch en handmatig
afstemmen
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
1
332
4
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
of
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
AUTO
Licht op
PRESET/
TUNING
EDIT
AUTO
A
SP
2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD T
U
A AM 630 kHz
PRESET/
TUNING
TUNED
AUTO
A
SP
2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD T
U
A AM 1530 kHz
HiFi DSP
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
AUTO
Verdwijnt
PRESET/
TUNING
EDIT
AUTO
A
SP
2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD T
U
A AM 630 kHz
PRESET/
TUNING
43
AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
Automatisch voorprogrammeren van FM
zenders
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk op FM/AM en selecteer de FM band.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden
zal het automatisch voorprogrammeren beginnen
vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst voorgeprogram-
meerde zender op het display getoond worden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer zenders gevonden worden.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder
“Zenders handmatig voorprogrammeren”.
Andere mogelijkheden bij het automatisch
voorprogrammeren
U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in
lagere frequenties.
Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt:
1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h
om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het
automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
2 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele
punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/
TUNING l om te zoeken in lagere frequenties.
Zenders voorprogrammeren
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
321
FM/AM
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
AUTO
Licht op
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
VOLUME
MEMORY
AUTO
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A1:FM 87.50MHz
Opmerkingen
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het
toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Wanneer echter de stroomvoorziening langer dan een
week onderbroken wordt, zullen de voorkeuzezenders
gewist worden. In een dergelijk geval zult u de zenders
opnieuw op één van de aangegeven manieren moeten
opslaan.
44
AFSTEMMEN
Zenders handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders
(8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
1 Stem af op een zender.
Zie bladzijde 41 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden.
3 Druk net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de
gewenste voorkeuzegroep geselecteerd
heeft (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator
aan het knipperen is.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om een
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
terwijl de MEMORY indicator aan het
knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan
het knipperen is.
De radioband en de
frequentie voor deze zender
verschijnen op het display,
samen met de door u
geselecteerde
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
3 2,5
4
VOLUME
TUNED
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A :AM 630 kHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
VOLUME
MEMORY
TUNED
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
C :AM 630 kHz
Voorkeuzegroep
Opmerkingen
PRESET/
TUNING
VOLUME
MEMORY
TUNED
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
C3:AM 630 kHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
VOLUME
TUNED
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
C3:AM 630 kHz
Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als
C3.
45
AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER om het toestel op de
tuner (radio) te zetten.
2 Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de
afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display en verandert met elke druk op de toets.
3 Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET
k / n op de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen
op het display op het voorpaneel, samen met de radioband
en de frequentie, en de TUNED indicator zal oplichten.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender
“A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
4 Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
Selecteren van voorkeuzezenders
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
2
3
2
1
EXIT
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
TV MUTE TV INPUT
MUTE
PRESET
3
2
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1
A/B/C/D/E
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
PRESET/
TUNING
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
TUNED
A
SP
/
VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
E1:FM 87.50MHz
Omwisselen van voorkeuzezenders
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
1,3
1,3
2,4
PRESET/
TUNING
EDIT
MEMORY
TUNED
A
SP
/
VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
E1:FM 87.50MHz
VOLUME
MEMORY
TUNED
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A5:FM 90.60MHz
PRESET/
TUNING
EDIT
A
SP
R
/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
EDIT E1-A5
46
AFSTEMMEN
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
PS (Program Service name) functie
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
PTY (Program Type) functie
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15
soorten programma’s.
RT (Radio Text) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk,
naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender
waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke
tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond.
Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens,
zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (
_
).
CT (Clock Time) functie
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan
“CT WAIT” verschijnen.
EON (Enhanced Other Networks)
Zie “De EON functie” op bladzijde 47.
Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem
gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen
met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender
verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de afstandsbediening
om dit toestel op de tuner (radio) te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens die worden verzorgd door
deze zender te laten zien.
Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem indicator oplicht
op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u
eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle
benodigde Radio Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft.
Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door
deze zender kunnen niet worden geselecteerd.
Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de
RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan
gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio
Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel naar behoren functioneren.
Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio
Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op
TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van
het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens
verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie.
Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl
u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk
dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt
onderbroken en dat de melding “...WAIT” verschijnt op het display.
Afstemmen op Radio Data
Systeem zenders
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Theater
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Pop
ROCK M Rock
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
Veranderen van de Radio Data
Systeem functie
Opmerkingen
TUNER
AMP
SOURCE
TV
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Afstandsbediening
47
AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de
afstandsbediening om dit toestel op de tuner
(radio) te zetten.
2 Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in
de PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
3 Verdraai PRESET k / n om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
4 Druk op PTY SEEK START om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display en de PTY HOLD indicator op het display
licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht
wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie
te annuleren.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
De PTY SEEK functie
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
3
2,4
TUNER
AMP
SOURCE
TV
MODE PTY SEEK START
Knippert
POP M
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
PTY HOLD
MODE PTY SEEK START
Licht op
AFSTEMMEN
48
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden via het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het
gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen
opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender
wanneer de uitzending van het gewenste soort programma
begint.
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display.
Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een
andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON
indicator wel oplicht.
2 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op TUNER op de
afstandsbediening om dit toestel op de tuner
(radio) te zetten.
3 Druk een paar keer op EON en selecteer het
gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT).
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display staat.
De EON functie
Opmerking
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
3
TUNER
AMP
SOURCE
TV
EON
Afstandsbediening
49
OPNEMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt REC OUT/ZONE 2 gebruiken om op te nemen van
de ene signaalbron terwijl u kijkt en/of luistert naar een
andere.
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleiding van de betreffende
componenten.
1 Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
2 Selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen met REC OUT/ZONE 2.
Om de huidige signaalbron waar u naar aan het
kijken of luisteren bent op te nemen, dient u REC
OUT/ZONE 2 op SOURCE/REMOTE te zetten.
Om een andere signaalbron dan die waar u naar aan
het kijken of luisteren bent op te nemen, dient u
REC OUT/ZONE 2 in te stellen op de gewenste
signaalbron.
Na deze instelling kunt u de signaalbron waar u naar
luistert en/of kijkt veranderen door INPUT te
verdraaien (of door op één van de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening te
drukken) zonder dat dit invloed heeft op de opname.
3 Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
4 Start de opname op de opnemende
component.
y
Om audio en video van verschillende signaalbronnen op te nemen, dient u
REC OUT/ZONE 2
in te stellen op
SOURCE/REMOTE
, waarna u
eerst de videobron en vervolgens de audiobron selecteert (zie bladzijde 39).
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron
die u opneemt.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De instellingen van TONE CONTROL (zie bladzijde 61),
VOLUME, Speaker Level (bladzijde 66) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
S-Video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit
toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van
een component die alleen is verbonden met een S-Video aansluiting
(of alleen met een composiet video-aansluiting) alleen een S-Videosignaal
(of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen
worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge
AUDIO OUT (L/R) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge
signalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet
gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw
signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus
ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN
wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.)
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het
gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen,
CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal
kunnen inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
Audiosignalen die binnenkomen via de geselecteerde i.LINK of HDMI
componenten worden gereproduceerd via REC OUT wanneer REC
OUT/ZONE 2 op het voorpaneel is ingesteld op SOURCE/REMOTE
of op de signaalbron waarvan u wilt opnemen. Multikanaals DVD
audiosignalen, DSD signalen van Super Audio CD’s en 2-kanaals PCM
signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz
kunnen echter niet worden gereproduceerd via REC OUT.
Speciale overwegingen bij het opnemen
van DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert
digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts
ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten
houden en dient u de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
OPNEMEN
A
SPEAKERS
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
EDIT
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUT
PURE DIRECT
STANDBY
/ON
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
21
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of gecodeerde
signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd
wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
49
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een
extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de
werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op
AUTO (zie bladzijde 40) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal.
De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details
omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Opmerkingen
Voor film/video bronnen
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
Programma Kenmerken
MULTI
2-CH
1
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts)
of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
3
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is,
zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal.
Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals
nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de
reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het
programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook
alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave
bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie.
4
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids
geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt
zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het
beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital
of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave
van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd
temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction
films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS
gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze
reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals
soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat
de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie
van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt
gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde
aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het
scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van
gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten.
50
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
MULTI
2-CH
5
THX
THX Cinema
THX verwerking voor filmmateriaal.
THX
THX Game
THX verwerking voor spelmateriaal.
MULTI
THX
THX Select2 Cinema
THX Select2 verwerking voor filmmateriaal.
THX
THX Surr. EX
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals bronmateriaal.
6
SUR. STANDARD
DOLBY DIGITAL
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
q D+PL x Movie
Standaard 7.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DOLBY D EX
Standaard 6.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor DTS bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS 96/24
Standaard 5.1-kanaals verwerking voor 96 kHz/24-bit DTS
bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS+PL x Movie
Standaard 7.1-kanaals verwerking (Dolby Pro Logic x) voor
DTS materiaal.
SUR. STANDARD
DTS+DOLBY EX
Standaard 6.1-kanaals verwerking (Dolby Digital EX) voor DTS
materiaal.
SUR. STANDARD
DTS ES
Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES
Discrete) voor DTS bronmateriaal.
SUR. STANDARD
DTS 96/24 ES
Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES
Discrete) voor 96 kHz/24-bit DTS bronmateriaal.
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde
decoder.
2-CH
SUR. STANDARD
PRO LOGIC
Standaard verwerking voor Dolby Surround bronmateriaal.
SUR. STANDARD
PL x Movie
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
SUR. STANDARD
PL Movie
Dolby Pro Logic verwerking voor filmmateriaal.
SUR. STANDARD
PL x Game
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
SUR. STANDARD
PL Game
Dolby Pro Logic verwerking voor spelmateriaal.
SUR. STANDARD
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
SUR. STANDARD
CS Cinema
SRS Circle Surround verwerking voor filmmateriaal.
(Alleen modellen voor de V.S.)
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde
decoder.
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
Programma Kenmerken
II
II
II
II
II
II
II
51
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CDs, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details
omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35.
Voor muziekmateriaal
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
Programma Kenmerken
MULTI
2-CH
1
STEREO
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
STEREO
7ch Stereo
HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te
geven via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
2
MUSIC
Hall in Munich
HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met ongeveer
2500 plaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig reflectie
via de wanden en het geluid verspreid zich heel mooi en heel fijn.
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
Freiburg
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestische
omgeving van een grote kerk na, met een hoog gewelf en zuilen aan
weerszijden. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de
vroege reflecties kleiner zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s.
MUSIC
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in
“The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats
voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een
realistische en levendige weergave.
MUSIC
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische
rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de
“hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige
atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een
echt jazz of rock concert.
MUSIC
Classic/Opera
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende
diepte aan de vocalen en een grote algehele helderheid door
excessieve natrillingen tegen te gaan. Het surround geluidsveld is
relatief beperkt, maar er wordt een zeer fraai geluid gereproduceerd
met behulp van de gegevens die verzameld zijn in de concertzaal.
3
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave
is krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door
een grote energie en “directheid”.
MULTI
5
THX
THX Music
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen.
6
SUR. STANDARD
q D+PL x Music
Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziek.
SUR. STANDARD
DTS+PL x Music
Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek.
SUR. ENHANCED
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder.
2-CH
SUR. STANDARD
PL x Music
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
SUR. STANDARD
PL Music
Dolby Pro Logic verwerking voor muziekmateriaal.
SUR. STANDARD
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
SUR. STANDARD
CS Music
SRS Circle Surround verwerking voor muziekmateriaal.
(Alleen modellen voor de V.S.)
II
II
II
II
II
GEAVANCEERDE BEDIENING
52
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is.
De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit.
Instellen van de slaaptimer
1 Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2 Druk herhaaldelijk op SLEEP
om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het
display op het voorpaneel als volgt
veranderen. De SLEEP indicator knippert terwijl u de
tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
Annuleren van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de
SLEEP indicator uit gaan.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het
toestel uit (standby) te zetten.
GEAVANCEERDE BEDIENING
Gebruiken van de slaaptimer
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
2
SLEEP
SLEEP 120 min SLEEP 90 min
SLEEP 60 minSLEEP 30 minSLEEP OFF
VOLUME
SLEEP
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
SLEEP 120min
VOLUME
SLEEP
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
VCR 1
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
Hall in Munich
SLEEP
SYSTEEMINSTELLINGEN
53
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt allerlei systeeminstellingen wijzigen en u kunt zo de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren.
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
y
U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor details “LANG.” op bladzijde 87.
HDMI (HDMI menu)
Bewerken van HDMI parameters (zie bladzijde 96).
i.LINK Select (i.LINK keuzemenu)
Bewerken van i.LINK parameters (zie bladzijde 92).
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Bewerken van geluidsveld parameters (zie bladzijde 100).
Input Select (Ingangskeuzemenu)
U kunt digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven, of het
volume voor elke aansluiting regelen (zie bladzijde 56).
Manual Setup (Handmatig setup menu)
Hiermee kunt u zelf luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 59).
Sound (Geluidsweergave menu)
U kunt met de hand de geluidsparameters instellen.
Basic (Basismenu)
Hiermee kunt u snel en makkelijk de basisinstellingen voor uw systeem invoeren.
SYSTEEMINSTELLINGEN
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
I/O Assignment Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
56
Audio Select Selecteren van het gewenste type ingangssignaal.
57
Decoder Mode
Hiermee selecteert u de ingangsfunctie voor met de DIGITAL INPUT aansluitingen verbonden signaalbronnen.
57
Volume Trim Instellen van het uitgangsvolume van elke aansluiting.
57
Rename Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
58
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
LFE Level Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
59
Dynamic Range Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
59
Parametric EQ Instellen van de klankkleur van elke luidspreker.
60
Tone Control Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de hoofdtelefoon.
61
Audio Option Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel.
61
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
Test Tone
Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de luidsprekers, of om de afstanden van de
luidsprekers en het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen.
63
Speaker Set
Selecteren van de juiste afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
63
Speaker Distance Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
65
Speaker Level Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
66
THX Set Wijzig de THX instellingen.
66
54
SYSTEEMINSTELLINGEN
Option (Opties menu)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Auto Setup (Automatische setup menu)
Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische
setup in werking stellen (zie bladzijde 27).
System Memory (Systeemgeheugen menu)
Opslaan en oproepen van diverse instellingen (zie bladzijde 70).
Audio Info. (Audiosignaal informatiemenu)
Controleren van de informatie voor het huidige audiosignaal (zie bladzijde 40).
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
Display Regelen van de GUI schermen en het display op het voorpaneel.
67
Multi Zone Aanpassen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen.
68
Sur.Initialize Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s.
68
Audio Select Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
69
Decoder Mode Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder.
69
Memory Guard Vergrendelen van de menu-instellingen.
69
55
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te
openen en in te stellen. (Luidspreker instelling gebruikt in
het volgende voorbeeld bij het veranderen van
parameterwaarden.)
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
2 Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste
menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens
op h om het geselecteerde menu-onderdeel
te openen.
3 Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
4 Druk op ENTER of h en druk vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling vh
gewenste item te veranderen.
5 Druk op EXIT.
y
U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor
details “LANG.” op bladzijde 87.
Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan
op ENTER om terug te keren naar het eerder geselecteerde
menu-onderdeel.
Sommige van de parameters hebben zoveel instellingen dat er
meer dan één GUI scherm nodig is. Druk op k / n om door
deze schermen te bladeren.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory
Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
“Off” te zetten (zie bladzijde 69).
Veranderen van instellingen
EXIT
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
VOL
+
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
1
1
2-4
5
TOP
TITLE
Sound
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
Center
Surround
Front
Speaker Set
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
None
Large
Small
Surround
Surround Back
Presence
Center
Front
Opmerkingen
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het
toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Als de stroomvoorziening echter langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden
terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw
moeten wijzigen.
60Hz
40Hz
90Hz
100Hz
80Hz (THX)
Bass Cross Over
SWFR Phase
Bass Out
Presence
60Hz
40Hz
90Hz
100Hz
80Hz (THX)
Bass Cross Over
SWFR Phase
Bass Out
Presence
56
SYSTEEMINSTELLINGEN
U kunt met deze functie digitale in-/uitgangen opnieuw
toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen
nieuwe namen geven, of het ingangsniveau voor elke
aansluiting regelen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer Input Select en druk dan op h.
3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk vervolgens op h om het item te
openen en in te stellen.
I/O Assignment (Toewijzen van in-/
uitgangsaansluitingen)
U kunt de digitale audio in-/uitgangen en de component
video-aansluitingen toewijzen aan andere componenten
wanneer de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt
u de daarbij behorende component selecteren als
signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) >
I/O Assignment >
Voorbeeld 1:
Om de COAXIAL 7 (CD) aansluiting toe te wijzen aan
de DVD ingang.
1) Selecteer Input Select en vervolgens DVD.
2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer
vervolgens 7 CD.
Voorbeeld 2:
Wissen van de toewijzing van een aansluiting.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de
ingangsbron (DVD, enz.).
2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de
gewenste toewijzing (Optical Output, Optical Input,
Coaxial Input of Component Video).
3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de
toewijzing te wissen.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Input Select
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
DVD
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
Stereo/Surround
Opmerkingen
Optical Input
Coaxial Input
Optical Output
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
57
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio Select (Audio selectie)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt
selecteren.
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Audio Select >
Keuzes: Auto, i.LINK, HDMI, Coax/Opt, Analog
Selecteer “Auto” als u de binnenkomende signalen in
deze volgorde wilt laten kiezen: i.LINK signalen,
HDMI signalen, digitale signalen
*
en analoge signalen.
Selecteer “i.LINK” als u alleen binnenkomende
i.LINK signalen wilt gebruiken. Als er geen i.LINK
signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Selecteer “HDMI” als u alleen binnenkomende HDMI
signalen wilt gebruiken. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Selecteer “Coax/Opt” als u via de OPTICAL of
COAXIAL aansluiting binnenkomende digitale
signalen wilt gebruiken. Gebruiken als er ook i.LINK
of HDMI signalen binnenkomen.
Selecteer “Analog” als u alleen binnenkomende
analoge signalen wilt gebruiken. Als er geen analoge
signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
*
Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
y
U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie
bladzijde 69).
De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van
CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS.
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen (zie bladzijde 56) instellen voor
bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) >
Decoder Mode >
Keuzes: Auto, DTS
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Volume Trim (Volume afstelling)
U kunt het niveau van de signalen die binnenkomen via de
verschillende aansluitingen instellen. Dit is nuttig wanneer
u het volume van de diverse signaalbronnen op elkaar wilt
afstemmen om plotselinge veranderingen in volume bij
het overschakelen tussen signaalbronnen te voorkomen.
Manual Setup > Input Select >
ingangsbron (DVD, enz.) > Volume Trim >
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
Opmerking
i.LINK
HDMI
Auto
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
I/O Assignment
Opmerking
DTS
Auto
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Audio Select
I/O Assignment
Volume Trim
Rename
Decoder Mode
Audio Select
0.0dB
58
SYSTEEMINSTELLINGEN
Rename (Herbenoemen)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI beeldscherm en
op display verschijnen veranderen. (In het volgende
voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.)
Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Rename >
1 Druk op de ingangskeuzetoets om de
signaalbron waarvan u de naam wilt
veranderen te selecteren.
2 Druk op l / h en verplaats de _
(onderstreping) naar het teken of de spatie
die u wilt veranderen.
3 Druk op ENTER om het soort teken te
selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK).
4 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op
ENTER om een ander soort teken te gebruiken:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK !, #, %, &, enz.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van
andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk op l / h, selecteer OK en druk op
ENTER als u klaar bent.
y
Voor het veranderen van de namen van signaalbronnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening, zie bladzijde 76.
Dit menu-item is ook beschikbaar bij het veranderen van de op
het display getoonde namen van signaalbronnen (zie
bladzijde 76), en in het menu voor de opties voor het display op
het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Via deze instelling kunt u alleen de naam van de huidige
signaalbron veranderen (met uitzondering van multikanaals
signaalbronnen).
Multi CH Assign
(Toewijzing multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u instellen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een
ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder
gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen
voor de extra voorkanalen.
Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign >
Input Channels
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Als Zone2 Amplifier (bladzijde 68) is ingeschakeld (“Internal”),
zal er geen geluid worden geproduceerd via de surround achter-
luidsprekers, ook al slecteert u “8ch”. Selecteer in dit geval “6ch”
en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op
6 kanalen.
Front Input
Als u “8ch” heeft ingesteld, kunt u de analoge
aansluitingen selecteren waarop de extra voorkanalen van
de externe decoder zullen binnenkomen.
Instelmogelijkheden: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1,
DVR/VCR2, V-AUX, CD, CD-R,
MD/TAPE
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerking
CAPITAL
OK RESET
DVD
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Opmerking
Input Channels
Front Input
Multi CH Assign
Volume Trim
59
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u met de hand de geluidsparameters
instellen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3 Selecteer Sound en druk dan op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
LFE Level
(Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van
het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan uw
subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u:
Manual Setup > Sound > LFE Level >
Keuzes: –20,0 t/m 0,0 (dB)
Speaker (Luidsprekerniveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone
(Hoofdtelefoonniveau Lage Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat
sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden
gereproduceerd.
Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u:
Manual Setup > Sound > Dynamic Range >
Instelmogelijkheden: MAX (maximum),
STD (standaard), MIN (minimum)
Speaker (Dynamisch bereik luidspreker)
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw luidsprekers inte stellen.
Headphone (Dynamisch bereik hoofdtelefoon)
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw hoofdtelefoon inte stellen.
Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Manual Setup (Sound)
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Sound
Basic
Option
Speaker
Headphone
0.0dB
Opmerking
Speaker
Headphone
STD
MIN
MAX
60
SYSTEEMINSTELLINGEN
Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Gebruik deze functie om de parametrische equalizer voor
elk van de luidsprekers in te stellen.
Manual Setup > Sound > Parametric EQ >
1 Druk net zo vaak op k / n tot u Test Tone
heeft geselecteerd, of de luidspreker die u
wilt instellen.
Test Tone hiermee zet u de testtoon aan of uit bij
het instellen van de toonkleur van de luidsprekers.
Front L instellen van de toonkleur van de linker
voor-luidspreker.
Front R instellen van de toonkleur van de rechter
voor-luidspreker.
Center instellen van de toonkleur van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de toonkleur van de
linker surround-luidspreker.
Surround R instellen van de toonkleur van de
rechter surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de toonkleur van
de linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de toonkleur van
de rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de toonkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker.
Presence R instellen van de toonkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker.
2 Druk op h om het instelvenster te openen.
3 Druk op l / h, selecteer PARAM en druk
vervolgens op ENTER om een parameter te
selecteren uit Band (band), Freq. (frequentie)
of Q (Q factor).
4 Druk op n, selecteer EDIT en druk op ENTER
om het bewerkingsvenster te openen.
De bij PARAM geselecteerde parameter zal
oplichten.
Druk op l / h om de parameters in te stellen.
Druk op k / n om de extra versterking (Gain) in te
stellen.
Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
over de resultaten.
y
Als u alle PEQ parameter instellingen voor de geselecteerde
luidspreker wilt terugzetten, selecteer dan RESET en druk
vervolgens op ENTER.
6 Selecteer EXIT en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
y
Als u bij stap 3 “Band” selecteert, kunt u dit menu als grafische
equalizer gebruiken.
Zie “PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE” op
bladzijde 115 voor meer informatie over de parametrische
equalizer.
Front L
Front R
Test Tone
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Front L
Band / Gain
PARAM RESET
EDIT EXIT
Front R
Center
Test Tone
Front L
Q
Freq.
Gain
Band
1.000
125.0Hz
0.0dB
#1
Front R
Center
Test Tone
61
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Tone Control (Toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en hoge
tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen.
Manual Setup > Sound > Tone Control >
Keuzes: Control, Bass, Treble
Control (Toonregeling)
Keuzes: Defeat, Speakers, Headphones
Selecteer “Defeat” als u geen instellingen wilt maken.
Selecteer “Speakers” om de balans tussen de lage/hoge
tonen van uw luidsprekers in te stellen.
Selecteer “Headphones” om de balans tussen de lage/
hoge tonen van uw hoofdtelefoon in te stellen.
Bass (Lage tonen regeling)
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen.
Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB
Treble (Hoge tonen regeling)
Gebruik deze functie om de weergave van de hoge tonen
via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen.
Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Tone Control werkt niet wanneer:
– THX (bladzijden 50 t/m 51) of PURE DIRECT (bladzijde 38)
is geselecteerd.
MULTI CH INPUT is geselecteerd.
Audio Option (Audio opties)
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Manual Setup > Sound > Audio Option >
Keuzes: Muting Type, Audio Delay, PR/SB Select
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20dB
Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Keuzes: 0 t/m 240 (ms)
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Opmerking
Speakers
Headphones
Defeat
Bass
Treble
Control
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 125Hz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Muting Type
Audio Delay
PR/SB Select
-20dB
Full
Muting Type
Audio Delay
PR/PB Select
0ms
62
SYSTEEMINSTELLINGEN
PR/SB Select (Aanwezigheidsluidsprekers/
surround achter-luidsprekers selectie)
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd
geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te
geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen
van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
Selecteer “Surround Back” als u uw surround achter-
luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround
achterkanaal wordt gedetecteerd door een CINEMA
DSP programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
Gebruik dit menu om basis-systeemparameters in te
stellen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3 Selecteer Basic en druk dan op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
y
De meeste instellingen in het basismenu worden automatisch
uitgevoerd wanneer u de automatische setup doet. U kunt het
basismenu gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden
u aan om toch eerst de automatische setup te doen.
U kunt deze instellingen terugzetten door de automatische setup
uit te voeren (zie bladzijde 27).
Muting Type
Audio Delay
PR/SB Select
Surround Back
Presence
Manual Setup (Basic)
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
Test Tone
Speaker Distance
Speaker Level
Speaker Set
Sound
Basic
Option
63
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Test Tone (Testtoon)
Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de
luidsprekers, of om de afstanden van de luidsprekers en
het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen.
Manual Setup > Basic > Test Tone >
Keuzes: Off, On
y
Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met
uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer “On” is
geselecteerd. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte aanwezig zijn.
Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back,
Presence, Bass Out, Bass Cross Over, SWFR Phase
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Zet eventuele THX luidsprekers op Small.
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft. Het
toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en rechter
voorkanalen naar de linker en rechter voor-luidsprekers sturen.
Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft. Het
toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar de
luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voor-
luidsprekers sturen.
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft, of als er een achter-
subwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers.
Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden
gestuurd.
Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage
tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers
sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual
CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 39) en zal de
surround achter-luidspreker (Surround Back)
automatisch op “None” worden ingesteld.
Opmerking
Opmerking
Off
On
Speaker Set
Speaker Distance
Test Tone
Large
Small
Center
Surround
Front
Large
Small
NoneSurround
Surround Back
Center
Front
Large
Small
NoneSurround Back
Presence
Surround
Center
Front
64
SYSTEEMINSTELLINGEN
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None
Selecteer “Large x1” als u één grote surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out en de rest van het signaal zal naar
de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “Large x2” als u twee kleine surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
Selecteer “None” als u geen surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker
aan te sluiten op de linker SURROUND BACK (SINGLE)
luidspreker-aansluitingen.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Keuzes: None, Yes
Selecteer “None” als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft. Dit toestel zal alle
signalen voor de aanwezigheidskanalen doorsturen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers.
Selecteer “Yes” als u aanwezigheidsluidsprekers heeft.
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal” (zie
bladzijde 68), zal Presence automatisch worden ingesteld op “None”.
Bass Out (Lage tonen uitgang)
LFE signalen leveren lage frequentie effecten wanneer dit
toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Deze
zeer lage tonen kunnen naar zowel de linker als rechter
voor-luidsprekers worden doorgestuurd en naar de
subwoofer (die zowel kan worden gebruikt voor zowel
stereoweergave als voor geluidsveldprogramma’s).
Keuzes: Both, SWFR, Front
THX aanbeveling: SWFR
Kies “Both” om de LFE signalen via de subwoofer te
reproduceren. De lage frequentie signalen voor de L/R
voorkanelen worden zowel naar de subwoofer als naar
de voor-luidsprekers doorgestuurd en alle andere lage
tonen worden doorgestuurd aan de hand van uw
luidspreker-instellingen.
Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE en lage
frequentie signalen door aan de hand van de overige
luidspreker-instellingen.
Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle lage frequentie en
LFE signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u
eerder Front op Small heeft gezet onder Speaker Set).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Instelmogelijkheden: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz,
100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz,
200Hz
THX aanbeveling: 80Hz (THX)
Opmerking
Opmerking
Small x1
Small x2
Large x1
None
Large x2
Surround Back
Presence
Bass Out
Surround
Center
None
Yes
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
Surround
Both
SWFR
Front
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
60Hz
40Hz
80Hz (THX)
90Hz
100Hz
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
65
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt
u met deze functie de fasekarakteristieken van uw
subwoofer aanpassen.
Keuzes: Normal, Reverse
Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s)
niet om te keren.
Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s)
om te keren.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is
dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de
weergave van elke luidspreker een bepaalde fractie van
een seconde vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Manual Setup > Basic > Speaker Distance >
Unit (Eenheid)
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling:
Modellen voor de V.S. en Canada: Feet (ft)
Overige modellen: Meter (m)
Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
Normal
Reverse
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Center
THX Set
Meter
Feet
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Presence R
66
SYSTEEMINSTELLINGEN
Luidspreker afstanden
Keuzes: 0,30 t/m 24,00 m
Begininstelling: 3,00 m
Front L instellen van de afstand van de linker
voor-luidspreker.
Front R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker.
Center instellen van de afstand van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker.
Surround R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de afstand van de
linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de afstand van de
rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker.
Presence R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
Subwoofer instellen van de afstand van de
subwoofer.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
U kunt de afstand van luidsprekers die zijn ingesteld op “None”
via Speaker Set niet instellen.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en de afstand aan te passen via Surround Back L.
Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- (of linker surround-) luidspreker en elk van de
bij Speaker Set (zie bladzijde 63) geselecteerde
luidsprekers.
Manual Setup > Basic > Speaker Level >
Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Front L instellen van de balans van de linker
voor-luidspreker.
Front R instellen van de balans van de rechter
voor-luidspreker.
Center instellen van de balans van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de balans van de linker
surround-luidspreker.
Surround R instellen van de balans van de rechter
surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de balans van de
linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de balans van de
rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de balans tussen de linker
voor- en de linker surround-luidspreker.
Presence R instellen van de balans tussen de linker
voor- en de rechter aanwezigheidsluidspreker.
Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer.
y
Voor een correcte instelling op THX referentieniveaus, dient u
de Test Tone (zie bladzijde 63) te gebruiken.
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
U kunt het niveau van kanalen die zijn ingesteld op “None” via
Speaker Set niet instellen.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en de balans aan te passen via Surround Back L.
Opmerkingen
Opmerkingen
Speaker Distance
Presence R
Subwoofer
Speaker Level
Speaker Set
Front R
Center
Front L
THX Set
67
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
THX Set (THX instellingen)
Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > THX Set >
SB Speaker Dist. (Afstand surround achter-
luidsprekers)
Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren
wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet
plaatsen.
Keuzes:
Modellen voor de V.S. en Canada: under 1ft, 1 – 4ft,
over 4ft
Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m
Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is
dan 0.3 m.
Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de
0.3 en de 1.2 m is.
Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers groter is
dan 1.2 m.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89).
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer Manual Setup en druk dan op h.
3 Selecteer Option en druk dan op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
vervolgens op h om het item te openen en in
te stellen.
5 Druk op ENTER wanneer u klaar bent met
instellen.
Display (Display)
Gebruik deze functie om de GUI functie en het display op
het voorpaneel in te stellen.
Manual Setup > Option > Display >
Keuzes: Dimmer, Video Conv., Short Message, Position,
Wall Paper
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Keuzes: –4 t/m 0
Speaker Level
Information
Input Mode
THX Set
SB Speaker Dist.
Output
Dimmer
Dimmer
Speaker B
Speaker B
Zone 3 Volume
Speaker Distance
Support Audio
Information
Input Mode
SB Speaker Dist.
0.3-1.2m
over 1.2m
Dimmer
Dimmer
Zone 3 Volume
Input Assign
under 0.3m
Manual Setup (Option)
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
Multi Zone
Display
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
Sound
Basic
Option
Display
Sur.Initialize
Multi Zone
Short Message
Position
Dimmer
Video Conv.
Wall Paper
68
SYSTEEMINSTELLINGEN
Video Conv. (Video conversie)
Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO)
signalen naar zowel S-Video als component videosignalen aan/uit te
zetten. Hierdoor kunnen de omgezette videosignalen worden
gereproduceerd via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO
aansluitingen wanneer er geen S-video of component videosignalen
binnenkomen. Deze functie zet S-Videosignalen ook om in component
videosignalen wanneer er geen component ingangssignaal is.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” als u geen signalen wilt omzetten.
Selecteer “On” om composiet signalen om te zetten in S-Video en component
videosignalen en om S-Videosignalen om te zetten in to component signalen.
y
Bij gebruik van het THX systeem, raden we u aan Video Conv. op
“Off” in te stellen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of S-Video).
Bij het omzetten van composiet of S-Videosignalen van een videorecorder
naar component videosignalen, is het mogelijk, afhankelijk van de
gebruikte videorecorder, dat de beeldkwaliteit achteruit gaat.
Short Message (Beknopte berichten)
Via deze functie kunt u de weergave van korte meldingen aan/uit zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de weergave van beknopte berichtren uit te zetten.
Selecteer “On” om de weergave van beknopte berichtren aan te zetten.
Het is mogelijk dat de beknopte meldingen niet correct weergegeven kunnen
worden bij gebruik van bepaalde ingangssignalen en bepaalde beeldschermen.
Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zullen beknopte berichten
niet worden getoond, ook niet als u “On” heeft ingesteld.
Position (Positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
in-beeld display (GUI) instellen.
Keuzes: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts)
Druk op
k
om het GUI in-beeld display hoger in het beeld plaatsen.
Druk op
n
om het GUI in-beeld display lager in het beeld plaatsen.
Druk op h om het GUI in-beeld display meer naar
rechts in het beeld plaatsen.
Druk op l om het GUI (in-beeld display) meer naar
links op het scherm weer te geven.
Wall Paper (Behang)
Met deze functie kunt u de achtergrond instellen die getoond wordt
wanneer er geen beeld wordt ontvangen van externe signaalbronnen. Als
u geen aparte achtergrond wilt gebruiken, dient u None te selecteren.
Keuzes: None, Yes, Gray
Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden getoond, ook niet als u “Yes” heeft ingesteld.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Multi Zone (Multi zone)
Gebruik deze functie om de instellingen voor Zone 2 en
Zone B aan te passen.
Manual Setup > Option > Multi Zone >
Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone2 Volume,
Zone3 Volume
Speaker B (Luidsprekerset B)
Gebruik deze functie om de plek te selecteren waar de
voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS
B aansluitingen zijn opgesteld.
Keuzes: Main, Zone B
Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit
te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld,
zullen alle luidsprekers in de hoofdruimte, inclusief de
subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via
de SPEAKERS B geluid worden weergegeven.
Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden
weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als SPEAKERS B.
Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel
automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen.
Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker)
U kunt instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: Internal, External
Selecteer “External” als u uw Zone 2 luidsprekers
aanstuurt via een op de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen van dit toestel aangesloten externe
versterker.
Kies “Internal” om de interne versterker van dit toestel
te gebruiken en u uw Zone 2 luidsprekers direct op de
PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen van dit
toestel heeft aangesloten.
Wanneern “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor de
aanwezigheidsluidsprekers automatisch op “None” worden
ingesteld.
Wanneer “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor het
volume in Zone2 automatisch op “Variable” worden ingesteld.
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerking
Opmerkingen
Opmerkingen
Display
Sur.Initialize
Audio Select
Multi Zone
Zone2 Amplifier
Zone2 Volume
Speaker B
Zone3 Volume
69
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zone2 Volume (Zone 2 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken
met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen.
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal”, zal
deze functie automatisch worden ingesteld op “Variable”.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het volume voor ZONE 2
OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de
afstandsbediening te kunnen regelen.
Zone3 Volume (Zone 3 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken
met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het volume voor ZONE 3
OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de
afstandsbediening te kunnen regelen.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Gewijzigde geluidsveldinstellingen worden blauw
aangegeven.
Manual Setup > Option > Sur.Initialize >
Instelmogelijkheden: STEREO, MUSIC,
ENTERTAINMENT, MOVIE
THEATER, SURROUND, All
Druk op k / n om het geluidsveldprogramma dat u wilt
initialiseren te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Selecteer “All” om de instellingen voor alle
geluidsveldparameters te initialiseren.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Geluidsveldprogrammagroepen kunnen niet worden geinitialiseerd
wanneer Memory Guard op “On” staat (zie bladzijde 69).
Audio Select (Audio selectie)
Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie
wanneer dit toestel wordt ingeschakeld te bepalen en er
een signaalbron (zoals een DVD-speler) is verbonden met
de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel.
Manual Setup > Option > Audio Select
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90).
Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de
EXTD SUR. toets worden opgeroepen.
Decoder Mode (Decoderfunctie)
U kunt de door dit toestel gebruikte decoder selecteren.
Manual Setup > Option > Decoder Mode
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten kiezen.
Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Opmerking
Multi Zone
Display
STEREO
MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
SURROUND
All
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
Opmerking
Multi Zone
Audio Select
Sur.Initialize
Decoder Mode
Auto
Last
Memory Guard
Sur. Initialize
Decoder Mode
Audio Select
Memory Guard
Auto
Last
70
SYSTEEMINSTELLINGEN
Memory Guard (Geheugen beveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellinge per
abuis gewijzigd worden.
Manual Setup > Option > Memory Guard
Keuzes: Off, On
Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
DSP programma instellingen
Alle menu-onderdelen behalve Memory Guard en
System Memory – Load.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
In het algemeen ondervinden de handelingen via het voorpaneel
en de afstandsbediening geen invloed van de Memory Guard
functie wanneer deze op “On” staat. U kunt echter niet de
toonregeling veranderen met Tone Control.
Deze functie stelt u in staat maximaal zes van uw favoriete
instellingen op te slaan zodat u ze later gemakkelijk op
kunt roepen. U kunt instellingen zoals de volgende
opslaan:
Parameters voor de geluidsveldprogramma’s
Luidspreker-instellingen
Luidsprekerkanaal-instellingen
LFE niveau
Instellingen voor het dynamisch bereik
Instellingen voor de parametrische equalizer
Opslaan van instellingen
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer System Memory en druk dan op h.
3 Selecteer Save en druk dan op ENTER.
Onder ‘Current’ worden de huidige instellingen
getoond.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om het
geheugennummer waaronder u de
instellingen op wilt slaan en druk vervolgens
op h.
“Save: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van
het venster verschijnen.
5 Druk op ENTER om de instellingen op te
slaan.
Opmerking
Decoder Mode
Audio Select
Memory Guard
Off
On
System Memory
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
71
SYSTEEMINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Oproepen van instellingen
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2 Selecteer System Memory en druk dan op h.
3 Selecteer Load en druk dan op ENTER.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om het
geheugennummer dat u wilt oproepen te
selecteren en druk vervolgens op h.
“Load: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van
het venster verschijnen.
5 Druk op ENTER om de instellingen op te
roepen.
y
De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u gewoon oproepen
door gewoon op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding
“Load Memory 1? Yes:Press Again” op het display op het
voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 1 om de
instellingen op te roepen.
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding
“Load Memory 2? Yes:Press Again” op het display op het
voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 2 om de
instellingen op te roepen.
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
Memory 3
0
MEMORY1 2
9
0
MEMORY1 2
9
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
71
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen
op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt
overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen.
Bedienen van dit toestel
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft
om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen.
Bedienen van andere componenten
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde
componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen
met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De
naam van de geselecteerde component zal verschijnen in
het uitleesvenster.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedieningstoetsen
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
De toetsen binnen
de stippellijnen
kunnen in elke stand
worden gebruikt om
dit toestel te
bedienen (SYSTEM
POWER,
STANDBY,
SLEEP, AUDIO
SELECT, de
ingangsselectietoets
en, VOL +/–,
MUTE, PURE
DIRECT en
STRAIGHT/
EFFECT).
AMP/SOURCE/
TV
Zet op AMP om
dit toestel te
bedienen.
Uitleesvenster
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD. SUR
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
FREQ/RDS
FREQ/RDS
EXIT
MENU
EON
EON
MODE
MODE
PTY SEEK
PTY SEEK
START
START
REC
DISC SKIP
RETURN
DISPLAY
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
ENTER
TOP
TITLE
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
AV
TV
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
+
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Component
set
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscode
in te stellen kunt u tot
maximaal 14
verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 82).
Met de A/B toetsen en
de ingangskeuzetoetsen
kunt u zoals hieronder
aangegeven een
andere set
bedieningstoetsen
kiezen.
*
Gebruik de A/B
toetsen om andere
componenten te
bedienen, ongeacht
of ze op dit toestel
zijn aangesloten
of niet.
Fabrieksinstelling:
A...LD-speler
B...Cassettedeck
Uitleesvenster
AMP/
SOURCE/
TV
Zet op SOURCE om
de met de
ingangskeuzetoetsen
geselecteerde
component te
bedienen.
Zet op TV om de
televisie te bedienen
(u moet de juiste
afstandsbedieningscode
hebben ingesteld voor
DTV of PHONO).
SELECT k / n
schakelt de
bediening over
naar een andere
component zonder
de op dit toestel
ingestelde
signaalbron te
veranderen.
72
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van optionele apparatuur
(OPTN set)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden
geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die
verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze
set is handig voor het programmeren van instructies die u
alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken
of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat.
Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u
net zo vaak op n te drukken tot OPTN in het
uitleesvenster verschijnt.
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen
afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 74 voor het
programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen.
De OPTN set kan niet worden gebruikt wanneer “2001” of
“2003” is geselecteerd in het versterker Archief
(zie bladzijde 73).
U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende
afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set
bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg
de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent die u wilt instellen te selecteren.
Opmerkingen
Instellen van afstandsbedieningscodes
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Standaard
YAMAHA Code
ALD2200
BTAPE2700
PHONO TV –
TUNER TUNER 2602
CD CD 2300
MULTI CH
INPUT
DVD 2102
V-AUX VCR –
CBL/SAT CABLE
MD/TAPE MD 2500
CD-R CD-R 2400
DTV TV
VCR 1 VCR
DVR/VCR2 DVR 2807
DVD DVD 2102
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
73
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
3 Houd vervolgens LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. “L;DVD”) en van de
geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en
om in het uitleesvenster verschijnen.
y
Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de
ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component
te selecteren.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt.
Als u een ander archief
(componentencategorie) wilt gebruiken,
dient u op l / h te drukken. U kunt een
ander soort component instellen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassette),
L;TUN (tuner), L;AMP
*
, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
*
De code voor het versterkerarchief (L;AMP) is
voorgeprogrammeerd op “2000” om dit toestel te bedienen. Indien
nodig kunt u echter één van de volgende 4 codes gebruiken.
Instellen van AMP afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de AMP
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig
vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode.
Instellen van tuner afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de tuner
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te
stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en het toestel op de
tuner door op de afstandsbediening op TUNER te drukken
en wijzig vervolgens de instellingen voor de
afstandsbedieningscode.
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is
het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient
als de standaard code is ingesteld. Stel in een dergelijk geval
een alternatieve code in zodat u dit toestel apart kunt bedienen.
4 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
“0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
5 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind
van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
6 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
Opmerkingen
AMP
archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
ID
(de instelling
van dit toestel:
zie bladzijde 87)
2000
(begininstelling)
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2001
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
Om de Zone 2 of Zone 3 functies
te bedienen (zie bladzijde 83).
2002
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
ID2
2003
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
Om de Zone 2 of Zone 3
functies van andere YAMAHA
receivers/versterkers te
bedienen (zie bladzijde 83).
LEARN
Tuner
archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
(de instelling
van dit toestel:
zie bladzijde 87)
2602
(begininstelling)
Om dit toestel te bedienen
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om dit toestel te bedienen
middels een alternatieve code.
ID2
Opmerking
Opmerking
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
74
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
7 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
8 Druk op één van de grijze toetsen hieronder
om te kijken of u de component in kwestie
kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste
afstandsbedieningscode ingesteld.
y
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-
apparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’
(zie “Overnemen van functies van andere afstandsbedieningen
(Leerfunctie)”) of dient u de met de apparatuur in kwestie
meegeleverde afstandsbediening te gebruiken
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn met de
afstandsbedieningscode, of als er geen geschikte
afstandsbedieningcode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de Leerfunctie te gebruiken. U kunt alle toetsen
in een bepaalde set zelf opnieuw programmeren
(zie bladzijde 71). De toetsen kunnen apart voor elke
component worden geprogrammeerd.
Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg
tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.)
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2 Druk op de ingangskeuzetoets voor de
gewenste component.
3 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
Opmerkingen
LEARN
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/RDS
FREQ/RDS
EON
EON
MODE
MODE
PTY SEEK
PTY SEEK
START
START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Overnemen van functies van
andere afstandsbedieningen
(Leerfunctie)
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
5 tot 10 cm
75
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde
component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het
uitleesvenster verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
3 seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt.
5 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” verschijnt in het uitleesvenster.
6
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het overnemen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 5.
y
Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 5 en 6.
7 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
Wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen
niet goed op elkaar gericht zijn.
Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
Opmerkingen
LEARN
EXIT
MENU
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
VOL
+
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
Opmerkingen
LEARN
76
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt de naam die verschijnt in het uitleesvenster van de
afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de
voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Dit komt
bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component op
een bepaalde ingang heeft aangesloten.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron die u een nieuwe naam wilt
geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
RE-NAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog
eens ingedrukt.
4 Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
(Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen.)
5 Druk op l / h om de cursor naar de
volgende tekenpositie te verplaatsen.
6 Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
naam met succes is veranderd.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als
veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 4.
y
Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt
geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
7 Druk nog eens op RE-NAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Veranderen van de namen van
signaalbronnen in het
uitleesvenster
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
RE-NAME
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerking
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
RE-NAME
77
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
De Macro functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u
bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als
signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de Macro functie kunt u al deze handelingen laten
uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen
zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 78).
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de
AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.)
*2
Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 72), kunt u uw TV aan zetten zonder
een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3
Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4
De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren
in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 74) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 72).
Gebruiken van de Macro functie
Macrotoetsen Eerste Tweede Derde
(*1)
(CD set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
CD
POWER
SYSTEM
CD
(CD set)
Druk op een macrotoets Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
STANDBY
STANDBY
POWER
SYSTEM
POWER
SYSTEM
(*1)
POWER
TV
(*2)
A
B
PHONO
POWER
SYSTEM
PHONO
TUNER
TUNER
(*3)
CD
CD
MULTI CH IN MULTI CH IN
V
-
AUX
V
-
AUX
CBL/SAT
CBL/SAT
MD/TAPE
MD/TAPE
CD-R
CD-R
DTV
DTV
VCR 1
VCR 1
DVR/VCR2
DVR/VCR2
DVD
DVD
78
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De macrofunctie
1 Zet MACRO ON/OFF op ON.
2 Druk op een macrotoets.
Wanneer u klaar bent met de Macro functie, moet u MACRO
ON/OFF op OFF instellen.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
Macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden
gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met
knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Programmeren van macro’s
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u
een macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen
doorlopende handelingen, zoals het regelen van het
volume, in een macro te programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster verschijnen.
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/RDS
FREQ/RDS
EON
EON
MODE
MODE
PTY SEEK
PTY SEEK
START
START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
MACROMACRO ON/OFF
Macrotoetsen
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
MACRO
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
79
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten.
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te
veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal
er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met
SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de
daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert.
5 Druk nog eens op MACRO wanneer u alle
gewenste stappen geprogrammeerd heeft.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft
ingedrukt.
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en
afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set
bedieningstoetsen tegelijk wissen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
CLEAR in.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt.
3 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD (L; naam van een component)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste component.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen voor dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet
deze terug op de fabrieksinstellingen.
4 Houd CLEAR nog eens tenminste
3 seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
Opmerking
Opmerking
Geheugen back-up
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde afstandsbedieningscodes en andere
functies opnieuw programmeren.
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
1
2
3
Geeft het aantal macro-
stappen aan dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
MCR 1: DVD
MCR 2: AV POWER
MCR 3: AUDIO SELECT
Wissen van ingestelde functies
Opmerking
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
CLEAR
CLEAR
80
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2 Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent met de functie die u wilt
wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component
(bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen
30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
Opmerkingen
CLEAR
Wissen van individuele functies
Opmerkingen
AMP
SOURCE
TV
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
LEARN
81
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
y
Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
5 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie.
6 Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2
Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt.
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
y
Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de macro
programmeerfunctie.
5 Druk nog eens op MACRO om deze functie te
verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Opmerkingen
Opmerking
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
AMP
SOURCE
TV
MACRO
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RE–NAME
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
82
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO.
Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set.
*3
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
*4
Deze toetsen functioneren alleen op modellen voor Europa en het V.K.
*5
Deze toetsen gelden alleen op modellen voor de V.S.
Bedienen van andere componenten
FREQ/RDSFREQ/RDS EONEON MODEMODE PTY SEEKPTY SEEK STARTSTART
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
EXIT
MENU
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
VOL
+
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
1
2
3
5
4
0
A
B
6
7
8
9
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
DVD-speler/
DVD-recorder
VCR
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner
1 AV POWER
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
VCR aan/uit
*3
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
2 TV POWER
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
Aan/uit
*1
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
3 TV VOL +
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
Volume +
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV VOL –
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
Volume –
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
CH +
TV kanaal +
*2
Kanaal + Kanaal + Kanaal +
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
CH –
TV kanaal –
*2
Kanaal – Kanaal – Kanaal –
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV INPUT
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
Ingang
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV MUTE
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
Tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
4 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
5 MENU
Menu Menu Menu
Programma
selectie
*5
6 ENTER
Menu Enter Menu selectie Menu selectie
k Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzezenders
hoger (1 t/m 8)
n Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzezenders
lager (1 t/m 8)
l
Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzegroepen
lager (A t/m E)
h Menu rechts Menu rechts Menu rechts Richting A/B
Voorkeuzegroepen
hoger (A t/m E)
7 RETURN
Terug Terug Terug Terug
8 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
9 ll
Terug zoeken Terug zoeken
VCR terug zoeken
*3
VCR terug zoeken
*3
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
FREQ
*4
hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken
VCR vooruit zoeken
*3
VCR vooruit zoeken
*3
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
EON
*4
b Terug springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug springen Terug springen Richting terug
PTY MODE
*4
a
Vo o r u i t
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
PTY START
*4
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan (speler)
Opname (recorder)
Opname
VCR
opname
*3
VCR
opname
*3
Disc overslaan Opname Opname
s Stop Stop
VCR stop
*3
VCR stop
*3
Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
VCR pauze
*3
VCR pauze
*3
Pauze Pauze Pauze Pauze
h Weergave Weergave
VCR weergave
*3
VCR weergave
*3
Weergave Weergave Weergave Weergave
0 AUDIO
Audio Audio
A DISPLAY
Display Display Display Display Display Display
Display
*5
B ENTER
Enter Enter/oproepen
Enter/cijfertoets
ZONE 2/ZONE 3
83
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies
maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer
en in de tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de
meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
Een videomonitor voor de tweede ruimte.
y
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt
aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan
uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2/Zone 3
aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen.
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten
op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een
dergelijk product in bezit heeft, heeft u waarschijnlijk geen aparte
infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er
maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten.
Systeemconfiguratie en aansluitvoorbeeld
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u “External” te selecteren bij Zone2 Amplifier (bladzijde 68).
Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het
Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte.
Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal.
ZONE 2/ZONE 3
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in
de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Zone 2/Zone 3 aansluitingen
OUT
IN
OUT
IN
CONTROL OUT
Dit toestel
Opmerkingen
REMOTE OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE 1 IN
ZONE 2 AUDIO OUT
ZONE 3 AUDIO OUT
REMOTE 2 IN
MAIN
ZONE 3
ZONE 2
ZONE 2 VIDEO OUT
Infrarood-zender
DVD-speler
(of andere component)
Ve rs te r ke r
Afstandsbediening
Infrarood-ontvanger
Ve rs te rk er
Afstandsbediening
Infrarood-ontvanger
Tweede ruimte Derde ruimteEerste ruimte
SYSTEEM
Dit toestel
84
ZONE 2/ZONE 3
Gebruiken van de interne versterker van dit toestel
Om de interne versterker van dit toestel te gebruiken, dient u “Internal” te selecteren bij Zone2 Amplifier 2 (bladzijde 68).
U kunt de signaalbron of het volumeniveau regelen voor
componenten in Zone 2 en Zone 3 met ZONE CONTROL
op het voorpaneel.
1 Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op
SOURCE/REMOTE.
2 Druk op MAIN, ZONE 2 of ZONE 3 om de zone
te selecteren waarvoor u de signaalbron of
het volumeniveau wilt regelen.
Druk herhaaldelijk op de bijbehorende toets om de
betreffende zone aan of uit te zetten.
U kunt kiezen uit de volgende functies:
ZONE2 Bedient de Zone 2 component die is
verbonden met de ZONE 2
AUDIO L/R aansluitingen van dit
toestel.
ZONE3 Bedient de Zone 3 component die is
verbonden met de ZONE 3
AUDIO L/R aansluitingen van dit
toestel.
MAIN Bedient de hoofdcomponent (dit
toestel).
3 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op
het voorpaneel om de zone te kiezen die u bij
stap 2 heeft geselecteerd.
Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit
moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden
lang knipperen.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden nadat u op ZONE
CONTROL op het voorpaneel heeft gedrukt voltooien.
Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL nog
eens ingedrukt.
De begininstelling is “ZONE 2” wanneer zowel de Zone 2
als de Zone 3 componenten aangesloten op dit toestel zijn
ingeschakeld.
Als u bij stap 2 MAIN heeft geselecteerd, zal er geen
indicator knipperen op het display wanneer er op ZONE
CONTROL wordt gedrukt.
4 Gebruik INPUT of VOLUME op het
voorpaneel om over te schakelen naar een
andere signaalbron of het volume voor de
geselecteerde zone-component te regelen.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden na het uitvoeren van
stap 2 voltooien. Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie
automatisch worden geannuleerd. Herhaal in dit geval de
stappen 2 en 3 nog een keer.
R
L
+
PRESENCE/ ZONE 2
Tweede ruimte
Dit toestel
Bediening van Zone 2/Zone 3 via
het voorpaneel
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
MAIN ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
ZONE 2
ZONE 3
MAIN
INPUT
VOLUME
of
85
ZONE 2/ZONE 3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Voor Zone 2/Zone 3 kunt u ook de meegeleverde
afstandsbediening gebruiken. U kunt zelfs onafhankelijk
van wat er in de eerste ruimte afgespeeld wordt vanuit de
tweede/derde ruimte een signaalbron kiezen en
componenten bedienen die zich in de eerste ruimte
bevinden.
Inschakelen van de Zone functie op de
afstandsbediening
Hierdoor kunt u de afstandsbediening omschakelen voor
gebruik in een andere ruimte en, de ingangskeuzetoetsen,
STANDBY, SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/–
alleen voor de apparatuur in die ruimte gebruiken.
1 Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op
SOURCE/REMOTE.
2 Herhaal de stappen 1 t/m 3 van de procedure
“Instellen van afstandsbedieningscodes” op
bladzijde 72.
3 Druk op l / h en selecteer “L;AMP”.
4 Druk op ENTER.
“2000” verschijnt in het uitleesvenster.
5 Voer de code “2001” of “2003” in.
Voor details, zie bladzijde 73.
6 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
7 Druk op LEARN om deze Zone instelling af te
sluiten.
De afstandsbediening kan nu vanuit Zone 2 of Zone 3
dit toestel bedienen.
Zone 2/Zone 3 bediening
1 Druk net zo vaak op SELECT k tot “ZONE 2”
of “ZONE 3” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor
Zone 2 of Zone 3 in te schakelen.
3 Druk op de ingangskeuzetoets voor de
signaalbron waar u in de tweede/derde
ruimte naar wilt luisteren.
In het uitleesvenster verschijnt “2: naam van de
geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de
geselecteerde signaalbron” als de afstandsbediening
in de Zone 2/Zone 3 stand staat.
Signalen die binnenkomen via de V-AUX en PHONO
aansluitingen kunnen niet worden doorgestuurd naar
Zone 2/Zone 3.
4 U kunt dit toestel bedienen vanuit Zone 2 of
Zone 3 met de ingangskeuze-, STANDBY,
SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/–
toetsen.
* VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer
Zone2 Volume of Zone3 Volume is ingesteld op
“Variable” in het GUI menu (zie bladzijde 68).
Bediening van Zone 2/Zone 3 met
de afstandsbediening
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
MD/TAPEDVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
TUNER
CD
DVR/
VCR 2
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
LEARN
Opmerking
SELECT
of
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER POWER
SYSTEM
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
EXIT
MENU
PURE DIRECT
TOP
TITLE
SELECT
VOL
+
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
*
86
ZONE 2/ZONE 3
5 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
functie af te sluiten.
De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron
die u opneemt.
ZONE2” of “ZONE3” zal alleen in het uitleesvenster
verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en “SYSTM” alleen
wanneer er op n wordt gedrukt.
Aan of uit (standby) zetten van dit
toestel
SYSTEM POWER en STANDBY werken iets anders
afhankelijk van de geselecteerde functie zoals die in het
uitleesvenster verschijnt.
Wanneer u de normale, Zone 2, of Zone 3 heeft
geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2, of
Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby)
zetten.
Wanneer de System functie is geselecteerd, of wanneer
“2000” of “2002” (zie bladzijde 73) is geselecteerd als
versterker-archief (L;AMP) code, kunt u met SYSTEM
POWER alleen het hoofdtoestel zelf aan zetten. Als u
echter op STANDBY drukt zal alles (het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3) tegelijkertijd uit (standby) worden
gezet.
*
“MAIN” zal een paar seconden worden getoond wanneer
SYSTEM POWER of STANDBY wordt ingedrukt.
Om Zone 2 en Zone 3 weer apart te kunnen bedienen wanneer de
systeembedieningsstand is geselecteerd en het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3 uit (standby) staan, dient u op SYSTEM
POWER op het hoofdtoestel te drukken en vervolgens de stappen
1 t/m 5 van de procedure onder “Zone 2/Zone 3 bediening” te
volgen op de bladzijden 85 en 86.
Speciale opmerkingen betreffende DTS
materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
een DTS signaal naar de tweede/derde ruimte probeert te
sturen, zal er alleen een luide digitale ruis te horen zijn
(die uw luidsprekers kan beschadigen). Daarom dient u de
volgende maatregelen te nemen wanneer u DTS materiaal
wilt kunnen weergeven.
Voor DVD’s de gecodeerd zijn met DTS
Er kunnen alleen 2-kanaals analoge audiosignalen naar de
tweede/derde ruimte worden gestuurd.
Gebruik het discmenu om de gemengde 2-kanaals linker
en rechter audio-uitgangen van de DVD-speler op PCM of
Dolby Digital weergave te zetten.
Voor DTS gecodeerde CD’s
Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de
Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met
DTS materiaal.
Opmerkingen
Uitleesvenster
SYSTEM POWER/
STANDBY
Normale
stand
*
Naam component
Hiermee zet u alleen
het hoofdtoestel aan
of uit (standby).
Zone 2 stand
“Zone2” of “2:naam
van de component”
Hiermee zet u Zone 2
aan of uit (standby).
Zone 3 stand
“Zone3” of “3:naam
van de component”
Hiermee zet u Zone 3
aan of uit (standby).
Systeem
stand
“SYSTM”
SYSTEM POWER:
zet alleen het
hoofdtoestel aan.
STANDBY:
hiermee zet u alles
(het hoofdtoestel,
Zone 2 en Zone 3)
tegelijkertijd uit
(standby).
Opmerking
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
87
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel.
Dit menu biedt aanvullende handelingen om de manier
waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
1 U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
2 Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT
ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON.
3 Verdraai PROGRAM om het gewenste menu-
item te selecteren.
De naam van het geselecteerde item verschijnt op het
display op het voorpaneel.
4 Druk op STRAIGHT/EFFECT om deze
instelling af te sluiten.
5 Druk op STANDBY/ON om de nieuwe
instelling op te slaan.
Het toestel gaat uit (standby).
y
De nieuwe instelling wordt van kracht wanneer het toestel de
volgende keer wordt ingeschakeld.
De afstandsbediening en VOLUME op het voorpaneel werken
niet wanneer u het geavanceerde instelmenu aan het gebruiken
bent.
SP IMP. (Luidsprekerimpedantie)
Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan
te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 6MIN, 8MIN
Selecteer “6MIN” voor luidsprekers van 6 Ohm of
hoger.
Selecteer “8MIN” voor luidsprekers van 8 Ohm of
hoger.
PRESET (Gebruikersinstelling)
Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met
uitzondering van System Memory en Auto Setup.
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer “CANCEL” als u de instellingen van dit
toestel niet wilt terugzetten.
Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling heeft geen effect op geavanceerde instelmenu parameters.
REMOTE AMP (Afstandsbediening AMP ID)
Hiermee stelt u het ID nummer van dit itoestel n voor
herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 73).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de versterkercode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2000” of “2001”.
Selecteer “ID2” wanneer de versterkercode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2002” of “2003”.
REMOTE TUN (Afstandsbediening tuner ID)
Hiermee stelt u de tuner ID van dit toestel in voor herkenning
van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 73).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
Selecteer “ID2” wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
FAN MODE (Ventilator instelling)
U kunt de werking van de ventilator van dit toestel ook
apart instellen.
Keuzes: AUTO, CONT.
Selecteer “AUTO” om de ventilator automatisch te
laten reageren op de temperatuur van dit toestel.
Selecteer “CONT.” om de ventilator continu te laten
draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel.
< Alleen modellen voor Azië en algemene modellen >
TU (Afstemstap tuner)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
LANG. (GUI taal)
Hiermee kunt u bepalen in welke taal de grafische
gebruikersinterface (GUI) van dit toestel op het scherm
weergegeven zal worden.
Keuzes: ENGLISH, JAPANESE, FRENCH, GERMAN
Kies de gewenste taal.
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
Geavanceerd setup menu
Opmerking
STRAIGHT
EFFECT
STANDBY
/ON
PROGRAM
Opmerking
88
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
Dit is een aanvullend menu waarmee u
toegang heeft tot de meeste GUI menu-instellingen zonder
videomonitor.
Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te
openen en in te stellen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP.
2 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening
om het menu te openen.
3 Druk net zo vaak op k / n tot u een item
geselecteerd heeft en druk vervolgens op
ENTER om het geselecteerde item te openen.
4 Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
5 Druk op ENTER en druk vervolgens
herhaaldelijk op l / h om de instelling van
het gewenste item te veranderen.
6 Druk op DISPLAY om deze functie te
verlaten.
y
Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan
op RETURN om terug te keren naar het eerder geselecteerde
menu-onderdeel.
AUTO SETUP
Voorpaneel display systeem opties menu
EXIT
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
VOL
+
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
2,6
1
3-5
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
SETUP
AUTO
Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker
parameters de automatische setup moet instellen.
Correspondeert met Setup Type in het GUI menu
(zie bladzijde 29).
EQ
NATURAL
FRONT
FLAT
Hiermee kunt u opgeven welke equalizer
karakteristieken de automatische setup zal gebruiken.
Correspondeert met Setup Menu – Equalizing in het
GUI menu (zie bladzijde 28).
START [ENTER] Gebruik deze mogelijkheid om de automatische setup
in werking te stellen.
Correspondeert met Start in het GUI menu
(zie bladzijde 29).
89
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
MANUAL SETUP
1 BASIC MENU
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A)SPEAKER SET
FRONT;;;;SMALL
CENTER;;;;;SML
SURR LR;;;;SML
SURR B;;;SMLx2
PRESENCE;;NONE
BASS OUT;;SWFR
CrossOver;80Hz
SWFR PHASE;NRM
Selecteren van de juiste afmetingen van de
luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
Correspondeert met Speaker Set in het GUI menu
(zie bladzijde 63).
B)SP DISTANCE
UNIT;;;;meters
FRONT L;;3.00m
FRONT R;;3.00m
CENTER;;;3.00m
SURR L;;;3.00m
SURR R;;;3.00m
SB L;;;;;3.00m
SB R;;;;;3.00m
SWFR;;;;;3.00m
PRES L;;;3.00m
PRES R;;;3.00m
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
Correspondeert met Speaker Distance in het GUI
menu (zie bladzijde 65).
Stel de eenheid in op “meters” of op “feet” om de
afstanden tot de luidsprekers in te voeren in meters of
in voeten.
UNIT;;;;;;feet
FRONT L;;10.00ft
FRONT R;;10.00ft
CENTER;;;10.00ft
SURR L;;;10.00ft
SURR R;;;10.00ft
SB L;;;;;10.00ft
SB R;;;;;10.00ft
SWFR;;;;;10.00ft
PRES L;;;10.00ft
PRES R;;;10.00ft
C)SP LEVEL
FL-----||-----
C-----||-----
FR-----||-----
SL-----||-----
SB.L----||-----
SB.R----||-----
SR-----||-----
SWFR-----||-----
PR.R----||-----
PR.L----||-----
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
Correspondeert met Speaker Level in het GUI menu
(zie bladzijde 66).
D) TEST TONE
TEST TONE;;OFF
TEST TONE;;;ON
Produceert een testtoon om het niveau van uw
luidsprekers mee te regelen.
Correspondeert met Test Tone in het GUI menu
(zie bladzijde 63).
E)THX SET
SB Dis: <0.3m
SB Dis: 0.3-1.2m
SB Dis: >1.2m
Wijzig de THX instellingen.
Correspondeert met THX Set in het GUI menu
(zie bladzijde 66).
90
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
2 SOUND MENU
3 INPUT MENU
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A) LFE LEVEL
SP LFE;;;;;;;0
HP LFE;;;;;;;0
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal
bij Dolby Digital of DTS signalen.
Correspondeert met LFE Level in het GUI menu
(zie bladzijde 59).
B) D.RANGE
SP D.R;;;;MAX
HP D.R;;;;MAX
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital
of DTS signalen.
Correspondeert met Dynamic Range in het GUI menu
(zie bladzijde 59).
C)TONE CON FRQ
BASS SP 350Hz
TRBL SP 3.5kHz
Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de
hoofdtelefoon.
Correspondeert met Tone Control in het GUI menu
(zie bladzijde 61).
BASS SP” en “TRBL SP” zullen verschijnen
wanneer er geen hoofdtelefoon is aangesloten op dit
toestel, terwijl “BASS HP” en “TRBL HP”
verschijnen wanneer er wel een hoofdtelefoon is
aangesloten.
BASS HP 350Hz
TRBL HP 3.5kHz
D)AUDIO OPTION
A.MUTE;;;;MUTE
A.DELAY;;;;0ms
PRch >SBch
Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit
toestel.
Correspondeert met Audio Option in het GUI menu
(zie bladzijde 61).
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A) I/O ASSIGN
C.V[A] DVD
C.V[B] DTV
C.V[C]CBL/SAT
OUT(1)MD/TAPE
OUT(2) CD-R
IN (3) CD
IN (4) DVD
IN (5) DTV
IN (6) CBL/SAT
IN (7) CD
IN (8) DVD
IN (9)DVR/VCR2
Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee
verbonden componenten.
Correspondeert met I/O Assignment in het GUI menu
(zie bladzijde 56).
B) INPUT TRIM
DVD;;;;;0.0
Instellen van het uitgangsvolume van elke
aansluiting.
Correspondeert met Volume Trim in het GUI menu
(zie bladzijde 57).
C)AUDIO SELECT
>AUTO LAST
Selecteren van de begininstelling van de
ingangsfunctie voor de signaalbron.
Correspondeert met Audio Select in het GUI menu
(zie bladzijde 69).
D)DECODER MODE
>AUTO LAST
Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder.
Correspondeert met Decoder Mode in het GUI menu
(zie bladzijde 57).
E)INPUT RENAME
DVD ._ DVD
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam
geven.
Correspondeert met Rename in het GUI menu
(zie bladzijde 58).
F)MULTI CH IN
>6CH 8CH
Selecteert het aantal audiokanalen dat binnenkomt via
de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Correspondeert met Multi CH Assign in het GUI
menu (zie bladzijde 58).
91
MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 HDMI MENU
5 i.LINK MENU
6 OPTION MENU
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A)INPUT ASSIGN
IN 1 DVD
IN 2 CBL/SAT
Wijst signaalbronnen (zoals een DVD-speler) toe aan
de HDMI IN aansluitingen.
Correspondeert met Input Assign in het GUI menu
(zie bladzijde 99).
B)SUPPORT AUD.
>4600 OTHER
Selecteert de HDMI audio signaalbron.
Correspondeert met Support Audio in het GUI menu
(zie bladzijde 99).
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A)INPUT ASSIGN
----> ---
----> DVD
Selecteert de ingangstoewijzing voor geregistreerde
i.LINK componenten.
Correspondeert met Input Assign in het GUI menu
(zie bladzijde 94).
---” verschijnt als er geen i.LINK component is
geregistreerd.
De naam van de geregistreerde i.LINK component
(“DVD” in dit voorbeeld) zal nu verschijnen.
B)AUTO PLAY
<---> PLAYER
----> PLAYER
<---- PLAYER
--X-- PLAYER
Selecteert automatische weergave voor signalen die
binnenkomen van op dit toestel aangesloten i.LINK
componenten.
Correspondeert met Auto Play in het GUI menu
(zie bladzijde 94).
Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken
A)DISPLAY SET
DIMMER;;;;;;;0
WALL PAPER;;ON
SHORT MSG. ON
V CONV.;;;;;ON
Regelen van de GUI schermen en het display op het
voorpaneel.
Correspondeert met Display in het GUI menu
(zie bladzijde 67).
B)MEMORY GUARD
MEM.GUARD;;OFF
Vergrendelen van de menu-instellingen.
Correspondeert met Memory Guard in het GUI menu
(zie bladzijde 69).
C)SURR. INI
PRESS DSP Key
Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een
groep geluidsveldprogramma’s.
Correspondeert met Sur.Initialize in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
D)ZONE SET
SP B;;;;MAIN
Aanpassen van de Zone B parameters.
Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
E)ZONE2 SET
OUT VOL;;;VAR.
ZONE2 AMP;;EXT
Aanpassen van de Zone 2 parameters.
Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
F)ZONE3 SET
OUT VOL;;;VAR.
Aanpassen van de Zone 3 parameters.
Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu
(zie bladzijde 68).
GEBRUIKEN I.LINK
92
i.LINK is een digitale verbindingstechniek met hoge
datasnelheden in beide richtingen die voldoet aan een
wereldwijde standaard die is goedgekeurd door het
“Institute of Electrical and Electronics Engineers” (IEEE).
Via i.LINK kunnen i.LINK-compatibele componenten
digitale audiosignalen versturen en ontvangen (bitstromen
zoals Dolby Digital en DTS; 2-kanaals lineaire PCM
signalen; DSD signalen van Super Audio CD’s) via één
enkele i.LINK kabel.
U kunt audiosignalen laten verwerken door te kiezen
tussen de DSD Direct functie, waarbij DSD signalen
direct worden doorgestuurd naar DSD-compatibele DAC
audio-apparatuur, en de DSD functie, waarbij DSD
signalen worden omgezet naar PCM signalen zodat u
verzekerd kunt zijn van een rijke weergave via de
geluidsvelden.
i.LINK ondersteunt op dit moment drie verschillende
datasnelheden: 100 Mbps, 200 Mbps en 400 Mbps.
Dit toestel ondersteunt ‘hot plugging’, zodat u de
IEEE1394 kabel ook kunt aansluiten of loskoppelen
wanneer de stroom is ingeschakeld.
i.LINK compatibiliteit met dit toestel
Serieverbindingen
U kunt uw componenten ‘kop-aan-staart’ met elkaar
verbinden. Op deze manier kunt u maximaal 17 verschillende
componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden.
Vertakte verbindingen
Op deze manier kunt u vanaf een bepaald punt een aftakking
maken wanneer u 3 of meet i.LINK aansluitingen beschikbaar
heeft. Op deze manier kunt u maximaal 63 verschillende
componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden.
Gebruik voor de verbindingen 4-pens IEEE1394 kabels die
geschikt zijn voor S400 transmissiesnelheden. Wij raden u ook aan
kabels te gebruiken die niet langer zijn dan 3,5 m.
Het systeem zal niet functioneren wanneer er componenten in
een lus zijn aangesloten (zodat de uitgangssignalen weer terug
kunnen komen bij de oorspronkelijke component).
Dit toestel kan geen dergelijke signalen reproduceren die niet
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
Omdat de datasnelheid kan afhangen van de volgorde waarin de
i.LINK componenten aangesloten zijn, kunt u het beste alleen i.LINK
componenten met dezelfde datasnelheden met elkaar verbinden.
Sluit geen IEEE1394 kabels aan en koppel ze niet los van dit
toestel of andere i.LINK componenten terwijl er nog gegevens
worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden
onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Wanneer u de IEEE1394 stekker in een i.LINK aansluiting van dit
toestel doet, moet u erop letten dat de stekker niet verkeerdom zit. Als
u teveel kracht zet om de stekker op de verkeerde manier in de
aansluiting te persen, kunt u de aansluiting of de stekker beschadigen.
Zet i.LINK componenten niet aan of uit terwijl er gegevens worden
uitgewisseld. Hierdoor kan de weergave gestopt worden. Zet wanneer
dit toch gebeurt, dit toestel uit (standby) en vervolgens weer aan.
Andere i.LINK componenten die worden aangesloten op dit toestel
moeten DTCP (Digital Transmission Content Protection) ondersteunen.
Dit toestel is alleen geschikt voor i.LINK (AUDIO) componenten.
Omdat dit toestel geen ondersteuning biedt voor i.LINK (VIDEO), zijn
videosignalen zoals MPEG2-TS (digitale satellietsignalen enz.) of DV
(DV-camera, DVD-recorder, enz.) niet geschikt voor dit toestel.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat of geheel is
uitgeschakeld, kunnen er geen signalen worden doorgegeven
aan de volgende i.LINK component in de keten.
GEBRUIKEN i.LINK
Wat is i.LINK?
De i.LINK aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
IEEE1394 Std 1394a-2000
(Standaard voor een seriële bus met hoog
prestatieniveau)
A&M Protocol
(Audio en Muziek Datatransmissie Protocol 2.1)
DTCP (Digitale Transmissie Inhouds Protectie)
Audiosignaaltypen
Audiosignaalformaten
Compatibele
i.LINK
componenten
2-kanaals
Lineair PCM
2-kanalen,
32-192 kHz
CD,
DVD-Video,
DVD-Audio
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 kanalen,
32-96 kHz
DVD-Audio
Bitstroom Dolby Digital,
DTS
DVD-Video
DSD 2-kanaals/
5-kanaals/6-kanaals
2,8224 MHz
Super Audio CD
Aansluiten van i.LINK componenten
Opmerkingen
i.LINK
component
i.LINK
component
i.LINK
component
Maximum lengte enkele kabel: 4,5 m
i.LINK
component
i.LINK
component
i.LINK
component
i.LINK
component
Maximum lengte
enkele kabel:
4,5 m
93
GEBRUIKEN i.LINK
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Toewijzen i.LINK componenten
Wanneer er een i.LINK component wordt aangesloten zal dit
toestel automatisch de aangesloten component herkennen en
registreren (tot maximaal 16 i.LINK componenten). Door een
i.LINK component aan te wijzen als een bepaalde signaalbron
kunt u de video- en audio-ingangssignalen die het toestel van
die component ontvangt en de via de i.LINK verbinding
ontvangen audiosignalen tegelijk laten weergeven.
Zet dit toestel en de aangesloten i.LINK component aan.
De i.LINK component wordt als volgt automatisch
herkend en geregistreerd.
DVD DTV CBL/SAT VCR1 DVR/VCR2
V-AUX PHONO CD CD-R MD/TAPE
“LINK CHECK” knippert op het display op het
voorpaneel gedurende deze procedure.
Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde i.LINK
component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in het
GUI menu (zie bladzijde 94) of INPUT ASSIGN in het systeemopties
menu op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Er kan slechts n enkele i.LINK component worden toegewezen
aan een bepaalde ingang, en ingangen die reeds zijn toegewezen
zullen worden overgeslagen.
Als er i.LINK componenten zijn toegewezen aan alle beschikbare
signaalbronnen, kunnen er geen i.LINK componenten meer worden
toegewezen en kunnen de audiosignalen die worden ontvangen van
deze i.LINK componenten niet worden weergegeven via dit toestel.
U kunt de naam van de ingang die is toegewezen aan de
geselecteerde i.LINK component laten zien met behulp van de
Assign functie in het Information menu (zie bladzijde 94).
Luisteren naar weergave van i.LINK
componenten
Als een bepaalde i.LINK component is toegewezen aan de naam van
een bepaalde signaalbron, dient u de volgende stappen uit te voeren om
te luisteren naar weergave van deze geregistreerde i.LINK component.
1 Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron
die is toegewezen aan de i.LINK component.
2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies
“AUTO” of “i.LINK” als ingangsfunctie.
3 Laat de aangesloten i.LINK component
beginnen met afspelen.
U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK
component als signaalbron wordt geselecteerd aan/uit zetten
met INPUT, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch over te
laten schakelen wanneer er een signaal van een aangesloten
i.LINK component wordt gedetecteerd (zie bladzijde 94).
Audiosignalen die binnenkomen via de i.LINK aansluitingen
worden alleen digitaal gereproduceerd indien AUDIO SELECT
op AUTO of op i.LINK is ingesteld als ingangsfunctie, en REC
OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE staat.
Via dit menu kunt u informatie bekijken over geregistreerde
i.LINK componenten, geregistreerde componenten die u niet
meer gebruikt wissen, of de bedienings- en weergaveinstellingen
voor gebruik met i.LINK componenten wijzigen.
1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
i.LINK Select.
4 Druk op ENTER of h en druk vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling vh
gewenste item te veranderen.
5 Druk op EXIT.
Basisbediening i.LINK
Opmerkingen
VOLUME
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A.SEL:AUTO
VCR 1
VOLUME
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A.SEL:i.LINK
VCR 1
of
Opmerkingen
Veranderen van i.LINK Select
parameters
TOP
TITLE
Sound
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
Information
Select
Auto Play
Information
i.LINK Select
Stereo/Surround
Input Select
HDMI
94
GEBRUIKEN i.LINK
Information (Informatie)
Via deze functie kunt u de volgende informatie laten
verschijnen: bedieningstoestand van geregistreerde
i.LINK apparatuur, geregistreerde i.LINK apparatuur die
verwijderd is en i.LINK signalen die op dit moment
worden ontvangen.
i.LINK Select > Information >
Keuzes: Details, Delete, Protect, i.LINK Status
Selecteer Details om de volgende informatie te laten
verschijnen over de geselecteerde i.LINK component.
Vendor: Toont de naam van de fabrikant van uw
i.LINK component.
Model: Laat de modelnaam van uw i.LINK
component zien.
Active (aangesloten) of Non Active (niet
aangesloten): Laat zien of uw i.LINK component is
aangesloten.
Audio (voor audiosignalen) of Non Audio (voor
andere dan audiosignalen): Laat zien of uw i.LINK
component het afspelen van audiosignalen
ondersteunt.
Assign: Toont de naam van de signaalbron die is
toegewezen aan de geselecteerde i.LINK
component.
Selecteer Delete om de geselecteerde i.LINK
component te wissen uit de lijst met geregistreerde
componenten. Druk op ENTER om te wissen. U kunt
alleen niet-actieve en onbeveiligde i.LINK
componenten verwijderen.
Selecteer Protect om te voorkomen dat de
geselecteerde i.LINK component per ongeluk gewist
wordt.
Selecteer i.LINK Status om de bedieningstoestand te
laten zien van i.LINK signalen die op dit moment
binnenkomen. U kunt deze functie ook gebruiken om
alle niet-actieve en onbeveiligde i.LINK componenten
allemaal tegelijk in één keer te verwijderen.
Informatie over niet-geregistreerde i.LINK componenten is niet
beschikbaar via het GUI menu. Deze i.LINK componenten
kunnen niet met dit toestel worden gebruikt, alhoewel hun
signalen wel kunnen worden doorgegeven aan andere i.LINK
apparatuur.
Select (Input select)
Hiermee kunt u kiezen welk audiosignaal van welke
i.LINK component zal worden weergegeven.
i.LINK Select > Select >
Selecteer de naam van de gewenste component en druk op
ENTER om de signaalbron om te schakelen. Wanneer u de
gewenste component geselecteerd heeft, zullen de
informatie over de fabrikant en het model samen met de
toegewezen signaalbron getoond worden.
Input Assign (Ingangen toewijzen)
Met deze functie kunt u de signaalbronnaam die is
toegewezen aan een geregistreerde i.LINK component
wijzigen. U kunt de i.LINK component toewijzen aan een
willekeurige signaalbronnaam (PHONO t/m V-AUX).
i.LINK Select > Input Assign >
Keuzes: PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD, DTV,
CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX,
No Assignment
1 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
i.LINK component te selecteren en druk
vervolgens op h.
2 Druk herhaaldelijk op k / n om de
signaalbronnaam voor deze i.LINK
component te selecteren en druk op ENTER.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Auto Play (Automatische weergave)
U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK
component als signaalbron wordt geselecteerd met INPUT
aan/uit zetten, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch
over te laten schakelen wanneer er een signaal van een
aangesloten i.LINK component wordt gedetecteerd.
i.LINK Select > Auto Play >
Keuzes: Player, → → → Player, ← ← ← Player,
– X – Player
Selecteer Player als u wilt dat de met de
INPUT geselecteerde i.LINK component automatisch
begint te spelen en dat dit toestel automatisch
overschakelt naar een i.LINK component die begint te
spelen.
Selecteer → → → Player als u de i.LINK component
die wordt geselecteerd met INPUT automatisch wilt
laten beginnen met afspelen.
Selecteer ← ← Player wanneer u wilt dat dit toestel
automatisch overschakelt naar een i.LINK component
die begint met afspelen.
Selecteer – X – Player om automatische weergave van
i.LINK componenten uit te schakelen. Door deze
instelling voorkomt u ook dat het toestel automatisch
overschakelt naar een i.LINK component.
y
Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91).
Opmerking
95
GEBRUIKEN i.LINK
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Status displaymeldingen
Afhankelijk van de toestand waarin dit toestel zich bevindt, kunnen de volgende meldingen op het display op het
voorpaneel verschijnen.
*
De weergave kan stoppen wanneer deze melding wordt getoond.
Foutmeldingen
De volgende meldingen verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer er een verbindings- of registratiefout
wordt gedetecteerd.
i.LINK indicator
i.LINK displaymeldingen
Melding Inhoud
LINK CHECK
Knippert wanneer de aansluiting van een i.LINK component wordt gecontroleerd.
*
Melding Oorzaak Oplossing
BUS FULL
De capaciteit van de 1394 bus wordt volledig
benut en er kunnen derhelave geen gegevens
meer worden overgebracht.
U kunt dit probleem oplossen door i.LINK
componenten die u niet gebruikt los te koppelen.
Als er een langzame i.LINK component (S100 of S200)
is aangesloten tussen dit toestel en de i.LINK (AUDIO)
component die u wilt weergeven, is het mogelijk dat het
gegevensverkeer hierdoor belemmerd wordt. U kunt dit
probleem oplossen door de volgorde waarin de diverse
i.LINK componenten op dit toestel zijn aangesloten zo
te veranderen dat dit toestel direct is verbonden met de
i.LINK (AUDIO) component die u wilt weergeven.
CANNOT LINK
De aangesloten i.LINK component wordt niet
herkend omdat de aansluiting onvolledig is.
Controleer of alle i.LINK componenten correct zijn
aangesloten met behulp van IEEE1394 kabels.
LOOP CONNECT
Dit toestel en de i.LINK component zijn op
elkaar aangesloten via een lus (zodat de
uitgangssignalen weer terug kunnen komen bij
de oorspronkelijke component).
Maak de IEEE1394 kabels los en verbindt de
componenten opnieuw, in serie of met vertakkingen.
NODE OVER
Er zijn meer dan 63 i.LINK componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten componenten.
HOP OVER
Er zijn meer dan 15 i.LINK componenten in
serie op elkaar aangesloten.
Verminder het aantal i.LINK componenten dat is
aangesloten tussen de twee eindcomponenten tot 15 of
minder.
Sluit de i.LINK componenten opnieuw aan met
vertakkingen.
REGIST. OVER
Er is een nieuwe i.LINK component
aangesloten op dit toestel terwijl er al 16
i.LINK componenten zijn geregistreerd. Dit
toestel kan maximaal 16 i.LINK componenten
registreren.
Verwijder eventueel ongebruikte geregistreerde i.LINK
componenten uit de lijst met geregistreerde
componenten en sluit de i.LINK component die wilt
laten registreren opnieuw aan.
Zie “Veranderen van i.LINK Select parameters” op
bladzijde 93.
Licht op Wanneer er een i.LINK component is aangesloten en dit toestel signalen weergeeft die
binnenkomen via de i.LINK aansluitingen.
Knippert Wanneer er een i.LINK component is aangesloten, maar dit toestel signalen weergeeft die
binnenkomen via andere aansluitingen dan i.LINK, of wanneer er geen signalen binnenkomen via
de i.LINK aansluitingen.
Off Er is geen i.LINK apparatuur aangesloten.
GEBRUIKEN HDMI
96
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video)
interface.
HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of
hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio
via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe
ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor
(zoals een digitale televisie – DTV).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-
bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders.
Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een
bezoek te brengen aan de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
Video- of audiosignalen die binnenkomen via andere
aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur
(zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
van andere apparatuur (zoals een projector).
U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te
verbinden met andere HDMI-compatibele componenten.
Gebruik een HDMI kabel die niet langer is dan 5 m om
verzekerd te kunnen zijn van een betrouwbare werking en om
verslechtering van de videokwaliteit te voorkomen.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de analoge video uitgangsaansluitingen.
GUI displays (menuschermen bijvoorbeeld) of analoge
videosignalen die binnenkomen via video ingangsaansluitingen
kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Om analoge videosignalen weer te kunnen geven moeten deze
verbonden worden met analoge video uitgangsaansluitingen.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen
niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen
van Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een
DVD-speler) aansluiten op de i.LINK aansluiting of de MULTI
CH INPUT aansluitingen.
Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk,
afhankelijk van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet
kunnen worden weergegeven. Als de DVD-speler die is
aangesloten op dit toestel geen DVD multikanaals
audiosignalen produceert via de HDMI OUT aansluiting, kunt u
de DVD-speler verbinden met de i.LINK aansluiting of de
analoge multikanaals audio ingangsaansluitingen.
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-
speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby)
staat of geheel is uitgeschakeld.
Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel,
dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in
kwestie te raadplegen.
Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van
componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de
formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de
bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van
het soort HDMI videosignaal.
Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg
ervoor dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn
verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet
uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht.
Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing
worden veroorzaakt.
HDMI compatibiliteit met dit toestel
GEBRUIKEN HDMI
Wat is HDMI?
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface
Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI
Licensing, LLC.
HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content
Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door
Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
Audiosignaaltypen
Audiosignaalformaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals
Lineair PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 ch, 32-96 kHz,
16/20/24 bit
DVD-Audio enz.
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz.
97
GEBRUIKEN HDMI
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen.
HDMI video- en audiosignaalrichtingen
Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1
of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met Select
in het GUI menu (zie bladzijde 98) of met INPUT op het
voorpaneel, worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een
eventuele hoofdtelefoon en via REC OUT.
Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge
AUDIO OUT aansluitingen.
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden alleen gereproduceerd via REC OUT wanneer
REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE
staat. Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige
audiosignalen niet worden gereproduceerd via REC OUT.
Aansluiten van HDMI videocomponenten
Aansluiten van HDMI audiocomponenten
Foutmeldingen
Wanneer er iets mis gaat, zal er een foutmelding verschijnen
op het GUI beeldscherm of het display op het voorpaneel.
Device Over: Er zijn meer dan 5 HDMI componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten. Verminder het aantal
aangesloten HDMI componenten.
HDCP Error: HDCP testen mislukt. Controleer of de
aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden
voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
HDMI indicator
Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten
en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen
via HDMI.
Knippert wanneer er een HDMI component is
aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die
binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of
als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI
aansluitingen.
Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is
aangesloten.
Aansluiten van HDMI
componenten
Opmerkingen
HDMI OUT
HDMI IN
HDMI OUT
Dit toestel
Video-
signalen
Audio-
signalen
Video-
signalen
Audio-
signalen
HDMI IN
Luidsprekers
Hoofdtelefoon
REC OUT
DVD-speler
Audio-
signalen
TV
HDMI IN 1
HDMI IN 2
Component
coaxiaal
Component D
S-video
Component
RCA
HDMI OUT
Component
coaxiaal
Component D
S-video
Component
RCA
Digitale videosignalen
Analoge videosignalen
Analoge videosignalen
Analoge videosignalen
Digitale audiosignalen
Digitale audiosignalen
Analoge audiosignalen
HDMI OUT
i.LINK
(AUDIO)
HDMI IN 1
HDMI IN 2
Digitale audio
(optisch/
coaxiaal)
Analoge audio
Digitale audio
(optisch/
coaxiaal)
Analoge audio
98
GEBRUIKEN HDMI
Toewijzen HDMI componenten
Door een HDMI component aan te wijzen als een
bepaalde signaalbron kunt u de videosignalen die het
toestel van die component ontvangt en de via de HDMI
verbinding ontvangen audiosignalen tegelijk laten
weergeven.
Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde HDMI
component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in
het GUI menu (zie bladzijde 99) of Input Assign in het
systeemopties menu op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 91).
Luisteren naar weergave van HDMI
componenten
Volg deze stappen om te luisteren naar weergave van een
geregistreerde HDMI component.
Als er een bepaalde signaalbronnaam is
toegewezen aan de HDMI component.
1 Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron
die is toegewezen aan de HDMI component.
2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies
“AUTO” of “HDMI” als ingangsfunctie.
3 Laat de aangesloten HDMI component
beginnen met afspelen.
U kunt de HDMI parameters wijzigen via de menu’s op
het beeldscherm (GUI) of het menu op het display op het
voorpaneel.
y
Input Assign en Support Audio zijn ook beschikbaar via het menu
met systeemopties op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 91). Select en Information zijn echter alleen
beschikbaar via het GUI menu op het beeldscherm.
Select (Selectie)
Gebruik deze functie om de HDMI component te
selecteren die is toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI
IN 2 aansluiting van dit toestel.
HDMI > Select >
Keuzes: IN 1, IN 2
Selecteer IN 1 of IN 2 om de HDMI component te
selecteren die is toegewezen aan één van de HDMI
ingangsaansluitingen.
Wanneer de HDMI component die is aangesloten op de
geselecteerde HDMI IN aansluiting geen audiosignalen
produceert (bijv. Super Audio CD of DVI) en AUDIO SELECT
op AUTO is ingesteld, dan zullen audiosignalen worden
geselecteerd voor weergave die binnenkomen via de analoge of
via andere digitale ingangsaansluitingen. Het kan een paar
seconden duren voor dit toestel geluid produceert.
Basisbediening HDMI
Opmerking
VOLUME
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A.SEL:AUTO
VCR 1
VOLUME
A
SP
L R
V-AUX
DVR/VCR2
CBL/SAT
DTV DVD
MD/TAPE
CD-R
CD TUNER
PHONO
dB
A.SEL:HDMI
VCR 1
of
Veranderen van HDMI parameters
Opmerking
Display
i.LINK Select
Stereo/Surround
HDMI
Select
Input Assign
Speaker B
Support Audio
Display
Input Assign
Support Audio
Select
IN 1
IN 2
Speaker B
Zone 3 Volume
99
GEBRUIKEN HDMI
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Input Assign (Ingangen toewijzen)
Dit toestel is uitgerust met twee HDMI IN aansluitingen
(HDMI IN 1 en HDMI IN 2). Als standaardinstelling zijn
HDMI IN 1 en HDMI IN 2 toegewezen aan
respectievelijk DVD en CBL/SAT, maar u kunt dit
veranderen als u dat wilt.
Een enkele HDMI component kan niet tegelijkertijd
worden toegewezen aan zowel de HDMI IN 1 als de
HDMI IN 2 aansluiting.
HDMI > Input Assign >
Keuzes: IN 1, IN 2
Selecteer de HDMI component die u wilt toewijzen aan de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting.
Toe te wijzen HDMI componenten:
DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI > Support Audio >
Keuzes: RX-V4600, Other
Kies RX-V4600 om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door dit toestel. De audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit
toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel.
Selecteer Other om HDMI audiosignalen weer te laten
geven via een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
Information (Informatie)
Gebruik deze functie om informatie te laten zien over
audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluiting die u heeft geselecteerd.
HDMI > Information >
Keuzes: Input, Output
Tonen van informatie over HDMI video-
ingangssignalen
HDMI > Information > Input >
Model: toont de modelnaam van de HDMI component die
is verbonden met de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd. Sommige HDMI componenten geven de
modelgegevens niet door aan dit toestel.
Type: toont het type videosignalen (HDMI of DVI) die
binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Format: toont het formaat van de videosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Input: toont de naam van de HDMI IN aansluiting die u
heeft geselecteerd.
Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan.
Tonen van informatie over HDMI video-
uitgangssignalen
HDMI > Information > Output >
Model: toont de modelnaam van de component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting die u heeft
geselecteerd.
Type: toont het type component (HDMI of DVI) dat is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan.
Display
IN 2
Input Mode
IN 1
DVD
DTV
Speaker B
CBL/SAT
Input Assign
Information
Input Mode
Support Audio
RX-V4600
Other
Dimmer
Dimmer
Speaker B
Speaker B
Zone 3 Volume
Select
Display
Output
Input Mode
Input
---
Input ---
Type ---
Error
Format
---
Model
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
100
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het “levendig” aspect van het geluid
belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich
bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en
welke vorm deze heeft.
Onderdelen van een geluidsveld
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
Vroege weerkaatsingen
Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het
directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak
weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze
vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen
geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van
de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken.
Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is
precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale
geluidsveld processor.
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter
wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw
kamer. De volgende parameters komen niet in elk programma voor.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op TOP op de afstandsbediening.
2
Selecteer Stereo/Surround en druk dan op
h
.
3 Selecteer het gewenste
geluidsveldprogramma en druk vervolgens
op h om het item te openen en in te stellen.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard
beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch parameterwaarden wilt
wijzigen, dient u Memory Guard op “Off” te zetten (zie bladzijde 69).
Parameters terugzetten op hun fabrieksinstelling
Terugzetten van alle parameters
Gebruik Sur.Initialize (zie bladzijde 68).
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld? Veranderen van instellingen
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens
verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de
stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk
wordt onderbroken door een stroomstoring. Als de stroomvoorziening
echter langer dan een week onderbroken wordt, zullen de
parameterwaarden terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw moeten wijzigen.
TOP
TITLE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
Vienna
Freiburg
Munich
Munich
Vienna
Freiburg
Init. Delay
Room Size
DSP Level
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
101
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
DSP Level (DSP niveau)
Functie: Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik.
Omschrijving: Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen
ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Init. Delay (Initiële vertraging)
Functie:
Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de
vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord wordt.
Omschrijving: Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe
groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer.
Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1
t/m 99 ms
Room Size (Kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde,
hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omschrijving: Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door
de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de
waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte
verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd Tijd Tijd
Initiële vertraging
Initiële vertraging Initiële vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd
Tijd
Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
102
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Liveness (Levendigheid)
Functie: Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
Omschrijving: De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een
ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt.
Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en
dus de “levendigheid” van de ruimte.
Instelbereik: 0 t/m 10
Sur.Init.Delay (Surround beginvertraging)
Functie: Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround
geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee
surroundkanalen gebruikt.
Instelbereik: 1 t/m 49 ms
Sur.Room Size (Surround kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Sur.Liveness (Surround levendigheid)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
SB.Init.Delay (Surround achter beginvertraging)
Functie: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surround-
achter geluidsveld.
Instelbereik: 1 t/m 49 ms
SB.Room Size (Surround achter kamergrootte)
Functie: Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
SB.Liveness (Surround achter levendigheid)
Functie: Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Grote waarde = 10
103
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Rev. Time (Natriltijd)
Functie: Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor
worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd.
Omschrijving: Hoe langer de natriltijd, hoe “levendiger” de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd,
hoe “doodser” de ruimte waarin u luistert zal lijken.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen)
Functie: Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen,
krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Rev. Level (Niveau natrillingen)
Functie: Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Natrillingen
Natrillingen
60 dB 60 dB 60 dB
Brongeluid
Natriltijd
Natriltijd Natriltijd
Geluidsbron
Korte natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Grote waarde = 5,0 s
Vroege
weerkaatsingen
Lange
natrillingen
(dB)
60 dB
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
NatriltijdBeginvertraging
natrillingen
Tijd
Brongeluid
Niveau
Niveau natrillingen
Tijd
104
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Dialogue Lift (Dialoog-lift)
Functie: Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor-
en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Omschrijving:
Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen.
Instelmogelijkheden: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Voor 7ch Stereo
Functie: Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Center Level (Midden niveau)
Surround L Level (Linker surround niveau)
Surround R Level (Rechter surround niveau)
Sur. Back Level (Surround-achter niveau)
Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau)
Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau)
Voor PL x Music en PL Music
Panorama (Panorama)
Functie:
Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect.
Instelmogelijkheden: Off, On
Dimension (Dimensie)
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard)
Center Width (Midden breedte)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de
begininstelling is 3
Voor Neo:6 Music
Center Image (Middenbeeld)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Voor SRS Circle Surround (alleen modellen voor de V.S.)
FOCUS
Functie: Regelt de helderheid van het geluidsbeeld door het waargenomen geluidsbeeld te verhogen ter
compensatie van niet op optimale hoogte geplaatste luidsprekers.
Een grotere waarde laat de luidsprekers klinken alsof ze op oorhoogte geplaatst zijn.
Instelbereik: 0 t/m 8
TruBass
Functie: Regelt de lage frequenties zo af dat de lage tonen beter klinken.
Een hogere waarde verbetert de weergave van de lage tonen ook wanneer u geen subwoofer
gebruikt en geeft een diepere, rijkere bas wanneer u wel een subwoofer gebruikt.
Instelbereik: 0 t/m 8
105
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Decode Type (Soort decoder)
Voor MOVIE THEATER
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met MOVIE THEATER
programma’s.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor THX Cinema
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met THX Cinema.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor SURROUND Standard
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Standard.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / PL Movie / PL Music / PL Game / PL x Movie / PL x Music / PL x Game /
Neo:6 Cinema / Neo:6 Music / CS Cinema* / CS Music* (* alleen modellen voor de V.S.)
Voor SURROUND Enhanced
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Enhanced.
Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Pro Logic x verschijnt wanneer de surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn, terwijl Pro Logic zal verschijnen wanneer er geen
surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn.
Initialize (Initialiseren)
Functie: Zet de instellingen voor elk geluidsveld-subprogramma terug op de beginwaarden.
Instelmogelijkheden: NO, YES
Als u alle parameters binnen een hele geluidsveldprogramma-groep wilt initialiseren, dient u Sur.Initialize te gebruiken
(zie bladzijde 68).
Opmerking
Opmerking
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
106
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON (of
SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
26
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
15–17
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe
elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of
een ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en
probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
18–23
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
De ingangsfunctie staat op “i.LINK”,
“HDMI”, “Coax/Opt” of “Analog”.
Stel de ingangsfunctie in op “Auto”.
40
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH
INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
33
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
15
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS
A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te
zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken).
33
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
35
De ingangsfunctie staat op “Analog” maar er wordt
een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
“Auto” of “Coax/Opt”.
40
Er komen signalen binnen van de
signaalbron die dit toestel niet kan
reproduceren, bijv.: een CD-ROM.
Speel materiaal af met signalen die wel door dit
toestel gereproduceerd kunnen worden.
De i.LINK componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de DTCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit i.LINK componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de DTCP kopieerbeveiligingsnormen.
De HDMI componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Support Audio is ingesteld op Other en
HDMI audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet Support Audio op RX-V4600 via het GUI
beeldschermmenu.
99
Geen beeld
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Schakel de videoconversie-functie in.
67
107
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
26
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
35
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
18
Onjuiste balans ingesteld via het GUI
menu.
Wijzig de Speaker Level instellingen.
66
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT/EFFECT om de effecten in te
schakelen.
39
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
34
Geen geluid uit de
midden-luidspreker
Het uitgangsniveau van de midden-
luidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
66
Center is ingesteld op “None” via Speaker
Set.
Selecteer de juiste instelling voor uw midden-
luidspreker.
63
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
34
Geen geluid uit de
surround-
luidsprekers
Het uitgangsniveau van de surround-
luidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
63
Surround is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
63
Er wordt een mono of stereo bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT/EFFECT om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
Geen geluid uit de
surround achter-
luidsprekers
De aanwezigheidsluidsprekers zijn
geselecteerd.
Selecteer “Surround Back” bij PR/SB Select.
62
Surround is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Als “None” is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zullen de surround achter-
luidsprekers automatisch ook op “None” worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker
en rechter surround-luidsprekers.
63
Surround Back is ingesteld op “None” via
Speaker Set.
Selecteer “Small x1”, “Small x2”, “Large x1” of
“Large x2”.
64
Geen geluid uit de
subwoofer
Bass Out is ingesteld op “Front” terwijl er
een Dolby Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Selecteer “SWFR” of “Both”.
64
Bass Out is ingesteld op “SWFR” of
“Front” terwijl er een 2-kanaals signaal
wordt weergegeven.
Selecteer “Both”.
64
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
108
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De ingangsfunctie staat op “Analog”. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
“Auto” of “Coax/Opt”.
40
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
22
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC-kopversterker.
22
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door digitale
opname-apparatuur die
is aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
18–22
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT aansluitingen.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
18–22
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet meer
worden gewijzigd.
Memory Guard is ingesteld op “On”. Selecteer “Off”.
69
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
15
U ondervindt storing van
digitale of hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
109
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
24
Stem met de hand af.
41
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
24
Stem met de hand af.
41
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
42
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
41
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elketrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
110
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
4
AMP/SOURCE/TV is niet correct
ingesteld.
Stel AMP/SOURCE/TV correct in.
Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer
het toestel wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand
wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u
de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set
wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp
van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
72
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
72
De archiefcode voor dit toestel en de ID
van de afstandsbediening komen niet
overeen.
Schakel over naar een andere archiefcode.
72
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
74
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies “leren”.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
4
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand
van elkaar.
74
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
79
WOORDENLIJST
111
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Dolby Pro Logic
Dolby Pro Logic is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt 5-kanaals
weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts,
1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts
(in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele
Pro Logic weergave). Naast de Movie stand is er ook een
Music stand en een Game stand voor 2- kanaals
bronmateriaal.
Dolby Pro Logic x
Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of
7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals
of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor
muziek, een Movie stand voor films en een Game stand
voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten:
2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals
Super Audio CD’s. Met DSD worden signalen opgeslagen
als enkele bitwaarden met een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van ongeveer 2,8224 MHz, waarbij
ruisonderdrukking en overbemonstering worden gebruikt om
vervorming te verminderen, hetgeen normaal gesproken
gemakkelijk kan gebeuren bij een hoge kwantisatie van
audiosignalen. Vanwege de hoge bemonsteringsfrequentie
kan een betere audiokwaliteit worden bereikt dan door het
PCM formaat dat wordt gebruikt op normale audio CD’s.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit
voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert
aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met
een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de
codelengte van 24 bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is
met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24
5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale soundtrack
en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop.
Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem
ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel
vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch gesproken, linker,
rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een
LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen).
Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
WOORDENLIJST
Audioformaten
112
WOORDENLIJST
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-
kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt
weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een
verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale
signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen;
“Music” voor weergave van muziek en “Cinema” voor films.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem
maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal
zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat
voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt
gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
SRS CS (SRS Circle Surround )
(alleen modellen voor de V.S.)
SRS CS (SRS Circle Surround ) is een 6.1-kanaals matrix
surroundweergave decoderingssysteem met een hoog
prestatieniveau. Dit is de volgende generatie van de originele
SRS Circle Surround technologie, met belangrijke primeurs in
deze industrie, zoals technologie voor het verbeteren van de
helderheid van menselijke spraak en voor het toevoegen van lage
tonen zoals in de bioscoop aan de voorkanalen en de subwoofer.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld
waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een
theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het
maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van
gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de
weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt
gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP
programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic,
Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke
benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog
toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma
ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers
in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel
van virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal
systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
ASA (Advanced Speaker Array)
ASA is een techniek van THX die de signalen voor de
2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt
voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw
thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links,
midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter,
links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt
u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround
achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht
neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround
achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via
het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het
best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen
deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer
optimaal te maken.
ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2
Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode.
ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard
luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische
luisterruimten, zoals mastering studio’s.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt
gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
Geluidsveldprogramma’s
Audio informatie
113
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
THX Cinema verwerking
THX is een exclusieve set standaarden en technologieën
zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent
Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas
persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack,
zowel in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk
overeen te laten stemmen met wat de regisseur in
gedachten had.
Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale
geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld
in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare
apparatuur. Deze zelfde soundtrack wordt vervolgens
overgebracht op Laserdisc, VHS video, DVD enz. en
wordt verder niet gewijzigd voor weergave bij u thuis.
De THX technici hebben geoctroieerde technieken
ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde
materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer
door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen.
Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden
de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema
functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX).
Aangepaste decorrelatie
In een bioscoop zijn er een groot aantal surround-
luidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend
surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er
misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surround-
luidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon,
zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect.
Ook kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan
wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene
surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift
de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten
opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek
waar het effect waargenomen kan worden effectief
vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat
de bioscoopervaring beter benaderd wordt.
Re-Equalization
De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te
hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een
soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen
met grote professionele apparatuur. Re-Equalization
herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack
beter zal klinken in uw huiskamer.
Timbre Matching
Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een
geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid
vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij
aan luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de
nodige geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we
misschien maar twee luidsprekers om hetzelfde effect te
bereiken. De Timbre Matching functie filtert de informatie
die naar de surround-luidsprekers gestuurd wordt zodat ze
de toonkwaliteit van de voor-luidsprekers beter
benaderen. Hierdoor worden tussen de voor- en surround-
luidsprekers bewegende geluidsbronnen beter en
naadlozer weergegeven.
THX Games Mode
Kies de THX Games Mode voor weergave van stereo
multikanaals muziek van videospelletjes. In deze stand
wordt THX ASA verwerking toegepast op de
surroundkanalen van alle 5.1- en 2.0-kanaals gecodeerde
spelletjes, zoals analoge signalen, PCM, DTS en Dolby
Digital. Hierdoor wordt alle surroundinformatie voor het
spel correct geplaatst, zodat er een volledige, 360 graden,
spelomgeving ontstaat. De THX Games Mode is uniek en
geeft u vloeiend overgaand geluid op alle punten in het
geluidsveld.
THX Music Mode
Kies de THX MUSIC functie voor weergave van
multikanaals muziek. In deze functie wordt THX ASA
toegepast op de surroundkanalen van alle 5.1-kanaals
gecodeerde muziekbronnen, zoals DTS, Dolby Digital en
DVD-Audio om te zorgen voor een breed en stabiel
achter-geluidsveld.
THX Select2
Voor een component voor een thuisbioscoop de THX
Select2 certificatie krijgt, moet er voldaan worden aan alle
eisen beschreven voor THX Cinema verwerking en moet
een serie rigoureuze kwaliteits- en prestatietests doorlopen
worden. Slechts dan mag een product het THX Select2
logo dragen, uw garantie dat u nog vele jaren zult kunnen
genieten van de door u aangeschafte thuisbioscoop
producten.
De THX Select2 eisen raken alle aspecten van de
producten, inclusief de prestaties en de bediening van de
eind- en voorversterker en honderden andere onderdelen
voor het digitale zowel als het analoge gedeelte.
THX Select2 Cinema functie
THX Select2 Cinema mode geeft 5.1-kanaals materiaal
weer via alle 8 luidsprekers voor de best mogelijke
geluidsweergave. In deze functie zorgt ASA ervoor dat de
surround en de surround achter-luidsprekers naadloos op
elkaar aansluiten en een optimale mix geven van
omgevings- en gericht surroundgeluid.
DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital
Surround EX gecodeerde soundtracks worden
automatisch gedetecteerd in de THX Select2 Cinema
functie indien in het signaal de juiste ‘vlag’ is
meegecodeerd.
Sommige Dolby Digital Surround EX soundtracks missen
de digitale ‘vlag’ waardoor het toestel automatisch kan
omschakelen. Als u zeker weet dat u een Surround EX
gecodeerde film gaat afspelen, kunt u ook met de hand de
THX Surround EX weergavefunctie selecteren, anders zal
de THX Select2 Cinema functie ASA toepassen voor een
optimale weergave.
114
WOORDENLIJST
THX Surround EX
THX Surround EX - Dolby Digital Surround EX is
gezamenlijk ontwikkeld door Dolby Laboratories en THX
Ltd.
In een bioscoop kan bij Dolby Digital Surround EX
filmsoundtracks een extra kanaal worden gereproduceerd
dat bij het mixen van het programma is toegevoegd. Dit
kanaal, het surround-achterkanaal, geeft geluiden achter
de luisteraar weer, in aanvulling op de huidige
configuratie met linker, rechter en midden voorkanalen,
linker en rechter surroundkanalen en een
subwooferkanaal. Dit extra kanaal schept de mogelijkheid
meer gedetailleerde geluidsbeelden achter de luisteraar te
plaatsen en zo meer diepte, meer ruimte en een betere
plaatsing van het geluid te verwezenlijken.
Films die zijn voorzien van Dolby Digital Surround EX
technologie zullen waarschijnlijk een logo of tekst op de
verpakking van die strekking krijgen wanneer ze op de
markt voor thuisgebruikers verschijnen. Op de Dolby
internetpagina’s www.dolby.com kunt u een lijst vinden
met films die genruik maken van deze technologie.
Een lijst met verkrijgbare DVD titels die gecodeerd zijn
met de betreffende technologie kunt u vinden op
www.thx.com.
Alleen receivers en andere apparatuur die voorzien zijn
van het THX Surround EX logo zijn in staat, in de THX
Surround EX stand, deze nieuwe technologie bij u thuis te
reproduceren.
Het is mogelijk dat dit product de THX Surround EX
stand ook inschakelt bij weergave van 5.1-kanaals
materiaal dat niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd
is. In een dergelijk geval hangt de informatie voor het
surround-achterkanaal af van het gebruikte programma en
kan het resultaat tegenvallen afhankelijk van de
soundtrack in kwestie en uw persoonlijke voorkeur.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en P
R signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal.
U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen
nodig om component videosignalen te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
S-Videosignaal
In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een
C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale
S-Video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO
aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Videosignaal informatie
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
115
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 60), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-
derde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz.
Gain (extra versterking)
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en
Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft
7 equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
116
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 .................................. 130 W
Maximum vermogen (EIAJ)
[Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ......................................................... 180 W
Dynamisch vermogen (IHF)
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië,
Korea en algemene modellen]
8/6/4/2 ....................................................... 165/205/260/340 W
DIN standaard uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ........................................................ 190 W
Dynamisch bereik
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië,
Korea en algemene modellen]
8 ......................................................................................1,03 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 ...................................................... 140 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ................................................140 of meer
Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) .............................. 100 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
Uitgangsniveau/ingangsimpedantie
REC OUT ............................................................. 200 mV/1,2 k
PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500
SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,2 k
[Modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. en Europa]
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) ............................... 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ......... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m REC OUT
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R Voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor de V.S., Canada, China, Korea,
Azië en algemene modellen]................................. 86 dB of meer
[Modellen voor het V.K. en Europa]........................ 81 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor .......................................100 dB
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor........... 60 dB/55 dB of meer
CD (5,1 k kortgesloten) naar L/R voor.......60 dB/45 dB of meer
Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)........... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer).......................................................... 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videosignaaltype (Beeldschermachtergrond)
[Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K. en Europa]
...............................................................................................PAL
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen]
............................................................................................NTSC
Videosignaaltype (Videoconversie)
[Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K.,
Europa en algemene modellen] .............................................PAL
[Overige modellen]............................................................... NTSC
Signaalniveau
Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75
S-Video ........................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau ...................................... 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding ............................................. 60 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-Video ................................5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
Component ............................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada]................ 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit ............................................................................. 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 80 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................. 0,2%/0,3%
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ................................... 0,03%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo .................................................................................... 42 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 70 dB
Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
HD [Alleen modellen voor de V.S.]
................................................... 20 Hz t/m 18 kHz, +0,5, –3 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
TECHNISCHE GEGEVENS
117
TECHNISCHE GEGEVENS
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..................530 t/m 1.710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.......................................................530/531 t/m 1.710/1.611 kHz
[Overige modellen] ...........................................531 t/m 1.611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
Signaal-ruis verhouding (IHF)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 80 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 0,03%
Stereoscheiding (1 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 70 dB
Frequentierespons (20 Hz t/m 12,5 kHz)
HD [Alleen modellen voor de V.S.] ............................. +0,5/–3 dB
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
...........................................................120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] .........................220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] .........................220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ....................240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
...........................................................230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,2 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
......................................................................... 0,33 W of minder
[Overige modellen] ........................................... 0,15 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ....................................................... 1.100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
............................................... 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
......................................................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
...........................................................2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor China en Europa]
......................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
Afmetingen (B x H x D) .............................. 435 x 171 x 438,5 mm
Gewicht ................................................................................. 18,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. 18 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Algemene modellen ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Modellen voor Azië ................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUD GEAVANCEERDE BEDIENING KENMERKEN ....................................................... 2 VAN START ........................................................... 3 GEAVANCEERDE BEDIENING.......................52 Meegeleverde accessoires.......................................... 3 Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4 SYSTEEMINSTELLINGEN ...............................53 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 5 VOORBEREIDINGEN LUIDSPREKER SETUP ..................................... 13 AANSLUITINGEN .............................................. 18 Voor u componenten gaat aansluiten....................... 18 Aansluiten van videocomponenten.......................... 19 Aansluiten van audiocomponenten.......................... 22 Aansluiten van de antennes ..................................... 24 Aansluiten van het netsnoer..................................... 25 Instelling luidsprekerimpedantie ............................. 26 Inschakelen van de stroom....................................... 26 Inleiding................................................................... 27 Optimalisatie-microfoon setup ................................ 27 Beginnen van de setup ............................................. 28 Bevestigen van de resultaten ................................... 30 BASISBEDIENING Basisbediening......................................................... 33 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 34 Aanvullende mogelijkheden .................................... 35 Selecteren van audio ingangsfuncties...................... 40 AFSTEMMEN ...................................................... 41 OPNEMEN............................................................ 48 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Voor film/video bronnen ......................................... 49 Voor muziekmateriaal ............................................. 51 Zone 2/Zone 3 aansluitingen ................................... 83 Bediening van Zone 2/Zone 3 via het voorpaneel ....... 84 Bediening van Zone 2/Zone 3 met de afstandsbediening ................................................ 85 MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL.................................................87 Geavanceerd setup menu ......................................... 87 Voorpaneel display systeem opties menu................ 88 GEBRUIKEN i.LINK ...........................................92 Wat is i.LINK? ........................................................ 92 Aansluiten van i.LINK componenten ...................... 92 Basisbediening i.LINK ............................................ 93 Veranderen van i.LINK Select parameters.............. 93 i.LINK displaymeldingen ........................................ 95 GEBRUIKEN HDMI ............................................96 Wat is HDMI? ......................................................... 96 Aansluiten van HDMI componenten ....................... 97 Basisbediening HDMI ............................................. 98 Veranderen van HDMI parameters.......................... 98 AANVULLENDE INFORMATIE WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN ............................................100 Wat is een geluidsveld? ......................................... 100 Veranderen van instellingen .................................. 100 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN.......................................101 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .....................106 WOORDENLIJST ..............................................111 Audioformaten....................................................... 111 Geluidsveldprogramma’s....................................... 112 Audio informatie.................................................... 112 Videosignaal informatie ........................................ 114 Nederlands GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN ........................................ 49 ZONE 2/ZONE 3 ...................................................83 AANVULLENDE INFORMATIE Automatisch en handmatig afstemmen.................... 41 Zenders voorprogrammeren..................................... 42 Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 44 Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 44 Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 45 Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 45 De PTY SEEK functie ............................................. 46 De EON functie ....................................................... 47 Bedieningstoetsen .................................................... 71 Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 72 Overnemen van functies van andere afstandsbedieningen (Leerfunctie) ...................... 74 Veranderen van de namen van signaalbronnen in het uitleesvenster ............................................. 76 Gebruiken van de Macro functie ............................. 77 Wissen van ingestelde functies................................ 79 Wissen van individuele functies .............................. 80 Bedienen van andere componenten ......................... 82 GEAVANCEERDE BEDIENING WEERGAVE ........................................................ 33 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.................................71 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S AUTO SETUP....................................................... 27 Veranderen van instellingen .................................... 55 Input Select .............................................................. 56 Manual Setup (Sound) ............................................. 59 Manual Setup (Basic) .............................................. 62 Manual Setup (Option) ............................................ 67 System Memory....................................................... 70 BASISBEDIENING Opstelling van de luidsprekers................................. 13 Luidspreker-aansluitingen ....................................... 15 Gebruiken van de slaaptimer ................................... 52 VOORBEREIDINGEN Voorpaneel................................................................. 5 Afstandsbediening ..................................................... 7 Zone 2/Zone 3 afstandsbediening.............................. 9 Gebruiken van de afstandsbedieningen ..................... 9 Display voorpaneel .................................................. 10 Achterpaneel ............................................................ 12 INLEIDING INLEIDING PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE ................................................115 TECHNISCHE GEGEVENS.............................116 1 KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 7-kanaals eindversterker Overige kenmerken ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω) Voor: 130 W + 130 W Midden: 130 W Surround: 130 W + 130 W Surround Achter: 130 W + 130 W ◆ YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer voor automatische instelling van uw luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ GUI (graphische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/videosysteem ◆ Mogelijkheid om de taal voor het GUI menusysteem te kiezen (Engels, Japans, Frans of Duits) ◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Beknopte meldfunctie ◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe weergave van analoge, DSD, PCM en multikanaals PCM bronnen ◆ S-Video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Videosignaal conversie (composiet video ↔ S-Video → component video) mogelijk voor de monitor uitgang ◆ i.LINK interface voor direct digitaal overbrengen van digitale audiosignalen ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of highdefinition video en multikanaals digitale audio ◆ Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen ◆ Slaaptimer ◆ Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie ◆ Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste installatie ◆ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor eventuele Zone 2/Zone 3 componenten die zijn aangesloten op dit toestel Kenmerken geluidsveld ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ THX Select2 ◆ SRS CS (alleen modellen voor de V.S.) ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6 decoder, DTS 96/24 ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic / Dolby Pro Logic x decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (bewerken voorkeuzezenders) ◆ HD Radio™ ontvangst van digitale radio-uitzendingen (alleen modellen voor de V.S.) ◆ Radio Data System ontvangstmogelijkheden (alleen modellen voor Europa en het V.K.) • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. “i.LINK” en het “i.LINK” logo Corporation. Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. zijn handelsmerken van Sony “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. “DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. 2 Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden. VAN START VAN START INLEIDING Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening SYSTEM POWER POWER TV AV A B AUDIO SELECT STANDBY POWER SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Zone 2/Zone 3 afstandsbediening POWER SELECT TUNER CD STANDBY CD-R AMP + + + TV VOL CH VOL – – – SOURCE TV MUTE TV INPUT Batterijen (4) (AAA, LR03) VCR 1 CBL/SAT MD/TAPE DVR/VCR2 Batterijen (2) (AAA, R03) DVD MUTE PRESET TOP TV DTV EXIT TITLE MENU BAND PRG SELECT + PURE DIRECT PRESET/CH VOLUME – NIGHT A/B/C/D/E AUDIO ENTER MUTE A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN PRG SELECT DISPLAY DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 ID1 ID2 9 0 FREQ/TEXT EON ZONE 2 ZONE 3 A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Netsnoer AM ringantenne (alleen modellen voor de V.S.) Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen AM ringantenne (modellen voor Canada, Azië, China, Korea, Australië, het V.K., Europa en algemene modellen) Optimalisatie-microfoon 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen bij modellen voor het V.K.) FM binnenantenne (modellen voor de V.S., Canada, China, Korea, Azië en algemene modellen) FM binnenantenne (modellen voor Australië, het V.K. en Europa) Nederlands 3 VAN START Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen Opmerkingen over batterijen • Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als klein chemisch afval. ■ Afstandsbediening ■ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening 2 2 1 1 3 3 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het batterijvak, in overeenstemming met de polariteitsaanduidingen binnenin. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. 4 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 A B C D INLEIDING Voorpaneel E PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING PRESET/ TUNING A/B/C/D/E FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV CBL/SAT STANDBY /ON VCR 1 TUNER ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 F OPTIMIZER MIC G H PHONES I 1 STANDBY/ON Hiermee zet u alleen het hoofdtoestel aan of uit (standby). Wanneer u het hoofdtoestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden duren voor het hoofdtoestel geluid kan reproduceren. Opmerkingen • Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. • U kunt het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd inschakelen of uit (standby) zetten met de afstandsbediening. Zie bladzijde 86 voor details. 2 INPUT keuzeknop Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken. 3 AUDIO SELECT Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI, COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40). VIDEO/AUX J KL M N 6 PRESET/TUNING l / h Hiermee stelt u één van de voorkeuzezenders 1 t/m 8 in wanneer het toestel op de tuner staat en er op het display op het voorpaneel naast de radioband een dubbele punt (:) te zien is. U stemt hiermee af op de gewenste frequentie wanneer het toestel op de tuner staat en de dubbele punt (:) niet getoond wordt. Zie de bladzijden 41 t/m 44 voor details. 7 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt. 8 PRESET/TUNING (EDIT) Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en zelf afstemmen wanneer het toestel op de tuner staat (zie de bladzijden 41 t/m 44). 9 FM/AM Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM) wanneer het toestel op de tuner staat (zie bladzijde 41). 0 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) Slaat een zender op in het geheugen wanneer het toestel op de tuner staat. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie de bladzijden 42 t/m 43). 5 A/B/C/D/E Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer het toestel op de tuner (radio) staat (zie bladzijde 44). A TUNING MODE (AUTO/MAN’L) Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (“AUTO” indicator aan) en handmatig afstemmen (“AUTO” indicator uit) wanneer het toestel op de tuner staat. 5 Nederlands 4 MULTI CH INPUT Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES B STRAIGHT/EFFECT Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. C Sensor voor de afstandsbediening Deze ontvangt de signalen van de afstandsbedieningen. D TONE CONTROL Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen (zie bladzijde 35). E PURE DIRECT Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit. Licht op indien ingeschakeld (zie bladzijde 38). F REC OUT/ZONE 2 Hiermee selecteert u de bron waarvan u de signalen naar de audio/videorecorder en ZONE 2 wilt sturen, ongeacht de signaalbron waarnaar u luistert of kijkt in de hoofdruimte. In de SOURCE/REMOTE stand zal de signaalbron via alle uitgangen worden gereproduceerd. De signaalbron voor Zone 2 en de bron waarvan wordt opgenomen zijn altijd identitiek. L ZONE CONTROL Druk hierop om de signaalbron te bedienen of het volumeniveau voor de geselecteerde zone in te stellen (hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3) (zie bladzijde 84). Nadat u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is. M PROGRAM keuzeknop Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met TONE CONTROL). N VOLUME Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau. ■ Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft. G OPTIMIZER MIC aansluiting Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 27). H SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. I PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u kunt luisteren met een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers. Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter voorkanalen. J VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron. K ZONE ON/OFF MAIN Hiermee zet u het hoofdtoestel aan of uit (standby) (zie bladzijde 84). ZONE 2 Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby) (zie bladzijde 84). ZONE 3 Hiermee zet u Zone 3 aan of uit (standby) (zie bladzijde 84). 6 Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening 1 2 3 SYSTEM POWER TV AV STANDBY POWER A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD 4 SELECT AMP 5 + + + TV VOL CH VOL – – – SOURCE TV MUTE 6 TV INPUT EXIT TITLE MENU NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E 8 STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT 9 0 G 5 LIGHT toets Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en het uileesvenster te verlichten. STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON I J B ON MACRO MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. Q U MODE PTY SEEK START LEARN 7 Cursortoetsen k / n / l / h / ENTER Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI menu-items selecteren en instellen wanneer AMP/ SOURCE/TV op AMP staat. Druk op l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het toestel op de tuner. Druk op k / n om een voorkeuzezender (1 t/m 8) te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het toestel op de tuner. L M N O P DISC SKIP OFF 6 TOP, BAND Toont het topmenuscherm van de grafische gebruikersinterface (GUI) op uw beeldscherm wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP. Hiermee schakelt u de radioband om (FM of AM) wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het toestel op de tuner staat. H REC A 4 Uitleesvenster Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u wilt bedienen. K PURE DIRECT BAND 7 D E F TV MUTE PRESET TOP CLEAR RE–NAME 2 Zendindicator Knippert wanneer de afstandsbediening signalen aan het uitzenden is. 3 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER om het toestel op TUNER te zetten. C POWER 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. INLEIDING In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 71 als u andere componenten wilt kunnen bedienen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel te bedienen. R S t 8 RETURN Terug naar de directory boven in de menufunctie voor het display op het voorpaneel. 7 Nederlands 9 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of cijfers invoeren wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat. Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en het toestel op de tuner. Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 37). Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 36). BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 0 MEMORY 1/2 Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s, YPAO instellingen of extra voorkeuzezenders oproepen (zie bladzijde 70). A MACRO ON/OFF Hiermee zet u de macro-functie aan of uit. B MACRO Met deze toets kunt u een reeks handelingen onder een enkele toets programmeren (zie bladzijde 77). C STANDBY Hiermee zet u het toestel uit (standby). D SYSTEM POWER Hiermee zet u het toestel aan. E AUDIO SELECT Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, i.LINK, HDMI, COAX/OPT, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40). F SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen. N NIGHT Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 38). O DISPLAY Hiermee schakelt u de menufunctie voor het display op het voorpaneel in wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat. P STRAIGHT/EFFECT Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. Q SPEAKERS A/B Met elke druk op de corresponderende toets kunt u de set luidsprekers die is verbonden met de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat. R RE-NAME Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 76). G MULTI CH IN Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij gebruik van een externe decoder (enz.). S CLEAR Hiermee kunt u dingen wissen bij de leer- en macrofuncties en bij het veranderen van de getoonde namen, of bij het instellen van afstandsbedieningscodes (zie bladzijde 79). H SELECT k / n Hiermee kunt u een andere component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. T LEARN Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen of functies overnemen van andere afstandsbedieningen (zie bladzijde 74). I VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. U Radio Data Systeem afstemtoetsen (Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa) Deze toets werken wanneer het toestel op de tuner (radio) staat. J AMP/SOURCE/TV Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met de afstandsbediening. AMP: In deze stand kunt u dit toestel bedienen. SOURCE: In deze stand kunt u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component bedienen. TV: In deze stand kunt u de televisie bedienen. Zie bladzijde 72 voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor uw componenten. K MUTE Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. L PURE DIRECT Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 38). M EXIT Hiermee kunt u de grafische gebruikersinterface (GUI) afsluiten wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat. 8 FREQ/TEXT Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data Systeem zender ontvangt om te schakelen tussen de PS functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender deze Radio Data Systeem gegevens verzorgt) en/of het frequentiedisplay (zie bladzijde 45). PTY SEEK MODE Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie te zetten (zie bladzijde 46). PTY SEEK START Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 46). EON Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 47). BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Zone 2/Zone 3 afstandsbediening POWER TUNER CD DTV VCR 1 2 STANDBY CD-R 3 CBL/SAT MD/TAPE DVR/VCR2 4 DVD 5 + 6 VOLUME PRESET/CH – A/B/C/D/E 7 8 MUTE PRG SELECT DISPLAY 9 0 ZONE 2 ZONE 3 ID1 ID2 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. INLEIDING In dit deel worden de bedieningsorganen en functies van de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening beschreven. Gebruik de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening om apparatuur te bedienen die is aangesloten op dit toestel voor Zone 2 (tweede ruimte) of Zone 3 (derde ruimte). 1 2 POWER Hiermee zet u het toestel aan. 3 STANDBY Hiermee zet u het toestel uit (standby). 4 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. 5 PRESET/CH k / n Druk op k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl het toestel op de tuner staat. 6 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. 7 MUTE Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. De MUTE indicator gaat aan wanneer deze MUTE functie is ingeschakeld. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. 8 A/B/C/D/E Druk herhaaldelijk op deze toets om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren terwijl het toestel op de tuner staat. 9 ID1/ID2 Verschuif deze schakelaar om de afstandsbediening AMP/ tuner ID voor dit toestel in te stellen (zie bladzijde 73). 0 ZONE 2/ZONE 3 Verschuif deze schakelaar om het toestel op Zone 2 of Zone 3 te zetten (zie bladzijde 83). Gebruiken van de afstandsbedieningen De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbedieningen op de sensor op het hoofdtoestel om dit te bedienen. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV CBL/SAT STANDBY /ON VCR 1 TUNER ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC Ongeveer 6 m PHONES VIDEO/AUX 30 30 POWER TV AV STANDBY POWER POWER TUNER A B AUDIO SELECT SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DTV PHONO TUNER V-AUX CBL/SAT DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbedieningen. • Laat de afstandsbedieningen niet vallen. • Laat de afstandsbedieningen niet liggen en bewaar ze niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Nederlands SYSTEM POWER ■ Omgaan met de afstandsbedieningen VCR 1 CD CD-R STANDBY CBL/SAT MD/TAPE DVR/VCR2 DVD + PRESET/CH VOLUME – SELECT A/B/C/D/E MUTE PRG SELECT DISPLAY ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 AMP + + + SOURCE TV VOL – CH VOL – – TV MUTE TV INPUT TV MUTE PRESET TOP EXIT TITLE PURE DIRECT MENU PRG SELECT BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO 1 MUSIC ENTERTAIN 2 THX STANDARD 5 6 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON MOVIE 3 4 SELECT EXTD SUR. 7 8 A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME 9 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 2 3 MULTI CH 4 V-AUX DVR/VCR2 VIRTUAL 96 DISCRETE NIGHT 24 MATRIX STANDARD DIGITAL PL EX B CS PL PL x 5 6 VCR 1 SP AB CBL/SAT 7 DTV 8 DVD MD/TAPE 90 CD-R CD A TUNER PHONO YPAO PS PTY RT CT EON AUTO STEREO HD HiFi DSP PTY HOLD MEMORY TUNED SILENT CINEMA dB MUTE VOLUME THX PCM ZONE2 ZONE3 DSD SLEEP ft mS dB C D E F GH I J K L M N O P 96/24 L C R LFE SL SB SR QRSt U (Modellen voor het V.K. en Europa) 1 i.LINK indicator Licht op wanneer er een i.LINK component is aangesloten en dit toestel signalen weergeeft via i.LINK verbindingen. Knippert wanneer er een i.LINK component is aangesloten maar dit toestel signalen weergeeft via andere dan i.LINK verbindingen, of wanneer er geen signalen binnenkomen via de i.LINK aansluitingen. Gaat uit wanneer er geen i.LINK apparatuur is aangesloten. Zie bladzijde 95 voor details. 2 HDMI indicator Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen via HDMI aansluitingen. Knippert wanneer er een HDMI component is aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI aansluitingen. Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is aangesloten. Zie bladzijde 97 voor details. 3 NIGHT indicator Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert. 4 VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 39). 5 Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Linker surround DSP geluidsveld Rechter surround DSP geluidsveld Surround/achter surround DSP geluidsveld 10 6 Signaalbron indicators Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt weergegeven. 7 CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. 8 YPAO indicator Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de automatische luidspreker-instellingen onveranderd worden gebruikt. 9 AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat. 0 STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt. A VOLUME niveauaanduiding Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven. B Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. C DSD indicator Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital) digitale audiosignalen weergeeft. D PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES E SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. G THX indicator Licht op wanneer er een THX programma is geselecteerd. H STANDARD indicator Licht op wanneer er een decoder is geselecteerd (zie bladzijde 37). I Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. T Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. U Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators Deze geven aan of er aanwezigheids- en/of achter surround luidsprekers zijn aangesloten bij gebruik van de Auto Setup instelling (bladzijde 27) of de Speaker Level instelling (bladzijde 66). INLEIDING F ZONE 2/ZONE 3 indicators Licht op wanneer de Zone 2 of Zone 3 functie wordt gebruikt. S LFE indicator Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat. J SP A B indicators Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide sets luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele aansluiting van een enkele set. K SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 36). L Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. M HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert. N Radio Data Systeem indicators (Alleen bij modellen voor het V.K. en Europa) De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten. EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht. O MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen. P TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender. Q MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld. Nederlands R 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. 11 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 3 DIGITAL OUTPUT OPTICAL 4 5 VIDEO TUNER S VIDEO MD/TAPE AUDIO VIDEO 8 AUDIO L R 67 REMOTE L R 0 A CONTROL OUT 2 1 (PLAY) 1 2 AC IN IN (AUDIO) DVD FM ANT IN OUT IN OUT +12V 15mA MAX. MD/TAPE CD-R 75Ω UNBAL. R DTV + – A – + – B – + – + L OUT S400 (REC) GND CD RS-232C (PLAY) IN CBL/ SAT DVD 9 CENTER GND FRONT CD-R HDMI AM ANT IN + – + OUT (REC) VCR 1 DTV IN 1 CD OUT PHONO CLASS 2 WIRING DVD DVR/VCR 2 – SURROUND L L FRONT(6CH)/SB(8CH) DTV L R OUT SUBWOOFER CENTER SURROUND + R ZONE 2 OUT DVR/VCR 2 + SURROUND CBL/ SAT COAXIAL R R IN 2 DVD L R IN CD AC OUTLETS SPEAKER IMPEDANCE FRONT SWITCHED COMPONENT VIDEO Y PB PR CBL/SAT + – – + SINGLE (SB) MONITOR OUT ZONE 3 OUTPUT SUBWOOFER – L R MONITOR OUT L SURROUND BACK/PRESENCE SURROUND BACK PRE OUT SPEAKERS SINGLE PRESENCE/ZONE 2 CENTER MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT (Modell für Europa) B C D E F G H 1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 22 voor details. A AC INLET Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 25). 2 i.LINK aansluitingen Zie bladzijde 92 voor meer informatie over deze aansluitingen. B DIGITAL INPUT aansluitingen Zie de bladzijden 19, 21 en 22 voor details. 3 Antenne-aansluitingen Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. C HDMI IN/OUT aansluitingen Zie bladzijde 96 voor meer informatie over deze aansluitingen. 4 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. 5 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen. 6 Haak voor de luidsprekeraansluitingensleutel Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen wanneer u deze niet gebruikt. 7 RS-232C aansluiting Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. 8 REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen Zie bladzijde 83 voor details. 9 CONTROL OUT aansluitingen Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in de fabriek. 0 AC OUTLET(S) Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van stroom voorzien (zie bladzijde 25). 12 D ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 83 voor details. E MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze aansluitingen. F PRE OUT aansluitingen Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen. G Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. H PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) Zie bladzijde 25. LUIDSPREKER SETUP + LUIDSPREKER SETUP Opstelling van de luidsprekers ITU-R* Hierboven ziet u de standaard opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave. Surround-luidsprekers (SR en SL) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL) * ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de ITU PL PR C FR FL 30˚ De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers. VOORBEREIDINGEN (International Telecommunication Union). Subwoofer SL SR 60˚ SL 80˚ SBL SR SBR Meer dan 30 cm Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in de diverse weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL) 1,8 m 1,8 m Voor-luidsprekers (FR en FL) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker (C) Opmerking De surround-achter en de zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid weergeven. Via het Sound menu (zie bladzijde 62) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. Nederlands De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 49). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer 0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. 13 LUIDSPREKER SETUP ■ Opstelling di-pool luidsprekers Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder schematisch is aangegeven. FL C SL FR SR SBL SBR : Di-pool luidspreker : Richting fase di-pool luidspreker 14 LUIDSPREKER SETUP Luidspreker-aansluitingen 5 Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. • • • Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. 5 4 3 Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) ■ Gebruik van de PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-aansluitingen 1 3 2 1 Doe het lipje open. 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. 3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad vast te zetten. ■ Aansluiten met bananenstekkers 10 mm 1 Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen VOORBEREIDINGEN • LET OP Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet u de luidsprekerimpedantie van dit toestel voor gebruik op 6 Ohm instellen (zie bladzijde 26). Als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u de begininstelling voor de luidsprekerimpedantie van dit toestel gebruiken. Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is. Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestele en/of de luidsprekers beschadigd raken. Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. 2 (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië) Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting. Bananenstekker 1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden. 2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Draai de knop los. De meegeleverde dopsleutel is handig bij het los en vast draaien van deze knoppen. Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. y Voor de PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-aansluitingen kunt u ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open, en steek één bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de aansluitingen heeft gestoken. 15 Nederlands 4 (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië) LUIDSPREKER SETUP 9 10 4 2 1 7 3 8 6 5 Voor-luidsprekers (A) Rechts Links Opstelling van de luidsprekers Subwoofer met ingebouwde versterker Middenluidspreker 1 2 R 3 + – A – + – B – + – + Voorluidsprekers (B) 4 L CENTER FRONT + – + SPEAKER IMPEDANCE FRONT CLASS 2 WIRING L R R + – SURROUND L SURROUND L R L R SUBWOOFER CENTER + R + – – + L SINGLE (SB) 7 – L R SURROUND BACK/PRESENCE SURROUND BACK PRE OUT SPEAKERS 8 Rechts Links Surround-luidsprekers 5 SINGLE PRESENCE/ZONE 2 6 Rechts Links Surround achter-luidsprekers 9 10 Rechts Links Aanwezigheidsluidsprekers • U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via het geluidsmenu (zie bladzijde 62) kunt u één van beide sets luidsprekers de voorkeur geven. • De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of THX Surround EX decoder is ingeschakeld. • De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn. 16 LUIDSPREKER SETUP ■ FRONT aansluitingen U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B aansluitingen verbinden. Opmerking Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen. VOORBEREIDINGEN Dubbele aansluiting Met dit toestel is het ook mogelijk een enkel luidsprekersysteem dubbel aan te sluiten. Gebruik in dit geval twee luidsprekersnoeren voor elke box (één snoer voor de woofer en één snoer voor de tweeter/ middenbereik luidspreker in de box). Om gebruik van de dubbele aansluitingen te kunnen maken moet u de SPEAKERS A en SPEAKERS B toetsen op het voorpaneel indrukken zodat zowel SP A als B op het display op het voorpaneel oplichten. Dubbele aansluiting + – A – + FRONT + – B – + R L Dit toestel ■ CENTER aansluitingen Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten. ■ SURROUND aansluitingen Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten. ■ SUBWOOFER aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. ■ SURROUND BACK aansluitingen Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen. ■ PRESENCE aansluitingen Nederlands Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten. Opmerking U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 84). 17 AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN ■ Video-aansluitingen Voor u componenten gaat aansluiten LET OP Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. ■ Kabelaanduidingen Voor analoge signalen linker analoge bedrading L rechter analoge bedrading R Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer “Video Conv.” op “On” (zie bladzijde 67) is ingesteld, zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op dezelfde manier zullen signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen. S VIDEO VIDEO COMPONENT VIDEO PR PB Y Voor digitale signalen optische kabels O coaxiale bedrading C Voor videosignalen videobedrading V S-Videobedrading S V V ■ Analoge aansluitingen V Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. ■ Digitale aansluitingen Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. Opmerking In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden weergegeven. 18 VIDEO aansluiting Voor conventionele composiet videosignalen. S VIDEO aansluiting Voor S-Video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de beste beeldkwaliteit. Signaalschema binnenin het toestel Ingang Uitgang (MONITOR OUT) COMPONENT VIDEO S VIDEO VIDEO Alleen wanneer “Video Conv.” op “On” staat (zie bladzijde 67) Opmerking Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting binnenkomende signalen voorrang. AANSLUITINGEN Aansluiten van videocomponenten ■ Aansluitingen voor DVD weergave Coaxiale uitgang Optische uitgang DVD-speler Video uitgang R O VIDEO DIGITAL OUTPUT OPTICAL S VIDEO VOORBEREIDINGEN C Audio uitgang L AUDIO VIDEO R L DVD Beeldscherm DVD Video ingang COMPONENT VIDEO Y PB PR DVD DVD COAXIAL MONITOR OUT MONITOR OUT OUTPUT DIGITAL INPUT Nederlands 19 AANSLUITINGEN ■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u Multi CH Assign: Input Channels op 8ch zet (zie bladzijde 58), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan Multi CH Assign: Front Input (bladzijde 58) samen met de MULTI CH INPUT aansluitingen gebruiken voor ingangssignalen met 8 kanalen. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen FRONT(6CH)/SB(8CH) FRONT(6CH)/SB(8CH) AUDIO R AUDIO L R L (PLAY) IN DVD SURROUND SURROUND MD/TAPE DTV OUT (REC) (PLAY) SUBWOOFER CENTER SUBWOOFER CENTER MULTI CH INPUT MULTI CH INPUT CBL/ SAT IN CD-R IN OUT (REC) R L Subwoofer uitgang R L R L Multiformaat-speler/ Surroundkanaal externe decoder uitgang VCR 1 R L OUT Middenkanaal uitgang Middenkanaal uitgang Voorkanaal uitgang Subwoofer uitgang CD IN DVR/VCR 2 Surroundachter uitgang Multiformaat-speler/ externe decoder Surroundkanaal uitgang R L Voorkanaal uitgang Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven. 20 AANSLUITINGEN ■ Aansluiting van andere videocomponenten Optische uitgang Kabel TV of satellietontvanger Audio uitgang Video uitgang O S VIDEO L R L AUDIO VIDEO R VOORBEREIDINGEN VIDEO DIGITAL OUTPUT OPTICAL R L CBL/ SAT IN VCR 1 OUT COMPONENT VIDEO Y PB PR CBL/SAT DTV CBL/ SAT DVR/VCR 2 COAXIAL DIGITAL INPUT R C Audio ingang Video ingang Video uitgang L DVD-recorder of videorecorder Audio uitgang Coaxiale uitgang ■ VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel) Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel. S VIDEO VIDEO S V L AUDIO R OPTICAL R O VIDEO/AUX L Optische uitgang Audio uitgang R Video uitgang Spelcomputer of videocamera S-Video uitgang 21 Nederlands Audio uitgang L AANSLUITINGEN Aansluiten van audiocomponenten ■ Aansluitingen voor audiocomponenten O Optische ingang Optische ingang MD-recorder of cassettedeck CD-recorder Audio ingang O Audio uitgang Audio uitgang R L R L Audio ingang R L R L AUDIO DIGITAL OUTPUT OPTICAL R MD/TAPE L (PLAY) IN MD/TAPE CD-R OUT (REC) GND CD (PLAY) IN CD-R OUT (REC) CD PHONO CD COAXIAL DIGITAL INPUT R L R L Audio uitgang Optische uitgang Audio uitgang O Coaxiale uitgang CD-speler GND C Draaitafel ■ Aansluiten van een draaitafel De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met een laag-vermogen MC cartridge, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding met deze aansluitingen. 22 y Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting. AANSLUITINGEN ■ Aansluiten op een externe versterker Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluiten. gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 63) instellingen. Opmerkingen 1 2 FRONT L R SURROUND L R SUBWOOFER CENTER 5 3 4 VOORBEREIDINGEN • Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen zitten voor de verbinding met een externe versterker, is het niet meer nodig de corresponderende SPEAKERS aansluitingen te gebruiken. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten externe versterker op de hoogste stand. • Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL instellingen. • Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op “Zone B” (zie bladzijde 68) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen. SINGLE (SB) L R SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT 1 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 2 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. 4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting. 5 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Opmerkingen Nederlands • Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert hetzelfde signaal als de bij dat kanaal behorende luidsprekeraansluiting. Wanneer echter zowel surround-achter als zg. aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel, is het mogelijk dat de signalen geproduceerd via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen niet corresponderen met de juiste luidsprekers. • Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf. • Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden 23 AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van i.LINK componenten Als u een component met een i.LINK aansluiting heeft, kunt u profiteren van digitale audio van CD, DVD, Super Audio CD of DVD-A discs. Voor details omtrent i.LINK, zie “GEBRUIKEN i.LINK” op bladzijde 92. DIGITAL OUTPUT OPTICAL i.LINK component (AUDIO) S400 Opmerking U kunt het beste een i.LINK kabel gebruiken die korter is dan 3,5 m. ■ Aansluiten van HDMI componenten Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2 ingangsaansluitingen ook een HDMI OUT uitgangsaansluiting. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT aansluiting van andere HDMI-compatibele apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI-compatibele apparatuur (zoals een TV of projector). Voor details omtrent HDMI, zie “GEBRUIKEN HDMI” op bladzijde 96. HDMI DVD-speler IN 1 HDMI OUT CBL/SAT DVD-speler IN 2 D HDMI OUT Beeldscherm C S OUT HDMI IN DVR/VCR 2 COAXIAL DIGITAL INPUT Opmerking U kunt het beste een HDMI kabel met het HDMI logo erop gebruiken die korter is dan 5 m. 24 AANSLUITINGEN Aansluiten van de antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. FM binnenantenne (meegeleverd) 3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. AM ringantenne (meegeleverd) TUNER GND AM ANT Opmerkingen • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. VOORBEREIDINGEN FM ANT 75Ω UNBAL. ■ 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (Alleen modellen voor het V.K.) Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 1 Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open. 2 Strip de buitenmantel van de 75 Ohm coaxiale kabel en maak deze klaar voor het aansluiten. Sluit de AM ringantenne aan. 3 4 2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM antennedraden in de AM ANT en GND aansluitingen kunt steken. 5 11 8 6 Knip de verbindingsdraad door en verwijder deze. Steek de binnendraad van de kabel in de sleuf en klem deze vast met een tang. Eenheid: mm Verbindingsdraad Klem Klem Steek de draad in de opening Klik de behuizing weer dicht. Nederlands 25 AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer AC IN Steek het netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact. LET OP AC OUTLETS Gebruik geen andere netsnoeren. Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik van andere netsnoeren kan leiden tot brandgevaar of elektrische schokken. SWITCHED ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) (Modellen voor de V.S.) VOLTAGE SELECTOR VOLTAGE SELECTOR Modellen voor het V.K. en Australië .......................................................1 Netstroomaansluiting Modellen voor Korea .................................................Geen Overige modellen.......................2 Netstroomaansluitingen Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere componenten in uw systeem van stroom voorzien. De stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze aansluitingen voorzien de erop aangesloten componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat. Het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de aangesloten componenten) van de AC OUTLET(S) aansluitingen is: Modellen voor Azië en algemene modellen .............. 50 W Overige modellen..................................................... 100 W ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Algemene modellen ...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Modellen voor Azië .............................220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom ■ Geheugen back-up (Modellen voor Azië en algemene modellen) 26 De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. AANSLUITINGEN Instelling luidsprekerimpedantie Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen. Inschakelen van de stroom Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. LET OP 1 Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken. U moet het toestel eerst uit (standby) zetten. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON. “SP IMP.–8ΩMIN” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. STRAIGHT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT VOORBEREIDINGEN 1 EFFECT INPUT DVD DTV VCR 1 ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CBL/SAT STANDBY /ON ZONE CONTROL PROGRAM A TUNER B MAIN SILENT CINEMA CD S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX SYSTEM STANDBY /ON POWER POWER TV AV A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD EFFECT STANDBY POWER 1 SELECT SP IMP.-8 MIN 2 3 Druk op STRAIGHT/EFFECT om de impedantie van uw luidsprekers instellen. Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u 6 Ohm selecteren; als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u 8 Ohm kiezen. AMP + 1 De instelfunctie voor de impedantie van de luidsprekers kunt u vinden in het Advanced menu (zie bladzijde 87). + Druk op STANDBY/ON (of SYSTEM POWER op de afstandsbedieningen) om dit toestel aan te zetten. SYSTEM POWER STANDBY /ON Druk op STANDBY/ON om deze instelling af te sluiten. Het toestel gaat vervolgens uit (standby). Opmerking + Voorpaneel 2 of Afstandsbediening Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. Opmerking Druk nog eens op STANDBY/ON (of STANDBY op de afstandsbediening) om dit toestel uit (standby) te zetten. Nederlands 27 AUTO SETUP AUTO SETUP Inleiding Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken. Optimalisatie-microfoon setup 1 AUDIO SELECT Opmerkingen Wiring Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. Distance Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in. Size Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van de kanalen. Equalizing Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere akoestische kenmerken vertoond. De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters (Frequency, Level en Q factor) voor elk van de zeven banden in de parametrische equalizer om te komen tot een precieze automatische instelling van de frequentiekarakteristieken. Level Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) van elk van de luidsprekers. 28 MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING PRESET/ TUNING A/B/C/D/E FM/AM CBL/SAT VCR 1 TUNER MEMORY ZONE ON/OFF SPEAKERS TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische setup luide testtonen worden geproduceerd. • Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van problemen op bladzijde 31 te volgen. YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van uw systeem. Sluit de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aan op de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT ZONE CONTROL PROGRAM A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX Opmerkingen • Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. – Houd hem daarom uit direct zonlicht. – Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen. 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw normale luisterplek. Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. Opstelling optimalisatie-microfoon AUTO SETUP Beginnen van de setup 4 Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te selecteren en druk dan op h. Information • U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor details “LANG.” op bladzijde 87. • Als uw subwoofer eigen instellingen heeft voor het volume en de crossover/hoge afsnijd frequentie, dient u het volume op ongeveer éénderde (bij een draaiknop tussen de 9 en 11 uur-stand) en de crossover/hoge afsnijd frequentie op het maximum in te stellen. Setup Menu Wiring Setup Type Distance Start Size MIN 5 CROSSOVER/ HIGH CUT VOLUME MAX MIN Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring, Distance, Size, Equalizing of Level te selecteren en druk dan op h. MAX Subwoofer 1 Wiring Skip Wiring Skip Check Distance Check Distance Size Size Equalizing Zet dit toestel en uw beeldscherm aan. Wiring 2 VOORBEREIDINGEN y Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen. Distance Distance Skip Size Skip Size Check Equalizing Check: Natural Level Check: Flat Equalizing Check: Front Level Size AMP TOP Equalizing Skip Level Check TITLE SOURCE TV y Equalizing is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 88). Stereo/Surround Input Select Sound Manual Setup Basic Auto Setup Option 6 System Memory Selecteer voor Wiring, Distance, Size of Level: Check Skip 3 Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te selecteren en druk dan op h. PRESET y Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is geselecteerd bij Speaker Set (bladzijde 63) en dat “80Hz” is geselecteerd bij Bass Cross Over (bladzijde 64). PRESET ENTER Om het geselecteerde onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. Om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Input Select Information Auto Setup Setup Menu System Memory Setup Type Audio Info. Start Nederlands Manual Setup 29 AUTO SETUP Druk voor Equalizing op k / n en selecteer: Skip Om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Check: Natural Om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling een beetje schel klinkt. Check: Flat Om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn. Check: Front Om de frequentierespons van elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers. 7 Wanneer u de gewenste instelling heeft geselcteerd, druk dan op l om terug te gaan naar Setup Menu. Information 8 Setup Menu Wiring Setup Type Distance Start Size Druk op n, selecteer Setup Type en kies vervolgens: Auto Om de hele automatische setup automatisch uit te laten voeren. Om te wachten op een bevestiging tussen elke controle in de automatische setup. Step Information Setup Menu Setup Type Auto Start Step y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 88). 30 9 Druk op n, selecteer Start en druk vervolgens op ENTER. Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via de diverse luidsprekers, terwijl gedurende de automatische setup de boodschap “Measuring” getoond zal worden. Setup Menu Setup Type Start Start:ENTER y • Om de iautomatische stelprocedure te stoppen, kunt u op één van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op ENTER. Druk op k wanneer het toestel gepauzeerd is om de procedure opnieuw te proberen, of op l om de automatische instelprocedure te annuleren. • Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt, raadpleeg dan “Oplossen van problemen met de automatische setup” op bladzijde 31 en probeer het opnieuw nadat u het probleem heeft opgelost. • Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 88). AUTO SETUP Bevestigen van de resultaten Als u Setup Type op “Step” instelt De resultaten worden individueel getoond na elke aparte analyse. U kunt de resultaten van elke analyse apart bevestigen. Distance Als u Setup Type op “Auto” instelt Size De resultaten worden getoond nadat alle items geanalyseerd zijn. Equalizing Exit Retry Detail Next Level Result Setup Menu Setup Type Start Retry Exit Detail Setup • Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden in te stellen. • Druk op k en selecteer Retry om de automatische instelprocedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer details over waarschuwingen, zie “Oplossen van problemen met de automatische setup” op bladzijde 31. • Druk op l en selecteer Exit om de automatische instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No om de instellingen te annuleren en af te sluiten. VOORBEREIDINGEN • Druk op n en selecteer Next om de metingen voor het volgende menu-item te starten. • Druk op k en selecteer Retry om de automatische instelprocedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer details over waarschuwingen, zie “Oplossen van problemen met de automatische setup” op bladzijde 31. • Druk op l en selecteer Exit om de automatische instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No om de instellingen te annuleren en af te sluiten. Measurement Over Successfully Nadat alle menu-items doorgemeten zijn, zal “Measurement Over” op het scherm verschijnen en worden de resultaten voor elk apart item getoond. • Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden in te stellen. • Druk op k en selecteer Retry om de automatische instelprocedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en waarschuwingen te bekijken. Voor meer details over waarschuwingen, zie “Oplossen van problemen met de automatische setup” op bladzijde 31. • Druk op l en selecteer Exit om de automatische instelprocedure te annuleren. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Kies Yes om de gemeten waarden in te stellen en af te sluiten. Kies No om de instellingen te annuleren en af te sluiten. y Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, wijzig dan de systeemparameters via het Manual Setup menu. Als u terug wilt naar de Auto Setup instellingen nadat u instellingen gewijzigd heeft via het Manual Setup menu, blader dan naar het Information scherm in het Auto Setup menu, druk net zo vaak op k / n tot u de gewenste parameter geselecteerd heeft en druk vervolgens op ENTER. Opmerkingen 31 Nederlands • Als u luidsprekers vervangt of anders opstelt, of als u de inrichting van uw kamer verandert, moet u de automatische instelprocedure opnieuw uitvoeren. • Afhankelijk van uw luisteromgeving is het mogelijk dat SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In een dergelijk geval zal SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie bladzijde 65) automatisch worden ingesteld op Reverse. Om zelf de gewenste instelling te selecteren, dient u de SWFR Phase parameter in het Manual Setup menu te wijzigen. • Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. Dit kan ook het geval zijn u wanneer een externe versterker gebruikt. • Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde band verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog preciezere instelling. AUTO SETUP ■ Oplossen van problemen met de automatische setup Voor de automatische setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. • Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. • Maak de hoofdtelefoon los. No Setup Menu! Er zijn geen set-up menu-items geselecteerd. • Selecteer minstens één menu-item. Memory Guard! Deze instelling is beveiligd. • Verwijder de beveiliging voor de automatische set-up (zie bladzijde 69). Tijdens de automatische setup Druk op l / h om gedetailleerde informatie over individuele fouten te laten zien. Selecteer Retry om de automatische set-up opnieuw te proberen. Foutmelding Oorzaak Oplossing E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaal signalen gedetecteerd. • Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken). • Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers. E02:No Sur. SP Er wordt slechts één surroundkanaal gedetecteerd. • Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker. E03:No Pres. SP Er wordt slechts één aanwezigheidskanaal gedetecteerd. • Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. E04:SBR ->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. • Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. • Probeer de automatische setup wanneer het zo stil mogelijk is. • Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van dit toestel. E06:Check Sur. Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten, maar geen L/R surround-luidsprekers. • Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt. E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de automatische setup. • Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. • Controleer de instelling van de microfoon. • Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. E09:User Cancel De automatische setup is geannuleerd omdat een instelling die invloed heeft op de automatische setup (wijzigen van luidsprekerinstellingen enz.) tijdens de procedure is veranderd. • Voer de automatische setup opnieuw uit. E10:Internal Err Er is een interne fout opgetreden. • Start dit toestel opnieuw op en probeer de automatische setup vervolgens opnieuw. 32 AUTO SETUP Na de automatische setup De volgende waarschuwingen worden getoond nadat de analyse is afgelopen om u op de hoogte te stellen van mogelijke problemen. We raden u aan de inhoud van elke melding te controleren en selecteer vervolgens Retry om de automatische setup opnieuw te proberen. Waarschuwing Oorzaak Oplossing De polariteit van de luidsprekers is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidsprekers in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct zijn aangesloten. • Controleer de luidspreker-aansluitingen. W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is groter dan 24 m. • Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie gemaakt.) • • • • W4:SP Mismatch De luidspreker-instellingen verschillen van de meetresultaten van de bedrading (gebeurt alleen wanneer de meetprocedure voor de bedrading is overgeslagen). • Controleer de luidspreker-aansluitingen. VOORBEREIDINGEN W1:Out of Phase Pas de installatie van de luidsprekers aan. Controleer de luidspreker-aansluitingen. Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in. Nederlands 33 WEERGAVE WEERGAVE Basisbediening 3 PURE DIRECT SPEAKERS VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY A SPEAKERS B TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel (of druk op SPEAKERS A of B op de afstandsbediening). Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set luidsprekers in- of uitgeschakeld. of EFFECT INPUT VCR 1 A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO A 4 OPTIMIZER MIC PHONES Voorpaneel VIDEO/AUX 7 3 6 POWER TV AV A B STANDBY POWER AUDIO SELECT SLEEP U U TOP PRESET U EXIT TITLE PURE DIRECT MENU PRG SELECT BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT DTV VCR 1 DVR/VCR2 STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 AMP + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE TOP PRESET EXIT MOVIE DVD 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON SELECT 1 Selecteer de signaalbron. Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. 1 A SPEAKERS B +10 ENT. 7 PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD INPUT of 3 MODE PTY SEEK START BASISBEDIENING POWER Afstandsbediening Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als B selecteren. 4 SYSTEM 6 ENT. B OPTICAL 1 4 +10 DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 1 ZONE CONTROL PROGRAM TUNER CBL/SAT STANDBY /ON ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV REC DISC SKIP OFF ON MACRO TV LEARN CLEAR RE–NAME Voorpaneel Afstandsbediening PURE DIRECT De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display en het beeldscherm getoond. Druk op STANDBY/ON (of zet AMP/SOURCE/ TV op AMP en druk op SYSTEM POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten. V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO SP A dB VOLUME DVD L R Geselecteerde signaalbron STANDBY /ON 5 Start de weergave of stem af op een zender op de broncomponent. Raadpleeg eventueel de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 41 voor details omtrent het afstemmen. 6 Zet het volume op het gewenste niveau. Voorpaneel of AMP SYSTEM POWER SOURCE TV Afstandsbediening VOLUME + 2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. of VOL – Afstandsbediening 33 Nederlands Voorpaneel WEERGAVE 7 Kies, indien gewenst, een geluidsveldprogramma. Gebruik PROGRAM (of druk herhaaldelijk op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s) om een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie bladzijde 49 voor details over geluidsveldprogramma’s. STEREO PROGRAM MUSIC ENTERTAIN Selecteren van geluidsveldprogramma’s ■ Bediening via het voorpaneel PURE DIRECT MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 VOLUME AUDIO SELECT of MULTI CH INPUT FM/AM MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R ZONE CONTROL PROGRAM A TUNER B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 A SPEAKERS B REC OUT/ZONE 2 +10 ENT. OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX Afstandsbediening ■ Opmerkingen over Dialogue Normalization (Dial Norm) Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital functie die verschillende programma’s met een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital programma wordt weergegeven. Bij weergave van Dolby Digital materiaal zal er soms een korte melding verschijnen op het display op het voorpaneel; “Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau van dit programma zich verhoudt tot het THX ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume willen aanpassen. DialNorm;;+4dB Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt natuurlijk het volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen. 34 PRESET/ TUNING EDIT STANDBY /ON Voorpaneel PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PROGRAM Verdraai PROGRAM om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm. PROGRAM V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 SP A CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO HiFi DSP Hall in Munich Programmanaam dB VOLUME L R WEERGAVE ■ Afstandsbediening Aanvullende mogelijkheden AMP + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE PRESET TOP EXIT TITLE ■ Toonregeling AMP/SOURCE/TV TV PRG SELECT BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 MOVIE Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s A SPEAKERS B +10 ENT. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens net zo vaak op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u het gewenste programma geselecteerd heeft. De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm. SOURCE TV V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 SP A CBL/SAT DTV STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 1 MEMORY 2 9 0 DVD MD/TAPE MOVIE 7 8 Opmerkingen A SPEAKERS B +10 CD-R PROGRAM ENT. CD TUNER PHONO HiFi DSP Hall in Munich dB VOLUME L R Programmanaam y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op basis van de naam van het programma. Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft geselecteerd. • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden voor-luidsprekers. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer THX (bladzijde 49) of PURE DIRECT (bladzijde 38) is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd. • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, zal de Tone Control instelling de balans tussen de lage/hoge tonen van uw hoofdtelefoon regelen (zie bladzijde 61). BASISBEDIENING AMP Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen. Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel om te kiezen tussen TREBLE of BASS. Selecteer TREBLE en draai vervolgens PROGRAM naar rechts of links om de hoge tonen te versterken of te verzwakken. Selecteer BASS en draai vervolgens PROGRAM naar rechts of links om de lage tonen te versterken of te verzwakken. Om de toonregeling te annuleren dient u net zo vaak op TONE CONTROL te drukken tot u BYPASS heeft geselecteerd. TONE CONTROL PURE DIRECT MENU ■ Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op MUTE op de afstandsbediening. De MUTE indicator zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten (of druk op VOL –/+). De MUTE indicator zal van het display verdwijnen. MUTE y U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt (zie bladzijde 61). Nederlands 35 WEERGAVE ■ Luisteren met een hoofdtelefoon (“SILENT CINEMA”) ■ Luisteren naar multikanaals materiaal met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s. Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1 kanaals weergave. Opmerkingen EXTD SUR. • Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA” functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. • “SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE DIRECT of een 2ch Stereo programma is geselecteerd, of wanneer de STRAIGHT functie is ingeschakeld. ■ Selecteren van MULTI CH INPUT Druk op MULTI CH INPUT zodat “MULTI CH INPUT” op het display en op het beeldscherm verschijnt. MULTI CH INPUT MULTI CH IN of Voorpaneel Afstandsbediening Opmerking Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display en/ of het beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met INPUT (één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT zodat de melding “MULTI CH INPUT” verdwijnt van het display en het beeldscherm. 8 Om een decoder te selecteren, dient u herhaaldelijk op l / h te drukken wanneer PL xMovie (enz.) wordt getoond. Automatisch (AUTO) Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/7.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/7.1 kanalen worden weergegeven. Decoders (selecteren met l / h) Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden. PLIIxMovie Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder. PLIIxMusic Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music decoder. EX/ES Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder. EX Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Uit (OFF) Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 5.1 kanalen. y Wanneer Surround Back op “Large x1” of “Small x1” (zie bladzijde 64) is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen. 36 WEERGAVE Opmerkingen ■ Genieten van 2-kanaals materiaal en surroundweergave Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op STANDARD op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de SUR. STANDARD en SUR. ENHANCED programma’s. STANDARD Of druk op MOVIE of THX op de afstandsbediening om de MOVIE THEATER of THX programma’s te selecteren. THX 4 of <PLIIx Movie> Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal. <PLIIx Music> Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal. <PLIIx Game> Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal. <Neo:6 Cinema> DTS verwerking voor filmmateriaal. <Neo:6 Music> DTS verwerking voor muziekmateriaal. <CS II Cinema>* SRS Circle Surround verwerking voor filmmateriaal. <CS II Music>* SRS Circle Surround verwerking voor muziekmateriaal. * (Alleen modellen voor de V.S.) Wanneer u het SUR. ENHANCED, MOVIE THEATER of THX programma selecteert <PRO LOGIC> Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. <PLIIx Movie> Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal. <Neo:6 Cinema> DTS verwerking voor filmmateriaal. y 6 MOVIE <PRO LOGIC> Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. BASISBEDIENING • Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie, PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – Wanneer Surround of Surround Back op “None” staat (zie bladzijde 64). – Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R surroundsignalen bevat. – Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft geselecteerd. • Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie worden teruggezet op AUTO. • De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64). • “PL xMovie” kan niet worden geselecteerd wanneer Surround Back op “Large x1” of “Small x1” (zie bladzijde 64) is ingesteld. Wanneer u het SUR. STANDARD programma selecteert 5 • U kunt ook een decoder selecteren met de Decode Type parameter in het Stereo/Surround menu (zie bladzijde 100). • U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op het meldingendisplay. Opmerking De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer Surround Back op “None” is ingesteld (zie bladzijde 64). Druk op SELECT op de afstandsbediening om de decoder te selecteren. SELECT 7 Nederlands Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en uw persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de volgende functies. 37 WEERGAVE ■ Luisteren naar High Fidelity stereoweergave (PURE DIRECT) PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors van dit toestel volledig en schakelt bovendien het videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren bij analoge, PCM en DSD signaalbronnen. Druk op PURE DIRECT om deze weergavefunctie in te schakelen. De toets licht op en het display op het voorpaneel gaat automatisch uit. PURE DIRECT PURE DIRECT ■ Middernacht luisterfunctie De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld wanneer u’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen tussen film of muziek. De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is ingeschakeld. of NIGHT AUDIO Voorpaneel Afstandsbediening Afstandsbediening y Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te annuleren. De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de oorspronkelijke instellingen worden hersteld. Opmerkingen • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS gecodeerde CD’s afspelen in deze stand. • Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS) binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron. (Wanneer DTS is ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden weergegeven.) • Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer. • De Tone Control (bladzijde 35) en GUI menu (bladzijde 53) instellingen staan buiten werking. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in de PURE DIRECT functie: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – tonen van beknopte berichten – wijzigen van GUI menuparameters – alle videofuncties (video-conversie enz.) • PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het toestel uit (standby) wordt gezet. • Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt gebruiken. Druk op l / h om het effectniveau in te stellen terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond wordt. Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik wordt gecomprimeerd. PRESET ENTER A/B/C/D/E Afstandsbediening Effect.Lvl:MID • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. y De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen • U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd). • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. 38 WEERGAVE ■ Terugmengen naar 2 kanalen ■ Afspelen van video op de achtergrond U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in 2-kanaals stereoweergave. Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk dan op STEREO op de afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo. PROGRAM of Voorpaneel STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 MOVIE U kunt beelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. Audiobronnen A SPEAKERS B +10 ENT. Afstandsbediening PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Videobronnen 2ch Stereo Opmerking Opmerking ■ Luiteren naar onveranderde ingangssignalen Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT drukken. In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. BASISBEDIENING U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer SWFR of BOTH is ingesteld bij LFE/BASS OUT. Druk op STRAIGHT (EFFECT) en selecteer STRAIGHT. STRAIGHT STRAIGHT of EFFECT EFFECT Voorpaneel Afstandsbediening Druk nog eens op STRAIGHT/EFFECT zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de geluidseffecten weer wilt inschakelen. ■ Virtual CINEMA DSP Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren. Als u Surround op None zet, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. Nederlands Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat Surround op “None” (zie bladzijde 63): – Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. – Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. 39 WEERGAVE signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel. Selecteren van audio ingangsfuncties Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren. Druk op AUDIO SELECT om de ingangsfunctie te selecteren. In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO gebruiken. SYSTEM AUDIO SELECT of Voorpaneel V–AUX POWER POWER TV AV STANDBY POWER A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN Afstandsbediening DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD–R SP A A.SEL: AUTO CD TUNER PHONO dB VOLUME L R Ingangsfunctie Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: 1) i.LINK 2) HDMI 3) Digitale signalen* 4) Analoge signalen i.LINK Er zullen alleen i.LINK signalen worden geselecteerd. Als er geen i.LINK signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. COAX/OPT Selecteren van digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen. Gebruiken als er ook i.LINK of HDMI signalen binnenkomen. ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. AUTO * Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma. y • U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 57). • De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS. Opmerking Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS 40 WEERGAVE ■ Tonen van informatie over de signaalbron U kunt het type, de formattering en de bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen. AMP TOP TITLE SOURCE TV Stereo/Surround Input Select Sound Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory BASISBEDIENING 2 Druk herhaaldelijk op n en selecteer Audio Info. De volgende informatie zal op het display verschijnen. Auto Setup System Memory Audio Info. Format Sampling Channel Bitrate Dialogue Flag1 Flag2 Analog --2/0/----------- Format 3 Nederlands De formattering van het signaal wordt getoond. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Sampling Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan bepalen, zal “?” verschijnen. Channel Aantal bronkanalen in het ingangssignaal. Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. Bitrate Bitsnelheid. Wanneer het toestel de bitsnelheid niet kan bepalen, zal “– – –” verschijnen. Dialogue Dialoog normalisatie informatie voor Dolby Digital signalen. Flag1/Flag2 Signalering (vlag) die in DTS of Dolby Digital signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. Druk op EXIT. 41 AFSTEMMEN AFSTEMMEN Automatisch en handmatig afstemmen 4 Er zijn twee manieren om af te stemmen: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere frequentie. PRESET/ TUNING ■ Automatisch afstemmen 2 VCR 1 A VOLUME MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TU AUTO HiFi DSP TUNED AM 1530 kHz Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. PURE DIRECT AUDIO SELECT CBL/SAT SP A EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 STANDBY /ON SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R TUNER ZONE CONTROL PROGRAM A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO ■ Handmatig afstemmen OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 1 1 ZONE ON/OFF SPEAKERS OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 43 2 3 Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te selecteren. 1 Selecteer TUNER en de gewenste radioband volgens de stappen 1 en 2 onder “Automatisch afstemmen”. 2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. INPUT Voorpaneel AUTO TUNING MODE 2 Verdwijnt Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. AUTO/MAN'L Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om deze stand uit te schakelen. FM/AM of 3 PRESET/ TUNING Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. EDIT AUTO TUNING MODE 3 Licht op AUTO/MAN'L Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om deze stand uit te schakelen. PRESET/ TUNING 2 VCR 1 SP A EDIT 42 A CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R A TU AM 630 kHz TU AM 630 kHz Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. PRESET/ TUNING AUTO CD AUTO SP A AFSTEMMEN Opmerkingen Zenders voorprogrammeren ■ Automatisch voorprogrammeren van FM zenders Met de automatische voorprogrammering kunt u FM zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. VOLUME MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 STANDBY /ON ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R ZONE CONTROL PROGRAM A TUNER B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX Druk op FM/AM en selecteer de FM band. FM/AM 2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. AUTO TUNING MODE Licht op AUTO/MAN'L 3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. BASISBEDIENING 1 32 1 Andere mogelijkheden bij het automatisch voorprogrammeren U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in lagere frequenties. Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt: 1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is. 2 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/ TUNING l om te zoeken in lagere frequenties. PURE DIRECT AUDIO SELECT • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch voorprogrammeren niet meer zenders gevonden worden. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring. Wanneer echter de stroomvoorziening langer dan een week onderbroken wordt, zullen de voorkeuzezenders gewist worden. In een dergelijk geval zult u de zenders opnieuw op één van de aangegeven manieren moeten opslaan. MEMORY MAN'L/AUTO FM V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 SP A CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO AUTO MEMORY A1:FM 87.50MHz dB VOLUME L R Nederlands Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. 43 AFSTEMMEN ■ Zenders handmatig voorprogrammeren U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren. 4 PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT VCR 1 ZONE CONTROL PROGRAM A TUNER CBL/SAT STANDBY /ON ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV B MAIN SILENT CINEMA CD S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC PHONES Druk op PRESET/TUNING l / h om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator aan het knipperen is. Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. Druk op l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. VIDEO/AUX PRESET/ TUNING 3 1 4 2,5 Stem af op een zender. Zie bladzijde 41 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. V-AUX DVR/VCR2 CBL/SAT VCR 1 DTV DVD MD/TAPE CD-R CD SP A TUNER DVR/VCR2 CBL/SAT VCR 1 DTV MD/TAPE DVD SP A CD-R CD TUNER PHONO MEMORY TUNED C3:AM dB VOLUME 630 kHz L R PHONO TUNED A :AM V-AUX dB VOLUME 630 kHz L R 5 Wanneer er is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display getoond worden. Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan het knipperen is. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. MEMORY MAN'L/AUTO FM 2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM). De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden. MEMORY MEMORY V-AUX DVR/VCR2 Druk net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste voorkeuzegroep geselecteerd heeft (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator aan het knipperen is. De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A/B/C/D/E V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV SP A C :AM Voorkeuzegroep 44 CBL/SAT DTV C3:AM Knippert 3 VCR 1 SP A MAN'L/AUTO FM DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO MEMORY TUNED 630 kHz dB VOLUME L R DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO TUNED 630 kHz dB VOLUME L R Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als C3. 6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere zenders op te slaan. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. AFSTEMMEN Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender “A5”. PURE DIRECT VOLUME PURE DIRECT AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT DVD DTV VCR 1 ZONE CONTROL PROGRAM A TUNER CBL/SAT STANDBY /ON ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO VOLUME OPTICAL AUDIO SELECT DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 MULTI CH INPUT PHONES DVD DTV SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R TUNER CBL/SAT VCR 1 2 TOP TV INPUT PRESET TITLE MULTI CH IN CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD 1 21 PURE DIRECT ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM A B SILENT CINEMA CD S VIDEO MAIN ZONE 2 ZONE 3 VIDEO L R AUDIO OPTICAL OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX NIGHT AUDIO ENTER 3 A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY Selecteer voorkeuzezender “E1” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER om het toestel op de tuner (radio) te zetten. 2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display en verandert met elke druk op de toets. PRESET/ TUNING /VCR2 CBL/SAT VCR 1 DTV MD/TAPE DVD CD-R SP A CD BASISBEDIENING 1 EFFECT 2 EFFECT PRG SELECT RETURN 1 TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE 1,3 1,3 2,4 2 MUTE EXIT MENU BAND V-AUX MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 3 TV MUTE CD FM/AM DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 TUNER PRESET/ TUNING INPUT VIDEO/AUX STANDBY /ON PHONO PRESET/ TUNING A/B/C/D/E EDIT OPTIMIZER MIC TUNER MEMORY TUNED E1:FM 87.50MHz EDIT PRESET 3 A/B/C/D/E of ENTER A/B/C/D/E Voorpaneel Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Afstandsbediening V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R SP A 3 Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET k / n op de afstandsbediening) om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie, en de TUNED indicator zal oplichten. CD TUNER A5:FM 90.60MHz 4 PHONO MEMORY TUNED dB VOLUME L R Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT). De zenders onder de twee voorkeuzenummers worden nu omgewisseld. PRESET PRESET/ TUNING R/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R SP A PRESET/ TUNING EDIT of ENTER EDIT E1-A5 A/B/C/D/E Afstandsbediening Voorpaneel VCR 1 SP A CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD Nederlands /VCR2 TUNER TUNED E1:FM 87.50MHz 45 AFSTEMMEN Afstemmen op Radio Data Systeem zenders Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Veranderen van de Radio Data Systeem functie Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening om dit toestel op de tuner (radio) te zetten. ■ PS (Program Service name) functie AMP De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is afgestemd zal worden getoond. TUNER SOURCE TV ■ PTY (Program Type) functie Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15 soorten programma’s. NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Pop ROCK M Rock M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek ■ RT (Radio Text) functie Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (_). ■ CT (Clock Time) functie De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt. In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan “CT WAIT” verschijnen. ■ EON (Enhanced Other Networks) Zie “De EON functie” op bladzijde 47. 46 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de diverse Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door deze zender te laten zien. FREQ/TEXT Afstandsbediening PS PTY RT CT Frequentiedisplay Opmerkingen • Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle benodigde Radio Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft. • Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door deze zender kunnen niet worden geselecteerd. • Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel naar behoren functioneren. • Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie. • Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” verschijnt op het display. AFSTEMMEN De PTY SEEK functie 3 U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een zender die een programma van dat type aan het uitzenden is. Verdraai PRESET k / n om het gewenste programmatype te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display. PRESET ENTER TV MUTE TV INPUT MUTE A/B/C/D/E PRESET TOP EXIT TITLE POP M PURE DIRECT MENU BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN 3 DISPLAY 4 EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/RDS EON A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME MODE PTY SEEK START PTY HOLD Licht op 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening om dit toestel op de tuner (radio) te zetten. TV TUNER SOURCE BASISBEDIENING 2,4 REC Druk op PTY SEEK START om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display en de PTY HOLD indicator op het display licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht wordt. Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie te annuleren. • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden is die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die het gewenste programmatype uitzendt. AMP 2 Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in de PTY SEEK zoekfunctie te zetten. Het type van het programma dat op dit moment wordt ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het display. Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog een keer op PTY SEEK MODE te drukken. MODE PTY SEEK START Knippert Nederlands 47 AFSTEMMEN De EON functie 3 Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden uitgezonden via het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van het gewenste soort programma begint. STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/RDS EON A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START 3 REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Druk een paar keer op EON en selecteer het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT). Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display. EON Afstandsbediening • Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender begint met de uitzending van een programma van het gewenste type, zal het toestel automatisch van het huidige programma daarnaar overschakelen. (De EON indicator knippert.) • Wanneer de uitzending van het programma van het geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een ander programma op dezelfde zender). ■ Annuleren van deze functie Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype meer op het display staat. Opmerking Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten. 1 Controleer of de EON indicator inderdaad verschijnt op het display. Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON indicator wel oplicht. 2 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening om dit toestel op de tuner (radio) te zetten. TV SOURCE AMP 48 TUNER OPNEMEN OPNEMEN U kunt REC OUT/ZONE 2 gebruiken om op te nemen van de ene signaalbron terwijl u kijkt en/of luistert naar een andere. Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleiding van de betreffende componenten. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT INPUT DVD DTV SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R VCR 1 A B MAIN SILENT CINEMA CD S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX 2 1 Zet dit toestel en alle aangesloten componenten aan. 2 Selecteer de signaalbron waarvan u wilt opnemen met REC OUT/ZONE 2. • Om de huidige signaalbron waar u naar aan het kijken of luisteren bent op te nemen, dient u REC OUT/ZONE 2 op SOURCE/REMOTE te zetten. DVD DTV CBL/SAT VCR 1 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R TUNER CD DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 • Om een andere signaalbron dan die waar u naar aan het kijken of luisteren bent op te nemen, dient u REC OUT/ZONE 2 in te stellen op de gewenste signaalbron. DVD DTV CBL/SAT VCR 1 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R TUNER CD DVR/ VCR 2 • Om audio en video van verschillende signaalbronnen op te nemen, dient u REC OUT/ZONE 2 in te stellen op SOURCE/REMOTE, waarna u eerst de videobron en vervolgens de audiobron selecteert (zie bladzijde 39). • Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Opmerkingen • De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron die u opneemt. • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De instellingen van TONE CONTROL (zie bladzijde 61), VOLUME, Speaker Level (bladzijde 66) en eventuele geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • S-Video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een component die alleen is verbonden met een S-Video aansluiting (of alleen met een composiet video-aansluiting) alleen een S-Videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (L/R) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.) • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kunnen inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. • Audiosignalen die binnenkomen via de geselecteerde i.LINK of HDMI componenten worden gereproduceerd via REC OUT wanneer REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel is ingesteld op SOURCE/REMOTE of op de signaalbron waarvan u wilt opnemen. Multikanaals DVD audiosignalen, DSD signalen van Super Audio CD’s en 2-kanaals PCM signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz kunnen echter niet worden gereproduceerd via REC OUT. BASISBEDIENING 1 ZONE CONTROL PROGRAM TUNER CBL/SAT STANDBY /ON ZONE ON/OFF SPEAKERS y Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. REC OUT/ZONE 2 Na deze instelling kunt u de signaalbron waar u naar luistert en/of kijkt veranderen door INPUT te verdraaien (of door op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening te drukken) zonder dat dit invloed heeft op de opname. Start de weergave (of stem af op een zender) op de broncomponent. 4 Start de opname op de opnemende component. Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. 49 Nederlands 3 ■ Speciale overwegingen bij het opnemen van DTS materiaal GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen. y De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op AUTO (zie bladzijde 40) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal. Opmerkingen • De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma. Voor film/video bronnen U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH” aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz. De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35. Bronnen Afstandsbedieningstoets 3 Kenmerken Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. ENTERTAINMENT TV Sports CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is, zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal. Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s. ENTERTAINMENT Mono Movie CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven. ENTERTAINMENT Game CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie. MOVIE THEATER Spectacle CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films). MOVIE THEATER Sci-Fi CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. MOVIE THEATER Adventure CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden. MOVIE THEATER General CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten. MULTI 2-CH 4 49 Nederlands STEREO 2ch Stereo GELUIDSVELDPROGRAMMA’S 1 Programma GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Bronnen Afstandsbedieningstoets MULTI 2-CH 5 MULTI 6 2-CH 50 Programma Kenmerken THX THX Cinema THX verwerking voor filmmateriaal. THX THX Game THX verwerking voor spelmateriaal. THX THX Select2 Cinema THX Select2 verwerking voor filmmateriaal. THX THX Surr. EX THX verwerking voor alle 5.1-kanaals bronmateriaal. SUR. STANDARD DOLBY DIGITAL Standaard 5.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital bronmateriaal. SUR. STANDARD q D+PLIIx Movie Standaard 7.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital bronmateriaal. SUR. STANDARD DOLBY D EX Standaard 6.1-kanaals verwerking voor Dolby Digital bronmateriaal. SUR. STANDARD DTS Standaard 5.1-kanaals verwerking voor DTS bronmateriaal. SUR. STANDARD DTS 96/24 Standaard 5.1-kanaals verwerking voor 96 kHz/24-bit DTS bronmateriaal. SUR. STANDARD DTS+PLIIx Movie Standaard 7.1-kanaals verwerking (Dolby Pro Logic x) voor DTS materiaal. SUR. STANDARD DTS+DOLBY EX Standaard 6.1-kanaals verwerking (Dolby Digital EX) voor DTS materiaal. SUR. STANDARD DTS ES Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES Discrete) voor DTS bronmateriaal. SUR. STANDARD DTS 96/24 ES Standaard 6.1-kanaals verwerking (DTS-ES Matrix en DTS-ES Discrete) voor 96 kHz/24-bit DTS bronmateriaal. SUR. ENHANCED Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder. SUR. STANDARD PRO LOGIC Standaard verwerking voor Dolby Surround bronmateriaal. SUR. STANDARD PLIIx Movie Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal. SUR. STANDARD PLII Movie Dolby Pro Logic SUR. STANDARD PLIIx Game Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal. SUR. STANDARD PLII Game Dolby Pro Logic SUR. STANDARD Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. SUR. STANDARD CS II Cinema SRS Circle Surround verwerking voor filmmateriaal. (Alleen modellen voor de V.S.) SUR. ENHANCED Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder. verwerking voor filmmateriaal. verwerking voor spelmateriaal. GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Voor muziekmateriaal U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz. De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 34 en 35. Bronnen Afstandsbedieningstoets 1 MULTI 2-CH 2 5 MULTI 6 STEREO 2ch Stereo 2-kanaals (links en rechts) weergave. STEREO 7ch Stereo HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. MUSIC Hall in Munich HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 plaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig reflectie via de wanden en het geluid verspreid zich heel mooi en heel fijn. MUSIC Hall in Vienna HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. MUSIC Freiburg HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestische omgeving van een grote kerk na, met een hoog gewelf en zuilen aan weerszijden. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege reflecties kleiner zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s. MUSIC The Bttm Line HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. MUSIC The Roxy Thtr HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. MUSIC Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een echt jazz of rock concert. MUSIC Classic/Opera CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende diepte aan de vocalen en een grote algehele helderheid door excessieve natrillingen tegen te gaan. Het surround geluidsveld is relatief beperkt, maar er wordt een zeer fraai geluid gereproduceerd met behulp van de gegevens die verzameld zijn in de concertzaal. ENTERTAINMENT Disco HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door een grote energie en “directheid”. THX THX Music THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen. SUR. STANDARD q D+PLIIx Music Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek. SUR. STANDARD DTS+PLIIx Music Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek. SUR. ENHANCED Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder. SUR. STANDARD PLIIx Music Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal. SUR. STANDARD PLII Music Dolby Pro Logic SUR. STANDARD Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. SUR. STANDARD CS II Music SRS Circle Surround verwerking voor muziekmateriaal. (Alleen modellen voor de V.S.) verwerking voor muziekmateriaal. Nederlands 2-CH Kenmerken GELUIDSVELDPROGRAMMA’S 3 Programma 51 GEAVANCEERDE BEDIENING GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Annuleren van de slaaptimer Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit. ■ Instellen van de slaaptimer SYSTEM POWER POWER TV AV A B AUDIO SELECT STANDBY POWER SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD 2 SELECT 1 Selecteer de gewenste signaalbron en start de weergave op de broncomponent. 2 Druk herhaaldelijk op SLEEP SLEEP om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. SLEEP 120 min SLEEP OFF V-AUX DVR/VCR2 SLEEP 90 min SLEEP 30 min VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE SLEEP 60 min CD-R CD TUNER PHONO SP A SLEEP dB SLEEP VOLUME 120min L R De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO SP A SLEEP 52 Hall in Munich dB VOLUME L R Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt. Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de SLEEP indicator uit gaan. SLEEP y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het toestel uit (standby) te zetten. SYSTEEMINSTELLINGEN SYSTEEMINSTELLINGEN U kunt allerlei systeeminstellingen wijzigen en u kunt zo de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. y U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor details “LANG.” op bladzijde 87. ■ HDMI (HDMI menu) Bewerken van HDMI parameters (zie bladzijde 96). ■ i.LINK Select (i.LINK keuzemenu) Bewerken van i.LINK parameters (zie bladzijde 92). ■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) Bewerken van geluidsveld parameters (zie bladzijde 100). ■ Input Select (Ingangskeuzemenu) U kunt digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven, of het volume voor elke aansluiting regelen (zie bladzijde 56). Onderdeel Kenmerken Bladzijde I/O Assignment Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten. 56 Audio Select Selecteren van het gewenste type ingangssignaal. 57 Decoder Mode Hiermee selecteert u de ingangsfunctie voor met de DIGITAL INPUT aansluitingen verbonden signaalbronnen. 57 Volume Trim Instellen van het uitgangsvolume van elke aansluiting. 57 Rename Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 58 ■ Manual Setup (Handmatig setup menu) Hiermee kunt u zelf luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 59). Sound (Geluidsweergave menu) U kunt met de hand de geluidsparameters instellen. Kenmerken Bladzijde LFE Level Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 59 Dynamic Range Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 59 Parametric EQ Instellen van de klankkleur van elke luidspreker. 60 Tone Control Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de hoofdtelefoon. 61 Audio Option Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel. 61 GEAVANCEERDE BEDIENING Onderdeel Basic (Basismenu) Hiermee kunt u snel en makkelijk de basisinstellingen voor uw systeem invoeren. Onderdeel Bladzijde Test Tone Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de luidsprekers, of om de afstanden van de luidsprekers en het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen. 63 Speaker Set Selecteren van de juiste afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. 63 Speaker Distance Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 65 Speaker Level Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 66 THX Set Wijzig de THX instellingen. 66 Nederlands Kenmerken 53 SYSTEEMINSTELLINGEN Option (Opties menu) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde Display Regelen van de GUI schermen en het display op het voorpaneel. 67 Multi Zone Aanpassen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen. 68 Sur.Initialize Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s. 68 Audio Select Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron. 69 Decoder Mode Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder. 69 Memory Guard Vergrendelen van de menu-instellingen. 69 ■ Auto Setup (Automatische setup menu) Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische setup in werking stellen (zie bladzijde 27). ■ System Memory (Systeemgeheugen menu) Opslaan en oproepen van diverse instellingen (zie bladzijde 70). ■ Audio Info. (Audiosignaal informatiemenu) Controleren van de informatie voor het huidige audiosignaal (zie bladzijde 40). 54 SYSTEEMINSTELLINGEN Veranderen van instellingen 3 Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te openen en in te stellen. (Luidspreker instelling gebruikt in het volgende voorbeeld bij het veranderen van parameterwaarden.) Manual Setup > Basic > Speaker Set > Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter geselecteerd heeft die u wilt instellen. Presence 40Hz Bass Out 60Hz Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz 100Hz AMP + + + TV VOL CH VOL – – – SOURCE TV MUTE 1 TOP TV INPUT PRESET TV MUTE EXIT TITLE MENU BAND PRG SELECT PURE DIRECT NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN 1 5 2-4 4 DISPLAY EFFECT 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen. Druk op ENTER of h en druk vervolgens herhaaldelijk op k / n om de instelling vh gewenste item te veranderen. Presence 40Hz Bass Out 60Hz Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz AMP 100Hz TOP TITLE SOURCE TV 5 Druk op EXIT. y Stereo/Surround Input Select Sound Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory 2 • U kunt de taal voor het GUI display zelf instellen. Zie voor details “LANG.” op bladzijde 87. • Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan op ENTER om terug te keren naar het eerder geselecteerde menu-onderdeel. Opmerkingen Test Tone Speaker Set Front Speaker Distance Center Speaker Level Surround Front Large Surround Small Surround Back None Nederlands Center Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring. Als de stroomvoorziening echter langer dan een week onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw moeten wijzigen. GEAVANCEERDE BEDIENING Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens op h om het geselecteerde menu-onderdeel te openen. • Sommige van de parameters hebben zoveel instellingen dat er meer dan één GUI scherm nodig is. Druk op k / n om door deze schermen te bladeren. • U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op “Off” te zetten (zie bladzijde 69). Presence 55 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/ uitgangsaansluitingen) Input Select U kunt met deze functie digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven, of het ingangsniveau voor elke aansluiting regelen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. AMP TOP TITLE SOURCE TV 2 Selecteer Input Select en druk dan op h. CD-R Stereo/Surround Input Select Manual Setup Auto Setup 3 MD/TAPE DVD DTV CBL/SAT Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD, enz.) en druk vervolgens op h om het item te openen en in te stellen. U kunt de digitale audio in-/uitgangen en de component video-aansluitingen toewijzen aan andere componenten wanneer de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening. Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > I/O Assignment > Voorbeeld 1: Om de COAXIAL 7 (CD) aansluiting toe te wijzen aan de DVD ingang. 1) Selecteer Input Select en vervolgens DVD. 2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer vervolgens 7 CD. Voorbeeld 2: Wissen van de toewijzing van een aansluiting. 1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de ingangsbron (DVD, enz.). 2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de gewenste toewijzing (Optical Output, Optical Input, Coaxial Input of Component Video). 3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de toewijzing te wissen. I/O Assignment Optical Output Audio Select Optical Input Decoder Mode Coaxial Input y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Opmerkingen • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. 56 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Audio Select (Audio selectie) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren. Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Audio Select > Keuzes: Auto, i.LINK, HDMI, Coax/Opt, Analog ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie bladzijde 56) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.). Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Decoder Mode > Keuzes: Auto, DTS I/O Assignment Audio Select Auto I/O Assignment Decoder Mode i.LINK Audio Select Volume Trim HDMI Decoder Mode Auto Volume Trim DTS • Selecteer “Auto” als u de binnenkomende signalen in deze volgorde wilt laten kiezen: i.LINK signalen, HDMI signalen, digitale signalen* en analoge signalen. • Selecteer “i.LINK” als u alleen binnenkomende i.LINK signalen wilt gebruiken. Als er geen i.LINK signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. • Selecteer “HDMI” als u alleen binnenkomende HDMI signalen wilt gebruiken. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. • Selecteer “Coax/Opt” als u via de OPTICAL of COAXIAL aansluiting binnenkomende digitale signalen wilt gebruiken. Gebruiken als er ook i.LINK of HDMI signalen binnenkomen. • Selecteer “Analog” als u alleen binnenkomende analoge signalen wilt gebruiken. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. * Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma. Rename • Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als ingangsfunctie wilt laten gebruiken. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). ■ Volume Trim (Volume afstelling) U kunt het niveau van de signalen die binnenkomen via de verschillende aansluitingen instellen. Dit is nuttig wanneer u het volume van de diverse signaalbronnen op elkaar wilt afstemmen om plotselinge veranderingen in volume bij het overschakelen tussen signaalbronnen te voorkomen. Manual Setup > Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Volume Trim > Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB y GEAVANCEERDE BEDIENING Audio Select • U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie zal worden ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 69). • De DTS weergavefunctie wordt aanbevolen voor weergave van CD’s of LD’s die opgenomen zijn met DTS. Decoder Mode Volume Trim 0.0dB Rename Opmerking Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Opmerking Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige signaalbron regelen. Nederlands 57 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Rename (Herbenoemen) Met deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals die op het GUI beeldscherm en op display verschijnen veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.) Input Select > ingangsbron (DVD, enz.) > Rename > 1 Druk op de ingangskeuzetoets om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. 2 Druk op l / h en verplaats de _ (onderstreping) naar het teken of de spatie die u wilt veranderen. ■ Multi CH Assign (Toewijzing multikanaals weergave) Met deze functie kunt u instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen. Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign > Volume Trim Multi CH Assign Input Channels Front Input Decoder Mode CAPITAL Volume Trim Rename DVD OK RESET 3 Druk op ENTER om het soort teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK). 4 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met l / h naar het volgende teken. • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op ENTER om een ander soort teken te gebruiken: CAPITAL A t/m Z, spatie SMALL a t/m z, spatie FIGURE 0 t/m 9, spatie MARK !, #, %, &, enz. • Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. 5 Druk op l / h, selecteer OK en druk op ENTER als u klaar bent. y • Voor het veranderen van de namen van signaalbronnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening, zie bladzijde 76. • Dit menu-item is ook beschikbaar bij het veranderen van de op het display getoonde namen van signaalbronnen (zie bladzijde 76), en in het menu voor de opties voor het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Opmerking Via deze instelling kunt u alleen de naam van de huidige signaalbron veranderen (met uitzondering van multikanaals signaalbronnen). 58 Input Channels Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder. Keuzes: 6ch, 8ch Opmerking Als Zone2 Amplifier (bladzijde 68) is ingeschakeld (“Internal”), zal er geen geluid worden geproduceerd via de surround achterluidsprekers, ook al slecteert u “8ch”. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen. Front Input Als u “8ch” heeft ingesteld, kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen. Instelmogelijkheden: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). SYSTEEMINSTELLINGEN Manual Setup (Sound) y Via dit menu kunt u met de hand de geluidsparameters instellen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden gereproduceerd. ■ Dynamic Range (Dynamisch bereik) AMP TOP SOURCE Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). TITLE TV 2 Selecteer Manual Setup en druk dan op h. 3 Selecteer Sound en druk dan op h. Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u: Manual Setup > Sound > Dynamic Range > Instelmogelijkheden: MAX (maximum), STD (standaard), MIN (minimum) LFE Level Dynamic Range Sound Parametric EQ Basic Tone Control Option Audio Option Speaker MAX Headphone STD MIN 4 Selecteer de gewenste parameters en druk vervolgens op h om het item te openen en in te stellen. ■ LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten) Speaker Headphone (Dynamisch bereik hoofdtelefoon) Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave via uw hoofdtelefoon inte stellen. • Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik te behouden. • Selecteer “STD” voor algemeen gebruik. • Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). GEAVANCEERDE BEDIENING Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Om toegang te krijgen tot deze parameters, selecteert u: Manual Setup > Sound > LFE Level > Keuzes: –20,0 t/m 0,0 (dB) Speaker (Dynamisch bereik luidspreker) Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave via uw luidsprekers inte stellen. 0.0dB Headphone Speaker (Luidsprekerniveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Nederlands Headphone (Hoofdtelefoonniveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. 59 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Parametric EQ (Parametrische equalizer) Gebruik deze functie om de parametrische equalizer voor elk van de luidsprekers in te stellen. Manual Setup > Sound > Parametric EQ > 4 Druk op n, selecteer EDIT en druk op ENTER om het bewerkingsvenster te openen. Test Tone LFE Level 1 2 Dynamic Range Front L Parametric EQ Test Tone Front R Tone Control Front L Center Audio Option Front R Druk net zo vaak op k / n tot u Test Tone heeft geselecteerd, of de luidspreker die u wilt instellen. • Test Tone hiermee zet u de testtoon aan of uit bij het instellen van de toonkleur van de luidsprekers. • Front L instellen van de toonkleur van de linker voor-luidspreker. • Front R instellen van de toonkleur van de rechter voor-luidspreker. • Center instellen van de toonkleur van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de toonkleur van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de toonkleur van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de toonkleur van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de toonkleur van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de toonkleur van de linker aanwezigheidsluidspreker. • Presence R instellen van de toonkleur van de rechter aanwezigheidsluidspreker. Druk op h om het instelvenster te openen. PARAM Test Tone RESET EDIT EXIT Band / Gain Front L Front R Center 3 60 Druk op l / h, selecteer PARAM en druk vervolgens op ENTER om een parameter te selecteren uit Band (band), Freq. (frequentie) of Q (Q factor). Band Gain Freq. Q #1 0.0dB 125.0Hz 1.000 De bij PARAM geselecteerde parameter zal oplichten. • Druk op l / h om de parameters in te stellen. • Druk op k / n om de extra versterking (Gain) in te stellen. • Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te sluiten. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent over de resultaten. y Als u alle PEQ parameter instellingen voor de geselecteerde luidspreker wilt terugzetten, selecteer dan RESET en druk vervolgens op ENTER. 6 Selecteer EXIT en druk op ENTER om het instelvenster te sluiten. y • Als u bij stap 3 “Band” selecteert, kunt u dit menu als grafische equalizer gebruiken. • Zie “PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE” op bladzijde 115 voor meer informatie over de parametrische equalizer. SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Tone Control (Toonregeling) ■ Audio Option (Audio opties) Control (Toonregeling) Keuzes: Defeat, Speakers, Headphones Muting Type (Soort demping) U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt. Keuzes: Full, –20dB Met deze functie kunt u de weergave van de lage en hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen. Manual Setup > Sound > Tone Control > Keuzes: Control, Bass, Treble Control Defeat Bass Speakers Treble Headphones • Selecteer “Defeat” als u geen instellingen wilt maken. • Selecteer “Speakers” om de balans tussen de lage/hoge tonen van uw luidsprekers in te stellen. • Selecteer “Headphones” om de balans tussen de lage/ hoge tonen van uw hoofdtelefoon in te stellen. Bass (Lage tonen regeling) Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen. Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie) –6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB Speaker Freq : 125Hz Gain : 0.0dB Control Bass Treble Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. Manual Setup > Sound > Audio Option > Keuzes: Muting Type, Audio Delay, PR/SB Select Muting Type Full Audio Delay -20dB PR/SB Select • Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Audio Delay (Audio vertraging) U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Keuzes: 0 t/m 240 (ms) +6 Muting Type +0 Audio Delay 0ms -6 PR/PB Select Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Speaker Freq : 3.5kHz Gain : 0.0dB Control Bass Treble y GEAVANCEERDE BEDIENING Treble (Hoge tonen regeling) Gebruik deze functie om de weergave van de hoge tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon te regelen. Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie) –6,0dB t/m +6,0dB (gain), begininstelling: 0,0dB +6 +0 -6 y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Nederlands Opmerking Tone Control werkt niet wanneer: – THX (bladzijden 50 t/m 51) of PURE DIRECT (bladzijde 38) is geselecteerd. – MULTI CH INPUT is geselecteerd. 61 SYSTEEMINSTELLINGEN PR/SB Select (Aanwezigheidsluidsprekers/ surround achter-luidsprekers selectie) De surround-achter en de zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Keuzes: Presence, Surround Back Manual Setup (Basic) Gebruik dit menu om basis-systeemparameters in te stellen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. AMP TOP SOURCE TITLE TV Muting Type Audio Delay Presence PR/SB Select Surround Back • Selecteer “Presence” als u uw aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het surround achterkanaal zullen worden weergegeven via de suround-luidsprekers. • Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal wordt gedetecteerd door een CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers. 2 Selecteer Manual Setup en druk dan op h. 3 Selecteer Basic en druk dan op h. Sound Test Tone Basic Speaker Set Option Speaker Distance Speaker Level 4 Selecteer de gewenste parameters en druk vervolgens op h om het item te openen en in te stellen. y • De meeste instellingen in het basismenu worden automatisch uitgevoerd wanneer u de automatische setup doet. U kunt het basismenu gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden u aan om toch eerst de automatische setup te doen. • U kunt deze instellingen terugzetten door de automatische setup uit te voeren (zie bladzijde 27). 62 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Test Tone (Testtoon) Schakelt de testtoon aan of uit voor de instellingen van de luidsprekers, of om de afstanden van de luidsprekers en het niveau van de luidsprekers in te kunnen stellen. Manual Setup > Basic > Test Tone > Keuzes: Off, On Center (Midden-luidspreker) Keuzes: Large, Small, None Front Large Center Small Surround None Surround Back Test Tone Off Speaker Set On Speaker Distance y • Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB. • Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89). Opmerking Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer “On” is geselecteerd. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de luisterruimte aanwezig zijn. ■ Speaker Set (Luidspreker-instellingen) Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. Manual Setup > Basic > Speaker Set > Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back, Presence, Bass Out, Bass Cross Over, SWFR Phase y Opmerking Zet eventuele THX luidsprekers op Small. Front (Voor-luidsprekers) Keuzes: Large, Small Large Front Small Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers) Keuzes: Large, Small, None Front Center Large Surround Small Surround Back None Presence • Selecteer “Large” als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft, of als er een achtersubwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 39) en zal de surround achter-luidspreker (Surround Back) automatisch op “None” worden ingesteld. GEAVANCEERDE BEDIENING Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. • Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen. • Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen. Center Surround Nederlands • Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en rechter voorkanalen naar de linker en rechter voor-luidsprekers sturen. • Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. 63 SYSTEEMINSTELLINGEN Surround Back (Linker/rechter surround achter-luidsprekers) Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None Center Large x1 Surround Small x1 Surround Back Small x2 Presence Large x2 Bass Out None Bass Out (Lage tonen uitgang) LFE signalen leveren lage frequentie effecten wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Deze zeer lage tonen kunnen naar zowel de linker als rechter voor-luidsprekers worden doorgestuurd en naar de subwoofer (die zowel kan worden gebruikt voor zowel stereoweergave als voor geluidsveldprogramma’s). Keuzes: Both, SWFR, Front THX aanbeveling: SWFR Surround Back • Selecteer “Large x1” als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround achterkanaal naar de linker surround achter-luidspreker sturen. • Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out en de rest van het signaal zal naar de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd. • Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “Large x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround achterkanaal naar de surround achter-luidsprekers sturen. • Selecteer “None” als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor het surround achterkanaal naar de linker en rechter surround-luidsprekers sturen. Opmerking Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker aan te sluiten op de linker SURROUND BACK (SINGLE) luidspreker-aansluitingen. Presence (Aanwezigheidsluidsprekers) Keuzes: None, Yes Presence Both Bass Out SWFR Bass Cross Over Front SWFR Phase • Kies “Both” om de LFE signalen via de subwoofer te reproduceren. De lage frequentie signalen voor de L/R voorkanelen worden zowel naar de subwoofer als naar de voor-luidsprekers doorgestuurd en alle andere lage tonen worden doorgestuurd aan de hand van uw luidspreker-instellingen. • Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE en lage frequentie signalen door aan de hand van de overige luidspreker-instellingen. • Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft aangesloten. Het toestel stuurt alle lage frequentie en LFE signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u eerder Front op Small heeft gezet onder Speaker Set). Bass Cross Over (Lage tonen crossover) Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd. Instelmogelijkheden: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz THX aanbeveling: 80Hz (THX) Surround Surround Back Presence 40Hz Presence None Bass Out 60Hz Bass Out Yes Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz Bass Cross Over 100Hz • Selecteer “None” als u geen aanwezigheidsluidsprekers heeft. Dit toestel zal alle signalen voor de aanwezigheidskanalen doorsturen naar de linker en rechter voor-luidsprekers. • Selecteer “Yes” als u aanwezigheidsluidsprekers heeft. Opmerking Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal” (zie bladzijde 68), zal Presence automatisch worden ingesteld op “None”. 64 SYSTEEMINSTELLINGEN SWFR Phase (Subwoofer fase) Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt u met deze functie de fasekarakteristieken van uw subwoofer aanpassen. Keuzes: Normal, Reverse Bass Out in voeten (feet) in te kunnen voeren. Presence R Subwoofer Unit Meter Front L Feet Front R Bass Cross Over SWFR Phase Normal Reverse • Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s) niet om te keren. • Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s) om te keren. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89). ■ Speaker Distance (Luidspreker afstand) Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van elke luidspreker een bepaalde fractie van een seconde vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. Manual Setup > Basic > Speaker Distance > Subwoofer Speaker Set Unit Speaker Distance Front L Speaker Level Front R THX Set Center GEAVANCEERDE BEDIENING Test Tone Unit (Eenheid) Keuzes: Meter (m), Feet (ft) Begininstelling: Modellen voor de V.S. en Canada: Feet (ft) Overige modellen: Meter (m) • Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers Nederlands 65 SYSTEEMINSTELLINGEN Luidspreker afstanden Keuzes: 0,30 t/m 24,00 m Begininstelling: 3,00 m • Front L instellen van de afstand van de linker voor-luidspreker. • Front R instellen van de afstand van de rechter voor-luidspreker. • Center instellen van de afstand van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de afstand van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de afstand van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de afstand van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de afstand van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de afstand van de linker aanwezigheidsluidspreker. • Presence R instellen van de afstand van de rechter aanwezigheidsluidspreker. • Subwoofer instellen van de afstand van de subwoofer. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89). Opmerkingen • U kunt de afstand van luidsprekers die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set niet instellen. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en de afstand aan te passen via Surround Back L. ■ Speaker Level (Luidsprekerniveau) Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- (of linker surround-) luidspreker en elk van de bij Speaker Set (zie bladzijde 63) geselecteerde luidsprekers. Manual Setup > Basic > Speaker Level > Speaker Set Presence R Speaker Distance Subwoofer Speaker Level Front L THX Set Front R Center Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB Begininstelling: 0,0 dB • Front L instellen van de balans van de linker voor-luidspreker. • Front R instellen van de balans van de rechter voor-luidspreker. • Center instellen van de balans van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de balans van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de balans van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de balans van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de balans van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de balans tussen de linker voor- en de linker surround-luidspreker. • Presence R instellen van de balans tussen de linker voor- en de rechter aanwezigheidsluidspreker. • Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer. y • Voor een correcte instelling op THX referentieniveaus, dient u de Test Tone (zie bladzijde 63) te gebruiken. • Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89). Opmerkingen • U kunt het niveau van kanalen die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set niet instellen. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en de balans aan te passen via Surround Back L. 66 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ THX Set (THX instellingen) Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen. Manual Setup > Basic > THX Set > Speaker Distance Dimmer Speaker Level Speaker B THX Set SB Speaker Dist. Information Output Input Mode Zone 3 Volume Manual Setup (Option) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. AMP TOP SOURCE TITLE TV SB Speaker Dist. (Afstand surround achterluidsprekers) Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet plaatsen. Keuzes: Modellen voor de V.S. en Canada: under 1ft, 1 – 4ft, over 4ft Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m Input Assign Dimmer Support Audio under 0.3m SB Speaker Dist. 0.3-1.2m Information over 1.2m Input Mode Zone 3 Volume y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 89). Selecteer Manual Setup en druk dan op h. 3 Selecteer Option en druk dan op h. Sound Display Basic Multi Zone Option Sur.Initialize Audio Select Decoder Mode 4 Selecteer de gewenste parameters en druk vervolgens op h om het item te openen en in te stellen. 5 Druk op ENTER wanneer u klaar bent met instellen. ■ Display (Display) Gebruik deze functie om de GUI functie en het display op het voorpaneel in te stellen. Manual Setup > Option > Display > Keuzes: Dimmer, Video Conv., Short Message, Position, Wall Paper Dimmer GEAVANCEERDE BEDIENING • Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is dan 0.3 m. • Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de 0.3 en de 1.2 m is. • Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers groter is dan 1.2 m. 2 Video Conv. Display Short Message Multi Zone Position Sur.Initialize Wall Paper Nederlands Dimmer (Dimmer) Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Keuzes: –4 t/m 0 67 SYSTEEMINSTELLINGEN Video Conv. (Video conversie) Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO) signalen naar zowel S-Video als component videosignalen aan/uit te zetten. Hierdoor kunnen de omgezette videosignalen worden gereproduceerd via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen wanneer er geen S-video of component videosignalen binnenkomen. Deze functie zet S-Videosignalen ook om in component videosignalen wanneer er geen component ingangssignaal is. Keuzes: Off, On • Selecteer “Off” als u geen signalen wilt omzetten. • Selecteer “On” om composiet signalen om te zetten in S-Video en component videosignalen en om S-Videosignalen om te zetten in to component signalen. y Bij gebruik van het THX systeem, raden we u aan Video Conv. op “Off” in te stellen. Opmerkingen • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of S-Video). • Bij het omzetten van composiet of S-Videosignalen van een videorecorder naar component videosignalen, is het mogelijk, afhankelijk van de gebruikte videorecorder, dat de beeldkwaliteit achteruit gaat. Short Message (Beknopte berichten) Via deze functie kunt u de weergave van korte meldingen aan/uit zetten. Keuzes: Off, On • Selecteer “Off” om de weergave van beknopte berichtren uit te zetten. • Selecteer “On” om de weergave van beknopte berichtren aan te zetten. Opmerkingen • Het is mogelijk dat de beknopte meldingen niet correct weergegeven kunnen worden bij gebruik van bepaalde ingangssignalen en bepaalde beeldschermen. • Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zullen beknopte berichten niet worden getoond, ook niet als u “On” heeft ingesteld. Position (Positie) Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het in-beeld display (GUI) instellen. Keuzes: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts) • Druk op k om het GUI in-beeld display hoger in het beeld plaatsen. • Druk op n om het GUI in-beeld display lager in het beeld plaatsen. • Druk op h om het GUI in-beeld display meer naar rechts in het beeld plaatsen. • Druk op l om het GUI (in-beeld display) meer naar links op het scherm weer te geven. Wall Paper (Behang) Met deze functie kunt u de achtergrond instellen die getoond wordt wanneer er geen beeld wordt ontvangen van externe signaalbronnen. Als u geen aparte achtergrond wilt gebruiken, dient u None te selecteren. Keuzes: None, Yes, Gray Opmerking Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond worden getoond, ook niet als u “Yes” heeft ingesteld. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). 68 ■ Multi Zone (Multi zone) Gebruik deze functie om de instellingen voor Zone 2 en Zone B aan te passen. Manual Setup > Option > Multi Zone > Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone2 Volume, Zone3 Volume Display Speaker B Multi Zone Zone2 Amplifier Sur.Initialize Zone2 Volume Audio Select Zone3 Volume Speaker B (Luidsprekerset B) Gebruik deze functie om de plek te selecteren waar de voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen zijn opgesteld. Keuzes: Main, Zone B • Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw luisterruimte bevinden. • Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de hoofdruimte, inclusief de subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B geluid worden weergegeven. Opmerkingen • Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als SPEAKERS B. • Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen. Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker) U kunt instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuzes: Internal, External • Selecteer “External” als u uw Zone 2 luidsprekers aanstuurt via een op de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen van dit toestel aangesloten externe versterker. • Kies “Internal” om de interne versterker van dit toestel te gebruiken en u uw Zone 2 luidsprekers direct op de PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen van dit toestel heeft aangesloten. Opmerkingen • Wanneern “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor de aanwezigheidsluidsprekers automatisch op “None” worden ingesteld. • Wanneer “Internal” is geselecteerd, zal de instelling voor het volume in Zone2 automatisch op “Variable” worden ingesteld. SYSTEEMINSTELLINGEN Zone2 Volume (Zone 2 volume) Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen. Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “Internal”, zal deze functie automatisch worden ingesteld op “Variable”. Keuzes: Fixed, Variable • Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. • Kies “Variable” om het volume voor ZONE 2 OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. Zone3 Volume (Zone 3 volume) Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT aansluitingen. Keuzes: Fixed, Variable • Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. • Kies “Variable” om het volume voor ZONE 3 OUTPUT tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). ■ Sur.Initialize (Surround initialiseren) Display STEREO Multi Zone MUSIC Sur.Initialize Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie wanneer dit toestel wordt ingeschakeld te bepalen en er een signaalbron (zoals een DVD-speler) is verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Manual Setup > Option > Audio Select Keuzes: Auto, Last Multi Zone Sur.Initialize Audio Select Auto Decoder Mode Last Memory Guard • Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Kies “Last” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 90). Opmerking Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD SUR. toets worden opgeroepen. ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) U kunt de door dit toestel gebruikte decoder selecteren. Manual Setup > Option > Decoder Mode Keuzes: Auto, Last Sur. Initialize Audio Select Decoder Mode Auto Memory Guard Last ENTERTAINMENT MOVIE THEATER Audio Select SURROUND Decoder Mode All • Druk op k / n om het geluidsveldprogramma dat u wilt initialiseren te selecteren en druk vervolgens op ENTER. • Selecteer “All” om de instellingen voor alle geluidsveldparameters te initialiseren. • Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoder wilt laten kiezen. • Kies “Last” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. GEAVANCEERDE BEDIENING Hiermee kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Gewijzigde geluidsveldinstellingen worden blauw aangegeven. Manual Setup > Option > Sur.Initialize > Instelmogelijkheden: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER, SURROUND, All ■ Audio Select (Audio selectie) y Nederlands Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). Opmerking Geluidsveldprogrammagroepen kunnen niet worden geinitialiseerd wanneer Memory Guard op “On” staat (zie bladzijde 69). 69 SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Memory Guard (Geheugen beveiliging) Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellinge per abuis gewijzigd worden. Manual Setup > Option > Memory Guard Keuzes: Off, On Audio Select Decoder Mode Memory Guard Off On System Memory Deze functie stelt u in staat maximaal zes van uw favoriete instellingen op te slaan zodat u ze later gemakkelijk op kunt roepen. U kunt instellingen zoals de volgende opslaan: • Parameters voor de geluidsveldprogramma’s • Luidspreker-instellingen • Luidsprekerkanaal-instellingen • LFE niveau • Instellingen voor het dynamisch bereik • Instellingen voor de parametrische equalizer ■ Opslaan van instellingen Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: • DSP programma instellingen • Alle menu-onderdelen behalve Memory Guard en System Memory – Load. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. AMP TOP y SOURCE Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). TITLE TV Opmerking In het algemeen ondervinden de handelingen via het voorpaneel en de afstandsbediening geen invloed van de Memory Guard functie wanneer deze op “On” staat. U kunt echter niet de toonregeling veranderen met Tone Control. 2 Selecteer System Memory en druk dan op h. 3 Selecteer Save en druk dan op ENTER. Current Memory 1 Sci-Fi Speaker SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ A:ON B:OFF 3/4/0.1 0dB MAX Reset Memory 2 Onder ‘Current’ worden de huidige instellingen getoond. 70 4 Druk herhaaldelijk op k / n om het geheugennummer waaronder u de instellingen op wilt slaan en druk vervolgens op h. “Save: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van het venster verschijnen. 5 Druk op ENTER om de instellingen op te slaan. SYSTEEMINSTELLINGEN ■ Oproepen van instellingen 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. AMP TOP TITLE SOURCE TV 2 Selecteer System Memory en druk dan op h. 3 Selecteer Load en druk dan op ENTER. Sci-Fi Speaker SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ Current Memory 1 Memory 2 A:ON B:OFF 3/4/0.1 0dB MAX Reset Memory 3 4 Druk herhaaldelijk op k / n om het geheugennummer dat u wilt oproepen te selecteren en druk vervolgens op h. “Load: ENTER” zal in de rechter benedenhoek van het venster verschijnen. 5 Druk op ENTER om de instellingen op te roepen. y GEAVANCEERDE BEDIENING De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u gewoon oproepen door gewoon op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te drukken. Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory 1? Yes:Press Again” op het display op het voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen op te roepen. 1 MEMORY 2 9 0 Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory 2? Yes:Press Again” op het display op het voorpaneel verschijnen. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen op te roepen. 1 MEMORY 2 9 0 Nederlands 71 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen. Bedieningstoetsen ■ Bedienen van dit toestel De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen. SYSTEM POWER POWER TV AV STANDBY POWER A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Uitleesvenster AMP/SOURCE/ TV Zet op AMP om dit toestel te bedienen. SELECT AMP + + + TV VOL CH VOL – – – SOURCE TV MUTE TV INPUT MUTE PRESET TOP TV EXIT TITLE PURE DIRECT MENU PRG SELECT BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 0 De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Met de A/B toetsen en de ingangskeuzetoetsen kunt u zoals hieronder aangegeven een andere set bedieningstoetsen kiezen. * Gebruik de A/B toetsen om andere componenten te bedienen, ongeacht of ze op dit toestel zijn aangesloten of niet. Fabrieksinstelling: A...LD-speler B...Cassettedeck +10 POWER TV AV STANDBY POWER A B PHONO TUNER AUDIO SELECT SLEEP V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD POWER POWER MULTI AV CH IN TVCD SELECT AMP + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT SOURCE TV + PRESET TOP A SPEAKERS B ENT. + MUTE TV VOL EXIT MENU BAND PRG SELECT CH PURE DIRECT – TITLE – TV MUTE FREQ/TEXT FREQ/RDS EON MODE PTY PTY SEEK SEEK START START MODE Uitleesvenster ENTER TVNIGHT INPUT AUDIO PRESET TOP EXIT A/B/C/D/E TITLE REC MENU STRAIGHT PRG SELECT BAND RETURN DISPLAY NIGHT DISC SKIP OFF ON SELECT k / n schakelt de bediening over naar een andere component zonder de op dit toestel ingestelde signaalbron te veranderen. SYSTEM POWER EFFECT ENTER MACRO LEARN CLEAR RE–NAME STEREO 1 ENTERTAIN 2 5 6 1 MEMORY 2 9 0 EON EXTD. SUR DISPLAY 7 8 MUSIC ENTERTAIN 1 A SPEAKERS2 B ENT. +10 THX REC A/B/C/D/E 4 STEREO FREQ/RDS AUDIO MOVIE 3 STANDARD RETURN SELECT THX Component set bedieningstoetsen Door de juiste afstandsbedieningscode in te stellen kunt u tot maximaal 14 verschillende componenten bedienen (zie bladzijde 82). MUSIC STANDARD 5 6 1 MEMORY 2 9 0 MODE PTY SEEK START MOVIE 3 4 SELECT EXTD SUR. 7 AMP/ SOURCE/ TV Zet op SOURCE om de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component te bedienen. Zet op TV om de televisie te bedienen (u moet de juiste afstandsbedieningscode hebben ingesteld voor DTV of PHONO). GEAVANCEERDE BEDIENING 9 De toetsen binnen de stippellijnen kunnen in elke stand worden gebruikt om dit toestel te bedienen (SYSTEM POWER, STANDBY, SLEEP, AUDIO SELECT, de ingangsselectietoets en, VOL +/–, MUTE, PURE DIRECT en STRAIGHT/ EFFECT). ■ Bedienen van andere componenten 8 A SPEAKERS B +10 ENT. DISC SKIP FREQ/TEXT FREQ/RDS OFF ON MACRO LEARN CLEAR EON EON MODE MODE PTY PTYSEEK SEEK START START RE–NAME REC DISC SKIP Nederlands 71 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Bedienen van optionele apparatuur (OPTN set) OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat. Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op n te drukken tot OPTN in het uitleesvenster verschijnt. Opmerkingen • U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 74 voor het programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen. • De OPTN set kan niet worden gebruikt wanneer “2001” of “2003” is geselecteerd in het versterker Archief (zie bladzijde 73). Instellen van afstandsbedieningscodes U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Archief (componentencategorie) Standaard YAMAHA Code A LD 2200 B TAPE 2700 Ingang PHONO TV – TUNER TUNER 2602 CD CD 2300 MULTI CH INPUT DVD 2102 V-AUX VCR – CBL/SAT CABLE – MD/TAPE MD 2500 CD-R CD-R 2400 DTV TV – VCR 1 VCR – DVR/VCR2 DVR 2807 DVD DVD 2102 Opmerking Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk op een ingangskeuzetoets om de broncomponent die u wilt instellen te selecteren. A 72 B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 3 Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. De namen van het archief (bijv. “L;DVD”) en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. Instellen van tuner afstandsbedieningscodes Selecteer één van de volgende codes om de tuner afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en het toestel op de tuner door op de afstandsbediening op TUNER te drukken en wijzig vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningscode. Afstandsbediening tuner ID Tuner archiefcode LEARN Functie (afstandsbedieningsinstelling) y Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component te selecteren. (de instelling van dit toestel: zie bladzijde 87) 2602 (begininstelling) Om dit toestel te bedienen met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2603 Om dit toestel te bedienen middels een alternatieve code. ID2 Opmerkingen Opmerking • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. Als u een ander archief (componentencategorie) wilt gebruiken, dient u op l / h te drukken. U kunt een ander soort component instellen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassette), L;TUN (tuner), L;AMP*, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR * De code voor het versterkerarchief (L;AMP) is voorgeprogrammeerd op “2000” om dit toestel te bedienen. Indien nodig kunt u echter één van de volgende 4 codes gebruiken. Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel apart kunt bedienen. 4 Opmerking “0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen code is ingesteld. 5 Afstandsbediening ID Functie (afstandsbedieningsinstelling) 2000 (begininstelling) Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te voeren. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. (de instelling van dit toestel: zie bladzijde 87) Om dit toestel te bedienen met de standaardcode. 2002 Om dit toestel te bedienen middels een alternatieve code. 2003 Om dit toestel te bedienen middels een alternatieve code. Om de Zone 2 of Zone 3 functies van andere YAMAHA receivers/versterkers te bedienen (zie bladzijde 83). ID1 (begininstelling) ID2 MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. y Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6. 73 Nederlands 2001 Om dit toestel te bedienen met de standaardcode. Om de Zone 2 of Zone 3 functies te bedienen (zie bladzijde 83). 6 STEREO GEAVANCEERDE BEDIENING Instellen van AMP afstandsbedieningscodes Selecteer één van de volgende codes om de AMP afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode. AMP archiefcode Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 7 Overnemen van functies van andere afstandsbedieningen (Leerfunctie) Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN 8 Druk op één van de grijze toetsen hieronder om te kijken of u de component in kwestie kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste afstandsbedieningscode ingesteld. SYSTEM POWER POWER TV AV A B STANDBY POWER AUDIO SELECT SLEEP FREQ/TEXT FREQ/RDS EON MODE MODE PTY PTYSEEK SEEK START START MULTI CH IN CBL/SAT MD/TAPE CD-R VCR 1 DVR/VCR2 DVD TUNER V-AUX DTV Opmerking REC DISC SKIP CD PHONO Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn met de afstandsbedieningscode, of als er geen geschikte afstandsbedieningcode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de Leerfunctie te gebruiken. U kunt alle toetsen in een bepaalde set zelf opnieuw programmeren (zie bladzijde 71). De toetsen kunnen apart voor elke component worden geprogrammeerd. OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.) y Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’ (zie “Overnemen van functies van andere afstandsbedieningen (Leerfunctie)”) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken • Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes. SOURCE TV 2 3 Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste component. A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Leg deze afstandsbediening en de andere ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn. CD AUDIO SELECT STANDBY MULTI CH IN SLEEP POWER SYSTEM B DVD CD-R AV TUNER MD/TAPE POWER A DVR/VCR2 TV PHONO VCR 1 CBL/SAT POWER DTV V-AUX SELECT 5 tot 10 cm 74 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 4 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en de naam van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. 7 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie te verlaten. LEARN Opmerkingen LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3 seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. 5 Druk op de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren. “LEARN” verschijnt in het uitleesvenster. AUDIO SELECT STANDBY SLEEP POWER SYSTEM B AV CD-R MULTI CH IN POWER CD A MD/TAPE TV TUNER POWER CBL/SAT DVD SELECT TV AMP SOURCE V-AUX + PHONO – VOL DVR/VCR2 + VCR 1 – CH PURE DIRECT AUDIO NIGHT STRAIGHT DTV – MUTE EXIT MENU PRG SELECT DISPLAY A/B/C/D/E + TV INPUT PRESET ENTER TV VOL TOP TV MUTE TITLE BAND RETURN Houd de toets waarvan u de functie wilt overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster verschijnt. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het overnemen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 5. CD AUDIO SELECT STANDBY MULTI CH IN SLEEP POWER SYSTEM B DVD CD-R AV TUNER MD/TAPE POWER A DVR/VCR2 TV PHONO VCR 1 CBL/SAT POWER DTV SELECT V-AUX GEAVANCEERDE BEDIENING 6 • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies. • In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – Wanneer de batterijen in deze of in de andere afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. – Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te groot of te klein is. – Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet goed op elkaar gericht zijn. – Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen continu is of zeer ongewoon. y Nederlands • Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren. • Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 5 en 6. 75 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Veranderen van de namen van signaalbronnen in het uitleesvenster 5 Druk op l / h om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen. PRESET U kunt de naam die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component op een bepaalde ingang heeft aangesloten. ENTER A/B/C/D/E 6 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 y Druk op een ingangskeuzetoets om de signaalbron die u een nieuwe naam wilt geven te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Druk op ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de naam met succes is veranderd. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6. 7 Druk nog eens op RE-NAME om de functie voor het geven van nieuwe namen te verlaten. RE-NAME 3 Opmerking Druk met een balpen of iets dergelijks RE-NAME in. RE-NAME Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog eens ingedrukt. 4 Druk op k / n om een teken te selecteren en in te voeren. Door op n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. (Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.) PRESET ENTER A/B/C/D/E 76 “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Gebruiken van de Macro functie De Macro functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de Macro functie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 78). Druk op een macrotoets CD Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden SYSTEM POWER CD Macrotoetsen Eerste Tweede Derde STANDBY STANDBY — — SYSTEM SYSTEM POWER POWER (*1) POWER (CD set) (*2) TV — A — — — B — — — PHONO PHONO — TUNER TUNER CD CD MULTI CH IN MULTI CH IN — V-AUX V-AUX — CBL/SAT — CBL/SAT (*3) — (CD set) (*4) SYSTEM POWER MD/TAPE MD/TAPE CD-R CD-R DTV DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD VCR 1 DVR/VCR2 DVD (MD/TAPE set) (*4) GEAVANCEERDE BEDIENING (*1) (CD-R set) (*4) — (VCR 1 set) (*4) (DVR/VCR 2 set) (*4) (DVD set) (*4) *1 77 Nederlands U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component.) *2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 72), kunt u uw TV aan zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO. *3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet. *4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 74) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 72). KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ De macrofunctie ■ Programmeren van macro’s Macrotoetsen SYSTEM POWER POWER TV AV A B STANDBY POWER AUDIO SELECT SLEEP FREQ/TEXT FREQ/RDS EON MODE MODE PTY PTY SEEK SEEK START START REC PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN MACRO ON/OFF 1 Zet MACRO ON/OFF op ON. 2 Druk op een macrotoets. CLEAR RE–NAME MACRO Opmerkingen • Wanneer u klaar bent met de Macro functie, moet u MACRO ON/OFF op OFF instellen. • Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een Macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen). • Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is. U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de afstandsbediening een aantal instructies uit te laten voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het regelen van het volume, in een macro te programmeren. Opmerkingen • De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist. • Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in. “MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster. MACRO Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt. 3 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken. De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Opmerking “AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op een andere dan een macrotoets drukt. 78 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 4 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor de functies die u wilt opnemen in de macro. U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen en zal de macrofunctie automatisch worden afgesloten. Wissen van ingestelde functies U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies, macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE SYSTEM POWER POWER TV AV STANDBY POWER A B PHONO TUNER CD V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD MCR 2: AV POWER 2 AUDIO SELECT SLEEP TV MCR 3: AUDIO SELECT 3 MULTI CH IN 2 MCR 1: DVD 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CLEAR in. “CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster. CLEAR Geeft het aantal macrostappen aan dat u heeft geprogrammeerd Knippert om en om zodat u de volgende stap kunt programmeren Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt. 3 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren. L;CD Opmerking Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert. 5 Druk nog eens op MACRO wanneer u alle gewenste stappen geprogrammeerd heeft. Opmerking “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. 4 Houd CLEAR nog eens tenminste 3 seconden ingedrukt. “WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het uitleesvenster verschijnen. GEAVANCEERDE BEDIENING (L; naam van een component) Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste component. L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen voor dit toestel. L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies. M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s. RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen. FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet deze terug op de fabrieksinstellingen. CLEAR y Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie). Nederlands Geheugen back-up Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde afstandsbedieningscodes en andere functies opnieuw programmeren. Opmerking “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren. 79 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 5 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten. CLEAR Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. Wissen van individuele functies ■ Wissen van een overgenomen (‘geleerde’) functie U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP SOURCE TV 2 3 Druk op een ingangskeuzetoets om de broncomponent met de functie die u wilt wissen te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. 80 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 4 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. FREQ/TEXT EON 3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. DTV MODE PTY SEEK START VCR 1 DVR/VCR2 DVD REC REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR DISC SKIP RE–NAME OFF y Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie. 6 Druk nog eens op LEARN om deze functie te verlaten. MACRO LEARN CLEAR RE–NAME y • Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4. • Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). 5 ON • Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). 4 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de macro programmeerfunctie. 5 Druk nog eens op MACRO om deze functie te verlaten. Opmerkingen Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Wissen van een macrofunctie U kunt de functie wissen die onder een bepaalde macrotoets is geprogrammeerd. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in. “MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster. MACRO Nederlands Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt. 81 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Bedienen van andere componenten Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur. Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor die component. 1 2 + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE SYSTEM POWER POWER STANDBY POWER TV AV A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD PRESET TOP EXIT TITLE MENU BAND PRG SELECT 6 TV PURE DIRECT NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E 7 8 SELECT AMP 3 + + + TV VOL CH VOL – – – RETURN DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. THX 5 6 1 MEMORY 2 9 0 7 TOP TV INPUT 9 TV MUTE PRESET EXIT TITLE MENU BAND PRG SELECT FREQ/TEXT FREQ/RDS EON 0 A 8 A SPEAKERS B +10 ENT. SOURCE TV MUTE 4 STRAIGHT B MODE MODE PTY PTY SEEK SEEK START START REC DISC SKIP PURE DIRECT 5 OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DVD-speler/ VCR DVD-recorder 1 2 3 AV POWER Aan/uit *1 aan/uit *2 Kabel TV/ TV satellietontvanger Aan/uit *1 Aan/uit *1 *2 LD-speler CD-speler VCR aan/uit *3 Aan/uit *1 *2 *1 DISPLAY Aan/uit *1 *2 *2 MD-recorder/ CD-recorder Cassettedeck Tuner Aan/uit *1 Aan/uit *1 *2 Aan/uit *1 *2 TV aan/uit *2 TV POWER TV TV VOL + TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 Volume + TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV VOL – TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 Volume – TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 TV volume – *2 CH + TV kanaal + *2 Kanaal + Kanaal + Kanaal + TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 CH – TV kanaal – *2 Kanaal – Kanaal – Kanaal – TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV INPUT TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 Ingang TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV MUTE TV aan/uit TV aan/uit Aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV aan/uit TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 Tijdelijk uitschakelen TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 geluidsweergave Titel Titel Band Programma selectie*5 4 5 TITLE Titel MENU Menu Menu Menu 6 ENTER Menu Enter Menu selectie Menu selectie k Menu op Menu op Menu op Voorkeuzezenders hoger (1 t/m 8) n Menu neer Menu neer Menu neer Voorkeuzezenders lager (1 t/m 8) Menu links Menu links Menu links Voorkeuzegroepen lager (A t/m E) h Menu rechts Menu rechts Menu rechts 7 8 RETURN Terug Terug Terug Terug 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen 9 ll Terug zoeken Terug zoeken VCR terug zoeken*3 VCR terug zoeken*3 Terug zoeken hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken*3 VCR vooruit zoeken*3 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken EON *4 b Terug springen Hoofdstuk/ Terug springen Terug springen Terug springen Richting terug PTY MODE *4 a Vooruit springen Hoofdstuk/ Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Richting vooruit PTY START *4 REC/ DISC SKIP Disc overslaan (speler) Opname Opname (recorder) Disc overslaan Opname Opname s Stop Stop VCR stop Stop Stop Stop Stop e Pauze Pauze VCR pauze *3 Pauze Pauze Pauze Pauze h Weergave Weergave VCR weergave *3 VCR weergave *3 Weergave Weergave Weergave Weergave AUDIO Audio DISPLAY Display Display Display l 0 A B *1 *2 *3 *4 *5 ENTER Titel VCR opname *3 Richting A/B Cijfertoetsen VCR opname *3 *3 VCR stop *3 VCR pauze *3 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Terug zoeken Terug zoeken Voorkeuzegroepen hoger (A t/m E) Voorkeuzezenders (1-8) Terug zoeken FREQ *4 Audio Display Enter Display Display Display *5 Enter/oproepen Enter/cijfertoets Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO. Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set. Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1. Deze toetsen functioneren alleen op modellen voor Europa en het V.K. Deze toetsen gelden alleen op modellen voor de V.S. 82 ZONE 2/ZONE 3 ZONE 2/ZONE 3 Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer en in de tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening. Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel. Zone 2/Zone 3 aansluitingen Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte. • Een videomonitor voor de tweede ruimte. y OUT IN IN OUT CONTROL OUT Dit toestel • Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2/Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen. • Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft u waarschijnlijk geen aparte infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten. ■ Systeemconfiguratie en aansluitvoorbeeld Met externe versterkers Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u “External” te selecteren bij Zone2 Amplifier (bladzijde 68). ZONE 3 AUDIO OUT ZONE 2 VIDEO OUT GEAVANCEERDE BEDIENING ZONE 2 AUDIO OUT SP OUT Versterker Versterker MONITOR OUT DVD-speler (of andere component) VIDEO IN AUDIO IN Dit toestel MAIN SYSTEEM Afstandsbediening Afstandsbediening Infrarood-ontvanger Infrarood-ontvanger ZONE 2 ZONE 3 Infrarood-zender Eerste ruimte REMOTE OUT Tweede ruimte Derde ruimte REMOTE 1 IN REMOTE 2 IN Nederlands Opmerkingen • Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte. • Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal. 83 ZONE 2/ZONE 3 Gebruiken van de interne versterker van dit toestel Om de interne versterker van dit toestel te gebruiken, dient u “Internal” te selecteren bij Zone2 Amplifier 2 (bladzijde 68). R L + – PRESENCE/ ZONE 2 Tweede ruimte Dit toestel Bediening van Zone 2/Zone 3 via het voorpaneel 3 U kunt de signaalbron of het volumeniveau regelen voor componenten in Zone 2 en Zone 3 met ZONE CONTROL op het voorpaneel. 1 ZONE CONTROL Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen. Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE. DVD DTV SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R TUNER CBL/SAT VCR 1 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op het voorpaneel om de zone te kiezen die u bij stap 2 heeft geselecteerd. CD DVR/ VCR 2 ZONE 2 ZONE 3 REC OUT/ZONE 2 MAIN 2 y Druk op MAIN, ZONE 2 of ZONE 3 om de zone te selecteren waarvoor u de signaalbron of het volumeniveau wilt regelen. • U moet deze stap binnen 5 seconden nadat u op ZONE CONTROL op het voorpaneel heeft gedrukt voltooien. Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL nog eens ingedrukt. • De begininstelling is “ZONE 2” wanneer zowel de Zone 2 als de Zone 3 componenten aangesloten op dit toestel zijn ingeschakeld. • Als u bij stap 2 MAIN heeft geselecteerd, zal er geen indicator knipperen op het display wanneer er op ZONE CONTROL wordt gedrukt. ZONE ON/OFF MAIN ZONE 2 ZONE 3 Druk herhaaldelijk op de bijbehorende toets om de betreffende zone aan of uit te zetten. U kunt kiezen uit de volgende functies: ZONE2 ZONE3 MAIN Bedient de Zone 2 component die is verbonden met de ZONE 2 AUDIO L/R aansluitingen van dit toestel. Bedient de Zone 3 component die is verbonden met de ZONE 3 AUDIO L/R aansluitingen van dit toestel. Bedient de hoofdcomponent (dit toestel). 4 Gebruik INPUT of VOLUME op het voorpaneel om over te schakelen naar een andere signaalbron of het volume voor de geselecteerde zone-component te regelen. VOLUME INPUT of y U moet deze stap binnen 5 seconden na het uitvoeren van stap 2 voltooien. Zoniet, dan zal de zone-keuzefunctie automatisch worden geannuleerd. Herhaal in dit geval de stappen 2 en 3 nog een keer. 84 ZONE 2/ZONE 3 Bediening van Zone 2/Zone 3 met de afstandsbediening ■ Zone 2/Zone 3 bediening 1 Voor Zone 2/Zone 3 kunt u ook de meegeleverde afstandsbediening gebruiken. U kunt zelfs onafhankelijk van wat er in de eerste ruimte afgespeeld wordt vanuit de tweede/derde ruimte een signaalbron kiezen en componenten bedienen die zich in de eerste ruimte bevinden. Druk net zo vaak op SELECT k tot “ZONE 2” of “ZONE 3” in het uitleesvenster verschijnt. SELECT ■ Inschakelen van de Zone functie op de afstandsbediening Hierdoor kunt u de afstandsbediening omschakelen voor gebruik in een andere ruimte en, de ingangskeuzetoetsen, STANDBY, SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/– alleen voor de apparatuur in die ruimte gebruiken. 1 Zet REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE. of 2 Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor Zone 2 of Zone 3 in te schakelen. 3 Druk op de ingangskeuzetoets voor de signaalbron waar u in de tweede/derde ruimte naar wilt luisteren. In het uitleesvenster verschijnt “2: naam van de geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de geselecteerde signaalbron” als de afstandsbediening in de Zone 2/Zone 3 stand staat. SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV TUNER CBL/SAT VCR 1 CD DVR/ VCR 2 REC OUT/ZONE 2 2 3 Herhaal de stappen 1 t/m 3 van de procedure “Instellen van afstandsbedieningscodes” op bladzijde 72. Druk op l / h en selecteer “L;AMP”. A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD PRESET Opmerking ENTER 4 Druk op ENTER. “2000” verschijnt in het uitleesvenster. 5 Voer de code “2001” of “2003” in. Voor details, zie bladzijde 73. 6 Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. 4 U kunt dit toestel bedienen vanuit Zone 2 of Zone 3 met de ingangskeuze-, STANDBY, SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/– toetsen. GEAVANCEERDE BEDIENING Signalen die binnenkomen via de V-AUX en PHONO aansluitingen kunnen niet worden doorgestuurd naar Zone 2/Zone 3. A/B/C/D/E SYSTEM POWER POWER TV AV STANDBY POWER A B AUDIO SELECT SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN SELECT AMP V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD + + + TV VOL CH VOL SOURCE – – – TV MUTE TV INPUT MUTE TOP TITLE 7 EXIT * PURE DIRECT MENU * VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer Zone2 Volume of Zone3 Volume is ingesteld op “Variable” in het GUI menu (zie bladzijde 68). Nederlands Druk op LEARN om deze Zone instelling af te sluiten. De afstandsbediening kan nu vanuit Zone 2 of Zone 3 dit toestel bedienen. PRESET TV LEARN 85 ZONE 2/ZONE 3 5 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3 functie af te sluiten. Opmerkingen • De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron die u opneemt. • “ZONE2” of “ZONE3” zal alleen in het uitleesvenster verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en “SYSTM” alleen wanneer er op n wordt gedrukt. ■ Aan of uit (standby) zetten van dit toestel SYSTEM POWER en STANDBY werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde functie zoals die in het uitleesvenster verschijnt. • Wanneer u de normale, Zone 2, of Zone 3 heeft geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2, of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten. • Wanneer de System functie is geselecteerd, of wanneer “2000” of “2002” (zie bladzijde 73) is geselecteerd als versterker-archief (L;AMP) code, kunt u met SYSTEM POWER alleen het hoofdtoestel zelf aan zetten. Als u echter op STANDBY drukt zal alles (het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3) tegelijkertijd uit (standby) worden gezet. Uitleesvenster SYSTEM POWER/ STANDBY Naam component Hiermee zet u alleen het hoofdtoestel aan of uit (standby). Zone 2 stand “Zone2” of “2:naam van de component” Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby). Zone 3 stand “Zone3” of “3:naam van de component” Hiermee zet u Zone 3 aan of uit (standby). “SYSTM” SYSTEM POWER: zet alleen het hoofdtoestel aan. STANDBY: hiermee zet u alles (het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3) tegelijkertijd uit (standby). Normale stand* Systeem stand * “MAIN” zal een paar seconden worden getoond wanneer SYSTEM POWER of STANDBY wordt ingedrukt. Opmerking Om Zone 2 en Zone 3 weer apart te kunnen bedienen wanneer de systeembedieningsstand is geselecteerd en het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 uit (standby) staan, dient u op SYSTEM POWER op het hoofdtoestel te drukken en vervolgens de stappen 1 t/m 5 van de procedure onder “Zone 2/Zone 3 bediening” te volgen op de bladzijden 85 en 86. 86 ■ Speciale opmerkingen betreffende DTS materiaal Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u een DTS signaal naar de tweede/derde ruimte probeert te sturen, zal er alleen een luide digitale ruis te horen zijn (die uw luidsprekers kan beschadigen). Daarom dient u de volgende maatregelen te nemen wanneer u DTS materiaal wilt kunnen weergeven. Voor DVD’s de gecodeerd zijn met DTS Er kunnen alleen 2-kanaals analoge audiosignalen naar de tweede/derde ruimte worden gestuurd. Gebruik het discmenu om de gemengde 2-kanaals linker en rechter audio-uitgangen van de DVD-speler op PCM of Dolby Digital weergave te zetten. Voor DTS gecodeerde CD’s Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal. MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Geavanceerd setup menu Dit menu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. 1 U moet het toestel eerst uit (standby) zetten. 2 Houd op het voorpaneel STRAIGHT/EFFECT ingedrukt en druk dan op STANDBY/ON. ■ PRESET (Gebruikersinstelling) Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met uitzondering van System Memory en Auto Setup. Keuzes: CANCEL, RESET • Selecteer “CANCEL” als u de instellingen van dit toestel niet wilt terugzetten. • Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerking Deze instelling heeft geen effect op geavanceerde instelmenu parameters. STRAIGHT STANDBY /ON EFFECT 3 Verdraai PROGRAM om het gewenste menuitem te selecteren. De naam van het geselecteerde item verschijnt op het display op het voorpaneel. PROGRAM 4 Druk op STRAIGHT/EFFECT om deze instelling af te sluiten. ■ REMOTE AMP (Afstandsbediening AMP ID) Hiermee stelt u het ID nummer van dit itoestel n voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 73). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de versterkercode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2000” of “2001”. • Selecteer “ID2” wanneer de versterkercode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2002” of “2003”. ■ REMOTE TUN (Afstandsbediening tuner ID) Hiermee stelt u de tuner ID van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 73). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de tuner-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”. • Selecteer “ID2” wanneer de tuner-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”. ■ FAN MODE (Ventilator instelling) Opmerking < Alleen modellen voor Azië en algemene modellen > De afstandsbediening en VOLUME op het voorpaneel werken niet wanneer u het geavanceerde instelmenu aan het gebruiken bent. ■ TU (Afstemstap tuner) Druk op STANDBY/ON om de nieuwe instelling op te slaan. Het toestel gaat uit (standby). y ■ SP IMP. (Luidsprekerimpedantie) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. ■ LANG. (GUI taal) Hiermee kunt u bepalen in welke taal de grafische gebruikersinterface (GUI) van dit toestel op het scherm weergegeven zal worden. Keuzes: ENGLISH, JAPANESE, FRENCH, GERMAN Kies de gewenste taal. 87 Nederlands Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 6ΩMIN, 8ΩMIN • Selecteer “6ΩMIN” voor luidsprekers van 6 Ohm of hoger. • Selecteer “8ΩMIN” voor luidsprekers van 8 Ohm of hoger. GEAVANCEERDE BEDIENING De nieuwe instelling wordt van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. U kunt de werking van de ventilator van dit toestel ook apart instellen. Keuzes: AUTO, CONT. • Selecteer “AUTO” om de ventilator automatisch te laten reageren op de temperatuur van dit toestel. • Selecteer “CONT.” om de ventilator continu te laten draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel. 5 MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL Voorpaneel display systeem opties menu Dit is een aanvullend menu waarmee u toegang heeft tot de meeste GUI menu-instellingen zonder videomonitor. Gebruik de afstandsbediening om de diverse parameters te openen en in te stellen. AMP + + + TV VOL CH VOL SOURCE – – – TV MUTE TV INPUT MUTE TOP PRESET EXIT TITLE MENU BAND PRG SELECT TV AUDIO Druk net zo vaak op k / n tot u een item geselecteerd heeft en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde item te openen. 4 Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter geselecteerd heeft die u wilt instellen. 5 Druk op ENTER en druk vervolgens herhaaldelijk op l / h om de instelling van het gewenste item te veranderen. 6 Druk op DISPLAY om deze functie te verlaten. 1 PURE DIRECT NIGHT ENTER 3 3-5 A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT 2,6 1 2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP. y Druk op DISPLAY op de afstandsbediening om het menu te openen. Als u door wilt gaan met het wijzigen van instellingen, druk dan op RETURN om terug te keren naar het eerder geselecteerde menu-onderdeel. ■ AUTO SETUP Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken SETUP AUTO • Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker parameters de automatische setup moet instellen. • Correspondeert met Setup Type in het GUI menu (zie bladzijde 29). EQ NATURAL FRONT FLAT • Hiermee kunt u opgeven welke equalizer karakteristieken de automatische setup zal gebruiken. • Correspondeert met Setup Menu – Equalizing in het GUI menu (zie bladzijde 28). START [ENTER] 88 • Gebruik deze mogelijkheid om de automatische setup in werking te stellen. • Correspondeert met Start in het GUI menu (zie bladzijde 29). MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL ■ MANUAL SETUP 1 BASIC MENU Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken A)SPEAKER SET FRONT;;;;SMALL CENTER;;;;;SML SURR LR;;;;SML SURR B;;;SMLx2 PRESENCE;;NONE BASS OUT;;SWFR CrossOver;80Hz SWFR PHASE;NRM • Selecteren van de juiste afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. • Correspondeert met Speaker Set in het GUI menu (zie bladzijde 63). B)SP DISTANCE UNIT;;;;meters FRONT L;;3.00m FRONT R;;3.00m CENTER;;;3.00m SURR L;;;3.00m SURR R;;;3.00m SB L;;;;;3.00m SB R;;;;;3.00m SWFR;;;;;3.00m PRES L;;;3.00m PRES R;;;3.00m • Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. • Correspondeert met Speaker Distance in het GUI menu (zie bladzijde 65). • Stel de eenheid in op “meters” of op “feet” om de afstanden tot de luidsprekers in te voeren in meters of in voeten. UNIT;;;;;;feet FRONT L;;10.00ft FRONT R;;10.00ft CENTER;;;10.00ft SURR L;;;10.00ft SURR R;;;10.00ft SB L;;;;;10.00ft SB R;;;;;10.00ft SWFR;;;;;10.00ft PRES L;;;10.00ft PRES R;;;10.00ft FL-----||----C-----||----FR-----||----SL-----||----SB.L----||----SB.R----||----SR-----||----SWFR-----||----PR.R----||----PR.L----||----- • Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. • Correspondeert met Speaker Level in het GUI menu (zie bladzijde 66). D) TEST TONE TEST TONE;;OFF TEST TONE;;;ON • Produceert een testtoon om het niveau van uw luidsprekers mee te regelen. • Correspondeert met Test Tone in het GUI menu (zie bladzijde 63). E)THX SET SB Dis: <0.3m SB Dis: 0.3-1.2m SB Dis: >1.2m • Wijzig de THX instellingen. • Correspondeert met THX Set in het GUI menu (zie bladzijde 66). GEAVANCEERDE BEDIENING C)SP LEVEL Nederlands 89 MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL 2 SOUND MENU Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken A) LFE LEVEL SP LFE;;;;;;;0 HP LFE;;;;;;;0 • Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. • Correspondeert met LFE Level in het GUI menu (zie bladzijde 59). B) D.RANGE SP D.R;;;;MAX HP D.R;;;;MAX • Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. • Correspondeert met Dynamic Range in het GUI menu (zie bladzijde 59). C)TONE CON FRQ BASS SP 350Hz TRBL SP 3.5kHz • Instellen van de klankkleur voor de luidsprekers en de hoofdtelefoon. • Correspondeert met Tone Control in het GUI menu (zie bladzijde 61). • “BASS SP” en “TRBL SP” zullen verschijnen wanneer er geen hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel, terwijl “BASS HP” en “TRBL HP” verschijnen wanneer er wel een hoofdtelefoon is aangesloten. BASS HP 350Hz TRBL HP 3.5kHz D)AUDIO OPTION A.MUTE;;;;MUTE A.DELAY;;;;0ms PRch >SBch • Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel. • Correspondeert met Audio Option in het GUI menu (zie bladzijde 61). 3 INPUT MENU Onderdeel Sub-onderdelen A) I/O ASSIGN C.V[A] DVD C.V[B] DTV C.V[C]CBL/SAT OUT(1)MD/TAPE OUT(2) CD-R IN (3) CD IN (4) DVD IN (5) DTV IN (6) CBL/SAT IN (7) CD IN (8) DVD IN (9)DVR/VCR2 B) INPUT TRIM DVD;;;;;0.0 Kenmerken • Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten. • Correspondeert met I/O Assignment in het GUI menu (zie bladzijde 56). • Instellen van het uitgangsvolume van elke aansluiting. • Correspondeert met Volume Trim in het GUI menu (zie bladzijde 57). C)AUDIO SELECT >AUTO LAST • Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron. • Correspondeert met Audio Select in het GUI menu (zie bladzijde 69). D)DECODER MODE >AUTO LAST • Selecteren van de door dit toestel gebruikte decoder. • Correspondeert met Decoder Mode in het GUI menu (zie bladzijde 57). E)INPUT RENAME DVD ._ DVD • Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. • Correspondeert met Rename in het GUI menu (zie bladzijde 58). F)MULTI CH IN >6CH 8CH • Selecteert het aantal audiokanalen dat binnenkomt via de MULTI CH INPUT aansluitingen. • Correspondeert met Multi CH Assign in het GUI menu (zie bladzijde 58). 90 MENU’S OP HET DISPLAY OP HET VOORPANEEL 4 HDMI MENU Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken A)INPUT ASSIGN IN 1 DVD IN 2 CBL/SAT • Wijst signaalbronnen (zoals een DVD-speler) toe aan de HDMI IN aansluitingen. • Correspondeert met Input Assign in het GUI menu (zie bladzijde 99). B)SUPPORT AUD. >4600 • Selecteert de HDMI audio signaalbron. • Correspondeert met Support Audio in het GUI menu (zie bladzijde 99). OTHER 5 i.LINK MENU Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken A)INPUT ASSIGN ----> ------> DVD • Selecteert de ingangstoewijzing voor geregistreerde i.LINK componenten. • Correspondeert met Input Assign in het GUI menu (zie bladzijde 94). • “---” verschijnt als er geen i.LINK component is geregistreerd. • De naam van de geregistreerde i.LINK component (“DVD” in dit voorbeeld) zal nu verschijnen. B)AUTO PLAY <---> ----> <-----X-- • Selecteert automatische weergave voor signalen die binnenkomen van op dit toestel aangesloten i.LINK componenten. • Correspondeert met Auto Play in het GUI menu (zie bladzijde 94). PLAYER PLAYER PLAYER PLAYER 6 OPTION MENU Onderdeel Sub-onderdelen Kenmerken DIMMER;;;;;;;0 WALL PAPER;;ON SHORT MSG. ON V CONV.;;;;;ON • Regelen van de GUI schermen en het display op het voorpaneel. • Correspondeert met Display in het GUI menu (zie bladzijde 67). B)MEMORY GUARD MEM.GUARD;;OFF • Vergrendelen van de menu-instellingen. • Correspondeert met Memory Guard in het GUI menu (zie bladzijde 69). C)SURR. INI PRESS DSP Key • Initialiseren van de instellingen voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s. • Correspondeert met Sur.Initialize in het GUI menu (zie bladzijde 68). D)ZONE SET SP B;;;;MAIN • Aanpassen van de Zone B parameters. • Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu (zie bladzijde 68). E)ZONE2 SET OUT VOL;;;VAR. ZONE2 AMP;;EXT • Aanpassen van de Zone 2 parameters. • Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu (zie bladzijde 68). F)ZONE3 SET OUT VOL;;;VAR. • Aanpassen van de Zone 3 parameters. • Correspondeert met Multi Zone in het GUI menu (zie bladzijde 68). GEAVANCEERDE BEDIENING A)DISPLAY SET Nederlands 91 GEBRUIKEN I.LINK GEBRUIKEN i.LINK Wat is i.LINK? Aansluiten van i.LINK componenten i.LINK is een digitale verbindingstechniek met hoge datasnelheden in beide richtingen die voldoet aan een wereldwijde standaard die is goedgekeurd door het “Institute of Electrical and Electronics Engineers” (IEEE). Via i.LINK kunnen i.LINK-compatibele componenten digitale audiosignalen versturen en ontvangen (bitstromen zoals Dolby Digital en DTS; 2-kanaals lineaire PCM signalen; DSD signalen van Super Audio CD’s) via één enkele i.LINK kabel. U kunt audiosignalen laten verwerken door te kiezen tussen de DSD Direct functie, waarbij DSD signalen direct worden doorgestuurd naar DSD-compatibele DAC audio-apparatuur, en de DSD functie, waarbij DSD signalen worden omgezet naar PCM signalen zodat u verzekerd kunt zijn van een rijke weergave via de geluidsvelden. ■ Serieverbindingen U kunt uw componenten ‘kop-aan-staart’ met elkaar verbinden. Op deze manier kunt u maximaal 17 verschillende componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden. Maximum lengte enkele kabel: 4,5 m i.LINK component De i.LINK aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • IEEE1394 Std 1394a-2000 (Standaard voor een seriële bus met hoog prestatieniveau) • A&M Protocol (Audio en Muziek Datatransmissie Protocol 2.1) • DTCP (Digitale Transmissie Inhouds Protectie) ■ i.LINK compatibiliteit met dit toestel Audiosignaaltypen Audiosignaalformaten 2-kanaals Lineair PCM 92 2-kanalen, 32-192 kHz Compatibele i.LINK componenten CD, DVD-Video, DVD-Audio Multikanaals Lineair PCM 5.1 kanalen, 32-96 kHz DVD-Audio Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video DSD 2-kanaals/ 5-kanaals/6-kanaals 2,8224 MHz Super Audio CD i.LINK component ■ Vertakte verbindingen Op deze manier kunt u vanaf een bepaald punt een aftakking maken wanneer u 3 of meet i.LINK aansluitingen beschikbaar heeft. Op deze manier kunt u maximaal 63 verschillende componenten (inclusief dit toestel) met elkaar verbinden. i.LINK component i.LINK ondersteunt op dit moment drie verschillende datasnelheden: 100 Mbps, 200 Mbps en 400 Mbps. Dit toestel ondersteunt ‘hot plugging’, zodat u de IEEE1394 kabel ook kunt aansluiten of loskoppelen wanneer de stroom is ingeschakeld. i.LINK component i.LINK component i.LINK component Maximum lengte enkele kabel: 4,5 m i.LINK component Opmerkingen • Gebruik voor de verbindingen 4-pens IEEE1394 kabels die geschikt zijn voor S400 transmissiesnelheden. Wij raden u ook aan kabels te gebruiken die niet langer zijn dan 3,5 m. • Het systeem zal niet functioneren wanneer er componenten in een lus zijn aangesloten (zodat de uitgangssignalen weer terug kunnen komen bij de oorspronkelijke component). • Dit toestel kan geen dergelijke signalen reproduceren die niet binnenkomen via de i.LINK aansluitingen. • Omdat de datasnelheid kan afhangen van de volgorde waarin de i.LINK componenten aangesloten zijn, kunt u het beste alleen i.LINK componenten met dezelfde datasnelheden met elkaar verbinden. • Sluit geen IEEE1394 kabels aan en koppel ze niet los van dit toestel of andere i.LINK componenten terwijl er nog gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • Wanneer u de IEEE1394 stekker in een i.LINK aansluiting van dit toestel doet, moet u erop letten dat de stekker niet verkeerdom zit. Als u teveel kracht zet om de stekker op de verkeerde manier in de aansluiting te persen, kunt u de aansluiting of de stekker beschadigen. • Zet i.LINK componenten niet aan of uit terwijl er gegevens worden uitgewisseld. Hierdoor kan de weergave gestopt worden. Zet wanneer dit toch gebeurt, dit toestel uit (standby) en vervolgens weer aan. • Andere i.LINK componenten die worden aangesloten op dit toestel moeten DTCP (Digital Transmission Content Protection) ondersteunen. • Dit toestel is alleen geschikt voor i.LINK (AUDIO) componenten. Omdat dit toestel geen ondersteuning biedt voor i.LINK (VIDEO), zijn videosignalen zoals MPEG2-TS (digitale satellietsignalen enz.) of DV (DV-camera, DVD-recorder, enz.) niet geschikt voor dit toestel. • Wanneer dit toestel uit (standby) staat of geheel is uitgeschakeld, kunnen er geen signalen worden doorgegeven aan de volgende i.LINK component in de keten. GEBRUIKEN i.LINK Basisbediening i.LINK Opmerkingen ■ Toewijzen i.LINK componenten Wanneer er een i.LINK component wordt aangesloten zal dit toestel automatisch de aangesloten component herkennen en registreren (tot maximaal 16 i.LINK componenten). Door een i.LINK component aan te wijzen als een bepaalde signaalbron kunt u de video- en audio-ingangssignalen die het toestel van die component ontvangt en de via de i.LINK verbinding ontvangen audiosignalen tegelijk laten weergeven. Zet dit toestel en de aangesloten i.LINK component aan. De i.LINK component wordt als volgt automatisch herkend en geregistreerd. DVD → DTV → CBL/SAT → VCR1 → DVR/VCR2 → V-AUX → PHONO → CD → CD-R → MD/TAPE “LINK CHECK” knippert op het display op het voorpaneel gedurende deze procedure. Opmerkingen • Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde i.LINK component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in het GUI menu (zie bladzijde 94) of INPUT ASSIGN in het systeemopties menu op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). • Er kan slechts n enkele i.LINK component worden toegewezen aan een bepaalde ingang, en ingangen die reeds zijn toegewezen zullen worden overgeslagen. • Als er i.LINK componenten zijn toegewezen aan alle beschikbare signaalbronnen, kunnen er geen i.LINK componenten meer worden toegewezen en kunnen de audiosignalen die worden ontvangen van deze i.LINK componenten niet worden weergegeven via dit toestel. • U kunt de naam van de ingang die is toegewezen aan de geselecteerde i.LINK component laten zien met behulp van de Assign functie in het Information menu (zie bladzijde 94). • U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK component als signaalbron wordt geselecteerd aan/uit zetten met INPUT, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch over te laten schakelen wanneer er een signaal van een aangesloten i.LINK component wordt gedetecteerd (zie bladzijde 94). • Audiosignalen die binnenkomen via de i.LINK aansluitingen worden alleen digitaal gereproduceerd indien AUDIO SELECT op AUTO of op i.LINK is ingesteld als ingangsfunctie, en REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE staat. Veranderen van i.LINK Select parameters Via dit menu kunt u informatie bekijken over geregistreerde i.LINK componenten, geregistreerde componenten die u niet meer gebruikt wissen, of de bedienings- en weergaveinstellingen voor gebruik met i.LINK componenten wijzigen. 1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan. 2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. Het ‘topscherm’ zal nu verschijnen. AMP TOP TITLE SOURCE TV Stereo/Surround Input Select Sound Manual Setup Basic Als een bepaalde i.LINK component is toegewezen aan de naam van een bepaalde signaalbron, dient u de volgende stappen uit te voeren om te luisteren naar weergave van deze geregistreerde i.LINK component. Auto Setup Option 1 Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron die is toegewezen aan de i.LINK component. 2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies “AUTO” of “i.LINK” als ingangsfunctie. V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER System Memory 3 PHONO SP A GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Luisteren naar weergave van i.LINK componenten Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer i.LINK Select. HDMI Information i.LINK Select Information Stereo/Surround Select Input Select Auto Play dB VOLUME A.SEL:AUTO L R of V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER PHONO SP A 3 Laat de aangesloten i.LINK component beginnen met afspelen. dB VOLUME L R 4 Druk op ENTER of h en druk vervolgens herhaaldelijk op k / n om de instelling vh gewenste item te veranderen. 5 Druk op EXIT. Nederlands A.SEL:i.LINK 93 GEBRUIKEN i.LINK ■ Information (Informatie) Via deze functie kunt u de volgende informatie laten verschijnen: bedieningstoestand van geregistreerde i.LINK apparatuur, geregistreerde i.LINK apparatuur die verwijderd is en i.LINK signalen die op dit moment worden ontvangen. i.LINK Select > Information > Keuzes: Details, Delete, Protect, i.LINK Status • Selecteer Details om de volgende informatie te laten verschijnen over de geselecteerde i.LINK component. – Vendor: Toont de naam van de fabrikant van uw i.LINK component. – Model: Laat de modelnaam van uw i.LINK component zien. – Active (aangesloten) of Non Active (niet aangesloten): Laat zien of uw i.LINK component is aangesloten. – Audio (voor audiosignalen) of Non Audio (voor andere dan audiosignalen): Laat zien of uw i.LINK component het afspelen van audiosignalen ondersteunt. – Assign: Toont de naam van de signaalbron die is toegewezen aan de geselecteerde i.LINK component. • Selecteer Delete om de geselecteerde i.LINK component te wissen uit de lijst met geregistreerde componenten. Druk op ENTER om te wissen. U kunt alleen niet-actieve en onbeveiligde i.LINK componenten verwijderen. • Selecteer Protect om te voorkomen dat de geselecteerde i.LINK component per ongeluk gewist wordt. • Selecteer i.LINK Status om de bedieningstoestand te laten zien van i.LINK signalen die op dit moment binnenkomen. U kunt deze functie ook gebruiken om alle niet-actieve en onbeveiligde i.LINK componenten allemaal tegelijk in één keer te verwijderen. Opmerking Informatie over niet-geregistreerde i.LINK componenten is niet beschikbaar via het GUI menu. Deze i.LINK componenten kunnen niet met dit toestel worden gebruikt, alhoewel hun signalen wel kunnen worden doorgegeven aan andere i.LINK apparatuur. ■ Select (Input select) Hiermee kunt u kiezen welk audiosignaal van welke i.LINK component zal worden weergegeven. i.LINK Select > Select > Selecteer de naam van de gewenste component en druk op ENTER om de signaalbron om te schakelen. Wanneer u de gewenste component geselecteerd heeft, zullen de informatie over de fabrikant en het model samen met de toegewezen signaalbron getoond worden. 94 ■ Input Assign (Ingangen toewijzen) Met deze functie kunt u de signaalbronnaam die is toegewezen aan een geregistreerde i.LINK component wijzigen. U kunt de i.LINK component toewijzen aan een willekeurige signaalbronnaam (PHONO t/m V-AUX). i.LINK Select > Input Assign > Keuzes: PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, No Assignment 1 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste i.LINK component te selecteren en druk vervolgens op h. 2 Druk herhaaldelijk op k / n om de signaalbronnaam voor deze i.LINK component te selecteren en druk op ENTER. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). ■ Auto Play (Automatische weergave) U kunt het automatisch afspelen wanneer een i.LINK component als signaalbron wordt geselecteerd met INPUT aan/uit zetten, of u kunt kiezen om dit toestel automatisch over te laten schakelen wanneer er een signaal van een aangesloten i.LINK component wordt gedetecteerd. i.LINK Select > Auto Play > Keuzes: ← – → Player, → → → Player, ← ← ← Player, – X – Player • Selecteer ← – → Player als u wilt dat de met de INPUT geselecteerde i.LINK component automatisch begint te spelen en dat dit toestel automatisch overschakelt naar een i.LINK component die begint te spelen. • Selecteer → → → Player als u de i.LINK component die wordt geselecteerd met INPUT automatisch wilt laten beginnen met afspelen. • Selecteer ← ← ← Player wanneer u wilt dat dit toestel automatisch overschakelt naar een i.LINK component die begint met afspelen. • Selecteer – X – Player om automatische weergave van i.LINK componenten uit te schakelen. Door deze instelling voorkomt u ook dat het toestel automatisch overschakelt naar een i.LINK component. y Dit menu-onderdeel is ook beschikbaar via het menusysteem op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). GEBRUIKEN i.LINK i.LINK displaymeldingen ■ Status displaymeldingen Afhankelijk van de toestand waarin dit toestel zich bevindt, kunnen de volgende meldingen op het display op het voorpaneel verschijnen. Melding Inhoud Knippert wanneer de aansluiting van een i.LINK component wordt gecontroleerd.* LINK CHECK * De weergave kan stoppen wanneer deze melding wordt getoond. ■ Foutmeldingen De volgende meldingen verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer er een verbindings- of registratiefout wordt gedetecteerd. Melding Oorzaak Oplossing De capaciteit van de 1394 bus wordt volledig benut en er kunnen derhelave geen gegevens meer worden overgebracht. U kunt dit probleem oplossen door i.LINK componenten die u niet gebruikt los te koppelen. CANNOT LINK De aangesloten i.LINK component wordt niet herkend omdat de aansluiting onvolledig is. Controleer of alle i.LINK componenten correct zijn aangesloten met behulp van IEEE1394 kabels. LOOP CONNECT Dit toestel en de i.LINK component zijn op elkaar aangesloten via een lus (zodat de uitgangssignalen weer terug kunnen komen bij de oorspronkelijke component). Maak de IEEE1394 kabels los en verbindt de componenten opnieuw, in serie of met vertakkingen. NODE OVER Er zijn meer dan 63 i.LINK componenten (inclusief dit toestel) aangesloten. Verminder het aantal aangesloten componenten. HOP OVER Er zijn meer dan 15 i.LINK componenten in serie op elkaar aangesloten. Verminder het aantal i.LINK componenten dat is aangesloten tussen de twee eindcomponenten tot 15 of minder. BUS FULL Als er een langzame i.LINK component (S100 of S200) is aangesloten tussen dit toestel en de i.LINK (AUDIO) component die u wilt weergeven, is het mogelijk dat het gegevensverkeer hierdoor belemmerd wordt. U kunt dit probleem oplossen door de volgorde waarin de diverse i.LINK componenten op dit toestel zijn aangesloten zo te veranderen dat dit toestel direct is verbonden met de i.LINK (AUDIO) component die u wilt weergeven. Er is een nieuwe i.LINK component aangesloten op dit toestel terwijl er al 16 i.LINK componenten zijn geregistreerd. Dit toestel kan maximaal 16 i.LINK componenten registreren. REGIST. OVER Verwijder eventueel ongebruikte geregistreerde i.LINK componenten uit de lijst met geregistreerde componenten en sluit de i.LINK component die wilt laten registreren opnieuw aan. Zie “Veranderen van i.LINK Select parameters” op bladzijde 93. GEAVANCEERDE BEDIENING Sluit de i.LINK componenten opnieuw aan met vertakkingen. ■ i.LINK indicator Wanneer er een i.LINK component is aangesloten en dit toestel signalen weergeeft die binnenkomen via de i.LINK aansluitingen. Knippert Wanneer er een i.LINK component is aangesloten, maar dit toestel signalen weergeeft die binnenkomen via andere aansluitingen dan i.LINK, of wanneer er geen signalen binnenkomen via de i.LINK aansluitingen. Off Er is geen i.LINK apparatuur aangesloten. 95 Nederlands Licht op GEBRUIKEN HDMI GEBRUIKEN HDMI Wat is HDMI? HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video) interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie – DTV). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. Opmerkingen • Video- of audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur (zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van andere apparatuur (zoals een projector). • U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te verbinden met andere HDMI-compatibele componenten. Gebruik een HDMI kabel die niet langer is dan 5 m om verzekerd te kunnen zijn van een betrouwbare werking en om verslechtering van de videokwaliteit te voorkomen. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. 96 • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. • GUI displays (menuschermen bijvoorbeeld) of analoge videosignalen die binnenkomen via video ingangsaansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Om analoge videosignalen weer te kunnen geven moeten deze verbonden worden met analoge video uitgangsaansluitingen. • Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen van Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een DVD-speler) aansluiten op de i.LINK aansluiting of de MULTI CH INPUT aansluitingen. • Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet kunnen worden weergegeven. Als de DVD-speler die is aangesloten op dit toestel geen DVD multikanaals audiosignalen produceert via de HDMI OUT aansluiting, kunt u de DVD-speler verbinden met de i.LINK aansluiting of de analoge multikanaals audio ingangsaansluitingen. • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby) staat of geheel is uitgeschakeld. • Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel, dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in kwestie te raadplegen. • Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van het soort HDMI videosignaal. • Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. ■ HDMI compatibiliteit met dit toestel Audiosignaaltypen Audiosignaalformaten Compatibele HDMI componenten 2-kanaals Lineair PCM 2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio enz. Multikanaals Lineair PCM 5.1 ch, 32-96 kHz, 16/20/24 bit DVD-Audio enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz. GEBRUIKEN HDMI ■ HDMI indicator Aansluiten van HDMI componenten Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen. ■ HDMI video- en audiosignaalrichtingen Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met Select in het GUI menu (zie bladzijde 98) of met INPUT op het voorpaneel, worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een eventuele hoofdtelefoon en via REC OUT. DVD-speler Videosignalen TV Dit toestel Videosignalen HDMI IN HDMI OUT Audiosignalen Licht op wanneer er een HDMI component is aangesloten en dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen via HDMI. Knippert wanneer er een HDMI component is aangesloten, maar dit toestel audiosignalen weergeeft die binnenkomen via andere dan de HDMI aansluitingen, of als er geen audiosignalen binnenkomen via de HDMI aansluitingen. Gaat uit wanneer er geen HDMI apparatuur is aangesloten. HDMI OUT Audiosignalen HDMI IN Audiosignalen Luidsprekers Hoofdtelefoon REC OUT Opmerkingen • Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT aansluitingen. • Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden alleen gereproduceerd via REC OUT wanneer REC OUT/ZONE 2 op het voorpaneel op SOURCE/REMOTE staat. Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige audiosignalen niet worden gereproduceerd via REC OUT. ■ Aansluiten van HDMI videocomponenten HDMI OUT Digitale videosignalen Component coaxiaal Component D Component coaxiaal Component D Analoge videosignalen S-video S-video Analoge videosignalen Component RCA Component RCA Analoge videosignalen GEAVANCEERDE BEDIENING HDMI IN 1 HDMI IN 2 ■ Aansluiten van HDMI audiocomponenten i.LINK (AUDIO) HDMI IN 1 HDMI IN 2 HDMI OUT Digitale audiosignalen Digitale audio (optisch/ coaxiaal) Digitale audio (optisch/ coaxiaal) Digitale audiosignalen Analoge audio Analoge audio Analoge audiosignalen ■ Foutmeldingen Nederlands Wanneer er iets mis gaat, zal er een foutmelding verschijnen op het GUI beeldscherm of het display op het voorpaneel. Device Over: Er zijn meer dan 5 HDMI componenten (inclusief dit toestel) aangesloten. Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten. HDCP Error: HDCP testen mislukt. Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 97 GEBRUIKEN HDMI Basisbediening HDMI Veranderen van HDMI parameters ■ Toewijzen HDMI componenten Door een HDMI component aan te wijzen als een bepaalde signaalbron kunt u de videosignalen die het toestel van die component ontvangt en de via de HDMI verbinding ontvangen audiosignalen tegelijk laten weergeven. U kunt de HDMI parameters wijzigen via de menu’s op het beeldscherm (GUI) of het menu op het display op het voorpaneel. Opmerking Als u de toegewezen signaalbron van een geregistreerde HDMI component wilt veranderen, kunt u dit doen via Input Assign in het GUI menu (zie bladzijde 99) of Input Assign in het systeemopties menu op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). ■ Luisteren naar weergave van HDMI componenten Volg deze stappen om te luisteren naar weergave van een geregistreerde HDMI component. Als er een bepaalde signaalbronnaam is toegewezen aan de HDMI component. 1 Verdraai INPUT en selecteer de signaalbron die is toegewezen aan de HDMI component. 2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT en kies “AUTO” of “HDMI” als ingangsfunctie. V-AUX DVR/VCR2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER dB L R of VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD TUNER A.SEL:HDMI 98 Input Assign Stereo/Surround Support Audio y Input Assign en Support Audio zijn ook beschikbaar via het menu met systeemopties op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 91). Select en Information zijn echter alleen beschikbaar via het GUI menu op het beeldscherm. ■ Select (Selectie) Gebruik deze functie om de HDMI component te selecteren die is toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel. HDMI > Select > Keuzes: IN 1, IN 2 Selecteer IN 1 of IN 2 om de HDMI component te selecteren die is toegewezen aan één van de HDMI ingangsaansluitingen. Display Speaker B Select IN 1 Input Assign IN 2 Support Audio Zone 3 Volume PHONO SP A 3 Select i.LINK Select VOLUME A.SEL:AUTO DVR/VCR2 Speaker B HDMI PHONO SP A V-AUX Display Laat de aangesloten HDMI component beginnen met afspelen. dB VOLUME L R Opmerking Wanneer de HDMI component die is aangesloten op de geselecteerde HDMI IN aansluiting geen audiosignalen produceert (bijv. Super Audio CD of DVI) en AUDIO SELECT op AUTO is ingesteld, dan zullen audiosignalen worden geselecteerd voor weergave die binnenkomen via de analoge of via andere digitale ingangsaansluitingen. Het kan een paar seconden duren voor dit toestel geluid produceert. GEBRUIKEN HDMI ■ Input Assign (Ingangen toewijzen) Dit toestel is uitgerust met twee HDMI IN aansluitingen (HDMI IN 1 en HDMI IN 2). Als standaardinstelling zijn HDMI IN 1 en HDMI IN 2 toegewezen aan respectievelijk DVD en CBL/SAT, maar u kunt dit veranderen als u dat wilt. Een enkele HDMI component kan niet tegelijkertijd worden toegewezen aan zowel de HDMI IN 1 als de HDMI IN 2 aansluiting. HDMI > Input Assign > Keuzes: IN 1, IN 2 Selecteer de HDMI component die u wilt toewijzen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting. Toe te wijzen HDMI componenten: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX Display Speaker B IN 1 DVD IN 2 DTV Input Mode CBL/SAT ■ Support Audio (Audio ondersteuning) Select Dimmer Input Assign Speaker B Support Audio RX-V4600 Information Other Input Mode Zone 3 Volume Gebruik deze functie om informatie te laten zien over audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft geselecteerd. HDMI > Information > Keuzes: Input, Output Output Model --Type --Format --Input --- Input Mode Error Display Input Tonen van informatie over HDMI videoingangssignalen HDMI > Information > Input > Model: toont de modelnaam van de HDMI component die is verbonden met de HDMI IN aansluiting die u heeft geselecteerd. Sommige HDMI componenten geven de modelgegevens niet door aan dit toestel. Type: toont het type videosignalen (HDMI of DVI) die binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft geselecteerd. Format: toont het formaat van de videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluiting die u heeft geselecteerd. Input: toont de naam van de HDMI IN aansluiting die u heeft geselecteerd. Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan. Tonen van informatie over HDMI videouitgangssignalen HDMI > Information > Output > Model: toont de modelnaam van de component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting die u heeft geselecteerd. Type: toont het type component (HDMI of DVI) dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Error: toont informatie over iets dat fout is gegaan. GEAVANCEERDE BEDIENING Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. HDMI > Support Audio > Keuzes: RX-V4600, Other • Kies RX-V4600 om HDMI audiosignalen weer te laten geven door dit toestel. De audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. • Selecteer Other om HDMI audiosignalen weer te laten geven via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. ■ Information (Informatie) Nederlands 99 WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN Wat is een geluidsveld? Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het “levendig” aspect van het geluid belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en welke vorm deze heeft. Veranderen van instellingen U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. De volgende parameters komen niet in elk programma voor. 1 ■ Onderdelen van een geluidsveld Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op TOP op de afstandsbediening. In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken, twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen: Vroege weerkaatsingen Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. AMP TOP SOURCE TITLE TV 2 Selecteer Stereo/Surround en druk dan op h. STEREO 3 MUSIC Munich ENTERTAINMENT Vienna MOVIE THEATER Freiburg Selecteer het gewenste geluidsveldprogramma en druk vervolgens op h om het item te openen en in te stellen. Munich DSP Level Vienna Init. Delay Freiburg Room Size Opmerking U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op “Off” te zetten (zie bladzijde 69). Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring. Als de stroomvoorziening echter langer dan een week onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw moeten wijzigen. ■ Parameters terugzetten op hun fabrieksinstelling Terugzetten van alle parameters Gebruik Sur.Initialize (zie bladzijde 68). 100 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. ■ DSP Level (DSP niveau) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. –6 dB t/m +3 dB ■ Init. Delay (Initiële vertraging) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord wordt. Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. 1 t/m 99 ms Initiële vertraging Tijd Vroege weerkaatsingen Initiële vertraging Tijd Niveau Niveau Niveau Brongeluid Initiële vertraging Tijd Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms ■ Room Size (Kamergrootte) Functie: Omschrijving: Tijd Tijd Niveau Vroege weerkaatsingen AANVULLENDE INFORMATIE Niveau Brongeluid Niveau Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. 0,1 t/m 2,0 Tijd Geluidsbron Nederlands Kleine waarde = 0,1 Grote waarde = 2,0 101 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Liveness (Levendigheid) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en dus de “levendigheid” van de ruimte. 0 t/m 10 Brongeluid Tijd Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Weinig weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Tijd Veel weerkaatst geluid Grote waarde = 10 ■ Sur.Init.Delay (Surround beginvertraging) Functie: Instelbereik: Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee surroundkanalen gebruikt. 1 t/m 49 ms ■ Sur.Room Size (Surround kamergrootte) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ Sur.Liveness (Surround levendigheid) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld. 0 t/m 10 ■ SB.Init.Delay (Surround achter beginvertraging) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surroundachter geluidsveld. 1 t/m 49 ms ■ SB.Room Size (Surround achter kamergrootte) Functie: Instelbereik: Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ SB.Liveness (Surround achter levendigheid) Functie: Instelbereik: 102 Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld. 0 t/m 10 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Rev. Time (Natriltijd) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Hoe langer de natriltijd, hoe “levendiger” de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd, hoe “doodser” de ruimte waarin u luistert zal lijken. 1,0 t/m 5,0 s Brongeluid Vroege weerkaatsingen Natrillingen 60 dB 60 dB Natriltijd Geluidsbron Natrillingen Natriltijd 60 dB Natriltijd Lange natrillingen Korte natrillingen Grote waarde = 5,0 s Kleine waarde = 1,0 s ■ Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen) Functie: Omschrijving: Niveau Instelbereik: Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. 0 t/m 250 ms Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd Beginvertraging natrillingen Natriltijd ■ Rev. Level (Niveau natrillingen) Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. 0 t/m 100% AANVULLENDE INFORMATIE Niveau Functie: Omschrijving: Instelbereik: Brongeluid Niveau natrillingen Nederlands Tijd 103 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Dialogue Lift (Dialoog-lift) Functie: Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de vooren middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen. Omschrijving: Instelmogelijkheden: 0, 1, 2, 3, 4, 5 Voor 7ch Stereo Functie: Instelbereik: Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. 0 t/m 100% Center Level (Midden niveau) Surround L Level (Linker surround niveau) Surround R Level (Rechter surround niveau) Sur. Back Level (Surround-achter niveau) Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau) Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau) Voor PL x Music en PL Music Panorama (Panorama) Functie: Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect. Instelmogelijkheden: Off, On Dimension (Dimensie) Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard) Center Width (Midden breedte) Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de begininstelling is 3 Voor Neo:6 Music Center Image (Middenbeeld) Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0 Voor SRS Circle Surround FOCUS Functie: Instelbereik: TruBass Functie: Instelbereik: 104 (alleen modellen voor de V.S.) Regelt de helderheid van het geluidsbeeld door het waargenomen geluidsbeeld te verhogen ter compensatie van niet op optimale hoogte geplaatste luidsprekers. Een grotere waarde laat de luidsprekers klinken alsof ze op oorhoogte geplaatst zijn. 0 t/m 8 Regelt de lage frequenties zo af dat de lage tonen beter klinken. Een hogere waarde verbetert de weergave van de lage tonen ook wanneer u geen subwoofer gebruikt en geeft een diepere, rijkere bas wanneer u wel een subwoofer gebruikt. 0 t/m 8 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Decode Type (Soort decoder) Voor MOVIE THEATER Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met MOVIE THEATER programma’s. Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Voor THX Cinema Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met THX Cinema. Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Voor SURROUND Standard Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Standard. Instelmogelijkheden: Pro Logic / PL Movie / PL Music / PL Game / PL x Movie / PL x Music / PL x Game / Neo:6 Cinema / Neo:6 Music / CS Cinema* / CS Music* (* alleen modellen voor de V.S.) Voor SURROUND Enhanced Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met SURROUND Enhanced. Instelmogelijkheden: Pro Logic / Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Opmerking Pro Logic x verschijnt wanneer de surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn, terwijl Pro Logic zal verschijnen wanneer er geen surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn. ■ Initialize (Initialiseren) Functie: Zet de instellingen voor elk geluidsveld-subprogramma terug op de beginwaarden. Instelmogelijkheden: NO, YES Opmerking Als u alle parameters binnen een hele geluidsveldprogramma-groep wilt initialiseren, dient u Sur.Initialize te gebruiken (zie bladzijde 68). AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 105 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan wanneer u op STANDBY/ON (of SYSTEM POWER) drukt, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid Geen beeld 106 Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. De instelling voor de impedantie is niet correct. Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 26 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 15–17 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 18–23 De optimalisatie-microfoon is aangesloten. Maak de optimalisatie-microfoon los. De ingangsfunctie staat op “i.LINK”, “HDMI”, “Coax/Opt” of “Analog”. Stel de ingangsfunctie in op “Auto”. Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening. 33 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 15 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de afstandsbediening AMP/SOURCE/TV op AMP te zetten en dan op SPEAKERS A of B te drukken). 33 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 35 De ingangsfunctie staat op “Analog” maar er wordt een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar “Auto” of “Coax/Opt”. 40 Er komen signalen binnen van de signaalbron die dit toestel niet kan reproduceren, bijv.: een CD-ROM. Speel materiaal af met signalen die wel door dit toestel gereproduceerd kunnen worden. — De i.LINK componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de DTCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit i.LINK componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de DTCP kopieerbeveiligingsnormen. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — Support Audio is ingesteld op Other en HDMI audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet Support Audio op RX-V4600 via het GUI beeldschermmenu. 99 Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Schakel de videoconversie-functie in. — — 40 67 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Het geluid valt plotseling uit. Alleen de luidspreker aan de ene kant doet het. Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Controleer of de impedantie correct is ingesteld. 26 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. Onjuiste balans ingesteld via het GUI menu. Wijzig de Speaker Level instellingen. De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. 35 18 66 Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Geen geluid uit de effect-luidsprekers De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies STRAIGHT/EFFECT om de effecten in te schakelen. U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in. Center is ingesteld op “None” via Speaker Set. Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker. Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in. Surround is ingesteld op “None” via Speaker Set. Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter surround-luidsprekers. 63 Er wordt een mono of stereo bronsignaal afgespeeld met STRAIGHT. Druk op STRAIGHT/EFFECT om de geluidsveldeffecten in te schakelen. — De aanwezigheidsluidsprekers zijn geselecteerd. Selecteer “Surround Back” bij PR/SB Select. Surround is ingesteld op “None” via Speaker Set. Als “None” is ingesteld voor de linker en rechter surround-luidsprekers, zullen de surround achterluidsprekers automatisch ook op “None” worden ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter surround-luidsprekers. 63 Surround Back is ingesteld op “None” via Speaker Set. Selecteer “Small x1”, “Small x2”, “Large x1” of “Large x2”. 64 Bass Out is ingesteld op “Front” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Selecteer “SWFR” of “Both”. Bass Out is ingesteld op “SWFR” of “Front” terwijl er een 2-kanaals signaal wordt weergegeven. Selecteer “Both”. Geen geluid uit de midden-luidspreker Geen geluid uit de surroundluidsprekers Geen geluid uit de surround achterluidsprekers 34 66 63 34 63 62 AANVULLENDE INFORMATIE Geen geluid uit de subwoofer 39 64 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. 107 Nederlands 64 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De ingangsfunctie staat op “Analog”. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar “Auto” of “Coax/Opt”. 40 U hoort een zeker “gebrom”. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND aansluiting van dit toestel. 22 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een MC cartridge. De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten via een MC-kopversterker. Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er kan niet worden opgenomen door digitale opname-apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron waarvan u wilt opnemen is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT aansluitingen. De signaalbron waarvan u wilt opnemen is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. Sommige instellingen en geluidsveld parameters van dit toestel kunnen niet meer worden gewijzigd. Memory Guard is ingesteld op “On”. Selecteer “Off”. Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. U ondervindt storing van digitale of hoogfrequente apparatuur, of van dit toestel. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. 108 22 — Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 18–22 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. 18–22 69 — Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. 15 — — OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Tuner FM AM Probleem Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 24 Stem met de hand af. 41 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 24 Stem met de hand af. 41 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. — Programmeer de zenders opnieuw. 42 Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 41 — U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elketrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 109 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oplossing Raadpleeg bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 9 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 4 AMP/SOURCE/TV is niet correct ingesteld. Stel AMP/SOURCE/TV correct in. Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set wilt bedienen. — Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 72 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 72 Oorzaak De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. De afstandsbediening kan geen nieuwe functies “leren”. 110 — De archiefcode voor dit toestel en de ID van de afstandsbediening komen niet overeen. Schakel over naar een andere archiefcode. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Programmeer de gewenste functies apart onder de programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’. De batterijen van deze afstandsbediening en/of die van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen. De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te maken voor nieuwe functies. 72 74 4 74 — 79 WOORDENLIJST WOORDENLIJST Audioformaten ■ Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. ■ Dolby Digital EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en meer dynamische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. ■ Dolby Pro Logic ■ Dolby Pro Logic x ■ DSD Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s. Met DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden met een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van ongeveer 2,8224 MHz, waarbij ruisonderdrukking en overbemonstering worden gebruikt om vervorming te verminderen, hetgeen normaal gesproken gemakkelijk kan gebeuren bij een hoge kwantisatie van audiosignalen. Vanwege de hoge bemonsteringsfrequentie kan een betere audiokwaliteit worden bereikt dan door het PCM formaat dat wordt gebruikt op normale audio CD’s. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video. ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. 111 Nederlands Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of 7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor muziek, een Movie stand voor films en een Game stand voor spelletjes. Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. AANVULLENDE INFORMATIE Dolby Pro Logic is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts (in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave). Naast de Movie stand is er ook een Music stand en een Game stand voor 2- kanaals bronmateriaal. ■ Dolby Surround WOORDENLIJST ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen; “Music” voor weergave van muziek en “Cinema” voor films. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. ■ SRS CS (SRS Circle Surround ) (alleen modellen voor de V.S.) SRS CS (SRS Circle Surround ) is een 6.1-kanaals matrix surroundweergave decoderingssysteem met een hoog prestatieniveau. Dit is de volgende generatie van de originele SRS Circle Surround technologie, met belangrijke primeurs in deze industrie, zoals technologie voor het verbeteren van de helderheid van menselijke spraak en voor het toevoegen van lage tonen zoals in de bioscoop aan de voorkanalen en de subwoofer. Geluidsveldprogramma’s ■ CINEMA DSP Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. ■ SILENT CINEMA YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. 112 Audio informatie ■ ASA (Advanced Speaker Array) ASA is een techniek van THX die de signalen voor de 2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links, midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter, links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer optimaal te maken. ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2 Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode. ■ ITU-R ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische luisterruimten, zoals mastering studio’s. ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. WOORDENLIJST ■ THX Cinema verwerking THX is een exclusieve set standaarden en technologieën zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack, zowel in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk overeen te laten stemmen met wat de regisseur in gedachten had. Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare apparatuur. Deze zelfde soundtrack wordt vervolgens overgebracht op Laserdisc, VHS video, DVD enz. en wordt verder niet gewijzigd voor weergave bij u thuis. De THX technici hebben geoctroieerde technieken ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen. Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX). Aangepaste decorrelatie In een bioscoop zijn er een groot aantal surroundluidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surroundluidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon, zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect. Ook kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek waar het effect waargenomen kan worden effectief vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat de bioscoopervaring beter benaderd wordt. Re-Equalization De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen met grote professionele apparatuur. Re-Equalization herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack beter zal klinken in uw huiskamer. Kies de THX Games Mode voor weergave van stereo multikanaals muziek van videospelletjes. In deze stand wordt THX ASA verwerking toegepast op de surroundkanalen van alle 5.1- en 2.0-kanaals gecodeerde spelletjes, zoals analoge signalen, PCM, DTS en Dolby Digital. Hierdoor wordt alle surroundinformatie voor het spel correct geplaatst, zodat er een volledige, 360 graden, spelomgeving ontstaat. De THX Games Mode is uniek en geeft u vloeiend overgaand geluid op alle punten in het geluidsveld. ■ THX Music Mode Kies de THX MUSIC functie voor weergave van multikanaals muziek. In deze functie wordt THX ASA toegepast op de surroundkanalen van alle 5.1-kanaals gecodeerde muziekbronnen, zoals DTS, Dolby Digital en DVD-Audio om te zorgen voor een breed en stabiel achter-geluidsveld. ■ THX Select2 Voor een component voor een thuisbioscoop de THX Select2 certificatie krijgt, moet er voldaan worden aan alle eisen beschreven voor THX Cinema verwerking en moet een serie rigoureuze kwaliteits- en prestatietests doorlopen worden. Slechts dan mag een product het THX Select2 logo dragen, uw garantie dat u nog vele jaren zult kunnen genieten van de door u aangeschafte thuisbioscoop producten. De THX Select2 eisen raken alle aspecten van de producten, inclusief de prestaties en de bediening van de eind- en voorversterker en honderden andere onderdelen voor het digitale zowel als het analoge gedeelte. ■ THX Select2 Cinema functie THX Select2 Cinema mode geeft 5.1-kanaals materiaal weer via alle 8 luidsprekers voor de best mogelijke geluidsweergave. In deze functie zorgt ASA ervoor dat de surround en de surround achter-luidsprekers naadloos op elkaar aansluiten en een optimale mix geven van omgevings- en gericht surroundgeluid. DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital Surround EX gecodeerde soundtracks worden automatisch gedetecteerd in de THX Select2 Cinema functie indien in het signaal de juiste ‘vlag’ is meegecodeerd. Sommige Dolby Digital Surround EX soundtracks missen de digitale ‘vlag’ waardoor het toestel automatisch kan omschakelen. Als u zeker weet dat u een Surround EX gecodeerde film gaat afspelen, kunt u ook met de hand de THX Surround EX weergavefunctie selecteren, anders zal de THX Select2 Cinema functie ASA toepassen voor een optimale weergave. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands Timbre Matching Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij aan luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de nodige geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we misschien maar twee luidsprekers om hetzelfde effect te bereiken. De Timbre Matching functie filtert de informatie die naar de surround-luidsprekers gestuurd wordt zodat ze de toonkwaliteit van de voor-luidsprekers beter benaderen. Hierdoor worden tussen de voor- en surroundluidsprekers bewegende geluidsbronnen beter en naadlozer weergegeven. ■ THX Games Mode 113 WOORDENLIJST ■ THX Surround EX THX Surround EX - Dolby Digital Surround EX is gezamenlijk ontwikkeld door Dolby Laboratories en THX Ltd. In een bioscoop kan bij Dolby Digital Surround EX filmsoundtracks een extra kanaal worden gereproduceerd dat bij het mixen van het programma is toegevoegd. Dit kanaal, het surround-achterkanaal, geeft geluiden achter de luisteraar weer, in aanvulling op de huidige configuratie met linker, rechter en midden voorkanalen, linker en rechter surroundkanalen en een subwooferkanaal. Dit extra kanaal schept de mogelijkheid meer gedetailleerde geluidsbeelden achter de luisteraar te plaatsen en zo meer diepte, meer ruimte en een betere plaatsing van het geluid te verwezenlijken. Films die zijn voorzien van Dolby Digital Surround EX technologie zullen waarschijnlijk een logo of tekst op de verpakking van die strekking krijgen wanneer ze op de markt voor thuisgebruikers verschijnen. Op de Dolby internetpagina’s www.dolby.com kunt u een lijst vinden met films die genruik maken van deze technologie. Een lijst met verkrijgbare DVD titels die gecodeerd zijn met de betreffende technologie kunt u vinden op www.thx.com. Alleen receivers en andere apparatuur die voorzien zijn van het THX Surround EX logo zijn in staat, in de THX Surround EX stand, deze nieuwe technologie bij u thuis te reproduceren. Het is mogelijk dat dit product de THX Surround EX stand ook inschakelt bij weergave van 5.1-kanaals materiaal dat niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd is. In een dergelijk geval hangt de informatie voor het surround-achterkanaal af van het gebruikte programma en kan het resultaat tegenvallen afhankelijk van de soundtrack in kwestie en uw persoonlijke voorkeur. 114 Videosignaal informatie ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ S-Videosignaal In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-Video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 60), de frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van de frequentiekarakteristieken. ■ Q factor De breedte van de opgegeven frequentieband wordt aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10. ■ Frequency Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz. ■ Gain (extra versterking) Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5 dB, tussen –20 en +6 dB. YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw luistervoorkeuren aan via een combinatie van de bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7 equalizerbanden voor elk kanaal. Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld (zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt (zoals in Afbeelding 1). Afbeelding 1 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie Originele frequentiekarakteristiek AANVULLENDE INFORMATIE Afbeelding 2 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Band 2 Originele frequentiekarakteristiek 115 Nederlands Frequentie TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W • Maximum vermogen (EIAJ) [Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ......................................................... 180 W • Dynamisch vermogen (IHF) [Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië, Korea en algemene modellen] 8/6/4/2 Ω ....................................................... 165/205/260/340 W • DIN standaard uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ........................................................ 190 W • Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië, Korea en algemene modellen] 8 Ω ......................................................................................1,03 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ...................................................... 140 W • Dempingsfactor (IHF) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ................................................ 140 of meer • Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangssignaal PHONO (1 kHz, 0,1% THV) .............................. 100 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer • Uitgangsniveau/ingangsimpedantie REC OUT ............................................................. 200 mV/1,2 kΩ PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500 Ω SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500 Ω ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,2 kΩ [Modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. en Europa] • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor ......... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (kortgesloten) naar L/R voor........... 60 dB/55 dB of meer CD (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor....... 60 dB/45 dB of meer • Toonregelingkarakeristieken (L/R voor) BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)........... 12 dB/oct L.P.F. (Subwoofer).......................................................... 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Videosignaaltype (Beeldschermachtergrond) [Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K. en Europa] ...............................................................................................PAL [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen] ............................................................................................NTSC • Videosignaaltype (Videoconversie) [Modellen voor Azië, China, Australië, het V.K., Europa en algemene modellen] .............................................PAL [Overige modellen]............................................................... NTSC • Signaalniveau Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω S-Video ........................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum ingangsniveau ...................................... 1,5 Vp-p of meer • Signaal-ruis verhouding ............................................. 60 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Composiet, S-Video ................................5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB Component ............................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada]................ 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] ............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] .................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Totale harmonische vervorming PHONO t/m REC OUT (20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder CD, enz. naar L/R Voor (20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 80 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV) naar L/R voor [Modellen voor de V.S., Canada, China, Korea, Azië en algemene modellen]................................. 86 dB of meer [Modellen voor het V.K. en Europa]........................ 81 dB of meer CD, enz. (250 mV) naar L/R voor .......................................100 dB • Selectiviteit ............................................................................. 70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................. 0,2%/0,3% HD [Alleen modellen voor de V.S.] ................................... 0,03% • Stereoscheiding (1 kHz) Stereo .................................................................................... 42 dB HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 70 dB • Frequentierespons Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB HD [Alleen modellen voor de V.S.] ................................................... 20 Hz t/m 18 kHz, +0,5, –3 dB • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω 116 TECHNISCHE GEGEVENS AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ..................530 t/m 1.710 kHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] .......................................................530/531 t/m 1.710/1.611 kHz [Overige modellen] ...........................................531 t/m 1.611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m • Signaal-ruis verhouding (IHF) HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 80 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) HD [Alleen modellen voor de V.S.] .................................... 0,03% • Stereoscheiding (1 kHz) HD [Alleen modellen voor de V.S.] ..................................... 70 dB • Frequentierespons (20 Hz t/m 12,5 kHz) HD [Alleen modellen voor de V.S.] ............................. +0,5/–3 dB ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] ...........................................................120 V, 60 Hz wisselstroom [Algemene modellen] ........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië] ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] .........................220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] .........................220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] ....................240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] ...........................................................230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA [Overige modellen] ............................................................. 500 W • Stroomverbruik uit (standby) [Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,2 W of minder [Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom) ......................................................................... 0,33 W of minder [Overige modellen] ........................................... 0,15 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen] 6 kanalen, 10% THV ....................................................... 1.100 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor de V.S. en Canada] ............................................... 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum) [Modellen voor het V.K. en Australië] ......................................................... 1 (Totaal 100 W maximum) [Modellen voor Azië en algemene modellen] ........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Modellen voor China en Europa] ......................................................... 2 (Totaal 100 W maximum) • Afmetingen (B x H x D) .............................. 435 x 171 x 438,5 mm • Gewicht ................................................................................. 18,0 kg AANVULLENDE INFORMATIE * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Nederlands 117
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667
  • Page 668 668
  • Page 669 669
  • Page 670 670
  • Page 671 671
  • Page 672 672
  • Page 673 673
  • Page 674 674
  • Page 675 675
  • Page 676 676
  • Page 677 677
  • Page 678 678
  • Page 679 679
  • Page 680 680
  • Page 681 681
  • Page 682 682
  • Page 683 683
  • Page 684 684
  • Page 685 685
  • Page 686 686
  • Page 687 687
  • Page 688 688
  • Page 689 689
  • Page 690 690
  • Page 691 691
  • Page 692 692
  • Page 693 693
  • Page 694 694
  • Page 695 695
  • Page 696 696
  • Page 697 697
  • Page 698 698
  • Page 699 699
  • Page 700 700
  • Page 701 701
  • Page 702 702
  • Page 703 703
  • Page 704 704
  • Page 705 705
  • Page 706 706
  • Page 707 707
  • Page 708 708
  • Page 709 709
  • Page 710 710
  • Page 711 711
  • Page 712 712
  • Page 713 713
  • Page 714 714
  • Page 715 715
  • Page 716 716
  • Page 717 717
  • Page 718 718
  • Page 719 719
  • Page 720 720
  • Page 721 721
  • Page 722 722
  • Page 723 723
  • Page 724 724
  • Page 725 725
  • Page 726 726
  • Page 727 727
  • Page 728 728
  • Page 729 729
  • Page 730 730
  • Page 731 731
  • Page 732 732
  • Page 733 733
  • Page 734 734
  • Page 735 735
  • Page 736 736
  • Page 737 737
  • Page 738 738
  • Page 739 739
  • Page 740 740
  • Page 741 741
  • Page 742 742
  • Page 743 743
  • Page 744 744
  • Page 745 745
  • Page 746 746
  • Page 747 747
  • Page 748 748
  • Page 749 749
  • Page 750 750
  • Page 751 751
  • Page 752 752
  • Page 753 753
  • Page 754 754
  • Page 755 755
  • Page 756 756
  • Page 757 757
  • Page 758 758
  • Page 759 759
  • Page 760 760
  • Page 761 761
  • Page 762 762
  • Page 763 763
  • Page 764 764
  • Page 765 765
  • Page 766 766
  • Page 767 767
  • Page 768 768
  • Page 769 769
  • Page 770 770
  • Page 771 771
  • Page 772 772
  • Page 773 773
  • Page 774 774
  • Page 775 775
  • Page 776 776
  • Page 777 777
  • Page 778 778
  • Page 779 779
  • Page 780 780
  • Page 781 781
  • Page 782 782
  • Page 783 783
  • Page 784 784
  • Page 785 785
  • Page 786 786
  • Page 787 787
  • Page 788 788
  • Page 789 789
  • Page 790 790
  • Page 791 791
  • Page 792 792
  • Page 793 793
  • Page 794 794
  • Page 795 795
  • Page 796 796
  • Page 797 797
  • Page 798 798
  • Page 799 799
  • Page 800 800
  • Page 801 801
  • Page 802 802
  • Page 803 803
  • Page 804 804
  • Page 805 805
  • Page 806 806
  • Page 807 807
  • Page 808 808
  • Page 809 809
  • Page 810 810
  • Page 811 811
  • Page 812 812
  • Page 813 813
  • Page 814 814
  • Page 815 815
  • Page 816 816
  • Page 817 817
  • Page 818 818
  • Page 819 819
  • Page 820 820
  • Page 821 821
  • Page 822 822
  • Page 823 823
  • Page 824 824
  • Page 825 825
  • Page 826 826
  • Page 827 827
  • Page 828 828
  • Page 829 829
  • Page 830 830
  • Page 831 831
  • Page 832 832
  • Page 833 833
  • Page 834 834
  • Page 835 835
  • Page 836 836
  • Page 837 837
  • Page 838 838
  • Page 839 839
  • Page 840 840
  • Page 841 841

Yamaha RX-V4600 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding