Laserliner CombiFinder-Plus de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

10
NL
5
4
2
3
1
1
2
3
4
5
Elektronische detector voor metaal en spanningvoerende leidingen. De CombiFinder Plus
is uitgerust met een VTN-display met aanwijzingen. Zo kunt u het apparaat eenvoudig
en veilig bedienen. Akoestische en optische signalen voor het vinden van voorwerpen
maken de bediening eenvoudig en waarborgen een hoge functieveiligheid.
Maximale weergave
Spanningswaarschuwing
VTN-display
AAN / UIS
Meetmoduswissel (MODE)
Handmatige kalibratie (CAL)
Schakel in de METAL-SCAN-modus
altijd de stroomverzorging uit als u in de
buurt van elektrische leidingen werkt.
!
Functie / toepassing
1 2
4
3
Open het batterijvakje
op de achterzijde van
het apparaat en plaats
een 9V batterij. Let
daarbij op de juiste
polariteit.
Plaatsen van de
batterijen
Inschakelen: Druk de aan-/uittoets
kort in.
Uitschakelen: Druk de aan-/uittoets (4)
gedurende 4 seconden in.
AutoShutOff: het apparaat schakelt
ca. 30 seconden na de laatste meting
automatisch uit.
Ingebruikname
Auto-Calibration
De automatische kalibratie wordt in de METAL- en AC-SCAN-meting direct na het
inschakelen van het apparaat en bij een meetmoduswissel uitgevoerd. Tijdens de
kalibratie verschijnt ‚CAL‘ op het display. Beweeg het apparaat daarbij niet. Als
‚CAL OK‘ op het display verschijnt, kunt u met het zoeken beginnen.
Auto-Cal Plus
Zodra een object werd gevonden, wordt in de METAL-SCAN-meting automatisch
weer een kalibratie uitgevoerd. Daardoor wordt de beperking van meetobjecten
en de aanpassing van het apparaat aan verschillende ondergronden vereenvoudigd.
Kalibratie
Rood = Spanningswaarschuwing
METAL- en AC-SCAN-modus
Groen = metaal resp. spanningvoerende
kabel in de buurt
Rood = metaal resp. spanningvoerende
kabel gevonden
Symbolen
Kabel, object in de buurt
Kabel, object gevonden
Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en
aanvullende aanwijzingen‘ volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen
op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft.
!
Veiligheidsinstructies
– Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties.
– De bouwwijze van het apparaat mag niet worden veranderd!
CombiFinder Plus
11
5
6
B
A
C
NL
Druk de modustoets (4) kort in.
METAL-SCAN: Opsporen van metaal in alle niet-metalen
materialen
AC-SCAN: Lokaliseren van spanningvoerende kabels direct
onder niet-metalen bekistingen
Meetmodus selecteren
Het apparaat en de wand moeten tijdens de kalibratie (niet bij de kalibratie in de
lucht) en gedurende de complete meting met elkaar in contact blijven. Ook dient
u de hand aan het apparaat te houden.
!
Het apparaat detecteert verdekt liggend metaal in alle niet-metalen
materialen zoals bijv. steen, beton, estrik, hout, gipsvezelplaten,
gasbeton, keramische en minerale bouwstoffen.
– Selecteer METAL-SCAN (toets 4).
– Zodra CAL verandert in CAL OK kunt u het apparaat bewegen.
– MOVE: beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak.
METAL-SCAN-meting
Tip 1: Tussen beide markeringen in ligt het midden van het metalen object. Door
de hoge meetgevoeligheid verschijnen dikke metaalobjecten breder dan deze in
werkelijkheid zijn. Beweeg het apparaat daarom opnieuw over het gevonden
meetobject, zie grafiek B. Het apparaat kalibreert hierbij automatisch. De hand-
matige kalibratie dient in de buurt van de als laatste gevonden positie te worden
uitgevoerd, zie grafiek C. Herhaal deze werkstappen zo nodig.
Handmatige kalibratie
Door het indrukken van de CAL-toets (5) kunt u het apparaat
handmatig kalibreren. Op deze wijze kunnen metingen opnieuw
begonnen resp. meetobjecten nog exacter beperkt worden.
De maximale apparaatgevoeligheid wordt bereikt als het
apparaat tijdens de kalibratie in de lucht wordt gehouden.
Beperking van het
meetobject door er
meerdere malen
overheen te bewegen
Handmatige
kalibratie
12
B
C
7
4
A
NL
Tip 1: De handmatige kalibratie dient in de buurt van de als laatste gevonden positie
te worden uitgevoerd, zie grafiek B/C. Herhaal deze werkstappen zo nodig.
Tip 2: Op grond van statische oplading kunnen naast de daad werkelijke leidingpositie
eventueel elektrische velden worden ontdekt. Voer elektrische lading af door uw vrije
hand op de muur te leggen.
Tip 3: Werk langzaam, omdat wrijving storende lading kan veroorzaken.
Handmatige
kalibratie
Beperking van het
meetobject door er
meerdere malen over-
heen te bewegen
Handmatige
kalibratie
Lokaliseren van spanningvoerende leidingen direct onder pleisterwerk resp. houtpanelen
en andere niet-metalen bekistingen. Spanningvoerende leidingen in droogbouwmuren
met metalen regelwerk worden niet gedetecteerd.
– Selecteer AC-SCAN (toets 4).
– Zodra CAL verandert in CAL OK kunt u het apparaat bewegen.
– MOVE: beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak.
AC-SCAN-meting
Tip 2: De uitgangspositie is belangrijk: plaats het apparaat op een punt waarachter
zich géén metaal bevindt. In het andere geval wordt een fout weergeven (ERROR).
Storingen verhelpen: beweeg het apparaat een paar centimeter van de actuele positie
weg en begin opnieuw met de meting.
Tip 3: Bij veeleisende toepassingen, bijv. bij geribbeld staal, tast u het oppervlak zowel
horizontal als verticaal af.
Tip 4: Bovendien kunnen eventueel flexibele vloer- en wandverwarmingsbuizen worden
herkend die een metaalfolie bevatten en dicht onder het oppervlak liggen. Test deze
functie op plekken waar u het verloop van de buis kent.
Tip 5: houd uw vrije hand of andere voorwerpen tijdens het aftasten minimaal 15 cm
van het apparaat verwijderd om storingen te vermijden.
Tip 6: het apparaat vindt alléén de buitenste rand van metalen constructies die even-
tueel om deuren, vensters en hoeken zijn aangebracht. Vervolgens zoekt u de andere
rand van de metalen constructie. Beweeg het apparaat naar links en rechts over de
muur. Als de maximale weergave verschijnt, hebt u de rand van de metalen constructie
bereikt.
Tip 7: waarborg dat u daadwerkelijk een metalen object hebt gevonden. Controleer
daarvoor of andere metalen objecten aan beide zijden op gelijkmatige afstanden
voorhanden zijn, normalerwijze 30, 40 of 60 cm. Controleer bovendien op meerdere
plekken direct boven en onder de eerste gevonden plek of het daadwerkelijk om een
metalen object gaat.
Tip 8: getextureerde plafonds: het plafond moet worden afgedekt met beschermend
karton. Zoek hier met de maximale gevoeligheid van het apparaat, d.w.z.: kalibreer het
apparaat in de lucht.
Opmerking: Bij objecten die zich zeer diep in de wand bevinden kan het gebeuren dat
geen volledige uitslag aangegeven wordt.
CombiFinder Plus
13
8
9
NL
Het apparaat beschikt over een achtergrondverlichting.
Backlight
Tip 4: Wanneer u het vermoeden hebt dat leidingen voorhanden zijn, maar geen
leidingen kunt vinden, liggen deze eventueel afgeschermd in kabelkanalen. Gebruik
METAL-SCAN om metalen kabelkanalen te lokaliseren.
Tip 5: Metaal in wanden (bijv. metalen regelwerk) dragen elektrische velden over en
veroorzaken op deze wijze stoorinvloeden. Schakel in dit geval over naar METAL-SCAN
om de leiding te vinden.
Tip 6: De uitgangspositie is belangrijk: om de maximale gevoeligheid te bereiken,
begint u het proces door het apparaat niet in de buurt van stroomvoerende leidingen
te positioneren.
Opmerking: Bij objecten die zich zeer diep in de wand bevinden kan het gebeuren dat
geen volledige uitslag aangegeven wordt.
Permanente spannings waarschuwingen in niet-afgeschermde leidingen zodra een
elektrisch veld herkend wordt.
METAL-SCAN: Spannings waar schuwingen
Leidingen die dieper liggen dan 4 cm, worden eventueel niet herkend.
!
Schakel altijd de stroomverzorging uit als u in de buurt van elektrische leidingen
werkt.
!
Technische veranderingen voorbehouden. 06.2016
Technische gegevens
Meetbereik AC 110 - 230V, 50 - 60 Hz
Werktemperatuur 0°C ... 40°C (32°F ... 104°F)
Opbergtemperatuur -20°C ... 70°C (-4°F ... 158°F)
Stroomvoorziening 1 x 9V alkalibatterij (type 6LR 61)
Afmetingen (B x H x D) 85 mm x 180 mm x 38 mm
Gewicht (incl. batterij) 180 g
Meetdiepte
Gerichte metaallokalisatie
ferro-scan / non-ferro-scan
(METAL-SCAN)
tot 7,5 cm / tot 5 cm diepte
Gerichte lokalisatie van stroomleidingen
– spanningvoerend (AC-SCAN)
tot 4 cm diepte
Lokalisatie van stroom-leidingen –
niet-spanningvoerend
tot 4 cm diepte
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen
voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens
de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische
apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
www.laserliner.com/info
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-,
schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een
langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.

Documenttranscriptie

! Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Elektronische detector voor metaal en spanningvoerende leidingen. De CombiFinder Plus is uitgerust met een VTN-display met aanwijzingen. Zo kunt u het apparaat eenvoudig en veilig bedienen. Akoestische en optische signalen voor het vinden van voorwerpen maken de bediening eenvoudig en waarborgen een hoge functieveiligheid. 1 2 3 4 5 1 Maximale weergave 2 Spanningswaarschuwing 3 VTN-display 4 AAN / UIS Meetmoduswissel (MODE) 5 Handmatige kalibratie (CAL) ! Schakel in de METAL-SCAN-modus altijd de stroomverzorging uit als u in de buurt van elektrische leidingen werkt. Veiligheidsinstructies – Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. – De bouwwijze van het apparaat mag niet worden veranderd! 1 Plaatsen van de batterijen Open het batterijvakje op de achterzijde van het apparaat en plaats een 9V batterij. Let daarbij op de juiste polariteit. 2 Ingebruikname Inschakelen: Druk de aan-/uittoets kort in. Uitschakelen: Druk de aan-/uittoets (4) gedurende 4 seconden in. AutoShutOff: het apparaat schakelt ca. 30 seconden na de laatste meting automatisch uit. 3 Symbolen Rood = Spanningswaarschuwing METAL- en AC-SCAN-modus Kabel, object in de buurt Groen = metaal resp. spanningvoerende kabel in de buurt Rood = metaal resp. spanningvoerende kabel gevonden Kabel, object gevonden 4 Kalibratie Auto-Calibration De automatische kalibratie wordt in de METAL- en AC-SCAN-meting direct na het inschakelen van het apparaat en bij een meetmoduswissel uitgevoerd. Tijdens de kalibratie verschijnt ‚CAL‘ op het display. Beweeg het apparaat daarbij niet. Als ‚CAL OK‘ op het display verschijnt, kunt u met het zoeken beginnen. Auto-Cal Plus Zodra een object werd gevonden, wordt in de METAL-SCAN-meting automatisch weer een kalibratie uitgevoerd. Daardoor wordt de beperking van meetobjecten en de aanpassing van het apparaat aan verschillende ondergronden vereenvoudigd. 10 NL CombiFinder Plus Handmatige kalibratie Door het indrukken van de CAL-toets (5) kunt u het apparaat handmatig kalibreren. Op deze wijze kunnen metingen opnieuw begonnen resp. meetobjecten nog exacter beperkt worden. De maximale apparaatgevoeligheid wordt bereikt als het apparaat tijdens de kalibratie in de lucht wordt gehouden. ! Het apparaat en de wand moeten tijdens de kalibratie (niet bij de kalibratie in de lucht) en gedurende de complete meting met elkaar in contact blijven. Ook dient u de hand aan het apparaat te houden. 5 Meetmodus selecteren Druk de modustoets (4) kort in. METAL-SCAN: Opsporen van metaal in alle niet-metalen materialen AC-SCAN: Lokaliseren van spanningvoerende kabels direct onder niet-metalen bekistingen 6 METAL-SCAN-meting Het apparaat detecteert verdekt liggend metaal in alle niet-metalen materialen zoals bijv. steen, beton, estrik, hout, gipsvezelplaten, gasbeton, keramische en minerale bouwstoffen. – Selecteer METAL-SCAN (toets 4). – Zodra CAL verandert in CAL OK kunt u het apparaat bewegen. – MOVE: beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak. A B C Handmatige kalibratie Beperking van het meetobject door er meerdere malen overheen te bewegen Tip 1: Tussen beide markeringen in ligt het midden van het metalen object. Door de hoge meetgevoeligheid verschijnen dikke metaalobjecten breder dan deze in werkelijkheid zijn. Beweeg het apparaat daarom opnieuw over het gevonden meetobject, zie grafiek B. Het apparaat kalibreert hierbij automatisch. De handmatige kalibratie dient in de buurt van de als laatste gevonden positie te worden uitgevoerd, zie grafiek C. Herhaal deze werkstappen zo nodig. NL 11 Tip 2: De uitgangspositie is belangrijk: plaats het apparaat op een punt waarachter zich géén metaal bevindt. In het andere geval wordt een fout weergeven (ERROR). Storingen verhelpen: beweeg het apparaat een paar centimeter van de actuele positie weg en begin opnieuw met de meting. Tip 3: Bij veeleisende toepassingen, bijv. bij geribbeld staal, tast u het oppervlak zowel horizontal als verticaal af. Tip 4: Bovendien kunnen eventueel flexibele vloer- en wandverwarmingsbuizen worden herkend die een metaalfolie bevatten en dicht onder het oppervlak liggen. Test deze functie op plekken waar u het verloop van de buis kent. Tip 5: houd uw vrije hand of andere voorwerpen tijdens het aftasten minimaal 15 cm van het apparaat verwijderd om storingen te vermijden. Tip 6: het apparaat vindt alléén de buitenste rand van metalen constructies die eventueel om deuren, vensters en hoeken zijn aangebracht. Vervolgens zoekt u de andere rand van de metalen constructie. Beweeg het apparaat naar links en rechts over de muur. Als de maximale weergave verschijnt, hebt u de rand van de metalen constructie bereikt. Tip 7: waarborg dat u daadwerkelijk een metalen object hebt gevonden. Controleer daarvoor of andere metalen objecten aan beide zijden op gelijkmatige afstanden voorhanden zijn, normalerwijze 30, 40 of 60 cm. Controleer bovendien op meerdere plekken direct boven en onder de eerste gevonden plek of het daadwerkelijk om een metalen object gaat. Tip 8: getextureerde plafonds: het plafond moet worden afgedekt met beschermend karton. Zoek hier met de maximale gevoeligheid van het apparaat, d.w.z.: kalibreer het apparaat in de lucht. Opmerking: Bij objecten die zich zeer diep in de wand bevinden kan het gebeuren dat geen volledige uitslag aangegeven wordt. 7 AC-SCAN-meting Lokaliseren van spanningvoerende leidingen direct onder pleisterwerk resp. houtpanelen en andere niet-metalen bekistingen. Spanningvoerende leidingen in droogbouwmuren met metalen regelwerk worden niet gedetecteerd. – Selecteer AC-SCAN (toets 4). – Zodra CAL verandert in CAL OK kunt u het apparaat bewegen. – MOVE: beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak. A 4 B C Handmatige kalibratie Beperking van het meetobject door er meerdere malen overheen te bewegen Handmatige kalibratie Tip 1: De handmatige kalibratie dient in de buurt van de als laatste gevonden positie te worden uitgevoerd, zie grafiek B/C. Herhaal deze werkstappen zo nodig. Tip 2: Op grond van statische oplading kunnen naast de daad werkelijke leidingpositie eventueel elektrische velden worden ontdekt. Voer elektrische lading af door uw vrije hand op de muur te leggen. Tip 3: Werk langzaam, omdat wrijving storende lading kan veroorzaken. 12 NL CombiFinder Plus Tip 4: Wanneer u het vermoeden hebt dat leidingen voorhanden zijn, maar geen leidingen kunt vinden, liggen deze eventueel afgeschermd in kabelkanalen. Gebruik METAL-SCAN om metalen kabelkanalen te lokaliseren. Tip 5: Metaal in wanden (bijv. metalen regelwerk) dragen elektrische velden over en veroorzaken op deze wijze stoorinvloeden. Schakel in dit geval over naar METAL-SCAN om de leiding te vinden. Tip 6: De uitgangspositie is belangrijk: om de maximale gevoeligheid te bereiken, begint u het proces door het apparaat niet in de buurt van stroomvoerende leidingen te positioneren. Opmerking: Bij objecten die zich zeer diep in de wand bevinden kan het gebeuren dat geen volledige uitslag aangegeven wordt. ! Leidingen die dieper liggen dan 4 cm, worden eventueel niet herkend. 8 METAL-SCAN: ­Spannings­waar­schuwingen Permanente spannings­waarschuwingen in niet-afgeschermde leidingen zodra een elektrisch veld herkend wordt. ! Schakel altijd de stroomverzorging uit als u in de buurt van elektrische leidingen werkt. 9 Backlight Het apparaat beschikt over een achtergrondverlichting. Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. Technische gegevens Meetbereik AC 110 - 230V, 50 - 60 Hz Werktemperatuur 0°C ... 40°C (32°F ... 104°F) Opbergtemperatuur -20°C ... 70°C (-4°F ... 158°F) Stroomvoorziening 1 x 9V alkalibatterij (type 6LR 61) Afmetingen (B x H x D) 85 mm x 180 mm x 38 mm Gewicht (incl. batterij) 180 g Meetdiepte Gerichte metaallokalisatie ferro-scan / non-ferro-scan (METAL-SCAN) tot 7,5 cm / tot 5 cm diepte Gerichte lokalisatie van stroomleidingen – spanningvoerend (AC-SCAN) tot 4 cm diepte Lokalisatie van stroom-leidingen – niet-spanningvoerend tot 4 cm diepte Technische veranderingen voorbehouden. 06.2016 EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: www.laserliner.com/info NL 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Laserliner CombiFinder-Plus de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor