Canon LEGRIA mini X Handleiding

Type
Handleiding
CEL-SV2YA283
HD Camcorder
Gebruiksaanwijzing
2
Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING MET BETREKKING TOT AUTEURSRECHTEN:
Als u zonder toestemming opnamen maakt van materialen waarop auteursrechten rusten,
wordt mogelijk inbreuk gemaakt op de rechten van de houders van de auteursrechten
en op auteursrechtwetten.
VOORZICHTIG:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES.
GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET
APPARAAT NIET GEBRUIKT.
Voorkom elektrische schokken door het apparaat niet bloot te stellen aan waterdruppels
of waterspetters.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct
kunnen bereiken als zich een ongeval voordoet.
Het identificatieplaatje CA-110E bevindt zich aan de onderzijde.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen
of met een doek afdekken, of in een besloten, te krappe ruimte leggen.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in
overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU), de richtlijn
2006/66/EG betreffende batterijen en accu’s en/of de plaatselijk
geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd,
niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
Indien onder het hierboven getoonde symbool een chemisch symbool gedrukt staat,
geeft dit in overeenstemming met de richtlijn betreffende batterijen en accu’s aan dat
deze batterij of accu een zwaar metaal bevat (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood)
waarvan de concentratie de toepasselijke drempelwaarde in overeenstemming met
de genoemde richtlijn overschrijdt.
Complies with
IDA Standards
DB00671
3
Dit product dient te worden ingeleverd bij een hiervoor aangewezen inzamelpunt, bijv.
door dit in te leveren bij een hiertoe erkend verkooppunt bij aankoop van een gelijksoortig
product, of bij een officiële inzameldienst voor de recycling van elektrische en elektronische
apparatuur (EEA) en batterijen en accu’s. Door de potentieel gevaarlijke stoffen die gewoonlijk
gepaard gaan met EEA, kan onjuiste verwerking van dit type afval mogelijk nadelige gevolgen
hebben voor het milieu en de menselijke gezondheid. Uw medewerking bij het op juiste
wijze weggooien van dit product draagt bij tot effectief gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch
afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee
,
of www.canon-europe.com/battery
.
REGIO’S VOOR GEBRUIK
De LEGRIA mini X voldoet (vanaf januari 2014) aan de voorschriften ten aanzien van
radiosignalen in de hieronder genoemde regio’s. Als u wilt weten in welke andere regio’s
de camera kan worden gebruikt, kunt u meer informatie krijgen via de contactgegevens
aan het einde van deze gebruiksaanwijzing (A 307).
Verklaring ten aanzien van EU-richtlijn
Hierbij verklaart Canon Inc. dat het toestel ID0037 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Neem contact op met het onderstaande adres voor de originele Verklaring
van Conformiteit:
CANON EUROPA N.V.
Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands
CANON INC.
30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
Model
ID0037: LEGRIA mini X
REGIO’S
Australië, België, Bulgarije, China (de Volksrepubliek China op het Chinese vasteland),
Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije,
Hongkong S.A.R., Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg,
Malta, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië,
Rusland, Singapore, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden,
Zwitserland
4
Informatie over handelsmerken
Het SD-, SDHC- en SDXC-logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation
in de VS en/of andere landen.
App Store, iPad, iPhone, iTunes en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS
en andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde
Staten en andere landen.
“AVCHD” en het “AVCHD”-logo zijn handelsmerken van Panasonic Corporation
en Sony Corporation.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby” en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
Google, Android, Google Play, YouTube zijn handelsmerken van Google Inc.
Facebook is een gedeponeerd handelsmerk van Facebook, Inc.
IOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt
onder licentie gebruikt.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Wi-Fi Certified, WPA, WPA2, en het Wi-Fi Certified-logo zijn handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
WPS zoals gebruikt in de instellingen, op de schermen en in deze gebruiksaanwijzing van de camcorder,
duidt op Wi-Fi Protected Setup.
Het Wi-Fi Protected Setup Identifier Mark is een merk van de Wi-Fi Alliance.
Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van de betreffende ondernemingen.
Dit apparaat omvat exFAT-technologie onder licentie van Microsoft.
“Full HD 1080” heeft betrekking op Canon-camcorders die in overeenstemming zijn
met High-Definition Video die is samengesteld uit 1.080 verticale pixels (scanlijnen).
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and may be
used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding MPEG-4 compliant
video that was encoded only (1) for a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider
licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted or implied
for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
5
Over deze gebruiksaanwijzing en de camcorder
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon LEGRIA mini X.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder
gebruikt en bewaar deze zodat u de handleiding later na kunt
slaan. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan
Problemen oplossen (A 246).
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
“Scène” heeft betrekking op één filmeenheid vanaf het
moment waarop u op de start/stop-knop drukt of [Ü]
aanraakt om met opnemen te beginnen, totdat u op de start/
stop-knop drukt of [Ñ] aanraakt om de opname te stoppen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben
op de werking van de camcorder.
Aanvullende opmerkingen en onderwerpen die aansluiten
op de basisbedieningsprocedures.
Beperkingen, vereisten of voorwaarden voor de beschreven
functie.
A
Paginanummer ter referentie.
>
Deze pijl wordt gebruikt om menu-selecties af te korten.
Raadpleeg Gebruik van de menu’s (A 46) voor meer
informatie over het gebruik van de menu’s.
6
Vierkante haakjes [ ] verwijzen naar bedieningselementen die u
op het scherm dient aan te raken (menu’s, knoppen, enzovoort)
en naar berichten zoals die op het scherm worden weergegeven.
De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn
gemaakt met een fotocamera.
Illustraties van het scherm van de camcorder of van een
computerscherm die in deze handleiding worden gebruikt
laten mogelijk alleen relevante delen van het scherm zien.
Navigatieknoppen: de navigatiebalk onderaan de pagina
biedt tot vier knoppen waarmee u snel de informatie kunt
vinden die u nodig hebt.
Naar de algemene inhoudsopgave springen.
Naar een lijst met geselecteerde functies gaan
die gegroepeerd zijn aan de hand van hun gebruik
in alledaagse situaties. Deze alternatieve index kan
erg handig zijn voor beginnelingen die tegen een
bepaalde uitdaging aanlopen, maar die niet zeker
weten welke functie ze het beste kunnen gebruiken.
Naar de alfabetische index springen.
Met de knop met een cijfer erin verspringt u naar
het begin van het huidige hoofdstuk, waar u een
overzicht vindt van de informatie en gerelateerde
functies die in dat hoofdstuk worden uitgelegd.
Het pictogram zelf verandert, al naargelang het
hoofdstuk dat u op dat moment aan het lezen bent.
7
Neem de onderstaande voorschriften in acht
wanneer de ACCESS-indicator van de camcorder
brandt of knippert. Als u zich daar niet aan houdt,
kunt u uw gegevens voorgoed kwijtraken of raakt
de geheugenkaart mogelijk beschadigd.
- Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf
niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de camcorder
niet uit.
- Houd de knop ^ niet ingedrukt.
8
Inhoudsopgave
Belangrijke gebruiksinstructies ................................... 2
Over deze gebruiksaanwijzing en de camcorder......... 5
De functies van de camcorder in alledaagse
situaties ..................................................................... 14
Unieke functies voor bijzondere gevallen .................. 14
De uitstraling krijgen die u wilt................................... 15
Uitdagende onderwerpen en
opnameomstandigheden.......................................... 16
Afspelen, bewerken en overige................................. 17
Draadloze functies.................................................... 18
Kennismaking met de camcorder ............................. 20
Bijgeleverde accessoires .......................................... 20
Namen van onderdelen ............................................ 21
Voorbereidingen.................................................. 28
De accu opladen ....................................................... 30
9
Een geheugenkaart gebruiken .................................. 35
Geheugenkaarten die u met de camcorder
kunt gebruiken ......................................................... 35
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen............. 37
Eerste instellingen ..................................................... 39
Basisinstellingen ....................................................... 39
De tijdzone wijzigen.................................................. 42
Een geheugenkaart initialiseren ................................ 43
Basisbediening van de camcorder ........................... 45
Het touchscreen gebruiken ...................................... 45
Gebruik van de menu’s ............................................ 46
Bedieningsstanden................................................... 53
De indeling voor filmopnamen selecteren
(AVCHD/MP4) ........................................................... 55
Basisfuncties voor opnemen en afspelen.......... 56
Basisfuncties voor opnemen..................................... 57
Video-opnamen maken ............................................ 57
Foto’s maken ........................................................... 62
AUTO-stand............................................................. 64
Basisfuncties voor afspelen ...................................... 67
Films afspelen .......................................................... 67
Foto’s bekijken......................................................... 75
Scènes en foto’s verwijderen.................................... 79
Scènes splitsen ........................................................ 83
10
Scènes snijden......................................................... 85
Diashow ................................................................... 87
Geavanceerde functies....................................... 88
Videokwaliteit en filmstanden ................................... 90
De videokwaliteit selecteren ..................................... 90
Het fotoformaat kiezen ............................................. 92
De filmmodus selecteren .......................................... 93
Speciale opnamestanden ......................................... 97
Intervalopname ........................................................ 97
Slow motion of versneld ......................................... 102
Videosnapshot ....................................................... 104
Vooropname .......................................................... 105
Handige functies ..................................................... 108
Zelfontspanner ....................................................... 108
Decoratie: Uw opnamen verfraaien......................... 109
Beeld draaien en omkeren...................................... 113
Audio opnemen....................................................... 116
Gebruik van een externe microfoon ........................ 116
Geluidsscènes (ingebouwde microfoon) ................. 118
Audio-opnameniveau ............................................. 124
Windscherm (ingebouwde microfoon) .................... 126
Microfoondemper (Ingebouwde microfoon) ............ 127
Audio-equalizer (ingebouwde microfoon) ................ 129
Microfoonrichting (ingebouwde microfoon) ............. 130
11
Microfoondemper (externe microfoon) .................... 131
Lage tonen filteren (externe microfoon) ................... 132
De invoer wisselen (externe microfoon)................... 133
Geluidsmix ............................................................. 134
Audio-limiter (audiopiekbegrenzer).......................... 135
Audio-compressor ................................................. 135
Gebruik van een koptelefoon.................................. 137
Als u meer zelf wilt bepalen .................................... 139
Witbalans ............................................................... 139
Belichting ............................................................... 141
Gezichtsdetectie .................................................... 144
Videosnapshotscènes en foto’s maken
van een film............................................................ 147
Externe aansluitingen ....................................... 150
Aansluitpunten op de camcorder............................ 151
Aansluitschema’s ................................................... 152
Opnamen afspelen op een tv-scherm..................... 155
Uw opnamen opslaan en delen .............................. 156
Films converteren naar de MP4-indeling................. 156
Opnamen opslaan op een computer ...................... 159
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder ......................................................... 168
12
Wi-Fi-functies.................................................... 170
Overzicht van de Wi-Fi-functies
van de camcorder ................................................... 172
De Wi-Fi-functies van de camcorder ...................... 178
Een iOS- of Android-apparaat als
afstandsbediening gebruiken.................................. 178
Remote Browse: opnamen bekijken
met behulp van een internetbrowser
op een iOS- of Android-apparaat ........................... 188
Opnamen opslaan en films naar internet
uploaden met een iOS-apparaat............................. 191
Opnamen delen via CANON iMAGE GATEWAY ..... 193
Draadloos afspelen op een computer..................... 201
Wi-Fi-verbinding en instellingen.............................. 204
Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt................... 204
Wi-Fi-instellingen bekijken en wijzigen .................... 213
Overige informatie............................................. 217
Bijlage: Menu-opties – Overzicht ............................ 219
[1 Overige instellingen]-menu’s ............................ 222
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen .......... 236
Problemen?............................................................. 246
Problemen oplossen .............................................. 246
Overzicht van berichten .......................................... 259
13
Wat u wel en niet moet doen .................................. 276
Hoe u de camera moet behandelen ....................... 276
De ingebouwde lithiumbatterij verwijderen ............. 283
Onderhoud/overig ................................................... 286
Reinigen ................................................................. 286
Condens ................................................................ 287
De camcorder in het buitenland gebruiken ............. 288
Algemene informatie ............................................... 289
Optionele accessoires ............................................ 289
Specificaties........................................................... 293
Referentietabellen ................................................... 300
Index ....................................................................... 303
14
De functies van de camcorder
in alledaagse situaties
Unieke functies voor bijzondere gevallen
Het beeldveld dat u opneemt wijzigen van een
fisheye-achtige supergroothoek naar een close-up
in het midden van het beeld.
Beeldveld (A 59)
Neem geluid op met een zo hoog
mogelijke kwaliteit afhankelijk
van uw opnamesituatie, zoals een
vergadering of een muziekoptreden.
Geluidsscènes (A 118)
Een coole time-lapsevideo opnemen of slow motion
gebruiken om uw golfswing te controleren.
Intervalopname (A 97)
Opnemen in slow of fast motion (A 102)
15
Uw danstraining in spiegelbeeld opnemen zodat
u kunt oefenen terwijl de scène wordt afgespeeld.
Beeld automatisch draaien en beeld omkeren (A 113)
Films versieren met graphics en stempels.
Decoratie (A 109)
Een dynamische montage maken aan de hand van korte clips.
Videosnapshot (A 104)
De uitstraling krijgen die u wilt
Prachtige video’s en foto’s maken
zonder op instellingen te hoeven
letten.
N-modus (A 57)
Het beeld helderder of donkerder
maken dan de belichting die door
de camcorder wordt ingesteld.
Belichting (A 141)
16
Een kopie van uw films maken
door een uniek cinemafilter toe
te passen.
Films converteren en formaat
wijzigen (A 156)
Kiezen of u opneemt in AVCHD-indeling of MP4-indeling.
Opname-indeling selecteren (A 55)
Uitdagende onderwerpen en opnameomstandigheden
Prachtige video opnemen van speciale scènesituaties
met minimale instellingen.
Opnamestanden (A 93)
Natuurlijke kleuren verkrijgen,
zelfs bij bijzondere belichting.
Witbalans (A 139)
De belichting voor het gewenste onderwerp optimaliseren
door alleen het scherm aan te raken.
Touch AE (A 143)
Cinemafilter [FILTER 2]
(Levendig)
17
De belichting optimaal houden terwijl u een bewegend
onderwerp vastlegt.
Gezichtsdetectie en volgen (A 144)
Uzelf tijd geven om in het beeld te komen.
Zelfontspanner (A 108)
Afspelen, bewerken en overige
Delen van uw video opslaan als foto’s als korte
videosnapshots.
Foto’s/videosnapshots vastleggen (A 147)
Uw scènes converteren naar een kleiner bestandsformaat
om te uploaden naar internet.
Films converteren naar de MP4-indeling (A 156)
Een diavoorstelling van uw fotos afspelen.
Diavoorstelling (A 87)
Van uw opnamen genieten op een tv.
HDMI-aansluiting (A 152)
Afspelen (A 155)
18
Opnamen opslaan op uw computer en ze uploaden naar
het internet.
Opslaan van opnamen (A 159)
Draadloze functies
Uw smartphone of tablet als afstandsbediening gebruiken
terwijl u opneemt.
Afstandsbediening via Wi-Fi (CameraAccess plus) (
A
178)
Een webbrowser op uw smartphone of tablet gebruiken om
de opnamen op de camcorder te openen en af te spelen.
Op afstand bladeren/afspelen via browser (A 188)
19
Een iOS-app gebruiken om opnamen draadloos over te
zetten naar uw iPhone/iPad en ze naar internet te uploaden.
Movie Uploader (A 191)
Up opnamen via CANON iMAGE GATEWAY delen door
ze in fotoalbums op internet te zetten.
CANON iMAGE GATEWAY (A 193)
De camcorder draadloos verbinden met uw thuisnetwerk
en uw opnamen draadloos streamen.
Mediaserver (A 201)
Wi-Fi-verbinding met een toegangspunt (A 204)
Wi-Fi-instellingen bekijken en aanpassen (voor gevorderde
gebruikers).
Wi-Fi-instellingen (A 213)
20
Kennismaking met de camcorder
Bijgeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de camcorder meegeleverd:
* In deze handleiding wordt beschreven hoe u de software Transfer
Utility LE van PIXELA kunt downloaden. Met deze software
kunt u uw AVCHD-films opslaan op een geheugenkaart.
Raadpleeg voor bijzonderheden over het gebruik van de software
de Softwarehandleiding Transfer Utility LE, die is inbegrepen
in de gedownloade software.
Compacte netadapter
CA-110E
(inclusief netsnoer)
Accu NB-12L
USB-kabel IFC-300PCU/S
Polsriem WS-DC11
Introductiehandleiding
Installatiehandleiding
voor Transfer Utility LE*
21
Namen van onderdelen
Aanzicht linkerzijde
1 Start/stop-knop (A 57, 62)
2 Afdekking aansluitpunten
3 LCD-paneel (A 26)
4 ^ afspeelknop (A 67)
5 HDMI-aansluiting (A 151, 152)
6 USB-aansluiting (A 151, 153)
7 Aanpasbare staander (A 26)
123
4
56
7
22
Aanzicht rechterzijde
8 MIC LEVEL-regelaar (A 124)
9 DC IN-aansluitpunt (A 30)
10 ×-aansluitpunt (koptelefoon) (A 137)
11 MIC-aansluitpunt (A 116)
12 Stroom/oplaad-indicator (A 30)
13 Aan/uit-schakelaar (ON/OFF) (A 57, 62)
8 9 10 11 12 13
23
Vooraanzicht Bovenaanzicht
14 Lensafdekking
15 Stereomicrofoon (A 118)
16 Luidspreker (A 69)
17 LCD-touchscreen (A 27, 45)
14
15
16 17
24
Onderaanzicht Achteraanzicht
18 Serienummer
19 Statiefbevestiging (A 278)
20
Afdekplaatje geheugenkaartsleuf/accucompartiment
(A 37)
21 Geheugenkaartsleuf (A 37)
22 Ontgrendelingsknop accu (A 30)
23 Accucompartiment (A 30)
24 ACCESS-indicator (A 57, 62)
18 19 20
21 22
2324
25
26
25
25 Wi-Fi-antenne (A 172)
26 Riembevestigingspunten (A 27)
26
De positie van de camcorder wijzigen
De camcorder heeft een aanpasbare staander (
7
) en een
geleed LCD-paneel (
3
) waarmee u de positie van het scherm
gemakkelijk aan kunt passen aan uw opnameomstandigheden.
Dit zijn typische opnameposities (alle metingen in graden
zijn bij benadering):
80° 90°
123°
123
27
17 LCD-touchscreen
Het scherm is gefabriceerd met uiterst verfijnde technieken.
Meer dan 99,99% van de pixels functioneert correct.
Minder dan 0,01% van de pixels kan af en toe mislukken
of wordt weergegeven als zwarte, rode, blauwe of groene
punten. Dit heeft geen gevolgen voor het opgenomen
beeld en duidt niet op een defect.
•Raadpleeg Hoe u de camcorder moet behandelen
(A 276), Reinigen (A 286) voor bijzonderheden over
behandeling van het touchscreen.
U kunt de helderheid van het scherm instellen met de
opties 1 > q > [Helderheid] en [LCD Backlight].
26 Riembevestigingspunten
U kunt de bijgeleverde polsriem
aan een van beide kanten van
de camcorder vastmaken.
28
Voorbereidingen
De accu opladen
De eerste stap om uw camcorder te gebruiken
is de stroomtoevoer voorbereiden. In dit hoofdstuk
wordt beschreven hoe u een accu kunt opladen.
Een geheugenkaart gebruiken
Vervolgens dient u een geheugenkaart voor te bereiden
waarop uw films en foto’s worden opgeslagen.
Dit gedeelte legt uit wat voor types geheugenkaarten
gebruikt kunnen worden en hoe u een kaart in de
camcorder plaatst.
Eerste instellingen
Nu uw camcorder van stroom is voorzien en een
geheugenkaart heeft, kunt u de camcorder aanzetten
en de basisinstellingen invoeren. U kiest dan onder meer
de taal van de camcorder en stelt de datum en tijd in.
30
35
39
29
Basisbediening van de camcorder
In dit gedeelte kunt u meer lezen over de basisbediening,
zoals het touchscreen gebruiken, bedieningsstanden
wijzigen en de menu’s gebruiken.
De indeling voor filmopnamen selecteren
(AVCHD/MP4)
Voordat u met opnemen begint, kunt u selecteren
of u wilt opnemen in AVCHD- of MP4-indeling.
45
55
30
De accu opladen
De accu opladen
De camcorder kan van stroom worden voorzien met een
accu of rechtstreeks met de compacte netadapter.
Raadpleeg Oplaadtijden (A 301) voor informatie over
de geschatte oplaadtijd en de opname- en afspeeltijd met
een volledig opgeladen accu.
1 Sluit het netsnoer aan op de compacte netadapter.
2 Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
3 Sluit de compacte netadapter aan op het
DC IN-aansluitpunt van de camcorder.
31
De accu opladen
4 Schuif het klepje van van het accucompartiment
in de richting van de pijl om het te openen.
5 Plaats de accu met het Canon-label naar de bovenkant
van de camcorder gericht.
Druk de accu tegen de ontgrendelingsknop aan wanneer
u de accu plaatst. Duw de accu er vervolgens in zijn
geheel in, totdat de ontgrendelingsknop de accu vastzet.
6 Sluit het klepje van het accucompartiment.
Druk op het klepje totdat u een klik hoort. Forceer het
klepje niet als de accu niet op de juiste wijze is geplaatst.
5
7
54
67
4, 6
32
De accu opladen
7 Het laden begint zodra de camcorder is uitgeschakeld.
Als de camcorder ingeschakeld was, zal de groene
stroom/oplaad-indicator uitgaan zodra u de camcorder
uitzet. Na korte tijd gaat de stroom/oplaad-indicator
branden in een rode kleur (accu bezig met opladen).
De rode stroom/oplaad-indicator gaat uit zodra de
accu volledig is opgeladen.
Indien de indicator snel knippert, raadpleeg dan
Problemen oplossen (A 246).
De accu verwijderen
Open het klepje van het accucompartiment en schuif de
ontgrendelingsknop in de richting van de pijl. De accu komt
dan tevoorschijn. Verwijder de accu en sluit het afdekklepje.
32
21
334
1, 4
33
De accu opladen
Zet de camcorder uit voordat u de compacte netadapter
aansluit of verwijdert. Nadat u de camcorder hebt uitgezet,
worden belangrijke gegevens in het geheugen opgeslagen.
Wacht totdat de groene stroom/oplaad-indicator uitgaat.
Sluit op het DC IN-aansluitpunt van de camcorder of op
de compacte netadapter geen elektrische apparatuur
aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen voor gebruik met
deze camcorder.
Druk de accu niet met kracht in het accucompartiment
wanneer u de accu plaatst, anders kan er schade
ontstaan.
Sluit de bijgeleverde compacte netadapter niet aan op
spanningsomzetters bij reizen naar andere continenten
of op speciale stroombronnen zoals die in vliegtuigen
en schepen, DC-AC-omzetters, etc. Anders kan het
apparaat uitvallen of te heet worden.
We raden aan dat u de accu oplaadt bij een temperatuur
tussen 10 °C en 30 °C. De accu zal niet worden opgeladen
als de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de
accu lager is dan circa 0 °C en hoger dan circa 40 °C.
Als de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de
accu laag is, kan het opladen langer duren dan normaal.
34
De accu opladen
De accu wordt alleen opgeladen als de camcorder
uit staat.
Als tijdens het opladen van de accu de stroombron werd
losgekoppeld, controleert u voordat u de stroombron
weer aansluit of de stroom/oplaad-indicator is uitgegaan.
Als resterende accucapaciteit een probleem vormt, kunt
u de camcorder van stroom voorzien met de compacte
netadapter, zodat de accustroom niet wordt verbruikt.
Opgeladen accu’s ontladen zich op natuurlijke wijze.
Zorg er daarom voor dat u de accu op de dag van
gebruik, of de dag ervoor, oplaadt. U bent dan verzekerd
van een volle accu.
Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen
accu’s bij de hand te houden dan u nodig denkt
te hebben.
U kunt een optionele acculader gebruiken om de accu
op te laden. Raadpleeg Oplaadtijden (A 301) voor
meer informatie over oplaadtijden.
35
Een geheugenkaart gebruiken
Een geheugenkaart gebruiken
Geheugenkaarten die u met de camcorder
kunt gebruiken
U kunt met deze camcorder gebruikmaken van de volgende
soorten SD-kaarten, die in de winkel verkrijgbaar zijn. We raden
aan om geheugenkaarten te gebruiken van klasse 4, 6 of 10.
Vanaf november 2013 is de filmopnamefunctie getest met
SD/SDHC/SDXC-kaarten die zijn gemaakt door Panasonic,
Toshiba en SanDisk. Bezoek de website van Canon in uw regio
voor de nieuwste informatie over geheugenkaarten die u kunt
gebruiken.
* Bij gebruik van een SD-geheugenkaart zonder classificatie van
de snelheidsklasse of een kaart van klasse 2, kunt u mogelijk geen
films opnemen, afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart.
Type geheugenkaart: . SD-kaart
/ SDHC-kaart
0 SDXC-kaart
SD-snelheidsklasse*: Klasse 4 of hoger
36
Een geheugenkaart gebruiken
SDXC-kaarten
U kunt met deze camcorder gebruikmaken van SDXC-kaarten.
Bij gebruik van SDXC-kaarten met andere apparaten, zoals digitale
recorders, computers en kaartlezers,
dient u te controleren of het
externe apparaat compatibel is met SDXC-kaarten
. Neem voor
meer informatie over compatibiliteit contact op met de fabrikant van
de computer, het besturingssysteem of de geheugenkaart.
Als u in de loop der tijd herhaaldelijk opnamen hebt
gemaakt, verwijderd en bewerkt (gefragmenteerd
geheugen), dan duurt het langer om gegevens weg
te schrijven naar de geheugen
kaart en kan het
gebeuren dat de opname stopt. Maak een back-up
van uw opnamen en initialiseer de geheugenkaart
met behulp van de optie [Initalisatie voltooien].
Over de snelheidsklasse: Snelheidsklasse (Speed
Class) is een standaard die de minimale gegarandeerde
snelheid van gegevensoverdracht van geheugenkaarten
aanduidt. Controleer bij aanschaf van een geheugenkaart
op de verpakking het logo van de snelheidsklasse.
Als u een SDXC-kaart gebruikt op een computer met
een besturingssysteem dat niet compatibel is met SDXC,
wordt u mogelijk gevraagd de geheugenkaart te
formatteren. In dat geval
dient u de procedure te
annuleren om te voorkomen dat u gegevens verliest
.
37
Een geheugenkaart gebruiken
Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
Zorg ervoor dat u alle geheugenkaarten voor het eerste
gebruik met de camcorder initialiseert met behulp van de
optie [Initalisatie voltooien].
Wanneer u de camcorder de eerste
keer inschakelt, dient u eerst de basisinstellingen in te voeren
(
A
39) en daarna de geheugenkaart te initialiseren (
A
43).
1 Zet de camcorder uit.
Zet de aan/uit-schakelaar op OFF en controleer
of de stroom/oplaad-indicator uit is.
2 Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf.
3 Duw de geheugenkaart met het label omlaag gericht
in zijn geheel in de geheugenkaartsleuf totdat de kaart
vastklikt.
31
12 3
3
34
2, 4
38
Een geheugenkaart gebruiken
4 Sluit het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf.
Forceer de afdekking niet om deze te sluiten als u de
geheugenkaart niet op de juiste wijze hebt geplaatst.
De geheugenkaart verwijderen
Druk eenmaal de geheugenkaart in om deze te ontgrendelen.
De geheugenkaart springt vervolgens naar buiten. Trek de kaart
daarna in zijn geheel naar buiten.
Geheugenkaarten hebben een voor- en achterzijde die
van elkaar verschillen. De camcorder kan defect raken
als u een geheugenkaart verkeerd om in de camcorder
plaatst. Zorg ervoor dat u de geheugenkaart plaatst
zoals beschreven in stap 3.
39
Eerste instellingen
Eerste instellingen
Basisinstellingen
De eerste keer dat u de camcorder aanzet, wordt u door de
schermen voor de basisinstellingen van de camcorder geleid.
Zo kunt u de taal kiezen en de datum en tijd instellen. Raadpleeg
Het touchscreen gebruiken (A 45) voor informatie over het
gebruik van het touchscreen.
1 Zet de aan/uit-schakelaar op ON om de camcorder
aan te zetten.
De lensafdekking opent.
Het taalkeuzescherm wordt geopend.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
2 Raak de taal aan die u wilt gebruiken voor de
schermgegevens en raak vervolgens [æ] aan.
U kunt uit 27 talen kiezen. Mogelijk moet u naar
beneden scrollen om uw taal te vinden.
1
1
40
Eerste instellingen
Nadat u een taal hebt geselecteerd, verschijnt het scherm
[Datumindeling].
3 Raak [J.M.D], [M.D.J] of [D.M.J] aan om de door
u gewenste datumindeling te selecteren en raak
vervolgens [æ] aan.
Nadat u de datumindeling hebt geselecteerd, verschijnt het
scherm [Datum/Tijd], waarin het eerste veld is geselecteerd.
4 Raak een veld aan dat u wilt wijzigen (jaar, maand, dag,
uren of minuten).
5
Raak [
Í
] of [
Î
] aan om het veld desgewenst te wijzigen.
Raak [æ] aan nadat u een
taal hebt geselecteerd
41
Eerste instellingen
6 Stel de juiste datum en tijd in door alle velden
op dezelfde wijze te wijzigen.
Raak [24H] aan om de 24-uurs klok te gebruiken of laat
de optie ongeselecteerd om de 12-uurs klok (AM/PM)
te gebruiken.
7 Raak [OK] aan om de basisinstellingen te voltooien
en het instellingsscherm te sluiten.
Sommige bedieningsknoppen, zoals [ON]/[OFF] in
sommige schermen, worden ongeacht de geselecteerde
taal in het Engels getoond.
U kunt op een later moment de taal wijzigen en de
datum en tijd aanpassen, met behulp van de volgende
menu-instellingen.
- 1 > q > [Taal H]
- 1 > q > [Datum/Tijd]
Als u de camcorder circa 3 maanden niet gebruikt,
raakt de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
mogelijk geheel leeg en verliest u daardoor de datum-
en tijdinstelling. Laad in dat geval de ingebouwde
lithiumbatterij op (
A
282). De volgende keer dat u de
camcorder aanzet, dient u opnieuw de basisinstellingen
in te voeren.
42
Eerste instellingen
De tijdzone wijzigen
Kies de tijdzone die bij uw locatie past. De standaardinstelling
is Parijs. De camcorder kan bovendien de datum en tijd van
een andere locatie onthouden. Dit is handig als u op reis bent,
zodat u de camcorder kunt afstemmen op de tijd van uw
thuislocatie of die van uw bestemming.
Voor dit gedeelte is het gebruik van de menus van de camcorder
nodig. Raadpleeg
Gebruik van de menu’s
(
A
46) voor meer
informatie over het gebruik van de menus.
1 Open het scherm [Tijdzone/DST].
2
Raak [
"
] aan om de tijdzone thuis in te stellen of [
#
]
om de tijdzone van uw bestemming in te stellen wanneer
uop reis bent.
3
Raak [
Í
] of [
Î
] aan om de gewenste tijdzone in te stellen.
Raak indien nodig [
$
] aan om de zomertijd in te stellen.
4
Raak [
X
] aan om het menu te sluiten.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0
>
[
1
Overige instellingen]
>
q
>
[Tijdzone/DST]
43
Eerste instellingen
Een geheugenkaart initialiseren
Voordat u een geheugenkaart de eerste keer met de camcorder
gebruikt, moet u de geheugenkaart initialiseren. U kunt een
geheugenkaart ook initialiseren als u alle gegevens hierop
permanent wilt verwijderen.
1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte
netadapter.
Tijdens het initialisatieproces mag u de stroombron
niet loskoppelen of de camcorder uitzetten.
2 Zet de aan/uit-schakelaar op ON om de camcorder
aan te zetten.
De lensafdekking opent.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
1
1
44
Eerste instellingen
3 Initialiseer de geheugenkaart.
1
Raak deze optie aan als u alle gegevens fysiek wilt wissen
in plaats van alleen maar de bestandstoewijzingstabel van
de geheugenkaart te wissen.
2
Als u de optie [Initalisatie voltooien] hebt geselecteerd, dan
kunt u [Annuleren] aanraken als u de initialisatie wilt stopzetten
terwijl deze wordt uitgevoerd. Alle opnamen worden gewist
en de geheugenkaart kan zonder probleem worden gebruikt.
Initialisatie van een geheugenkaart houdt in dat alle
opnamen permanent worden gewist. Verloren geraakte
opnamen kunt u dan niet meer terughalen. Zorg er daarom
voor dat u van tevoren een back-up maakt van belangrijke
opnamen (
A
159).
0 > [1 Overige instellingen] > q >
[Initialiseren 8] > [Initialiseren] > [Initalisatie
voltooien]
1
> [Ja]
2
> [OK] > [X]
45
Basisbediening van de camcorder
Basisbediening van de camcorder
Het touchscreen gebruiken
Welke knoppen en menu-onderdelen op het touchscreen
worden getoond, hangt af van de bedieningsstand en de taak
die u uitvoert. Met de intuïtieve interface van het touchscreen
kunt u snel alle functies instellen.
1 Aanraken
Raak een element aan dat op het touchscreen wordt weergegeven.
Wordt gebruikt om een scène af te spelen in een indexscherm,
een instelling in een menu te selecteren, enz.
2 Slepen
Schuif uw vinger omhoog of omlaag of naar links of naar rechts
over het scherm terwijl u het scherm aanraakt.
Wordt gebruikt om door menu’s te scrollen, door de pagina’s
van een indexscherm te bladeren of om schuifregelaars zoals
voor het volume in te stellen.
12
46
Basisbediening van de camcorder
Gebruik van de menu’s
Vanuit het menu 0 (Start) hebt u toegang tot de meeste
functies en instellingen van de camcorder. In de opnamemodus
biedt het menu 0 (Start) directe toegang tot een aantal
veelgebruikte functies. In de afspeelstand kunt u vanuit het
menu 0 (Start) wisselen tussen de indexschermen van films
of foto’s. In beide standen kunt u vanuit het menu 0 (Start)
de menu’s [1Overige instellingen] openen voor uitgebreidere
instellingen. U kunt ook de verscheidene Wi-Fi-functies van
de camcorder openen.
In de hieronder genoemde gevallen is het wellicht
niet mogelijk om op correcte wijze het touchscreen
te bedienen.
- Als u uw vingernagels of voorwerpen met een harde
punt gebruikt, zoals een balpen.
- Bediening van het touchscreen met natte handen
of met handschoenen aan.
- Als te veel druk uitoefent met uw vinger.
47
Basisbediening van de camcorder
0 (Start)-menu
1 Raak [0] aan in de linker onderhoek (opnamemodus)
of de linker bovenhoek (afspeelstand) van het scherm
om het menu 0 (Start) te openen.
2 Sleep uw vinger naar links/rechts om het gewenste
menu naar het midden te halen.
3 Raak het pictogram van het gewenste menu aan
om het te openen.
In de volgende table vindt u een beschrijving van elk menu.
Opnamemodus Afspeelstand
48
Basisbediening van de camcorder
Menu-onderdeel
Beschrijving
[1 Overige instellingen] (A 51, 222)
Hiermee opent u de menu’s [
1
Overige instellingen], die
u toegang geven tot diverse instellingen van de camcorder.
[Geluidsscène]* (alleen opnamemodus) (A 118)
Optimaliseer geluidsinstellingen voor uw omgeving om zo goed
mogelijk geluid te krijgen.
[Spec. opnamemodi]* (alleen opnamemodus) (A 97)
Geniet van speciale opnamestanden, zoals slow motion,
fast motion en intervalopname, om unieke effecten te bereiken.
[Filmmodus]* (alleen opnamemodus) (A 93)
De camcorder beschikt over een aantal filmstanden die de meest
geschikte instellingen bieden voor diverse speciale scènes.
[ Beeld draaien] (alleen opnamemodus) (A 113)
U kunt de camera in spiegelbeeld (horizontaal gedraaid) laten
opnemen. U kunt ook automatisch de positie van de camera laten
detecteren, zodat het beeld tijdens het afspelen gedraaid wordt.
* Voor deze menu-items geeft het pictogram dat in het menu
0
(Start)
getoond wordt respectievelijk de geluidsscène, speciale opnamemodus
of filmmodus weer die op dat moment is geselecteerd.
49
Basisbediening van de camcorder
[< Zelftimer] (alleen opnamemodus) (A 108)
Handige functie waarmee u de tijd krijgt om in beeld te komen
nadat u de camcorder hebt klaargezet.
[ Afstandsbediening+streamen] (alleen opnamemodus) (A 178)
Uw smartphone of tablet als afstandsbediening gebruiken om met
de camcorder op te nemen. U kunt ook video streamen vanaf de
camcorder en deze op de smartphone of tablet opnemen.
[} Foto afspelen] (alleen afspeelstand) (A 75)
Schakelt de camcorder over op de fotoweergavestand en opent
het indexscherm [
}
].
[· Film afspelen] (alleen afspeelstand) (A 67)
Schakelt de camcorder over op de stand om AVCHD-films
af te spelen en opent het indexscherm [
].
[¸ Film afspelen] (alleen afspeelstand) (A 67)
Schakelt de camcorder over op de stand om MP4-films
af te spelen en opent het indexscherm [
].
[ Videosnapshot] (alleen afspeelstand) (A 67)
Schakelt de camcorder over op de stand om films af te spelen
en opent het indexscherm [
¦¸
], waarop alleen uw
MP4-videosnapshotscènes getoond worden.
Menu-onderdeel
Beschrijving
50
Basisbediening van de camcorder
Gebruik van de menu’s
Het is erg eenvoudig om de verschillende instellingen
van de camera aan te passen met behulp van de menu’s.
U kunt uw keuze maken door gewoon de knop van de
gewenste optie aan te raken. Wanneer ze op het scherm
verschijnen kunt u [K] aanraken om naar het vorige
scherm terug te keren of [X] om het menu te sluiten.
In sommige schermen dient u omlaag te scrollen
om de gewenste optie te vinden.
[ Wi-Fi] (alleen afspeelstand) (A 170)
Hiermee kunt u de diverse Wi-Fi-functies gebruiken, zoals
het uploaden van opnamen naar het web of het afspelen
van opnamen met een smartphone.
Menu-onderdeel
Beschrijving
Sommige schermen bieden
aanvullende informatie over de
opties. Sleep in dat geval gewoon
uw vinger omhoog en omlaag over
de kolom met pictogrammen.
51
Basisbediening van de camcorder
Het menu [1 Overige instellingen]
De menu’s [1 Overige instellingen] bieden tal van opties
om verschillende aspecten van de werking van de camcorder
te beheren. Raadpleeg voor meer informatie de volledige lijst
met instellingen in de bijlage [1 Overige instellingen]-menu’s
(A 222).
In de menu’s [1 Overige instellingen] worden instellingen
gegroepeerd in submenu’s (tabbladen). Naar deze instellingen
wordt omwille van het leesgemak in de gehele handleiding als
volgt verwezen: “1 > q > [Taal H]”. In dit voorbeeld
(waarbij de taal wordt gewijzigd) dient u het volgende te doen:
1 Raak [0] aan om het menu 0 (Start) te openen.
2 Sleep uw vinger naar links/rechts om [1 Overige
instellingen] naar het midden te halen. Raak vervolgens
het pictogram aan om de menu’s [1 Overige
instellingen] te openen.
U kunt ook de pictogrammen [Ï] en [Ð] gebruiken
om te scrollen.
52
Basisbediening van de camcorder
3 Raak de tab van het gewenste menu aan.
4 Sleep uw vinger omhoog/omlaag om de instelling
die u wilt wijzigen, naar de oranje selectiebalk te halen.
U kunt ook de pictogrammen [Í] en [Î] gebruiken
om te scrollen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen worden gedimd
getoond.
U kunt elk menu-onderdeel op het scherm aanraken
om dit rechtstreeks naar de selectiebalk te brengen.
5 Raak [æ] aan wanneer het gewenste menuonderdeel
zich binnen de selectiebalk bevindt.
6 Raak de gewenste optie aan en raak [X] aan.
U kunt op elk gewenst moment [X] aanraken om het
menu te sluiten.
2
4
34
5
4
53
Basisbediening van de camcorder
Bedieningsstanden
In deze handleiding worden bedieningsstanden van de
camcorder aangeduid met een balk met pictogrammen.
Een volledig pictogram in het blauw (N) geeft aan dat
de beschreven functie in een specifieke bedieningsstand
kan worden gebruikt, een uitgegrijsd pictogram (}) geeft aan
dat de functie niet beschikbaar is in de desbetreffende stand,
Pictogrammen worden onderverdeeld in filmindeling (A 55),
filmmodus en afspeelstand.
Opname
Als u de aan/uit-schakelaar op ON zet, gaat de camcorder
aan in opnamemodus. In de opnamemodus hangt het van de
gekozen filmmodus af welke bedieningsstand van de camcorder
actief is (A 93). De filmmoduspictogrammen zijn dezelfde
pictogrammen die gebruikt worden in het keuzescherm voor
de filmmodus.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
54
Basisbediening van de camcorder
Afspelen
Houd de knop ^ ingedrukt als u van de opnamemodus
naar de afspeelstand wilt gaan of omgekeerd.
In de balk met bedieningsstandpictogrammen verwijst het
pictogram y naar het afspelen van films, ofwel vanuit het
indexscherm [] of [] (alle AVCHD- of MP4-scènes),
ofwel vanuit het indexscherm [¦¸] (alleen MP4-video-
snapshotscènes) (A 67). Het pictogram } verwijst naar
het bekijken van foto’s vanuit het indexscherm [}] (A 75).
1
1
55
De indeling voor filmopnamen selecteren (AVCHD/MP4)
De indeling voor filmopnamen
selecteren (AVCHD/MP4)
U kunt films opnemen in de AVCHD-indeling of de MP4-indeling.
AVCHD-films zijn ideaal geschikt om naar een extern apparaat
te kopiëren, zoals bijvoorbeeld een Blu-ray Disc-recorder.
MP4-films zijn veelzijdig en kunnen makkelijk worden afgespeeld
op smartphones of worden geüpload naar het web.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > p > [Filmindeling]
> Gewenste filmindeling > [X]
56
Basisfuncties voor opnemen
en afspelen
Basisfuncties voor opnemen
In dit hoofdstuk wordt de handige stand N uitgelegd en
wordt beschreven hoe u gemakkelijk films en foto’s maakt.
Om op te nemen met behulp van andere opnamestanden,
geavanceerdere functies te gebruiken en volledige toegang
te hebben tot alle menu-instellingen, raadpleegt
u Geavanceerde functies (A 88).
Basisfuncties voor afspelen
Dit gedeelte beschrijft hoe u films afspeelt, bijsnijdt,
verwijdert en splitst, en hoe u fotos bekijkt (inclusief
in modus diavoorstelling) of verwijdert.
57
67
57
Basisfuncties voor opnemen
Basisfuncties voor opnemen
Video-opnamen maken
U kunt nu films opnemen. Omdat de camcorder een
supergroothoeklens gebruikt, kunt u zelfs het beeldveld wijzigen
(supergroothoek of close-up). U kunt ook een andere filmmodus
selecteren die past bij de opnameomstandigheden (A 93).
Voordat u met opnemen begint, kunt u het beste
eerst een testopname maken om te controleren
of de camcorder goed functioneert.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
1
1
58
Basisfuncties voor opnemen
1
Zet de aan/uit-schakelaar op ON om de camcorder
aan te zetten.
De lensafdekking opent.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
Plaats de camcorder en stel deze naar wens in.
Als u opneemt terwijl u de camcorder in uw hand houdt,
let er dan op dat u de lens niet blokkeert.
2
Druk op de start/stop-knop om te beginnen met opnemen.
U kunt ook [Ü] aanraken in de rechterbenedenhoek
van het scherm.
De ACCESS-indicator gaat van tijd tot tijd knipperen
terwijl de scène wordt opgenomen.
2
2, 3 22
2
2, 3
59
Basisfuncties voor opnemen
3 Druk nogmaals op de start/stop-knop wanneer
u met opnemen wilt stoppen.
U kunt ook [Ñ] aanraken in de rechterbenedenhoek
van het scherm.
Nadat u klaar bent met het maken van opnamen
Controleer of de ACCESS-indicator, die de status van de
geheugenkaart aangeeft, uit is en zet de aan/uit-schakelaar
op OFF.
Het beeldveld wijzigen
De camera beschikt over een supergroothoeklens zodat u een
enorm beeldveld kunt vastleggen (circa 150° voor AVCHD-films,
circa 160° voor MP4-fims, circa 170° voor foto’s). U kunt
bijvoorbeeld een grote groep in een fisheye-achtig beeld
vastleggen. De supergroothoek betekent ook dat onderwerpen
aan de rand van het beeld een gebogen vervorming lijken te
hebben. In plaats daarvan kunt u ook het midden van het
scherm vergroten om iets van dichterbij te bekijken.
Raak [ ] aan om het midden van het scherm te vergroten
(close-up). Raak [ ] aan om terug te keren naar het
standaard beeldveld (supergroothoek).
60
Basisfuncties voor opnemen
Wisselen tussen films en foto’s
Met maar één keer aanraken kunt u wisselen tussen films
opnemen ( ) en foto’s maken ( ).
Raak [ ] aan om foto’s
te maken (fotomodus).
Raak [ ] aan om films
op te nemen (filmmodus).
(supergroothoek) (close-up)
61
Basisfuncties voor opnemen
Om de lens te beschermen, zet u de camcorder uit wanneer
u klaar bent met opnemen. Zo blijft de lensafdekking gesloten.
Zorg ervoor dat u regelmatig een back-up van uw opnamen
maakt (
A
159), vooral nadat u belangrijke opnamen hebt
gemaakt. Canon is niet aansprakelijk voor verlies of
beschadiging van gegevens.
Als een onderwerp te dicht op de camcorder staat,
kan de camcorder mogelijk niet goed scherpstellen.
U kunt de filmmodus instellen op (
A
93) om te kunnen
scherpstellen op een onderwerp dat zich op slechts 20 cm
afstand van de camcorder bevindt.
•Als
1 > q >
[Automatisch uit] ingesteld is op
[
i
Aan] en de camcorder met de accu van stroom wordt
voorzien, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld
indien u 3 minuten lang geen bedieningshandelingen verricht.
Dit is om stroom te besparen. Mocht dit gebeuren, zet dan
de aan/uit-schakelaar op OFF en dan weer op ON om de
camcorder opnieuw aan te zetten.
Als u opnamen maakt op heldere plaatsen, dan kan
het moeilijk zijn gebruik te maken van het LCD-scherm.
In dergelijke gevallen kunt u de LCD-achtergrondverlichting
instellen met de optie
1 > q >
[LCD Backlight]
of de helderheid van het LCD-scherm instellen met de
optie
1 > q >
[Helderheid].
62
Basisfuncties voor opnemen
Foto’s maken
Met de camcorder kunt u gemakkelijk foto’s maken.
1 Zet de aan/uit-schakelaar op ON om de camcorder
aan te zetten.
De lensafdekking opent.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
Plaats de camcorder en stel deze naar wens in.
Als u opneemt terwijl u de camcorder in uw hand houdt,
let er dan op dat u de lens niet blokkeert.
2 Raak [ ] aan om de camcorder in de fotomodus
te zetten (A 60).
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
2
1
Raak [ ] aan
om van modus
te wisselen.
1
2
63
Basisfuncties voor opnemen
3 Raak [PHOTO] aan om een foto te maken.
U kunt ook op de start/stop-knop drukken.
Op het scherm verschijnt. Het scherm wordt even
zwart en de diafragmawaarde en sluitertijd verschijnen
op het scherm.
Foto’s hebben een beeldverhouding van 4:3.
Als u klaar bent met het maken van foto’s
Controleer of de ACCESS-indicator, die de status van de
geheugenkaart aangeeft, uit is en zet de aan/uit-schakelaar
op OFF.
De informatie in de gedeelten (belangrijke
voorzorgsmaatregelen) en (extra opmerkingen) op
de vorige pagina’s heeft ook betrekking op foto’s maken.
3
3
3
3
64
Basisfuncties voor opnemen
AUTO-stand
In de stand N kunt u prachtige films maken door de
camcorder automatisch instellingen te laten aanpassen.
U kunt geen foto’s maken terwijl de camcorder in de
filmmodus staat.
U kunt ook de instelling 1 > > [Fotoformaat]
gebruiken om de resolutie te wijzigen van de foto’s die u
maakt.
Om stroom te besparen is het beeld dat op het scherm
wordt getoond in de fotomodus, minder gedetailleerd
dan de foto die daadwerkelijk wordt vastgelegd.
Voor informatie over het aantal foto’s dat u kunt maken,
raadpleegt u de Referentietabellen (A 300).
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
65
Basisfuncties voor opnemen
* Onder bepaalde omstandigheden komt het Smart AUTO-pictogram
dat op het scherm verschijnt, mogelijk niet overeen met de feitelijke
scène. Vooral als u opnamen maakt tegen een oranje of blauwe
achtergrond, kan het pictogram van de zonsondergang of een
van de pictogrammen van de blauwe luchten verschijnen en worden
de kleuren mogelijk niet natuurlijk weergegeven. In dat geval verdient
het aanbeveling om opnamen te maken in de stand (A 93).
** In sommige gevallen kan de functie Smart AUTO het onderwerp
niet waarnemen, bijvoorbeeld tijdens intervalopname of wanneer
u het gezicht van een onderwerp aanraakt voor gezichtsdetectie.
In dat geval wordt op het scherm N weergegeven als het
Smart AUTO-pictogram.
Over de Smart AUTO-functie
Bij het maken van opnamen in de stand N detecteert
de camcorder automatisch bepaalde kenmerken van het
onderwerp, de achtergrond, lichtomstandigheden, enzovoort.*
De camera past vervolgens de belichting en kleuren aan,
zodat de instellingen worden gekozen die het beste passen
bij de scène die u vast wilt leggen. Het pictogram in de
filmmodusknop verandert automatisch in een van de
volgende Smart AUTO-pictogrammen.**
66
Basisfuncties voor opnemen
Smart AUTO-pictogrammen
* Het pictogram tussen haakjes verschijnt bij situaties met tegenlicht.
Onderwerp
Achtergrond
Helder*
Blauwe
luchten*
Levendige
kleuren*
Mensen (stilstaand)
( )
( )
( )
Mensen (bewegend)
( )
( )
( )
Andere onderwerpen
dan mensen, zoals
landschappen
( ) ( ) ( )
Onderwerp
Achtergrond
Zonsonder-
gang
Donker
Donker +
Spotlight
Mensen (stilstaand)
Mensen (bewegend)
Andere onderwerpen
dan mensen, zoals
landschappen
67
Basisfuncties voor afspelen
Basisfuncties voor afspelen
Films afspelen
1
Houd de knop ^ ingedrukt totdat er een indexscherm
verschijnt.
Het indexscherm dat wordt getoond, hangt af van de
opnamemodus die daarvoor is gebruikt. Als u filmmodus
gebruikte, verschijnt het filmindexscherm ([],
[] of [¦¸]). Bij de fotomodus verschijnt
het indexscherm [}].
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
1
1
68
Basisfuncties voor afspelen
Om AVCHD-films af te spelen:
Raak 0 > [· Film afspelen] aan om het indexscherm
[] te openen.
Om MP4-films af te spelen:
Raak 0 > [· Film afspelen] aan om het indexscherm
[] te openen.
Om alleen MP4-videosnapshotscènes af te spelen:
Raak 0 > [ Videosnapshot] aan om het indexscherm
[¦¸] te openen.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
2b
2a
2b
2a
Voor MP4-films: mapnaam. De laatste
vier cijfers geven de opnamedatum weer
(1025 = 25 oktober).
Voor AVCHD-films: Opnamedatum.
De getoonde balk
geeft de relatieve
locatie aan van
het huidige
indexscherm.
69
Basisfuncties voor afspelen
2 Zoek de scène die u wilt afspelen.
Sleep uw vinger naar rechts/links (2a) of raak [Ï] of [Ð]
aan (2b) om het vorige/volgende indexscherm weer te
geven.
3 Raak de scène aan die u wilt afspelen.
De camcorder speelt de geselecteerde scène af en gaat
door met afspelen tot het einde van de laatste scène
in het indexscherm.
Raak het scherm aan om de afspeelregelaars op te roepen.
Tijdens het afspelen verdwijnen de afspeelregelaars
automatisch als een aantal seconden niets gebeurd is.
Het volume wijzigen
1 Raak tijdens het afspelen het scherm aan om de
afspeelregelaars op te roepen.
2 Raak [Ó/ ] aan, sleep uw vinger over de balk
[Vol koptelef.] of [Luidsprekervol.], of raak herhaaldelijk
het koptelefoon- of luidsprekerpictogram aan een
van beide uiteinden aan om het volume te wijzigen
en raak [K] aan.
70
Basisfuncties voor afspelen
Afspeelbediening
1 Stoppen met afspelen.
2 Naar het begin van de scène gaan. Dubbel aantikken
om naar de vorige scène te gaan.
3 Las een pauze in.
4 Volumeregelaar.
5 Decoratie (A 109).
6 Een videosnapshotscène vastleggen (A 147).
7 Versneld achteruit/vooruit afspelen*.
Voor AVCHD-films:
Afspelen Afspeelpauze
Voor MP4-films:
76589
1
2
3
4
Afspelen Afspeelpauze
11
12
10
13
14
71
Basisfuncties voor afspelen
8 Voor AVCHD-scènes: opnamedatum en tijd.
Voor MP4-scènes: opnamedatum.
9 Naar het begin van de volgende scène gaan.
10 Het afspelen hervatten.
11 Het weergegeven beeld vastleggen als een foto (A 149).
12 Vertraagd vooruit/achteruit afspelen**.
13 Gespiegeld afspelen (Alleen MP4-scènes).
14 Afspelen herhalen (Alleen MP4-scènes).
* Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid
wilt verhogen tot 5x 15x 60x de normale snelheid.
** Raak deze knop meerdere keren aan als u de afspeelsnelheid
wilt vertragen tot 1/8x 1/4x de normale snelheid.
Het scherm met scène-informatie
Op het scherm met scène-informatie kunt u diverse details
controleren, zoals de lengte van de scène, opnamedatum
en -tijd, en videokwaliteit.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
72
Basisfuncties voor afspelen
1 In het indexscherm [y·], [] of [¦¸] raakt
u [I] aan. Raak vervolgens de gewenste scène aan.
Het scherm [Scène-info] verschijnt.
•Raak [Ï]/[Ð] aan om de vorige/volgende scène
te selecteren.
2 Raak [K] tweemaal aan om terug te gaan naar
het indexscherm.
Afspelen herhalen
Terwijl de gewenste scène wordt afgespeeld:
Dezelfde scène wordt in een lus afgespeeld. Herhaal de
procedure om normaal afspelen te hervatten. Als het afspelen
wordt gestopt, wordt ook het herhaald afspelen geannuleerd.
Gespiegeld afspelen
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen > [Ý] >
[] > [Ð] weer te geven
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
73
Basisfuncties voor afspelen
Terwijl de gewenste scène wordt afgespeeld:
Het beeld wordt van links naar rechts omgedraaid. Herhaal
de procedure om afspelen in spiegelbeeld te beëindigen.
De ^-knop
Houd terwijl de camcorder aan staat de knop ^ ingedrukt
als u wilt overschakelen van de afspeelstand naar de
opnamestand of omgekeerd.
Als de camcorder uit staat, kunt u de knop ^ ingedrukt
houden om de camcorder direct aan te zetten in de
afspeelstand.
De knop ^ kan niet worden gebruikt terwijl u films
opneemt (met uitzondering van intervalopname).
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[ ] weer te geven
74
Basisfuncties voor afspelen
Het kan zijn dat u op deze camcorder geen films
kunt afspelen die met een ander apparaat op de
geheugenkaart zijn opgenomen of die met een ander
apparaat naar de geheugenkaart zijn gekopieerd.
MP4-videosnapshotscènes kunnen worden afgespeeld
vanuit het indexscherm [
¦
¸
] of [
], terwijl
AVCHD-videosnapshotscènes alleen kunnen worden
afgespeeld vanuit het indexscherm [
].
U kunt de optie
1
>
>
[Datum/tijd weergeven]
gebruiken om te kiezen of de opnamedatum (MP4-films)
of de datum en tijd (AVCHD-films) moet worden
weergegeven wanneer u scènes afspeelt.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is tussen
scènes mogelijk een korte pauze in de video- of
geluidsweergave merkbaar.
Tijdens versneld/langzaam afspelen ziet u in het
afspeelbeeld mogelijk video-afwijkingen (blokken,
strepen, etc.). Ook wordt er geen geluid uitgevoerd.
Op het scherm wordt bij benadering de snelheid getoond.
Langzaam achteruit afspelen ziet er hetzelfde uit als
continu beeldje voor beeldje achteruit afspelen.
Er komt geen geluid uit de ingebouwde luidspreker terwijl
een koptelefoon of de optionele HTC-100 High-Speed
HDMI-kabel op de camcorder is aangesloten.
75
Basisfuncties voor afspelen
Foto’s bekijken
1
Houd de knop ^ ingedrukt om de camcorder
in de afspeelstand aan te zetten.
Blijf de knop indrukken totdat het indexscherm verschijnt.
De stroom/oplaad-indicator gaat eerst groen branden
en gaat vervolgens uit.
2 Als een filmindexscherm verschijnt, opent u het
indexscherm [}].
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
1
1
0 > [} Foto afspelen]
76
Basisfuncties voor afspelen
3 Zoek de foto die u wilt bekijken.
Sleep uw vinger naar rechts/links (3a) of raak [Ï] of [Ð]
aan (3b) om het vorige/volgende indexscherm weer te
geven.
4 Raak de foto aan die u wilt bekijken.
De foto wordt weergegeven in de schermweergave
van één foto.
Sleep uw vinger naar links/rechts om één voor één
door de foto’s te bladeren.
Om terug te keren naar het indexscherm [}]:
3b
3a
3b
3a
Mapnaam. De laatste vier cijfers
geven de opnamedatum weer
(1025 = 25 oktober).
De getoonde balk
geeft de relatieve
locatie aan van
het huidige
indexscherm.
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[f] weer te geven
77
Basisfuncties voor afspelen
Afspeelbediening
1 Diashow (A 87).
2 Terugkeren naar het indexscherm [}].
3 Foto’s doorlopen
Raak [Ï] of [Ð] aan, of sleep uw vinger over de schuifbalk
om de gewenste foto te vinden. Raak [K] aan om terug
te keren naar de weergave van één foto.
4 Vergroot afspelen (zie het volgende hoofdstuk).
Foto’s tijdens weergave vergroten
1 Selecteer in de schermweergave van één foto de foto
die u wilt vergroten.
32
1
4
78
Basisfuncties voor afspelen
2 Vergroot de foto.
Het midden van de foto wordt circa 2 keer vergroot.
Raak [ ] aan om het beeld verder te vergroten.
Raak [ ] aan om de vergroting te verkleinen.
Sleep uw vinger over het vergrote gebied om andere
gedeelten van de foto te controleren. Het witte vierkant
binnen het kader geeft bij benadering weer welk gedeelte
van de foto vergroot wordt getoond.
3 Raak [K] aan om de vergrote weergave te annuleren
en terug te keren naar de weergave van één foto.
U kunt ook [ ] herhaaldelijk aanraken totdat de vergrote
weergave wordt geannuleerd.
De volgende beeldbestanden worden mogelijk niet
correct op deze camcorder weergegeven als ze met een
ander apparaat op de geheugenkaart zijn vastgelegd of
met een ander apparaat naar de geheugenkaart zijn
gekopieerd.
- Foto’s die niet met deze camcorder zijn gemaakt.
- Beelden die zijn bewerkt op een computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd.
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[ ] weer te geven
79
Basisfuncties voor afspelen
Scènes en foto’s verwijderen
Opnamen die u niet wilt bewaren, kunt u verwijderen. Door opnamen
te verwijderen, maakt u ook ruimte vrij op de geheugenkaart.
Scènes of foto’s verwijderen uit het indexscherm
1 Open het indexscherm dat de scène of foto bevat
die u wilt verwijderen (A 67, 75).
Als u alle scènes of foto’s die op dezelfde datum zijn
opgenomen (oftewel in dezelfde map zijn opgeslagen)
wilt verwijderen, sleept u uw vinger naar links/rechts totdat
een scène of foto verschijnt die u wilt verwijderen.
2 Verwijder de opnamen.
* Als u [Selecteer] selecteert, voert u voordat u [Ja] aanraakt
de volgende procedure uit om de afzonderlijke opnamen
te selecteren die u wilt verwijderen.
** Raak [Stop] aan als u de procedure wilt onderbreken terwijl
deze wordt uitgevoerd. Sommige opnamen zullen desondanks
worden verwijderd.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
[Bew.]
>
[Verwijderen]
>
Gewenste optie*
>
[Ja]**
>
[OK]
80
Basisfuncties voor afspelen
Afzonderlijke scènes of foto’s selecteren
1 Raak de afzonderlijke scènes of foto’s aan die u wilt
verwijderen.
Op de door u aangeraakte scènes of foto’s verschijnt een
vinkje !. Het totale aantal geselecteerde scènes of foto’s
wordt weergegeven naast het pictogram ".
Raak een geselecteerde scène of foto aan als u het vinkje
wilt verwijderen. Om alle vinkjes tegelijk te verwijderen,
raakt u [Alle verw.] > [Ja] aan.
2 Raak [OK] aan nadat u alle gewenste opnamen hebt
geselecteerd.
Opties
[<datum>] (voor AVCHD-films):
Alle scènes verwijderen die op een bepaalde datum
zijn opgenomen. De datum wordt weergegeven in de
bedieningsknop.
[<mapnaam>] voor MP4-films en foto’s):
Alle scènes of foto’s verwijderen die op een bepaalde
datum zijn vastgelegd en die in dezelfde map zijn opgeslagen.
De laatste vier cijfers van de mapnaam die in de knop getoond
wordt, geven de datum aan waarop de map werd gemaakt
(bijvoorbeeld 1025 = 25 oktober)
81
Basisfuncties voor afspelen
Eén enkele scène verwijderen
1 Speel de scène af die u wilt verwijderen (A 67).
2 Verwijder de scène.
[Selecteer]:
Afzonderlijke scènes of foto’s selecteren om te verwijderen.
[Alle scenes] of [Alle foto’s]:
Alle scènes of foto’s verwijderen.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen > [Ý] >
[Bew.] > [Verwijderen] > [Ja] > [OK] weer te geven
82
Basisfuncties voor afspelen
Eén enkele foto verwijderen
1 Selecteer in de schermweergave van één foto de foto
die u wilt verwijderen (A 75).
2 Verwijder de foto.
3 Sleep uw vinger naar links/rechts om een andere foto
die u wilt verwijderen te selecteren of raak [X] aan.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van opnamen.
Zodra u opnamen hebt verwijderd, bent u deze
voorgoed kwijt.
Maak van belangrijke opnamen eerst een back-up
voordat u ze verwijdert (A 159).
Foto’s die werden beveiligd met andere apparaten en
vervolgens naar de geheugenkaart werden gekopieerd
toen deze aangesloten was op een computer, kunnen
met deze camcorder niet worden verwijderd.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen
>
[Bew.]
>
[Verwijderen]
>
[
¸
Doorgaan]
>
[Ja] weer te geven
83
Basisfuncties voor afspelen
Scènes splitsen
U kunt AVCHD-scènes splitsen om de beste delen te bewaren
en later de rest weg te snijden.
1 Speel de gewenste scène af (A 67).
2 Op het punt waar u de scène wilt splitsen opent u het
scherm waarmee scènes gesplitst kunnen worden.
3 Breng de scène desgewenst naar een precies punt.
Op het scherm verschijnen afspeelknoppen (A 70).
Gebruik eventueel de speciale afspeelstanden (versneld
afspelen, beeldje voor beeldje vooruit/achteruit afspelen)
om het gewenste punt te lokaliseren.
Als u alle opnamen wilt verwijderen en alle
opnameruimte weer vrij wilt maken, kan het handiger
zijn om de geheugenkaart te initialiseren (A 43).
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[Ý] > [Bew.] > [Splitsen] weer te geven
84
Basisfuncties voor afspelen
4 Splits de scène.
De video-opname vanaf het splitsingspunt tot het eind
van de scène verschijnt als een nieuwe scène in het
indexscherm.
Als u tijdens het splitsen van scènes beeldje voor
beeldje vooruit- of achteruitgaat, dan is de interval
tussen beeldjes circa 0,5 seconde.
Indien de scène niet kan worden gesplitst op het punt
waar u tijdens het afspelen een pauze hebt ingelast,
ga dan een beeldje vooruit/achteruit en splits
vervolgens de scène.
Tijdens het afspelen van een gesplitste scène kan het
gebeuren dat op het punt waar de scène werd gesplitst
onregelmatigheden in het beeld/geluid voorkomen.
Scènes die te kort zijn (minder dan 3 seconden) kunt
u niet splitsen.
Scènes kunnen niet worden gesplitst binnen 1 seconde
vanaf het begin of vanaf het eind van de scène.
[μ Splitsen] > [Ja]
85
Basisfuncties voor afspelen
Scènes snijden
U kunt MP4-scènes snijden door alles tot een bepaald punt
of alles na een bepaald punt te verwijderen. Zodoende bewaart
u alleen de memorabele momenten voor het nageslacht.
1 Speel de scène af die u wilt snijden (A 67).
2 Op het punt waar u de scène wilt snijden opent u het
scherm waarmee de scène gesneden kan worden.
3 Breng de scène desgewenst naar een precies punt.
De markering ´ geeft aan op welk punt de film wordt
gesneden.
Op het scherm verschijnen afspeelknoppen (A 70).
Gebruik eventueel de speciale afspeelstanden (versneld
afspelen, beeldje voor beeldje vooruit/achteruit afspelen)
om het gewenste punt te lokaliseren.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[Ý] > [Bew.] > [Snijden] weer te geven
86
Basisfuncties voor afspelen
4 Snijd de scène.
U kunt kiezen of u het gedeelte voor of na de markering ´
wilt snijden en of u het resterende deel van de film als
nieuwe scène wilt opslaan (waarbij de oorspronkelijke
scène bewaard blijft) of de oorspronkelijke scène overschrijft.
Raak [Stop] aan als u de procedure wilt onderbreken
terwijl deze wordt uitgevoerd.
Het kan zijn dat u scènes niet goed kunt snijden
als ze met een ander apparaat op de geheugenkaart
zijn opgenomen of met een ander apparaat naar
de geheugenkaart zijn gekopieerd.
Intervalscènes met het pictogram kunnen niet
worden gesneden.
De eerste en de laatste 0,5 seconden van een scène
kunnen niet worden bijgesneden.
[Snijden] > [Snijd begin af] of [Snijd einde af] >
[Nieuw bestand] of [Overschrijven]
87
Basisfuncties voor afspelen
Diashow
U kunt een diavoorstelling van alle foto’s afspelen.
1 Open het indexscherm [}] (A 75).
2 Raak de foto aan die de diashow opent
in de schermweergave van één foto.
3 Start de diashow.
Raak tijdens de diavoorstelling het scherm aan en
raak [Ý] aan als u de diavoorstelling wilt stopzetten.
U kunt de effecten van de diashow wijzigen met
de optie 1 > > [Overgang diashow].
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen >
[Ð] weer te geven
88
Geavanceerde functies
Videokwaliteit en filmstanden
Dit gedeelte legt uit hoe u de videokwaliteit van uw
opnamen wijzigt en hoe u de diverse filmstanden kunt
gebruiken om perfecte opnamen te krijgen wanneer
u bijvoorbeeld modescènes, danstrainingssessies,
nachtscènes of tal van andere bijzondere scènes vastlegt.
Speciale opnamestanden
Dit gedeelte legt uit hoe u intervalopnamen kunt gebruiken
voor het maken van time-lapsescènes, slow motion en fast
motion voor unieke opnamen, of videosnapshotscènes voor
een interessante videoclip met een hoog tempo.
Handige functies
Dit gedeelte introduceert een aantal functies van de
camcorder die in bepaalde situaties handig kunnen zijn.
Bijvoorbeeld: zelfontspanner, leuke decoraties voor uw
scènes en opnemen in spiegelbeeld.
90
97
108
89
Audio opnemen
Dit hoofdstuk legt diverse functies uit die te maken
hebben met audio opnemen, zoals selectie van een
audioscène, windscherm, geluidsmix en het gebruik
van een koptelefoon.
Als u meer zelf wilt bepalen
Dit gedeelte legt functies uit die u kunt gebruiken
als u meer controle wilt over hoe uw opnamen eruitzien.
Dit gedeelte is meer bedoeld voor gevorderde
gebruikers en beslaat functies zoals witbalans
en belichtingscompensatie.
116
139
90
Videokwaliteit en filmstanden
Videokwaliteit en filmstanden
De videokwaliteit selecteren
De camcorder biedt de volgende opties voor de videokwaliteit
(bitsnelheden) wanneer u films gaat opnemen: 24 Mbps, 17 Mbps
en 4 Mbps
1
. Selecteer 24 Mbps voor een hogere videokwaliteit;
selecteer 4 Mbps voor langere opnametijden of kleinere bestanden.
Bij het opnemen van AVCHD-films kunt u bovendien, als de
videokwaliteit ingesteld is op 24 Mbps, audio opnemen met lineaire
PCM (LPCM) op twee kanalen en een bemonsteringsfrequentie
van 48 kHz
2
.
1
De optie 4 Mbps is alleen beschikbaar voor MP4-films.
2
Bij audio-opname met LPCM worden vastgelegde gegevens
niet bewerkt of gecomprimeerd, zodat er geen verlies optreedt
ten opzichte van de audiokwaliteit.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > p > [Videokwaliteit]
> Gewenste videokwaliteit > [X]
91
Videokwaliteit en filmstanden
Raadpleeg Geschatte opnametijden (A 300)
voor meer informatie over geschatte opnametijden.
De bitsnelheid (uitgedrukt in Mbps) geeft aan hoeveel
informatie in 1 seconde aan video wordt opgenomen
en is daarom ook van invloed op de opnametijd die
op de geheugenkaart beschikbaar is.
Afhankelijk van het apparaat dat gebruikt wordt,
kunt u uw opnamen mogelijk niet afspelen op andere
apparaten.
Wanneer scènes die zijn vastgelegd met 24 Mbps
op andere apparaten worden afgespeeld, wordt er
alleen audio uitgevoerd als het apparaat LPCM-audio
ondersteunt.
De camcorder maakt gebruik van een variabele bit rate
(VBR) om video te coderen; de feitelijke opnameduur
zal daarom afhangen van de inhoud van de scènes.
De volgende soorten MP4-scènes worden op andere
apparaten herkend als meerdere bestanden.
- Scènes die groter zijn dan 4 GB.
- Scènes die groter zijn dan 1 uur.
92
Videokwaliteit en filmstanden
Het fotoformaat kiezen
Foto’s worden opgeslagen als JPG-bestanden. De camcorder
biedt drie fotoformaten, maar de fotokwaliteit kan niet worden
gewijzigd. Als vuistregel geldt: selecteer een grotere fotogrootte
voor een hogere kwaliteit.
1 Zet de camcorder in de fotomodus (A 60).
2 Selecteer de fotoresolutie
Zelfs als het fotoformaat is ingesteld op wordt
het automatisch gewijzigd naar formaat n als
u het beeldveld instelt op close-up.
Meer informatie over het geschatte aantal foto’s
dat u kunt maken met een geheugenkaart vindt
uinGeschatte aantal foto’s beschikbaar op
een geheugenkaart van 4 GB (A 300).
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Fotoformaat] > Gewenste optie > [X]
93
Videokwaliteit en filmstanden
De filmmodus selecteren
Naast de knop N beschikt de camcorder over een aantal
filmstanden die de meest geschikte instellingen bieden voor
diverse speciale scènes. U kunt de filmmodus ook gebruiken
als u de camcorder automatisch de belichting wilt laten instellen,
maar een aantal geavanceerde instellingen handmatig wilt
aanpassen.
1
Raak linksboven in het scherm de filmmodusknop aan.
De knop toont het pictogram van de filmmodus
die momenteel is geselecteerd. Als de camcorder
is ingesteld op stand N toont de knop een van
de Smart AUTO-pictogrammen (A 66).
U kunt het selectiescherm voor de filmmodus ook
openen via het menu 0 (Start): 0> [Filmmodus].
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Opnameknop
94
Videokwaliteit en filmstanden
2 Sleep uw vinger omhoog/omlaag om de gewenste
filmmodus naar het midden te halen en raak vervolgens
[OK] aan.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
Opties (
standaardwaarde;
ƒ
– filmmodus voor speciale
scènes)
[ Macro] (ƒ)
De camcorder kan scherpstellen op een kortere
afstand, zodat u kleine onderwerpen zoals
bloemen en insecten van heel dichtbij kunt
opnemen. Als het beeldveld supergroot is
(A 59) vallen onderwerpen ook meer op door
het fisheye-effect van de supergroothoeklens.
[N Automatisch]
In deze stand verzorgt de camcorder
de meeste instellingen, terwijl u zich kunt
concentreren op het maken van de opnamen
(A 57). Uitstekende keus voor beginners
of wanneer u zich niet druk wilt maken
over gedetailleerde camcorderinstellingen.
95
Videokwaliteit en filmstanden
[ Voedsel en mode] (ƒ)
Om scènes die met mode of voedsel te maken
hebben op te nemen in levendige kleuren.
[I Sport] (ƒ)
Om scènes op te nemen met veel beweging,
zoals sportevenementen en dansscènes.
[J Nachtscène] (ƒ)
Voor het opnemen van nachtlandschappen
met minder beeldruis.
[L Strand] (ƒ)
Voor het maken van opnamen op een zonnig
strand zonder dat het onderwerp onderbelicht
wordt.
[K Sneeuw] (ƒ)
Voor het maken van opnamen in heldere
skigebieden zonder dat het onderwerp
onderbelicht wordt.
96
Videokwaliteit en filmstanden
[ In de auto] (ƒ)
Om in een auto op te kunnen nemen zonder
dat het onderwerp onderbelicht wordt.
[Programma AE]
De camcorder bepaalt automatisch de
sluitertijd en het diafragma maar u hebt
de mogelijkheid om de witbalans (A 139)
en belichting (A 141) aan te passen.
•[I Sport]/[L Strand]/[K Sneeuw]: Tijdens het afspelen
is het beeld mogelijk niet vloeiend.
•[L Strand]/[K Sneeuw]: Het onderwerp kan overbelicht
raken op bewolkte dagen of op beschaduwde plaatsen.
Controleer het beeld op het scherm.
[ Macro]: de camcorder kan scherpstellen op een
onderwerp dat slechts 21 cm veraf is.
97
Speciale opnamestanden
Speciale opnamestanden
Intervalopname
Als de filmindeling op MP4 is ingesteld, kunt u eenvoudig
de camcorder instellen om ongeveer een halve seconde video
of een foto op te nemen met vaste intervallen vanaf 5 seconden
tot 10 minuten. Als u video opneemt met behulp van intervalopname
kunt u al deze korte stukjes video (intervalscènes) samenvoegen
tot een time-lapsescène die het verstrijken van de tijd vastlegt.
Geluid wordt in deze speciale opnamestand niet opgenomen.
1 Zorg ervoor dat de camcorder genoeg stroom
heeft om het proces volledig te doorlopen.
Plaats een volledig opgeladen accu of gebruik
de meegeleverde compacte netadapter.
2 Activeer de intervalopname.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [Spec. opnamemodi] > [ Intervalopname]
> [OK]
98
Speciale opnamestanden
De standaard opname-interval is 5 seconden.
Voordat u [OK] aanraakt, kunt u de opname-interval
met de volgende procedure wijzigen (A 100).
3 Raak [OK] aan en start de opname met
intervalopname.
en de geselecteerde intervallengte verschijnen
op het scherm. De resterende video-opnametijd wordt
automatisch gehalveerd.
In de filmmodus: druk op de start/stop-knop of raak [Ü]
aan om de eerste video op te nemen.
In de fotomodus: druk op de start/stop-knop of raak
[PHOTO] aan.
De camcorder blijft intervalscènes of -foto’s opnemen met
het ingestelde interval. Het aantal video’s/foto’s dat tot nu
toe is vastgelegd en een aftelling tot de volgende opname
gemaakt wordt worden op het scherm weergegeven.
U kunt de opname-interval met de volgende procedure
wijzigen.
4 Als u de stand voor intervalopname wilt beëindigen,
houdt u de knop ^ ingedrukt en raakt u [Ja] aan.
De intervalopnamestand wordt beëindigd. In de fotomodus
is de rest van de procedure niet nodig.
In de filmmodus gaat u verder met de procedure om alle
intervalscènes samen te voegen tot een time-lapsescène.
99
Speciale opnamestanden
5 Raak [Ja] aan om de intervalscènes samen te voegen.
Als u de intervalscènes liever later wilt samenvoegen raakt
u [Nee] aan. De rest van de procedure is niet nodig.
U kunt [Stop] > [OK] aanraken als u de procedure wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd. Het indexscherm
verschijnt en de map waar intervalopnamen worden
opgeslagen wordt getoond.
6 Raak [OK] aan.
7 Raak [Ja] aan om de oorspronkelijke intervalscènes
te verwijderen.
Als u de intervalscènes liever wilt bewaren, zelfs wanneer
ze al met succes zijn samengevoegd, raakt u [Nee] aan.
U kunt [Stop] aanraken als u de procedure wilt onderbreken
terwijl deze wordt uitgevoerd.
8 Raak [OK] aan.
Er wordt een nieuwe time-lapsescène gemaakt aan de
hand van alle intervalscènes. De nieuwe scène wordt
toegevoegd aan het indexscherm [y].
100
Speciale opnamestanden
Als u de opname-interval wilt wijzigen
U kunt de opname-interval wijzigen wanneer u intervalopname
activeert (vanuit het selectiescherm [ Intervalopname]) of vanuit
het opnamestand-byscherm nadat intervalopname is geactiveerd.
Als u intervalscènes later wilt samenvoegen
Zelfs als u MP4-scènes, die met behulp van intervalopname zijn
vastgelegd, niet onmiddellijk na opname samengevoegd hebt,
kunt u dat later alsnog doen.
1 Open het indexscherm [] (A 67).
2 Raak een intervalscène aan die met het pictogram
gemarkeerd is.
3 Raak [Samenvoegen] aan en ga verder vanaf stap 5
in de vorige procedure (A 99).
Gezichtsdetectie en volgen, belichtingscompensatie
en Wi-Fi-functies kunnen niet worden gebruikt tijdens
intervalopname.
De maximale opnametijd vanaf het punt waar de
opname begint tot het punt waar de opname eindigt, is
als volgt. De maximale opnametijd bij intervalopname
hangt af van de gekozen opname-interval.
[w] > Gewenst interval > [K]
101
Speciale opnamestanden
Afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart kan het
langer duren om naar de geheugenkaart te schrijven
en kan het daadwerkelijke opname-interval groter zijn
dan het geselecteerde opname-interval.
Als u een opname-interval selecteert van 30 seconden
of langer, gaat de camera mits er niet wordt opgenomen
in de stand-bystand om stroom te besparen. In de
stand-bystand wordt het scherm uitgeschakeld en
gaat de stroom/oplaad-indicator groen branden.
* Als de camcorder van stroom wordt voorzien met behulp
van een accu, kan de maximale opnametijd korter zijn,
afhankelijk van de resterende acculading.
Opname-interval Maximale opnametijd*
5 sec., 10 sec., 30 sec. 3 uur
1 min. 6 uur
10 min. 60 uur
102
Speciale opnamestanden
Slow motion of versneld
Als de filmindeling is ingesteld op MP4 kunt u slow motion of fast
motion gebruiken om films vast te leggen met een unieke uitstraling.
Geluid wordt in deze speciale opnamestand niet opgenomen.
1 Activeer slow/fast motion.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken
in plaats van [OK] aanraken.
Voordat u [OK] aanraakt, kunt u de afspeelsnelheid
wijzigen met de volgende procedure.
of en de geselecteerde snelheid verschijnen
op het scherm.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [Spec. opnamemodi] > [Slow motion]
of [ Fast motion] > [OK]
2
2
103
Speciale opnamestanden
2 Druk op de start/stop-knop om scènes in slow/fast
motion op te nemen.
U kunt ook [Ü]/[Ñ] aanraken.
Als u de afspeelsnelheid wilt wijzigen
U kunt de afspeelsnelheid wijzigen wanneer u slow/fast
motion activeert (vanuit het selectiescherm [ Slow motion]/
[ Fast motion]) of vanuit het opnamestand-byscherm nadat
slow/fast motion is geactiveerd.
De maximale continue opnametijd bij slow motion
is 6 uur ([x1/2] snelheid) of 3 uur ([x1/4] snelheid).
Daarna wordt de opname als aparte scène voortgezet.
Als u opneemt in slow motion, wordt de videokwaliteit
automatisch gewijzigd naar 4 Mbps/1280x720 ([x1/2]
snelheid) of 3 Mbps/640x360 ([x1/4] snelheid).
[w] > Gewenste snelheid > [K]
104
Speciale opnamestanden
Videosnapshot
U kunt een reeks korte scènes opnemen die elk een paar
seconden duren. Als u de videosnapshotscènes een voor een
afspeelt, leidt dit tot een dynamische video met een snel tempo.
1 Activeer Video Snapshot.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
¦ en de momenteel geselecteerde videosnapshotlengte,
en een blauwe rand verschijnen op het scherm.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [Spec. opnamemodi] > [¦ Videosnapshot]
> [OK]
2
2
105
Speciale opnamestanden
2 Druk op de start/stop-knop.
U kunt ook [Ü] aanraken.
De camcorder neemt circa 4 seconden lang op (het blauwe
kader geeft visueel de voortgang weer) en keert daarna
automatisch terug naar de opnamestand-bystand.
Vooropname
Om ervoor te zorgen dat u de belangrijke momenten niet mist,
begint de camcorder 3 seconden voordat u op de start/stop-
knop drukt met het maken van een opname. Dit is in het bijzonder
handig als het moeilijk is om te voorspellen wanneer u met
opnemen moet beginnen.
U kunt de lengte van videosnapshotscènes die worden
opgenomen wijzigen naar 2 of 8 seconden met de optie
1 > p > [Lengte videosnapshot].
Als u de filmindeling wijzigt, wordt videosnapshot
uitgeschakeld.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
106
Speciale opnamestanden
1 Activeer vooropname.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken
in plaats van [OK] aanraken.
Op het scherm verschijnt z.
2 Druk op de start/stop-knop.
U kunt ook [Ü] aanraken.
De scène die in het geheugen wordt vastgelegd, begint
3 seconden voordat de start/stop-knop wordt ingedrukt.
0 > [~ Spec. opnamemodi] > [z Pre-opname]
> [OK]
2
2
107
Speciale opnamestanden
De camcorder neemt niet de volledige 3 seconden
op voordat u op de start/stop-knop drukt als de knop
wordt ingedrukt binnen 3 seconden na inschakeling van
vooropname of binnen 3 seconden na voltooiing van
de vorige opname.
Als de filmindeling AVCHD is en u de functie vooropname
activeert, begint de tijdcode te lopen.
108
Handige functies
Handige functies
Zelfontspanner
Door de zelfontspanner in te stellen, kunt u ervoor zorgen
dat u in beeld bent voordat de camcorder een video begint
op te nemen of een foto maakt.
1 Activeer de zelfontspannerfunctie.
of verschijnt op het scherm.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [< Zelftimer] > [C 2 sec] of [G 10 sec]
> [X]
2
2
109
Handige functies
2
Druk in de opnamestand-bystand op de start/stop-knop.
U kunt ook [Ü] aanraken voor video’s of [PHOTO]
voor foto’s.
Op het scherm ziet u dat er wordt afgeteld.
Decoratie: Uw opnamen verfraaien
Verfraai uw scènes tijdens het
afspelen door deze te decoreren.
U kunt gemakkelijk bewegende
animaties, stempels en zelfs
een zelfgemaakte tekening
toevoegen, enkel door uw
vingertoppen te gebruiken.
Zodra het aftellen is begonnen, wordt de zelfontspanner
stopgezet door een van de volgende handelingen:
- De start/stop-knop wordt ingedrukt.
-[Ü] wordt aangeraakt tijdens filmopname.
- Camcorder schakelt uit.
- De knop ^ wordt ingedrukt gehouden.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
110
Handige functies
Scènes decoreren
1
Speel de scène af die u wilt decoreren (
A
67).
2
Raak het scherm aan om de afspeelregelaars op te roepen.
3
Raak [
Ò
] aan als u de decoratiewerkbalk wilt weergeven.
U kunt [Ý] aanraken om het afspelen te pauzeren.
Wanneer het afspelen gepauzeerd is, kunt u een tekenblad
opslaan of een eerder opgeslagen tekenblad laden
(A 111).
4
Gebruik het gereedschap in de werkbalk zoals wordt
uitgelegd in de volgende procedures.
5
Raak [
X
] aan als u het decoratiescherm wilt verlaten.
1 Tekenblad – Het gebied waarin u uw tekeningen maakt
en uw decoraties in actie ziet.
2 Werkbalk.
1
345 6
2
111
Handige functies
3 [Ó Pennen en stempels] Hiermee kunt u het type pen
of stempel en de gewenste kleur selecteren. U kunt ook
één enkel tekenblad opslaan of een eerder opgeslagen
tekenblad laden.
4 [× Bewegende stempels] Hiermee kunt u bewegende
stempels toevoegen aan uw decoratie.
5 [ß] Hiermee minimaliseert u de werkbalk naar de
bovenzijde van het scherm, zodat u het tekenblad bijna in
zijn geheel kunt bekijken. Raak [à] aan als u de werkbalk
terug wilt zetten naar de oorspronkelijke plaats.
6 [Ý]/[Ð] Hiermee pauzeert of hervat u het afspelen.
[Pennen en stempels] gebruiken
1
Raak [
Ó
] aan.
Het scherm [Pennen en stempels] verschijnt.
2
Raak de gewenste pen of stempel aan onder [Gereedschap].
Het hoofddecoratiescherm verschijnt opnieuw.
3
Teken met uw vingertop uit de vrije hand op het tekenblad.
Een andere pen of stempel selecteren: herhaal stap 1 en 2.
Een andere kleur kiezen: raak [Ó] aan en raak vervolgens
de witte of zwarte knop onder [Kleuren] aan. U kunt
eventueel ook [Ó] > [Ö] aanraken en een kleur
selecteren in het kleurenpalet.
112
Handige functies
Zelfgemaakte tekeningen en stempels wissen:
raak [Ó] > [Wissen] > [Ja] > [K] aan.
Uw zelfgemaakte tekeningen en stempels opslaan
op de geheugenkaart: raak [Ó] > [8 Opslaan] >
[Ja] > [K] aan.
Een eerder opgeslagen tekenblad (alleen zelfgemaakte
tekeningen en stempels) laden vanaf de geheugenkaart:
raak [Ó] > [8 Laden] > [Ja] > [K] aan.
U dient het afspelen te onderbreken voordat u een
tekenblad kunt opslaan of laden.
[Bewegende stempels] gebruiken
1 Raak [×] aan.
Het scherm [Bewegende stempels] verschijnt.
2 Raak een van de knoppen aan.
3 Raak een willekeurig gebied op het tekenblad aan waar
u de geselecteerde bewegende stempel wilt plaatsen.
U kunt ook een aantal bewegende stempels naar een
andere plaats slepen.
113
Handige functies
Beeld draaien en omkeren
Voor MP4-films en foto’s biedt de camcorder twee functies waarmee
wordt bepaald hoe het beeld wordt opgenomen of afgespeeld.
Met opnemen in spiegelbeeld wordt het beeld van links naar
rechts omgedraaid tijdens de opname. Als stand detecteren is
ingeschakeld, neemt de camcorder waar of deze zijdelings of
ondersteboven wordt vastgehouden tijdens de opname, zodat
het beeld tijdens het afspelen correct wordt weergegeven.
Het pictogram van de geselecteerde functie verschijnt
op het scherm.
Voorbeeld van beeld draaien
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [ Beeld draaien] > [ Spiegelbeeld]
of [ Stand detecteren] > [Aan] > [X]
[ Spiegelbeeld]
ingesteldop[Uit]
[ Spiegelbeeld]
ingesteldop[Aan]
114
Handige functies
Voorbeelden van beeld draaien als [ Stand detecteren]
is ingesteld op [Aan]
* Gezien vanaf de achterkant van de camcorder met de lens naar
voren gericht.
** Zelfs als stand detecteren is ingeschakeld, kunnen films
die opgenomen worden terwijl de camcorder zijdelings wordt
vastgehouden niet verticaal worden afgespeeld met de camcorder.
Opname Afspelen
Stand van
de camcorder*
Schermpictogram Video’s** Foto’s***
115
Handige functies
***Om foto’s weer te geven in de juiste positie, dient stand detecteren
te zijn ingeschakeld tijdens de opname en dient 1 > >
[Autom. roteren] tijdens het afspelen op [i Aan] te worden
ingesteld.
116
Audio opnemen
Audio opnemen
U kunt audio opnemen met de ingebouwde stereomicrofoon
of met een externe microfoon die is aangesloten op het MIC-
aansluitpunt. Als u AVCHD-films opneemt en de videokwaliteit
ingesteld is op 24 Mbps, kunt u audio opnemen met lineaire
PCM op twee kanalen en een bemonsteringsfrequentie
van 48 kHz.
Audio wordt niet opgenomen tijdens intervalopname
of bij slow/fast motion.
Gebruik van een externe microfoon
Gebruik van de wireless microfoon WM-V1
Met gebruik van de optionele wireless microfoon WM-V1
kunt u op betrouwbare wijze zelfs geluid opnemen wanneer
u opnamen maakt van onderwerpen op een afstand die verder
ligt dan het bereik van de ingebouwde microfoon. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing die met de microfoon is meegeleverd
voor meer informatie over de aansluiting en het gebruik
van de WM-V1.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
117
Audio opnemen
Gebruik van commercieel verkrijgbare
microfoons
U kunt ook in de winkel verkrijgbare condensmicrofoons
gebruiken met een eigen voeding. U kunt vrijwel elke
stereomicrofoon met een stekker van 3,5 mm en een kabel
van maximaal 3 m aansluiten, maar de audio-opnameniveaus
kunnen variëren.
Sluit de externe microfoon aan op het MIC-aansluitpunt.
Een externe microfoon kan mogelijk ruis laten horen als
de Wi-Fi-functies gebruikt worden. Zorg voor voldoende
afstand tussen de camcorder en de microfoon.
118
Audio opnemen
Geluidsscènes (ingebouwde microfoon)
U kunt de camcorder de audio-instellingen van de ingebouwde
microfoon laten optimaliseren door de audioscène te selecteren
die overeenkomt met uw omgeving. Dit versterkt in hoge mate
het gevoel van “alsof u erbij bent”.
Houd er bij verwijzingen naar de gebruiksaanwijzing
van de WM-V1 rekening mee dat de beschreven
procedure voor het handmatig aanpassen van het
geluidsopnameniveau niet van toepassing is op
deze camcorder. Raadpleeg Audio-opnameniveau
(A 124) voor de juiste procedure voor deze
camcorder.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
Geluidsscène-knop
119
Audio opnemen
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
U kunt in plaats hiervan 0 > [Geluidsscène] aanraken
om het geluidsscenèmenu te openen.
Opties (
Standaardwaarde)
[ Standaard]
Voor het maken van opnamen van de meeste algemene situaties.
De camcorder maakt opnamen met standaardinstellingen.
[ Muziek]
Voor het maken van levensechte opnamen van
muziekvoorstellingen en gezang binnen gebouwen.
[ Festival]
Geoptimaliseerd om buiten muziek op te nemen die natuurlijk
klinkt. Ideaal voor buitenevenementen met muziek.
[ Spraak]
Hiermee worden menselijke stemmen en dialogen het beste
opgenomen.
[ Vergadering]
Om pratende mensen op te nemen waarbij elke stem herkenbaar
is, zodat kijkers het gevoel hebben alsof ze erbij waren.
Raak de geluidsscène-knop > Gewenste geluidsscène >
[OK] aan
120
Audio opnemen
[ Woud en vogels]
Voor het maken van opnamen van vogels en scènes in bossen.
De camcorder legt het geluid duidelijk vast terwijl het zich
verspreidt.
[ Ruisonderdrukking]
Voor het opnemen van scènes terwijl lawaai van wind,
passerende voertuigen en vergelijkbare omgevingsgeluiden
worden onderdrukt. Ideaal voor het maken van opnamen
op het strand of op plaatsen met veel lawaai.
[ Aangepast]
Hiermee kunt u de audio-instellingen naar wens instellen.
U kunt de volgende instellingen aanpassen in het menu 1
>
: [Ingebouwd windfilter], [Ingebouwde mic.demping],
[Freq.respons ingeb. mic.], [Gerichtheid ingeb. mic.],
[Audio-limiter] en [Audio-compressor].
121
Audio opnemen
Instellingen voor elke audioscène
[
Standaard]
[ Muziek] [ Festival][ Spraak]
Audio-
opnameniveau
[
Handmatig]:
70
[
Handmatig]:
70
[
Handmatig]:
70
[
Handmatig]:
86
[Ingebouwd
windfilter]
[
H
Auto
(hoog)]
[
L
Auto (laag)
ë
]
[
L
Auto (laag)
ë
]
[
H
Auto
(hoog)]
[Ingebouwde
mic.demping]
[
k
Auto]
[
k
Auto]
[
k
Auto]
[
k
Auto]
[Freq.respons
ingeb. mic.]
[
h
Normal]
[
ê
Mid/
hoog verst.]
[
h
Normal]
[
é
Middentonen
verst.]
[Gerichtheid
ingeb. mic.]
[
h
Normal]
[
î
Breed] [
î
Breed]
[
í
Mono]
[Audio-
limiter]
[
i
Aan] [
i
Aan] [
i
Aan] [
i
Aan]
[Audio-
compressor]
[
L
Gering] [
L
Gering] [
L
Gering] [
j
Uit]
122
Audio opnemen
[
Vergadering]
[ Woud
en vogels]
[ Ruison-
derdrukking]
[
Aangepast]
Audio-
opnameniveau
[
Handmatig]:
94
[
Handmatig]:
80
[
Handmatig]:
70
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
124
)
[Ingebouwd
windfilter]
[
H
Auto
(hoog)]
[
H
Auto
(hoog)]
[
H
Auto
(hoog)]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
126
)
[Ingebouwde
mic.demping]
[
k
Auto]
[
k
Auto]
[
k
Auto]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
127
)
[Freq.respons
ingeb. mic.]
[
é
Middentonen
verst.]
[
è
Lage
tonen filteren]
[
è
Lage
tonen filteren]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
129
)
[Gerichtheid
ingeb. mic.]
[
î
Breed] [
î
Breed]
[
í
Mono]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
130
)
[Audio-
limiter]
[
i
Aan] [
i
Aan] [
i
Aan]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
135
)
[Audio-
compressor]
[
H
Hoog] [
L
Gering] [
j
Uit]
Geselecteerd
door gebruiker
(
A
135
)
123
Audio opnemen
•[ Aangepast] is niet beschikbaar in de stand N.
Als [Geluidsscène] ingesteld is op [ Aangepast]
en vervolgens de stand N wordt geselecteerd,
verandert deze instelling in [ Standaard].
Om luide en zachte geluiden in muziek getrouwer
weer te geven, raden we aan dat u eerst het
geluidsopnameniveau aanpast (zie het volgende
hoofdstuk). Om de lineariteit van de muziek nog
getrouwer weer te geven, raden we aan dat u de
geluidsscène [ Aangepast] selecteert. Stel de
audio-instellingen van deze geluidsscène zo in dat
ze overeenkomen met die van [ Muziek], met
uitzondering van de instelling [Audio-compressor],
die u op [j Uit] zet.
124
Audio opnemen
Audio-opnameniveau
U kunt het audio-opnameniveau instellen van de ingebouwde
microfoon of van een externe microfoon die aangesloten is op
het MIC-aansluitpunt.
1 Stel het audio-opnameniveau in op handmatig.
Op het scherm verschijnt het huidige audio-opnameniveau
naast de aanduiding van het audioniveau.
Raak [ Auto] aan als u de camcorder weer automatisch
audio-opnameniveaus wilt laten bepalen.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
[] > [ Handmatig] > [K]
125
Audio opnemen
2 Draai aan de MIC LEVEL-regelaar om het audio-
opnameniveau naar wens aan te passen.
Als richtlijn geldt: stel het audio-opnameniveau zo
in dat de audioniveaumeter alleen af en toe rechts
van de aanduiding -10 dB komt.
Als de audioniveaumeter het rode punt (0 dB) bereikt,
raakt het geluid mogelijk vervormd.
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een
kopelefoon om het geluidsniveau te controleren terwijl
u het audio-opnameniveau instelt of wanneer de
microfoondemper geactiveerd is.
Audioniveau-indicator
Instelbalk audioniveau
Handmatige instelling
audioniveau
Huidig audio-
opnameniveau
126
Audio opnemen
Windscherm (ingebouwde microfoon)
De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid
van de wind als u buiten opnamen maakt. U kunt kiezen tussen
twee niveaus of het automatische windscherm uitschakelen.
1 Zorg ervoor dat [Geluidsscène] is ingesteld
op [Aangepast] (A 118).
2 Activeer het windfilter.
Opties (
Standaardwaarde)
[H Auto (hoog)]
De camcorder vermindert de ruis die door wind ontstaat
aanzienlijk. Ook geluid met een lage frequentie wordt verminderd.
[L Auto (laag) ]
De camcorder vermindert de ruis die door de wind ontstaat
enigszins. Ook geluid met een lage frequentie wordt in geringe
mate verminderd.
[j Uit à]
Het windfilter van de ingebouwde microfoon staat altijd uit.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Ingebouwd windfilter] > Gewenste optie > [X]
127
Audio opnemen
Microfoondemper (Ingebouwde microfoon)
U kunt de microfoondemper (20 dB) activeren voor de
ingebouwde microfoon, om te voorkomen dat audio wordt
vervormd als het audioniveau te hoog is.
1 Zorg ervoor dat [Geluidsscène] is ingesteld
op [Aangepast] (A 118).
2 Activeer de microfoondemper.
Sommige geluiden met lage frequentie worden samen
met het geluid van de wind onderdrukt. Als u opnamen
maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door
wind of als u geluiden met lage frequenties wilt opnemen,
is het raadzaam de optie [Ingebouwd windfilter] op
[j Uit à] te zetten.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Ingebouwde mic.demping] > Gewenste optie > [X]
128
Audio opnemen
Opties (
Standaardwaarde)
[
2
Auto]
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch de ingebouwde
microfoondemper om een optimaal audio-opnameniveau te
bewerkstelligen. Dit voorkomt dat hoge audioniveaus vervormd
worden.
[
i
Aan]
De ingebouwde microfoondemper wordt altijd geactiveerd om
een geluidsdynamiek te reproduceren die levensechter overkomt.
Als u deze optie selecteert, verschijnt,
å
op het scherm.
[
j
Uit]
De demper van de ingebouwde microfoon staat altijd uit.
Als u deze optie selecteert, verschijnt, op het scherm.
129
Audio opnemen
Audio-equalizer (ingebouwde microfoon)
U kunt de audio-equalizer gebruiken om geluidsniveaus
in te stellen door specifiek een van de beschikbare
frequentiebereiken te wijzigen.
1 Zorg ervoor dat [Geluidsscène] is ingesteld
op [Aangepast] (A 118).
2 Stel de audio-equalizer in.
Opties (
Standaardwaarde)
[h Normaal]
Geschikt voor een evenwichtig geluid onder normale opnameomstandigheden.
[ç Lage tonen verst.]
Accentueert het bereik van de lage frequenties voor een krachtiger geluid.
[è Lage tonen filteren]
Filtert het bereik van de lage frequenties om het lawaai van de wind,
de motor van een auto en vergelijkbare omgevingsgeluiden te verminderen.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Freq.respons ingeb. mic.] > Gewenste optie > [X]
130
Audio opnemen
Microfoonrichting (ingebouwde microfoon)
U kunt de gerichtheid van de ingebouwde microfoon wijzigen
om meer controle uit te oefenen over hoe geluid wordt
opgenomen.
1 Zorg ervoor dat [Geluidsscène] is ingesteld
op [Aangepast] (A 118).
2 Pas de richting van de microfoon aan.
[é Middentonen verst.]
Hiermee worden menselijke stemmen en dialogen het beste
opgenomen.
[ê Mid/hoog verst.]
De beste optie om bijvoorbeeld livemuziek op te nemen en de
speciale geluidskenmerken van diverse instrumenten duidelijk
vast te leggen.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Gerichtheid ingeb. mic.] > Gewenste optie > [X]
131
Audio opnemen
Opties (
Standaardwaarde)
Microfoondemper (externe microfoon)
U kunt de microfoondemper (20 dB) activeren voor een
microfoon die aangesloten is op het MIC-aansluitpunt om
te voorkomen dat audio wordt vervormd als het audioniveau
te hoog is.
[í Mono]
Opnemen in mono, waarmee geluid wordt benadrukt dat vanaf
de voorzijde van de camcorder/microfoon komt.
[h Normaal]
Standaard stereo-opname, een middenpositie tussen de opties
[î Breed] en [í Mono] binnen bereik.
[î Breed]
Omgevingsgeluid in een groter gebied in stereo opnemen,
wat het filmische effect versterkt.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[MIC: dempen] > Gewenste optie > [X]
132
Audio opnemen
Opties (
Standaardwaarde)
Lage tonen filteren (externe microfoon)
Als u opnamen maakt terwijl een microfoon aangesloten is op
het MIC-aansluitpunt, kunt u het lage-tonenfilter activeren om
het geluid van de wind, de motor van een auto en vergelijkbare
omgevingsgeluiden te verminderen.
[2 Auto]
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch de
microfoondemper om een optimaal audio-opnameniveau te
bewerkstelligen, zodat hoge audioniveaus niet vervormd raken.
[i Aan]
De microfoondemper wordt altijd geactiveerd om een
geluidsdynamiek te reproduceren die levensechter overkomt.
Als u deze optie selecteert, verschijnt, å op het scherm.
[j Uit]
De microfoondemper staat altijd uit. Als u deze optie selecteert,
verschijnt, op het scherm.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
133
Audio opnemen
De invoer wisselen (externe microfoon)
U kunt de invoer van het MIC-aansluitpunt omschakelen,
afhankelijk van of u gebruikmaakt van een externe microfoon
of een externe audiobron, zoals een digitale audiospeler.
Deze procedure is niet nodig voor de optionele wireless
microfoon WM-V1.
0 > [1 Overige instellingen] > >
[MIC: laag filteren] > [i Aan] > [X]
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > > [MIC-ingang] >
[Þ Extern geluid] of [ß Microfoon] > [X]
134
Audio opnemen
Geluidsmix
Tijdens het opnemen kunt u audio uit de ingebouwde microfoon
mixen met externe audio vanaf het MIC-aansluitpunt en de
mixbalans instellen om originele geluidseffecten te creëren.
De externe audio-invoer kan afkomstig zijn van de optionele
wireless microfoon WM-V1, een commercieel verkrijgbare externe
microfoon of vanaf een externe audiospeler (analoge lijningang).
1 Sluit de externe bron aan op het MIC-aansluitpunt.
2 Activeer de audiomix.
De geluidsniveau-indicator en geluidsmixbalk worden
weergegeven.
3 Wijzig zo nodig de audiomixbalans.
Raak [INT] (meer van het geluid uit de ingebouwde
microfoon) of [LINE]/[MIC] (meer van het geluid vanaf
de externe audiobron) aan of sleep uw vinger over de
audiomixbalk om de mixbalans naar wens in te stellen.
4 Raak [X] aan om de geluidsmix in te stellen
en het menu te sluiten.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Geluidsmix] > [i Aan]
135
Audio opnemen
Audio-limiter (audiopiekbegrenzer)
De audio-limiter, oftewel audiopiekbegrenzer, beperkt de amplitude
van audiosignalen om audiovervormingen te voorkomen wanneer
de camcorder plotselinge, luide geluiden vastlegt.
1
Zorg ervoor dat [Geluidsscène] ingesteld is op
[
Aangepast] (
A
118) en dat het geluidsopnameniveau
ingesteld is op [ Auto] (
A
124).
2 Activeer de audio-limiter.
Audio-compressor
De audiocompressor past de audioniveaus aan terwijl de sterkte
van nog luidere geluiden bewaard blijft, waardoor de audio
gemakkelijker te beluisteren is.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Audio-limiter] > [i Aan] > [X]
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
136
Audio opnemen
1 Zorg ervoor dat [Geluidsscène] is ingesteld
op [Aangepast] (A 118).
2 Activeer de audio-compressor.
Opties (
Standaardwaarde)
[H Hoog]
Audioniveaus worden meer afgevlakt. Deze optie is het beste
wanneer u meerdere mensen opneemt die elk met verschillende
geluidsniveaus spreken, bijvoorbeeld tijdens een vergadering.
[L Gering]
Houdt het verschil tussen hoge en lage geluidsniveaus duidelijk
en is het beste voor opnamesituaties zoals een muziekoptreden.
Deze instelling werkt goed als de audioniveaumeter herhaaldelijk
helemaal naar rechts gaat.
[j Uit]
Om scènes op te nemen die niet voornamelijk bestaan uit
pratende mensen of muziekoptredens.
0 > [1 Overige instellingen] > >
[Audio-compressor] > Gewenste optie > [X]
137
Audio opnemen
Gebruik van een koptelefoon
Gebruik een koptelefoon tijdens het afspelen of als u tijdens het
maken van opnamen het niveau van het geluid wilt controleren.
Sluit de koptelefoon aan op het ×-aansluitpunt. Bij gebruik van
een koptelefoon moet u het volume tot een aanvaardbaar niveau
terugbrengen.
Het volume aanpassen via de menu’s
* U kunt ook uw vinger over de volumebalk slepen.
Het volume wordt uitgevoerd met het geselecteerde niveau.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > > [Vol koptelef.]
> [Ô] of [Õ]* om het volume aan te passen > [X]
138
Audio opnemen
Het volume wijzigen tijdens het afspelen
Tijdens het afspelen past u het volume van de koptelefoon op
dezelfde wijze aan als wanneer u het luidsprekervolume instelt
(A 69), maar in dit geval kiest u het koptelefoonpictogram.
Gebruik in de winkel verkrijgbare koptelefoons met een
mini-jack van 3,5 mm en een kabel die niet langer
is dan 3 meter.
Audio wordt niet uitgevoerd vanuit het ×-aansluitpunt
(koptelefoon) terwijl Wi-Fi-functies worden gebruikt.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
139
Als u meer zelf wilt bepalen
Als u meer zelf wilt bepalen
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren
van kleuren onder verschillende lichtomstandigheden, zodat
witte objecten in uw opnamen altijd echt wit overkomen.
1 Selecteer de filmmodus [ Programma AE] (A 93),
maar raak [OK] niet aan.
2 Raak [Ä] aan om het selectiescherm voor de witbalans
te openen.
3 Selecteer de gewenste witbalansoptie.
Wanneer u [Å Aangep. WB] selecteert, stelt u de
aangepaste witbalans in met de volgende procedure.
4 Raak [X] aan om de filmmodus op in te stellen
en de geselecteerde witbalans toe te passen.
Het pictogram van de geselecteerde witbalansinstelling
verschijnt op het scherm.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
140
Als u meer zelf wilt bepalen
De aangepaste witbalans instellen
1 Richt de camcorder zodanig op een wit object dat
het kader in het midden van het scherm wordt gevuld.
2 Raak [WB inst.] aan.
Als de instelling voltooid is, stopt Å met knipperen en
verdwijnt dit symbool. De camcorder onthoudt de aangepaste
witbalans ook als u de camcorder uitschakelt.
3 Raak [K] aan.
Opties (
Standaardwaarde)
[Ã Auto]
De camcorder stelt de witbalans automatisch in op natuurlijk
lijkende kleuren.
[¼ Daglicht]
Voor het maken van buitenopnamen.
[É Lamplicht]
Voor het maken van opnamen onder kunstlicht en tl-verlichting
(3 golflengten).
[Å Aangep. WB]
Gebruik de aangepaste witbalansinstelling om witte onderwerpen
onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen.
141
Als u meer zelf wilt bepalen
Belichting
Als u een onderwerp wilt vastleggen dat veel helderder of donkerder
is dan de omgeving, is het mogelijk dat de automatische belichting
van de camcorder niet optimaal is voor het onderwerp.
Om dit te corrigeren kunt u de belichting compenseren om het
volledige beeld helderder of donkerder te maken. U kunt ook
Touch AE gebruiken om de belichting voor een bepaald onderwerp
door de camcorder te laten optimaliseren, of een combinatie van
compensatie en Touch AE gebruiken.
Als u de aangepaste witbalans instelt:
- Reset de witbalans als u van locatie wisselt of
wanneer de verlichting of andere omstandigheden
veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft Å mogelijk
knipperen. Het resultaat zal echter nog steeds
beter zijn dan met de optie [Ã Auto].
De aangepaste witbalans geeft mogelijk een beter
resultaat in de volgende gevallen.
- Bij veranderende lichtomstandigheden.
- Bij close-ups.
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht, zee of bos).
- Onder kwiklampen, bepaalde typen tl-verlichting
en ledlampen.
142
Als u meer zelf wilt bepalen
1 Selecteer de gewenste filmmodus (A 93), maar raak
[OK] niet aan.
2 Raak [y] aan om het scherm voor belichtingsinstelling
te openen.
Belichtingscompensatie
1 Raak [n] aan.
De belichting is vergrendeld en de knop
voor belichtingscompensatie verschijnt.
De compensatiewaarde is ingesteld op ±0.
•Raak [n] nogmaals aan als u de camcorder weer
automatische belichting wilt laten gebruiken.
2 Raak [Ï] of [Ð] aan of sleep uw vinger over
de knop om de belichting te compenseren.
+ waarden maken het beeld helderder; – waarden
maken het donkerder.
Het compensatiebereik varieert al naargelang de
aanvankelijke helderheid van het beeld. Sommige
waarden zijn mogelijk niet beschikbaar en worden
grijs weergegeven.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
143
Als u meer zelf wilt bepalen
3 Raak [X] aan om de geselecteerde filmmodus
en belichtingscompensatiewaarde toe te passen.
Tijdens belichtingsvergrendeling worden y en de
geselecteerde belichtingscompensatiewaarde op
het scherm getoond.
Touch AE
1 Raak een onderwerp aan dat zich binnen het y-kader
bevindt.
Het symbool Touch AE (I) gaat knipperen en de
belichting wordt automatisch geoptimaliseerd voor
het onderwerp dat u hebt gekozen.
•Raak [n] aan als u de camcorder weer automatische
belichting wilt laten gebruiken.
2 Raak [X] aan om de geselecteerde filmmodus
en aangepaste belichting toe te passen.
Met Touch AE wordt ook de belichting vergrendeld
(de knop voor belichtingscompensatie verschijnt met een
compensatiewaarde die is ingesteld op ±0). Voordat u [X]
aanraakt, kunt u de belichting nog meer compenseren
(stap 2 en 3 in de vorige procedure).
Tijdens belichtingsvergrendeling worden y en de
geselecteerde belichtingscompensatiewaarde op
het scherm getoond.
144
Als u meer zelf wilt bepalen
Gezichtsdetectie
De camcorder detecteert automatisch de gezichten van mensen
en gebruikt deze informatie om de juiste belichting in te stellen.
* Gezichtsdetectie is in de stand N altijd geactiveerd.
Gezichtsdetectie is standaard geactiveerd. U kunt stap 1 in de
volgende procedure daarom overslaan. Als u de functie eerder
hebt uitgeschakeld, voer dan de volgende procedure uit vanaf
stap 1.
1 Activeer gezichtsdetectie.
Als u tijdens belichtingscompensatie een andere
opnamestand selecteert, keert de camcorder terug
naar automatische belichting.
Tijdens intervalopname is deze functie niet beschikbaar.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [1 Overige instellingen] > p/ >
[Gezichtsdet. en volgen] > [i Aan }] > [X]
145
Als u meer zelf wilt bepalen
2 Richt de camcorder op een persoon.
Als er in het beeld meer dan één persoon aanwezig is,
zal de camcorder automatisch één persoon aanwijzen
als het hoofdonderwerp. Het hoofdonderwerp wordt
aangegeven met een wit kader en de camcorder kiest
vervolgens de optimale instellingen voor die persoon.
Andere gezichten krijgen grijze kaders.
3 Raak een ander gezicht op het touchscreen aan
als u wilt dat de belichting voor iemand anders wordt
geoptimaliseerd.
Rondom het gezicht van de geselecteerde persoon
verschijnt een dubbel wit kader.
Raak [Annuleren £] opnieuw aan als u het kader wilt
verwijderen.
Hoofdonderwerp
146
Als u meer zelf wilt bepalen
Het kan gebeuren dat de camcorder de gezichten
detecteert van niet-menselijke onderwerpen.
Schakel in dat geval de gezichtsdetectiefunctie uit.
In bepaalde gevallen kunnen gezichten mogelijk niet
correct worden gedetecteerd. Typische voorbeelden
hiervan zijn:
- Gezichten die in relatie tot het algehele beeld extreem
klein, groot, donker of helder zijn.
- Gezichten die zijwaarts zijn gericht, diagonaal staan
of gedeeltelijk verborgen zijn.
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de volgende
situaties.
- Als u opneemt door middel van intervalopname
of bij slow/fast motion.
- Als de camcorder op afstand wordt bestuurd
vanaf een iOS- of Android-apparaat.
- Als de belichting handmatig is aangepast.
147
Als u meer zelf wilt bepalen
Videosnapshotscènes en foto’s maken
van een film
U kunt Video Snapshot-opnamen of foto’s maken van een
scène die u eerder hebt opgenomen. Het kan bijvoorbeeld zijn
dat u foto’s wilt afdrukken van video die is opgenomen op een
feestje of dat u een kleine videoclip wilt maken door gebruik
te maken van Video Snapshot-opnamen van de hoogtepunten
van een gebeurtenis.
Een Video Snapshot-opname maken
1 Speel de scène af waarvan u een videosnapshotscène
wilt maken (A 67).
2 Op het punt waar u de videosnapshotscène wilt laten
beginnen, drukt u op het scherm om de afspeelbediening
weer te geven.
3 Raak [¦] aan.
U kunt ook op de start/stop-knop drukken.
De camcorder maakt gedurende circa 4 seconden de
Video Snapshot-opname (het blauwe kader geeft visueel
de voortgang weer) en schakelt daarna over op de
afspeelpauzestand.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
148
Als u meer zelf wilt bepalen
4 Raak [Ñ] aan om het afspelen te stoppen.
De nieuwe videosnapshotscène krijgt dezelfde
opnamedatum (bij AVCHD-films) of wordt in dezelfde
map opgeslagen (bij MP4-films) als de oorspronkelijke
scène.
U kunt de lengte van videosnapshotscènes die
u vastlegt wijzigen naar 2 of 8 seconden met de
optie 1 > > [Lengte videosnapshot].
Een videosnapshotscène kan alleen worden gemaakt
tijdens het afspelen en niet als het afspelen wordt
onderbroken.
U kunt geen Video Snapshot-opnamen maken
van scènes die korter zijn dan 1 seconde.
Als u begint met het maken van een Video Snapshot-
opname die minder dan 1 seconde is verwijderd vanaf
het eind van de filmscène, dan wordt de Video Snapshot-
opname gemaakt vanaf het begin van de volgende
filmscène.
149
Als u meer zelf wilt bepalen
Foto’s maken
1 Speel de scène af waarvan u de foto wilt maken
(A 67).
2 Onderbreek het afspelen bij het moment dat u wilt
vastleggen en maak de foto.
3 Raak [Ñ] aan om het afspelen te stoppen.
Het formaat van foto’s die aan de hand van een scène
worden gemaakt, is 1920x1080 (beeldverhouding 16:9).
De datum/tijdcode van de foto’s reflecteert de datum
en tijd van de opname van de originele scène.
Foto’s die worden gemaakt van een scène met veel
beweging, kunnen wazig zijn.
Raak het scherm aan om de afspeelknoppen > [Ý] >
[PHOTO] weer te geven
150
Externe aansluitingen
Aansluitpunten op de camcorder
Dit gedeelte geeft meer uitleg over de outputaansluitingen
van de camcorder. Ook worden er aansluitschemas getoond
die weergeven hoe u uw camcorder met andere apparaten
verbindt.
Opnamen afspelen op een tv-scherm
Dit gedeelte legt uit hoe u de camcorder op een HD-tv aansluit
met de optionele HTC-100 High Speed HDMI-kabel.
Uw opnamen opslaan en delen
Dit gedeelte legt ten slotte uit hoe u films kunt converteren naar
kleinere videobestanden en hoe films en foto’s uploadt naar een
computer met behulp van de meegeleverde USB-kabel.
* Houd er rekening mee dat in dit hoofdstuk alleen bekabelde
verbindingen met andere apparaten besproken worden.
Voor informatie over hoe u de handige draadloze verbindingen
van de camcorder kunt gebruiken, zie
Wi-Fi-functies
(
A
170).
151
155
156
151
Aansluitpunten op de camcorder
Aansluitpunten op de camcorder
Open het afdekplaatje aan de zijkant om toegang te krijgen
tot de aansluitpunten op de camcorder.
1 HDMI-aansluitpunt
Het HDMI-aansluitpunt biedt een digitale verbinding van
hoge kwaliteit met een comfortabele combinatie van audio
en video in één kabel. Dit aansluitpunt is een mini-aansluiting
voor een HDMI-verbinding. Zorg bij gebruik van een in de
winkel verkrijgbare HDMI-kabel dat de HDMI-kabel van het
type A-naar-C is en niet langer dan 3 meter is.
2 USB-aansluitpunt
Dit aansluitpunt is een mini-B-aansluiting. U kunt gebruikmaken
van de bijgeleverde USB-kabel om verbinding te maken met
een computer of andere digitale apparaten met standaard-A-
aansluitingen.
152
Aansluitpunten op de camcorder
Aansluitschema’s
In de volgende aansluitschema’s ziet u aan de linkerkant de
aansluitingen op de camcorder en ziet u aan de rechterkant
(alleen ter referentie) een voorbeeld van de aansluitingen
op een aangesloten apparaat.
Aansluitmethode 1
HDMI
Type: digitaal Kwaliteit: High-Definition Alleen uitvoer
Voor het aansluiten van de camcorder op een High-Definition TV
(HDTV) met een HDMI-ingang.
Over de HDMI
TM
-verbinding
De aansluitmethode voor HDMI (High-Definition Multimedia
Interface) (1) is een handige, volledig digitale verbinding
waarbij gebruik wordt gemaakt van één kabel voor zowel
video als audio. Als u de camcorder aansluit op een HD-tv
die uitgerust is met een HDMI-aansluitpunt, dan kunt
u genieten van een video- en audioweergave van de
hoogste kwaliteit. De camcorder past de outputresolutie
automatisch aan de capaciteiten van de HD-tv aan.
HTC-100 High Speed
HDMI-kabel (optioneel)HDMI-
miniconnector
HDMI-connector
(standaard)
153
Aansluitpunten op de camcorder
Aansluitmethode 2
USB
Type: digitale gegevensverbinding alleen uitvoer
Voor het aansluiten van een computer om uw opnamen
op te slaan.
Het HDMI-aansluitpunt op de camcorder is alleen
bestemd voor uitvoersignalen. Maak geen verbinding
tussen dit aansluitpunt en een HDMI-uitgang op een
extern apparaat, omdat de camcorder hierdoor
beschadigd kan raken.
Als resterende accucapaciteit een probleem vormt,
kunt u de camcorder van stroom voorzien met de
compacte netadapter, zodat de accustroom niet
wordt verbruikt.
Bij aansluiting van de camcorder op DVI-monitors
kan een juiste werking niet worden gegarandeerd.
USB-kabel
(bijgeleverd)
Mini-B Standaard-A
(computer)
154
Aansluitpunten op de camcorder
Afhankelijk van de HD-tv kan het voorkomen dat
persoonlijke video-opnamen via aansluitmethode 1
niet correct worden afgespeeld.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt
als er een kabel is aangesloten op de HDMI-aansluiting.
Audio en video worden niet uitgevoerd vanuit
het HDMI-aansluitpunt terwijl Wi-Fi-functies worden
gebruikt of tijdens intervalopname, slow/fast motion
en fotomodus.
AVCHD-compatibele HD-tv’s en digitale recorders
met een compatibele geheugenkaartsleuf kunnen
AVCHD-films afspelen die u met deze camcorder
opneemt. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
apparaat dat u gebruikt. Afhankelijk van het apparaat
kan het voorkomen dat opnamen niet correct worden
afgespeeld, zelfs als het apparaat AVCHD-compatibel is.
In dat geval moet u de opnamen op de geheugenkaart
afspelen op de camcorder zelf.
155
Aansluitpunten op de camcorder
Opnamen afspelen op een tv-scherm
Sluit de camcorder aan op een tv om samen met familie
en vrienden van uw opnamen te genieten.
1 Zet de camcorder en tv uit.
2 Sluit de camcorder aan op de tv.
Aansluitmethode 1. Raadpleeg de Aansluitschema’s
(A 152).
3 Zet de aangesloten tv aan.
Selecteer op de tv als video-ingang hetzelfde aansluitpunt
als het aansluitpunt waarop u de camcorder hebt
aangesloten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
de aangesloten tv.
4 Zet de camcorder aan en kies de afspeelstand.
5 Open het gewenste indexscherm (A 67, 75).
Speel de gewenste films of foto’s af.
HDMI-uitvoer is niet beschikbaar tijdens fotomodus,
intervalopname en opnemen in slow/fast motion.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
156
Uw opnamen opslaan en delen
Uw opnamen opslaan en delen
Films converteren naar de MP4-indeling
Voor kleinere bestanden kunt u AVCHD- en MP4-scènes
converteren naar een MP4-scène met een lagere videokwaliteit
(downconverteren). Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer
u video’s wilt uploaden naar het internet, aangezien kleinere
bestanden sneller geüpload kunnen worden. Daarnaast
kunt u cinematografische filters toepassen en decoraties
aan de geconverteerde kopie toevoegen.
De geconverteerde films worden opgeslagen als nieuwe
scènes zodat u altijd uw oorspronkelijke films behoudt.
1 Open het indexscherm [] of [] (A 67).
2 Open het scherm waarin u de scènes voor de conversie
kunt selecteren.
* Voordat u de videokwaliteit selecteert, kunt u de optie [Scènes
samenvoegen] aanraken om de geconverteerde films samen te
voegen tot één scène.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
[Bew.] > [Conv. naar MP4] > Gewenste videokwaliteit
van geconverteerde films*
157
Uw opnamen opslaan en delen
3 Raak de individuele scènes aan die u wilt converteren.
Op de door u aangeraakte scènes verschijnt een vinkje !.
Het totale aantal geselecteerde scènes wordt weergegeven
naast het pictogram ".
Raak een geselecteerde scène aan als u het vinkje
wilt verwijderen. Om alle vinkjes tegelijk te verwijderen,
raakt u [Alle verw.] > [Ja] aan.
4 Raak na selectie van alle gewenste scènes [OK]
en vervolgens [Volgende] aan.
Een cinematografisch filter toevoegen*: De camcorder
biedt 7 cinematografische filters. Op het scherm kunt u een
beschrijving van elk filter lezen en vooraf het effect ervan
bekijken.
U kunt ook de filterminiatuurweergave in het midden
aanraken in plaats van [OK] aanraken.
Om het cinematografische filter uit te schakelen,
raakt u [FILTER] opnieuw aan.
U kunt alleen cinematografische filters toevoegen aan
films die MP4’s waren voordat ze werden geconverteerd.
[FILTER 1] > Selecteer het gewenste filter > [OK]
158
Uw opnamen opslaan en delen
Decoraties toevoegen*:
* Wanneer een cinematografisch filter op een film wordt
toegepast, kunt u geen decoraties toevoegen.
5 Raak [START] aan om de scène te converteren.
Raak [STOP] aan als u de procedure wilt onderbreken
terwijl deze wordt uitgevoerd.
6 Raak [OK] aan.
Opties voor converteren en formaat wijzigen van films
* Alleen voor MP4-films.
Videokwaliteit en
resolutie van de
oorspronkelijke
scène
Videokwaliteit en resolutie
van de geconverteerde scène
24 Mbps
(1920x1080)
17 Mbps
(1920x1080)
4 Mbps
(1280x720)
24 Mbps
(1920x1080)
ÜÜÜ
17 Mbps
(1920x1080)
ÜÜÜ
4 Mbps
(1280x720)*
––Ü
[Ò] > Decoreer de scène (A 109)
159
Uw opnamen opslaan en delen
Opnamen opslaan op een computer
Zorg ervoor dat u uw opnamen regelmatig opslaat op een
computer. In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u via een
USB-aansluiting uw opnamen kunt opslaan op een computer.
Gebruik de software Transfer Utility LE
1
voor AVCHD-films
en de software ImageBrowser EX
2
voor MP4-films en foto’s.
1
Software voor AVCHD-films, gratis beschikbaar via de website
van PIXELA.
2
Software voor foto’s en MP4-films, gratis beschikbaar via de website
van Canon voor uw regio.
Na het herhaaldelijk opnemen, verwijderen en
bewerken van scènes (gefragmenteerd geheugen)
kan het voorkomen dat MP4-conversie niet langer
naar behoren functioneert.
De volgende scènes kunnen niet middels MP4-conversie
worden geconverteerd of van een ander formaat
worden voorzien.
- Slow motion-scènes die zijn opgenomen een
videokwaliteit van 3 Mbps ([x1/4] snelheid).
- Intervalscènes met het pictogram .
160
Uw opnamen opslaan en delen
AVCHD-films opslaan (alleen Windows)
Met de software Transfer Utility kunt u de door u opgenomen
AVCHD-scènes opslaan op uw computer. Voordat u de camcorder
de eerste keer aansluit op de computer, moet u de software
downloaden en installeren. Een internetverbinding is vereist
om de software te downloaden. Voer de volgende procedures
uit terwijl u de meegeleverde “Installatiehandleiding voor
Transfer Utility LE” raadpleegt.
Installatie
1 Download het ZIP-bestand vanaf de PIXELA-website.
Bezoek de website van PIXELA om het ZIP-bestand
te downloaden. Dit bestand bevat de software en
gebruiksaanwijzing.
http://pixela.jp/cetule_dl
2 Pak het ZIP-bestand uit.
Het ZIP-bestand bevat het installatieprogramma
(setup.exe) en de softwarehandleiding (PDF-bestand).
Voordat u de software installeert, moet u controleren
of de computer aangesloten is op het internet.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
161
Uw opnamen opslaan en delen
3 Voer het installatieprogramma uit om de software
te installeren.
Raadpleeg de Softwarehandleiding (PDF-bestand)
van de PIXELA-software voor bijzonderheden.
De camcorder aansluiten op een computer
1 Camcorder: voorzie de camcorder van stroom met
de compacte netadapter.
2 Camcorder: open het indexscherm [] (A 67).
3 Sluit de camcorder op de computer aan met
de bijgeleverde USB-kabel.
Aansluitmethode 2. Raadpleeg de Aansluitschema’s
(A 152).
4 Computer: dubbelklik op het pictogram dat
rechts wordt getoond.
5 Computer: voer de instructies op het scherm
uit om de procedure te voltooien.
Raadpleeg de softwarehandleiding (PDF-bestand) van
de PIXELA-software voor meer informatie over het gebruik
van de software.
162
Uw opnamen opslaan en delen
MP4-films en foto’s opslaan (Windows/Mac OS)
Met de software ImageBrowser EX kunt u MP4-films en foto’s
kopiëren naar uw computer en deze vervolgens gemakkelijk
op uw computer ordenen. Raadpleeg de “ImageBrowser EX
Gebruikershandleiding” (PDF-bestand) voor informatie over
alle systeemvereisten en andere informatie. Ook kunt u
gebruikmaken van CANON iMAGE GATEWAY* om online
fotoalbums en nog veel meer te maken.
* Deze dienst is mogelijk niet in alle landen/regio’s beschikbaar.
Installatie
Voordat u de camcorder de eerste keer aansluit op de computer,
moet u eerst de software installeren. Zorg ervoor dat u de
software altijd installeert, zelfs wanneer u een andere versie
van ImageBrowser EX op uw computer hebt. De automatische
updatefunctie van de software kan u voorzien van functies
die voor deze camcorder geoptimaliseerd zijn.
De “ImageBrowser EX Gebruikershandleiding” wordt samen
met de software geïnstalleerd.
Voordat u de software installeert, moet u controleren
of de computer aangesloten is op het internet.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
163
Uw opnamen opslaan en delen
1 Download de software via de website van Canon
voor uw regio.
Ga naar de volgende website om ImageBrowser EX
te downloaden.
http://www.canon.com/icpd/
(Klik op uw land/regio, selecteer uw model camcorder
en ga verder naar de downloadpagina.)
2 Installeer ImageBrowser EX.
Raadpleeg de aanwijzingen op de downloadpagina
voor meer informatie over hoe u het softwarepakket
opent en het installatieprogramma uitvoert.
3 Voer de scherminstructies uit om uw gebied
(continent), land/regio en taal te selecteren.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw
land/regio.
4 Klik in het installatiescherm op [Easy Installation/
Eenvoudige installatie].
Voor Windows-gebruikers: als er een dialoogscherm
voor gebruikersaccountbeheer verschijnt, volg dan
de instructies op het scherm.
164
Uw opnamen opslaan en delen
5 Volg de instructies op het scherm om de installatie
te voltooien.
Tijdens het installatieproces wordt u mogelijk gevraagd
om Microsoft Silverlight te installeren. Volg de instructies
om dat te doen.
CameraWindow wordt ook geïnstalleerd.
Controleren of de software op correcte wijze is geïnstalleerd
U kunt controleren of de software op correcte wijze is geïnstalleerd
door te verifiëren of het ImageBrowser EX-pictogram aanwezig
is op de volgende locatie.
Windows: De snelkoppeling wordt toegevoegd
aan het bureaublad.
Mac OS: Het pictogram verschijnt in het dock.
Als u het pictogram niet kunt vinden, controleer dan uw
internetverbinding en installeer de software opnieuw.
165
Uw opnamen opslaan en delen
Als de camcorder voor de eerste keer wordt aangesloten
op een Windows-computer
Als u voor de eerste keer de camcorder op de computer aansluit,
moet u ook de optie voor automatisch starten van CameraWindow
selecteren.
De camcorder aansluiten op een computer
1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte
netadapter.
2 Open het indexscherm [] of [}] (A 67, 75).
3 Sluit de camcorder op de computer aan met de
bijgeleverde USB-kabel.
Aansluitmethode 2. Raadpleeg de Aansluitschema’s
(A 153).
Camcorder: Wanneer de verbinding met succes tot stand
gebracht is, verschijnt [USB-aansluiting] op het scherm.
Computer: CameraWindow wordt automatisch gestart.
Alleen gebruikers van Windows: als u de instelling om
de software automatisch te starten niet hebt ingesteld,
opent u CameraWindow handmatig.
166
Uw opnamen opslaan en delen
4 Sla de MP4-films en de foto’s op de computer op.
•Raadpleeg Niet-EOS-camera’s: Beelden importeren
met CameraWindow in de “ImageBrowser EX
Gebruikershandleiding”. Dit PDF-bestand kunt u openen
via het menu ? rechtsboven in het hoofdscherm van
ImageBrowser EX.
Wanneer de camcorder is aangesloten op
een computer:
- Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf niet.
- Wijzig of verwijder niet rechtstreeks vanuit de computer
mappen en bestanden op de geheugenkaart, omdat
u anders het risico loopt gegevens voorgoed kwijt
te raken. Als u opnamen opslaat op een computer,
raden we aan dat u de software gebruikt die wordt
beschreven in dit hoofdstuk (Transfer Utility LE voor
AVCHD-films, ImageBrowser EX voor MP4-films
en foto’s).
Als u de opnamen op de computer wilt gebruiken,
maak dan eerst kopieën hiervan. Gebruik de gekopieerde
bestanden en bewaar de originele.
167
Uw opnamen opslaan en delen
Afhankelijk van de computer kan de software mogelijk
niet naar behoren werken of kunt u mogelijk geen films
afspelen.
Intervalscènes met het pictogram kunnen niet
op een computer worden afgespeeld.
Ongeacht de resterende acculading van de camcorder
wordt de batterijcapaciteit altijd als vol weergegeven in
het hoofdscherm van CameraWindow, in het gedeelte
met details van de camcorder.
De volgende soorten MP4-scènes worden op een
computer herkend als meerdere bestanden.
- Scènes die groter zijn dan 4 GB.
- Scènes die groter zijn dan 1 uur.
Gebruikers van Windows XP of hoger en Mac OS X:
uw camcorder is voorzien van het standaard Picture
Transfer Protocol (PTP) waarmee u foto’s (alleen JPEG)
en MP4-films naar de computer kunt overbrengen door
eenvoudigweg de camcorder via de bijgeleverde
USB-kabel te verbinden met een computer, zonder
dat u eerst de software ImageBrowser EX hoeft
te installeren.
168
Uw opnamen opslaan en delen
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder
Sluit met de bijgeleverde USB-kabel de camcorder aan op
Blu-ray Disc-recorders en andere AVCHD-compatibele digitale
videorecorders om van uw films in High-Definition perfecte
kopieën te maken. Als de externe digitale videorecorder uitgerust
is met een SD-geheugenkaartsleuf*, kunt u de geheugenkaart
gebruiken om uw films te kopiëren zonder dat u de camcorder
hoeft aan te sluiten.
* Zorg ervoor dat het externe apparaat compatibel is met het type
geheugenkaart dat u gebruikt.
Aansluiten
1 Voorzie de camcorder van stroom met de compacte
netadapter.
2 Open het indexscherm [] (A 67).
3 Sluit de camcorder aan op de digitale videorecorder
met de bijgeleverde USB-kabel.
Aansluitmethode 2. Raadpleeg de Aansluitschema’s
(A 152).
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
169
Uw opnamen opslaan en delen
Opname
Bijzonderheden zijn afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt.
Zorg er daarom voor dat u de gebruiksaanwijzing van de digitale
videorecorder raadpleegt.
170
Wi-Fi-functies
Overzicht van de Wi-Fi-functies
van de camcorder
Dit is een inleiding tot alle Wi-Fi-functies die de
camcorder biedt. Daarnaast vindt u hier belangrijke
informatie over de ondersteunde Wi-Fi-standaarden.
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Raadpleeg dit hoofdstuk voor informatie over hoe
u de handige Wi-Fi-functies van de camcorder gebruikt.
U kunt bijvoorbeeld de camcorder op afstand bedienen
met een iOS- of Android-apparaat* of opnamen van de
camcorder afspelen via een internetbrowser op een
apparaat dat is uitgerust met Wi-Fi.
172
178
171
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Dit gedeelte legt uit hoe u uw camcorder aansluit op
een toegangspunt (draadloze router) in een bestaand
Wi-Fi-netwerk en hoe u de Wi-Fi-instellingen controleert
of indien nodig aanpast.
* iOS-apparaat” wordt in deze tekst gebruikt om te verwijzen
naar iPhones, iPads met Wi-Fi-functie terwijl “Android-apparaat”
betrekking heeft op Android-smartphones en Android-tablets
met Wi-Fi-functie.
204
172
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
Overzicht van de Wi-Fi-functies
van de camcorder
U kunt de Wi-Fi-functie van de camcorder gebruiken om
draadloos verbinding te maken met apparaten die Wi-Fi
ondersteunen* zoals een smartphone of tablet. Zo kunt
u uw opnamen opslaan, afspelen en uploaden. Raadpleeg
Woordenlijst (A 216) voor de definitie van een aantal
van de termen die in deze tekst vaak worden gebruikt.
* “iOS-apparaat” wordt in deze tekst gebruikt om te verwijzen
naar iPhones, iPads met Wi-Fi-functie terwijl “Android-apparaat”
betrekking heeft op Android-smartphones en Android-tablets
met Wi-Fi-functie.
173
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
iOS-apparaten
Installeer de app CameraAccess plus en gebruik uw iPhone of
iPad als afstandsbediening om met de camcorder op te nemen
(A 178). U kunt zelfs video streamen vanaf de camcorder en
direct op uw iOS-apparaat opnemen.
Nadat u de app Movie Uploader hebt geïnstalleerd, kunt
u uw opnamen opslaan op uw iOS-apparaat. U kunt ze zelfs
naar YouTube of Facebook uploaden (A 191).
Gebruik een internetbrowser voor toegang tot de camcorder.
Zo kunt u uw opnamen afspelen op uw iOS-apparaat (A 188).
CameraAccess plus Movie Uploader
174
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
Android-apparaten
Installeer de app CameraAccess plus en gebruik uw smartphone
of tablet als afstandsbediening om met de camcorder op te nemen
(
A
178). U kunt zelfs video streamen vanaf de camcorder
en direct op uw Android-apparaat opnemen.
Gebruik een internetbrowser voor toegang tot de camcorder.
Zo kunt u uw opnamen afspelen op uw Android-apparaat.
U kunt ook een lokale kopie op uw Android-apparaat opslaan
(A 188).
CameraAccess plus
175
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
Computers en andere Wi-Fi-apparaten
Op computers met een Wi-Fi-ontvanger gebruikt u een
internetbrowser voor toegang tot de camcorder. Zo kunt u uw
opnamen afspelen. U kunt ook een lokale kopie op de computer
opslaan (A 188).
Verbind de camcorder als mediaserver met een toegangspunt
en speel uw opnamen af op computers en andere apparaten
die op hetzelfde thuisnetwerk zijn aangesloten (A 201).
CANON iMAGE GATEWAY
Door de camcorder te verbinden met een toegangspunt
(thuisnetwerk) dat met internet verbonden is, kunt u ook
opnamen delen via CANON iMAGE GATEWAY en genieten
van een aantal webservices, waaronder opnamen uploaden
naar Facebook en YouTube (A 193).
176
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
Voordat u Wi-Fi-functies gebruikt
Op basis van de functie zal de camcorder rechtstreeks
draadloos verbinding maken met een apparaat met Wi-Fi-functie,
zoals bijvoorbeeld een smartphone, of via een toegangspunt
(draadloze router)* verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk. Volg
– nadat u de functie hebt geselecteerd die u wilt gebruiken – de
schermaanwijzingen om verbinding te maken met de camcorder.
* Afhankelijk van de fabrikant wordt het toegangspunt mogelijk anders
genoemd, bijvoorbeeld een draadloze LAN-router of draadloze
netwerkrouter.
Over de Wi-Fi-standaard van de camcorder
De Wi-Fi-standaard van de camcorder is in overeenstemming
met het protocol IEEE 802.11b/g/n en werkt in de
2,4 GHz-band. In die hoedanigheid is de maximale
gegevensoverdracht 11 Mbps voor IEEE 802.11b, 54 Mbps
voor IEEE 802.11g, en 150 Mbps voor IEEE 802.11n.
Dit zijn wel theoretische waarden en de feitelijke snelheid
van de gegevensoverdracht kan hiervan afwijken.
Gebruik van een onbeveiligd Wi-Fi-netwerk kan tot
gevolg hebben dat onbevoegden uw bestanden en
gegevens kunnen inzien. Wees uzelf bewust van de
inherente risico’s.
177
Overzicht van de Wi-Fi-functies van de camcorder
We raden aan dat u een volledig opgeladen accu
plaatst of de meegeleverde compacte netadapter
CA-110E gebruikt wanneer u Wi-Fi-functies gebruikt.
Bij gebruik van de Wi-Fi-functies van de camcorder
mag u de achterste linkerhoek van de camcorder
niet met uw hand of een ander voorwerp bedekken.
De Wi-Fi-antenne bevindt zich op deze plek. Als u de
antenne bedekt, kan dit een belemmering betekenen
voor draadloze signalen.
Open het afdekplaatje van de geheugenkaartsleuf
niet terwijl de draadloze verbinding actief is.
Tijdens gebruik van Wi-Fi-functies is de functie
voor automatische uitschakeling niet actief, zodat
de camcorder niet automatisch wordt uitgeschakeld.
De Wi-Fi functies van de camcorder kunnen niet worden
gebruikt terwijl de optionele draadloze microfoon WM-V1
op de camcorder aangesloten is.
Wi-Fi antenne
178
De Wi-Fi-functies van de camcorder
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Een iOS- of Android-apparaat als
afstandsbediening gebruiken
Met de CameraAccess plus-app* kunt u het beeld dat vanaf
de camcorder wordt gestreamd bekijken op uw iOS-Android-
apparaat, zelfs als de camcorder zich ergens anders bevindt.
U kunt uw iOS/Android-apparaat als afstandsbediening gebruiken
om te beginnen opnemen met de camcorder en als u de functie
Bewaking vanuit huis gebruikt, kunt u het gestreamde beeld
zelfs lokaal opslaan op uw iOS/Android-apparaat.
* De CameraAccess plus-app, geleverd door PIXELA, is gratis
verkrijgbaar bij de App Store (voor iOS-apparaten) en Google Play™
(voor Android-apparaten).
** Zelfs als de camcorder is ingesteld op een andere filmmodus,
schakelt deze automatisch over naar stand N wanneer
CameraAccess plus gebruikt wordt.
N
I J L K
y }
Filmmodus** Afspelen
Indeling
179
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Streamen via Wi-Fi (Bewaking vanuit huis)
Met deze functie kunt u het beeld dat vanaf de camcorder wordt
gestreamd, wanneer deze zich op een andere locatie bevindt
binnen het bereik van de Wi-Fi-verbinding, in bijvoorbeeld een
andere ruimte in huis bekijken. U kunt uw iOS/Android-apparaat
gebruiken om de camcorder te bedienen en het gestreamde beeld
op de camcorder of rechtstreeks op uw apparaat op te nemen.
1 Camcorder: stel de camcorder in op de gewenste
opnamestand (filmmodus of fotomodus).
2
Camcorder: activeer de functie [Bewaking vanuit huis].
Voordat u deze procedures de eerste keer uitvoert, dient u
de CameraAccess plus-app op uw iOS- of Android-apparaat
te downloaden en installeren. De app kan gratis worden
gedownload vanaf de volgende websites.
App Store:
http://appstore.com/cameraaccessplus
Google Play™:
http://play.google.com/store/apps/
details?id=jp.co.pixela.cameraaccessplus
0 > [ Afstandsbediening+streamen] >
[ Bewaking vanuit huis] > [OK]
180
De Wi-Fi-functies van de camcorder
De SSID (netwerknaam) en het wachtwoord van
de camcorder worden weergegeven.
De camcorder is gereed om verbinding te maken
met het iOS- of Android-apparaat.
3 iOS/Android-apparaat: in het Wi-Fi-instellingenscherm
zet u Wi-Fi aan en selecteert u de netwerknaam die
op het scherm van de camcorder verschijnt (stap 2).
Voer indien nodig het wachtwoord in dat op het
camcorderscherm verschijnt.
De netwerknaam van de camcorder (SSID) zou moeten
verschijnen in de lijst met netwerken/toegangspunten
die het apparaat kan vinden.
Zolang u het Wi-Fi-wachtwoord van de camcorder niet
reset, hoeft u het wachtwoord alleen in te voeren wanneer
u het apparaat voor de eerste keer aansluit.
Als de Wi-Fi-verbinding correct tot stand is gebracht,
verschijnt [Aangesloten] op het scherm van de camcorder.
Om de lading van de accu te sparen, wordt het scherm
van de camcorder na ongeveer 1 minuut gedimd.
4 iOS/Android-apparaat: start de CameraAccess plus-app.
Gebruik de knoppen in het scherm van de app om de
camcorder te bedienen terwijl u op het apparaat het live
beeld bekijkt.
181
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Nadat u klaar bent met het maken van opnamen
1 Camcorder: raak [Einde] aan om de draadloze
verbinding te beëindigen en zet de camcorder uit.
2 iOS/Android-apparaat: sluit de CameraAccess
plus-app.
Streamen via Wi-Fi en internet
(Bewaking bij afwezigheid)
Met deze functie kunt u de camcorder thuis laten en het
gestreamde beeld in de gaten houden terwijl u weg bent.
U kunt uw iOS/Android-apparaat zelfs gebruiken om de
camcorder te laten beginnen met opnemen.
Gebruik het hulpprogramma Remote Monitoring Checker
(alleen voor Windows) om te controleren of het toegangspunt
van uw thuisnetwerk en uw internetverbinding voldoen aan
de vereisten om de functie Bewaking bij afwezigheid te kunnen
gebruiken*. Voor meer informatie over dit programma en
koppelingen naar de downloadpagina gaat u naar de website
van PIXELA.
http://pixela.jp/cermc
* Om de functie Bewaking bij afwezigheid te gebruiken zijn een
toegangspunt nodig dat compatibel is met UPnP (Universal Plug
and Play) en een internetverbinding die wereldwijde IP-adressen
kan verkrijgen.
182
De Wi-Fi-functies van de camcorder
1 Camcorder: stel de camcorder in op de gewenste
opnamestand (filmmodus of fotomodus).
2 Activeer de functie [Bewaking bij afwezigheid].
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
De eerste keer dat u de functie inschakelt, dient u eerst
een wachtwoord en de poort die door deze functie wordt
gebruikt in te stellen (stap 2 tot en met 4). Als u de
instellingen voor de functie Bewaking bij afwezigheid
al hebt ingesteld, gaat u verder bij stap 6.
3 Raak [OK] aan om het instellingenscherm te openen.
4
Om het veld [Wachtwoord] in te vullen, raakt u [Niet
geconfigureerd] aan. Voer een uniek wachtwoord in voor
de functie Bewaking bij afwezigheid en raak [OK] aan.
Het wachtwoord is verplicht voor deze functie en
moet 4 tot 8 tekens lang zijn. We raden aan dat u een
wachtwoord gebruikt van 8 tekens, dat zowel cijfers
als grote en kleine letters bevat.
Om het wachtwoord in te voeren (en het poortnummer
bij de volgende stap), gebruikt u het virtuele toetsenbord
(A 186).
0 > [ Afstandsbediening+streamen] >
[ Bewaking bij afwezigheid] > [OK]
183
De Wi-Fi-functies van de camcorder
5 Om het poortnummer dat wordt gebruikt te wijzigen,
raakt u [80] aan. Voer een ander poortnummer in en
raak [OK] aan.
Het poortnummer is standaard ingesteld op 80,
maar u kunt het desgewenst wijzigen.
6 Stel indien nodig een verbinding met een
toegangspunt in.
Als u al eerder een verbinding met een toegangspunt
hebt geconfigureerd en opgeslagen, maakt de camcorder
automatisch verbinding met het toegangspunt dat als
laatste is gebruikt. Ga verder bij stap 7.
Als er geen verbindingen met toegangspunten zijn
opgeslagen op de camcorder, verschijnt het bericht
[Sla het toegangspunt op.] op het scherm. Raak [OK]
aan om een nieuw toegangspunt te configureren en op te
slaan (stap 2 bij Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt
(A 205)) voordat u verdergaat met deze procedure.
7 Als de Wi-Fi-verbinding met succes tot stand is gebracht,
verschijnt de camcorder-id op het scherm.
De camcorder is gereed om verbinding te maken met het
iOS/Android-apparaat.
184
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Het iOS/Android-apparaat aansluiten
Als het iOS/Android-apparaat op hetzelfde Wi-Fi-netwerk is
aangesloten als de camcorder, herkent CameraAccess plus
de camcorder-id en wordt deze automatisch geregistreerd.
Anders kunt u de camcorder-id handmatig invoeren.
Zolang u de instellingen van de camcorder niet reset, hoeft
u de camcorder-id alleen te registreren wanneer u het apparaat
voor de eerste keer aansluit. Later hoeft u alleen maar het
wachtwoord voor Bewaking bij afwezigheid in te voeren
(start deze procedure bij stap 4).
De camcorder-id in de CameraAccess plus-app registreren
1 Als het iOS/Android-apparaat zich in de buurt van
de camcorder bevindt, zet u Wi-Fi aan en selecteert
u hetzelfde toegangspunt als waarmee de camcorder
verbonden is (stap 6 van de vorige procedure).
2 Start de CameraAccess plus-app, raak Setting/Instellen
aan raak vervolgens Start aan.
Als het iOS/Android-apparaat niet verbonden is
met hetzelfde toegangspunt als de camcorder, voert
u handmatig de camcorder-id in die wordt weergegeven
op het scherm van de camcorder (stap 7 van de vorige
procedure).
185
De Wi-Fi-functies van de camcorder
3 Raak Finish/Afronden aan en sluit de CameraAccess
plus-app.
Verbreek indien nodig de verbinding tussen het iOS/Android-
apparaat en het toegangspunt.
De functie Bewaking bij afwezigheid gebruiken
4 Start wanneer u weg bent de CameraAccess plus-app.
Zorg ervoor dat het iOS/Android-apparaat verbonden
met een Wi-Fi-toegangspunt.
5 Raak Start aan onder Monitor while Out/Bewaking
bij afwezigheid.
6 Voer het wachtwoord in dat u in de camcorder hebt
ingesteld voor de functie Bewaking bij afwezigheid
(stap 4 van de vorige procedure) en raak vervolgens
Connect/Verbinden aan.
Gebruik de knoppen in het scherm van de app om de
camcorder te bedienen terwijl u op het apparaat het live
beeld bekijkt.
Nadat u klaar bent met het maken van opnamen
1 Camcorder: raak [Einde] aan om de draadloze
verbinding te beëindigen en zet de camcorder uit.
2 iOS/Android-apparaat: sluit de CameraAccess plus-app.
186
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Het virtuele toetsenbord gebruiken
Als u voor diverse instellingen tekst moet invoeren, raakt
u het tekstveld aan, waarna er een virtueel toetsenbord op
het scherm verschijnt. In de onderstaande afbeelding ziet
u een overzicht van de diverse toetsen die u kunt gebruiken.
1 Wisselen tussen letters en cijfers/speciale karakters.
2 De positie van de cursor wijzigen.
3 Het karakter links van de cursor verwijderen
(backspace).
4 Caps Lock. Wanneer het numerieke toetsenbord wordt
weergegeven, dan kunt u voor gebruik van speciale
karakters met [#%?] afwisselend een keuze maken
voor set 1 en set 2.
2
4
3
1
187
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Voor bijzonderheden over de CameraAccess plus-app
kunt u de PIXELA-website raadplegen.
http://pixela.jp/cecap
Als u CameraAccess plus gebruikt, kunt u niet
overschakelen van filmmodus naar fotomodus of
andersom. Zorg ervoor dat u de gewenste filmmodus
hebt ingesteld voordat u de functie [Bewaking vanuit
huis] of [Bewaking bij afwezigheid] gebruikt.
Het kan voorkomen dat het live videobeeld hapert of
dat de reactie vertraagd is wanneer u een film start/stopt,
een foto maakt of het beeldveld wijzigt.
Met CameraAccess plus wordt het beeld precies zoals
het op scherm wordt getoond opgenomen, ongeacht
de instelling 0 > [ Beeld draaien] > [Stand
detecteren].
Afhankelijk van de verbinding en de sterkte van het
draadloze signaal, kan het voorkomen dat het live
videobeeld hapert of dat de reactie vertraagd is.
Als u de camcorder op de optionele camerapantafel
CT-V1 plaatst, kunt u de CameraAccess plus-app op uw
iOS/Android-apparaat gebruiken als afstandsbediening
om de camcorder zijwaarts te bewegen (pannen) naast
het starten/stoppen van de opname. Raadpleeg voor
meer informatie de gebruiksaanwijzing van de CT-V1.
188
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Remote Browse: opnamen bekijken met
behulp van een internetbrowser op een iOS-
of Android-apparaat
Met de Remote Browse-functie kunt u de internetbrowser
op elk apparaat dat uitgerust is met een Wi-Fi-ontvanger
(iOS/Android-apparaten, computers, enzovoort) gebruiken
voor toegang tot de camcorder. U kunt vervolgens uw opnamen
afspelen met de internetbrowser. U kunt zelfs lokale kopieën
van uw opnamen op uw apparaat opslaan*.
* Het kan voorkomen dat u opnamen niet kunt afspelen of opslaan.
Dit hangt af van het apparaat, het besturingssysteem, de browser
en de videokwaliteit. Ga voor bijzonderheden naar de Canon-website
in uw land.
1 Camcorder: open vanuit een willekeurig indexscherm
de modus Remote Browse.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken
in plaats van [OK] aanraken.
De SSID (netwerknaam) en het wachtwoord
van de camcorder worden weergegeven.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [ Wi-Fi] > [5 Afspelen via browser] > [OK]
189
De Wi-Fi-functies van de camcorder
De camcorder is gereed om verbinding te maken
met het draadloze apparaat.
2 iOS/Android-apparaat: in het Wi-Fi-instellingenscherm
zet u Wi-Fi aan en selecteert u de netwerknaam die
op het scherm van de camcorder verschijnt (stap 1).
Voer indien nodig het wachtwoord in dat op het
camcorderscherm verschijnt.
De netwerknaam van de camcorder (SSID) zou moeten
verschijnen in de lijst met netwerken/toegangspunten
die het apparaat kan vinden.
Zolang u het Wi-Fi-wachtwoord van de camcorder niet
reset, hoeft u het wachtwoord alleen in te voeren wanneer
u het apparaat voor de eerste keer aansluit.
3 iOS/Android-apparaat: start de webbrowser.
4 iOS/Android-apparaat: voer in de adresbalk van de
webbrowser de URL in die op het camcorderscherm
wordt weergegeven.
Als de Wi-Fi-verbinding correct tot stand is gebracht,
verschijnt het scherm Afspelen via browser.
De URL is altijd dezelfde. Het is daarom misschien
handig om van de URL een bladwijzer te maken.
190
De Wi-Fi-functies van de camcorder
5 iOS/Android-apparaat: raak de gewenste opname
aan in de lijst.
Raak de knop linksboven in het scherm aan om het indexscherm
dat wordt weergegeven te wijzigen. Raak [
·
] (AVCHD-films),
[
¸
] (MP4-films) of [
}
] (foto’s) aan.
Raak een miniatuurbeeld aan om de foto weer te geven
(of het eerste frame van een film).
Alleen MP4-films: raak nogmaals aan als u de film wilt afspelen.
AVCHD-films kunnen niet worden afgespeeld.
Intervalscènes met het pictogram worden niet getoond.
Raak
ö
aan om terug te keren naar het indexscherm.
Voor apparaten die geen iOS-apparaat zijn: raak
õ
aan om
een lokale kopie van de film/foto op het apparaat op te slaan.
Als u klaar bent
Camcorder: raak [Einde] > [OK] aan om de draadloze verbinding
te beëindigen en zet de camcorder uit.
De volgende soorten MP4-scènes worden op andere
apparaten herkend als meerdere bestanden.
- Scènes die groter zijn dan 4 GB.
- Scènes die groter zijn dan 1 uur.
Voor meer informatie over Wi-Fi-verbindingen
op computers en andere apparaten raadpleegt
u de gebruiksaanwijzing van het besturingssysteem,
de computer of het apparaat dat u gebruikt.
191
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Opnamen opslaan en films naar internet
uploaden met een iOS-apparaat
Met de Movie Uploader-app* kunt u uw films en foto’s opslaan
en afspelen op een iOS-apparaat. Daarnaast kunt u uw opnamen
uploaden naar YouTube en Facebook, zelfs wanneer u niet
in de buurt bent van uw thuisnetwerk.
* De Movie Uploader-app, geleverd door PIXELA, is gratis verkrijgbaar
bij de App Store.
1 Camcorder: stel vanuit een willekeurig filmindexscherm
de camcorder zo in dat deze verbinding maakt met het
iOS-apparaat.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken
in plaats van [OK] aanraken.
Voordat u deze procedure de eerste keer uitvoert, moet
u de Movie Uploader-app installeren op uw iOS-apparaat.
De app kan gratis worden gedownload vanaf de volgende
website.
http://appstore.com/movieuploader
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [ Wi-Fi] > [6 Movie Uploader] > [OK]
192
De Wi-Fi-functies van de camcorder
De SSID (netwerknaam) en het wachtwoord van
de camcorder worden weergegeven.
De camcorder is gereed om verbinding te maken
met het iOS-apparaat.
2 iOS-apparaat: in het Wi-Fi-instellingenscherm zet
u Wi-Fi aan en selecteert u de netwerknaam die op
het scherm van de camcorder verschijnt (stap 1).
Voer indien nodig het wachtwoord in dat op het
camcorderscherm verschijnt.
De netwerknaam van de camcorder (SSID) zou moeten
verschijnen in de lijst met netwerken/toegangspunten
die het apparaat kan vinden.
Zolang u het Wi-Fi-wachtwoord van de camcorder
niet reset, hoeft u het wachtwoord alleen in te voeren
wanneer u het apparaat voor de eerste keer aansluit.
Als de Wi-Fi-verbinding correct tot stand is gebracht,
verschijnt [Aangesloten] op het scherm van de camcorder.
3 iOS-apparaat: gebruik de Movie Uploader-app
om de films van de camcorder te uploaden.
Daarnaast kunt u films en foto’s afspelen of opslaan
op het iOs-apparaat.
Als u klaar bent
Camcorder: raak [Einde] > [OK] aan om de draadloze verbinding
te beëindigen en zet de camcorder uit.
193
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Opnamen delen via CANON iMAGE GATEWAY
Nadat u zich hebt geregistreerd voor CANON iMAGE GATEWAY*,
kunt u gebruikmaken van diverse webdiensten**. U kunt films en
foto’s uploaden naar online-albums, films uploaden naar Facebook
en YouTube, koppelingen naar uw online-albums verzenden naar
uw vrienden en familie, en meer! Om deze functie te gebruiken,
hebt u een toegangspunt nodig dat verbonden is met internet.
* Beschikbaarheid verschilt per regio.
** “Webservices” en “webdiensten” in deze tekst heeft betrekking
op diverse internetdiensten die worden ondersteund door
CANON iMAGE GATEWAY.
Afhankelijk van factoren zoals de omstandigheden
van het draadloze netwerk, kan het enige tijd duren
om videobestanden te uploaden.
De procedure kan afwijken van de bovenstaande
procedure. Dit hangt af van de iOS-versie die u gebruikt.
Voor meer informatie over de Movie Uploader-app
gaat u naar de website van PIXELA.
http://www.pixela.co.jp/oem/canon/e/movieuploader/
De volgende soorten MP4-scènes worden op andere
apparaten herkend als meerdere bestanden.
- Scènes die groter zijn dan 4 GB.
- Scènes die groter zijn dan 1 uur.
194
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Algemene vereisten
Gratis registratie voor CANON iMAGE GATEWAY voltooid.
Accountinstellingen voor de diensten die u van plan bent
te gebruiken (YouTube, Facebook, enzovoort). Beschikbare
diensten kunnen per land/regio verschillen.
CANON iMAGE GATEWAY
CANON iMAGE GATEWAY is een website waar eigenaars
van bepaalde Canon-producten gebruik kunnen maken van
diverse diensten op fotogebied. Nadat u zich online gratis
hebt geregistreerd, kunt u de webdiensten gebruiken, online
fotoalbums maken, en nog veel meer. Ga naar de website
van Canon (ook toegankelijk met smartphones of tablets)
voor informatie over registratie en landen/regio’s waar u deze
dienst kunt gebruiken.
http://canon.com/cig
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
195
De Wi-Fi-functies van de camcorder
De gewenste webservices instellen
in de camcorder
Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en stel de webservices
in die u wilt gebruiken.
1 Camcorder: open vanuit een willekeurig indexscherm
de webservicefunctie.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
2 Camcorder: stel indien nodig een verbinding met een
toegangspunt in.
Als u al eerder een verbinding met een toegangspunt
hebt geconfigureerd en opgeslagen, maakt de camcorder
automatisch verbinding met het toegangspunt dat als
laatste is gebruikt. Ga verder bij stap 3.
Als er geen verbindingen met toegangspunten zijn
opgeslagen op de camcorder, verschijnt het bericht
[Sla het toegangspunt op.] op het scherm. Raak [OK]
aan om een nieuw toegangspunt te configureren en op te
slaan (stap 2 bij Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt
(A 205)) voordat u verdergaat met deze procedure.
0 > [ Wi-Fi] > [ Naar webservice] > [OK]
196
De Wi-Fi-functies van de camcorder
3 Camcorder: wanneer de draadloze verbinding
met succes tot stand gebracht is, raakt u aan.
4 iOS/Android-apparaat: volg de instructies
op het scherm van de camcorder en log in bij
CANON iMAGE GATEWAY.
Het online albumscherm wordt weergegeven.
5 Camcorder: raak [Verifiëren] aan.
Na een korte tijd wordt er een verificatiecode op het
scherm getoond.
6
iOS/Android-apparaat: open het scherm met
camera-instellingen en voer de verificatiecode in
(vanaf stap 5).
7 Camcorder: zorg ervoor dat de camcorder en het
iOS/Android-apparaat hetzelfde verificatienummer
weergeven en raak [OK] aan.
8 iOS/Android-apparaat: voltooi het instellingsproces.
Als u klaar bent
Camcorder: beëindig de draadloze verbinding en zet de
camcorder uit.
197
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Webservices toevoegen aan/verwijderen
uit de camcorder
U kunt meer webservices toevoegen aan de camcorder of reeds
ingestelde webservices verwijderen.
1 iOS/Android-apparaat: meld u aan bij CANON iMAGE
GATEWAY en open het instellingenscherm voor
webservices.
2 iOS/Android-apparaat: volg de instructies op het
scherm en voeg de gewenste webservice(s) toe of
verwijder deze.
3 Camcorder: raak in het scherm [ Naar webservice]
aan.
De webservices die in de camcorder zijn ingesteld,
worden bijgewerkt.
Beschikbare webservices verschillen afhankelijk van
het land/de regio van gebruik en kunnen van tijd tot tijd
worden vernieuwd. Bezoek de website van CANON
iMAGE GATEWAY voor uw regio voor de nieuwste
gegevens over beschikbare diensten en
gebruiksvoorwaarden.
198
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Uw opnamen delen met webservices
Deel uw opnamen op handige wijze met familie en vrienden
door webdiensten te gebruiken.
1 Open vanuit een willekeurig indexscherm
de webservicefunctie.
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
Als u al eerder een verbinding met een toegangspunt hebt
geconfigureerd en opgeslagen, maakt de camcorder
automatisch verbinding met het toegangspunt dat als
laatste is gebruikt.
Als de datum die in de camcorder is ingesteld, niet
correct is, kan de camcorder geen verbinding maken met
CANON iMAGE GATEWAY. Controleer of de datum juist
is voordat u probeert een verbinding tot stand te brengen.
Zodra u het maximale aantal webservices in de
camcorder hebt ingesteld, kunt u geen diensten meer
toevoegen. Verwijder onnodige webdiensten en stel
vervolgens de gewenste webdienst in.
U kunt voor webdiensten niet meerdere accounts
instellen, behalve voor e-mail.
0 > [ Wi-Fi] > [ Naar webservice] > [OK]
199
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Als er geen verbindingen met toegangspunten zijn
opgeslagen op de camcorder, verschijnt het bericht
[Sla het toegangspunt op.] op het scherm. Raak [OK]
aan om een nieuw toegangspunt te configureren en op te
slaan (stap 2 bij Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt
(A 205)) voordat u verdergaat met deze procedure.
2 Selecteer de gewenste webdienst.
Als u (e-mail) selecteert, verschijnt de lijst met
geregistreerde e-mailadressen. Selecteer de e-mailadressen
waar u een e-mailmelding naartoe wilt sturen.
3 Selecteer het type opname dat u wilt uploaden.
4 Raak de scène of foto(’s) aan die u wilt uploaden.
Als u foto’s uploadt, kunt u tot 10 foto’s tegelijk aanwijzen
om te uploaden. Om een selectie te annuleren, raakt u de
foto aan die u wilt annuleren. Om alle selecties tegelijk te
annuleren, raakt u [Alle verw.] > [Ja] aan.
Intervalscènes met het pictogram kunnen niet worden
geselecteerd.
Als u uploadt naar YouTube, lees dan de YouTube-
overeenkomst zorgvuldig door en raak [Accoord] aan
als u hiermee instemt.
De upload begint automatisch.
Om de draadloze overdracht te annuleren terwijl wordt
uitgevoerd, kunt u [Stop] aanraken.
5 Raak [OK] aan.
200
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Uw uploads controleren met de CANON iMAGE
GATEWAY-bibliotheek
U kunt het scherm met de CANON iMAGE GATEWAY-
bibliotheek of het album gebruiken om te zien welke
films en foto’s u hebt geüpload. U kunt ook controleren
welke bestanden u hebt verzonden, evenals de diverse
instellingen voor de webdiensten. Raadpleeg voor
bijzonderheden over CANON iMAGE GATEWAY de
Help-module (in de rechterbovenhoek van het scherm).
De maximale lengte en grootte die u kunt uploaden,
hangt af van de webservice.
U kunt per keer niet meer dan één film uploaden,
maar u kunt wel 10 fotos tegelijk uploaden.
Afhankelijk van de instellingen en mogelijkheden van
het toegangspunt (de draadloze router) kan het enige
tijd duren om bestanden te uploaden.
E-mailadressen moeten bestaan uit single-byte tekens.
In de camcorder kunnen alleen e-mailadressen met 16
of minder tekens vóór het @-teken worden ingesteld.
201
De Wi-Fi-functies van de camcorder
Draadloos afspelen op een computer
Met de mediaserverfunctie kunt u films en foto’s draadloos
bekijken op uw computer of een vergelijkbaar apparaat.
Hiervoor hebt u een toegangspunt nodig dat is verbonden met
uw thuisnetwerk en op de computer geïnstalleerde software,
waarmee u vanaf een mediaserver films kunt afspelen en foto’s
kunt weergeven. Het is raadzaam om de computer te verbinden
met het toegangspunt via een LAN-kabel. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzingen van de computer, de software en het
toegangspunt.
1 Camcorder: open vanuit een willekeurig indexscherm
de mediaserverfunctie.
Toegangspunt
LAN-kabel
Computer
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [ Wi-Fi] > [8 Mediaserver] > [OK]
202
De Wi-Fi-functies van de camcorder
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken in plaats
van [OK] aanraken.
Als u al eerder een verbinding met een toegangspunt
hebt geconfigureerd en opgeslagen, maakt de camcorder
automatisch verbinding met het toegangspunt dat als
laatste is gebruikt.
Als er geen verbindingen met toegangspunten zijn
opgeslagen op de camcorder, verschijnt het bericht
[Sla het toegangspunt op.] op het scherm. Raak [OK]
aan om een nieuw toegangspunt te configureren en op te
slaan (stap 2 bij Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt
(A 205)) voordat u verdergaat met deze procedure.
2 Camcorder: als de Wi-Fi-verbinding met succes tot stand
is gebracht, verschijnt [Aangesloten] op het scherm van
de camcorder.
U kunt [Informatie bekijken] aanraken om de SSID van het
toegangspunt, het verbindingsprotocol, en het IP-adres en
MAC-adres van de camcorder te bekijken.
Nadat u [Informatie bekijken] hebt aangeraakt, kunt
u [Verbindingspunt wijzigen] aanraken om een andere
SSID te selecteren die in de camcorder is opgeslagen
om van toegangspunt te wisselen.
203
De Wi-Fi-functies van de camcorder
3 Computer: open de mediaspelersoftware die
u wenst te gebruiken en selecteer de modelnaam
van uw camcorder (Canon LEGRIA mini X) uit de
lijst met mediaservers.
Op autonome mediaspelers en andere apparaten sluit
u het apparaat aan op het thuisnetwerk en selecteert
u de modelnaam van uw camcorder uit de lijst met
mediaservers.
4 Computer: speel de films af en geef de foto’s weer.
Intervalscènes met het pictogram worden niet getoond.
5 Camcorder: raak [Einde] > [OK] aan als u klaar bent.
Afhankelijk van de instellingen en mogelijkheden van het
toegangspunt (de draadloze router) kan het enige tijd
duren voordat het afspelen wordt gestart, of worden
opnamen mogelijk niet vloeiend afgespeeld. Raadpleeg
Problemen oplossen (A 256) voor meer informatie.
204
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Wi-Fi-verbinding via een toegangspunt
De camcorder kan verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
via een toegangspunt (draadloze router) en zelfs de instellingen
onthouden voor 4 toegangspunten.
Algemene vereisten
Een correct geconfigureerde router die voldoet
aan het 802.11b/g/n-protocol en Wi-Fi
gecertificeerd is (voorzien van het logo dat
rechts wordt getoond) en een thuisnetwerk.
1 Open vanuit een willekeurig indexscherm het scherm
[ Netwerkinstelling].
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0
>
[ Afstandsbediening+streamen] (vanuit de opnamestand-
bystand) of [
Wi-Fi] (vanuit een willekeurig indexscherm
in de afspeelstand)
>
[
w
Instellingen bekijken/bewerken]
>
[Toegangspunt-verbindingsinstellingen]
>
[Niet geconfigureerd]
205
Wi-Fi-verbinding en instellingen
2 Raak de gewenste instellingsmethode aan.
De procedure verschilt al naargelang de gekozen
instellingsmethode. Lees de beschrijvingen hieronder
en ga verder met de procedure die op de desbetreffende
pagina wordt uitgelegd.
Opties
[WPS: knop]*
Houd gewoon de WPS-knop op uw draadloze router
ingedrukt en raak vervolgens het camcorderscherm aan.
Dit is de gemakkelijkste verbindingsmethode als u een
WPS-compatibele router gebruikt. Ga verder met de procedure
die wordt beschreven bij Wi-Fi Protected Setup (WPS) (A 206).
[WPS: pincode]*
Open het configuratiescherm van het toegangspunt met behulp
van uw internetbrowser. De camcorder geeft u een pincode,
die u invoert in de browser. U hebt een WPS-compatibele router
nodig waarop een computer of een apparaat is aangesloten.
Ga verder met de procedure die wordt beschreven bij
Wi-Fi Protected Setup (WPS) (A 206).
[Zoeken naar toegangspunten]
Selecteer aan de hand van de instructies op het scherm van
de camcorder het gewenste toegangspunt uit een lijst en voer
vervolgens uw wachtwoord in. Ga verder met de procedure
die wordt beschreven bij Toegangspunten zoeken (A 208).
206
Wi-Fi-verbinding en instellingen
* WPS, wat staat voor Wi-Fi Protected Setup, is een standaard
die verbinding maken met een toegangspunt vergemakkelijkt.
Wi-Fi Protected Setup (WPS)
Als uw toegangspunt compatibel is met WPS (voorzien van
het logo dat hieronder wordt getoond), is het heel gemakkelijk
om verbinding te maken met de camcorder. Als u de camcorder
niet kunt aansluiten door WPS te gebruiken, probeer dan de
methode [Zoeken naar toegangspunten]. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de router.
[Handmatig instellen]
U voert handmatig de naam, het wachtwoord en andere
netwerkinstellingen van het toegangspunt in. Deze methode
wordt alleen aangeraden voor geavanceerde gebruikers van
Wi-Fi-netwerken. Ga verder met de procedure die wordt
beschreven bij handmatig instellen (A 210).
207
Wi-Fi-verbinding en instellingen
1 Methode [WPS: knop]
Druk de WPS-knop op uw draadloze router in en houd
deze ingedrukt.
Afhankelijk van de router verschilt de benodigde tijd.
Controleer of de WPS-functie van de router geactiveerd is.
Methode [WPS: pincode]
Gebruik op een computer of vergelijkbaar apparaat dat
aangesloten is op het toegangspunt, de webbrowser om
het scherm met WPS-instellingen van de router te openen.
De 8-cijferige pincode verschijnt op het scherm van de
camcorder. Geef deze pincode op in het scherm met
WPS-instellingen van uw router.
2 Raak binnen 2 minuten [OK] aan op het scherm
van de camcorder.
De camcorder maakt vervolgens verbinding met
het toegangspunt.
U kunt [Stop] en vervolgens [OK] aanraken om de
Wi-Fi Protected Setup te onderbreken terwijl deze
wordt uitgevoerd.
Als de Wi-Fi Protected Setup is afgerond, verschijnt
[Configuratie voltooid] op het scherm.
208
Wi-Fi-verbinding en instellingen
3 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan.
Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit
te voeren, maakt de camcorder automatisch verbinding
met het toegangspunt. Ga terug naar de procedure
van de functie die u eerder gebruikte:
Stap 7 bij Streamen via Wi-Fi en internet
(Bewaking bij afwezigheid) (A 183)
Stap 3 bij De gewenste webservices instellen
in de camcorder (A 196)
Stap 2 bij Uw opnamen delen met webservices
(A 199)
Stap 2 bij Draadloos afspelen op een computer
(A 202)
U kunt ook [K] > [X] aanraken om het menu te sluiten.
Toegangspunten zoeken
Nadat u [Zoeken naar toegangspunten] hebt aangeraakt,
vindt de camcorder binnen enkele seconden de beschikbare
toegangspunten in de buurt. Het eerste toegangspunt wordt
weergegeven. Schrijf vooraf de netwerknaam (SSID) en het
wachtwoord (de versleutelingscode) op van het toegangspunt
dat u wilt gebruiken. (Meestal is dat de draadloze router van
uw thuisnetwerk.)
Gebruik het virtuele toetsenbord om voor de diverse instellingen
tekst in te voeren (A 186).
209
Wi-Fi-verbinding en instellingen
1 Selecteer het gewenste toegangspunt.
Als het gewenste toegangspunt niet wordt weergegeven,
kunt u [Í] of [Î] aanraken om de lijst met gevonden
toegangspunten te doorlopen. U kunt ook [Opnieuw
zoeken] aanraken om de camcorder nogmaals naar
toegangspunten te laten zoeken.
Wanneer de netwerknaam (SSID) van het gewenste
toegangspunt verschijnt, raakt u [OK] aan.
2 Om het veld [Versleutelingscode] in te vullen, raakt
u [Niet geconfigureerd] aan. Voer het wachtwoord
(versleutelingscode) van het toegangspunt in en raak
[OK] aan.
Als het bij stap 1 geselecteerde toegangspunt geen
[C]-pictogram had, is deze niet stap niet nodig.
210
Wi-Fi-verbinding en instellingen
3 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan.
Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit
te voeren, maakt de camcorder automatisch verbinding
met het toegangspunt. Ga terug naar de procedure van
de functie die u eerder gebruikte:
Stap 7 bij Streamen via Wi-Fi en internet
(Bewaking bij afwezigheid) (A 183)
Stap 3 bij De gewenste webservices instellen
in de camcorder (A 196)
Stap 2 bij Uw opnamen delen met webservices
(A 199)
Stap 2 bij Draadloos afspelen op een computer
(A 202)
•U kunt ook [
K
]
>
[
X
] aanraken om het menu te sluiten.
Handmatig instellen
Voer deze procedure uit om de draadloze verbindingsinstellingen
handmatig te configureren. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als
de netwerknaam (SSID) van uw toegangspunt niet kan worden
gedetecteerd wegens de ingeschakelde stealth-functie.
Handmatige instelling is bedoeld voor geavanceerde gebruikers
van Wi-Fi-netwerken.
Gebruik het virtuele toetsenbord om voor de diverse instellingen
tekst in te voeren (A 186).
211
Wi-Fi-verbinding en instellingen
1 Voer in het veld [SSID] de SSID in. Raak [OK] aan
en raak vervolgens [Volgende] aan.
2 Raak in het veld [Verificatie/versleutelingsmethode]
de optie [OPENEN ZONDER] aan en raak vervolgens
de gewenste methode aan.
Als u [OPENEN MET WEP] selecteert, is 1 de WEP-index.
3 Voer in het veld [Versleutelingscode] het wachtwoord
in. Raak [OK] aan en raak vervolgens [Volgende] aan.
Als u [OPENEN ZONDER] hebt geselecteerd bij stap 2
is deze stap niet nodig,
4 Raak [Auto] of [Handmatig] aan om te selecteren
hoe het IP-adres moet worden verkregen.
Als u [Auto] selecteert, gaat u verder met stap 9.
5 Om het [IP-adres] in te voeren, raakt u [0.0.0.0] aan.
Raak het eerste veld aan en raak [Í]/[Î] aan om
de waarde te wijzigen. Wijzig de rest van de velden
op dezelfde wijze en raak [OK] aan.
6 Voer de waarde voor [Subnetmasker] op dezelfde
wijze in en raak vervolgens [Volgende] aan.
212
Wi-Fi-verbinding en instellingen
7 Voer de waarde voor [Standaard-gateway] op dezelfde
wijze in en raak vervolgens [Volgende] aan.
8 Voer de waarden voor [Primaire DNS-server] en
[Secundaire DNS-server] op dezelfde wijze in en raak
vervolgens [Volgende] aan.
9 Raak [OK] aan om de configuratie op te slaan.
Als u reeds bezig bent om een andere procedure uit
te voeren, maakt de camcorder automatisch verbinding
met het toegangspunt. Ga terug naar de procedure van
de functie die u eerder gebruikte:
Stap 7 bij Streamen via Wi-Fi en internet
(Bewaking bij afwezigheid) (A 183)
Stap 3 bij De gewenste webservices instellen
in de camcorder (A 196)
Stap 2 bij Uw opnamen delen met webservices
(A 199)
Stap 2 bij Draadloos afspelen op een computer
(A 202)
U kunt ook [K] > [X] aanraken om het menu te sluiten.
Welke Wi-Fi-functies beschikbaar zijn en wat de
instellingsmethode is, hangt af van de specificaties en
kenmerken van het Wi-Fi-netwerk dat u wilt gebruiken.
213
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Wi-Fi-instellingen bekijken en wijzigen
U kunt indien nodig de instellingen bekijken en wijzigen die voor
de diverse Wi-Fi-verbindingen en voor de functie Bewaking bij
afwezigheid worden gebruikt.
1 Open vanuit de opnamemodus of een willekeurig
indexscherm het scherm [
Controleer huidige
configuratie].
U kunt ook het pictogram in het midden aanraken
in plaats van [OK] aanraken.
De verbindingsinstellingen voor iOS/Android-apparaten
bekijken
2 Raak [Smartphone-verbindingsinstellingen] aan.
De SSID en het wachtwoord van de camcorder verschijnen.
N
I J L K
y }
Filmmodus Afspelen
Indeling
0 > [ Afstandsbediening+streamen]
(vanuit de opnamestand-bystand) of [ Wi-Fi]
(vanuit een willekeurig indexscherm in de afspeelstand)
> [w Instellingen bekijken/bewerken] > [OK]
214
Wi-Fi-verbinding en instellingen
3 Wijzig indien nodig de netwerknaam (SSID) en het
wachtwoord van de camcorder.
De volgende keer dat u een draadloze verbinding maakt,
dient u de Wi-Fi-instellingen op het iOS/Android-apparaat
te wijzigen.
4 Raak [K] herhaaldelijk aan om naar het scherm
0 (Start) terug te keren en raak vervolgens [X]
aan om het menu te sluiten.
De verbindingsinstellingen van het toegangspunt bekijken
2 Raak [Toegangspunt-verbindingsinstellingen] aan.
De SSID-instellingen van maximaal 4 toegangspunten
in het geheugen van de camcorder verschijnen.
Als er ruimte beschikbaar is om verbindingen op te slaan,
kunt u [Niet geconfigureerd] aanraken om een nieuw
toegangspunt in te stellen (A 204).
3 Raak de SSID aan van het toegangspunt waarvan
u de instellingen wilt bekijken.
De instellingen van het toegangspunt verschijnen.
•Raak [Í] en [Î] aan om meer informatie te bekijken.
[Bew.] > [OK] > [OK]
215
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Om de getoonde toegangspuntverbinding te verwijderen,
raakt u [Bew.] > [Verwijderen] > [Ja] aan.
Om de instellingen van de getoonde
toegangspuntverbinding handmatig aan te passen, raakt
u[Bew.] > [Handmatig instellen] aan. Doorloop vervolgens
de procedure bij Handmatig instellen (A 210).
•Raak [K] aan om terug te gaan naar het scherm
waarmee toegangspunten geselecteerd worden.
4 Raak [K] herhaaldelijk aan om naar het scherm
0 (Start) terug te keren en raak vervolgens [X]
aan om het menu te sluiten.
De instellingen voor de functie Bewaking bij afwezigheid
bekijken (alleen opnamemodus)
2 Raak [Instellingen Bewaking bij afwezigheid] aan.
Het wachtwoord en het poortnummer dat wordt gebruikt
voor de functie Bewaking bij afwezigheid verschijnen.
3 Wijzig indien nodig de instellingen.
Stap 4 en 5 bij Streamen via Wi-Fi en internet
(Bewaking bij afwezigheid) (A 181).
4 Raak [K] herhaaldelijk aan om naar het scherm
0 (Start) terug te keren en raak vervolgens [X]
aan om het menu te sluiten.
216
Wi-Fi-verbinding en instellingen
Woordenlijst
Dit is een woordenlijst van sommige van de basistermen
die in dit hoofdstuk vaak worden gebruikt. De documentatie
van uw toegangspunt bevat mogelijk ook een woordenlijst
die u kunt raadplegen.
IP-adres
Uniek nummer dat toegewezen is aan elk apparaat dat
verbonden is met het netwerk.
SSID
Service Set Identifier. Dit is eenvoudigweg de publieke
naam van een Wi-Fi netwerk.
Toegangspunt (Access Point)
Een draadloos toegangspunt (WAP) is een apparaat waarmee
op basis van de Wi-Fi standaard draadloze apparaten,
zoals uw camcorder, verbinding kunnen maken met een
bekabeld netwerk (waaronder het internet). In de meeste
gevallen zal dit uw draadloze router zijn.
WPS
Wi-Fi Protected Setup. Standaard voor gemakkelijke
en veilige instelling van Wi-Fi-netwerken die is ontwikkeld
door de Wi-Fi Alliance.
217
Overige informatie
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
Dit gedeelte bevat tabellen waarin alle menu-instellingen
van de camcorder en instellingsopties kunnen worden
opgezocht.
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Dit gedeelte legt pictogrammen en schermen uit die op
de diverse camcorderschermen worden weergegeven,
met verwijzingen naar paginas over de desbetreffende
functies.
Problemen?
Raadpleeg het advies voor het oplossen van problemen
en de lijst met berichten die u te zien kunt krijgen als
er problemen zijn met uw camcorder.
Wat u wel en niet moet doen
Dit gedeelte bevat belangrijke tips en waarschuwingen
voor het gebruik, en onderhoudsinstructies.
219
236
246
276
218
Algemene informatie
Dit gedeelte bevat informatie over optionele accessoires
die met de camcorder kunnen worden gebruikt. Aan het
einde vindt u een uitgebreide lijst met technische
specificaties.
289
219
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
Welke functies beschikbaar zijn hangt af van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm van de camcorder worden
menu-opties die niet beschikbaar zijn, gedimd weergegeven.
Raadpleeg Gebruik van de menu’s (A 46) voor meer informatie
over hoe u een optie kunt selecteren. Raadpleeg de pagina
waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over elke functie.
Menu-opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen,
worden na de tabellen nader verklaard. Instelopties in dikke
blauwe letters, zoals hier, zijn de standaardinstellingen.
0 (Start)-menu
Menu-onderdeel
Instelopties
[1 Overige instellingen] (A 51, 222)
[Geluidsscène] (A 118)
[ Standaard], [ Muziek], [ Festival],
[ Spraak], [ Vergadering], [ Woud en vogels],
[ Ruisonderdrukking], [Aangepast]
[Spec. opnamemodi] (A 97, 102, 104)
[v Normaal opnemen], [ Intervalopname],
[ Slow motion], [ Fast motion], [¦ Videosnapshot],
[z Vooropname]
220
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Filmmodus] (A 93)
[ Macro], [N Automatisch], [ Voedsel en mode],
[I Sport], [J Nachtscène], [L Strand], [K Sneeuw],
[In de Auto], [ Programma AE]
[ Beeld draaien] (A 113)
[ Spiegelbeeld]: [Aan], [Uit]
[ Stand detecteren]: [Aan], [Uit]
[< Zelftimer] (A 108)
[C 2 sec.], [G 10 sec.], [j Uit]
[ Afstandsbediening+streamen] (A 178)
[ Bewaking vanuit huis], [ Bewaking bij afwezigheid],
[w Instellingen bekijken/bewerken]
[} Foto afspelen] (A 75)
[· Film afspelen] (A 67)
[¸ Film afspelen] (A 67)
[ Videosnapshot] (A 67)
0 (Start)-menu (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
221
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[ Wi-Fi] (A 170)
[6 Movie Uploader], [5 Afspelen via browser],
[ Naar webservice], [8 Mediaserver],
[w Instellingen bekijken/bewerken]
[Bew.]-functies in afspeelstanden
Knop
Instelopties
[Conv. naar MP4] (A 156)
[Verwijderen] (A 79)
Indexscherm []: <datum>, [Selecteer], [Alle scenes]
Indexscherm [] of [¦¸]: <mapnaam>,
[Selecteer], [Alle scenes]
Indexscherm [}]: <mapnaam>, [Selecteer], [Alle foto’s]
Tijdens een afspeelpauze: [Deze scene]
Bij schermweergave van één foto: [¸ Doorgaan]
(verwijdert de huidige foto)
[Splitsen] (A 83)
[Snijden] (A 85)
0 (Start)-menu (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
222
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[1 Overige instellingen]-menu’s
p/ Camera-instellingen (alleen opnamemodus)
Menu-onderdeel
Instelopties
[Filmindeling] (A 55)
[· AVCHD], [¸ MP4]
[Videokwaliteit] (A 90)
[ Hoge kwaliteit 24 Mbps],
[ Standaard (volledig HD) 17 Mbps],
[ Langz. afspeelsnelh. 4 Mbps]
[Gezichtsdet. en volgen] (A 144)
[i Aan }], [j Uit]
[Autom. achtergr.verl.corr.]
[i Aan], [j Uit]
[Auto Langz.Sluiter]
[i Aan], [j Uit]
[Knipperreductie]
[j Uit], [: 50 Hz], [; 60 Hz]
[Beeldstabilisator]
[i Aan], [j Uit]
223
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Autom. achtergr.verl.corr.]: bij het opnemen van onderwerpen
met een sterke lichtbron op de achtergrond, corrigeert de
camcorder automatisch het tegenlicht.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de filmmodus
is ingesteld op J, K, L of .
[Lengte videosnapshot] (A 104)
[C 2 sec], [D 4 sec], [F 8 sec]
[Fotoformaat] (A 92)
[ 4000x3000], [n 1920x1440], [ 640x480]
[Bekijken]
[j Uit], [C 2 sec], [D 4 sec], [E 6 sec],
[F 8 sec], [G 10 sec]
[Markeringen]
[j Uit], [3 Horizon (wit)], [4 Horizon (grijs)],
[5 Raster (wit)], [6 Raster (grijs)]
p/ Camera-instellingen (alleen opnamemodus)
Menu-onderdeel
Instelopties
224
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Auto Langz.Sluiter]: Alleen voor AVCHD-films. De camcorder
gebruikt op plaatsen met onvoldoende verlichting automatisch
lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de opnamestand
is ingesteld op N of .
Als u bewegende onderwerpen opneemt zet u de langzame
sluitertijd op [j Uit] indien er een nabeeld met sporen
verschijnt.
[Knipperreductie]: Als het scherm gaat flikkeren als u onder
TL-verlichting films opneemt, wijzig dan de instelling om het
effect te reduceren.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de opnamestand
is ingesteld op .
Flikkervermindering is niet beschikbaar als er wordt opgenomen
met slow/fast motion.
Als deze functie gebruikt wordt in een donkere omgeving
wordt het opgenomen beeld mogelijk donkerder.
[Beeldstabilisator]: De Image Stabilizer vermindert
de wazigheid die de camcorder veroorzaakt (wazigheid
vanwege camcorderbewegingen), zodat u mooie en
stabiele opnamen krijgt.
225
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
De beeldstabilisator is niet beschikbaar in de volgende
situaties:
- tijdens opnamen in slow of fast motion.
- als het beeldveld ingesteld is op supergroothoek.
- als de camcorder in fotomodus staat.
- als [ Afstandsbediening+streamen] gebruikt wordt.
Bij AVCHD-films lijkt het beeld breder als de beeldstabilisator
op [i Aan] is ingesteld.
Als deze functie gebruikt wordt in een donkere omgeving
wordt het opgenomen beeld mogelijk donkerder.
[Bekijken] (alleen fotomodus): bepaalt hoe lang een foto wordt
weergegeven onmiddellijk nadat deze is gemaakt.
[Markeringen]: U kunt in het midden van het scherm een
raster of een horizontale lijn weergeven. Gebruik de markeringen
als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp juist wordt
ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
Gebruik van de schermmarkeringen heeft geen invloed
op de opnamen.
226
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Overgang diashow]: u kunt het overgangseffect tussen foto’s
in een diashow selecteren.
[k Vervagen]: de foto die momenteel wordt weergegeven
vervaagt terwijl de volgende foto langzaam zichtbaar wordt.
[l Verschuiven]: foto’s schuiven naar links wanneer de
diashow verdergaat.
[Autom. roteren]: als deze optie wordt ingesteld op [i Aan],
geeft de camcorder foto’s die gemaakt zijn terwijl de camcorder
rechtop werd gehouden in de juiste stand weer, mits >
[ Stand detecteren] tijdens de opname op [Aan] was ingesteld.
Afspelen instellen (alleen afspeelstand)
Menu-onderdeel
Instelopties
[Lengte videosnapshot] (A 147)
[C 2 sec], [D 4 sec], [F 8 sec]
[Overgang diashow]
[j Uit], [k Vervagen], [l Verschuiven]
[Autom. roteren]
[i Aan], [j Uit]
[Datum/tijd weergeven]
[i Aan], [j Uit]
227
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Datum/tijd weergeven]: selecteer of u tijdens het afspelen
de opnamedatum en -tijd wilt tonen.
Tijdens het weergeven van AVCHD-films en foto’s worden
zowel de datum als de tijd weergegeven. Tijdens het afspelen
van MP4-films wordt alleen de datum getoond.
Audio instellen
Menu-onderdeel
Instelopties
[Ingebouwd windfilter] (A 126)
[H Auto (hoog)], [L Auto (laag)ë], [j Uità]
[Ingebouwde mic.demping] (A 127)
[k Auto], [i Aan], [j Uit]
[Freq.respons ingeb. mic.] (A 129)
[h Normaal], [ç Lage tonen verst.],
[è Lage tonen filteren], [é Middentonen verst.],
[ê Mid/hoog verst.]
[Gerichtheid ingeb. mic.] (A 130)
[í Mono], [h Normaal], [î Breed]
[MIC: dempen] (A 127)
[k Auto], [i Aan], [j Uit]
228
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[MIC: laag filteren] (A 132)
[i Aan], [j Uit]
[MIC-ingang] (A 133)
[Þ Extern geluid], [ß Microfoon]
[Geluidsmix] (A 134)
[j Uit], [i Aan]
Als [i Aan] is geselecteerd: geluidsmixbalk,
[Interne microfoon]/[MIC-ingang]
[Audio-limiter] (A 135)
[i Aan], [j Uit]
[Audio-compressor] (A 135)
[H Hoog], [L Gering], [j Uit]
[Vol koptelef.] (A 137)
, Ö
0-15 (8)
Audio instellen (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
ÔÕ
229
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Piepje]: Bij sommige handelingen (het aanzetten van de
camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc.) is een
pieptoon te horen.
Stel deze optie in op [j Uit] als u de pieptoon wilt
uitschakelen.
[Luidsprekervol.] (A 69)
, Ú
0-15 (8)
[Piepje]
[÷ Hoog volume], [ø Laag volume], [j Uit]
Audio instellen (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
230
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
q Instelling systeem
Menu-onderdeel
Instelopties
[Taal H] (A 39)
[ ], [Dansk], [Deutsch], [ ], [English],
[Español], [Français], [Italiano], [Magyar], [Melayu],
[Nederlands], [Norsk], [Polski], [Português], [ ],
[Suomi], [Svenska], [Türkçe], [ ], [ ],
[ ], [ ], [ ], [ ], [ ],
[],[ ]
[Tijdzone/DST] (A 42)
["] (tijdzone thuis) of [#] (tijdzone op reis): [Parijs],
lijst met tijdzones van de wereld
[$] (instelling zomertijd): schakel in of uit
[Datum/Tijd] (A 39)
[Datum/Tijd]: –
[Datumindeling]: [J.M.D], [M.D.J], [D.M.J]
(J – jaar, M – maand, D – dag)
[24H]: schakel in (24-uursklok) of uit (12-uursklok)
[Helderheid]
231
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[LCD Backlight]
[H Helder], [M Normaal], [L Donker]
[Beschikbaar geheugen]
[Gebruikt geheugen]
[Bestandsnummering]
[m Reset], [n Continu]
[Automatisch uit]
[i Aan], [j Uit]
[HDMI-status]
[TV-scherm]
[i Aan], [j Uit]
[Initialiseren 8] (A 43)
[Initalisatie voltooien]: schakel in of uit
[Firmware]
[Certificaatlogo weergeven]
[Demo Modus]
[i Aan], [j Uit]
q Instelling systeem (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
232
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Helderheid]:
Stelt de helderheid van het LCD-scherm in.
Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed
op de helderheid van de opnamen of op de helderheid van het
afspeelbeeld op een TV.
[LCD Backlight]:
Hiermee kan de helderheid worden ingesteld.
U kunt kiezen tussen drie niveaus. U kunt deze optie bijvoorbeeld
gebruiken om het scherm helderder te maken als u opnamen maakt
op heldere plaatsen.
Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed
op de helderheid van de opnamen of op de helderheid van het
afspeelbeeld op een TV.
De optie [
H
Helder] gebruiken verkort de effectieve gebruiksduur
van de accu.
•Als [
L
Donker] geselecteerd is, brandt de stroom/oplaad-indicator
groen.
[Alles terugstellen]
[Nee], [Ja]
q Instelling systeem (cont.)
Menu-onderdeel
Instelopties
233
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[Beschikbaar geheugen]
(alleen opnamemodus)/
[Gebruikt
geheugen]
(alleen afspeelstand)
:
toont een scherm waarin u kunt
controleren hoeveel ruimte van de geheugenkaart momenteel
beschikbaar is voor het maken van opnamen of hoeveel ruimte
er wordt gebruikt (
ª
geeft foto’s aan).
De geschatte resterende opnametijd voor films en het geschatte
resterende aantal foto’s gelden bij benadering en worden gebaseerd
op de momenteel geselecteerde videokwaliteit en fotoresolutie.
Het informatiescherm geeft ook de snelheidsklasse (Speed Class)
van de geheugenkaart weer.
[Bestandsnummering]:
MP4-films en foto’s worden op de
geheugenkaart opgeslagen als bestanden in mappen en krijgen
oplopende bestandsnummers toegewezen. Deze instelling bepaalt
hoe bestanden worden genummerd.
[
m
Reset]: Telkens wanneer u opnamen maakt
op een geheugenkaart die geïnitialiseerd is, begint
de bestandsnummering opnieuw vanaf 100-0001.
[
n
Continu]: De bestandsnummering gaat verder bij het nummer
dat volgt op het nummer van het laatste bestand dat met de camcorder
is gemaakt.
Als de geplaatste geheugenkaart al een bestand met een hoger
nummer bevat, dan wordt aan een nieuw bestand een nummer
toegewezen dat één hoger is dan dat van het laatste bestand
op de geheugenkaart.
We raden aan dat u de instelling [
n
Continu] gebruikt.
Mappen kunnen maximaal 500 bestanden bevatten (MP4-films
en foto’s samen).
234
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
Bestandsnummers bestaan uit 7 cijfers, bijvoorbeeld “101-0107”.
De 3 cijfers voor het streepje lopen van 100 tot 999 en geven de
map aan waar het bestand is opgeslagen. De 4 cijfers na het streepje
vormen een voor elk bestand uniek herkenningsnummer. Dit nummer
kan van 0001 tot 9900 lopen.
De laatste vier cijfers van de mapnaam geven de datum aan waarop
de map werd gemaakt.
Het bestandsnummer en de mapnaam geven ook de locatie
van het bestand op de geheugenkaart aan. Een opname met
bestandsnummer “101-0107”, gemaakt op 25 oktober, is te
vinden in map DCIM\101_1025. Als het een MP4-film is, heet
het bestand MVI_0107.MP4. Als het een foto is, heet het bestand
IMG_0107.JPG.
Alle intervalscènes die tijdens een intervalopnamereeks zijn
vastgelegd worden in afzonderlijke mappen opgeslagen. De mappen
krijgen dan een naam met de letter “
I
” in plaats van een underscore
(bijvoorbeeld “101
I
1025”).
[Automatisch uit]:
bij gebruik van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er 3 minuten lang geen
bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom
te besparen.
Circa 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld,
verschijnt [Automatisch uit]. De camcorder wordt niet automatisch
uitgeschakeld als u een van de bedieningselementen van de
camcorder gebruikt terwijl dit bericht wordt weergegeven.
235
Bijlage: Menu-opties – Overzicht
[HDMI-status]:
toont een scherm waarin u kunt controleren wat
de standaard is van het videosignaal dat wordt uitgevoerd vanuit
het HDMI-aansluitpunt.
[TV-scherm]
(alleen afspeelstand)
:
als deze optie op [
i
Aan] staat,
worden de schermgegevens van de camcorder ook getoond op een
aangesloten tv of monitor.
[Firmware]
(alleen afspeelstand)
:
u kunt controleren wat de huidige
versie is van de camcorderfirmware. Dit is de software die de
camcorder bestuurt. Deze menuoptie is gewoonlijk niet beschikbaar.
[Certificaatlogo weergeven]:
met deze optie worden specifieke
certificaatlogo’s weergegeven die op deze camcorder van
toepassing zijn.
De certificaatlogo’s zijn alleen van toepassing op Australië en
Nieuw-Zeeland.
[Demo Modus]:
met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste
functies van de camcorder bekijken. De demonstratiefunctie wordt
automatisch gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien
met behulp van de compacte netadapter en u de camcorder langer
dan 5 minuten zonder geheugenkaart ingeschakeld laat staan in
de opnamestand-bystand.
Druk op een willekeurige knop of zet de camcorder uit als
u de demonstratiefunctie wilt stopzetten zodra deze is gestart.
[Alles terugstellen]:
reset alle instellingen van de camcorder, inclusief
eventuele opgeslagen toegangspuntverbindingen, wachtwoorden
en andere instellingen voor Wi-Fi.
236
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Bijlage: Schermgegevens
en pictogrammen
De volgende tabellen tonen de pictogrammen die in de
verschillende standen worden weergegeven. De pictogrammen
in de tabel zijn gegroepeerd aan de hand van het gebied in het
scherm waar ze getoond worden, zodat u ze gemakkelijk
terug kunt vinden. Houd er rekening mee dat de filmindeling,
opnamemodus en andere functies bepalen welk pictogrammen
getoond worden.
Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor
bijzonderheden over elke functie.
Opnamemodus
237
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Pictogrammen bovenin het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
De linkerkant toont de huidige
opnamestand (film- of fotomodus)
terwijl de rechterkant de nieuwe
opnamestand toont die wordt
geactiveerd als deze bedieningsknop
wordt aangeraakt.
60
00:00:00:00
(voor AVCHD-films)
Tijdcode
(uren : minuten : seconden : beeldjes)
244
0:00:00
(voor MP4-films)
Scèneteller
(uren : minuten : seconden)
000
(voor AVCHD-films)
Totaal aantal scènes -
Ü Ñ Geheugenkaart bedienen 244
Zelfontspanner en aftelling 108
è é ê
Resterende accutijd 244
238
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Pictogrammen links in het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
ó I
J L K
Opnameknop
(In stand N: Smart AUTO-
pictogrammen)
93
65
¦
z
Speciale opnamestanden en bij
sommige functies een pictogram
dat een tijdsinterval aangeeft.
245
y±0 Belichtingscompensatie 141
}
Gezichtsdetectie. Wanneer een
gezicht wordt waargenomen, verschijnt
er ook een wit kader om het gezicht
van het hoofdonderwerp.
144
à ¼ É Å Witbalans 139
Schermmarkeringen 225
£
Door de gebruiker geselecteerd
gezichtsdetectiekader
144
Stand detecteren 113
Opnemen in spiegelbeeld 113
ë à
Windfilter van de ingebouwde
microfoon
126
239
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Pictogrammen rechts in het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
80h00m Resterende video-opnametijd 245
80000 Resterend aantal foto’s 245
LPCM Lineaire PCM-audio 90
· ¸ Filmindeling 55
L M S Fotogrootte 92
¼ Beeldsnelheid -
24 Mbps 17 Mbps
4 Mbps
Videokwaliteit 90
Schermmarkeringen 225
£
Door de gebruiker geselecteerd
gezichtsdetectiekader
144
: ; Flikkervermindering 224
Å Image Stabilizer 224
Audio-limiter 135
Audio-compressor 135
å Demper van ingebouwde microfoon 127
240
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Pictogrammen onderin het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
0
[0]-knop: hiermee opent
uhetmenu0 (Start)
47
Geluidsscène-knop:
wijzigt de geluidsscène
118
Audio-opnamemodusknop
en audioniveau-indicator:
schakelt over van handmatig naar
automatisch audio-opnameniveau
en omgekeerd
124
[ / ]-knop: wijzigt het beeldveld 59
Ü Ñ
[Ü]/[Ñ]-knop: start/stopt een
filmopname
57
PHOTO [PHOTO]-knop: een foto maken 62
241
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Afspeelstand
Pictogrammen bovenin het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
[ ]-knop: gespiegeld afspelen 72
[ ]-knop: afspelen herhalen 72
Edit
[Bew.]-knop: opent het [Bew.]-paneel
voor bewerkingen
221
Ð Ý Ö Õ
Ø ×
Ô Ó
Geheugenkaart bedienen 244
Intervalscènes die nog niet zijn
samengevoegd.
Slow/fast motion en afspeelsnelheid.
97
102
LPCM Lineaire PCM-audio 90
242
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
00:00:00:00
(voor AVCHD-films)
Afspeeltijdcode van scènes
(uren : minuten : seconden : beeldjes)
244
0:00:00
(voor MP4-films)
Afspeeltijd van scènes
(uren : minuten : seconden)
800/00 Huidige foto / totaal aantal foto’s -
· ¸ Filmindeling 55
24 Mbps 17 Mbps
4 Mbps
Videokwaliteit 90
000 Scènenummer -
000-0000 Bestandsnummer 233
Pictogrammen onderin het scherm
Pictogram Beschrijving/functie A
Voor films:
Ú Ù Ý Ð Û
Ø × Ö Õ
Afspeelbedieningsknoppen 70
Voor foto’s:
Ð
[Ð]-knop: diashow 87
Pictogrammen bovenin het scherm (cont.)
Pictogram Beschrijving/functie A
243
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
[ ]-knop: volume 69
PHOTO [PHOTO]-knop: een foto maken 149
Ò [Ò]-knop: decoratie 110
¦
[¦]-knop: een videosnapshotscène
maken
147
N Ã
y±0.00 F2.8 L
1.90 MB 1/250
4000×3000
Opnamegegevens 245
f
[f]-knop: terugkeren naar het
indexscherm [}].
75
h [h]-knop: foto’s doorlopen 77
[ ]/[ ]-knop: vergroting voor
fotoweergave vergroten/verkleinen
77
10:00 AM
25.Okt.2014
Datum en tijd van opname 227
Pictogrammen onderin het scherm (cont.)
Pictogram Beschrijving/functie A
244
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Tijdcode/scèneteller
Zowel de tijdcode als de scèneteller zijn tellers die alleen
verder tellen tijdens opname. De tijdcode begint elke keer
dat u een nieuwe scène opneemt bij 0:00:00:00.
Geheugenkaart bedienen
Ü Opnemen, Ñ Opname stand-by, Ð Afspelen,
Ý Afspeelpauze, × Versneld afspelen, Ø Versneld
achteruit afspelen, Õ Langzaam afspelen, Ö Langzaam
achteruit afspelen, Ó Beeldje voor beeldje vooruit
afspelen, Ô Beeldje voor beeldje achteruit afspelen.
Resterende accutijd
Het pictogram laat een ruwe schatting zien van de resterende
lading van de accu.
Als de accu bijna leeg is, vervang de accu dan of laad
deze op. Afhankelijk van de conditie van de camcorder
of accu kan het voorkomen dat de feitelijke accucapaciteit
niet overeenkomt met wat op het scherm wordt getoond.
Wanneer u een lege accu plaatst, wordt mogelijk de
voeding uitgeschakeld zonder dat wordt getoond.
245
Bijlage: Schermgegevens en pictogrammen
Speciale opnamestanden
– Intervalopname en geselecteerd interval (A 97)
– Slow motion en geselecteerde snelheid (A 102)
– Fast motion en geselecteerde snelheid (A 102)
¦ – Videosnapshot en geselecteerde videosnapshotlengte
(A 104)
z – Vooropname (A 105)
Resterende video-opnametijd
Als er geen vrije ruimte meer aanwezig is op de geheugenkaart,
worden en [Einde] (in het rood) weergegeven op het scherm
en stopt de opname.
Resterend aantal foto’s
Zelfs als het resterende aantal foto’s dat nog kan worden
gemaakt groter is, is het hoogste nummer dat op het
scherm kan worden weergegeven [9999].
Opnamegegevens
N Filmmodus, Ã Witbalans, y±0.00 Belichting,
F2.8 Diafragmawaarde, 1/250 Sluitertijd, L 4000×3000
Fotoformaat, 1.90 MB Bestandsgrootte
246
Problemen?
Problemen?
Problemen oplossen
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen
ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Soms bestaat
er een simpele oplossing voor iets waarvan u denkt dat het
een camcorderstoring is – lees daarom eerst de tekst in het
vak “EERST CONTROLEREN” voordat u vervolgt met de meer
gedetailleerde problemen en oplossingen. Neem contact op
met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem
aanhoudt.
EERST CONTROLEREN
Voeding
Is de accu opgeladen? Is de compacte netadapter op
de juiste wijze aangesloten op de camcorder? (A 30)
Opname
Hebt u de camcorder aangezet en op de juiste wijze in de
opnamestand gezet? (A 57, 62) Is op correcte wijze een
geheugenkaart die wordt ondersteund in de camcorder
geplaatst? (A 37)
Afspelen
Hebt u de camcorder aangezet en op de juiste wijze in een
afspeelstand gezet? (A 67, 75) Is op correcte wijze een
geheugenkaart die wordt ondersteund in de camcorder
geplaatst? (A 37) Bevat de geheugenkaart opnamen?
247
Problemen?
Stroombron
De camcorder kan niet worden ingeschakeld of schakelt
zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op.
- Verwijder de accu en plaats deze op de juiste wijze.
Ik kan de accu niet opladen.
- Zorg ervoor dat de camcorder uit staat, zodat u met
opladen kunt beginnen.
- De temperatuur van de accu ligt buiten het werkbereik
(circa 0–40 °C). Verwijder de accu, verwarm de accu of
laat deze afkoelen, en probeer daarna de accu opnieuw
op te laden.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen circa 0 °C en 40 °C.
- Als u een accu gebruikt die door Canon aanbevolen is voor
gebruik met deze camcorder, is er mogelijk een probleem
met de accu. Neem contact op met een Canon Service
Center.
De compacte netadapter produceert geluid.
- Een zacht geluid is hoorbaar als de compacte netadapter
op een stopcontact wordt aangesloten. Dit is normaal en
duidt niet op een storing.
De accu is zelfs bij normale temperaturen snel leeg.
- De accu heeft het einde van zijn levensduur bereikt.
Schaf een nieuwe accu aan.
248
Problemen?
Opname
Als ik op de start/stop-knop druk of [Ü] aanraak, wordt
er niet begonnen met opnemen.
- U kunt geen opnamen maken terwijl de camcorder
eerdere opnamen wegschrijft naar de geheugenkaart
(terwijl de ACCESS-indicator brandt of knippert).
Wacht totdat de camcorder klaar is.
- Het geheugen is vol of bevat al het maximale aantal scènes
van AVCHD-films (3.999 scènes). Verwijder een aantal
opnamen (A 79) of initialiseer de geheugenkaart (A 43)
om ruimte vrij te maken.
- De bestandsnummers voor MP4-films en foto’s hebben
hun maximale waarde bereikt. Stel 1 > q >
[Bestandsnummering] in op [Reset] en plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Het punt waar de start/stop-knop werd ingedrukt of
waar [Ü]/[Ñ] werd aangeraakt, komt niet overeen met
het begin/einde van de opname.
- Er is een kleine vertraging tussen het moment waarop u de
knop indrukt/aanraakt en het daadwerkelijke begin/einde
van de opname. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
249
Problemen?
Het beeld ziet er enigszins gekromd uit als een onderwerp
snel voorbij de lens flitst.
- Dit is een verschijnsel dat kenmerkend is voor
CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel langs
de voorzijde van de camcorder beweegt, kan het beeld
er enigszins gekromd uitzien. Dit is normaal en duidt niet
op een storing.
Wisselen van bedieningsstand tussen opnemen (Ü)/
opnamestand-by (Ñ)/afspelen (Ð) duurt langer dan normaal.
- Als de geheugenkaart een groot aantal scènes bevat, dan
kunnen sommige procedures langer duren dan normaal.
Maak een kopie van uw opnamen (A 159) en initialiseer
de geheugenkaart (A 43).
Ik kan geen goede film- of foto-opnamen maken.
- Dit kan zich voordoen na het herhaaldelijk maken van
films en fotos. Maak een kopie van uw opnamen (A 159)
en initialiseer de geheugenkaart met behulp van de optie
[Initalisatie voltooien] (A 43).
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- De camcorder kan warm worden nadat deze een lange
tijd ononderbroken is gebruikt; dit wijst niet op een storing.
Als de camcorder ongebruikelijk heet wordt of heet wordt
nadat u deze slechts korte tijd hebt gebruikt, dan kan dit
duiden op een probleem met de camcorder. Neem contact
op met een Canon Service Center.
250
Problemen?
Afspelen
Het verwijderen van scènes neemt meer tijd in beslag dan
gewoonlijk.
- Als de geheugenkaart een groot aantal scènes bevat,
dan kunnen sommige procedures langer duren dan normaal.
Maak een kopie van uw opnamen (A 159) en initialiseer
de geheugenkaart (A 43).
Ik kan van een filmscène geen Video Snapshot-opname
maken.
- U kunt geen videosnapshot-opnamen maken van scènes
die zijn opgenomen of bewerkt met een ander apparaat en
die vervolgens met een computer naar een geheugenkaart
zijn gekopieerd.
- De geheugenkaart is vol. Verwijder een aantal opnamen
(A 79) om ruimte vrij te maken.
Afzonderlijke scènes/foto’s in het indexscherm kunnen niet
met een vinkje ! worden gemarkeerd.
- U kunt niet meer dan 100 scènes/foto’s afzonderlijk
selecteren. Selecteer de optie [Alle scenes] of [Alle foto’s] in
plaats van [Selecteer].
251
Problemen?
Indicatoren en schermgegevens
of verschijnt (in het rood) op het scherm.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu door een volledig
opgeladen exemplaar.
of verschijnt (in het rood) op het scherm en de
camcorder kan niet uit en aan worden gezet.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu door een volledig
opgeladen exemplaar.
verschijnt (in het rood) op het scherm.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder
uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze terug.
Initialiseer de geheugenkaart als het scherm niet terugkeert
naar normale weergave.
en [Einde] verschijnen (in het rood) op het scherm.
- De geheugenkaart is vol. Vervang de geheugenkaart of
verwijder een aantal opnamen (A 79) om ruimte vrij te
maken op de geheugenkaart.
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale
waarde bereikt. Stel 1 > q > [Bestandsnummering]
in op [Reset] en verwijder alle films en foto’s (A 79) op de
geheugenkaart of initialiseer de geheugenkaart (A 43).
Zelfs nadat ik ben gestopt met opnemen, gaat de ACCESS-
indicator niet uit.
- De scène wordt nog opgenomen op de geheugenkaart.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
252
Problemen?
De rode stroom/oplaad-indicator knippert snel (
elke 0,5 seconde wordt er geknipperd).
- De temperatuur van de accu ligt buiten het werkbereik (circa
0–40 °C). Verwijder de accu, verwarm de accu of laat deze
afkoelen, en probeer daarna de accu opnieuw op te laden.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen circa 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
- Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter
of de accu defect is. Neem contact op met een Canon
Service Center.
Beeld en geluid
Het scherm is te donker.
- Het LCD-scherm is gedimd. Wijzig de optie 1 > q >
[LCD Backlight] in [Normaal] of [Helder].
De schermgegevens verschijnen en verdwijnen herhaaldelijk.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op.
- Verwijder de accu en plaats deze op de juiste wijze.
Op het scherm worden abnormale karakters weergegeven
en de camcorder functioneert niet naar behoren.
- Verwijder de accu, wacht even, en plaats de accu dan
opnieuw.
253
Problemen?
Op het scherm verschijnt videoruis of in de audio is ruis
hoorbaar.
- Houd voldoende afstand aan tussen de camcorder en
apparaten die sterke elektromagnetische velden afgeven
(plasma-tv’s, mobiele telefoons, etc.).
- Een externe microfoon kan mogelijk ruis laten horen als
de Wi-Fi-functies gebruikt worden. Zorg voor voldoende
afstand tussen de camcorder en de microfoon.
Op het scherm verschijnen horizontale strepen.
- Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij
CMOS-beeldsensors als u opnamen maakt onder sommige
TL-licht, kwiklampen of natriumlampen. Dit is normaal en
duidt niet op een storing. Wijzig de optie 1 > p >
[Knipperreductie] om de symptomen te verminderen.
Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
- Als u opnamen maakt bij harde geluiden (zoals vuurwerk,
shows of concerten), kan het geluid vervormd raken of
wordt het geluid mogelijk niet op het feitelijke niveau
opgenomen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Stel het audio-opnameniveau handmatig in (A 124).
Het beeld wordt correct weergegeven, maar de ingebouwde
luidspreker produceert geen geluid.
- Het luidsprekervolume staat uit. Stel met (
A
69) het volume bij.
- Er komt geen geluid uit de ingebouwde luidspreker terwijl
een koptelefoon of de optionele HTC-100 High-Speed
HDMI-kabel op de camcorder is aangesloten.
254
Problemen?
Er komt geen geluid uit de ×-aansluiting (koptelefoon).
- Audio wordt niet uitgevoerd vanuit de camcorder terwijl
Wi-Fi-functies worden gebruikt.
Geheugenkaart en accessoires
Ik kan de geheugenkaart niet plaatsen.
- U houdt de geheugenkaart verkeerd vast. Keer de
geheugenkaart om en plaats de kaart in de camcorder.
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
- De geheugenkaart is vol. Verwijder een aantal opnamen
(A 79) om ruimte vrij te maken of vervang de
geheugenkaart.
- Initialiseer de geheugenkaart met de optie [Initalisatie
voltooien] (A 43) wanneer u de camcorder voor het
eerst gebruikt.
- U dient een compatibele geheugenkaart te gebruiken om
op een geheugenkaart films op te kunnen nemen (A 35).
- De map- en bestandsnummers voor MP4-films en fotos
hebben hun maximale waarde bereikt. Stel 1 > q >
[Bestandsnummering] in op [Reset] en plaats een nieuwe
geheugenkaart.
255
Problemen?
Aansluiten van externe apparaten
Op het tv-scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een tv staat,
houd dan tussen de compacte netadapter en het netsnoer
en de antennekabels van de tv voldoende afstand aan.
Het tv-scherm geeft geen beeld en geen geluid.
- De video-ingang op de tv is niet afgestemd op het
videoaansluitpunt waarop u de camcorder hebt
aangesloten. Selecteer de juiste video-ingang.
- Verwijder de optionele HTC-100 High-Speed HDMI-kabel
en herstel vervolgens de verbinding of zet de camcorder
uit en weer aan.
- Video en audio worden niet uitgevoerd vanuit de camcorder
terwijl Wi-Fi functies worden gebruikt.
De computer herkent de camcorder niet, hoewel de camcorder
correct aangesloten is.
- Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder uit. Zet na
korte tijd de camcorder weer aan en herstel de verbinding.
- Sluit de camcorder aan op een andere USB-poort van
de computer.
256
Problemen?
Ik kan opnamen niet opslaan op mijn computer
- Als de geheugenkaart te veel opnamen bevat (Windows –
2.500 foto’s/MP4-films of meer, Mac OS – 1.000 foto’s/MP4-
films of meer), kunt u foto’s wellicht niet kopiëren naar een
computer. Probeer in dat geval een kaartlezer te gebruiken.
Wi-Fi-functies
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt
en andere apparaten die u wilt gebruiken.
Ik kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
- Controleer of het toegangspunt correct werkt.
- Het effectieve communicatiebereik tussen de camcorder
en het toegangspunt kan variëren, afhankelijk van de sterkte
van het draadloze signaal. Probeer de camcorder dichter
in de buurt van het toegangspunt te gebruiken.
- Snoerloze telefoons, magnetrons, koelkasten en andere
apparaten in het zicht tussen het toegangspunt en de
camcorder kunnen een belemmering vormen voor het
draadloze signaal. Probeer de camcorder verder uit
de buurt van dergelijke apparaten te gebruiken.
- Wi-Fi-netwerken met een stealth-functie die hun
netwerknaam (SSID) niet uitzenden, worden door de
camcorder niet gedetecteerd tijdens het instellen van het
Wi-Fi-netwerk. Voer de instelling handmatig uit (A 210)
of schakel de stealth-functie van het toegangspunt uit.
257
Problemen?
Draadloos afspelen op een computer of vergelijkbaar apparaat
verloopt niet vloeiend.
- Het hangt van de instellingen en mogelijkheden van het
toegangspunt af of de film vloeiend wordt afgespeeld.
- Sluit de computer met een LAN-kabel aan op het
toegangspunt.
- Verwijder tussen de camcorder en het draadloze toegangspunt
eventuele voorwerpen die een belemmering kunnen vormen
voor het draadloze signaal.
- Verplaats de camcorder naar een plaats die dichter
in de buurt ligt van het draadloze toegangspunt.
- Schakel de draadloze functies uit van andere draadloze
apparaten dan de computer of het vergelijkbare apparaat
dat u gebruikt voor het afspelen van de films.
- Stel het draadloze toegangspunt in op IEEE 802.11n.
Raadpleeg de betreffende gebruiksaanwijzing voor
bijzonderheden.
- Als dit het probleem niet verhelpt, dan kan het apparaat
of kunnen specifieke omstandigheden in de omgeving
de oorzaak hiervan zijn. Gebruik de optionele HTC-100
High-Speed HDMI-kabel om de camcorder op een tv
aan te sluiten (A 155).
258
Problemen?
De draadloze verbinding werd onderbroken terwijl bestanden
werden verzonden.
- Op de bestemmingslocatie worden mogelijk incomplete
bestanden afgeleverd. Als op de bestemming incomplete
bestanden worden afgeleverd, controleer dan de inhoud
hiervan en controleer of deze bestanden veilig kunnen
worden verwijderd voordat u dat doet.
- Selecteer [Nieuwe bestanden] en verzend de bestanden
opnieuw.
Er kan geen draadloze verbinding tot stand worden gebracht
met de camcorder.
- Als u de instellingen van de camcorder reset met 1 >
q > [Alles terugstellen], worden ook de SSID
(netwerknaam) en netwerkwachtwoorden van de camcorder
gereset. Verwijder de eerdere netwerkinstellingen uit
het iOS- of Android-apparaat en verbind het apparaat
opnieuw met de camcorder.
Het scherm Afspelen via browser wordt niet juist weergegeven
in de internetbrowser.
- Dit apparaat, dit besturingssysteem of deze internetbrowser
wordt mogelijk niet ondersteund. Bezoek de website van
Canon in uw land voor de nieuwste informatie over
ondersteunde systemen.
- Schakel JavaScript en cookies in de instellingen van uw
internetbrowser in. Raadpleeg de hulpmodules of online
documentatie van de internetbrowser die u gebruikt.
259
Problemen?
Overzicht van berichten
Raadpleeg
Overzicht van berichten voor Wi-Fi/functies
(
A
268) voor een overzicht van berichten die betrekking hebben
op algemene Wi-Fi-functies en
Overzicht van berichten voor
webdiensten
(
A
274) voor berichten die betrekking hebben
op webdiensten wanneer u CANON iMAGE GATEWAY gebruikt.
Communicatiefout met accu. Bevat de accu het logo
van Canon?
- Dit kan veroorzaakt worden als u een accu gebruikt die niet door
Canon wordt aanbevolen voor gebruik met deze camcorder.
- Als u een accu gebruikt die door Canon aanbevolen is voor gebruik
met deze camcorder, is er mogelijk een probleem met de accu of de
camcorder. Neem contact op met een Canon Service Center.
Controleer kaart
- Ik krijg geen toegang tot de geheugenkaart. Controleer
de geheugenkaart en zorg ervoor dat de kaart correct geplaatst is.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan de foto
niet maken of niet weergeven. Verwijder de kaart en plaats deze
weer terug, of gebruik een andere geheugenkaart.
-
U hebt een MultiMediaCard (MMC) in de camcorder geplaatst.
Gebruik een aanbevolen geheugenkaart (
A
35).
(op alfabetische volgorde)
260
Problemen?
-
Als het bericht verdwijnt en
9
daarna in het rood wordt weergegeven,
gaat u als volgt te werk: Zet de camcorder uit, verwijder de
geheugenkaart en plaats deze weer terug in de camcorder. Als
8
weer groen wordt, kunt u het opnemen/afspelen hervatten. Als het
probleem aanhoudt, maak dan een back-up van uw opnamen en
(
A
159) initialiseer daarna de geheugenkaart (
A
43).
De kaart is tegen wissen beveiligd
- De LOCK-schakelaar op de geheugenkaart staat zo ingesteld dat
gegevens op de kaart niet per abuis kunnen worden gewist. Wijzig
de stand van de LOCK-schakelaar.
Fout in bestandsnaam
-
De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde
bereikt. Stel
1
>
q
>
[Bestandsnummering] in op [Reset]
en verwijder alle MP4-films en foto’s (
A
79) op de geheugenkaart
of initialiseer de geheugenkaart (
A
43).
Geen kaart
-
Plaats een compatibele geheugenkaart in de camcorder (
A
37).
- De geheugenkaart is mogelijk niet correct geplaatst. Steek de
geheugenkaart in zijn geheel in de geheugenkaartsleuf totdat de
kaart vast klikt.
Het is eventueel niet mogelijk videos op deze kaart op te nemen
- Het kan zijn dat u geen films kunt opnemen op een geheugenkaart
zonder aanduiding van de snelheidsklasse of op een geheugenkaart
met snelheidsklasse 2. Vervang de geheugenkaart door een
geheugenkaart van snelheidsklasse 4, 6 of 10.
261
Problemen?
Initialiseer alleen met de camcorder
-
Er is een probleem met het bestandssysteem waardoor geen
toegang mogelijk is tot de geheugenkaart. Initialiseer de
geheugenkaart met deze camcorder (
A
43).
Kaart is vol
-
De geheugenkaart is vol. Verwijder een aantal opnamen (
A
79)
om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
Kan data niet herkennen.
- U hebt gegevens naar de camcorder gekopieerd die zijn opgenomen
met een videoconfiguratie die niet wordt ondersteund (NTSC). Speel
de opnamen af met het apparaat dat werd gebruikt om de opnamen
te maken.
Kan de scène niet snijden
- Scènes die zijn opgenomen of bewerkt met andere apparaten
en die vervolgens met de computer werden gekopieerd naar een
geheugenkaart, kunnen niet worden gesneden met deze camcorder.
Kan de scene niet splitsen
-
De scène kan niet worden gesplitst omdat het gegevenslog van
het interne scènebeheer in de camcorder vol is. Verwijder een aantal
scènes en foto’s (
A
79) en probeer de scène opnieuw te splitsen.
Kan doek niet laden
- Het tekenbladbestand dat op de geheugenkaart werd opgeslagen,
is beschadigd.
262
Problemen?
- Tekenbladgegevens kunt u niet lezen vanuit tekenbladbestanden
die werden gemaakt met andere apparaten en vervolgens met
een computer naar een geheugenkaart werden gekopieerd.
Kan doek niet opslaan
-
Uw [Pennen en stempels]-tekeningen kunnen niet worden
opgeslagen op de geheugenkaart. Maak een kopie van uw
opnamen (
A
159) en initialiseer de geheugenkaart (
A
43).
Kan geen scènes converteren die zijn opgenomen met
intervalopname.
-
Intervalscènes met het pictogram kunnen niet worden
geconverteerd en hun formaat kan niet worden gewijzigd.
Voeg de intervalscènes samen tot één scène (
A
100).
Kan geen videos opnemen op deze kaart
-
Films kunnen niet worden opgenomen op een kaart van 64 MB
of minder. Gebruik een aanbevolen geheugenkaart (
A
35).
Kan geen videos opnemen op deze kaart Initialiseer alleen
met de camcorder
-
De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer
de geheugenkaart met deze camcorder (
A
43).
Kan gegevens niet herstellen
-
Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld. Maak een
kopie van uw opnamen (
A
159) en initialiseer de geheugenkaart
met behulp van de optie [Initalisatie voltooien] (
A
43).
263
Problemen?
Kan niet opnemen
- U kunt geen videosnapshot-opnamen maken van scènes die zijn
opgenomen of bewerkt met een ander apparaat en die vervolgens
met een computer naar een geheugenkaart zijn gekopieerd.
- Er is een probleem met de geheugenkaart. Als dit bericht vaak
zonder duidelijke reden verschijnt, neem dan contact op met een
Canon Service Center.
Kan niet opnemen Controleer kaart
-
Er is een probleem met de geheugenkaart. Maak een kopie van uw
opnamen (
A
159) en initialiseer de geheugenkaart met behulp van
de optie [Initalisatie voltooien] (
A
43). Als het probleem aanhoudt,
gebruik dan een andere geheugenkaart.
Kan niet weergeven
- Scènes die zijn opgenomen met andere apparaten of die zijn
gemaakt of bewerkt op een computer en die vervolgens met de
computer werden gekopieerd naar een geheugenkaart kunnen
mogelijk niet worden afgespeeld.
- Er is een probleem met de geheugenkaart. Als dit bericht vaak
zonder duidelijke reden verschijnt, neem dan contact op met een
Canon Service Center.
Kan niet weergeven Controleer kaart
-
Er is een probleem met de geheugenkaart. Maak een kopie van uw
opnamen (
A
159) en initialiseer de geheugenkaart met behulp van
de optie [Initalisatie voltooien] (
A
43). Als het probleem aanhoudt,
gebruik dan een andere geheugenkaart.
264
Problemen?
Kan scène niet converteren
- Scènes die zijn opgenomen of bewerkt met andere apparaten
en die vervolgens met de computer werden gekopieerd naar
een geheugenkaart kunnen niet worden geconverteerd naar
MP4-scènes.
Kan videos op deze kaart niet afspelen
-
Films kunnen niet worden afgespeeld vanaf een kaart van 64 MB
of minder. Gebruik een aanbevolen geheugenkaart (
A
35).
Kan videos op deze kaart niet afspelen Initialiseer alleen
met de camcorder
-
De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd.
Initialiseer de geheugenkaart met deze camcorder (
A
43).
Laad de accu
- De accu is vrijwel leeg. Laad de accu
LCD-scherm is gedimd Met de instelling [LCD Backlight]
wijzigt u de helderheid
-
Wijzig de optie
1
>
q
>
[LCD Backlight] in [Normaal]
of [Helder].
Maak regelmatig backups van opnamen
- Bij het aanzetten van de camcorder kan dit bericht verschijnen.
Maak regelmatig een back-up van de opnamen omdat bij een
storing in het apparaat u opnamen kunt kwijtraken.
265
Problemen?
Maximum aantal scenes bereikt
-
Het maximale aantal AVCHD-scènes (3.999 scènes) is bereikt.
Verwijder een aantal scènes (
A
79) om ruimte vrij te maken.
Moet bestanden van kaart ophalen. Zet de LOCK-schakelaar
op kaart om.
- Dit bericht verschijnt de volgende keer dat u de camcorder aanzet
nadat de voedingstoevoer per abuis werd onderbroken terwijl
de camcorder bezig was met het wegschrijven van gegevens
naar de geheugenkaart, en later de stand van de LOCK-schakelaar
van de kaart werd gewijzigd om ongewild wissen van gegevens
te voorkomen. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
Niet genoeg beschikbare ruimte
-
Verwijder een aantal opnamen op de geheugenkaart (
A
79) of
selecteer [4 Mbps] als videokwaliteit wanneer u MP4-films opneemt.
Om video op deze geheugenkaart op te nemen, kunt u het
beste [Langz. afspeelsnelh.] videokwaliteit gebruiken.
- Bij gebruik van een geheugenkaart met snelheidsklasse 2 kunt
u mogelijk geen films opnemen als u een andere videokwaliteitsoptie
dan 4 Mbps gebruikt.
Onbekend beeld
- U kunt mogelijk geen foto’s weergeven die zijn gemaakt met
andere apparaten of beeldbestanden weergeven die zijn gemaakt
of bewerkt op een computer en die vervolgens met een computer
naar de geheugenkaart zijn gekopieerd.
266
Problemen?
Opname beëindigd wegens onvoldoende schrijfsnelheid
van de geheugenkaart
- De kopieersnelheid van de gegevens was te hoog voor de
gebruikte geheugenkaart en het opnemen werd stopgezet.
Vervang de geheugenkaart door een geheugenkaart van
snelheidsklasse 4, 6 of 10.
-
Als u in de loop der tijd herhaaldelijk opnamen hebt gemaakt,
verwijderd en bewerkt (gefragmenteerd geheugen), dan zal het
langer duren om gegevens weg te schrijven naar de geheugenkaart
en kan het gebeuren dat de camcorder het maken van opnamen
stopzet. Maak een kopie van uw opnamen (
A
159) en initialiseer
de geheugenkaart met behulp van de optie [Initalisatie voltooien]
(
A
43).
Scene opgenomen met ander apparaat Kan de scene niet
splitsen.
- Scènes die niet met deze camcorder zijn opgenomen, kunnen
met deze camcorder niet worden gesplitst.
- Scènes die zijn bewerkt met software, kunnen niet worden
gekopieerd of gesplitst.
Scene opgenomen met ander apparaat Kan scene niet
afspelen.
- Scènes die niet met deze camcorder zijn opgenomen, kunnen
niet worden afgespeeld.
267
Problemen?
Schrijffout geheugenkaart Poging tot herstel bestanden?
- Dit bericht zal verschijnen wanneer u de volgende keer
de camcorder aanzet nadat de stroomtoevoer per abuis was
onderbroken terwijl de camcorder bezig was met het wegschrijven
van gegevens naar de geheugenkaart. Selecteer [Ja] om te proberen
de opnamen te herstellen. Als u een geheugenkaart hebt geplaatst
die scènes bevat die zijn opgenomen met een ander apparaat, dan
verdient het aanbeveling om [Nee] te selecteren.
Selecteer het gewenste scènenummer
- Een aantal scènes hebben dezelfde opnamedatum maar bevatten
verschillende bestandsbeheerinformatie. Dit kan zich bijvoorbeeld
voordoen als u films opneemt in het gebied van de internationale
datumgrens. Selecteer een nummer om de corresponderende
groep scènes op te roepen.
Sommige scenes zijn niet gewist
- Films die zijn beschermd/bewerkt met andere apparaten
en die vervolgens met de computer werden gekopieerd naar
een geheugenkaart, kunnen niet worden verwijderd met deze
camcorder.
Taken in voortgang. Netvoeding niet verwijderen.
- De camcorder werkt de geheugenkaart bij. Wacht totdat
de procedure is voltooid en verwijder de accu niet.
268
Problemen?
Te veel foto’s en MP4-filmpjes. Koppel de USB-kabel los.
- Koppel de USB-kabel los. Probeer een geheugenkaartlezer te
gebruiken of verlaag het aantal foto’s en films op de geheugenkaart
tot minder dan 2.500 (Windows) of 1.000 (Mac OS).
- Als een dialoogvenster op het computerscherm verschijnt, sluit het
dan. Verwijder de USB-kabel en herstel na korte tijd de verbinding.
Overzicht van berichten voor Wi-Fi-functies
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt en andere
apparaten die u wilt gebruiken.
Another user is already controlling the camcorder.
Try again later./De camcorder wordt al bediend door
een andere gebruiker. Probeer het later nogmaals.
- Dit bericht verschijnt op het scherm van het Wi-Fi apparaat.
Meerdere Wi-Fi apparaten proberen verbinding te maken met de
camcorder. Zorg ervoor dat slechts één Wi-Fi apparaat verbinding
probeert te maken en raak vervolgens Retry aan.
Draadloze communicatie werkt niet correct
- Snoerloze telefoons, magnetrons, koelkasten en andere apparaten
kunnen een belemmering vormen voor het draadloze signaal. Probeer
de camcorder verder uit de buurt van dergelijke apparaten te gebruiken.
- Schakel de camcorder en het toegangspunt (draadloze router) uit.
Zet deze na korte tijd weer aan en voer opnieuw de instelling van het
Wi-Fi-netwerk uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op
met een Canon Service Center.
269
Problemen?
Geen toegangspunten gevonden
- Het toegangspunt dat in de camcorder ingesteld is, kan niet worden
gevonden.
- Snoerloze telefoons, magnetrons, koelkasten en andere apparaten
kunnen een belemmering vormen voor het draadloze signaal.
Probeer de camcorder verder uit de buurt van dergelijke apparaten
te gebruiken.
-
Controleer of u de SSID van het toegangspunt gebruikt voor de
Wi-Fi-instellingen van de camcorder (
A
208).
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen,
voer dan in het configuratiescherm van het toegangspunt het
MAC-adres van de camcorder in.
Geheugenkaartdeksel staat open
- Het deksel van de geheugenkaart werd geopend terwijl
de geheugenkaart in werking was. Stop de Wi-Fi functie die in
gebruik is en beëindig de Wi-Fi verbinding.
Het toegangspunt is niet compatibel met UPnP
- Er kon geen toegangspunt in het aangesloten netwerk worden
gevonden dat compatibel is met UPnP (Universal Plug and Play).
U dient een toegangspunt te gebruiken dat compatibel is met UPnP.
Mocht uw toegangspunt wel compatibel zijn, zorg er dan voor dat
UPnP geactiveerd is.
270
Problemen?
Ingeldig poortnummer. Voer de instelling nogmaals uit.
-
Het ingevoerde poortnummer kan niet worden gebruikt. In de
instellingen voor de functie Bewaking bij afwezigheid (
A
181)
wijzigt u het poortnummer naar een poort die geen conflict
veroorzaakt met andere apparaten.
IP-adresconflict
- Wijzig het IP-adres van de camcorder om conflicten te voorkomen
met apparaten die verbinding hebben gemaakt met hetzelfde
netwerk. U kunt eventueel ook het IP-adres wijzigen van het
apparaat waarmee een conflict bestaat.
Kan configuratiebestanden niet openen
- Zet de camcorder uit. Zet deze na korte tijd weer aan. Als het
probleem aanhoudt, neem dan contact op met een Canon Service
Center.
Kan geen IP-adres verkrijgen
-
Als u geen gebruikmaakt van een DHCP-server, maak dan
verbinding met de optie [Handmatig instellen] en voer het IP-adres
in met de optie [Handmatig] (
A
210).
- Schakel de DHCP-server in. Als deze al ingeschakeld is, controleer
dan of deze goed werkt.
- Controleer of het adresbereik voor de DHCP-server toereikend is.
- Schakel de DNS-server in. Als deze al ingeschakeld is, controleer
dan of deze goed werkt.
- Zorg ervoor dat het IP-adres van de DNS-server en de naam voor
dat adres juist geconfigureerd zijn.
- Stel het IP-adres van de DNS-server in de camcorder in.
271
Problemen?
- Als u geen DNS-server gebruikt, stel het DNS-adres dan
in op [0.0.0.0].
- Als u gebruikmaakt van een draadloze gateway-router, zorg er dan
voor dat alle apparaten in het netwerk, waaronder de camcorder,
worden geconfigureerd met het juiste gateway-adres.
Kan geen verbinding maken
- Snoerloze telefoons, magnetrons, koelkasten en andere apparaten
kunnen een belemmering vormen voor het draadloze signaal.
Probeer de camcorder verder uit de buurt van dergelijke apparaten
te gebruiken.
Kan niet verbinden met server
- De camcorder kon geen verbinding maken met de externe server die
wordt gebruikt voor de functie Bewaking bij afwezigheid. Zorg ervoor
dat het toegangspunt op de juiste wijze verbonden is met internet.
-
Controleer of
1
>
q
>
[Datum/tijd] op de juiste datum en
tijd is ingesteld.
Kan Wi-Fi-netwerk niet gebruiken als de draadloze microfoon
is aangesloten
- De Wi-Fi functies van de camcorder kunnen niet worden gebruikt
terwijl de optionele draadloze microfoon WM-V1 op de camcorder
aangesloten is. Ontkoppel de microfoon van het MIC-aansluitpunt
en schakel deze uit.
Kan Wi-Fi-netwerk niet verifiëren
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde
verificatie-/encryptiemethode en dezelfde encryptiesleutel gebruiken.
272
Problemen?
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen,
voer dan in het configuratiescherm van het toegangspunt het MAC-
adres van de camcorder in.
Kan WPS niet voltooien.
-
Schakel de camcorder en het toegangspunt (draadloze router) uit.
Zet deze na korte tijd weer aan en herstel de verbinding. Als het
probleem zich blijft voordoen, voert u een installatie uit met de optie
[Zoeken naar toegangspunten] (
A
204).
Kan WPS niet voltooien. Probeer het opnieuw.
- Sommige toegangspunten vereisen dat de Wi-Fi Protected Setup
(WPS)-knop wordt ingedrukt en ingedrukt wordt gehouden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt voor
bijzonderheden.
- Zorg ervoor dat u op het camcorderscherm binnen 2 minuten [OK]
aanraakt nadat het Wi-Fi Protected Setup-signaal op het
toegangspunt is geactiveerd, hetzij door op de knop te drukken
hetzij door de pincode in te voeren.
Meerdere toegangspunten gevonden. Probeer het opnieuw.
-
Er zijn meerdere toegangspunten die tegelijkertijd een WPS-signaal
uitzenden. Probeer het later opnieuw of voer instellingen in met
behulp van de optie [WPS: pincode] of [Zoeken naar
toegangspunten] (
A
204).
Wi-Fi-fout. Onjuiste verificatiemethode.
- Controleer of de camcorder en het toegangspunt juist
zijn geconfigureerd.
273
Problemen?
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde
verificatie-/encryptiemethode en dezelfde encryptiesleutel gebruiken.
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen,
voer dan in het configuratiescherm van het toegangspunt het
MAC-adres van de camcorder in.
Wi-Fi-fout. Onjuiste versleutelingscode.
- De encryptiesleutel (wachtwoord) is hoofdlettergevoelig;
let er daarom op dat u deze juist invoert.
Wi-Fi-fout. Onjuiste versleutelingsmethode.
- Zorg ervoor dat de camcorder en het toegangspunt dezelfde
verificatie-/encryptiemethode gebruiken.
- Als het toegangspunt gebruikmaakt van filtering van MAC-adressen,
voer dan in het configuratiescherm van het toegangspunt het
MAC-adres van de camcorder in.
Wi-Fi-verbinding beëindigd
- Snoerloze telefoons, magnetrons, koelkasten en andere apparaten
kunnen een belemmering vormen voor het draadloze signaal.
Probeer de camcorder verder uit de buurt van dergelijke apparaten
te gebruiken.
- De camcorder kan mogelijk geen verbinding maken met het
toegangspunt als te veel apparaten hier gebruik van maken.
Breng na korte tijd de verbinding weer tot stand.
274
Problemen?
Overzicht van berichten voor webdiensten
Camera-weblink niet ingesteld
- Er is een fout opgetreden tijdens de gegevensoverdracht via de
CANON iMAGE GATEWAY-server. Controleer de instellingen van
CANON iMAGE GATEWAY en probeer de camera-weblink opnieuw
in te stellen.
Controleer netwerkinstellingen
- Er is een fout opgetreden tijdens verificatie bij de CANON iMAGE
GATEWAY-server. Zorg ervoor dat de datum en tijd in de camcorder
juist zijn ingesteld.
Instellingen webservice zijn gewijzigd
- De webservice-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY zijn
gewijzigd. Controleer de instellingen en probeer de camera-weblink
opnieuw in te stellen.
Kan niet verbinden met server
- De camcorder kon geen verbinding maken met de CANON iMAGE
GATEWAY-server. Maak verbinding met het toegangspunt waarmee
de camcorder verbonden is met internet.
Max. te verz filmclips: X min.
- U hebt geprobeerd een film te verzenden waarvan de lengte groter
is dan de maximale lengte die door de webdienst is toegestaan
(de maximale lengte verschilt per webdienst). Maak de film korter
en probeer de film daarna opnieuw te verzenden.
275
Problemen?
Onvoldoende ruimte op server
- U hebt de hoeveelheid gegevens overschreden die u kunt opslaan
op de CANON iMAGE GATEWAY-server. Verwijder enkele gegevens
om ruimte vrij te maken.
Probeer het nogmaals
- Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het overbrengen van
gegevens via de CANON iMAGE GATEWAY-server of de server is
tijdelijk uitgevallen. Probeer opnieuw verbinding te maken met de
server. Als dezelfde fout zich opnieuw voordoet, wacht u even en
probeert u het opnieuw.
Server bezet Probeer het later nogmaals
- De CANON iMAGE GATEWAY-server is bezet vanwege een groot
aantal gebruikers die verbinding proberen te maken met de server.
Beëindig de Wi-Fi-verbinding en probeer het later opnieuw.
Verzenden beeld niet mogelijk
- U hebt geprobeerd een type opname of een bestand te verzenden
met een indeling die niet wordt ondersteund door de geselecteerde
webdienst. Controleer de opname voordat u deze verzendt.
276
Wat u wel en niet moet doen
Wat u wel en niet moet doen
Hoe u de camera moet behandelen
Camcorder
Houd u aan de instructies hieronder om ervoor te zorgen
dat de camcorder optimaal blijft functioneren.
Sla uw opnamen regelmatig op een extern apparaat op.
Zorg ervoor dat u uw opnamen kopieert naar een extern
apparaat zoals een computer (A 159), en maak regelmatig
back-ups. Hierdoor behoudt u belangrijke opnamen in geval
van schade en zorgt u voor meer ruimte op de geheugenkaart.
Canon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies
van gegevens.
Houd de camcorder niet vast aan het LCD-paneel als u de
camcorder draagt. Wees voorzichtig als u het LCD-paneel
sluit.
Behandel het touchscreen met de nodige voorzichtigheid.
Oefen niet te veel kracht uit en gebruik geen balpen of ander
gereedschap met een harde punt om op het touchscreen
bedieningshandelingen uit te voeren. Hierdoor kan het
oppervlak van het touchscreen beschadigd raken.
Vermijd contact met metalen voorwerpen. Als metalen
voorwerpen in aanraking komen met het touchscreen
kan dit ertoe leiden dat de camcorder niet naar behoren
functioneert.
277
Wat u wel en niet moet doen
Houd de camcorder niet lange tijd in dezelfde houding vast,
omdat dit kan leiden tot brandwonden als gevolg van contact
bij lage temperatuur. Zelfs als de camcorder niet te heet
aanvoelt, kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel
roodheid van de huid of blaren veroorzaken. Het gebruik
van een statief wordt aanbevolen voor mensen die problemen
met de bloedsomloop of een zeer gevoelige huid hebben, of
wanneer de camcorder op zeer hete plaatsen wordt gebruikt.
Laat de camcorder niet achter op plaatsen met hoge
temperaturen (zoals in een geparkeerde auto of onder direct
zonlicht) of hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke
elektromagnetische velden zoals boven een tv of in
de buurt van plasma-tv’s.
Gebruik de Wi-Fi functies van de camcorder niet in ziekenhuizen,
medische klinieken of in vliegtuigen. Gebruik deze functies
ook niet in de buurt van medische of gevoelige elektronische
apparaten, omdat deze hierdoor slechter zullen functioneren.
Bij gebruik van pacemakers moet de camcorder op ten minste
22 cm afstand hiervan worden gehouden.
De Wi-Fi functies van de camcorder kunnen onderhevig zijn
aan interferentie die afkomstig is van apparaten als snoerloze
telefoons en magnetrons. Houd zoveel mogelijk afstand tot
deze apparaten of gebruik de Wi-Fi-functies van de camcorder
op een ander tijdstip van de dag om interferentie te voorkomen.
278
Wat u wel en niet moet doen
Richt de camcorder niet op een zeer krachtige lichtbron, zoals
de zon op een zonnige dag of een krachtige kunstmatige
lichtbron. Als u dit wel doet, kunt u de beeldsensor of interne
onderdelen van de camcorder beschadigen.
Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige
plaatsen. De camcorder is niet waterdicht – vermijd daarom
ook water, modder of zout. De camcorder en/of lens kan
beschadigd raken als dergelijke substanties de camcorder
binnendringen.
Let op hitte die door verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar
behoren werkt, neem dan contact op met een deskundige
reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder
niet bloot aan schokken of trillingen, omdat hierdoor schade
kan ontstaan.
Als u de camcorder op een statief bevestigt, let er dan op dat
de bevestigingsschroef van het statief korter is dan 5,5 mm.
Gebruik van andere statieven kan de camcorder beschadigen.
5,5 mm
279
Wat u wel en niet moet doen
Probeer bij het opnemen van films een kalm, stabiel beeld
te krijgen. Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel
beweegt kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen
kan het afspelen van dergelijke scènes tot gevolg hebben
dat door de visuele waarneming bij u bewegingsziekte wordt
veroorzaakt. Als u een dergelijke reactie ervaart, stop dan
onmiddellijk met afspelen en wacht een tijdje totdat u verdergaat.
Opbergen voor langere tijd
Indien u van plan bent de camcorder lange tijd niet te gebruiken,
bergt u deze op een plaats op die vrij is van stof, met een lage
vochtigheid en bij een temperatuur die niet hoger wordt dan 30 °C.
Accu
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige voorzichtigheid.
Houd de accu uit de buurt van open vuur (de accu kan exploderen).
Stel de accu niet bloot aan een temperatuur die hoger is dan 60 °C.
Laat de accu niet achter in de buurt van een ingeschakeld
verwarmingsapparaat of binnen een auto bij heet weer.
Probeer de accu niet uit elkaar te halen of er aan te knutselen.
Laat de accu niet vallen en stel de accu niet bloot aan schokken.
Laat de accu niet nat worden.
280
Wat u wel en niet moet doen
Vuile polen kunnen tot gevolg hebben dat het contact tussen
de accu en de camcorder of acculader niet goed is. Veeg de
polen schoon met een zachte, droge doek.
Opbergen voor langere tijd
Berg accus op een droge plaats op waar de temperatuur
niet hoger wordt dan 30 °C.
U verlengt de levensduur van de accu door deze volledig
te ontladen voordat u de accu opbergt.
Accu’s moet u minstens eenmaal per jaar volledig opladen
en volledig ontladen.
Geheugenkaart
Het verdient aanbeveling van de opnamen op de geheugenkaart
een back-up te maken op uw computer. Gegevens kunnen
vanwege geheugenkaartdefecten of blootstelling aan statische
elektriciteit beschadigd of verloren raken. Canon is niet
aansprakelijk voor gegevens die verloren of beschadigd
zijn geraakt.
Raak de contactpunten niet aan en stel deze niet bloot
aan stof of vuil.
Gebruik geen geheugenkaarten op plaatsen die blootstaan
aan sterke magnetische velden.
Laat geheugenkaarten niet achter op plaatsen met een
hoge vochtigheid en hoge temperaturen.
281
Wat u wel en niet moet doen
Demonteer of verbuig een geheugenkaart niet, laat een
geheugenkaart niet vallen en stel een geheugenkaart niet
bloot aan schokken of water.
Controleer hoe u de geheugenkaart naar de camcorder
gericht houdt voordat u deze in de camcorder plaatst.
Als u een geheugenkaart verkeerd om in de sleuf probeert
te plaatsen, kan de geheugenkaart of camcorder beschadigd
raken.
Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Wanneer u films verwijdert of de geheugenkaart initialiseert,
wordt alleen de bestandstoewijzingstabel gewijzigd en worden
de opgeslagen gegevens niet fysiek gewist. Als u de
geheugenkaart weggooit of aan een andere persoon geeft,
initialiseert u de geheugenkaart met de optie [Initalisatie
voltooien] (A 43). Maak vervolgens het geheugen vol met
onbelangrijke opnamen en initialiseer het geheugen opnieuw
met dezelfde optie. Dit maakt het voor anderen heel moeilijk
om de originele opnamen terug te halen.
Secure Digital (SD)-geheugenkaarten
zijn voorzien van een schakelaar die
u zo kunt instellen dat de kaart niet
kan worden beschreven. Hierdoor
wordt voorkomen dat gegevens per
ongeluk worden gewist. Als u de
geheugenkaart tegen schrijven wilt beschermen,
zet de schakelaar dan in de LOCK-stand.
LOCK-schakelaar
282
Wat u wel en niet moet doen
Interne oplaadbare lithiumbatterij
Deze camcorder is uitgerust met een interne oplaadbare
lithiumbatterij waarmee de camcorder de datum, tijd en andere
instellingen kan onthouden. De ingebouwde lithiumbatterij wordt
weer opgeladen als u de camcorder gebruikt. Als u de camcorder
echter circa 3 maanden niet gebruikt, raakt de ingebouwde
lithiumbatterij geheel leeg.
De interne lithiumbatterij laadt u als volgt opnieuw op:
Sluit de compacte netadapter aan op de camcorder en houd
de camcorder hierop aangesloten terwijl de camcorder uit staat.
Na ongeveer 24 uur is de interne lithiumbatterij volledig
opgeladen.
283
De ingebouwde lithiumbatterij verwijderen
De ingebouwde lithiumbatterij
verwijderen
Verwijder de ingebouwde lithiumbatterij voordat u de camcorder
afdankt volgens de plaatselijke recyclingvoorschriften.
1 Open het LCD-paneel, het afdekplaatje van de
geheugenkaartsleuf en de aanpasbare staander.
2 Verwijder de 2 schroeven die in de afbeelding worden
getoond (onder het LCD-paneel).
3 Verwijder de 2 schroeven die in de afbeelding worden
getoond (naast de geheugenkaartsleuf).
284
De ingebouwde lithiumbatterij verwijderen
4 Verwijder de 4 schroeven die in de afbeelding worden
getoond (onder de instelbare staander).
5
Verwijder de onderste afdekking.
6 Pak de lithiumbatterij vervolgens stevig vast met een
isolatietang of vergelijkbaar gereedschap en verwijder
de batterij.
285
De ingebouwde lithiumbatterij verwijderen
Verwijder de afdekking alleen als u de batterij moet
verwijderen wanneer u de camcorder afdankt.
Houd de batterij buiten bereik van kinderen nadat
u de batterij hebt verwijderd. Schakel direct medische
hulp in wanneer deze wordt ingeslikt. De behuizing
van de batterij kan openscheuren, waarna de
batterijvloeistoffen tot intern letsel kunnen leiden.
286
Onderhoud/overig
Onderhoud/overig
Reinigen
Camcorderhuis
Gebruik een zachte, droge doek om het camcorderhuis
te reinigen. Gebruik nooit met chemicaliën behandelde
doeken of vluchtige oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Lens
Verwijder stof of vuildeeltjes met een blaaskwastje
(geen spuitbus gebruiken).
Gebruik een schoon, zacht lensreinigingsdoekje om de
lens schoon te maken. Doe dit voorzichtig. Gebruik nooit
tissuepapier.
LCD-touchscreen
Reinig het LCD-touchscreen met een schoon, zacht
lensreinigingsdoekje.
Bij plotselinge temperatuurschommelingen kan zich op het
oppervlak van het scherm condens voordoen. Veeg het vocht
weg met een zachte, droge doek.
287
Onderhoud/overig
Condens
Als u de camcorder snel verplaatst tussen locaties met hete
en koude temperaturen, kan er op de interne oppervlakken
van de camcorder condens (waterdruppeltjes) ontstaan.
Gebruik de camcorder niet als condens wordt gesignaleerd.
Als u de camcorder blijft gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties voordoen:
Als de camcorder snel wordt verplaatst van koude naar warme
plaatsen
Wanneer de camcorder wordt achtergelaten in een vochtige
kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt verwarmd
Condens voorkomen
Stel de camcorder niet bloot aan plotselinge of extreme
temperatuurswijzigingen.
Verwijder de geheugenkaart en accu. Plaats de camcorder
vervolgens in een luchtdichte zak en laat de camcorder
langzaam op temperatuur komen voordat u de camcorder
uit de zak haalt.
Als condens wordt gedetecteerd
Hoe lang het precies duurt voordat de waterdruppeltjes zijn
verdampt, hangt af van de locatie en weersomstandigheden.
Als vuistregel geldt: wacht 2 uur voordat u het gebruik van
de camcorder hervat.
288
Onderhoud/overig
De camcorder in het buitenland gebruiken
Stroombronnen
U kunt gebruikmaken van de compacte netadapter om
de camcorder te bedienen en accu’s op te laden in elk land
met een voeding tussen 100 en 240 V AC, 50/60 Hz. Neem
contact op met een Canon Service Center voor informatie
over stekkeradapters voor gebruik in het buitenland.
Opnamen afspelen op een tv-scherm
U kunt uw opnamen alleen afspelen op tv’s die compatibel
zijn met het PAL/SECAM-systeem of digitale tv-uitzendingen
van 50 Hz. Deze worden in de volgende regio’s/landen gebruikt:
Europa: In heel Europa en in Rusland. Noord-, Midden-
en Zuid-Amerika: Alleen in Argentinië, Brazilië, Uruguay
en de Franstalige gebieden (Frans Guyana, Guadeloupe,
Martinique, enz.). Azië: Het overgrote deel van Azië (behalve
Japan, de Filipijnen, Zuid-Korea en Myanmar). Afrika: In heel
Afrika en de Afrikaanse eilanden. Australië/Oceanië: Australië,
Nieuw-Zeeland, Papoe-Nieuw-Guinea; de meeste eilanden van
de Pacific (behalve Micronesië, Samoa, Tonga en VS-gebiedsdelen
zoals Guam en Amerikaans Samoa).
289
Algemene informatie
Algemene informatie
Optionele accessoires
De volgende optionele accessoires worden ondersteund door
deze camcorder. De beschikbaarheid ervan kan per regio
verschillen. De meeste accessoires worden op de volgende
pagina’s gedetailleerder beschreven.
Accu NB-12L Acculader CB-2LGE Compacte netadapter
CA-110E
High-Speed HDMI-
kabel HTC-100
USB-kabel
IFC-400PCU
Wireless microfoon
WM-V1
290
Algemene informatie
Accu’s
Gebruik alleen de NB-12L als u extra accu’s nodig hebt.
Camerapantafel CT-V1 Polsriem WS-DC11
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt
aanbevolen.
Het bericht [Communicatiefout met accu] wordt
weergegeven als u geen originele Canon-accu gebruikt.
Een reactie van de gebruiker is vervolgens noodzakelijk.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan
worden gehouden voor eventuele schade, bijvoorbeeld
defecten of brand, die ontstaat door het gebruik van
niet-originele Canon-accus.
291
Algemene informatie
Acculader CB-2LGE
U kunt de bijgeleverde accu van tevoren opladen met de
optionele acculader. Raadpleeg Oplaadtijden (A 301)
voor meer informatie over oplaadtijden.
3
2
2
1
292
Algemene informatie
De accu opladen
1 Plaats de accu in een neerwaartse hoek in de acculader.
Zorg er daarbij voor dat de driehoeksaanduidingen
op één lijn zitten.
2 Sluit het netsnoer aan op de acculader en steek het
andere uiteinde van het snoer in een stopcontact.
De indicator gaat oranje branden. Zodra de indicator
groen gaat branden, is de accu volledig opgeladen.
3 Als de accu volledig opgeladen is, haalt u de accu
uit de acculader en trekt u de acculader uit het
stopcontact.
Dit merkteken is het symbool van originele
Canon-videoaccessoires. Als u gebruikmaakt
van Canon-videoapparatuur, raden wij u aan om
gebruik te maken van accessoires of producten
van het Canon-merk met hetzelfde merkteken.
293
Algemene informatie
Specificaties
LEGRIA mini X
— Waarden zijn bij benadering gegeven.
Systeem
Opnamesysteem
AVCHD
1
-films:
Video: MPEG-4 AVC/H.264
Audio: Lineaire PCM
2
2 kanalen, Dolby Digital 2 kanalen
MP4-films:
Video: MPEG-4 AVC/H.264
Audio: MPEG-4 AAC-LC (2 kanalen)
Foto’s:
DCF (Design rule for Camera File system), compatibel
met Exif
3
versie 2.3
Beeldcompressie: JPEG
1
Compatibel met specificaties van AVCHD versie 2.0
2
Lineaire PCM is alleen beschikbaar als de videokwaliteit is ingesteld
op 24 Mbps.
3
Deze camcorder ondersteunt Exif 2.3 (ook wel “Exif Print” genoemd).
Exif Print is een standaard voor verbetering van de communicatie
tussen camcorders en printers. Door een met Exif Print compatibele
printer aan te sluiten, gebruikt en optimaliseert u de beeldgegevens
die tijdens het opnemen met de camcorder zijn gemaakt. Hierdoor
worden afdrukken van zeer hoge kwaliteit geproduceerd.
294
Algemene informatie
Configuratie videosignaal: AVCHD, MP4
Opnamemedia
SD-, SDHC (SD High Capacity)- of SDXC (SD eXtended
Capacity)-geheugenkaarten (niet bijgeleverd)
Maximale opnametijd
Commercieel verkrijgbare geheugenkaart van 16 GB
24 Mbps: 1 uur 25 min.
17 Mbps: 2 uur 5 min.
4 Mbps: 8 uur 40 min.
Commercieel verkrijgbare geheugenkaart van 32 GB
24 Mbps: 2 uur 55 min.
17 Mbps: 4 uur 10 min.
4 Mbps: 17 uur 20 min.
295
Algemene informatie
Beeldsensor
CMOS van het type 1/2.3, 12.800.000 pixels
Effectief aantal pixels (supergroothoek)
:
8.290.000 pixels (AVCHD-films)
8.990.000 pixels (MP4-films)
12.000.000 pixels (foto’s)
Effectief aantal pixels (close-up)
:
1.330.000 pixels (AVCHD-films, als [Beeldstabilisator]
is ingesteld op [Aan])
2.070.000 pixels (AVCHD-films, als [Beeldstabilisator]
is ingesteld op [Uit])
2.070.000 pixels (MP4-films)
2.760.000 pixels (foto’s)
•LCD-touchscreen
6,8 cm (2,7 inch), TFT-kleur, 230.000 beeldpunten
,
bediening met capacitief touchscreen, 100% dekking
Microfoon
Stereo electreet condensmicrofoon
296
Algemene informatie
Lens
f=2,7 mm, F/2,8
Brandpuntsafstand equivalent aan 35 mm (supergroothoek)
:
17,5 mm (AVCHD-films)
16,8 mm (MP4-films)
15,4 mm (foto’s)
Brandpuntsafstand equivalent aan 35 mm (close-up)
:
43,7 mm (AVCHD-films, als [Beeldstabilisator] is ingesteld
op [Aan])
35,0 mm (AVCHD-films, als [Beeldstabilisator] is ingesteld
op [Uit])
35,0 mm (MP4-films)
32,1 mm (foto’s)
Objectiefconfiguratie
6 elementen in 5 groepen (1 dubbelzijdig asferisch element)
Scherpstellingsafstand
Diep brandpunt, 0,4 m tot oneindig
Witbalans
Automatische witbalans, aangepaste witbalans of de
voorkeuzes: [Daglicht], [Lamplicht]
Minimale verlichting
8 lx (filmmodus [Programma AE], sluitertijd ingesteld op 1/25)
Aanbevolen verlichting: Meer dan 100 lx
297
Algemene informatie
Beeldstabilisatie: elektronisch
Grootte (resolutie) van video-opnamen
24 Mbps, 17 Mbps: 1920x1080 pixels
4 Mbps: 1280x720 pixels
3 Mbps: 640x360 (alleen tijdens [x1/4] slow motion)
Resolutie van foto’s
4000x3000 pixels, n 1920x1440 pixels, 640x480 pixels
Foto’s die zijn gemaakt van films: 1920x1080 pixels
Aansluitpunten
USB-aansluitpunt: mini-B, Hi-Speed USB; alleen uitvoer
HDMI-aansluitpunt: HDMI mini-connector; alleen uitvoer
MIC-aansluitpunt
Stereo-mini-jack van 3,5 mm
–64 dBV (met een microfoon van 600 Ω)/5 kΩ of meer
×-aansluitpunt (koptelefoon)
Mini-jack van 3,5 mm, stereo-uitvoer
Wi-Fi
Standaard
Voldoet aan het IEEE 802.11b/g/n-protocol, Wi-Fi Protected
Setup (verbindingsmethoden: WPS-knop, pincode)
Frequentie: 2,4 GHz
298
Algemene informatie
Ondersteunde kanalen: 1–13
Encryptiemethoden: WEP-64/WEP-128, TKIP/AES
Voeding/overig
Voeding (nominaal)
3,6 V DC (accu), 5,3 V DC (compacte netadapter)
Stroomverbruik (videokwaliteit 17 Mbps, normale
helderheid)
AVCHD-films: 2,4 W
MP4-films: 2,2 W
Bedrijfstemperatuur
: 0–40 °C
Afmetingen
[B x H x D] (zonder de polsriem)
82x30x109 mm
•Gewicht
(alleen camcorderbehuizing)
205 g
Accu NB-12L
•Accutype
Oplaadbare lithium-ion-accu
Nominale spanning: 3,6 V DC
Bedrijfstemperatuur
: 0–40 °C
299
Algemene informatie
Accucapaciteit: 1.910 mAh (typisch)
Afmetingen
: 34,4x48,5x10,4 mm
Gewicht
: 35 g
Compacte netadapter CA-110E
Voeding: 100–240 V AC, 50/60 Hz
Nominale uitgangsspanning / verbruik
5,3 V DC, 1,5 A/17 VA (100 V) – 23 VA (240 V)
Bedrijfstemperatuur
: 0–40 °C
Afmetingen
: 49x27x79 mm
Gewicht
: 110 g
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering gegeven.
Fouten en omissies voorbehouden.
De informatie in deze handleiding geldt vanaf april 2015.
Specificaties en het uiterlijk kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
300
Referentietabellen
Referentietabellen
Geschatte opnameduur
1
Alleen voor MP4-films.
2
Een afzonderlijke scène kan 12 uur ononderbroken worden opgenomen,
daarna stopt de camcorder gedurende circa 3 seconden. Daarna wordt
de opname als aparte scène voortgezet.
Het aantal foto’s dat bij benadering op een geheugenkaart
van 4 GB past
De getallen in de volgende tabel zijn bij benadering gegeven
en variëren al naargelang de opnameomstandigheden en het
onderwerp.
Geheugenkaart
Videokwaliteit (resolutie)
24 Mbps
(1920x1080)
17 Mbps
(1920x1080)
4 Mbps
1
(1280x720)
8 GB 40 min. 1 uur 4 uur 20 min.
16 GB 1 uur 25 min. 2 uur 5 min. 8 uur 40 min.
32 GB 2 uur 55 min. 4 uur 10 min.
17 uur
20 min.
2
64 GB 5 uur 55 min. 8 uur 20 min.
34 uur
45 min.
2
301
Referentietabellen
Oplaadtijden
De oplaadtijd voor de diverse accu’s in de volgende
tabel is bij benadering gegeven en varieert al naargelang
de oplaadomstandigheden en de aanvankelijke laadstatus
van de accu.
Geschatte gebruikstijden
De opname- en afspeeltijden in de volgende tabel gelden
bij benadering en zijn afhankelijk van de videokwaliteit en de
oplaad-, opname- en afspeelomstandigheden. De effectieve
gebruiksduur van de accu kan afnemen als u opnamen maakt
in koude omstandigheden, bij gebruik van de meer heldere
scherminstellingen, etc.
Fotogrootte Aantal foto’s
[ 4000x3000]
750
[n 1920x1440] 3200
[ 640x480] 23.500
Oplaadomstandigheden Oplaadtijd
Bij gebruik van de camcorder 240 min.
Bij gebruik van de acculader CB-2LGE 185 min.
Standaardwaarde
302
Referentietabellen
Opnemen van AVCHD-films
Opnemen van MP4-films
* Geschatte tijden voor opnamen met herhaalde bedieningshandelingen,
zoals starten/stoppen en stroom aan/uit.
Videokwaliteit
Opname
(maximum)
Opname
(typisch)*
Afspelen
24 Mbps 165 min. 95 min. 225 min.
17 Mbps 165 min. 95 min. 225 min.
Videokwaliteit
Opname
(maximum)
Opname
(typisch)*
Afspelen
24 Mbps 180 min. 100 min. 230 min.
17 Mbps 180 min. 100 min. 225 min.
4 Mbps 190 min. 110 min. 240 min.
303
Index
A
Aansluitingen met
externe apparaten
........152
Accu
Indicator resterende
capaciteit
..................244
Opladen.......................30
Afspelen
Films
...........................67
Foto’s..........................75
Afspelen herhalen ............72
Afstandsbediening+
Streamen
...................178
Alle camcorderinstellingen
resetten
.....................235
Audio-compressor .........135
Audio-equalizer .............129
Audio-limiter .................135
Audiomix......................134
Audio-opnameniveau ..... 124
Automatisch roteren....... 226
Automatische tegenlicht-
correctie
.................... 223
AUTO-stand ................... 57
B
Beeld draaien ............... 113
Beeldveld....................... 59
Bekijken....................... 225
Belichting compensatie... 141
Bestandsnummering ...... 233
Bewaking
bij afwezigheid
............ 181
Bewaking vanuit huis ..... 179
Bewerkingspaneel ......... 221
Buitenland, gebruik
van de camcorder
........ 288
304
C
CameraAccess plus .......178
CANON iMAGE
GATEWAY
..................193
Cinematografische
filters
.........................156
Close-up........................59
Condens ......................287
D
Datum en tijd ..................39
Decoratie .....................109
Diashow ........................87
E
Een geheugenkaart
initialiseren
....................43
Externe microfoon .........116
F
Facebook.....................191
Fast motion (versneld).....102
Filmindeling
(AVCHD/MP4)
...............55
Filmmodus .....................93
Films converteren naar
de MP4-indeling
.......... 156
Flikkervermindering ........ 224
Foto’s/videosnapshotscènes
van een film maken
...... 147
Fotogrootte .................... 92
Foutberichten ............... 259
G
Geheugenkaart ....... 35, 280
Geluidsscènes .............. 118
Gespiegeld afspelen......... 72
Gezichtsdetectie ........... 144
H
HDMI-aansluitpunt
........................ 151, 152
Helderheid
van LCD-scherm
......... 232
I
Image Stabilizer............. 224
In de auto (filmmodus) ...... 93
Interne
ondersteuningsbatterij
.. 282
Intervalopnamen maken.... 97
305
K
Koptelefoon..................137
L
Lage-tonenfilter .............132
LCD-touchscreen ............45
Lineair PCM....................90
M
Macro (filmmodus) ...........93
Mapnaam.....................233
Markeringen .................225
Microfoondemper ..127, 131
Microfoonrichting...........130
Movie Uploader.............191
N
Nachtscène (filmmodus)....93
O
Onderhoud...................286
Opnameknop..................93
Opnamen verwijderen.......79
Opnemen
Films
...........................57
Foto’s..........................62
Opnemen
in spiegelbeeld
............ 113
Opslaan van opnamen ... 159
Overige instellingen,
menu’s
................ 50, 222
P
P (Programma
AE-filmmodus)
.............. 93
Pictogrammen .............. 236
Pieptoon...................... 229
Pieptoon uitschakelen .... 229
Problemen oplossen ...... 246
R
Remote Browse ............ 188
S
Serienummer .................. 24
Slow motion ................. 102
Smart AUTO................... 65
Sneeuw (filmmodus)......... 93
Snijden van scènes.......... 85
Spaarstand .................... 61
Speciale opnamemodi...... 97
Splitsen van scènes ......... 83
306
Sport (filmmodus) ............93
Stand detecteren...........113
Start-menu .............47, 219
Statief..........................278
Strand (filmmodus)...........93
Supergroothoek ..............59
T
Tijdzone/zomertijd............42
Touch AE.....................143
Touchscreen,
bediening
.....................45
U
Uploaden,
films
..................191, 193
USB-aansluitpunt ..151, 153
V
Vergroot weergeven .........77
Videokwaliteit..................90
Videosnapshot ......104, 147
Voedsel en mode
(filmmodus)
...................93
Volume ..........................69
Vooropname.................105
W
Wi-Fi functies................ 170
Windscherm................. 126
Witbalans..................... 139
Y
YouTube...................... 193
Z
Zelfontspanner.............. 108
© CANON INC. 2016
CEL-SV2YA283
EUROPE
Canon Europa N.V.
Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands
www.canon-europe.com
Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor
informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor
Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd
door Canon Europa N.V.
U kunt handleidingen en software downloaden vanaf de volgende URL.
http://www.canon.com/icpd/
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307

Canon LEGRIA mini X Handleiding

Type
Handleiding