NL
23
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje
bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige
informatie voorhanden blijft.
Lees de instructies aandachtig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor
kinderen en dient daarom te worden verwijderd
volgens de geldende normen voor gescheiden
afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en
advies).
De installatie moet worden uitgevoerd dooreen
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Voor de installatie dient u de bijgeleverde
technische documentatie te lezen die bij het
apparaat wordt geleverd.
Elektrische aansluiting
De lade met driepolige voedingskabel is bestemd
voor het gebruik met de wisselstroom, spanning en
frequentie die aangegeven staan op het typeplaatje
op het apparaat ( zie onder).
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan
de zijkant van het
deksel van het
klemmenbord op met
een schroevendraaier:
trek het deksel van het
klemmenbord open (zie
afb.).
2. De voedingskabel in
werking stellen: draai de
schroef van de kabelklem
en de drie schroeven van
de contacten L-N-
los,
en bevestig de draden
onder de schroeven met
inachtneming van de
kleuren: Blauw (N) Bruin
(L) Geel-Groen
(zie
afb.).
3. Maak de kabel vast aan de daarvoor bestemde
kabelklem.
4. Sluit het deksel van het klemmenbord.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje( zie hiernaast).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3 mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en
voldoend aan de geldende normen (de aarding mag
niet worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat
hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger
dan de kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
de contactdoos in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te verdragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje ( zie onder );
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje ( zie onder);
de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de
contactdoos te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
Installatie