DeWalt DWE7491 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
B
Copyright DEWALT
Dansk(oversat fra original brugsvejledning) 6
Deutsch(übersetzt von den originalanweisungen) 20
English(original instructions) 36
Español(traducido de las instrucciones originales) 50
Français(traduction de la notice d’instructions originale) 65
Italiano(tradotto dalle istruzioni originali) 81
Nederlands(vertaald vanuit de originele instructies) 96
Norsk(oversatt fra de originale instruksjonene) 112
Português(traduzido das instruções originais) 126
Suomi(käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 142
Svenska(översatt från de ursprungliga instruktionerna) 156
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 170
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 185
3
Figure 10
Figure 12
Figure 8
Figure 7
Figure 9
Position 1
Position 2
cc
ff
hh
gg
ll
mm
nn
Figure 11
151413 1817 20 211916
76510912 13118
ee
f
kk
jj
g
ii
97
NEDERLANDS
TAFELZAAG
DWE7491
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
DWE7491-QS/GB DWE7491-LX
Spanning V 230 115
Type 1 1
Opgenomen vermogen W 2000 1700
Afgegeven vermogen W 970 820
Toerental, onbelast min
-1
3800 4800
Zaagbladdiameter mm 250 250
Asgat mm 30 30
Zaagbladdikte mm 2.2 2.2
Dikte spouwmes mm 2.3 2.3
Zaagdiepte onder90° mm 77 77
Zaagdiepte onder45° mm 55 55
Zaagcapaciteit mm 825 825
Afmetingen mm 710 x 650 x 450 710 x 650 x 450
Gewicht kg 28.1 28.1
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 95.0 95.0
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A) 3.0 3.0
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A) 106.0 106.0
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A) 3.0 3.0
Zekeringen:
Europa 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet
OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor
aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met
een maximale toegestane systeemimpedantie Zmax
van 0,25 Ω op het interfacepunt(elektriciteitskast)
van de voorziening van de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel
alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem
dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig
kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar
de systeemimpedantie op het interfacepunt.
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het
veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees
de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let
op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar
aan dat, als er niets aan wordt gedaan,
leidt tot de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk
gevaar aan dat, als er niets aan wordt
gedaan, kan leiden tot de dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Duidt een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt vermeden, zou kunnen leiden
tot gering of matig letsel.
98
NEDERLANDS
Lees al deze instructies door voordat u begint het
product te gebruiken en bewaar deze instructies.
BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING OM ER
DINGEN IN OP TE ZOEKEN
Algemene veiligheidsregels
1. Houd het werkgebied schoon.
Rommelige omgevingen en werkbanken zorgen
voor letsel.
2. Let op de werkomgeving.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen.
Gebruik het gereedschap niet in vochtige of
natte omstandigheden. Zorg dat de werkruimte
goed verlicht is (250 - 300 Lux). Gebruik het
gereedschap niet als het risico bestaat dat
brand of een explosie wordt veroorzaakt, bv. in
de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen of
gassen.
3. Wees bedacht op een elektrische schok.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlaktes(bv. buizen, radiatoren, fornuizen
of ijskasten). Als u het gereedschap onder
extreme omstandigheden gebruikt(bv. hoge
luchtvochtigheid, als metaalslijpsel wordt
gemaakt, enz.) kan de elektrische veiligheid
worden verbeterd door een isolerende
transformator te gebruiken of een (FI)
aardingslekkage stroomonderbreker.
4. Houd andere personen uit de buurt.
Laat geen personen, vooral geen kinderen, bij
het werk betrokken raken, het gereedschap of
het verlengsnoer aanraken, en houd hen uit het
werkgebied.
5. Berg niet-gebruikt gereedschap op.
Als het gereedschap niet in gebruik is, dient
het op een droge en veilig afgesloten plaats
te worden bewaard, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het levert betere en veiligere prestaties als u het
voor het doel gebruikt waarvoor het is bedoeld.
7. Gebruik het juiste gereedschap.
Probeer niet met klein gereedschap
werkzaamheden uit te voeren die een
zwaar gereedschap nodig hebben. Gebruik
gereedschap niet voor zaken waarvoor het
niet is bedoeld; gebruik bijvoorbeeld geen
cirkelzagen om takken of boomstammen te
zagen.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische
schok.
Wijst op brandgeva.
Scherpe randen.
EC-Declaration of Conformity
MACHINERY DIRECTIVE
DWE7491
DEWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 61029-1,
EN 61029-2-1.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met DEWALT via het
volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice-president Techniek en productontwikkeling
DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.12.2013
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Bij het gebruik van
elektrisch gereedschap dienen basis
voorzorgsmaatregelen altijd te worden
aangehouden om het gevaar op brand,
een elektrische schok of persoonlijk
letsel te verminderen. Dit betreft onder
meer de volgende maatregelen.
99
NEDERLANDS
16. Verwijder aanpassingsleutels en
moersleutels.
Leer uzelf aan om te controleren dat
aanpassingsleutels en moersleutels zijn
verwijderd van het gereedschap voordat u het
gereedschap bedient.
17. Vermijd onbedoeld starten.
Zorg ervoor dat het gereedschap in de
“uit” stand staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Gebruik verlengsnoeren voor buitenshuis.
Controleer voor het gebruik het verlengsnoer
en vervang dit indien het is beschadigd. Als het
gereedschap buitenshuis wordt gebruikt, dient
u uitsluitend een verlengsnoer voor buitenshuis
te gebruiken dat dienovereenkomstig is
gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Let op wat u aan het doen bent. Gebruik uw
gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet
als u vermoeid bent of onder de invloed van
drugs of alcohol.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer het gereedschap en het stroomsnoer
voordat u het gebruikt zorgvuldig, om te
bepalen dat het correct zal werken en de
bedoelde functie zal uitvoeren. Controleer
de uitlijning van bewegende onderdelen,
verbindende of bewegende onderdelen,
breuk van onderdelen, bevestiging en alle
andere omstandigheden die de bediening
kunnen beïnvloeden. Een beveiliging of ander
onderdeel dat beschadigd is, dient correct te
worden gerepareerd of vervangen door een
erkend servicecentrum, tenzij dit anders wordt
aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Zorg
dat defecte schakelaars door een erkend
servicecentrum worden vervangen. Gebruik het
gereedschap niet als de schakelaar het niet aan
en uit kan zetten. Probeer nooit zelf reparaties
uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik
van enig accessoire of bevestiging of
bediening van enige handeling met dit
gereedschap dat anders is dan wordt
aanbevolen in deze gebruiksaanwijzing
kan een risico op persoonlijk letsel
opleveren.
21. Zorg dat uw gereedschap door een erkend
iemand wordt gerepareerd.
Dit elektrische gereedschap voldoet aan
de relevante veiligheidsregels. Reparaties
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of sierraden,
omdat deze door de bewegende onderdelen
kunnen worden gegrepen. Antislip schoeisel
wordt aanbevolen als u buitenshuis werkt.
Draag beschermende hoofdafdekking om lang
haar te omsluiten.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Gebruik
een gezichts- of stofmasker als de
werkomstandigheden stof of rondvliegende
deeltjes veroorzaken. Als deze deeltjes behoorlijk
heet kunnen zijn, dient u ook een hittebestendig
schort te dragen. Draag altijd oorbescherming.
Draag altijd een veiligheidshelm.
10. Sluit stofverwijderende apparatuur aan.
Als er in apparaten wordt voorzien voor
het aansluiten van stofverwijdering- of
stofverzamelapparatuur, zorg er dan voor dat
deze correct worden aangesloten en gebruikt.
11. Behandel het stroomsnoer voorzichtig.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit
het stopcontact te halen. Houd het snoer
uit de buurt van hitte, olie, en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Beveilig de werkzaamheden.
Gebruik klemmen of een bankschroef om het
werk op zijn plaats te houden. Dit is veiliger dan
uw hand gebruiken en het maakt beide handen
vrij om het gereedschap te bedienen.
13. Rek u niet te ver uit.
Blijf altijd stevig en in balans op de grond staan.
14. Onderhoud het gereedschap met zorg.
Houd snijdgereedschap scherp en schoon voor
betere en veiligere prestaties. Volg de instructies
voor het smeren en verwisselen van accessoires
op. Controleer het gereedschap regelmatig en
zorg, als het beschadigd is, dat het door een
erkende servicemonteur wordt gerepareerd.
Houd handgrepen en schakelaars droog,
schoon, en vrij van olie en vet.
15. Sluit het gereedschap af.
Sluit het gereedschap correct af van de
stroomvoorziening als het niet in gebruik is,
voordat u het onderhoudt, of wanneer u
accessoires zoals zaagbladen, boorijzers en
snijwerktuigen verwisselt.
100
NEDERLANDS
WAARSCHUWING: Deze
machine is voorzien van
een speciaal geconfigureerd
netsnoer(bevestigingstype Y). Als
het netsnoer beschadigd is of op een
andere wijze niet goed werkt, moet het
worden vervangen door de fabrikant of
door een officieel erkende reparateur.
Vervang de tafelinzet(inlegstuk) onmiddellijk
wanneer deze versleten of beschadigd is.
Controleer dat het werkstuk goed is
ondersteund. Zorg altijd voor extra
ondersteuning bij lange werkstukken.
Oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Zaag nooit lichte legeringen. De machine is niet
ontworpen voor deze toepassing.
Gebruik geen schuurschijf en geen
diamantslijpwielen.
Het zagen van rabatten, sleuven of groeven is
niet toegestaan.
Schakel, in het geval van een ongeluk of een
storing, de machine onmiddellijk uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Rapporteer
de storing en breng op geschikte wijze een
markering op de machine aan, zodat wordt
voorkomen dat andere personen de niet goed
functionerende machine gebruiken.
Wanneer het zaagblad geblokkeerd is
geraakt door abnormale aanvoerkracht
tijdens het zagen,schakel de machine dan
ALTIJD uit en koppel de machine los van de
stroomvoorziening. Verwijder het werkstuk en
zorg voor vrijloop van het zaagblad. Schakel
de machine in en begin opnieuw te zagen met
verminderde aanvoerkracht.
Sluit de cirkelzaag altijd aan op een apparaat
voor stofafzuiging wanneer u hout zaagt.
Probeer NOOIT een stapel losse stukken
materiaal door te zagen, omdat dat kan leiden
tot verlies van controle en een terugslag.
Ondersteun alle materialen stevig.
ZAAGBLADEN
Sluit de machine altijd aan op een geschikt
apparaat voor stofafzuiging wanneer u hout
zaagt.
De maximaal toegestane snelheid van het
zaagblad moet altijd gelijk zijn of hoger zijn dan
de onbelaste snelheid van het gereedschap, die
op het naamplaatje wordt aangeduid.
Gebruik geen zaagbladen die niet voldoen
aan de afmetingen die worden vermeld in
de Technische Gegevens. Gebruik geen
dienen uitsluitend door erkende vaklieden te
worden uitgevoerd met behulp van originele
reserveonderdelen; anders kan dit tot een
aanzienlijk gevaar voor de gebruiker leiden.
Aanvullende veiligheidsregels voor
zaagtafels
Gebruik geen zaagbladen met een body-dikte
groter dan of een breedte van tanden kleiner
dan de dikte van het spouwmes(splitser).
Let erop dat het zaagblad in de juiste richting
draait en dat de tanden naar de voorzijde van
de zaagbank wijzen.
Let erop dat alle klemhandgrepen vastzitten
voordat u een bedieningshandeling start.
Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen
schoon zijn en dat de terugvallende zijden van
de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de
moer van de spandoorn stevig vast.
Zorg ervoor dat het zaagblad steeds scherp is
en goed is ingesteld.
Controleer dat het spouwmes is afgesteld op
de juiste afstand van het zaagblad - maximaal
5mm.
Werk nooit met de zaag zonder dat de bovenste
en onderste beschermkappen zijn geplaatst.
Houd niet een deel van uw lichaam in lijn met
het zaagblad. Persoonlijk letsel kan het gevolg
zijn. Ga aan de ene of de andere zijde van het
zaagblad staan.
Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact
voordat u zaagbladen verwisselt of onderhoud
verricht.
Duw het werkstuk te allen tijde aan met een
aanduwstok en let erop dat u tijdens het zagen
niet uw handen op een afstand van minder dan
150 mm van het zaagblad zet.
Probeer niet de zaag te gebruiken op een
andere spanning dan die is aangeduid.
Breng geen smeermiddelen op het zaagblad
aan terwijl het loopt.
Reik nooit achter het zaagblad langs.
Houd de aanduwstok altijd op de vaste plaats.
Ga niet op de machine staan.
Let er tijdens vervoer op dat het bovenste deel
van het zaagblad is afgedekt, bijv. door de
beschermkap.
Gebruik de beschermkap niet voor het
vastpakken of vervoeren van het gereedschap.
101
NEDERLANDS
Markeringen op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Lees de instructiehandleiding voordat u
het gereedschap in gebruik neemt
Draag gehoorbescherming
Draag oogbescherming
Draag bescherming van de luchtwegen.
Houd uw handen verwijderd van het
zaaggebied en het zaagblad.
Draagpunt.
POSITIE VAN DE DATUMCODE
De Datumcode, die ook omvat het jaar van
fabricage, is in de behuizing afgedrukt
Voorbeeld:
2013 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde machine
1 Langsgeleiding
1 Verstekmeter
1 Zaagblad
1 Bovenste zaagbladbeschermkap
1 Inlegstuk
2 Zaagbladsleutels
1 Stofextractieadapter
1 Gebruiksaanwijzing
1 Uitvergrote tekening
Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
tussenringen om een zaagblad passend
te maken voor de as. Gebruik alleen de
zaagbladen die in deze handeleiding worden
vermeld en die voldoen aan EN847-1, als u van
plan bent hout of vergelijkbare materialen te
zagen.
U kunt overwegen speciaal ontworpen
zaagbladen toe te passen die minder lawaai
maken.
Gebruik geen HS-zaagbladen (High Steel).
Gebruik geen vervormde, gescheurde of
beschadigde zaagbladen.
Het is belangrijk dat het gekozen zaagblad
geschikt is voor het materiaal dat u wilt zagen.
Draag altijd handschoenen wanneer u werkt
met zaagbladen en ruw materiaal. Zaagbladen
kunnen beter altijd in een houder worden
gedragen, als dat praktisch mogelijk is.
Overige risico’s
De volgende risico’s horen bij het gebruik van zagen:
- letsel dat wordt veroorzaakt door het aanraken
van draaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
- Gehoorbeschadiging.
- Risico van ongelukken veroorzaakt door
onbedekte delen van het roterende zaagblad.
- Risico van letsel wanneer u het zaagblad
vervangt zonder bescherming van uw handen.
- Risico van het knellen van vingers bij het
openen van de beschermkappen.
- Gezondheidsrisico’s door het inademen van
stof dat ontstaat bij het zagen van hout, vooral
eikenhout, beukenhout en MDF.
De volgende factoren zijn van invloed op de
geluidsproductie:
- het te zagen materiaal
- het type zaagblad
- de aanvoerkracht
- onderhoud van de machine
De volgende factoren zijn van invloed op de
blootstelling aan stof:
- versleten zaagblad
- stofafzuigsysteem met een luchtsnelheid van
minder dan 20 m/s
- werkstuk niet nauwkeurig geleid
102
NEDERLANDS
of kennis of bekwaamheden, als dat niet
gebeurt onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
mogen nooit alleen worden gelaten met dit
product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening
overeenkomt met de voltage op het typeplaatje.
Uw DEWALT gereedschap s dubbel
geïsoleerd in overeenstemming met
EN 61029; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het
worden vervangen door een speciaal geprepareerd
snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een
goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is
voor de stroomvoorziening van dit gereedschap(zie
Technische gegevens). De minimale
geleidergrootte is 1.5 mm
2
; de maximale lengte is
30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van letsel, zet de unit uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
u accessoires plaatst of verwijdert,
voordat u aanpassingen aanbrengt
of een andere opstelling kiest of
wanneer u reparaties uitvoert.
Controleer dat de AAN/UIT-schakelaar
in de stand OFF (UIT) staat. Wanneer de
machine per ongeluk wordt gestart, kan
dat leiden tot letsel.
Uitpakken
Neem de zaag voorzichtig uit het
verpakkingsmateriaal.
De machine is volledig gemonteerd,
alleen de afkortlangsgeleiding en de
zaagbladbeschermkap zijn niet erop gezet.
Voltooi de montage door de instructies te
volgen, die hieronder worden beschreven.
WAARSCHUWING: Houd de
aanduwstok altijd op dezelfde plaats
wanneer u hem niet gebruikt.
Beschrijving(afb.1–2)
a. Tafel
b. Zaagblad
c. Indicator afkortschaalverdeling
d. Fijnafstellingsknop
e. Hendel railvergrendeling
f. Afstelwiel zaagbladhoogte
g. Hendel afschuinvergrendeling
h. AAN/UIT-schakelaar
i. Montagegaten
j. Verstekmeter
k. Zaagbladbeschermkap
l. Vrijgavehendel zaagbladbeschermkap
m. Splitser
n. Stofuitlaatpoort
o. Beschermkap uitlaatpoort
p. Inlegstuk
q. Langsgeleiding
r. Grendel langsgeleiding
s. Werkondersteuning/smalle
langsgeleiding(afgebeeld in opgeborgen positie)
t. Zaagbladsleutels
u. Aanduwstok(afgebeeld in opgeborgen positie)
BEDOELD GEBRUIK
De tafelzaag DWE7491 is ontworpen voor
professioneel afkorten, zagen, verstekzagen en
afschuinen van diverse materialen, zoals hout,
analoge materialen en kunststoffen.
NIET gebruiken voor het zagen van metaal,
cementplaat of metselwerk.
NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze tafelzagen zijn professioneel elektrisch
gereedschap.
LAAT NIET KINDEREN in contact met het
apparaat komen. Toezicht is vereist als onervaren
gebruikers dit gereedschap bedienen.
WAARSCHUWING! Gebruik de
machine niet voor andere doeleinden
dan waarvoor zij is bedoeld.
Dit product is niet bedoeld voor gebruik door
personen(waaronder kinderen) die verminderde
fysieke, sensorische of psychische vermogens
hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/
103
NEDERLANDS
6. Zet met de steeksleutel voor de doorn de moer
van de doorn(v) vast door de moer naar rechts
te draaien.
7. Zet het inlegstuk weer terug.
WAARSCHUWING: Controleer altijd de
aanwijzer van de afkortgeleiding en de
zaagbladbeschermkap wanneer u het
zaagblad hebt vervangen.
De zaagbladbeschermkap monteren
(afb.1, 4)
WAARSCHUWING: Gebruik
de beschermkap bij alle
zaagwerkzaamheden.
1. Breng de doorn van het zaagblad naar de
maximale hoogte.
2. Installeer de zaagbladbeschermkap door aan
de vrijgavehendel van de beschermkap(l) te
trekken en de splitser(m) in te steken zo ver als
het gaat.
3. Laat de hendel los, controleer dat de klemplaten
volledig zijn gesloten en klem de splitser stevig
vast.
WAARSCHUWING: Inspecteer,
voordat u de tafelzaag aansluit op de
stroomvoorziening of de zaag in gebruik
neemt, altijd de zaagbladbeschermkap
op de juiste uitlijning en vrijloop van het
zaagblad. Controleer de uitlijning na
iedere verandering van de afschuinhoek.
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van ernstige persoonlijk letsel, werk NIET
met de zaag als de beschermkap niet
stevig is vastgeklemd.
Wanneer de splitser(m) goed is uitgelijnd, staat
deze in één lijn met het zaagblad, zowel aan de
bovenzijde van de tafel als aan de bovenzijde van
het zaagblad. Zorg er met behulp van bijvoorbeeld
een winkelhaak voor dat het zaagblad(b) is
uitgelijnd met de splitser(m). Probeer, terwijl de
stroomvoorziening is uitgeschakeld, de uiterste
stand van de aanpassingen opzij en omhoog,
en controleer dat bij alle werkzaamheden de
beschermkap vrijloopt van het zaagblad.
WAARSCHUWING: Voor een veilige
werking is het van essentieel belang
dat de zaagbladbeschermkap goed is
gemonteerd en uitgelijnd.
DE ZAAGBLADBESCHERMKAP VERWIJDEREN (AFB.4)
1. Trek aan de vrijgavehendel(l)van de
beschermkap.
2. Breng de zaagbladbeschermkap(k) omhoog.
Het Zaagblad monteren(afb.1, 3)
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van letsel, zet de unit uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
u accessoires plaatst of verwijdert,
voordat u aanpassingen aanbrengt
of een andere opstelling kiest of
wanneer u reparaties uitvoert.
Controleer dat de aan/uit-schakelaar in
de stand OFF (UIT) staat. Wanneer de
machine per ongeluk wordt gestart, kan
dat leiden tot letsel.
WAARSCHUWING: De tanden van
een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en
kunnen gevaarlijk zijn.
WAARSCHUWING: Het zaagblad
MOET worden vervangen volgens
de aanwijzingen in dit deel. Gebruik
ALLEEN zaagbladen die onder
Technische Gegevens worden
genoemd. Wij adviseren DT4226 te
gebruiken. Monteer NOOIT andere
zaagbladen.
OPMERKING: Het zaagblad is in de fabriek in dit
gereedschap gemonteerd.
1. Breng de doorn van het zaagblad omhoog naar
de maximale hoogte door het afstelwiel voor
de hoogte van het zaagblad(f) naar rechts te
draaien.
2. Verwijder het inlegstuk(p). Raadpleeg Het
inlegstuk monteren.
3. Draai met steeksleutels de moer van de doorn
los en verwijder deze(v) en de flens(x) van de
zaagdoorn door naar links te draaien.
4. Plaats het zaagblad op de as(w) en let er
daarbij op dat de tanden van het zaagblad(b)
omlaag wijzen aan de voorzijde van de tafel.
Monteer de ringen en de moer van de doorn
op de as en zet de moer(v) met de hand vast,
zo veel als mogelijk is, en let er daarbij op dat
het zaagblad tegen de binnenste ring zit en
de buitenste flens(x) tegen het zaagblad zit.
Let erop dat de grootste diameter van de flens
tegen het zaagblad zit. Let erop dat de as en de
ringen vrij zijn van stof en vuil.
5. U kunt voorkomen dat de as draait wanneer u
de moer van de doorn vastzet, door met het
open einde van de zaagbladsteeksteutel(t) de
as vast te zetten.
104
NEDERLANDS
VOORZICHTIG: Let erop dat het
oppervlak stabiel genoeg en dat grote
stukken materiaal de tafel niet tijdens het
gebruik laten kantelen.
De tafelzaag moet stevig worden gemonteerd.
Er zitten vier gaten(i) in de onderplaat van het
gereedschap en die zijn bedoeld voor de montage.
Wij adviseren u ten zeerste de tafelzaag met deze
gaten op uw werkbank of op een ander stevig
onderstel te verankeren
1. Zet de zaag in het midden van een vierkant stuk
multiplex van 12 á 13 mm dik.
2. Markeer met een potlood de posities van de
twee achterste montagegaten(op een afstand
van 220 mmvan elkaar) in het frame van de
zaag. Meet dan 498,5 mmnaar voren uit naar
de twee voorste gaten.
3. Neem de zaag weg en boor gaten van
9 mmop de plaatsen die u zojuist hebt
gemarkeerd.
4. Plaats de zaag over de vier gaten die u
hebt geboord in het multiplex en steek vier
8mm-bouten VAN ONDERAF OMHOOG.
Plaats er ringen en 8 mm-moeren bovenop. Zet
stevig vast.
5. U kunt voorkomen dat de schroefkoppen
het oppervlak beschadigen waarop u de
zaag klemt, door twee reststukken hout op
de onderzijde van de multiplex grondplaat te
bevestigen. U kunt deze stukken hout met
houtschroeven van bovenaf bevestigen als u
er maar wel oplet dat de schroeven niet door
onderzijde uitsteken.
6. Zet met een houtklem de multiplex grondplaat
vast op uw werkbank, wanneer u de zaag
gebruikt.
AANPASSINGEN
Aanpassing van het zaagblad(afb.7)
UITLIJNING VAN HET ZAAGBLAD (PARALLEL AAN DE
VERSTEKSLEUF)
WAARSCHUWING: Snijgevaar.
Controleer het zaagblad in de stand 0˚
en 45˚ zodat u er zeker van kunt zijn dat
het zaagblad niet het inlegstuk raakt,
omdat dat persoonlijk letsel zou kunnen
veroorzaken.
Het inlegstuk monteren(afb.5)
1. Lijn het inlegstuk(p) uit zoals wordt afgebeeld
in afbeelding 5, en steek de nokjes aan de
achterzijde van het inlegstuk in de gaten aan de
achterzijde van de tafelopening.
2. Draai de vergrendelschroef(v v) 90° zodat de
tafelinzet op z’n plaats wordt vergrendeld.
3. Het inlegstuk heeft vier stelschroeven waarmee
het omhoog of omlaag kan worden gebracht.
Wanneer het inlegstuk goed is afgesteld, moet
het gelijk liggen met of iets lager liggen dan het
oppervlak van de bovenzijde van de tafel en op
zijn plaats zijn bevestigd. De achterzijde van het
inlegstuk moet gelijk liggen met de bovenzijde
van de tafel of er iets boven liggen.
WAARSCHUWING: Gebruik de
machine nooit zonder het inlegstuk.
Vervang het inlegstuk onmiddellijk
wanneer het versleten of beschadigd is.
HET INLEGSTUK VERWIJDEREN
1. Verwijder het inlegstuk(p) door de
vergrendelschroef(v v) 90˚ naar links te draaien
2. Steek het open einde van de steeksleutel
in de sleuf(z), trek het inlegstuk omhoog en
naar voren zodat de binnenzijde van de zaag
tevoorschijn komt. Werk NIET met de zaag
zonder het inlegstuk.
Langsgeleiding plaatsen(afb.6)
De geleiding voor overlangszagen kan
worden geïnstalleerd op twee posities aan de
rechterzijde(Positie 1 voor 0 mm tot 62 cm [24,5”]
overlangszagen en Positie 2 voor 20,3 cm [8”] tot
82,5cm [32,5”] overlangszagen) en één positie aan
de linkerzijde van uw tafelzaag.
1. Maak de vergrendelingen van de langsgeleiding
los(r).
2. Houd de geleiding in een hoek vast, houd de
lokatiepennen(voor en achter)(cc) op de rails
van de langsgeleiding tegenover de kopsleuven
van de geleiding(dd).
3. Schuif de kopsleuven op de pennen en draai de
geleiding omlaag tot deze op de rails rust
4. Vergrendel de geleiding op z’n plaats door de
grendels voor en achter (r) op de rails te sluiten.
Montage op een werkbank(afb.1)
VOORZICHTIG: Beperk het risico van
persoonlijk letsel, zorg er vooral voor
dat de tafelzaag stevig op een stabiel
oppervlak wordt gemonteerd.
105
NEDERLANDS
6. Stel de kleine stelschroeven af(ll) zodat de
splitser naar de positie die wordt vermeld
in 5, beweegt. Leg de rechte lat aan de
tegenovergestelde zijde van het zaagblad en
herhaal de afstelling, als dat nodig is.
7. Draai de twee grotere vergrendelschroeven licht
vast(nn).
8. Plaats een vierkant vlak deel tegen de splitser
zodat u kunt zien of de splitser verticaal is en is
uitgelijnd met het zaagblad.
9. Als dat nodig is, zet de splitser dan met de
stelschroeven verticaal op het vierkante vlakke
deel.
10. Controleer de positie van de splitser door stap 5
en 6 te herhalen.
11. Draai de twee grotere vergrendelschroeven
geheel vast(nn).
Parallelle afstelling(afb.1, 9, 15)
Voor optimale prestaties moet het zaagblad
parallel zijn aan de langsgeleiding. Deze afstelling is
uitgevoerd in de fabriek. U kunt opnieuw afstellen:
POSITIE 1 UITLIJNING LANGSGELEIDING
1. Installeer de langsgeleiding in positie 1 en
ontgrendel de vergrendelhendel van de rails(e).
Kijk waar zich de beide lokatiepennen(cc)
bevinden die de langsgeleiding ondersteunen
op de voorste en achterste rails.
2. Draai de schroef van de achterste lokatiepen
los en stel de positie van de langsgeleiding in
de groef op de langsgeleiding af, totdat het
oppervlak van de langsgeleiding parallel aan
het zaagblad staat. Meet vooral vanaf het
oppervlak van de langsgeleiding tot de voor en
achterzijde van het zaagblad, zodat uitlijning is
gewaarborgd.
3. Draai de plaatsingsschroef vast en herhaal de
procedure aan de linkerzijde van het zaagblad.
4. Controleer de aanpassing van de aanwijzer van
geleidingsschaal(afb.10)
POSITIE 2 UITLIJNING LANGSGELEIDING
1. Maak voor het uitlijnen van positie 2
langsgeleiding-lokatiepennen(cc) dat de positie
1-pennen zijn uitgelijnd,, raadpleeg Positie 1
Uitlijninng Langsgeleiding.
2. Draai de positie 2 pennen los, en lijn de
pennen uit, gebruik de gaten van de
zaagbladsteeksleutels als richtlijn voor de
plaatsing(afb.15).
3. Draai de lokatiepennen vast(voor en achter).
Als het zaagblad niet uitgelijnd is met de versteksleuf
op het zaagtafelblad, moet het zaagblad weer
uitgelijnd worden. Ga als volgt te werk voor het
uitlijnen van het zaagblad en de versteksleuf:
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van letsel, zet de unit uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
u accessoires plaatst of verwijdert,
voordat u aanpassingen aanbrengt
of een andere opstelling kiest of
wanneer u reparaties uitvoert.
Wanneer de machine per ongeluk wordt
gestart, kan dat leiden tot letsel.
1. Draai met inbussleutel van 6mm de achterste
bevestiging van de draaibeugel los(ff), die zich
aan de onderzijde van tafel bevindt, draai niet
meer los dan nodig is om de beugel heen en
weer te kunnen bewegen.
2. Stel de beugel af tot het zaagblad parallel loopt
aan de sleuf van de verstekmeter.
3. Draai de achterste bevestiging van de
draaibeugel vast op een aanhaalmoment van
12,5 – 13,6 Nm.
AANPASSING VAN DE HOOGTE VAN HET ZAAGBLAD
(AFB.1)
U kunt het zaagblad hoger of lager zetten door
het stelwiel voor de hoogte van het zaagblad te
draaien(f).
Het is belangrijk dat de bovenste drie tanden tijdens
het zagen net door het bovenste oppervlak van het
werkstuk breken. Dat maakt dat het maximumaantal
tanden te eniger tijd materiaal verwijderen, en dat
het gereedschap maximaal presteert.
Beschermkap/Splitser uitlijnen met
het zaagblad(afb.8)
1. Neem het inlegstuk uit. Raadpleeg Het
inlegstuk uitnemen.
2. Breng het zaagblad over de gehele diepte van
de zaagsnede omhoog en stel een schuine
hoek van 0° in.
3. Kijk waar zich de drie kleine stelschroeven
bevinden(ll) naast de vergrendelknop van
de beschermkap(mm). Met deze schroeven
worden wordt de stand van de beschermkap
afgesteld.
5. Leg een rechte lat op de tafel tegen de twee
punten van het zaagblad. De splitser(m) mag
de rechte lat niet raken. Draai de twee grotere
vergrendelschroeven los, als dat nodig is(nn).
106
NEDERLANDS
2. Ontgrendel de hendel voor de
afschuinvergrendeling(g) door deze omhoog en
naar rechts te duwen. Draai de schroef voor de
schuine stop(jj) los.
3. Plaats het vierkante vlakke deel tegen de
bovenzijde van de tafel en tegen het zaagblad
tussen tanden. Controleer dat de hendel van
de afschuinvergrendeling in de ontgrendelde
positie, dus omhoog, staat.
4. Stel met behulp van de hendel van de
afschuinvergrendeling de afschuinhoek af tot
deze vlak tegen het vierkant staat.
5. Zet de hendel van de afschuinvergrendeling vast
door deze omlaag te duwen.
6. Draai de nok van de afschuinstop(ii) totdat deze
stevig tegen het lagerblok aanstaat. Draai de
schroef van de afschuinstop(jj) vast.
7. Controleer de schaalverdeling voor de
afschuinhoek. Als de aanwijzer niet op 0° staat,
draai de schroef van de aanwijzer(kk) dan los
en verplaats de aanwijzer zo dat deze een juiste
uitlezing geeft. Zet de schroef van de aanwijzer
weer vast.
8. Herhaal dit bij 45°, maar stel de aanwijzer niet
af.
Afstelling van de verstekmeter
(afb.1)
Draai als u de verstekmeter(j) wilt afstellen, de knop
los, stel de gewenste hoek in en draai de knop vast.
Positie van lichaam en handen
Plaats uw lichaam en handen bij het bedienen van
de tafelzaag in de juiste positie, dat maakt het zagen
gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
WAARSCHUWING:
Plaats uw handen nooit in de buurt
van het zaaggebied.
Plaats uw handen niet op minder dan
150mm afstand van het zaagblad.
Houd uw handen niet kruislings.
Houd beide voeten stevig op de vloer
en blijf goed in evenwicht.
Voor ingebruikneming
WAARSCHUWING:
Installeer het geschikte zaagblad.
Gebruik geen al te versleten
zaagbladen. De maximale
rotatiesnelheid van het gereedschap
De afkortschaalverdeling
afstellen(afb.10)
1. Ontgrendel de hendel van de railvergrendeling(e).
2. Stel het zaagblad af in een hoek van 0° en
verplaats de langsgeleiding tot deze het zaagblad
raakt.
3. Zet de hendel van de railvergrendeling vast.
4. Draai de schroeven van de aanwijzer van
de afkortschaalverdeling los(ee) en zet de
aanwijzer van de afkortschaalverdeling op
nul(0). Zet de schroeven van de indicator van
de afkortschaalverdeling weer vast. De gele
afkortschaalverdeling(boven) geeft alleen een
juiste aflezing als de langsgeleiding is gemonteerd
aan de rechterzijde van het zaagblad en in positie
1 staat(voor nul tot 62 cm afkorten), niet in
de stand voor afkorten van 82,5 cm. De witte
schaalverdeling(onder) geeft alleen een juiste
aflezing als de langsgeleiding is gemonteerd aan
de rechterzijde van het zaagblad en in positie 2
staat(voor 20,3 cm tot 82,5 cm afkorten).
De schaalverdeling voor het afkorten geeft alleen
een juiste uitlezing wanneer de langsgeleiding is
gemonteerd aan de rechterzijde van het zaagblad.
Afstelling van de
railvergrendeling(afb.1, 11)
De railvergrendeling is in de fabriek afgesteld. Ga als
volgt te werk als u deze afstelling moet aanpassen.
1. Zet de hendel van de railvergrendeling(e) vast.
2. Maak aan de onderzijde van de zaag de
borgmoer(gg) los.
3. Zet de zeskantige stang(hh) vast tot de veer
op het vergrendelsysteem wordt ingedrukt,
waardoor de gewenste spanning op de hendel
van de railvergrendeling ontstaat. Zet de
borgmoer tegen de zeskantige stang weer vast.
4. Keer de zaag om en controleer dat de
langsgeleiding niet beweegt wanneer de
vergrendelhendel is vastgezet. Als de
langsgeleiding nog los is, moet u de veer nog
vaster zetten.
Aanpassing van de afschuinstop en
de aanwijzer(afb.12)
1. Breng het zaagblad geheel omhoog door
het wiel voor de hoogteafstelling van het
zaagblad(f) naar rechts te draaien tot het stopt.
107
NEDERLANDS
dat de gebruiker een goed overzicht
heeft en voldoende ruimte rond
de machine heeft voor het zonder
enige beperkingen werken met het
werkstuk.
Installeer het geschikte zaagblad.
Gebruik geen zeer versleten
zaagbladen. De maximale
rotatiesnelheid van het gereedschap
mag niet hoger zijn dan die van het
zaagblad.
Probeer niet al te kleine werkstukken
te zagen.
Geef het zaagblad ruimte om te
zagen. Oefen er geen kracht op uit.
Laat de motor eerst geheel op
snelheid komen voordat u met zagen
begint.
Controleer dat alle
vergrendelingsknoppen en
klemhandgrepen vastzitten.
Plaats nooit één van uw handen in
de buurt van het zaagblad wanneer
de zaag is aangesloten op de
stroomvoorziening.
Gebruik uw zaag niet voor het zagen
uit de losse hand!
Zaag geen krom- of holgetrokken of
gebogen werkstukken. Er moet ten
minste één rechte, gladde zijde zijn
voor plaatsing tegen de afkort- of
versteklangsgeleiding.
Ondersteun lange werkstukken altijd
zodat terugslag wordt voorkomen.
Verwijder geen afgezaagde stukken
uit het gebied rond het zaagblad
zolang het zaagblad draait.
In- en uitschakelen(afb.13)
De aan/uit-schakelaar(h) van uw zaagbank biedt
meerdere voordelen:
Vrijgavefunctie bij geen spanning: als de stroom
om een bepaalde reden uitvalt, moet de
schakelaar bewust opnieuw worden bediend.
Schakel de machine in door op de groene
startknop te drukken.
Schakel de machine uit door op de rode
stopknop te drukken.
mag niet hoger zijn dan die van het
zaagblad.
Probeer niet al te kleine werkstukken
te zagen.
Geef het zaagblad ruimte om te
zagen. Oefen er geen kracht op uit.
Laat de motor eerst geheel op
snelheid komen voordat u met zagen
begint.
OPERATION
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften in acht.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op letsel te verminderen schakelt
u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af
voordat u accessoires installeert
of verwijdert, voordat u instelling
aanpast of wijzigt, of wanneer u
reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag
wijzen op de “woodworking machines regulations
1974”(houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur
1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst
overeenkomstig uw ergonomische condities waar
het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De
plaats van de machine moet zo worden gekozen dat
de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende
ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige
beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor
te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te
koud is, de machine en de accessoires goed zijn
onderhouden en dat de omvang van het werkstuk
geschikt is voor deze machine.
WAARSCHUWING:
Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
Het is belangrijk dat de machine
wordt geplaatst overeenkomstig
de ergonomische condities waar
het betreft hoogte en stabiliteit van
het werkblad. De plaats van de
machine moet zo worden gekozen
108
NEDERLANDS
EENVOUDIGE ZAAGSNEDEN
Afkorten(afb.1, 2, 17 & 18)
WAARSCHUWING: Scherpe randen
1. Stel het zaagblad in op 0°.
2. Zet de grendel van de langsgeleiding(r)
vast(fig.1).
3. Breng het zaagblad omhoog tot het ongeveer
3 mm hoger is dan de bovenzijde van het
werkstuk. Stel zo nodig de hoogte van de
bovenste zaagbladbeschermkap af.
4. Stel de positie van de langsgeleiding af,
raadpleeg Werken met de langsgeleiding.
5. Houd het werkstuk vlak tegen de tafel en tegen
de langsgeleiding. Houd het werkstuk weg bij
het zaagblad.
6. Houd beide handen weg van het pad van het
zaagblad(afb.17).
7. Schakel de machine in en laat het zaagblad
volledig op snelheid komen.
8. Voer het werkstuk langzaam onder de
beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de
langsgeleiding gedrukt houdt. Laat de tanden
zagen en dwing het werkstuk niet door het
zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet
constant worden gehouden.
9. Gebruik altijd een aanduwstok(u) wanneer u in
de buurt van het zaagblad werkt(afb.18).
10. Schakel de machine uit na het voltooien van
de zaagsnede, laat het zaagblad tot stilstand
komen en verwijder het werkstuk.
WAARSCHUWING:
Duw nooit tegen het “vrije” of
afgezaagde gedeelte van het
werkstuk en houd het niet vast.
Zaag geen al te kleine werkstukken.
Gebruik altijd een aanduwstok
wanneer u kleine werkstukken zaagt.
Schuine zaagsneden(afb.1)
1. Stel de gewenste schuine hoek in door de
roterende hendel(g) omhoog en naar rechts te
duwen.
2. Stel de gewenste hoek in, draai de hendel door
deze omlaag te duwen en naar links en op z’n
plaats te vergrendelen.
Werken met de langsgeleiding voor
overlangszagen(afb.14–16)
HENDEL RAILVERGRENDELING
De hendel railvergrendeling(e) vergrendelt de
langsgeleiding op z’n plaats zodat beweging tijdens
het zagen wordt voorkomen. U kunt de hendel voor
de rail vergrendelen door deze omlaag te duwen
naar de achterzijde van de zaag. U kunt de hendel
ontgrendelen door deze omhoog te trekken naar de
voorzijde van de zaag.
OPMERKING: Vergrendel altijd de hendel van de
railvergrendeling wanneer u overlangszaagt.
UITBREIDING WERKONDERSTEUNING /SMALLE GELEIDING
OVERLANGSZAGEN
Uw zaagtafel is voorzien van een uitbreiding voor
werkondersteuning zodat werkstukken die buiten de
zaagtafel steken, kunnen worden ondersteund.
U kunt de smalle geleiding voor zagen gebruiken
voor ondersteuning van een werkstuk door de
geleiding uit de opbergpositie te draaien, zoals
wordt getoond in Afbeelding 15, en de pennen in
de lagere sleuven(aa) aan beide uiteinden van de
langsgeleiding te schuiven.
U kunt de smalle langsgeleiding voor zagen in de
smalle positie gebruiken, door de pennen in de
bovenste sleuven(bb) aan beide uiteinden van de
langsgeleiding te schuiven. In deze stand ontstaat
51mm extra ruimte tot het zaagblad. Zie Afbeelding
16.
OPMERKING: Trek de uitbreiding van de
ondersteuning van werkstukken in of stel deze af in
de smalle positie voor de langsgeleiding wanneer u
boven de zaagtafel werkt.
FIJNAFSTELLINGSKNOP
De fijnafstellingsknop(d) maakt kleinere
aanpassingen mogelijk bij het instellen van de
langsgeleiding. Voordat u de langsgeleiding
afstelt, moet u erop letten dat de hendel voor de
railvergrendeling omhoog staat in de ontgrendelde
stand.
AANWIJZER SCHAALVERDELING OVERLANGSZAGEN
De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen moet worden afgesteld voor
de juiste werking van de langsgeleiding als de
gebruiker overschakelt tussen dikke en dunne
zaagbladen. De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen geeft alleen een juiste uitlezing voor
positie 1(nul tot 61 cm), maar voeg voor positie 1
met de smalle langsgeleiding 5,08 cm toe. Zie De
schaalverdeling overlangszagen aanpassen
onder Montage.
109
NEDERLANDS
Opslag(afb.21-23)
1. Bevestig de aanduwstok(u) aan de
langsgeleiding.
2. Verwijder de zaagbladbeschermkap. Zie De
zaagbladbeschermkap verwijderen. Haak
de voorzijde van de zaagbladbeschermkap aan
de beugel en schuif de achterzijde in de houder
zoals wordt getoond, draai vervolgens de
hendel naar links vast.
3. Schuif de zaagbladsleutel (t) in het vak tot de
gele knop uitkomt tegenover het gat en vast
komt te zitten, zie afbeelding 23.
4. Steek de geleidebalk van de verstekmeter in het
vak, draai en klik vast. Plaats het verlengstuk
van de verstekmeter omhoog zodat deze niet in
de weg zit.
5. Wikkel het snoer hier rond(oo).
6. U kunt de langsgeleiding opbergen door de
werkondersteuning in de opbergpositie te
klikken. Haal de langsgeleiding van de rails.
Bevestig de langsgeleiding ondersteboven
aan de linkerzijde van de zaag, zie afbeelding
22. Haak NIET de lokatiesleuven vast aan de
linkerzijde van de lokatieschroeven van de
langsgeleiding. Deze schroeven komen uit
tegenover de ruimte op de langsgeleiding,
zoals wordt getoond. Sluit de grendels van de
langsgeleiding(r) en zet vast.
Vervoeren
Draag de machine altijd aan de aangeduide
handgrepen(ww), zie afbeelding 1.
WAARSCHUWING: Vervoer de
machine altijd met de bovenste
zaagbladbeschermkap gemonteerd.
ONDERHOUD
Uw DEWALT-machine is ontworpen voor langdurig
gebruik met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar tevredenheid functioneren hangt af van
de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig
schoonmaken.
Smering(afb.20)
De motor en de lagers hoeven niet extra te worden
gesmeerd. Als het omhoog en omlaag brengen van
het zaagblad moeilijk wordt, reinig dan de schroeven
voor de hoogteafstelling en breng er wat vet op aan.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Afkorten en schuin afkorten
1. Verwijder de langsgeleiding en installeer de
verstekmeter in de gewenste sleuf.
2. Vergrendel de verstekmeter op 0°.
3. Ga verder als bij overlangszagen.
Verstekzaagsneden(afb.1)
1. Zet de verstekmeter(j) op de gewenste hoek.
OPMERKING: Houd altijd het werkstuk stevig
tegen de voorzijde van de verstekmeter.
2. Ga verder als bij overlangszagen.
Samengesteld verstek
Deze zaagsnede is een combinatie van de verstek-
en de afschuinzaagsnede. Stel de afschuinhoek in
de gewenste stand en ga verder als bij afkortverstek.
Lange werkstukken ondersteunen
Zorg altijd voor ondersteuning van lange
werkstukken.
Ondersteun lange werkstukken op allerlei
geschikte manieren, zoals zaagbokken of
dergelijke, zodat afgezaagde gedeelten niet
kunnen vallen.
Stofafzuiging(afb.1)
De machine is voorzien van een stofafzuigpoort(n)
aan de achterzijde van de machine, geschikt
voor stofafzuigapparatuur die voorzien is van
zuigmonden van 57/65 mm. Bij de machine
wordt een verloopstuk geleverd voor gebruik van
stofafzuigmonden met een diameter van 34-40 mm.
De zaagbladbeschermkap is ook voorzien van een
stofafzuigmond voor zuigmonden met een diameter
van 35 mm.
Sluit bij alle werkzaamheden een toestel
voor stofafzuiging aan dat is ontworpen
in overeenstemming met de relevante
voorschriften voor stofemissie.
Controleer dat de slang van
stofafzuigapparatuur geschikt is voor de
toepassing en voor het materiaal dat wordt
gezaagd. Zorg ervoor dat de slang niet vast
komt te zitten of bekneld raakt.
Bedenk dat geproduceerde materialen zoals
spaanplaat of MDF meer stofdeeltjes geven bij
het zagen dan natuurlijk hout.
110
NEDERLANDS
Als er delen van het werkstuk tussen het zaagblad
en de beschermkappen bekneld zitten, trek de
stekker van de machine dan uit het stopcontact
en volg de instructies die worden gegeven bij Het
zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen delen
en monteer het zaagblad opnieuw.
Houd de ventilatiesleuven vrij en reinig de behuizing
regelmatig met een zachte doek.
Maak het stofafzuigsysteem regelmatig schoon.
1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact.
2. Draai de zaag op z’n kant, zodat de onderzijde,
het open gedeelte van de machine toegankelijk
is.
3. Open het stofluik(qq), dat wordt getoond
in19, door de twee schroeven los te draaien
en vervolgens de twee klemmen (rr) aan de
zijkant in te drukken. Haal alle overtollige stof
weg en zet het luik weer op z’n plaats door
de zijklemmen geheel in te duwen en de
vergrendelschroeven vast te zetten.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Omdat
accessoires die niet door DEWALT
WORDEN AANGEBODEN, niet op dit
product zijn getest, kan het gebruik
van dergelijke accessoires op dit
gereedschap gevaarlijk zijn. Beperk het
risico van letsel, gebruik alleen door
DEWALT aanbevolen accessoires met
dit product.
Vervang de zaagbladbeschermkap wanneer deze
versleten is. Neem contact op met het DEWALT-
servicecentrum ter plaatse voor nadere gegevens
over een vervangende zaagbladbeschermkap.
ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD ZAAGBLADEN
VAN 250 mm die geluidgedempt zijn met asgaten
van 30 mm. Nominale snelheid van het zaagblad
moet ten minste 5000 TPM zijn. Gebruik nooit
zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen
nooit goed kunnen worden afgeschermd.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
TOEPASSING DIAMETER TANDEN
Constructiezaagbladen(afkorten)
Algemene toepassing 250 mm 24
Fijne afkortzaagsneden 250 mm 40
Zaagbladen voor houtbewerking(geven
gladde, schone zaagsneden)
Fijne afkortzaagsneden 250 mm 60
Vraag uw dealer om nadere informatie over de juiste
accessoires.
2. Draai de zaag op z’n kant.
3. Reinig en smeer de schroefdraad van de
schroeven voor de hoogteafstelling(pp) aan de
onderzijde van deze zaag, zoals in afbeelding
20 wordt getoond. Gebruik een vet voor
algemene toepassing.
Reinigen(afb.1, 19)
WAARSCHUWING: Beperk het
risico van ernstig persoonlijk letsel,
schakel de unit uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat
met reinigingswerkzaamheden
begint. Wanneer de machine per
ongeluk wordt gestart, kan dat
leiden tot letsel.
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof
uit de hoofdbehuizing met droge lucht,
zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond
de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een
goedgekeurd stofmasker als u deze
procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere bijtende
chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het
gereedschap. Deze chemicaliën kunnen
het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een
doek die uitsluitend met water en milde
zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt;
dompel nooit enig onderdeel van het
gereedschap in een vloeistof.
WAARSCHUWING: Om het risico
op letsel te verminderen maakt u
de bovenkant van de tafel regelmatig
schoon.
WAARSCHUWING: Om het risico
op letsel te verminderen maakt u het
stofverzamelingssysteem regelmatig
schoon.
De zaagbladbeschermkap(k) en het inlegstuk
moeten op hun plaats worden gezet, voordat u de
zaag in gebruik neemt.
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste en
de onderste beschermkap van het zaagblad en ook
de stofafzuigbuis zodat u weet dat zij goed zullen
functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of
deeltjes niet kunnen leiden tot blokkering van één
van de functies.
111
NEDERLANDS
Milieubescherming
Gescheiden afvalinzameling. Dit product
mag niet bij het normale huishoudelijke
afval worden aangeboden.
Als u op een dag merkt dat uwD
EWALT-product
aan vervanging toe is, of als u het niet meer gaat
gebruiken, ga het dan niet weg bij het huishoudelijk
afval. Bied dit product aan bij de gescheiden
afvalinzameling.
Gescheiden inzameling van gebruikte
producten of verpakkingen maakt het
mogelijk dat materiaal kan worden
gerecycled en nogmaals gebruikt. Het
hergebruik van gerecycled materiaal helpt
milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de
vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke bepalingen voorzien mogelijk in de
gescheiden inzameling van elektrische producten
uit een huishouden, op stedelijke inzamelingspunten
of bij de detailhandelaar waar u een nieuw product
aanschaft.
D
EWALT biedt een voorziening voor het verzamelen
en recyclen van D
EWALT-producten wanneer zij
eenmaal aan het einde van hun levensduur zijn.
Stuur als u van deze service gebruik wilt maken uw
product terug naar iedere erkende reparateur die
namens ons de verzameling op zich neemt.
U kunt de locatie van de erkende reparateur die het
dichtste bij u in de buurt is, opzoeken door contact
op te nemen met het D
EWALT-kantoor ter plaatse
en u vindt het adres daarvan in deze handleiding. U
kunt ook een lijst van erkende DEWALT-reparateurs
en volledige details van onze servicedienst en
contactpersonen vinden op internet, ga naar:
www.2helpU.com
112
NEDERLANDS
Er geen reparaties zijn ondernomen
door niet-geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt
overleggen;
Het product compleet met alle originele
onderdelen wordt geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie,
neem dan contact op met uw leverancier of
zoek het officiële D
EWALT-servicecentrum
bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of
neem contact op met het DEWALT-kantoor
op het adres dat wordt vermeld in deze
handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-
servicecentra en volledige details over onze
after-sales-service zijn ook te vinden op
internet via: www.2helpU.com.
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit
van zijn producten en biedt
professionele gebruikers van het
product een uitstekende garantie. Deze
garantieverklaring is een aanvulling op uw
contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een
particuliere, niet-professionele gebruiker,
en is op geen enkele wijze van invloed
op deze rechten. De garantie is geldig
binnen het grondgebied van de Lidstaten
van de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD
TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de
prestaties van uw D
EWALT-gereedschap,
kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht.
binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen
bij het verkooppunt en omruilen voor een
ander stuk gereedschap of tegen restitutie
van het aankoopbedrag. Het product mag
niet in onredelijke mate zijn versleten en u
dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS
ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of
servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de
12 maanden na uw aankoop, hebt u
recht op één jaar gratis service. Deze
zal kosteloos worden uitgevoerd in een
DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief
arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect
raakten en onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT-product defect raakt als
gevolg van het gebruik van verkeerde
materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van
aankoop, garandeert DEWALT alle defecte
onderdelen gratis te vervangen of – naar
onze beoordeling – het apparaat gratis te
vervangen, op voorwaarde dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product in redelijke mate is
versleten;

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 6 Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 20 English (original instructions) 36 Español (traducido de las instrucciones originales) 50 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 65 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 81 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 96 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 112 Português (traduzido das instruções originais) 126 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 142 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 156 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 170 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 185 Copyright DEWALT B Figure 8 Figure 7 mm ll nn ff Figure 9 Position 1 Figure 10 Position 2 cc Figure 11 5 6 7 8 9 10 11 12 13 13 14 15 16 17 18 19 20 21 hh gg ee Figure 12 ii kk jj f g 3 NEDERLANDS TAFELZAAG DWE7491 Hartelijk gefeliciteerd! U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel gereedschap. Technische gegevens Spanning Type Opgenomen vermogen Afgegeven vermogen Toerental, onbelast Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Dikte spouwmes Zaagdiepte onder90° Zaagdiepte onder45° Zaagcapaciteit Afmetingen Gewicht LPA (geluidsdruk) KPA (onzekerheidsfactor geluidsdruk) LWA (akoestisch vermogen) KWA (onzekerheid akoestisch vermogen) Zekeringen: Europa W W min-1 mm mm mm mm mm mm mm mm kg DWE7491-QS/GB 230 1 2000 970 3800 250 30 2.2 2.3 77 55 825 710 x 650 x 450 28.1 DWE7491-LX 115 1 1700 820 4800 250 30 2.2 2.3 77 55 825 710 x 650 x 450 28.1 dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 95.0 3.0 106.0 3.0 95.0 3.0 106.0 3.0 V Definities: Veiligheidsrichtlijnen 230 V-gereedschap 10 ampère, stroomnet OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestane systeemimpedantie Zmax van 0,25 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, leidt tot de dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. 97 NEDERLANDS OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Lees al deze instructies door voordat u begint het product te gebruiken en bewaar deze instructies. Wijst op risico van een elektrische schok. Algemene veiligheidsregels Wijst op brandgeva. BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING OM ER DINGEN IN OP TE ZOEKEN 1. Houd het werkgebied schoon. Rommelige omgevingen en werkbanken zorgen voor letsel. 2. Let op de werkomgeving. Scherpe randen. EC-Declaration of Conformity MACHINERY DIRECTIVE DWE7491 Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in vochtige of natte omstandigheden. Zorg dat de werkruimte goed verlicht is (250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap niet als het risico bestaat dat brand of een explosie wordt veroorzaakt, bv. in de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen of gassen. 3. Wees bedacht op een elektrische schok. DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG; EN 61029-1, EN 61029-2-1. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlaktes (bv. buizen, radiatoren, fornuizen of ijskasten). Als u het gereedschap onder extreme omstandigheden gebruikt (bv. hoge luchtvochtigheid, als metaalslijpsel wordt gemaakt, enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een isolerende transformator te gebruiken of een (FI) aardingslekkage stroomonderbreker. 4. Houd andere personen uit de buurt. Laat geen personen, vooral geen kinderen, bij het werk betrokken raken, het gereedschap of het verlengsnoer aanraken, en houd hen uit het werkgebied. 5. Berg niet-gebruikt gereedschap op. Horst Grossmann Vice-president Techniek en productontwikkeling DEWALT, Richard-Slinger-Strase 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.12.2013 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Bij het gebruik van elektrisch gereedschap dienen basis voorzorgsmaatregelen altijd te worden aangehouden om het gevaar op brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel te verminderen. Dit betreft onder meer de volgende maatregelen. 98 Als het gereedschap niet in gebruik is, dient het op een droge en veilig afgesloten plaats te worden bewaard, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het levert betere en veiligere prestaties als u het voor het doel gebruikt waarvoor het is bedoeld. 7. Gebruik het juiste gereedschap. Probeer niet met klein gereedschap werkzaamheden uit te voeren die een zwaar gereedschap nodig hebben. Gebruik gereedschap niet voor zaken waarvoor het niet is bedoeld; gebruik bijvoorbeeld geen cirkelzagen om takken of boomstammen te zagen. NEDERLANDS 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of sierraden, omdat deze door de bewegende onderdelen kunnen worden gegrepen. Antislip schoeisel wordt aanbevolen als u buitenshuis werkt. Draag beschermende hoofdafdekking om lang haar te omsluiten. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Gebruik een gezichts- of stofmasker als de werkomstandigheden stof of rondvliegende deeltjes veroorzaken. Als deze deeltjes behoorlijk heet kunnen zijn, dient u ook een hittebestendig schort te dragen. Draag altijd oorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit stofverwijderende apparatuur aan. Als er in apparaten wordt voorzien voor het aansluiten van stofverwijdering- of stofverzamelapparatuur, zorg er dan voor dat deze correct worden aangesloten en gebruikt. 11. Behandel het stroomsnoer voorzichtig. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te halen. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Beveilig de werkzaamheden. Gebruik klemmen of een bankschroef om het werk op zijn plaats te houden. Dit is veiliger dan uw hand gebruiken en het maakt beide handen vrij om het gereedschap te bedienen. 13. Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig en in balans op de grond staan. 14. Onderhoud het gereedschap met zorg. Houd snijdgereedschap scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg de instructies voor het smeren en verwisselen van accessoires op. Controleer het gereedschap regelmatig en zorg, als het beschadigd is, dat het door een erkende servicemonteur wordt gerepareerd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon, en vrij van olie en vet. 15. Sluit het gereedschap af. Sluit het gereedschap correct af van de stroomvoorziening als het niet in gebruik is, voordat u het onderhoudt, of wanneer u accessoires zoals zaagbladen, boorijzers en snijwerktuigen verwisselt. 16. Verwijder aanpassingsleutels en moersleutels. Leer uzelf aan om te controleren dat aanpassingsleutels en moersleutels zijn verwijderd van het gereedschap voordat u het gereedschap bedient. 17. Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor dat het gereedschap in de “uit” stand staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Gebruik verlengsnoeren voor buitenshuis. Controleer voor het gebruik het verlengsnoer en vervang dit indien het is beschadigd. Als het gereedschap buitenshuis wordt gebruikt, dient u uitsluitend een verlengsnoer voor buitenshuis te gebruiken dat dienovereenkomstig is gemarkeerd. 19. Blijf alert. Let op wat u aan het doen bent. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet als u vermoeid bent of onder de invloed van drugs of alcohol. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer het gereedschap en het stroomsnoer voordat u het gebruikt zorgvuldig, om te bepalen dat het correct zal werken en de bedoelde functie zal uitvoeren. Controleer de uitlijning van bewegende onderdelen, verbindende of bewegende onderdelen, breuk van onderdelen, bevestiging en alle andere omstandigheden die de bediening kunnen beïnvloeden. Een beveiliging of ander onderdeel dat beschadigd is, dient correct te worden gerepareerd of vervangen door een erkend servicecentrum, tenzij dit anders wordt aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Zorg dat defecte schakelaars door een erkend servicecentrum worden vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de schakelaar het niet aan en uit kan zetten. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van enig accessoire of bevestiging of bediening van enige handeling met dit gereedschap dat anders is dan wordt aanbevolen in deze gebruiksaanwijzing kan een risico op persoonlijk letsel opleveren. 21. Zorg dat uw gereedschap door een erkend iemand wordt gerepareerd. Dit elektrische gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsregels. Reparaties 99 NEDERLANDS dienen uitsluitend door erkende vaklieden te worden uitgevoerd met behulp van originele reserveonderdelen; anders kan dit tot een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker leiden. Aanvullende veiligheidsregels voor zaagtafels • Gebruik geen zaagbladen met een body-dikte groter dan of een breedte van tanden kleiner dan de dikte van het spouwmes (splitser). • Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de tanden naar de voorzijde van de zaagbank wijzen. • Let erop dat alle klemhandgrepen vastzitten voordat u een bedieningshandeling start. • Het is belangrijk dat alle zaagbladen en flenzen schoon zijn en dat de terugvallende zijden van de kraag tegen het zaagblad zitten. Draai de moer van de spandoorn stevig vast. • Zorg ervoor dat het zaagblad steeds scherp is en goed is ingesteld. • Controleer dat het spouwmes is afgesteld op de juiste afstand van het zaagblad - maximaal 5 mm. • Werk nooit met de zaag zonder dat de bovenste en onderste beschermkappen zijn geplaatst. • Houd niet een deel van uw lichaam in lijn met het zaagblad. Persoonlijk letsel kan het gevolg zijn. Ga aan de ene of de andere zijde van het zaagblad staan. • Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact voordat u zaagbladen verwisselt of onderhoud verricht. • Duw het werkstuk te allen tijde aan met een aanduwstok en let erop dat u tijdens het zagen niet uw handen op een afstand van minder dan 150 mm van het zaagblad zet. • Probeer niet de zaag te gebruiken op een andere spanning dan die is aangeduid. • Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan terwijl het loopt. • Reik nooit achter het zaagblad langs. • Houd de aanduwstok altijd op de vaste plaats. • Ga niet op de machine staan. • Let er tijdens vervoer op dat het bovenste deel van het zaagblad is afgedekt, bijv. door de beschermkap. • Gebruik de beschermkap niet voor het vastpakken of vervoeren van het gereedschap. 100 WAARSCHUWING: Deze machine is voorzien van een speciaal geconfigureerd netsnoer (bevestigingstype Y). Als het netsnoer beschadigd is of op een andere wijze niet goed werkt, moet het worden vervangen door de fabrikant of door een officieel erkende reparateur. • Vervang de tafelinzet (inlegstuk) onmiddellijk wanneer deze versleten of beschadigd is. • Controleer dat het werkstuk goed is ondersteund. Zorg altijd voor extra ondersteuning bij lange werkstukken. • Oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit. • Zaag nooit lichte legeringen. De machine is niet ontworpen voor deze toepassing. • Gebruik geen schuurschijf en geen diamantslijpwielen. • Het zagen van rabatten, sleuven of groeven is niet toegestaan. • Schakel, in het geval van een ongeluk of een storing, de machine onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Rapporteer de storing en breng op geschikte wijze een markering op de machine aan, zodat wordt voorkomen dat andere personen de niet goed functionerende machine gebruiken. • Wanneer het zaagblad geblokkeerd is geraakt door abnormale aanvoerkracht tijdens het zagen,schakel de machine dan ALTIJD uit en koppel de machine los van de stroomvoorziening. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Schakel de machine in en begin opnieuw te zagen met verminderde aanvoerkracht. • Sluit de cirkelzaag altijd aan op een apparaat voor stofafzuiging wanneer u hout zaagt. • Probeer NOOIT een stapel losse stukken materiaal door te zagen, omdat dat kan leiden tot verlies van controle en een terugslag. Ondersteun alle materialen stevig. ZAAGBLADEN • Sluit de machine altijd aan op een geschikt apparaat voor stofafzuiging wanneer u hout zaagt. • De maximaal toegestane snelheid van het zaagblad moet altijd gelijk zijn of hoger zijn dan de onbelaste snelheid van het gereedschap, die op het naamplaatje wordt aangeduid. • Gebruik geen zaagbladen die niet voldoen aan de afmetingen die worden vermeld in de Technische Gegevens. Gebruik geen NEDERLANDS tussenringen om een zaagblad passend te maken voor de as. Gebruik alleen de zaagbladen die in deze handeleiding worden vermeld en die voldoen aan EN847-1, als u van plan bent hout of vergelijkbare materialen te zagen. Markeringen op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: Lees de instructiehandleiding voordat u het gereedschap in gebruik neemt • U kunt overwegen speciaal ontworpen zaagbladen toe te passen die minder lawaai maken. Draag gehoorbescherming • Gebruik geen HS-zaagbladen (High Steel). • Gebruik geen vervormde, gescheurde of beschadigde zaagbladen. Draag oogbescherming • Het is belangrijk dat het gekozen zaagblad geschikt is voor het materiaal dat u wilt zagen. Draag bescherming van de luchtwegen. • Draag altijd handschoenen wanneer u werkt met zaagbladen en ruw materiaal. Zaagbladen kunnen beter altijd in een houder worden gedragen, als dat praktisch mogelijk is. Houd uw handen verwijderd van het zaaggebied en het zaagblad. Draagpunt. Overige risico’s De volgende risico’s horen bij het gebruik van zagen: - letsel dat wordt veroorzaakt door het aanraken van draaiende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: - Gehoorbeschadiging. - Risico van ongelukken veroorzaakt door onbedekte delen van het roterende zaagblad. - Risico van letsel wanneer u het zaagblad vervangt zonder bescherming van uw handen. POSITIE VAN DE DATUMCODE De Datumcode, die ook omvat het jaar van fabricage, is in de behuizing afgedrukt Voorbeeld: 2013 XX XX Jaar van fabricage Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gedeeltelijk gemonteerde machine 1 Langsgeleiding - Risico van het knellen van vingers bij het openen van de beschermkappen. 1 Verstekmeter - Gezondheidsrisico’s door het inademen van stof dat ontstaat bij het zagen van hout, vooral eikenhout, beukenhout en MDF. 1 Bovenste zaagbladbeschermkap De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie: 1 Zaagblad 1 Inlegstuk 2 Zaagbladsleutels 1 Stofextractieadapter - het te zagen materiaal 1 Gebruiksaanwijzing - het type zaagblad 1 Uitvergrote tekening - de aanvoerkracht • Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport. - onderhoud van de machine De volgende factoren zijn van invloed op de blootstelling aan stof: - versleten zaagblad • Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt. - stofafzuigsysteem met een luchtsnelheid van minder dan 20 m/s - werkstuk niet nauwkeurig geleid 101 NEDERLANDS Beschrijving (afb. 1–2) a. Tafel b. Zaagblad c. Indicator afkortschaalverdeling of kennis of bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen. d. Fijnafstellingsknop Elektrische veiligheid e. Hendel railvergrendeling De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. f. Afstelwiel zaagbladhoogte g. Hendel afschuinvergrendeling h. AAN/UIT-schakelaar i. Montagegaten j. Verstekmeter k. Zaagbladbeschermkap l. Vrijgavehendel zaagbladbeschermkap Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. m. Splitser Een verlengsnoer gebruiken n. Stofuitlaatpoort r. Grendel langsgeleiding Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1.5 mm2; de maximale lengte is 30 m. s. Werkondersteuning/smalle langsgeleiding (afgebeeld in opgeborgen positie) Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. o. Beschermkap uitlaatpoort p. Inlegstuk q. Langsgeleiding t. Zaagbladsleutels u. Aanduwstok (afgebeeld in opgeborgen positie) BEDOELD GEBRUIK De tafelzaag DWE7491 is ontworpen voor professioneel afkorten, zagen, verstekzagen en afschuinen van diverse materialen, zoals hout, analoge materialen en kunststoffen. NIET gebruiken voor het zagen van metaal, cementplaat of metselwerk. NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Deze tafelzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap. LAAT NIET KINDEREN in contact met het apparaat komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld. • Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/ 102 MONTAGE WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de AAN/UIT-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Wanneer de machine per ongeluk wordt gestart, kan dat leiden tot letsel. Uitpakken • Neem de zaag voorzichtig uit het verpakkingsmateriaal. • De machine is volledig gemonteerd, alleen de afkortlangsgeleiding en de zaagbladbeschermkap zijn niet erop gezet. • Voltooi de montage door de instructies te volgen, die hieronder worden beschreven. WAARSCHUWING: Houd de aanduwstok altijd op dezelfde plaats wanneer u hem niet gebruikt. NEDERLANDS Het Zaagblad monteren (afb. 1, 3) WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Wanneer de machine per ongeluk wordt gestart, kan dat leiden tot letsel. WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn. WAARSCHUWING: Het zaagblad MOET worden vervangen volgens de aanwijzingen in dit deel. Gebruik ALLEEN zaagbladen die onder Technische Gegevens worden genoemd. Wij adviseren DT4226 te gebruiken. Monteer NOOIT andere zaagbladen. OPMERKING: Het zaagblad is in de fabriek in dit gereedschap gemonteerd. 1. Breng de doorn van het zaagblad omhoog naar de maximale hoogte door het afstelwiel voor de hoogte van het zaagblad (f) naar rechts te draaien. 2. Verwijder het inlegstuk (p). Raadpleeg Het inlegstuk monteren. 3. Draai met steeksleutels de moer van de doorn los en verwijder deze (v) en de flens (x) van de zaagdoorn door naar links te draaien. 4. Plaats het zaagblad op de as (w) en let er daarbij op dat de tanden van het zaagblad (b) omlaag wijzen aan de voorzijde van de tafel. Monteer de ringen en de moer van de doorn op de as en zet de moer (v) met de hand vast, zo veel als mogelijk is, en let er daarbij op dat het zaagblad tegen de binnenste ring zit en de buitenste flens (x) tegen het zaagblad zit. Let erop dat de grootste diameter van de flens tegen het zaagblad zit. Let erop dat de as en de ringen vrij zijn van stof en vuil. 5. U kunt voorkomen dat de as draait wanneer u de moer van de doorn vastzet, door met het open einde van de zaagbladsteeksteutel (t) de as vast te zetten. 6. Zet met de steeksleutel voor de doorn de moer van de doorn (v) vast door de moer naar rechts te draaien. 7. Zet het inlegstuk weer terug. WAARSCHUWING: Controleer altijd de aanwijzer van de afkortgeleiding en de zaagbladbeschermkap wanneer u het zaagblad hebt vervangen. De zaagbladbeschermkap monteren (afb. 1, 4) WAARSCHUWING: Gebruik de beschermkap bij alle zaagwerkzaamheden. 1. Breng de doorn van het zaagblad naar de maximale hoogte. 2. Installeer de zaagbladbeschermkap door aan de vrijgavehendel van de beschermkap (l) te trekken en de splitser (m) in te steken zo ver als het gaat. 3. Laat de hendel los, controleer dat de klemplaten volledig zijn gesloten en klem de splitser stevig vast. WAARSCHUWING: Inspecteer, voordat u de tafelzaag aansluit op de stroomvoorziening of de zaag in gebruik neemt, altijd de zaagbladbeschermkap op de juiste uitlijning en vrijloop van het zaagblad. Controleer de uitlijning na iedere verandering van de afschuinhoek. WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstige persoonlijk letsel, werk NIET met de zaag als de beschermkap niet stevig is vastgeklemd. Wanneer de splitser (m) goed is uitgelijnd, staat deze in één lijn met het zaagblad, zowel aan de bovenzijde van de tafel als aan de bovenzijde van het zaagblad. Zorg er met behulp van bijvoorbeeld een winkelhaak voor dat het zaagblad (b) is uitgelijnd met de splitser (m). Probeer, terwijl de stroomvoorziening is uitgeschakeld, de uiterste stand van de aanpassingen opzij en omhoog, en controleer dat bij alle werkzaamheden de beschermkap vrijloopt van het zaagblad. WAARSCHUWING: Voor een veilige werking is het van essentieel belang dat de zaagbladbeschermkap goed is gemonteerd en uitgelijnd. DE ZAAGBLADBESCHERMKAP VERWIJDEREN (AFB. 4) 1. Trek aan de vrijgavehendel (l)van de beschermkap. 2. Breng de zaagbladbeschermkap (k) omhoog. 103 NEDERLANDS Het inlegstuk monteren (afb. 5) 1. Lijn het inlegstuk (p) uit zoals wordt afgebeeld in afbeelding 5, en steek de nokjes aan de achterzijde van het inlegstuk in de gaten aan de achterzijde van de tafelopening. 2. Draai de vergrendelschroef (v v) 90° zodat de tafelinzet op z’n plaats wordt vergrendeld. 3. Het inlegstuk heeft vier stelschroeven waarmee het omhoog of omlaag kan worden gebracht. Wanneer het inlegstuk goed is afgesteld, moet het gelijk liggen met of iets lager liggen dan het oppervlak van de bovenzijde van de tafel en op zijn plaats zijn bevestigd. De achterzijde van het inlegstuk moet gelijk liggen met de bovenzijde van de tafel of er iets boven liggen. WAARSCHUWING: Gebruik de machine nooit zonder het inlegstuk. Vervang het inlegstuk onmiddellijk wanneer het versleten of beschadigd is. HET INLEGSTUK VERWIJDEREN 1. Verwijder het inlegstuk (p) door de vergrendelschroef (v v) 90˚ naar links te draaien 2. Steek het open einde van de steeksleutel in de sleuf (z), trek het inlegstuk omhoog en naar voren zodat de binnenzijde van de zaag tevoorschijn komt. Werk NIET met de zaag zonder het inlegstuk. Langsgeleiding plaatsen (afb. 6) De geleiding voor overlangszagen kan worden geïnstalleerd op twee posities aan de rechterzijde (Positie 1 voor 0 mm tot 62 cm [24,5”] overlangszagen en Positie 2 voor 20,3 cm [8”] tot 82,5cm [32,5”] overlangszagen) en één positie aan de linkerzijde van uw tafelzaag. 1. Maak de vergrendelingen van de langsgeleiding los (r). 2. Houd de geleiding in een hoek vast, houd de lokatiepennen (voor en achter) (cc) op de rails van de langsgeleiding tegenover de kopsleuven van de geleiding (dd). 3. Schuif de kopsleuven op de pennen en draai de geleiding omlaag tot deze op de rails rust 4. Vergrendel de geleiding op z’n plaats door de grendels voor en achter  (r) op de rails te sluiten. Montage op een werkbank (afb. 1) VOORZICHTIG: Beperk het risico van persoonlijk letsel, zorg er vooral voor dat de tafelzaag stevig op een stabiel oppervlak wordt gemonteerd. 104 VOORZICHTIG: Let erop dat het oppervlak stabiel genoeg en dat grote stukken materiaal de tafel niet tijdens het gebruik laten kantelen. De tafelzaag moet stevig worden gemonteerd. Er zitten vier gaten (i) in de onderplaat van het gereedschap en die zijn bedoeld voor de montage. Wij adviseren u ten zeerste de tafelzaag met deze gaten op uw werkbank of op een ander stevig onderstel te verankeren 1. Zet de zaag in het midden van een vierkant stuk multiplex van 12 á 13 mm dik. 2. Markeer met een potlood de posities van de twee achterste montagegaten (op een afstand van 220 mm van elkaar) in het frame van de zaag. Meet dan 498,5 mm naar voren uit naar de twee voorste gaten. 3. Neem de zaag weg en boor gaten van 9 mm op de plaatsen die u zojuist hebt gemarkeerd. 4. Plaats de zaag over de vier gaten die u hebt geboord in het multiplex en steek vier 8 mm-bouten VAN ONDERAF OMHOOG. Plaats er ringen en 8 mm-moeren bovenop. Zet stevig vast. 5. U kunt voorkomen dat de schroefkoppen het oppervlak beschadigen waarop u de zaag klemt, door twee reststukken hout op de onderzijde van de multiplex grondplaat te bevestigen. U kunt deze stukken hout met houtschroeven van bovenaf bevestigen als u er maar wel oplet dat de schroeven niet door onderzijde uitsteken. 6. Zet met een houtklem de multiplex grondplaat vast op uw werkbank, wanneer u de zaag gebruikt. AANPASSINGEN Aanpassing van het zaagblad (afb. 7) UITLIJNING VAN HET ZAAGBLAD (PARALLEL AAN DE VERSTEKSLEUF) WAARSCHUWING: Snijgevaar. Controleer het zaagblad in de stand 0˚ en 45˚ zodat u er zeker van kunt zijn dat het zaagblad niet het inlegstuk raakt, omdat dat persoonlijk letsel zou kunnen veroorzaken. NEDERLANDS Als het zaagblad niet uitgelijnd is met de versteksleuf op het zaagtafelblad, moet het zaagblad weer uitgelijnd worden. Ga als volgt te werk voor het uitlijnen van het zaagblad en de versteksleuf: WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Wanneer de machine per ongeluk wordt gestart, kan dat leiden tot letsel. 1. Draai met inbussleutel van 6 mm de achterste bevestiging van de draaibeugel los (ff), die zich aan de onderzijde van tafel bevindt, draai niet meer los dan nodig is om de beugel heen en weer te kunnen bewegen. 6. Stel de kleine stelschroeven af (ll) zodat de splitser naar de positie die wordt vermeld in 5, beweegt. Leg de rechte lat aan de tegenovergestelde zijde van het zaagblad en herhaal de afstelling, als dat nodig is. 7. Draai de twee grotere vergrendelschroeven licht vast (nn). 8. Plaats een vierkant vlak deel tegen de splitser zodat u kunt zien of de splitser verticaal is en is uitgelijnd met het zaagblad. 9. Als dat nodig is, zet de splitser dan met de stelschroeven verticaal op het vierkante vlakke deel. 10. Controleer de positie van de splitser door stap 5 en 6 te herhalen. 11. Draai de twee grotere vergrendelschroeven geheel vast (nn). 2. Stel de beugel af tot het zaagblad parallel loopt aan de sleuf van de verstekmeter. Parallelle afstelling (afb. 1, 9, 15) 3. Draai de achterste bevestiging van de draaibeugel vast op een aanhaalmoment van 12,5 – 13,6 Nm. Voor optimale prestaties moet het zaagblad parallel zijn aan de langsgeleiding. Deze afstelling is uitgevoerd in de fabriek. U kunt opnieuw afstellen: AANPASSING VAN DE HOOGTE VAN HET ZAAGBLAD (AFB. 1) U kunt het zaagblad hoger of lager zetten door het stelwiel voor de hoogte van het zaagblad te draaien (f). Het is belangrijk dat de bovenste drie tanden tijdens het zagen net door het bovenste oppervlak van het werkstuk breken. Dat maakt dat het maximumaantal tanden te eniger tijd materiaal verwijderen, en dat het gereedschap maximaal presteert. Beschermkap/Splitser uitlijnen met het zaagblad (afb. 8) POSITIE 1 UITLIJNING LANGSGELEIDING 1. Installeer de langsgeleiding in positie 1 en ontgrendel de vergrendelhendel van de rails (e). Kijk waar zich de beide lokatiepennen (cc) bevinden die de langsgeleiding ondersteunen op de voorste en achterste rails. 2. Draai de schroef van de achterste lokatiepen los en stel de positie van de langsgeleiding in de groef op de langsgeleiding af, totdat het oppervlak van de langsgeleiding parallel aan het zaagblad staat. Meet vooral vanaf het oppervlak van de langsgeleiding tot de voor en achterzijde van het zaagblad, zodat uitlijning is gewaarborgd. 1. Neem het inlegstuk uit. Raadpleeg Het inlegstuk uitnemen. 3. Draai de plaatsingsschroef vast en herhaal de procedure aan de linkerzijde van het zaagblad. 2. Breng het zaagblad over de gehele diepte van de zaagsnede omhoog en stel een schuine hoek van 0° in. 4. Controleer de aanpassing van de aanwijzer van geleidingsschaal (afb. 10) 3. Kijk waar zich de drie kleine stelschroeven bevinden (ll) naast de vergrendelknop van de beschermkap (mm). Met deze schroeven worden wordt de stand van de beschermkap afgesteld. 5. Leg een rechte lat op de tafel tegen de twee punten van het zaagblad. De splitser (m) mag de rechte lat niet raken. Draai de twee grotere vergrendelschroeven los, als dat nodig is (nn). POSITIE 2 UITLIJNING LANGSGELEIDING 1. Maak voor het uitlijnen van positie 2 langsgeleiding-lokatiepennen (cc) dat de positie 1-pennen zijn uitgelijnd,, raadpleeg Positie 1 Uitlijninng Langsgeleiding. 2. Draai de positie 2 pennen los, en lijn de pennen uit, gebruik de gaten van de zaagbladsteeksleutels als richtlijn voor de plaatsing (afb. 15). 3. Draai de lokatiepennen vast (voor en achter). 105 NEDERLANDS De afkortschaalverdeling afstellen (afb. 10) 1. Ontgrendel de hendel van de railvergrendeling (e). 2. Stel het zaagblad af in een hoek van 0° en verplaats de langsgeleiding tot deze het zaagblad raakt. 3. Zet de hendel van de railvergrendeling vast. 4. Draai de schroeven van de aanwijzer van de afkortschaalverdeling los (ee) en zet de aanwijzer van de afkortschaalverdeling op nul (0). Zet de schroeven van de indicator van de afkortschaalverdeling weer vast. De gele afkortschaalverdeling (boven) geeft alleen een juiste aflezing als de langsgeleiding is gemonteerd aan de rechterzijde van het zaagblad en in positie 1 staat (voor nul tot 62 cm afkorten), niet in de stand voor afkorten van 82,5 cm. De witte schaalverdeling (onder) geeft alleen een juiste aflezing als de langsgeleiding is gemonteerd aan de rechterzijde van het zaagblad en in positie 2 staat (voor 20,3 cm tot 82,5 cm afkorten). De schaalverdeling voor het afkorten geeft alleen een juiste uitlezing wanneer de langsgeleiding is gemonteerd aan de rechterzijde van het zaagblad. Afstelling van de railvergrendeling (afb. 1, 11) De railvergrendeling is in de fabriek afgesteld. Ga als volgt te werk als u deze afstelling moet aanpassen. 1. Zet de hendel van de railvergrendeling (e) vast. 2. Maak aan de onderzijde van de zaag de borgmoer (gg) los. 3. Zet de zeskantige stang (hh) vast tot de veer op het vergrendelsysteem wordt ingedrukt, waardoor de gewenste spanning op de hendel van de railvergrendeling ontstaat. Zet de borgmoer tegen de zeskantige stang weer vast. 4. Keer de zaag om en controleer dat de langsgeleiding niet beweegt wanneer de vergrendelhendel is vastgezet. Als de langsgeleiding nog los is, moet u de veer nog vaster zetten. Aanpassing van de afschuinstop en de aanwijzer (afb. 12) 1. Breng het zaagblad geheel omhoog door het wiel voor de hoogteafstelling van het zaagblad (f) naar rechts te draaien tot het stopt. 106 2. Ontgrendel de hendel voor de afschuinvergrendeling (g) door deze omhoog en naar rechts te duwen. Draai de schroef voor de schuine stop (jj) los. 3. Plaats het vierkante vlakke deel tegen de bovenzijde van de tafel en tegen het zaagblad tussen tanden. Controleer dat de hendel van de afschuinvergrendeling in de ontgrendelde positie, dus omhoog, staat. 4. Stel met behulp van de hendel van de afschuinvergrendeling de afschuinhoek af tot deze vlak tegen het vierkant staat. 5. Zet de hendel van de afschuinvergrendeling vast door deze omlaag te duwen. 6. Draai de nok van de afschuinstop (ii) totdat deze stevig tegen het lagerblok aanstaat. Draai de schroef van de afschuinstop (jj) vast. 7. Controleer de schaalverdeling voor de afschuinhoek. Als de aanwijzer niet op 0° staat, draai de schroef van de aanwijzer (kk) dan los en verplaats de aanwijzer zo dat deze een juiste uitlezing geeft. Zet de schroef van de aanwijzer weer vast. 8. Herhaal dit bij 45°, maar stel de aanwijzer niet af. Afstelling van de verstekmeter (afb. 1) Draai als u de verstekmeter (j) wilt afstellen, de knop los, stel de gewenste hoek in en draai de knop vast. Positie van lichaam en handen Plaats uw lichaam en handen bij het bedienen van de tafelzaag in de juiste positie, dat maakt het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger. WAARSCHUWING: • Plaats uw handen nooit in de buurt van het zaaggebied. • Plaats uw handen niet op minder dan 150 mm afstand van het zaagblad. • Houd uw handen niet kruislings. • Houd beide voeten stevig op de vloer en blijf goed in evenwicht. Voor ingebruikneming WAARSCHUWING: • Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen al te versleten zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap NEDERLANDS mag niet hoger zijn dan die van het zaagblad. • Probeer niet al te kleine werkstukken te zagen. • Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen kracht op uit. • Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met zagen begint. OPERATION Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften in acht. WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instelling aanpast of wijzigt, of wanneer u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de “woodworking machines regulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen. Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze machine. WAARSCHUWING: • Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. • Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig de ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. • Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen zeer versleten zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag niet hoger zijn dan die van het zaagblad. • Probeer niet al te kleine werkstukken te zagen. • Geef het zaagblad ruimte om te zagen. Oefen er geen kracht op uit. • Laat de motor eerst geheel op snelheid komen voordat u met zagen begint. • Controleer dat alle vergrendelingsknoppen en klemhandgrepen vastzitten. • Plaats nooit één van uw handen in de buurt van het zaagblad wanneer de zaag is aangesloten op de stroomvoorziening. • Gebruik uw zaag niet voor het zagen uit de losse hand! • Zaag geen krom- of holgetrokken of gebogen werkstukken. Er moet ten minste één rechte, gladde zijde zijn voor plaatsing tegen de afkort- of versteklangsgeleiding. • Ondersteun lange werkstukken altijd zodat terugslag wordt voorkomen. • Verwijder geen afgezaagde stukken uit het gebied rond het zaagblad zolang het zaagblad draait. In- en uitschakelen (afb. 13) De aan/uit-schakelaar (h) van uw zaagbank biedt meerdere voordelen: • Vrijgavefunctie bij geen spanning: als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw worden bediend. • Schakel de machine in door op de groene startknop te drukken. • Schakel de machine uit door op de rode stopknop te drukken. 107 NEDERLANDS Werken met de langsgeleiding voor overlangszagen (afb. 14–16) HENDEL RAILVERGRENDELING De hendel railvergrendeling (e) vergrendelt de langsgeleiding op z’n plaats zodat beweging tijdens het zagen wordt voorkomen. U kunt de hendel voor de rail vergrendelen door deze omlaag te duwen naar de achterzijde van de zaag. U kunt de hendel ontgrendelen door deze omhoog te trekken naar de voorzijde van de zaag. OPMERKING: Vergrendel altijd de hendel van de railvergrendeling wanneer u overlangszaagt. UITBREIDING WERKONDERSTEUNING /SMALLE GELEIDING OVERLANGSZAGEN Uw zaagtafel is voorzien van een uitbreiding voor werkondersteuning zodat werkstukken die buiten de zaagtafel steken, kunnen worden ondersteund. U kunt de smalle geleiding voor zagen gebruiken voor ondersteuning van een werkstuk door de geleiding uit de opbergpositie te draaien, zoals wordt getoond in Afbeelding 15, en de pennen in de lagere sleuven (aa) aan beide uiteinden van de langsgeleiding te schuiven. U kunt de smalle langsgeleiding voor zagen in de smalle positie gebruiken, door de pennen in de bovenste sleuven (bb) aan beide uiteinden van de langsgeleiding te schuiven. In deze stand ontstaat 51 mm extra ruimte tot het zaagblad. Zie Afbeelding 16. OPMERKING: Trek de uitbreiding van de ondersteuning van werkstukken in of stel deze af in de smalle positie voor de langsgeleiding wanneer u boven de zaagtafel werkt. EENVOUDIGE ZAAGSNEDEN Afkorten (afb. 1, 2, 17 & 18) WAARSCHUWING: Scherpe randen 1. Stel het zaagblad in op 0°. 2. Zet de grendel van de langsgeleiding (r) vast (fig. 1). 3. Breng het zaagblad omhoog tot het ongeveer 3 mm hoger is dan de bovenzijde van het werkstuk. Stel zo nodig de hoogte van de bovenste zaagbladbeschermkap af. 4. Stel de positie van de langsgeleiding af, raadpleeg Werken met de langsgeleiding. 5. Houd het werkstuk vlak tegen de tafel en tegen de langsgeleiding. Houd het werkstuk weg bij het zaagblad. 6. Houd beide handen weg van het pad van het zaagblad (afb. 17). 7. Schakel de machine in en laat het zaagblad volledig op snelheid komen. 8. Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de langsgeleiding gedrukt houdt. Laat de tanden zagen en dwing het werkstuk niet door het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant worden gehouden. 9. Gebruik altijd een aanduwstok (u) wanneer u in de buurt van het zaagblad werkt (afb. 18). 10. Schakel de machine uit na het voltooien van de zaagsnede, laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder het werkstuk. FIJNAFSTELLINGSKNOP WAARSCHUWING: De fijnafstellingsknop (d) maakt kleinere aanpassingen mogelijk bij het instellen van de langsgeleiding. Voordat u de langsgeleiding afstelt, moet u erop letten dat de hendel voor de railvergrendeling omhoog staat in de ontgrendelde stand. • Duw nooit tegen het “vrije” of afgezaagde gedeelte van het werkstuk en houd het niet vast. AANWIJZER SCHAALVERDELING OVERLANGSZAGEN De aanwijzer voor de schaalverdeling overlangszagen moet worden afgesteld voor de juiste werking van de langsgeleiding als de gebruiker overschakelt tussen dikke en dunne zaagbladen. De aanwijzer voor de schaalverdeling overlangszagen geeft alleen een juiste uitlezing voor positie 1 (nul tot 61 cm), maar voeg voor positie 1 met de smalle langsgeleiding 5,08 cm toe. Zie De schaalverdeling overlangszagen aanpassen onder Montage. 108 • Zaag geen al te kleine werkstukken. • Gebruik altijd een aanduwstok wanneer u kleine werkstukken zaagt. Schuine zaagsneden (afb. 1) 1. Stel de gewenste schuine hoek in door de roterende hendel (g) omhoog en naar rechts te duwen. 2. Stel de gewenste hoek in, draai de hendel door deze omlaag te duwen en naar links en op z’n plaats te vergrendelen. NEDERLANDS 3. Ga verder als bij overlangszagen. Afkorten en schuin afkorten 1. Verwijder de langsgeleiding en installeer de verstekmeter in de gewenste sleuf. 2. Vergrendel de verstekmeter op 0°. 3. Ga verder als bij overlangszagen. Verstekzaagsneden (afb. 1) 1. Zet de verstekmeter (j) op de gewenste hoek. OPMERKING: Houd altijd het werkstuk stevig tegen de voorzijde van de verstekmeter. 2. Ga verder als bij overlangszagen. Samengesteld verstek Deze zaagsnede is een combinatie van de versteken de afschuinzaagsnede. Stel de afschuinhoek in de gewenste stand en ga verder als bij afkortverstek. Lange werkstukken ondersteunen • Zorg altijd voor ondersteuning van lange werkstukken. • Ondersteun lange werkstukken op allerlei geschikte manieren, zoals zaagbokken of dergelijke, zodat afgezaagde gedeelten niet kunnen vallen. Opslag (afb. 21-23) 1. Bevestig de aanduwstok (u) aan de langsgeleiding. 2. Verwijder de zaagbladbeschermkap. Zie De zaagbladbeschermkap verwijderen. Haak de voorzijde van de zaagbladbeschermkap aan de beugel en schuif de achterzijde in de houder zoals wordt getoond, draai vervolgens de hendel naar links vast. 3. Schuif de zaagbladsleutel  (t) in het vak tot de gele knop uitkomt tegenover het gat en vast komt te zitten, zie afbeelding 23. 4. Steek de geleidebalk van de verstekmeter in het vak, draai en klik vast. Plaats het verlengstuk van de verstekmeter omhoog zodat deze niet in de weg zit. 5. Wikkel het snoer hier rond (oo). 6. U kunt de langsgeleiding opbergen door de werkondersteuning in de opbergpositie te klikken. Haal de langsgeleiding van de rails. Bevestig de langsgeleiding ondersteboven aan de linkerzijde van de zaag, zie afbeelding 22. Haak NIET de lokatiesleuven vast aan de linkerzijde van de lokatieschroeven van de langsgeleiding. Deze schroeven komen uit tegenover de ruimte op de langsgeleiding, zoals wordt getoond. Sluit de grendels van de langsgeleiding (r) en zet vast. Vervoeren Stofafzuiging (afb. 1) De machine is voorzien van een stofafzuigpoort (n) aan de achterzijde van de machine, geschikt voor stofafzuigapparatuur die voorzien is van zuigmonden van 57/65 mm. Bij de machine wordt een verloopstuk geleverd voor gebruik van stofafzuigmonden met een diameter van 34-40 mm. De zaagbladbeschermkap is ook voorzien van een stofafzuigmond voor zuigmonden met een diameter van 35 mm. • Sluit bij alle werkzaamheden een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. • Controleer dat de slang van stofafzuigapparatuur geschikt is voor de toepassing en voor het materiaal dat wordt gezaagd. Zorg ervoor dat de slang niet vast komt te zitten of bekneld raakt. • Bedenk dat geproduceerde materialen zoals spaanplaat of MDF meer stofdeeltjes geven bij het zagen dan natuurlijk hout. • Draag de machine altijd aan de aangeduide handgrepen (ww), zie afbeelding 1. WAARSCHUWING: Vervoer de machine altijd met de bovenste zaagbladbeschermkap gemonteerd. ONDERHOUD Uw DEWALT-machine is ontworpen voor langdurig gebruik met een minimum aan onderhoud. Het continu naar tevredenheid functioneren hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken. Smering (afb. 20) De motor en de lagers hoeven niet extra te worden gesmeerd. Als het omhoog en omlaag brengen van het zaagblad moeilijk wordt, reinig dan de schroeven voor de hoogteafstelling en breng er wat vet op aan. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 109 NEDERLANDS 2. Draai de zaag op z’n kant. 3. Reinig en smeer de schroefdraad van de schroeven voor de hoogteafstelling (pp) aan de onderzijde van deze zaag, zoals in afbeelding 20 wordt getoond. Gebruik een vet voor algemene toepassing. Als er delen van het werkstuk tussen het zaagblad en de beschermkappen bekneld zitten, trek de stekker van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven bij Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen delen en monteer het zaagblad opnieuw. Houd de ventilatiesleuven vrij en reinig de behuizing regelmatig met een zachte doek. Reinigen (afb. 1, 19) WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk letsel, schakel de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat met reinigingswerkzaamheden begint. Wanneer de machine per ongeluk wordt gestart, kan dat leiden tot letsel. WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd stofmasker als u deze procedure uitvoert. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof. WAARSCHUWING: Om het risico op letsel te verminderen maakt u de bovenkant van de tafel regelmatig schoon. WAARSCHUWING: Om het risico op letsel te verminderen maakt u het stofverzamelingssysteem regelmatig schoon. De zaagbladbeschermkap (k) en het inlegstuk moeten op hun plaats worden gezet, voordat u de zaag in gebruik neemt. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste en de onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis zodat u weet dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of deeltjes niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. 110 Maak het stofafzuigsysteem regelmatig schoon. 1. Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact. 2. Draai de zaag op z’n kant, zodat de onderzijde, het open gedeelte van de machine toegankelijk is. 3. Open het stofluik (qq), dat wordt getoond in 19, door de twee schroeven los te draaien en vervolgens de twee klemmen  (rr) aan de zijkant in te drukken. Haal alle overtollige stof weg en zet het luik weer op z’n plaats door de zijklemmen geheel in te duwen en de vergrendelschroeven vast te zetten. Optionele accessoires WAARSCHUWING: Omdat accessoires die niet door DEWALT WORDEN AANGEBODEN, niet op dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires op dit gereedschap gevaarlijk zijn. Beperk het risico van letsel, gebruik alleen door DEWALT aanbevolen accessoires met dit product. Vervang de zaagbladbeschermkap wanneer deze versleten is. Neem contact op met het DEWALTservicecentrum ter plaatse voor nadere gegevens over een vervangende zaagbladbeschermkap. ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD ZAAGBLADEN VAN 250 mm die geluidgedempt zijn met asgaten van 30 mm. Nominale snelheid van het zaagblad moet ten minste 5000 TPM zijn. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd. BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN TOEPASSING DIAMETER TANDEN Constructiezaagbladen (afkorten) Algemene toepassing 250 mm 24 Fijne afkortzaagsneden 250 mm 40 Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone zaagsneden) Fijne afkortzaagsneden 250 mm 60 Vraag uw dealer om nadere informatie over de juiste accessoires. NEDERLANDS Milieubescherming Gescheiden afvalinzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudelijke afval worden aangeboden. Als u op een dag merkt dat uwDEWALT-product aan vervanging toe is, of als u het niet meer gaat gebruiken, ga het dan niet weg bij het huishoudelijk afval. Bied dit product aan bij de gescheiden afvalinzameling. Gescheiden inzameling van gebruikte producten of verpakkingen maakt het mogelijk dat materiaal kan worden gerecycled en nogmaals gebruikt. Het hergebruik van gerecycled materiaal helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke bepalingen voorzien mogelijk in de gescheiden inzameling van elektrische producten uit een huishouden, op stedelijke inzamelingspunten of bij de detailhandelaar waar u een nieuw product aanschaft. DEWALT biedt een voorziening voor het verzamelen en recyclen van DEWALT-producten wanneer zij eenmaal aan het einde van hun levensduur zijn. Stuur als u van deze service gebruik wilt maken uw product terug naar iedere erkende reparateur die namens ons de verzameling op zich neemt. U kunt de locatie van de erkende reparateur die het dichtste bij u in de buurt is, opzoeken door contact op te nemen met het DEWALT-kantoor ter plaatse en u vindt het adres daarvan in deze handleiding. U kunt ook een lijst van erkende DEWALT-reparateurs en volledige details van onze servicedienst en contactpersonen vinden op internet, ga naar: www.2helpU.com 111 NEDERLANDS GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALT-servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; 112 • Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-geautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALT-servicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALTservicecentra en volledige details over onze after-sales-service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208

DeWalt DWE7491 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding