Snapper ERP217019BV Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Veiligheidsvoorschriften en gebruikshandleiding voor
EUROPESE
21" (53 CM)
LOOPMAAIERS MET
STALEN MAAIHUIS
REEKS 19
ZELFRIJDENDE
MODELLEN
EP217019BV
VERKLARING VAN DE MODELNUMMERS
E P 21 70 19 B V
EUROPEES MODEL BENAMING MOTOR
ZELFRIJDEND REEKSNAAM
MAAIBREEDTE MOTORVERMOGEN IN PK *
E – Europees model 21 – 21" (53 cm) Maaibreedte 19 - Reeksbenaming B – Briggs & Stratton
P – Model met aandrijving 70 – 7,0 PK (PK motor )
V – Motor met bovenliggende kleppen
Dank u voor de aanschaf van een SNAPPER-product! Gelieve vóór u de Loopmaaier gebruikt deze handleiding zorgvuldig te lezen
en in het bijzonder aandacht te schenken aan de "BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN" op bladzijden 2 & 3. Onthoud dat
alle gemotoriseerde machines gevaarlijk kunnen zijn wanneer men ze verkeerd gebruikt. Onthoud dat veiligheid een voorzichtig
gebruik veronderstelt. Respecteer de instructies en gebruik uw gezond verstand.
OPMERKING: De specificaties zijn correct op het ogenblik van het ter perse gaan en kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
* De reëel ontwikkelde paardenkracht zal als gevolg van beperkingen tijdens het gebruik en milieufactoren waarschijnlijk lager zijn.
COPYRIGHT © 2005
SNAPPER - EEN DIVISIE VAN SIMPLICITY MFG., INC.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
HANDLEIDING N°. 7100369 (I.R. 11/18/2005)
TP 111-5133-IR-WB-N
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: Deze krachtige maaier kan handen en voeten amputeren en voorwerpen wegslingeren die verwondingen en
schade kunnen veroorzaken! Het niet naleven van deze VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN kan de gebruiker of andere personen
ernstig of zelfs dodelijk verwonden. De eigenaar van de machine moet deze voorschriften begrijpen en mag de maaier uitsluitend
laten gebruiken door personen die de voorschriften begrijpen. Elke persoon die de machine gebruikt moet bij zijn volle verstand
zijn, lichamelijk gezond, en niet onder de invloed van eender welke stof die het gezicht, de motoriek of het beoordelingsvermogen
kan beïnvloeden. Als u vragen over uw machine hebt waarop uw distributeur het antwoord schuldig blijft, belt of schrijft u naar de
klantendienst van SNAPPER, McDonough, Georgia 30253, telefoon 00-1-800-935-2967.
VOORZORGEN VOOR KINDEREN
Er kunnen tragische ongevallen gebeuren als de gebruiker
niet alert is voor de aanwezigheid van kinderen. Kinderen
worden vaak aangetrokken door de machine en het maaien.
Veronderstel nooit dat kinderen op de plaats zullen blijven
waar u hen het laatst hebt gezien.
1. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT van de maaizone en
zorg dat ze door een verantwoordelijke volwassene (niet
de bestuurder) in de gaten worden gehouden.
2. LAAT GEEN kinderen in de tuin wanneer de machine in
gebruik is. Schakel de machine UIT wanneer iemand het
terrein betreedt.
3. LAAT DE MACHINE niet gebruiken door kinderen onder
de 13 jaar.
4. LAAT ALLEEN volwassenen of verantwoordelijke tieners
met het beoordelingsvermogen van een volwassene en
onder volwassen toezicht de machine gebruiken.
5.
Trek de maaier NIET achterwaarts, tenzij het volstrekt
noodzakelijk is. KIJK terwijl u achterwaarts gaat
achterom en naar omlaag, zodat u kinderen,
huisdieren en gevaren kunt ZIEN.
6. WEES BIJZONDER VOORZICHTIG wanneer u blinde
hoeken nadert, struiken, bomen of andere objecten die
het gezicht belemmeren.
GEBRUIK OP EEN HELLING
1. Hellingen zijn een belangrijke oorzaak van ongevallen
door uitglijden en vallen, die tot ernstige verwondingen
kunnen leiden. Wees op elke helling extra voorzichtig.
Maai de helling NIET als u zich niet veilig voelt.
2. Maai heen en weer in de breedte van de helling, nooit op
en neer. Wees UITERST VOORZICHTIG als u op een
helling van richting verandert. MAAI NIET op steile
hellingen of op andere terreinen waar de stabiliteit of de
tractie onzeker zijn.
3. Wees extra voorzichtig met graszakken en andere
uitbreidingen; ze beïnvloeden de hanteerbaarheid en de
stabiliteit van de machine.
VOORBEREIDING
1. Lees deze handleiding en respecteer de
waarschuwingen en de voorschriften in deze
handleiding, op maaimachine, op de motor en op de
uitbreidingen. Zorg dat u de bedieningen en het juiste
gebruik van de machine kent voor u ze start.
2. De machine mag uitsluitend worden gebruikt door rijpe,
verantwoordelijke personen die de nodige instructies
hebben ontvangen.
VOORBEREIDING
(vervolg van vorige kolom)
3. Uit de statistieken blijkt dat gebruikers van 60 jaar en
ouder betrokken zijn bij een hoog percentage
ongevallen met maaiers. Deze gebruikers moeten
beoordelen of zij in staat zijn om de maaier voldoende
veilig te bedienen om zichzelf en anderen tegen ernstige
verwondingen te beschermen.
4. Ga uiterst voorzichtig om met brandstof. Brandstof is
ontvlambaar en dampen kunnen ontploffen. Gebruik
uitsluitend goedgekeurde brandstofcontainers. Verwijder
NOOIT het deksel van de brandstoftank en voeg nooit
brandstof toe terwijl de motor draait. Voeg in de buitenlucht
alleen brandstof toe wanneer de motor uitgeschakeld en
koud is. Verwijder gemorste brandstof van de machine.
ROOK NIET.
5. Controleer het terrein dat gemaaid moet worden. Verwijder
alle voorwerpen zoals speelgoed, kabels, stenen,
boomtakken en andere voorwerpen die verwondingen
kunnen veroorzaken als ze door het mes worden
weggeslingerd of het maaien hinderen. Let ook op de plaats
van kuilen, stronken en andere mogelijke gevaren.
6. Houd mensen en dieren op een veilige afstand van de
machine. Indien iemand het terrein betreedt, moet u
onmiddellijk de messen STOPPEN, de motor STOPPEN
en de machine STOPPEN.
7. Controleer de beschermkappen, deflectors, schakelaars,
mesregelaars en andere veiligheidsvoorzieningen
regelmatig op hun goede werking en plaatsing.
8. Zorg dat alle veiligheidslabels duidelijk leesbaar zijn.
Vervang ze als ze beschadigd zijn.
9. Bescherm uzelf tijdens het maaien. Draag een
veiligheidsbril, een lange broek en stevig schoeisel.
MAAI NIET op blote voeten of sandalen.
10. Zorg dat u weet hoe u het mes en de motor snel kunt
UITSCHAKELEN, zodat u voorbereid bent op
noodsituaties.
11. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de machine op
een aanhangwagen of vrachtwagen laadt of lost.
12. Controleer de onderdelen van de grasbak regelmatig op
sporen van slijtage of beschadiging. Vervang ze indien
nodig, om verwondingen te voorkomen als gevolg van
weggeslingerde voorwerpen die door zwakke of
versleten plaatsen zouden scheuren.
VEILIG OMGAAN MET BENZINE
Om persoonlijke letsels of schade aan eigendommen te
voorkomen, moet u uiterst voorzichtig met benzine omgaan.
Benzine is buitengewoon ontvlambaar en produceert
explosieve dampen.
1. Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere bronnen
van vuur.
2. Gebruik uitsluitend goedgekeurde benzinecontainers.
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VEILIG OMGAAN MET BENZINE
(vervolg van de vorige bladzijde)
3. Verwijder de tankstop NIET en vul de tank NIET bij terwijl
de motor draait. Laat de motor afkoelen voor u bijtankt.
4. Vul de brandstoftank NIET binnenshuis.
5. Bewaar de machine of brandstofcontainers NIET
binnenhuis, in de buurt van open vuur, vonken of
waakvlammen van bijvoorbeeld een boiler of andere
toestellen.
6. Vul een brandstofcontainer NOOIT in een voertuig of op
een vrachtwagen of aanhangwagen met plastic vloer. Zet
de containers altijd op de grond, weg van het voertuig, voor
u ze vult.
7. Verwijder gasmotoren uit het voertuig of de aanhangwagen
en vul ze op de grond. Als dat onmogelijk is, vult u ze met
behulp van een draagbare container en niet via een
benzinepomp.
8. Start een benzinemotor NOOIT in een besloten voertuig of
aanhangwagen.
9. Houd het mondstuk altijd in contact met de rand van de
tank of container tot u klaar bent met het vullen. GEBRUIK
GEEN systeem dat de vergrendeling van het mondstuk
openhoudt.
10. Als u benzine op uw kleding morst, moet u onmiddellijk
andere kleren aantrekken.
11. De brandstoftank NOOIT overvullen. Plaats de stop terug
en draai hem stevig vast.
GEBRUIK
1. Houd uw handen en voeten UIT DE BUURT van draaiende
onderdelen. Blijf uit de buurt van de uitworp wanneer de
motor draait.
2. STOP de motor als u grindpaden, wandelpaden of wegen
oversteekt en in alle situaties waarin weggeslingerde
voorwerpen gevaar kunnen opleveren.
3. Maai alleen overdag of bij goed kunstlicht.
4. GEBRUIK DE MAAIER niet onder de invloed van alcohol of
drugs.
5. Als u een vreemd voorwerp raakt of als de maaier abnormaal
vibreert, STOPT u de motor, koppelt u de bougiekabel af en
bevestigt u hem uit de buurt van de bougie. Inspecteer de
maaier op schade en herstel de schade voor u opnieuw start.
6. MAAI NIET in de buurt van abrupte niveauverschillen,
grachten of dijken. U zou kunnen uitglijden en vallen.
7. KIJK UIT voor kuilen en andere verborgen gevaren. Hoog
gras kan obstakels verbergen. Blijf uit de buurt van grachten,
weggespoelde grond, duikers, omheiningen en
uitspringende objecten.
8. MAAI NIET op nat gras. Wees altijd op uw hoede voor
uitglijden. Houd de duwboom stevig vast. Stap rustig in
plaats van te lopen. Uitglijden kan verwondingen
veroorzaken.
9. Blijf ALTIJD achter de duwboom wanneer de motor draait
10. Laat de maaier NIET met draaiende motor achter. STOP DE
MESSEN en STOP DE MOTOR voor u om gelijk welke reden
de gebruikersplaats verlaat.
GEBRUIK
(vervolg van vorige kolom)
11. Voor u de maaier reinigt, herstelt of inspecteert, moet u
zorgen dat de motor, de messen en alle bewegende delen
GESTOPT ZIJN. Koppel de bougiekabel af en bevestig hem
uit de buurt van de bougie, om toevallig starten te
voorkomen.
12. STOP de motor en wacht tot de messen volledig
STILSTAAN voor u de graszak verwijdert en/of gras
opruimt
13. Gebruik de machine NIET als de grasvanger of de
beveiligingen niet volledig geïnstalleerd zijn en niet
operationeel zijn. Richt de uitwerpopening nooit op
mensen, voorbijrijdende auto's, vensters of deuren.
14. Werp het maaisel NIET uit tegen een muur of een
versperring. Het maaisel kan dan terugslaan in de richting
van de bestuurder.
15. Vertraag voor u draait.
16. Kijk uit voor verkeer in de omgeving of bij het oversteken
van wegen.
17. Laat de motor NIET draaien in een gesloten ruimte.
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een dodelijk vergif.
18. Gebruik uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde
accessoires. Raadpleeg de instructies van de fabrikant
voor de juiste installatie en bediening van de accessoires.
ONDERHOUD EN OPSLAG
1. Bewaar de machine of een brandstofcontainer NOOIT in
een gesloten ruimte waar brandstofdampen in contact
zouden kunnen komen met een open vlam, een vonk of een
waakvlam, zoals van een boiler, oven, droger of een ander
gastoestel. Laat de motor afkoelen voor u de machine in
een gesloten ruimte plaatst. Bewaar de brandstofcontainer
buiten het bereik van kinderen, in een goed geventileerd,
onbewoond gebouw.
2. Zorg dat de motor vrij blijft van gras, bladeren of overtollig
vet, om het gevaar op brand of oververhitting van de motor
te beperken.
3. Wanneer u de brandstoftank laat leeglopen, vangt u de
brandstof op in een goedgekeurde container, buitenshuis
en uit de buurt van elke open vlam.
4. Zorg dat alle bouten, moeren en schroeven stevig
vastzitten. Controleer of alle splitpennen goed zijn
aangebracht.
5. Zorg altijd voor voldoende verluchting als u de motor
binnenshuis laat draaien. Uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide, een reukloos en dodelijk vergif.
6. Voer onderhoud en afstellingen uitsluitend uit nadat de
motor gestopt is. Koppel de bougiekabel af en bevestig
hem uit de buurt van de bougie, om toevallig starten te
voorkomen.
7. Wijzig NOOIT de afstelling van de toerenregelaar en laat de
motor niet tegen een te hoog toerental draaien.
8. Controleer de graszak regelmatig op slijtage en
beschadiging, om te voorkomen dat voorwerpen zouden
worden weggeslingerd of bewegende onderdelen
bereikbaar zouden zijn. Vervang de glijder of de adapter
van de zak als hij gebroken of gebarsten is.
4
ONDERHOUD EN OPSLAG
(vervolg van de vorige bladzijde)
9. Messen zijn scherp en kunnen snijden. Wanneer u ze
hanteert, moet u ze inpakken of dikke leren handschoenen
dragen. Wees altijd VOORZICHTIG.
10. Test de vonk NOOIT door de bougie naast het bougiegat
tegen de massa te houden: de vonk zou brandstofdampen
die uit de motor ontsnappen kunnen doen ontploffen.
11. Laat de machine minstens één keer per jaar nakijken door
een bevoegde SNAPPER distributeur. Laat de distributeur
eventuele nieuwe veiligheidsvoorzieningen installeren.
12. Gebruik uitsluitend originele SNAPPER onderdelen, als
garantie voor uw veiligheid en de kwaliteit van het
resultaat.
5
INHOUD
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................................. 2-4
INHOUD 5
DEEL 1 - DE MACHINE LEREN KENNEN..................................................................................................6
DEEL 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES ..................................................................................................... 7-10
Checklist vóór het starten ..................................................................................................................7
Motor en mes starten en stoppen......................................................................................................7
De wielaandrijving starten en stoppen .............................................................................................8
De hoogte van de duwboom afstellen...............................................................................................8
De maaihoogte afstellen .....................................................................................................................8
Recycleren ...........................................................................................................................................9
De grasvanger installeren ...............................................................................................................10
De deflector en het recycleerdeksel installeren.............................................................................10
Werking met recyclage .....................................................................................................................10
DEEL 3 - ONDERHOUDSINSTRUCTIES ............................................................................................ 11-12
De motorolie vervangen ...................................................................................................................11
Smering transmissie controleren ....................................................................................................11
Het maaimes controleren .................................................................................................................12
De aandrijfriem controleren .............................................................................................................12
De Poly V riem van de transmissie controleren.............................................................................12
Onderhoud - Jaarlijks .......................................................................................................................12
Motor.............................................................................................................................................12
Luchtfilter .....................................................................................................................................12
Motorolie.......................................................................................................................................12
Opslagprocedure...............................................................................................................................12
DEEL 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN .................................................................................. 13-19
Het maaimes vervangen ...................................................................................................................13
Het mes slijpen ............................................................................................................................ 13-14
De regelaar van de wielaandrijving afstellen..................................................................................14
Onderhoud aangedreven en aandrijfschijf............................................................................... 15-18
Reiniging aandrijfschrijf en aangedreven schijf ......................................................................15
Herstelling/vervanging aandrijfveer ..........................................................................................15
Afstelling aangedreven schijf............................................................................................... 15-16
De aangedreven schijf vervangen ....................................................................................... 16-17
De lager van de aangedreven schijf vervangen ......................................................................17
De lagers van de zeskantige as vervangen ..............................................................................18
Onderhoud van de riem.............................................................................................................. 18-19
De aandrijfriem vervangen ................................................................................................... 18-29
De Poly V riem van de transmissie vervangen.........................................................................19
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN............................................................................................................20
ONDERHOUDSSCHEMA...........................................................................................................................21
Onderdelen voor het onderhoud / reserveonderdelen..................................................................21
IDENTIFICATIE VAN DE LABELS IDENTIFICATIE VAN DE KLEVERS EN
INFORMATIE OVER DE TRILLING ....................................................................................... 22-23
WAARBORG ..............................................................................................................................................24
BELANGRIJK
De figuren en illustraties in deze handleiding dienen slechts als aanduiding en kunnen afwijken van uw specifieke model.
Raadpleeg uw Snapper distributeur indien u vragen hebt.
6
Deel 1 - DE MACHINE LEREN KENNEN
FIGUUR 1.1
1.1 INLEIDING
Deze handleiding is opgesteld voor de gebruikers van de
SNAPPER LOOPMAAIERS. Ze beschrijft de standaard
gebruiksprocedures en het normale onderhoud, maar is ook
bedoeld om de veiligheid te bevorderen door de correcte
technieken en voorzorgen aan te bevelen. Zorg dat u de
"BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN" op
bladzijde 2 - 4 van deze handleiding en alle veiligheids-
berichten op de maaier en zijn uitbreidingen leest, begrijpt en
respecteert voor u de maaier gebruikt.
1.2 BENAMINGEN
Figuur 1.1 toont de essentiële delen van de SNAPPER
LOOPMAAIERS. Het is aanbevolen dat elke gebruiker van
deze machine zich goed vertrouwd maakt met de bedieningen,
onderdelen en werking van de maaier voor hij ze gebruikt.
Specifieke details over de motor vindt u in de afzonderlijke
handleiding van de motor. Bestudeer de handleidingen voor u
de machine gebruikt en bewaar ze, zodat u ze later kunt
raadplegen.
REGELAAR
WIELAANDRIJVING
MESHENDEL
SNELHEIDSREGELAAR
HANDGREEP
STARTKOORD
GRENDEL VOOR
DE ACHTERSTE
HOOGTEREGELING
GRENDELS VOOR DE
HOOGTEREGELING
OLIESTOP EN
PEILSTOK
TANKSTOP
INJECTORKNOP
SNELHEIDS
REGELAAR
MOTOR
SNEL
LANGZAAM
SNELHEIDS-
REGELAAR
MOTOR
GRASZAK
ADAPTER
GRASZAK
7
Deel 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES
2.1 CHECKLIST VÓÓR HET STARTEN
Voer de volgende controles en het gepaste onderhoud uit vóór u
de machine start.
2.1.1. Controleer of alle beschermkappen, deflectors, de
grasvanger, de adapter en deksels goed aangebracht en stevig
bevestigd zijn.
2.1.2. Controleer of de meshendel en de hendel voor de
wielaandrijving vrij bewegen. Zie Figuur 2.1.
FIGUUR 2.1
2.1.3. Controleer de maaihoogte. Stel ze af op de gewenste
hoogte. Zie het gedeelte "GEBRUIKSINSTRUCTIES - DE
MAAIHOOGTE AFSTELLEN".
2.1.4. Controleer het oliepeil van de motor en voeg olie tot het
merkteken bereikt is. Raadpleeg de handleiding van de motor
voor de specificaties van de olie. Zie Figuur 2.2.
2.1.5. Vul de brandstof pas nadat u de maaier naar buiten
hebt gebracht, zodat dampen veilig kunnen ontsnappen. Zorg
dat u na het vullen de tankdop goed sluit. Raadpleeg de
handleiding van de motor voor de specificaties.
2.1.6. Reinig de buitenzijde van het maaihuis en de motor en
verwijder gemorste brandstof, zand, gras, olie enz. Zorg dat het
rooster van de luchtinlaat en de koelvinnen altijd vrij zijn.
2.2 STARTEN EN GEBRUIK
2.2.1. MOTOR & MES
1. Plaats de toerenregelaar in de stand "FAST" (Konijn). Zie
Figuur 2.4 en “DE MACHINE LEREN KENNEN”.
2. Druk drie keer op de injectorknop om een koude motor te
starten. Zie Figuur 2.3. OPMERKING: Gebruik de injector niet
om een warme motor te starten. Zie Figuur 2.4.
FIGUUR 2.3
3. Trek de meshendel tegen de duwboom.
4. Trek aan het startmotor om de motor te starten.
FIGUUR 2.4
5. Laat de motor na het starten even opwarmen, tot hij vlot
draait.
OPMERKING: Stop de motor (en het mes) door de mesregelaar
los te laten.
HENDEL
WIELAAN-
DRIJVING
MESHENDEL
SNELHEIDSREGE-
LAAR IN DE
POSITIE "SNEL"
VULOPENING
OLIE/PEILSTOK
VULOPENING
BRANDSTOF
MESHENDEL
HANDGREEP
STARTKOORD
SNELHEIDSREGELAAR
IN DE POSITIE "SNEL"
INJECTOR
8
Deel 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES
2.2.2. MET DE MAAIER RIJDEN
1. Start de motor. Raadpleeg het gedeelte"Starten &
Gebruik".
2. Plaats de toerenregelaar in de stand voor de gewenste
snelheid. Zie Figuur 2.6.
3. Trek de hendel van de wielaandrijving tegen de
duwboom, om de aandrijving in te schakelen en de maaier
voorwaarts te doen rijden. Terwijl de maaier rijdt, kunt u de
rijsnelheid aanpassen door de positie van de
snelheidsregelaar te wijzigen. Zie Figuur 2.6.
FIGUUR 2.5
2.3 STOPPEN
Stop motor en het mes door de meshendel los te laten. Stop
de voorwaartse beweging door de hendel van de
wielaandrijving los te laten.
2.4 DE HOOGTE VAN DE DUWBOOM AFSTELLEN
De hoogte van de duwboom kan als volgt worden afgesteld:
1. Draai de onderste moeren van de twee delen van het
onderstuk van de duwboom los, zoals op Figuur 2.7.
FIGUUR 2.6
2. Plaats de duwboom hoger of lager, tot op de gewenste
hoogte.
3. Draai de onderste moeren van de twee delen van het
onderstuk van de duwboom vast, om de duwboom in de
gewenste positie te bevestigen.
WAARSCHUWING
STOP de motor en het mes door de meshendel los te laten
vóór u de maaihoogte of de hoogte van de duwboom wijzigt.
2.5 DE MAAIHOOGTE AFSTELLEN
1. Trek de vergrendeling voor het afstellen van de hoogte
naar buiten en plaats op de gewenste maaihoogte. Zie
Figuur 2.8.
BELANGRIJK: Verplaats de vergrendeling voor de hoogte van de
achterwielen, om hun hoogte aan te passen aan die van de
voorwielen, zodat het maaihuis horizontaal blijft.
FIGUUR 2.8
2. Stel alle wielen af op dezelfde maaihoogte. De hoogste
maaihoogte komt overeen met inkeping 7. De laagste
maaihoogte komt overeen met inkeping 1. Zie Figuren 2.8 &
2.9
FIGUUR 2.9
ONDERSTUK
HENDEL
HOGER
LAGER
DRAAI DE ONDERSTE
MOEREN AAN BEIDE
ZIJDEN VAN HET
ONDERSTUK LOS
6
STAND VAN DE
VERGRENDELING
INSTELLINGEN MAAIHOOGTE
1
HOOGSTE
MAAIHOOGTE
7
2
1
3
4
5
LAAGSTE
MAAIHOOGTE
VERGRENDELING
REGELAAR
WIELAAN-
DRIJVING
REGELAAR
GROND-
SNELHEID
TRAGER
INSCHAKELEN
7
9
Deel 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES
2.6 DE GRASZAKADAPTER INSTALLEREN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
Stap 1: Installeer de adapter van de grasvanger en bevestig hem met
de twee op de machine aanwezige moeren aan de zijkant en de
bovenkant van het deksel van het recycleerhuis. De gleuf aan de
voorste rand van de adapter moet onder de moer aan de bovenzijde
van het recycleerhuis komen. Zie Figuur 2.10.
FIGUUR 2.10
2.7 INSTALLATIE VAN DE RECYCLAGEPLUG
(Facultatief accessoire bij sommige modellen)
STAP 1: Na de installatie van de graszak, wilt u misschien recycleren.
Plaats de recyclageplug volledig en stevig in de adapter. Zie Figuur
2.11. Installeer de graszak bij wijze van beveiliging.
STAP 2: Zie het gedeelte: "GEBRUIKSINSTRUCTIES - RECYCLAGE"
FIGUUR 2.11
2.8 INSTALLATIE VAN DE GRASZAK
(Deurtype)
Installeer de graszak door de connector over de flens van de
adapter te schuiven. Zie Figuur 2.12.
Bevestig de haken van de graszak aan de middelste dwarsstang
van de duwboom. Zie Figuur 2.12.
FIGUUR 2.12
HAAK OVER DE MIDDELSTE
DWARSSTANG
SCHUIF DE CONNECTOR OVER DE
FLENS
GRASZAK
MIDDENSTUK
DUWBOOM
ADAPTERDEKSEL
ADAPTER
HET ADAPTERDEKSEL
VEERT DICHT WANNEER
DE GRASZAK WORDT
VERWIJDERD
A
CHTERSTE
VEILIGHEIDSSTANG
ADAPTER
BEVESTIG DE ADAPTER
MET DE MOEREN AAN
HET MAAIHUIS
BEVESTIG
MET
MOEREN
ADAPTER
PLAATS DE
RECYCLAGEPLUG
VOLLEDIG EN STEVIG
IN DE ADAPTER.
ADAPTER
PLUG
10
Deel 2 - GEBRUIKSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
2.9 DE DEFLECTOR INSTALLEREN
(Facultatief accessoire bij sommige modellen)
Om het recycleerdeksel te installeren, moet u eerst de
adapter van de graszak en de graszak of deflector
verwijderen. U moet de graszak en de zakadapter of het
recyclagedeksel verwijderen.
1. Verwijder de moeren die de zakadapter of het
recyclagedeksel voor- en achteraan aan het maaihuis
bevestigen. Zie de gedeelten over deze onderdelen.
3. Installeer de deflector en bevestig hem aan het maaihuis
met de in stap 2 verwijderde moeren. De gleuf aan de
voorste rand van de deflector moet onder de moer komen
(zie illustratie) en de twee bouten moeten door de gaten opzij
van de deflector steken. Zie Figuur 2.13.
FIGUUR 2.13
2.10 HET RECYCLEERDEKSEL INSTALLEREN
(Facultatief accessoire bij sommige modellen)
Om het recycleerdeksel te installeren, moet u eerst de
adapter van de graszak en de graszak of deflector
verwijderen. Zie het vorige gedeelte voor de instructies.
Installeer het recycleerdeksel en bevestig het aan de zijkant
en de bovenkant van het maaihuis met de twee op de
machine aanwezige moeren. Schuif het bovendeel van het
deksel onder de moer, om het maaihuis te bevestigen. Zie
Figuur 2.14.
FIGUUR 2.14
2.11 BEDIENING VAN DE RECYCLAGE
OPMERKING: Voor de beste recyclageresultaten maait u
maximum 1/3 van de hoogte van het gras en recycleert u ALLEEN
als het gras droog is.
1. Plaats alle wielen in de hoogste maaistand (Gleuf 7).
2. Plaats de snelheidsregelaar van de motor in de stand
"SNEL" (Konijn).
3. Plaats de regelaar van de grondsnelheid in de laagste
stand.
4. Maai langzaam. Als het gras erg dicht is, laat u de
vergrendeling van elk achterwiel één gleuf lager zakken dan
de vergrendelingen van de voorwielen, om de reyclage te
verbeteren.
WAARSCHUWING
Gebruik de maaier NIET zonder de grasvanger of de
afscherming. De onderdelen van de grasvanger slijten bij
normaal gebruik. Inspecteer ze regelmatig en vervang
versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk.
WAARSCHUWING
De graszakken van de SNAPPER-producten zijn gemaakt van
geweven textiel en kunnen bij normaal gebruik beschadigd
geraken en verslijten. Controleer voor elk gebruik de staat van
de graszak. Vervang versleten of beschadigde graszakken
onmiddellijk door zakken die door SNAPPER worden
aanbevolen. Bij sommige modellen is de graszak een optie.
INSTALLEER
DE
DEFLECTOR
PLAATS DE
MOEREN
SCHUIF DE GLEUF
VAN DE DEFLECTOR
ONDER DE MOER
VERWIJDER HET
RECYLEERDEKSEL VAN HET
MAAIHUIS
V
ERWIJDER DE TWEE
RECYCLEERDEKSEL
11
Deel 3 - ONDERHOUD
3.1 INLEIDING
Om de kwaliteit van de maaier niet in het gedrang te
brengen, mag u uitsluitend originele SNAPPER onderdelen
gebruiken. Neem voor onderdelen en hulp bij het onderhoud
contact op met de plaatselijke SNAPPER distributeur.
Vermeld altijd het model en het serienummer om het juiste
onderdeel of informatie te krijgen voor een bepaalde maaier.
3.2 ONDERHOUD - NA DE EERSTE 5 UUR
3.2.1. DE MOTOROLIE VERVANGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
BELANGRIJK: Maak de brandstoftank leeg voor u de machine
kantelt. Kantel de machine NIET met de carburator of de bougie
naar omlaag. De olie uit het carter zou in de luchtfilter lopen, zodat
de motor moeilijk of helemaal niet zou starten. Als de luchtfilter toch
wordt vervuild, moet u hem vervangen.
1. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de specificaties
van de olie en de procedures.
2. Om de olie gemakkelijk en schoon te vervangen, maakt u de
moeren onderaan de duwboom los en klapt u de duwboom
dicht. Zet de maaoier op de onderste beugels van de duwboom,
zoals in Figuur 3.1. Laat de olie langs het buisje van de peilstok
in een blik lopen. Wacht tot alle olie uit het carter is gelopen.
OPMERKING: Bij zelfrijdende maaiers belet de stang van de
snelheidsregelaar dat de duwboom wordt dichtgeklapt. Kantel de
maaier op zijn zij om de olie af te laten.
FIGUUR 3.1
3. Ruim de afgetapte olie op volgens de voorschriften.
2. Vul met olie zoals opgegeven in de handleiding van de motor.
Niet overvullen.
OPMERKING: Controleer de handleiding voor de eigenaar van het
specifieke motormodel voor de olieverversing en de specificaties van
de olie.
3.2.2. HET PEIL VAN HET VET IN DE TRANSMISSIE
CONTROLEREN
1. Verwijder de vulplug van de transmissie. Rol de machine
voor- of achterwaarts terwijl u in het pluggat kijkt.
2. Als u GEEN vloeibaar vet op het invoertandwiel ziet (het
kleine tandwiel onder het pluggat), voegt u Snapper "00" vet bij
tot het tandwiel bedekt is. Zie Figuur 3.2.
FIGUUR 3.2
OPMERKING: Snapper "00" smeervet (Artikelnr. 7029443) is
verkrijgbaar bij uw SNAPPER distributeur.
OPMERKING: Mors geen vet of olie op het oppervlak van de
aandrijfschijf. Zie Figuur 3.3.
3. Plaats de transmissieplug terug.
4. Controleer het vetpeil na elke 25 uren gebruik.
FIGUUR 3.3
BELANGRIJK: Maak de brandstoftank leeg voor u de machine
kantelt.
Kantel de maaier NOOIT met de carburator of de bougie naar
omlaag. De olie uit het carter zou in de luchtfilter lopen, zodat de
motor moeilijk of helemaal niet zou starten. Als de luchtfilter toch
vervuild zou worden, moet u hem vervangen.
VULPLUG
ZORG DAT DE AANDRIJFSCHIJF
SCHOON BLIJFT!
12
Deel 3 - ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn
HEET. Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen,
om ernstige brandwonden te voorkomen. Draag dikke leren
handschoenen wanneer u de maaimessen hanteert of eraan
werkt. De messen zijn buitengewoon scherp en kunnen
ernstige verwondingen veroorzaken.
3.2.3. HET MAAIMES CONTROLEREN
1. Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie.
2. Kantel de maaier op zijn achterwielen, zodat u de
bevestigingsschroef van het mes kunt bereiken. Kantel de
maaier niet met de bougie of de carburator naar omlaag. Zie
Figuur 3.4.
3. Controleer het torsiekoppel van de bevestigingsschroef van
het mes. Het aanbevolen torsiekoppel is 40-55 N.m. Zie Figuur
3.4.
4. Controleer het mes op zijn scherpte, slijtage en
beschadiging. Raadpleeg het gedeelte "Slijtagegrenzen van het
maaimes".
3.2.4. DE AANDRIJFRIEM CONTROLEREN
1. Controleer of de aandrijfriem niet gebarsten, uitgerafeld of
gescheurd is en of de buitenlaag niet afgesleten is. Vervang een
versleten of beschadigde riem voor u de maaier gebruikt.
3.2.5. DE POLY V-RIEM VAN DE TRANSMISSIE
CONTROLEREN
1. Controleer of de aandrijfriem niet gebarsten, uitgerafeld of
gescheurd is en of de buitenlaag niet afgesleten is. Vervang een
versleten of beschadigde riem voor u de maaier gebruikt.
FIGUUR 3.4
3.3 ONDERHOUD - JAARLIJKS
Voer al het onderhoud uit dat vermeld wordt in het gedeelte
"Onderhoudsschema" van deze handleiding.
3.3.1. Motor
Onderhoud de motor volgens de handleiding.
3.3.2. Luchtfilter
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de
onderhoudsinstructies.
3.3.3. Motorolie
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de
onderhoudsinstructies.
3.4 OPSLAGPROCEDURE
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de instructies voor
de opslag van de motor. Bereid de maaier als volgt voor op de
opslag op het einde van het seizoen:
1. Laat de brandstof uit de brandstoftank lopen en laat de
motor draaien tot alle brandstof uit de carburator is.
2. Koppel de bougiekabel af en verwijder hem van de
bougie voor u enige andere voorbereiding uitvoert!
3. Plak alle openingen af, om te voorkomen dat tijdens het
afwassen water in de uitlaat of de luchtinlaat komt.
4. Kantel de maaier op zijn achterwielen en maak de
onderzijde van het maaihuis grondig schoon. Kantel de
maaier niet met de bougie of de carburator naar omlaag.
Schraap met een plamuurmes en/of een staalborstel alle
opeenhoping van gras weg.
5. Smeer alle blootgestelde metalen delen met een lichte
laag olie, om corrosie te voorkomen.
6. Bij zelfrijdende modellen moet u de clip van de stang van
de snelheidsregelaar losmaken en de stang verwijderen voor
u de duwboom dichtklapt.
7. Draai de T-knoppen van de duwboom los. Vouw de
duwboom voorzichtig naar voren en buig de
bedieningskabels om ze niet te beschadigen.
8. Bewaar de maaier in een schuur of op een andere droge
plaats, beschermd tegen weersinvloeden.
AANBEVOLEN
TORSIEKOPPEL
VOOR DE
MESSCHROEF IS
40-55 N.m
13
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen. Draag dikke leren
handschoenen wanneer u de maaimessen hanteert of eraan
werkt. De messen zijn buitengewoon scherp en kunnen
ernstige verwondingen veroorzaken.
4.1 HET MAAIMES VERVANGEN
4.1.1. SLIJTAGEGRENS VAN HET STANDAARDS
1. Inspecteer het mes regelmatig op sporen van abnormale
slijtage of beschadiging. Zie Figuur 4.1.
FIGUUR 4.1
4.1.1.A. SLIJTAGEGRENS VAN HET NINJA-MES
1. Inspecteer het mes regelmatig op sporen van abnormale
slijtage of beschadiging. Zie Figuur 4.2.
FIGUUR 4.2
2. Vervang het mes als het ernstig afgebrokkeld of verbogen
is, merkbaar uit balans, of als het barsten of inkepingen aan
een uiteinde heeft. Zie Figuur 4.1 & 4.2. Vervang door een
nieuw blad.
WAARSCHUWING
Een maaimes dat sporen van abnormale slijtage of
beschadiging vertoont NIET GEBRUIKEN. Raadpleeg het
gedeelte "HET MAAIMES VERVANGEN" voor de inspectie- en
onderhoudsprocedures voor het mes.
4.1.2. HET MAAIMES SLIJPEN
1. Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem
uit de buurt van de bougie.
BELANGRIJK! Maak de brandstoftank leeg voor u de maaier
kantelt. Kantel de maaier NOOIT met de carburator of de bougie
naar omlaag. De olie uit het carter zou in de luchtfilter lopen, zodat
de motor moeilijk of helemaal niet zou starten. Als de luchtfilter toch
vervuild zou worden, moet u hem vervangen.
2. Kantel de maaier op zijn achterwielen. Kantel de maaier
niet met de bougie of de carburator naar omlaag.
3. Verwijder het mes. Zie Figuur 4.3.
FIGUUR 4.3
SLIJTAGEGRENS
(BEGIN INKEPING)
GEVAARLIJKE STAAT!
NIET OP DE MAAIER
GEBRUIKEN!
DOOR EEN NIEUW MES
VERVANGEN.
NIEUW MES
SLIJTAGEGRENS.
BARSTJES OF SCHEURTJES
BEGINNEN AAN DE PUNT TE
VERSCHIJNEN
GEVAARLIJK!
HET MES IN DEZE STAAT NIET
GEBRUIKEN!
ZORG DAT DE
MESNAAF TUSSEN DE
FLENZEN PAST
MESNAAF
FLENS
MES
CONISCHE SLUITRING
(concave zijde naar
boven
)
BEVESTIGINGSSCHROEF
NIEUW MES
14
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
4. Slijp het mes op een slijpschijf in een hoek van 22 tot 28
graden. SLIJP HET NIET voorbij de bestaande snijrand. Zie
Figuur 4.4.
FIGUUR 4.4
5. Controleer de balans van het mes. Corrigeer de balans
indien nodig door het zwaarste uiteinde bij te slijpen.
6. Installeer het mes opnieuw. Zie Figuur 4.3. Controleer het
torsiekoppel van de bevestigingsschroef van het mes. Het
aanbevolen torsiekoppel is 40-55 N.m.
4.2 DE REGELAAR VAN DE WIELAANDRIJVING AFSTELLEN
1. De regelaar van de wielaandrijving is goed afgesteld als
er een speling van 1,6 tot 3,2 mm is tussen de binnenzijde
van de veerhaak en de binnenzijde van het kabeloog,
wanneer de hendel van de wielaandrijving losgelaten is. Zie
Figuur 4.5.
FIGUUR 4.5
2. Voor het afstellen haakt u de bovenzijde van de veer los
van het kabeloog en draait u de veer in de gewenste richting
om ze langer of korter te maken.
3. Haak de veer weer in het kabeloog en controleer de
speling. Herhaal deze stappen indien nodig.
OPMERKING: De vinyl mof moet de veer altijd bedekken, behalve
tijdens het afstellen.
4. Als de regelaar niet snel naar de uit-stand terugkeert
wanneer hij wordt losgelaten, controleert u of de kabelhouder
opzij van de rechtse duwboom de kabel niet tegenhoudt. De
bovenste clip moet zich 52 mm onder de bovenste knop
bevinden; de onderste clip 104 mm boven de onderste knop.
Wanneer de clips op deze plaatsen zijn bevestigd, moet de
kabel vrij bewegen.
MESPUNT
SLIJP NIET VOORBIJ DE
OORSPRONKELIJKE
SNIJRAND
22 TOT 28°
OORSPRONKELIJKE SNIJRAND
UITEINDE VAN DE
MESMONTAGE
KOPPELINGSKABEL
VINYL MOF VEER
1,6 TOT 3,2 MM
SPELING
BOVENZIJDE
VEER
ONDERZIJDE
VEER
KABELOOG
VEERHAAK
KABEL
KABELOOG
VEER
15
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
4.3 AANGEDREVEN EN AANDRIJFSCHIJF
Als de maaier niet goed rijdt, raadpleegt u Figuur 4.6.
Controleer de volgende problemen:
FIGUUR 4.6
1. De aandrijfschijf slipt omdat ze vet is.
2. De aandrijfveer is stuk of zit los.
3. De aangedreven schijf is slecht afgesteld.
4. Het rubber van de aangedreven schijf is versleten - maakt
slecht contact met de aandrijfschijf.
5. De Poly V-riem of de motorriem is versleten.
OPMERKING: Indien één van de vorige items (1 tot 5) problemen
veroorzaakt, voert u het volgende onderhoud uit:
4.3.1. De aandrijfschijf en de aangedreven schijf
reinigen
Als olie of vet op de aandrijfschijf of de aangedreven schijf
slippen veroorzaakt, reinigt u de schijven als volgt:
1. Veeg vet of olie met een schone doek weg.
2. Gebruik een goedgekeurd solvent voor vet of heet
zeepsop om de aandrijfschijf of de aangedreven schijf te
reinigen.
3. Spoel de onderdelen met schoon water.
4. Droog de onderdelen af met een schone doek.
4.3.2. De aandrijfveer herstellen/vervangen
Als de aandrijfveer los is, maakt u ze weer vast zoals in
Figuur 4.7. Als de veer stuk is, vervangt u ze door een
nieuwe veer.
BELANGRIJK: Als de aandrijving blijft slippen, raadpleegt u
het gedeelte "Problemen en oplossingen".
FIGUUR 4.7
4.3.3. AFSTELLING VAN DE AANGEDREVEN SCHIJF
Als de aandrijfschijf en de aangedreven schijf schoon zijn en de
maaier geen goed contact maakt tussen de aandrijfschijf en de
aangedreven schijf, moet u de aangedreven schijf als volgt
afstellen:
FIGUUR 4.8
1. Zet de regelaar van de voorwaartse snelheid in de stand
'snel'. Zie Figuur 4.8.
GEBRUIK EEN
TANG MET FIJNE
BEK OM DE
AANDRIJFVEER
TE INSTALLEREN
AANDRIJFVEER
AANGEDREVEN
SCHIJF EN
RUBBEREN RING
POLY V-
RIEM
AANDRIJFVEER
MOTORRIEM
AANDRIJF
SCHIJF
ZET DE REGELAAR VAN
DE VOORWAARTSE
SNELHEID IN DE
STAND 'SNEL'.
16
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn
HEET. Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen,
om ernstige brandwonden te voorkomen.
4.3.3. AFSTELLING VAN DE AANGEDREVEN SCHIJF
(Vervolg van vorige bladzijde)
2. Verwijder de veer van de aangedreven schijf uit de
schijfmontage. Verwijder de pen en sluitring uit de overbreng-
ingsstang. Neem het uiteinde van de overbrengingsstang uit het
gat van de aangedreven schijfmontage. Zie Figuur 4.9.
FIGUUR 4.9
3. Schuif de aangedreven schijf [tot][te] op 3,2 mm van de
buitenrand van de aandrijfschijf. Zie Figuur 4.11.
4. Maak de contramoer los die de overbrengingsstang aan het
kogelscharnier van de draaibeugel bevestigt. Zie Figuur 4.11.
5. Draai de stang in en uit het kogelscharnier, tot het uiteinde
van de stand in lijn s met het gat van de aangedreven schijf
waaruit de stang is verwijderd. OPMERKING: Verplaats hde
draaibeugel niet.
6. Installeer de stang zoals u hem in stap 2 hebt verwijderd.
Zet de regelaar van de voorwaartse snelheid in de stand 'traag'
en breng hem dan terug naar de stand 'snel'. Controleer de
afstand van 1/8" (3 mm) uit de vorige stap. Stel indien nodig af.
Draai de moer vast wanneer u klaar bent.
7. Installeer de veer van de aangedreven schijf weer op de
aangedreven schijf.
FIGUUR 4.10
FIGUUR 4.11
(Vervolg op volgende bladzijde)
4.3.4. De rubberen ring van de aangedreven schijf
vervangen
Als het rubber ernstig beschadigd of versleten is, moet u de
schijf vervangen. Installeer als volgt een nieuwe aangedreven
schijf:
1. Verwijder de pen en sluitring uit de overbrengingsstang.
Neem het uiteinde van de overbrengingsstang uit het gat van de
aangedreven schijfmontage. Zie Figuur 4.9.
MONTAGE
AANGEDREVEN SCHIJF
AANDRIJF-
SCHIJF
VERWIJDER DE
VEER VAN DE
AANGEDREVEN
SCHIJF
VERWIJDER HET
UITEINDE VAN DE
OVERBRENGINGS
STANG VAN DE
AANGEDREVEN
SCHIJF
VERWIJDER DE
PEN EN DE
SLUITRING
VAN DE STANG
3,2 MM AFSTAND TOT DE
BUITENRAND VAN DE
AANDRIJFSCHIJF
AANDRIJF-
SCHIJF
SCHUIF DE
AANGEDREVEN
SCHUIF NAAR DE
BUITENRAND
KOGELSCHARNIER
DRAAI DE STANG
NAAR BINNEN OF
NAAR BUITEN
TOT HET
UITEINDE IN LIJN
IS MET HET GAT
DRAAI-
BEUGEL
BUITEN-
RAND
MAAK DE MOER LOS
BUITEN-
RAND
17
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn
HEET. Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen,
om ernstige brandwonden te voorkomen.
4.3.4. De rubberen ring van de aangedreven schijf
vervangen
(Vervolg van vorige bladzijde)
2. Gebruik een tang met een fijne bek om de aandrijfveer los te
haken. Schuif de aangedreven schijf van de zeskantige as. Zie
Figuur 4.12.
3. Verwijder de twee borgringen die de rubberen aangedreven
schijf vasthouden aan de montage van de aangedreven schijf.
Zie Figuur 4.13.
4. Installeer de nieuwe rubberen aangedreven schijf met
behulp van de borgringen op de schijfmontage.
5. Ga in de omgekeerde volgorde te werk om de onderdelen
weer te monteren.
FIGUUR 4.12
4.3.5. De lager van de aangedreven schijf vervangen
BELANGRIJK: Bij deze niet-commerciële machines van de "M"
reeks is de lager in de drukplaat geklemd. U moet de lager met
behulp van een houten hamer en een grote drevel verwijderen.
Om de bestaande lager te vervangen, moet u een nieuwe lager
met vier bevestigingsschroeven kopen.
Als de lager van de aangedreven schijf defect is, verwijdert u
de aangedreven schijf en vervangt u de lager als volgt:
1. Verwijder de pen en sluitring uit de overbrengingsstang.
Neem het uiteinde van de overbrengingsstang uit het gat
van de aangedreven schijfmontage. Zie Figuur 4.9.
2. Gebruik een tang met een fijne bek om de aandrijfveer
los te haken. Schuif de aangedreven schijf van de
zeskantige as. Zie Figuur 4.12.
3. Verwijder de twee veerringen die de rubberen naaf van
de aangedreven schijf aan de drukplaat bevestigen. Zie
Figuur 4.13.
4. Schuif de rubberen naaf van de aandrijfschijf uit de lager.
5. Verwijder de bestaande lager van de drukplaat.
6. Installeer de nieuwe lager en bevestig hem met vier
schroeven aan de drukplaat. Draai de schroeven stevig vast.
7. Monteer de onderdelen in de omgekeerde volgorde.
FIGUUR 4.13
INSTALLEER DE NIEUWE
AANGEDREVEN SCHIJF
BORGRINGEN
VERWIJDER DE
VEER
18
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn HEET.
Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen, om
ernstige brandwonden te voorkomen.
4.3.8. De lager op het uiteinde met de poelie van de
zeskantige as vervangen.
Om de lager op het uiteinde met de poelie van de zeskantige
as vervangen, gaat u als volgt te werk:
1. Houd de zeskantige as vast met een verstelbare sleutel
die u tegen de poelie houdt.
2. Verwijder de 3/8” zeskantige borgmoer op het uiteinde
van de zeskantige schacht, aan de buitenzijde van de rechtse
wielbeugel. Zie Figuur 4.14.
3. Verwijder de houder de O-ring en de lager.
4. Installeer de nieuwe lager.
5. Installeer de nieuwe O-ring voorzichtig op de buitenzijde
van de nieuwe lager.
6. Installeer de lagerhouder en bevestig met schroeven.
7. Installeer de 3/8” zeskantige borgmoer.
FIGUUR 4.14
4.4 ONDERHOUD VAN DE RIEM
Bij de zelfrijdende maaiers brengt de motorriem de kracht over
van de motor naar de aandrijfschijf. De aandrijfschijf brengt de
Poly V-riem in beweging, die de transmissie naar de
achterwielen aandrijft. Als deze riemen verslijten, kunnen ze
slippen, wat de prestatie van de maaier zal aantasten.
Controleer de staat van de motorriem en de Poly V-riem na elke
25 uren gebruik.
4.4.1. De aandrijfriem vervangen
(Rekriemen)
1. Maak de brandstoftank leeg.
2. Figuur 4.15 toont de weg die de riem volgt. Bij deze
modellen is er geen spanrol die u moet afkoppelen. Zie
Figuur 4.15
BOVENAANZICHT VAN DE WEG VAN DE RIEM (REKTYPE)
FIGUUR 4.15
(Vervolg op volgende bladzijde)
KOGELLAGER
O-RING
3/8”
BORGMOER
LAGERHOUDER
AANDRIJFSCHIJF
AANDRIJFRIEM
MOTORPOELIE
19
Deel 4 - HERSTELLING EN AFSTELLINGEN
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen uit terwijl
de motor en het mes draaien. STOP de motor en het mes.
Verwijder de bougiekabel van de bougie en bevestig hem uit
de buurt van de bougie. De onderdelen en de motor zijn
HEET. Laat de motor en de onderdelen voldoende afkoelen,
om ernstige brandwonden te voorkomen.
4.4.1. De aandrijfriem vervangen
(Vervolg van vorige bladzijde)
BELANGRIJK: Kantel de maaier NOOIT met de carburator of de
bougie naar omlaag. De olie uit het carter zou in de luchtfilter lopen,
zodat de motor moeilijk of helemaal niet zou starten. Als de
luchtfilter toch vervuild zou worden, moet u hem vervangen.
3. Verwijder de aangedreven schijf. Zie het gedeelte "De
rubberen ring van de aangedreven schijf vervangen" voor de
juiste procedure.
4. Maak de brandstoftank leeg voor u de machine kantelt.
Kantel de machine niet met de carburator of de bougie naar
omlaag. Kantel de maaier op zijn achterwielen en vervang
het mes en de mesnaaf. Het kan nodig zijn dat u zich door
een tweede persoon laat helpen om de maaier gekanteld te
houden.
5. Houd het einde met de gleuf van de bout van de
aandrijfschrijf met een schroevendraaier vast, terwijl u de
moer en de getande interne borgring verwijdert. Zie Figuur
4.16.
6. Verwijder het riemdeksel onder het maaihuis.
7. Til de aandrijfschijf op en verwijder de versleten riem.
8. Leg het ene uiteinde van de nieuwe riem over de
motorpoelie en schuif het andere door de opening in het
maaihuis. Zie Figuur 4.15.
9. Leg de riem rond de poelie aan de onderzijde van de
aandrijfschijf.
BELANGRIJK! Maak de brandstoftank leeg voor u de
maaier kantelt. 1) De vierkante borst van de bout van de
aandrijfschijf moet in het vierkante gat van de bus passen. 2)
Het vierkante uiteinde van de bus moet in de gleuf van de
beugel passen.
11. Installeer het riemdeksel weer en draai de bouten stevig
vast.
12. Installeer de mesnaaf en het mes. Het aanbevolen
torsiekoppel voor de bevestigingsschroef van het mes is
40-55 N.m.
POSITIE VAN DE POELIE
FIGUUR 4.16
4.4.2. De Poly V- riem van de transmissie vervangen
1. Verwijder de aangedreven schijf. Zie het gedeelte "De
rubberen ring van de aangedreven schijf vervangen" voor de
juiste procedure.
2. Noteer de weg die de oude riem rond de drie poelies
volgt voor u hem verwijdert. Zie Figuur 4.17.
3. Plaats de nieuwe Poly V-riem over het uiteinde van de
zeskantige as en op de aangedreven poelie.
4. Schuif de riem op de bovenzijde van de spanrol.
5. Draai de riem opzij en trek hem opwaarts tussen de
beugel van het cardan en de aandrijfpoelie, en daarna naar
omlaag, in de gleuf van de poelie. Zorg dat de Poly V-riem
zich boven de riemgeleider bevindt. Zie Figuur 4.17.
FIGUUR 4.17
ZESKANTIGE
SCHACHT
RIEMGELEIDER
AANGEDREVEN
POELIE
POLY V-
RIEM
CARDAN-
BEUGEL
SPANROL
ROUTE VAN DE POLY V-RIEM
AANDRIJFPOELIE
AANDRIJFSCHIJF
GLEUF IN
UITEINDE BOUT
VAN DE
AANDRIJFSCHIJF
BUS
BOUTRING
BEUGEL VAN
HET MAAIHUIS
(GEDEELTELIJK GETOOND)
GETANDE INTERNE
BORGRING
MOER
20
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
PROBLEEM
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK OPLOSSING
De motor start niet
1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de brandstoftank met verse brandstof.
met de trekstarter
2. De motor heeft choke of injector nodig. 2. Injecteer de motor. Raadpleeg de handleiding
van de motor voor instructies.
3. De bougiekabel zit los. 3. Bevestig de bougiekabel aan de bougie.
De motor hapert of
valt uit nadat hij
heeft gedraaid
1. De meshendel is losgelaten of wordt niet stevig tegen
de duwboom getrokken.
1. De meshendel moet tijdens het gebruik van de
maaier altijd goed tegen de duwboom worden
getrokken.
2. De brandstoftank is leeg. 2. Vul tot het vereiste peil met brandstof.
3. De voorfilter of luchtfilter is vuil. 3. Reinig de filters.
4. De bougie is defect of de elektrodenafstand is fout. 4. Onderhoud de bougie.
5. Het brandstofsysteem is vervuild door water, vuil of
slechte brandstof.
5. Laat het brandstofsysteem leeglopen en reinig
het
De motor verliest
1. De voorfilter of luchtfilter is vuil. 1. Reinig of vervang de filters.
kracht
2. De bougie is defect. 2. Onderhoud de bougie.
3. Het brandstofsysteem is vervuild door water, vuil of
slechte brandstof.
3. Laat het brandstofsysteem leeglopen en reinig
het.
Abnormale trilling
1. Beschadigd, slecht gebalanceerd of verbogen mes. 1. Onderhoud het mes.
2. Losse onderdelen van de messen. 2. Draai de losse onderdelen vast.
3. Losse of ontbrekende airlift (indien de machine ervan
voorzien is).
3. Vervang de airlifts. Draai ze vast met het
juiste torsiekoppel.
4. Oneffen of uitgerafelde riem. 4. Vervang de riem.
De maaier rijdt niet of
trekt onvoldoende
1. Beschadigde transmissie
1. Raadpleeg uw erkende SNAPPER
distributeur.
(Zelfrijdende modellen)
2. De aandrijfriem moet worden vervangen 2. De aandrijfriem vervangen.
3. De aangedreven schijf slipt 3. Reinig of vervang de aangedreven schijf.
Gras wordt slecht
1. De maaihoogte is te laag of te hoog. 1. Stel de maaihoogte bij.
gemaaid
2. Het toerental is te laag. 2. Plaats de toerenregelaar in de stand "SNEL".
3. De voorwaartse snelheid is te hoog. 3. Verplaats de toerenregelaar naar een lagere
versnelling.
4. Ongelijkmatig maairesultaat in zijwaartse richting. 4. Stel de maaihoogte bij met de hendels voor de
afstelling van de hoogte.
5. Te sterke helling van het maaihuis van voor naar
achter.
5. Stel de maaihoogte bij met de hendels voor de
afstelling van de hoogte.
6. Het mes is bot, versleten of beschadigd. 6. Slijp het mes of vervang het.
Slechte uitworp van
1. Het toerental is te laag. 1. Plaats de toerenregelaar in de stand "SNEL".
het gras
2. De voorwaartse snelheid is te hoog. 2. Verplaats de toerenregelaar naar een lagere
versnelling.
3. Het gras is nat. 3. Maai als het gras droog is.
4. Versleten of beschadigd mes. 4. Onderhoud het mes.
5. Gemaaid gras of resten hebben zich onder het
maaihuis samengepakt.
5. Het maaihuis reinigen.
6. Het verkeerde mes is geïnstalleerd.
6. Installeer het juiste SNAPPER mes.
7. Het mes is verkeerd geïnstalleerd. 7. Installeer het mes correct.
De maaier verliest olie
1. Lekkend carter.
1. Raadpleeg uw erkende SNAPPER
distributeur.
2. De aftapplug controleren en vastdraaien.
3. Zorg dat de peilstok of de oliedop goed zijn
aangebracht.
21
ONDERHOUDSSCHEMA
ITEM ONDERHOUD REF.
ELK
GEBRUIK
5
UREN
25
UREN
50
UREN
100
UREN
ELK
SEIZOEN
Motorolie
Oliepeil controleren Blz. 7
X
Eerste olieverversing Blz. 11
X
Periodieke olieverversing Blz. 12
X*
Voorfilter
Sponselement reinigen Handleiding
motor
X**
Luchtfilter
Reinigen of vervangen Handleiding
motor
X**
Bougie
Vervangen Handleiding
motor.
X
Motorkoelsysteem
Mantel en koelvinnen
reinigen
Handleiding
motor
X**
Aandrijfriemen
Slijtage en spanning
controleren
Blz. 18-19
X X
X
Maaimes
Controleren op slijtage, schade
& vervanging
Blz. 13-14
X
Maaihuis
Maaisel en resten
verwijderen
Blz. 7
X
Smering
transmissie
Controleer het peil van het
vet
Blz. 11
X
X
Periodieke smeercontrole Blz. 11
X
Aandrijfschijf
Controleren op slijtage,
schade & vervanging
Blz. 15-17
X
* Ververs de olie om de 25 uren als u met zware belastingen of hoge temperaturen werkt.
**Vaker reinigen als u in stoffige omstandigheden werkt of er veel deeltjes in de lucht zweven.
4.6 ONDERDELEN VOOR ONDERHOUD/RESERVEONDERDELEN
ONDERDELEN VOOR HET ONDERHOUD
Snelheidsregelaar motor 7074460
Kabel mesregeling 7034608
Koppelingskabel (Zie Handleiding onderdelen) 7034604
Maaimes (Compatibel met Airlift) 7019795
Maaimes (vermalen) 7017168
Maaimes (niet compatibel met airlift) 7026691
Maaimes (Ninja - quad-rand) 7026407
Riem poelie wielaandrijving naar transmissiepoelie 7012354
Riem motor naar aandrijfschijf 7046784
Bandmontage cantilever-aandrijving 7073528
Rubberband 7041855
Handleiding onderdelen voor de 21" (53 cm)
Loopmaaier met stalen maaihuis, Reek 19
7006157
22
IDENTIFICATIE VAN DE LABELS
(1) WAARSCHUWINGSINSTRUCTIES.
(2) WAARSCHUWING: Niet gebruiken zonder de volledige
grasvanger of beschermkap.
(3) KLAARMAKEN: Te gebruiken voor het eerste starten van de
motor. Lees en volg de instructies voor het gebruik en
onderhoud van de motor. Druk de peer in om de motor klaar te
maken.
(4) BOUGIE: Waarschuwt voor het gevaar op elektrische schok
bij de bougie als de motor draait.
(5) TOERENEGELAAR: Wijst op de richting voor het verhogen
van het toerental van de motor (Konijn), het verlagen van het
toerental (Schildpad) en de richting waarin men moet choken.
(6) SNELHEIDSREGELAAR: Toont de richting van de
verplaatsing en de mogelijkheid om tussen zes snelheden te
kiezen door de hendel te draaien.
GEVARENSYMBOOL
HOUD U AAN ALLE
VEILIGHEIDSVOORSCH
RIFTEN.
LEES, BEGRIJP EN RESPECTEER DE INSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN IN DE HANDLEIDING EN
OP DE MAAIER, DE MOTOR EN DE UITBREIDINGEN VOOR U ZE GEBRUIKT.
HOUD KINDEREN EN
ANDEREN BUITEN
DE MAAIZONE.
23
IDENTIFICATIE VAN DE LABELS
(7) CONTROLE VAN DE AANWEZIGHEID VAN DE
GEBRUIKER ("DODEMANSHENDEL"): De pijl wijst naar de
dodemanshendel. Wanneer de hendel naar achter wordt
gedraaid, kan men de motor starten en zal hij lopen, zoals
wordt aangegeven door de motor met draaiende pijl. Als de
motor loopt, draait het mes, zoals aangeven door het
gemaaid gras-symbool. Als de hendel wordt losgelaten en
naar voren draait, zal de motor stilvallen.
(8) KOPPELING: Bevindt zich op de plastic greep van de
hendel voor de tractieregeling. Als u de hefboom naar de
hendel toe brengt, wordt de koppeling ingeschakeld en rijdt
de maaier vooruit. Als de hefboom wordt losgelaten, lost de
koppeling en stopt de voorwaartse beweging.
(9) WAARSCHUWING VOOR LETSEL: Wijst op mogelijke
ernstige verwondingen door het draaiende mes.
(10) EG-LABEL Wijst op de Europese certificatie.
(11) LWA-98: Wijst op de Europese certificatie voor het
geluidsniveau.
SPECIFICATIES CE-GOEDKEURING
Model Toerental (bij
constante sn
elheid)
Kilowatt (kW)
(toerental bij
constante
snelheid)
Massaee
nheid
(kg)
Geluidsverm
ogen (LWA)
(dBA)
Geluidsdruk
(LPA) (dBA)
Vibratie aan
het handvat
(m/s2)
EP217019BV 2800 5.2 43 98 84 19.1
24
BEPERKTE WAARBORG VAN 2 JAAR
Gedurende twee (2) jaar vanaf de datum van aankoop voor residentieel, niet commercieel gebruik door de oorspronkelijke koper, zal
SNAPPER via gelijk welke erkende SNAPPER distributeur kosteloos (met uitzondering van eventuele belastingen) elk onderdeel vervangen
dat na onderzoek door de fabriek in McDonough, Georgia, gebrekkig van materiaal of fabricage wordt bevonden.
Gedurende negentig (90) dagen vanaf de datum van aankoop voor commerieel gebruik, verhuring of ander niet-residentieel gebruik door de
oorspronkelijke koper, zal SNAPPER via gelijk welke erkende SNAPPER distributeur kosteloos (met uitzondering van eventuele belastingen)
elk onderdeel vervangen dat na onderzoek door de fabriek in McDonough, Georgia, gebrekkig van materiaal of fabricage wordt bevonden.
De kosten voor het transport van de machine naar een erkende SNAPPER distributeur voor de vervanging in het kader van deze waarborg
komen volledig ten laste van de koper.
Deze waarborg geldt niet voor bepaalde transmissies, motoren en hun onderdelen, en batterijen, aangezien deze elementen afzonderlijk
worden gewaarborgd. De waarborg geldt niet voor onderdelen die beschadigd zijn als gevolg van ongevallen, wijzigingen, verkeerd gebruik,
gebrekkige smering, normale slijtage of andere oorzaken die buiten de controle vallen van SNAPPER. De waarborg geldt niet voor machines
of onderdelen die wijzigingen of aanpassingen hebben ondergaan die de veiligheid, prestaties of duurzaamheid beïnvloeden.
Voor de batterijen geldt een waarborgperiode van een (1) jaar met indien nodig gratis vervanging gedurende een (1) jaar vanaf de
oorspronkelijke aankoop. SNAPPER is niet aansprakelijk voor eventuele installatiekosten. De waarborg van de batterij dekt uitsluitend
originele batterijen en geldt niet voor schade aan de batterij of de machine als gevolg van verwaarlozing, verkeerd gebruik, vernieling door
brand, explosie, vorst, overlading, gebrekkig onderhoud of het gebruik van ongeschikt elektrolyt.
Er geldt geen andere uitdrukkelijke waarborg.
AFWIJZING VAN GARANTIE
Impliciete waarborgen, met inbegrip van verhandelbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel, zijn beperkt tot twee (2) jaar
vanaf de aankoopdatum voor residentieel of ander niet-commercieel gebruik door de oorspronkelijke koper, en tot negentig (90)
dagen vanaf de aankoopdatum voor commercieel gebruik, verhuring of ander niet-residentieel gebruik door de oorspronkelijke
koper; in de mate dat de wet het toelaat zijn alle impliciete waarborgen uitgesloten.Dit is het enige verhaal. Aansprakelijkheid voor
gevolgschade onder gelijk welke waarborg is uitgesloten.
Sommige landen verbieden beperkingen op de duur van impliciete waarborgen of verbieden de uitsluiting of beperking van
incidentele of gevolgschade, zodat bovenstaande beperking of uitsluiting in uw geval misschien niet van toepassing is.
Deze waarborg geeft u specifieke juridische rechten. Afhankelijk van uw nationale wetgeving kunt u nog andere rechten hebben.
WAARSCHUWING: HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE SNAPPER ONDERDELEN KAN DE VEILIGHEID VAN DE SNAPPER
PRODUCTEN IN HET GEDRANG BRENGEN EN ZAL ALLE AANSPRAKELIJKHEID EN WAARBORG VANWEGE SNAPPER,
VERBONDEN AAN HET GEBRUIK VAN DEZE ONDERDELEN, OPHEFFEN.
BELANGRIJK: Gelieve de bijgevoegde registratiekaart onmiddellijk in te vullen en te versturen naar:
Snapper's Product Registration Center, P.O. Box 1379, McDonough, Georgia 30253
25
NOTITIES
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
26
NOTITIES
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
27
NOTITIES
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
___________________________________________________________________
28
Veiligheidsvoorschriften en gebruikshandleiding voor
EUROPESE
21" (53 CM) STALEN MAAIHUIS
LOOPMAAIERS
REEKS 19
BELANGRIJK
De producten van Snapper zijn gebouwd met motoren die aan alle geldende vereisten voor de uitlaatgassen op het ogenblik van de
fabricage voldoen, of die deze vereisten overtreffen. De etiketten op de motoren vermelden zeer belangrijke informatie over de
uitstoot, samen met kritieke veiligheidswaarschuwingen. Zorg dat u alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding, in de
handleiding van de motor en op de machine, de motor en de uitbreidingen leest, begrijpt en respecteert. Als u vragen hebt over uw
product van Snapper, raadpleegt u uw erkende Snapper distributeur of neemt u contact op met de Klantendienst van Snapper, bij
Snapper, McDonough, GA. 30253. Telefoon: 1-800-935-2967.
COPYRIGHT © 2005
SNAPPER - EEN DIVISIE VAN SIMPLICITY MFG., INC.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
HANDLEIDING N°. 7100369 (I.R. 11/18/2005)
TP 111-5133-IR-WB-N
WAARSCHUWING
DE UITLAATGASSEN VAN DIT PRODUCT, OF BESTANDDELEN ERVAN, EN BEPAALDE ONDERDELEN VAN HET VOERTUIG
BEVATTEN OF PRODUCEREN CHEMICALIËN WAARVAN DE STAAT CALIFORNIA WEET DAT ZIJ KANKER,
GEBOORTEAFWIJKINGEN OF ANDERE SCHADELIJKE INVLOEDEN OP DE VOORTPLANTING KUNNEN VEROORZAKEN.
WAARSCHUWING
DE BATTERIJPOLEN, DE AANSLUITINGEN EN DE BIJBEHORENDE ACCESSOIRES BEVATTEN LOOD EN SAMENSTELLINGEN
MET LOOD. DIT ZIJN CHEMICALIËN WAARVAN DE STAAT CALIFORNIA WEET DAT ZIJ KANKER, GEBOORTEAFWIJKINGEN
OF ANDERE SCHADELIJKE INVLOEDEN OP DE VOORTPLANTING KUNNEN VEROORZAKEN. WAS UW HANDEN NADAT U
DEZE ONDERDELEN HEBT AANGERAAKT.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Snapper ERP217019BV Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde artikelen