Documenttranscriptie
OFFICEJET PRO 8000
Gebruikershandleiding
A809
HP Officejet Pro 8000 printerserie
Gebruikershandleiding
Copyright informatie
© 2009 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Kennisgeving van HewlettPackard Company
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De garantie voor HP-producten en
services is vastgelegd in de
garantieverklaringen bij de
betreffende producten. Niets in dit
document mag worden opgevat als
aanvullende garantiebepaling. HP kan
niet aansprakelijk worden gehouden
voor technische of redactionele fouten
of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken
Windows en Windows XP zijn in de
V.S. geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation. Windows
Vista een gedeponeerd handelsmerk
of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde staten en/
of andere landen.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico van verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij
het apparaat behorende documentatie
hebt gelezen en begrepen.
2. Neem alle op dit product vermelde
waarschuwingen en instructies in acht.
3. Haal de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact voordat u dit
product reinigt.
4. Plaats of gebruik dit product niet in
de buurt van water of als u nat bent.
5. Zorg dat het product stevig op een
stabiel oppervlak staat.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en waar het netsnoer niet kan worden
beschadigd.
7. Zie Problemen oplossen en
onderhoud als het product niet naar
behoren werkt.
8. Dit product bevat geen door de
gebruiker te onderhouden
onderdelen. Laat
onderhoudswerkzaamheden over aan
erkende onderhoudsmonteurs.
9. Gebruik alleen de externe
netadapter/batterij die bij het apparaat
is geleverd.
Inhoudsopgave
1
Aan de slag
Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................7
Het modelnummer van het apparaat zoeken ............................................................................9
Toegankelijkheid .......................................................................................................................9
De onderdelen van het apparaat kennen ................................................................................10
Vooraanzicht .....................................................................................................................10
Bedieningspaneel .............................................................................................................11
Achteraanzicht ..................................................................................................................11
Informatie over verbindingen ..................................................................................................12
Het apparaat uitschakelen ......................................................................................................12
Eco-tips ...................................................................................................................................12
2
De accessoires installeren
De duplexeenheid installeren .................................................................................................14
Lade 2 installeren ...................................................................................................................14
Accessoires inschakelen in de printerdriver ............................................................................15
Accessoires inschakelen op computers met Windows .....................................................15
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh ....................................................15
3
Het apparaat gebruiken
Afdrukmateriaal selecteren .....................................................................................................16
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken .......................................................................16
Tips voor het selecteren en gebruiken van afdrukmateriaal .............................................18
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal ...................................19
Ondersteunde formaten kennen .................................................................................20
Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen ...................22
Minimummarges instellen .................................................................................................23
Afdrukmateriaal plaatsen ........................................................................................................23
Lades configureren .................................................................................................................25
De afdrukinstellingen wijzigen ................................................................................................26
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) .................27
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows) ......................27
Instellingen wijzigen (Mac OS X) ......................................................................................27
Afdrukken op beide zijden van de pagina (dubbelzijdig afdrukken) ........................................27
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken .............................................................................27
Dubbelzijdig afdrukken .....................................................................................................28
Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat ...................................................................29
Afdrukken zonder randen .......................................................................................................30
Een document zonder rand afdrukken (Windows) ............................................................30
Een document zonder rand afdrukken (Mac OS X) ..........................................................31
Een webpagina afdrukken (enkel Windows) ...........................................................................31
Een afdruktaak annuleren .......................................................................................................32
1
4
Configureren en beheren
Het apparaat beheren .............................................................................................................33
Het apparaat controleren ..................................................................................................34
Het apparaat beheren .......................................................................................................35
Beheertools voor het apparaat gebruiken ...............................................................................36
Geïntegreerde webserver .................................................................................................36
De ingebouwde webserver openen ............................................................................37
Pagina's geïntegreerde webserver .............................................................................38
HP Werkset (Windows) .....................................................................................................38
De HP Werkset openen ..............................................................................................39
HP Werkset tabs .........................................................................................................39
Netwerkwerkset ..........................................................................................................40
Gebruik het HP Solution Center (Windows) ......................................................................40
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X) ............................................................................40
Het HP Printerprogramma openen .............................................................................41
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma .............................................................. 41
HP Apparaatbeheer gebruiken ...................................................................................42
De diagnostische zelftestpagina begrijpen .............................................................................42
De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen)
statusrapport begrijpen ...........................................................................................................43
Het apparaat configureren (Windows) ....................................................................................45
Rechtstreekse verbinding .................................................................................................45
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze) ......45
het apparaat verbinden voordat u de software installeert ...........................................46
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ....................................................46
Netwerkverbinding ............................................................................................................47
Het apparaat installeren op een netwerk ....................................................................47
De software van het apparaat installeren op clientcomputers ..................................... 48
De printerdriver toevoegen met Printer toevoegen .....................................................48
Het apparaat installeren in een volledige IPV6-netwerkomgeving ..............................48
Het apparaat configureren (Mac OS X) ..................................................................................49
De software installeren voor een netwerk of rechtstreekse verbinding .............................49
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ..........................................................50
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen) ..............51
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen .......................................................52
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Windows) .................53
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Mac OS X) ................53
Sluit het apparaat aan met een draadloze ad-hocverbinding ............................................54
Draadloze communicatie uitschakelen .............................................................................54
Configureer uw firewall zo dat deze kan samenwerken met HP-apparaten ......................54
De verbindingsmethode wijzigen ......................................................................................56
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk ......................56
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen .....................56
Overige richtlijnen .......................................................................................................57
De software verwijderen en opnieuw installeren .....................................................................57
5
Problemen oplossen en onderhoud
Ondersteunde inktcartridges ...................................................................................................60
De inktcartridges vervangen ...................................................................................................61
2
Inhoudsopgave
De printkoppen onderhouden .................................................................................................62
De status van de printkoppen controleren ........................................................................63
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken .......................................................63
De printkoppen uitlijnen ....................................................................................................64
De printkoppen reinigen ....................................................................................................65
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen ......................................................65
De regelinvoer kalibreren ..................................................................................................68
De printkoppen vervangen ................................................................................................68
Printerbenodigdheden bewaren ..............................................................................................70
Inktcartridges bewaren .....................................................................................................70
Printkoppen bewaren ........................................................................................................70
Tips en informatiebronnen voor het oplossen van problemen ................................................71
Problemen met het afdrukken oplossen .................................................................................72
Het apparaat schakelt onverwachts uit .............................................................................72
Het apparaat reageert niet (drukt niet af) ..........................................................................72
De lichtjes van de printer branden ....................................................................................73
Het afdrukken duurt lang ..................................................................................................73
Tekst of illustraties zijn verkeerd geplaatst .......................................................................74
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit ...........................................74
Apparaat drukt af vanuit de verkeerde invoerlade ............................................................75
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten .......................................................75
Algemene problemen in verband met de afdrukkwaliteit ..................................................75
Er worden vreemde tekens afgedrukt ...............................................................................76
De inkt wordt uitgesmeerd ................................................................................................76
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig .............................................................77
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets .........................................................................77
Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt ............................................................................77
De verkeerde kleuren worden afgedrukt ...........................................................................77
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen ..............................................................78
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand ......................................................................................................................78
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd ...................................................................................79
Tekst of illustraties vertonen strepen ................................................................................79
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten ..........................................................79
Problemen met de papierinvoer oplossen ..............................................................................79
Optionele lade 2 kan niet worden geplaatst ......................................................................79
Afdrukmateriaal stopt halverwege ..................................................................................... 80
Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan .............................................80
Problemen met het apparaatbeheer oplossen ........................................................................81
De ingebouwde webserver kan niet worden geopend ......................................................82
Netwerkproblemen oplossen ..................................................................................................82
3
Problemen met draadloze verbindingen oplossen ..................................................................83
Algemene tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken .....................83
Geavanceerde tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken ..............84
Controleer of de computer met het netwerk is verbonden ..........................................85
Controleer of het HP-apparaat is verbonden met uw netwerk. ...................................86
Controleer of de firewallsoftware de communicatie blokkeert. ....................................87
Controleer of het HP-apparaat online en gereed is. ....................................................88
Uw draadloze router maakt gebruik van een verborgen SSID. ...................................88
Controleer of de draadloze versie van het HP-apparaat als
standaardprinterstuurprogramma is ingesteld (alleen Windows) ................................89
Controleer of de service HP Network Devices Support wordt uitgevoerd (alleen
in Windows) ................................................................................................................89
Hardwareadressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen ......................90
Installatieproblemen oplossen ................................................................................................90
Suggesties voor hardware-installatie ................................................................................90
Suggesties voor hardware-installatie ................................................................................91
Netwerkproblemen oplossen ............................................................................................91
Papierstoringen verhelpen ......................................................................................................93
Verhelp een storing in het apparaat ..................................................................................93
Tips voor het vermijden van storingen ..............................................................................94
fout- ........................................................................................................................................95
Printkop(pen) ontbreekt/ontbreken - Volgende printkop ontbreekt, is niet
gedetecteerd, of niet goed geplaatst .................................................................................95
Incompatibele printkop - Volgende printkop is niet geschikt voor deze printer. .................95
Probleem met de printkop - Volgende printkop vertoont een probleem ............................96
Apparaat niet aangesloten ................................................................................................96
De inktpatroon moet binnenkort worden vervangen - Vervang volgend inktpatroon
binnenkort .........................................................................................................................96
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon ontbreekt of is beschadigd ...................96
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon moet worden vervangen. .....................96
Verkeerd papier - Papier dat werd gedetecteerd komt niet overeen met het
geselecteerde formaat of type. .........................................................................................96
De inktpatroonhouder kan niet bewegen. Schakel het apparaat uit. Controleer de
printer op vastgelopen papier of op een andere storing ....................................................97
Papierstoring - Er is papier vastgelopen (of verkeerd ingevoerd) Verwijder het
vastgelopen papier en druk op de knop Doorgaan op de printer ......................................97
Het papier in de printer is op. Laad papier in de printer en druk op de doorgaanknop
op de voorkant van de printer. ..........................................................................................97
Incompatibele cartridge(s) - Volgende cartridge is niet geschikt voor deze printer. ..........97
Printer off line gebruiken - Uw printer is momenteel offline ...............................................97
Printer gepauzeerd - Uw printer is momenteel gepauzeerd ..............................................98
Het document kan niet worden afgedrukt - De taak werd onderbroken vanwege een
fout in het afdruksysteem. .................................................................................................98
Algemene afdrukfout..........................................................................................................98
6
Lampjes van het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel .............................................................99
A HP-benodigdheden en -accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen .................................................................................105
Accessores ...........................................................................................................................105
4
Inhoudsopgave
Benodigdheden ....................................................................................................................106
Inktpatronen en printkoppen ...........................................................................................106
HP-afdrukmateriaal .........................................................................................................106
B Ondersteuning en garantie
Elektronische ondersteuning krijgen .....................................................................................107
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packardbeperkte garantie ....................................108
Inktpatroon garantieinformatie ..............................................................................................109
Telefonische ondersteuning van HP krijgen .........................................................................110
Voordat u belt .................................................................................................................110
Wat te doen bij problemen ..............................................................................................110
Telefonische ondersteuning van HP ...............................................................................111
Periode voor telefonische ondersteuning ..................................................................111
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning .................................................112
Telefonisch contact opnemen ...................................................................................113
Na de periode van telefonische ondersteuning .........................................................113
Opties voor aanvullende garantie ...................................................................................113
HP Snelle omruilservice (Japan) ..................................................................................... 114
HP Korea klantenondersteuning .....................................................................................114
Het apparaat klaarmaken voor verzending ...........................................................................115
De inktcartridges en printkoppen verwijderen voor verzending ....................................... 115
Het apparaat verpakken .......................................................................................................117
C Specificaties van het apparaat
Fysieke specificaties .............................................................................................................119
Productkenmerken en -mogelijkheden .................................................................................119
Specificaties processor en geheugen ...................................................................................120
Systeemvereisten .................................................................................................................120
Netwerkprotocolspecificaties ................................................................................................121
Specificaties van de geïntegreerde webserver .....................................................................121
Afdrukresolutie ......................................................................................................................122
Omgevingsspecificaties ........................................................................................................122
Elektrische specificaties ........................................................................................................122
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO
7779) ....................................................................................................................................122
D Overheidsvoorschriften
FCC-verklaring .....................................................................................................................123
Bericht aan gebruikers in Korea ...........................................................................................124
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in Japan ......................124
Bericht voor gebruikers in Japan over het netsnoer .............................................................. 124
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen ................................................................................124
Wettelijke informatie inzake draadloze producten ................................................................. 125
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen .....................................................................125
Bericht aan gebruikers in Brazilië ...................................................................................125
Bericht aan gebruikers in Canada ................................................................................... 125
Bericht aan gebruikers in Taiwan .................................................................................... 126
Kennisgeving van de Europese Unie ..............................................................................127
Wettelijk verplicht modelnummer ..........................................................................................127
Verklaring van overeenstemming .........................................................................................128
5
Milieubeschermingsprogramma ............................................................................................130
Papeirverbruik ................................................................................................................130
Kunststof .........................................................................................................................130
Veiligheidsinformatiebladen ............................................................................................130
Recyclingprogramma ......................................................................................................130
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen ..............................................................130
Hoe privé-huishoudens in de Europese Unie afgedankte apparatuur als afval
dienen aan te bieden ......................................................................................................131
Stroomverbruik ...............................................................................................................132
Chemische stoffen ..........................................................................................................132
Licenties van derden ............................................................................................................. 133
Index...........................................................................................................................................138
6
1
Aan de slag
In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen
van problemen.
•
•
•
•
•
•
•
Andere bronnen over het product zoeken
Het modelnummer van het apparaat zoeken
Toegankelijkheid
De onderdelen van het apparaat kennen
Informatie over verbindingen
Het apparaat uitschakelen
Eco-tips
Andere bronnen over het product zoeken
Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in
deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Bron
Beschrijving
Locatie
Installatieposter
Bevat geïllustreerde
installatieaanwijzingen.
Een gedrukte versie van dit
document is bij het apparaat
meegeleverd. Het is ook
beschikbaar op de HPwebsite www.hp.com/support.
Leesmij-bestand en releaseinfo
Deze bieden de laatste
informatie en tips voor het
oplossen van problemen.
Staat op de Starter-cd.
Beknopte handleiding voor
draadloze installatie (alleen
bij sommige modellen)
Bevat aanwijzingen voor het
installeren van de draadloze
functie van het apparaat.
Een gedrukte versie van het
document is bij het apparaat
meegeleverd.
Hulpprogramma's voor
apparaatbeheer
(netwerkverbinding)
Hiermee kunt
u statusinformatie bekijken,
instellingen wijzigen en het
apparaat beheren.
Beschikbaar vanaf een
computer met een verbinding.
Raadpleeg Geïntegreerde
webserver voor meer
informatie.
HP Werkset (Microsoft®
Windows®)
Biedt informatie over de
status van printkoppen en
geeft toegang tot services
voor onderhoud.
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Raadpleeg HP Werkset
(Windows) voor meer
informatie.
HP Printerprogramma (Mac
OS X)
Bevat hulpmiddelen voor het
configureren van
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Aan de slag
7
Hoofdstuk 1
(vervolg)
Bron
Beschrijving
Locatie
afdrukinstellingen, het
kalibreren van het apparaat,
het reinigen van de
printkoppen, het afdrukken
van de configuratiepagina, en
het zoeken van hulp op de
website.
Raadpleeg HP
Printerhulpprogramma (Mac
OS X) voor meer informatie.
Bedieningspaneel
Geeft status-, fout- en
waarschuwingsinformatie
over de werking.
Raadpleeg Bedieningspaneel
voor meer informatie.
Logs en rapporten
Biedt informatie over
gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden.
Raadpleeg Het apparaat
controleren voor meer
informatie.
Configuratiepagina
•
Raadpleeg De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor
meer informatie.
Apparaatgegevens:
◦ Naam van product
◦
◦
◦
•
•
•
8
Modelnummer
Serienummer
Versienummer van
de firmware
Geïnstalleerde
accessoires (bijvoorbeeld
lade 2)
Het aantal afgedrukte
pagina's uit de lades en
accessoires
Afdrukken status
benodigdheden
Pagina diagnostiek van
afdrukkwaliteit afdrukken
Hiermee kunt u nagaan of er
problemen zijn die invloed
hebben op de afdrukkwaliteit
en kunt u beter beslissen of
het nodig is om een
onderhoud uit te voeren om
de kwaliteit van uw afdrukken
te verbeteren.
Raadpleeg De pagina
Diagnostiek van
afdrukkwaliteit afdrukken
voor meer informatie.
HP-websites
Biedt de meest recente
printersoftware en producten ondersteuningsinformatie.
www.hp.com/support
Telefonische ondersteuning
van HP
Bevat contactinformatie van
HP.
Raadpleeg Telefonische
ondersteuning van HP krijgen
voor meer informatie.
HP Solution Center (Windows)
Hiermee kunt u instellingen
van het apparaat wijzigen,
benodigdheden bestellen,
starten en de Help op het
scherm openen. Afhankelijk
Normaal samen met de
software van het apparaat
geïnstalleerd.
Aan de slag
www.hp.com
Bron
Beschrijving
Locatie
van de apparaten die werden
geïnstalleerd, geeft het HP
Solution Center extra
functies, zoals toegang tot de
beeldbewerkingssoftware
van HP en de
faxinstallatiewizard.
Raadpleeg Gebruik het HP
Solution Center (Windows)
voor meer informatie.
Het modelnummer van het apparaat zoeken
Naast de naam van het model die wordt weergegeven aan de voorkant van het
apparaat, beschikt dit apparaat ook over een specifiek modelnummer. U kunt dit
nummer gebruiken om te bepalen welke benodigdheden en accessoires beschikbaar
zijn voor uw product, en wanneer u ondersteuning kunt krijgen.
U vindt het modelnummer op een label dat zich in het apparaat bevindt, in de buurt
van de inktpatronen.
Toegankelijkheid
Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor
gebruikers met bepaalde handicaps.
Visuele handicap
De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functies van uw
besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor
gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en
spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de
gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel voorzien
van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven.
Mobiliteit
Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van
het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software
ondersteunt ook Windows-toegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen,
filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van
het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden
bediend.
Ondersteuning
Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar
optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/
accessibility.
Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op www.apple.com/accessibility.
Toegankelijkheid
9
Hoofdstuk 1
De onderdelen van het apparaat kennen
•
•
•
Vooraanzicht
Bedieningspaneel
Achteraanzicht
Vooraanzicht
10
1
Bedieningspaneel
2
Uitvoerlade
3
Lade 1
4
Breedtegeleiders
5
Inktcartridgeklep
6
Inktcartridges
7
Printkopvergrendeling
8
Printkoppen
9
Lade 2 (Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor bestelinformatie.)
Aan de slag
Bedieningspaneel
Zie Lampjes van het bedieningspaneel voor meer informatie over het aflezen van de
lampjes op het bedieningspaneel.
1
Inktpatroonlampjes
2
Printkoplampjes
Opmerking De printkoplampjes branden enkel wanneer er een probleem is met een van
de printkoppen.
3
Netwerkknop
(beschikbaar op sommige modellen)
Draadloosknop
4
Annuleren
(beschikbaar op sommige modellen)
knop
5
Doorgaan
6
knop en lampje
Knop en lampje Aan/Uit
Achteraanzicht
1
Stroomaansluiting
2
Ethernet-netwerkpoort
3
USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
4
Automatisch accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)
5
Vergrendeling van de achterklep van de duplexeenheid
De onderdelen van het apparaat kennen
11
Hoofdstuk 1
Informatie over verbindingen
Beschrijving
Aanbevolen aantal
aangesloten
computers voor de
beste prestaties
Ondersteunde
softwarefuncties
Instructies bij de
installatie
USB-aansluiting
Eén computer die via
een USB-kabel is
aangesloten op de
snelle USB 2.0-poort
aan de achterzijde van
het apparaat.
Alle functies worden
ondersteund.
Zie de installatieposter
voor uitgebreide
instructies.
Ethernet-verbinding (via
kabel)
Maximaal vijf computers
die aan het apparaat
zijn aangesloten via een
hub of een router.
Alle functies worden
ondersteund.
Volg de instructies in de
Beknopte handleiding
en raadpleeg
vervolgens Het apparaat
delen op een lokaal
gedeeld netwerk in deze
handleiding voor
verdere instructies.
Printers delen
Maximaal vijf computers.
Alle functies die op de
hostcomputer aanwezig
zijn, worden
ondersteund. Alleen
afdrukken wordt vanaf
de andere computers
ondersteund.
Volg de instructies in het
gedeelte Het apparaat
delen op een lokaal
gedeeld netwerk.
Alle functies worden
ondersteund.
Volg de instructies in het
gedeelte Het apparaat
installeren voor
draadloze communicatie
(alleen sommige
modellen).
De hostcomputer moet
altijd aanstaan, anders
kunnen de andere
computers niet op het
apparaat afdrukken.
802.11 draadloos
(alleen bepaalde
modellen)
Maximaal vijf computers
die aan het apparaat
zijn aangesloten via een
hub of een router.
Het apparaat uitschakelen
Schakel het HP-product uit door te drukken op de knop Aan/uit die zich op het
apparaat bevindt. Wacht tot wanneer het aan/uit-lampje brandt voordat u het netsnoer
uittrekt of een stopcontact uitschakelt. Als u het HP-product niet op de juiste manier
uitschakelt, beweegt de printcartridge mogelijk niet naar de uitgangspositie. Dit kan
problemen veroorzaken met de printkoppen en de afdrukkwaliteit.
Eco-tips
HP streeft ernaar om zijn klanten te helpen bij het reduceren van hun
milieuvoetafdruk. HP heeft hieronder een aantal eco-tips voorzien opdat u beter zou
kunnen de aandacht vestigen op de verschillende manieren om de invloed van uw
afdrukkeuzes te evalueren en te reduceren. Naast een aantal specifieke functies van
12
Aan de slag
dit product, kunt u ook de HP Eco Solutions-website bezoeken voor meer informatie
over de milieu-initiatieven van HP.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
•
•
•
•
Dubbelzijdig afdrukken: Maak gebruik van papierbesparende printing om
documenten dubbelzijdig af te drukken met meerdere pagina's op hetzelfde vel om
papiergebruik te reduceren. Zie Afdrukken op beide zijden van de pagina
(dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Smart Web printing: De HP Smart Web Printing-interface omvat een venster
Clipboek en Clips bewerken waarin u clips die u op het web hebt verzameld,
kunt opslaan, organiseren, of afdrukken. Zie Een webpagina afdrukken (enkel
Windows) voor meer informatie.
Energiebesparingsinformatie: Om te bepalen of dit product voldoet aan het
programma ENERGY STAR®, raadpleegt u Stroomverbruik.
Gerecycled materiaal: Ga voor meer informatie over het hergebruik van HP
producten naar:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Eco-tips
13
2
De accessoires installeren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
•
De duplexeenheid installeren
Lade 2 installeren
Accessoires inschakelen in de printerdriver
De duplexeenheid installeren
U kunt automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. Zie Afdrukken op
beide zijden van de pagina (dubbelzijdig afdrukken) voor informatie over het gebruik
van de duplexeenheid.
Zo installeert u de duplexeenheid.
▲ Schuif de duplexeenheid in het apparaat totdat deze vastklikt. Druk bij de
installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid, maar
gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Lade 2 installeren
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
Lade 2 kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten.
Lade 2 installeren als volgt.
1. Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de
voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn.
2. Schakel het apparaat uit en koppel het netsnoer los.
3. Plaats het apparaat boven op de lade.
Let op Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van het apparaat.
4. Sluit het netsnoer aan en zet het apparaat aan.
5. Activeer lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie Accessoires inschakelen in de
printerdriver voor meer informatie.
14
De accessoires installeren
Accessoires inschakelen in de printerdriver
•
•
Accessoires inschakelen op computers met Windows
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh
Accessoires inschakelen op computers met Windows
Als de software van het apparaat geïnstalleerd is op een computer met Windows,
moet lade 2 in de printerdriver worden ingeschakeld om deze met het apparaat te
kunnen laten werken. (De duplexeenheid moet niet worden ingeschakeld.)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het betreffende printerstuurprogramma en klik op
Eigenschappen.
3. Kies een van de volgende tabbladen: Configuratie, instellingen apparaat, of
Apparaatopties. (De naam van het tabblad is afhankelijk van het
printerstuurprogramma en het besturingssysteem.)
4. Klik op het geselecteerde tabblad het accessoire dat u wilt inschakelen, klik
Geïnstalleerd uit het vervolgmenu en klik vervolgens op OK.
Accessoires inschakelen op computers met Macintosh
Mac OS X schakelt in de printerdriver automatisch alle accessoires in bij het
installeren van de software van het apparaat. Doe het volgende als u later een nieuw
accessoire toevoegt:
Mac OS X (v10.4)
1. Dubbelklik op Macintosh HD, dubbelklik op Programma's, dubbelklik op
Hulpprogramma's, en dubbelklik op Installatieprogramma voor printer.
2. Klik in de Lijst met printers op het apparaat dat u wilt installeren.
3. Kies Toon info in het menu Printers.
4. Klik in het vervolgmenu Namen en locaties op Installeerbare opties.
5. Vink het accessoire aan dat u wilt activeren.
6. Klik op Toepassen .
Mac OS X (v10.5)
1. Open deSysteemvoorkeuren en selecteer Afdrukken en faxen.
2. Klik op Opties en benodigdheden.
3. Klik op het tabblad Driver.
4. Selecteer de opties die u wilt installeren en klik op OK.
Accessoires inschakelen in de printerdriver
15
3
Het apparaat gebruiken
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Afdrukmateriaal selecteren
Afdrukmateriaal plaatsen
Lades configureren
De afdrukinstellingen wijzigen
Afdrukken op beide zijden van de pagina (dubbelzijdig afdrukken)
Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat
Afdrukken zonder randen
Een webpagina afdrukken (enkel Windows)
Een afdruktaak annuleren
Afdrukmateriaal selecteren
Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij
raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat
u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat.
Ga naar de website van HP op www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal
van HP.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Alle
papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest
om te voldoen aan de hoogste maatstaven van
betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten
met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en droger
sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier
met het ColorLok-logo dat bestaat in verscheidene formaten en
gewichten en gemaakt wordt door verschillende fabrikanten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
Tips voor het selecteren en gebruiken van afdrukmateriaal
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Minimummarges instellen
Papiersoorten aanbevolen voor afdrukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP brochurepapier
16
Het apparaat gebruiken
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze voor
(vervolg)
HP Superior
Inkjetpapier
reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten,
speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Bright White Inkjet
Papier
HP Bright White Inkjet Papier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP-afdrukpapier
HP Printing Papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Hiermee vervaardigt u documenten die er veel professioneler uitzien
dan documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn
afgedrukt. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren. Het bevat geen zuren
waardoor de levensduur van de documenten wordt verlengd.
HP Office papier
HP Office Papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
geschikt voor kopieën, concepten, memo's en andere dagdagelijkse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren. Het bevat geen zuren
waardoor de levensduur van de documenten wordt verlengd
HP Multipurpose papier
HP Multipurpose Papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart
en levendiger kleuren. Het bevat geen zuren waardoor de
levensduur van de documenten wordt verlengd.
HP Premium
presentatiepapier
Dit heavyweight papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Professional Papier
HP Premium
transparanten
HP Premium Inkjet Transparency Film maakt uw presentaties in
kleur meer levendig en nog indrukwekkender. Deze transparanten
zijn gemakkelijk in het gebruik en drogen snel en zonder vlekken.
HP Advanced
fotopapier
Dit dik fotopapier heeft een speciale afwerking die ervoor zorgt dat
de inkt onmiddellijk droogt, zodat u de afdrukken gemakkelijk en
vlekkeloos kunt verwerken. Dergelijke foto's zijn bestand tegen
water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op
deze papiersoort afdrukt, lijken op foto’s die u in een winkel hebt
laten afdrukken. Dit papier is verkrijgbaar in diverse formaten,
waaronder A4, 8.5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5
x 7 inch) en twee afwerkingen – hoogglanzend of licht glanzend
(satijn mat). Het bevat geen zuren waardoor de levensduur van de
documenten wordt verlengd.
HP Everyday
Fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse foto's voor een lage prijs op papier dat is
ontworpen voor het afdrukken van gewone foto's. Dit betaalbare
fotopapier droogt snel zodat u de afdrukken gemakkelijk kunt
verwerken. Verkrijg scherpe, heldere afbeeldingen wanneer u dit
papier gebruikt in een inktjetprinter. Verkrijgbaar in mat in 8.5 x 11
inch, A4, en 10 x 15 cm (4 x 6 inch). Het bevat geen zuren waardoor
de levensduur van de documenten wordt verlengd.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer desgevraagd uw land/regio, volg de aanwijzingen om uw product
te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de
pagina.
Afdrukmateriaal selecteren
17
Hoofdstuk 3
Opmerking Momenteel zijn bepaalde onderdelen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
HP Photo Value Packs:
HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktpatronen van HP en HP
Advanced Photo Papier bevatten waardoor u tijd bespaart en u niet meer hoeft na te
denken over het afdrukken van betaalbare professionele foto's met uw HP-printer.
Originele HP-inkt en HP Advanced Photo Papier zijn op elkaar afgestemd zodat de
levensduur van uw foto's wordt verlengd en uw foto's, afdruk na afdruk, levendig zijn.
Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of meerdere afdrukken
die men kan delen.
Tips voor het selecteren en gebruiken van afdrukmateriaal
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden:
•
•
•
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade. Als u een speciaal soort
afdrukmateriaal bovenop gewoon afdrukmateriaal plaatst, kan het papier vastlopen
of de afdruk onjuist zijn.
Voor lade 1 en lade 2 plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden en
tegen de achterkant van de lade. Centreer het afdrukmateriaal in de invoerlade en
stel de papierlengtegeleiders in. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
•
•
•
18
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
Plaats niet te veel papier. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund
afdrukmateriaal voor meer informatie. HP beveelt aan om speciaal afdrukmateriaal
niet hoger te laden dan 2/3 vol.
Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te
voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden:
◦ Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦ Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦ Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦ Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
◦ Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Het apparaat gebruiken
Kaarten en enveloppen
• Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen,
sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke,
onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of
anderszins beschadigd zijn.
• Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
• Zorg ervoor dat de enveloppen met de flappen omhoog en aan de rechter- of de
achterkant van het apparaat worden geladen.
Fotopapier
• Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het
afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
• Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Transparanten
• Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar
de achterzijde van het apparaat.
• Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat
afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat
• Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat.
• Als uw toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat
eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het
papierformaat in het printerstuurprogramma in. U moet wellicht de opmaak van
bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op
speciaal afdrukformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal
Met de tabellen Ondersteunde formaten kennen en Informatie over ondersteunde
types en gewichten van afdrukmaterialen kunt u bepalen welke media goed zijn voor
uw apparaat en welke functies bij uw papier zullen functioneren.
Afdrukmateriaal selecteren
19
Hoofdstuk 3
Let erop dat u de juiste mediatype-instellingen in het printerstuurprogramma gebruikt,
en configureer de lades voor het juiste mediatype. HP adviseert dat u papiersoorten
uitprobeert voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
•
•
Ondersteunde formaten kennen
Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen
Ondersteunde formaten kennen
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
Papierformaat
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inches)
216 x 330 mm (8,5 x 13 inches)
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inches)
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches)
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25
x 10,5 inches)
U.S. Statement (140 x 216 mm; 5,5 x 8,5
inches)
B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12
inches)
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches)
A4 zonder rand (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7
inches)
A5 zonder rand (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3
inches)
B5 zonder rand (JIS) (182 x 257 mm; 7,17
x 10,12 inches)
Enveloppen
Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12
x 9,5 inches)
Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88
x 7,5 inches)
Card Envelope (111 x 152 mm; 4,4 x 6
inch)
Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75
inches)
20
Het apparaat gebruiken
Lade 1
Lade 2
Duplexeenheid
(vervolg)
Papierformaat
Lade 1
Lade 2
Duplexeenheid
Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7
inches)
Envelop C5 (162 x 229 mm; 6,4 x 9 inches)
Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4
inches)
Japanse envelop Chou #3 (120 x 235
mm; 4,7 x 9,3 inches)
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm;
3,5 x 8,1 inches)
Kaarten
Systeemkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5
inches)
Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inches)
Systeemkaart (216 x 279 mm; 8.5 x 11
inches)
Hagaki* (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inches)
Ofuku Hagaki (148 x 200 mm; 5,8 x 7,9
inches) *
Fotoafdrukmateriaal
Fotopapier (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inches)
Fotopapier (102 x 152 mm; 4 x 6 inches)
Fotopapier met afscheurrand (102 x 152
mm; 4 x 6 inch)
Fotopapier zonder rand (102 x 152 mm; 4
x 6 inches)
Fotopapier zonder rand (12,7 x 17,78 cm;
5 x 7 inches)
Fotopapier zonder rand (21,6 x 27,9 cm;
8,5 x 11 inches)
Ander afdrukmateriaal
Speciaal papierformaat van 76,2 tot 216
mm breed en 127 tot 356 mm lang (3 tot
8,5 inches breed en 5 tot 14 inches lang)
* Het apparaat is alleen compatibel met gewoon en inkjet-hagaki van Japan Post. Het
is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
Afdrukmateriaal selecteren
21
Hoofdstuk 3
Informatie over ondersteunde types en gewichten van afdrukmaterialen
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
Lade
Soort
Gewicht
Capaciteit
Lade 1
Papier
60 tot 105 g/m2
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(16 tot 28 lb bankpost)
Transparanten
(25 mm of 1 inch
gestapeld)
Maximaal 70 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's
250 g/m2
Maximaal 100 vellen
(66 lb bankpost)
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Etiketten
Maximaal 100 vellen
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Enveloppen
Kaarten
75 tot 90 g/m2
Maximaal 30 vellen
(envelop met 20 to 24
lb bankpost)
(17 mm of 0,67 inch
gestapeld)
Maximaal 200 g/m2
Maximaal 80 kaarten
(steekkaart 110 lb)
Lade 2
Alleen gewoon papier
60 tot 105 g/m2
(16 tot 28 lb bankpost)
22
Duplexeen
heid
Papier
Uitvoerbak
Alle ondersteunde
afdrukmaterialen
60 tot 105 g/m2
Maximaal 250 vellen
gewoon papier
(25 mm of 1.0 inch
gestapeld)
Niet van toepassing
(16 tot 28 lb bankpost)
Het apparaat gebruiken
Maximaal 150 vellen
gewoon papier (tekst
afdrukken)
Minimummarges instellen
De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde
marges in de oriëntatie Staand.
Afdrukmateriaal
(1)
Linkermarge
(2)
Rechtermarg
e
(3)
Bovenmarge
(4)
Ondermarge
U.S. Letter
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
3,3 mm (0,13
inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
16,5 mm
(0,65 inch)
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
U.S. Statement
8,5 x 13 inch
B5
A5
Kaarten
Speciaal papierformaat
Afdrukmateriaal voor foto's
Enveloppen
Opmerking Als u de automatische duplexeenheid gebruikt om dubbelzijdig af te
drukken, mogen de minimummarges boven en onder niet groter zijn dan 12 mm
(0,47 inch).
Opmerking Voor Mac OS X is de minimale ondermarge voor alle
afdrukmaterialen (behalve enveloppen, Hagaki, en Ofuku Hagaki) 12 mm (0,47
inch).
Afdrukmateriaal plaatsen
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat.
Afdrukmateriaal plaatsen
23
Hoofdstuk 3
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
Lade 1 vullen (hoofdlade)
1. Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Schuif de materiaalgeleiders naar buiten in de breedste instelling.
3. Schuif het afdrukmateriaal met afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade, zorg dat het afdrukmateriaal niet over de lijnmarkering in de lade hangt.
Schuif de papierbreedtegeleiders naar het midden tot wanneer ze de linker- en
rechterkant van het afdrukmateriaal raken, en duw de papierstapel zachtjes tot
tegen de achterkant van de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is.
4. Klap de uitvoerlade omlaag.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Opmerking Als het afdrukmateriaal langer is dan 11 inch, trekt u het
verlengstuk uit tot in de maximum positie.
24
Het apparaat gebruiken
Lade 2 vullen
1. Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit het apparaat.
2. Schuif de materiaalgeleiders naar buiten in de breedste instelling.
3. Schuif het afdrukmateriaal met afdrukzijde naar beneden in het midden van de
lade, zorg dat het afdrukmateriaal niet over de lijnmarkering in de lade hangt.
Schuif de papierbreedtegeleiders naar het midden tot wanneer ze de linker- en
rechterkant van het afdrukmateriaal raken, en duw de papierstapel zachtjes tot
tegen de achterkant van de lade.
Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is.
4. Plaats de lade voorzichtig terug.
5. Trek het verlengstuk op de uitvoerlade uit.
Opmerking Als het afdrukmateriaal langer is dan 11 inch, trekt u het
verlengstuk uit tot in de maximum positie.
Lades configureren
Opmerking Lade 2 wordt verkocht als een accessoire. Zie Accessores voor
bestelinformatie.
Om lades te configureren, moet lade 2 geïnstalleerd en ingeschakeld zijn in de
printerdriver.
Het afdrukmateriaal wordt standaard uit lade 1 ingevoerd. Als lade 1 leeg is, wordt het
afdrukmateriaal uit lade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en gevuld met
afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardinstelling wijzigen:
•
•
Ladevergrendeling: hiermee kunt u voorkomen dat speciaal afdrukmateriaal,
zoals afdrukmateriaal met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk wordt
gebruikt. Als het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen
materiaal uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
Standaardlade: met deze functie kunt u bepalen welke lade eerst wordt gebruikt
om afdrukmateriaal te laden.
Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt
gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de
software van het apparaat. Als het apparaat is aangesloten op een netwerk en
u een standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van het
apparaat.
Lades configureren
25
Hoofdstuk 3
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de
papierlades kunt gebruiken.
Ik wil…
Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal
plaatsen en de printer afdrukmateriaal van
een lade laten namen als de andere leeg is.
•
•
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals
transparanten of briefpapier) als gewoon
papier in de lades plaatsen.
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar
het apparaat eerst afdrukmateriaal laten
nemen uit een specifieke lade.
•
•
•
•
•
Plaats het afdrukmateriaal in lade 1 en
lade 2. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor
meer informatie.
Controleer of de ladevergrendeling is
uitgeschakeld.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1
en gewoon papier in lade 2.
Controleer of lade 2 de standaardlade is.
Controleer of de ladevergrendeling is
ingesteld voor lade 1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2.
Controleer of de juiste lade als
standaardlade is ingesteld.
De lades configureren
1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Voer één van de volgende handelingen uit:
• Geïntegreerde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik op
Papierverwerking in het linkerdeelvenster.
• HP Werkset (Windows): Klik op het tabblad Printerservice en klik op
Papierverwerking.
• HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Ladeconfiguratie in het
deelvenster Printerinstellingen.
3. Stel de gewenste lade-instellingen in en klik op OK of Toepassen.
De afdrukinstellingen wijzigen
U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een
toepassing of de driver van de printer. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang
op wijzigingen in de driver van de printer. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de
standaardinstellingen van de driver echter hersteld.
Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten
worden geselecteerd in de driver van de printer.
Raadpleeg de online Help bij de printerdriver van Windows voor meer informatie
over de functies van de driver. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een
specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing
raadplegen.
•
•
•
26
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows)
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows)
Instellingen wijzigen (Mac OS X)
Het apparaat gebruiken
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows)
1. Open het document dat u wilt afdrukken.
2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen,
Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk
van de software die u gebruikt.)
3. Kies de gewenste snelkoppeling voor afdrukken en klik op OK, Afdrukken of een
gelijkaardige taak.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows)
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Opmerking Voer het wachtwoord van de beheerder van de computer in als
dit wordt gevraagd.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3. Wijzig de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS X)
1. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
2. Wijzig de gewenste instellingen (zoals papierformaat) en klik vervolgens op OK.
3. Klik in het menu Bestand op Afdrukken om het printerstuurprogramma te openen.
4. Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik vervolgens
op OK of Afdrukken.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (dubbelzijdig
afdrukken)
U kunt een vel dubbelzijdig afdrukken. Dit kan automatisch met het accessoire voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) of handmatig door het
afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in het apparaat in te voeren.
•
•
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken
•
•
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Geef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of de driver van de
printer.
Afdrukken op beide zijden van de pagina (dubbelzijdig afdrukken)
27
Hoofdstuk 3
•
•
•
•
Bedruk nooit beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier, glanzend
afdrukmateriaal of papier dat lichter is dan 60 g/m2 of zwaarder dan 105 g/m2.
Deze soorten afdrukmateriaal kunnen vastlopen.
Bij verschillende afdrukmaterialen is het bij dubbelzijdig afdrukken vereist dat het
materiaal in een bepaalde richting wordt ingevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor
papier met briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met een watermerk of
voorgeperforeerd papier. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de voorkant
van het afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS X,
wordt eerst de achterkant afgedrukt. Plaats het afdrukmateraal met de voorzijde
naar beneden.
Wanneer één kant van het afdrukmateriaal is afgedrukt, wordt bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken het materiaal in het apparaat vastgehouden om de inkt te
laten drogen. Wanneer de inkt droog is, wordt het afdrukmateriaal opnieuw
ingevoerd in het apparaat en wordt de andere kant afgedrukt. Wanneer beide
zijden van het afdrukmateriaal zijn afgedrukt, wordt het afdrukmateriaal uitgevoerd
in de uitvoerlade. Pak het afgedrukte materiaal pas nadat het afdrukken is voltooid.
U kunt op beide zijden van ondersteunde, speciale afdrukmateriaalformaten
afdrukken door het afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in het apparaat te
voeren. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Dubbelzijdig afdrukken
Opmerking U kunt handmatig dubbelzijdig afdrukken door eerst de oneven
genummerde pagina’s af te drukken, de pagina’s om te draaien en vervolgens de
even genummerde pagina’s af te drukken.
Automatisch afdrukken op beide zijden van een pagina (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst. Ga voor meer informatie
naar De duplexeenheid installeren.
3. Open het af te drukken document, klik in het menu Bestand op Afdrukken en
selecteer vervolgens op een snelkoppeling voor afdrukken.
4. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
5. Druk het document af.
Automatisch afdrukken op beide zijden van een pagina (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
2. Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst. Raadpleeg De
duplexeenheid installeren voor meer informatie.
3. Controleer of u de juiste printer en het juiste paginaformaat gebruikt in de Paginainstellingen.
4. Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
5. Selecteer Aantal en pagina's in het de vervolgkeuzelijst.
6. Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken.
28
Het apparaat gebruiken
7. Selecteer de bindrichting door te klikken op het bijbehorende pictogram.
8. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdrukken.
Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat
Afdrukken op speciaal papierformaat (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu
Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Functies.
4. Selecteer het materiaalformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat. Als u het formaat
van het afdrukmateriaal niet ziet, maakt u een aangepast formaat aan.
5.
6.
7.
8.
Een speciaal papierformaat instellen
a. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Aangepast.
b. Typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
c. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en vervolgens klikt u op
Opslaan.
d. Klik tweemaal op OK om het dialoogvenster met eigenschappen of voorkeuren
te sluiten. Open het dialoogvenster opnieuw.
e. Selecteer het nieuwe aangepaste formaat.
Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiertype.
Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
Druk het document af.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand.
Opmerking In Mac OS X 10.5 hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
3. Controleer of u het juiste HP-apparaat hebt geselecteerd.
4. Selecteer het papierformaat.
Een speciaal papierformaat instellen:
a. Klik op Speciale papierformaten beheren in het vervolgkeuzemenu
Papierformaat.
b. Klik op Nieuw en typ een naam voor het formaat in het vak Naam
papierformaat.
Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat
29
Hoofdstuk 3
c. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u indien nodig de
marges in.
d. Klik op Gereed of OK en klik op Opslaan.
5. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling en selecteer dan het nieuwe
aangepaste formaat.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
6.
7.
8.
9.
Klik op OK.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
Open het paneel Papierverwerking.
Klik in Bestemming papierformaat op het tabblad Aanpassen aan
papierformaat en selecteer dan het speciale papierformaat.
10. Wijzig eventueel andere instellingen en klik dan op OK of Afdrukken.
Afdrukken zonder randen
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking Open het bestand in een softwaretoepassing en bepaal het formaat
van de afbeelding. Zorg ervoor dat dit formaat overeenstemt met het formaat van
het afdrukmateriaal waarop u de afbeelding gaat afdrukken.
U kunt deze functie ook openen vanuit het tabblad Snel afdrukopties instellen
(enkel in Windows). Open de printerdriver, selecteer het tabblad Snel
afdrukopties instellen en selecteer uit het vervolgmenu de snelkoppeling voor
deze afdruktaak.
•
•
Een document zonder rand afdrukken (Windows)
Een document zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Een document zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open vanuit de toepassing de printerdriver:
a. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
b. Klik op Eigenschappen, Installatie of Voorkeuren.
4. Selecteer de snelkoppeling voor afdrukinstellingen die u wilt gebruiken.
5. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK.
6. Druk het document af.
7. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die
rand zodat het document helemaal geen rand meer heeft.
30
Het apparaat gebruiken
Een document zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer
informatie.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen menu
Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
4.
5.
6.
7.
Selecteer het formaat zonder randen en klik vervolgens op OK.
Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
Klik op het Tabblad papieren selecteer vervolgens het soort afdrukmateriaal uit de
vervolgkeuzelijst Papiersoort.
8. Controleer het tabblad Afdrukken zonder randen zorg dat Zonder rand is
geselecteerd; wijzig vervolgens de Uitbreiding zonder rand indien u dit wenst.
9. Om foto's af te drukken, selecteert u Beste uit de vervolgkeuzelijst Kwaliteit.
U kunt ook Maximum dpi selecteren, waarmee u een optimale tot maximaal 4800
x 1200 geoptimaliseerde dpi* verkrijgt.
*Maximaal 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenafdrukken en 1200 inputdpi. Met deze instelling is het mogelijk dat tijdelijk een grote hoeveelheid
schijfruimte (400 MB of meer) wordt gebruikt en dat het afdrukken trager verloopt.
10. Selecteer de bron van het afdrukmateriaal.
11. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
12. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die
rand zodat het document helemaal geen rand meer heeft.
Een webpagina afdrukken (enkel Windows)
U kunt op de HP-printer een webpagina uit de webbrowser afdrukken.
Als u Internet Explorer 6.0 of recenter als webbrowser gebruikt, kunt u HP Smart Web
Printing gebruiken voor eenvoudig en voorspelbaar afdrukken van webpagina's, met
controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP Smart Web Printing openen
vanuit de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het helpbestand bij HP Smart Web
Printing voor meer info.
Een webpagina afdrukken
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdinvoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de webbrowser.
Tip Voor de beste resultaten selecteert u HP Smart Web Printing in het
menu Bestand. Er verschijnt een vinkje nadat dit werd geselecteerd.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
Een webpagina afdrukken (enkel Windows)
31
Hoofdstuk 3
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt).
Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals op
het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten
afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken.
Tip Mogelijk moet u de afdrukstand op Liggend instellen om webpagina's goed
af te drukken.
Een afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak annuleren door een van de volgende handelingen uit te voeren:
Bedieningspaneel: Druk op Annuleren knop. Hiermee verwijdert u de taak die op
dat moment wordt uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
Windows: dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm
wordt weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het
toetsenbord.
Mac OS X: Klik op het printerpictogram in het Dock, selecteer het document, en klik
vervolgens op Verwijderen.
32
Het apparaat gebruiken
4
Configureren en beheren
Deze sectie is bedoeld voor de beheerder of persoon die verantwoordelijk is voor het
beheer van het apparaat. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de volgende
onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
Het apparaat beheren
Beheertools voor het apparaat gebruiken
De diagnostische zelftestpagina begrijpen
De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen)
statusrapport begrijpen
Het apparaat configureren (Windows)
Het apparaat configureren (Mac OS X)
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen)
De software verwijderen en opnieuw installeren
Het apparaat beheren
In de volgende tabel worden de algemene tools vermeld waarmee u het apparaat kunt
beheren. Het is mogelijk dat in specifieke procedures andere methoden worden
toegepast. Zie Beheertools voor het apparaat gebruiken voor informatie over het
activeren en gebruiken van deze hulpmiddelen.
Opmerking Mac OS X-gebruikers kunnen het bedieningspaneel, de
geïntegreerde webserver en het HP Printerhulpprogramma gebruiken. Windowsgebruikers kunnen het bedieningspaneel, de geïntegreerde webserver, de
printerdriver, de HP-werkset, en myPrintMileage gebruiken.
Bezoek de website van myPrintMileage voor meer informatie over myPrintMileage
Windows
• Bedieningspaneel van het apparaat
• Printerdriver
• HP Werkset
• Geïntegreerde webserver
Mac OS X
• Bedieningspaneel van het apparaat
• HP Printerprogramma
• Geïntegreerde webserver
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
Het apparaat controleren
Het apparaat beheren
Configureren en beheren
33
Hoofdstuk 4
Het apparaat controleren
Dit onderdeel bevat aanwijzingen voor het controleren van het apparaat.
Gebruik dit hulpmiddel…
om de volgende informatie te verkrijgen....
Bedieningspaneel
Houd de
drie seconden ingedrukt
Annuleren om informatie te verkrijgen over
de status van huidige taken, de bedrijfsstatus
van het apparaat, de status van inktcartridges
en printkoppen, en de
netwerkconfiguratiepagina.
Geïntegreerde webserver
•
•
•
•
Informatie over de printerstatus: Open
het tabblad Informatie en klik op een
optie in het linkerdeelvenster.
Status inktcartridge en printkop: Open
het tabblad Informatie en klik vervolgens
op Inktvoorraad in het linkerdeelvenster.*
Totale hoeveelheid gebruikte inkt en
afdrukmateriaal: Open het tabblad
Informatie en klik vervolgens op
Gebruiksrapport in het linkerdeelvenster.
Het apparaat geeft mogelijk een schatting
weer van het aantal pagina's dat met de
bestaande benodigdheden kan worden
afgedrukt Dit is enkel een schatting en
het feitelijke aantal pagina's dat u kunt
afdrukken kan variëren naargelang de
afbeeldingen die worden afgedrukt, de
afdrukinstellingen, de papiersoort, de
gebruiksfrequentie, de temperatuur, en
andere factoren. De schatting kan
aanzienlijk wijzigen van afgedrukte
pagina tot afgedrukte pagina en wordt
door HP voorzien voor het gemak van
zijn klanten. De schatting is geen belofte
of garantie voor toekomstige aantallen.
Verbruik: Klik op Instellingen en
selecteer daarna Verbruik.
HP Werkset (Windows)
Inktpatrooninformatie: Klik op het tabblad
Geschatte inktniveaus om informatie te zien
over het inktniveau. Blader vervolgens naar
de knop Cartridgedetails. Klik op de knop
Cartridgedetails om informatie te zien over
vervangende inktcartridges en vervaldata.*
Netwerkwerkset
Netwerkinstellingen weergeven. Klik vanuit de
werkset op het tabblad Netwerkinstellingen.
HP Printerprogramma (Mac OS X)
Inktpatrooninformatie: Open het
deelvenster Informatie en ondersteuning en
klik op Status benodigdheden.*
* De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen
voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het
34
Configureren en beheren
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt
gevraagd.
Het apparaat beheren
Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van het apparaat en het wijzigen van
instellingen.
Gebruik dit hulpmiddel…
als u het volgende wilt doen...
Bedieningspaneel
Het wachtwoord van de beheerder en de
netwerkinstellingen herstellen: Houd de
ingedrukt Aan/uit knop, druk op
Netwerk knop,
(op sommige modellen, druk op de knop
Draadloos
), twee keer, druk op druk op
knop Annuleren drie keer, en ontgrendel de Aan/
uit knop. Zie Tips en informatiebronnen voor het
oplossen van problemen voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver
•
•
•
•
•
•
•
•
Werkset (Windows)
•
•
Netwerkwerkset
Wachtwoord geïntegreerde webserver
instellen: Klik op het tabblad Instellingen en
klik vervolgens op Beveiliging in het
linkerdeelvenster.
Lade-instellingen wijzigen: Klik op het
tabblad Instellingen en klik vervolgens op
Papierverwerking in het linkerdeelvenster.
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Open het tabblad Instellingen en
klik op Apparaatservices in het
linkerdeelvenster.
Taal of land/regio: Open het tabblad
Instellingen en klik op Internationaal in het
linkerdeelvenster.
Netwerkinstellingen configureren: Klik op
het tabblad Netwerken en klik op een optie in
het linkerdeelvenster.
Benodigdheden bestellen: Klik op een
willekeurig tabblad op de knop
Benodigdheden bestellen en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Ondersteuning: Klik op een willekeurig
tabblad op de knop Ondersteuning en
selecteer een ondersteuningsoptie.
E-mailwaarschuwingen configureren: Klik
op het tabblad Instellingen en vervolgens op
Waarschuwingen in het linkerdeelvenster.
Lade-instellingen wijzigen: Klik op
Papierverwerking op het tabblad Services.
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Open het tabblad Services.
Netwerkinstellingen weergeven en wijzigen. Klik
vanuit de HP-werkset op het tabblad
Netwerkinstellingen. Klik op de knop Instellingen
wijzigen om instellingen te wijzigen.
Het apparaat beheren
35
Hoofdstuk 4
(vervolg)
Gebruik dit hulpmiddel…
als u het volgende wilt doen...
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
•
•
Lade-instellingen wijzigen: Klik op
Papierverwerking in het deelvenster
Printerinstellingen.
Onderhoudstaken voor het apparaat
uitvoeren: Open het deelvenster Informatie
en ondersteuning en klik vervolgens op de
optie voor de taak die u wilt uitvoeren.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
In de volgende tabel worden de algemene tools vermeld waarmee u het apparaat kunt
beheren.
•
•
•
•
Geïntegreerde webserver
HP Werkset (Windows)
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
Geïntegreerde webserver
Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver
gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en het
apparaat vanaf de computer te beheren.
Opmerking Zie Specificaties van de geïntegreerde webserver voor een overzicht
van systeemvereisten voor de ingebouwde webserver.
Sommige instellingen zijn alleen toegankelijk nadat een wachtwoord voor de
ingebouwde webserver is opgegeven.
U kunt de geïntegreerde webserver openen en gebruiken zonder verbinding met
internet, maar sommige functies zijn dan niet beschikbaar.
De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst een zeer klein tekstbestand (cookies) op
uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden herkent de
EWS uw computer tijdens een volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt
geconfigureerd, helpt een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de
volgende keer dat u de EWS opent, de pagina's in die taal worden weergegeven. Ook
al worden sommige cookies op het einde van een sessie automatisch verwijderd
(zoals de cookie die de geselecteerde taal opslaat), sommige andere cookies (zoals
de cookie die specifieke voorkeuren van de klant opslaat) worden op de computer
opgeslagen tot wanneer u ze handmatig verwijdert.
U kunt uw browser configureren zodat alle cookies worden aanvaard, of u kunt hem
configureren zodat u wordt gewaarschuwd telkens wanneer een cookie wordt
aangeboden waardoor u cookie per cookie kunt beslissen of u ze al dan niet
aanvaardt. U kunt uw browser ook gebruiken om ongewenste cookies te verwijderen.
Opmerking Afhankelijk van uw apparaat, zult u, wanneer u ervoor kiest om
cookies uit te schakelen, een of meer van de volgende functies uitschakelen:
36
Configureren en beheren
•
•
•
•
De taalinstelling van de EWS-browser onthouden
Automatische vernieuwing van de bestaande pagina
Opstarten daar waar u het programma hebt verlaten (vooral handig bij het gebruik
van installatiewizards)
Vermijden dat andere gebruikers dezelfde instellingen wijzigen op het ogenblik dat
u wijzigingen aanbrengt
Voor informatie over het wijzigen van uw privacy- en cookie-instellingen en over hoe
u cookies kunt weergeven en verwijderen, raadpleegt u de documentatie van uw
webbrowser.
•
•
De ingebouwde webserver openen
Pagina's geïntegreerde webserver
De ingebouwde webserver openen
U kunt de geïntegreerde webserver op de volgende manieren openen:
Opmerking Als u de geïntegreerde webserver wilt openen vanuit de printerdriver
(Windows) of het HP Printerhulpprogramma (Mac OS X), moet het apparaat zijn
aangesloten op een netwerk en een IP-adres hebben.
Wanneer u de geïntegreerde webserver opent, is het mogelijk dat u een bericht
ontvangt met melding van een ongeldig certificaat. Aanvaard de link om de EWS te
openen.
•
•
•
•
Webbrowser: Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres
of de hostnaam die aan het apparaat zijn toegewezen.
Als u bijvoorbeeld een IPv4-netwerkomgeving gebruikt en het IP-adres
123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser:
http://123.123.123.123. Als u een IPv4-netwerkomgeving gebruikt en het IPadres is FE80::BA:D0FF:FE39:73E7, typt u het volgende adres in de webbrowser:
http://[FE80::BA:D0FF:FE39:73E7].
Het IP-adres en de hostnaam van het apparaat staat vermeld op het netwerk- of
draadloos statusrapport (enkel voor bepaalde modellen). Zie De
netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen)
statusrapport begrijpen voor meer informatie.
Als de ingebouwde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de
favorieten zodat u er in het vervolg eenvoudig naartoe kunt gaan.
Windows Taakbalk: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Digital
Imaging Monitor, kies met de muis het apparaat dat u wilt bekijken en klik
vervolgens op Netwerkinstellingen (EWS).
Windows Vista: Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer
vervolgens Webpagina van apparaat.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Op het tabblad Printerinstellingen klikt u op
Extra instellingen en vervolgens op de knop Geïntegreerde webserver openen.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
37
Hoofdstuk 4
Pagina's geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver bevat pagina's die u kunt gebruiken om productinformatie
te bekijken en apparaatinstellingen te wijzigen. De pagina's bevatten ook koppelingen
naar andere e-services.
Pagina's/knoppen
Inhoud
Informatiepagina
Deze pagina bevat statusinformatie over het
apparaat, de inktbenodigdheden en het inktgebruik
en een gebeurtenissenlogboek (bijvoorbeeld met
fouten).
Het apparaat geeft mogelijk een schatting weer van
het aantal pagina's dat met de bestaande
benodigdheden kan worden afgedrukt Dit is enkel
een schatting en het feitelijke aantal pagina's dat
u kunt afdrukken kan variëren naargelang de
afbeeldingen die worden afgedrukt, de
afdrukinstellingen, de papiersoort, de
gebruiksfrequentie, de temperatuur, en andere
factoren. De schatting kan aanzienlijk wijzigen van
afgedrukte pagina tot afgedrukte pagina en wordt
door HP voorzien voor het gemak van zijn klanten.
De schatting is geen belofte of garantie voor
toekomstige aantallen.
de pagina Instellingen
Deze pagina bevat de instellingen die zijn
geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze
instellingen hier ook wijzigen.
Netwerkpagina
Deze pagina bevat informatie over de
netwerkstatus en de netwerkinstellingen die voor
het apparaat zijn geconfigureerd. Deze pagina's
worden alleen weergegeven als het apparaat is
aangesloten op een netwerk.
Knoppen Ondersteuning en
Benodigdheden bestellen
Via Ondersteuning hebt u toegang tot een aantal
ondersteuningsservices.
Met Benodigdheden bestellen maakt u online
verbinding om benodigdheden te bestellen.
HP Werkset (Windows)
De HP Werkset geeft informatie over het onderhoud van het apparaat.
Opmerking Als de computer aan de systeemvereisten voldoet, kunt u de HP
Werkset vanaf de Starter-cd installeren door voor de volledige installatie te kiezen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
•
38
De HP Werkset openen
HP Werkset tabs
Netwerkwerkset
Configureren en beheren
De HP Werkset openen
• Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printer Werkset.
• Klik met de rechtermuisknop op de HP Digital Imaging-monitor in de taakbalk, wijs
Modelnaam printer aan en klik op Werkset printer weergeven.
HP Werkset tabs
De HP Werkset bevat de volgende tabbladen.
Tabblad
Inhoud
Geschat inktniveau
•
Informatie over het inktniveau: toont het
geschatte inktniveau voor elke patroon.
Opmerking De waarschuwingen en
indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg
om een nieuwe patroon aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt
bijna op is, zodat u vertragingen bij het
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet
te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
•
•
•
Informatie
Services
Kopen: geeft toegang tot een website waar
u online printerbenodigdheden kunt bestellen
voor het apparaat.
Een cartridge kiezen: toont telefoonnummers
die u kunt opbellen om benodigdheden voor
het apparaat te bestellen. Er zijn niet voor alle
landen/regio's telefoonnummers beschikbaar.
Cartridgedetails:Toont bestelnummer van de
geïnstalleerde inktpatronen.
•
•
•
MyPrintMileage
•
Diagnosepagina afdrukken: hiermee kunt
u de diagnostische zelftestpagina van het
apparaat afdrukken. Deze pagina bevat
informatie over het apparaat en de
benodigdheden. Zie De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor meer informatie.
Diagnosepagina afdrukkwaliteit afdrukken:
Hiermee kunt u het diagnostische
afdrukkwaliteitsrapport van het apparaat
afdrukken. Deze pagina bevat informatie over
het apparaat en de inktpatronen.
Printkoppen uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen
van de printkoppen. Zie De printkoppen
uitlijnen voor meer informatie.
Printkoppen reinigen: Hulp bij het reinigen
van de printkoppen. Zie De printkoppen
reinigen voor meer informatie.
Kleur kalibreren: hiermee kunt u de
afgedrukte kleuren kalibreren.
•
•
•
•
Printkopconditie
Hardware-informatie
Beheertools voor het apparaat gebruiken
39
Hoofdstuk 4
(vervolg)
Tabblad
Inhoud
Netwerkinstelllingen
Biedt informatie over het wijzigen van de
netwerkinstellingen. Er is ook een knop voorzien
waarmee u de netwerkwerkset kunt openen en
bepaalde netwerkinstellingen kunt wijzigen.
Netwerkwerkset
Met de netwerkwerkset kunt u bepaalde netwerkinstellingen bekijken en wijzigen.
U kunt het IP-adres wijzigen, de draadloze radio in- of uitschakelen (enkel voor
bepaalde modellen), testen uitvoeren, en rapporten afdrukken.
De netwerkwerkset openen
1. Open de HP Werkset.
2. Klik op het tabblad Netwerkinstellingen.
3. Klik op de knop Instellingen wijzigen.
4. Kies één van de volgende opties:
a. Klik op Instellingen voor bekabelde netwerken om instellingen voor
bekabelde netwerken te wijzigen.
b. Klik op Draadloze instellingen om instellingen voor draadloze netwerken te
wijzigen (enkel voor bepaalde modellen).
c. Klik opHulpprogramma's om rapporten of een diagnostische zelftestpagina af
te drukken.
Gebruik het HP Solution Center (Windows)
Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden
bestellen en de help op het scherm raadplegen.
Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten
die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen
getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde
apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze
functie niet in het HP Solution Center.
Het HP Solution Center openen
▲ Dubelklik op de taakbalk op de HP Digital Imaging-monitor.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS X)
Het HP Printerhulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van
afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het reinigen van de printkoppen,
het afdrukken van de configuratiepagina, het online bestellen van benodigdheden en
het zoeken van helpinformatie op internet.
•
•
•
40
Het HP Printerprogramma openen
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma
HP Apparaatbeheer gebruiken
Configureren en beheren
Het HP Printerprogramma openen
Het HP Printerhulpprogramma openen vanuit HP Apparaatbeheer
1. Klik op HP Apparaatbeheer in het Dock.
2. Selecteer Printer onderhouden in het menu Informatie en instellingen.
3. Selecteer het HP-apparaat en klik op Hulpprogramma starten.
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
Deelvenster Informatie en ondersteuning
Deelvenster Printerinstellingen
Deelvenster Informatie en ondersteuning
• Status benodigdheden: Dit venster bevat informatie over de geïnstalleerde
printkoppen en inktpatronen.
• Info over benodigdheden: Toont de opties voor het vervangen van de
inktcartridges.
• Apparaatgegevens: Bevat informatie over het model en serienummer. Hiermee
kunt u tevens een diagnostische zelftestpagina van het apparaat afdrukken. Deze
pagina bevat informatie over het apparaat en de benodigdheden. Zie De
diagnostische zelftestpagina begrijpen voor meer informatie.
• Diagnosepagina afdrukkwaliteit: Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die
invloed hebben op de afdrukkwaliteit van het apparaat. Raadpleeg De pagina
Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
• Reinigen: Hulp bij het reinigen van de printkoppen. Raadpleeg De printkoppen
reinigen voor meer informatie.
• Uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van de printkoppen. Raadpleeg De printkoppen
uitlijnen voor meer informatie.
• Regelinvoer kalibreren: Hiermee kunt u de regelinvoer kalibreren. Raadpleeg De
regelinvoer kalibreren voor meer informatie.
• Taal van het bedieningspaneel: Hiermee kunt u de taal instellen voor afgedrukte
rapporten, zoals de configuratiepagina.
• HP-ondersteuning: Deze pagina geeft toegang tot de HP-website waar
u ondersteuning vindt voor het apparaat, het apparaat kunt registreren,
benodigdheden kunt bestellen en informatie vindt over het retourneren en recyclen
van gebruikte printerbenodigdheden.
Deelvenster Printerinstellingen
• Ladeconfiguratie: Hier stelt u het standaardpapiertype en -formaat in voor een
lade en geeft u de prioriteit van de lade op. Raadpleeg Lades configureren voor
meer informatie.
• Extra instellingen: Open de geïntegreerde webserver om netwerkinstellingen te
wijzigen. Hier configureert u de IP-instellingen voor de netwerkverbinding.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
41
Hoofdstuk 4
HP Apparaatbeheer gebruiken
De HP Photosmart Studio-software openen op een computer met Windows
1. Klik op het pictogram HP Photosmart Studio in het Dock.
Het venster HP Photosmart Studio verschijnt.
2. Klik op Apparaten op de HP Photosmart Studio-taakbalk.
Het venster HP Apparaatbeheer wordt weergegeven.
3. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaat.
Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in de HP Photosmart Studiosoftware op een computer met Macintosh, hangt af van het geselecteerde
apparaat.
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te
vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Tip Wanneer de HP Photosmart Studio-software is geopend, kunt u de
snelkoppelingen in het Dock-menu openen als u de muisknop ingedrukt houdt
op het pictogram van HP Photosmart Studio in het Dock.
De diagnostische zelftestpagina begrijpen
Gebruik de diagnostische zelftestpagina om actuele informatie over het apparaat, de
status van de inktpatronen en de status van de printkoppen te bekijken, om hulp te
zoeken bij het oplossen van problemen en om de plaatsing van optionele accessoires
zoals lade 2 te controleren.
Als u HP wilt bellen, is het vaak handig om eerst de diagnostische zelftestpagina af te
drukken.
42
Configureren en beheren
1. Printerinformatie: Geeft informatie over het apparaat (zoals productnaam,
modelnummer, serienummer en versie van de firmware), de accessoires die zijn
geïnstalleerd (zoals de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades
en accessoires wordt afgedrukt.
2. Status inktcartridge: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met
behulp van meters), de onderdeelnummers en verlvaldatums van de inktcartridges.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven
alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon
aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is,
zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te
vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
3. Status printkop: Hier ziet u de status van de printkop, de onderdeelnummers,
datum van installatie, de datum waarop de garantie van de printkoppen verloopt
en het totale inktverbruik. De statusopties voor de printkop zijn: goed, voldoende
en vervangen. Als de status redelijk is, moet u de afdrukkwaliteit in de gaten
houden, maar hoeft u de printkop nog niet te vervangen. Als de status 'vervangen'
is, moet de printkop worden vervangen, anders zal het apparaat niet functioneren.
Een diagnostische zelftestpagina afdrukken
• Bedieningspaneel: Houd de knop
Annuleren 3 seconden ingedrukt.
Opmerking Voor modellen die verbonden zijn met een netwerk zal de
netwerkconfiguratiepagina of de draadloze configuratiepagina ook worden
afgedrukt.
•
•
•
HP Werkset (Windows): Klik op het tabblad Services en klik vervolgens op
Diagnostische zelftestpagina afdrukken.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Apparaatgegevens in het
deelvenster Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op
Configuratiepagina afdrukken.
Geïntegreerde webserver: Klik op Instellingen, klik op Apparaatservices,
selecteer Zelftestrapport in het vervolgmenu van het gedeelte Rapporten, en klik
dan op Afdrukken.
De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel
voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen
De netwerkconfiguratie of het draadloze statusrapport (enkel voor bepaalde modellen)
geeft de netwerk- of draadloze instellingen weer voor het apparaat.
Opmerking De netwerkconfiguratie of het draadloze statusrapport wordt
afgedrukt wanneer u een zelftestrapport afdrukt. Zie De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor meer informatie.
De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen
43
Hoofdstuk 4
1. Algemene informatie: Informatie over de huidige status en het type verbinding
van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde
webserver en het hardware-adres van het apparaat.
Netwerkstatus: deze instelling kan Gereed of Offline zijn. Wanneer de instelling
Offline is, betekent dit dat het IP-adres wordt toegewezen of via onderhandeling
wordt vastgesteld door de DHCP-server, of dat de AutoIP of het netwerk niet
beschikbaar zijn.
2. 802.3 Vast netwerk (alleen bepaalde modellen): Informatie over de uw vaste
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
Linkconfiguratie: De mogelijke waarden zijn 10T/100T HalfDplx/FullDplx, 10T
HalfDplx, 100T FullDplx, en 100T HalfDplx.
44
Configureren en beheren
3. 802.11 Draadloos (bepaalde modellen) Informatie over de uw draadloze
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
4. Diversen: Geeft informatie weer, zoals bijvoorbeeld de gegevens van de
beheerder.
• mDNS: Hier wordt informatie weergegeven over de actieve mDNS-verbinding
(Multicast Domain Name System). mDNS-services worden meestal gebruikt bij
kleine netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353), als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
• SLP: Hier wordt informatie weergegeven over de huidige SLP-verbinding
(Service Location Protocol). SLP wordt gebruikt door
netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. Het apparaat
ondersteunt het SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
Het apparaat configureren (Windows)
U kunt het apparaat direct aansluiten op een computer of delen met andere gebruikers
binnen een netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn
geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
Bovendien moet u beheerdersbevoegdheden hebben om een
printerstuurprogramma te kunnen installeren onder Windows® 2000, Windows®
XP of Windows Vista.
Het is aanbevolen om bij het installeren van het apparaat eerst de software te
installeren en daarna het apparaat aan te sluiten, omdat het installatieprogramma
voorziet in de meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel echter eerst hebt
aangesloten, raadpleegt u het apparaat verbinden voordat u de software installeert.
Rechtstreekse verbinding
Met een USB-kabel kunt u het apparaat rechtstreeks met uw computer verbinden.
Opmerking Als u de apparaatsoftware installeert en het apparaat verbindt met
een computer met Windows, kunt u met USB-kabels extra apparaten op dezelfde
computer aansluiten zonder dat u de apparaatsoftware opnieuw moet installeren.
Het wordt aanbevolen om bij het installeren van het apparaat het apparaat aan te
sluiten wanneer dit wordt gevraagd omdat het installatieprogramma voorziet in de
meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel echter eerst hebt aangesloten,
raadpleegt u het apparaat verbinden voordat u de software installeert.
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze)
1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2. Plaats de Starter-cd in het cd-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het
installatiepictogram op de Starter-cd.
3. Open het menu CD, klik op Apparaat met USB-aansluiting installeren en volg
de aanwijzingen op het scherm.
Het apparaat configureren (Windows)
45
Hoofdstuk 4
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel
van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Raadpleeg Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
het apparaat verbinden voordat u de software installeert
Als u het apparaat verbindt voordat u de apparaatsoftware installeert, verschijnt de
wizard Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm.
Opmerking Als u het apparaat hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen
of loskoppelen terwijl het installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de
installatie niet worden voltooid.
1. In het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, waarin methodes worden
weergegeven om een printerdriver te zoeken, selecteert u de optie Geavanceerd
en klikt u op Volgende.
Opmerking Laat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet
automatisch zoeken naar het printerstuurprogramma.
2. Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de
locatie van het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere
selectievakjes zijn uitgeschakeld.
3. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het.
4. Blader naar de hoofdmap van de Starter-cd (bijvoorbeeld D) en klik vervolgens op
OK.
5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten. Het
installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even
duren).
7. Voltooi de installatie.
Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel
van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd.
Zie Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USBpoort van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere
computers (clients).
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de
computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt
gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het
apparaat afdrukken.
46
Configureren en beheren
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op
Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op.
Netwerkverbinding
Als het apparaat netwerkmogelijkheden heeft, kan het worden gedeeld in een
netwerkomgeving door het rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type
verbinding heeft als voordeel dat het apparaat via de ingesloten webserver kan
worden beheerd vanaf elke computer binnen het netwerk.
Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn
geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren.
Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt:
•
•
Client/server-netwerk: Als een computer in uw netwerk uitsluitend fungeert als
afdrukserver, installeert u de apparaatsoftware op deze server en vervolgens op
de clientcomputers. Zie Het apparaat installeren op een netwerk en De software
van het apparaat installeren op clientcomputers voor meer informatie. Met deze
methode kunt u niet de volledige functionaliteit van het apparaat delen.
Clientcomputers kunnen alleen afdrukken op het apparaat.
Peer-to-peer-netwerk: Als u een peer-to-peer-netwerk hebt (een netwerk zonder
een computer die uitsluitend fungeert als afdrukserver), installeert u de software op
de computers waarvoor het apparaat wordt gebruikt. Raadpleeg Het apparaat
installeren op een netwerk voor meer informatie.
Op beide typen netwerken kunt u met behulp van de wizard Printer toevoegen in
Windows verbinding maken met een netwerkprinter. Raadpleeg De printerdriver
toevoegen met Printer toevoegen voor meer informatie.
Het apparaat installeren op een netwerk
Voer de onderstaande stappen uit om de apparaatsoftware te installeren in de
volgende netwerkomgevingen:
Een peer-to-peer-netwerk (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert
als printserver).
1. Verwijder de beschermklep van de netwerkpoort van het apparaat en sluit het
apparaat aan op het netwerk.
2. Sluit alle externe firewalls en toepassingen die worden uitgevoerd op het
computersysteem dat als afdrukserver fungeert.
3. Plaats de Starter-cd in het cd-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend.
Als het cd-menu niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-romstation van
de computer en dubbelklikt u op Setup.exe.
4. Klik in het cd-menu op Netwerk installeren/draadloos apparaat en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Het apparaat configureren (Windows)
47
Hoofdstuk 4
5. Selecteer in het scherm Verbindingstype de optie Vast/draadloos apparaat en
klik vervolgens op Volgende.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Opmerking Zie De software van het apparaat installeren op clientcomputers en
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk als u het apparaat wilt delen
met Windows-clientcomputers.
De software van het apparaat installeren op clientcomputers
Nadat drivers voor de printers zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als
afdrukserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeeld. Afzonderlijke Windowsgebruikers die het apparaat via het netwerk willen benaderen, moeten de software op
hun computers (clients) installeren.
Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met het apparaat:
•
•
•
In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de
aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Raadpleeg De printerdriver toevoegen
met Printer toevoegen voor meer informatie.
Blader naar het apparaat op het netwerk en sleep het naar de map Printers.
Voeg het apparaat toe en installeer de software vanaf het INF-bestand op het
netwerk. Op de Starter-cd zijn de INF-bestanden opgeslagen in de basismap van
de cd.
De printerdriver toevoegen met Printer toevoegen
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3. Selecteer Netwerkprinter of Netwerkprintserver.
4. Klik op Volgende.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van het gedeelde apparaat en klik
vervolgens op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om
het apparaatmodel te selecteren.
Klik op Volgende en zoek het apparaat in de lijst met gedeelde printers.
6. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien.
Het apparaat installeren in een volledige IPV6-netwerkomgeving
Als u het apparaat aansluit op een computer met Windows XP of Windows Vista in
een volledig IPV6-netwerk, volgt u deze instructies voor het installeren van het
printerstuurprogramma.
Opmerking Als u probeert de software voor het apparaat te installeren vanaf de
installatie-cd-rom, kunt u het apparaat niet vinden en lukt het niet de installatie van
de software te voltooien.
48
Configureren en beheren
Opmerking In een volledige IPV6-netwerkomgeving is alleen het
printerstuurprogramma beschikbaar. Andere softwarevoorzieningen van het
apparaat, zoals HP Werkset en Solution Center zijn niet beschikbaar.
Het apparaatstuurprogramma installeren in Windows XP
1. Sluit het HP-apparaat aan op het netwerk.
2. Installeer de HP Standard TCP/IP-poortmonitor vanuit de map util\ipv6 op de
installatie-cd-rom.
Opmerking Klik op Volgende als u een dialoogvenster ziet waarin wordt
aangegeven dat het apparaat niet kan worden geïdentificeerd.
3. Druk een netwerkconfiguratiepagina af vanaf het apparaat om het IP-adres te
verkrijgen. Voor meer informatie, raadpleeg De netwerkconfiguratiepagina of het
draadloze (enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen.
4. Maak in de Windows-wizard Printer toevoegen een lokale printer en selecteer
P Standard TCP/IP-poort.
5. Als u hierom wordt gevraagd, typt u het Stateless IPv6-adres van het HP-apparaat
dat is afgedrukt op de netwerkconfiguratiepagina. Bijvoorbeeld:
2001:DB8:1::4A50:33GFF:FE32:3333.
Opmerking In een volledige IPV6-netwerkomgeving onder Windows XP is de
apparaatstatus niet beschikbaar.
Het printerstuurprogramma installeren in Windows Vista
1. Klik op Start, en klik vervolgens op Netwerk.
2. Klik met de rechtermuisknop op het apparaat dat u installeert en klik vervolgens op
Installeren.
3. Selecteer de hoofdmap van de installatie-cd-rom als u wordt gevraagd om het
printerstuurprogramma.
Het apparaat configureren (Mac OS X)
U kunt het apparaat aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USBkabel, maar u kunt het ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
De software installeren voor een netwerk of rechtstreekse verbinding
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
De software installeren voor een netwerk of rechtstreekse verbinding
Opmerking Als u het apparaat installeert op een vast netwerk moet u de
Ethernet-kabel aansluiten voordat u de software installeert.
1. Plaats de Starter-cd in het cd-station. Dubbelklik op het pictogram HP-software
installeren.
2. Klik op Software installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
Het apparaat configureren (Mac OS X)
49
Hoofdstuk 4
3. Sluit het apparaat aan op uw computer wanneer dit wordt gevraagd.
4. Deel het apparaat, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
• Directe verbinding: Deel het apparaat met andere Macintosh-gebruikers.
Raadpleeg Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer
informatie.
• Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die het apparaat via
het netwerk willen gebruiken, moeten de apparaatsoftware op hun computers
installeren.
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
Wanneer het apparaat rechtstreeks is aangesloten, kunt u het met andere computers
delen door middel van een eenvoudig soort netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk
wordt genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een
beperkt gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op
het apparaat afdrukken.
Voor het delen van het apparaat in een Mac OS X-omgeving is ten minste het
volgende vereist:
•
•
•
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en
moeten een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
Het gedeelde apparaat moet verbonden zijn met een ingebouwde USB-poort op
de Macintosh-hostcomputer.
Op de hostcomputer en de clientcomputers die het gedeelde apparaat gebruiken,
moet software voor het delen van een apparaat en het stuurprogramma of PPD
voor het apparaat geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van het
apparaat en de bijbehorende Help-bestanden installeren via het
installatieprogramma.)
Voor meer informatie over het delen van een USB-apparaat raadpleegt u de
ondersteuningsinformatie op de Apple-website (www.apple.com) of de Mac Help op
de computer.
Het apparaat met andere computers delen
1. Open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken en faxen, en doe vervolgens een
van volgende dingen afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt:
a. Mac OS X (v10.4): Klik op het tabblad Delen, vink het vakje naast Deze
printers met andere computers delen, en selecteer vervolgens de te delen
printer.
b. Mac OS X (v10.5): Selecteer een printer en klik op Deel deze printer.
2. Om af te drukken van de andere Macintosh-computers op het netwerk (de clients),
doet u het volgende:
a. Klik op Bestand en selecteer vervolgens Pagina-instellingen in het document
dat u wilt afdrukken.
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen
menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
b. In het vervolgmenu naast Formatteren voor selecteert u Gedeelde printers
en vervolgens selecteert u het apparaat.
50
Configureren en beheren
c. Selecteer het Papierformaat en klik vervolgens op OK.
d. Klik in het document op Bestand en selecteer vervolgens Afdrukken.
e. In het vervolgmenu naast Printer selecteert u Gedeelde printers en
vervolgens het apparaat.
f. Bepaal eventueel nog andere instellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie
(alleen sommige modellen)
U kunt het apparaat op een van de volgende manieren instellen op draadloze
communicatie:
Installatiemethode
Infrastructuur
draadloze
communicatie
Ad hoc
draadloze
communicatie
USB-kabel
Zie Daadloze communicatie installeren met het
installatieprogramma (Mac OS X) of Daadloze
communicatie installeren met het
installatieprogramma (Windows) voor meer
informatie.
Opmerking Zie Problemen met draadloze verbindingen oplossen als er
problemen optreden.
Als u het apparaat wilt gebruiken voor draadloze communicatie, moet u het
installatieprogramma minstens eenmaal uitvoeren vanaf de Starter-cd en een
draadloze verbinding maken.
Het apparaat mag niet via een netwerkkabel op het netwerk aangesloten zijn.
Het apparaat voor verzending moet ingebouwde 802.11-voorzieningen of een
ingebouwde 802.11 draadloze kaart hebben.
Het apparaat en de computers die deze gebruiken moeten zich allemaal op
hetzelfde subnet bevinden.
Voordat u de apparaatsoftware installeert, wilt u wellicht de instellingen van uw
netwerk kennen. Deze informatie is te verkrijgen via de systeembeheerders of door de
volgende taken uit te voeren:
•
•
•
De naam van het netwerk of de SSID (Service Set Identifier) en de
communicatiemodus (infrastructuur of ad hoc) van het configuratieprogramma voor
het draadloze toegangspunt van het netwerk (WAP) of de netwerkkaart van uw
computer.
Het type codering dat het netwerk gebruikt, zoals Wired Equivalent Privacy (WEP).
Zoek het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel van het draadloze
apparaat op.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Windows)
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen)
51
Hoofdstuk 4
•
•
•
•
•
•
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Mac OS X)
Sluit het apparaat aan met een draadloze ad-hocverbinding
Draadloze communicatie uitschakelen
Configureer uw firewall zo dat deze kan samenwerken met HP-apparaten
De verbindingsmethode wijzigen
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen
Netwerknaam (SSID)
Standaard zoekt het apparaat naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID
met de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
Communicatiemethode
Er zijn twee mogelijke communicatiemodi:
•
•
Ad hoc: In een netwerk in ad-hocmodus is het apparaat ingesteld op de adhoccommunicatiemethode en communiceert het rechtstreeks en zonder WAP met
andere draadloze apparaten.
Alle apparaten in het netwerk in ad-hocmodus moeten aan de volgende
voorwaarden voldoen:
◦ 802.11-compatibel zijn
◦ Ad hoc moet de communicatiemethode zijn
◦ Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben
◦ Op hetzelfde subnet en kanaal zitten
◦ Dezelfde 802.11-beveiligingsinstellingen hebben
Infrastructuur (aanbevolen): In een netwerk in infrastructuurmodus is het
apparaat ingesteld op de infrastructuurcommunicatiemethode en communiceert
het met andere apparaten op het netwerk, draadloos én bedraad, via een WAP.
WAP's werken normaal gesproken als routers of gateways in kleine netwerken.
Beveiligingsinstellingen
Opmerking Zie De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor
bepaalde modellen) statusrapport begrijpen voor de beschikbare instellingen voor
het apparaat.
Voor meer informatie over beveiliging van draadloze communicatie gaat u naar
www.wi-fi.org.
•
52
Netwerkverificatie: De standaardinstelling van het apparaat staat op Open,
waardoor voor verificatie en codering geen beveiliging nodig is. Andere mogelijk
waarden zijn Openen en vervolgens gedeeld, en Gedeeld.
WPA maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en
toekomstige Wi-Fi netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van Wired
Equivalent Privacy (WEP), het originele landelijke beveiligingsmechanisme in de
802.11-standaard, worden hiermee verholpen.
Configureren en beheren
•
WPA2 is de tweede generatie van WPA-beveiliging en biedt bedrijven en klanten
die Wi-Fi gebruiken een hoge mate van zekerheid dat alleen geautoriseerde
gebruikers toegang kunnen krijgen tot hun draadloze netwerken.
Gegevenscodering:
◦ WEP biedt beveiliging door gegevens die via radiogolven van het ene
draadloze apparaat naar het andere worden verzonden, te coderen. Apparaten
in een WEP-netwerk maken gebruik van zogenoemde WEP-sleutels om
gegevens te coderen. Als uw netwerk van WEP gebruikmaakt, moet u weten
welke WEP-sleutel(s) worden gebruikt.
◦ WPA maakt gebruik van het TKIP-coderingsprotocol (Temporal Key Integrity
Protocol).
◦ WPA2 levert een nieuw coderingsschema, de Advanced Encryption Standard
(AES). AES wordt gedefinieerd in CCM (counter cipher-block chaining)-modus
en ondersteunt de Independent Basic Service Set (IBSS) voor meer veiligheid
tussen klantnetwerken in ad-hocmodus.
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Windows)
Opmerking Voor deze methode moet u een draadloos netwerk geïnstalleerd
hebben en toepassen. U hebt ook een USB-kabel nodig. Sluit de USB-kabel pas
aan als u daarom wordt gevraagd door de installer.
1. Sla open documenten op. Sluit alle toepassingen die op de computer worden
uitgevoerd.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch
geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het
installatiepictogram op de Starter-cd.
3. Klik in het cd-menu op Netwerk installeren/draadloos apparaat en volg de
aanwijzingen op het scherm.
Opmerking Als er tijdens de installatie berichten van de firewallsoftware op
uw computer worden weergegeven, selecteert u in deze berichten de optie
altijd toestaan of een vergelijkbare optie. Als u deze optie selecteert, wordt de
software zonder problemen op uw computer geïnstalleerd.
4. Als u dat wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel voor het instellen van draadloze
communicatie tijdelijk aan.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
6. Als u daarom wordt gevraagd, verwijdert u de kabel voor draadloze USB-installatie.
Daadloze communicatie installeren met het installatieprogramma (Mac OS X)
1. Sluit een USB-kabel voor het instellen van draadloze communicatie aan op de
poort achter op het HP-apparaat en vervolgens op een willekeurige USB-poort op
de computer.
2. Plaats de Starter-cd in de computer.
3. Dubbelklik op het pictogram van het HP-installatieprogramma op de Starter-cd en
volg de aanwijzingen op het scherm.
4. Als u daarom wordt gevraagd, verwijdert u de kabel voor draadloze USB-installatie.
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen)
53
Hoofdstuk 4
Sluit het apparaat aan met een draadloze ad-hocverbinding
Methode 1
1. Schakel de draadloze communicatie in op de computer en op het apparaat.
2. Maak op de computer verbinding met de netwerknaam (SSID) 'hpsetup'. (Deze
netwerknaam is de naam van het standaard ad-hocnetwerk dat door het HPapparaat is gemaakt.)
Opmerking Als uw HP-apparaat voorheen was geconfigureerd voor een
ander netwerk, kunt u de netwerkstandaardinstellingen herstellen, zodat het
apparaat weer in staat is 'hpsetup' te gebruiken. Voer de volgende stappen uit
om de netwerkstandaardinstellingen te herstellen:
Het wachtwoord van de beheerder en de netwerkinstellingen herstellen:
Houd de
ingedrukt Netwerk knop, (op sommige modellen, druk op de knop
Doorgaanen laat vervolgens de
Draadlooos) druk drie keer op de knop
knop Netwerk of Draadlooslos. Zie Tips en informatiebronnen voor het
oplossen van problemen voor meer informatie.
Methode 2 (alleen Windows)
1. Controleer of de computer een ad-hocknetwerkprofiel heeft. Zie de documentatie
bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
2. Installeer de software op uw apparaat en selecteer het netwerk dat overeenkomt
met het ad-hocnetwerkprofiel voor uw computer.
Draadloze communicatie uitschakelen
Houd de knop Draadloos aan de voorkant van het apparaat drie seconden ingedrukt.
Configureer uw firewall zo dat deze kan samenwerken met HP-apparaten
Een persoonlijke firewall bestaat uit beveiligingssoftware die op de computer wordt
uitgevoerd. Deze software kan de netwerkcommunicatie tussen het HP-apparaat en
de computer blokkeren.
De volgende problemen kunnen duiden op een blokkade door de firewall:
•
•
•
De printer wordt niet gevonden bij het installeren van de HP-software.
U kunt niet afdrukken, een afdruktaak blijft in de wachtrij steken of de printer gaat
offline.
De status van de printer wordt niet op de computer weergegeven.
Mogelijk kan het HP-apparaat de computers in het netwerk niet laten weten waar het
zich bevindt omdat de firewall dat verhindert. Als de HP-software het HP-apparaat
tijdens de installatie niet kan vinden (en u zeker weet dat het HP-apparaat zich in het
54
Configureren en beheren
netwerk bevindt) of als u de HP-software al hebt geïnstalleerd, maar u problemen
ondervindt, probeert u het volgende:
1. Als u een computer gebruikt waarop Windows wordt uitgevoerd, gaat u in het
configuratieprogramma voor de firewall op zoek naar een optie om computers in
het lokale subnet (ook wel 'scope' of 'zone' genoemd) te vertrouwen. Als u opgeeft
dat de firewall alle computers in het lokale subnet moet vertrouwen, kunnen
computers en andere apparaten in uw huis met elkaar communiceren terwijl ze
nog steeds zijn afgeschermd van internet. Dit is de gemakkelijkste manier om het
firewall-probleem op te lossen.
2. Als er in het configuratieprogramma geen optie aanwezig is om computers in het
lokale subnet te vertrouwen, voegt u de inkomende UDP-poort 427 toe aan de lijst
van toegestane poorten van uw firewall.
Opmerking Niet alle firewalls vereisen dat u onderscheid maakt tussen
inkomende en uitgaande poorten, maar sommige firewalls doen dat wel.
Een ander veelvoorkomend probleem is dat de HP-software niet wordt vertrouwd door
de firewall waardoor de software geen toegang kan krijgen tot het netwerk. Dit kan
voorkomen als u 'blokkeren' hebt geantwoord in alle dialoogvensters van de firewall
die verschenen toen u de HP-software installeerde.
Als dit probleem zich voordoet en u een computer gebruikt waarop Windows wordt
uitgevoerd, controleert u of de volgende programma's in de lijst van vertrouwde
toepassingen van de firewall aanwezig zijn. Als er een programma in de lijst ontbreekt,
voegt u dat programma alsnog toe.
•
•
•
•
•
•
hpqkygrp.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqscnvw.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqste08.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqtra08.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqdirec.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
hpqthb08.exe in C:\program files\HP\digital imaging\bin
Opmerking Raadpleeg de documentatie bij de firewall om na te gaan hoe u de
poortinstellingen van de firewall moet configureren en hoe u HP-bestanden aan de
lijst met vertrouwde bestanden kunt toevoegen.
Opmerking Bepaalde firewalls blijven de communicatie blokkeren, zelfs nadat
u deze hebt uitgeschakeld. Als de problemen ook blijven bestaan nadat u de
firewall hebt geconfigureerd, zoals hiervoor is beschreven en als u een computer
gebruikt waarop Windows wordt uitgevoerd, bent u mogelijk genoodzaakt de
firewallsoftware van de computer te verwijderen voordat u het HP-apparaat via het
netwerk kunt gebruiken.
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen)
55
Hoofdstuk 4
De verbindingsmethode wijzigen
Als u de software hebt geïnstalleerd en het HP-apparaat hebt aangesloten met een
USB- of Ethernet-kabel, kunt u op elk moment overschakelen naar een draadloze
verbinding.
Overschakelen van een USB-aansluiting naar een draadloze verbinding
(Windows)
1. Selecteer Start, Programma's, HP, selecteer uw apparaat, en selecteer
vervolgens Netwerkinstellingen opnieuw configureren.
2. Druk op Apparaat toevoegen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm en koppel de USB-kabel los als u daarom
wordt gevraagd.
Overschakelen van een USB-aansluiting naar een draadloze verbinding (Mac OS
X)
1. Klik op het pictogram van HP-apparaatbeheer in het Dock of in de map Hewlett
Packard in de map Programma's.
2. Selecteer in de lijst Informatie en instellingen de optie Installatieprogramma
voor netwerkprinter.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm voor het configureren van de
netwerkinstellingen.
Overschakelen van een Ethernet-aansluiting naar een draadloze verbinding
Opmerking Alleen voor HP-apparaten die geschikt zijn voor Ethernet.
1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor
meer informatie.
2. Klik op het tabblad Netwerkmogelijkheden en vervolgens op Wireless (802.11)
in het linkerdeelvenster.
3. Klik op de tab Wireless Setup op Start Wizard.
4. Schakel van volgens de onderstaande instructies over van een Ethernetverbinding naar een draadloze verbinding.
5. Als u de gewenste instellingen hebt gewijzigd, koppelt u de Ethernet-kabel los.
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
Overige richtlijnen
Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloos toegangspunt, zoals een
draadloze router of Apple AirPort Base-station, wordt geconfigureerd met een lijst met
MAC-adressen (ook wel hardwareadressen genoemd) van apparaten die via het
toegangspunt toegang mogen krijgen tot het netwerk.
56
Configureren en beheren
Als het toegangspunt niet over het hardwareadres beschikt van een apparaat dat
toegang tot het netwerk probeert te krijgen, wordt de toegang tot het netwerk door het
toegangspunt geweigerd.
Als het toegangspunt MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van het apparaat aan
de lijst van het toegangspunt met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd.
1. Druk het draadloze statusrapport af. Zie De netwerkconfiguratiepagina of het
draadloze (enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen voor meer
informatie over het draadloze statusrapport.
2. Open het configuratieprogramma van het toegangspunt en voeg het hardwareadres van het HP-apparaat aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Overige richtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te
waarborgen:
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik een wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een WPAwachtwoord kunt u maximaal 63 tekens gebruiken.
Vermijd in een wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit
hoofdletters en kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals
leestekens.
Verander het wachtwoord regelmatig.
Verander het standaardwachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee
de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met
sommige routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet,
moet u de router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer
u configuratiewijzigingen wilt doorvoeren.
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met
Extern bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer
die achter de router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale
computer waartoe u via internet toegang hebt.
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van
anderen, schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt
gemaakt met niet-gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard
uitgeschakeld.
De software verwijderen en opnieuw installeren
U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie
onvolledig is of als u de USB-kabel op de computer hebt aangesloten voordat er een
bericht werd weergegeven waarin u werd gevraagd om de USB-kabel op de computer
aan te sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van het apparaat niet zomaar van
de computer. Verwijder deze bestanden op de juiste manier met het hulpprogramma
om de installatie te verwijderen dat bij het apparaat is meegeleverd.
De software verwijderen en opnieuw installeren
57
Hoofdstuk 4
Er zijn drie manieren om de software te verwijderen van een Windows-computer, en er
zijn twee manieren om de software te verwijderen van een Macintosh-computer.
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 1
1. Koppel het apparaat los van de computer. Sluit het apparaat pas op de computer
aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
2. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen.
3. Volg de instructies op het scherm.
4. Als u wordt gevraagd of u gedeelde bestanden wilt verwijderen, klikt u op Nee.
Andere programma’s die deze bestanden gebruiken, kunnen namelijk slecht gaan
functioneren als deze bestanden worden verwijderd.
5. Start de computer opnieuw op.
6. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als
u de software opnieuw wilt installeren. Volg de instructies op het scherm. Zie ook
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
7. Nadat de software is geïnstalleerd, sluit u het apparaat aan op de computer.
8. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat in te schakelen.
Nadat u het apparaat hebt aangesloten en ingeschakeld, kan het zijn dat u enkele
minuten moet wachten totdat alle Plug and Play-gebeurtenissen zijn voltooid.
9. Volg de instructies op het scherm.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imagingmonitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 2
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het
menu Start van Windows.
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen, klik op
Bedieningspaneel en vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Programma's en functies.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op Wijzigen/
verwijderen of Verwijderen/Wijzigen.
3. Koppel het apparaat los van de computer.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat
u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en
start vervolgens de installatie opnieuw.
6. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook De software installeren
voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
58
Configureren en beheren
De software verwijderen van een Windows-computer, methode 3
Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het
menu Start van Windows.
1. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en
start vervolgens de installatie opnieuw.
2. Koppel het apparaat los van de computer.
3. Selecteer Verwijderen en volg de instructies op het scherm.
4. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat
u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
5. Start de installatie van het apparaat nogmaals.
6. Kies Installeren.
7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook De software installeren
voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
De software verwijderen van een Macintosh-computer, methode 1
1. Start HP Apparaatbeheer.
2. Klik op Informatie en instellingen.
3. Selecteer HP-software verwijderen in het vervolgkeuzemenu.
Volg de instructies op het scherm.
4. Start de computer opnieuw nadat de software is verwijderd.
5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als
u de software opnieuw wilt installeren.
6. Open de cd-rom op het bureaublad en dubbelklik op HP Printer Installer.
7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook De software installeren
voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze).
De software verwijderen van een Macintosh-computer, methode 2
1. Open de Finder.
2. Dubbelklik op Programma's.
3. Dubelklik opHewlett-Packard.
4. Selecteer uw apparaat en dubbelklik op Verwijderen.
De software verwijderen en opnieuw installeren
59
5
Problemen oplossen en
onderhoud
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ondersteunde inktcartridges
De inktcartridges vervangen
De printkoppen onderhouden
Printerbenodigdheden bewaren
Tips en informatiebronnen voor het oplossen van problemen
Problemen met het afdrukken oplossen
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
Problemen met de papierinvoer oplossen
Problemen met het apparaatbeheer oplossen
Netwerkproblemen oplossen
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Installatieproblemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
fout-
Ondersteunde inktcartridges
Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. In vele landen vindt
u echter informatie over telefonische bestellingen, het zoeken van een plaatselijke
winkel en het afdrukken van een winkellijst. Bovendien kunt u de optie HP kopen
bovenaan de pagina www.hp.com/buy/supplies selecteren om informatie te verkrijgen
over het kopen van HP-producten in uw land.
Het nummer van de inktcartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen:
•
•
•
•
•
•
60
Op de pagina Informatie van de geïntegreerde webserver (zie Geïntegreerde
webserver).
Windows: In de HP Werkset klikt u, als u over tweerichtingscommunicatie
beschikt, op het tabblad Geschatte inktniveaus, bladert u naar de knop
Cartridgedetails button en klikt u vervolgens op Cartridgedetails.
Mac OS X: Vanaf het Hulpprogramma van de HP-printer klikt u op Info
benodigdheden in het paneel Informatie en ondersteuning en vervolgens op
Informatie detailhandel benodigdheden.
Op het label van de inktcartridge die u gaat vervangen.
Solution Center: Vanuit het Solution Center kunt u via het tabblad Shopping of
het scherm Geschat inktniveau informatie over benodigdheden bekijken.
Op de configuratiepagina (zie De diagnostische zelftestpagina begrijpen).
Problemen oplossen en onderhoud
Opmerking De inkt in de cartridges wordt bij het afdrukproces op verschillende
manieren verwerkt. Dit geldt ook voor het initialisatieproces, waarbij het apparaat
voor het afdrukken wordt voorbereid en voor het onderhoud van de printkop,
waarbij de inktsproeiers schoon worden gehouden, zodat de inkt goed kan
stromen. Bovendien blijft na gebruik inkt in de cartridge achter. Zie www.hp.com/go/
inkusage.
De inktcartridges vervangen
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de HP Werkset (Windows), het HP
Printerhulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver. Zie Beheertools
voor het apparaat gebruiken voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma’s. U kunt ook een configuratiepagina afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie De diagnostische zelftestpagina begrijpen).
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Installeer de inktcartridge direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd.
Verwijder een inktcartridge niet voor langere tijd uit het apparaat.
Als u wilt weten welke inktcartridges bestemd zijn voor gebruik met uw apparaat,
raadpleegt u Benodigdheden.
Zie recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer informatie over het
recyclen van gebruikt afdrukmateriaal.
De inktcartridges vervangen
1. Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren.
De inktcartridges vervangen
61
Hoofdstuk 5
2. Pak de lege inktpatroon tussen uw duim en wijsvinger en trek de patroon stevig
naar u toe.
3. Haal de nieuwe inktpatroon uit de verpakking.
4. Plaats de inktpatroon ter hoogte van de sleuf met de bijbehorende kleurcode en
bevestig de patroon in de sleuf. Druk de cartridge goed op zijn plaats.
5. Sluit de klep van de inktpatroon.
De printkoppen onderhouden
Als tekens onvolledig worden afgedrukt of er strepen zijn op afdrukken, zijn de
inktsproeiers misschien verstopt. In dat geval moet u de printkoppen reinigen.
Als de kwaliteit van de afdruk afneemt, voert u de volgende stappen uit:
1. Controleer de toestand van de printkoppen. Raadpleeg De status van de
printkoppen controleren voor meer informatie.
2. Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af.
Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties
uit. Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer
informatie.
3. Printkoppen reinigen. Raadpleeg De printkoppen reinigen voor meer informatie.
4. Vervang de printkoppen indien het probleem na het reinigen blijft bestaan.
Raadpleeg De printkoppen vervangen voor meer informatie.
In dit hoofdstuk worden de volgende onderhoudstaken voor printkoppen behandeld:
•
•
•
•
•
•
•
62
De status van de printkoppen controleren
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
De printkoppen uitlijnen
De printkoppen reinigen
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen
De regelinvoer kalibreren
De printkoppen vervangen
Problemen oplossen en onderhoud
De status van de printkoppen controleren
Gebruik een van de volgende methoden om de status van de printkoppen te
controleren. Als de status van een printknop is vervangen, voert u een van de
volgende onderhoudsfuncties uit of reinigt of vervangt u de printkop.
•
•
•
Configuratiepagina: Druk de configuratiepagina op een schoon wit vel papier af
en controleer het gedeelte over de status van de printkoppen. Zie De
diagnostische zelftestpagina begrijpen voor meer informatie.
Geïntegreerde webserver: Hiermee opent u de geïntegreerde webserver.
Raadpleeg De ingebouwde webserver openen voor meer informatie. Open het
tabblad Informatie en klik vervolgens op Inktvoorraad in het linkerdeelvenster.
HP Werkset (Windows): Open de HP Werkset. Zie De HP Werkset openen voor
meer informatie. Open het tabblad Informatie en klik vervolgens op Toestand
printkop.
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
Gebruik de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit om problemen vast te stellen die de
afdrukkwaliteit van het apparaat beïnvloeden. Aan de hand van deze pagina kunt
u bepalen of u bepaalde onderhoudsservices moet uitvoeren om de afdrukkwaliteit te
verbeteren. U kunt op deze pagina ook de informatie over het inktniveau en de status
van de printkoppen bekijken.
•
•
•
•
Bedieningspaneel: Houd de
Aan/uit knop ingedrukt, druk zeven keer op de
knop
Annuleren, druk tweemaal op de knop Doorgaan en laat de knop
Aan/uit los.
Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Instellingen, klik op
Apparaatservices in het linkerdeelvenster. Kies Pagina diagnostiek voor
afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken uit de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit
en klik op Diagnose uitvoeren.
HP Werkset (Windows): Open het tabblad Services, klik op Pagina diagnostiek
van afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken en volg de instructies op het scherm.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Diagnostiek van afdrukkwaliteit in
het deelvenster Informatie en ondersteuning.
De printkoppen onderhouden
63
Hoofdstuk 5
1
Printerinformatie: Informatie over het apparaat (zoals het modelnummer, het
serienummer en de versie van de firmware), het aantal afgedrukte pagina's vanuit de
lades en de duplexeenheid, informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen.
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op
het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt
gevraagd.
2
Testpatroon 1: Als de lijnen onderbroken en niet recht zijn, moet u de printkoppen
uitlijnen. Raadpleeg De printkoppen uitlijnen voor meer informatie.
3
Testpatroon 2: Als er dunne witte lijnen door de kleurblokken lopen, reinigt u de
printkoppen. Raadpleeg De printkoppen reinigen voor meer informatie.
4
Testpatroon 3: Als er zich bij de pijlen donkere lijnen of witte ruimten bevinden, kalibreert
u de regelinvoer. Raadpleeg De regelinvoer kalibreren voor meer informatie.
De printkoppen uitlijnen
Als u een printkop hebt vervangen, worden de printkoppen automatisch uitgelijnd om
de beste afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als uit de afgedrukte pagina's echter blijkt
64
Problemen oplossen en onderhoud
dat de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd, kunt u het uitlijningsproces handmatig
starten.
•
•
•
•
Bedieningspaneel:Houd de knop
Aan/uit ingedrukt, druk drie keer op de knop
Doorgaan, en laat de knop
Aan/uit los.
Geïntegreerde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op
Apparaatservices in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte
Afdrukkwaliteit de optie Printer uitlijnen en klik vervolgens op Diagnostiek
uitvoeren.
HP Werkset (Windows): Open het tabblad Services, klik op Printkoppen
uitlijnen en volg de instructies op het scherm.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Uitlijnen in het deelvenster
Informatie en ondersteuning.
De printkoppen reinigen
Als tekens onvolledig worden afgedrukt of punten of lijnen op de afdruk ontbreken, zijn
de inktsproeiers misschien verstopt. In dat geval moet u de printkoppen reinigen.
Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen daarom uitsluitend
wanneer dit noodzakelijk is.
Het reinigen kan enkele minuten duren. Dit proces kan wat geluid produceren.
Controleer of er papier is geplaatst voordat u de printkoppen begint te reinigen.
•
•
•
•
Bedieningspaneel: Houd de
Aan/uit knop ingedrukt, druk twee keer op de
Annuleren, druk eenmaal op de knop Doorgaan en laat de knop
knop
Aan/uit los.
Geïntegreerde webserver: Open het tabblad Apparaatinstellingen en klik
vervolgens op Apparaatservices in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in
het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie Printkoppen reinigen en klik vervolgens op
Diagnostiek uitvoeren.
HP Werkset (Windows): Open het tabblad Services, klik op Printkoppen
reinigen en volg de instructies op het scherm.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Reinigen in het deelvenster
Informatie en ondersteuning.
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen
Mogelijk knipperen een of meer printkoplampjes na installatie van de printkoppen. Als
de printkoplampjes knipperen, dient u mogelijk de elektrische contacten op de
printkoppen en in het apparaat te reinigen.
Let op De elektrische contacten bevatten gevoelige elektronische onderdelen die
gemakkelijk kunnen worden beschadigd.
1. Controleer of er papier in lade 1 ligt.
2. Open de kap.
De printkoppen onderhouden
65
Hoofdstuk 5
3.
Doorgaan knop
Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, houd dan
ingedrukt tot de wagen naar links beweegt. Wacht tot de wagen tot stilstand is
gekomen en verwijder daarna het netsnoer uit de printer.
4. Til de printkopgrendel omhoog.
5. Til de hendel van de te vervangen printkop omhoog en trek de printkop uit de sleuf.
6. Gebruik hiervoor schoon, droog en zacht reinigingsmateriaal zonder rafels.
Geschikte materialen zijn o.a. papieren koffiefilters en reinigingsdoekjes voor
ooglenzen.
Let op Gebruik geen water.
66
Problemen oplossen en onderhoud
7. Veeg de elektrische contacten op de printkop schoon, maar raak de sproeier
hierbij niet aan.
Let op De elektrische contacten zien eruit als koperkleurige vierkantjes, die
op één vlak van de printkop zijn gegroepeerd.
De sproeiers bevinden zich op een ander vlak van de printkop. Op de sproeiers
is inkt te zien.
Het aanraken van de sproeiers kan permanente beschadiging van de sproeiers
veroorzaken. Daarnaast kan inkt permanente vlekken op kleding achterlaten.
8. Na het reinigen plaatst u de printkop op een vel papier of een papieren servetje.
Zorg dat de sproeiers naar boven wijzen en niet in contact komen met het papier.
9. Reinig de elektrische contacten van de printkopsleuf in het apparaat met een
droge, zachte doek zonder rafels.
10. Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op
de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de
printkop goed op zijn plaats.
11. Trek de printkopgrendel helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de
grendel goed wordt vastgezet. Mogelijk moet u druk uitoefenen om de grendel vast
te zetten.
12. Sluit de klep.
De printkoppen onderhouden
67
Hoofdstuk 5
13. Als het printkoplampje blijft knipperen, herhaal dan de bovenstaande
reinigingsprocedure voor de printkop die overeenstemt met het knipperende
printkoplampje.
14. Als het printkoplampje blijft knipperen, vervang dan de printkop die overeenstemt
met het knipperende printkoplampje.
15. Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn
afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces
handmatig. Raadpleeg De printkoppen uitlijnen voor meer informatie.
De regelinvoer kalibreren
Als op uw afdruk banden voorkomen (donkere of lichtere lijnen over gekleurde
blokken) of verspringende lijnen, moet u de lijninvoer van de printer kalibreren.
•
•
•
•
Bedieningspaneel: Houd de
Aan/uit knop ingedrukt, druk 14 keer op de knop
Annuleren, druk zes keer op de knop Doorgaan en laat de knop
Aan/uit
los.
Geïntegreerde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op
Apparaatservices in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte
Afdrukkwaliteit de optie Regelinvoer kalibreren en klik vervolgens op
Diagnostiek uitvoeren.
HP Werkset (Windows): Open het tabblad Services, klik op Regelopschuiving
kalibreren en volg de instructies op het scherm.
HP Printerprogramma (Mac OS X): Klik op Regelinvoer kalibreren in het
deelvenster Informatie en ondersteuning.
De printkoppen vervangen
Opmerking Als u wilt weten welke inktpatronen bestemd zijn voor gebruik met
uw printer, raadpleegt u Benodigdheden.
1. Open de kap.
2. Controleer of er papier in lade 1 ligt.
3.
Doorgaan knop
Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, houd dan
ingedrukt tot de wagen naar links beweegt. Wacht tot de wagen stilstaat.
68
Problemen oplossen en onderhoud
4. Til de printkopgrendel omhoog.
5. Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de
sleuf te trekken.
6. Schud de printkop terwijl hij nog in de verpakking zit minstens zes keer op en neer
voordat u de printkop installeert.
De printkoppen onderhouden
69
Hoofdstuk 5
7. Haal de nieuwe printkop uit de verpakking en verwijder de oranje beschermkapjes.
Let op Printkoppen niet schudden als de dopjes zijn verwijderd.
8. Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op
de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de
printkop goed op zijn plaats.
9. Trek de printkopgrendel helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de
grendel goed wordt vastgezet. Mogelijk moet u druk uitoefenen om de grendel vast
te zetten.
10. Sluit de klep.
11. Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn
afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces
handmatig. Raadpleeg De printkoppen uitlijnen voor meer informatie.
Printerbenodigdheden bewaren
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
•
Inktcartridges bewaren
Printkoppen bewaren
Inktcartridges bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in het apparaat worden gelaten. Als
u de inktcartridges verwijdert, plaats ze dan in een luchtdichte verpakking, zoals in een
hersluitbare plastic zak.
Printkoppen bewaren
Printkoppen kunnen gedurende een langere tijd in het apparaat worden gelaten. Om
de toestand van de printkoppen echter optimaal te houden, moet u ervoor zorgen dat
u het apparaat behoorlijk uitschakelt. Zie Het apparaat uitschakelen voor meer
informatie.
70
Problemen oplossen en onderhoud
Tips en informatiebronnen voor het oplossen van
problemen
Gebruik de volgende tips en hulpmiddelen om afdrukproblemen op te lossen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Zie Verhelp een storing in het apparaat voor papierstoringen.
Zie Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over
papierinvoerproblemen, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer het apparaat voor de eerste keer
wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 20 minuten om te initialiseren nadat de
printkoppen zijn geïnstalleerd.
Zorg dat er geen foutberichten op het scherm worden weergegeven.
Zorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op het
apparaat zijn aangesloten. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met een
werkend stopcontact en is ingeschakeld. Zie Elektrische specificaties voor
spanningsvereisten.
Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn
vastgelopen.
Printkoppen en inktpatronen moeten goed geplaatst zijn in de juiste met kleuren
gecodeerde sleuven. Druk elke cartridge stevig omlaag voor goed contact.
De printkopvergrendeling en alle kleppen moeten gesloten zijn.
De duplexeenheid moet stevig op zijn plaats zitten.
Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
Het apparaat kan een configuratiepagina afdrukken. Zie De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor meer informatie.
Het apparaat is ingesteld als de huidige printer of standaardprinter. Windowsgebruikers kunnen het apparaat als standaardprinter instellen in de map Printers.
Voor Mac OS X, stelt u deze in als standaardprinter in het Installatieprogramma
voor netwerkprinter (Mac OS X (v10.4), voor Mac OS X (v10.5) opent
u Systeemvoorkeuren, selecteert u Afdrukken en faxen, en vervolgens
selecteert u het apparaat in het vervolgkeuzemenu Standaardprinter.) Raadpleeg
de documentatie bij uw computer voor meer informatie.
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit
de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de
taak opnieuw afdrukt.
Tips en informatiebronnen voor het oplossen van problemen
71
Hoofdstuk 5
Een statisch IP-adres instellen
1. Open de geïntegreerde webserver, klik op het tabblad Netwerken, klik op Vast
(802.3) of Draadloos (802.11) in het linkerdeelvenster en klik vervolgens op het
subtabblad IPv4-configuratie of IPv6-configuratie.
2. Selecteer Handmatige IP en typ dan het statisch IP-adres in het vak Handmatig
IP-adres in.
3. Voer desgevallend het Handmatig subnetmasker en de Handmatige
standaardgateway in en klik vervolgens op Toepassen.
Let op Wijziging van het IP-adres kan leiden tot het verbreken van de verbinding
met de geïntegreerde webserver.
Problemen met het afdrukken oplossen
•
•
•
•
•
•
•
Het apparaat schakelt onverwachts uit
Het apparaat reageert niet (drukt niet af)
De lichtjes van de printer branden
Het afdrukken duurt lang
Tekst of illustraties zijn verkeerd geplaatst
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit
Apparaat drukt af vanuit de verkeerde invoerlade
Het apparaat schakelt onverwachts uit
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Controleer of het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Het apparaat reageert niet (drukt niet af)
Als het apparaat draadloze verbindingen ondersteunt, raadpleeg dan ook Problemen
met draadloze verbindingen oplossen.
Controleer de apparaatinstellingen
Raadpleeg Tips en informatiebronnen voor het oplossen van problemen voor meer
informatie.
Controleer de initialisatie van de printkoppen
Na vervanging of installatie van printkoppen worden er automatisch enkele
uitlijnpagina's afgedrukt om de printkoppen uit te lijnen. Deze procedure duurt
ongeveer 20 minuten. Gedurende deze procedure kunnen alleen de automatische
testpagina's worden afgedrukt.
Controleer de installatie van de software van het apparaat
Als het apparaat tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld, moet er een
waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen. Gebeurt dit niet, dan is de software
72
Problemen oplossen en onderhoud
van het apparaat wellicht niet goed geïnstalleerd. Om dit op te lossen verwijdert u de
software van uw computer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Raadpleeg De
software verwijderen en opnieuw installeren voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
• Controleer of beide uiteinden van de netwerk-/USB-kabel goed zijn aangesloten.
• Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, doet u het volgende:
◦ Druk op de knop Netwerk op het bedieningspaneel. Als een actieve
netwerkkabel aangesloten is op het apparaat, brandt het lampje groen.
◦ Controleer of u niet een telefoonsnoer hebt gebruikt om het apparaat te
verbinden.
◦ Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en
functioneert.
Controleer installatie van het apparaat voor een netwerkomgeving
Controleer of de juiste apparaatdriver en de juiste printerpoort worden gebruikt. Voor
meer informatie over netwerkverbindingen raadpleegt u Het apparaat configureren
(Windows), Het apparaat configureren (Mac OS X) of de documentatie bij uw netwerk.
Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd
De Personal Firewall is een beveiligingstoepassing die de computer beschermt tegen
indringers. De firewall kan echter ook de communicatie tussen de computer en het
apparaat blokkeren. Als u een communicatieprobleem met het apparaat hebt, kunt
u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen,
worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt. Schakel de
firewall weer in. Zie Configureer uw firewall zo dat deze kan samenwerken met HPapparaten voor meer informatie.
De lichtjes van de printer branden
Controleer de foutmeldingen. Zie Lampjes van het bedieningspaneel voor meer
informatie.
Probeer via volgende stappen het probleem op te lossen:
•
•
•
Verwijder de printkop en installeer hem opnieuw.
Reinig de contacten van de printkoppen handmatig
Vervang de printkop
Het afdrukken duurt lang
Controleer de systeemconfiguratie
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor het
apparaat. Raadpleeg Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer de instellingen van software van het apparaat
De afdruksnelheid is langzamer wanneer Beste of Maximale dpi is geselecteerd als
afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruksnelheid door andere afdrukinstellingen te
Problemen met het afdrukken oplossen
73
Hoofdstuk 5
selecteren in de apparaatdriver. Raadpleeg De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
Controleer of er sprake is van radiostoring
Als het apparaat via draadloze communicatie werkt en langzaam afdrukt, is het
radiosignaal mogelijk te zwak.
Tekst of illustraties zijn verkeerd geplaatst
Als deze oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellingen mogelijk niet goed
geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende
softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op
met de softwarefabrikant.
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de randen van het
afdrukmateriaal zijn geplaatst en of de lades niet te vol zijn. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Controleer het papierformaat
• Een deel van de inhoud van de pagina kan wegvallen als de afmetingen van het
document groter zijn dan die van het gebruikte afdrukmateriaal. Zie
Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
• Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt
met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Het wordt aanbevolen een USB-kabel te gebruiken die maximaal 3 meter lang is.
U kunt ook proberen een andere USB-kabel te gebruiken om te controleren of de
kabel niet beschadigd is.
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit
Controleer de inktcartridges
De inktcartridges kunnen leeg geraakt zijn zodat de afdruktaak werd geannuleerd
Vervang de inktcartridges en verzend de afdruktaak vervolgens opnieuw naar het
apparaat. Raadpleeg De inktcartridges vervangen voor meer informatie.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen
van problemen met de papiertoevoer.
74
Problemen oplossen en onderhoud
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
Reinig de printkop
Voer de printkopreinigingsprocedure uit. Zie De printkoppen reinigen voor meer
informatie.
Controleer de bovenklep
Als de bovenklep open is, zal de printer de pagina uitvoeren en vervolgens, na een
time-outperiode, de printkoppen in de normale positie plaatsen.
Apparaat drukt af vanuit de verkeerde invoerlade
Controleer de configuratie-instellingen van de lade
De lade configuratie is niet ingesteld om af te drukken vanuit de lade met gewoon
papier. Zie Lades configureren voor meer informatie.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Algemene problemen in verband met de afdrukkwaliteit
Er worden vreemde tekens afgedrukt
De inkt wordt uitgesmeerd
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets
Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt
De verkeerde kleuren worden afgedrukt
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de afdruk
zonder rand
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd
Tekst of illustraties vertonen strepen
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Algemene problemen in verband met de afdrukkwaliteit
Controleer de printkoppen en inktpatronen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
Controleer de papierkwaliteit
Controleer of het papier voldoet aan de HP-specificaties en probeer opnieuw af te
drukken. Zie Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
75
Hoofdstuk 5
Controleer de papiersoort in het apparaat
• Controleer of de lade geschikt is voor de geladen papiersoort. Raadpleeg
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer
informatie.
• Controleer of u in het printerstuurprogramma de lade hebt geselecteerd die de
gewenste materiaalsoort bevat.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Het wordt aanbevolen een USB-kabel te gebruiken die maximaal 3 meter lang is.
U kunt ook proberen een nieuwe USB-kabel te gebruiken om te controleren of de
kabel niet beschadigd is.
Er worden vreemde tekens afgedrukt
Wanneer het afdrukken van een taak wordt onderbroken, herkent het apparaat
mogelijk de rest van de taak niet.
Annuleer de huidige afdruktaak en wacht totdat het apparaat opnieuw gereed is om af
te drukken. Als het apparaat niet teruggaat naar de gereed stand, annuleert u alle
taken in het printerstuurprogramma, schakelt u het apparaat uit, laat u het gedurende
een paar seconden uitstaan, schakelt u het apparaat aan, en drukt u vervolgens het
document af.
Controleer de kabelaansluitingen
Als het apparaat en de computer zijn aangesloten met een USB-kabel, kan het
probleem worden veroorzaakt door een slechte kabelverbinding.
Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het probleem
zich herhaalt, schakelt u het apparaat uit, verwijdert u de kabel van het apparaat,
schakelt u het apparaat weer in zonder kabel en verwijdert u eventuele resterende
taken. Wanneer het Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel opnieuw
aan.
Controleer het documentbestand
Het bestand is mogelijk beschadigd. Als u wel andere documenten vanuit dezelfde
toepassing kunt afdrukken, probeer dan een eventuele reservekopie van het
document af te drukken.
De inkt wordt uitgesmeerd
Controleer de afdrukinstellingen
Bij de instelling Beste kunnen kleurendocumenten met veel verschillende kleuren
gaan kreuken en de kleuren kunnen worden uitgesmeerd. Probeer een andere
afdrukmodus, zoals Normaal om de hoeveelheid inkt te verminderen of gebruik HP
Premium-papier voor afdrukken met levendige kleuren. Raadpleeg De
afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
76
Problemen oplossen en onderhoud
Controleer het type afdrukmateriaal
• Sommige papiersoorten nemen de inkt niet goed op. Bij deze soorten papier
droogt de inkt langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Raadpleeg
Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
• Controleer of het soort afdrukmateriaal dat u hebt geselecteerd in het
printerstuurprogramma overeenkomt met het afdrukmateriaal dat in het apparaat
werd geplaatst.
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig
Controleer het type afdrukmateriaal
Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw apparaat.
Raadpleeg Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
De uitvoer is bleek of de kleuren zijn flets
Controleer de afdrukmodus
Met de instellingen Concept of Snel in de printerdriver kunt u sneller afdrukken. Dit
kan bijvoorbeeld handig zijn als u kladversies wilt afdrukken. Voor betere resultaten
selecteert u Normaal of Beste. Raadpleeg De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
Controleer de ingestelde papiersoort
Als u op transparanten of andere speciale afdrukmaterialen afdrukt, moet het
desbetreffende afdrukmateriaal worden geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Zie Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat voor meer informatie.
Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijstinten is geselecteerd in de printerdriver.
De verkeerde kleuren worden afgedrukt
Controleer de afdrukinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijstinten is geselecteerd in de printerdriver.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
77
Hoofdstuk 5
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen
Controleer de inktcartridges
Ga na of de juisteHP-inkt gebruikt. Zie HP-benodigdheden en -accessoires voor
bestelinformatie.
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
De afdruk heeft een horizontale, vervormde strook aan de onderkant van de
afdruk zonder rand
Controleer de papiersoort
HP raadt aan HP-papier of een andere papiersoort te gebruiken dat geschikt is voor
het product. Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt, plat ligt. Maak het
papier weer recht door het in de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Gebruik HP Advanced Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat. Bewaar
afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare
plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele plaats. Neem niet meer papier dan
u onmiddellijk nodig hebt voor de afdrukken die wilt maken. Stop al het papier dat
u niet hebt gebruikt terug in de originele verpakking en verzegel de zak wanneer
u klaar bent met afdrukken. Zo voorkomt u dat het fotopapier krult. Zie Afdrukmateriaal
selecteren voor meer informatie.
Gebruik een hogere afdrukkwaliteit
Controleer de instelling van de afdrukkwaliteit en zorg dat deze niet te laag is
ingesteld. Druk de afbeelding af met een en hoge afdrukkwaliteit zoals Beste of
Maximumdpi.
De afbeelding draaien
Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, draait u de afbeelding 180 graden met
de software die u bij het product hebt geïnstalleerd of met een andere
softwaretoepassing, zodat de lichtblauwe, grijze of bruine kleurtonen in de afbeelding
niet onder aan de pagina worden afgedrukt. Het defect is beter waarneembaar in
gebieden met uniforme lichte kleuren, dus het draaien van de afbeelding kan helpen.
Reinig de printkop
De printkop handmatig reinigen. Zie De contacten van de printkoppen handmatig
reinigen voor meer informatie.
78
Problemen oplossen en onderhoud
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
Controleer de positie van de afbeeldingen
Controleer met de zoomfunctie of met de functie afdrukvoorbeeld van uw toepassing
of zich ruimtes tussen de afbeeldingen bevinden.
Tekst of illustraties vertonen strepen
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
Controleer de printkoppen
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak
een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit.
Raadpleeg De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel
Het wordt aanbevolen USB-kabels te gebruiken die maximaal 3 meter lang zijn.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Zie Verhelp een storing in het apparaat voor informatie over het verwijderen van
vastgelopen papier.
•
•
•
Optionele lade 2 kan niet worden geplaatst
Afdrukmateriaal stopt halverwege
Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan
Optionele lade 2 kan niet worden geplaatst
•
•
Plaats de lade opnieuw in het apparaat. Zorg dat de lade zich op één lijn met de
opening van het apparaat bevindt.
Controleer op papierstoringen. Raadpleeg Verhelp een storing in het apparaat
voor meer informatie.
Problemen met de papierinvoer oplossen
79
Hoofdstuk 5
Afdrukmateriaal stopt halverwege
Als het papier niet correct is, zal het afdrukmateriaal niet volledig worden ingevoerd.
Zorg ervoor dat het in het stuurprogramma geselecteerde afdrukmateriaal hetzelfde is
als het afdrukmateriaal in de lade.
Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor het apparaat en de gebruikte lade.
Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade
• Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg
Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal
voordat u het in de lade plaatst.
• Controleer of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
• Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier
weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
• Wanneer u het dunne, speciale afdrukmateriaal gebruikt, controleer dan of de lade
volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar
is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier
van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden
makkelijker opgenomen als de lade vol is.)
• Als u dik, speciaal afdrukmateriaal gebruikt (zoals brochurepapier), plaats het
afdrukmateriaal dan zo dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Indien nodig plaatst
u het afdrukmateriaal bovenop ander papier van hetzelfde formaat zodat de
stapelhoogte binnen dit bereik valt.
• Controleer of (de optionele) lade 2 goed is geplaatst.
• Ald u afdrukt op de blanco zijde van een pagina die werd gebruikt, is het mogelijk
dat het apparaat problemen ondervindt om het materiaal op te nemen.
Het afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd
• Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade is uitgetrokken. Als dit niet het
geval is, kunnen afdrukken uit het apparaat vallen.
•
80
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal
vellen bevatten.
Problemen oplossen en onderhoud
Pagina's worden scheef ingevoerd
• Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt. Als de
lade uittrekbaar is, trekt u de lade uit het apparaat en plaatst u het papier correct
terug in de lades, terwijl u controleert of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
• Zorg ervoor dat de duplexeenheid correct is geplaatst.
• Plaats alleen afdrukmateriaal in het apparaat als het niet aan het afdrukken is.
• Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een verwijderbare lade in het
apparaat. Wanneer u volle laden met te veel kracht in het apparaat plaatst, kunnen
vellen papier in het apparaat terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en
kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
Er worden meerdere pagina's tegelijk ingevoerd
• Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
• Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst
voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed
(maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
• Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
• Wanneer u het dunne, speciale afdrukmateriaal gebruikt, controleer dan of de lade
volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar
is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier
van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden
makkelijker opgenomen als de lade vol is.)
• Als u dik, speciaal afdrukmateriaal gebruikt (zoals brochurepapier), plaats het
afdrukmateriaal dan zo dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Indien nodig plaatst
u het afdrukmateriaal bovenop ander papier van hetzelfde formaat zodat de
stapelhoogte binnen dit bereik valt.
• Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een verwijderbare lade in het
apparaat. Wanneer u volle laden met te veel kracht in het apparaat plaatst, kunnen
vellen papier in het apparaat terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en
kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
• Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en
efficiency. Zie Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
Problemen met het apparaatbeheer oplossen
In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen die te maken
hebben met het beheer van het apparaat. Dit gedeelte bevat het volgende onderwerp:
•
De ingebouwde webserver kan niet worden geopend
Problemen met het apparaatbeheer oplossen
81
Hoofdstuk 5
De ingebouwde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
• Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-kabel hebt gebruikt om het
apparaat aan te sluiten op het netwerk. Zie Het apparaat configureren (Windows)
of Het apparaat configureren (Mac OS X) voor meer informatie.
• Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met het apparaat.
• Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en
functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Raadpleeg
Systeemvereisten voor meer informatie.
Controleer het IP-adres van het apparaat
• Als u het IP-adres van het apparaat op het bedieningspaneel wilt controleren,
moet u de netwerkconfiguratiepagina afdrukken. Raadpleeg De
netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen)
statusrapport begrijpen voor meer informatie.
• Ping het apparaat met het IP-adres vanaf de commandolijn.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.
Netwerkproblemen oplossen
Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Algemene netwerkproblemen oplossen
• Als u de software van het apparaat niet kunt installeren, moet u het volgende
controleren:
◦ Alle kabelverbindingen tussen de computer en het apparaat moeten in orde zijn.
◦ Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
◦ Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's
en firewalls.
82
Problemen oplossen en onderhoud
◦
•
Controleer of het apparaat op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die van het apparaat zullen gebruikmaken.
◦ Als het installatieprogramma het apparaat niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Raadpleeg De netwerkconfiguratiepagina of het
draadloze (enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen voor meer
informatie.
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van het apparaat zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van het apparaat.
◦ Druk de netwerkconfiguratiepagina van het apparaat af.
◦ Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
◦ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
◦ Selecteer de TCP/IP-poort voor het apparaat en klik dan op Poort configureren.
◦ Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het overeenkomt
met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-adressen niet
overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de
netwerkconfiguratiepagina.
◦ Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te
sluiten.
Problemen met een vaste netwerkverbinding
• Als het netwerklicht op het bedieningspaneel niet brandt, controleert u of aan alle
voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is voldaan.
• Het is niet aan te raden het apparaat een vast IP-adres te geven, maar
desondanks kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van
een firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
Voer één of meer van de volgende taken uit in de hieronder aangegeven volgorde als
het apparaat niet met het netwerk kan communiceren na de installatie van de
draadloze communicatie en de software:
•
•
Algemene tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken
Geavanceerde tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken
Algemene tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken
Ga als volgt te werk in de aangegeven volgorde:
Opmerking Als dit de eerste keer is dat u een draadloze verbinding instelt, en
u gebruikt de meegeleverde software, zorg dan dat de USB-kabel is aangesloten
op het apparaat en de computer.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
83
Hoofdstuk 5
Stap 1 - Controleer of het lampje (802.11) voor draadloze verbindingen brandt.
Als het blauwe lampje bij draadloze knop van het HP-apparaat niet brandt, zijn de
voorzieningen voor draadloze communicatie mogelijk niet ingeschakeld. Als
u draadloze communicatie wilt inschakelen, houdt u de knop Wireless drie seconden
ingedrukt.
Opmerking Als uw HP-apparaat Ethernet-netwerkverbindingen ondersteunt,
moet u controleren of er geen Ethernet-kabel op het apparaat is aangesloten. Als
er een Ethernet-kabel wordt aangesloten, worden de voorzieningen voor draadloze
communicatie van het HP-apparaat uitgeschakeld.
Stap 2 - Start de onderdelen van het draadloze netwerk opnieuw.
Zet de router en het HP-apparaat uit en zet deze vervolgens weeraan in deze
volgorde: eerst de router en dan het HP-apparaat. Als u nog steeds geen verbinding
kunt maken, zet u de router, het HP-apparaat en uw computer uit. Soms kunt u een
probleem met de netwerkcommunicatie eenvoudig oplossen door de stroom uit te
schakelen en weer in te schakelen.
Stap 3 - Test het draadloze netwerk.
Bij problemen met een draadloze netwerkverbinding kunt u een test op het draadloze
netwerk uitvoeren. Om een testpagina voor draadloze communicatie af te drukken,
klikt u op de knop Draadloos. Als er een probleem wordt gedetecteerd, bevat het
afgedrukte testrapport aanbevelingen die u kunnen helpen bij het oplossen van het
probleem.
Geavanceerde tips voor het oplossen van problemen met draadloos afdrukken
Als u de suggesties in de sectie Basisprobleemoplossinghebt uitgeprobeerd en u nog
steeds niet in staat bent uw HP-apparaat op het draadloze netwerk aan te sluiten,
probeert u de volgende suggesties in de aangegeven volgorde:
•
•
•
•
•
•
•
•
84
Controleer of de computer met het netwerk is verbonden
Controleer of het HP-apparaat is verbonden met uw netwerk.
Controleer of de firewallsoftware de communicatie blokkeert.
Controleer of het HP-apparaat online en gereed is.
Uw draadloze router maakt gebruik van een verborgen SSID.
Controleer of de draadloze versie van het HP-apparaat als
standaardprinterstuurprogramma is ingesteld (alleen Windows)
Controleer of de service HP Network Devices Support wordt uitgevoerd (alleen in
Windows)
Hardwareadressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
Problemen oplossen en onderhoud
Controleer of de computer met het netwerk is verbonden
Een draadloze verbinding (Ethernet-verbinding) controleren
▲ Veel computers hebben indicatielampjes naast de poort waarop de Ethernet-kabel
is aangesloten. Met deze kabel is de router op de computer aangesloten.
Gewoonlijk zijn er twee indicatielampjes, waarvan de ene brandt en de andere
knippert. Als er op uw computer indicatielampjes aanwezig zijn, controleert u of
deze lampjes aan zijn. Zijn de lampjes niet aan, koppel de Ethernet-kabel dan los
en sluit deze opnieuw aan op de computer en de router. Als de lampjes nog
steeds niet aan zijn, is er mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel
of uw computer.
Opmerking Macintosh-computers hebben geen indicatielampjes. Als u de
Ethernet-verbinding op een Macintosh-computer wilt controleren, klikt u op
Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op Netwerk. Als de
Ethernet-verbinding goed werkt, wordt Ingebouwd Ethernet in de lijst met
verbindingen weergegeven, met het bijbehorende IP-adres en andere
statusinformatie. Als Ingebouwd Ethernet niet in de lijst wordt weergegeven,
is er mogelijk een probleem met de router, de Ethernet-kabel of uw computer.
Klik op de Help-knop in het venster voor meer informatie.
Een draadloze verbinding controleren
1. Controleer of de draadloze communicatie op uw computer is ingeschakeld. (Zie de
Help die bij uw computer is geleverd voor meer informatie.)
2. Als u geen unieke netwerknaam (SSID) gebruikt, is het mogelijk dat uw draadloze
computer verbonden is met een ander netwerk bij u in de buurt dat niet het uwe is.
De volgende stappen kunnen u helpen om vast te stellen of uw computer is
verbonden met uw netwerk.
Windows
a. Klik op Start, klik op Configuratiescherm, wijs Netwerkverbindingen aan en
klik vervolgens op Netwerkstatus en taken weergeven.
of
Klik op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel, dubbelklik op
Netwerkverbindingen, klik op het menu Weergave en selecteer vervolgens
Details.
Laat het netwerkdialoogvenster geopend terwijl u naar de volgende stap gaat.
b. Haal de stekker van het netsnoer van de draadloze router uit het stopcontact.
De verbindingsstatus van uw computer moet nu veranderen in Geen verbinding.
c. Steek de stekker van het netsnoer van de draadloze router weer in het
stopcontact. De verbindingsstatus van uw computer moet nu veranderen in
Verbonden
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
85
Hoofdstuk 5
Mac OS X
▲ Klik op het pictogram van AirPort in de menubalk boven aan het scherm. In
het menu dat wordt weergegeven, kunt u zien of AirPort is ingeschakeld en
met welk draadloos netwerk de computer is verbonden.
Opmerking Als u uitgebreidere informatie wilt over uw AirPort-verbinding,
klikt u op Systeemvoorkeuren in het Dock en klikt u vervolgens op
Netwerk. Als de draadloze verbinding goed werkt, verschijnt er in de lijst
met verbindingen een groene stip naast AirPort. Klik op de Help-knop in het
venster voor meer informatie.
Als het u niet lukt een verbinding tussen uw computer en uw netwerk tot stand te
brengen, neemt u contact op met de persoon die uw netwerk heeft geïnstalleerd of
met de fabrikant van de router. Er is mogelijk een hardwareprobleem met de router of
de computer.
Als u wel toegang kunt krijgen tot internet en u een computer gebruikt waarop
Windows wordt uitgevoerd, kunt u ook de hulp inroepen van de HP Network Assistent
op www.hp.com/sbso/wireless/tools-setup.html?jumpid=reg_R1002_USEN voor
assistentie bij het configureren van een netwerk. (Deze website is alleen beschikbaar
in het Engels.)
Controleer of het HP-apparaat is verbonden met uw netwerk.
Als uw apparaat met een ander netwerk is verbonden dan uw computer, kunt u het HPapparaat niet gebruiken via het netwerk. Voer de stappen uit die in deze sectie zijn
beschreven, om na te gaan of uw apparaat daadwerkelijk actief verbonden is met het
juiste netwerk.
Zorg dat het HP-apparaat aangesloten is op het netwerk.
1. Als het HP-apparaat Ethernet-netwerkverbindingen ondersteunt en verbonden is
met een Ethernet-netwerk, controleert u of een Ethernet-kabel niet is aangesloten
op de achterkant van het apparaat. Wanneer er een Ethernet-kabel op de
achterkant is aangesloten, wordt de draadloze verbinding uitgeschakeld.
2. Als het HP-apparaat is verbonden met een draadloos netwerk, drukt u de
draadloze configuratiepagina van het apparaat af. Zie De
86
Problemen oplossen en onderhoud
netwerkconfiguratiepagina of het draadloze (enkel voor bepaalde modellen)
statusrapport begrijpen voor meer informatie.
▲ Controleer de netwerkstatus en de URL op de afgedrukte pagina:
Netwerkstatus
•
•
URL
Als de netwerkstatus 'Klaar' is, is het
HP-apparaat actief verbonden met
een netwerk.
Als de netwerkstatus 'Offline' is, is
het HP-apparaat niet verbonden met
een netwerk. Test het draadloze
netwerk (aan de hand van de
aanwijzingen aan het begin van deze
sectie) en volg eventuele
aanbevelingen op.
De URL die hier wordt weergegeven, is
het netwerkadres dat door uw router aan
het HP-apparaat is toegewezen. Voor het
gebruik van de ingebouwde webserver
hebt u het volgende nodig.
Controleer of u toegang kunt krijgen tot de EWS (geïntegreerde webserver).
▲ Als u hebt vastgesteld dat de computer en het HP-apparaat beide een actieve
verbinding hebben met een netwerk, kunt u controleren of ze zich allebei ook in
hetzelfde netwerk bevinden. U kunt dat doen door toegang proberen te krijgen tot
de EWS (geïntegreerde webserver) van het apparaat. Zie Geïntegreerde
webserver voor meer informatie.
Toegang krijgen tot de EWS
a. Open op uw computer de webbrowser die u normaal gebruikt om toegang te
krijgen tot internet (bijvoorbeeld Internet Explorer of Safari). Typ in het
adresvak de URL van het HP-apparaat, zoals deze op de
netwerkconfiguratiepagina wordt weergegeven (bijvoorbeeld
http://192.168.1.101).
Opmerking Als u in de browser een proxyserver gebruikt, moet u deze
mogelijk uitschakelen om toegang te kunnen krijgen tot de EWS.
b. Kunt u toegang krijgen tot de EWS, probeer dan het HP-apparaat te gebruiken
via het netwerk (druk bijvoorbeeld iets af) om na te gaan of de
netwerkconfiguratie is gelukt.
c. Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS of als u nog steeds problemen
hebt bij het gebruik van het HP-apparaat via het netwerk, gaat u naar de
volgende sectie over firewalls.
Controleer of de firewallsoftware de communicatie blokkeert.
Als u geen toegang kunt krijgen tot de EWS en u er zeker van bent dat zowel de
computer als het HP-apparaat actieve verbindingen hebben met hetzelfde
netwerk,wordt de communicatie mogelijk geblokkeerd door de firewallbeveiligingssoftware. Schakel de firewall-beveiligingssoftware die mogelijk op uw
computer wordt uitgevoerd, tijdelijk uit en probeer opnieuw toegang te krijgen tot de
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
87
Hoofdstuk 5
EWS. Kunt u toegang krijgen tot de EWS, probeer dan het HP-apparaat te gebruiken
(door iets af te drukken).
Als u toegang kunt krijgen tot de EWS en u uwHP-apparaat wel kunt gebruiken als de
firewall is uitgeschakeld, moet u de firewall-instellingen opnieuw configureren. U moet
de firewall zodanig configureren dat deze toestaat dat de computer en het HPapparaat met elkaar communiceren via het netwerk.
Als u toegang kunt krijgen tot de EWS, maar u het HP-apparaat nog steeds niet kunt
gebruiken ondanks het feit dat de firewall is uitgeschakeld, kunt u proberen of de
firewallsoftware het HP-apparaat kan herkennen.
Controleer of het HP-apparaat online en gereed is.
Als de HP-software is geïnstalleerd, kunt u op uw computer de status van het HPapparaat controleren om na te gaan of het apparaat in de pauzestand staat of offline
is, waardoor u het apparaat niet kunt gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om de status van het HP-apparaat te controleren:
Windows
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik vervolgens op Printers of Printers en
faxapparaten.
-OfKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Als de printers op uw computer niet worden weergegeven in de weergave Details,
klikt u op het menu Beeld en klikt u vervolgens op Details.
3. Voer een van de volgende stappen uit afhankelijk van de status van de printer:
a. Als voor het HP-apparaat de status Offline wordt aangegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het apparaat en klikt u op Printer online gebruiken.
b. Als voor het HP-apparaat de status Offline wordt aangegeven, klikt u met de
rechtermuisknop op het apparaat en klikt u op Printer online gebruiken.
4. Probeer het HP-apparaat te gebruiken via het netwerk.
Mac OS X
1. Klik op Systeemvoorkeuren in het Dock en klik vervolgens op Afdrukken en faxen.
2. Selecteer het HP-apparaat en klik op Afdrukwachtrij.
3. Als de melding Gestopte taken wordt weergegeven in het venster dat verschijnt,
klikt u op Taken starten.
Als u het HP-apparaat kunt gebruiken nadat u de voorgaande stappen hebt
uitgevoerd, maar ontdekt dat de problemen blijven bestaan als u het apparaat blijft
gebruiken, wordt de communicatie mogelijk geblokkeerd door de firewall. Als u het HPapparaat nog steeds niet kunt gebruiken via het netwerk, gaat u verder naar de
volgende sectie voor aanvullende hulp bij het oplossen van problemen.
Uw draadloze router maakt gebruik van een verborgen SSID.
Als in uw draadloze router of Apple AirPort Base-station een een verborgen SSID
gebruikt, zal uw HP-apparaat automatisch het netwerk detecteren.
88
Problemen oplossen en onderhoud
Controleer of de draadloze versie van het HP-apparaat als
standaardprinterstuurprogramma is ingesteld (alleen Windows)
Als u de software opnieuw installeert, maakt het installatieprogramma mogelijk een
tweede versie van het printerstuurprogramma in de map Printers of Printers en
faxapparaten. Als u problemen hebt met het afdrukken naar een HP-apparaat of het
tot stand brengen van een verbinding met het HP-apparaat, controleert u of de juiste
versie van het printerstuurprogramma als standaardstuurprogramma is ingesteld.
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik vervolgens op Printers of Printers en
faxapparaten.
-OfKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Controleer of de juiste versie van het printerstuurprogramma in de map Printers of
Printers en faxapparaten als standaardprinterstuurprogramma is ingesteld.
a. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op
Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b. Zoek op het tabblad Poorten naar een poort die in de lijst is aangevinkt. Naast
de aangevinkte versie van het printerstuurprogramma dat draadloos is
verbonden, wordt de poortbeschrijving Standaard TCP/IP-poort vermeld.
3. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden, en selecteer Instellen als
standaardprinter.
Opmerking Als de map voor het HP-apparaat meerdere pictogrammen bevat,
klikt u met de rechtermuisknop op het printerpictogram voor de versie van het
printerstuurprogramma dat draadloos is verbonden, en selecteert u Instellen als
standaardprinter.
Controleer of de service HP Network Devices Support wordt uitgevoerd (alleen
in Windows)
De service HP Network Device Support opnieuw starten
1. Verwijder eventuele afdruktaken uit de afdrukwachtrij.
2. Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op Deze computer of Computer
en klik vervolgens op Beheren.
3. Dubbelklik op Services en toepassingen en klik vervolgens op Services.
4. Schuif naar beneden in de lijst met services, klik met de rechtermuisknop op HP
Network Devices Support , en klik op Opnieuw starten.
5. Probeer nadat de service opnieuw is opgestart, het HP-apparaat opnieuw te
gebruiken via het netwerk.
Als u het HP-apparaat nu kunt gebruiken via het netwerk, is de netwerkconfiguratie
geslaagd.
Als u het HP-apparaat niet kunt gebruiken via het netwerk of als u deze stap van tijd
tot tijd moet uitvoeren om het apparaat via het netwerk te kunnen gebruiken, wordt de
communicatie mogelijk geblokkeerd door uw firewall.
Problemen met draadloze verbindingen oplossen
89
Hoofdstuk 5
Als dit nog steeds niet werkt, is er mogelijk een probleem met de netwerkconfiguratie
of de router. Neem contact op met de persoon die het netwerk heeft geïnstalleerd of
met de fabrikant van de router voor hulp.
Hardwareadressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen
MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloos toegangspunt (Wireless
Access Point, WAP) wordt geconfigureerd met een lijst met MAC-adressen (ook wel
'hardware-adressen' genoemd) van apparaten die via de WAP toegang mogen krijgen
tot het netwerk. Als de WAP niet over het hardwareadres beschikt van een apparaat
dat toegang tot het netwerk probeert te krijgen, wordt de toegang tot het netwerk door
de WAP geweigerd. Als de WAP MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van het
apparaat aan de WAP-lijst met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd.
•
•
Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zie De netwerkconfiguratiepagina of het
draadloze (enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen voor meer
informatie.
Open het configuratieprogramma van de WAP en voeg het hardware-adres van
het apparaat aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Installatieproblemen oplossen
Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u Ondersteuning en garantie
voor meer informatie over HP-ondersteuning.
•
•
•
Suggesties voor hardware-installatie
Suggesties voor hardware-installatie
Netwerkproblemen oplossen
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer het apparaat
• Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van het
apparaat zijn verwijderd.
• Zorg dat er papier in het apparaat is geladen.
• Zorg ervoor dat er buiten het statuslampje Aan/uit, dat zou moeten branden, geen
andere lampjes branden of flikkeren. Als er buiten het lampje Aan/uit nog andere
lampjes branden of flikkeren, hebt u te maken met een fout. Raadpleeg Lampjes
van het bedieningspaneel voor meer informatie.
• Controleer of het apparaat een configuratiepagina kan afdrukken.
• De duplexeenheid moet stevig op zijn plaats zitten.
Controleer de hardwareverbindingen
• Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren.
• Controleer of het netsnoer stevig met het apparaat en met een werkend
stopcontact is verbonden.
90
Problemen oplossen en onderhoud
Controleer de printkoppen en inktpatronen
• Controleer of alle printkoppen en inktcartridges goed vastzitten in de juiste met
kleuren gecodeerde sleuven. Druk de printkoppen en inktpatronen goed op hun
plaats. Het apparaat werkt niet als die niet zijn geïnstalleerd.
• Controleer of er geen stukken van de oranje klep aan de printkop zijn bevestigd.
• Controleer of alle kleppen en deksels goed gesloten zijn.
Suggesties voor hardware-installatie
Controleer het computersysteem
• Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt.
• Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
• Zorg ervoor dat de USB-drivers niet zijn uitgeschakeld in het apparaatbeheer in
Windows.
• Als u een computer met Windows gebruikt en de computer het apparaat niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee verwijdert u de driver van het apparaat
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer de driver van het apparaat
opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
• Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste installatiesoftware voor uw
besturingssysteem gebruikt.
• Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de software installeert.
• Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
• Als uw computer de installatie-cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de
cd is beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de
website van HP (www.hp.com/support).
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
• Als u de software van het apparaat niet kunt installeren, moet u het volgende
controleren:
◦ Alle kabelverbindingen tussen de computer en het apparaat moeten in orde zijn.
◦ Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
◦ Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's
en firewalls.
Installatieproblemen oplossen
91
Hoofdstuk 5
◦
•
Controleer of het apparaat op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die van het apparaat zullen gebruikmaken.
◦ Als het installatieprogramma het apparaat niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina of het draadloze
(enkel voor bepaalde modellen) statusrapport begrijpen voor meer informatie.
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van het apparaat zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van het apparaat:
◦ Druk de netwerkconfiguratiepagina van het apparaat af.
◦ Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en
faxapparaten.
-ofKlik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
◦ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
◦ Selecteer de TCP/IP-poort voor het apparaat en klik dan op Poort configureren.
◦ Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster en controleer of het overeenkomt
met het IP-adres op de netwerkconfiguratiepagina. Als de IP-adressen niet
overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de
netwerkconfiguratiepagina.
◦ Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te
sluiten.
Problemen met een vaste netwerkverbinding
• Als het configuratielicht op het bedieningspaneel niet brandt, controleert u of aan
alle voorwaarden onder "Algemene netwerkproblemen oplossen" is voldaan.
• Het is niet aan te raden het apparaat een vast IP-adres te geven, maar
desondanks kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van
een firewallconflict) mogelijk worden opgelost door dit toch te doen.
De netwerkinstellingen voor het apparaat herinstellen
1.
ingedrukt Aan/uit
Netwerk knop, (op sommige modellen, druk op de
knop Draadloos
knop Annuleren drie keer, en ontgrendel de Aan/uit knop.
Zie Tips en informatiebronnen voor het oplossen van problemen voor meer
informatie.
2. Druk op
Netwerk om de netwerkconfiguratiepagina af te drukken en te
controleren of de netwerkinstellingen hersteld zijn. Standaard is de naam van het
netwerk (SSID) "hpsetup" en de communicatiemethode "ad hoc".
92
Problemen oplossen en onderhoud
Papierstoringen verhelpen
Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens een taak. Probeer de volgende oplossingen
voordat u de storing probeert te verhelpen.
•
•
•
•
•
Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg
Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
Zorg ervoor dat de invoerlades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten.
Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Verhelp een storing in het apparaat
Tips voor het vermijden van storingen
Verhelp een storing in het apparaat
Vastgelopen papier verwijderen
1. Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van het apparaat op te
lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Verwijder de
vastgelopen papier altijd via de duplexeenheid.
2. Controleer de duplexeenheid.
a. Druk op de knoppen aan weerszijden van de duplexeenheid aan beide zijden
en verwijder het paneel of de eenheid.
b. Wanneer u het vastgelopen papier in het apparaat hebt gevonden, pakt u het
papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
c. Wanneer u het vastgelopen papier daar niet ziet, drukt u op de grendel boven
op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken. Wanneer u het
Papierstoringen verhelpen
93
Hoofdstuk 5
vastgelopen papier heeft gevonden, verwijdert u het voorzichtig uit de printer.
Sluit de klep.
d. Plaats de duplexeenheid opnieuw in de printer.
3. Open de bovenklep en verwijder vuil.
4. Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd, trekt
u de lade uit en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo niet, doe
dan het volgende:
a. Controleer of het apparaat is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het
stopcontact.
b. Licht het apparaat op van lade 2.
c. Haal het vastgelopen materiaal van onder het apparaat uit of uit Lade 2.
d. Zet het apparaat weer op Lade 2.
5. Open de behuizingsklep. Als er papier is achtergebleven in het apparaat,
controleert u of de wagen met printcartridges helemaal rechts in het apparaat
staat, verwijdert u papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het
afdrukmateriaal langs boven uit het apparaat.
Waarschuwing Ga niet met uw handen in het apparaat als het apparaat
aanstaat en de wagen vastzit. Als u de bovenklep opent, moet de wagen
terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit niet gebeurt, schakelt
u het apparaat uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
6. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens
zet u het apparaat aan (als u het apparaat had uitgezet) en verzendt u de
afdruktaak opnieuw.
Tips voor het vermijden van storingen
•
•
•
•
•
•
94
Controleer of niets de papierbaan blokkeert.
Plaats niet te veel papier in de lades. Raadpleeg Informatie over de specificaties
van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie.
Vul papier op de juiste manier bij als het apparaat niet aan het afdrukken is.
Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van (de optionele) lade 2 in het
apparaat. Wanneer u volle lades met te veel kracht in het apparaat plaatst, kunnen
vellen papier in het apparaat schuiven. Hierdoor kan het apparaat vastlopen en
kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
Gebruik geen gekreukt papier.
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Raadpleeg
Afdrukmateriaal selecteren voor meer informatie.
Problemen oplossen en onderhoud
•
•
Zorg dat de uitvoerlade niet te vol zit.
Controleer of de lengte- en breedtegeleiders goed tegen de stapel afdrukmateriaal
zijn geplaatst, maar niet te strak zodat het kreukt of opbolt.
foutIn deze lijst worden de fouten weergegeven die u kunt zien op uw computerscherm
(Windows) en hoe u dergelijke fouten kunt verhelpen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Printkop(pen) ontbreekt/ontbreken - Volgende printkop ontbreekt, is niet
gedetecteerd, of niet goed geplaatst
Incompatibele printkop - Volgende printkop is niet geschikt voor deze printer.
Probleem met de printkop - Volgende printkop vertoont een probleem
Apparaat niet aangesloten
De inktpatroon moet binnenkort worden vervangen - Vervang volgend inktpatroon
binnenkort
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon ontbreekt of is beschadigd
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon moet worden vervangen.
Verkeerd papier - Papier dat werd gedetecteerd komt niet overeen met het
geselecteerde formaat of type.
De inktpatroonhouder kan niet bewegen. Schakel het apparaat uit. Controleer de
printer op vastgelopen papier of op een andere storing
Papierstoring - Er is papier vastgelopen (of verkeerd ingevoerd) Verwijder het
vastgelopen papier en druk op de knop Doorgaan op de printer
Het papier in de printer is op. Laad papier in de printer en druk op de
doorgaanknop op de voorkant van de printer.
Incompatibele cartridge(s) - Volgende cartridge is niet geschikt voor deze printer.
Printer off line gebruiken - Uw printer is momenteel offline
Printer gepauzeerd - Uw printer is momenteel gepauzeerd
Het document kan niet worden afgedrukt - De taak werd onderbroken vanwege
een fout in het afdruksysteem.
Algemene afdrukfout
Printkop(pen) ontbreekt/ontbreken - Volgende printkop ontbreekt, is niet
gedetecteerd, of niet goed geplaatst
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
De printkoppen vervangen
Incompatibele printkop - Volgende printkop is niet geschikt voor deze printer.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
De printkoppen vervangen
fout-
95
Hoofdstuk 5
Probleem met de printkop - Volgende printkop vertoont een probleem
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
De printkoppen vervangen
Apparaat niet aangesloten
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Suggesties voor hardware-installatie
De inktpatroon moet binnenkort worden vervangen - Vervang volgend
inktpatroon binnenkort
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
De inktcartridges vervangen
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Zie recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen voor meer informatie over het
recyclen van gebruikt afdrukmateriaal.
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon ontbreekt of is beschadigd
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
•
•
De inktcartridges vervangen
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
Probleem met inktpatroon - Volgend inktpatroon moet worden vervangen.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
•
•
De inktcartridges vervangen
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
Verkeerd papier - Papier dat werd gedetecteerd komt niet overeen met het
geselecteerde formaat of type.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
•
•
•
96
Afdrukmateriaal plaatsen
Afdrukken op aangepast afdrukmateriaalformaat
De afdrukinstellingen wijzigen
Problemen oplossen en onderhoud
De inktpatroonhouder kan niet bewegen. Schakel het apparaat uit. Controleer de
printer op vastgelopen papier of op een andere storing
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
•
•
Verhelp een storing in het apparaat
Suggesties voor hardware-installatie
Papierstoring - Er is papier vastgelopen (of verkeerd ingevoerd) Verwijder het
vastgelopen papier en druk op de knop Doorgaan op de printer
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Verhelp een storing in het apparaat
Het papier in de printer is op. Laad papier in de printer en druk op de
doorgaanknop op de voorkant van de printer.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Afdrukmateriaal plaatsen
Incompatibele cartridge(s) - Volgende cartridge is niet geschikt voor deze printer.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
•
•
De inktcartridges vervangen
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
Printer off line gebruiken - Uw printer is momenteel offline
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Controleren of de printer n de pauzestand staat of offline is (Windows)
1. Voer, afhankelijk van uw besturingssysteem, een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start en klik vervolgens
op Bedieningspaneel, en dan op Printers.
• Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start klik op
Bedieningspaneel, en klik vervolgens op Printers en faxapparaten.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw product om de afdrukwachtrij te openen.
3. In het menu Printer controleert u of er niets is aangevinkt naast Afdrukken
onderbreken of Printer off line gebruiken.
4. Indien u wijzigingen aanbracht, probeert u opnieuw af te drukken.
Controleren of de printer n de pauzestand staat of offline is (Mac OS X)
1. Klik op Systeemvoorkeurenklikt u op Afdrukken en faxen en selecteer dan de
printer die u wilt gebruiken.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw product om de afdrukwachtrij te openen.
3. Als Uitstellen is geselecteerd, klikt u op Doorgaan.
4. Indien u wijzigingen aanbracht, probeert u opnieuw af te drukken.
fout-
97
Hoofdstuk 5
Printer gepauzeerd - Uw printer is momenteel gepauzeerd
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Controleren of de printer n de pauzestand staat of offline is (Windows)
1. Voer, afhankelijk van uw besturingssysteem, een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start en klik vervolgens
op Bedieningspaneel, en dan op Printers.
• Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start klik op
Bedieningspaneel, en klik vervolgens op Printers en faxapparaten.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw product om de afdrukwachtrij te openen.
3. In het menu Printer controleert u of er niets is aangevinkt naast Afdrukken
onderbreken of Printer off line gebruiken.
4. Indien u wijzigingen aanbracht, probeert u opnieuw af te drukken.
Controleren of de printer n de pauzestand staat of offline is (Mac OS X)
1. Klik op Systeemvoorkeurenklikt u op Afdrukken en faxen en selecteer dan de
printer die u wilt gebruiken.
2. Dubbelklik op het pictogram van uw product om de afdrukwachtrij te openen.
3. Als Uitstellen is geselecteerd, klikt u op Doorgaan.
4. Indien u wijzigingen aanbracht, probeert u opnieuw af te drukken.
Het document kan niet worden afgedrukt - De taak werd onderbroken vanwege
een fout in het afdruksysteem.
Gebruik het volgende om de fout te corrigeren:
Problemen met het afdrukken oplossen
Algemene afdrukfout
Als u het apparaat verplaatst of vervoert nadat u dit bericht hebt ontvangen, moet u
ervoor zorgen dat u het apparaat recht houdt en niet kantelt om te vermijden dat er
inkt lekt. Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
Noteer de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op
met HP-ondersteuning. Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
98
Problemen oplossen en onderhoud
6
Lampjes van het
bedieningspaneel
De controlelampjes geven de status weer en zijn nuttig voor het bepalen van
afdrukproblemen. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de lampjes, wat
ermee wordt aangegeven en wat u eventueel moet doen.
•
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
1
Inktpatroonlampjes
2
Printkoplampjes
Opmerking De printkoplampjes branden enkel wanneer er een probleem is met een van
de printkoppen.
3
Netwerkknop
(beschikbaar op sommige modellen)
Draadloosknop
4
Annuleren
(beschikbaar op sommige modellen)
knop
5
Doorgaan
6
knop en lampje
Knop en lampje Aan/Uit
Lampjes van het bedieningspaneel
99
Hoofdstuk 6
Bezoek de website van HP (www.hp.com/support) voor de meest recente informatie
over het oplossen van problemen en productfixes en -updates.
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te
voeren handeling
Alle lampjes zijn uit.
Het apparaat staat uit.
•
•
Sluit het netsnoer
aan.
Druk op de knop
Aan/uit knop.
Het Aan/Uit-lampje brandt.
Het apparaat is gereed.
U hoeft niets te doen.
Het Aan/Uit-lampje knippert.
Het apparaat wordt inof uitgeschakeld of is
bezig met het
verwerken van een
afdruktaak.
U hoeft niets te doen.
Het apparaat wacht tot
de inkt droog is.
Wacht totdat de inkt
droog is.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan knipperen.
Er is papier
vastgelopen in het
apparaat.
Verwijder al het papier
uit de uitvoerbak. Zoek
het vastgelopen
afdrukmateriaal en
verwijder het. Zie
Verhelp een storing in
het apparaat.
100
Lampjes van het bedieningspaneel
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te
voeren handeling
De wagen van het
apparaat staat stil.
•
•
•
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Doorgaan knippert.
Open de bovenste
klep en verwijder
eventuele
obstakels (zoals
vastgelopen
afdrukmateriaal).
Druk op de knop
Doorgaanom
het afdrukken te
hervatten.
Als het probleem
aanhoudt, schakelt
u het apparaat uit
en dan weer aan.
Het papier is op.
Plaats papier en druk
op de knop
Doorgaan.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan branden.
Een van de kleppen is
niet goed gesloten.
Controleer of alle
kleppen zijn gesloten.
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan knipperen en een of
meer inktpatroonlampjes branden.
De
houdbaarheidsdatum
van een of meer
inktpatronen is
verstreken.
Let op Defect of
schade als gevolg van
het gebruik van
verlopen inktpatroon
valt niet onder de
garantie.
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
101
Hoofdstuk 6
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te
voeren handeling
•
•
Vervang de
aangegeven
inktpatroon.
Als u de verlopen
inktpatroon
installeert, houdt
u
(de knop Aan/
Uit) ingedrukt en
drukt u driemaal
op
(de knop
Doorgaan). Alle
lampjes, behalve
het Aan/Uitlampje, gaan
vervolgens uit.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer printkoplampjes knipperen.
Een of meer
printkoppen ontbreken,
zijn beschadigd, of niet
goed geplaatst.
•
•
•
Het Aan/Uit-lampje en een of meer printkoplampjes knipperen.
Plaats de
aangegeven
printkop en
probeer dan af te
drukken.
Zorg ervoor dat de
aangegeven
printkop goed is
geplaatst en
probeer dan af te
drukken. Verwijder
de printkop en
plaats deze
opnieuw, indien
nodig.
Als het probleem
blijft aanhouden,
moet de
aangegeven
printkop worden
vervangen.
Een of meer
printkoppen zijn
incompatibel of moeten
worden gecontroleerd.
De printkop is niet
geschikt voor deze
printer. Vervang de
aangegeven printkop.
102
Lampjes van het bedieningspaneel
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te
voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes
knipperen.
Een of meer
inktpatronen
ontbreken, zijn
beschadigd, of niet
goed geplaatst.
•
•
Plaats de
aangegeven
inktcartridge en
probeer dan af te
drukken. Verwijder
de inktcartridge
eventueel een
aantal keren en
plaats hem terug.
Als het probleem
aanhoudt, moet de
aangegeven
printpatroon
worden vervangen.
De inkt in een van de
patronen is uitgeput.
Vervang de
aangegeven
inktpatroon om verder
te gaan met afdrukken.
Voor bestelinformatie
raadpleegt u HPbenodigdheden en accessoires.
Het Aan/Uit-lampje en een of meer inktpatroonlampjes knipperen.
Een of meer
inktpatronen zijn
incompatibel of moeten
worden gecontroleerd.
De inktpatronen zijn
niet bestemd voor
gebruik in dit apparaat.
Vervang de
aangegeven
inktcartridge.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes
branden.
Een of meer
inktpatronen zijn bijna
leeg en moeten
binnenkort worden
vervangen.
Houd nieuwe
inktpatronen bij de
hand en vervang de
huidige inktpatronen
wanneer deze
leegraken.
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
103
Hoofdstuk 6
(vervolg)
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te
voeren handeling
Alle lampjes knipperen.
Er is een onherstelbare
fout opgetreden Haal
het netsnoer uit het
apparaat, sluit het
netsnoer van de
computer weer aan, en
probeer af te drukken.
Het Aan/Uit-lampje, Doorgaan lampje, en een of meer
inktpatroonlampjes knipperen.
Er werd inkt van
andere fabrikanten
gedetecteerd in een of
meer inktpatronen.
Let op Defect of
schade als gevolg van
het gebruik van een
inktpatroon van een
ander merk dan HP
valt niet onder de
garantie.
Vervang de inktpatroon
dor een originele HPcartridge of druk op
(de knop Doorgaan)
om de inkt die niet
afkomstig is van HP te
gebruiken.
104
Lampjes van het bedieningspaneel
A
HP-benodigdheden en accessoires
Dit hoofdstuk bevat informatie over HP-benodigdheden en accessoires voor het apparaat. De
informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP
(www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website.
•
Afdrukbenodigdheden online bestellen
•
Accessores
•
Benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen
Om benodigdheden te bestellen of een afdrukbare winkellijst aan te maken, opent u het
pictogram op het bureaublad van het HP Solution Center dat werd geïnstalleerd door uw HPprintersoftware, en klikt u op het pictogram Winkelen. Selecteer Kopen of Mijn winkellijst
afdrukken. HP Solution Center uploadt, met uw toestemming, gegevens over de printer,
waaronder het modelnummer, het serienummer en de geschatte inktniveaus. De HPbenodigdheden die in uw printer werken, worden vooraf geselecteerd. U kunt hoeveelheden
wijzigen, items toevoegen of verwijderen, en de de lijst of aankoop online in de de HP Store of bij
andere online dealers afdrukken (opties verschillen naargelang het land/ de regio).
Cartridgegegevens en links naar online shopping worden ook weergegeven op
waarschuwingsberichten met betrekking tot inkt.
U kunt ook online bestellen door www.hp.com/buy/supplies te bezoeken. Selecteer desgevraagd
uw land/regio, volg de aanwijzingen om uw product te selecteren en kies de benodigdheden die
u wenst.
Opmerking Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. In vele landen
vindt u echter informatie over telefonische bestellingen, het zoeken van een plaatselijke
winkel en het afdrukken van een winkellijst. Bovendien kunt u de optie HP kopen bovenaan
de pagina www.hp.com/buy/supplies selecteren om informatie te verkrijgen over het kopen
van HP-producten in uw land.
Accessores
Invoerlade voor 250 vel
CB090A
Optionele tweede lade voor
maximaal 250 vellen gewoon papier
HP Jetdirect en1700 External
Print Server
J7988G
Externe printserver
HP Jetdirect en3700 Fast
Ethernet-printserver
J7942G
Externe printserver (USB 2.0)
HP Jetdirect ew2400 802.11b/
g Wireless en Fast Ethernet
External Print Server (USB
2.0, 10/100 Base-TX, 802.11
b/g)
J7951G
Draadloze of vaste externe
printserver
HP USB Network Print
Adapter
Q6273A
Via de USB 2.0 printer adapter kunt
u het apparaat delen met meerdere
computers.
HP-benodigdheden en -accessoires
105
Bijlage A
(vervolg)
Upgradekit voor HP Wireless
Printing
Q6236A, Q6259A
Niet-draadloze apparaten upgraden
voor gebruik met 802.11g draadloze
technologie
HP draadloze G Printserver
Q6301A, Q6302A
802.11g printserver voor draadloze
communicatie op een computer
Benodigdheden
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Inktpatronen en printkoppen
•
•
HP-afdrukmateriaal
Inktpatronen en printkoppen
Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. In vele landen vindt u echter
informatie over telefonische bestellingen, het zoeken van een plaatselijke winkel en het afdrukken
van een winkellijst. Bovendien kunt u de optie HP kopen bovenaan de pagina www.hp.com/buy/
supplies selecteren om informatie te verkrijgen over het kopen van HP-producten in uw land.
Het nummer van de inktcartridge is terug te vinden op de volgende plaatsen:
•
Op de pagina Informatie van de geïntegreerde webserver (zie Geïntegreerde webserver).
•
Windows: In de HP Werkset klikt u, als u over tweerichtingscommunicatie beschikt, op het
tabblad Geschatte inktniveaus, bladert u naar de knop Cartridgedetails button en klikt
u vervolgens op Cartridgedetails.
•
Mac OS X: Vanaf het Hulpprogramma van de HP-printer klikt u op Info benodigdheden
in het paneel Informatie en ondersteuning en vervolgens op Informatie detailhandel
benodigdheden.
•
Op het label van de inktcartridge die u gaat vervangen.
•
Solution Center: Vanuit het Solution Center kunt u via het tabblad Shopping of het scherm
Geschat inktniveau informatie over benodigdheden bekijken.
•
Op de configuratiepagina (zie De diagnostische zelftestpagina begrijpen).
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het
moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het
afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen tot wanneer u dit wordt gevraagd.
HP-afdrukmateriaal
Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Papier gaat u naar www.hp.com.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Alle
papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest
om te voldoen aan de hoogste maatstaven van
betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten
met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en droger
sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier
met het ColorLok-logo dat bestaat in verscheidene formaten en
gewichten en gemaakt wordt door verschillende fabrikanten.
106
HP-benodigdheden en -accessoires
B
Ondersteuning en garantie
Dit hoofdstuk, Problemen oplossen en onderhoud, bevat suggesties voor het oplossen van
veelvoorkomende problemen. Als uw apparaat niet naar behoren werkt en de oplossingen in
deze handleiding het probleem niet verhelpen, kunt u gebruikmaken van één van de
onderstaande ondersteuningsdiensten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Elektronische ondersteuning krijgen
•
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packardbeperkte garantie
•
Inktpatroon garantieinformatie
•
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
•
Het apparaat klaarmaken voor verzending
•
Het apparaat verpakken
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op
www.hp.com/support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op
met HP-ondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, drivers, benodigdheden, bestelinformatie en
andere opties zoals:
•
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
•
Een e-mail naar HP sturen voor antwoord op uw vragen.
•
On line met een technicus van HP spreken.
•
Controleren of er software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning van HP krijgen via de volgende elektronische hulpbronnen:
•
HP Werkset (Windows): De Werkset biedt eenvoudige, stapsgewijze oplossingen voor
veelvoorkomende afdrukproblemen. Zie HP Werkset (Windows) voor meer informatie.
•
Geïntegreerde webserver: Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u de
geïntegreerde webserver gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te
wijzigen en het apparaat vanaf de computer te beheren. Raadpleeg Geïntegreerde
webserver voor meer informatie.
De ondersteuningsopties en beschikbaarheid variëren per product, land/regio en taal.
Ondersteuning en garantie
107
Bijlage B
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packardbeperkte garantie
HP product
Softwaremedia
Printer
Print- of inktcartridges
Printkoppen (geldt alleen voor producten met printkoppen
die door de klant kunnen worden vervangen)
Accessoires
Duur van beperkte garantie
90 dagen
1 jaar
Tot het HP inktpatroon leeg is of de "einde garantie"-datum
(vermeld op het inktpatroon) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst
van toepassing is. Deze garantie dekt geen HP inktproducten die
opnieuw zijn gevuld, opnieuw zijn gefabriceerd of zijn gerepareerd,
noch HP inktproducten die op verkeerde wijze zijn gebruikt of
behandeld.
1 jaar
1 jaar tenzij anders vermeld
A. Duur van beperkte garantie
1. Hewlett-Packard (HP) garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP-producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten zijn
gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant. De klant moet een bewijs van
de datum van aankoop kunnen overleggen.
2. Met betrekking tot softwareproducten is de beperkte garantie van HP uitsluitend geldig voor het niet kunnen uitvoeren van
programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is.
3. De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van een normaal gebruik van het product
en is niet van toepassing in de volgende gevallen:
a. onjuist of onvoldoende onderhoud of wijziging van het product;
b. software, interfaces, afdrukmateriaal, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund;
c. gebruik dat niet overeenstemt met de specificaties van het product;
d. onrechtmatige wijzigingen of verkeerd gebruik.
4. Voor HP printerproducten is het gebruik van een cartridge die niet door HP is geleverd of een nagevulde cartridge niet van
invloed op de garantie aan de klant of een contract voor ondersteuning dat met de klant is gesloten. Als echter een defect of
beschadiging van de printer toegewezen kan worden aan het gebruik van een cartridge die niet van HP afkomstig is, een
nagevulde cartridge of een verlopen inktcartridge, brengt HP de gebruikelijke tijd- en materiaalkosten voor het repareren van de
printer voor het betreffende defect of de betreffende beschadiging in rekening.
5. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een softwareproduct, in
afdrukmateriaal of in een inktproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP vervangen. Als HP
tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een hardwareproduct dat onder de
garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen.
6. Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het
defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect heeft
ontvangen.
7. HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling tot de klant het defecte product aan HP geretourneerd heeft.
8. Een eventueel vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, vooropgesteld dat het ten minste dezelfde functionaliteit heeft
als het product dat wordt vervangen.
9. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's waar het gegarandeerde product door HP wordt gedistribueerd, met
uitzondering van het Midden-Oosten, Afrika, Argentinië, Brazilië, Mexico, Venezuela en de tot Frankrijk behorende zogenoemde
"Départements d'Outre Mer". Voor de hierboven als uitzondering vermelde landen/regio's, is de garantie uitsluitend geldig in het
land/de regio van aankoop. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van de klant, zijn verkrijgbaar bij
elk officieel HP-servicekantoor in landen/regio's waar het product door HP of een officiële importeur wordt gedistribueerd.
10. Er wordt geen garantie gegeven op HP-inktpatronen die zijn nagevuld, opnieuw zijn geproduceerd, zijn opgeknapt en verkeerd
zijn gebruikt of waarmee op enigerlei wijze is geknoeid.
B. Garantiebeperkingen
IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, BIEDEN NOCH HP, NOCH LEVERANCIERS (DERDEN)
ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE
PRODUCTEN VAN HP EN WIJZEN ZIJ MET NAME DE STILZWIJGENDE GARANTIES EN VOORWAARDEN VAN
VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF.
C. Beperkte aansprakelijkheid
1. Voor zover bij de plaatselijke wetgeving toegestaan, zijn de verhaalsmogelijkheden in deze beperkte garantie de enige en
exclusieve verhaalsmogelijkheden voor de klant.
2. VOORZOVER DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE
VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, OF DIT NU
GEBASEERD IS OP CONTRACT, DOOR BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE, EN ONGEACHT OF HP
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
D. Lokale wetgeving
1. Deze garantieverklaring verleent de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de
V.S. van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land tot land of van regio tot regio kunnen verschillen.
2. In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wetgeving, zal deze garantieverklaring als aangepast en
in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wetgeving worden beschouwd. Krachtens een dergelijke plaatselijke wetgeving is
het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant van toepassing zijn. Sommige
staten in de Verenigde Staten en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief provincies in Canada) kunnen
bijvoorbeeld:
a. voorkomen dat de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring de wettelijke rechten van een klant beperken
(bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk);
b. op andere wijze de mogelijkheid van een fabrikant beperken om dergelijke niet-aansprakelijkheidsverklaringen of beperkingen
af te dwingen;
c. de klant aanvullende garantierechten verlenen, de duur van de impliciete garantie bepalen waarbij het niet mogelijk is dat de
fabrikant zich niet aansprakelijk verklaart of beperkingen ten aanzien van de duur van impliciete garanties niet toestaan.
3. DE IN DEZE VERKLARING GESTELDE GARANTIEVOORWAARDEN VORMEN, BEHALVE IN DE WETTELIJK TOEGESTANE
MATE, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR EEN AANVULLING OP DE VERPLICHTE EN
WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN HP-PRODUCTEN.
HP Fabrieksgarantie
Geachte klant,
Als bijlage ontvangt u hierbij een lijst met daarop de naam en het adres van de HP vestiging in uw land waar u terecht kunt voor de HP
fabrieksgarantie.
Naast deze fabrieksgarantie kunt u op basis van nationale wetgeving tevens jegens uw verkoper rechten putten uit de
verkoopovereenkomst. De HP fabrieksgarantie laat de wettelijke rechten onder de toepasselijke nationale wetgeving onverlet.
Nederland: Hewlett-Packard Nederland BV, Startbaan 16, 1187 XR Amstelveen
Belgique: Hewlett-Packard Belgium BVBA/SPRL, Luchtschipstraat 1, B-1140 Brussels
108
Ondersteuning en garantie
Inktpatroon garantieinformatie
De HP-cartridgegarantie is van toepassing wanneer het product gebruikt wordt in de aangewezen
HP-printer. Deze garantie is niet van toepassing op HP-inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die
zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt of waarmee is geknoeid.
Tijdens de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet op is en het einde van de
garantieperiode niet is bereikt. Het einde van de garantiedatum, in JJJJ-MM-formaat , vindt als
volgt op het product terug:
Inktpatroon garantieinformatie
109
Bijlage B
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor Linux-printing. U vindt alle
ondersteuning op volgende website: https://launchpad.net/hplip. Klik op de knop Stel een
vraag om te beginnen met het ondersteuningsproces.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u deze
besturingssystemen gebruikt, gaat u naar www.hp.com/support.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Voordat u belt
•
Wat te doen bij problemen
•
Telefonische ondersteuning van HP
•
Opties voor aanvullende garantie
•
HP Snelle omruilservice (Japan)
•
HP Korea klantenondersteuning
Voordat u belt
Bezoek de website van HP (www.hp.com/support) voor de nieuwste informatie over het oplossen
van problemen of productverbeteringen en -updates.
Het kan zijn dat bij de software van andere bedrijven wordt geleverd bij het HP-apparaat. Als
u met een van deze programma’s problemen ondervindt, kunt u voor de beste technische
ondersteuning het beste contact opnemen met de ondersteuningsdienst van het bedrijf in kwestie.
Opmerking Deze informatie is niet van toepassing op klanten in Japan. Zie HP Snelle
omruilservice (Japan) voor informatie over serviceopties in Japan.
Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons
Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn.
1.
Druk de diagnostische zelftestpagina van het apparaat af. Raadpleeg De diagnostische
zelftestpagina begrijpen voor meer informatie. Als het apparaat niet afdrukt, houd dan de
volgende informatie bij de hand:
•
Apparaatmodel
•
Modelnummer en serienummer (aan de achterzijde van de printer)
2.
Ga na welk besturingssysteem u gebruikt, bijvoorbeeld Windows XP.
3.
Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, controleer dan het besturingssysteem van
het netwerk.
4.
Noteer hoe het apparaat met uw systeem is verbonden, bijvoorbeeld via een USB- of
netwerkverbinding.
5.
Noteer het versienummer van de printersoftware. (U vindt het versienummer van de
printerdriver door het dialoogvenster met printerinstellingen of -eigenschappen te openen en
op het tabblad Info te klikken.)
6.
Wanneer u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing noteer dan
de naam en het versienummer van de toepassing.
Wat te doen bij problemen
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie die bij het apparaat is geleverd.
2.
110
Ga naar de website voor online ondersteuning van HP op www.hp.com/support. Online
ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. Het is de betrouwbaarste
Ondersteuning en garantie
bron van actuele informatie over het apparaat en deskundige hulp, en biedt de volgende
voordelen:
3.
•
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
•
Software en stuurprogramma-updates voor het HP-apparaat
•
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
•
Pro-actieve apparaatupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-nieuwsbrieven die
beschikbaar zijn als u het HP-apparaat registreert
Bel HP Ondersteuning. De ondersteuningsopties en de beschikbaarheid verschillen per
apparaat, land/regio en taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De telefoonnummmers voor ondersteuning en de tarieven die hier worden weergegeven zijn
geldig op het ogenblik van deze publicatie. Zie www.hp.com/support voor de meest actuele HPlijst met telefoonnummers voor ondersteuning en informatie over de tarieven.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Periode voor telefonische ondersteuning
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
•
Telefonisch contact opnemen
•
Na de periode van telefonische ondersteuning
Periode voor telefonische ondersteuning
Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille Oceaan) en
Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Ga naar www.hp.com/support.voor het vaststellen van de duur voor telefonische ondersteuning
in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. De standaardtelefoonkosten zijn van toepassing.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
111
Bijlage B
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning.
www.hp.com/support
$IULFD(QJOLVKVSHDNLQJ
$IULTXHIUDQFRSKRQH
$UJHQWLQD%XHQRV$LUHV
$UJHQWLQD
$XVWUDOLD
$XVWUDOLDRXWRIZDUUDQW\
VWHUUHLFK
ﺍﻟﺠﺰﺍﺋﺮ
SP
ﺍﻟﺒﺤﺮﻳﻦ
%HOJL
%HOJLTXH
%UDVLO6DR3DXOR
%UDVLO
&DQDGD
&HQWUDO$PHULFD 7KH
&DULEEHDQ
&KLOH
Ё
Ё
KSLQYHQW
ZZZKSFRPVXSSRUW
&RORPELD%RJRW£
&RORPELD
&RVWD5LFD
ÎHVN£UHSXEOLND
'DQPDUN
'..
(FXDGRU$QGLQDWHO
℡
(FXDGRU3DFLILWHO
℡
ﻣﺼﺮ
(O6DOYDGRU
(VSD³D
)UDQFH
'HXWVFKODQG
DXVGHPGHXWVFKHQ
)HVWQHW]EHL$QUXIHQDXV
0RELOIXQNQHW]HQN¸QQHQ
DQGHUH3UHLVHJHOWHQ
˃˨˨˙ˡ˞˞˭˹˱ˬˢ˫˶˱ˢˮ˦˧˹
˃˨˨˙ˡ˞ˢ˪˱˹˯˃˨˨˙ˡ˞˯
˃˨˨˙ˡ˞˞˭˹̱˺˭ˮˬ
*XDWHPDOD
佭␃⡍߹㸠ᬓऔ
0DJ\DURUV]£J
,QGLD
,QGLD
,QGRQHVLD
ﺍﻟﻌﺮﺍﻕ
ﺍﻟﻜﻮﻳﺖ
ﻟﺒﻨﺎﻥ
ﻗﻄﺮ
ﺍﻟﻴﻤﻦ
,UHODQG
ישראל
,WDOLD
112
Ondersteuning en garantie
-DPDLFD
㡴㦻
㡴㦻
ﺍﻷﺭﺩﻥ
뼑霢
/X[HPERXUJ)UDQ©DLV
/X[HPEXUJ'HXWVFK
0DOD\VLD
0DXULWLXV
0«[LFR&LXGDGGH0«[LFR
0«[LFR
0DURF
1HGHUODQG
1HZ=HDODQG
1LJHULD
1RUJH
12.
ُﻋﻤﺎﻥ
3DQDP£
3DUDJXD\
3HU¼
3KLOLSSLQHV
3ROVND
3RUWXJDO
3XHUWR5LFR
5HS¼EOLFD'RPLQLFDQD
5HXQLRQ
5RP¤QLD
̷͕͘͘͏̳͕͉͇ͦ͑͘
̷͕͘͘͏̸͇͔͙ͦ͑
̶͙͈͚͌͌͗͗͊
ﺍﻟﺴﻌﻮﺑﻴﺔ
6LQJDSRUH
6ORYHQVNR
6RXWK$IULFD56$
6XRPL
6YHULJH
6(.
6ZLW]HUODQG
&+)
㟎☷
ࡷࡎ࡙
ﺗﻮﻧﺲ
7ULQLGDG 7REDJR
7¾UNL\HòVWDQEXO$QNDUD
ò]PLU %XUVD
̺͇͔͇͑͗ͭ
ﺍﻹﻣﺎﺭﺍﺕ ﺍﻟﻌﺮﺑﻴﺔ ﺍﻟﻤﺘﺤﺪﺓ
8QLWHG.LQJGRP
8QLWHG6WDWHV
8UXJXD\
9HQH]XHOD&DUDFDV
9HQH]XHOD
9L¬W1DP
e
Telefonisch contact opnemen
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en het HP-apparaat zit. Zorg dat u de volgende
informatie kunt geven:
•
Modelnummer (dit vindt u op het etiket aan de voorzijde van het apparaat)
•
Serienummer (dit vindt u achter of onder op het apparaat)
•
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
•
Antwoorden op de volgende vragen:
◦
Doet dit probleem zich vaker voor?
◦
Kunt u het probleem reproduceren?
◦
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat dit
probleem zich begon voor te doen?
◦
Is er iets anders gebeurd vóór deze situatie (bijvoorbeeld een onweersbui, het HPapparaat is verplaatst, enz.)?
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt
u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via de website
voor online ondersteuning van HP: www.hp.com/support. Neem contact op met uw HP
leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie
over de beschikbare ondersteuningsopties.
Opties voor aanvullende garantie
Tegen extra kosten zijn aanvullende serviceplannen beschikbaar voor het HP-apparaat. Ga naar
www.hp.com/support, selecteer uw land/regio en taal en bekijk het gedeelte over services en
garantie voor informatie over de aanvullende serviceplannen.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
113
Bijlage B
HP Snelle omruilservice (Japan)
Raadpleeg Het apparaat verpakken voor instructies voor het verpakken van het product voor
retournering of vervanging.
HP Korea klantenondersteuning
114
Ondersteuning en garantie
Het apparaat klaarmaken voor verzending
Als u door HP-klantenondersteuning of door de winkel waar u het apparaat hebt gekocht, wordt
gevraagd het apparaat voor onderhoud op te sturen, moet u de volgende onderdelen verwijderen
en bewaren voordat u het apparaat terugstuurt:
•
De inktcartridges en printkoppen
•
Het stroomsnoer, de USB-kabel en andere kabels die aan het apparaat zijn verbonden
•
Papier in de invoerlade
•
Verwijder alle originelen die eventueel nog in het apparaat aanwezig zijn
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De inktcartridges en printkoppen verwijderen voor verzending
De inktcartridges en printkoppen verwijderen voor verzending
Zorg dat u alle inktcartridges en printkoppen verwijdert voordat u het apparaat terugstuurt.
Opmerking Deze informatie is niet van toepassing op klanten in Japan.
Printcartridges verwijderen voor verzending
1. Zet het apparaat aan en wacht totdat de wagen met printcartridges stilstaat. Als het apparaat
niet aangaat, slaat u deze stap over en gaat u naar stap 2.
2.
Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren.
3.
Grijp de inktcartridges tussen uw duim en wijsvinger en trek ze stevig naar u toe om ze te
verwijderen.
4.
Plaats de inktpatronen in een luchtdichte, kunststof verpakking om uitdroging te voorkomen
en berg ze op. Verzend de patronen niet samen met het apparaat, tenzij de HPklantenondersteuning u daarom vraagt. Zie Printerbenodigdheden bewaren voor meer
informatie over printerbenodigdheden bewaren.
5.
Sluit de klep voor de printcartridges en wacht enkele minuten tot de wagen met
printcartridges zich weer in de normale positie bevindt (aan de rechterzijde).
6.
Druk op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat klaarmaken voor verzending
115
Bijlage B
Printkoppen verwijderen voor verzending
1. Open de kap.
2.
Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, houd dan
Doorgaan knop ingedrukt
tot de wagen naar links beweegt. Wacht tot de wagen tot stilstand is gekomen en verwijder
daarna het netsnoer uit de printer.
Opmerking Als de printer niet ingeschakeld kan worden, verwijder de printkoppenklep
dan met een pen.
116
3.
Til de printkopgrendel omhoog.
4.
Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf te trekken.
Ondersteuning en garantie
5.
Plaats de printkoppen in een luchtdichte, kunststof verpakking - met sproeiers die elkaar niet
raken naar boven gericht - om uitdroging te voorkomen en berg ze op. Verzend de patronen
niet samen met het apparaat, tenzij de HP-klantenondersteuning u daarom vraagt.
6.
Sluit de printerkap.
Opmerking Als de printkoppenklep is geopend, druk dan met uw duim op de beugel en
plaats de printkoppenklep terug.
7.
Als de printer inactief is en de wagen met printpatronen zich weer in de vaste positie bevindt,
zet u het apparaat uit door op de knop Aan/uit te drukken.
Het apparaat verpakken
Voer de volgende stappen uit nadat u het apparaat hebt klaargemaakt voor verzending.
Het apparaat verpakken
1. Het apparaat indien mogelijk voor verzending verpakken in het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal of gebruik het verpakkingsmateriaal waarin het vervangend apparaat is
verpakt.
Het apparaat verpakken
117
Bijlage B
Als u het originele verpakkingsmateriaal niet meer hebt, gebruik dan ander, degelijk
verpakkingsmateriaal. Schade tijdens de verzending veroorzaakt door ongeschikte
verpakking en/of ongeschikt transport wordt niet gedekt door de garantie.
118
2.
Plaats het etiket voor retourverzending op de buitenkant van de doos.
3.
De doos dient het volgende te bevatten:
•
een volledige probleembeschrijving voor het servicepersoneel (voorbeelden van
problemen met afdrukkwaliteit zijn handig).
•
een kopie van de aankoopbon of een ander aankoopbewijs om de garantieperiode te
bepalen.
•
uw naam, adres en een telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent.
Ondersteuning en garantie
C
Specificaties van het apparaat
Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor informatie over de
specificaties en de behandeling van afdrukmaterialen.
•
Fysieke specificaties
•
Productkenmerken en -mogelijkheden
•
Specificaties processor en geheugen
•
Systeemvereisten
•
Netwerkprotocolspecificaties
•
Specificaties van de geïntegreerde webserver
•
Afdrukresolutie
•
Omgevingsspecificaties
•
Elektrische specificaties
•
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Fysieke specificaties
Formaat (breedte x diepte x hoogte)
Apparaat met dupleenheid: 494 x 180 x 479 mm (19.5 x 7,1 x 18,9 inches)
Met lade 2: Het apparaat is hiermee 66 mm (2.6 inches) hoger.
Gewicht van het apparaat (exclusief printerbenodigdheden)
Apparaat met dupleenheid: 7.2 kg (17,2 lb)
Met lade 2: 2,6 kg (5,7 lb) zwaarder
Productkenmerken en -mogelijkheden
Functie
Capaciteit
Verbindingsmogelijkheden
•
•
•
USB 2.0-compatibel met hoge snelheid
Fast Ethernet 10/100Base-TX voor vaste
netwerkverbinding (alleen bij sommige
modellen)
802.11b/g draadloos netwerk (alleen bij
sommige modellen)
Afdrukmethode
Drop-on-demand thermische inkjettechnologie
Inktpatronen
Vier inktpatronen (een voor zwart, cyaan,
magenta en geel)
Printkoppen
Twee printkoppen (een voor zwart en geel en
een voor magenta en cyaan)
Levensduur benodigdheden
Bezoek www.hp.com/go/learnaboutsupplies/
voor meer informatie over de geschatte
levensduur van inktpatronen.
Besturingstalen
HP PCL 3 enhanced
Ondersteunde lettertypen
Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG
Times Italic, Universe, Universe Italic,
Specificaties van het apparaat
119
Bijlage C
(vervolg)
Functie
Capaciteit
Courier, Courier Italic, Letter Gothic, Letter
Gothic Italic.
Werkbelasting
Maximaal 15.000 pagina's per maand
Specificaties processor en geheugen
Hoofdprocessor
384MHz ARM11
Hoofdgeheugen
•
32 MB ingebouwd RAM-geheugen
•
8 MB ingebouwd MROM + 2 MB ingebouwd Flash-ROM
Systeemvereisten
Opmerking Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen en
systeemvereisten gaat u naar http://www.hp.com/support/
Compatibiliteit besturingssysteem
•
Windows 2000, Windows XP, Windows XP x64, Windows Vista
Opmerking Voor Windows 2000 SP4 en Windows XP x64 Editie SP 1, Windows XP
SP 1 Starter Edition, en aWindows Vista Starter Edition zijn alleen
printerstuurprogramma's en de Werkset beschikbaar.
•
Mac OS X (v10.4, v10.5)
•
Linux (Zie www.hp.com/go/linuxprinting voor meer informatie).
Minimale vereisten
•
Microsoft Windows® 2000 Service Pack 4: Intel® Pentium II or Celeron® processor, 128 MB
RAM, 160 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0
•
Microsoft Windows XP (32-bit) Service Pack 1: Intel Pentium II- of Celeron-processor, 512
MB RAM, 225 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0
•
Microsoft® Windows x64 Service Pack 1: AMD Athlon 64 of AMD Opteron-, Intel Xeon- of
Pentium- processor met Intel EM64T ondersteuningt, 512MB RAM, 160 MBbeschikbare
ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 6.0
•
Microsoft Windows Vista: 800 MHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor, 512 MB RAM,
225 MB beschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 7.0
•
Mac OS X (v10.4.11, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core processor, 256 MB RAMgeheugen, 500 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
•
Quick Time 5.0 of hoger (Mac OS X)
•
Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger
Aanbevolen vereisten
•
Microsoft Windows 2000 Service Pack 4: Intel Pentium III- of hogere processor, 256 MB
RAM, 160 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0 of latere versie
•
120
Microsoft Windows XP (32-bit) Service Pack 1: Intel Pentium III or hogere processor, 512MB
RAM, 360 MB vrije schijfruimte, Microsoft Internet Explorer 6.0 of latere versie
Specificaties van het apparaat
•
Microsoft® Windows® XP x64 Service Pack 1: AMD Athlon 64 of AMD Opteron processor,
Intel Xeon processor met Intel EM64T support, of Intel Pentium 4 processor met Intel EM64T
sondersteuning, 512MB RAM, 160 MBbeschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft
Internet Explorer 6.0 of latere versie
•
Microsoft Windows Vista: 1 GHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor, 1 GB RAM, 355 GB
beschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 7.0 of latere versie
•
Mac OS X (v10.4.11, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core processor, 512 MB RAMgeheugen - 500 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
•
Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger (Windows 2000, Windows XP); Internet
Explorer 7.0 of hoger (Windows Vista)
Netwerkprotocolspecificaties
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
•
Windows 2000, Windows XP (32-bit), Windows XP x64 (Professional en Home Editions),
Windows Vista
•
Mac OS X (v10.4.x, v10.5)
•
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
•
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
•
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services
•
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services
•
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Presentation Server 4.0
•
Microsoft Windows 2003 Server Terminal Services met Citrix Metaframe XP met Feature
Release 3
•
Novell Netware 6, 6.5, Open Enterprise Server 6.5
Compatibele netwerkprotocollen
TCP/IP
Networkbeheer
Ingebouwde webserver
Functies
◦
Mogelijkheid netwerkapparaten op afstand te configureren en te beheren
◦
myPrintMileage
Specificaties van de geïntegreerde webserver
Vereisten
•
Een TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
•
Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger, Opera 1.0 of hoger, Mozilla
Firefox 8.0 of hoger, of Safari 1.2 of hoger)
•
Een netwerkverbinding (u kunt geen geïntegreerde webserver gebruiken die rechtstreeks is
verbonden met een USB-kabel)
•
Een internetverbinding (vereist voor sommige functies)
Opmerking U kunt de geïntegreerde webserver openen zonder verbinding met
internet. Sommige functies zijn dan echter niet beschikbaar.
•
Hij moet zich aan dezelfde kant van een firewall bevinden als het apparaat.
Specificaties van de geïntegreerde webserver
121
Bijlage C
Afdrukresolutie
Zwart
Maximaal 1200 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
Kleur
Verbeterde HP-fotokwaliteit (tot 4800 bij 1200 dpi geoptimaliseerd op HP Premium Plus
fotopapier met 1200 x 1200 invoer-dpi)
Omgevingsspecificaties
Werkomgeving
Werktemperatuur: 5° tot 40°C
Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 35°C
Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 25 tot 75% niet-condenserend
Opslagomgeving
Opslagtemperatuur: -40° tot 60°C
Luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90 procent niet-condenserend bij een temperatuur van 65°C
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening
Universele netadapter (extern)
Stroomvereisten
Ingangsspanning: 100 tot 240 VAC (± 10%), 50 tot 60 Hz (± 3 Hz)
Uitgangsspanning: 32 Vdc, 2000 mA
Stroomverbruik
26 Watt (snelle conceptmodus)
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus,
geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAd 54 (dBA)
Geluidsvermogen
LwAd 6,7 (BA)
122
Specificaties van het apparaat
D
Overheidsvoorschriften
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
FCC-verklaring
•
Bericht aan gebruikers in Korea
•
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers in Japan
•
Bericht voor gebruikers in Japan over het netsnoer
•
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
•
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
•
Wettelijk verplicht modelnummer
•
Verklaring van overeenstemming
•
Milieubeschermingsprogramma
•
Licenties van derden
FCC-verklaring
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified
that the following notice be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
•
•
•
•
Reorient the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the
receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact:
Manager of Corporate Product Regulations
Hewlett-Packard Company
3000 Hanover Street
Palo Alto, Ca 94304
(650) 857-1501
Modifications (part 15.21)
The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this
device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired
operation.
Overheidsvoorschriften
123
Bijlage D
Bericht aan gebruikers in Korea
VCCI- (Klasse B) verklaring van overeenstemming voor gebruikers
in Japan
Bericht voor gebruikers in Japan over het netsnoer
Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
124
Overheidsvoorschriften
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten:
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen
•
•
Bericht aan gebruikers in Brazilië
•
Bericht aan gebruikers in Canada
•
Bericht aan gebruikers in Taiwan
•
Kennisgeving van de Europese Unie
Blootstelling aan radiofrequentiestralingen
Exposure to radio frequency radiation
Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio
frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner
that the potential for human contact during normal operation is minimized. This
product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such
a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In
order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure
limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm (8 inches)
during normal operation.
Bericht aan gebruikers in Brazilië
Aviso aos usuários no Brasil
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção
contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar
interferência a sistemas operando em caráter primário. (Res.ANATEL 282/2001).
Bericht aan gebruikers in Canada
Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs canadiens
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise
emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the
Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS
210 and RSS GEN of Industry Canada.
Utiliser à l'intérieur. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans
le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications
du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme RSS-210 and RSS GEN
d'Industrie Canada.
Wettelijke informatie inzake draadloze producten
125
Bijlage D
Bericht aan gebruikers in Taiwan
126
Overheidsvoorschriften
Kennisgeving van de Europese Unie
European Union Regulatory Notice
Products bearing the CE marking comply with the following EU Directives:
•
•
Low Voltage Directive 2006/95/EC
EMC Directive 2004/108/EC
CE compliance of this product is valid only if powered with the correct CE-marked AC
adapter provided by HP.
If this product has telecommunications functionality, it also complies with the essential
requirements of the following EU Directive:
•
R&TTE Directive 1999/5/EC
Compliance with these directives implies conformity to harmonized European standards
(European Norms) that are listed in the EU Declaration of Conformity issued by HP for this
product or product family. This compliance is indicated by the following conformity
marking placed on the product.
The wireless telecommunications functionality of this product may be used in the following
EU and EFTA countries:
Austria, Belgium, Bulgaria, Cyprus, Czech Republic, Denmark, Estonia, Finland, France,
Germany, Greece, Hungary, Iceland, Ireland, Italy, Latvia, Liechtenstein, Lithuania,
Luxembourg, Malta, Netherlands, Norway, Poland, Portugal, Romania, Slovak Republic,
Slovenia, Spain, Sweden, Switzerland and United Kingdom.
Products with 2.4-GHz wireless LAN devices
France
For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This
product may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels
1-13). For outdoor use, only 2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used.
For the latest requirements, see http://www.art-telecom.fr.
Italy
License required for use. Verify with your dealer or directly with the General Direction for
Frequency Planning and Management (Direzione Generale Pianificazione e Gestione
Frequenze).
Wettelijk verplicht modelnummer
Voor identificatiedoeleinden is uw product voorzien van een wettelijk verplicht modelnummer. Het
wettelijk verplichte modelnummer voor uw product is SNPRC-0702-01 (HP Officejet Pro 8000
Printer) of SNPRC-0702-02 (HP Officejet Pro 8000 Draadloze printer). Het wettelijk verplichte
modelnummer moet niet worden verward met de marketingnaam (HP Officejet Pro 8000 Printer)
of het productnummer.
Wettelijk verplicht modelnummer
127
Bijlage D
Verklaring van overeenstemming
DECLARATION OF CONFORMITY
according to ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1
Supplier’s Name:
Hewlett-Packard Company
Supplier’s Address:
60, Alexandra Terrace, # 07-01 The Comtech, Singapore 118502
DoC#: SNPRC-0702-01-A
declares, that the product
Product Name:
HP Officejet Pro 8000 Printer Series
Regulatory Model Number:1)
SNPRC-0702-01
Product Options:
C9101A / Automatic 2-Sided Printing Device
CB090A / 250-sheet Paper Tray
conforms to the following Product Specifications and Regulations:
SAFETY:
IEC 60950-1:2001 / EN60950-1:2001 + A11:2004
EN 60825-1 1994+A1:2002+A2: 2001
EMC:
CISPR 22:2005/ EN 55022: 2006 Class B(4)
EN 55024:1998 +A1:2001 + A2:2003
EN 61000-3-2: 2000 + A2: 2005
EN 61000-3-3:1995 +A1: 2001
FCC CFR 47, Part 15 Class B(4) / ICES-003, Issue 4 Class B(4)
Supplementary Information:
1. This product is assigned a Regulatory Model Number which stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory
Model Number is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be
confused with the marketing name or the product numbers.
2. This product complies with the requirements of the Low Voltage Directive 2006/95/EC, the EMC Directive 2004/108/EC
and carries the CE-marking accordingly. In addition, it complies with the WEEE Directive 2002/96/EC and RoHS Directive
2002/95/EC.
3. This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two Conditions: (1) This device
may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that
may cause undesired operation.
4. The product was tested in a typical configuration
Singapore
April 2008
Wong Soo Min, Director Quality
Imaging & Printing Manufacturing Operations
Local contact for regulatory topics only:
EMEA: Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen, Germany www.hp.com/go/certificates
USA : Hewlett-Packard, 3000 Hanover St., Palo Alto 94304, U.S.A. 650-857-1501
128
Overheidsvoorschriften
DECLARATION OF CONFORMITY
according to ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1
Supplier’s Name:
Hewlett-Packard Company
Supplier’s Address:
60, Alexandra Terrace, # 07-01 The Comtech, Singapore 118502
DoC#: SNPRC-0702-02-A
declares, that the product
Product Name:
HP Officejet Pro 8000 Printer Series
Regulatory Model Number:1)
SNPRC-0702-02
Product Options:
C9101A / Automatic 2-Sided Printing Device
CB090A / 250-sheet Paper Tray
Radio Module Number:
RSVLD-0608
conforms to the following Product Specifications and Regulations:
SAFETY:
IEC 60950-1:2001 / EN60950-1:2001 + A11:2004
EN 60825-1 1994+A1:2002+A2: 2001
EMC:
CISPR 22:2005/ EN 55022: 2006 Class B(4)
EN 55024:1998 +A1:2001 + A2:2003
EN 61000-3-2: 2000 + A2: 2005
EN 61000-3-3:1995 +A1: 2001
FCC CFR 47, Part 15 Class B(4) / ICES-003, Issue 4 Class B(4)
RADIO:
EN 301 489-1 V1.6.1:2005 / EN 301 489-17 V1.2.1:2002
EN 300 328 V1.7.1:2006
Supplementary Information:
1. This product is assigned a Regulatory Model Number which stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory
Model Number is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be
confused with the marketing name or the product numbers.
2. This product complies with the requirements of the Low Voltage Directive 2006/95/EC, the EMC Directive 2004/108/EC
and the R&TTE Directive 99/5/EC, and carries the CE-marking accordingly. In addition, it complies with the WEEE
Directive 2002/96/EC and RoHS Directive 2002/95/EC.
3. This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two Conditions: (1) This device
may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that
may cause undesired operation.
4. The product was tested in a typical configuration
Singapore
April 2008
Wong Soo Min, Director Quality
Imaging & Printing Manufacturing Operations
Local contact for regulatory topics only:
EMEA: Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen, Germany www.hp.com/go/certificates
USA : Hewlett-Packard, 3000 Hanover St., Palo Alto 94304, U.S.A. 650-857-1501
Verklaring van overeenstemming
129
Bijlage D
Milieubeschermingsprogramma
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het
aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit
en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen
worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken
en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat
deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Ga voor meer informatie naar de website HP's Commitment to the Environment op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Papeirverbruik
•
Kunststof
•
Veiligheidsinformatiebladen
•
Recyclingprogramma
•
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
•
Hoe privé-huishoudens in de Europese Unie afgedankte apparatuur als afval dienen aan te
bieden
•
Stroomverbruik
•
Chemische stoffen
Papeirverbruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en
EN 12281:2002.
Kunststof
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen
Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP:
www.hp.com/go/msds
Recyclingprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's.
Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van
elektronische onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door
een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het
recyclen van HP producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjetonderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid
gebruikte printcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
130
Overheidsvoorschriften
English
Français
Deutsch
Italiano
Español
Česky
Likvidace vysloužilého zařízení uživateli v domácnosti v zemích EU
Tato značka na produktu nebo na jeho obalu označuje, že tento produkt nesmí být likvidován prostým vyhozením do běžného domovního odpadu. Odpovídáte za to, že vysloužilé
zařízení bude předáno k likvidaci do stanovených sběrných míst určených k recyklaci vysloužilých elektrických a elektronických zařízení. Likvidace vysloužilého zařízení samostatným
sběrem a recyklací napomáhá zachování přírodních zdrojů a zajišťuje, že recyklace proběhne způsobem chránícím lidské zdraví a životní prostředí. Další informace o tom, kam můžete
vysloužilé zařízení předat k recyklaci, můžete získat od úřadů místní samosprávy, od společnosti provádějící svoz a likvidaci domovního odpadu nebo v obchodě, kde jste produkt
zakoupili.
Dansk
Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU
Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr
ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr. Den separate indsamling og genbrug af dit affaldsudstyr på
tidspunktet for bortskaffelse er med til at bevare naturlige ressourcer og sikre, at genbrug finder sted på en måde, der beskytter menneskers helbred samt miljøet. Hvis du vil vide mere
om, hvor du kan aflevere dit affaldsudstyr til genbrug, kan du kontakte kommunen, det lokale renovationsvæsen eller den forretning, hvor du købte produktet.
Nederlands
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur
af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte
apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over
waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product
hebt aangeschaft.
Eesti
Eramajapidamistes kasutuselt kõrvaldatavate seadmete käitlemine Euroopa Liidus
Kui tootel või toote pakendil on see sümbol, ei tohi seda toodet visata olmejäätmete hulka. Teie kohus on viia tarbetuks muutunud seade selleks ettenähtud elektri- ja elektroonikaseadmete
utiliseerimiskohta. Utiliseeritavate seadmete eraldi kogumine ja käitlemine aitab säästa loodusvarasid ning tagada, et käitlemine toimub inimeste tervisele ja keskkonnale ohutult.
Lisateavet selle kohta, kuhu saate utiliseeritava seadme käitlemiseks viia, saate küsida kohalikust omavalitsusest, olmejäätmete utiliseerimispunktist või kauplusest, kust te seadme
ostsite.
Suomi
Hävitettävien laitteiden käsittely kotitalouksissa Euroopan unionin alueella
Tämä tuotteessa tai sen pakkauksessa oleva merkintä osoittaa, että tuotetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Käyttäjän velvollisuus on huolehtia siitä, että hävitettävä laite
toimitetaan sähkö- ja elektroniikkalaiteromun keräyspisteeseen. Hävitettävien laitteiden erillinen keräys ja kierrätys säästää luonnonvaroja. Näin toimimalla varmistetaan myös,
että kierrätys tapahtuu tavalla, joka suojelee ihmisten terveyttä ja ympäristöä. Saat tarvittaessa lisätietoja jätteiden kierrätyspaikoista paikallisilta viranomaisilta, jäteyhtiöiltä tai tuotteen
jälleenmyyjältä.
Ελληνικά
Απόρριψη άχρηστων συσκευών στην Ευρωπαϊκή Ένωση
Το παρόν σύμβολο στον εξοπλισμό ή στη συσκευασία του υποδεικνύει ότι το προϊόν αυτό δεν πρέπει να πεταχτεί μαζί με άλλα οικιακά απορρίμματα. Αντίθετα, ευθύνη σας είναι να
απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές σε μια καθορισμένη μονάδα συλλογής απορριμμάτων για την ανακύκλωση άχρηστου ηλεκτρικού και ηλεκτρονικού εξοπλισμού. Η χωριστή συλλογή και
ανακύκλωση των άχρηστων συσκευών θα συμβάλει στη διατήρηση των φυσικών πόρων και στη διασφάλιση ότι θα ανακυκλωθούν με τέτοιον τρόπο, ώστε να προστατεύεται η υγεία των
ανθρώπων και το περιβάλλον. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με το πού μπορείτε να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές για ανακύκλωση, επικοινωνήστε με τις κατά τόπους αρμόδιες
αρχές ή με το κατάστημα από το οποίο αγοράσατε το προϊόν.
Magyar
A hulladékanyagok kezelése a magánháztartásokban az Európai Unióban
Ez a szimbólum, amely a terméken vagy annak csomagolásán van feltüntetve, azt jelzi, hogy a termék nem kezelhető együtt az egyéb háztartási hulladékkal. Az Ön feladata,
hogy a készülék hulladékanyagait eljuttassa olyan kijelölt gyűjtőhelyre, amely az elektromos hulladékanyagok és az elektronikus berendezések újrahasznosításával foglalkozik.
A hulladékanyagok elkülönített gyűjtése és újrahasznosítása hozzájárul a természeti erőforrások megőrzéséhez, egyúttal azt is biztosítja, hogy a hulladék újrahasznosítása az
egészségre és a környezetre nem ártalmas módon történik. Ha tájékoztatást szeretne kapni azokról a helyekről, ahol leadhatja újrahasznosításra a hulladékanyagokat, forduljon
a helyi önkormányzathoz, a háztartási hulladék begyűjtésével foglalkozó vállalathoz vagy a termék forgalmazójához.
Latviski
Lietotāju atbrīvošanās no nederīgām ierīcēm Eiropas Savienības privātajās mājsaimniecībās
Šis simbols uz ierīces vai tās iepakojuma norāda, ka šo ierīci nedrīkst izmest kopā ar pārējiem mājsaimniecības atkritumiem. Jūs esat atbildīgs par atbrīvošanos no nederīgās ierīces,
to nododot norādītajā savākšanas vietā, lai tiktu veikta nederīgā elektriskā un elektroniskā aprīkojuma otrreizējā pārstrāde. Speciāla nederīgās ierīces savākšana un otrreizējā pārstrāde
palīdz taupīt dabas resursus un nodrošina tādu otrreizējo pārstrādi, kas sargā cilvēku veselību un apkārtējo vidi. Lai iegūtu papildu informāciju par to, kur otrreizējai pārstrādei var
nogādāt nederīgo ierīci, lūdzu, sazinieties ar vietējo pašvaldību, mājsaimniecības atkritumu savākšanas dienestu vai veikalu, kurā iegādājāties šo ierīci.
Lietuviškai
Europos Sąjungos vartotojų ir privačių namų ūkių atliekamos įrangos išmetimas
Šis simbolis ant produkto arba jo pakuotės nurodo, kad produktas negali būti išmestas kartu su kitomis namų ūkio atliekomis. Jūs privalote išmesti savo atliekamą įrangą atiduodami ją
į atliekamos elektronikos ir elektros įrangos perdirbimo punktus. Jei atliekama įranga bus atskirai surenkama ir perdirbama, bus išsaugomi natūralūs ištekliai ir užtikrinama, kad įranga
yra perdirbta žmogaus sveikatą ir gamtą tausojančiu būdu. Dėl informacijos apie tai, kur galite išmesti atliekamą perdirbti skirtą įrangą kreipkitės į atitinkamą vietos tarnybą, namų ūkio
atliekų išvežimo tarnybą arba į parduotuvę, kurioje pirkote produktą.
Utylizacja zużytego sprzętu przez użytkowników domowych w Unii Europejskiej
Symbol ten umieszczony na produkcie lub opakowaniu oznacza, że tego produktu nie należy wyrzucać razem z innymi odpadami domowymi. Użytkownik jest odpowiedzialny za
dostarczenie zużytego sprzętu do wyznaczonego punktu gromadzenia zużytych urządzeń elektrycznych i elektronicznych. Gromadzenie osobno i recykling tego typu odpadów
przyczynia się do ochrony zasobów naturalnych i jest bezpieczny dla zdrowia i środowiska naturalnego. Dalsze informacje na temat sposobu utylizacji zużytych urządzeń można
uzyskać u odpowiednich władz lokalnych, w przedsiębiorstwie zajmującym się usuwaniem odpadów lub w miejscu zakupu produktu.
Descarte de equipamentos por usuários em residências da União Européia
Este símbolo no produto ou na embalagem indica que o produto não pode ser descartado junto com o lixo doméstico. No entanto, é sua responsabilidade levar os equipamentos
a serem descartados a um ponto de coleta designado para a reciclagem de equipamentos eletro-eletrônicos. A coleta separada e a reciclagem dos equipamentos no momento do
descarte ajudam na conservação dos recursos naturais e garantem que os equipamentos serão reciclados de forma a proteger a saúde das pessoas e o meio ambiente. Para obter mais
informações sobre onde descartar equipamentos para reciclagem, entre em contato com o escritório local de sua cidade, o serviço de limpeza pública de seu bairro ou a loja em que
adquiriu o produto.
Postup používateľov v krajinách Európskej únie pri vyhadzovaní zariadenia v domácom používaní do odpadu
Tento symbol na produkte alebo na jeho obale znamená, že nesmie by vyhodený s iným komunálnym odpadom. Namiesto toho máte povinnos odovzda toto zariadenie na zbernom
mieste, kde sa zabezpečuje recyklácia elektrických a elektronických zariadení. Separovaný zber a recyklácia zariadenia určeného na odpad pomôže chráni prírodné zdroje a
zabezpečí taký spôsob recyklácie, ktorý bude chráni ľudské zdravie a životné prostredie. Ďalšie informácie o separovanom zbere a recyklácii získate na miestnom obecnom úrade,
vo firme zabezpečujúcej zber vášho komunálneho odpadu alebo v predajni, kde ste produkt kúpili.
Ravnanje z odpadno opremo v gospodinjstvih znotraj Evropske unije
Ta znak na izdelku ali embalaži izdelka pomeni, da izdelka ne smete odlagati skupaj z drugimi gospodinjskimi odpadki. Odpadno opremo ste dolžni oddati na določenem zbirnem
mestu za recikliranje odpadne električne in elektronske opreme. Z ločenim zbiranjem in recikliranjem odpadne opreme ob odlaganju boste pomagali ohraniti naravne vire in zagotovili,
da bo odpadna oprema reciklirana tako, da se varuje zdravje ljudi in okolje. Več informacij o mestih, kjer lahko oddate odpadno opremo za recikliranje, lahko dobite na občini,
v komunalnem podjetju ali trgovini, kjer ste izdelek kupili.
Kassering av förbrukningsmaterial, för hem- och privatanvändare i EU
Produkter eller produktförpackningar med den här symbolen får inte kasseras med vanligt hushållsavfall. I stället har du ansvar för att produkten lämnas till en behörig återvinningsstation
för hantering av el- och elektronikprodukter. Genom att lämna kasserade produkter till återvinning hjälper du till att bevara våra gemensamma naturresurser. Dessutom skyddas både
människor och miljön när produkter återvinns på rätt sätt. Kommunala myndigheter, sophanteringsföretag eller butiken där varan köptes kan ge mer information om var du lämnar
kasserade produkter för återvinning.
Изхвърляне на оборудване за отпадъци от потребители в частни домакинства в Европейския съюз
Този символ върху продукта или опаковката му показва, чепродуктът не трябва да се изхвърля заедно с домакинските отпадъци. Вие имате отговорността да изхвърлите
оборудването за отпадъци, като го предадете на определен пункт за рециклиране на електрическо или механично оборудване за отпадъци. Отделното събиране и рециклиране
на оборудването за отпадъци при изхвърлянето му помага за запазването на природни ресурси и гарантира рециклиране, извършено така, чеда не застрашава човешкото
здраве и околната среда. За повече информация къде можете да оставите оборудването за отпадъци за рециклиране се свържете със съответния офис в града ви, фирмата за
събиране на отпадъци или смагазина, от който сте закупили продукта
Română
Português
Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea
Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo, es
responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos. El reciclaje y la recogida por separado de estos residuos
en el momento de la eliminación ayudará a preservar recursos naturales y a garantizar que el reciclaje proteja la salud y el medio ambiente. Si desea información adicional sobre los
lugares donde puede dejar estos residuos para su reciclado, póngase en contacto con las autoridades locales de su ciudad, con el servicio de gestión de residuos domésticos o con la
tienda donde adquirió el producto.
Slovenčina
Smaltimento di apparecchiature da rottamare da parte di privati nell'Unione Europea
Questo simbolo che appare sul prodotto o sulla confezione indica che il prodotto non deve essere smaltito assieme agli altri rifiuti domestici. Gli utenti devono provvedere allo
smaltimento delle apparecchiature da rottamare portandole al luogo di raccolta indicato per il riciclaggio delle apparecchiature elettriche ed elettroniche. La raccolta e il riciclaggio
separati delle apparecchiature da rottamare in fase di smaltimento favoriscono la conservazione delle risorse naturali e garantiscono che tali apparecchiature vengano rottamate
nel rispetto dell'ambiente e della tutela della salute. Per ulteriori informazioni sui punti di raccolta delle apparecchiature da rottamare, contattare il proprio comune di residenza,
il servizio di smaltimento dei rifiuti locale o il negozio presso il quale è stato acquistato il prodotto.
Slovenščina
Entsorgung von Elektrogeräten durch Benutzer in privaten Haushalten in der EU
Dieses Symbol auf dem Produkt oder dessen Verpackung gibt an, dass das Produkt nicht zusammen mit dem Restmüll entsorgt werden darf. Es obliegt daher Ihrer Verantwortung, das
Gerät an einer entsprechenden Stelle für die Entsorgung oder Wiederverwertung von Elektrogeräten aller Art abzugeben (z.B. ein Wertstoffhof). Die separate Sammlung und das
Recyceln Ihrer alten Elektrogeräte zum Zeitpunkt ihrer Entsorgung trägt zum Schutz der Umwelt bei und gewährleistet, dass sie auf eine Art und Weise recycelt werden, die keine
Gefährdung für die Gesundheit des Menschen und der Umwelt darstellt. Weitere Informationen darüber, wo Sie alte Elektrogeräte zum Recyceln abgeben können, erhalten Sie bei
den örtlichen Behörden, Wertstoffhöfen oder dort, wo Sie das Gerät erworben haben.
Svenska
Évacuation des équipements usagés par les utilisateurs dans les foyers privés au sein de l'Union européenne
La présence de ce symbole sur le produit ou sur son emballage indique que vous ne pouvez pas vous débarrasser de ce produit de la même façon que vos déchets courants.
Au contraire, vous êtes responsable de l'évacuation de vos équipements usagés et, à cet effet, vous êtes tenu de les remettre à un point de collecte agréé pour le recyclage des
équipements électriques et électroniques usagés. Le tri, l'évacuation et le recyclage séparés de vos équipements usagés permettent de préserver les ressources naturelles et de s'assurer
que ces équipements sont recyclés dans le respect de la santé humaine et de l'environnement. Pour plus d'informations sur les lieux de collecte des équipements usagés, veuillez contacter
votre mairie, votre service de traitement des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Български
Disposal of Waste Equipment by Users in Private Households in the European Union
This symbol on the product or on its packaging indicates that this product must not be disposed of with your other household waste. Instead, it is your responsibility to dispose of your waste
equipment by handing it over to a designated collection point for the recycling of waste electrical and electronic equipment. The separate collection and recycling of your waste equipment
at the time of disposal will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a manner that protects human health and the environment. For more information about where
you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you purchased the product.
Polski
Hoe privé-huishoudens in de Europese Unie afgedankte apparatuur als afval dienen
aan te bieden
Înlăturarea echipamentelor uzate de către utilizatorii casnici din Uniunea Europeană
Acest simbol de pe produs sau de pe ambalajul produsului indică faptul că acest produs nu trebuie aruncat alături de celelalte deşeuri casnice. În loc să procedaţi astfel, aveţi
responsabilitatea să vă debarasaţi de echipamentul uzat predându-l la un centru de colectare desemnat pentru reciclarea deşeurilor electrice şi aechipamentelor electronice.
Colectarea şi reciclarea separată aechipamentului uzat atunci când doriţi să îl aruncaţi ajută la conservarea resurselor naturale şi asigură reciclarea echipamentului într-o manieră care
protejează sănătatea umană şi mediul. Pentru informaţii suplimentare despre locul în care se poate preda echipamentul uzat pentru reciclare, luaţi legătura cu primăria locală, cu
serviciul de salubritate sau cu vânzătorul de la care aţi achiziţionat produsul.
Milieubeschermingsprogramma
131
Bijlage D
Stroomverbruik
Het energieverbruik neemt aanzienlijk af in de sluimermodus. Hierdoor worden natuurlijke
bronnen en geld bespaard zonder dat de hoge prestaties van dit product worden beïnvloed. Om
te bepalen of dit product voldoet aan het programma ENERGY STAR®, raadpleegt u het
productgegevensblad of het specificatieblad. Gekwalificeerde producten worden ook
weergegeven op www.hp.com/go/energystar.
Chemische stoffen
HP is heeft er zich toe verbonden om zijn klanten de nodige informatie te bieden over de
chemische stoffen in onze producten overeenkomstig wettelijke vereisten zoals REACH (Richtlijn
EC Nr. 1907/2006 van het Europese Parlement en de Europese Raad). Een rapport met
informatie over de chemische stoffen voor dit product vindt u op: www.hp.com/go/reach
132
Overheidsvoorschriften
Licenties van derden
Third-party licenses
Expat
Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd
Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of
this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the
Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy,
modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the
Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so,
subject to the following conditions:
The above copyright notice and this permission notice shall be included in all
copies or substantial portions of the Software.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES
OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NON
INFRINGEMENT.IN NO EVENT SHALL THE AUTHORS OR COPYRIGHT
HOLDERS BE LIABLE FOR ANY CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY,
WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, TORT OR OTHERWISE,
ARISING FROM, OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE OR
THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE SOFTWARE.
Licenties van derden
133
Bijlage D
OpenSSL
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (
[email protected])
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(
[email protected]). The implementation was written so as to conform with
Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code
found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the
SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the
same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (
[email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code
are not to be removed. If this package is used in a product, Eric Young should be
given attribution as the author of the parts of the library used. This can be in the
form of a textual message at program startup or in documentation (online or
textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification,
are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of
conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or
other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must
display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(
[email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being
used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the
apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (
[email protected])."
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY EXPRESS
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR
PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED
AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT
LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
134
Overheidsvoorschriften
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and
put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
========================================================
Copyright (c) 1998-2001 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification,
are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or
other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must
display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in
the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without prior written
permission. For written permission, please contact
[email protected].
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may
"OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the
OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in
the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL
PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS
OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER
IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE,
EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Licenties van derden
135
Bijlage D
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(
[email protected]). This product includes software written by Tim Hudson
(
[email protected]).
========================================================
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification,
are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or
other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must
display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in
the OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to
endorse or promote products derived from this software without prior written
permission. For written permission, please contact
[email protected].
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may
"OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the
OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in
the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY
EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL
PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS
OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
========================================================
136
Overheidsvoorschriften
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(
[email protected]). This product includes software written by Tim Hudson
(
[email protected]).
========================================================
Copyright 2002 Sun Microsystems, Inc. ALL RIGHTS RESERVED.
ECC cipher suite support in OpenSSL originally developed by
SUN MICROSYSTEMS, INC., and contributed to the OpenSSL project.
SHA2
FIPS 180-2 SHA-224/256/384/512 implementation
Last update: 02/02/2007
Issue date: 04/30/2005
Copyright (C) 2005, 2007 Olivier Gay <
[email protected]>
All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification,
are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this
list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or
other materials provided with the distribution.
3. Neither the name of the project nor the names of its contributors may be used
to endorse or promote products derived from this software without specific
prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE PROJECT AND CONTRIBUTORS ``AS
IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS
FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE
PROJECT OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE
GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING
NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF
THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Licenties van derden
137
Index
Symbolen en getallen
instellingen
beheerder 35
printerstuurprogramma 26
probleemoplossing
meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd 81
problemen oplossen
problemen met de
papierinvoer 79
Werkset (Windows)
Tabblad Services 39
A
aansluitingen, plaatsen 11
accessoires
bestellen 105
diagnostische
zelftestpagina 43
garantie 108
installeren 14
accessoire voor dubbelzijdig
afdrukken. zie duplexeenheid
accessores
artikelnummers 105
turning on in printer driver
15
achterpaneel
afbeelding 11
papierstoringen verhelpen
93
afdrukken
afdrukkwaliteit
probleemoplossing 63
annuleren 32
diagnostische pagina,
afdrukkwaliteit 63
dubelzijdig 27
instellingen 26
kwaliteit,
probleemoplossing 75
langzaam 73
problemen oplossen 72
resolutie 122
Webpagina's 31
138
zonder rand (Mac OS X) 31
zonder rand (Windows) 30
afdrukmateriaal. zie papier
annuleren
afdruktaak 32
apparaat
aan de slag 7
achteraanzicht 11
bedieningspaneel 11
beheertools 36
bronnen, aanvullende 7
configuratiepagina 43
configureren (Mac OS X)
49
configureren (Windows) 45
controleren 34
delen (Mac OS X) 50
delen (Windows) 46
draadloos statusrapport 43
draadloze communicatie 51
gebruik 16
lampjes 99
netwerkconfiguratierapport
43
onderdelen 10
onderhoud 60
opnieuw installeren van
software 57
printers delen 12
problemen oplossen 60
uitschakelen 12
verbinding, wijzigen 56
verwijderen van software
57
vooraanzicht 10
zelftestpagina 42
B
bedieningspaneel
afbeelding 99
beheerderinstellingen 35
lampjes, begrijpen 99
plaatsen 11
beheerder
beheertools 33
instellingen 35
beheertools 33
benodigdheden
diagnostische
zelftestpagina 43
inktcartridges bewaren 70
levensduur 119
online bestellen 105
printkoppen bewaren 70
status 34
beveiliging
draadloze communicatie 56
instellingen voor draadloze
communicatie 52
C
capaciteit
lades 22
cartridges. zie inktpatronen
controletools 34
D
Declaration of Conformity
(DOC) 128
device
beheren 35
DOC 128
documentatie, andere
bronnen 7
dots per inch (dpi)
afdrukken 122
dpi. zie dots per inch
draadloze communicatie
802.11
netwerkinstellingen 52
ad hoc-verbinding 54
beveiliging 56
firewall 54
geavanceerde
probleemoplossing met
draadloos afdrukken 84
installatie,
installatieprogramma
(Mac OS X) 53
installatie,
installatieprogramma
(Windows) 53
Index
installeren 51
oplossen van problemen
met draadloos
afdrukken 83
overheidsvoorschriften 125
uitschakelen 54
driver
versie 110
dubbelzijdig afdrukken 28
duplexeenheid
gebruik 27
inschakelen in
printerdriver 15
installatie 14
lade die ondersteunt 22
marges, minimum 23
ondersteunde
papierformaten 20
papierstoringen verhelpen
93
plaatsen 11
E
elektrische specificaties. zie
specificaties
enveloppen
lade die ondersteunt 22
ondersteunde formaten 20
richtlijnen 19
environmental specifications.
zie specificaties
Ethernet
netwerkpoort, plaatsen 11
-verbindingen 12
Europese Unie, eafvoer van
afgedankte apparatuur 131
EWS. zie geïntegreerde
webserver
F
firewalls, problemen oplossen
73
foto's
afdrukken zonder rand 30
papierrichtlijnen 19
fotopapier
ondersteunde formaten 21
G
garantie
garantie
108
geheugen
specificaties 120
geïntegreerde webserver
info 36
pagina's 38
Geïntegreerde webserver
beheerderinstellingen 35
geluidsinformatie 122
geluidsproductie 122
H
help. zie klantenondersteuning
het apparaat verpakken 117
het apparaat verzenden 115
HP Printerhulpprogramma
(Mac OS X)
beheerderinstellingen 36
panelen 41
HP Printerhulprogramma (Mac
OS X)
openen 40
HP Solution Center 40
I
ingebouwde webserver
kan niet worden geopend
82
openen 37
systeemvereisten 121
inktcartridges
lampjes 99
levensduur 119
onderdeelnummers 43
ondersteunde 60
online bestellen 105
recycling 130
status 34, 43
vervaldatums 43
vervangen 61
verwijderen 115
inktpatronen
artikelnummers 106
bewaren 70
garantie 108
ondersteund 119
installatie
accessoires 14
inktcartridges 61
lade 2 14
module voor dubbelzijdig
afdrukken 14
Printer toevoegen
(Windows) 48
problemen oplossen 90
software (Mac OS X) 49
software (Windows) 45
suggesties voor hardwareinstallatie 90
suggesties voor softwareinstallatie 91
types verbindingen 12
Windows-netwerk 47
Windowsnetwerksoftware 47
installatie Printer toevoegen 48
installeren
Windows 45
instellingen
afdrukken, standaard 27
IP-adres
apparaat opsporen 82
statisch instellen 72
K
kaarten
lade die ondersteunt 22
ondersteunde formaten 21
richtlijnen 19
Kennisgeving van HP
Company 3
klantenondersteuning
elektronisch 107
garantie 113
telefonische
ondersteuning 110
kleuren
lopen door elkaar heen 78
niet goed afgedrukt 77
niet goed uitgelijnd 79
probleemoplossing 77
specificaties 122
L
lade 1
capacity 22
ondersteunde
papierformaten 20
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 22
papier plaatsen 24
plaatsen 10
139
lade 2
capaciteit 22
inschakelen in
printerdriver 15
installatie 14
installation
troubleshooting 79
ondersteunde
papierformaten 20
ondersteunde types en
gewichten van
afdrukmaterialen 22
papier plaatsen 25
plaatsen 10
lades
capaciteiten 22
illustratie van de
papiergeleiders 10
inschakelen in
printerdriver 15
installatie lade 2 14
invoerproblemen
oplossen 80
lade die ondersteunt 22
ondersteunde
papierformaten 20
papier plaatsen 23
papierstoringen verhelpen
93
plaatsen 10
lampjes op het
bedieningspaneel
afbeelding 99
begrijpen 99
leesmij 7
lettertypen, ondersteunde 119
locking trays 25
lplaatsen
lade 2 25
M
Mac OS X
accessoires inschakelen in
de printerdriver 15
afdrukinstellingen 27
afdrukken op speciaal
papierformaat 29
afdrukken zonder rand 31
apparaat delen 50
HP
Printerhulpprogramma
40
140
software installeren 49
software verwijderen 59
marges
duplexeenheid 23
instellen, specificaties 23
milieuprogramma
kunststof 130
milieuprogramma's
Afvoer van afgedankte
apparatuur in de
Europese Unie 131
chemiekaarten 130
papierverbruik 130
recycleprogramma 130
modelnummer 43
N
na de ondersteuningsperiode
113
netwerken
delen (Mac OS X) 50
delen (Windows) 46
draadloze instellingen 52
Ethernet-verbindingen 12
firewalls, problemen
oplossen 73
illustratie van aansluiting 11
informatie over de printer
42
installatie draadloze
communicatie 51
Mac OS X installeren 49
ondersteunde
besturingssystemen 121
ondersteunde protocollen
121
problemen oplossen 82, 91
statisch IP-adres,
instellen 72
Windows-installatie 47
networken
systeemvereisten 121
O
ondersteunde
besturingssystemen 120
ondersteuning. zie
klantenondersteuning
opslagspecificaties voor
omgeving. zie specificaties
overheidsvoorschriften
draadloze producten 125
milieubeschermingsprogram
ma 130
wettelijk verplicht
modelnummer 127
P
pagina's per maand
(werkbelasting) 120
paper
duplexeenheid 27
gekantelde pagina's 81
paper-feed problems
lade 2 problemen
oplossen 79
papier
afdrukken op aangepast
papierformaat 29
afdrukken zonder rand 30
bestellen 106
invoerproblemen
oplossen 80
lade 1 vullen 23
lade 2 vullen 25
lades vergrendelen 25
meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd 81
niet geschikt 80
ondersteunde formaten 20
ondersteunde formaten,
speciaal formaat 21
ondersteunde types en
gewichten 22
papierstoringen verhelpen
93
problemen met de
papierinvoer 79
richtlijnen, speciaal 19
selecteren 18
specificaties 19
papierinvoerproblemen
gekantelde pagina's 81
meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd 81
papier 80
regelmatig 80
papierstoringen
te vermijden
afdrukmateriaal 18
PCL 3 ondersteuning 119
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 111
Index
plaatsen
lade 1 24
poorten, specificaties 119
printerdriver
instellingen accessoires 15
versie 110
printer driver
instellingen accessoires 15
printerstuurprogramma
garantie 108
instellingen 26
printkoppen
afdrukkwaliteit
probleemoplossing 63
artikelnummers 106
bewaren 70
contacten reinigen 65
diagnostische pagina,
afdrukkwaliteit 63
garantie 108
lampjes 99
onderhouden 62
ondersteund 119
online bestellen 105
reinigen 65
status 34, 43, 63
status controleren 63
uitlijnen 64
vervangen 68
verwijderen 115
probleemoplossing
afdrukkwaliteit 75
ckleuren 77
informatie is onjuist of
ontbreekt 79
inkt wordt uitgesmeerd 76
installatieproblemen 90
kleuren 77
kleuren lopen door elkaar
heen 78
kleuren niet goed
uitgelijnd 79
lampjes 99
langzaam afdrukken 73
lichtjes 73
papierinvoerproblemen,
regelmatig 80
plaatsing van tekst of
illustratie 74
problemen met draadloze
verbindingen 83
strepen, tekst of illustratie
79
problemen met de papierinvoer
papier niet geschikt 80
papier stopt halverwege 80
problemen oplossen
afdrukken 72
afdrukmateriaal wordt niet
uit een lade ingevoerd 80
drukt niet af 72
firewalls 73
gekantelde pagina's 81
hulpmiddelen,
zelftestpagina 42
ingebouwde webserver 82
inkt vult tekst of
afbeeldingen niet
volledig 77
lade 2 installatie 79
netwerkproblemen
oplossen 82, 91
papier 80
papier stopt halverwege 80
stroom 72
suggesties voor hardwareinstallatie 90
suggesties voor softinstallatie 91
tips 71
willekeurige tekens 76
processorspecificaties 120
product. zie apparaat
R
radiostoring. zie
overheidsvoorschriften
recycling
inktcartridges 130
programma 130
regelinvoer kalibreren 68
release-info 7
resolutie, afdrukken 122
S
serienummer 43
software
beheertools 33
garantie 108
installatie (Mac OS X) 49
installatie (Windows) 45
instellingen accessoires 15
software verwijderen (Mac
OS X) 59
software verwijderen
(Windows) 58
types verbindingen 12
software verwijderen
Mac OS X 59
Windows 58
Solution Center 40
spanningsspecificaties. zie
specificaties
specificatie
processor en geheugen
120
specificaties
bedrijfsomstandigheden
122
elektrisch 122
fysieke 119
geluidsproductie 122
humidity 122
milieu 122
netwerkprotocollen 121
opslagomgeving 122
papier 19
stroomverbruik 122
stroomvereisten 122
stroomvoorziening 122
systeemvereisten 120
temperatuur 122
werkomgeving 122
status
benodigdheden 34
diagnostische
zelftestpagina 43
storingen
verhelpen 93
vermijden 94
stroom
plaats invoer 11
problemen oplossen 72
stroomverbruik 122
stroomvoorziening 122
stroovereisten 122
systeemvereisten 120
T
taal, printer 119
Tabblad Services, Werkset
(Windows) 39
telefonische
klantenondersteuning 110
telefonische ondersteuning 111
toegankelijkheid
mobiliteit 9
141
ondersteuning 9
visuele handicap 9
transparanten 19
trays
locking 25
setting default 25
troubleshooting
kleuren, onjuist 77
U
uitvoerlade
ondersteund papier 22
plaatsen 10
USB-aansluiting
beschikbare functies 12
installeren (Mac OS X) 49
poort, plaatsen 10, 11
USB-verbinding
specificaties 119
Windows installeren 45
V
veiligheidsinformatie 3
verbindingen
beschikbare functies 12
overschakelen van
Ethernet naar
draadloos 56
overschakelen van USB
naar draadloos (Mac OS
X) 56
overschakelen van USB
naar draadloos
(Windows) 56
vervangen
inktcartridges 61
printkoppen 68
W
wat te doen bij problemen 110
websites
informatieblad levensduur
benodigheden 119
klantenondersteuning 107
Websites
Apple 50
benodigdheden en
accessoires bestellen
105
beveiliging van draadloze
communicatie 52
bronnen, aanvullende 7
142
informatie over
toegankelijkheid 9
milieuprogramma's 130
werkbelasting 120
werkomgevingsspecificaties.
zie specificaties
Werkset (Windows)
beheerderinstellingen 35
info 38
openen 39
Tabblad Geschat
inktniveau 39
Windows
accessoires inschakelen in
de printerdriver 15
afdrukinstellingen 27
afdrukken op speciaal
papierformaat 29
afdrukken zonder rand 30
apparaat delen 46
draadloze communicatie
installeren 53
dubbelzijdig afdrukken 28
HP Solution Center 40
installatie Printer
toevoegen 48
netwerkinstallatie 47
software installeren 45
software installeren 45
software verwijderen 58
systeemvereisten 120
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
www.hp.com/support
Podręcznik użytkownika