Dell Vostro 230 de handleiding

Type
de handleiding
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen
AlsueenDell™nSeries-computer hebt gekocht, zijn alle verwijzingen in dit document naar Microsoft®Windows®-besturingsystemen niet van toepassing .
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
©2010DellInc.Allerechtenvoorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken in deze tekst: Dell, het DELL- en Vostro zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel, Pentium, Celeron en Core zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Intel Corporation; Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk, eigendom van Bluetooth SIG, Inc., en wordt door Dell onder licentie gebruikt; Microsoft, Windows, Windows Vista en
de Start-knop van Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen; Adobe, het Adobe-
logo en Flash zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere handelsmerken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden van die merken en namen of ter
aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan zijn eigen merken en
handelsnamen.
Maart2010Rev.A00
Aan de computer werken
Onderdelen verwijderen en terugplaatsen
Specificaties
Diagnostiek
System Setup (Systeeminstellingen)
Moederbordindeling


N.B.: duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWING: een waarschuwing geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet
worden opgevolgd.
GEVAAR: met GEVAAR wordt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aangeduid.
Terug naar inhoudsopgave
System Setup (Systeeminstellingen)
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Opstartmenu
Toetsaanslagen voor navigatie
System Setup (Systeeminstellingen) openen
Menuopties van System Setup (Systeeminstellingen)
Opstartmenu
Drukop<F12>wanneerhetDell™-logo verschijnt om een eenmalig startmenu te openen met een lijst van geldige opstartapparaten voor het systeem.
De getoonde opties zijn:
Internal HDD (Interne vaste schijf)
CD/DVD/CD-RW Drive (Cd/dvd/cd-rw-station)
OnboardNIC(Geïntegreerdenetwerkkaart)
BIOS Setup(BIOS-instellingen)-programma
Diagnostics (Diagnostiek)
Dit menu is handig wanneer u vanaf een bepaald apparaat wilt opstarten of een systeemdiagnose wilt uitvoeren. Het gebruik van het opstartmenu heeft
geen wijzigingen tot gevolg in de opstartvolgorde die in het BIOS is opgeslagen.
Toetsaanslagen voor navigatie
Gebruik de volgende toetsaanslagen om door de System Setup-schermen te navigeren.
System Setup (Systeeminstellingen) openen
Uw computer biedt de volgende opties voor BIOS en System Setup:
l Een eenmalig opstartmenu openen door op <F12> te drukken
l System Setup (Systeeminstellingen) openen door op <F2> te drukken
Het <F12>-menu
Drukop<F12>wanneerhetDell™-logo verschijnt om een eenmalig opstartmenu te starten met een lijst van de geldige opstartbronnen voor de computer. Dit
menu bevat ook de opties Diagnostics (Diagnostiek) en Enter Setup (Instellingen openen). De in het opstartmenu vermelde apparaten hangen af van de
opstartapparaten van de computer. Dit menu is handig wanneer u probeert een bepaald apparaat op te starten of de diagnostiek voor de computer over te
brengen. Het wijzigen van het opstartmenu heeft geen wijzigingen tot gevolg in de opstartvolgorde die in het BIOS is opgeslagen.
<F2>
Drukop<F2>omSystemSetup(Systeeminstellingen)teopenenendoordegebruikertedefiniëreninstellingentewijzigen.AlsuSystemSetup
(Systeeminstellingen) niet met deze toets kunt openen, drukt u op <F2> wanneer de lampjes van het toetsenbord beginnen te knipperen.
Menuopties van System Setup (Systeeminstellingen)
Toetsaanslagen voor navigatie
Actie
Veld uitvouwen en samenvouwen
Alle velden uitvouwen of samenvouwen
BIOS afsluiten
Een instelling wijzigen
Veld selecteren om te wijzigen
Wijziging annuleren
Standaardwaarden terugzetten
N.B.:deoptiesvoorSystemSetup(Systeeminstellingen)kunnenvariëren;ditisafhankelijkvanuwcomputer,waardoordeoptiesmogelijknietin
dezelfde volgorde zullen verschijnen.
System Info (Systeeminformatie)
System Info
(Systeeminformatie)
Op de System Info-pagina vindt u de basisconfiguratiegegevens. Deze opties kunt u niet wijzigen. De volgende informatie is
beschikbaar:
l BIOS Version (BIOS-versie)
l Service Tag (Serviceplaatje)
l Processor Type (Processortype)
l Processor L2 Cache (L2-cache van processor)
l InstalledMemory(Geïnstalleerdgeheugen)
l Memory Speed (Geheugensnelheid)
l Memory Channel Mode (Geheugenkanaalmodus)
l Type geheugen
Algemeen
System Time
(Systeemtijd)
Met System Time (Systeemtijd) kunt u de gewenste tijd (meestal de huidige tijd) instellen in de notatie
<uur><minuten><seconden>.
System Date
(Systeemdatum)
Met System Date (Systeemdatum) kunt u de gewenste datum (meestal de huidige datum) instellen in de notatie
<dag><maand><datum><jaar>.
l Dag: kies de dag van de week, die door het BIOS is gedefinieerd (alleen-lezen)
l Maand: kies de maand
l Datum: kies de datum, die u met het toetsenbord kunt wijzigen.
l Jaar: stel het jaar in.
SATA
De computer ondersteunt maximaal twee vaste schijven. System Setup (Systeeminstellingen) kan echter maximaal vier vaste SATA-
scheven ondersteunen. Als u System Setup (Systeeminstellingen) start, wordt de aanwezige SATA-apparaten gedetecteerd. Als u
op <Enter> drukt, worden de submenu's SATA 0-3 weergegeven. Deze submenu's bevatten de status van de automatische
detectie. De volgende informatie wordt weergegeven:
l Apparaat
l Leverancier
l Afmetingen (alleen indien de vaste schijf is gedetecteerd)
S.M.A.R.T. Reporting
(S.M.A.R.T.-rapportage)
Ditveldbepaaltoffoutenvoorgeïntegreerdestations worden gemeld wanneer de computer wordt opgestart. Deze technologie is
onderdeel van de SMART-specificatie (Self Monitoring Analysis and Reporting Technology).
l Auto (Automatisch, standaardinstelling)
l Uit
Halt on Error
(Onderbreken bij fout)
Tijdens de POST (Power-on Self Test) stopt de computer wanneer System Setup (Systeeminstellingen) een hardwarefout aantreft.
U kunt in System Setup (Systeeminstellingen) instellen dat bepaalde fouten tijdens POST worden genegeerd en dat het
opstartproces wordt voortgezet. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Disabled (Uitgeschakeld)
l Enabled (Ingeschakeld, standaard)
Keyboard Errors
(Toetsenbordfouten)
Tijdens POST detecteert de computer toetsenbordfouten. U kunt in het BIOS in- of uitschakelen dat fouten tijdens POST worden
gemeld. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Report (Melden, standaardinstelling)
l Do not report (Niet melden)
Fan Errors
(Ventilatorfouten)
Tijdens POST detecteert de computer ventilatorfouten. U kunt in het BIOS in- of uitschakelen dat fouten tijdens POST worden
gemeld. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Report (Melden, standaardinstelling)
l Do not report (Niet melden)
Advanced (Geavanceerd)
CPU Information (CPU-
informatie)
Max CPUID Value Limit: de maximale CPUID-invoerwaarde bepaalt de waarden die het besturingssysteem naar het EAX-
register van de CPUID kan schrijven voor informatie over de processor. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Enable (Inschakelen)
l Disable (Uitschakelen, standaardinstelling)
Intel®Virtualization Tech: Intel®Virtualization Technology (Intel®VT) bestaat uit een aantal processorverbeteringen voor
betere prestaties van traditionele software-oplossingen. Stelt een computer in staat meerdere besturingssystemen en
toepassingenuittevoerenalsonafhankelijkevirtueleapparaten.Metbehulpvandevirtualisatiemogelijkhedenkanéén
computer als meerdere 'virtuele' computers functioneren. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Enable (Inschakelen, standaardinstelling)
l Disable (Uitschakelen)
Execute Disable Bit: Execute Disable Bit (EDB) is een hardwarebeveiligingsfunctie van Intel waarmee uw computer wordt
beschermd tegen blootstelling aan virussen en schadelijke codes. Deze functie stelt de processoren in staat gedeelten van het
geheugen aan te geven waarop toepassingscodes al dan niet kunnen worden uitgevoerd. Wanneer een schadelijke worm code
in de buffer probeert te plaatsen, schakelt de processor de uitvoering van de code uit om beschadiging en indringen te
voorkomen. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Enable (Inschakelen, standaardinstelling)
l Disable (Uitschakelen)
Initiate Graphic Adapter (Grafische adapter starten): hiermee kunt u de VGA-controller in- of uitschakelen. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
l PEG/PCI (standaardinstelling)
l PEG
l PCI
Video Memory Size (Formaat videogeheugen): hiermee kunt u het formaat van het videogeheugen instellen. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
Integrated Graphics
Configuration (Configuratie
geïntegreerdegrafische
kaart)
l 32 MB (standaardinstelling)
l 64 MB
l 128 MB
DVMT Model Select (DVMT-model selecteren): DVTM (Dynamic Video Memory Technology) van Intel stelt de computer in staat
geheugenbronnen dynamisch toe te wijzen op basis van de op dat moment geldende vereisten van de computer. DVMT zorgt
datgeheugenefficiënterwordttoegewezenaandeprocessorvandecomputerofdegrafischekaart.Devolgendeinstellingen
zijn beschikbaar:
l DVMT Mode (DVTM-modus, standaardinstelling)
l UMA Mode (UMA-modus)
DVMT/FIXED Memory (DVTM/vast geheugen): hiermee kunt u het formaat van het DVMT/vaste geheugen instellen. De
volgende instellingen zijn beschikbaar:
l 128 MB
l 256 MB (standaardinstelling)
l Maximum DVMT (Maximale DVTM)
Integrated Peripherals
Configuration (Configuratie
geïntegreerde
randapparatuur)
ATA/IDE Configuration (ATA/IDE-configuratie):
l Disabled (Uitgeschakeld)
l Compatible (Compatibel)
l PEG/PCI (standaardinstelling)
USB Functions (USB-functies):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
USB Storage Functions (USB-opslagfuncties):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Audio Controller (Audiocontroller):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Integrated NIC(Geïntegreerdenetwerkkaart):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
LAN Boot ROM (LAN-opstart-ROM):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Serial Port Address(Adresvanseriëlepoort):
l 3F8/IRQ4 (standaardinstelling)
l 2F8/IRQ3
l 3E8/IRQ4
l 2E8/IRQ3
Bootup Num-Lock (Num-Lock opstarten):
l On (Aan, standaardinstelling)
l Off (Uit)
Quick Boot (Snel opstarten):
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Voeding
Low Power Mode (Modus met laag
energieverbruik)
Hiermee schakelt u de energiebesparende modus in of uit.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Alsdeenergiebesparendemodusisingeschakeld,wordtdegeïntegreerdenetwerkkaartuitgeschakeldwanneerde
computer wordt uitgeschakeld of in de slaapstand staat. Het systeem kan alleen op afstand worden opgestart door add-
in netwerkkaarten.
Suspend Mode
(Onderbrekingsmodus)
Hiermee stelt u de energiebesparende stand van de ACPI-functie in. De stand-bymodus in het besturingssysteem wordt
bepaald. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
l S1 (POS)
l S3 (STR) (standaardinstelling)
Als u de modus S1 (POS) kiest, wordt de voeding niet uitgeschakeld en blijft de status ongewijzigd. Als u de modus S3
(STR)kiest,wordtdevoedingnaeenbepaaldetijduitgeschakeld.DestatusvandecomputervóórSTRwordtinhet
geheugen opgeslagen en deze status kan snel worden hersteld wanneer de STR-functie wordt geactiveerd.
USB Wakeup From S3 (USB
inschakelen vanaf S3)
Hiermee kan het systeem worden ingeschakeld vanaf een USB-randapparaat dat inschakelen vanaf USB ondersteunt. De
volgende instellingen zijn beschikbaar:
Terug naar inhoudsopgave
l Enabled (Ingeschakeld, standaardwaarde)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Restore on AC Power Loss
(Terugzetten bij
wisselstroomverlies)
Hiermee stelt u in welke handeling de computer zal uitvoeren nadat de stroomtoevoer is hersteld. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
l Last State (Laatste status)
l On (Aan)
l Off (Uit) (standaardinstelling)
Hervatten via PS2-apparaten
Hiermee kunt u de computer uit de stand-bymodus halen met een PS2-apparaat. De volgende instellingen zijn
beschikbaar:
l Enabled (Ingeschakeld, standaardinstelling)
l Disabled (Uitgeschakeld)
Resume on LAN (Hervatten via
LAN)
HiermeekuntuhetsysteemhervattenviaeengeïntegreerdeLAN,eenPCIE-X1 LAN-kaart of een PCI LAN-kaart. De
volgende instellingen zijn beschikbaar:
l Enabled (Ingeschakeld)
l Disabled (Uitgeschakeld) (standaardinstelling)
Resume On RTC Alarm (Hervatten
bij RTC-alarm)
U kunt het alarm inschakelen en de datum/tijd invoeren waarop het systeem moet worden ingeschakeld. De volgende
instellingen zijn beschikbaar:
l Enabled (Ingeschakeld)
l Disabled (Uitgeschakeld) (standaardinstelling)
Beveiliging
Supervisor Password
(Beheerderswachtwoord)
Deze optie biedt een beperkte toegang tot System Setup (Systeeminstellingen) van de computer op dezelfde manier
waarop toegang tot een systeem kan worden beperkt met de optie System Password (Systeemwachtwoord).
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
Boot (Opstarten)
Boot Sequence (Opstartvolgorde)
Hiermee geeft u de gewenste volgorde op van de beschikbare opstartbronnen.
Terug naar inhoudsopgave
Diagnostiek
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Codes van het lampje van de aan/uit-knop
Pieptooncodes
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) gebruiken
Het is raadzaam om deze procedures af te drukken voordat u begint.
Open System Setup (Systeeminstellingen, zie System Setup openen), controleer de informatie over de configuratie van uw computer en controleer of het
apparaat dat u wilt testen, in System Setup (Systeeminstellingen) wordt weergegeven en actief is.
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de vaste schijf of vanaf de cd/dvd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de vaste schijf
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
2. Druk onmiddellijk op <F12> zodra het DELL-logo wordt weergegeven.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten totdat u het bureaublad van Microsoft®
Windows®ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
3. Wanneer de lijst met opstartbronnen wordt weergegeven, selecteert u Boot to Utility Partition (Opstarten vanaf partitie met hulpprogramma's) en
drukt u op <Enter>.
4. Wanneer het Main Menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de schijf Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's)
1. Plaats de schijf Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) in het station.
2. Zet de computer uit en start deze opnieuw.
Druk onmiddellijk op <F12> zodra het DELL-logo wordt weergegeven.
Als u te lang wacht en het logo van Windows wordt weergegeven, moet u wachten totdat u het bureaublad van Windows ziet. Sluit vervolgens de
computer af en probeer het opnieuw.
3. Selecteer Onboard or USB CD-ROM Drive (GeïntegreerdofUSBcd-rom-station) in de lijst met opstartapparaten en druk op <Enter>.
4. Kies in het menu de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf cd-rom) en druk op <Enter>.
5. Typ 1 om het menu te openen en druk op <Enter> om verder te gaan.
6. Selecteer Run the Dell 32-bit Diagnostics (32-bits Dell-diagnostiek uitvoeren) in de genummerde lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven,
moet u de versie selecteren die op uw computer van toepassing is.
7. Wanneer het Main Menu (Hoofdmenu) van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wordt weergegeven, selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)
1. Als Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) is geladen en het Main Menu (Hoofdmenu) wordt weergegeven, klikt u op de knop voor de gewenste optie.
N.B.: Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) werkt alleen op Dell-computers.
N.B.: de cd/dvd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en wordt mogelijk niet met de computer meegeleverd.
N.B.: als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt gemeld dat er geen partitie voor een diagnostisch hulpprogramma is gevonden, moet u Dell
Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren vanaf de cd/dvd Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's).
N.B.: tijdens de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende keer dat u de computer weer opstart, wordt de
volgorde gebruikt die in System Setup (Systeeminstellingen) is opgegeven.
Optie
Functie
Express Test (Snelle test)
Hiermee voert u een snelle test van de apparaten uit. Deze test duurt meestal tien tot twintig minuten. U hoeft tijdens de test
niets te doen. Als u de Express Test (Snelle test) eerst uitvoert, vergroot u de kans dat het probleem snel wordt opgespoord.
Extended Test (Uitgebreide
test)
Hiermee voert u een grondige controle van de apparaten uit. Deze test neemt doorgaans een uur of langer in beslag. U moet
af en toe vragen beantwoorden.
2. Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de foutcode en een beschrijving van het probleem.
Schrijf de foutcode en de probleembeschrijving op en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een test uitvoert via Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree (Symptoomstructuur), klikt u voor meer informatie op het desbetreffende
tabblad (zie de volgende tabel).
4. Als de tests zijn voltooid en u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf de schijf Drivers and Utilities (Stuur- en hulpprogramma's) hebt uitgevoerd, moet u
deze schijf verwijderen.
5. Sluit het testvenster als u wilt teruggaan naar het Main Menu (Hoofdmenu). Als u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) wilt afsluiten en de computer
opnieuw wilt opstarten, sluit u het Main Menu (Hoofdmenu).
Codes van het lampje van de aan/uit-knop
De diagnostische lampjes geven veel meer informatie over de systeemstatus, maar de statussen van het aan/uit-lampje worden ook ondersteund op de
computer. De statussen van het aan/uit-lampje worden weergegeven in de volgende tabel.
Pieptooncodes
Als de monitor geen foutberichten kan weergeven tijdens de POST (power-on self-test), kan de computer een serie pieptonen laten horen waarmee u het
probleem kunt identificeren of waarmee u een kapot onderdeel kunt identificeren. In de volgende tabel vindt u de pieptooncodes die tijdens de POST kunnen
worden gegenereerd. De meeste pieptooncodes duiden op een ernstige fout waardoor de computer de opstartroutine niet kan voltooien totdat de
aangegeven conditie is verholpen.
Custom Test (Aangepaste
test)
Hiermee test u een specifiek apparaat. U kunt instellen welke tests worden uitgevoerd.
Symptom Tree
(Symptoomstructuur)
Geeft een overzicht van de problemen die het vaakst optreden en biedt de mogelijkheid een test te selecteren op basis van de
symptomen van het probleem dat u ondervindt.
$
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test weergegeven, samen met eventuele aangetroffen fouten.
Errors (Fouten)
Hier worden de aangetroffen fouten, de foutcodes en een beschrijving van het probleem weergegeven.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden mogelijk vereisten voor het uitvoeren van de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier worden de hardware-instellingen voor het geselecteerde apparaat weergegeven.
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) haalt configuratiegegevens op voor alle apparaten in System Setup (Systeeminstellingen), het
geheugen en verschillende interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm. Het
apparaatoverzichtbevatmogelijknietdenamenvanalleonderdelendiezijngeïnstalleerdinofaangeslotenopdecomputer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de testinstellingen te wijzigen.
Status van het
aan/uit-lampje
Beschrijving
Uit
Voeding is uitgeschakeld, lampje is uit. De computer is uitgeschakeld of krijgt geen stroom.
Continu blauw
Als het aan/uit-lampje continu blauw brandt maar de computer niet reageert, dient u na te gaan of het beeldscherm is aangesloten en of
dit aan staat.
Blauw
knipperend
Geeft aan dat de computer zich in de stand-bymodus bevindt. Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de
aan/uit-knop om de computer te activeren. Als het aan/uit-lampje oranje knippert, krijgt de computer stroom, maar is er mogelijk een
storingbijeenapparaatzoalseengeheugenmoduleofvideokaart,ofiseenvandezeapparatenonjuistgeïnstalleerd.
Oranje
knipperend
Geeft aan dat de computer stroom krijgt maar dat mogelijk een van de apparaten, zoals een geheugenmodule of grafische kaart, defect
is of verkeerd is geplaatst.
Continu oranje
Geeft aan dat er sprake is van een voedingsprobleem van de computer of dat een intern apparaat niet goed werkt.
Code
Oorzaak
Oorzaak
1
Fout in de BIOS-checksum
Mogelijke moederbordfout. Neem contact op met Dell.
2
Er zijn geen geheugenmodules
gedetecteerd
1. Alsutweeofmeergeheugenmoduleshebtgeïnstalleerd,dientudemodulesteverwijderen.Plaatséén
module terug en start de computer opnieuw op. Als de computer normaal start, kunt u een volgende module
terugplaatsen. Ga door tot u een defecte module hebt gevonden of tot u alle modules zonder problemen hebt
teruggeplaatst.
2. Plaats, indien beschikbaar, een goed werkend geheugen van hetzelfde type in de computer.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.
3
Mogelijke moederbordfout
Neem contact op met Dell.
4
RAM-lees-/schrijffout
1. Controleer of er speciale vereisten voor de geheugenmodule/geheugenaansluiting zijn.
Terug naar inhoudsopgave
2. Controleer of de geheugenmodules die u installeert, compatibel zijn met uw computer.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.
5
Fout bij real-time klok.
Mogelijke storing van de
batterij of het moederbord
Plaats de batterij terug. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Dell.
6
Fout tijdens test van Video-
BIOS
Neem contact op met Dell.
7
Fout tijdens test van CPU-
cache
Neem contact op met Dell.
Terug naar inhoudsopgave
Multimediakaartlezer
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De multimediakaartlezer verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de kap.
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde.
4. Koppel de connector van de gegevenskabel los van het moederbord.
5. Verwijder de schroeven waarmee de multimediakaartlezer aan de computer is bevestigd.
6. Schuif de multimediakaartlezer uit de voorzijde van de computer.
De multimediakaartlezer terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de multimediakaartlezer terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Ventilator
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De ventilator verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Koppel de ventilatorkabel los van het moederbord.
4. Verwijder de schroeven waarmee de ventilator aan de computer is bevestigd.
5. Til de ventilator uit de computer.
De ventilator terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de ventilator terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Knoopcelbatterij
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De knoopcelbatterij verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Druk op de ontgrendelingspal om de knoopcelbatterij los te koppelen van de houder.
4. Verwijder de batterij uit de computer.
De knoopbatterij terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de knoopcelbatterij terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Computerkap
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De computerkap verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de schroeven waarmee de computerkap aan de computer is bevestigd.
3. Maak de computerkap los door deze uit de voorzijde van de computer te schuiven.
4. Verwijder de computerkap van de computer.
De computerkap terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de computerkap terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Uitbreidingskaart(en)
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Een uitbreidingskaart verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder de schroef waarmee het metalen bevestigingslipje aan de computer is bevestigd.
4. Verwijder het metalen bevestigingslipje door het uit de computer te trekken.
5. Maak alle kabels los die mogelijk met de uitbreidingskaart verbonden zijn.
6. Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek de kaart voorzichtig uit de connector.
Uitbreidingskaarten terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om een uitbreidingskaart terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Audiopoorten
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De audiopoorten verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde.
4. Koppel de geluidskabel los van het moederbord.
5. Haal de geluidskabel uit de klemmetjes op het moederbord.
6. Draai de schroeven los waarmee de audiopoorten aan het computerchassis zijn bevestigd.
7. Verwijder de audiopoorten uit de computer.
De audiopoorten terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de audiopoorten terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Montagekader aan voorzijde
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Het montagekader aan de voorzijde verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Druk de vergrendelingsklemmetjes voorzichtig naar buiten om het montagekader los te koppelen van de computer.
4. Draai het montagekader en verwijder het uit de computer.
Het montagekader aan de voorzijde terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om het montagekader terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
USB-poorten aan voorzijde
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De USB-poorten aan de voorzijde verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde.
4. Koppel de USB-kabel los van het moederbord.
5. Haal de USB-kabel uit de bevestigingsklem op het chassis.
6. Draai de schroeven los waarmee de USB-poorten aan de voorzijde aan het computerchassis zijn bevestigd.
7. Verwijder de USB-poorten uit de computer.
De USB-poorten aan de voorzijde terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de USB-poorten terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Vaste schijf
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De vaste schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Koppel de voedingskabel en de gegevenskabel van de vaste schijf los.
4. Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf in de computer is bevestigd.
5. Verwijder de vaste schijf uit de computer.
De vaste schijf terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de vaste schijf terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Aan/uit-knop en lampje van vaste schijf
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde.
4. Koppel de kabels van de aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf los van het moederbord.
5. Haal de kabels van de aan/uit-knop en de vaste schijf los en trek de kabels uit de voorzijde van de computer.
6. Druk op de lipjes waarmee de aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf zijn bevestigd om ze los te koppelen van het chassis.
7. Haal de kabels uit de klemmetjes aan de voorzijde van het chassis en verwijder de aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf uit de computer.
De aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de aan/uit-knop en het lampje van de vaste schijf terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Warmteafleider en processor
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De warmteafleider en de processor verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Koppel de kabel van de warmteafleider los van het moederbord.
4. Draai de borgschroeven los waarmee de warmteafleider aan het moederbord is bevestigd.
5. Til de warmteafleider uit de computer. Leg de eenheid met de ventilator omlaag en de onderzijde naar boven neer op een schoon werkoppervlak.
6. Druk de ontgrendeling omlaag en verschuif de ontgrendeling om de processorkap te openen.
7. Til de processorkap op.
8. Til de processor voorzichtig uit de socket en plaats de processor in een antistatische verpakking.
De warmteafleider en processor terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de warmteafleider en processor terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Geheugen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Een geheugenmodule verwijderen.
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder de uitbreidingskaart.
4. Druk aan beide zijden van de geheugenmodule op de bevestigingsklem om de module los te koppelen van de computer.
5. Verwijder de geheugenmodule uit de computer.
Een geheugenmodule terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om een geheugenmodule terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Optisch station
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Het optische station verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder het montagekader aan de voorzijde.
4. Koppel de voedings- en gegevenskabels los van het optische station.
5. Verwijder de schroeven waarmee het optische station aan de computer is bevestigd.
6. Schuif het optische station uit de voorzijde van het chassis en verwijder het station uit de computer.
Het optische station terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om het optische station terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Voeding
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
De voeding verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Koppel alle voedingskabels los van het moederbord.
4. Koppelallevoedingskabelslosvaneventuelegeïnstalleerdestationsenapparaten.
5. Verwijder de schroeven waarmee de voedingseenheid aan de computer is bevestigd.
6. Druk op de ontgrendelknop onderaan de voedingseenheid en schuif de voedingseenheid naar de voorzijde van de computer.
7. Til de voedingseenheid uit de computer.
De voedingseenheid terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de voedingseenheid terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Moederbord
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Het moederbord verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u handelingen uitvoert in de computer.
2. Verwijder de computerkap.
3. Verwijder het geheugen.
4. Verwijder de warmteafleider en de processor.
5. Verwijder eventuele uitbreidingskaarten.
6. Koppel alle kabels los van het moederbord.
7. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan de computer is bevestigd.
8. Schuif het moederbord naar de voorzijde van de computer en verwijder het moederbord uit de computer.
Het moederbord terugplaatsen
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om het moederbord terug te plaatsen.
Terug naar inhoudsopgave
GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: mogelijk dient u Adobe®Flash®Player (van Adobe.com) te installeren om de onderstaande afbeeldingen te kunnen weergeven.
Terug naar inhoudsopgave
Onderdelen verwijderen en terugplaatsen
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Terug naar inhoudsopgave
Computerkap
Ventilator
Geheugen
Vaste schijf
USB-poorteenheid aan voorzijde
Multimediakaartlezer
Voeding
Moederbord
Montagekader aan voorzijde
Uitbreidingskaart
Optisch station
Aan/uit-knop en lampje van vaste schijf
Audiopoorten
Warmteafleider en processor
Knoopcelbatterij
Terug naar inhoudsopgave
Specificaties
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Processor
Geheugen
Audio
Uitbreidingsbus
Schijven en stations
Moederbordconnectoren
Voeding
Omgeving
Systeeminformatie
Video
Netwerk
Kaarten
Externe connectoren
Schakelaars en lampjes
Fysieke specificaties
N.B.: het aanbod kan per regio verschillen. Klik voor meer informatie over de configuratie van uw computer op Start ® Help en ondersteuning en
selecteer de optie om informatie over uw computer weer te geven.
Processor
Type
Intel®Core™2Quad
Intel Core2 Duo
Intel Pentium®Dual Core
Intel Celeron®
Systeeminformatie
Chipset
Intel G41 Express-chipset
Front Side Bus (FSB)
800 MHz, 1066 MHz of 1333 MHz
Geheugen
Type
DDR3 1066 MHz
Connectoren
Twee DIMM-sleuven
Capaciteit
1 of 2 GB
Minimumgeheugen
1 GB
Maximumgeheugen
4 GB
Video
Type:
Afzonderlijk:
Mini Tower
PCI-E x16 grafische kaart van volledige hoogte
Slim Tower
PCI-E x16 grafische kaart van halve hoogte
GeïntegreerdeVGA(opmoederbord)
Intel GMA X4500
Geheugen:
Afzonderlijk
NVIDIA GeForce G310: 512 MB (voor Mini Tower en
Slim Tower)
NVIDIA GeForce GT 220 (alleen voor Mini Tower): 1 GB
GeïntegreerdeVGA(opmoederbord)
Maximaal 512 MB gedeeld videogeheugen (bij
systeemgeheugen van 1 GB)
Audio
Type
Realtek ALC662 (audio 5.1-kanalen)
Netwerk
Geïntegreerd
Broadcom NetLink 57788 10/100/1000 Mb/sec
Uitbreidingsbus
Bustype
PCI 2.3
PCI Express Gen1 (PCIe-x16) met G41
PCI Express 1.0a (PCIe-x1) met ICH7
SATA 1.0 en 2.0
USB 2.0
Bussnelheid
PCI: 133 MB/sec.
x1-sleuf, bidirectionele snelheid - 500 MB/sec. (PCI
Express)
x16-sleuf, bidirectionele snelheid - 8 GB/sec (PCI
Express)
SATA: 1,5 Gbps en 3,0 Gbps
480 Mbps hoge snelheid, 12 Mbps volle snelheid, 1,2
Mbpslage snelheid (USB)
PCI-kaarten
Connectoren
EénPCIex16
EénPCIex1
Twee PCI
Kaarten
PCI
Tweekaartenvanvolledigehoogteen¾lengte(Mini
Tower)
Twee low-profile-kaarten (Slim Tower)
PCI Express x1
Eénkaartvanvolledigehoogteen¾lengte(Mini
Tower)
Eénlow-profile kaart (Slim Tower)
PCI Express x16
Eénkaartvanvolledigehoogteen¾lengte(Mini
Tower)
Eénlow-profile kaart (Slim Tower)
Schijven en stations
Mini Tower
Slim Tower
Extern toegankelijk:
3,5-inch stationscompartimenten
Eén
Geen
5,25-inch stationscompartimenten
Twee
Eén
Intern toegankelijk:
3,5-inch stationscompartimenten
Twee
Twee
Beschikbare apparaten:
3,5-inch vaste SATA-schijven
Twee
Twee
5,25-inch SATA dvd-rom-,
dvd/cd-rw- en dvd+/-rw-stations
Twee
Eén
Externe connectoren
Audio:
Achterpaneel
Drie connectoren voor lijningang, lijnuitgang en
microfoon
Voorpaneel
Twee connectoren voor microfoon en hoofdtelefoon
Netwerkadapter
EénRJ45-connector
USB:
Intern
Twee
Voorpaneel
Twee
Achterpaneel
Vier
Video
15-pins VGA-connector
Moederbordconnectoren
PCI 2.3:
Connectoren
Twee 124-pins connectoren
Gegevensbreedte (maximum)
32 bits
PCI Express x1:
Connectoren
Eén36-pins connector
Gegevensbreedte (maximum)
EénPCIExpress-lane
PCI Express x16:
Connectoren
Eén164-pins connector
Gegevensbreedte (maximum)
16 PCI Express-lanes
SeriëleATA
Vier 7-pins connectoren
Geheugen
Twee 240-pins connectoren
Intern USB-apparaat
Eén10-pins connector (ondersteunt twee USB-
poorten)
Processorventilator
Eén4-pins connector
Systeemventilator
Eén3-pins connector
Voorpaneelbesturing
Eén10-pins connector
HDA-kop audio voorpaneel
Eén10-pins connector
Processor
Eén775-pins connector
Voeding 12 V
Eén4-pins connector
Voeding
Eén24-pins connector
Schakelaars en lampjes
Voorzijde van de computer:
Aan/uit-knop
Drukknop
Aan-uitlampje
Continu blauw: geeft aan dat de computer is
ingeschakeld.
Terug naar inhoudsopgave
Knipperend blauw: geeft de slaapstand van de
computer aan.
Continu oranje (terwijl de computer niet opstart):
geeft een probleem met het moederbord of de
voeding aan.
Knipperend oranje: geeft een probleem met het
moederbord aan.
Stationsactiviteitslampje
Groen lampje: een knipperend groen lampje geeft
aan dat de computer gegevens leest van of schrijft
naar de vaste SATA-schijf of cd/dvd.
Achterzijde van de computer:
Netwerkactiviteitslampje
(opgeïntegreerdenetwerkadapter)
Geel lampje: er is een goede verbinding tussen het
netwerk en de computer.
Uit (er brandt geen lampje): de computer vindt geen
fysieke verbinding tussen de computer en het
netwerk.
Diagnostisch lampje voeding
Groen: een groen lampje geeft aan dat de 5 V stand-
byvoeding in orde is.
Voeding
Mini Tower
Slim Tower
Voeding (gelijkstroom):
Wattage
300 W
250 W
Maximale warmteafgifte (Maximum Heat
Dissipation of MHD)
1338 BTU/u
1233 BTU/u
Spanning
115/230 V AC, 50/60 Hz, 9,0
A/4,5 A
115/230 V AC,
50/60 Hz, 8,0
A/4,0 A
Knoopcelbatterij
CR2032-lithiumknoopcelbatterij van 3 V
N.B. : de warmteafgifte wordt berekend aan de hand van het wattage van de voeding.
N.B. : zie de veiligheidsinformatie die bij uw computer is meegeleverd voor belangrijke informatie over de
voltage-instelling.
Fysieke specificaties
Mini Tower
Slim Tower
Hoogte
37,00 cm
37,30 cm
Breedte
17,00 cm
10,60 cm
Diepte
42,70 cm
43,70 cm
Gewicht
6,10 kg
5,80 kg
Omgeving
Temperatuur:
In bedrijf
10°Ctot35°C
Opslag
-40°Ctot65°C
Relatieve vochtigheid
20% tot 80% (niet-condenserend)
Maximumvibratie:
In bedrijf
5350 Hz bij 0,0002 G2/Hz
Opslag
5500 Hz bij 0,001 tot 0,01 G2/Hz
Maximumimpact:
In bedrijf
40 G +/ 5% bij pulsduur van 2 ms +/ 10%
(equivalent aan 51 cm/sec)
Opslag
105 G +/ 5% bij pulsduur van 2 msec +/ 10%
(equivalent aan 127 cm/sec)
Hoogte:
In bedrijf
15,2 m tot 3048 m
Opslag
15,2 m tot 10.668 m
Contaminatieniveau in de lucht
G2 of lager, zoals gedefinieerd in ISA-S71.04-1985
Terug naar inhoudsopgave
Moederbordindeling
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Terug naar inhoudsopgave
1
voedingsconnector (PWR1)
2
voeding warmteafleider/ventilatoreenheid van processor (CPUFAN1)
3
connectoren geheugenmodules (2)
4
primaire voedingsconnector
5
batterijhouder
6
connectorseriëleATA-schijf (SATA3)
7
connectorseriëleATA-schijf (SATA2)
8
connectorseriëleATA-schijf (SATA0)
9
connectorseriëleATA-schijf (SATA1)
10
connector chassisventilator 2(SYS FAN2)
11
connector aan/uit-knop en led (LEDH1)
12
connector I/O-paneel voorzijde (USBF1)
13
connector kaartlezer (USBF_INT1)
14
CMOS-jumper (CMOS1)
15
wachtwoordjumper (PW_CLR1)
16
audioconnector (AUDIOF1)
17
PCI-connector (PCI1)
18
PCI-connector (PCI2)
19
audioconnectoren
20
éénLAN- en twee USB-poorten
21
twee USB-poorten
22
onboard-videoconnector (VGA)
23
connector chassisventilator (SYSFAN1)
24
seriëleconnector
25
PS/2-connectoren muis en toetsenbord
Terug naar inhoudsopgave
Aan de computer werken
OnderhoudshandleidingvoordeDell™Vostro™230Mini Tower
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders
aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
l U hebt de stappen in Aan de computer werken gevolgd.
l U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die bij uw computer is meegeleverd.
l U vervangt of (indien afzonderlijk aangeschaft) installeert onderdelen door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Om schade aan uw computer te voorkomen, dient u de volgende instructies te volgen alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.
2. Schakel de computer uit (zie De computer uitschakelen).
3. Koppel alle netwerkkabels los van de computer.
4. Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5. Houd de aan/uit-knop ingedrukt terwijl de stekker van de computer uit het stopcontact is verwijderd om het moederbord te aarden.
6. Verwijder de computerkap (zie Computerkap).
Aanbevolen hulpmiddelen
Voor de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
l Kleine platte schroevendraaier
l Kruiskopschroevendraaier
l Klein plastic pennetje
l Een cd met Flash BIOS-updatesoftware
De computer uitschakelen
1. Het besturingssysteem afsluiten:
l In Windows Vista®:
Klik op Start en vervolgens op de pijl rechtsonder in het menu Start zoals hieronder aangegeven. Klik ten slotte op Afsluiten.
Voordat u handelingen uitvoert in de computer
Aanbevolen hulpmiddelen
De computer uitschakelen
Nadat u handelingen hebt uitgevoerd in de computer

GEVAAR: lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen in de computer uitvoert. Voor meer
informatie over veiligheid kunt u de startpagina over regelgeving raadplegen op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: veel reparaties mogen alleen door een gecertificeerde servicetechnicus worden uitgevoerd. U mag alleen problemen oplossen
en eenvoudige reparaties uitvoeren die volgens de productdocumentatie zijn toegestaan of waarvoor u online of telefonisch instructies hebt
gekregen van het service- en ondersteuningsteam. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt
niet onder de garantie. Lees en volg de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd.
WAARSCHUWING: voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd
metalen oppervlak aan te raken, zoals een connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: ga voorzichtig met onderdelen en kaarten om. Raak de onderdelen en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij
de uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
WAARSCHUWING: verwijder kabels door aan de connector of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de vergrendelingslipjes ingedrukt houden voordat u de kabel
verwijdert. Trek connectoren in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel
verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: de kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur en onderdelen die in dit document worden
weergegeven.
WAARSCHUWING: wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de kabel loskoppelen van de computer en daarna de
netwerkkabel van het netwerkapparaat.
WAARSCHUWING: raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals het metaal aan
de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele
statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne onderdelen te ontladen.
WAARSCHUWING: u voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle
geopende programma's voordat u de computer uitzet.
l In Windows®XP:
Klik op Start ® Uitschakelen ® Uitschakelen.
De computer wordt uitgeschakeld nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop 6 seconden ingedrukt indien uw computer
en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u handelingen hebt uitgevoerd in de computer
Controleer nadat u onderdelen hebt vervangen of u alle externe apparaten, kaarten en kabels hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
1. Plaas de computerkap terug (zie Computerkap).
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
4. Zet de computer aan.
5. Controleer of de computer goed functioneert door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren. Zie Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek).
Terug naar inhoudsopgave
WAARSCHUWING: als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en vervolgens op de computer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Dell Vostro 230 de handleiding

Type
de handleiding