NL
3
2. BEDIENING VAN HET SYSTEEM JABLOTRON 100+
Het beveiligingssysteem kan worden bestuurd op een aantal verschillende manieren. De uitschakeling van
het alarm vereist altijd autorisatie in de vorm van een identifi catie van de gebruiker. Het systeem detecteert
de identiteit van de gebruikers en stelt ze in staat om die delen van het systeem te bedienen, welke hen
toegewezen werden om te besturen. U kunt kiezen uit verschillende instellingsmanieren met of zonder
autorisatie. Als een standaard autorisatietype wordt gebruikt, hoeft u uzelf niet te autoriseren, omdat het
mogelijk is het systeem te wapenen door slechts te drukken op de juiste segmentknop op een Klavier.
De naam van de gebruiker, datum en tijd worden geregistreerd en opgeslagen in het geheugen van het
systeem, telkens wanneer het systeem wordt aangesproken. Deze informatie is beschikbaar voor onbepaalde
tijd. Elke gebruiker kan ook een geactiveerd alarm annuleren door (het geluid van de sirenes stoppen) gewoon
een autorisatie in een willekeurig deel van het systeem (afhankelijk van hun toegangsrechten). Dat schakelt
echter het systeem niet automatisch uit (tenzij de standaardinstelling van het systeem is gewijzigd).
Opmerking: Afhankelijk van de configuratie van de installatie en de systeeminstellingen kunnen
sommige van de hieronder beschreven opties niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de configuratie
van de installatie met uw servicetechnicus.
Gebruikers en hun toegangsrechten
AUTORISATIE-
CODE
TYPEBESCHRIJVING
ARC-code
Deze code heeft het hoogste niveau van de autorisatie om het gedrag van het systeem te
confi gureren en is uitsluitend toegestaan om het systeem te deblokkeren na een geactiveerd alarm.
De code kan de Servicemodus betreden, toegang verlenen tot alle tabs met opties inclusief de
ARC-communicatie, waartoe hij de toegang kan weigeren voor een servicetechnicus (Servicecode).
Zolang de parameter „administratorbeperkte service / ARC-recht“ onaangevinkt blijft, kan de
ARC-code alle secties en PG-uitgangen in het systeem besturen. Deze code maakt het mogelijk
om meer administrators en andere gebruikers met een lager autorisatieniveau toe te voegen en hun
codes, RFID-tags en kaarten toe te wijzen. Hij heeft ook een toestemming om alarm en sabotage
alarm geheugen te wissen.
Het aantal ARC-codes in het systeem wordt alleen beperkt door de resterende capaciteit
van de centrale en geen ARC-code is vooraf standaard ingesteld door de fabriek.
Servicecode
(Service)
Deze code kan de Servicemodus betreden en het gedrag van het systeem confi gureren. De code
heeft toegang tot alle tabbladen met opties, waaronder ARC-communicatie, tenzij de toegang
beperkt wordt door de ARC-technicus. Zolang de parameter „Administratorbeperkte service / ARC-
recht“ onaangevinkt blijft, kan de ARC-code alle secties en PG-uitgangen in het systeem besturen.
Het kan gebruikers met ARC-toestemming, andere Servicetechnici, administrators en andere
gebruikers met een lager autorisatieniveau creëren en hun toegangscodes, RFID-tags en kaarten
toewijzen. De code heeft ook een toestemming om alarm en sabotage alarm geheugen te wissen.
Het aantal servicecodes wordt alleen beperkt door de resterende capaciteit van de
centrale. Volgens de fabrieksinstelling is de code 1010. De gebruiker van de service staat
altijd op positie 0 in de centrale en kan niet worden gewist.
Administrator-
code
(hoofd)
Deze code heeft altijd onbeperkte toegang tot alle secties en is bevoegd om alle PG-uitgangen te
besturen. De administrator kan een andere administrator en andere codes creëren met een lager
autorisatieniveau en hun toegang toewijzen tot de secties en PG-uitgangen, toegangscodes, RFID-
chips en kaarten. Deze code heeft toestemming om het alarmgeheugen te wissen. Er kan slechts
één hoofdadministrator code zijn, die niet gewist kan worden. Als „Administratorbeperkte Service/
ARC recht“ wordt geactiveerd, moet de administratorcode worden geautoriseerd om de toegang
voor ARC- en servicetechnici te bevestigen.
Volgens de fabrieksinstelling is de code 1234. De gebruiker van de hoofdadministrator
bevindt zich altijd op positie 1 en kan niet worden gewist.
Administrator-
code
(overige)
Deze code heeft toegang tot secties geselecteerd door de hoofdadministrator, waaraan de andere
administrators nieuwe gebruikers met hetzelfde of lagere autorisatieniveau kunnen toevoegen om
secties en PG-uitgangen te besturen, hun toegangscodes, RFID-tags en kaarten toe te wijzen.
Deze code heeft toestemming om het alarmgeheugen te wissen in toegewezen secties. Als
„Administratorbeperkte Service/ARC recht“ wordt geactiveerd, moet de administratorcode worden
geautoriseerd om de toegang voor ARC- en servicetechnici te bevestigen.
Het aantal administratorcodes (ander) wordt alleen beperkt door de resterende
capaciteit van de centrale. Er is geen code ingesteld door de fabrieksinstellingen.