Beta 1467LF Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Beta 1467LF Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Er kan pas zonder gevaar met de ma-
chine worden gewerkt, nadat u de ge-
bruiksaanwijzing en de veiligheidswa-
arschuwingen helemaal hebt gelezen
en u zich strikt aan de aanwijzingen
houdt die erin staan.
Voor ieder gebruik controleert u de ma-
chine, de kabel en de stekker.
Blijf de machine niet gebruiken als ze
beschadigd is en laat haar uitsluitend
door een vakman repareren. Open de
machine nooit.
'HPDFKLQHPDJQLHWYRFKWLJZRUGHQHQRRNQLHWLQHHQYRFK
WLJHUXLPWHZRUGHQJHEUXLNW
5HPYORHLVWRIIHQ]LMQJLIWLJHQDJUHVVLHI.LMNGXVXLWGDWXQLHW
in aanraking komt met deze producten. Indien de remvloeistof
LQDDQUDNLQJPHWGHKXLGNRPWPRHWX]LFKPHWHHQPHWZDWHU
ZDVVHQ'LWJHOGWRRNLQJHYDOYDQDDQUDNLQJPHWDXWRODNRI
indien kleding met deze stoffen in aanraking komt.
9RRUGDWXPHWZHUN]DDPKHGHQDDQGHPDFKLQHEHJLQWKDDOWX
de stekker uit het stopcontact.
6WHHNGHVWHNNHUDOOHHQGDQLQKHWVWRSFRQWDFWDOVGHPDFKLQH
niet is ingeschakeld.
%UHQJJHHQZLM]LJLQJHQDDQKHWDSSDUDDWDDQ
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
12
Houd rekening met de netspanning:
De netspanning moet overeenkomen met die, die op het
plaatje van de machine staat aangegeven. De apparaten
waarop¬ 230 V staat vermeld, kunnen op een elektricitei-
tsnet van 220 V worden aangesloten.
 Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor
remvloeistof. De fabrikant wijst elke vorm van
aansprakelijkheid af voor schade veroorzaakt door
gebruik van andere vloeistoffen.
 Sluit de vulslang 1 nooit op de perslucht aan.
 Het apparaat wordt hierdoor beschadigd! De fabri-
kant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor
schade veroorzaakt door verkeerde aansluitingen.
 Zet de remvloeistoftank op de hiervoor speciaal
bestemde plaats.
 Draai de dop van de tank en kies de geschikte
conus uit de bijgeleverde rubberen conussen.
 Bevochtig de aanzuigslang een beetje 8 en duw
hem door de geschikte rubberen conus.
 Steek de aanzuigslang 8 vervolgens in de tank tot
hij de bodem lichtjes raakt. Voltooi de handeling
door de rubberen conus stevig in de hals met
schroefdraad te drukken.
1 Vulslang
2 Manometer
3 Drukregelaar
4 Startknop (START)
5 Schakelaar (ON/OFF)
7 Stroomkabel
8 Aanzuigslangen
Het apparaat is uitsluitend geschikt om remvloeistof te ver-
versen en af te laten lopen uit remmen en koppelingen van
auto’s. Ieder ander gebruik, of gebruik dat niet onder het
beschreven gebruik valt, is ongepast en niet toegestaan.
De vloeistof wordt voortdurend in de remvloeistoftank ge-
pompt met een druk van maximaal 3,5 bar. De vloeistof die
ververst moet worden, kan dus via de afzonderlijke¬ rem-
cilinders van de wielen van het voertuig worden afgevoerd
tot de nieuwe remvloeistof naar buiten stroomt.
Op die manier wordt overhevelen voorkomen, wat verve-
lend is en kenmerkend voor andere systemen, en wordt
voorkomen dat er water bij de remvloeistof komt.
Elementen van de machine
Bedoeld gebruik
Werkingsprincipe
Inbedrijfstelling
Pour votre sécurité
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
13
Ontluchten
5. Ontlucht nu de remmen en begin achteraan rechts en
stop bij de rem vooraan links.
Open hiervoor de klep van de betreffende cilinder van
de remmen. Vang de afvoervloeistof op en gebruik
KLHUELMHHQRSYDQJÀHV'HNOHSNDQZHHUJHVORWHQ
worden zodra de remvloeistof zonder luchtbellen uit
de afvoer komt.
Voor zover het het ontluchten van de remmen betreft,
gelden in principe in eerste instantie de aanwijzingen
en richtlijnen van de fabrikant.
6. Schakel het apparaat nu uit (schakelaar 5 op stand
«OFF»).
7. Opmerkingen: over het algemeen laat het apparaat de
druk af die nog aanwezig is. De druk wordt niet afgela-
ten als ze tijdens het vullen laag mocht zijn geregeld.
De druk gaat niet automatisch over op 0 als u de dru
kregelaar niet eerst ontspant. Na het uitschakelen dra
DLWXGHGUXNUHJHODDUQDDUUHFKWVWRWKHWDÀDDWSXQW
wordt bereikt. De werkdruk gaat meteen over op 0.
8. Nu er geen druk meer staat op vulslang 1 kan hij van
het verloopstuk worden verwijderd (zonder druk,
zonder spatgevaar).
9 . De remvloeistoftank kan nu tot aan de rand worden
gevuld. Met behulp van een geschikt pipet verwijdert
u zoveel vloeistof tot het vulpeil van de remvloeistof
tank wordt bereikt (FIG. A-B)
10. Demonteer het verloopstuk en sluit de remvloeistof
tank
Belangrijk! Voor zover het het ontluchten van de rem-
men¬ betreft, gelden in principe in eerste instantie de
aanwijzingen en richtlijnen van de fabrikant.
Let op: indien het rempedaal of de koppeling na het on-
tluchten of verversen van de remvloeistof niet goed af-
gesteld zijn of de druk “traag” is, moet opnieuw worden
ontlucht, na de rem¬ of de koppeling meerdere keren
krachtig te hebben ingetrapt.
Eerste inbedrijfstelling
/Dat allereerst alle lucht uit de apparatuur af:
1. Monteer het verloopstuk niet op het voertuig, maar
sluit hem alleen op vulslang 1 aan en houd hem in
een opvangbak.
2. Afsluitklep op stand «venting».
3. Schakel het apparaat in (5 op stand «ON») en druk
op de starttoets 4 (de pomp begint de vloeistof te
pompen).
4. Houd het verloopstuk boven de opvangbak tot de
remvloeistof er zonder luchtbellen uit begint te ko-
men.
5. Terwijl de pomp werkt, verwijdert u het verloopstuk
en schakelt u het apparaat onmiddellijk uit (5 op
stand «OFF»).
6. Het apparaat is nu klaar voor gebruik, ook als de ma-
nometer 2 naar de 0 zakt. De kant van de afvoer van
het apparaat is vrij van luchtbellen.
Draai het bijgeleverde verloopstuk op de schroef¬draad
(D,43 mm) van de remvloeistoftank, of breng het bijbeho-
rende verloopstuk op de remvloeistoftank aan (zie de lijst
met verloopstukken).
Voordat u met het werk begint, neemt u de aanwijzingen
van de fabrikant van het voertuig in acht met betrekking tot
de maximum vuldruk en speciale toepassingen.
De drukregelaar 3 is standaard¬ afgesteld op een wer-
kdruk van 2 bar. Op die manier wordt gegarandeerd dat
de compensatietank niet vervormd wordt en de dichting
niet lekt.
De werkdruk, om te ontluchten of om remvloeistof te ver-
versen, kan probleemloos op een lagere of hogere waarde
worden afgesteld.
Werkfasen:
1. Koppel de vulslang 1 op het reeds gemonteerde
verloopstuk
2. Schakelaar 5 op stand «ON».
3. Druk op starttoets 4.
4. De pomp zorgt voor zijn werkdruk (3,5 bar)
Het verloopstuk aanbrengen
Praktische informatie
AB
Probleem
Oorzaak
Oplossing
- De pomp zuigt niet aan of ontwik
kelt geen druk
- De vloeistoftank is leeg
- Drukregelaar helemaal geopend
.QLNLQGHÀH[LEHOHDDQ]XLJVODQJ
- Lucht in de slang
- Vervang de tank
- Stel de juiste werkdruk in (ongeve-
er 2 bar)
- Verwijder de knik, vervang
eventueel de defecte slang
- Ontlucht het apparaat zoals bij de
eerste inbedrijfstelling
- Machine zonder stroom
- Veiligheidsklep defect - Vervang de veiligheidsklep
- Na het vullen vermindert de
pomp de druk niet
- Tijdens het ontluchten is de
drukregelaar neerwaarts afge
steld
- Draai de drukregelaar naar
UHFKWVWRWKHWDÀDDWSXQWZRUGW
bereikt
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
14
+Rud de machine altijd schoon.
5HLQLJ het apparaat nooit met stoom.
 Voordat u met werkzaamheden aan de machine be-
gint, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Zorg en onderhoud
Wat te doen in geval van problemen
Indien uw apparaat het niet goed doet, ondanks dat u bo-
venbeschreven aanwijzingen goed hebt verricht, ¬wendt u
zich meteen tot de Klantenservice.
Wij nemen de volle verantwoordelijkheid op ons en verkla-
ren dat het product overeenstemt met de volgende ¬vo-
orschriften en bijbehorende documenten: EN 292, EN
60204-1, EN 61000-6-2, EN 61000-6-4 op grond van de
voorschriften van de ricjtlijnen 73/23/EEG, 89/336/EEG,
98/37/EG.
05
EG-verklaring van overeenstemming
0$66,02&,&(5,
( Managing Director)
Data: Date:
.......................................
1/32