Documenttranscriptie
SGH-i560
Gebruiksaanwijzing
Over deze
gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u
stap voor stap bekend te maken met de
functies en onderdelen van uw toestel.
Raadpleeg de snelstartgids om snel aan
de slag te kunnen met de telefoon.
Symbolen die in deze
gebruiksaanwijzing worden
gebruikt
Opmerking: opmerkingen,
gebruikstips of aanvullende
informatie
X
Raadpleeg: pagina's met
verwante informatie,
bijvoorbeeld: X p. 12 (hiermee
wordt aangegeven dat u pagina
12 kunt raadplegen.)
→
Gevolgd door: de volgorde van
de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Druk op
[ ] → Media → Muziekspeler
(betekent [ ], gevolgd door
Media, gevolgd door
Muziekspeler)
[ ]
Rechte haken: telefoontoetsen,
bijvoorbeeld: [ ] (betekent:
de aan-uittoets)
Bekijk voordat u begint de symbolen die
in deze gebruiksaanwijzing zijn
opgenomen:
Waarschuwing: situaties die
letsel kunnen veroorzaken bij u
of anderen
Let op: situaties die schade aan
het toestel of andere
apparatuur kunnen
veroorzaken
<>
Punthaken: functietoetsen die
verschillende functies uitvoeren
in verschillende schermen,
bijvoorbeeld: <OK> (betekent:
de functietoets OK)
Auteursrechten en
handelsmerken
De rechten op alle technologieën en
producten die dit toestel bevat zijn het
eigendom van de respectieve eigenaren:
• Dit product bevat
software in licentie van
Symbian Ltd.
© 1998-2007. Symbian
en Symbian OS zijn
handelsmerken van
Symbian Ltd.
• Java™ is een
handelsmerk van Sun
Microsystems, Inc.
• Bluetooth® is wereldwijd een
gedeponeerd handelsmerk van
Bluetooth SIC, Inc. wereldwijd Bluetooth QD ID: B013277
• Windows Media Player® is een
geregistreerd handelsmerk van
Microsoft Corporation.
Inhoud
Informatie over
veiligheid en gebruik ...................... 4
Communicatie .......................... 12
Oproepen ................................... 12
Berichten .................................... 15
Logboeken .................................. 30
Communicatie-opties .................... 33
Media ....................................... 39
Muziekspeler ............................... 39
Camera ...................................... 41
Galerij ........................................ 44
Flash® Player .............................. 45
RealPlayer® ................................ 45
Dictafoon .................................... 46
PC Studio ................................... 47
2
Uw persoonlijke zaken regelen . 48
Contacten ....................................48
Agenda .......................................52
Quickoffice® ................................54
Adobe® Reader® ..........................56
Notities .......................................57
Web .......................................... 58
Surfen op internet ........................58
Browserinstellingen wijzigen ..........60
Een favoriet toevoegen .................61
Een favoriet gebruiken ..................61
Een webpagina opslaan
en offline bekijken ........................62
Bestanden van internet downloaden 63
Inhoud
Connectiviteit ........................... 64
De draadloze Bluetoothvoorziening gebruiken .................. 64
Verbinding maken via USB ............ 68
Uw toestel synchroniseren ............ 70
Apparaatbeheer ...........................83
Beheer voor activeringssleutels ......85
Geheugenkaartbeheer ...................86
Verbindingsbeheer ........................87
Instellingen .............................. 89
Andere toepassingen ................ 72
Rekenmachine ............................. 72
Klok ........................................... 72
Omrekenen ................................. 74
Voice Signal ................................ 76
GPS-gegevens ............................. 78
Plaatsen ..................................... 80
Algemene instellingen ...................89
Telefooninstellingen ......................95
Verbindingsinstellingen .................98
Instellingen voor toepassingen ..... 102
Problemen oplossen ............... 105
Index...................................... 111
Beheertoepassingen ................. 81
Bestandbeheer ............................ 81
Toepassingsbeheer ...................... 82
3
Informatie over
veiligheid en gebruik
Houd u aan de volgende richtlijnen om
gevaarlijke of illegale situaties te
voorkomen en ervoor te zorgen dat uw
toestel altijd topprestaties kan leveren.
Veiligheidsmaatregelen
De telefoon buiten het bereik houden
van kleine kinderen en huisdieren
Houd de telefoon en alle bijbehorende
onderdelen en accessoires buiten het
bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk
zijn wanneer zij worden ingeslikt.
4
Bescherm uw gehoor
Als u naar muziek luistert met
een headset op hoog volume,
kan uw gehoor worden
beschadigd. Gebruik het
minimale volume waarmee u het
gesprek of de muziek kunt horen.
Installeer mobiele apparatuur
zorgvuldig
Zorg ervoor dat mobiele apparaten of
daaraan verwante apparatuur naar
behoren zijn bevestigd in uw voertuig.
Vermijd het plaatsen van telefoon en
accessoires op een plek waar de airbag
zich zou ontvouwen. Verkeerd
geïnstalleerde draadloze apparaten
kunnen ernstig letsel veroorzaken als
airbags zich snel ontvouwen.
Informatie over veiligheid en gebruik
Behandel batterijen en oplader
voorzichtig en voer deze af volgens
de voorschriften
• Gebruik alleen batterijen en opladers
die door Samsung zijn goedgekeurd en
speciaal zijn bedoeld voor uw toestel.
Niet-compatibele batterijen en
opladers kunnen ernstig letsel of
schade aan uw toestel veroorzaken.
• Gooi nooit batterijen in open vuur. Volg
alle plaatselijke voorschriften bij het
afvoeren van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of telefoons nooit in of
op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator.
Batterijen kunnen exploderen als ze te
heet worden.
Voorkom storing aan pacemakers
Houd een minimale afstand van 15 cm in
acht tussen mobiele apparaten en
pacemakers om potentiële storing te
vermijden. Dit wordt aanbevolen door de
onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless
Technology Research. Als u reden hebt
aan te nemen dat uw toestel storing
veroorzaakt aan een pacemaker of ander
medisch toestel, moet u het toestel
onmiddellijk uitschakelen en contact
opnemen met de fabrikant van de
pacemaker of de medische apparatuur
voor advies.
5
Informatie over veiligheid en gebruik
Schakel het toestel uit in
omgevingen met explosiegevaar
Beperk het risico van letsel door
vaak herhaalde bewegingen
Gebruik het toestel niet bij tankstations
of in de buurt van brandstoffen of
chemicaliën. Schakel het toestel uit
wanneer u daartoe aanwijzingen krijgt
via waarschuwingsborden of instructies.
Uw toestel zou ontploffingen of brand
kunnen veroorzaken in of in de buurt van
opslag- en distributieplaatsen van
brandstoffen of chemicaliën of in
omgevingen waar ontploffingen
plaatsvinden. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief
materiaal in dezelfde ruimte als het
toestel of de onderdelen of accessoires
van het toestel.
Wanneer u SMS-berichten verzendt of
games speelt op het toestel, hou het
toestel dan ontspannen vast, druk licht
op de toetsen, gebruik speciale functies
waardoor u op minder toetsen hoeft te
drukken (zoals standaardberichten en
voorspellende tekst) en neem regelmatig
pauze.
6
Veiligheidsinformatie
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik het toestel niet tijdens het rijden
en houd u aan alle regels voor het
gebruik van mobiele telefoons in de auto.
Gebruik handsfree accessoires waar
mogelijk.
Informatie over veiligheid en gebruik
Volg alle veiligheidsvoorschriften en
regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het
gebruik van mobiele apparaten in
bepaalde omgevingen beperkt.
Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde accessoires.
Als u niet-compatibele accessoires
gebruikt, kan er schade aan het toestel of
persoonlijk letsel ontstaan.
Schakel het toestel uit als u zich in
de nabijheid van medische
apparatuur bevindt.
Uw toestel kan storing veroorzaken aan
medische apparaten in ziekenhuizen of
zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en
aanwijzingen van medisch personeel.
Schakel het toestel uit of schakel de
draadloze functies uit wanneer u zich
in een vliegtuig bevindt.
Het toestel kan storing in de apparatuur
van het vliegtuig veroorzaken. Houd u
aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet uw
telefoon uit of schakel deze over naar een
modus waarin alle draadloze
functionaliteit is uitgeschakeld, als dit
door het vliegtuigpersoneel wordt
gevraagd.
Bescherm batterijen en opladers
tegen schade
• Vermijd blootstelling van batterijen aan
extreme temperaturen (onder 0° C of
boven 45° C). Extreme temperaturen
kunnen het oplaadvermogen en de
levensduur van uw batterijen
verminderen.
7
Informatie over veiligheid en gebruik
• Voorkom dat batterijen in aanraking
komen met metalen voorwerpen. Dit
kan een verbinding vormen tussen de
plus- en minpolen van uw batterijen en
tijdelijke of permanente kortsluiting
veroorzaken.
• Het toestel bevat complexe
elektronica. Bescherm het toestel
tegen stoten en ruw gebruik om
ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik nooit een beschadigde oplader
of batterij.
• Verf het toestel niet. Door verf kunnen
bewegende delen verstopt raken en
kan het toestel mogelijk niet naar
behoren werken.
Gebruik uw toestel zorgvuldig en
verstandig
• Gebruik de flitslamp van de camera in
het toestel niet dichtbij de ogen van
kinderen of dieren.
• Laat het toestel niet nat worden.
Vloeistoffen kunnen ernstige schade
veroorzaken. Raak het toestel niet aan
met natte handen. Waterschade aan
het toestel kan de garantie van de
fabrikant laten vervallen.
• Gebruik of bewaar het toestel niet in
stoffige, vervuilde omgevingen om
schade aan bewegende delen te
vermijden.
8
• Het toestel en geheugenkaarten
kunnen worden beschadigd bij
blootstelling aan magnetische velden.
Gebruik geen telefoonhoesjes of
accessoires met magnetische
sluitingen en stel het toestel niet
gedurende langere tijd bloot aan
magnetische velden.
Informatie over veiligheid en gebruik
Voorkom storing met andere
elektronische apparatuur
Het toestel zendt RF-signalen
(radiofrequentie) uit die storingen
kunnen veroorzaken in niet- of
onvoldoende afgeschermde elektronische
apparatuur, zoals pacemakers,
gehoorapparaten en medische
apparatuur in huis of in voertuigen. Vraag
advies bij de fabrikant van uw
elektronische toestel om mogelijke
problemen met storing op te lossen.
Belangrijke
gebruiksinformatie
Gebruik uw toestel in de normale
gebruikspositie
Vermijd aanraking met de interne
antenne van het toestel.
Laat reparaties aan het toestel alleen
uitvoeren door gekwalificeerd
personeel
Als u het toestel laat repareren door nietgekwalificeerd personeel kan het toestel
beschadigd raken en is uw garantie niet
meer geldig.
Verleng de levensduur van batterij
en oplader
• Laat batterijen niet langer dan een
week achtereen opladen, aangezien
teveel opladen niet bevorderlijk is voor
de levensduur.
• Batterijen die niet worden gebruikt,
ontladen zich na verloop van tijd en
moeten voor gebruik opnieuw worden
opgeladen.
• Laat de stekker van de oplader niet in
het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
9
Informatie over veiligheid en gebruik
• Gebruik de batterijen alleen voor het
doel waarvoor ze zijn bedoeld.
Wees voorzichtig met SIM-kaarten
en geheugenkaarten
• Verwijder een kaart niet als het toestel
bezig is met informatieoverdracht of
het ophalen van informatie. Dit kan
leiden tot gegevensverlies en/of
schade aan de kaart of het toestel.
• Bescherm kaarten tegen sterke
schokken, statische elektriciteit en
elektrische storing van andere
apparaten.
• Door veelvuldig wissen van en
schrijven naar een geheugenkaart,
verkort u de levensduur.
10
• Raak geen goudkleurige contactpunten
of polen aan met uw vingers of met
metalen voorwerpen. Veeg, indien
nodig, geheugenkaarten schoon met
een zachte doek.
Zorg dat contact met nooddiensten
mogelijk blijft
In sommige gebieden of omstandigheden
kan het voorkomen dat bellen met het
toestel niet mogelijk is, dus ook niet in
noodgevallen. Voordat u naar afgelegen
of minder ontwikkelde gebieden afreist,
moet u daarom een alternatieve manier
plannen om contact op te kunnen nemen
met nooddiensten.
Informatie over veiligheid en gebruik
Informatie over het SAR-certificaat
(Specific Absorption Rate)
Uw toestel voldoet aan de standaarden
die in de EU zijn opgesteld voor
blootstelling aan radiofrequentie-energie
die wordt afgegeven door radio- en
telecommunicatie-apparatuur. Deze
standaarden verbieden de verkoop van
mobiele apparaten die het
maximumniveau voor blootstelling
overschrijden, de zogenaamde SAR
(Specific Absorption Rate), van 2,0 watt
per kilogram lichaamsgewicht.
Door waar mogelijk automatisch lagere
niveaus te gebruiken, beperkt het toestel
blootstelling aan RF-energie nog verder.
De conformiteitsverklaring achteraan in
deze gebruikershandleiding geeft aan dat
het toestel voldoet aan de Richtlijn van
de EU betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur. Ga
naar de website van Samsung over
mobiele apparatuur voor meer informatie
over SAR en de gerelateerde EUstandaarden.
Tijdens testen werd de maximum-SAR
voor dit model vastgesteld op 0,928 watt
per kilogram. Bij normaal gebruik is de
feitelijke SAR waarschijnlijk veel lager,
aangezien het toestel zo is ontworpen dat
slechts de minimaal benodigde
hoeveelheid RF-energie wordt gebruikt
voor het verzenden van een signaal naar
het dichtstbijzijnde basisstation.
11
1
Communicatie
U kunt met uw toestel veel verschillende
soorten oproepen en berichten verzenden
en ontvangen via mobiele netwerken en
internet.
Oproepen
Informatie over de oproepfuncties van
uw toestel. Zie de snelstartgids voor de
basisprincipes van het bellen met de
telefoon.
Een internationaal nummer
bellen
1. Druk tweemaal op [ ] om het teken +
in te voegen (dit vervangt de
internationale toegangscode).
12
2. Toets het volledige nummer in dat u
wilt bellen (landnummer, netnummer
en abonneenummer) en druk op [
].
3. Druk op [ ] om de oproep te
beëindigen.
Iemand bellen die in de lijst met
contacten staat
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten om de lijst met contacten
te openen.
2. Blader naar een contact of zoek het
contact op door de eerste paar letters
van de naam in te geven.
Communicatie
3. Druk op [
] om het
standaardnummer voor het contact te
bellen.
U kunt ook op
drukken om de
contactgegevens te openen en een
ander nummer of ander type oproep
te selecteren (zoals bijvoorbeeld een
video).
Een pauze invoegen
Wanneer u geautomatiseerde
telefoonsystemen belt, kunt u een pauze
invoegen tussen het telefoonnummer en
een andere reeks cijfers.
U voegt een pauze in door op [ ] te
drukken om het type pauze te
selecteren:
• p (automatische pauze)-druk driemaal
op [ ] om een automatische pauze in
te voegen. Het toestel pauzeert twee
seconden lang en verzendt de cijfers
na de pauze vervolgens automatisch.
• w (handmatige pauze)-druk viermaal
op [ ] om een handmatige pauze in te
voegen. Na de pauze moet u op
<Zenden> drukken om de resterende
cijfers te verzenden.
Gemiste oproepen bekijken en
terugbellen
Op het display van het toestel worden de
gemiste oproepen weergegeven.
U belt als volgt een gemiste oproep
terug:
1. Druk op
.
2. Blader naar een gemiste oproep.
3. Druk op [
] om te bellen.
13
Communicatie
Een recent gekozen nummer
opnieuw bellen
3. Blader naar een type doorschakeling
en druk op <Opties> → Activeren.
1. Druk in de standby-stand op [
] om
de lijst met recente nummers weer te
geven.
4. Blader voor spraakoproepen naar een
doorschakellocatie (mailbox of een
ander nummer) en druk op
.
2. Blader naar een nummer en druk op
[
].
5. Geef indien nodig een telefoonnummer
in en druk op <OK>.
Oproepen doorschakelen
Oproepen blokkeren
Uw serviceprovider of netwerk
ondersteunt deze voorziening misschien
niet.
Voor deze functie hebt u een wachtwoord
voor oproepen blokkeren nodig, dat door
uw provider wordt verstrekt.
U schakelt als volgt inkomende
gesprekken door naar een ander
nummer:
U blokkeert als volgt inkomende
oproepen van een bepaald nummer:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell. → Telefoon →
Doorschakelen.
]→
2. Blader naar een type oproep en druk
op
.
14
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instell. → Telefoon → Blokkeren.
2. Blader naar een type blokkering en
druk op
.
Communicatie
3. Geef het blokkeerwachtwoord in en
druk op <OK>.
• Inbox: ontvangen berichten, behalve
e-mail en Infodienstberichten
Als u het blokkeerwachtwoord drie
keer verkeerd invoert, raakt het
toestel geblokkeerd. Neem hierover
contact op met uw provider.
• Mijn mappen: standaardberichten en
opgeslagen berichten
Berichten
Hier vindt u informatie over
berichtfuncties. Zie de snelstartgids voor
instructies over het ingeven van tekst.
Zie "Communicatie-opties," voor een
beschrijving van de opties X 33).
Berichtmappen
Wanneer u Berichten opent, ziet u de
functie Nieuw bericht en een lijst met
mappen.
• Mailbox: ontvangen e-mail. Wanneer
u een mailbox maakt, wordt de naam
die u opgeeft, hier weergegeven.
• Ontwerpen: berichten die u nog niet
hebt verzonden
• Verzonden: recentelijk verzonden
berichten
• Outbox: tijdelijke opslag voor
berichten die nog moeten worden
verzonden
• Rapporten: leveringsrapporten van
SMS- en MMS-berichten. Als u een
leveringsrapport wilt, moet u dit
aangeven bij de berichtopties voordat
u het bericht verzendt.
15
Communicatie
• Berichten die via Bluetooth zijn
verzonden, worden niet opgeslagen
in de mappen Ontwerpen of
Verzonden.
• Het is wellicht niet mogelijk om een
leveringsrapport te ontvangen voor
een MMS-bericht dat naar een emailadres is gestuurd.
Symbolen in Postvak IN
In Postvak IN staan de volgende
symbolen mogelijk naast uw berichten:
Symbool
Beschrijving
Ongelezen SMS-bericht
Melding van MMS-bericht
Ongelezen MMS-bericht
Ongelezen Smart-bericht
16
Symbool
Beschrijving
Ongelezen dienstbericht
Gegevens ontvangen via
een Bluetooth-verbinding
Onbekend berichttype
Status van Postvak UIT
Wanneer u zich buiten het servicebereik
bevindt of geen verbinding met het
netwerk of de server hebt, blijven uw
berichten in Postvak UIT staan, totdat de
verbinding weer tot stand is gebracht. De
status van Postvak UIT geeft informatie
over de reden waarom een bericht nog in
Postvak UIT staat:
• Bezig met verzenden: het toestel
maakt verbinding en het bericht wordt
direct verzonden
Communicatie
• Wacht: het bericht staat in de rij
achter een ander bericht en wordt zo
snel mogelijk verzonden
• Opnieuw zenden om (tijd): het
bericht kon niet worden verzonden en
wordt op de opgegeven tijd opnieuw
verzonden. Druk op <Opties> →
Zenden om het bericht direct opnieuw
te verzenden.
• Uitgesteld: het bericht wordt op een
later tijdstip verzonden
• Mislukt: het toestel heeft meerdere
keren getracht het bericht te
verzenden, maar dit is mislukt
SMS-berichten
SMS-berichten die meer dan 160
tekens bevatten, worden verzonden
als twee of meer berichten en
hiervoor kunnen extra kosten in
rekening worden gebracht.
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht → SMS.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
om een contact te selecteren.
3. Blader omlaag en voer de tekst in.
4. Druk op
om het bericht te
verzenden.
17
Communicatie
MMS-berichten
Een SMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
.
Berichten ophalen van een SIM-kaart
Als u SMS-berichten op een SIM-kaart
hebt staan, moet u ze naar het toestel
kopiëren voordat u ze kunt bekijken.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → <Opties> → SIMberichten.
2. Druk op <Opties> → Markeringen
aan/uit → Markeren (om er één te
selecteren) of Alle markeren (om alle
te selecteren).
3. Druk op <Opties> → Kopiëren →
Inbox of een map.
U kunt de berichten nu bekijken in de
map op uw toestel.
18
Voordat u MMS-berichten kunt
verzenden, moet u een toegangspunt
definiëren.
Een toegangspunt instellen
Uw serviceprovider verstrekt de
instellingen voor het toegangspunt
mogelijk via een smart-bericht. Zie
"Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel," X 29 als
u een toegangspunt automatisch wilt
instellen met behulp van een smartbericht.
U stelt als volgt een toegangspunt
handmatig in:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell. → Verbinding →
Toegangspunten.
]→
Communicatie
2. Blader omlaag en druk op
om een
bestaand toegangspunt te selecteren
of druk op <Opties> → Nieuw
toegangspunt.
3. Stel de opties voor het toegangspunt
in volgens de instructies van uw
serviceprovider.
Een MMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
Multimediabericht.
2. Geef een telefoonnummer in of druk
op
om een contact te selecteren.
3. Blader omlaag en voer een onderwerp
in.
4. Blader omlaag en voer tekst in.
5. Als u een bestaand multimediaobject
wilt invoegen, drukt u op <Opties> →
Object invoegen → een objecttype.
Als u een nieuw multimediaobject wilt
maken en invoegen, drukt u op
<Opties> → Nieuw invoegen → een
objecttype.
6. Druk op
→ Verzenden om het
bericht te verzenden.
U kunt alleen afbeeldingen invoegen
met een resolutie van 176 x 144 of
lager.
Een multimediabericht bewerken
Voordat u het multimediabericht
verzendt, kunt u het bewerken:
• Als u velden wilt toevoegen aan de
berichtkop, drukt u op <Opties> →
Adresvelden → een veldtype
19
Communicatie
Naar voicemail luisteren
• Als u de indeling van het bericht wilt
wijzigen, drukt u op <Opties> → een
tekstpositie
• Als u een voorbeeld van het bericht wilt
bekijken, drukt u op <Opties> →
Voorbeeld.
• Als u een item wilt verwijderen, drukt u
op <Opties> → Bijlage verwijderen
→ een item.
U kunt afbeeldingen, geluiden of
video's aan dia's toevoegen. U kunt
echter slechts één type media per dia
toevoegen.
Als uw voicemailnummer vooraf is
ingesteld door uw serviceprovider, kunt u
[1] ingedrukt houden om uw voicemail te
openen.
Als er nog geen voicemailnummer is
ingesteld of als u het nummer wilt
wijzigen, handelt u als volgt:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Opr.mailbox.
2. Geef het voicemailnummer in dat is
verstrekt door uw serviceprovider.
3. Druk op de toets <OK>.
Een MMS-bericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
20
U kunt nu uw voicemail openen door in
de standby-stand [1] ingedrukt te
houden.
.
Communicatie
E-mailberichten
Voordat u e-mailberichten kunt
verzenden of ontvangen, moet u een
mailbox maken.
Een mailbox maken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Instellingen → E-mail.
]→
2. Blader naar Mailbox in gebruik en
druk op
.
Als u het POP3-protocol gebruikt,
wordt de mailbox niet automatisch
bijgewerkt zodra u online bent. U
moet de verbinding verbreken en
opnieuw verbinding maken om de
nieuwe berichten te zien.
Een e-mail verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
E-mail.
3. Druk op <Ja>.
2. Geef een e-mailadres in of druk op
om een contact te selecteren.
4. Druk op
om de wizard Mailbox te
starten en volg de instructies op het
scherm.
3. Blader omlaag en voer een onderwerp
in.
De nieuwe mailbox verschijnt
automatisch in Berichten. Als u de
huidige mailbox wilt wijzigen, gaat u
terug naar E-mailinstellingen en stelt u
de "Mailbox in gebruik" in op een andere
mailbox (stappen 1 en 2 hierboven).
4. Blader omlaag en voer de tekst in.
5. Druk op <Opties> → Invoegen → een
type bijlage (optioneel).
6. Druk op
→ Verzenden.
21
Communicatie
Als u offline bent of zich buiten het
servicegebied bevindt, wordt het bericht
bewaard in Postvak UIT totdat u weer
online en in uw servicegebied bent.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
offline:
Een e-mailbericht bekijken
2. Druk op <Opties> → Verbind.
verbreken.
Wanneer u een mailbox opent, kunt u
eerder opgehaalde e-mailberichten
offline bekijken of verbinding maken met
de e-mailserver om nieuwe berichten te
bekijken. Nadat u e-mailberichten hebt
opgehaald, kunt u ze offline bekijken.
U bekijkt als volgt nieuwe berichten
online:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Druk op <Opties> → Verbinden.
3. Druk op <Opties> → E-mail
ophalen.
22
1. Herhaal de bovenstaande stappen 1
tot en met 3.
E-mailbijlagen bekijken of opslaan
E-mailbijlagen ( ) kunnen virussen
bevatten die uw toestel schade
kunnen toebrengen. Bescherm uw
toestel door alleen bijlagen te
openen als u de afzender vertrouwt.
Zie "Certificaatbeheer," X 93 voor
meer informatie.
U bekijkt als volgt een bijlage:
1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit
een geopende e-mail.
Communicatie
2. Blader naar de bijlage en druk op
.
De bijlage wordt geopend in de
bijbehorende toepassing.
U slaat als volgt een bijlage op:
1. Druk op <Opties> → Bijlagen vanuit
een geopende e-mail.
2. Blader naar de bijlage en druk op
<Opties> → Opslaan.
Een e-mailbericht verwijderen
U kunt e-mailberichten alleen van uw
toestel verwijderen of zowel van het
toestel als van de e-mailserver
verwijderen.
U verwijdert als volgt een bericht alleen
van uw toestel:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Blader naar een e-mail en druk op
<Opties> → Verwijderen → Alleen
telefoon.
De titel van het e-mailbericht blijft in
uw mailbox staan totdat u het bericht
van de e-mailserver verwijdert.
U verwijdert als volgt een bericht zowel
van het toestel als van de e-mailserver:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → uw mailbox.
]→
2. Blader naar een e-mail en druk op
<Opties> → Verwijderen →
Telefoon en server.
Als u offline bent, wordt de berichten
van de server verwijderd zodra u
opnieuw verbinding maakt. Als u het
POP3-protocol gebruikt, worden de te
verwijderen berichten verwijderd
zodra de verbinding met de mailbox
wordt gesloten.
23
Communicatie
Chatten
Aanmelden bij de chatserver
U kunt chatten (expresberichten
verzenden en ontvangen) als uw
serviceprovider deze voorziening
ondersteunt. Voordat u kunt chatten,
moet u een server instellen.
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Chatten.
Een server instellen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Chatten.
]→
U wordt gevraagd of u een server wilt
definiëren. Druk op <Ja> (als de
vraag niet verschijnt, drukt u op
<Opties> → Instellingen →
Servers).
2. Stel de serveropties in volgens de
instructies van uw serviceprovider.
24
]→
2. Als het toestel niet automatisch de
aanmelding start, drukt u op
<Opties> → Aanmelden.
3. Geef de gebruikersnaam en het
wachtwoord in en druk op <OK>.
4. Als u zich wilt afmelden, drukt u op
<Opties> → Afmelden.
Een gesprek beginnen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Connect. → Chatten → Gesprekken.
2. Druk op <Opties> → Nieuw gesprek
→ Gebr-ID invoeren of Select. uit
contacten.
Communicatie
3. Geef een gebruikersnaam in of
selecteer een naam uit uw lijst met
contacten.
4. Tijdens een gesprek kunt u op
<Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
• Smiley invoegen: hier kunt u een
van de vooraf ingestelde smiley's
invoegen
• Afbeelding verzenden: hiermee
verzendt u een afbeelding naar uw
chatpartner
• Chat opnemen: u kunt uw gesprek
opnemen en opslaan in Notities
• Blokkeeropties → Toev. aan
blok.lijst: hier blokkeert u berichten
van een bepaald chatcontact
• Eigen status wijzigen: hier wijzigt
u uw beschikbaarheidsstatus, die te
zien is voor andere chatcontacten
5. Als u het gesprek wilt beëindigen,
drukt u op <Opties> → Gesprek
beëindigen.
Een uitnodiging aannemen
Wanneer u bent aangemeld bij de
chatserver en een chatuitnodiging
ontvangt, wordt het volgende bericht
weergegeven op uw toestel: "1 nieuw
chatbericht" U kunt de uitnodiging
aannemen door op <Tonen> te drukken.
Als u meer dan één uitnodiging tegelijk
ontvangt, drukt u op <Tonen>, bladert u
naar een uitnodiging en drukt u
vervolgens op <OK>.
Chatcontacten toevoegen
U kunt chatcontactgegevens opslaan
door op <Opties> → Toev. aan
chatcont. te drukken tijdens een
gesprek. U kunt gegevens toevoegen aan
Chatcontacten door op <Opties> →
Nieuw chatcontact te drukken.
25
Communicatie
Wanneer u uw chatcontacten bekijkt,
kunt u de volgende symbolen zien:
Symbool
Beschrijving
het contact is online
• Standaardserver: hier stelt u de
standaardserver in voor chatten
• Login-type chat: hier stelt u het
login-type in op automatisch (type) of
handmatig
het contact is offline
Audioberichten
Als u geen symbool ziet naast de naam
van het contact, is het contact onbekend.
Chatopties wijzigen
Druk tijdens het chatten op <Opties> →
Instellingen voor toegang tot de
volgende opties:
• Voorkeuren: hier stelt u uw
voorkeuren in voor chatcontacten en
berichten
• Servers: hier voegt u een nieuwe
server toe of wijzigt u instellingen voor
een bestaande server
26
U kunt audioberichten verzenden met
spraakmemo's of geluidsclips. Zie
"Dictafoon," voor het opnemen van een
spraakmemo of een geluidsclip X 46.
Een audiobericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Berichten → Nieuw bericht →
Audiobericht.
2. Druk op <Opties> → Ontvngr
toevoegen.
3. Blader naar een ontvanger en druk op
→ <OK>.
Communicatie
4. U voegt als volgt een bestaande
geluidsclip in:
a. Selecteer <Opties> → Geluidsclip
invoegen → Van Galerij.
b. Blader naar een geluidsclip en druk
op
(ga verder met stap 6).
5. U neemt als volgt een nieuwe
geluidsclip op en voegt deze in:
Infoberichten
Als uw serviceprovider deze voorziening
ondersteunt, kunt u zich abonneren op
infoberichten die automatische
meldingen of nieuwsberichten
verstrekken. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie
over de beschikbare infoberichten.
a. Druk op <Opties> → Geluidsclip
invoegen → Nieuwe geluidsclip.
Een item voor infodiensten
toevoegen
b. Als u klaar bent met de opname,
drukt u op <Stop> om de
geluidsclip automatisch bij te
voegen bij het audiobericht.
Neem contact op met uw serviceprovider
voor namen en nummers van items.
6. Druk op <Opties> → Verzenden.
U voegt als volgt een item toe aan de lijst
met infodiensten:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Druk op <Opties> → Item → Zelf
toevoegen.
27
Communicatie
3. Geef een naam en nummer in voor het
item en druk op <OK>.
Abonneren op een infodienst
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Blader naar een item en druk op
<Opties> → Abonnement.
Het toestel ontvangt nieuwe berichten
nu automatisch.
3. U kunt het abonnement weer
opzeggen door op <Opties> →
Abonnem. opzeggen te drukken.
Sommige verbindingsinstellingen
blokkeren infodiensten mogelijk.
Neem contact op met uw provider
voor de juiste verbindingsinstellingen.
28
Een infodienstbericht bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Blader naar een itemmap en druk op
.
3. Blader naar een item en druk op
.
Automatische kennisgeving instellen
van nieuwe infodienstberichten
U handelt als volgt om een kennisgeving
van een nieuw infodienstbericht te
ontvangen:
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → <Opties> →
Infodienst.
]→
2. Blader naar een item en druk op
<Opties> → Direct melden.
Communicatie
3. U stopt de automatische kennisgeving
door nogmaals op <Opties> → Direct
melden verw. te drukken.
3. Druk op <Opties> en sla de gegevens
of instellingen op volgens het type
smart-bericht:
• Beeldbericht: selecteer Opslaan
om op te slaan in de map
Beeldberichten
Smart-berichten
Uw toestel kan allerlei smart-berichten
ontvangen, waaronder beeldberichten,
visitekaartjes, beltonen, logo's van
providers, agenda-items,
browserfavorieten en instellingen. Uw
serviceprovider verzendt wellicht smartberichten waarmee u instellingen in uw
toestel kunt laden.
• Visitekaartje: selecteer
Visitekaartje opsl.
• Beltoon: selecteer Opslaan om op
te slaan in Galerij
• Operatorlogo: als u het Standbylogo wilt vervangen, selecteert u
Opslaan
Gegevens of instellingen van smartberichten opslaan in uw toestel
• Agenda-item: selecteer Opslaan in
Agenda
1. Druk in de standby-stand op [
Berichten → Inbox.
• WAP-bericht: selecteer Toev. aan
bookms., Opslaan
]→
2. Blader naar een bericht en druk op
.
• SMS-servicenummer: selecteer
Opslaan
29
Communicatie
• Nr. voicemailserver: selecteer
Opslaan in Contacten
• Toegangspuntinstell.: selecteer
Opslaan
• E-mailinstellingen: selecteer
Opslaan
U kunt ook een e-mailmelding
ontvangen, waarin wordt vermeld
hoeveel nieuwe e-mails er in uw externe
mailbox zitten.
Dienstberichten
U kunt dienstberichten ontvangen van uw
serviceprovider. Deze worden
automatisch verwijderd wanneer ze zijn
verlopen. U kunt dienstberichten
bekijken in Postvak IN (mogelijk moet u
het bericht van de serviceprovider
downloaden). Neem voor informatie over
de dienstberichten contact op met uw
provider.
30
Logboeken
Hier vindt u meer informatie over
logboekgegevens van oproepen, packetgegevens en andere communicatieonderwerpen.
Recente oproepen
U kunt recente logboeken bekijken van
recentelijk gemiste oproepen, ontvangen
oproepen of gekozen nummers, en u
kunt deze logboeken verwijderen.
Logboeken met recente oproepen
bekijken
U bekijkt als volgt recentelijk gemiste
oproepen, ontvangen oproepen of
gekozen nummers:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Recente opr..
]→
Communicatie
2. Blader naar een type oproep en druk
op
.
Als u een nummer uit een logboek wilt
bellen, bladert u naar het nummer en
drukt u op [
].
Logboeken met recente oproepen
wissen
U kunt alle logboeken met recente
oproepen tegelijk wissen, u kunt één
logboek wissen of een enkel nummer uit
een logboek wissen.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Logboek → Recente opr. → een type
oproep.
2. Druk op <Opties> → Lijst wissen.
U wist als volgt een enkel nummer uit
een logboek:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Logboek → Recente opr. → een type
oproep.
2. Blader naar een nummer en druk op
[C].
U wist als volgt alle logboeken met
recente oproepen:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek → Recente opr..
U wist als volgt één logboek met recente
oproepen:
]→
2. Druk op <Opties> → Wis recente
oproep..
Gespreksduur
Als u de gespreksduur wilt zien van uw
laatste oproep, het gekozen nummer, een
ontvangen oproep of alle oproepen, drukt
u op [ ] → Logboek → Duur oproep.
31
Communicatie
U zet als volgt de gespreksduurtellers op
nul:
1. Druk op <Opties> → Timers op nul.
2. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is 00000000).
Packet-gegevens
Als u de hoeveelheid verzonden of
ontvangen packet-gegevens wilt
bekijken, drukt u op [ ] → Logboek →
Packet-ggvns.
U zet als volgt de packet-gegevenstellers
terug op nul:
Communicatielogboek
U kunt communicatiegegevens bekijken
en logboeken filteren met het
communicatielogboek.
Het communicatielogboek bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
]→
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
Sommige gebeurtenissen, zoals een
SMS-bericht dat in twee delen is
gesplitst, worden weergegeven als
één communicatiegebeurtenis.
1. Druk op <Opties> → Tellers op nul.
2. Geef de blokkeercode in (de standaard
blokkeercode is 00000000).
Logboekgebeurtenissen filteren
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
2. Blader naar rechts om naar het
communicatielogboek te gaan.
32
]→
Communicatie
3. Druk op <Opties> → Filter.
2. Druk op <Opties> → Instellingen.
4. Blader naar een filtertype en druk op
.
3. Druk op <Opties> → Wijzigen.
Het communicatielogboek wissen
Als u alle inhoud van het logboek
permanent wilt wissen, drukt u op
<Opties> → Logboek wissen.
4. Blader naar een tijdsduur en druk op
.
Als u Geen logboek selecteert,
worden er geen communicatiegebeurtenissen in het logboek
opgeslagen.
Duur logboek
U kunt wijzigen hoe lang
communicatiegebeurtenissen in het
logboek moeten worden opgeslagen.
Daarna worden gebeurtenissen
automatisch verwijderd om geheugen vrij
te maken.
U stelt als volgt een tijdsduur voor het
logboek in:
1. Druk in de standby-stand op [
Logboek.
Communicatie-opties
Opties voor SMS-berichten
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen → SMS om de
volgende opties te wijzigen:
]→
33
Communicatie
• Berichtencentrales: hier kunt u alle
opgegeven berichtencentrales
weergeven of een nieuwe
berichtencentrale toevoegen (druk op
<Opties> → Nwe berichtencentr.)
• Ber.centrale in gebr.: hier stelt u in
welke berichtencentrale u gebruikt als
u SMS-berichten verzendt
• Tekencodering: hier stelt u een type
tekencodering in (Voll.
ondersteuning voor Unicode beperkt
de maximumlengte van uw berichten
met ongeveer de helft)
• Rapport ontvangen: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
• Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn. Als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
34
• Ber. verzonden als: hier stelt u in dat
tekstberichten worden omgezet in een
andere indeling
• Voorkeursverbinding: hier stelt u
een netwerkverbindingstype in
• Ant. via zelfde centr.: hier stelt u in
dat dezelfde berichtencentrale moet
worden gebruikt voor het ontvangen
van antwoord op een bericht
Opties voor multimediaberichten
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen →
Multimediabericht om de volgende
opties te wijzigen:
• Grootte afbeelding: hier stelt u een
afmeting in voor afbeeldingen die aan
multimediaberichten worden
toegevoegd (wanneer u een bericht
verzendt naar een e-mailadres, wordt
de afmeting automatisch ingesteld op
Klein)
Communicatie
• MMS-aanmaakmodus: hier kunt u de
modus selecteren voor het maken van
MMS-berichten
• Toeg.punt in gebruik: hier stelt u
een toegangspunt in voor het
verzenden van MMS-berichten
• Multimedia ophalen: hier stelt u een
optie in voor het ontvangen van MMSberichten
• Anonieme ber. toest.: hier stelt u in
of u berichten van anonieme afzenders
wilt ontvangen of niet
• Advertent. ontvang.: hiermee kunt u
reclame toestaan of blokkeren
• Geldigheid bericht: hier stelt u in hoe
lang het bericht geldig moet zijn. Als
het bericht niet binnen de opgegeven
tijd kan worden afgeleverd, wordt het
uit de berichtencentrale verwijderd
E-mailopties
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen → E-mail om
de volgende opties te wijzigen:
• Mailboxen: hier kunt u een lijst met
gedefinieerde mailboxen bekijken. Voor
elke mailbox kunt u de volgende opties
instellen:
• Rapport ontvangen: hier stelt u in
dat u een rapport wilt ontvangen als
het bericht is afgeleverd
Verbindingsinstellingen
• Rapportz. weigeren: hier stelt u in
dat u afleveringsrapporten weigert
voor MMS-berichten
• Uitgaande e-mail: hier stelt u
opties in voor uitgaande e-mail
• Inkomende e-mail: hier stelt u
opties in voor inkomende e-mail
35
Communicatie
Gebruikersinstellingen
Inst. voor ophalen
• Mijn mailnaam: hier stelt u uw
gebruikersnaam in
• E-mail ophalen: hier stelt u in dat
alleen de titels van e-mails of het
volledige bericht met bijlagen wordt
opgehaald (u kunt een limiet
instellen voor volledige berichten)
• Bericht zenden: hier geeft u op of
e-mailberichten onmiddellijk worden
verzonden of pas de volgende keer
dat u verbinding maakt met de
server.
• Kopie naar mij: hier stelt u in dat
kopieën van uitgaande e-mails
worden opgeslagen
• Handtek. opnemen: hier maakt u
een handtekening die in uw e-mails
wordt opgenomen
• Melding bij nieuwe e-mail: hier
stelt u in dat er een symbool wordt
weergegeven als u nieuwe e-mail
ontvangt
36
• Aantal: hier stelt u een maximaal
aantal titels in dat u per keer wilt
ophalen
• Pad IMAP4-map (voor IMAP4): hier
stelt u een pad in naar de map die
wordt gesynchroniseerd met de
server
• Mapabonnementen (voor IMAP4):
hier maakt u verbinding met de
mailbox en worden mappen
bijgewerkt
Communicatie
Automatisch ophalen
• E-mailmeldingen: hier stelt u in
dat u bericht wilt zodra u een nieuwe
e-mail ontvangt
• E-mail ophalen: hier stelt u in dat
e-mail automatisch moet worden
opgehaald van de server
• Mailbox in gebruik: de
berichtenmailbox instellen die u wilt
gebruiken
Dienstberichtopties
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen →
Dienstbericht om de volgende opties te
wijzigen:
• Dienstberichten: hier stelt u in of u
dienstberichten wilt ontvangen.
• Ber. downloaden: hier stelt u in of u
nieuwe dienstberichten automatisch of
handmatig wilt downloaden
Opties voor infodienstberichten
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen → Infodienst
om de volgende opties te wijzigen:
• Ontvangst: hier stelt u in of u
infodienstberichten wilt ontvangen
• Taal: hier stelt u in of u
infodienstberichten wilt ontvangen in
Alle, Geselecteerd of Overige talen
• Itemherkenning: hier stelt u in dat
het itemnummer automatisch moet
worden opgeslagen wanneer u een
infodienstbericht ontvangt dat niet tot
een bestaand item behoort
37
Communicatie
Overige berichtopties
Druk in het menu Berichten op
<Opties> → Instellingen → Overige
om de volgende opties te wijzigen:
• Verzonden ber. opsl.: hier stelt u in
dat kopieën van uitgaande e-mails
worden opgeslagen
• Aantal opgesl. ber.: hier stelt u een
maximumaantal opgeslagen berichten
in dat in de map Verzonden moet
worden bewaard. Nieuwe berichten
worden opgeslagen terwijl oudere
berichten dan worden verwijderd.
• Gebruikt geheugen: hier stelt u een
geheugenlocatie in voor het opslaan
van berichten
38
2
Media
Hier vindt u meer informatie over de
mediatoepassingen op uw toestel: de
Muziekspeler, Camera, Galerij, Flashspeler, RealPlayer, Dictafoon en PC
Studio.
Bestanden aan de
muziekbibliotheek toevoegen
U voegt als volgt bestanden toe aan de
muziekbibliotheek:
1. Muziekbestanden op uw toestel zetten
Muziekspeler
Met de muziekspeler kunt u MP3- of AACbestanden afspelen.
Bestanden op uw toestel zetten
U kunt muziekbestanden op uw toestel
zetten door ze te downloaden van
internet of ze over te zetten van een
computer met behulp van PC Studio (zie
de Help bij PC Studio), een microSDgeheugenkaart of Windows Media Player.
2. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler.
]→
3. Druk op <Opties> →
Muziekbibliotheek.
4. Druk op <Opties> → Muziekbibl.
bijwerken.
Muziekbestanden afspelen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler.
]→
2. Druk op <Opties> →
Muziekbibliotheek.
39
Media
3. Druk op <Opties> → Muziekbibl.
bijwerken.
U hebt ook toegang tot de volgende
opties:
4. Blader naar een afspeellijst.
• Als u muzieknummers in willekeurige
volgorde wilt afspelen, drukt u op
<Opties> → Willekeurig afspelen.
5. Druk op <Opties> → Afspelen.
6. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende opties instellen:
Toets
Functie
Het afspelen wordt
onderbroken of hervat.
Navigatie
(Omhoog)
Navigatie
(Omlaag)
Volume
0
40
Naar vorige bestand,
achteruitspoelen
(ingedrukt houden)
Naar volgende bestand,
vooruitspoelen
(ingedrukt houden)
Het volume harder of
zachter zetten
Het afspelen stoppen
• Als u één of alle nummers steeds
opnieuw wilt afspelen, drukt u op
<Opties> → Herhalen.
• Als u de muziekspeler wilt sluiten
met de muziek op de achtergrond,
drukt u op <Opties> → Afsp. in
achtergrond.
Een afspeellijst maken
U maakt als volgt uw eigen afspeellijst:
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Muziekspeler.
]→
2. Druk op <Opties> →
Muziekbibliotheek → Tracklijsten.
Media
3. Druk op <Opties> → Nieuwe
tracklijst → een geheugentype (indien
nodig).
4. Geef een naam in voor de afspeellijst
en druk op
.
5. Blader naar de nieuwe afspeellijst en
druk op
.
6. Druk op <Opties> → Tracks
toevoegen.
7. Blader naar een nummer en druk op
om het nummer aan de afspeellijst
toe te voegen.
Camera
U kunt met uw toestel digitale foto's
nemen (jpg-indeling) of video's opnemen
(mp4-indeling).
Een foto nemen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Camera.
]→
2. Draai het toestel 90° naar links (tegen
de klok in).
3. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camerastand").
4. Druk op
nemen.
of op [
] om de foto te
De toetsen gebruiken in de
camerastand
Toets
Functie
Navigatie
(Links of
Rechts)
In- of uitzoomen
41
Media
Toets
Functie
Toets
Functie
Navigatie
(Omlaag)
Overschakelen naar de
camcorderstand
0
1
Schakelen tussen
Reeksmodus en de normale
modus
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera,"
X 102)
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
2
De flitser in- of uitschakelen
3
Het geheugen wijzigen
waar de foto wordt
opgeslagen.
4
De helderheid aanpassen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Afbeeldingen.
6
De witbalansmodus
wijzigen
2. Blader naar een afbeelding en druk op
.
7
De kleurtoon wijzigen
8
De vertraging voordat een
foto wordt genomen,
instellen
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
42
Een foto bekijken
Een video-opname maken
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Camera.
]→
2. Draai het toestel 90° naar links (tegen
de klok in).
Media
3. Blader naar rechts (in de richting van
de alfanumerieke toetsen) om de
camcorder te starten.
4. Richt de lens op het onderwerp en pas
het beeld naar wens aan (zie "De
toetsen gebruiken in de
camcorderstand").
5. Druk op
of op [
met de opname.
6. Druk op [
stoppen.
] om te beginnen
] om de opname te
Toets
Functie
1
Het geluid in- of
uitschakelen.
2
De flitser in- of uitschakelen
3
Het geheugen wijzigen
waar de video wordt
opgeslagen.
4
De helderheid aanpassen
6
De witbalansmodus
wijzigen
7
De kleurtoon wijzigen
Zie snelkoppelingen voor
aanpassingen
De toetsen gebruiken in de
camcorderstand
Toets
Functie
Navigatie
(Links of
Rechts)
In- of uitzoomen
Navigatie
(Omhoog)
Naar de camerastand
overschakelen
0
De camera-instellingen
wijzigen (zie "Camera,"
X 102)
De pictogrammen op het
scherm weergeven of
verbergen
43
Media
Een video-opname afspelen
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Media → Galerij → Videoclips.
2. Blader naar een video en druk op
.
Galerij
U kunt al uw mediabestanden en
internetkoppelingen voor streaming
beheren vanuit de Galerij.
Een mediabestand openen
1. U opent de Galerij door op [ ] →
Media → Galerij te drukken. Uw
mediabestanden worden automatisch
gesorteerd op bestandstype.
2. Blader naar een mediamap en druk op
.
44
Een internetkoppeling voor
streaming aan de Galerij
toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Galerij.
]→
2. Blader naar de map Streaming kop.
en druk op
.
3. Druk op <Opties> → Nieuwe
koppeling → een geheugentype
(indien nodig).
4. Geef een naam en internetadres in en
druk op
.
Media
Streaming content afspelen van
internet
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Galerij.
]→
2. Blader naar de map Streaming kop.
en druk op
.
3. Blader naar een koppeling en druk op
.
RealPlayer wordt gestart en u wordt
gevraagd of u verbinding wilt maken
met internet.
4. Druk op <Ja>.
Flash® Player
U bekijkt als volgt een Flash-bestand:
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Flash-speler.
]→
2. Blader naar een Flash-bestand en druk
op
(blader naar rechts om
bestanden op te zoeken op een
geheugenkaart).
RealPlayer®
Uw toestel wordt geleverd met RealPlayer
voor het bekijken van allerlei soorten
mediabestanden en streaming content
van internet. RealPlayer ondersteunt
bestanden in de volgende indelingen:
3gp, mp4, rm, ram, ra en rv.
Uw toestel wordt geleverd met Flash
Player voor het bekijken van Flashbestanden (*.swf).
45
Media
Een mediabestand afspelen in
RealPlayer
1. Druk in de standby-stand op [
Media → RealPlayer.
]→
2. Druk op <Opties> → Openen →
Recente clips of Opgeslagen clip.
3. Blader naar een mediabestand en druk
op
.
Streaming content van internet
afspelen met RealPlayer
Wanneer u een koppeling opent naar
streaming content met uw webbrowser,
wordt de content door RealPlayer
gebufferd en afgespeeld (zie "Surfen op
internet," X 58). U kunt vervolgens de
functietoetsen en volumetoets gebruiken
om opties voor de streaming content in
te stellen.
46
Dictafoon
U kunt met de Dictafoon spraakmemo's
en geluidsclips opnemen en afspelen.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Dictafoon.
2. Druk op
]→
om de opname te starten.
3. Als u klaar bent met de opname, drukt
u op <Stop>.
De spraakmemo wordt automatisch
opgeslagen.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in de standby-stand op [
Media → Dictafoon.
2. Druk op <Opties> → Ga naar
Galerij.
]→
Media
3. Blader naar een spraakmemo en druk
op
.
Het afspelen wordt automatisch
gestart.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm
om het afspelen te regelen.
PC Studio installeren
1. Plaats de cd met PC Studio in een
computer met het Windowsbesturingssysteem.
2. Selecteer een taal voor het
installatieprogramma.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
PC Studio
PC Studio, dat zich op de PC Studio-cdrom bevindt, is een Windows-programma
waarmee u uw persoonlijke gegevens
kunt beheren en bestanden kunt
synchroniseren voor uw toestel.
Installeer het programma en raadpleeg
de Help bij PC Studio voor meer
informatie.
Tijdens de installatie worden de
nodige USB-stuurprogramma's
automatisch geïnstalleerd.
PC Studio gebruiken
Als u het toestel met een pc met PC
Studio wilt gebruiken, moet u de USB
modus van het toestel wijzigen (Zie "PC
Studio gebruiken," X 68).
47
3
Uw persoonlijke zaken regelen
Hier vindt u informatie over het beheer
van uw contacten, plannen van
afspraken, maken van notities en gebruik
van de QuickOffice en Adobe® Reader®.
Een nieuwe contactkaart maken in
het geheugen van het toestel
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuw contact.
Contacten
U kunt contactkaarten en -groepen
gebruiken om de gegevens van uw
contacten op te slaan, zoals namen,
telefoonnummers en adressen.
Een nieuwe contactkaart maken
U kunt contactkaarten opslaan in het
telefoongeheugen of op de SIM-kaart.
48
3. Geef de contactgegevens in.
Als u nog meer gegevensvelden
wilt invoegen, drukt u op
<Opties> → Detail toevoegen →
een gegevenstype. Als u een
afbeelding aan de contactkaart wilt
toevoegen, drukt u op <Opties> →
Thumbnail toevoeg. → een
afbeelding.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <Gereed> om
de contactkaart op te slaan.
Uw persoonlijke zaken regelen
Een nieuwe contactkaart maken op
een SIM-kaart
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Druk op <Opties> → SIM-contacten
→ SIM-telefoonboek (SIM-kaart).
De contactkaarten worden
weergegeven, waarbij de naam die het
meest overeenkomt met de letters die
u hebt ingevoerd, is gemarkeerd.
3. Blader naar een contact en druk op
om de gegevens te openen.
3. Druk op <Opties> → Nieuw SIMcontact.
Een contactkaart kopiëren
4. Geef de contactgegevens in.
U kopieert als volgt contactkaarten van
de ene geheugenlocatie naar de andere:
5. Als u klaar bent met het ingeven van
gegevens, drukt u op <Gereed> om
de contactkaart op te slaan.
Contactkaarten zoeken
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
1. Open als volgt de lijst met contacten:
a. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten (apparaatgeheugen).
b. Druk in de standby-stand op [ ] →
Contacten → <Opties> → SIMcontacten → SIM-telefoonboek
(SIM-kaart).
2. Typ de eerste tekens van de naam van
het contact in het zoekvak.
49
Uw persoonlijke zaken regelen
2. Blader naar een contact en druk op
<Opties> → Kopie naar Contact. of
Kopieer naar SIM.
Als u een geheugenkaart hebt
geplaatst, kunt u ook contacten
kopiëren van en naar de kaart. Dit
doet u als volgt: druk op <Opties> →
Kopiëren → Naar geheugenkaart of
Van geheugenkaart.
Een standaardtelefoonnummer
of -adres instellen
Sommige contactkaarten bevatten
wellicht meer dan een telefoonnummer of
adres.
U stelt als volgt een bepaald
telefoonnummer of adres in als
standaard:
1. Open een lijst met contacten (zie "Een
contactkaart kopiëren," X 49).
50
2. Blader naar een contact en druk op
.
3. Blader naar een contact en druk op
<Opties> → Standaardnummers.
4. Blader naar een standaardtype en druk
op
.
5. Blader naar een telefoonnummer of
adres en druk op
.
Een snelkiesnummer toewijzen
aan een contactkaart
U kunt snelkeuzenummers toewijzen aan
maximaal acht contactkaarten ([2] tot en
met [9]); [1] is gereserveerd als
snelkiesnummer voor uw voicemail.
U wijst als volgt snelkeuzenummers toe:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Blader naar een contact en druk op
.
Uw persoonlijke zaken regelen
3. Blader naar een telefoonnummer en
druk op <Opties> → Snelkeuze
toewijz..
4. Blader naar een snelkiesnummer en
druk op
.
Een beltoon aan een
contactkaart of -groep toewijzen
U kunt voor elke contactkaart en groep
een bepaalde beltoon instellen.
Een contactgroep maken
U wijst als volgt een beltoon toe:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
Bij een afzonderlijk contact wordt de
beltoon gebruikt die het laatst is
ingesteld voor de contactkaart. Als u
bijvoorbeeld een beltoon aan een
groep toewijst en vervolgens een
beltoon toewijst aan een contactkaart
binnen die groep, wordt de beltoon
gebruikt die aan de contactkaart is
toegewezen, wanneer er door die
persoon wordt gebeld.
]→
U kunt groepen met contacten maken en
vervolgens e-mails of berichten aan de
gehele groep verzenden.
2. Blader naar een contact of groep en
druk op
.
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
3. Druk op <Opties> → Beltoon.
2. Blader naar rechts om naar de
groepslijst te gaan.
4. Blader naar een beltoon en druk op
.
]→
3. Druk op <Opties> → Nieuwe groep.
51
Uw persoonlijke zaken regelen
4. Geef een naam in en druk op
.
5. Blader naar de nieuwe groep en druk
op
om de gegevens te openen.
6. Druk op <Opties> → Leden
toevoegen.
7. Blader naar elk contact dat u wilt
toevoegen en druk op
.
8. Als u klaar bent met het selecteren van
contacten, drukt u op <OK> om de
contacten in de groep op te slaan.
Uw contacten synchroniseren
U synchroniseert uw contacten als volgt
met het huidige synchronisatieprofiel:
1. Druk in de standby-stand op [
Contacten.
]→
2. Blader naar een contact en druk op
<Opties> → Synchronisatie →
Starten.
52
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op
.
Zie "Uw toestel synchroniseren,"
X70 als u synchronisatieprofielen of instellingen wilt wijzigen.
Agenda
Met de Agenda kunt u afspraken,
verjaardagen of andere gebeurtenissen
bijhouden.
Een agenda-item maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Agenda.
]→
2. Blader naar een datum en druk op
<Opties> → Nieuw item → een type
item:
Uw persoonlijke zaken regelen
• Vergadering - een herinnering op
een bepaalde datum en tijd
De weergave van de Agenda
wijzigen
• Memo - algemene tekst
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Agenda.
• Verjaardag - een jaarlijkse
herinnering aan een specifieke
datum
• Taak - een notitie over een bepaalde
taak
3. Vul de velden in en pas de instellingen
aan voor uw item.
4. Druk op <Gereed> wanneer u klaar
bent. Uw item wordt opgeslagen.
In het veld Synchronisatie kunt u
opgeven of een gebeurtenis Privé
(kan alleen door u worden bekeken),
Openbaar (kan worden bekeken door
iedereen die toegang heeft tot uw
gegevens als u hebt gesynchroniseerd)
of Geen (niet gesynchroniseerd) is.
]→
2. Druk op <Opties> → een
weergavetype.
Een alarm voor een agenda-item
afzetten
Als u een alarm instelt voor een agendaitem, gaat het alarm een minuut lang af
op de opgegeven tijd. Als u het alarm wilt
afzetten, drukt u op <Stop>. Als u de
alarmtoon wilt uitschakelen, drukt u op
<Stil>. Als u het alarm kort daarna
opnieuw af wilt laten gaan, drukt u op
<Stil> → <Snooze> → een snoozetijd.
53
Uw persoonlijke zaken regelen
Agendaopties wijzigen
Selecteer in een willekeurige
Agendaweergave <Opties > →
Instellingen voor toegang tot de
volgende opties:
• Agenda-alarmtoon: hier kunt u zelf
een alarmtoon kiezen
• Snoozetijd alarm: hier stelt u in hoe
lang de snoozetijd moet duren voor
een agenda-alarm
• Standaardweergave: hier stelt u in
welke weergave wordt getoond als u de
Agenda opent
• Week begint met: hier stelt u in met
welke dag de week moet beginnen
• Titel weekweergave: hier stelt u de
titel van de weekweergave in op een
weeknummer of datum
54
Quickoffice®
Met Quickoffice kunt u Word-, Excel- en
PowerPoint -bestanden op uw toestel
openen
Een Quickoffice-document
openen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Quickoffice.
]→
2. Blader naar rechts om de verschillende
toepassingen te gebruiken
(Quickword, Quicksheet en
Quickpoint).
3. Blader naar een document en druk op
.
Uw persoonlijke zaken regelen
4. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Optie
Beschrijving
Zoomen
Gedeelte van een
document vergroten
Zoekopties Tekst zoeken
Ga naar
Naar het begin of het
eind van een document
gaan
Auto.
schuiven
starten
Automatisch door een
document bladeren
(schuiven)
Formaat
wijzigen
De afmetingen van een
kolom of rij wijzigen
Pannen
Naar rechts of naar
links gaan
Optie
Beschrijving
Volledig
scherm
Het gehele display
gebruiken voor de
weergave
Quickoffice bijwerken
Met Quickmanager kunt u updates voor
toepassingen, nieuwe Quickofficeproducten of speciale aanbiedingen
downloaden.
U voert als volgt een update voor
Quickoffice uit:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Quickoffice.
]→
2. Blader naar rechts om naar
Quickmanager te gaan.
3. Blader naar een Quickmanager-item
en druk op
.
55
Uw persoonlijke zaken regelen
Adobe® Reader®
6. Terwijl u een document bekijkt, kunt u
op <Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
Met Adobe Reader kunt u PDFdocumenten openen en bekijken.
Optie
Beschrijving
U opent als volgt een PDF-document:
Zoomen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Adobe PDF.
Gedeelte van een
document vergroten
Zoeken
Tekst zoeken
]→
2. Druk op <Opties> → Blad. naar
bestand.
3. Blader naar een type geheugen en
druk op
.
4. Blader naar een bestandstype en druk
op
.
5. Blader naar een bestand en druk op
.
56
Weergeven Het volledige display
gebruiken om het
document te bekijken
of te draaien
Ga naar
Naar een andere
pagina gaan
Uw persoonlijke zaken regelen
Notities
Met Notities kunt u tekstnotities maken
en deze met andere apparaten
synchroniseren.
Een notitie maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Notities.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe notitie.
Notities synchroniseren met
andere apparaten
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Notities.
]→
2. Blader naar een notitie en druk op
<Opties> → Synchronisatie →
Starten.
3. Blader naar een synchronisatieprofiel
en druk op
.
3. Geef de tekst in.
4. Als u klaar bent met het ingeven van
tekst, drukt u op <Gereed> om de
notitie op te slaan.
57
4
Web
U kunt met de ingebouwde webbrowser
in het toestel draadloos verbinding
maken met internet. U moet het
volgende doen om verbinding te maken
met internet:
• Aanmelden bij een draadloos netwerk
dat gegevensoproepen ondersteunt
• De gegevensservice activeren voor uw
SIM-kaart
• Een internettoegangspunt verkrijgen
van een serviceprovider
• Uw webinstellingen definiëren
Uw telefoon is ingesteld voor
draadloze toegang tot internet. Als u
geen verbinding krijgt met internet,
neemt u contact op met uw
serviceprovider om nieuwe
browserinstellingen te downloaden.
58
Surfen op internet
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
Het toestel geeft een lijst met
favorieten en mappen weer.
2. U opent als volgt een webpagina:
• Blader naar een favoriet en druk op
.
• Geef een internetadres in en druk op
.
3. Als u
ingedrukt houdt terwijl u een
webpagina bekijkt, kunt u de werkbalk
verbergen of weergeven:
Web
Symbool
Beschrijving
Vaak gebruikte
koppelingen
Doorsturen
Startpagina
Paginaoverzicht
Opnieuw laden
Zoeken
Stop
4. Druk op <Afsluiten> om de
internetverbinding te sluiten.
• Als het bericht "Geheugen vol"
wordt weergegeven, sluit u andere
actieve toepassingen om
systeemgeheugen beschikbaar te
maken en start u de browser
opnieuw.
• Als u een versleutelde verbinding tot
stand hebt gebracht, wordt er een
beveiligingssymbool ( )
weergegeven.
Druk op <Opties> tijdens het surfen om
de volgende opties in te stellen:
• Ga naar webadres: naar de
ingevoerde webpagina gaan
• Bookmarks: de lijst met favorieten
weergeven
59
Web
• Opslaan als bookmark: hiermee
maakt u een nieuwe favoriet voor de
huidige webpagina
• Scherm draaien: hier schakelt u over
op breedbeeld
• Navigatieopties: hiermee kunt u
schermafbeeldingen zien van pagina's
die u recentelijk hebt bezocht of kunt u
de huidige pagina opnieuw laden
• Zoomopties: hier kunt in- of
uitzoomen op een webpagina
• Venster: alle pop-ups blokkeren
tijdens het surfen of toestaan dat
popups in de browser worden
weergegeven
• Privacyggvns wissen: gegevens
wissen die worden overgedragen
tijdens het surfen, zoals cookies,
gegevens in het cachegeheugen, de
geschiedenis, formulieren of
wachtwoordgegevens
60
• Instrumenten: hier kunt u pagina's
opslaan voor offline gebruik, een
webpagina verzenden of informatie
over een webpagina bekijken
• Zoeken: hier kunt u zoeken naar tekst
op een webpagina
• Instellingen: de browserinstellingen
wijzigen
Browserinstellingen
wijzigen
Druk in de browser op <Opties> →
Instellingen om de volgende opties in te
stellen:
• Algemeen: hier kunt u opties instellen
voor toegangspunten, startpagina's,
geschiedenis, beveiliging en Java
• Pagina: hier stelt u opties in voor het
laden en weergeven van webcontent
Web
• Privacy: hier stelt u opties in voor
favorieten en cookies
• Webfeeds: hier stelt u in dat de
webpagina automatisch wordt
bijgewerkt
Een favoriet toevoegen
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
2. Druk op <Opties> →
Bookmarkbeheer → Bookm. toev..
3. Geef de naam van de favoriet, het
adres en het toegangspunt in, en een
gebruikersnaam en wachtwoord indien
gewenst.
4. Druk op <Opties> → Opslaan.
Een favoriet gebruiken
U kunt favorieten ook openen terwijl u
aan het surfen bent (zie "Een favoriet
toevoegen," X 61). Druk op <Opties> →
Bookmarks om de volgende opties in te
stellen:
Symbool
Beschrijving
Startpagina van het
toegangspunt
De map met automatische
favorieten
De map die u hebt gemaakt
Standaardmap
Map voor webfeed
Favoriet
61
Web
Een webpagina opslaan
en offline bekijken
Wanneer u een webpagina opslaat, kunt
u een kopie van de pagina offline
bekijken zonder dat u een
internetverbinding nodig hebt. De
opgeslagen kopie wordt niet automatisch
bijgewerkt, dus u moet regelmatig
verbinding met de pagina op het web
maken om de huidige versie op te halen.
Een webpagina opslaan
1. Ga naar de webpagina met uw browser
(zie "Surfen op internet," X 58).
2. Druk op <Opties> → Instrumenten
→ Pagina opslaan.
De webpagina is nu opgeslagen op uw
toestel.
62
Een opgeslagen webpagina
bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Web.
]→
2. Blader naar Opgeslagen pagina's en
druk op
.
3. Blader naar een opgeslagen
webpagina en druk op
.
4. Als u de webpagina wilt bijwerken,
drukt u op <Opties> →
Navigatieopties → Opnieuw laden.
Web
Bestanden van internet
downloaden
Wanneer u bestanden downloadt van
internet, worden deze opgeslagen in een
bijbehorende map in de Galerij.
Gedownloade afbeeldingen worden
bijvoorbeeld opgeslagen in de map
Afbeeldingen.
Bestanden die u downloadt van
internet kunnen mogelijk virussen
bevatten die schade toebrengen aan
uw toestel. Download daarom alleen
bestanden van websites die u
vertrouwt.
Sommige mediabestanden maken
gebruik van Digital Rights
Management om copyrights te
beschermen. Deze beveiliging kan het
onmogelijk maken sommige
bestanden te downloaden, te
kopiëren, te wijzigen of te verzenden.
63
5
Connectiviteit
Hier vindt u informatie over het
verzenden van gegevens van en naar uw
toestel via de draadloze Bluetoothvoorziening of de datakabel van de pc.
De draadloze Bluetoothvoorziening inschakelen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Bluetooth.
]→
2. Blader naar Bluetooth en druk op
De draadloze Bluetoothvoorziening gebruiken
U kunt verbinding maken met andere
draadloze Bluetooth-apparaten binnen
een afstand van 10 meter. Muren of
andere obstakels tussen de apparaten
kunnen de draadloze verbinding
blokkeren of verzwakken.
64
.
3. U maakt uw toestel waarneembaar
voor andere gebruikers door te
bladeren naar Waarneembrh. tel. en
op
te drukken.
4. Selecteer een optie voor de
waarneembaarheid en druk op
.
Connectiviteit
Een Bluetooth-apparaat
opzoeken en koppelen
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Bluetooth
Symbool
]→
2. Blader naar rechts om de lijst met
gekoppelde apparaten te openen.
3. Druk op <Opties> → Nw gekoppeld
app..
Uw apparaat zoekt een lijst met
Bluetooth-apparaten en geeft deze
weer:
Symbool
Type apparaat
Mobiele telefoon
Computer
Headset
Type apparaat
Handsfree carkit
Audio-apparaat
Onbekend apparaat
4. Blader naar een apparaat en druk op
.
5. Geef de toegangscode voor Bluetooth
in en druk op
.
Als u uw apparaat wilt koppelen aan
een ander Bluetooth-apparaat,
moeten beide apparaten dezelfde
toegangscode gebruiken. Voor
headsets of handsfree kits wordt
mogelijk een vast wachtwoord
gebruikt, zoals 0000.
65
Connectiviteit
6. Als u wilt toestaan dat het apparaat
gegevens verzendt en ontvangt zonder
bevestiging, drukt u op <Ja>. Zo niet,
drukt u op <Nee> om bevestiging
noodzakelijk te maken.
• Geautoriseerd/Niet geautoriseerd:
hier kunt u instellen dat een ander
apparaat automatisch verbinding kan
maken of alleen met toestemming
• Verwijderen: hiermee verwijdert u
een apparaat uit de lijst.
Opties voor gekoppelde
apparaten wijzigen
• Alle verwijderen: hiermee verwijdert
u alle apparaten uit de lijst.
Druk in de lijst met gekoppelde
apparaten op <Opties> om de volgende
opties weer te geven:
• Afsluiten: hiermee sluit u de lijst met
gekoppelde apparaten.
• Nw gekoppeld app.: hier kunt u
zoeken naar een ander Bluetoothapparaat
Gegevens verzenden via de
draadloze Bluetooth-voorziening
• Verb. met audio-apparaat: hier
koppelt u het apparaat aan een
headset of carkit
• Korte naam toewijz.: hier kunt u een
korte naam instellen voor een
gekoppeld apparaat
66
1. Selecteer een bestand of item dat u
wilt verzenden.
2. Druk op <Opties> → Zenden.
3. Blader naar Via Bluetooth en druk op
.
Connectiviteit
4. Blader naar een gekoppeld apparaat
en druk op
.
De externe SIM-modus activeren
5. Geef, indien nodig, een toegangscode
in en druk op <OK>.
Ga als volgt te werk om de externe SIMmodus te gebruiken met een compatibele
handsfree carkit:
Gegevens ontvangen via de
draadloze Bluetooth-voorziening
1. Maak een koppeling tussen uw toestel
en een geautoriseerde handsfree
carkit.
1. Als een ander apparaat toegang
probeert te krijgen tot uw apparaat,
drukt u op <Ja> als u de verbinding
wilt toestaan.
2. Druk, indien nodig, nogmaals op <Ja>
om te bevestigen dat u gegevens wilt
ontvangen van het apparaat.
De items die u hebt geaccepteerd,
worden in uw Postvak IN geplaatst.
Het symbool geeft de berichten aan
die via Bluetooth zijn ontvangen.
2. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instell. → Verbinding → Bluetooth →
Externe SIM-modus → Aan.
U kunt nu alleen via de SIM-kaart in
uw toestel bellen en oproepen
beantwoorden met de aangesloten
handsfree carkit.
Als u de modus wilt deactiveren, drukt u
op [ ] → Externe SIM sluiten.
67
Connectiviteit
Verbinding maken via
USB
PC Studio gebruiken
1. De USB-verbinding wijzigen in PC
Studio.
Een standaardactie instellen
voor de USB-verbinding
2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
U kunt als volgt instellen dat uw apparaat
een standaardactie uitvoert wanneer u
het apparaat op een computer aansluit
met behulp van de datakabel voor de pc:
3. Start PC Studio en beheer persoonlijke
gegevens en mediabestanden.
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → USB.
]→
2. Stel de standaard USB-modus in
(Mediaspeler, PC Studio of
Gegevensoverdracht).
U kunt ook de instelling Vragen bij
verbind. kiezen, in plaats van een
standaard USB-modus te gebruiken.
Als u deze instelling gebruikt, vraagt
uw telefoon welke USB-modus u wilt
gebruiken, zodra u het toestel aansluit
op een computer.
68
Zie de Help bij PC Studio voor meer
informatie.
Synchroniseren met Windows
Media Player
U kunt muziekbestanden naar het toestel
kopiëren door te synchroniseren met
Windows Media Player 11.
1. De USB-verbinding wijzigen in
Mediaspeler.
2. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
Connectiviteit
3. Selecteer Mediabestanden met
apparaat als er op uw computer een
pop-upvenster wordt geopend.
4. Geef de naam van uw telefoon in en
klik op Voltooien.
5. Selecteer de gewenste
muziekbestanden en sleep deze naar
de synchronisatielijst.
6. Klik op Synchronisatie starten.
7. Wanneer het synchroniseren is
voltooid, koppelt u het toestel los van
de computer.
Muziekbestanden naar een
geheugenkaart kopiëren
1. Plaats een geheugenkaart in het
toestel.
2. De USB-verbinding wijzigen in
Gegevensoverdracht.
3. Sluit de telefoon met een pc-datakabel
op de computer aan.
4. Selecteer Map openen en bestanden
weergever als er op uw computer een
pop-upvenster wordt geopend.
5. Kopieer bestanden van de computer
naar de geheugenkaart.
6. Wanneer de synchronisatie is voltooid,
koppelt u de telefoon los van de
computer.
69
Connectiviteit
Uw toestel
synchroniseren
4. Definieer het volgende:
U kunt de gegevens op uw toestel
synchroniseren met gegevens op een
computer of ander draadloos toestel.
Een nieuw synchronisatieprofiel
maken
Uw toestel beschikt over een
synchronisatieprofiel voor PC Studio. U
maakt als volgt een nieuw
synchronisatieprofiel:
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Synchr..
]→
2. Druk op <Opties> → Nw
sync.profiel.
3. Druk op <Ja> om de instellingen uit
een bestaand profiel te kopiëren of op
<Nee> om nieuwe instellingen te
definiëren.
70
• Naam synchr.profiel: hier stelt u
een naam in voor het profiel.
• Toepassingen: hier stelt u de
toepassingen in die moeten worden
gesynchroniseerd
• Verbindingsinstellingen: hier stelt
u opties in voor verbinding met het
netwerk
5. Druk op <Terug> om het nieuwe
profiel op te slaan.
Gegevens synchroniseren
1. Koppel uw toestel met een ander
draadloos Bluetooth-apparaat (zie
"Een Bluetooth-apparaat opzoeken en
koppelen," X 65).
2. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Synchr..
]→
Connectiviteit
3. Druk op <Opties> →
Synchroniseren.
4. Blader naar een toestel en druk op
indien nodig.
,
Onder aan het scherm van uw toestel
wordt een voortgangsmeter
weergegeven.
Zodra de synchronisatie is voltooid,
kunt u op <Opties> → Logboek
bekijken drukken om een lijst met
gegevens te bekijken die zijn
gewijzigd.
71
6
Andere toepassingen
Hier vindt u informatie over de
rekenmachine, de klok, de
omrekenfunctie, Voice Signal, GPSgegevens en de functie Plaatsen.
Rekenmachine
U gebruikt de rekenmachine als volgt:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Rekenm..
]→
2. Met behulp van de alfanumerieke
toetsen en de navigatietoetsen kunt u
eenvoudige rekenkundige bewerkingen
uitvoeren.
Druk op [ ] om een decimaalteken
in te voegen. Druk op [C] om het
resultaat te wissen. Druk op [ ]
om een andere functie te
gebruiken.
72
3. Als u berekeningen uitvoert, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende
opties weer te geven:
• Laatste resultaat: hiermee wordt
het resultaat van de laatste
berekening ingevoegd
• Geheugen: hiermee kunt u iets
opslaan, ophalen of wissen uit het
tijdelijk geheugen van de
rekenmachine
• Scherm wissen: hiermee wist u alle
berekeningen van het scherm
Klok
In de toepassing Klok kunt u
tijdsinstellingen aanpassen, een alarm
instellen en een wereldklok maken.
Andere toepassingen
Klokinstellingen wijzigen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
Een alarm afzetten
]→
2. Druk op <Opties> → Instellingen
(zie "Datum en tijd," X 91).
Een nieuw alarm instellen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
]→
Zodra het alarm afgaat, drukt u op
<Stop> om het alarm af te zetten of op
<Snooze> om het alarm na een
bepaalde tijd opnieuw af te laten gaan. U
kunt het alarm vijf keer opnieuw af laten
gaan (snooze).
De huidige profielinstellingen hebben
geen invloed op het volume van een
klokalarm.
2. Blader naar rechts naar de
Alarmweergave.
Een wereldklok maken
3. Druk op <Opties> → Nieuw alarm.
Met een wereldklok kunt u bijhouden hoe
laat het is in een ander land.
4. Stel het alarm in zoals u wenst.
5. Druk op <Gereed>.
U maakt als volgt een wereldklok
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Klok.
]→
2. Blader naar rechts naar de
Wereldweergave.
73
Andere toepassingen
3. Druk op <Opties> → Stad
toevoegen.
4. Blader naar een stad en druk op
of
typ de eerste letters van de
plaatsnaam om de naam in de lijst op
te zoeken.
5. Herhaal de stappen 3 en 4 om meer
steden toe te voegen.
6. Druk op <Afsluiten> wanneer u klaar
bent met het toevoegen van steden.
Omrekenen
Met de omrekenfunctie kunt u maat- en
munteenheden van de ene eenheid naar
een andere eenheid omrekenen. Als u
munteenheden wilt omrekenen, moet u
eerst de basismunteenheid en de
wisselkoers instellen.
74
Munteenheden en wisselkoersen
toevoegen
De waarde van de basismunteenheid
is altijd 1. U moet de wisselkoers
ingeven voor andere munteenheden
zoals deze zich verhouden tegen één
eenheid van de basismunteenheid.
Wisselkoersen veranderen constant. U
moet de huidige wisselkoers ingeven
om een accurate omrekening te
verkrijgen.
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
]→
2. Blader naar rechts tot het type Valuta
weergeeft.
3. Druk op <Opties> → Wisselkoersen.
4. Blader naar een munteenheid en druk
op <Opties> → Naam valuta
wijzig..
Andere toepassingen
5. Typ de naam van de basismunteenheid
en druk op
.
6. Druk op <Opties> → Basisvaluta.
7. Druk op
ter bevestiging.
U voegt als volgt andere munteenheden
en wisselkoersen toe.
1. Herhaal de stappen 1 tot en met 4.
2. Geef de naam in de nieuwe
munteenheid en druk op
.
3. Blader naar de nieuwe munteenheid
en voer de wisselkoers in.
3. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren die u wilt omrekenen.
4. Blader omlaag naar Aantal en voer
het bedrag in dat moet worden
omgerekend.
5. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om een munteenheid te
selecteren waar u naartoe wilt
omrekenen.
Het omrekenresultaat wordt op het
apparaat weergegeven.
Maateenheden omrekenen
Munteenheden omrekenen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
]→
2. Blader naar rechts tot het type Valuta
weergeeft.
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Omreken..
]→
2. Blader naar rechts om het type
maateenheid te wijzigen.
75
Andere toepassingen
3. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om de basiseenheid te
wijzigen, indien nodig.
4. Blader omlaag naar Aantal en voer
het aantal in dat moet worden
geconverteerd.
5. Blader omlaag naar Eenheid en blader
naar rechts om de conversie-eenheid
te wijzigen, indien nodig.
Het omrekenresultaat wordt op het
apparaat weergegeven.
Voice Signal
Met Voice Signal kunt u bellen,
contactgegevens ophalen, toepassingen
starten en SMS-berichten verzenden met
spraakopdrachten.
76
Spraakkiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon zegt u "Call" en
vervolgens de naam van een persoon
in Contacten.
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde nummer worden herhaald,
zegt u "No" en herhaalt u dit tot u de
juiste naam hoort.
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
Andere toepassingen
Contactpersoon zoeken
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Na de pieptoon, zegt u "Look up" en
vervolgens de volledige naam van de
contactkaart (eerst de voornaam, dan
de achternaam).
3. Als er meerdere namen zijn die op
elkaar lijken, worden de 3 beste
resultaten weergegeven en worden de
naam en het nummer herhaald die het
meest overeenkomen met wat u hebt
gezegd.
4. Als de verkeerde naam of het
verkeerde type worden herhaald, zegt
u "No" en herhaalt u dit tot u de juiste
naam hoort.
Toepassingen openen met
spraakopdrachten
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Zeg "Open" en vervolgens de naam
van een toepassing.
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Voice Signal.
U hoort "Say a command."
2. Zeg "Send SMS" en vervolgens de
naam van een ontvanger.
De editor wordt geopend met de naam
van de ontvanger al ingevuld. Nu kunt
u uw bericht schrijven.
5. Wanneer u de juiste naam hoort, zegt
u "Yes".
77
Andere toepassingen
GPS-gegevens
U kunt met behulp van GPS-gegevens uw
route bepalen, uw positie weergeven of
reisgegevens bijhouden. Voordat u GPSgegevens kunt gebruiken, moet u een
methode voor positiebepaling activeren
via een draadloze Bluetooth-verbinding of
een draadloze netwerkverbinding.
Ga voor meer informatie over mobiele
navigatie naar http://
samsung.navigon.com. Deze pagina is
mogelijk niet beschikbaar. Dit is
afhankelijk van uw provider of het
land waarin u zich bevindt.
78
Een methode voor
positiebepaling activeren
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns.
2. Druk op <Opties> → Instell.
positiebepaling.
3. Blader naar een methode voor
positiebepaling (Geïntegreerde GPS ,
Bluetooth GPS of Op basis van
netwrk) en druk op <Opties> →
Inschakelen.
Als u Bluetooth GPS inschakelt, moet
u een koppeling maken met een
Bluetooth-apparaat (zie "Een
Bluetooth-apparaat opzoeken en
koppelen," X 65). Zodra u een
methode voor positiebepaling
activeert, probeert het apparaat die
verbinding te openen wanneer u GPSgegevens start.
Andere toepassingen
Navigatie met GPS-gegevens
Uw huidige positie weergeven
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns.
2. Blader naar Navigatie en druk op
.
2. Blader naar Positie en druk op
.
3. Druk op <Opties> → Bestemming
instlln → Coördinaten.
Reisgegevens bijhouden
4. Geef de lengte- en breedtegraad van
uw bestemming in en druk op
.
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → GPS-ggvns.
Het apparaat geeft de richting van uw
bestemming weer, uw huidige snelheid
en uw reistijd.
5. U stopt de navigatie met GPS door op
<Opties> → Navigatie stoppen te
drukken.
2. Blader naar Tripafstand en druk op
.
3. Selecteer <Opties> → Starten.
Het apparaat houdt de reisgegevens
bij, waaronder afstand, tijd en
snelheid.
4. U stopt met het bijhouden van de
reisgegevens door op <Opties> →
Stoppen te drukken.
79
Andere toepassingen
Plaatsen
Met Plaatsen kunt u uw huidige locatie
opslaan of nieuwe locaties handmatig
ingeven.
U voegt als volgt een plaats toe
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → Plaatsen.
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe plaats
→ Huidige positie of Handmatig
opgeven.
Als u uw huidige locatie
automatisch wilt toevoegen, moet
uw apparaat een actieve verbinding
hebben.
3. Geef gegevens in over de plaats,
indien nodig.
4. Wanneer u klaar bent met het ingeven
van gegevens over de plaats, drukt u
op <Gereed>.
80
7
Beheertoepassingen
Hier vindt u meer informatie over het
beheer van bestanden, toepassingen,
apparatuurconfiguraties,
activeringssleutels en verbindingen.
Bestandbeheer
Met Bestandbeheer kunt u naar
bestanden of mappen zoeken en deze
ordenen.
Naar een bestand of map zoeken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
]→
2. Druk op <Opties> → Zoeken.
3. Blader naar een type geheugen en
druk op
.
4. Typ tekst in het zoekveld en druk op
.
5. Als u een bestand of map uit de
zoekresultaten wilt openen, bladert u
naar het bestand of de map en drukt u
op
.
Een nieuwe map maken
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuwe map.
3. Geef een mapnaam in en druk op
.
Een bestand naar een map
verplaatsen
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Best.beh..
]→
81
Beheertoepassingen
2. Blader naar een bestand of map en
druk op <Opties> → Verplaats naar
map.
3. Blader naar een map en druk op
.
Een nieuwe toepassing
installeren
1. Druk in de standby-stand op [
Installatie → Toep.beh..
]→
4. Blader indien nodig naar een submap
en druk op
.
2. Blader naar een toepassing en druk op
<Opties> → Installeren.
5. Druk op
3. Volg de instructies op het scherm.
.
Toepassingsbeheer
Het apparaat ondersteunt toepassingen
die voor de platforms Symbian OS en
Java Micro Edition (J2ME™) zijn gemaakt.
Het apparaat ondersteunt geen
toepassingen van andere
besturingssystemen of Java-platforms
(waaronder PersonalJava™). Zie
"Bestanden van internet downloaden," X
63 als u toepassingen wilt downloaden
voor uw apparaat.
82
Toepassingsbeheer probeert
automatisch de digitale
handtekeningen en certificaten van
een toepassing te verifiëren tijdens de
installatie en geeft een
waarschuwingsbericht weer als de
toepassing niet voldoet aan de
normale beveiligingsvereisten.
Installeer geen toepassingen die niet
beschikken over geldige digitale
handtekeningen of certificaten.
Hiermee beschermt u het apparaat en
uw gegevens.
Beheertoepassingen
Apparaatbeheer
Installatieopties wijzigen
Druk in het menu van Toepassingsbeheer
op <Opties> → Instellingen om de
volgende opties weer te geven:
• Software-installatie: hiermee kunt u
installaties toestaan of blokkeren
• Online certif.controle: hier kunt u
instellen dat moet worden
gecontroleerd op online certificaten bij
het installeren van toepassingen
• Standaardwebadres: hier kunt u een
standaardwebadres instellen voor het
controleren van online certificaten
]→
2. Blader naar een toepassing en druk op
<Opties> → Verwijderen.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
Een serverprofiel definiëren
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → App.beh..
]→
2. Druk op <Opties> → Nieuw
serverprofiel.
Een toepassing verwijderen
1. Druk in de standby-stand op [
Installatie → Toep.beh..
Deze functie is afhankelijk van het
netwerk en is mogelijk niet beschikbaar
bij uw serviceprovider. Als
Apparaatbeheer beschikbaar is, kan uw
serviceprovider u helpen bij de
apparaatconfiguratie. Voordat u een
configuratiesessie start, moet u een
serverprofiel definiëren.
3. Stel de volgende serveropties in
volgens de instructies van uw
serviceprovider.
• Servernaam: hier geeft u de server
een naam
83
Beheertoepassingen
• Server-ID: hier stelt u de ID in van
de externe server
• Serverwachtwoord: hier stelt u het
wachtwoord in dat moet worden
gebruikt door Apparaatbeheer om
uw apparaat te synchroniseren
• Netwerkverificatie: hier stelt u in
dat netwerkverificatie is vereist
• Toegangspunt: hier stelt u een
toegangspunt in
4. Druk op <Terug> wanneer u klaar
bent met het instellen van de opties.
• Hostadres: hier stelt u het
webadres van de hostserver in
Een configuratiesessie starten
• Poort: hier stelt u de poort in die
Apparaatbeheer moet gebruiken
• Gebruikersnaam: hier stelt u een
gebruikersnaam in voor dit profiel
• Wachtwoord: hier stelt u een
gebruikerswachtwoord in voor dit
profiel
• Config. toestaan: hier kunt u
instellen dat de server uw apparaat
mag configureren
84
• Autom. accepteren: hier kunt u
instellen dat nieuwe configuratieaanvragen automatisch worden
geaccepteerd
1. Druk in de standby-stand op [
Instrumenten → App.beh..
]→
2. Blader naar een serverprofiel en druk
op <Opties> → Configuratie
starten.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
4. Blader indien nodig naar een
toegangspunt en druk op
.
Beheertoepassingen
Beheer voor
activeringssleutels
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op
.
Wanneer u digitale inhoud van een
website downloadt, moet u mogelijk een
activeringssleutel aanschaffen om het
bestand te mogen gebruiken.
Activeringssleutels bekijken
Wanneer uw activeringssleutel verloopt,
moet u opnieuw de rechten aanschaffen
om het mediabestand te gebruiken.
U herstelt als volgt een verlopen
activeringssleutel:
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Act.sleutels.
2. Blader naar een map en druk op
Een niet meer geldige
activeringssleutel herstellen
:
• Geldige sleutels: alle geldige
activeringssleutels
• Ong. sleutels: activeringssleutels
die niet meer geldig zijn
• Niet-gebr. sl.: activeringssleutels of
mediabestanden die niet meer op
het apparaat zijn opgeslagen
1. Druk in de standby-stand op [ ] →
Instrumenten → Act.sleutels.
2. Blader naar Ong. sleutels en druk op
.
3. Blader naar een activeringssleutel en
druk op <Opties> → Nieuwe sleutel
ophalen.
4. Druk ter bevestiging op <Ja>.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
85
Beheertoepassingen
Geheugenkaartbeheer
Met Geheugenkaartbeheer kunt u een
back-up van gegevens maken en deze
herstellen, een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord of bijzonderheden
over het geheugen weergeven. Voordat u
een geheugenkaart de eerste keer kunt
gebruiken, moet u de kaart formatteren.
Geheugenkaart formatteren
Uw apparaat ondersteunt het
bestandssysteem FAT16 of FAT32.
Een back-up maken van
gegevens op een geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Reservekopie.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
Gegevens herstellen vanaf een
geheugenkaart
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
1. Een geheugenkaart plaatsen (zie de
snelstartgids).
2. Druk op <Opties > → Herst. vanaf
kaart.
2. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
]→
3. Druk op <Opties > → Geh.kaart
formatt..
4. Druk ter bevestiging op <Ja>.
86
Beheertoepassingen
Een geheugenkaart beveiligen
met een wachtwoord
Apparaten die deze functie niet
ondersteunen, zoals pc's, kunnen de
kaart niet lezen als deze is beveiligd
met een wachtwoord. Verwijder het
wachtwoord van de kaart als u de
kaart met dergelijke apparaten wilt
gebruiken.
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Wachtw.
instellen.
3. Geef een wachtwoord in en bevestig
het (maximaal 8 tekens).
4. Als u het wachtwoord wilt verwijderen,
drukt u op <Opties> → Wachtw.
verw.. U wordt gevraagd het
wachtwoord opnieuw in te geven en te
bevestigen.
Gegevens over het geheugen
bekijken
U kunt als volgt zien hoeveel geheugen is
gebruikt en hoeveel nog beschikbaar is
op uw kaart:
1. Druk in de standby-stand op [
Organiser → Geheugen.
]→
2. Druk op <Opties> → Gegevens
geheugen.
Verbindingsbeheer
Met Verbindingsbeheer kunt u
bijzonderheden over de
gegevensverbindingen bekijken en open
verbindingen sluiten.
87
Beheertoepassingen
Bijzonderheden over de
verbinding bekijken
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Verb.beh..
• Duur: hoe lang de verbinding open
is geweest
]→
2. Blader naar een verbinding en druk op
<Opties> → Gegevens om de
volgende opties weer te geven:
• Toeg.pnt: de naam van het
gebruikte toegangspunt
• Gedeeld: het aantal toepassingen
dat dezelfde verbinding gebruikt
• Naam: het huidige toegangspunt of
de huidige modem (als u een
inbelverbinding gebruikt)
Een open verbinding sluiten
• Drager: het type
gegevensverbinding
1. Druk in de standby-stand op [
Connect. → Verb.beh..
• Status: de status van de verbinding
• Totaal: de totale hoeveelheid
gegevens die zijn ontvangen en
verzonden
• Ontvang.: de hoeveelheid
ontvangen gegevens
• Verzond.: de hoeveelheid
verzonden gegevens
88
• Snelheid: de huidige snelheden
voor uploaden en downloaden
]→
2. Blader naar een verbinding en druk op
<Opties> → Verb. verbreken.
3. Druk ter bevestiging op <Ja>.
8
Instellingen
Hier vindt u meer informatie over de
instellingen van uw apparaat. U kunt de
instellingen van uw apparaat als volgt
wijzigen:
1. Druk in de standby-stand op [
Instell..
]→
2. Blader naar een categorie (Algemeen,
Telefoon, Verbinding of
Toepassingen) en druk op
.
Sommige instellingen kunt u ook
vanuit andere menu's wijzigen: druk
op <Opties> → Instellingen.
Algemene instellingen
Persoonlijk
Hiermee kunt u het uiterlijk en het
gedrag bepalen van uw display, de
standby-stand, tonen en taal (zie de
snelstartgids voor instellingen van
Thema's).
Weergave
• Helderheid - hier kunt u de helderheid
van het scherm wijzigen.
• Lettergrootte - hier kunt u de grootte
van de tekst op het scherm instellen
• Welkomstnotitie/logo - hier kunt u
een tekst of afbeelding instellen die
wordt weergegeven als u het apparaat
aanzet
89
Instellingen
• Verlichtingstijd - hier stelt u in hoe
lang het duurt voor de verlichting
wordt gedimd
Tonen
• Dimtijd - hier stelt u in hoe lang het
duurt voor de gedimde verlichting
wordt uitgeschakeld
• Toon video-oproep - hier stelt u een
beltoon in voor inkomende videooproepen
Standby-modus
• Beltoontype - hier stelt u het type
beltoon in
• Act. standby - hier stelt u in dat
snelkoppelingen voor toepassingen en
agenda-items in de standby-stand
worden weergegeven
• Snelkopp. - hier stelt u
snelkoppelingen met functietoetsen in
voor de standby-stand
• Toep. actief standby - hier stelt u de
snelkoppelingen voor toepassingen in
die in de standby-stand worden
weergegeven
• Beltoon - hier stelt u een beltoon in
voor inkomende gesprekken
• Belvolume - hier stelt u het volume in
van beltonen en berichtsignaaltonen
• Berichtensignaaltoon - hier stelt u
een toon in voor inkomende SMS- of
MMS-berichten
• Signaaltoon e-mail - hier stelt u een
toon in voor inkomende
e-mailberichten
• Agenda-alarmtoon - hier stelt u een
toon in voor agenda-items
• Klokalarmtoon - hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
90
Instellingen
• Trilsignaal - hier kunt u een trilsignaal
instellen voor inkomende gesprekken
en SMS- of MMS-berichten
• Toetsenbordtonen - hier stelt u het
volume in van de toetsenbordtonen
• Waarschuwingstonen - hier stelt u in
dat het apparaat een
waarschuwingstoon laat horen
(bijvoorbeeld wanneer de batterij bijna
leeg is)
Taal
• Displaytaal - hier stelt u de taal in die
op het display wordt weergegeven
(voor alle menu's en toepassingen)
• Invoertaal - hier stelt u de taal in
waarin u berichten wilt schrijven (voor
alle teksteditors en woordenboeken)
• Tekstvoorspelling - hier kunt de
tekstvoorspelling in- of uitschakelen
(voor alle teksteditors)
Datum en tijd
Hier kunt u het uiterlijk en het gedrag
van datum, tijd en alarmen bepalen.
• Tijd - hier stelt u de huidige tijd in
(druk op [C] om te wisselen tussen am
naar pm)
• Tijdzone - hier stelt u de tijdzone in
• Datum - hier voert u de huidige datum
in.
• Datumnotatie - hier stelt u in hoe de
datum wordt weergegeven
• Datumscheidingteken - hier stelt u
het scheidingsteken in voor de datum
• Tijdnotatie - hier stelt u in hoe de tijd
wordt weergegeven
• Tijdscheidingteken - hier stelt u het
scheidingsteken in voor de tijd
• Type klok - hier stelt u het type klok
in op het display
91
Instellingen
• Alarmtoon klok - hier kunt u een toon
instellen voor een klokalarm
• Snoozetijd alarm - hier stelt u in hoe
lang het duurt voor het alarm opnieuw
afgaat.
• Werkdagen - hier stelt u de dagen
van de week in waarop het alarm moet
afgaan.
• Tijd via netw.operator - hier stelt u
in dat de datum en tijd automatisch
worden bijgewerkt via het netwerk
Toebehoren
U stelt als volgt in dat het apparaat ofwel
de headset of een draadloze carkit
gebruikt als standaardaccessoire: druk
op <Opties> → Instellen als
standaard. U kunt de volgende
instellingen wijzigen voor een van de
toebehoren:
92
• Standaardprofiel - hier kunt u het
standaardprofiel voor het accessoire
instellen
• Autom. antwoorden - hier stelt u in
dat het accessoire automatisch wordt
gebruikt om het inkomende gesprek te
beantwoorden (indien aangesloten op
het apparaat)
Beveiliging
Hiermee stelt u beveiligingscodes in en
beheert u beveiligingscertificaten of
beveiligingsmodules.
Telefoon en SIM-kaart
• PIN-code vragen - hier stelt u in dat
het apparaat telkens wanneer u het
aanzet, om een PIN-code vraagt
• PIN-code - hier stelt u een PIN-code
in voor het apparaat
Instellingen
• PIN2-code - hier stelt u een PIN2code in (wordt bij sommige SIMkaarten verstrekt)
• Per. autom. blokk. telefn - hier stelt
u in hoe lang het duurt voordat het
apparaat automatisch wordt
geblokkeerd
• Blokkeringscode - hier stelt u een
blokkeercode in voor het apparaat
• Blok. als SIM-krt gewijz. - hier stelt
u in dat het apparaat automatisch
wordt geblokkeerd als de SIM-kaart is
gewijzigd
• Bep. grp gebruikers - hier stelt u in
dat het apparaat alleen gesprekken
toelaat van en naar een geselecteerde
groep gebruikers
• SIM-diensten bevest. - hier stelt u in
dat een bevestigingsbericht wordt
weergegeven wanneer u een SIMdienst gebruikt
Certificaatbeheer
Uw apparaat gebruikt digitale certificaten
om de identiteit en authenticiteit van
verschillende online services en software
te verifiëren. Deze certificaten helpen uw
persoonlijke gegevens te beveiligen en te
voorkomen dat u last krijgt van virussen
en andere schadelijke software. In
Certificaatbeheer kunt u de
certificaatgegevens bekijken, certificaten
verwijderen of de volgende
vertrouwensinstellingen wijzigen:
• Internet - hier stelt u in dat het
apparaat webservers verifieert die dit
certificaat gebruiken
• Online certif.controle - hier stelt u in
dat het apparaat controleert of het
certificaat voorkomt op een lijst met
ingetrokken certificaten
93
Instellingen
• VPN - hier stelt u in dat het apparaat
VPN-verbindingen verifieert die dit
certificaat gebruiken
Beveiligingsmodule
Hiermee kunt u beveiligingsmodules
beheren op uw apparaat.
Fabrieksinstell.
Hiermee zet u de instellingen terug op de
fabrieksinstellingen. U moet de
blokkeercode ingeven om het apparaat
terug te stellen. Zodra u de code hebt
ingevoerd, wordt het apparaat opnieuw
opgestart.
Positiebepaling
Hiermee kunt u bepalen welke methoden
en servers uw apparaat gebruikt om de
positiebepaling via satelliet op te halen.
94
Methoden pos.bepaling
• Geïntegreerde GPS - instellen dat de
apparaten de interne GPS gebruiken
om de gegevens voor positiebepaling
op te halen
• Bluetooth GPS - hier stelt u in dat het
apparaat de Bluetooth-voorziening
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
• Op basis van netwrk - hier stelt u in
dat het apparaat het mobiele netwerk
gebruikt om de gegevens voor
positiebepaling op te halen
Positiebepalingsserver
• Toegangspunt - hier stelt u een
toegangspunt in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
• Serveradres - hier stelt u een
internetadres in voor de server voor
positiebepaling via satelliet
Instellingen
Telefooninstellingen
Oproep
Hier kunt u instellen hoe uw apparaat
omgaat met oproepen met identificatie,
wachtrijen, snelkiezen en andere
instellingen voor bellen.
• Identificatie verz. - hier stelt u in dat
uw identificatiegegevens worden
verzonden volgens uw voorkeuren of
de netwerkinstellingen
• Oproep in wachtrij - hier stelt u in
dat u melding krijgt van een inkomend
gesprek als u al aan het telefoneren
bent
• Opr. weig. met SMS - hier kunt u
instellen dat er een SMS-bericht wordt
gestuurd aan degenen van wie u een
oproep weigert
• Berichttekst - hier stelt u het bericht
in dat wordt verstuurd als u een
gesprek weigert
• Afb. in video-oproep - hier stelt u
een afbeelding in die u kunt gebruiken
tijdens een video-oproep
• Autom. herkiezen - hier stelt u in dat
een nummer waarmee geen verbinding
wordt gekregen, automatisch opnieuw
wordt gebeld
• Gespreksduur tonen - hier kunt u
instellen dat de duur van een gesprek
wordt weergegeven
• Samenvatting na opr. - hier kunt u
instellen dat er een samenvatting
wordt weergegeven na een oproep
• Snelkeuze - hier stelt u in dat u
gebruik wilt maken van snelkiezen
95
Instellingen
• Aannem. willek. toets - hier stelt u in
dat u een oproep beantwoordt door op
een willekeurige toets te drukken
(behalve [ ] en [ ]).
• Waarschuwen tijdens o... - hier stelt
u in dat er een toon klinkt als u een
bericht ontvangt terwijl u aan het
telefoneren bent
• Volumetoets aan zijkant - hier stelt
u in dat als u op de toets [Volume]
drukt tijdens een inkomende oproep,
de beltoon wordt gedempt of oproepen
worden geweigerd
Doorschakelen
Hiermee kunt u inkomende gesprekken
doorschakelen naar een ander nummer.
Wanneer u gesprekken doorschakelt,
moet u een nummer opgeven dat het
gesprek moet ontvangen of een wachttijd
opgeven voor doorgeschakelde
gesprekken.
Spraakoproepen
• Alle spraakoproepen - deze optie
stelt u in als u alle spraakoproepen wilt
doorschakelen
• Schuif omhoog - hier stelt u in dat
een oproep wordt aangenomen door
het toestel te openen
• Indien bezet - hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent.
• Schuif omlaag - hier stelt u in dat een
bewerking wordt voortgezet of
onderbroken door het toestel te sluiten
• Als niet aangenomen - hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
96
Instellingen
• Indien buiten bereik - hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
• Als niet beschikbaar - hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
apparaat niet aanstaat
• Als niet beschikbaar - hiermee
schakelt u gesprekken door als uw
apparaat niet aanstaat
Blokkeren
Geg.- en video-opr.
• Alle geg.- en vid.opr. - hier stelt u in
dat alle gegevens- en video-oproepen
worden doorgeschakeld
• Uitgaande oproepen - hier stelt u in
dat alle uitgaande gesprekken worden
geblokkeerd
• Internation. oproepen - hier stelt u
in dat alle gesprekken naar het
buitenland worden geblokkeerd
• Indien bezet - hiermee worden
oproepen doorgeschakeld als u in
gesprek bent.
• Int. opr. niet nr vaderl. - hier stelt u
in dat internationale gesprekken naar
andere landen dan het thuisland,
worden geblokkeerd
• Als niet aangenomen - hiermee
schakelt u de gesprekken door die u
niet aanneemt
• Inkomende oproepen - hier stelt u in
dat alle inkomende gesprekken worden
geblokkeerd
• Indien buiten bereik - hiermee stelt
u in dat gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het
servicegebied bevindt
97
Instellingen
• Ink. opr. in buitenland - hier stelt u
in dat inkomende oproepen worden
geblokkeerd als u zich buiten uw eigen
netwerkgebied bevindt
• Weergave info dienst - hier stelt u in
dat moet worden weergegeven als het
apparaat wordt gebruikt in een mobiel
netwerk op basis van MCN-technologie
(Micro Cellular Network)
Netwerk
• Operatorinstellingen - hier kunt u
uw serviceprovider afstemmen op de
SIM-kaart die u gebruikt
Hiermee bepaalt u de netwerkmodus en
netwerkselectiemethoden.
• Netwerkmodus - hier stelt u in dat de
telefoon in het UMTS- of het GSMnetwerk moet worden gebruikt of in
beide netwerken ("dual mode")
• Operatorselectie - hier stelt u in dat
het apparaat automatisch of handmatig
een lijst met mobiele netwerken
selecteert
Als u een ander netwerk wilt
gebruiken, moet u een netwerk
selecteren dat een
roamingovereenkomst heeft met
uw eigen netwerk.
98
Verbindingsinstellingen
Bluetooth
Hiermee beheert u de draadloze
Bluetooth-voorziening.
• Bluetooth - hier schakelt u de
Bluetooth-voorziening in of uit
• Waarneembrh. tel. - hier kunt u uw
toestel zichtbaar maken of verbergen
voor andere Bluetooth-apparaten en
instellen hoe lang het toestel zichtbaar
is voor andere Bluetooth-apparaten
Instellingen
• Naam van mijn telef. - hier stelt u
een naam in voor uw apparaat
• Externe SIM-modus - hier geeft u
toegang tot de SIM-kaart in het toestel
zodat u kunt bellen via een Bluetooth
handsfree carkit of headset die is
verbonden met het toestel
USB
Hier bepaalt u wat er gebeurt als u het
apparaat aansluit op een computer.
• USB-modus - deze optie stelt u in op
Mediaspeler (als u synchroniseert
met Windows Media Player voor het
kopiëren van mediabestanden), PC
Studio (als u PC Studio gebruikt om
bestanden te synchroniseren) of
Gegevensoverdracht (als u een
geheugenkaart gebruikt om bestanden
te verplaatsen)
• Vragen bij verbind. - hier kunt u
instellen dat er moet worden gevraagd
welke modus u wilt gebruiken als u het
apparaat op een computer aansluit
Toegangspunten
Hier beheert u toegangspunten voor
verbindingen, wachtwoorden en
startpagina's.
• Naam verbinding - hier stelt u een
naam in voor de verbinding met een
toegangspunt
• Drager gegevens - hier stelt u in welk
type gegevensoverdracht moet worden
gebruikt
• Naam toegangspunt - hier stelt u het
internetadres in voor het toegangspunt
• Gebruikersnaam - hier stelt u een
gebruikersnaam in
99
Instellingen
• Vraag om wachtw. - hier stelt u in
dat er om een wachtwoord wordt
gevraagd als u verbinding maakt met
het toegangspunt
• DNS-adres (IPv4) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
automatische detectie
• Wachtwoord - hier stelt u een
wachtwoord in voor het toegangspunt
• DNS-adres (IPv6) - hier stelt u de
primaire en secundaire DNS-adressen
in of gebruikt u 0.0.0.0 voor
Automatisch (bij gebruik van
automatische detectie) of Standaard
(bij gebruik van standaard IPv6adressen)
• Verificatie - hier stelt u een
verificatiemodus in
• Homepage - hier stelt u een
startpagina in voor toegangspunten
waarmee verbinding wordt gemaakt
met webservices
U kunt ook geavanceerde instellingen
definiëren voor toegangspunten: druk op
<Opties> → Geavanc. instell.
• Proxyserveradres - hier stelt u het
IP-adres van de proxyserver in.
• Proxypoortnummer - hier stelt u het
poortnummer van de proxyserver in.
• Netwerktype - hier stelt u een
netwerktype in (IPv6 of IPv4)
Packet-ggvns
• IP-adres telefoon (alleen IPv4) - hier
stelt u het IP-adres van uw apparaat in
Hier beheert u verbindingen voor
gegevenspakketten bij het gebruik van
een GPRS-netwerk.
100
Instellingen
• Packet-ggvnsverb. - hier stelt u in
dat een verbinding voor
gegevenspakketten tot stand moet
worden gebracht, Wanneer nodig (als
een toepassing gegevenspakketten
moet verzenden) of Autom. bij
signaal (telkens wanneer een
verbinding voor gegevenspakketten
beschikbaar komt in een GPRSnetwerk)
• Toegangspunt - hier stelt u een
toegangspunt in voor het verzenden
van gegevenspakketten naar een
computer (zie de helpinformatie bij PC
Studio)
• Snelle toeg. packet-geg. - instellen
dat het apparaat gebruik maakt van
een snelle verbinding
Configuraties
Hiermee kunt u de netwerkconfiguraties
bekijken die u van uw serviceprovider
hebt ontvangen. Als u de configuratie wilt
toepassen, drukt u op <Opties> →
Opslaan.
Tgpt.namen bhr.
Hier kunt u het gebruik van
packetgegevens beheren als uw SIMkaart de beheerservice voor
toegangspunten ondersteunt. Als u deze
service in of uit wilt schakelen of de
toegestane toegangspunten wilt wijzigen,
drukt u op <Opties>.
101
Instellingen
Instellingen voor
toepassingen
RealPlayer
Hiermee bepaalt u hoe RealPlayer video's
of streamingmedia afspeelt.
Video
• Contrast - hier stelt u het contrast in
voor het afspelen van de video
• Herhalen - hier stelt u in dat de video
steeds moet worden herhaald
Streaming (Netwerk)
• Stand. toegangspunt - hier stelt u
een standaardtoegangspunt in
• Onlinetijd - hier stelt u in hoe lang u
online blijft als RealPlayer niet is
geactiveerd
• Laagste UDP-poort - hier stelt u de
minimumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
• Hoogste UDP-poort - hier stelt u de
maximumwaarde voor een bereik van
serverpoorten in
Streaming (Proxy)
Camera
• Proxy gebruiken - hier stelt u in dat
een proxyserver moet worden gebruikt
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera
beelden of video's vastlegt.
102
Instellingen
Afbeelding
Video
• Kwaliteit afbeelding - hier stelt u in
of de kwaliteit van beelden Hoog,
Normaal of Gering moet zijn
• Lengte - hier stelt u in of u korte
video's of video's van maximale lengte
wilt opnemen
• Opgen. afb. tonen - hier stelt u in dat
een opgenomen beeld moet worden
weergegeven voordat de Cameramodus weer wordt geactiveerd
• Videoresolutie - hier stelt u een
resolutie in voor nieuwe video's
• Afbeeldingsresolutie - hier stelt u
een resolutie in voor nieuwe
afbeeldingen
• Stand.naam afbeeld. - hier stelt u
een standaardlabel in voor nieuwe
afbeeldingen
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe afbeeldingen
moeten worden opgeslagen
• Lichtmeter - hier stelt u in of u een
Matrix- of Spotmeting wilt gebruiken
• Standaardvideonaam - hier stelt u
een standaardlabel in voor nieuwe
video's
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe video's moeten
worden opgeslagen
Dictafoon
Hiermee kunt u de kwaliteit en
geheugenlocatie van spraakmemo's
bepalen.
• Opnamekwaliteit - hier stelt u in of u
Hoge of MMS-compatibele
spraakmemo's wilt opnemen
103
Instellingen
• Gebruikt geheugen - hier stelt u de
locatie in waar nieuwe spraakmemo's
moeten worden opgeslagen
Toep.beheer
Hiermee kunt u bepalen wat uw apparaat
doet als er nieuwe toepassingen worden
geïnstalleerd.
• Software-installatie - hier stelt u in
dat alleen programma's met
ondertekende beveiligingscertificaten
worden geïnstalleerd (Alleen
ondertek.) of alle programma's
• Online certif.controle - deze optie
stelt u in als u toepassingen
gecontroleerd moeten worden op een
beveiligingscertificaat
• Standaardwebadres - hier stelt u
een standaardwebadres in dat moet
worden gebruikt bij het controleren
van beveiligingscertificaten
104
Logboek
Hiermee kunt u instellen hoe lang
informatie over oproepen en
gegevenspakketten in het logboek blijft
bewaard.
9
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met uw
apparaat, kunt u proberen de problemen
op te lossen met behulp van de volgende
procedures, voordat u contact opneemt
met de klantenservice.
CONTACT OPNEMEN MET EEN
SERVICE CENTRE
Als u hebt geprobeerd een oplossing te
vinden met behulp van deze suggesties,
maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke dealer of de klantenservice
van Samsung nadat u de volgende
gegevens hebt genoteerd:
Als u contact opneemt met Samsung,
moet u gebruikmaken van de
telefoonnummers, internetadressen en
postadressen voor uw eigen land.
Als u uw apparaat aanzet, kunnen de
volgende meldingen worden
weergegeven:
Melding
Plaats SIMkaart
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Controleer of de SIM-kaart
op de juiste wijze is
geplaatst.
• Modelnummer(s) van het apparaat
• Serienummer(s) van het apparaat
• Een duidelijke beschrijving van het
probleem
105
Problemen oplossen
Melding
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Geblokkeerd De functie Automatisch
blokkeren is ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt
gebruiken, moet u op
<Ontgr.> drukken en de
code ingeven. U schakelt
de functie Automatisch
blokkeren als volgt uit:
1. Druk op [ ] → Instell.
→ Algemeen →
Beveiliging →
Telefoon en SIMkaart.
2. Stel de periode voor
Automatisch blokkeren
in op Geen.
106
Melding
PIN-code
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Wanneer u het apparaat
voor de eerste keer
gebruikt of wanneer de
PIN-controle is
ingeschakeld, moet u de
PIN-code ingeven die bij
de SIM-kaart is verstrekt.
U schakelt de voorziening
PIN-code vragen als volgt
uit:
1. Druk op [ ] → Instell.
→ Algemeen →
Beveiliging →
Telefoon en SIMkaart.
2. Stel PIN-code vragen in
op Uit.
Problemen oplossen
Melding
PIN-code
geblokkeerd.
PUK-code
Probeer het volgende
om het probleem op te
lossen:
Uw SIM-kaart is
geblokkeerd. Dit is
meestal het gevolg van
het meerdere keren
onjuist ingeven van uw
PIN-code. U moet de PUKcode ingeven die u van uw
provider hebt gekregen.
Uw apparaat geeft geen signaal weer
(geen staafjes naast het
netwerkpictogram)
• Mogelijk kunt u geen signaal
ontvangen als u zich in een tunnel of
lift bevindt. Ga naar een nietafgesloten ruimte.
• U bevindt zich mogelijk net tussen
twee servicegebieden. Zodra u zich in
een servicegebied begeeft, hoort u een
signaal te ontvangen.
U bent de beveiligingscode, de PINcode of de PUK-code vergeten
De standaard blokkeercode is
00000000. Als u deze of een andere
code bent vergeten, neemt u contact op
met de verkoper of uw provider.
• Als u het apparaat net hebt
ingeschakeld, wacht u ongeveer 2
minuten totdat het apparaat het
netwerk heeft gevonden en een signaal
heeft ontvangen.
107
Problemen oplossen
U ziet witte lijnen op uw display
Het display vertoont mogelijk witte lijnen
als u het apparaat aanzet nadat u dit
lange tijd niet hebt gebruikt of als u de
batterij verwijdert zonder het apparaat
uit te schakelen. Het display wordt na
korte tijd weer normaal.
U voert een telefoonnummer in,
maar het nummer wordt niet gebeld
• Vergeet niet op [
] te drukken.
U selecteert een contactpersoon om
deze te bellen, maar het nummer
wordt niet gebeld
• Controleer of het juiste nummer is
opgeslagen in de contactgegevens.
• Geef het nummer zo nodig opnieuw in
en sla het op.
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Controleer of u de ingebouwde
microfoon niet blokkeert.
• Controleer of u via het juiste mobiele
netwerk belt.
• Breng de ingebouwde microfoon
dichter bij uw mond.
• Controleer of u Oproepen blokkeren
niet hebt ingesteld voor dit
telefoonnummer.
• Als u een headset gebruikt, controleert
u of deze goed is aangesloten.
108
Problemen oplossen
De geluidskwaliteit van de oproep is
slecht
• Controleer of u de interne antenne
boven op het apparaat niet blokkeert.
• Als u zich op een plek bevindt waar het
signaal zwak is, valt het gesprek
mogelijk weg. Ga naar een andere plek
en probeer het opnieuw.
De batterij wordt niet goed
opgeladen of de telefoon wordt soms
automatisch uitgeschakeld tijdens
het opladen
• Ontkoppel de telefoon van de oplader,
verwijder de batterij en plaats deze
weer terug, en probeer de telefoon
opnieuw op te laden.
• De polen voor de batterij zijn mogelijk
verontreinigd. Veeg de beide
goudkleurige polen schoon met een
schone, zachte doek en probeer de
batterij opnieuw op te laden.
• Als de batterij niet meer geheel kan
worden opgeladen, voert u de batterij
op de juiste manier af en plaatst u een
nieuwe batterij.
Het apparaat voelt heet aan
Wanneer u meerdere toepassingen
tegelijkertijd gebruikt, verbruikt uw
apparaat meer stroom en wordt het
apparaat mogelijk warm. Dit is normaal
en heeft geen nadelige invloed op de
levensduur of prestaties van het
apparaat.
Uw apparaat vraagt u gegevens te
verwijderen
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar.
Verplaats de gegevens naar een
geheugenkaart of verwijder oude items
uit toepassingen.
109
Problemen oplossen
Een toepassing zit vast (reageert
niet)
1. Houd [ ] ingedrukt om de lijst met
toepassingen te openen.
2. Blader naar de toepassing die is
vastgelopen en druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
3. Start de toepassing opnieuw op.
U kunt een Bluetooth-apparaat niet
vinden
• Controleer of beide apparaten de
Bluetooth-functie hebben
ingeschakeld.
• Controleer of de afstand tussen de
apparaten niet meer dan 10 meter
bedraagt en dat er geen muren of
andere obstakels tussen de apparaten
staan.
110
• Controleer of de zichtbaarheid van
beide apparaten misschien is ingesteld
op Verborgen.
• Controleer of beide apparaten wel
compatibel zijn met de draadloze
Bluetooth-technologie.
Index
activeringssleutels, 85
beveiliging, 92
Adobe Reader, 56
Bluetooth
Agenda
alarm voor item afzetten, 53
items maken, 52
opties wijzigen, 54
weergave wijzigen, 53
apparaatbeheer
een configuratie starten, 84
serverprofielen definiëren, 83
bestanden en mappen
bestandbeheer, 81
nieuwe mappen maken, 81
verplaatsen, 81
zoeken, 81
activeren, 64
gegevens ontvangen, 67
gegevens verzenden, 66
koppelen aan andere apparaten, 65
opties wijzigen, 66
certificaten, 93
contactpersonen
beltonen toewijzen, 51
contactgroepen maken, 51
contactkaart maken, 48
contactkaarten zoeken, 49
snelkeuzenummers toewijzen, 50
standaardtelefoonnummers en adressen toewijzen, 50
synchroniseren, 52
111
Index
datum en tijd, 91
dictafoon zie media
display, 89
Flash Lite zie media
Galerij zie media
geheugenkaarten
back-up maken van gegevens, 86
beveiligen, 87
formatteren, 86
gegevens herstellen, 86
GPS
activeren van methode voor
positiebepaling, 78
navigatie, 79
reisgegevens bijhouden, 79
112
Klok
alarm afzetten, 73
alarm instellen, 73
instellingen wijzigen, 73
wereldklok maken, 73
media
bestanden openen in Galerij, 44
Flash-bestanden afspelen, 45
mediabestanden afspelen, 44, 46
spraakmemo's afspelen, 46
spraakmemo's opnemen, 46
streaming content openen, 45, 46
muziekspeler
afspeellijsten maken, 40
bestanden aan de
muziekbibliotheek toevoegen, 39
muziekbestanden op apparaat
zetten, 39
Index
notities
PC Studio
maken van notities, 57
gebruiken, 68
synchroniseren, 57
installeren, 47
Omrekenen
maten omrekenen, 75
munteenheden toevoegen, 74
munteenheid omrekenen, 75
wisselkoers instellen, 74
oproepen
bekijken van gemiste, 13
blokkeren, 14, 97
doorschakelen, 14, 96
kiezen, 12
instellen van USB-modus, 68
PDF zie Adobe Reader
plaatsen, 80
Quickoffice
bijwerken van quickoffice, 55
documenten openen, 54
documenten zoeken, 55
RealPlayer zie media
pauze invoegen, 13
standby-stand, 90
recente gekozen nummers
bekijken, 14
taal, 91
packet-gegevens, 32, 100
toebehoren, 92
113
Index
toegangspunt, 99
toepassingen
certificaten verifiëren, 82
installeren, 82
ondersteunde, 82
opties wijzigen, 83
tonen, 90
Voice Signal, 76
114
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Samsung Electronics
Wij,
verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product
Mobiele GSM-telefoon : SGH-i560
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of
andere normatieve documenten.
Veiligheid
EN 60950-1 : 2001+A11:2004
EMC
EN
EN
EN
EN
SAR
EN 50360 : 2001
EN 50361 : 2001
Radio
EN
EN
EN
EN
EN
301
301
301
301
301
300
301
301
301
489-01
489-07
489-17
489-24
V1.5.1
V1.2.1
V1.2.1
V1.2.1
(11-2004)
(08-2002)
(08-2002)
(11-2002)
511 V9.0.2 (03-2003)
328 V1.6.1 (11-2004)
908-1 V2.2.1 (10-2003)
908-1 V3.2.1 (05-2007)
908-2 V3.2.1 (05-2007)
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd
product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die
wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking
met de volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK*
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK*
2007.10.17
Yong-Sang Park / verkoopmanager
(plaats en datum van uitgifte)
(naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Center. Zie de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Center.
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw
serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit
is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Dutch. 03/2008. Rev. 1.0