Documenttranscriptie
S
Index
Aanleerfunctie 12
Automatisch uitschakelen
van de afstandsbediening 32
van de schermverlichting 33
Schermverlichting
batterijen voor 5
bijregelen 33
Schermverlichtingstoets ( ) 6, 33
SYSTEM CONTROL toetsen
bedieningsreeksen 18
programmeren voor vaak gebruikte
functies 28
B
T, U
Batterijen 5
Blokkeren van de toetsen 30
Toewijzen van andere apparatuur aan de
component-keuzetoetsen 26
Uitschakelcommando
Zie “Systeem-uitschakelfunctie” 19
A
C, D, E, F
Codenummers 7
COMMANDER OFF uitschakeltoets 6
Component-keuzetoetsen
toevoegen van een extra functie 23
toewijzen van andere apparatuur 26
V
G
Wijzigen/wissen
aangeleerde signalen 15, 25, 29
bedieningsreeks (SYSTEM CONTROL)
21
Wissen
Zie “Wijzigen/wissen”.
Geluiddempingstoets (¤) 6, 18
Geluidssterkte regelen 6, 17
Geluidssterktetoetsen (Á +/–) 6, 17
H, I, J, K
Hold beveiliging 30
Inschakelcommando
SYSTEM CONTROL toetsen 18
Toevoegen aan de componentkeuzetoetsen 23
L, M, N, O
LCD scherm
automatische uitschakeltijd 33
helderheid 33
P, Q, R
Preset Lock beveiliging 31
PROGRAM zenderkeuzetoets 6
Sony Corporation Printed in Japan
Verhelpen van storingen 35
Vooringestelde componenten 7
W, X, Y, Z
Kenmerken
Met de veelzijdige RM-AV2000T afstandsbediening kunt u al uw audio/videoapparatuur vanuit één punt bedienen; geen verwarring meer met voor elk toestel een
andere afstandsbediening, allemaal anders en lastig uiteen te houden. Hieronder de
voornaamste voordelen van deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/video-componenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van
Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk een geïntegreerd regelcentrum
voor al uw Sony audio/video-componenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening ook al geschikt voor alle andere grote merken.
Voor het bedienen van audio/video-apparatuur hoeft u slechts het codenummer ervan
in te voeren.
Aanleerfunctie voor het programmeren van uiteenlopende bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn ingebouwd eenvoudig
overnemen van elke andere afstandsbediening. Dit geldt ook voor de bediening van
andere apparatuur dan audio/video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen
infrarode signalen en niet altijd voor alle functies).
Flexibel aan te passen toetsen voor elk gewenst apparaat
De component-keuzetoetsen zijn vrijelijk om te schakelen voor de bediening van elke
gewenste component. Dit komt goed van pas als u bepaalde apparatuur dubbel heeft,
zoals twee videorecorders e.d.
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen onder een enkele
toets vastleggen, om ingewikkelde functies geheel te automatiseren.
Handige tiptoetsen op LCD scherm met blauwe achtergrond-verlichting
Nadat u een component hebt gekozen, toont het LCD scherm van de afstandsbediening
alleen de toetsen die u daarvoor nodig hebt. Dit maakt de bediening overzichtelijk en
intuïtief. Het LCD scherm heeft een achtergrondverlichting voor prettige bediening,
ook in het donker of bij gedempt licht.
Het CE merkteken op het apparaat is alleen geldig voor de producten die in de
Europese Unie worden verkocht.
2NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Batterij-inleg ......................................................................................................................... 5
Wanneer de batterijen te vervangen .................................................................................. 5
Plaats en functie van de bedieningsorganen ....................................................................... 6
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur ................................................... 7
Kiezen van de code voor een component ......................................................................... 8
Controleren of het codenummer werkt ............................................................................. 9
Op afstand bedienen van uw apparatuur ........................................................................... 10
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie ......................................... 12
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie ........................................................... 15
NL
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie ................ 17
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen ..................... 18
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL
toetsen ............................................................................................................................... 19
Uitvoeren van de reeks bedieningsfuncties .................................................................... 20
Wijzigen van de geprogrammeerde functies .................................................................. 21
Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen .................................. 23
Programmeren van de inschakelcode voor componenten (alleen voor Sony
apparatuur) ....................................................................................................................... 23
Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component ................................ 24
Uitschakelen van alle componenten met een enkele toets
— Systeem-uitschakelfunctie (alleen voor Sony apparatuur) ......................................... 25
Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen ................................. 26
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen ........ 28
Wordt vervolgd
3NL
Inhoudsopgave
(vervolg)
Nuttige extra functies
Blokkeren van de toetsen — Hold beveiliging ................................................................... 30
Beveiligen van uw instellingen en aangeleerde signalen — Preset Lock functie .............. 31
Wijzigen van de automatische uitschakeltijd van de afstandsbediening ........................... 32
Regelen van de verlichting van het uitleesvenster ............................................................ 33
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................................................................................................ 34
Onderhoud .......................................................................................................................... 34
Technische gegevens .......................................................................................................... 34
Verhelpen van storingen ..................................................................................................... 35
Aanhangsels
Overzicht van vooringestelde functies ............................................................................... 37
TV (TV-toestel) .................................................................................................................... 37
VCR 1, 2, 3 (videorecorders) ............................................................................................. 37
DVD (DVD-speler) ............................................................................................................. 38
VD (LaserDisc-speler) ........................................................................................................ 38
SAT (satelliet-ontvanger) ................................................................................................... 39
CBL (kabel-TV ontvanger) ................................................................................................ 39
AMP (versterker) ................................................................................................................ 40
CD (compact disc speler) ................................................................................................... 40
MD (minidisc-recorder) ..................................................................................................... 41
DAT (digitaal cassettedeck) .............................................................................................. 41
DECK B/A (cassettedeck) ................................................................................................. 42
FM/AM TUNER (FM/AM tuner) ................................................................................... 42
DSP (Digitale Surround-akoestiek Processor) ................................................................ 43
Beknopt bedieningsoverzicht ............................................................................................. 43
Index .................................................................................................................. achterpagina
4NL
Voorbereidingen
Wanneer de batterijen te
vervangen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop de
afstandsbediening open en plaats hierin
zes stuks R6 (AA-formaat) batterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met
de + en – polen in de juiste richting ligen,
zoals aangegeven met de + en – in het
batterijvak.
Batterijen van de
afstandsbediening (vier stuks R6
(AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden zullen
de batterijen ongeveer zes maanden
meegaan. Als uw apparatuur niet meer
zo vlot op de afstandsbediening reageert,
kunnen de batterijen bijna leeg zijn,
hetgeen wordt aangegeven door de i
aanduiding op het LCD scherm. Als
deze aanduiding minder helder oplicht,
dient u de batterijen door nieuwe te
vervangen.
Opmerking
Zorg dat het vervangen van de batterijen niet
meer dan een uur in beslag neemt, anders
kunnen de vastgelegde codenummers (zie blz.
7) en de aangeleerde functies (zie blz. 12) uit
het geheugen verdwijnen.
Batterijen voor de
schermverlichting (twee stuks R6
(AA-formaat) batterijen)
}
]
]
} ]
(voor
schermverlichting)
}
}
]
}]
] }
(voor
afstandsbediening)
Wanneer de achtergrondverlichting van
het LCD scherm geleidelijk zwakker
oplicht, dient u beide batterijen hiervoor
door nieuwe te vervangen.
Omtrent batterijen
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar en vooral geen verschillende typen
batterijen tegelijk.
• Mocht de elektrolyt uit een batterij lekken,
veeg de vervuilde delen van het batterijvak
dan grondig schoon met een doekje en
vervang de oude batterijen door nieuwe. Om
batterijlekkage te voorkomen, kunt u beter de
batterijen uit de afstandsbediening
verwijderen wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken.
5NL
Plaats en functie van
de bedieningsorganen
1
2
SYSTEM CONTROL
2
COMMANDER
OFF
e
1
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
DSP
Á
PROGRAM
+
+
7
+
–
3
4
5
6
–
=
¤
8
9
1 Component-aanduiding
Hier wordt de naam van de te
bedienen component aangegeven.
2 LCD scherm en toetsenpaneel
Hier verschijnen de tiptoetsen voor de
bediening van elke gekozen
component.
Opmerking
Tracht nooit de tiptoetsen te bedienen met
een spits voorwerp zoals een balpen of
potlood.
6NL
3 SYSTEM CONTROL bedieningsreekstoetsen (zie blz. 18)
Voor elk van de deze drie SYSTEM
CONTROL toetsen kunt u 16
achtereenvolgende bedieningsfuncties
programmeren. Dit biedt u de
mogelijkheid om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten met
een enkele toets.
schermverlichtingstoets
4
Druk hierop om de verlichting van
het LCD scherm in te schakelen. Bij
nogmaals drukken gaat het licht weer
uit. U kunt de schermverlichting ook
zo instellen dat deze na een bepaald
aantal seconden automatisch dooft
(zie blz. 33).
5 COMMANDER OFF
afstandsbediening-uitschakeltoets
Om de afstandsbediening uit te
schakelen als u deze niet meer
gebruikt.
6 Component-keuzetoetsen (TV,
VCR1, enz.)
Voor het kiezen van het apparaat dat
u wilt bedienen.
7 Á +/– toetsen*
Voor het instellen van de
geluidssterkte.
8 ¤ geluiddempingstoets*
Voor het afzetten van de
geluidsweergave.
9 PROGRAM + +/ – =
zenderkeuzetoetsen
Voor het kiezen van een TV- of
radiozender.
* Na het kiezen van een video-component kunt
u met de afstandsbediening het TV-geluid
instellen of desgewenst afzetten.
Na het kiezen van een audio-component kunt
u met de afstandsbediening de
geluidsweergave via de versterker instellen
of desgewenst afzetten.
U kunt echter deze instellingen ook wijzigen
(zie blz. 17).
In- en uitschakelen van de
afstandsbediening
Om de afstandsbediening in te schakelen,
drukt u op elke gewenste toets behalve de
COMMANDER OFF toets.
Voor uitschakelen drukt u op de
COMMANDER OFF toets; als u dit nalaat en
de afstandsbediening niet meer gebruikt, zal
deze na 10 minuten automatisch worden
uitgeschakeld. Deze tijdsduur kunt u
desgewenst ook anders instellen (zie blz. 32).
Uitschakelen van de
bedieningspieptoon
Druk op de ≥ toets. De aanduiding “OFF”
verschijnt en de afstandsbediening zal bij
indrukken van een toets geen pieptoon meer
laten horen. Om de pieptoon weer in te
schakelen, drukt u nogmaals op de ≥ toets.
Basisbediening
Instellen van de code
voor vaste audio/
video-apparatuur
De afstandsbediening is in de fabriek
gereed gemaakt voor de bediening van
Sony audio/video-apparatuur (zie de
onderstaande tabel). Als u de
afstandsbediening wilt gebruiken voor
deze Sony componenten, kunt u de
hierna volgende paragrafen overslaan.
U kunt de afstandsbediening echter ook
gebruiken voor de audio/videoapparatuur van andere merken. Voor de
bediening van andere componenten
dient u wel eerst de onderstaande
aanwijzingen te volgen om de juiste
code(s) voor de apparatuur vast te
leggen.
CompoVoor de
Fabrieksinstelling
nentbediening van
keuzetoets
TUNER
FM/AM tuner Sony FM/AM
tuner
DSP
Akoestiekprocessor
Sony Digital
Surround
Processor
* Gewone analoge audio-cassettedecks
Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 37) voor de functies van
de diverse toetsen voor de afzonderlijke
componenten.
CompoVoor de
Fabrieksinstelling
nentbediening van
keuzetoets
TV
TV-toestel
VCR1
Videorecorder Sony Beta
videorecorder
(VTR1)
VCR2
Videorecorder Sony 8-mm
videorecorder
(VTR2)
VCR3
Videorecorder Sony VHS
videorecorder
(VTR3)
DVD
VideodiscSony DVD-speler
speler (DVD of
LaserDisc)
SAT/CBL
Satellietontvanger/
Kabel-TV
ontvanger
Sony satellietontvanger
AMP
Versterker
Sony versterker
CD
Compact disc
speler
Sony CD-speler
MD/DAT
MinidiscSony minidiscrecorder/DAT recorder
cassettedeck
DECK B/A Cassettedeck*
Sony TV-toestel
Sony cassettedeck
Wordt vervolgd
7NL
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur (vervolg)
Kiezen van de code voor een
component
4
DISPLAY
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
6
SYSTEM CONTROL
3
2
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
COMMANDER
OFF
e
1
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
3 Druk op de component-
TV
1
Op het scherm gaan nu de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
VCR3
DVD
DECK B/A TUNER
DSP
TV
De naam van het gekozen apparaat
blijft branden en nu gaan de
cijfertoetsen 0 – 9, de ENTER en de
DISPLAY toets knipperen.
Á
CHANNEL
+
2
SAT/CBL
keuzetoets* voor het gewenste
type apparaat.
TV
+
+
–
–
=
¤
Voorbeeld: voor bediening van
een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de bijgeleverde
lijst met “Componentcodenummers” om de juiste
twee-cijfer code voor het te
bedienen apparaat te vinden.
Als er meer dan één codenummer
vermeld staat, kiest u het eerste
daarvan.
Om de afstandsbediening
bijvoorbeeld in te stellen op bediening
van een Philips TV kiest u
codenummer 11.
2 Houd nu de COMMANDER OFF
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
* Voor het kiezen van een component-code
voor de DVD of SAT/CBL toets drukt u
net zovaak op de toets tot de gewenste
component wordt aangegeven.
4 Voer de twee-cijfer code voor het
betreffende apparaat in en druk
op de ENTER toets in het
tiptoetsenpaneel op het scherm.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
toets ingedrukt en druk daarbij
op de ¤ toets.
COMMANDER
OFF
+
8NL
¤
DISPLAY
1
Er klinkt een pieptoon en de
codecijfers en “ENTER” verschijnen
tweemaal achtereen.
1
m
1
m
ENTER
5 Als u nog een code voor een
ander apparaat wilt invoeren,
herhaalt u de stappen 3 en 4.
6 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Opmerkingen
• Als u een codenummer invoert dat niet
voorkomt in de bijgeleverde lijst met
“Component-codenummers”, laat de
afstandsbediening na indrukken van de
ENTER toets een pieptoon horen en gaat de
aanduiding “NG” knipperen. In dit geval
controleert u het codenummer en probeert u
het opnieuw.
• Als het invoeren wordt onderbroken en er
verstrijken meer dan 2 minuten tussen twee
stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan
zult u voor het invoeren van de code
opnieuw op de ¤ toets moeten drukken
terwijl u de COMMANDER OFF toets
ingedrukt houdt.
Controleren welk codenummer
er is ingevoerd
Druk op de DISPLAY toets. Het
codenummer en de aanduiding
“ENTER” verschijnen dan tweemaal
achtereen.
Controleren of het
codenummer werkt
1 Druk op de componentkeuzetoets voor het apparaat dat
u hebt ingesteld.
TV
De afstandsbediening wordt
ingeschakeld en de tiptoetsen voor
het apparaat verschijnen op het
scherm.
TV
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
-/-1-
0
u
INPUT
GREEN
TV
YELLOW
TELETEXT
9
BLUE
2 Schakel het te bedienen apparaat
in met de aan/uit-schakelaar op
het apparaat zelf.
3 Richt de afstandsbediening op het
voorpaneel van het apparaat en
druk op de u toets in het
tiptoetsenscherm.
Tijdens het verzenden van het
bedieningssignaal verschijnt het
symbool op het scherm.
u
Nu hoort het apparaat te worden
uitgeschakeld.
Wordt vervolgd
9NL
4 Als het tot zover goed verloopt,
kunt u controleren of de andere
functies van het apparaat ook
goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
zenderkeuze en de
volumeregeling.
Op afstand bedienen
van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander merk
dan Sony te bedienen, zult u eerst de
betreffende component-code moeten
instellen (zie blz. 7)
Zie “Op afstand bedienen van uw
apparatuur” voor nadere
bijzonderheden.
u
CD
Als de afstandsbediening niet goed
lijkt te werken...
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
Probeer of het beter lukt door de procedure (zie
blz. 7) te herhalen met een andere code voor
uw component aangegeven in de bijgeleverde
“Component-codenummers” tabellen.
SHUFFLE
REPEAT
COMMANDER
OFF
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
Betreffende het toetsenpaneel
op het scherm
10NL
Na instellen van een componentcodenummer zullen op het scherm alleen
de toetsen verschijnen die in de fabriek
vast voor het betreffende apparaat zijn
geprogrammeerd. De signalen van de
toetsen verschillen van merk tot merk.
Met de aanleerfunctie kunt u signalen
van een andere afstandsbediening
overnemen voor zowel de aangegeven
toetsen als de toetsen die nog niet
worden aangegeven (zie blz. 12).
1
DSP
Á
+
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
PROGRAM
Als er voor een bepaalde toets al eerder
een signaal is geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (zie blz. 12), zal de
“aangeleerde” functie blijven werken,
ook al stelt u een ander componentcodenummer in. Voor gebruik als een
vaste component-bedieningstoets zult u
dan eerst de “aangeleerde” functie
moeten wissen.
2
CONTINUE
CLEAR
SYSTEM CONTROL
2
OFF
PGM
-/-1-
1
ON
D.SKIP
e
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur (vervolg)
+
+
–
–
=
¤
Voorbeeld: Afspelen van een
compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
CD
De afstandsbediening wordt
ingeschakeld en de tiptoetsen voor
het gekozen apparaat verschijnen op
het scherm.
u
CD
1
2
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
-/-1-
3
D.SKIP
PGM
CONTINUE
CLEAR
SHUFFLE
REPEAT
2 Druk op de gewenste toets in het
toetsenpaneel.
Tijdens het verzenden van het
bedieningssignaal verschijnt het
symbool op het scherm.
Vervolgens kunt u de
geluidsweergave naar wens instellen
met de Á +/– toetsen en de ¤ toets
en kunt u bijvoorbeeld bij radioontvangst een zender kiezen met de
PROGRAM +/– toetsen.
3 Wanneer u naderhand de
afstandsbediening niet meer
gebruikt, drukt u op de
COMMANDER OFF toets om de
afstandsbediening uit te
schakelen.
COMMANDER
OFF
Instellen van de geluidssterkte
Druk op de Á +/– toetsen om de
geluidssterkte te regelen en op de ¤
toets om het geluid te dempen. Als u
instelt op een video-component kunt u
met de afstandsbediening het TV-geluid
instellen of afzetten, en als u kiest voor
een audio-component kunt u met de
afstandsbediening de geluidsweergave
via de versterker instellen of afzetten. U
kunt deze instellingen ook wijzigen (zie
blz. 17).
Voor bediening van een Sony
videorecorder
Druk op de VCR1, 2 of 3 toets die
overeenkomt met de VTR1, 2 of 3 stand
van de schakelaar op uw videorecorder.
Heeft uw videorecorder een dergelijke
bedieningskeuzeschakelaar niet, dan
kiest u de VCR1, 2 of 3 toets als volgt.
Betamax videorecorder
VCR1
8-mm videorecorder
VCR2
VHS videorecorder
VCR3
Gebruik van de REC opnametoets
voor een videorecorder
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen voor
bepaalde componenten en functies wel eens
ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste
bedieningssignaal beter zelf programmeren
met de aanleerfunctie (zie blz. 12). Het is
echter alleen mogelijk functies te
programmeren die net als deze
afstandsbediening werken met infrarode
stralen.
Om vergissingen te voorkomen, werkt de
REC opnametoets niet als u deze alleen
indrukt. Om te gaan opnemen drukt u
op de ( weergavetoets terwijl u de REC
opnametoets ingedrukt houdt.
Voor bediening van een dubbel
cassettedeck
Van tevoren zult u eerst moeten kiezen
voor deck A of deck B. Hiervoor drukt u
op de DECK B/A toets, om over te
schakelen tussen “DECK A” en “DECK
B”.
Als de afstandsbediening van uw dubbel
cassettedeck slechts één stel
bedieningstoetsen heeft, met een A/B
schakelaar voor keuze van het deck, kunt
u in plaats hiervan de D.SKIP toets in het
toetsenpaneel op het scherm gebruiken.
Wordt vervolgd
11NL
Op afstand bedienen van uw
apparatuur (continued)
Kiezen van het ingangssignaal
voor een TV-toestel
Als er op uw TV meer dan twee
videorecorders zijn aangesloten, kunt u
deze met de cijfertoetsen als volgt direct
kiezen.
“INPUT” + “0” : TV-afstemming
“INPUT” + “1” : VIDEO 1
“INPUT” + “2” : VIDEO 2
“INPUT” + “3” : VIDEO 3
“INPUT” + “4” : VIDEO 4
“INPUT” + “5” : VIDEO 5
“INPUT” + “6” : VIDEO 6
Voor een Sony TV-toestel zijn de
bovenstaande functies vast ingesteld.
Voor een ander merk kunt u deze
functies, waarvoor twee toetsen nodig
zijn, overnemen van de TVafstandsbediening met de aanleerfunctie
(zie de volgende bladzijde).
Overnemen van
nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van componenten of
functies die niet vast zijn ingesteld, kunt
u de volgende “aanleer” procedure
volgen om de afstandsbediening een
nieuwe functie te laten overnemen van
een andere afstandsbediening. U kunt
deze aanleerfunctie bijvoorbeeld ook
gebruiken om de functie van
afzonderlijke toetsen te wijzigen na
instellen van een componentcodenummer (zie afb. 7).
Na het overnemen van een functie is het
aanbevolen deze bij wijze van
geheugensteuntje te noteren in het
bijgeleverde “Overzicht van de LCD
tiptoetsen”.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de
afstandsbediening niet kan overnemen of
“aanleren”.
RESET
VCR1
LEARN NG
u
P+ P– V+ V–
MU
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
2-
INPUT
TV
GREEN
REC
YELLOW
ANT SW
MENU
EXECUTE
-/-1-
BLUE
RETURN
SYSTEM CONTROL
1
3
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
e
2
TV
COMMANDER
OFF
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
DSP
Á
PROGRAM
+
+
–
–
=
¤
12NL
3
6
2
Voorbeeld: Programmeren van het
( (weergave) bedieningssignaal
van uw component onder de VCR1
( (weergave) toets van de
afstandsbediening
De aanduiding “P+ P– V+ V– MU”
bovenin het scherm geeft aan of de
PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen
ook geschikt zijn voor het aanleren
van andere functies of niet.
1 Leg de RM-AV2000T recht
Betreffende de knipperende
toetsen
tegenover de afstandsbediening
van het apparaat dat u wilt
bedienen.
Afstandsbediening van
uw componenten
De toetsen waarvoor al een functie voor de
gekozen component is ingesteld knipperen
tweemaal en de toetsen die nog niet zijn
ingesteld knipperen eenmaal.
3 Druk op de toets van de
afstandsbediening waaronder u
een functie wilt overnemen of
“aanleren”.
ongeveer 5 – 10
cm tussenruimte
RM-AV2000T
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op de component-keuzetoets voor
het apparaat waarvan u een
functie wilt overnemen.
COMMANDER
OFF
+
LEARN NG
VCR1
u
P+ P– V+ V–
MU
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
LEARN NG
VCR1
VCR1
Op het scherm gaan nu alle toetsen
die u kunt programmeren knipperen.
RESET
De aanduiding “LEARN” knippert en
alleen de ingedrukte toets blijft in het
scherm zichtbaar.
INPUT
Overnemen van functies voor de
PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen
Druk op de betreffende toets. De
aanduiding “LEARN” knippert en de
“P+”, “P–”, “V+”, “V–” of “MU”
aanduiding bovenin het scherm blijft
verlicht.
REC
ANT SW
Aanduiding voor de PROGRAM, Á en ¤
toetsen
Wordt vervolgd
13NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
4 Druk op de toets van de andere
afstandsbediening en houd deze
ingedrukt tot u een pieptoon
hoort.
De aanduiding “LEARN” stopt met
knipperen en blijft branden. Als het
bedieningssignaal succesvol is
overgenomen, blijft de toets met de
nieuwe functie verlicht en gaan de
andere beschikbare toetsen weer
knipperen.
Als er pieptonen klinken en de
aanduiding “NG” op het scherm
knippert
Dan is er bij het aanleren iets misgegaan.
Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals.
Voor bepaalde signalen kan het nodig zijn
de aanleerprocedure meer dan eens uit te
voeren. In dat geval hoeft u slechts stap 4
opnieuw te proberen, als de aanduiding
“NG” pas na stap 4 verschijnt.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor
elke functie die u onder een toets
wilt overnemen.
Overnemen van signalen van nog
een andere afstandsbediening
Plaats deze en de andere afstandsbediening
weer tegenover elkaar zoals in stap 1 op
blz. 13, druk op de betreffende componentkeuzetoets en volg weer de stappen 3 en 4
op blz. 13 en 14 voor het aanleren van de
toetsfunctie.
6 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
14NL
Opmerkingen
• Als u de stappen voor het aanleren niet
binnen twee minuten uitvoert, vervalt de
aanleerfunctie.
• Als u stap 4 niet binnen 10 seconden na stap
3 uitvoert, keert het scherm terug naar de
aanduidingen van stap 2. (Dan knipperen
weer alle voor aanleren beschikbare toetsen.)
In dit geval voert u stap 3 opnieuw uit terwijl
de scherm-aanduidingen knipperen.
• Als er tijdens het aanleren “NG” wordt
aangegeven, is het geheugen van de
afstandsbediening vol. Om dan plaats te
maken voor een nieuwe functie, zult u de
aangeleerde toetsfuncties die u zelden
gebruikt moeten wissen (zie blz. 16). Daarna
kunt u het overnemen van de nieuwe functie
opnieuw proberen.
• Als u per ongeluk de verkeerde toets indrukt,
houdt u ter correctie de “RESET” toets
ingedrukt en drukt u daarbij weer op die
verkeerde toets. Vervolgens herhaalt u de
procedure vanaf stap 2, nu met de juiste
toets.
Als de afstandsbediening niet goed
lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert op de
toets met de nieuwe functie, doe het
overnemen van de functie dan opnieuw. (Als
bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel
luider wordt na slechts eenmaal kort
indrukken van de Á + toets, dan kan het
aanleren zijn verstoord door ruis of andere
externe effecten.)
Voor zorgvuldig aanleren van
nieuwe functies
•Zorg dat de
afstandsbedieningseenheden tijdens het
aanleren niet bewegen.
•Blijf voor het overnemen de toets van
de andere afstandsbediening ingedrukt
houden tot u een pieptoon hoort.
•Zorg dat beide
afstandsbedieningseenheden zijn
voorzien van verse batterijen.
•Verricht het overnemen niet in de volle
zon en niet onder felle tl-buizen of
andere fluorescerende lampen.
•De plaats waar het signaal uit de
afstandsbediening komt kan wel eens
verschillen. Als het aanleren niet lukt,
verschuif dan de beide
afstandsbedieningseenheden tegenover
elkaar ietwat en probeer het opnieuw.
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening buiten
het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor
airconditioning, verwarming of het
openen en sluiten van gordijnen of
rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer
er per ongeluk op een toets van de
afstandsbediening wordt gedrukt.
Voor het aanleren van signalen
voor een dubbel cassettedeck
Druk eerst op de DECK B/A toets om te
kiezen voor cassettedeck A of B.
Overnemen van het REC signaal
(voor opnemen) voor
videorecorder VCR1, 2 of 3
Houd bij stap 3 de REC toets ingedrukt
en druk daarbij de ( weergavetoets in
zodat beide toetsen oplichten en volg dan
de stappen 4 t/m 6. De
afstandsbediening kan het signaal voor
opnemen niet aanleren als alleen de REC
toets oplicht.
Houd na stap 2 op blz. 13 de RESET toets
ingedrukt en druk op de toets die u wilt
weglaten (die knippert). De ingedrukte
toets gaat dan langzamer knipperen en
wordt daarna voor die component niet
meer aangegeven.
Om de toets weer te zien, herhaalt u deze
handeling.
Opmerking
Een toets waarvoor al een signaal is
“aangeleerd”, kunt u niet in één keer
onzichtbaar maken.
Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door een
andere te vervangen, zult u die functie
eerst moeten wissen, om dan een nieuwe
functie over te nemen.
Wissen van een aangeleerde
functie van een enkele toets
RESET
RESET
Overnemen van signalen voor de
Á en ¤ toetsen
Voor andere componenten dan de TV of
AMP (versterker) dient u de
opmerkingen op blz. 17 en 18 te lezen.
Aangeven van alleen de
regelmatig gebruikte toetsen
U kunt zorgen dat de toetsen die u niet
gebruikt niet op het scherm verschijnen.
Dit vereenvoudigt de bediening van
apparatuur met een groot aantal toetsen
die u niet gebruikt.
LEARN NG
VCR1
u
P+ P– V+ V–
MU
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
INPUT
REC
ANT SW
1 Houd na stap 2 op blz. 13 de
RESET toets ingedrukt en druk
op de toets waarvan u de functie
wilt wissen.
RESET
+
De toets waarvan de functie is gewist
gaat nu weer knipperen samen met de
andere beschikbare toetsen.
Wordt vervolgd
15NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op de betreffende
component-keuzetoets. De
afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de aangeleerde
functies zijn dan gewist. De
toetsen voor dat apparaat krijgen
dan weer hun oorspronkelijke
functies die zij vóór het aanleren
hadden.
Wissen van alle aangeleerde
signalen voor een bepaalde
component
2
RESET
VCR1
LEARN NG
u
P+ P– V+ V–
MU
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
INPUT
TV
GREEN
REC
YELLOW
ANT SW
MENU
EXECUTE
BLUE
RETURN
RESET
SYSTEM CONTROL
2
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
COMMANDER
OFF
e
1
VCR3
DVD
DSP
Á
PROGRAM
+
+
–
–
=
¤
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op de betreffende componentkeuzetoets.
COMMANDER
OFF
+
CD
Wissen van aangeleerde signalen
voor DECK B/A
Druk op de DECK B/A toets om te kiezen
voor “DECK A” of “DECK B”. U kunt geen
signalen wissen voor beide cassettedecks
tegelijk.
16NL
CD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
1
+
Opmerking
Als u de bovenstaande stappen uitvoert terwijl
er nog geen nieuwe functies waren
overgenomen, dan keren de componentcodeinstellingen (zie blz. 7) nu terug naar de
fabrieksinstellingen.
Als u dit voor DECK B/A doet, zal bij het
wissen van alle functies voor één cassettedeck
(A of B) de componentcode-instelling voor
beide cassettedecks terugkeren naar de
fabrieksinstelling.
Geavanceerde functies
Opmerkingen
De afstandsbediening is in de fabriek
vooringesteld volgens het principe dat u
het geluid van uw video-apparatuur
hoort via de luidsprekers van uw TVtoestel en de geluidsweergave van alle
stereo-apparatuur via de luidsprekers
aangesloten op uw versterker.
De volgende tabel toont de
fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling van de verschillende
componenten.
Componentkeuzetoets
Regelt de geluidssterkte
van de
TV
TV
VCR1,2,3
TV
SAT/CBL
TV
DVD
TV
AMP
versterker
CD
versterker
MD/DAT
versterker
DECK B/A
versterker
TUNER
versterker
DSP
versterker
• Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen (“aangeleerd”, zie blz. 12), zal
bij de bediening van een dergelijk apparaat
het nieuwe signaal worden doorgegeven, in
plaats van de geluidsregeling van de TV of
de versterker.
• Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden doorgegeven
wanneer u voor de bediening van de TV of
de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de
bediening van andere componenten zult u
zonder probleem wel het geluid van de TV of
de versterker kunnen regelen.
Wijzigen van de
fabrieksinstelling voor de
volumeregeling
Als uw video-apparatuur echter is
aangesloten op een stereo-installatie, zult
u waarschijnlijk ook het geluid van uw
TV en uw videorecorder willen horen via
de luidsprekers aangesloten op uw
versterker, in plaats van alleen via de TVluidsprekers. In dat geval dient u de
fabrieksinstelling om te schakelen zodat
u de geluidssterkte van uw videoapparatuur kunt regelen zonder eerst de
afstandsbediening te hoeven
omschakelen naar de versterker.
RESET
Zo kunt u eenvoudigweg de
geluidssterkte van de TV of de versterker
regelen zonder hiervoor telkens te
hoeven overschakelen van de
geluidsbron naar de TV of AMP, enkel
voor de volumeregeling.
Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij
video-weergave (met VCR bediening) in
te stellen, hoeft u niet op de TV toets te
drukken om het TV-geluid te regelen.
LEARN NG
P+ P– V+ V–
SC1 SC2 SC3 MU
OFF
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
RED
D.SKIP
AUDIO
VIDEO1
INPUT
DISPLAY
VIDEO2
VIDEO3
TV
SUBTITLE
ON/OFF
DAT/MD
ANGLE
REC
CD
TELETEXT
ANT SW
DVD MENU
GENRE
MENU
MODE
1
2
3
CENTER
REAR
SUB
WOOFER
4
5
6
SUBTITLE
TAPE
7
8
9
YELLOW
TITLE
SOUND
FIELD
0
ENTER
2-
BLUE
T.TONE
CLEAR
BAND
RETURN
-/-1-
GREEN
2
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
OFF
TV
TUNER
PHONO
PGM
EXECUTE
CONTINUE
SHUFFLE
REPEAT
SHIFT
SYSTEM CONTROL
1
u
ON
VDP/AUX
COMMANDER
OFF
e
Volumeregeling voor
video-apparatuur
aangesloten op een
stereo-installatie
VCR3
DVD
DECK B/A TUNER
DSP
Á
PROGRAM
+
1
SAT/CBL
+
+
–
–
=
¤
Wordt vervolgd
17NL
Volumeregeling voor videoapparatuur aangesloten op een
stereo-installatie
(vervolg)
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á + en Á – toets allebei in.
Á
+
COMMANDER
OFF
+
+
–
Er klinkt een pieptoon en de
volumeregeling voor de videoapparatuur (TV, VCR1, 2 en 3, SAT/
CBL en DVD) wordt overgeschakeld
naar het aangegeven toestel (AMP of
TV).
Bij instellen op de
versterkervolumeregeling
Bij instellen op de
TV-volumeregeling
V+ V–
MU
V+ V–
MU
AMP
TV
NG
V+ V–
MU
AMP
Opmerkingen
• Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal de
bovenstaande procedure de functie van de
Á en ¤ toetsen niet veranderen.
• Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden doorgegeven
wanneer u voor de bediening van de TV of
de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de
bediening van andere componenten zult u
wel het geluid van de TV of de versterker
(afhankelijk van de bovenstaande instelling)
kunnen regelen. Voor het gebruik van een
nieuwe functie zult u die ook voor de andere
component(en) moeten programmeren met
de aanleerfunctie (zie blz. 12).
18NL
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— SYSTEM CONTROL toetsen
Voor de SYSTEM CONTROL toetsen
kunt u een hele reeks bedieningsfuncties
achtereen programmeren, om
ingewikkelde functies volautomatisch te
starten met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene dingen,
zoals het afspelen van een videoband,
kan al een reeks handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen (VCR1)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van het TVtoestel instellen op VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM CONTROL
toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16
achtereenvolgende bedieningsfuncties
programmeren. In de fabriek zijn de
SYSTEM CONTROL toetsen 1 en 2 nog
niet geprogrammeerd, maar er is wel een
reeks inschakel-commando’s voor Sony
apparatuur geprogrammeerd voor
SYSTEM CONTROL toets 3.
Programmeren van een reeks
bedieningsfuncties voor de
SYSTEM CONTROL toetsen
RESET
TV
LEARN
u
P+ P– V+ V–
SC1
MU
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
INPUT
GREEN
TV
YELLOW
TELETEXT
3
MENU
EXECUTE
BLUE
SYSTEM CONTROL
2
COMMANDER
OFF
e
1
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
Á
PROGRAM
+
DSP
5
1
2
+
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor de
gekozen toets is geprogrammeerd
Dan worden die bedieningsfuncties
nu aangegeven. (Overigens is
SYSTEM CONTROL toets nummer 3
al in de fabriek geprogrammeerd met
inschakel-commando’s voor vrijwel
alle soorten Sony apparatuur.) Om
een nieuwe bedieningsreeks te
programmeren, zult u eerst de
bestaande reeks moeten wissen (zie
blz. 21).
2 Druk op de componentkeuzetoets voor het te bedienen
apparaat.
+
–
TV
–
=
¤
De tiptoetsen voor de gekozen
component gaan knipperen.
Voorbeeld: programmeren van
de links aangegeven reeks
stappen voor de SYSTEM
CONTROL 1 toets
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen (in dit geval
SYSTEM CONTROL 1).
COMMANDER
OFF
SYSTEM CONTROL
1
+
Op het scherm gaan nu de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
RESET
LEARN
TV
u
P+ P– V+ V–
SC1
MU
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
INPUT
GREEN
TV
YELLOW
TELETEXT
MENU
EXECUTE
BLUE
3 Druk op de toets(en) voor de
gewenste bedieningsfunctie.
Om bijvoorbeeld het TV-toestel in te
schakelen, drukt u op een van de
cijfertoetsen.
1
Het afstandsbedieningssignaal van de
gekozen toets wordt uitgezonden, dus
u kunt onmiddellijk controleren of de
component naar behoren reageert.
Wordt vervolgd
19NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties — SYSTEM
CONTROL toetsen (vervolg)
4 Herhaal de stappen 2 en 3 voor
elk van de toetsfuncties in de
gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld drukt u op de
volgende toetsen.
VCR1
m
u
m
AMP
m
u
m
TV
m
m
VCR1
m
m
VIDEO1
INPUT
5 Wanneer u alle functies hebt
geprogrammeerd, drukt u op de
COMMANDER OFF toets.
COMMANDER
OFF
Opmerkingen
• Als het programmeren langer dan twee
minuten wordt onderbroken, vervalt de
invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts
tot op dat punt gelden. Om dan de gehele
reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf
stap 1 te gaan programmeren.
• Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al
een afstandsbedieningssignaal hebt
overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 28),
gaat de aanduiding “NG” knipperen en
klinkt er een pieptoon om u te waarschuwen
dat deze toets niet voor programmeren
beschikbaar is. Dan zult u de aangeleerde
functie eerst moeten wissen (zie blz. 29).
• Als u het component-codenummer wijzigt
zie blz. 7) of een nieuwe functie van een
andere afstandsbediening overneemt door
“aanleren” (zie blz. 12) voor een SYSTEM
CONTROL toets waaraan eerder een reeks
functies was toegewezen, dan vervalt die
reeks en zal bij indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets alleen het nieuwe signaal
worden verzonden.
Tip voor het programmeren van een
SYSTEM CONTROL toets
Na het uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties geeft het scherm van de
afstandsbediening de tiptoetsen voor de
component van de laatst uitgevoerde functie
aan. Door als laatste een functie voor de
geluidsbron of een vaak gebruikte component
te kiezen, bespaart u zich de stap om voor
verdere bediening eerst op de betreffende
component-keuzetoets te drukken.
Uitvoeren van de reeks
bedieningsfuncties
Druk op de gewenste SYSTEM
CONTROL toets (1, 2 of 3). De
geprogrammeerde bedieningssignalen
worden verzonden in de door u gekozen
volgorde voor de bediening van de
betreffende componenten.
SYSTEM CONTROL
1
2
3
Bij het verzenden van elk signaal toont
het scherm de bijbehorende toets.
20NL
Opmerkingen betreffende de
bedieningsreeksen
•Als de te bedienen componenten te ver
uiteen staan of als er een obstakel voor
staat, kunnen niet alle componenten
naar behoren werken wanneer u op de
SYSTEM CONTROL toets drukt.
•Als er om de bovenstaande of een
andere reden iets mis gaat met de
bedieningsreeks, dan zult u alle
componenten terug moeten stellen in
de oorspronkelijke stand voor u de
SYSTEM CONTROL bedieningsreeks
verzond. Anders loopt u de kans dat
de bediening bij het opnieuw
indrukken van de SYSTEM CONTROL
toets weer mis gaat.
•Het inschakelen van componenten kan
bij een bedieningsreeks wel eens
problemen geven. Het signaal voor
inschakelen is vaak hetzelfde als voor
uitschakelen. Om moeilijkheden te
voorkomen is het aanbevolen eerst te
controleren of de betreffende
componenten voor de bedieningsreeks
al naar behoren ingeschakeld zijn of
juist nog uit staan.
•Bepaalde componenten kunnen niet
onmiddellijk reageren op twee
opeenvolgende signalen. Zo zal een
TV-toestel na inschakelen wat tijd nodig
hebben alvorens het kan reageren op
het volgende signaal. Houd hier
rekening mee en programmeer de
signalen bijvoorbeeld om en om, als
volgt;
TV inschakelen n Videorecorder
inschakelen n Afspelen videoband
starten n TV instellen op videoweergave
Wijzigen van de
geprogrammeerde functies
Wissen van geprogrammeerde
signalen
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
COMMANDER
OFF
SYSTEM CONTROL
1
+
De bedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd voor die toets
worden in volgorde aangegeven.
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op dezelfde SYSTEM
CONTROL toets (1, 2 of 3).
RESET
+
SYSTEM CONTROL
1
De gehele bedieningsreeks wordt dan
gewist en op het scherm gaan de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
RESET
LEARN NG
SC1
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
Voor het vastleggen van een nieuwe
reeks functies onder deze SYSTEM
CONTROL toets volgt u de stappen 2
t/m 5 op blz. 19 ig en 20.
Wordt vervolgd
21NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties — SYSTEM
CONTROL toetsen (vervolg)
Terugstellen van SYSTEM
CONTROL toets 3 op de
fabrieksinstelling (inschakelen
van Sony componenten)
3 Herhaal de laatste stap: houd de
RESET toets ingedrukt en druk
daarbij weer op SYSTEM
CONTROL toets 3.
RESET
+
SYSTEM CONTROL
3
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op SYSTEM CONTROL toets 3.
COMMANDER
OFF
SYSTEM CONTROL
3
+
De bedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd worden in volgorde
aangegeven.
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op SYSTEM CONTROL
toets 3.
RESET
+
SYSTEM CONTROL
3
De gehele bedieningsreeks wordt dan
gewist en op het scherm gaan de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
22NL
De reeks inschakelcommando’s voor
Sony apparatuur is weer geldig en
wordt in volgorde op het scherm
aangegeven.
Voorbeeld: Programmeren van
de TV toets
Toevoegen van een
extra functie aan de
componentkeuzetoetsen
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á – toets en de gewenste
component-keuzetoets in.
COMMANDER
OFF
Programmeren van de
inschakelcode voor
componenten (alleen voor
Sony apparatuur)
+
Bij gebruik van Sony componenten kunt
u de inschakelcode voor elk apparaat
programmeren onder een componentkeuzetoets. Zo kunt u met één druk op
de component-keuzetoets een bepaald
apparaat inschakelen en tegelijk instellen
op de bediening ervan.
RESET
LEARN NG
P+ P– V+ V–
SC1 SC2 SC3 MU
OFF
1
2
3
CENTER
REAR
SUB
WOOFER
4
5
6
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
RED
D.SKIP
AUDIO
VIDEO1
GREEN
SUBTITLE
TAPE
INPUT
DISPLAY
VIDEO3
VDP/AUX
TV
TV
ANGLE
REC
CD
TUNER
PHONO
SUBTITLE
ON/OFF
DAT/MD
7
8
9
YELLOW
TITLE
SOUND
FIELD
TELETEXT
ANT SW
DVD MENU
GENRE
-/-1-
0
ENTER
2-
BLUE
T.TONE
CLEAR
BAND
RETURN
EXECUTE
CONTINUE
TV
VCR1
VCR2
CD
MD/DAT
u
ON
REPEAT
COMMANDER
OFF
3
AMP
Wanneer het inschakelcommando is
geprogrammeerd, klinkt er een
pieptoon en verschijnt de aanduiding
“u ON” op het scherm. (De schermaanduiding verdwijnt wanneer u de
toetsen loslaat.)
SHIFT
e
2
TV
Herhaal de bovenstaande handeling.
Dan klinkt er een pieptoon en verschijnt
de volgende aanduiding.
PGM
MENU
MODE
SHUFFLE
SYSTEM CONTROL
1
OFF
VIDEO2
+
–
Wissen van het
inschakelcommando
u
ON
Á
VCR3
DVD
+
DSP
Á
+
+
–
u
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
PROGRAM
1
–
=
¤
Opmerkingen
• Als er voor een component-keuzetoets al een
signaal is overgenomen of “aangeleerd” (zie
blz. 24), kan er geen inschakelcommando
voor die toets worden geprogrammeerd.
• Als u met “aanleren” een nieuwe functie van
een andere afstandsbediening overneemt (zie
blz. 24) voor een component-keuzetoets
waarvoor al een inschakelcommando is
geprogrammeerd, dan zal het nieuw
aangeleerde signaal dat inschakelcommando
overschrijven. Als u later het aangeleerde
signaal annuleert, zal ook het
inschakelcommando gewist worden en keert
de toets terug naar de oorspronkelijke
toestand voordat er iets onder
geprogrammeerd werd.
Wordt vervolgd
23NL
Toevoegen van een extra functie
aan de component-keuzetoetsen
(vervolg)
Toevoegen van een extra
code bij de keuze van een
component
Voorbeeld: Programmeren van
het CD-weergave signaal voor
uw versterker onder de CD
component-keuzetoets van de
afstandsbediening
1 Leg de RM-AV2000T recht
Naast de oorspronkelijke functie van het
instellen op een component en het laten
verschijnen van de bedieningstoetsen
daarvoor, kunt u voor een componentkeuzetoets nog een extra
afstandsbedieningssignaal overnemen
met de “aanleerfunctie” (zie blz. 12).
Als u bijvoorbeeld voor het luisteren naar
een compact disc altijd de versterker
moet instellen op CD-weergave, dan
kunt u het signaal voor “versterker op
CD-weergave” toewijzen aan de CD toets
van deze afstandsbediening. Dan kunt u
met één druk op de CD componentkeuzetoets de tiptoetsen voor de CDspeler laten verschijnen en tegelijk de
versterker instellen op weergave van een
CD.
tegenover de afstandsbediening
van het apparaat dat u wilt
bedienen.
Afstandsbediening van
uw componenten
ongeveer 5 – 10 cm
tussenruimte
RM-AV2000T
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á + toets en de PROGRAM +
toets tegelijk in.
Á
COMMANDER
OFF
+
+
+
PROGRAM
+
+
De aanduiding “LEARN” verschijnt
en de afkortingen voor alle typen
componenten gaan knipperen.
SYSTEM CONTROL
3
2
COMMANDER
OFF
e
1
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
+
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
3 Druk op de betreffende
DSP
Á
+
+
–
LEARN NG
SC1 SC2 SC3
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
PROGRAM
5
2
component-keuzetoets.
CD
–
=
¤
De naam van de gekozen component
blijft branden en “LEARN” gaat
knipperen.
LEARN NG
CD
NL
24
4 Houd de over te nemen toets op
de afstandsbediening van de
betreffende component (in dit
geval de versterker) ingedrukt tot
u een pieptoon hoort.
INPUT SELECT
CD
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
Uitschakelen van alle
componenten met een
enkele toets
— systeem-uitschakelfunctie
(alleen voor Sony apparatuur)
Door het instellen van de systeemuitschakelfunctie kunt u alle
componenten van Sony in één keer
uitschakelen, door de COMMANDER
OFF toets drie seconden lang in te
drukken.
Instellen van de systeemuitschakelfunctie
1 Houd de COMMANDER OFF
Wissen van de aangeleerde
functie van een componentkeuzetoets
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de Á +
toets en de PROGRAM + toets tegelijk
in.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij op de componentkeuzetoets waarvan u de extra functie
wilt wissen.
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM – toets en de Á +
toets tegelijk in.
COMMANDER
OFF
+
=
+
Á
+
Wanneer de systeem-uitschakelfunctie
geactiveerd is, verschijnt de
aanduiding “u OFF” op het scherm.
(De scherm-aanduiding verdwijnt
wanneer u de toetsen loslaat.)
Opmerking
Ook al is voor de betreffende componentkeuzetoets al een inschakelcode
geprogrammeerd (zie blz. 23), dan nog kunt u
daarvoor in de plaats een nieuw signaal
overnemen door “aanleren” op de
bovenstaande wijze.
Het nieuwe signaal overschrijft dan de
inschakelcode en deze verdwijnt geheel, zodat
ook bij wissen van het nieuwe signaal de
inschakelcode niet terugkomt.
PROGRAM
–
u
OFF
Wissen van de systeemuitschakelfunctie
Herhaal de bovenstaande handeling.
Na het wissen van de systeemuitschakelfunctie verschijnt de volgende
aanduiding.
u
25NL
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
componentkeuzetoetsen
Als u een extra component afzonderlijk
wilt bedienen, kunt u die component
toewijzen aan een andere componentkeuzetoets die u niet gebruikt. Als u
bijvoorbeeld twee videorecorders heeft
en twee compact disc spelers, kunt u de
VCR3 toets gebruiken als de componentkeuzetoets voor uw tweede CD-speler.
Opmerking
Als u een andere component toewijst aan een
component-keuzetoets, komt de instelling van
het component-codenummer (voor een ander
merk) te vervallen. Dit componentcodenummer zal niet terugkomen, ook al
verwijdert u de nieuw gekozen component en
stelt u de toets terug op de oorspronkelijke
component.
Voorbeeld: Toewijzen van een
CD-speler aan de VCR3
component-keuzetoets
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de VCR3 toets in.
COMMANDER
OFF
+
VCR3
De tiptoetsen voor het oorspronkelijk
te bedienen apparaat (VCR3) gaan
knipperen.
RESET
LEARN NG
VCR
3
u
P+ P– V+ V–
MU
1
2
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
2-
INPUT
3
REC
ANT SW
2 Houd nu de VCR3 toets
ingedrukt en druk daarbij de CD
toets in.
RESET
LEARN NG
P+ P– V+ V–
SC1 SC2 SC3 MU
OFF
1
CENTER
2
3
REAR
SUB
WOOFER
RED
D.SKIP
AUDIO
VIDEO1
INPUT
DISPLAY
VIDEO2
VIDEO3
GREEN
TV
SUBTITLE
ON/OFF
DAT/MD
ANGLE
REC
CD
MENU
MODE
4
5
7
8
9
YELLOW
TITLE
SOUND
FIELD
TELETEXT
ANT SW
DVD MENU
GENRE
0
ENTER
2-
BLUE
T.TONE
CLEAR
BAND
RETURN
-/-1-
6
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
SUBTITLE
TAPE
PHONO
PGM
EXECUTE
SHUFFLE
REPEAT
COMMANDER
OFF
e
2
TUNER
CONTINUE
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
DSP
Á
PROGRAM
+
+
–
+
VCR3
OFF
TV
SHIFT
SYSTEM CONTROL
1
u
ON
VDP/AUX
3
1
2
CD
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de tiptoetsen voor
de nieuw gekozen component (CD)
gaan knipperen.
Ook de naam van de nieuwe
component (CD) knippert, terwijl de
oorspronkelijke componentnaam
(VCR3) blijft branden.
–
=
¤
RESET
LEARN NG
VCR
P+ P– V+ V–
MU
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
2-
-/-1-
26NL
3
u
CD
D.SKIP
PGM
CONTINUE
CLEAR
SHUFFLE
REPEAT
Toewijzen van een cassettedeck
(DECK B/A) aan een andere
component-keuzetoets
U kunt geen twee cassettedecks, A en B,
toewijzen aan een enkele componentkeuzetoets.
Als het gewenste cassettedeck (A of B) niet
wordt aangegeven, verricht u de toewijzing
aldus: u houdt de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en drukt daarbij op de
DECK B/A toets om in te stellen op het
gewenste cassettedeck en dan herhaalt u de
toewijzing vanaf stap 1.
3 •Als de nieuw gekozen
component een Sony apparaat
is, drukt u op de
COMMANDER OFF toets om
de procedure af te ronden.
•Als u voor een ander merk het
component-codenummer moet
invoeren, volgt u de
aanwijzingen op blz. 7 – 10.
•Als u extra
afstandsbedieningssignalen wilt
overnemen met de
“aanleerfunctie”, volgt u
hiervoor de stappen 1 en 3 t/m
6 op blz. 13 en 14.
Opmerking
Als er pieptonen klinken en de aanduiding
“NG” gaat op het scherm knipperen bij
indrukken van de component-keuzetoets in
stap 1, dan kunt u geen andere component
toewijzen omdat voor bepaalde toetsen al een
andere functie is overgenomen met de
“aanleerfunctie” (zie blz. 12).
Wis dan eerst de aangeleerde signalen en
probeer het toewijzen opnieuw.
Toewijzen van een LaserDiscspeler (VD) of kabel-TV
ontvanger (CBL) aan een andere
component-keuzetoets
Als het gewenste apparaat (“VD” of
“CBL”) niet wordt aangegeven, dient u
vóór stap 3, eerst stap 2 te herhalen,
zodat de aanduiding voor het gewenste
apparaat (“VD” of “CBL”) in het
uitleesvenster knippert.
Gebruik van de
afstandsbediening na het
toewijzen van andere
componenten
Druk op de nieuw toegewezen
component-keuzetoets. De tiptoetsen
voor de nieuwe component verschijnen
en u kunt dat apparaat nu gaan
bedienen. Overigens wordt hierbij nog
steeds de oorspronkelijke
componentnaam aangegeven.
(In ons voorbeeld zou het scherm nu het
volgende te zien geven.)
Oorspronkelijke componentnaam
VCR
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
3
u
D.SKIP
PGM
CONTINUE
2-
CLEAR
SHUFFLE
REPEAT
Bedieningstoetsen voor een
CD-speler
Terugstellen van een componentkeuzetoets op de
oorspronkelijke instelling
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de
component-keuzetoets in die u wilt
terugstellen.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij opnieuw op dezelfde
component-keuzetoets.
Die component-keuzetoets keert dan
terug naar de oorspronkelijke
fabrieksinstelling.
Opmerking
Als u extra bedieningssignalen voor de toetsen
hebt overgenomen met de “aanleerfunctie” (zie
blz. 12) na het toewijzen van een andere
component aan de component-keuzetoets, dan
zult u met de twee stappen hierboven slechts
de aangeleerde functies wissen. In dat geval
herhaalt u daarna stap 2 om de componentkeuzetoets terug te stellen op de
oorspronkelijke instelling.
27NL
Programmeren van een
vaak gebruikte functie
voor de SYSTEM
CONTROL toetsen
Naast de oorspronkelijke functie voor
bedieningsreeksen (zie blz. 18) kunt u
voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2
en 3 ook extra
afstandsbedieningssignalen overnemen
met de “aanleerfunctie”.
Aangezien de SYSTEM CONTROL
toetsen 1, 2 en 3 geheel afzonderlijk van
de andere toetsen werken, kunt u ze ook
gebruiken voor directe één-toets
bediening, zonder bijvoorbeeld eerst de
betreffende component te hoeven kiezen
met een component-keuzetoets.
Deze één-toets bediening kan een handig
alternatief zijn voor het gewone gebruik
van de SYSTEM CONTROL toetsen voor
bedieningsreeksen.
Voorbeeld: Overnemen van het
aan/uit-signaal voor een
airconditioning voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Leg de RM-AV2000T recht
tegenover de afstandsbediening
van de airconditioning.
Afstandsbediening van
uw componenten
ongeveer 5 – 10 cm
tussenruimte
RM-AV2000T
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM + toets en de Á +
toets tegelijk in.
COMMANDER
OFF
+
+
RESET
LEARN NG
P+ P– V+ V–
SC1 SC2 SC3 MU
OFF
1
2
3
CENTER
REAR
SUB
WOOFER
4
5
6
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
RED
D.SKIP
AUDIO
VIDEO1
GREEN
SUBTITLE
TAPE
INPUT
DISPLAY
VIDEO2
VIDEO3
VDP/AUX
TV
TV
ANGLE
REC
CD
TUNER
PHONO
MENU
MODE
7
8
9
YELLOW
TITLE
SOUND
FIELD
TELETEXT
ANT SW
DVD MENU
GENRE
0
ENTER
2-
BLUE
T.TONE
CLEAR
BAND
RETURN
EXECUTE
SHUFFLE
REPEAT
COMMANDER
OFF
e
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
5
SC1 SC2 SC3
DSP
Á
PROGRAM
+
+
–
–
=
¤
2
28NL
+
+
De aanduiding “LEARN” verschijnt
en de afkortingen voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 en voor
alle typen componenten gaan
knipperen.
LEARN
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
3
PGM
CONTINUE
SHIFT
SYSTEM CONTROL
2
OFF
SUBTITLE
ON/OFF
DAT/MD
-/-1-
1
u
ON
Á
PROGRAM
+
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
Als er voor de betreffende toets al een
signaal is geprogrammeerd, blijft de
aanduiding daarvoor branden. Als u
die toets toch wilt gebruiken, zult u
eerst het geprogrammeerde signaal
moeten wissen (zie blz. 29).
3 Druk op de SYSTEM CONTROL
toets waarvoor u een signaal wilt
overnemen (“aanleren”).
SYSTEM CONTROL
2
De aanduiding “LEARN” gaat
knipperen en alleen de ingedrukte
SYSTEM CONTROL toets blijft in het
scherm zichtbaar.
Wissen van de aangeleerde
functie van de toets
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de
PROGRAM + toets en de Á + toets
tegelijk in.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij op de SYSTEM
CONTROL toets 1, 2 of 3 waarvan u de
functie wilt wissen.
LEARN NG
SC2
4 Houd de over te nemen toets op
de afstandsbediening van het
betreffende apparaat (in dit geval
de airconditioning) ingedrukt tot
u een pieptoon hoort.
AIR CONDITIONER
ON/OFF
De aanduiding “LEARN” stopt met
knipperen en blijft branden.
Als er pieptonen klinken en de
aanduiding “NG” op het scherm
knippert
Dan is er bij het overnemen iets misgegaan.
Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals.
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
29NL
Nuttige extra functies
Opheffen van de
toetsbeveiliging
Blokkeren van de
toetsen
— Hold beveiliging
Om vergissingen te voorkomen, kunt u
alle toetsen blokkeren met de Hold
beveiliging.
u
CD
1
2
3
4
5
6
7
8
9
-/-1-
0
ENTER
D.SKIP
PGM
CONTINUE
CLEAR
SHUFFLE
SYSTEM CONTROL
2
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
REPEAT
COMMANDER
OFF
e
1
VCR3
DVD
DECK B/A TUNER
DSP
Á
PROGRAM
+
1
SAT/CBL
+
+
–
–
=
¤
Als de ≥ toets niet wordt aangegeven,
drukt u eerst op een willekeurige toets,
behalve de SYSTEM CONTROL toetsen
of de COMMANDER OFF toets, voor u
begint.
1 Houd de ≥ toets ingedrukt en
druk daarbij de COMMANDER
OFF toets in.
+
COMMANDER
OFF
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de aanduiding
“OFF” verschijnt.
OFF
30NL
Houd de “OFF” toets ingedrukt en druk
daarbij de COMMANDER OFF toets in.
De aanduiding “OFF” verdwijnt van het
scherm.
2 Druk op de u OFF toets.
Beveiligen van uw
instellingen en
aangeleerde signalen
u
OFF
— Preset Lock functie
U kunt de afstandsbediening beveiligen
tegen het wijzigen, toevoegen of wissen
van de gemaakte componentcodeinstellingen (zie blz. 7), “aangeleerde”
extra signalen (zie blz. 12, 24, 28 enz.),
SYSTEM CONTROL bedieningsreeksen
(zie blz. 18), volumeregeling-aanpassing
(zie blz. 17) of systeem-uitschakelfunctie
(zie blz. 25).
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
u
OFF
2
3
SYSTEM CONTROL
2
COMMANDER
OFF
e
1
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
+
–
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
u
ON
3 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
Met de Preset Lock beveiliging
ingeschakeld
Als u tracht een componentcodenummer
in te stellen (zie blz. 7) of een nieuwe
functie over te nemen (zie blz. 12) zullen
er pieptonen klinken en gaat de
aanduiding “NG” op het scherm
knipperen.
Á
PROGRAM
+
DSP
De namen van de componenten
stoppen met knipperen en blijven
branden en nu knippert de “u ON”
toets.
–
=
¤
1
1 Houd de COMMANDER OFF
De Preset Lock beveiliging
uitschakelen
Om de Preset Lock beveiliging uit te
schakelen volgt u opnieuw de
bovenstaande aanwijzingen, maar drukt
u in stap 2 op de “u ON” toets. Dan
verschijnt er “u OFF” op het scherm.
toets ingedrukt en druk daarbij
de ¤ toets in.
COMMANDER
OFF
+
¤
De “u OFF” toets verschijnt en de
afkortingen voor alle typen
componenten gaan knipperen.
TV VCR123 DVD SAT DECKAB
AMP MD CBL CD FM/AM DSP
u
OFF
31NL
Wijzigen van de
automatische
uitschakeltijd van de
afstandsbediening
De afstandsbediening is in de fabriek
ingesteld om 10 minuten na het laatste
gebruik automatisch uit te schakelen
(automatische uitschakelfunctie). Om de
tijd voor het uitschakelen te wijzigen,
gaat u als volgt te werk.
U kunt de automatische uitschakeltijd
verlengen in stappen van 10 minuten tot
maximaal 90 minuten, of u kunt u deze
functie desgewenst ook geheel
annuleren, zodat de afstandsbediening
niet vanzelf uitschakelt.
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM + en Á – toets
allebei in.
COMMANDER
OFF
+
PROGRAM
+
+
+
Á
–
Op het scherm blijft nu het cijfer dat
de geldende uitschakeltijd van de
afstandsbediening aangeeft branden,
terwijl de andere cijfers knipperen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
2 Druk op een van de cijfertoetsen 1
Opmerking
De automatische uitschakelfunctie zorgt alleen
voor uitschakelen van de afstandsbediening en
heeft geen invloed op enig ander apparaat.
OFF
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DISPLAY
2
3
0
SYSTEM CONTROL
2
COMMANDER
OFF
e
1
1 Houd de COMMANDER OFF
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
VCR3
DVD
+
2
DSP
Á
+
+
–
Om bijvoorbeeld de automatische
uitschakeltijd in te stellen op 20
minuten, drukt u op cijfertoets 2.
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
PROGRAM
- 9 om het veelvoud van 10
minuten voor de automatische
uitschakeltijd te kiezen, of druk
op cijfertoets 0 toets om de
automatische uitschakelfunctie te
annuleren.
–
=
¤
1
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en op het scherm
stopt het cijfer “2” met knipperen en
blijft branden.
3 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
32NL
Regelen van de
verlichting van het
uitleesvenster
De afstandsbediening wordt vanaf de
fabriek geleverd met een uitleesvenster
dat bij inschakelen helder oplicht, om
automatisch 10 seconden na het laatste
gebruik automatisch uit te schakelen.
Om deze instelling te wijzigen, gaat u als
volgt te werk.
U kunt de automatische uitschakeltijd
van de schermverlichting verlengen (in
stapjes van 10 seconden tot maximaal 90
seconden) en u kunt bovendien de
helderheid kiezen (fel of minder fel).
2
2
3
4
5
6
7
8
9
SYSTEM CONTROL
2
3
TV
VCR1
VCR2
AMP
CD
MD/DAT
COMMANDER
OFF
e
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2 Druk op een van de cijfertoetsen 1
– 9 om het veelvoud van 10
seconden voor de automatische
uitschakeltijd te kiezen.
Om bijvoorbeeld de automatische
uitschakeltijd in te stellen op 20
seconden, drukt u op cijfertoets 2.
2
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en op het scherm
stopt het cijfer “2” met knipperen en
blijft branden.
OFF
1
1
VCR3
DVD
SAT/CBL
DECK B/A TUNER
+
DSP
Á
PROGRAM
3
4
1
3 Druk op de > of . toets om de
helderheid van het scherm te
kiezen.
Voor een feller verlicht scherm drukt
u op de > toets en voor een minder fel
scherm op de . toets.
+
+
–
–
=
¤
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de
toets in.
+
e
COMMANDER
OFF
Op het scherm blijft nu het cijfer dat
de geldende uitschakeltijd van de
achtergrondverlichting aangeeft
branden, samen met de pijl die de
gekozen helderheid aangeeft. De
andere cijfers en de andere pijl
knipperen.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de gekozen pijl
blijft branden.
4 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
33NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
•Laat de afstandsbediening niet vallen
en behoed het apparaat tegen heftige
schokken, om storingen in de werking
te vermijden.
•Leg het apparaat niet te dicht bij een
warmtebron en stel het niet bloot aan
direct zonlicht, veel stof of zand, vocht,
regen of mechanische schokken.
•Pas op dat er geen vloeistof of kleine
voorwerpen in de afstandsbediening
terechtkomen. Als er vloeistof of een
voorwerp in het apparaat terechtkomt,
dient u het eerst door een deskundige
te laten nakijken, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
•Zorg dat er geen direct zonlicht of fel
lamplicht op de
afstandsbedieningssensors van uw
apparatuur valt. Bij te fel licht kan de
afstandsbediening niet naar behoren
werken.
•Houd de afstandsbediening buiten het
bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor airconditioning,
verwarming of het openen en sluiten
van gordijnen of rolluiken kan
gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk
op een toets van de afstandsbediening
wordt gedrukt.
Onderhoud
Veeg de buitenkant van het apparaat
schoon met een zacht doekje, licht
bevochtigd met water en zonodig wat
milde vloeibare zeep. Gebruik voor het
reinigen geen vluchtige stoffen als
alcohol, benzine of thinner, aangezien
dergelijke middelen de afwerking van
het apparaat kunnen aantasten.
34NL
Technische gegevens
Reikwijdte
Ongeveer 10 meter (kan verschillen voor
apparatuur van andere merken)
Stroomvoorziening
Afstandsbediening: vier stuks R6 (AAformaat) batterijen
Schermverlichting: twee stuks R6 (AAformaat) batterijen
Gebruiksduur batterijen
Ongeveer 6 maanden (afhankelijk van hoe
intensief de afstandsbediening wordt
gebruikt)
Afmetingen
Ongeveer 120 × 175 × 45 mm (b/h/d)
Gewicht
290 gram (zonder batterijen)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen hebben met het instellen of het gebruik van de afstandsbediening,
controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 5) en neem vervolgens de onderstaande lijst
met controlepunten even door.
Probleem
Oplossing
De apparatuur reageert
niet op de
afstandsbediening.
• Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale reikwijdte van
de afstandsbediening is ongeveer 10 meter.
• Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat en zorg
dat er geen obstakels tussen u en het apparaat staan.
• Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw.
• Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt ingedrukt. In het
geval van SAT/CBL, DVD of DECK B/A zorgt u dat de gewenste
component wordt aangegeven.
• Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor infraroodafstandsbediening. Als er bij het apparaat geen afstandsbediening
geleverd werd, is het wellicht niet geschikt voor bediening op afstand.
• Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereo-installatie,
controleert u dan of de afstandsbediening wel is ingesteld zoals
beschreven onder “Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten
op een stereo-installatie” (zie blz. 17).
Bepaalde apparatuur
reageert niet, ook na
instellen van een
componentcodenummer.
• Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen (zie blz. 7). Als
het eerste codenummer voor uw component niet werkt, probeer dan
alle volgende codenummers uit, in de volgorde zoals vermeld in de
bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”.
• Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als sommige of zelfs
alle toetsen niet goed werken na het instellen van het componentcodenummer, gebruik dan de “aanleerfunctie” om de
afstandsbedieningssignalen voor het apparaat over te nemen in deze
afstandsbediening (zie blz. 12).
Bepaalde apparatuur
• Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
reageert niet, ook na
overgenomen. Zo niet, verricht het “aanleren” van de gewenste
overnemen van de
functie(s) dan opnieuw (zie blz. 12).
afstandsbedieningssignalen
met de “aanleerfunctie”.
Tijdens het “aanleren”
van een nieuwe functie
knippert de aanduiding
“NG”.
• Wis de functies die u zelden gebruikt uit het geheugen (zie blz. 15) en
probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw.
• Lees de aanwijzingen onder “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe
functies” op blz. 14 en probeer het “aanleren” van de gewenste functie
opnieuw (zie blz. 12).
Tijdens het “aanleren”
van een nieuwe functie
blijft de aanduiding
“NG” steeds branden.
• Mogelijk is er al een andere bedieningsfunctie voor de betreffende toets
overgenomen of “aangeleerd”. Wis de aangeleerde functie(s) (zie blz.
15) en probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw (zie blz.
12).
Wordt vervolgd
35NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
36NL
Probleem
Oplossing
Een bedieningsreeks
heeft niet het gewenste
resultaat.
• Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn
geprogrammeerd (zie blz. 18).
• Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als dat niet
helpt, zet dan de verschillende componenten iets dichter naar elkaar
toe.
• Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de betreffende
componenten en zorg dat ze alle in gereedheid zijn voor de ontvangst
van de SYSTEM CONTROL bedieningssignalen.
De afstandsbediening
wordt vanzelf
uitgeschakeld.
• De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld om 10 minuten na het
laatste gebruik automatisch uit te schakelen (automatische
uitschakelfunctie, zie blz. 32). U kunt de automatische uitschakeltijd
verlengen in stappen van 10 minuten tot maximaal 90 minuten, of u
kunt u deze functie ook geheel annuleren, zodat de afstandsbediening
niet vanzelf uitschakelt.
Aanhangsels
Overzicht van
vooringestelde functies
TV (TV-toestel)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
Uitschakelen.
0–9
Zenderkeuze. Ook voor
inschakelen.
-/-1-
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
het TV-toestel zelf.
2-
Keuze van een
zendernummer van 20 tot
29.
RED, GREEN,
Fastext toetsen.
YELLOW, BLUE
INPUT
Keuze van het
ingangssignaal.
TV
Inschakelen.
Ook om terug te keren van
teletekst naar de gewone TV.
TELE TEXT
Overschakelen naar
teletekst.
MENU
Oproepen van het MENU
scherm.
>
Cursor omhoog verplaatsen.
?
Fastext gebruiken
Met Fastext hebt u met een druk op de
knop toegang tot bepaalde teletekstpagina’s. Wanneer een Fastext-pagina
wordt ontvangen, verschijnt een menu
met kleurcodes onder aan het scherm.
De kleuren van dit menu komen overeen
met de rode, groene, gele en blauwe
toetsen op de afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt met de
kleurcode in het menu. Na enige
seconden wordt de pagina weergegeven.
VCR 1, 2, 3 (videorecorders)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
In- en uitschakelen
0–9
-/-1-
Zenderkeuze
2-
Keuze van een
zendernummer van 20 tot
29.
Cursor naar links
verplaatsen.
INPUT
Keuze van het
ingangssignaal.
.
Cursor omlaag verplaatsen.
0
Band terugspoelen.
/
Cursor naar rechts
verplaatsen.
(
Video afspelen.
)
Band snel vooruitspoelen.
Uitvoeren van een op het
scherm gekozen punt.
REC
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
p
Stoppen
P
Pauzeren
ANT SW
Omschakelen van het
antennesignaal.
EXECUTE
PROGRAM +/– Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Á +/–
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
¤
Geluid van de TV dempen.
Nogmaals drukken om weer
geluid te horen.
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
de videorecorder zelf.
PROGRAM +/– Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Wordt vervolgd
37NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
DVD (DVD-speler)
VD (LaserDisc-speler)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
0–9
u
In- en uitschakelen
0–9
Keuze van het
scènenummer. Gebruik de 0
toets voor scène 10.
Zie voor het kiezen van
scènenummers 10 en hoger
de beschrijving van de -/-1toets hieronder.
-/-1-
Keuze van de scènenummers
10 en hoger.
Kies bijvoorbeeld scène
nummer 15 met een druk op
-/-- en dan toets 5.
1-
ENTER
Invoeren van uw keuze.
0
Terugkeren naar een eerdere
passage.
(
Afspelen
)
Vooruit zoeken
p
Stoppen
In- en uitschakelen
Cijfertoetsen: Voor keuze
van bepaalde punten op het
scherm.
Invoeren van uw keuze.
Voor vastleggen van een op
het scherm gekozen punt.
ENTER
AUDIO
DISPLAY
Omschakelen van het geluid.
Aangeven van de
ingeschakelde afspeelfunctie
op het scherm.
Terugkeren naar een eerdere
passage.
0
(
)
Afspelen
Vooruit zoeken
p
P
Stoppen
Pauzeren
SUB TITLE
Omschakelen van de
ondertitels.
SUB TITLE
ON/OFF
ANGLE
In- en uitschakelen van de
ondertitels.
Verstellen van de beeldhoek.
P
Pauzeren
CLEAR
Wissen van de gekozen
lettertekens van het scherm.
TITLE
DVD MENU
Aangeven van het titelmenu.
Aangeven van het DVD
menu.
PROGRAM
+
PROGRAM
=
MENU
Voor instellen of kiezen van
menu-onderdelen.
>
?
Cursor omhoog verplaatsen.
Cursor naar links
verplaatsen.
.
/
Cursor omlaag verplaatsen.
Cursor naar rechts
verplaatsen.
EXECUTE
Uitvoeren van een op het
scherm gekozen punt.
CLEAR
Wissen van de gekozen
lettertekens van het scherm.
Terugkeren naar het vorige
scherm.
RETURN
38NL
+
PROGRAM
+
PROGRAM
=
–
Doorgaan naar het volgende
onderdeel, muziekstuk of
scène.
Terugkeren naar het vorige
onderdeel, muziekstuk of
scène.
+
–
Doorgaan naar de volgende
passage of scène.
Terugkeren naar de vorige
passage of scène.
SAT (satelliet-ontvanger)
CBL (kabel-TV ontvanger)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
In- en uitschakelen
u
In- en uitschakelen
0–9
-/-1-
Zenderkeuze
0 – 9, ENTER
-/-1-
Zenderkeuze
RETURN
Afstemmen op de laatst
ontvangen zender.
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
de satelliet-ontvanger zelf.
RETURN
Afstemmen op de laatst
ontvangen zender.
MENU
Oproepen van het MENU
scherm.
>
Cursor omhoog verplaatsen.
?
Cursor naar links
verplaatsen.
.
Cursor omlaag verplaatsen.
/
Cursor naar rechts
verplaatsen.
EXECUTE
Oproepen van de Station
Index als er geen zendergids
wordt aangegeven.
Keuze van de zender die
verlicht wordt aangegeven.
Keuze van twee-cijfer
zendernummers.
PROGRAM +/– Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
PROGRAM +/– Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Wordt vervolgd
39NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
AMP (versterker)
CD (compact disc speler)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
In- en uitschakelen
u
In- en uitschakelen
VIDEO 1
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 1
0–9
VIDEO 2
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 2
VIDEO 3
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 3
VDP/AUX
Keuze van de ingangsbron:
videoplatenspeler of AUX
Keuze van
muziekstuknummers.
Gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10.
Zie voor het kiezen van
muziekstuknummers 10 en
hoger de beschrijving van de
-/-- toets hieronder.
1-
TV
Keuze van de ingangsbron:
TV
-/-1-
Keuze van de
muziekstuknummers 10 en
hoger.
TAPE
Keuze van de ingangsbron:
TAPE voor cassetteweergave
ENTER
Invoeren van uw keuze.
D.SKIP
Keuze van de volgende disc.
0
Terugkeren naar een eerdere
passage.
(
Afspelen
Keuze van de ingangsbron:
CD voor compact discs
)
Vooruit zoeken
p
Stoppen
Keuze van de ingangsbron:
TUNER voor radioontvangst
P
Pauzeren
PGM
Voor programma-weergave.
CLEAR
Wissen van de gemaakte
instelling.
SHUFFLE
Afspelen in willekeurige
volgorde.
CONTINUE
Afspelen in normale
volgorde.
DAT/MD
CD
TUNER
Keuze van de ingangsbron:
DAT cassette/MD minidiscspeler
PHONO
Keuze van de ingangsbron:
PHONO voor platenspeler
MENU
Oproepen van het MENU
scherm.
>
Cursor omhoog verplaatsen.
?
Cursor naar links
verplaatsen.
.
Cursor omlaag verplaatsen.
/
Cursor naar rechts
verplaatsen.
SHIFT
Omschakelen van
afstemband (FM/AM)
PROGRAM +/– Voorinstelfrequentie hoger:
+, lager: –
Afstemfrequentie hoger: +,
lager: –
Á +/–
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
¤
40NL
Geluid van de versterker
dempen. Nogmaals drukken
om weer geluid te horen.
REPEAT
Herhaalde weergave.
+
PROGRAM
+
PROGRAM
=
–
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
MD (minidisc-recorder)
DAT (digitaal cassettedeck)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
u
In- en uitschakelen
u
In- en uitschakelen
0–9
Keuze van
muziekstuknummers.
Gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10.
Zie voor het kiezen van
muziekstuknummers 10 en
hoger de beschrijving van de
-/-- toets hieronder.
1-
0–9
Keuze van
muziekstuknummers.
ENTER
Invoeren van uw keuze.
0
Terugspoelen
(
Afspelen
)
Vooruit zoeken
REC
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
p
Stoppen
P
Pauzeren
R
Opnamedemping
-/-1-
Keuze van de
muziekstuknummers 10 en
hoger.
ENTER
Invoeren van uw keuze.
0
Terugkeren naar een eerdere
passage.
(
Afspelen
)
Vooruit zoeken
REC
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
p
Stoppen
P
Pauzeren
PGM
Voor programma-weergave.
CLEAR
Wissen van de gemaakte
instelling.
SHUFFLE
Afspelen in willekeurige
volgorde.
CONTINUE
Afspelen in normale
volgorde.
REPEAT
REPEAT
Herhaalde weergave.
+
PROGRAM
+
PROGRAM
=
–
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
Herhaalde weergave.
+
PROGRAM
+
PROGRAM
=
–
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
Wordt vervolgd
41NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
DECK B/A (cassettedeck)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
42NL
D.SKIP
Keuze van het cassettedeck:
A of B (alleen voor dubbel
cassettedeck)
0
Terugspoelen
9
Achterkant-weergave
(
Voorkant-weergave
)
Vooruitspoelen
REC
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets. Voor
opnemen op de achterkant
drukt u op de 9 toets
terwijl u de REC toets
ingedrukt houdt. Laat eerst
de 9 toets los en dan de
REC toets.
DSP (Digitale Surroundakoestiek Processor)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
CENTER
Middenluidspreker harder/
zachter +/- toetsen.
REAR
Akoestiekluidsprekers
harder/zachter +/- toetsen.
SUB WOOFER
Lagetonen-luidspreker
harder/zachter +/- toetsen.
AUDIO
Keuze van de DPC
signaalverwerking.
DISPLAY
Omschakelen van de
aanduidingen.
9
Ingangskeuze: <
(
Ingangskeuze: >
SOUNDFIELD
In- en uitschakelen van de
klankbeelden.
GENRE
Keuze van een klankbeeldgenre.
p
Stoppen
P
Pauzeren
T.TONE
Weergave van een testtoon.
R
Opnamedemping
MODE
Keuze van een klankbeeld.
>
Digitale signaalverwerking:
FM/AM TUNER (FM/AM tuner)
?
Digitale signaalverwerking:
<
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
.
Digitale signaalverwerking:
/
Digitale signaalverwerking:
>
u
In- en uitschakelen
1 – 9, 0
Cijfertoetsen: voor keuze van
zendernummers.
-/-1-
Keuze van de
zendernummers 10 en hoger.
ENTER
Invoeren van uw keuze.
9
Afstemmen op een zender
met lagere frequentie.
(
Afstemmen op een zender
met hogere frequentie.
BAND
Keuze van de FM/AM
afstemband.
PROGRAM +
Voorkeurzender met hoger
nummer: +
PROGRAM –
Voorkeurzender met lager
nummer: –
Beknopt bedieningsoverzicht
Voor het
Drukt u op
Zie voor
details blz.
Kiezen van een
componentcode
COMMANDER OFF
+
¤
Overnemen van de
toetsfunctie(s) van een
andere afstandsbediening
(aanleerfunctie)
COMMANDER OFF
+
Component-keuzetoets
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
component-keuzetoetsen
blz. 8
blz. 12
+
COMMANDER OFF
Component-keuzetoets
(die u een nieuwe
functie wilt geven)
blz. 26
v
Component-keuzetoets
(die u een nieuwe
functie wilt geven)
+
Component-keuzetoets
(voor de nieuw toe te
wijzen component)
Omschakelen van de
volumeregeling
COMMANDER OFF
+
Á+
Programmeren van
SYSTEM CONTROL
bedieningsreeksen
COMMANDER OFF
+
SYSTEM CONTROL (1, 2, 3)
Instellen van de systeemuitschakelfunctie
COMMANDER OFF
+
PROGRAM –
Toewijzen van een
inschakelcommando aan
de componentkeuzetoetsen
+
blz. 17
Á–
blz. 18
+
Á+
blz. 25
blz. 23
COMMANDER OFF
+
Á–
+
Componentkeuzetoets
Programmeren van een
commando voor een
SYSTEM CONTROL toets
of component-keuzetoets
blz. 24, 28
COMMANDER OFF
+
PROGRAM +
+
Á+
Instellen van de
automatische
uitschakeltijd
COMMANDER OFF
+
PROGRAM +
+
Á–
Instellen van de
uitschakeltijd/helderheid
van de schermverlichting
COMMANDER OFF
+
Blokkeren van de
afstandsbedieningstoetsen
≥
Direct kiezen van het TVingangssignaal
INPUT
Beginnen met opnemen
REC
+
COMMANDER OFF
+
+
0 – 6 toetsen
(
blz. 32
blz. 33
blz. 30
blz. 12
blz. 11
43NL