Sony RM-AV2000T Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sony Corporation Printed in Japan
Index
A
Aanleerfunctie 12
Automatisch uitschakelen
van de afstandsbediening 32
van de schermverlichting 33
B
Batterijen 5
Blokkeren van de toetsen 30
C, D, E, F
Codenummers 7
COMMANDER OFF uitschakeltoets 6
Component-keuzetoetsen
toevoegen van een extra functie 23
toewijzen van andere apparatuur 26
G
Geluiddempingstoets (¤) 6, 18
Geluidssterkte regelen 6, 17
Geluidssterktetoetsen (Á +/–) 6, 17
H, I, J, K
Hold beveiliging 30
Inschakelcommando
SYSTEM CONTROL toetsen 18
Toevoegen aan de component-
keuzetoetsen 23
L, M, N, O
LCD scherm
automatische uitschakeltijd 33
helderheid 33
P, Q, R
Preset Lock beveiliging 31
PROGRAM zenderkeuzetoets 6
S
Schermverlichting
batterijen voor 5
bijregelen 33
Schermverlichtingstoets (
) 6, 33
SYSTEM CONTROL toetsen
bedieningsreeksen 18
programmeren voor vaak gebruikte
functies 28
T, U
Toewijzen van andere apparatuur aan de
component-keuzetoetsen 26
Uitschakelcommando
Zie “Systeem-uitschakelfunctie” 19
V
Verhelpen van storingen 35
Vooringestelde componenten 7
W, X, Y, Z
Wijzigen/wissen
aangeleerde signalen 15, 25, 29
bedieningsreeks (SYSTEM CONTROL)
21
Wissen
Zie “Wijzigen/wissen”.
2
NL
Kenmerken
Met de veelzijdige RM-AV2000T afstandsbediening kunt u al uw audio/video-
apparatuur vanuit één punt bedienen; geen verwarring meer met voor elk toestel een
andere afstandsbediening, allemaal anders en lastig uiteen te houden. Hieronder de
voornaamste voordelen van deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/video-componenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van
Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk een geïntegreerd regelcentrum
voor al uw Sony audio/video-componenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening ook al geschikt voor alle andere grote merken.
Voor het bedienen van audio/video-apparatuur hoeft u slechts het codenummer ervan
in te voeren.
Aanleerfunctie voor het programmeren van uiteenlopende bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn ingebouwd eenvoudig
overnemen van elke andere afstandsbediening. Dit geldt ook voor de bediening van
andere apparatuur dan audio/video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen
infrarode signalen en niet altijd voor alle functies).
Flexibel aan te passen toetsen voor elk gewenst apparaat
De component-keuzetoetsen zijn vrijelijk om te schakelen voor de bediening van elke
gewenste component. Dit komt goed van pas als u bepaalde apparatuur dubbel heeft,
zoals twee videorecorders e.d.
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen onder een enkele
toets vastleggen, om ingewikkelde functies geheel te automatiseren.
Handige tiptoetsen op LCD scherm met blauwe achtergrond-verlichting
Nadat u een component hebt gekozen, toont het LCD scherm van de afstandsbediening
alleen de toetsen die u daarvoor nodig hebt. Dit maakt de bediening overzichtelijk en
intuïtief. Het LCD scherm heeft een achtergrondverlichting voor prettige bediening,
ook in het donker of bij gedempt licht.
Het CE merkteken op het apparaat is alleen geldig voor de producten die in de
Europese Unie worden verkocht.
3
NL
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Batterij-inleg......................................................................................................................... 5
Wanneer de batterijen te vervangen .................................................................................. 5
Plaats en functie van de bedieningsorganen ....................................................................... 6
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur................................................... 7
Kiezen van de code voor een component ......................................................................... 8
Controleren of het codenummer werkt............................................................................. 9
Op afstand bedienen van uw apparatuur........................................................................... 10
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie......................................... 12
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie ........................................................... 15
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie ................ 17
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen ..................... 18
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL
toetsen ............................................................................................................................... 19
Uitvoeren van de reeks bedieningsfuncties.................................................................... 20
Wijzigen van de geprogrammeerde functies.................................................................. 21
Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen.................................. 23
Programmeren van de inschakelcode voor componenten (alleen voor Sony
apparatuur)....................................................................................................................... 23
Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component ................................ 24
Uitschakelen van alle componenten met een enkele toets
— Systeem-uitschakelfunctie (alleen voor Sony apparatuur) ......................................... 25
Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen................................. 26
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen ........ 28
Wordt vervolgd
4
NL
Nuttige extra functies
Blokkeren van de toetsen — Hold beveiliging................................................................... 30
Beveiligen van uw instellingen en aangeleerde signalen — Preset Lock functie.............. 31
Wijzigen van de automatische uitschakeltijd van de afstandsbediening........................... 32
Regelen van de verlichting van het uitleesvenster ............................................................ 33
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen........................................................................................................ 34
Onderhoud .......................................................................................................................... 34
Technische gegevens .......................................................................................................... 34
Verhelpen van storingen..................................................................................................... 35
Aanhangsels
Overzicht van vooringestelde functies ............................................................................... 37
TV (TV-toestel) .................................................................................................................... 37
VCR 1, 2, 3 (videorecorders) ............................................................................................. 37
DVD (DVD-speler) ............................................................................................................. 38
VD (LaserDisc-speler) ........................................................................................................ 38
SAT (satelliet-ontvanger) ................................................................................................... 39
CBL (kabel-TV ontvanger) ................................................................................................ 39
AMP (versterker) ................................................................................................................40
CD (compact disc speler)................................................................................................... 40
MD (minidisc-recorder) ..................................................................................................... 41
DAT (digitaal cassettedeck) .............................................................................................. 41
DECK B/A (cassettedeck) ................................................................................................. 42
FM/AM TUNER (FM/AM tuner) ................................................................................... 42
DSP (Digitale Surround-akoestiek Processor)................................................................ 43
Beknopt bedieningsoverzicht ............................................................................................. 43
Index .................................................................................................................. achterpagina
Inhoudsopgave
(vervolg)
5
NL
Voorbereidingen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop de
afstandsbediening open en plaats hierin
zes stuks R6 (AA-formaat) batterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met
de + en – polen in de juiste richting ligen,
zoals aangegeven met de + en – in het
batterijvak.
Wanneer de batterijen te
vervangen
Batterijen van de
afstandsbediening (vier stuks R6
(AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden zullen
de batterijen ongeveer zes maanden
meegaan. Als uw apparatuur niet meer
zo vlot op de afstandsbediening reageert,
kunnen de batterijen bijna leeg zijn,
hetgeen wordt aangegeven door de i
aanduiding op het LCD scherm. Als
deze aanduiding minder helder oplicht,
dient u de batterijen door nieuwe te
vervangen.
Opmerking
Zorg dat het vervangen van de batterijen niet
meer dan een uur in beslag neemt, anders
kunnen de vastgelegde codenummers (zie blz.
7) en de aangeleerde functies (zie blz. 12) uit
het geheugen verdwijnen.
Batterijen voor de
schermverlichting (twee stuks R6
(AA-formaat) batterijen)
Wanneer de achtergrondverlichting van
het LCD scherm geleidelijk zwakker
oplicht, dient u beide batterijen hiervoor
door nieuwe te vervangen.
Omtrent batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar en vooral geen verschillende typen
batterijen tegelijk.
Mocht de elektrolyt uit een batterij lekken,
veeg de vervuilde delen van het batterijvak
dan grondig schoon met een doekje en
vervang de oude batterijen door nieuwe. Om
batterijlekkage te voorkomen, kunt u beter de
batterijen uit de afstandsbediening
verwijderen wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken.
(voor
schermverlichting)
(voor
afstandsbediening)
}
}
]
}
]
}
]
]
}
]
}
]
6
NL
5 COMMANDER OFF
afstandsbediening-uitschakeltoets
Om de afstandsbediening uit te
schakelen als u deze niet meer
gebruikt.
6 Component-keuzetoetsen (TV,
VCR1, enz.)
Voor het kiezen van het apparaat dat
u wilt bedienen.
7 Á +/– toetsen*
Voor het instellen van de
geluidssterkte.
8 ¤ geluiddempingstoets*
Voor het afzetten van de
geluidsweergave.
9 PROGRAM + +/ – =
zenderkeuzetoetsen
Voor het kiezen van een TV- of
radiozender.
* Na het kiezen van een video-component kunt
u met de afstandsbediening het TV-geluid
instellen of desgewenst afzetten.
Na het kiezen van een audio-component kunt
u met de afstandsbediening de
geluidsweergave via de versterker instellen
of desgewenst afzetten.
U kunt echter deze instellingen ook wijzigen
(zie blz. 17).
In- en uitschakelen van de
afstandsbediening
Om de afstandsbediening in te schakelen,
drukt u op elke gewenste toets behalve de
COMMANDER OFF toets.
Voor uitschakelen drukt u op de
COMMANDER OFF toets; als u dit nalaat en
de afstandsbediening niet meer gebruikt, zal
deze na 10 minuten automatisch worden
uitgeschakeld. Deze tijdsduur kunt u
desgewenst ook anders instellen (zie blz. 32).
Uitschakelen van de
bedieningspieptoon
Druk op de toets. De aanduiding “OFF”
verschijnt en de afstandsbediening zal bij
indrukken van een toets geen pieptoon meer
laten horen. Om de pieptoon weer in te
schakelen, drukt u nogmaals op de toets.
Plaats en functie van
de bedieningsorganen
1 Component-aanduiding
Hier wordt de naam van de te
bedienen component aangegeven.
2 LCD scherm en toetsenpaneel
Hier verschijnen de tiptoetsen voor de
bediening van elke gekozen
component.
Opmerking
Tracht nooit de tiptoetsen te bedienen met
een spits voorwerp zoals een balpen of
potlood.
3 SYSTEM CONTROL bedieningsreeks-
toetsen (zie blz. 18)
Voor elk van de deze drie SYSTEM
CONTROL toetsen kunt u 16
achtereenvolgende bedieningsfuncties
programmeren. Dit biedt u de
mogelijkheid om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten met
een enkele toets.
4
schermverlichtingstoets
Druk hierop om de verlichting van
het LCD scherm in te schakelen. Bij
nogmaals drukken gaat het licht weer
uit. U kunt de schermverlichting ook
zo instellen dat deze na een bepaald
aantal seconden automatisch dooft
(zie blz. 33).
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
1
2
3
4
5
6
7
8
9
7
NL
Basisbediening
Instellen van de code
voor vaste audio/
video-apparatuur
De afstandsbediening is in de fabriek
gereed gemaakt voor de bediening van
Sony audio/video-apparatuur (zie de
onderstaande tabel). Als u de
afstandsbediening wilt gebruiken voor
deze Sony componenten, kunt u de
hierna volgende paragrafen overslaan.
U kunt de afstandsbediening echter ook
gebruiken voor de audio/video-
apparatuur van andere merken. Voor de
bediening van andere componenten
dient u wel eerst de onderstaande
aanwijzingen te volgen om de juiste
code(s) voor de apparatuur vast te
leggen.
* Gewone analoge audio-cassettedecks
Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 37) voor de functies van
de diverse toetsen voor de afzonderlijke
componenten.
Compo-
nent-
keuzetoets
TV
VCR1
VCR2
VCR3
DVD
SAT/CBL
AMP
CD
MD/DAT
DECK B/A
Fabrieksinstelling
Sony TV-toestel
Sony Beta
videorecorder
(VTR1)
Sony 8-mm
videorecorder
(VTR2)
Sony VHS
videorecorder
(VTR3)
Sony DVD-speler
Sony satelliet-
ontvanger
Sony versterker
Sony CD-speler
Sony minidisc-
recorder
Sony cassettedeck
Voor de
bediening van
TV-toestel
Videorecorder
Videorecorder
Videorecorder
Videodisc-
speler (DVD of
LaserDisc)
Satelliet-
ontvanger/
Kabel-TV
ontvanger
Versterker
Compact disc
speler
Minidisc-
recorder/DAT
cassettedeck
Cassettedeck*
Compo-
nent-
keuzetoets
TUNER
DSP
Voor de
bediening van
FM/AM tuner
Akoestiek-
processor
Fabrieksinstelling
Sony FM/AM
tuner
Sony Digital
Surround
Processor
Wordt vervolgd
8
NL
Op het scherm gaan nu de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
3 Druk op de component-
keuzetoets* voor het gewenste
type apparaat.
De naam van het gekozen apparaat
blijft branden en nu gaan de
cijfertoetsen 0 – 9, de ENTER en de
DISPLAY toets knipperen.
* Voor het kiezen van een component-code
voor de DVD of SAT/CBL toets drukt u
net zovaak op de toets tot de gewenste
component wordt aangegeven.
4 Voer de twee-cijfer code voor het
betreffende apparaat in en druk
op de ENTER toets in het
tiptoetsenpaneel op het scherm.
Er klinkt een pieptoon en de
codecijfers en “ENTER” verschijnen
tweemaal achtereen.
TV
TV
123
456
78
0
9
ENTER
DISPLAY
123
456
78
0
9
ENTER
Voorbeeld: voor bediening van
een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de bijgeleverde
lijst met “Component-
codenummers” om de juiste
twee-cijfer code voor het te
bedienen apparaat te vinden.
Als er meer dan één codenummer
vermeld staat, kiest u het eerste
daarvan.
Om de afstandsbediening
bijvoorbeeld in te stellen op bediening
van een Philips TV kiest u
codenummer 11.
2 Houd nu de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op de ¤ toets.
COMMANDER
OFF
+
¤
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
Kiezen van de code voor een
component
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur (vervolg)
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
CHANNEL
Á
+
+
=
+
123
¤
TV
123
456
78
0
9
ENTER
DISPLAY
4
3
2
6
1
m
1
m
ENTER
9
NL
5 Als u nog een code voor een
ander apparaat wilt invoeren,
herhaalt u de stappen 3 en 4.
6 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
Opmerkingen
Als u een codenummer invoert dat niet
voorkomt in de bijgeleverde lijst met
“Component-codenummers”, laat de
afstandsbediening na indrukken van de
ENTER toets een pieptoon horen en gaat de
aanduiding “NG” knipperen. In dit geval
controleert u het codenummer en probeert u
het opnieuw.
Als het invoeren wordt onderbroken en er
verstrijken meer dan 2 minuten tussen twee
stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan
zult u voor het invoeren van de code
opnieuw op de ¤ toets moeten drukken
terwijl u de COMMANDER OFF toets
ingedrukt houdt.
Controleren welk codenummer
er is ingevoerd
Druk op de DISPLAY toets. Het
codenummer en de aanduiding
“ENTER” verschijnen dan tweemaal
achtereen.
COMMANDER
OFF
Controleren of het
codenummer werkt
1 Druk op de component-
keuzetoets voor het apparaat dat
u hebt ingesteld.
De afstandsbediening wordt
ingeschakeld en de tiptoetsen voor
het apparaat verschijnen op het
scherm.
2 Schakel het te bedienen apparaat
in met de aan/uit-schakelaar op
het apparaat zelf.
3 Richt de afstandsbediening op het
voorpaneel van het apparaat en
druk op de u toets in het
tiptoetsenscherm.
Tijdens het verzenden van het
bedieningssignaal verschijnt het
symbool op het scherm.
Nu hoort het apparaat te worden
uitgeschakeld.
TV
u
Wordt vervolgd
TV
123
456
78
0
9
-/--
1
-
RED
YELLOW
TELETEXT
BLUE
INPUT
u
GREEN
TV
10
NL
Voorbeeld: Afspelen van een
compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
De afstandsbediening wordt
ingeschakeld en de tiptoetsen voor
het gekozen apparaat verschijnen op
het scherm.
Op afstand bedienen
van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander merk
dan Sony te bedienen, zult u eerst de
betreffende component-code moeten
instellen (zie blz. 7)
CD
CD
123
456
78
0
9
ENTER
-/--
1
-
D.SKIP
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
CLEAR
u
PGM
4 Als het tot zover goed verloopt,
kunt u controleren of de andere
functies van het apparaat ook
goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
zenderkeuze en de
volumeregeling.
Zie “Op afstand bedienen van uw
apparatuur” voor nadere
bijzonderheden.
Als de afstandsbediening niet goed
lijkt te werken...
Probeer of het beter lukt door de procedure (zie
blz. 7) te herhalen met een andere code voor
uw component aangegeven in de bijgeleverde
“Component-codenummers” tabellen.
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al eerder
een signaal is geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (zie blz. 12), zal de
“aangeleerde” functie blijven werken,
ook al stelt u een ander component-
codenummer in. Voor gebruik als een
vaste component-bedieningstoets zult u
dan eerst de “aangeleerde” functie
moeten wissen.
Betreffende het toetsenpaneel
op het scherm
Na instellen van een component-
codenummer zullen op het scherm alleen
de toetsen verschijnen die in de fabriek
vast voor het betreffende apparaat zijn
geprogrammeerd. De signalen van de
toetsen verschillen van merk tot merk.
Met de aanleerfunctie kunt u signalen
van een andere afstandsbediening
overnemen voor zowel de aangegeven
toetsen als de toetsen die nog niet
worden aangegeven (zie blz. 12).
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
CD
123
456
78
0
9
ENTER
-/--
1
-
D.SKIP
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
CLEAR
u
ON OFF
PGM
2
1
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur (vervolg)
11
NL
2 Druk op de gewenste toets in het
toetsenpaneel.
Tijdens het verzenden van het
bedieningssignaal verschijnt het
symbool op het scherm.
Vervolgens kunt u de
geluidsweergave naar wens instellen
met de Á +/– toetsen en de ¤ toets
en kunt u bijvoorbeeld bij radio-
ontvangst een zender kiezen met de
PROGRAM +/– toetsen.
3 Wanneer u naderhand de
afstandsbediening niet meer
gebruikt, drukt u op de
COMMANDER OFF toets om de
afstandsbediening uit te
schakelen.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen voor
bepaalde componenten en functies wel eens
ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste
bedieningssignaal beter zelf programmeren
met de aanleerfunctie (zie blz. 12). Het is
echter alleen mogelijk functies te
programmeren die net als deze
afstandsbediening werken met infrarode
stralen.
COMMANDER
OFF
Instellen van de geluidssterkte
Druk op de Á +/– toetsen om de
geluidssterkte te regelen en op de ¤
toets om het geluid te dempen. Als u
instelt op een video-component kunt u
met de afstandsbediening het TV-geluid
instellen of afzetten, en als u kiest voor
een audio-component kunt u met de
afstandsbediening de geluidsweergave
via de versterker instellen of afzetten. U
kunt deze instellingen ook wijzigen (zie
blz. 17).
Voor bediening van een Sony
videorecorder
Druk op de VCR1, 2 of 3 toets die
overeenkomt met de VTR1, 2 of 3 stand
van de schakelaar op uw videorecorder.
Heeft uw videorecorder een dergelijke
bedieningskeuzeschakelaar niet, dan
kiest u de VCR1, 2 of 3 toets als volgt.
Betamax videorecorder VCR1
8-mm videorecorder VCR2
VHS videorecorder VCR3
Gebruik van de REC opnametoets
voor een videorecorder
Om vergissingen te voorkomen, werkt de
REC opnametoets niet als u deze alleen
indrukt. Om te gaan opnemen drukt u
op de ( weergavetoets terwijl u de REC
opnametoets ingedrukt houdt.
Voor bediening van een dubbel
cassettedeck
Van tevoren zult u eerst moeten kiezen
voor deck A of deck B. Hiervoor drukt u
op de DECK B/A toets, om over te
schakelen tussen “DECK A” en “DECK
B”.
Als de afstandsbediening van uw dubbel
cassettedeck slechts één stel
bedieningstoetsen heeft, met een A/B
schakelaar voor keuze van het deck, kunt
u in plaats hiervan de D.SKIP toets in het
toetsenpaneel op het scherm gebruiken.
Wordt vervolgd
12
NL
Overnemen van
nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van componenten of
functies die niet vast zijn ingesteld, kunt
u de volgende “aanleer” procedure
volgen om de afstandsbediening een
nieuwe functie te laten overnemen van
een andere afstandsbediening. U kunt
deze aanleerfunctie bijvoorbeeld ook
gebruiken om de functie van
afzonderlijke toetsen te wijzigen na
instellen van een component-
codenummer (zie afb. 7).
Na het overnemen van een functie is het
aanbevolen deze bij wijze van
geheugensteuntje te noteren in het
bijgeleverde “Overzicht van de LCD
tiptoetsen”.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de
afstandsbediening niet kan overnemen of
“aanleren”.
Op afstand bedienen van uw
apparatuur (continued)
Kiezen van het ingangssignaal
voor een TV-toestel
Als er op uw TV meer dan twee
videorecorders zijn aangesloten, kunt u
deze met de cijfertoetsen als volgt direct
kiezen.
“INPUT” + “0” : TV-afstemming
“INPUT” + “1” : VIDEO 1
“INPUT” + “2” : VIDEO 2
“INPUT” + “3” : VIDEO 3
“INPUT” + “4” : VIDEO 4
“INPUT” + “5” : VIDEO 5
“INPUT” + “6” : VIDEO 6
Voor een Sony TV-toestel zijn de
bovenstaande functies vast ingesteld.
Voor een ander merk kunt u deze
functies, waarvoor twee toetsen nodig
zijn, overnemen van de TV-
afstandsbediening met de aanleerfunctie
(zie de volgende bladzijde).
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
P
+
P
V
+
V
MU
VCR1
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
RETURN
ANT SW
BLUE
INPUT
u
EXECUTE
GREEN
TV
REC
MENU
LEARNNG
3
2
6
13
NL
Voorbeeld: Programmeren van het
(
(weergave) bedieningssignaal
van uw component onder de VCR1
(
(weergave) toets van de
afstandsbediening
1 Leg de RM-AV2000T recht
tegenover de afstandsbediening
van het apparaat dat u wilt
bedienen.
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op de component-keuzetoets voor
het apparaat waarvan u een
functie wilt overnemen.
Op het scherm gaan nu alle toetsen
die u kunt programmeren knipperen.
Aanduiding voor de PROGRAM, Á en ¤
toetsen
ongeveer 5 – 10
cm tussenruimte
RM-AV2000T
Afstandsbediening van
uw componenten
COMMANDER
OFF
+
VCR1
P
+
P
V
+
V
MU
VCR1
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
ANT SW
INPUT
u
REC
LEARNNG
De aanduiding “P+ P– V+ V– MU”
bovenin het scherm geeft aan of de
PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen
ook geschikt zijn voor het aanleren
van andere functies of niet.
Betreffende de knipperende
toetsen
De toetsen waarvoor al een functie voor de
gekozen component is ingesteld knipperen
tweemaal en de toetsen die nog niet zijn
ingesteld knipperen eenmaal.
3 Druk op de toets van de
afstandsbediening waaronder u
een functie wilt overnemen of
“aanleren”.
De aanduiding “LEARN” knippert en
alleen de ingedrukte toets blijft in het
scherm zichtbaar.
Overnemen van functies voor de
PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen
Druk op de betreffende toets. De
aanduiding “LEARN” knippert en de
“P+”, “P–”, “V+”, “V–” of “MU”
aanduiding bovenin het scherm blijft
verlicht.
VCR1
LEARNNG
Wordt vervolgd
14
NL
Opmerkingen
Als u de stappen voor het aanleren niet
binnen twee minuten uitvoert, vervalt de
aanleerfunctie.
Als u stap 4 niet binnen 10 seconden na stap
3 uitvoert, keert het scherm terug naar de
aanduidingen van stap 2. (Dan knipperen
weer alle voor aanleren beschikbare toetsen.)
In dit geval voert u stap 3 opnieuw uit terwijl
de scherm-aanduidingen knipperen.
Als er tijdens het aanleren “NG” wordt
aangegeven, is het geheugen van de
afstandsbediening vol. Om dan plaats te
maken voor een nieuwe functie, zult u de
aangeleerde toetsfuncties die u zelden
gebruikt moeten wissen (zie blz. 16). Daarna
kunt u het overnemen van de nieuwe functie
opnieuw proberen.
Als u per ongeluk de verkeerde toets indrukt,
houdt u ter correctie de “RESET” toets
ingedrukt en drukt u daarbij weer op die
verkeerde toets. Vervolgens herhaalt u de
procedure vanaf stap 2, nu met de juiste
toets.
Als de afstandsbediening niet goed
lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert op de
toets met de nieuwe functie, doe het
overnemen van de functie dan opnieuw. (Als
bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel
luider wordt na slechts eenmaal kort
indrukken van de Á + toets, dan kan het
aanleren zijn verstoord door ruis of andere
externe effecten.)
Voor zorgvuldig aanleren van
nieuwe functies
Zorg dat de
afstandsbedieningseenheden tijdens het
aanleren niet bewegen.
Blijf voor het overnemen de toets van
de andere afstandsbediening ingedrukt
houden tot u een pieptoon hoort.
Zorg dat beide
afstandsbedieningseenheden zijn
voorzien van verse batterijen.
Verricht het overnemen niet in de volle
zon en niet onder felle tl-buizen of
andere fluorescerende lampen.
De plaats waar het signaal uit de
afstandsbediening komt kan wel eens
verschillen. Als het aanleren niet lukt,
verschuif dan de beide
afstandsbedieningseenheden tegenover
elkaar ietwat en probeer het opnieuw.
4 Druk op de toets van de andere
afstandsbediening en houd deze
ingedrukt tot u een pieptoon
hoort.
De aanduiding “LEARN” stopt met
knipperen en blijft branden. Als het
bedieningssignaal succesvol is
overgenomen, blijft de toets met de
nieuwe functie verlicht en gaan de
andere beschikbare toetsen weer
knipperen.
Als er pieptonen klinken en de
aanduiding “NG” op het scherm
knippert
Dan is er bij het aanleren iets misgegaan.
Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals.
Voor bepaalde signalen kan het nodig zijn
de aanleerprocedure meer dan eens uit te
voeren. In dat geval hoeft u slechts stap 4
opnieuw te proberen, als de aanduiding
“NG” pas na stap 4 verschijnt.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor
elke functie die u onder een toets
wilt overnemen.
Overnemen van signalen van nog
een andere afstandsbediening
Plaats deze en de andere afstandsbediening
weer tegenover elkaar zoals in stap 1 op
blz. 13, druk op de betreffende component-
keuzetoets en volg weer de stappen 3 en 4
op blz. 13 en 14 voor het aanleren van de
toetsfunctie.
6 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
COMMANDER
OFF
15
NL
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening buiten
het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor
airconditioning, verwarming of het
openen en sluiten van gordijnen of
rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer
er per ongeluk op een toets van de
afstandsbediening wordt gedrukt.
Voor het aanleren van signalen
voor een dubbel cassettedeck
Druk eerst op de DECK B/A toets om te
kiezen voor cassettedeck A of B.
Overnemen van het REC signaal
(voor opnemen) voor
videorecorder VCR1, 2 of 3
Houd bij stap 3 de REC toets ingedrukt
en druk daarbij de ( weergavetoets in
zodat beide toetsen oplichten en volg dan
de stappen 4 t/m 6. De
afstandsbediening kan het signaal voor
opnemen niet aanleren als alleen de REC
toets oplicht.
Overnemen van signalen voor de
Á en ¤ toetsen
Voor andere componenten dan de TV of
AMP (versterker) dient u de
opmerkingen op blz. 17 en 18 te lezen.
Aangeven van alleen de
regelmatig gebruikte toetsen
U kunt zorgen dat de toetsen die u niet
gebruikt niet op het scherm verschijnen.
Dit vereenvoudigt de bediening van
apparatuur met een groot aantal toetsen
die u niet gebruikt.
Houd na stap 2 op blz. 13 de RESET toets
ingedrukt en druk op de toets die u wilt
weglaten (die knippert). De ingedrukte
toets gaat dan langzamer knipperen en
wordt daarna voor die component niet
meer aangegeven.
Om de toets weer te zien, herhaalt u deze
handeling.
Opmerking
Een toets waarvoor al een signaal is
“aangeleerd”, kunt u niet in één keer
onzichtbaar maken.
Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door een
andere te vervangen, zult u die functie
eerst moeten wissen, om dan een nieuwe
functie over te nemen.
Wissen van een aangeleerde
functie van een enkele toets
RESET
1 Houd na stap 2 op blz. 13 de
RESET toets ingedrukt en druk
op de toets waarvan u de functie
wilt wissen.
De toets waarvan de functie is gewist
gaat nu weer knipperen samen met de
andere beschikbare toetsen.
+
RESET
P
+
P
V
+
V
MU
VCR1
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
ANT SW
INPUT
u
REC
LEARNNG
Wordt vervolgd
16
NL
Wissen van alle aangeleerde
signalen voor een bepaalde
component
COMMANDER
OFF
+
CD
+
RESET
CD
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op de betreffende component-
keuzetoets.
Wissen van aangeleerde signalen
voor DECK B/A
Druk op de DECK B/A toets om te kiezen
voor “DECK A” of “DECK B”. U kunt geen
signalen wissen voor beide cassettedecks
tegelijk.
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op de betreffende
component-keuzetoets. De
afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de aangeleerde
functies zijn dan gewist. De
toetsen voor dat apparaat krijgen
dan weer hun oorspronkelijke
functies die zij vóór het aanleren
hadden.
Opmerking
Als u de bovenstaande stappen uitvoert terwijl
er nog geen nieuwe functies waren
overgenomen, dan keren de componentcode-
instellingen (zie blz. 7) nu terug naar de
fabrieksinstellingen.
Als u dit voor DECK B/A doet, zal bij het
wissen van alle functies voor één cassettedeck
(A of B) de componentcode-instelling voor
beide cassettedecks terugkeren naar de
fabrieksinstelling.
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
P
+
P
V
+
V
MU
VCR1
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
RETURN
ANT SW
BLUE
INPUT
u
EXECUTE
GREEN
TV
REC
MENU
LEARNNG
2
1
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
17
NL
Component-
keuzetoets
TV
VCR1,2,3
SAT/CBL
DVD
AMP
CD
MD/DAT
DECK B/A
TUNER
DSP
Regelt de geluidssterkte
van de
TV
TV
TV
TV
versterker
versterker
versterker
versterker
versterker
versterker
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor
video-apparatuur
aangesloten op een
stereo-installatie
De afstandsbediening is in de fabriek
vooringesteld volgens het principe dat u
het geluid van uw video-apparatuur
hoort via de luidsprekers van uw TV-
toestel en de geluidsweergave van alle
stereo-apparatuur via de luidsprekers
aangesloten op uw versterker.
De volgende tabel toont de
fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling van de verschillende
componenten.
Zo kunt u eenvoudigweg de
geluidssterkte van de TV of de versterker
regelen zonder hiervoor telkens te
hoeven overschakelen van de
geluidsbron naar de TV of AMP, enkel
voor de volumeregeling.
Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij
video-weergave (met VCR bediening) in
te stellen, hoeft u niet op de TV toets te
drukken om het TV-geluid te regelen.
Opmerkingen
Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen (“aangeleerd”, zie blz. 12), zal
bij de bediening van een dergelijk apparaat
het nieuwe signaal worden doorgegeven, in
plaats van de geluidsregeling van de TV of
de versterker.
Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden doorgegeven
wanneer u voor de bediening van de TV of
de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de
bediening van andere componenten zult u
zonder probleem wel het geluid van de TV of
de versterker kunnen regelen.
Wijzigen van de
fabrieksinstelling voor de
volumeregeling
Als uw video-apparatuur echter is
aangesloten op een stereo-installatie, zult
u waarschijnlijk ook het geluid van uw
TV en uw videorecorder willen horen via
de luidsprekers aangesloten op uw
versterker, in plaats van alleen via de TV-
luidsprekers. In dat geval dient u de
fabrieksinstelling om te schakelen zodat
u de geluidssterkte van uw video-
apparatuur kunt regelen zonder eerst de
afstandsbediening te hoeven
omschakelen naar de versterker.
P
+
P
V
+
V
SC1 SC2 SC3 MU
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
OFF
RESET
123
456
78
0
9
ENTER
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
AUDIO
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 VDP/AUX TV
TAPE DAT/MD
CD
PHONO
D.SKIP
RETURN
GENRE
SHIFT
MODE
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
DVD MENU
ANT SW
TELETEXT
T.TONE
BLUE
CLEAR
BAND
INPUT
u
EXECUTE
ON OFF
ANGLE
DISPLAY
TUNER
PGM
GREEN
TV
REC
MENU
FIELD
SUBTITLE
ON/OFF
SUBTITLE
TITLE
SOUND
CENTER REAR
SUB
WOOFER
LEARNNG
1
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
Wordt vervolgd
18
NL
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— SYSTEM CONTROL toetsen
Voor de SYSTEM CONTROL toetsen
kunt u een hele reeks bedieningsfuncties
achtereen programmeren, om
ingewikkelde functies volautomatisch te
starten met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene dingen,
zoals het afspelen van een videoband,
kan al een reeks handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen (VCR1)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van het TV-
toestel instellen op VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM CONTROL
toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16
achtereenvolgende bedieningsfuncties
programmeren. In de fabriek zijn de
SYSTEM CONTROL toetsen 1 en 2 nog
niet geprogrammeerd, maar er is wel een
reeks inschakel-commando’s voor Sony
apparatuur geprogrammeerd voor
SYSTEM CONTROL toets 3.
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á + en Á – toets allebei in.
Er klinkt een pieptoon en de
volumeregeling voor de video-
apparatuur (TV, VCR1, 2 en 3, SAT/
CBL en DVD) wordt overgeschakeld
naar het aangegeven toestel (AMP of
TV).
Opmerkingen
Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal de
bovenstaande procedure de functie van de
Á en ¤ toetsen niet veranderen.
Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden doorgegeven
wanneer u voor de bediening van de TV of
de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de
bediening van andere componenten zult u
wel het geluid van de TV of de versterker
(afhankelijk van de bovenstaande instelling)
kunnen regelen. Voor het gebruik van een
nieuwe functie zult u die ook voor de andere
component(en) moeten programmeren met
de aanleerfunctie (zie blz. 12).
COMMANDER
OFF
++
+
Á
V
+
V
MU
AMP
NG
Bij instellen op de
versterker-
volumeregeling
Bij instellen op de
TV-volumeregeling
TV
AMP
V
+
V
MU
V
+
V
MU
Volumeregeling voor video-
apparatuur aangesloten op een
stereo-installatie
(vervolg)
19
NL
Voorbeeld: programmeren van
de links aangegeven reeks
stappen voor de SYSTEM
CONTROL 1 toets
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen (in dit geval
SYSTEM CONTROL 1).
Op het scherm gaan nu de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
Programmeren van een reeks
bedieningsfuncties voor de
SYSTEM CONTROL toetsen
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor de
gekozen toets is geprogrammeerd
Dan worden die bedieningsfuncties
nu aangegeven. (Overigens is
SYSTEM CONTROL toets nummer 3
al in de fabriek geprogrammeerd met
inschakel-commando’s voor vrijwel
alle soorten Sony apparatuur.) Om
een nieuwe bedieningsreeks te
programmeren, zult u eerst de
bestaande reeks moeten wissen (zie
blz. 21).
2 Druk op de component-
keuzetoets voor het te bedienen
apparaat.
De tiptoetsen voor de gekozen
component gaan knipperen.
3 Druk op de toets(en) voor de
gewenste bedieningsfunctie.
Om bijvoorbeeld het TV-toestel in te
schakelen, drukt u op een van de
cijfertoetsen.
Het afstandsbedieningssignaal van de
gekozen toets wordt uitgezonden, dus
u kunt onmiddellijk controleren of de
component naar behoren reageert.
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
3
1
2
5
P
+
P
V
+
V
SC1 MU
TV
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
TELETEXT
BLUE
INPUT
u
EXECUTE
GREEN
TV
MENU
LEARN
COMMANDER
OFF
+
SYSTEM CONTROL
1
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
TV
1
P
+
P
V
+
V
SC1 MU
TV
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
TELETEXT
BLUE
INPUT
u
EXECUTE
GREEN
TV
MENU
LEARN
Wordt vervolgd
20
NL
Opmerkingen
Als het programmeren langer dan twee
minuten wordt onderbroken, vervalt de
invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts
tot op dat punt gelden. Om dan de gehele
reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf
stap 1 te gaan programmeren.
Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al
een afstandsbedieningssignaal hebt
overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 28),
gaat de aanduiding “NG” knipperen en
klinkt er een pieptoon om u te waarschuwen
dat deze toets niet voor programmeren
beschikbaar is. Dan zult u de aangeleerde
functie eerst moeten wissen (zie blz. 29).
Als u het component-codenummer wijzigt
zie blz. 7) of een nieuwe functie van een
andere afstandsbediening overneemt door
“aanleren” (zie blz. 12) voor een SYSTEM
CONTROL toets waaraan eerder een reeks
functies was toegewezen, dan vervalt die
reeks en zal bij indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets alleen het nieuwe signaal
worden verzonden.
Tip voor het programmeren van een
SYSTEM CONTROL toets
Na het uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties geeft het scherm van de
afstandsbediening de tiptoetsen voor de
component van de laatst uitgevoerde functie
aan. Door als laatste een functie voor de
geluidsbron of een vaak gebruikte component
te kiezen, bespaart u zich de stap om voor
verdere bediening eerst op de betreffende
component-keuzetoets te drukken.
Uitvoeren van de reeks
bedieningsfuncties
Druk op de gewenste SYSTEM
CONTROL toets (1, 2 of 3). De
geprogrammeerde bedieningssignalen
worden verzonden in de door u gekozen
volgorde voor de bediening van de
betreffende componenten.
Bij het verzenden van elk signaal toont
het scherm de bijbehorende toets.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 voor
elk van de toetsfuncties in de
gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld drukt u op de
volgende toetsen.
5 Wanneer u alle functies hebt
geprogrammeerd, drukt u op de
COMMANDER OFF toets.
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties — SYSTEM
CONTROL toetsen (vervolg)
u
u
INPUT
VCR1
m
m
TV
m
VIDEO1
AMP
m
VCR1
m
m
m
m
COMMANDER
OFF
SYSTEM CONTROL
1 2 3
21
NL
Opmerkingen betreffende de
bedieningsreeksen
Als de te bedienen componenten te ver
uiteen staan of als er een obstakel voor
staat, kunnen niet alle componenten
naar behoren werken wanneer u op de
SYSTEM CONTROL toets drukt.
Als er om de bovenstaande of een
andere reden iets mis gaat met de
bedieningsreeks, dan zult u alle
componenten terug moeten stellen in
de oorspronkelijke stand voor u de
SYSTEM CONTROL bedieningsreeks
verzond. Anders loopt u de kans dat
de bediening bij het opnieuw
indrukken van de SYSTEM CONTROL
toets weer mis gaat.
Het inschakelen van componenten kan
bij een bedieningsreeks wel eens
problemen geven. Het signaal voor
inschakelen is vaak hetzelfde als voor
uitschakelen. Om moeilijkheden te
voorkomen is het aanbevolen eerst te
controleren of de betreffende
componenten voor de bedieningsreeks
al naar behoren ingeschakeld zijn of
juist nog uit staan.
Bepaalde componenten kunnen niet
onmiddellijk reageren op twee
opeenvolgende signalen. Zo zal een
TV-toestel na inschakelen wat tijd nodig
hebben alvorens het kan reageren op
het volgende signaal. Houd hier
rekening mee en programmeer de
signalen bijvoorbeeld om en om, als
volgt;
TV inschakelen n Videorecorder
inschakelen n Afspelen videoband
starten n TV instellen op video-
weergave
Wijzigen van de
geprogrammeerde functies
Wissen van geprogrammeerde
signalen
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
De bedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd voor die toets
worden in volgorde aangegeven.
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op dezelfde SYSTEM
CONTROL toets (1, 2 of 3).
De gehele bedieningsreeks wordt dan
gewist en op het scherm gaan de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
Voor het vastleggen van een nieuwe
reeks functies onder deze SYSTEM
CONTROL toets volgt u de stappen 2
t/m 5 op blz. 19 ig en 20.
COMMANDER
OFF
+
SYSTEM CONTROL
1
SYSTEM CONTROL
1
RESET
+
SC1
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
RESET
LEARNNG
Wordt vervolgd
22
NL
Terugstellen van SYSTEM
CONTROL toets 3 op de
fabrieksinstelling (inschakelen
van Sony componenten)
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
op SYSTEM CONTROL toets 3.
De bedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd worden in volgorde
aangegeven.
2 Houd nu de RESET toets
ingedrukt en druk daarbij
nogmaals op SYSTEM CONTROL
toets 3.
De gehele bedieningsreeks wordt dan
gewist en op het scherm gaan de
afkortingen voor alle typen
componenten knipperen.
3 Herhaal de laatste stap: houd de
RESET toets ingedrukt en druk
daarbij weer op SYSTEM
CONTROL toets 3.
De reeks inschakelcommando’s voor
Sony apparatuur is weer geldig en
wordt in volgorde op het scherm
aangegeven.
COMMANDER
OFF
+
SYSTEM CONTROL
3
SYSTEM CONTROL
3
RESET
+
SYSTEM CONTROL
3
RESET
+
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties — SYSTEM
CONTROL toetsen (vervolg)
23
NL
Voorbeeld: Programmeren van
de TV toets
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á – toets en de gewenste
component-keuzetoets in.
Wanneer het inschakelcommando is
geprogrammeerd, klinkt er een
pieptoon en verschijnt de aanduiding
u ON” op het scherm. (De scherm-
aanduiding verdwijnt wanneer u de
toetsen loslaat.)
Wissen van het
inschakelcommando
Herhaal de bovenstaande handeling.
Dan klinkt er een pieptoon en verschijnt
de volgende aanduiding.
Opmerkingen
Als er voor een component-keuzetoets al een
signaal is overgenomen of “aangeleerd” (zie
blz. 24), kan er geen inschakelcommando
voor die toets worden geprogrammeerd.
Als u met “aanleren” een nieuwe functie van
een andere afstandsbediening overneemt (zie
blz. 24) voor een component-keuzetoets
waarvoor al een inschakelcommando is
geprogrammeerd, dan zal het nieuw
aangeleerde signaal dat inschakelcommando
overschrijven. Als u later het aangeleerde
signaal annuleert, zal ook het
inschakelcommando gewist worden en keert
de toets terug naar de oorspronkelijke
toestand voordat er iets onder
geprogrammeerd werd.
Toevoegen van een
extra functie aan de
component-
keuzetoetsen
Programmeren van de
inschakelcode voor
componenten (alleen voor
Sony apparatuur)
Bij gebruik van Sony componenten kunt
u de inschakelcode voor elk apparaat
programmeren onder een component-
keuzetoets. Zo kunt u met één druk op
de component-keuzetoets een bepaald
apparaat inschakelen en tegelijk instellen
op de bediening ervan.
P
+
P
V
+
V
SC1 SC2 SC3 MU
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
OFF
RESET
123
456
78
0
9
ENTER
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
AUDIO
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 VDP/AUX TV
TAPE DAT/MD
CD
PHONO
D.SKIP
RETURN
GENRE
SHIFT
MODE
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
DVD MENU
ANT SW
TELETEXT
T.TONE
BLUE
CLEAR
BAND
INPUT
u
EXECUTE
ON OFF
ANGLE
DISPLAY
TUNER
PGM
GREEN
TV
REC
MENU
FIELD
SUBTITLE
ON/OFF
SUBTITLE
TITLE
SOUND
CENTER REAR
SUB
WOOFER
LEARNNG
1
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
COMMANDER
OFF
++
TV
Á
u
ON
u
Wordt vervolgd
24
NL
Toevoegen van een extra functie
aan de component-keuzetoetsen
(vervolg)
Toevoegen van een extra
code bij de keuze van een
component
Naast de oorspronkelijke functie van het
instellen op een component en het laten
verschijnen van de bedieningstoetsen
daarvoor, kunt u voor een component-
keuzetoets nog een extra
afstandsbedieningssignaal overnemen
met de “aanleerfunctie” (zie blz. 12).
Als u bijvoorbeeld voor het luisteren naar
een compact disc altijd de versterker
moet instellen op CD-weergave, dan
kunt u het signaal voor “versterker op
CD-weergave” toewijzen aan de CD toets
van deze afstandsbediening. Dan kunt u
met één druk op de CD component-
keuzetoets de tiptoetsen voor de CD-
speler laten verschijnen en tegelijk de
versterker instellen op weergave van een
CD.
Voorbeeld: Programmeren van
het CD-weergave signaal voor
uw versterker onder de CD
component-keuzetoets van de
afstandsbediening
1 Leg de RM-AV2000T recht
tegenover de afstandsbediening
van het apparaat dat u wilt
bedienen.
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de Á + toets en de PROGRAM +
toets tegelijk in.
De aanduiding “LEARN” verschijnt
en de afkortingen voor alle typen
componenten gaan knipperen.
3 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
De naam van de gekozen component
blijft branden en “LEARN” gaat
knipperen.
ongeveer 5 – 10 cm
tussenruimte
RM-AV2000T
Afstandsbediening van
uw componenten
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
3
5
2
SC1 SC2 SC3
TV VCR123 SAT DECKAB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
LEARNNG
COMMANDER
OFF
++
PROGRAM
+
Á
+
+
CD
CD
LEARNNG
25
NL
Uitschakelen van alle
componenten met een
enkele toets
— systeem-uitschakelfunctie
(alleen voor Sony apparatuur)
Door het instellen van de systeem-
uitschakelfunctie kunt u alle
componenten van Sony in één keer
uitschakelen, door de COMMANDER
OFF toets drie seconden lang in te
drukken.
Instellen van de systeem-
uitschakelfunctie
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM – toets en de Á +
toets tegelijk in.
Wanneer de systeem-uitschakelfunctie
geactiveerd is, verschijnt de
aanduiding “u OFF” op het scherm.
(De scherm-aanduiding verdwijnt
wanneer u de toetsen loslaat.)
Wissen van de systeem-
uitschakelfunctie
Herhaal de bovenstaande handeling.
Na het wissen van de systeem-
uitschakelfunctie verschijnt de volgende
aanduiding.
4 Houd de over te nemen toets op
de afstandsbediening van de
betreffende component (in dit
geval de versterker) ingedrukt tot
u een pieptoon hoort.
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
Wissen van de aangeleerde
functie van een component-
keuzetoets
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de Á +
toets en de PROGRAM + toets tegelijk
in.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij op de component-
keuzetoets waarvan u de extra functie
wilt wissen.
Opmerking
Ook al is voor de betreffende component-
keuzetoets al een inschakelcode
geprogrammeerd (zie blz. 23), dan nog kunt u
daarvoor in de plaats een nieuw signaal
overnemen door “aanleren” op de
bovenstaande wijze.
Het nieuwe signaal overschrijft dan de
inschakelcode en deze verdwijnt geheel, zodat
ook bij wissen van het nieuwe signaal de
inschakelcode niet terugkomt.
INPUT SELECT
CD
COMMANDER
OFF
u
OFF
u
COMMANDER
OFF
++
PROGRAM
=
+
Á
26
NL
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
component-
keuzetoetsen
Als u een extra component afzonderlijk
wilt bedienen, kunt u die component
toewijzen aan een andere component-
keuzetoets die u niet gebruikt. Als u
bijvoorbeeld twee videorecorders heeft
en twee compact disc spelers, kunt u de
VCR3 toets gebruiken als de component-
keuzetoets voor uw tweede CD-speler.
Opmerking
Als u een andere component toewijst aan een
component-keuzetoets, komt de instelling van
het component-codenummer (voor een ander
merk) te vervallen. Dit component-
codenummer zal niet terugkomen, ook al
verwijdert u de nieuw gekozen component en
stelt u de toets terug op de oorspronkelijke
component.
Voorbeeld: Toewijzen van een
CD-speler aan de VCR3
component-keuzetoets
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de VCR3 toets in.
De tiptoetsen voor het oorspronkelijk
te bedienen apparaat (VCR3) gaan
knipperen.
2 Houd nu de VCR3 toets
ingedrukt en druk daarbij de CD
toets in.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de tiptoetsen voor
de nieuw gekozen component (CD)
gaan knipperen.
Ook de naam van de nieuwe
component (CD) knippert, terwijl de
oorspronkelijke componentnaam
(VCR3) blijft branden.
+
VCR3
CD
P
+
P
V
+
V
SC1 SC2 SC3 MU
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
OFF
RESET
123
456
78
0
9
ENTER
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
AUDIO
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 VDP/AUX TV
TAPE DAT/MD
CD
PHONO
D.SKIP
RETURN
GENRE
SHIFT
MODE
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
DVD MENU
ANT SW
TELETEXT
T.TONE
BLUE
CLEAR
BAND
INPUT
u
EXECUTE
ON OFF
ANGLE
DISPLAY
TUNER
PGM
GREEN
TV
REC
MENU
FIELD
SUBTITLE
ON/OFF
SUBTITLE
TITLE
SOUND
CENTER REAR
SUB
WOOFER
LEARNNG
3
1
2
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
+
COMMANDER
OFF
VCR3
P
+
P
V
+
V
MU
VCR 3
RESET
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
ANT SW
INPUT
u
REC
LEARNNG
P
+
P
V
+
V
MU
VCR 3
CD
RESET
123
456
78
0
9
ENTER
2
-
-/--
1
-
D.SKIP
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
CLEAR
u
PGM
LEARNNG
27
NL
Gebruik van de
afstandsbediening na het
toewijzen van andere
componenten
Druk op de nieuw toegewezen
component-keuzetoets. De tiptoetsen
voor de nieuwe component verschijnen
en u kunt dat apparaat nu gaan
bedienen. Overigens wordt hierbij nog
steeds de oorspronkelijke
componentnaam aangegeven.
(In ons voorbeeld zou het scherm nu het
volgende te zien geven.)
Oorspronkelijke componentnaam
Bedieningstoetsen voor een
CD-speler
Toewijzen van een cassettedeck
(DECK B/A) aan een andere
component-keuzetoets
U kunt geen twee cassettedecks, A en B,
toewijzen aan een enkele component-
keuzetoets.
Als het gewenste cassettedeck (A of B) niet
wordt aangegeven, verricht u de toewijzing
aldus: u houdt de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en drukt daarbij op de
DECK B/A toets om in te stellen op het
gewenste cassettedeck en dan herhaalt u de
toewijzing vanaf stap 1.
3 Als de nieuw gekozen
component een Sony apparaat
is, drukt u op de
COMMANDER OFF toets om
de procedure af te ronden.
Als u voor een ander merk het
component-codenummer moet
invoeren, volgt u de
aanwijzingen op blz. 7 – 10.
Als u extra
afstandsbedieningssignalen wilt
overnemen met de
“aanleerfunctie”, volgt u
hiervoor de stappen 1 en 3 t/m
6 op blz. 13 en 14.
Opmerking
Als er pieptonen klinken en de aanduiding
“NG” gaat op het scherm knipperen bij
indrukken van de component-keuzetoets in
stap 1, dan kunt u geen andere component
toewijzen omdat voor bepaalde toetsen al een
andere functie is overgenomen met de
“aanleerfunctie” (zie blz. 12).
Wis dan eerst de aangeleerde signalen en
probeer het toewijzen opnieuw.
Toewijzen van een LaserDisc-
speler (VD) of kabel-TV
ontvanger (CBL) aan een andere
component-keuzetoets
Als het gewenste apparaat (“VD” of
“CBL”) niet wordt aangegeven, dient u
vóór stap 3, eerst stap 2 te herhalen,
zodat de aanduiding voor het gewenste
apparaat (“VD” of “CBL”) in het
uitleesvenster knippert.
VCR 3
123
456
78
0
9
2
-
-/--
1
-
D.SKIP
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
CLEAR
u
PGM
Terugstellen van een component-
keuzetoets op de
oorspronkelijke instelling
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de
component-keuzetoets in die u wilt
terugstellen.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij opnieuw op dezelfde
component-keuzetoets.
Die component-keuzetoets keert dan
terug naar de oorspronkelijke
fabrieksinstelling.
Opmerking
Als u extra bedieningssignalen voor de toetsen
hebt overgenomen met de “aanleerfunctie” (zie
blz. 12) na het toewijzen van een andere
component aan de component-keuzetoets, dan
zult u met de twee stappen hierboven slechts
de aangeleerde functies wissen. In dat geval
herhaalt u daarna stap 2 om de component-
keuzetoets terug te stellen op de
oorspronkelijke instelling.
28
NL
Programmeren van een
vaak gebruikte functie
voor de SYSTEM
CONTROL toetsen
Naast de oorspronkelijke functie voor
bedieningsreeksen (zie blz. 18) kunt u
voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2
en 3 ook extra
afstandsbedieningssignalen overnemen
met de “aanleerfunctie”.
Aangezien de SYSTEM CONTROL
toetsen 1, 2 en 3 geheel afzonderlijk van
de andere toetsen werken, kunt u ze ook
gebruiken voor directe één-toets
bediening, zonder bijvoorbeeld eerst de
betreffende component te hoeven kiezen
met een component-keuzetoets.
Deze één-toets bediening kan een handig
alternatief zijn voor het gewone gebruik
van de SYSTEM CONTROL toetsen voor
bedieningsreeksen.
Voorbeeld: Overnemen van het
aan/uit-signaal voor een
airconditioning voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Leg de RM-AV2000T recht
tegenover de afstandsbediening
van de airconditioning.
2 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM + toets en de Á +
toets tegelijk in.
De aanduiding “LEARN” verschijnt
en de afkortingen voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 en voor
alle typen componenten gaan
knipperen.
Als er voor de betreffende toets al een
signaal is geprogrammeerd, blijft de
aanduiding daarvoor branden. Als u
die toets toch wilt gebruiken, zult u
eerst het geprogrammeerde signaal
moeten wissen (zie blz. 29).
RM-AV2000T
Afstandsbediening van
uw componenten
ongeveer 5 – 10 cm
tussenruimte
P
+
P
V
+
V
SC1 SC2 SC3 MU
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
OFF
RESET
123
456
78
0
9
ENTER
2
-
-/--
1
-
RED
YELLOW
AUDIO
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3 VDP/AUX TV
TAPE DAT/MD
CD
PHONO
D.SKIP
RETURN
GENRE
SHIFT
MODE
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
DVD MENU
ANT SW
TELETEXT
T.TONE
BLUE
CLEAR
BAND
INPUT
u
EXECUTE
ON OFF
ANGLE
DISPLAY
TUNER
PGM
GREEN
TV
REC
MENU
FIELD
SUBTITLE
ON/OFF
SUBTITLE
TITLE
SOUND
CENTER REAR
SUB
WOOFER
LEARNNG
5
2
3
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
SC1 SC2 SC3
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
LEARN
COMMANDER
OFF
++
PROGRAM
+
Á
+
+
29
NL
3 Druk op de SYSTEM CONTROL
toets waarvoor u een signaal wilt
overnemen (“aanleren”).
De aanduiding “LEARN” gaat
knipperen en alleen de ingedrukte
SYSTEM CONTROL toets blijft in het
scherm zichtbaar.
4 Houd de over te nemen toets op
de afstandsbediening van het
betreffende apparaat (in dit geval
de airconditioning) ingedrukt tot
u een pieptoon hoort.
De aanduiding “LEARN” stopt met
knipperen en blijft branden.
Als er pieptonen klinken en de
aanduiding “NG” op het scherm
knippert
Dan is er bij het overnemen iets misgegaan.
Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals.
5 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
SYSTEM CONTROL
2
SC2
LEARNNG
AIR CONDITIONER
ON/OFF
COMMANDER
OFF
Wissen van de aangeleerde
functie van de toets
1 Houd de COMMANDER OFF toets
ingedrukt en druk daarbij de
PROGRAM + toets en de Á + toets
tegelijk in.
2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en
druk daarbij op de SYSTEM
CONTROL toets 1, 2 of 3 waarvan u de
functie wilt wissen.
30
NL
Als de toets niet wordt aangegeven,
drukt u eerst op een willekeurige toets,
behalve de SYSTEM CONTROL toetsen
of de COMMANDER OFF toets, voor u
begint.
1 Houd de toets ingedrukt en
druk daarbij de COMMANDER
OFF toets in.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de aanduiding
“OFF” verschijnt.
Nuttige extra functies
Blokkeren van de
toetsen
— Hold beveiliging
Om vergissingen te voorkomen, kunt u
alle toetsen blokkeren met de Hold
beveiliging.
+
COMMANDER
OFF
1
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
CD
123
456
78
0
9
ENTER
-/--
1
-
D.SKIP
SHUFFLE
REPEAT
CONTINUE
CLEAR
u
PGM
OFF
Opheffen van de
toetsbeveiliging
Houd de “OFF” toets ingedrukt en druk
daarbij de COMMANDER OFF toets in.
De aanduiding “OFF” verdwijnt van het
scherm.
31
NL
Beveiligen van uw
instellingen en
aangeleerde signalen
— Preset Lock functie
U kunt de afstandsbediening beveiligen
tegen het wijzigen, toevoegen of wissen
van de gemaakte componentcode-
instellingen (zie blz. 7), “aangeleerde”
extra signalen (zie blz. 12, 24, 28 enz.),
SYSTEM CONTROL bedieningsreeksen
(zie blz. 18), volumeregeling-aanpassing
(zie blz. 17) of systeem-uitschakelfunctie
(zie blz. 25).
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de ¤ toets in.
De “u OFF” toets verschijnt en de
afkortingen voor alle typen
componenten gaan knipperen.
2 Druk op de u OFF toets.
De namen van de componenten
stoppen met knipperen en blijven
branden en nu knippert de “u ON”
toets.
3 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
Met de Preset Lock beveiliging
ingeschakeld
Als u tracht een componentcodenummer
in te stellen (zie blz. 7) of een nieuwe
functie over te nemen (zie blz. 12) zullen
er pieptonen klinken en gaat de
aanduiding “NG” op het scherm
knipperen.
De Preset Lock beveiliging
uitschakelen
Om de Preset Lock beveiliging uit te
schakelen volgt u opnieuw de
bovenstaande aanwijzingen, maar drukt
u in stap 2 op de “u ON” toets. Dan
verschijnt er “u OFF” op het scherm.
COMMANDER
OFF
+
¤
u
OFF
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
u
OFF
3
1
2
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
u
OFF
TV VCR123 SAT DECK
AB
CD FM/AM DSPMD CBLAMP
DVD
u
ON
32
NL
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de PROGRAM + en Á – toets
allebei in.
Op het scherm blijft nu het cijfer dat
de geldende uitschakeltijd van de
afstandsbediening aangeeft branden,
terwijl de andere cijfers knipperen.
2 Druk op een van de cijfertoetsen 1
- 9 om het veelvoud van 10
minuten voor de automatische
uitschakeltijd te kiezen, of druk
op cijfertoets 0 toets om de
automatische uitschakelfunctie te
annuleren.
Om bijvoorbeeld de automatische
uitschakeltijd in te stellen op 20
minuten, drukt u op cijfertoets 2.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en op het scherm
stopt het cijfer “2” met knipperen en
blijft branden.
3 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
123
456
78
0
9
2
COMMANDER
OFF
Wijzigen van de
automatische
uitschakeltijd van de
afstandsbediening
De afstandsbediening is in de fabriek
ingesteld om 10 minuten na het laatste
gebruik automatisch uit te schakelen
(automatische uitschakelfunctie). Om de
tijd voor het uitschakelen te wijzigen,
gaat u als volgt te werk.
U kunt de automatische uitschakeltijd
verlengen in stappen van 10 minuten tot
maximaal 90 minuten, of u kunt u deze
functie desgewenst ook geheel
annuleren, zodat de afstandsbediening
niet vanzelf uitschakelt.
Opmerking
De automatische uitschakelfunctie zorgt alleen
voor uitschakelen van de afstandsbediening en
heeft geen invloed op enig ander apparaat.
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
OFF
123
456
78
0
9
DISPLAY
3
2
1
COMMANDER
OFF
++
Á
PROGRAM
+
+
33
NL
Regelen van de
verlichting van het
uitleesvenster
De afstandsbediening wordt vanaf de
fabriek geleverd met een uitleesvenster
dat bij inschakelen helder oplicht, om
automatisch 10 seconden na het laatste
gebruik automatisch uit te schakelen.
Om deze instelling te wijzigen, gaat u als
volgt te werk.
U kunt de automatische uitschakeltijd
van de schermverlichting verlengen (in
stapjes van 10 seconden tot maximaal 90
seconden) en u kunt bovendien de
helderheid kiezen (fel of minder fel).
1 Houd de COMMANDER OFF
toets ingedrukt en druk daarbij
de
toets in.
Op het scherm blijft nu het cijfer dat
de geldende uitschakeltijd van de
achtergrondverlichting aangeeft
branden, samen met de pijl die de
gekozen helderheid aangeeft. De
andere cijfers en de andere pijl
knipperen.
2 Druk op een van de cijfertoetsen 1
– 9 om het veelvoud van 10
seconden voor de automatische
uitschakeltijd te kiezen.
Om bijvoorbeeld de automatische
uitschakeltijd in te stellen op 20
seconden, drukt u op cijfertoets 2.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en op het scherm
stopt het cijfer “2” met knipperen en
blijft branden.
3 Druk op de > of . toets om de
helderheid van het scherm te
kiezen.
Voor een feller verlicht scherm drukt
u op de > toets en voor een minder fel
scherm op de . toets.
De afstandsbediening laat een
pieptoon horen en de gekozen pijl
blijft branden.
4 Druk op de COMMANDER OFF
toets.
COMMANDER
OFF
+
e
123
456
789
2
COMMANDER
OFF
SYSTEM CONTROL COMMANDER
OFF
e
TV VCR1 VCR2 VCR3 DVD SAT/CBL
AMP CD MD/DAT DECK B/A TUNER DSP
PROGRAM
Á
+
+
=
+
123
¤
OFF
123
456
789
4
2
1
3
34
NL
Technische gegevens
Reikwijdte
Ongeveer 10 meter (kan verschillen voor
apparatuur van andere merken)
Stroomvoorziening
Afstandsbediening: vier stuks R6 (AA-
formaat) batterijen
Schermverlichting: twee stuks R6 (AA-
formaat) batterijen
Gebruiksduur batterijen
Ongeveer 6 maanden (afhankelijk van hoe
intensief de afstandsbediening wordt
gebruikt)
Afmetingen
Ongeveer 120 × 175 × 45 mm (b/h/d)
Gewicht
290 gram (zonder batterijen)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Laat de afstandsbediening niet vallen
en behoed het apparaat tegen heftige
schokken, om storingen in de werking
te vermijden.
Leg het apparaat niet te dicht bij een
warmtebron en stel het niet bloot aan
direct zonlicht, veel stof of zand, vocht,
regen of mechanische schokken.
Pas op dat er geen vloeistof of kleine
voorwerpen in de afstandsbediening
terechtkomen. Als er vloeistof of een
voorwerp in het apparaat terechtkomt,
dient u het eerst door een deskundige
te laten nakijken, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Zorg dat er geen direct zonlicht of fel
lamplicht op de
afstandsbedieningssensors van uw
apparatuur valt. Bij te fel licht kan de
afstandsbediening niet naar behoren
werken.
Houd de afstandsbediening buiten het
bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor airconditioning,
verwarming of het openen en sluiten
van gordijnen of rolluiken kan
gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk
op een toets van de afstandsbediening
wordt gedrukt.
Onderhoud
Veeg de buitenkant van het apparaat
schoon met een zacht doekje, licht
bevochtigd met water en zonodig wat
milde vloeibare zeep. Gebruik voor het
reinigen geen vluchtige stoffen als
alcohol, benzine of thinner, aangezien
dergelijke middelen de afwerking van
het apparaat kunnen aantasten.
35
NL
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen hebben met het instellen of het gebruik van de afstandsbediening,
controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 5) en neem vervolgens de onderstaande lijst
met controlepunten even door.
Oplossing
Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale reikwijdte van
de afstandsbediening is ongeveer 10 meter.
Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat en zorg
dat er geen obstakels tussen u en het apparaat staan.
Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw.
Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt ingedrukt. In het
geval van SAT/CBL, DVD of DECK B/A zorgt u dat de gewenste
component wordt aangegeven.
Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor infrarood-
afstandsbediening. Als er bij het apparaat geen afstandsbediening
geleverd werd, is het wellicht niet geschikt voor bediening op afstand.
Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereo-installatie,
controleert u dan of de afstandsbediening wel is ingesteld zoals
beschreven onder “Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten
op een stereo-installatie” (zie blz. 17).
Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen (zie blz. 7). Als
het eerste codenummer voor uw component niet werkt, probeer dan
alle volgende codenummers uit, in de volgorde zoals vermeld in de
bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”.
Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als sommige of zelfs
alle toetsen niet goed werken na het instellen van het component-
codenummer, gebruik dan de “aanleerfunctie” om de
afstandsbedieningssignalen voor het apparaat over te nemen in deze
afstandsbediening (zie blz. 12).
Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
overgenomen. Zo niet, verricht het “aanleren” van de gewenste
functie(s) dan opnieuw (zie blz. 12).
Wis de functies die u zelden gebruikt uit het geheugen (zie blz. 15) en
probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw.
Lees de aanwijzingen onder “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe
functies” op blz. 14 en probeer het “aanleren” van de gewenste functie
opnieuw (zie blz. 12).
Mogelijk is er al een andere bedieningsfunctie voor de betreffende toets
overgenomen of “aangeleerd”. Wis de aangeleerde functie(s) (zie blz.
15) en probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw (zie blz.
12).
Probleem
De apparatuur reageert
niet op de
afstandsbediening.
Bepaalde apparatuur
reageert niet, ook na
instellen van een
component-
codenummer.
Bepaalde apparatuur
reageert niet, ook na
overnemen van de
afstandsbedieningssignalen
met de “aanleerfunctie”.
Tijdens het “aanleren”
van een nieuwe functie
knippert de aanduiding
“NG”.
Tijdens het “aanleren”
van een nieuwe functie
blijft de aanduiding
“NG” steeds branden.
Wordt vervolgd
36
NL
Probleem
Een bedieningsreeks
heeft niet het gewenste
resultaat.
De afstandsbediening
wordt vanzelf
uitgeschakeld.
Oplossing
Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn
geprogrammeerd (zie blz. 18).
Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als dat niet
helpt, zet dan de verschillende componenten iets dichter naar elkaar
toe.
Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de betreffende
componenten en zorg dat ze alle in gereedheid zijn voor de ontvangst
van de SYSTEM CONTROL bedieningssignalen.
De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld om 10 minuten na het
laatste gebruik automatisch uit te schakelen (automatische
uitschakelfunctie, zie blz. 32). U kunt de automatische uitschakeltijd
verlengen in stappen van 10 minuten tot maximaal 90 minuten, of u
kunt u deze functie ook geheel annuleren, zodat de afstandsbediening
niet vanzelf uitschakelt.
Verhelpen van storingen (vervolg)
37
NL
Aanhangsels
Overzicht van
vooringestelde functies
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
2
-
RED, GREEN,
YELLOW, BLUE
INPUT
TV
TELE TEXT
MENU
>
?
.
/
EXECUTE
PROGRAM +/–
Á +/–
¤
TV (TV-toestel)
FUNCTIE
Uitschakelen.
Zenderkeuze. Ook voor
inschakelen.
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
het TV-toestel zelf.
Keuze van een
zendernummer van 20 tot
29.
Fastext toetsen.
Keuze van het
ingangssignaal.
Inschakelen.
Ook om terug te keren van
teletekst naar de gewone TV.
Overschakelen naar
teletekst.
Oproepen van het MENU
scherm.
Cursor omhoog verplaatsen.
Cursor naar links
verplaatsen.
Cursor omlaag verplaatsen.
Cursor naar rechts
verplaatsen.
Uitvoeren van een op het
scherm gekozen punt.
Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
Geluid van de TV dempen.
Nogmaals drukken om weer
geluid te horen.
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
2
-
INPUT
0
(
)
REC
p
P
ANT SW
PROGRAM +/–
VCR 1, 2, 3 (videorecorders)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Zenderkeuze
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
de videorecorder zelf.
Keuze van een
zendernummer van 20 tot
29.
Keuze van het
ingangssignaal.
Band terugspoelen.
Video afspelen.
Band snel vooruitspoelen.
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
Stoppen
Pauzeren
Omschakelen van het
antennesignaal.
Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Fastext gebruiken
Met Fastext hebt u met een druk op de
knop toegang tot bepaalde teletekst-
pagina’s. Wanneer een Fastext-pagina
wordt ontvangen, verschijnt een menu
met kleurcodes onder aan het scherm.
De kleuren van dit menu komen overeen
met de rode, groene, gele en blauwe
toetsen op de afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt met de
kleurcode in het menu. Na enige
seconden wordt de pagina weergegeven.
Wordt vervolgd
38
NL
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
ENTER
AUDIO
DISPLAY
0
(
)
p
P
SUB TITLE
SUB TITLE
ON/OFF
ANGLE
TITLE
DVD MENU
MENU
>
?
.
/
EXECUTE
CLEAR
RETURN
PROGRAM
+
+
PROGRAM
=
DVD (DVD-speler)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Cijfertoetsen: Voor keuze
van bepaalde punten op het
scherm.
Invoeren van uw keuze.
Voor vastleggen van een op
het scherm gekozen punt.
Omschakelen van het geluid.
Aangeven van de
ingeschakelde afspeelfunctie
op het scherm.
Terugkeren naar een eerdere
passage.
Afspelen
Vooruit zoeken
Stoppen
Pauzeren
Omschakelen van de
ondertitels.
In- en uitschakelen van de
ondertitels.
Verstellen van de beeldhoek.
Aangeven van het titelmenu.
Aangeven van het DVD
menu.
Voor instellen of kiezen van
menu-onderdelen.
Cursor omhoog verplaatsen.
Cursor naar links
verplaatsen.
Cursor omlaag verplaatsen.
Cursor naar rechts
verplaatsen.
Uitvoeren van een op het
scherm gekozen punt.
Wissen van de gekozen
lettertekens van het scherm.
Terugkeren naar het vorige
scherm.
Doorgaan naar het volgende
onderdeel, muziekstuk of
scène.
Terugkeren naar het vorige
onderdeel, muziekstuk of
scène.
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
ENTER
0
(
)
p
P
CLEAR
PROGRAM
+
+
PROGRAM
=
VD (LaserDisc-speler)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Keuze van het
scènenummer. Gebruik de 0
toets voor scène 10.
Zie voor het kiezen van
scènenummers 10 en hoger
de beschrijving van de
-/--
1
-
toets hieronder.
Keuze van de scènenummers
10 en hoger.
Kies bijvoorbeeld scène
nummer 15 met een druk op
-/--
1
-
en dan toets 5.
Invoeren van uw keuze.
Terugkeren naar een eerdere
passage.
Afspelen
Vooruit zoeken
Stoppen
Pauzeren
Wissen van de gekozen
lettertekens van het scherm.
Doorgaan naar de volgende
passage of scène.
Terugkeren naar de vorige
passage of scène.
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
39
NL
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9, ENTER
-/--
1
-
RETURN
PROGRAM +/–
CBL (kabel-TV ontvanger)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Zenderkeuze
Keuze van twee-cijfer
zendernummers.
Afstemmen op de laatst
ontvangen zender.
Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
RETURN
MENU
>
?
.
/
EXECUTE
PROGRAM +/–
SAT (satelliet-ontvanger)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Zenderkeuze
Keuze van twee-cijfer
zendernummers. Werkt net
als de afstandsbediening van
de satelliet-ontvanger zelf.
Afstemmen op de laatst
ontvangen zender.
Oproepen van het MENU
scherm.
Cursor omhoog verplaatsen.
Cursor naar links
verplaatsen.
Cursor omlaag verplaatsen.
Cursor naar rechts
verplaatsen.
Oproepen van de Station
Index als er geen zendergids
wordt aangegeven.
Keuze van de zender die
verlicht wordt aangegeven.
Zender met hoger nummer:
+
Zender met lager nummer: –
Wordt vervolgd
40
NL
SCHERMAANDUIDING
u
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
VDP/AUX
TV
TAPE
DAT/MD
CD
TUNER
PHONO
MENU
>
?
.
/
SHIFT
PROGRAM +/–
Á +/–
¤
AMP (versterker)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 1
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 2
Keuze van de ingangsbron:
VIDEO 3
Keuze van de ingangsbron:
videoplatenspeler of AUX
Keuze van de ingangsbron:
TV
Keuze van de ingangsbron:
TAPE voor cassette-
weergave
Keuze van de ingangsbron:
DAT cassette/MD minidisc-
speler
Keuze van de ingangsbron:
CD voor compact discs
Keuze van de ingangsbron:
TUNER voor radio-
ontvangst
Keuze van de ingangsbron:
PHONO voor platenspeler
Oproepen van het MENU
scherm.
Cursor omhoog verplaatsen.
Cursor naar links
verplaatsen.
Cursor omlaag verplaatsen.
Cursor naar rechts
verplaatsen.
Omschakelen van
afstemband (FM/AM)
Voorinstelfrequentie hoger:
+, lager: –
Afstemfrequentie hoger: +,
lager: –
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
Geluid van de versterker
dempen. Nogmaals drukken
om weer geluid te horen.
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
ENTER
D.SKIP
0
(
)
p
P
PGM
CLEAR
SHUFFLE
CONTINUE
REPEAT
PROGRAM
+
+
PROGRAM
=
CD (compact disc speler)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Keuze van
muziekstuknummers.
Gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10.
Zie voor het kiezen van
muziekstuknummers 10 en
hoger de beschrijving van de
-/--
1
-
toets hieronder.
Keuze van de
muziekstuknummers 10 en
hoger.
Invoeren van uw keuze.
Keuze van de volgende disc.
Terugkeren naar een eerdere
passage.
Afspelen
Vooruit zoeken
Stoppen
Pauzeren
Voor programma-weergave.
Wissen van de gemaakte
instelling.
Afspelen in willekeurige
volgorde.
Afspelen in normale
volgorde.
Herhaalde weergave.
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
41
NL
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
-/--
1
-
ENTER
0
(
)
REC
p
P
PGM
CLEAR
SHUFFLE
CONTINUE
REPEAT
PROGRAM
+
+
PROGRAM
=
MD (minidisc-recorder)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Keuze van
muziekstuknummers.
Gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10.
Zie voor het kiezen van
muziekstuknummers 10 en
hoger de beschrijving van de
-/--
1
-
toets hieronder.
Keuze van de
muziekstuknummers 10 en
hoger.
Invoeren van uw keuze.
Terugkeren naar een eerdere
passage.
Afspelen
Vooruit zoeken
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
Stoppen
Pauzeren
Voor programma-weergave.
Wissen van de gemaakte
instelling.
Afspelen in willekeurige
volgorde.
Afspelen in normale
volgorde.
Herhaalde weergave.
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
SCHERMAANDUIDING
u
0 – 9
ENTER
0
(
)
REC
p
P
R
REPEAT
PROGRAM
+
+
PROGRAM
=
DAT (digitaal cassettedeck)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Keuze van
muziekstuknummers.
Invoeren van uw keuze.
Terugspoelen
Afspelen
Vooruit zoeken
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets.
Stoppen
Pauzeren
Opnamedemping
Herhaalde weergave.
Keuze van het volgende
muziekstuk.
Keuze van het voorgaande
muziekstuk.
Wordt vervolgd
42
NL
SCHERMAANDUIDING
D.SKIP
0
9
(
)
REC
p
P
R
DECK B/A (cassettedeck)
FUNCTIE
Keuze van het cassettedeck:
A of B (alleen voor dubbel
cassettedeck)
Terugspoelen
Achterkant-weergave
Voorkant-weergave
Vooruitspoelen
Voor opnemen: druk op de
( toets terwijl u de REC
toets ingedrukt houdt. Laat
eerst de ( toets los en dan
de REC toets. Voor
opnemen op de achterkant
drukt u op de 9 toets
terwijl u de REC toets
ingedrukt houdt. Laat eerst
de 9 toets los en dan de
REC toets.
Stoppen
Pauzeren
Opnamedemping
SCHERMAANDUIDING
u
1 – 9, 0
-/--
1
-
ENTER
9
(
BAND
PROGRAM +
PROGRAM –
FM/AM TUNER (FM/AM tuner)
FUNCTIE
In- en uitschakelen
Cijfertoetsen: voor keuze van
zendernummers.
Keuze van de
zendernummers 10 en hoger.
Invoeren van uw keuze.
Afstemmen op een zender
met lagere frequentie.
Afstemmen op een zender
met hogere frequentie.
Keuze van de FM/AM
afstemband.
Voorkeurzender met hoger
nummer: +
Voorkeurzender met lager
nummer: –
SCHERMAANDUIDING
CENTER
REAR
SUB WOOFER
AUDIO
DISPLAY
9
(
SOUNDFIELD
GENRE
T.TONE
MODE
>
?
.
/
DSP (Digitale Surround-
akoestiek Processor)
FUNCTIE
Middenluidspreker harder/
zachter +/- toetsen.
Akoestiekluidsprekers
harder/zachter +/- toetsen.
Lagetonen-luidspreker
harder/zachter +/- toetsen.
Keuze van de DPC
signaalverwerking.
Omschakelen van de
aanduidingen.
Ingangskeuze: <
Ingangskeuze: >
In- en uitschakelen van de
klankbeelden.
Keuze van een klankbeeld-
genre.
Weergave van een testtoon.
Keuze van een klankbeeld.
Digitale signaalverwerking:
Digitale signaalverwerking:
<
Digitale signaalverwerking:
Digitale signaalverwerking:
>
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
43
NL
Beknopt bedieningsoverzicht
Voor het
Kiezen van een
componentcode
Overnemen van de
toetsfunctie(s) van een
andere afstandsbediening
(aanleerfunctie)
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
component-keuzetoetsen
Omschakelen van de
volumeregeling
Programmeren van
SYSTEM CONTROL
bedieningsreeksen
Instellen van de systeem-
uitschakelfunctie
Toewijzen van een
inschakelcommando aan
de component-
keuzetoetsen
Programmeren van een
commando voor een
SYSTEM CONTROL toets
of component-keuzetoets
Instellen van de
automatische
uitschakeltijd
Instellen van de
uitschakeltijd/helderheid
van de schermverlichting
Blokkeren van de
afstandsbedieningstoetsen
Direct kiezen van het TV-
ingangssignaal
Beginnen met opnemen
Zie voor
details blz.
blz. 8
blz. 12
blz. 26
blz. 17
blz. 18
blz. 25
blz. 23
blz. 24, 28
blz. 32
blz. 33
blz. 30
blz. 12
blz. 11
Drukt u op
COMMANDER OFF + ¤
COMMANDER OFF + Component-keuzetoets
COMMANDER OFF + SYSTEM CONTROL (1, 2, 3)
COMMANDER OFF +
+ COMMANDER OFF
INPUT + 0 – 6 toetsen
REC + (
COMMANDER OFF + PROGRAM – + Á +
COMMANDER OFF + Á+
COMMANDER OFF + PROGRAM + + Á +
COMMANDER OFF + PROGRAM + + Á
COMMANDER OFF + Á + + Á
COMMANDER OFF
Component-keuzetoets
(die u een nieuwe
functie wilt geven)
+
v
+
Component-keuzetoets
(die u een nieuwe
functie wilt geven)
Component-keuzetoets
(voor de nieuw toe te
wijzen component)
Component-
keuzetoets

Documenttranscriptie

S Index Aanleerfunctie 12 Automatisch uitschakelen van de afstandsbediening 32 van de schermverlichting 33 Schermverlichting batterijen voor 5 bijregelen 33 Schermverlichtingstoets ( ) 6, 33 SYSTEM CONTROL toetsen bedieningsreeksen 18 programmeren voor vaak gebruikte functies 28 B T, U Batterijen 5 Blokkeren van de toetsen 30 Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen 26 Uitschakelcommando Zie “Systeem-uitschakelfunctie” 19 A C, D, E, F Codenummers 7 COMMANDER OFF uitschakeltoets 6 Component-keuzetoetsen toevoegen van een extra functie 23 toewijzen van andere apparatuur 26 V G Wijzigen/wissen aangeleerde signalen 15, 25, 29 bedieningsreeks (SYSTEM CONTROL) 21 Wissen Zie “Wijzigen/wissen”. Geluiddempingstoets (¤) 6, 18 Geluidssterkte regelen 6, 17 Geluidssterktetoetsen (Á +/–) 6, 17 H, I, J, K Hold beveiliging 30 Inschakelcommando SYSTEM CONTROL toetsen 18 Toevoegen aan de componentkeuzetoetsen 23 L, M, N, O LCD scherm automatische uitschakeltijd 33 helderheid 33 P, Q, R Preset Lock beveiliging 31 PROGRAM zenderkeuzetoets 6 Sony Corporation Printed in Japan Verhelpen van storingen 35 Vooringestelde componenten 7 W, X, Y, Z Kenmerken Met de veelzijdige RM-AV2000T afstandsbediening kunt u al uw audio/videoapparatuur vanuit één punt bedienen; geen verwarring meer met voor elk toestel een andere afstandsbediening, allemaal anders en lastig uiteen te houden. Hieronder de voornaamste voordelen van deze universele afstandsbediening. Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/video-componenten Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/video-componenten. Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld Bij aflevering is de afstandsbediening ook al geschikt voor alle andere grote merken. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren. Aanleerfunctie voor het programmeren van uiteenlopende bedieningssignalen Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening. Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode signalen en niet altijd voor alle functies). Flexibel aan te passen toetsen voor elk gewenst apparaat De component-keuzetoetsen zijn vrijelijk om te schakelen voor de bediening van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u bepaalde apparatuur dubbel heeft, zoals twee videorecorders e.d. Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen onder een enkele toets vastleggen, om ingewikkelde functies geheel te automatiseren. Handige tiptoetsen op LCD scherm met blauwe achtergrond-verlichting Nadat u een component hebt gekozen, toont het LCD scherm van de afstandsbediening alleen de toetsen die u daarvoor nodig hebt. Dit maakt de bediening overzichtelijk en intuïtief. Het LCD scherm heeft een achtergrondverlichting voor prettige bediening, ook in het donker of bij gedempt licht. Het CE merkteken op het apparaat is alleen geldig voor de producten die in de Europese Unie worden verkocht. 2NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Batterij-inleg ......................................................................................................................... 5 Wanneer de batterijen te vervangen .................................................................................. 5 Plaats en functie van de bedieningsorganen ....................................................................... 6 Basisbediening Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur ................................................... 7 Kiezen van de code voor een component ......................................................................... 8 Controleren of het codenummer werkt ............................................................................. 9 Op afstand bedienen van uw apparatuur ........................................................................... 10 Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie ......................................... 12 Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie ........................................................... 15 NL Geavanceerde functies Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie ................ 17 Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen ..................... 18 Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL toetsen ............................................................................................................................... 19 Uitvoeren van de reeks bedieningsfuncties .................................................................... 20 Wijzigen van de geprogrammeerde functies .................................................................. 21 Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen .................................. 23 Programmeren van de inschakelcode voor componenten (alleen voor Sony apparatuur) ....................................................................................................................... 23 Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component ................................ 24 Uitschakelen van alle componenten met een enkele toets — Systeem-uitschakelfunctie (alleen voor Sony apparatuur) ......................................... 25 Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen ................................. 26 Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen ........ 28 Wordt vervolgd 3NL Inhoudsopgave (vervolg) Nuttige extra functies Blokkeren van de toetsen — Hold beveiliging ................................................................... 30 Beveiligen van uw instellingen en aangeleerde signalen — Preset Lock functie .............. 31 Wijzigen van de automatische uitschakeltijd van de afstandsbediening ........................... 32 Regelen van de verlichting van het uitleesvenster ............................................................ 33 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ........................................................................................................ 34 Onderhoud .......................................................................................................................... 34 Technische gegevens .......................................................................................................... 34 Verhelpen van storingen ..................................................................................................... 35 Aanhangsels Overzicht van vooringestelde functies ............................................................................... 37 TV (TV-toestel) .................................................................................................................... 37 VCR 1, 2, 3 (videorecorders) ............................................................................................. 37 DVD (DVD-speler) ............................................................................................................. 38 VD (LaserDisc-speler) ........................................................................................................ 38 SAT (satelliet-ontvanger) ................................................................................................... 39 CBL (kabel-TV ontvanger) ................................................................................................ 39 AMP (versterker) ................................................................................................................ 40 CD (compact disc speler) ................................................................................................... 40 MD (minidisc-recorder) ..................................................................................................... 41 DAT (digitaal cassettedeck) .............................................................................................. 41 DECK B/A (cassettedeck) ................................................................................................. 42 FM/AM TUNER (FM/AM tuner) ................................................................................... 42 DSP (Digitale Surround-akoestiek Processor) ................................................................ 43 Beknopt bedieningsoverzicht ............................................................................................. 43 Index .................................................................................................................. achterpagina 4NL Voorbereidingen Wanneer de batterijen te vervangen Batterij-inleg Schuif het batterijdeksel achterop de afstandsbediening open en plaats hierin zes stuks R6 (AA-formaat) batterijen (niet bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met de + en – polen in de juiste richting ligen, zoals aangegeven met de + en – in het batterijvak. Batterijen van de afstandsbediening (vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen) Onder normale omstandigheden zullen de batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als uw apparatuur niet meer zo vlot op de afstandsbediening reageert, kunnen de batterijen bijna leeg zijn, hetgeen wordt aangegeven door de i aanduiding op het LCD scherm. Als deze aanduiding minder helder oplicht, dient u de batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerking Zorg dat het vervangen van de batterijen niet meer dan een uur in beslag neemt, anders kunnen de vastgelegde codenummers (zie blz. 7) en de aangeleerde functies (zie blz. 12) uit het geheugen verdwijnen. Batterijen voor de schermverlichting (twee stuks R6 (AA-formaat) batterijen) } ] ] } ] (voor schermverlichting) } } ] }] ] } (voor afstandsbediening) Wanneer de achtergrondverlichting van het LCD scherm geleidelijk zwakker oplicht, dient u beide batterijen hiervoor door nieuwe te vervangen. Omtrent batterijen • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar en vooral geen verschillende typen batterijen tegelijk. • Mocht de elektrolyt uit een batterij lekken, veeg de vervuilde delen van het batterijvak dan grondig schoon met een doekje en vervang de oude batterijen door nieuwe. Om batterijlekkage te voorkomen, kunt u beter de batterijen uit de afstandsbediening verwijderen wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. 5NL Plaats en functie van de bedieningsorganen 1 2 SYSTEM CONTROL 2 COMMANDER OFF e 1 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER DSP Á PROGRAM + + 7 + – 3 4 5 6 – = ¤ 8 9 1 Component-aanduiding Hier wordt de naam van de te bedienen component aangegeven. 2 LCD scherm en toetsenpaneel Hier verschijnen de tiptoetsen voor de bediening van elke gekozen component. Opmerking Tracht nooit de tiptoetsen te bedienen met een spits voorwerp zoals een balpen of potlood. 6NL 3 SYSTEM CONTROL bedieningsreekstoetsen (zie blz. 18) Voor elk van de deze drie SYSTEM CONTROL toetsen kunt u 16 achtereenvolgende bedieningsfuncties programmeren. Dit biedt u de mogelijkheid om ingewikkelde functies volautomatisch te starten met een enkele toets. schermverlichtingstoets 4 Druk hierop om de verlichting van het LCD scherm in te schakelen. Bij nogmaals drukken gaat het licht weer uit. U kunt de schermverlichting ook zo instellen dat deze na een bepaald aantal seconden automatisch dooft (zie blz. 33). 5 COMMANDER OFF afstandsbediening-uitschakeltoets Om de afstandsbediening uit te schakelen als u deze niet meer gebruikt. 6 Component-keuzetoetsen (TV, VCR1, enz.) Voor het kiezen van het apparaat dat u wilt bedienen. 7 Á +/– toetsen* Voor het instellen van de geluidssterkte. 8 ¤ geluiddempingstoets* Voor het afzetten van de geluidsweergave. 9 PROGRAM + +/ – = zenderkeuzetoetsen Voor het kiezen van een TV- of radiozender. * Na het kiezen van een video-component kunt u met de afstandsbediening het TV-geluid instellen of desgewenst afzetten. Na het kiezen van een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of desgewenst afzetten. U kunt echter deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 17). In- en uitschakelen van de afstandsbediening Om de afstandsbediening in te schakelen, drukt u op elke gewenste toets behalve de COMMANDER OFF toets. Voor uitschakelen drukt u op de COMMANDER OFF toets; als u dit nalaat en de afstandsbediening niet meer gebruikt, zal deze na 10 minuten automatisch worden uitgeschakeld. Deze tijdsduur kunt u desgewenst ook anders instellen (zie blz. 32). Uitschakelen van de bedieningspieptoon Druk op de ≥ toets. De aanduiding “OFF” verschijnt en de afstandsbediening zal bij indrukken van een toets geen pieptoon meer laten horen. Om de pieptoon weer in te schakelen, drukt u nogmaals op de ≥ toets. Basisbediening Instellen van de code voor vaste audio/ video-apparatuur De afstandsbediening is in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony audio/video-apparatuur (zie de onderstaande tabel). Als u de afstandsbediening wilt gebruiken voor deze Sony componenten, kunt u de hierna volgende paragrafen overslaan. U kunt de afstandsbediening echter ook gebruiken voor de audio/videoapparatuur van andere merken. Voor de bediening van andere componenten dient u wel eerst de onderstaande aanwijzingen te volgen om de juiste code(s) voor de apparatuur vast te leggen. CompoVoor de Fabrieksinstelling nentbediening van keuzetoets TUNER FM/AM tuner Sony FM/AM tuner DSP Akoestiekprocessor Sony Digital Surround Processor * Gewone analoge audio-cassettedecks Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 37) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten. CompoVoor de Fabrieksinstelling nentbediening van keuzetoets TV TV-toestel VCR1 Videorecorder Sony Beta videorecorder (VTR1) VCR2 Videorecorder Sony 8-mm videorecorder (VTR2) VCR3 Videorecorder Sony VHS videorecorder (VTR3) DVD VideodiscSony DVD-speler speler (DVD of LaserDisc) SAT/CBL Satellietontvanger/ Kabel-TV ontvanger Sony satellietontvanger AMP Versterker Sony versterker CD Compact disc speler Sony CD-speler MD/DAT MinidiscSony minidiscrecorder/DAT recorder cassettedeck DECK B/A Cassettedeck* Sony TV-toestel Sony cassettedeck Wordt vervolgd 7NL Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg) Kiezen van de code voor een component 4 DISPLAY 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ENTER 6 SYSTEM CONTROL 3 2 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT COMMANDER OFF e 1 TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP 3 Druk op de component- TV 1 Op het scherm gaan nu de afkortingen voor alle typen componenten knipperen. VCR3 DVD DECK B/A TUNER DSP TV De naam van het gekozen apparaat blijft branden en nu gaan de cijfertoetsen 0 – 9, de ENTER en de DISPLAY toets knipperen. Á CHANNEL + 2 SAT/CBL keuzetoets* voor het gewenste type apparaat. TV + + – – = ¤ Voorbeeld: voor bediening van een Philips TV-toestel 1 Zie de tabellen in de bijgeleverde lijst met “Componentcodenummers” om de juiste twee-cijfer code voor het te bedienen apparaat te vinden. Als er meer dan één codenummer vermeld staat, kiest u het eerste daarvan. Om de afstandsbediening bijvoorbeeld in te stellen op bediening van een Philips TV kiest u codenummer 11. 2 Houd nu de COMMANDER OFF 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ENTER * Voor het kiezen van een component-code voor de DVD of SAT/CBL toets drukt u net zovaak op de toets tot de gewenste component wordt aangegeven. 4 Voer de twee-cijfer code voor het betreffende apparaat in en druk op de ENTER toets in het tiptoetsenpaneel op het scherm. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ENTER toets ingedrukt en druk daarbij op de ¤ toets. COMMANDER OFF + 8NL ¤ DISPLAY 1 Er klinkt een pieptoon en de codecijfers en “ENTER” verschijnen tweemaal achtereen. 1 m 1 m ENTER 5 Als u nog een code voor een ander apparaat wilt invoeren, herhaalt u de stappen 3 en 4. 6 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF Opmerkingen • Als u een codenummer invoert dat niet voorkomt in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”, laat de afstandsbediening na indrukken van de ENTER toets een pieptoon horen en gaat de aanduiding “NG” knipperen. In dit geval controleert u het codenummer en probeert u het opnieuw. • Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 2 minuten tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. Dan zult u voor het invoeren van de code opnieuw op de ¤ toets moeten drukken terwijl u de COMMANDER OFF toets ingedrukt houdt. Controleren welk codenummer er is ingevoerd Druk op de DISPLAY toets. Het codenummer en de aanduiding “ENTER” verschijnen dan tweemaal achtereen. Controleren of het codenummer werkt 1 Druk op de componentkeuzetoets voor het apparaat dat u hebt ingesteld. TV De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen voor het apparaat verschijnen op het scherm. TV RED 1 2 3 4 5 6 7 8 -/-1- 0 u INPUT GREEN TV YELLOW TELETEXT 9 BLUE 2 Schakel het te bedienen apparaat in met de aan/uit-schakelaar op het apparaat zelf. 3 Richt de afstandsbediening op het voorpaneel van het apparaat en druk op de u toets in het tiptoetsenscherm. Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm. u Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld. Wordt vervolgd 9NL 4 Als het tot zover goed verloopt, kunt u controleren of de andere functies van het apparaat ook goed reageren op de afstandsbediening, zoals de zenderkeuze en de volumeregeling. Op afstand bedienen van uw apparatuur Om een apparaat van een ander merk dan Sony te bedienen, zult u eerst de betreffende component-code moeten instellen (zie blz. 7) Zie “Op afstand bedienen van uw apparatuur” voor nadere bijzonderheden. u CD Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken... 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ENTER Probeer of het beter lukt door de procedure (zie blz. 7) te herhalen met een andere code voor uw component aangegeven in de bijgeleverde “Component-codenummers” tabellen. SHUFFLE REPEAT COMMANDER OFF 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD Betreffende het toetsenpaneel op het scherm 10NL Na instellen van een componentcodenummer zullen op het scherm alleen de toetsen verschijnen die in de fabriek vast voor het betreffende apparaat zijn geprogrammeerd. De signalen van de toetsen verschillen van merk tot merk. Met de aanleerfunctie kunt u signalen van een andere afstandsbediening overnemen voor zowel de aangegeven toetsen als de toetsen die nog niet worden aangegeven (zie blz. 12). 1 DSP Á + Toetsen waarvoor al een afstandsbedieningssignaal is “aangeleerd” SAT/CBL DECK B/A TUNER PROGRAM Als er voor een bepaalde toets al eerder een signaal is geprogrammeerd met de aanleerfunctie (zie blz. 12), zal de “aangeleerde” functie blijven werken, ook al stelt u een ander componentcodenummer in. Voor gebruik als een vaste component-bedieningstoets zult u dan eerst de “aangeleerde” functie moeten wissen. 2 CONTINUE CLEAR SYSTEM CONTROL 2 OFF PGM -/-1- 1 ON D.SKIP e Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg) + + – – = ¤ Voorbeeld: Afspelen van een compact disc in uw CD-speler 1 Druk op de betreffende component-keuzetoets. CD De afstandsbediening wordt ingeschakeld en de tiptoetsen voor het gekozen apparaat verschijnen op het scherm. u CD 1 2 4 5 6 7 8 9 0 ENTER -/-1- 3 D.SKIP PGM CONTINUE CLEAR SHUFFLE REPEAT 2 Druk op de gewenste toets in het toetsenpaneel. Tijdens het verzenden van het bedieningssignaal verschijnt het symbool op het scherm. Vervolgens kunt u de geluidsweergave naar wens instellen met de Á +/– toetsen en de ¤ toets en kunt u bijvoorbeeld bij radioontvangst een zender kiezen met de PROGRAM +/– toetsen. 3 Wanneer u naderhand de afstandsbediening niet meer gebruikt, drukt u op de COMMANDER OFF toets om de afstandsbediening uit te schakelen. COMMANDER OFF Instellen van de geluidssterkte Druk op de Á +/– toetsen om de geluidssterkte te regelen en op de ¤ toets om het geluid te dempen. Als u instelt op een video-component kunt u met de afstandsbediening het TV-geluid instellen of afzetten, en als u kiest voor een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of afzetten. U kunt deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 17). Voor bediening van een Sony videorecorder Druk op de VCR1, 2 of 3 toets die overeenkomt met de VTR1, 2 of 3 stand van de schakelaar op uw videorecorder. Heeft uw videorecorder een dergelijke bedieningskeuzeschakelaar niet, dan kiest u de VCR1, 2 of 3 toets als volgt. Betamax videorecorder VCR1 8-mm videorecorder VCR2 VHS videorecorder VCR3 Gebruik van de REC opnametoets voor een videorecorder Opmerking De afstandsbedieningssignalen kunnen voor bepaalde componenten en functies wel eens ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste bedieningssignaal beter zelf programmeren met de aanleerfunctie (zie blz. 12). Het is echter alleen mogelijk functies te programmeren die net als deze afstandsbediening werken met infrarode stralen. Om vergissingen te voorkomen, werkt de REC opnametoets niet als u deze alleen indrukt. Om te gaan opnemen drukt u op de ( weergavetoets terwijl u de REC opnametoets ingedrukt houdt. Voor bediening van een dubbel cassettedeck Van tevoren zult u eerst moeten kiezen voor deck A of deck B. Hiervoor drukt u op de DECK B/A toets, om over te schakelen tussen “DECK A” en “DECK B”. Als de afstandsbediening van uw dubbel cassettedeck slechts één stel bedieningstoetsen heeft, met een A/B schakelaar voor keuze van het deck, kunt u in plaats hiervan de D.SKIP toets in het toetsenpaneel op het scherm gebruiken. Wordt vervolgd 11NL Op afstand bedienen van uw apparatuur (continued) Kiezen van het ingangssignaal voor een TV-toestel Als er op uw TV meer dan twee videorecorders zijn aangesloten, kunt u deze met de cijfertoetsen als volgt direct kiezen. “INPUT” + “0” : TV-afstemming “INPUT” + “1” : VIDEO 1 “INPUT” + “2” : VIDEO 2 “INPUT” + “3” : VIDEO 3 “INPUT” + “4” : VIDEO 4 “INPUT” + “5” : VIDEO 5 “INPUT” + “6” : VIDEO 6 Voor een Sony TV-toestel zijn de bovenstaande functies vast ingesteld. Voor een ander merk kunt u deze functies, waarvoor twee toetsen nodig zijn, overnemen van de TVafstandsbediening met de aanleerfunctie (zie de volgende bladzijde). Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie Voor het bedienen van componenten of functies die niet vast zijn ingesteld, kunt u de volgende “aanleer” procedure volgen om de afstandsbediening een nieuwe functie te laten overnemen van een andere afstandsbediening. U kunt deze aanleerfunctie bijvoorbeeld ook gebruiken om de functie van afzonderlijke toetsen te wijzigen na instellen van een componentcodenummer (zie afb. 7). Na het overnemen van een functie is het aanbevolen deze bij wijze van geheugensteuntje te noteren in het bijgeleverde “Overzicht van de LCD tiptoetsen”. Opmerking Er kunnen wel eens signalen zijn die de afstandsbediening niet kan overnemen of “aanleren”. RESET VCR1 LEARN NG u P+ P– V+ V– MU RED 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 2- INPUT TV GREEN REC YELLOW ANT SW MENU EXECUTE -/-1- BLUE RETURN SYSTEM CONTROL 1 3 VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT e 2 TV COMMANDER OFF VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER + DSP Á PROGRAM + + – – = ¤ 12NL 3 6 2 Voorbeeld: Programmeren van het ( (weergave) bedieningssignaal van uw component onder de VCR1 ( (weergave) toets van de afstandsbediening De aanduiding “P+ P– V+ V– MU” bovenin het scherm geeft aan of de PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen ook geschikt zijn voor het aanleren van andere functies of niet. 1 Leg de RM-AV2000T recht Betreffende de knipperende toetsen tegenover de afstandsbediening van het apparaat dat u wilt bedienen. Afstandsbediening van uw componenten De toetsen waarvoor al een functie voor de gekozen component is ingesteld knipperen tweemaal en de toetsen die nog niet zijn ingesteld knipperen eenmaal. 3 Druk op de toets van de afstandsbediening waaronder u een functie wilt overnemen of “aanleren”. ongeveer 5 – 10 cm tussenruimte RM-AV2000T 2 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op de component-keuzetoets voor het apparaat waarvan u een functie wilt overnemen. COMMANDER OFF + LEARN NG VCR1 u P+ P– V+ V– MU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- LEARN NG VCR1 VCR1 Op het scherm gaan nu alle toetsen die u kunt programmeren knipperen. RESET De aanduiding “LEARN” knippert en alleen de ingedrukte toets blijft in het scherm zichtbaar. INPUT Overnemen van functies voor de PROGRAM +/–, Á +/– en ¤ toetsen Druk op de betreffende toets. De aanduiding “LEARN” knippert en de “P+”, “P–”, “V+”, “V–” of “MU” aanduiding bovenin het scherm blijft verlicht. REC ANT SW Aanduiding voor de PROGRAM, Á en ¤ toetsen Wordt vervolgd 13NL Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg) 4 Druk op de toets van de andere afstandsbediening en houd deze ingedrukt tot u een pieptoon hoort. De aanduiding “LEARN” stopt met knipperen en blijft branden. Als het bedieningssignaal succesvol is overgenomen, blijft de toets met de nieuwe functie verlicht en gaan de andere beschikbare toetsen weer knipperen. Als er pieptonen klinken en de aanduiding “NG” op het scherm knippert Dan is er bij het aanleren iets misgegaan. Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals. Voor bepaalde signalen kan het nodig zijn de aanleerprocedure meer dan eens uit te voeren. In dat geval hoeft u slechts stap 4 opnieuw te proberen, als de aanduiding “NG” pas na stap 4 verschijnt. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor elke functie die u onder een toets wilt overnemen. Overnemen van signalen van nog een andere afstandsbediening Plaats deze en de andere afstandsbediening weer tegenover elkaar zoals in stap 1 op blz. 13, druk op de betreffende componentkeuzetoets en volg weer de stappen 3 en 4 op blz. 13 en 14 voor het aanleren van de toetsfunctie. 6 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF 14NL Opmerkingen • Als u de stappen voor het aanleren niet binnen twee minuten uitvoert, vervalt de aanleerfunctie. • Als u stap 4 niet binnen 10 seconden na stap 3 uitvoert, keert het scherm terug naar de aanduidingen van stap 2. (Dan knipperen weer alle voor aanleren beschikbare toetsen.) In dit geval voert u stap 3 opnieuw uit terwijl de scherm-aanduidingen knipperen. • Als er tijdens het aanleren “NG” wordt aangegeven, is het geheugen van de afstandsbediening vol. Om dan plaats te maken voor een nieuwe functie, zult u de aangeleerde toetsfuncties die u zelden gebruikt moeten wissen (zie blz. 16). Daarna kunt u het overnemen van de nieuwe functie opnieuw proberen. • Als u per ongeluk de verkeerde toets indrukt, houdt u ter correctie de “RESET” toets ingedrukt en drukt u daarbij weer op die verkeerde toets. Vervolgens herhaalt u de procedure vanaf stap 2, nu met de juiste toets. Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken Als de apparatuur niet goed reageert op de toets met de nieuwe functie, doe het overnemen van de functie dan opnieuw. (Als bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel luider wordt na slechts eenmaal kort indrukken van de Á + toets, dan kan het aanleren zijn verstoord door ruis of andere externe effecten.) Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies •Zorg dat de afstandsbedieningseenheden tijdens het aanleren niet bewegen. •Blijf voor het overnemen de toets van de andere afstandsbediening ingedrukt houden tot u een pieptoon hoort. •Zorg dat beide afstandsbedieningseenheden zijn voorzien van verse batterijen. •Verricht het overnemen niet in de volle zon en niet onder felle tl-buizen of andere fluorescerende lampen. •De plaats waar het signaal uit de afstandsbediening komt kan wel eens verschillen. Als het aanleren niet lukt, verschuif dan de beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar ietwat en probeer het opnieuw. BELANGRIJK Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Bepaalde elektrische apparatuur zoals voor airconditioning, verwarming of het openen en sluiten van gordijnen of rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt. Voor het aanleren van signalen voor een dubbel cassettedeck Druk eerst op de DECK B/A toets om te kiezen voor cassettedeck A of B. Overnemen van het REC signaal (voor opnemen) voor videorecorder VCR1, 2 of 3 Houd bij stap 3 de REC toets ingedrukt en druk daarbij de ( weergavetoets in zodat beide toetsen oplichten en volg dan de stappen 4 t/m 6. De afstandsbediening kan het signaal voor opnemen niet aanleren als alleen de REC toets oplicht. Houd na stap 2 op blz. 13 de RESET toets ingedrukt en druk op de toets die u wilt weglaten (die knippert). De ingedrukte toets gaat dan langzamer knipperen en wordt daarna voor die component niet meer aangegeven. Om de toets weer te zien, herhaalt u deze handeling. Opmerking Een toets waarvoor al een signaal is “aangeleerd”, kunt u niet in één keer onzichtbaar maken. Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie Om een aangeleerde functie door een andere te vervangen, zult u die functie eerst moeten wissen, om dan een nieuwe functie over te nemen. Wissen van een aangeleerde functie van een enkele toets RESET RESET Overnemen van signalen voor de Á en ¤ toetsen Voor andere componenten dan de TV of AMP (versterker) dient u de opmerkingen op blz. 17 en 18 te lezen. Aangeven van alleen de regelmatig gebruikte toetsen U kunt zorgen dat de toetsen die u niet gebruikt niet op het scherm verschijnen. Dit vereenvoudigt de bediening van apparatuur met een groot aantal toetsen die u niet gebruikt. LEARN NG VCR1 u P+ P– V+ V– MU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- INPUT REC ANT SW 1 Houd na stap 2 op blz. 13 de RESET toets ingedrukt en druk op de toets waarvan u de functie wilt wissen. RESET + De toets waarvan de functie is gewist gaat nu weer knipperen samen met de andere beschikbare toetsen. Wordt vervolgd 15NL Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg) 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij nogmaals op de betreffende component-keuzetoets. De afstandsbediening laat een pieptoon horen en de aangeleerde functies zijn dan gewist. De toetsen voor dat apparaat krijgen dan weer hun oorspronkelijke functies die zij vóór het aanleren hadden. Wissen van alle aangeleerde signalen voor een bepaalde component 2 RESET VCR1 LEARN NG u P+ P– V+ V– MU RED 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- INPUT TV GREEN REC YELLOW ANT SW MENU EXECUTE BLUE RETURN RESET SYSTEM CONTROL 2 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT COMMANDER OFF e 1 VCR3 DVD DSP Á PROGRAM + + – – = ¤ 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op de betreffende componentkeuzetoets. COMMANDER OFF + CD Wissen van aangeleerde signalen voor DECK B/A Druk op de DECK B/A toets om te kiezen voor “DECK A” of “DECK B”. U kunt geen signalen wissen voor beide cassettedecks tegelijk. 16NL CD SAT/CBL DECK B/A TUNER + 1 + Opmerking Als u de bovenstaande stappen uitvoert terwijl er nog geen nieuwe functies waren overgenomen, dan keren de componentcodeinstellingen (zie blz. 7) nu terug naar de fabrieksinstellingen. Als u dit voor DECK B/A doet, zal bij het wissen van alle functies voor één cassettedeck (A of B) de componentcode-instelling voor beide cassettedecks terugkeren naar de fabrieksinstelling. Geavanceerde functies Opmerkingen De afstandsbediening is in de fabriek vooringesteld volgens het principe dat u het geluid van uw video-apparatuur hoort via de luidsprekers van uw TVtoestel en de geluidsweergave van alle stereo-apparatuur via de luidsprekers aangesloten op uw versterker. De volgende tabel toont de fabrieksinstellingen voor de volumeregeling van de verschillende componenten. Componentkeuzetoets Regelt de geluidssterkte van de TV TV VCR1,2,3 TV SAT/CBL TV DVD TV AMP versterker CD versterker MD/DAT versterker DECK B/A versterker TUNER versterker DSP versterker • Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen (“aangeleerd”, zie blz. 12), zal bij de bediening van een dergelijk apparaat het nieuwe signaal worden doorgegeven, in plaats van de geluidsregeling van de TV of de versterker. • Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker kunnen regelen. Wijzigen van de fabrieksinstelling voor de volumeregeling Als uw video-apparatuur echter is aangesloten op een stereo-installatie, zult u waarschijnlijk ook het geluid van uw TV en uw videorecorder willen horen via de luidsprekers aangesloten op uw versterker, in plaats van alleen via de TVluidsprekers. In dat geval dient u de fabrieksinstelling om te schakelen zodat u de geluidssterkte van uw videoapparatuur kunt regelen zonder eerst de afstandsbediening te hoeven omschakelen naar de versterker. RESET Zo kunt u eenvoudigweg de geluidssterkte van de TV of de versterker regelen zonder hiervoor telkens te hoeven overschakelen van de geluidsbron naar de TV of AMP, enkel voor de volumeregeling. Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij video-weergave (met VCR bediening) in te stellen, hoeft u niet op de TV toets te drukken om het TV-geluid te regelen. LEARN NG P+ P– V+ V– SC1 SC2 SC3 MU OFF TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP RED D.SKIP AUDIO VIDEO1 INPUT DISPLAY VIDEO2 VIDEO3 TV SUBTITLE ON/OFF DAT/MD ANGLE REC CD TELETEXT ANT SW DVD MENU GENRE MENU MODE 1 2 3 CENTER REAR SUB WOOFER 4 5 6 SUBTITLE TAPE 7 8 9 YELLOW TITLE SOUND FIELD 0 ENTER 2- BLUE T.TONE CLEAR BAND RETURN -/-1- GREEN 2 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT OFF TV TUNER PHONO PGM EXECUTE CONTINUE SHUFFLE REPEAT SHIFT SYSTEM CONTROL 1 u ON VDP/AUX COMMANDER OFF e Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie VCR3 DVD DECK B/A TUNER DSP Á PROGRAM + 1 SAT/CBL + + – – = ¤ Wordt vervolgd 17NL Volumeregeling voor videoapparatuur aangesloten op een stereo-installatie (vervolg) 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de Á + en Á – toets allebei in. Á + COMMANDER OFF + + – Er klinkt een pieptoon en de volumeregeling voor de videoapparatuur (TV, VCR1, 2 en 3, SAT/ CBL en DVD) wordt overgeschakeld naar het aangegeven toestel (AMP of TV). Bij instellen op de versterkervolumeregeling Bij instellen op de TV-volumeregeling V+ V– MU V+ V– MU AMP TV NG V+ V– MU AMP Opmerkingen • Als u voor de Á of ¤ toetsen voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal de bovenstaande procedure de functie van de Á en ¤ toetsen niet veranderen. • Als u voor de Á of ¤ toetsen voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u wel het geluid van de TV of de versterker (afhankelijk van de bovenstaande instelling) kunnen regelen. Voor het gebruik van een nieuwe functie zult u die ook voor de andere component(en) moeten programmeren met de aanleerfunctie (zie blz. 12). 18NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen Voor de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u een hele reeks bedieningsfuncties achtereen programmeren, om ingewikkelde functies volautomatisch te starten met een enkele toets. Ook voor de meest algemene dingen, zoals het afspelen van een videoband, kan al een reeks handelingen nodig zijn. Bijvoorbeeld: 1 TV inschakelen. 2 Videorecorder inschakelen (VCR1) 3 Versterker inschakelen. 4 Ingangskeuzeschakelaar van de versterker instellen op VIDEO 1. 5 Ingangskeuzeschakelaar van het TVtoestel instellen op VIDEO. 6 Afspelen van de videoband. Voor elk van de SYSTEM CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16 achtereenvolgende bedieningsfuncties programmeren. In de fabriek zijn de SYSTEM CONTROL toetsen 1 en 2 nog niet geprogrammeerd, maar er is wel een reeks inschakel-commando’s voor Sony apparatuur geprogrammeerd voor SYSTEM CONTROL toets 3. Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL toetsen RESET TV LEARN u P+ P– V+ V– SC1 MU RED 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- INPUT GREEN TV YELLOW TELETEXT 3 MENU EXECUTE BLUE SYSTEM CONTROL 2 COMMANDER OFF e 1 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER Á PROGRAM + DSP 5 1 2 + Als er al een reeks bedieningsfuncties voor de gekozen toets is geprogrammeerd Dan worden die bedieningsfuncties nu aangegeven. (Overigens is SYSTEM CONTROL toets nummer 3 al in de fabriek geprogrammeerd met inschakel-commando’s voor vrijwel alle soorten Sony apparatuur.) Om een nieuwe bedieningsreeks te programmeren, zult u eerst de bestaande reeks moeten wissen (zie blz. 21). 2 Druk op de componentkeuzetoets voor het te bedienen apparaat. + – TV – = ¤ De tiptoetsen voor de gekozen component gaan knipperen. Voorbeeld: programmeren van de links aangegeven reeks stappen voor de SYSTEM CONTROL 1 toets 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op een van de SYSTEM CONTROL toetsen (in dit geval SYSTEM CONTROL 1). COMMANDER OFF SYSTEM CONTROL 1 + Op het scherm gaan nu de afkortingen voor alle typen componenten knipperen. TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP RESET LEARN TV u P+ P– V+ V– SC1 MU RED 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- INPUT GREEN TV YELLOW TELETEXT MENU EXECUTE BLUE 3 Druk op de toets(en) voor de gewenste bedieningsfunctie. Om bijvoorbeeld het TV-toestel in te schakelen, drukt u op een van de cijfertoetsen. 1 Het afstandsbedieningssignaal van de gekozen toets wordt uitgezonden, dus u kunt onmiddellijk controleren of de component naar behoren reageert. Wordt vervolgd 19NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen (vervolg) 4 Herhaal de stappen 2 en 3 voor elk van de toetsfuncties in de gewenste bedieningreeks. In dit voorbeeld drukt u op de volgende toetsen. VCR1 m u m AMP m u m TV m m VCR1 m m VIDEO1 INPUT 5 Wanneer u alle functies hebt geprogrammeerd, drukt u op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF Opmerkingen • Als het programmeren langer dan twee minuten wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren. • Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al een afstandsbedieningssignaal hebt overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 28), gaat de aanduiding “NG” knipperen en klinkt er een pieptoon om u te waarschuwen dat deze toets niet voor programmeren beschikbaar is. Dan zult u de aangeleerde functie eerst moeten wissen (zie blz. 29). • Als u het component-codenummer wijzigt zie blz. 7) of een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt door “aanleren” (zie blz. 12) voor een SYSTEM CONTROL toets waaraan eerder een reeks functies was toegewezen, dan vervalt die reeks en zal bij indrukken van de SYSTEM CONTROL toets alleen het nieuwe signaal worden verzonden. Tip voor het programmeren van een SYSTEM CONTROL toets Na het uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties geeft het scherm van de afstandsbediening de tiptoetsen voor de component van de laatst uitgevoerde functie aan. Door als laatste een functie voor de geluidsbron of een vaak gebruikte component te kiezen, bespaart u zich de stap om voor verdere bediening eerst op de betreffende component-keuzetoets te drukken. Uitvoeren van de reeks bedieningsfuncties Druk op de gewenste SYSTEM CONTROL toets (1, 2 of 3). De geprogrammeerde bedieningssignalen worden verzonden in de door u gekozen volgorde voor de bediening van de betreffende componenten. SYSTEM CONTROL 1 2 3 Bij het verzenden van elk signaal toont het scherm de bijbehorende toets. 20NL Opmerkingen betreffende de bedieningsreeksen •Als de te bedienen componenten te ver uiteen staan of als er een obstakel voor staat, kunnen niet alle componenten naar behoren werken wanneer u op de SYSTEM CONTROL toets drukt. •Als er om de bovenstaande of een andere reden iets mis gaat met de bedieningsreeks, dan zult u alle componenten terug moeten stellen in de oorspronkelijke stand voor u de SYSTEM CONTROL bedieningsreeks verzond. Anders loopt u de kans dat de bediening bij het opnieuw indrukken van de SYSTEM CONTROL toets weer mis gaat. •Het inschakelen van componenten kan bij een bedieningsreeks wel eens problemen geven. Het signaal voor inschakelen is vaak hetzelfde als voor uitschakelen. Om moeilijkheden te voorkomen is het aanbevolen eerst te controleren of de betreffende componenten voor de bedieningsreeks al naar behoren ingeschakeld zijn of juist nog uit staan. •Bepaalde componenten kunnen niet onmiddellijk reageren op twee opeenvolgende signalen. Zo zal een TV-toestel na inschakelen wat tijd nodig hebben alvorens het kan reageren op het volgende signaal. Houd hier rekening mee en programmeer de signalen bijvoorbeeld om en om, als volgt; TV inschakelen n Videorecorder inschakelen n Afspelen videoband starten n TV instellen op videoweergave Wijzigen van de geprogrammeerde functies Wissen van geprogrammeerde signalen 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op een van de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 of 3. COMMANDER OFF SYSTEM CONTROL 1 + De bedieningsfuncties die zijn geprogrammeerd voor die toets worden in volgorde aangegeven. 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij nogmaals op dezelfde SYSTEM CONTROL toets (1, 2 of 3). RESET + SYSTEM CONTROL 1 De gehele bedieningsreeks wordt dan gewist en op het scherm gaan de afkortingen voor alle typen componenten knipperen. RESET LEARN NG SC1 TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP Voor het vastleggen van een nieuwe reeks functies onder deze SYSTEM CONTROL toets volgt u de stappen 2 t/m 5 op blz. 19 ig en 20. Wordt vervolgd 21NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — SYSTEM CONTROL toetsen (vervolg) Terugstellen van SYSTEM CONTROL toets 3 op de fabrieksinstelling (inschakelen van Sony componenten) 3 Herhaal de laatste stap: houd de RESET toets ingedrukt en druk daarbij weer op SYSTEM CONTROL toets 3. RESET + SYSTEM CONTROL 3 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij op SYSTEM CONTROL toets 3. COMMANDER OFF SYSTEM CONTROL 3 + De bedieningsfuncties die zijn geprogrammeerd worden in volgorde aangegeven. 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij nogmaals op SYSTEM CONTROL toets 3. RESET + SYSTEM CONTROL 3 De gehele bedieningsreeks wordt dan gewist en op het scherm gaan de afkortingen voor alle typen componenten knipperen. 22NL De reeks inschakelcommando’s voor Sony apparatuur is weer geldig en wordt in volgorde op het scherm aangegeven. Voorbeeld: Programmeren van de TV toets Toevoegen van een extra functie aan de componentkeuzetoetsen 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de Á – toets en de gewenste component-keuzetoets in. COMMANDER OFF Programmeren van de inschakelcode voor componenten (alleen voor Sony apparatuur) + Bij gebruik van Sony componenten kunt u de inschakelcode voor elk apparaat programmeren onder een componentkeuzetoets. Zo kunt u met één druk op de component-keuzetoets een bepaald apparaat inschakelen en tegelijk instellen op de bediening ervan. RESET LEARN NG P+ P– V+ V– SC1 SC2 SC3 MU OFF 1 2 3 CENTER REAR SUB WOOFER 4 5 6 TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP RED D.SKIP AUDIO VIDEO1 GREEN SUBTITLE TAPE INPUT DISPLAY VIDEO3 VDP/AUX TV TV ANGLE REC CD TUNER PHONO SUBTITLE ON/OFF DAT/MD 7 8 9 YELLOW TITLE SOUND FIELD TELETEXT ANT SW DVD MENU GENRE -/-1- 0 ENTER 2- BLUE T.TONE CLEAR BAND RETURN EXECUTE CONTINUE TV VCR1 VCR2 CD MD/DAT u ON REPEAT COMMANDER OFF 3 AMP Wanneer het inschakelcommando is geprogrammeerd, klinkt er een pieptoon en verschijnt de aanduiding “u ON” op het scherm. (De schermaanduiding verdwijnt wanneer u de toetsen loslaat.) SHIFT e 2 TV Herhaal de bovenstaande handeling. Dan klinkt er een pieptoon en verschijnt de volgende aanduiding. PGM MENU MODE SHUFFLE SYSTEM CONTROL 1 OFF VIDEO2 + – Wissen van het inschakelcommando u ON Á VCR3 DVD + DSP Á + + – u SAT/CBL DECK B/A TUNER PROGRAM 1 – = ¤ Opmerkingen • Als er voor een component-keuzetoets al een signaal is overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 24), kan er geen inschakelcommando voor die toets worden geprogrammeerd. • Als u met “aanleren” een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt (zie blz. 24) voor een component-keuzetoets waarvoor al een inschakelcommando is geprogrammeerd, dan zal het nieuw aangeleerde signaal dat inschakelcommando overschrijven. Als u later het aangeleerde signaal annuleert, zal ook het inschakelcommando gewist worden en keert de toets terug naar de oorspronkelijke toestand voordat er iets onder geprogrammeerd werd. Wordt vervolgd 23NL Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen (vervolg) Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component Voorbeeld: Programmeren van het CD-weergave signaal voor uw versterker onder de CD component-keuzetoets van de afstandsbediening 1 Leg de RM-AV2000T recht Naast de oorspronkelijke functie van het instellen op een component en het laten verschijnen van de bedieningstoetsen daarvoor, kunt u voor een componentkeuzetoets nog een extra afstandsbedieningssignaal overnemen met de “aanleerfunctie” (zie blz. 12). Als u bijvoorbeeld voor het luisteren naar een compact disc altijd de versterker moet instellen op CD-weergave, dan kunt u het signaal voor “versterker op CD-weergave” toewijzen aan de CD toets van deze afstandsbediening. Dan kunt u met één druk op de CD componentkeuzetoets de tiptoetsen voor de CDspeler laten verschijnen en tegelijk de versterker instellen op weergave van een CD. tegenover de afstandsbediening van het apparaat dat u wilt bedienen. Afstandsbediening van uw componenten ongeveer 5 – 10 cm tussenruimte RM-AV2000T 2 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de Á + toets en de PROGRAM + toets tegelijk in. Á COMMANDER OFF + + + PROGRAM + + De aanduiding “LEARN” verschijnt en de afkortingen voor alle typen componenten gaan knipperen. SYSTEM CONTROL 3 2 COMMANDER OFF e 1 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD + TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP 3 Druk op de betreffende DSP Á + + – LEARN NG SC1 SC2 SC3 SAT/CBL DECK B/A TUNER PROGRAM 5 2 component-keuzetoets. CD – = ¤ De naam van de gekozen component blijft branden en “LEARN” gaat knipperen. LEARN NG CD NL 24 4 Houd de over te nemen toets op de afstandsbediening van de betreffende component (in dit geval de versterker) ingedrukt tot u een pieptoon hoort. INPUT SELECT CD 5 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF Uitschakelen van alle componenten met een enkele toets — systeem-uitschakelfunctie (alleen voor Sony apparatuur) Door het instellen van de systeemuitschakelfunctie kunt u alle componenten van Sony in één keer uitschakelen, door de COMMANDER OFF toets drie seconden lang in te drukken. Instellen van de systeemuitschakelfunctie 1 Houd de COMMANDER OFF Wissen van de aangeleerde functie van een componentkeuzetoets 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de Á + toets en de PROGRAM + toets tegelijk in. 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij op de componentkeuzetoets waarvan u de extra functie wilt wissen. toets ingedrukt en druk daarbij de PROGRAM – toets en de Á + toets tegelijk in. COMMANDER OFF + = + Á + Wanneer de systeem-uitschakelfunctie geactiveerd is, verschijnt de aanduiding “u OFF” op het scherm. (De scherm-aanduiding verdwijnt wanneer u de toetsen loslaat.) Opmerking Ook al is voor de betreffende componentkeuzetoets al een inschakelcode geprogrammeerd (zie blz. 23), dan nog kunt u daarvoor in de plaats een nieuw signaal overnemen door “aanleren” op de bovenstaande wijze. Het nieuwe signaal overschrijft dan de inschakelcode en deze verdwijnt geheel, zodat ook bij wissen van het nieuwe signaal de inschakelcode niet terugkomt. PROGRAM – u OFF Wissen van de systeemuitschakelfunctie Herhaal de bovenstaande handeling. Na het wissen van de systeemuitschakelfunctie verschijnt de volgende aanduiding. u 25NL Toewijzen van andere apparatuur aan de componentkeuzetoetsen Als u een extra component afzonderlijk wilt bedienen, kunt u die component toewijzen aan een andere componentkeuzetoets die u niet gebruikt. Als u bijvoorbeeld twee videorecorders heeft en twee compact disc spelers, kunt u de VCR3 toets gebruiken als de componentkeuzetoets voor uw tweede CD-speler. Opmerking Als u een andere component toewijst aan een component-keuzetoets, komt de instelling van het component-codenummer (voor een ander merk) te vervallen. Dit componentcodenummer zal niet terugkomen, ook al verwijdert u de nieuw gekozen component en stelt u de toets terug op de oorspronkelijke component. Voorbeeld: Toewijzen van een CD-speler aan de VCR3 component-keuzetoets 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de VCR3 toets in. COMMANDER OFF + VCR3 De tiptoetsen voor het oorspronkelijk te bedienen apparaat (VCR3) gaan knipperen. RESET LEARN NG VCR 3 u P+ P– V+ V– MU 1 2 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 2- INPUT 3 REC ANT SW 2 Houd nu de VCR3 toets ingedrukt en druk daarbij de CD toets in. RESET LEARN NG P+ P– V+ V– SC1 SC2 SC3 MU OFF 1 CENTER 2 3 REAR SUB WOOFER RED D.SKIP AUDIO VIDEO1 INPUT DISPLAY VIDEO2 VIDEO3 GREEN TV SUBTITLE ON/OFF DAT/MD ANGLE REC CD MENU MODE 4 5 7 8 9 YELLOW TITLE SOUND FIELD TELETEXT ANT SW DVD MENU GENRE 0 ENTER 2- BLUE T.TONE CLEAR BAND RETURN -/-1- 6 TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP SUBTITLE TAPE PHONO PGM EXECUTE SHUFFLE REPEAT COMMANDER OFF e 2 TUNER CONTINUE 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER + DSP Á PROGRAM + + – + VCR3 OFF TV SHIFT SYSTEM CONTROL 1 u ON VDP/AUX 3 1 2 CD De afstandsbediening laat een pieptoon horen en de tiptoetsen voor de nieuw gekozen component (CD) gaan knipperen. Ook de naam van de nieuwe component (CD) knippert, terwijl de oorspronkelijke componentnaam (VCR3) blijft branden. – = ¤ RESET LEARN NG VCR P+ P– V+ V– MU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ENTER 2- -/-1- 26NL 3 u CD D.SKIP PGM CONTINUE CLEAR SHUFFLE REPEAT Toewijzen van een cassettedeck (DECK B/A) aan een andere component-keuzetoets U kunt geen twee cassettedecks, A en B, toewijzen aan een enkele componentkeuzetoets. Als het gewenste cassettedeck (A of B) niet wordt aangegeven, verricht u de toewijzing aldus: u houdt de COMMANDER OFF toets ingedrukt en drukt daarbij op de DECK B/A toets om in te stellen op het gewenste cassettedeck en dan herhaalt u de toewijzing vanaf stap 1. 3 •Als de nieuw gekozen component een Sony apparaat is, drukt u op de COMMANDER OFF toets om de procedure af te ronden. •Als u voor een ander merk het component-codenummer moet invoeren, volgt u de aanwijzingen op blz. 7 – 10. •Als u extra afstandsbedieningssignalen wilt overnemen met de “aanleerfunctie”, volgt u hiervoor de stappen 1 en 3 t/m 6 op blz. 13 en 14. Opmerking Als er pieptonen klinken en de aanduiding “NG” gaat op het scherm knipperen bij indrukken van de component-keuzetoets in stap 1, dan kunt u geen andere component toewijzen omdat voor bepaalde toetsen al een andere functie is overgenomen met de “aanleerfunctie” (zie blz. 12). Wis dan eerst de aangeleerde signalen en probeer het toewijzen opnieuw. Toewijzen van een LaserDiscspeler (VD) of kabel-TV ontvanger (CBL) aan een andere component-keuzetoets Als het gewenste apparaat (“VD” of “CBL”) niet wordt aangegeven, dient u vóór stap 3, eerst stap 2 te herhalen, zodat de aanduiding voor het gewenste apparaat (“VD” of “CBL”) in het uitleesvenster knippert. Gebruik van de afstandsbediening na het toewijzen van andere componenten Druk op de nieuw toegewezen component-keuzetoets. De tiptoetsen voor de nieuwe component verschijnen en u kunt dat apparaat nu gaan bedienen. Overigens wordt hierbij nog steeds de oorspronkelijke componentnaam aangegeven. (In ons voorbeeld zou het scherm nu het volgende te zien geven.) Oorspronkelijke componentnaam VCR 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 3 u D.SKIP PGM CONTINUE 2- CLEAR SHUFFLE REPEAT Bedieningstoetsen voor een CD-speler Terugstellen van een componentkeuzetoets op de oorspronkelijke instelling 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de component-keuzetoets in die u wilt terugstellen. 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij opnieuw op dezelfde component-keuzetoets. Die component-keuzetoets keert dan terug naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling. Opmerking Als u extra bedieningssignalen voor de toetsen hebt overgenomen met de “aanleerfunctie” (zie blz. 12) na het toewijzen van een andere component aan de component-keuzetoets, dan zult u met de twee stappen hierboven slechts de aangeleerde functies wissen. In dat geval herhaalt u daarna stap 2 om de componentkeuzetoets terug te stellen op de oorspronkelijke instelling. 27NL Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen Naast de oorspronkelijke functie voor bedieningsreeksen (zie blz. 18) kunt u voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 en 3 ook extra afstandsbedieningssignalen overnemen met de “aanleerfunctie”. Aangezien de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 en 3 geheel afzonderlijk van de andere toetsen werken, kunt u ze ook gebruiken voor directe één-toets bediening, zonder bijvoorbeeld eerst de betreffende component te hoeven kiezen met een component-keuzetoets. Deze één-toets bediening kan een handig alternatief zijn voor het gewone gebruik van de SYSTEM CONTROL toetsen voor bedieningsreeksen. Voorbeeld: Overnemen van het aan/uit-signaal voor een airconditioning voor de SYSTEM CONTROL 2 toets 1 Leg de RM-AV2000T recht tegenover de afstandsbediening van de airconditioning. Afstandsbediening van uw componenten ongeveer 5 – 10 cm tussenruimte RM-AV2000T 2 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de PROGRAM + toets en de Á + toets tegelijk in. COMMANDER OFF + + RESET LEARN NG P+ P– V+ V– SC1 SC2 SC3 MU OFF 1 2 3 CENTER REAR SUB WOOFER 4 5 6 TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP RED D.SKIP AUDIO VIDEO1 GREEN SUBTITLE TAPE INPUT DISPLAY VIDEO2 VIDEO3 VDP/AUX TV TV ANGLE REC CD TUNER PHONO MENU MODE 7 8 9 YELLOW TITLE SOUND FIELD TELETEXT ANT SW DVD MENU GENRE 0 ENTER 2- BLUE T.TONE CLEAR BAND RETURN EXECUTE SHUFFLE REPEAT COMMANDER OFF e 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD 5 SC1 SC2 SC3 DSP Á PROGRAM + + – – = ¤ 2 28NL + + De aanduiding “LEARN” verschijnt en de afkortingen voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 en 3 en voor alle typen componenten gaan knipperen. LEARN SAT/CBL DECK B/A TUNER + 3 PGM CONTINUE SHIFT SYSTEM CONTROL 2 OFF SUBTITLE ON/OFF DAT/MD -/-1- 1 u ON Á PROGRAM + TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP Als er voor de betreffende toets al een signaal is geprogrammeerd, blijft de aanduiding daarvoor branden. Als u die toets toch wilt gebruiken, zult u eerst het geprogrammeerde signaal moeten wissen (zie blz. 29). 3 Druk op de SYSTEM CONTROL toets waarvoor u een signaal wilt overnemen (“aanleren”). SYSTEM CONTROL 2 De aanduiding “LEARN” gaat knipperen en alleen de ingedrukte SYSTEM CONTROL toets blijft in het scherm zichtbaar. Wissen van de aangeleerde functie van de toets 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de PROGRAM + toets en de Á + toets tegelijk in. 2 Houd nu de RESET toets ingedrukt en druk daarbij op de SYSTEM CONTROL toets 1, 2 of 3 waarvan u de functie wilt wissen. LEARN NG SC2 4 Houd de over te nemen toets op de afstandsbediening van het betreffende apparaat (in dit geval de airconditioning) ingedrukt tot u een pieptoon hoort. AIR CONDITIONER ON/OFF De aanduiding “LEARN” stopt met knipperen en blijft branden. Als er pieptonen klinken en de aanduiding “NG” op het scherm knippert Dan is er bij het overnemen iets misgegaan. Probeer de stappen 3 en 4 nogmaals. 5 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF 29NL Nuttige extra functies Opheffen van de toetsbeveiliging Blokkeren van de toetsen — Hold beveiliging Om vergissingen te voorkomen, kunt u alle toetsen blokkeren met de Hold beveiliging. u CD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 -/-1- 0 ENTER D.SKIP PGM CONTINUE CLEAR SHUFFLE SYSTEM CONTROL 2 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT REPEAT COMMANDER OFF e 1 VCR3 DVD DECK B/A TUNER DSP Á PROGRAM + 1 SAT/CBL + + – – = ¤ Als de ≥ toets niet wordt aangegeven, drukt u eerst op een willekeurige toets, behalve de SYSTEM CONTROL toetsen of de COMMANDER OFF toets, voor u begint. 1 Houd de ≥ toets ingedrukt en druk daarbij de COMMANDER OFF toets in. + COMMANDER OFF De afstandsbediening laat een pieptoon horen en de aanduiding “OFF” verschijnt. OFF 30NL Houd de “OFF” toets ingedrukt en druk daarbij de COMMANDER OFF toets in. De aanduiding “OFF” verdwijnt van het scherm. 2 Druk op de u OFF toets. Beveiligen van uw instellingen en aangeleerde signalen u OFF — Preset Lock functie U kunt de afstandsbediening beveiligen tegen het wijzigen, toevoegen of wissen van de gemaakte componentcodeinstellingen (zie blz. 7), “aangeleerde” extra signalen (zie blz. 12, 24, 28 enz.), SYSTEM CONTROL bedieningsreeksen (zie blz. 18), volumeregeling-aanpassing (zie blz. 17) of systeem-uitschakelfunctie (zie blz. 25). TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP u OFF 2 3 SYSTEM CONTROL 2 COMMANDER OFF e 1 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER + + – TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP u ON 3 Druk op de COMMANDER OFF toets. Met de Preset Lock beveiliging ingeschakeld Als u tracht een componentcodenummer in te stellen (zie blz. 7) of een nieuwe functie over te nemen (zie blz. 12) zullen er pieptonen klinken en gaat de aanduiding “NG” op het scherm knipperen. Á PROGRAM + DSP De namen van de componenten stoppen met knipperen en blijven branden en nu knippert de “u ON” toets. – = ¤ 1 1 Houd de COMMANDER OFF De Preset Lock beveiliging uitschakelen Om de Preset Lock beveiliging uit te schakelen volgt u opnieuw de bovenstaande aanwijzingen, maar drukt u in stap 2 op de “u ON” toets. Dan verschijnt er “u OFF” op het scherm. toets ingedrukt en druk daarbij de ¤ toets in. COMMANDER OFF + ¤ De “u OFF” toets verschijnt en de afkortingen voor alle typen componenten gaan knipperen. TV VCR123 DVD SAT DECKAB AMP MD CBL CD FM/AM DSP u OFF 31NL Wijzigen van de automatische uitschakeltijd van de afstandsbediening De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld om 10 minuten na het laatste gebruik automatisch uit te schakelen (automatische uitschakelfunctie). Om de tijd voor het uitschakelen te wijzigen, gaat u als volgt te werk. U kunt de automatische uitschakeltijd verlengen in stappen van 10 minuten tot maximaal 90 minuten, of u kunt u deze functie desgewenst ook geheel annuleren, zodat de afstandsbediening niet vanzelf uitschakelt. toets ingedrukt en druk daarbij de PROGRAM + en Á – toets allebei in. COMMANDER OFF + PROGRAM + + + Á – Op het scherm blijft nu het cijfer dat de geldende uitschakeltijd van de afstandsbediening aangeeft branden, terwijl de andere cijfers knipperen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 2 Druk op een van de cijfertoetsen 1 Opmerking De automatische uitschakelfunctie zorgt alleen voor uitschakelen van de afstandsbediening en heeft geen invloed op enig ander apparaat. OFF 1 2 3 4 5 6 7 8 9 DISPLAY 2 3 0 SYSTEM CONTROL 2 COMMANDER OFF e 1 1 Houd de COMMANDER OFF 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT VCR3 DVD + 2 DSP Á + + – Om bijvoorbeeld de automatische uitschakeltijd in te stellen op 20 minuten, drukt u op cijfertoets 2. SAT/CBL DECK B/A TUNER PROGRAM - 9 om het veelvoud van 10 minuten voor de automatische uitschakeltijd te kiezen, of druk op cijfertoets 0 toets om de automatische uitschakelfunctie te annuleren. – = ¤ 1 De afstandsbediening laat een pieptoon horen en op het scherm stopt het cijfer “2” met knipperen en blijft branden. 3 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF 32NL Regelen van de verlichting van het uitleesvenster De afstandsbediening wordt vanaf de fabriek geleverd met een uitleesvenster dat bij inschakelen helder oplicht, om automatisch 10 seconden na het laatste gebruik automatisch uit te schakelen. Om deze instelling te wijzigen, gaat u als volgt te werk. U kunt de automatische uitschakeltijd van de schermverlichting verlengen (in stapjes van 10 seconden tot maximaal 90 seconden) en u kunt bovendien de helderheid kiezen (fel of minder fel). 2 2 3 4 5 6 7 8 9 SYSTEM CONTROL 2 3 TV VCR1 VCR2 AMP CD MD/DAT COMMANDER OFF e 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2 Druk op een van de cijfertoetsen 1 – 9 om het veelvoud van 10 seconden voor de automatische uitschakeltijd te kiezen. Om bijvoorbeeld de automatische uitschakeltijd in te stellen op 20 seconden, drukt u op cijfertoets 2. 2 De afstandsbediening laat een pieptoon horen en op het scherm stopt het cijfer “2” met knipperen en blijft branden. OFF 1 1 VCR3 DVD SAT/CBL DECK B/A TUNER + DSP Á PROGRAM 3 4 1 3 Druk op de > of . toets om de helderheid van het scherm te kiezen. Voor een feller verlicht scherm drukt u op de > toets en voor een minder fel scherm op de . toets. + + – – = ¤ 1 Houd de COMMANDER OFF toets ingedrukt en druk daarbij de toets in. + e COMMANDER OFF Op het scherm blijft nu het cijfer dat de geldende uitschakeltijd van de achtergrondverlichting aangeeft branden, samen met de pijl die de gekozen helderheid aangeeft. De andere cijfers en de andere pijl knipperen. De afstandsbediening laat een pieptoon horen en de gekozen pijl blijft branden. 4 Druk op de COMMANDER OFF toets. COMMANDER OFF 33NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen •Laat de afstandsbediening niet vallen en behoed het apparaat tegen heftige schokken, om storingen in de werking te vermijden. •Leg het apparaat niet te dicht bij een warmtebron en stel het niet bloot aan direct zonlicht, veel stof of zand, vocht, regen of mechanische schokken. •Pas op dat er geen vloeistof of kleine voorwerpen in de afstandsbediening terechtkomen. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomt, dient u het eerst door een deskundige te laten nakijken, alvorens het weer in gebruik te nemen. •Zorg dat er geen direct zonlicht of fel lamplicht op de afstandsbedieningssensors van uw apparatuur valt. Bij te fel licht kan de afstandsbediening niet naar behoren werken. •Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Bepaalde elektrische apparatuur zoals voor airconditioning, verwarming of het openen en sluiten van gordijnen of rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt. Onderhoud Veeg de buitenkant van het apparaat schoon met een zacht doekje, licht bevochtigd met water en zonodig wat milde vloeibare zeep. Gebruik voor het reinigen geen vluchtige stoffen als alcohol, benzine of thinner, aangezien dergelijke middelen de afwerking van het apparaat kunnen aantasten. 34NL Technische gegevens Reikwijdte Ongeveer 10 meter (kan verschillen voor apparatuur van andere merken) Stroomvoorziening Afstandsbediening: vier stuks R6 (AAformaat) batterijen Schermverlichting: twee stuks R6 (AAformaat) batterijen Gebruiksduur batterijen Ongeveer 6 maanden (afhankelijk van hoe intensief de afstandsbediening wordt gebruikt) Afmetingen Ongeveer 120 × 175 × 45 mm (b/h/d) Gewicht 290 gram (zonder batterijen) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Verhelpen van storingen Mocht u problemen hebben met het instellen of het gebruik van de afstandsbediening, controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 5) en neem vervolgens de onderstaande lijst met controlepunten even door. Probleem Oplossing De apparatuur reageert niet op de afstandsbediening. • Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale reikwijdte van de afstandsbediening is ongeveer 10 meter. • Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat en zorg dat er geen obstakels tussen u en het apparaat staan. • Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw. • Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt ingedrukt. In het geval van SAT/CBL, DVD of DECK B/A zorgt u dat de gewenste component wordt aangegeven. • Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor infraroodafstandsbediening. Als er bij het apparaat geen afstandsbediening geleverd werd, is het wellicht niet geschikt voor bediening op afstand. • Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereo-installatie, controleert u dan of de afstandsbediening wel is ingesteld zoals beschreven onder “Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie” (zie blz. 17). Bepaalde apparatuur reageert niet, ook na instellen van een componentcodenummer. • Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen (zie blz. 7). Als het eerste codenummer voor uw component niet werkt, probeer dan alle volgende codenummers uit, in de volgorde zoals vermeld in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”. • Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als sommige of zelfs alle toetsen niet goed werken na het instellen van het componentcodenummer, gebruik dan de “aanleerfunctie” om de afstandsbedieningssignalen voor het apparaat over te nemen in deze afstandsbediening (zie blz. 12). Bepaalde apparatuur • Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft reageert niet, ook na overgenomen. Zo niet, verricht het “aanleren” van de gewenste overnemen van de functie(s) dan opnieuw (zie blz. 12). afstandsbedieningssignalen met de “aanleerfunctie”. Tijdens het “aanleren” van een nieuwe functie knippert de aanduiding “NG”. • Wis de functies die u zelden gebruikt uit het geheugen (zie blz. 15) en probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw. • Lees de aanwijzingen onder “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies” op blz. 14 en probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw (zie blz. 12). Tijdens het “aanleren” van een nieuwe functie blijft de aanduiding “NG” steeds branden. • Mogelijk is er al een andere bedieningsfunctie voor de betreffende toets overgenomen of “aangeleerd”. Wis de aangeleerde functie(s) (zie blz. 15) en probeer het “aanleren” van de gewenste functie opnieuw (zie blz. 12). Wordt vervolgd 35NL Verhelpen van storingen (vervolg) 36NL Probleem Oplossing Een bedieningsreeks heeft niet het gewenste resultaat. • Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn geprogrammeerd (zie blz. 18). • Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als dat niet helpt, zet dan de verschillende componenten iets dichter naar elkaar toe. • Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de betreffende componenten en zorg dat ze alle in gereedheid zijn voor de ontvangst van de SYSTEM CONTROL bedieningssignalen. De afstandsbediening wordt vanzelf uitgeschakeld. • De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld om 10 minuten na het laatste gebruik automatisch uit te schakelen (automatische uitschakelfunctie, zie blz. 32). U kunt de automatische uitschakeltijd verlengen in stappen van 10 minuten tot maximaal 90 minuten, of u kunt u deze functie ook geheel annuleren, zodat de afstandsbediening niet vanzelf uitschakelt. Aanhangsels Overzicht van vooringestelde functies TV (TV-toestel) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u Uitschakelen. 0–9 Zenderkeuze. Ook voor inschakelen. -/-1- Keuze van twee-cijfer zendernummers. Werkt net als de afstandsbediening van het TV-toestel zelf. 2- Keuze van een zendernummer van 20 tot 29. RED, GREEN, Fastext toetsen. YELLOW, BLUE INPUT Keuze van het ingangssignaal. TV Inschakelen. Ook om terug te keren van teletekst naar de gewone TV. TELE TEXT Overschakelen naar teletekst. MENU Oproepen van het MENU scherm. > Cursor omhoog verplaatsen. ? Fastext gebruiken Met Fastext hebt u met een druk op de knop toegang tot bepaalde teletekstpagina’s. Wanneer een Fastext-pagina wordt ontvangen, verschijnt een menu met kleurcodes onder aan het scherm. De kleuren van dit menu komen overeen met de rode, groene, gele en blauwe toetsen op de afstandsbediening. Druk op de toets die overeenkomt met de kleurcode in het menu. Na enige seconden wordt de pagina weergegeven. VCR 1, 2, 3 (videorecorders) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u In- en uitschakelen 0–9 -/-1- Zenderkeuze 2- Keuze van een zendernummer van 20 tot 29. Cursor naar links verplaatsen. INPUT Keuze van het ingangssignaal. . Cursor omlaag verplaatsen. 0 Band terugspoelen. / Cursor naar rechts verplaatsen. ( Video afspelen. ) Band snel vooruitspoelen. Uitvoeren van een op het scherm gekozen punt. REC Voor opnemen: druk op de ( toets terwijl u de REC toets ingedrukt houdt. Laat eerst de ( toets los en dan de REC toets. p Stoppen P Pauzeren ANT SW Omschakelen van het antennesignaal. EXECUTE PROGRAM +/– Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – Á +/– Geluid harder zetten: + Geluid zachter zetten: – ¤ Geluid van de TV dempen. Nogmaals drukken om weer geluid te horen. Keuze van twee-cijfer zendernummers. Werkt net als de afstandsbediening van de videorecorder zelf. PROGRAM +/– Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – Wordt vervolgd 37NL Overzicht van vooringestelde functies (vervolg) DVD (DVD-speler) VD (LaserDisc-speler) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u 0–9 u In- en uitschakelen 0–9 Keuze van het scènenummer. Gebruik de 0 toets voor scène 10. Zie voor het kiezen van scènenummers 10 en hoger de beschrijving van de -/-1toets hieronder. -/-1- Keuze van de scènenummers 10 en hoger. Kies bijvoorbeeld scène nummer 15 met een druk op -/-- en dan toets 5. 1- ENTER Invoeren van uw keuze. 0 Terugkeren naar een eerdere passage. ( Afspelen ) Vooruit zoeken p Stoppen In- en uitschakelen Cijfertoetsen: Voor keuze van bepaalde punten op het scherm. Invoeren van uw keuze. Voor vastleggen van een op het scherm gekozen punt. ENTER AUDIO DISPLAY Omschakelen van het geluid. Aangeven van de ingeschakelde afspeelfunctie op het scherm. Terugkeren naar een eerdere passage. 0 ( ) Afspelen Vooruit zoeken p P Stoppen Pauzeren SUB TITLE Omschakelen van de ondertitels. SUB TITLE ON/OFF ANGLE In- en uitschakelen van de ondertitels. Verstellen van de beeldhoek. P Pauzeren CLEAR Wissen van de gekozen lettertekens van het scherm. TITLE DVD MENU Aangeven van het titelmenu. Aangeven van het DVD menu. PROGRAM + PROGRAM = MENU Voor instellen of kiezen van menu-onderdelen. > ? Cursor omhoog verplaatsen. Cursor naar links verplaatsen. . / Cursor omlaag verplaatsen. Cursor naar rechts verplaatsen. EXECUTE Uitvoeren van een op het scherm gekozen punt. CLEAR Wissen van de gekozen lettertekens van het scherm. Terugkeren naar het vorige scherm. RETURN 38NL + PROGRAM + PROGRAM = – Doorgaan naar het volgende onderdeel, muziekstuk of scène. Terugkeren naar het vorige onderdeel, muziekstuk of scène. + – Doorgaan naar de volgende passage of scène. Terugkeren naar de vorige passage of scène. SAT (satelliet-ontvanger) CBL (kabel-TV ontvanger) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u In- en uitschakelen u In- en uitschakelen 0–9 -/-1- Zenderkeuze 0 – 9, ENTER -/-1- Zenderkeuze RETURN Afstemmen op de laatst ontvangen zender. Keuze van twee-cijfer zendernummers. Werkt net als de afstandsbediening van de satelliet-ontvanger zelf. RETURN Afstemmen op de laatst ontvangen zender. MENU Oproepen van het MENU scherm. > Cursor omhoog verplaatsen. ? Cursor naar links verplaatsen. . Cursor omlaag verplaatsen. / Cursor naar rechts verplaatsen. EXECUTE Oproepen van de Station Index als er geen zendergids wordt aangegeven. Keuze van de zender die verlicht wordt aangegeven. Keuze van twee-cijfer zendernummers. PROGRAM +/– Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – PROGRAM +/– Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – Wordt vervolgd 39NL Overzicht van vooringestelde functies (vervolg) AMP (versterker) CD (compact disc speler) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u In- en uitschakelen u In- en uitschakelen VIDEO 1 Keuze van de ingangsbron: VIDEO 1 0–9 VIDEO 2 Keuze van de ingangsbron: VIDEO 2 VIDEO 3 Keuze van de ingangsbron: VIDEO 3 VDP/AUX Keuze van de ingangsbron: videoplatenspeler of AUX Keuze van muziekstuknummers. Gebruik de 0 toets voor muziekstuk 10. Zie voor het kiezen van muziekstuknummers 10 en hoger de beschrijving van de -/-- toets hieronder. 1- TV Keuze van de ingangsbron: TV -/-1- Keuze van de muziekstuknummers 10 en hoger. TAPE Keuze van de ingangsbron: TAPE voor cassetteweergave ENTER Invoeren van uw keuze. D.SKIP Keuze van de volgende disc. 0 Terugkeren naar een eerdere passage. ( Afspelen Keuze van de ingangsbron: CD voor compact discs ) Vooruit zoeken p Stoppen Keuze van de ingangsbron: TUNER voor radioontvangst P Pauzeren PGM Voor programma-weergave. CLEAR Wissen van de gemaakte instelling. SHUFFLE Afspelen in willekeurige volgorde. CONTINUE Afspelen in normale volgorde. DAT/MD CD TUNER Keuze van de ingangsbron: DAT cassette/MD minidiscspeler PHONO Keuze van de ingangsbron: PHONO voor platenspeler MENU Oproepen van het MENU scherm. > Cursor omhoog verplaatsen. ? Cursor naar links verplaatsen. . Cursor omlaag verplaatsen. / Cursor naar rechts verplaatsen. SHIFT Omschakelen van afstemband (FM/AM) PROGRAM +/– Voorinstelfrequentie hoger: +, lager: – Afstemfrequentie hoger: +, lager: – Á +/– Geluid harder zetten: + Geluid zachter zetten: – ¤ 40NL Geluid van de versterker dempen. Nogmaals drukken om weer geluid te horen. REPEAT Herhaalde weergave. + PROGRAM + PROGRAM = – Keuze van het volgende muziekstuk. Keuze van het voorgaande muziekstuk. MD (minidisc-recorder) DAT (digitaal cassettedeck) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE SCHERMAANDUIDING FUNCTIE u In- en uitschakelen u In- en uitschakelen 0–9 Keuze van muziekstuknummers. Gebruik de 0 toets voor muziekstuk 10. Zie voor het kiezen van muziekstuknummers 10 en hoger de beschrijving van de -/-- toets hieronder. 1- 0–9 Keuze van muziekstuknummers. ENTER Invoeren van uw keuze. 0 Terugspoelen ( Afspelen ) Vooruit zoeken REC Voor opnemen: druk op de ( toets terwijl u de REC toets ingedrukt houdt. Laat eerst de ( toets los en dan de REC toets. p Stoppen P Pauzeren R Opnamedemping -/-1- Keuze van de muziekstuknummers 10 en hoger. ENTER Invoeren van uw keuze. 0 Terugkeren naar een eerdere passage. ( Afspelen ) Vooruit zoeken REC Voor opnemen: druk op de ( toets terwijl u de REC toets ingedrukt houdt. Laat eerst de ( toets los en dan de REC toets. p Stoppen P Pauzeren PGM Voor programma-weergave. CLEAR Wissen van de gemaakte instelling. SHUFFLE Afspelen in willekeurige volgorde. CONTINUE Afspelen in normale volgorde. REPEAT REPEAT Herhaalde weergave. + PROGRAM + PROGRAM = – Keuze van het volgende muziekstuk. Keuze van het voorgaande muziekstuk. Herhaalde weergave. + PROGRAM + PROGRAM = – Keuze van het volgende muziekstuk. Keuze van het voorgaande muziekstuk. Wordt vervolgd 41NL Overzicht van vooringestelde functies (vervolg) DECK B/A (cassettedeck) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 42NL D.SKIP Keuze van het cassettedeck: A of B (alleen voor dubbel cassettedeck) 0 Terugspoelen 9 Achterkant-weergave ( Voorkant-weergave ) Vooruitspoelen REC Voor opnemen: druk op de ( toets terwijl u de REC toets ingedrukt houdt. Laat eerst de ( toets los en dan de REC toets. Voor opnemen op de achterkant drukt u op de 9 toets terwijl u de REC toets ingedrukt houdt. Laat eerst de 9 toets los en dan de REC toets. DSP (Digitale Surroundakoestiek Processor) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE CENTER Middenluidspreker harder/ zachter +/- toetsen. REAR Akoestiekluidsprekers harder/zachter +/- toetsen. SUB WOOFER Lagetonen-luidspreker harder/zachter +/- toetsen. AUDIO Keuze van de DPC signaalverwerking. DISPLAY Omschakelen van de aanduidingen. 9 Ingangskeuze: < ( Ingangskeuze: > SOUNDFIELD In- en uitschakelen van de klankbeelden. GENRE Keuze van een klankbeeldgenre. p Stoppen P Pauzeren T.TONE Weergave van een testtoon. R Opnamedemping MODE Keuze van een klankbeeld. > Digitale signaalverwerking: FM/AM TUNER (FM/AM tuner) ? Digitale signaalverwerking: < SCHERMAANDUIDING FUNCTIE . Digitale signaalverwerking: / Digitale signaalverwerking: > u In- en uitschakelen 1 – 9, 0 Cijfertoetsen: voor keuze van zendernummers. -/-1- Keuze van de zendernummers 10 en hoger. ENTER Invoeren van uw keuze. 9 Afstemmen op een zender met lagere frequentie. ( Afstemmen op een zender met hogere frequentie. BAND Keuze van de FM/AM afstemband. PROGRAM + Voorkeurzender met hoger nummer: + PROGRAM – Voorkeurzender met lager nummer: – Beknopt bedieningsoverzicht Voor het Drukt u op Zie voor details blz. Kiezen van een componentcode COMMANDER OFF + ¤ Overnemen van de toetsfunctie(s) van een andere afstandsbediening (aanleerfunctie) COMMANDER OFF + Component-keuzetoets Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen blz. 8 blz. 12 + COMMANDER OFF Component-keuzetoets (die u een nieuwe functie wilt geven) blz. 26 v Component-keuzetoets (die u een nieuwe functie wilt geven) + Component-keuzetoets (voor de nieuw toe te wijzen component) Omschakelen van de volumeregeling COMMANDER OFF + Á+ Programmeren van SYSTEM CONTROL bedieningsreeksen COMMANDER OFF + SYSTEM CONTROL (1, 2, 3) Instellen van de systeemuitschakelfunctie COMMANDER OFF + PROGRAM – Toewijzen van een inschakelcommando aan de componentkeuzetoetsen + blz. 17 Á– blz. 18 + Á+ blz. 25 blz. 23 COMMANDER OFF + Á– + Componentkeuzetoets Programmeren van een commando voor een SYSTEM CONTROL toets of component-keuzetoets blz. 24, 28 COMMANDER OFF + PROGRAM + + Á+ Instellen van de automatische uitschakeltijd COMMANDER OFF + PROGRAM + + Á– Instellen van de uitschakeltijd/helderheid van de schermverlichting COMMANDER OFF + Blokkeren van de afstandsbedieningstoetsen ≥ Direct kiezen van het TVingangssignaal INPUT Beginnen met opnemen REC + COMMANDER OFF + + 0 – 6 toetsen ( blz. 32 blz. 33 blz. 30 blz. 12 blz. 11 43NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Sony RM-AV2000T Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen