Zanussi ZCG850GW Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Gebruiksaan
wijzing
Fornuis
ZCG850GW
NL
2
Inhoud
Ter attentie van de gebruiker Ter attentie van de installateur
Belangrijke waarschuwing
Beschrijving van het apparaat
Het gebruik van uw gasfornuis
Gebruik
De gasbranders van het kookplaatje
De met het apparaat geleverde accessoires
Gebruiksaanwijzing
Bakgids
Onderhouden en reiniging
Storingen
3
6
7
7
12
13
14
15
16
18
Veiligheidseisen
Technische kenmerken
Installatie
Gas wisselen
19
20
21
24
Raadgeving voor het lezen van de gebruiksaanwijzing
De volgende symbolen begeleiden u tijdens het lezen van de
gebruiksaanwijzing.
Veiligheidsaanwijzing
Beschrijving van de operaties etappe voor etappe
Aanwijzingen en aanbevelingen
Voorlichting over rniIieubescherming
3
Belangrijke waarschuwing
Houd de gebruiksaanwijzing samen met uw
apparaat. Als het apparaat aan een andere
persoon verkocht of gegeven zal worden, dient
de gebruiksaanwijzing samen met het gasfornuis
te blijven. Dan zal de nieuwe gebruiker op de
hoogte zijn van de werking ervan en van de
waarschuwing erover. Deze waarschuwingen
zijn opgesteld voor uw veiligheid en voor de
veiligheid van de persoon die uw gasfornuis
mogelijk kan kopen.
Gebruik
Dit apparaat werd ontworpen om uitsluitend
door volwassenen gebruikt te zijn. Houd
kinderen uit de buurt van het apparaat. Het
gasfornuis is geen speelgoed!
Na aankoop van het apparaat pak het uit en
controleer zijn buitenkant. De eventuele
klachten moeten op de Ieveringsfactuur
geschreven worden die bewaard dient te zijn.
Uw apparaat is bestemd voor een normaal
huishoudelijk gebruik. Dit gasfornuis moet
niet gebruikt zijn voor industriele of
commerciële doeleinden waarvoor het niet
ontworpen is.
Het wijzigen van de technische kenmerken
van dit apparaat kan gevaarlijke gevolgen
hebben.
Voor het eerste gebruik van het gasfornuis
doet de oven aan met het oog op het
verwijderen van de geur van het
beschermmateriaal en het vet toegepast
voor bescherming tijdens de vervaardiging:
- Til het deksel op,
- Verwijder de accessoires uit de oven,
- Verwijder de eventuele plakkers,
advertentieplaatjes, het beschermlaagje van
de deksels van de gasbranders,
- Stook de oven omstreeks 45 minuten lang
door het draaien van de knop van de oven
naar de maximale stand.
Tijdens het uitvoeren van deze operatie zal uw
apparaat roken. Lucht de kamer om de geur en
de rook daarvan te verwijderen.
Reinigen de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel. Spoelen en
afdrogen zorgvuldig.
Het gebruik van een gasfornuis
veroorzaakt warmte en vochtigheid in de
kamer waarin dit apparaat geplaatst is.
Pas op dat de keuken gelucht is: houd er
de openingen voor de naturele ventilatie
open of installeer er een ventilator.
Voor het intensieve en langdurige
gebruik van uw apparaat is het aan te
bevelen een aanvullende Iuchtverversing
te verzekeren door het openen van de
ramen of een efficiënte Iucbtverversing te
bereiken door het vergroten van het
vermogen van de ventilator als deze
geïnstalleerd is.
Als u een electrisch toestel in de
nabijheid van uw gasfornuis gebruikt
(bijvoorbeeld een electrische mixer), pas
op dat de aansluitkabel van dit toestel
niet in contact komt met de warme
oppervlakte van het gasfornuis of in de
deur van de oven geblokkeerd wordt.
Pas op waneer u gerechten in olie of vet
kookt (frieten, oliebollen): olie en vetten
kunnen onmiddelijk vlam vatten als ze
oververhit worden,
Gebruik geen potten die ongelijke
bodems hebben of die niet stevig zijn: het
voedsel daarin kan spuiten en
lichamelijke Ietsels veroorzaken.
4
Draagt u nooit uw gasfornuis door het
trekken van de ovendeur.
Behalve de samen met uw gasfornuis
geleveerde accessoires, gebruikt u alleen
hittebestendige pannen,
schalen,... (neem de
raadgeving van de fabrikant in acht).
Bewaar geen schoonmaakniiddelen of
ontvlaambare materialen in de lade (indien
uw gasfornuis van een lade voorzien is) of in
de buurt van uw apparaat.
Op de geopende deur van de oven:
- zet geen zware voorwerpen neer,
pas op dat de kinderen niet kunnen klimmen
of blijven zitten.
Wanneer u kookgerei binnen of buiten de
oven wilt doen, raakt u geen oververhitte
elementen aan en gebruikt u hittebestendige
handschoenen.
Zet nooit de aluminium papieren direct op de
bodem van de oven; de opgehoopte warmte
kan het email ervan beschadigen.
Om de beschadiging van de draaiknoppen te
voorkomen, laat nooit de deur van uw
apparaat geopend wanneer het in werking of
nog warm is.
Een gasbrander moet een regelmatige vlam
hebben. U moet de Iuchtstromen vermijden.
Als de vlam nog onregelmatig is, maak de
gasbrander schoon. Als de onregelmatigheid
niet verdwijnt, bel de bevoegde
servicedienst.
Na het gebruiken van het gasfomuis pas op
dat alle draaiknoppen op de stand "uit" zijn.
Plaatst geen voorwerpen (doeken,
aluminium folies) op de kookplaat wanneer
de gasbranders in werking zijn.
Voor bet optillen van het deksel, moet u
het reinigen.
Wanneer de oven in werking is, dient het
deksel opgetild te zijn.
Voor het neerzetten van het deksel, draai
alle gasbranders uit en wacht erop dat de
kookplaat koud wordt om de
beschadigingen te voorkomen.
Verander de gastoevoerslang voor de
vermelde datum waarop zijn garantie
vervalt.
Gebruik geen propaangascilinder in uw
keuken of in een andere gesloten ruimte.
Houd kinderen uit de buurt van uw
gasfornuis wanneer dit in werking is. Zo
voorkomt u dat ze zich aan een hette
kookplaat of buitenkant van de oven
kunnen branden of ze een volle pot kunnen
doen omdraaien.
Pas op dat de kinderen de knoppen van
het appaarat niet kunnen draaien.
Voor het reinigen van het gasfornuis,
controleer of de aansluiting aan het gasnet
onderbroken is (alle knoppen moet op de
stand "uit" staan) en dat alle wanden ervan
genoeg afgekoeld zijn.
Laat nooit de kookplaat werken zonder een
pan bovenop.
Voor juist koken en werken pas op dat het
gasfornuis altijd scboon blijift; tijdens het
bereiden van sommige gerechten, kunnen
de vetresten onaangename geuren afgeven.
Reinig uw toestel na elk gebruik om een
goede werking ervan te verzekeren
Gebruik geen stoomtoestels of
druktoestels voor het reinigen van de oven
(maatregelen in verband met de
electrische veiligheid)
5
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (inclusief kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht
gebeurt van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of tenzij zij van
een dergelijke persoon instructies hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Installatie
Het installeren van uw apparaat moet door
een bevoegde vakrnan uitgevoerd zijn.
Alleen een bevoegde elektricien kan een
wjjziging in uw electrische installatie
aanbrengen om uw apparaat te kunnen
aansluiten .
Het apparaat moet geen aansluiting hebben
wanneer dit geïnstaleerd of hersteld is
De storingen van uw gasfornuis dienen
uitsluitend door een erkende servicedienst
hersteld te worden. Een onjuiste herstelling
kan serieuze beschadigingen eraan
veroorzaken.
Lees aandachtig deze opmerkingen door voor
het gebruiken en het opstellen van dit
apparaat. Wij danken u voor het vertrouwen
dat u met de aankoop van uw gasfornuis in
ons hebt gesteld. We zijn niet verantwoordelijk
voor een verkeerd gebruik van dit apparat of
indien de gebruiker geen rekening met de
veiligheidsnormen houdt. Neem de regels voor
het onderhouden en het reinigen van het
gasfornuis in acht.
6
Beschrijving van het apparaat
Het bedieningspaneel
5
4
7
8
3
ZCG 850GW
3
6
2
1
4
5 7
8
2
1
6
1. De schakelaar van het licht in de oven
2. De schakelaar van het draaispit
3. Draaiknop van de oven/grill
4. Draaiknop van de gasbrander voor links
5. Draaiknop van de gasbrander achter links
6. Draaiknop van de kookwekker
7. Draaiknop van de gasbrander achter rechts
8. Draaiknop van de gasbrander voor rechts
De kookplaat
2
1
3
4
1. De gasbrander voor links (snelle)
2. De gasbrander achter links (halfsnelle)
3. De gasbrander achter rechts (hulpbrander)
4. De gasbrander voor rechts (snelle)
7
Het gebruik van uw gasfornuis
De oven
Ingebruikname
Voor het eerste gebruik van uw oven,
laat hem een keer verwarmen wanneer deze
leeg is. Zorg ervoor dat de kamer voldoend
gelucht is: GMV (De Gecontrolleerde
Mechanische Ventilatie moet in werking zijn
of de ramen dienen geopend te zijn.
Hoe kunt u doen?
1. Til het deksel op.
2. Verwijder de accessoires uit de oven.
3. Verwijder de plakkers, de
advertentieplaatjes, de beschermfilmen van
de deksels van de gasbranders.
4. Verwarm de oven omstreeks 45 minuten
door het draaien van de knop de oven naar
de maximale stand.
Reinig de accessoires van de oven met een
zacht schoonmaakmiddel.
Spoelen en afdrogen zorgvuldig.
De deur is warm wanneer de oven in
werking is. Houd kinderen uit de buurt van
het gasfornuis.
Wanneer de oven in werking is, moet
het deksel opgetild zijn om de
oververhitting te vermijden.
Gebruik
De gasbrander van de oven is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging. Indien de vlam toevalig
geblust is (heftige Iuchtstromen, het overstromen
van een vloeistof,..) sluit de
beveiligingthermokoppel de gastoevoer van de
gasbrander van de oven af.
De traditionele oven heeft een temperatuur-
regeling met 8 standen.
Met behulp van de draaiknop van de oven/grill
kunt u de geschikte kooktemperatuur kiezen en
de grill doen werken
"Uit"-stand
1-8 Temperatuurbereik van de oven
Dit symbool wijst op de stand "grill".
2
3
1
4
6
8
7
5
8
Het aanzetten van de gasbrander van
de oven
De aanvoer van het gas naar de brander wordt
geregeld door een thermostaat, die er voor zorgt
dat de temperatuur in de oven constant blijft.
1. Doet de ovendeur open en til het
beschermdeksel van de stookopening op.
2. Breng een vlarn in de nabijheid van de
gasbrander van de oven.
3. Druk de ovenknop in en draai hem tegen de
wijzers van de klok in naar stand “8”.
4. Wanneer de gasbrander aangezet is, houd
de knop omstreeks 10 seconden ingedrukt
om de therrnokoppel-beveiliging van de oven
in te stellen. Als de gasbrander niet brandt,
draai de knop op de stand "uit" en na een
minuut herhaal de operatie door het drukken
op de knop 15 seconden maximum.
5. Sluit de ovendeur.
6. Warm de oven 10 minuten op en draai de
draaiknop naar de gewenste stand.
Voordat u sommige voedingsmiddelen in de
oven doet (bijvoorbeeld het rode vlees), dient u
het te doen stoken wanneer dit leeg is. De
instelling van de draaiknop moet dezelfde zijn als
de voor koken gekozen instelling.
Uitdraaien van de gasbrander
Draai de knop in de richting van de wijzers van
de klok naar de stand «
».
De grill
De bereikbare delen van het
gasfornuis kunnen verwarmen tijdens het
gebruiken van de grill. Houd de kinderen uit
de buurt van het apparaat. De grill dient
gebruikt te zijn wanneer de deur geopend
en de draaiplaat "A" geïnstalleerd zijn.
A
De grillstand is bestemd voor het grillen van de
stukken vIees (rundvlees, varkensvlees.) die
zacht blijven, voor het bruinen van tosti's of
voor het gratineren van de bereide gerechten
die bij voorkeur warm moeten zijn (het
gratineren van pasta, enz.)
Indien u direct op de grill wilt koken, zorg
ervoor dat de verzamelschaal geschoven
wordt op een lagere trap om het vet en sap
van de gerechten te kunnen verzamelen.
9
Het aanzetten van de grill
1. Doe de deur open en trek de "A"- draaiplaat
uit.
2. Druk op de knop van de oven en draai hem
in de richting van de wijzers van de klok tot
de stand
en houd hem ingedrukt.
3. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander 2 - 3 seconden na het drukken
op de knop.
4. Zorgt u ervoor dat de gasbander brandt en
houdt u de knop omstreeks 10 minuten
ingedrukt voordat u hem loslaat (voor het
instellen van de thermokoppelbeveiliging).
Als de gasbrander niet aangestoken kan worden,
draai de knop naar de "uit"- stand en herhaal de
operatie na 1 minuut door het houden de knop
maximum 15 seconden ingedrukt.
Het aanstekken van de gasbrander
dient alleen met de geopende ovendeur
uitgevoerd te zijn.
Het uitdraaien van de grill
Draai de geschikte draaiknop tegen de richting
van de wijzers van de klok naar de "uit" «
»
stand.
Raadgeving voor het grillen
1. Uw oven dient 5 - 10 minuten opgewarmd
te worden op de "grill"
- stand.
2. Als de grill warm is, zet het stuk vlees, op
het rooster neer en plaatst het rooster op
de gewenste afstand van de grill. Houd
het stuk vlees daarin zolang het nodig is
om het gegrild te kunnen worden.
3. Schuif de verzamelschaal op een lagere
trap.
4. Na het bruinen van een zijde van het stuk
vlees, draai het om zonder het vlees door
te boren. Zo voorkomt u het verliezen van
het sap daarvan.
5. Doe de tweede zijde grillen.
6. Strooi zout na het koken.
7. De kooktijd dient vastgesteld te zijn
overeenkomstig de breedte van het stuk
vlees die gegrild moet zijn, geen rekening
houdend met het gewicht ervan.
Raadgeving voor het gratineren
1. Het is aanbevolen uw oven op de "grill
"-stand te laten verwarmen (ongeveer 5
minuten).
2. Zet de plaat op het rooster neer en doe ze
samen schuiven tot de gewenste afstand
van de grill.
Laat de gerechten een paar minuten lang
rusten orn de warmte van de grill erin binnen
te dringen.
Na het gebruiken van de oven of de grill,
pas op dat de oven/grill- draaiknop op de
"uit" «
» stand is.
10
Het draaispit
De bereikbare kanten van het
gasfornuis kunnen heet worden tijdens het
gebruik van het draaispit. Houd kinderen uit
de buurt van het gasfornuis. Het draaispit
dient gebruikt te worden met geopend deur
en de "A" draaiplaat geïnstalleerd . Het spit
en de steun ervan worden heet na het koken.
Gebruik hittebestendige
keukenhandschoenen.
A
Het gebruik van het draaispit?
1. Doe de ovendeur open en trek de draaiplaat
"A" uit.
2. Schuif een vork aan het spit alvorens het
vlees er op te schuiven.
3. Steek dan de tweede vork erin.
4. Blokeer de vorken met behulp van de
schroeven.
5. Monteer het handvat van het draaispit.
6. Steek de steun van het draaispit in de
opening van het frame bovenaan.
7. Duw het draaispit in de opening van de oven
achteraan in het midden. Bevestig alles aan
het frame.
8. Schuif de druippan op een lagere trap.
9. Verwijder het handvat.
10. Draai de draaiknop van oven / grill naar de
- stand en druk op de
toets.
11. Controleer of het spit draait.
12. Orn het stuk vlees uit de oven te halen,
draai de draaiknop van de oven / grill naar
de "uit" «
» stand.
13. Stop het draaispit door de
toets in
te
drukken
.
14. Plaats het handvat op de juiste stand.
15. Trek zachtjes aan het draaispit en haal het
samen met de druippan uit de oven.
16. Verwijder de haak met hittebestendige
handschoenen.
11
Ovenlamp
De oven is voorzien van een lamp bestemd voor
de controle van de spijzen tijdens het koken.
U kunt deze aanzetten door het drukken op de
toets die op het bedieningspaneel geplaatst is .
De kookwekker
De kookwekker kan maximaal voor een looptijd
van 2 uur ingesteld worden. De bedieningsknop
moet in wijzerszin doorgedraaid worden tot de
positie 60 en vervolgens teruggedraaid tot de
gewenste tijdinstelling.
Wanneer de ingestelde tijd verstreken is zal dat
aangegeven worden mits een automatisch
signaal dat tevens automatisch stopt. De
kookwekker stopt echter niet automatische de
ovenwerking wanner het signaal afgaat.
12
De gasbranders van het kookplaatje
Door bet draaien van de knop naar de op het
bedieningspanneel aangeduide standen, kunt u
het volgende bereiken
De stand "uit"
Volle vloed (gasbrander op de maximale
stand)
Vertraagde vloed (gasbrander op de
minimale stand)
Het is aan te bevelen de maxirnale vloed voor
het koken van de gerechten en de vertraagde
vloed voor het stoven ervan te gebruiken.
Kies altijd de standen tussen de volle en
verminderde vloed en nooit tussen de standen
die op voile vloed en "uit" wijzen.
Voor het sluiten van het deksel, zorg
ervoor dat de kookplaat afgekoeld is; anders
kan hij het deksel beschadigen
Het aanzetten van de op de kookplaat
liggende gasbranders
1. Druk de knop en draai hem naar links tot
de stand "voIle vlam".
2. Breng een vlam in de nabijheid van de
gasbrander.
3. Stel de vlam in op de gewenste stand
Het uitdraaien van de gasbranders
Draai de knop in de richting van de wijzers van
de klok naar de "uit -
" stand. Zo wordt de
beveiliging geinstalleerd.
Pas op dat geen kinderen in de
nabijheid van het apparaat zijn zolang dit
nog warm is. Zet geen voorwerpen of
voedingsmiddelen op de kookplaat neer,
die konden gesmolten worden.
Het kiezen van de gasbrander
Boven elke knop is er een symbool dat op de
betreffende gasbrander wijst.
Voor efficiënt koken gebruikt u pannen die met
de doorsnede van de gebruikte gasbrander
overeenkomen
Het is raadzaam het vermogen van de
gasbrander te verminderen wanneer het
kookpunt bereikt is.Voor de efficiëntie van de
gasbranders dienen de deksels schoon te zijn;
Resten op de deksels kunnen
onregematigheden veroorzaken.
Diameter van de gebruikte pannen:
Juist gebruiken
Onjuist gebruiken
(energieverspilling)
Snelle gasbrander min. 165 mm
Halfsnelle gasbrander min. 140 mm
Hulpbrander
gasbrander
min. 100 mm
13
De met het apparaat geleverde accessoires
Behalve de met het gasfornuis geleverde
accessoires, is het aan te bevelen alleen
schalen, keukengerei enz. die hittebestendig zijn
(neem de gebruiks-aanwizing van de fabrikant in
acht).
Uw gasfornuis is voorzien van:
een rooster
Daarop kunt u het keukengerei neerzetten. U
moet de schaal in het midden van het rooster
plaatsen.
een verzamelschaal
Deze is gebruikt voor het verzamelen van het
sap van het gegrilde vlees.
De verzamelschaal is niet bestemd voor het
gebruiken als kookpan.
een draaiplaat
Deze moet gebruikt zijn tijdens het grillen en het
braden aan het draaispit.
een draaispit samengesteld uit:
- twee vorken
- een spit
- een handvat
een steun voor het draaispit
14
Gebruiksaanwijzing
Het koken in de oven
Voor een economisch energiegebruik is het
raadzaarn 5 minuten voor het einde van de
vastgestelde kooktijd het gasfornuis uit te
draaien. De warmte die in de oven blijft kan
aan de voltoiing van het koken helpen.
De dichtheid, het geleidingsvermogen, de
kleur van het keukengerei kunnen een
invloed hebben op het koken.
Tijdens het koken stijgen sommige
gerechten in volume; daarom is het
raadzaam geschikte pannen te gebruiken en
de derde deel ervan vrij te blijven.
Voor bet vermijden van de vetspatten,
gebruikt a braadschalen en schoteltjes met
hoge randen, waarvan de afmetingen
evenredig zijn met het stuk vlees dat
geroosterd moet worden.
Doorboor het vel van het gevogelte en de
worstjes met een vork voor het koken. Zo
voorkomt u het barsten van het vel ervan.
Om uw oven schoon te houden, zet een
aluminiumfolie neer tussen de pot en het
rooster. Zo zal de bodem van de oven
bescbermd zijn in geval van spatten. Deze
aluminiumfolie moet niet volledig de
oppervlakte van het rooster bedekken.
Gebruik hittebestendige glazen borden voor
het gratineren en voor het bereiden van de
soufflés.
Voeg erin de vetstotfen toe een beetje voor
het einde van de kooktijd.
Plaatst geen aluminiumfolie direct op
de bodem van de oven ; anders zal deze het
email ervan beschadigen. Wanneer de oven
in werking is moet het deksel opgetild zijn.
De invloed van het keukengerei op
het koken in de oven
U moet weten:
Het potten van aluminium en de
aardewerken schotels kunnen de
benedenkant van het voedsel doen
verbleken en de vochtigheid van de
gerechten bewaren tijdens het koken. Het
is raadzaam ze te gebruiken voor het
bereiden van bakkerij stukken in vormen
en voor het bereiden van de gegratineerde
gerechten, voor het braden van de
vleesstukken.
De geëmailleerde ijzeren potten, glazen
potten en potten van porselein, de potten
met een niet klevende binnenkant en een
gekleurde buitenkant veroorzaken het
bruineren van de benedenkant van de
gerechten; deze potten veroorzaken bet
drogen van de gerechten. Het is aan te
bevelen ze te gebruiken wanneer u tarten.
quiches en gerechten bereiden, die een
korst er boven en beneden moeten hebben.
Het koken op de kookplaat
Kies altijd een pot die evenredig met de
doorsnede van de gebruikte gasbrander is. Als
u potten met een brede bodem wilt gebruiken
(sterilisatiepot, marmeladepot, wasketel,
couscoussier...), plaatst u ze op de achterkant
van de kookplaat zodat de bodem van de
potten vast erop staat en de rand van de
kookplaat niet overscrijdt. Zo voorkomt u dat
de vlammen te hoog rijzen en het
bedieningspaneel oververhit wordt.
Voordat u het deksel sluit wacht erop
dat de bovenkant van de kookplaat afkoelt.
Zo voorkomt u de beschadiging van het
deksel.
15
Bakgids
Omrekeningstabel:
Thermostaat
Temperatuurstanden
°C
1 150 °C
2 160 °C
3 170 °C
4 180 °C
5 200 °C
6 220 °C
7 240 °C
8 MAXI
De oven moet altijd voorverwarmd worden in
de stand van het te bereiden gerecht.
Gerechten
Stand van de
ovenknop
Biscuittaart –
Viervierden
1 - 2
Pâté – Terrine 3 - 4
Pikante taart -
Soufflé
4 - 5
Vis 4 - 5
Gevogelte -
Varkensvlees
5 - 6
Rood vlees 7 - 8
De aanwijzingen in de bakgids zijn slechts
richtwaarden. Al naar gelang de hoeveelheid
van het te bereiden gerecht en het materiaal
van de bakpan, -schaal of –vorm zult u deze
waarden eventueel moeten aanpassen. Uw
ervaring zal u leren de juiste stand te vinden
die het best met uw kookgewoonten
overeenkomt.
Bakken met de grill
Gedurende het grillen moet de ovendeur open
blijven staan en moet u toezicht blijven houden
16
Onderhoud en reiniging
Voordat u het fornuis reinigt, pas op
dat alle draaiknoppen op de stand: "uit"
staan en het apparaat helemaal afgekoeld is.
Gebruik geen schurende of agressieve
schoonmaakmiddelen en geen schuursponsjes
voor het reinigen van uw apparaat.
De gasbranders
Reinig de deksels van de gasbranders met warm
water en een zacht schoonmiddel en verwijder
alle resten erop. Gebruik nooit water met azijn
voor het reinigen van uw gasfornuis. De kronen
van de gasbranders moeten helemaal schoon
zijn; verstoppingen kunnen onregelmatigheden
van de vlammen veroorzaken.Als u de
gasbrander gedemonteerd heeft, pas dan op dat
de kronen en de deksels juist geplaatst worden
alvorens het fornuis aan te zetten. De
hierbovengenoemde delen moeten helemaal
droog zijn.
Het bedieningspaneel, de draaiknoppen, het
geëmaileerde rooster, het deksel van de
kookplaat, de zijwanden van het apparaat.
Gebruik een vochtig sponsje en zachte
schoonmiddelen, spoel en droog.
De bovenkant van de kookplaat
Reinig het gasfornuis na elk gebruik met behulp
van een spons, warm water en een zacht
schoonmaakrniddel; vermijd het lekken van het
vloeistof in de gaatjes van de kookplaten. Spoel
en droog met een zacht doekje. Laat vetspatten
eerst weken in wat schoonmaakmiddel. Nooit
krassen. Gebruik geen schurende- en
agressieve schoonmaakmiddelen omdat het
glansemail van de oppervlakte hierdoor kan
beschadigd worden. Het is aan te bevelen de
azijnvlekken, de druppels van citroensap en de
zuurtjes van de kookplaat te verwijderen.
Accessoires
Reinig ze met zeepoplossing; spoel en droog
ze zorgvuldig af.
Ovendeur uitnemen
Om de oven gemakkelijk te kunnen reinigen,
kan de ovendeur worden verwijderd.
De ovendeur in zijn horizontale stand
openklappen. Vervolgens de beugels op de
beide deurscharnieren tot de aanslag naar
voren klappen (a).
De deur langzaam tot de aanslag weer sluiten
en de deur optillen tot de scharnieren
loskomen (b).
Ovendeur terugplaatsen
Bij het terugplaatsen van de ovendeur in
omgekeerde volgorde te werk gaan als bij het
verwijderen van de deur.
17
De scharnieren van de deur terugplaatsen in de
daartoe bestemde openingen (c). Daarbij letten
op een juiste en gelijkmatige plaatsing van de
scharnieren.
Vervolgens de deur langzaam naar beneden
zwenken. Er daarbij op letten dat de hoeken van
de deur niet onder tegen het raamwerk stoten (in
dat geval de deur weer omhoog zwenken en de
scharnieren opnieuw uitrichten).
Ten slotte de beugels weer naar achteren in de
richting van de oven klappen (d). Om er zeker
van te zijn dat de deur goed sluit, met een
voorwerp (bijv. schroevendraaier) de beugels
aandrukken (e).
De correcte werking van de deur langzaam
controleren.
Let op: De deurscharnierhendels nooit laten
„dichtklappen“. De veerwerking kan in dat geval
leiden tot verwondingen.
Het vervangen van de gloeilamp
Let op dat alle draaiknoppen in de « -
uit » positie staan alvorens de gloeilamp te
vervangen.
Deze gloeilamp van 15 W (type: sokkel; schroef
E 14; 230 I 240 V) is een speciale "warmte"
gloeilamp die hittebestendig is aan een
temperatuur van 300
0
C.
De gloeilamp is geplaatst aan de achterkant van
de oven en is bereikbaar via de binnenkant
ervan.
Om toegang tot de gloeilamp te
hebben :
Schroef de glazen beschermhoed van
de gloeilamp los.
Draai de gloeilamp los.
Vervang de gloeilamp.
Schroef vast de glazen gloeilamp.
18
Storingen
Het is aan te bevelen do volgende testen aan uw
gasfornuis uit to voeren voordat u de na aankoop
geleverde servicedienst belt. De storing kan een
eenvoudige onregelmatigheid zijn die u kan zelf
herstellen.
Indien na het controleren van deze
verschillende onderdelen de onregelmatigheid
niet verdwijnt, neem contact met de na
aankoop geleverde servicedienst.
Symptoom Oplossing
Een gasbrander brandt niet.
Controleer:
of de gastoevoer geopend is,
of de gasleiding juist geplaatst is,
of de gascilinder leeg is.
Een gasbrander van de kookplaat of de
gasbrander van de oven brandt niet.
Controleer:
of de gasbrander juist gemonteerd is,
of de gasbrander niet vochtig is.
U bent ontevreden met de kookresultaten Controleer:
de thermostaat in de juiste stand staat,
of de kooktijd juist ingesteld is,
het rooster juist op het vuur staat,
of geschikt keukengerei gebruikt wordt.
De oven rookt
Controleer:
of de oven gereinigd moet zijn,
of de gerechten niet hebben gespat,
of er vetresten op de wanden van de oven zijn
19
Ter attentie van de installateur
Veiligeidseisen
Voor het installeren van het gasfornuis pas
op dat het apparaat overeenkomstig de
kenmerken van de lokale gasdistributie (de
natuur en de druk van het gas) ingesteld kan
worden.
Dit apparaat moet geplaatst worden alleen in
een ruimte die genoeg gelucht is.
De instellingseisen van dit apparaat zijn
vermelden op het typeplaatje ervan.
Dit apparaat heeft geen aansluiting aan een
afvoerbuis. Het opstellen en het aansluiten
aan het gasnet dienen overeenkomstig de
geldende normen hiervoor uitgevoerd to zijn.
U moet aan ventilatiesnormen een
bijzondere aandacht schenken.
Dit gasfornuis is een X apparaat. Dat
betekent dat de meubelstukken die naast dit
gasfornuis staan kunnen niet de hoogte
ervan overschrijden. Deze norm is bestemd
voor hot beschermen van de meubelstukken.
De wanden dicht bij het apparaat moeten
van hittebestendige stoffen vervaardigd of
met dergelijke stoffen bedekt zijn.
Aansluiting aan het gasnet
Controleer of de vloed en do doorsnede van
de gasleidingen geschikt zijn voor het
verzekeren van do gastoever voor alle
apparaaten van de installatie (Raadpleg uw
gasbedrijf).
Controleer of alle aansluitingen dicht zijn
Monteer een afsluitingskraan die bereikbaar
en zichtbaar moet zijn.
Indien u over een soepele gasslang beschikt,
dient deze bereikbaar en zichtbaar te zijn. Hij
moet niet achter het apparaat geplaatst
worden.
Vervang do soepele gasslang een beetje
voor het vervallen van de garantie ervan.
Het onderhoud en de installatie van het
gasfornuis moeten overeenkomstig de
geldende regelingen en normen door een
bevoegde vakman uitgevoerd zijn.
Aansluiting aan het electriciteitsnet
Controleer of:
het vermogen van de installatie voldoende
is
de voedingsdraden in goede staat
verkeren
de doornsnede van de voedingsdraden
overeenkomstig de installatienormen zijn
de vaste installatie van een omnipolaire
verbreker voorzien is, met een afstand van
minder dan 3 mm tussen de contacten.
Het onderhoud en de installatie van het
gasfornuis moeten overeenkomstig de
geldende regelingen en normen door een
bevoegde vakman uitgevoerd zijn.
We zijn niet verantwoordelijk voor
persoonlijke letsels in geval van een
onjuiste aarding.
20
Technische kenmerken
Vrijstaand apparaat Klas 1
ZCG850GW
Kookplaat Het deksel van de kookplaat
Het rooster
Gasbrander voor rechts
Gasbrander achter rechts
Gasbrander voor links
Gasbrander achter links
Geëmaileerd
Snelle gasbrander
Bijbehorende gasbrander
Snelle gasbrander
Halfsnelle gasbrander
2,6 kW
1,0 kW
2,6 kW
2,0 kW
Oven Oven
Vermogen van de oven
Grill
Vermogen van de grill
Draaispit
De gloeilamp van de oven
Reiniging
gas
3,2 kW
gas
2,5 kW
4 W
gloeilamp 15W type E 14
manueel
Aansluiting Lichtnetspanning (50HZ) 230V
Toebehoren
Rooster
Druippan
Draaiplat
Draaispit
Compartiment voor vaatwas
Afmetingen Hoogte
Breedte
Diepte
870 mm
850 mm
550 mm
Dit apparaat is in overeensteming met de volgende Europese richtlijnen vervaardigd:
90/683; 95/2006 (laag voltage) en de wijzingen eraan,
89/336 (Electromagnetische compatibiliteit) en de wijzigen eraan,
90/396 (Gasapparaat); 93/68 (Algemene Richtljinen) en de wijzigingen eraan.
21
Installatie
Plaatsing
Verwijder de verpakking en do kunststof
bedekking en plaats het gasfornuis in een droge
en geluchte ruimte. Zet het gasfornuis neer uit
de buurt van gordijnen, papieren of flessen van
alcohol, enzv.
Het gasfornuis moet neergezet zijn op een
hittebestendigde vloer.
Dit gasfornuis behoort tot de klasse "1" die in
verband is met de bescherming tegen de
oververhitting van do oppervlakten in zijn
nabijheid. Houd een afstand van 2 cm tussen de
zijwanden van do meubelstukken en uw fornuis.
Deze meubelstukken moet niet hoger dan de
kookplaat zijn.
2 cm
2 cm
55 cm
6
2
4
5
7
8
De ventilatie van de kamer
Het branden van het gas is mogelijk dankzij de
zuurstof die in de lucht zich bevindt (2m
3
lucbt/h
x kW van het geinstalleerde vermogen - zie het
typeplaatje van uw apparaat).
Daarom zijn de luchtverversing en de afvoer van
de gebrande gassen benodigd.
De luchtverversing dient uitgevoerd te zijn door
een of meer openingen in de buitenwanden met
een totale oppervlakte van omstreeks 100 cm
2
.
De openingen moeten geplaats zijn in de
nabijheid van de vloer en bij voorkeur tegenover
de kant waarop de afvoer van het gebrand gas
zich bevindt, Pas op dat de openingen niet
vorstopt zijn in de buitenkant en in de
binnenkant.
Aansluiting aan het gasnet
Uw gasfornuis is afgesteld op het gasttype dat
vermeld staat op het typeplaatje .
Het veranderen van de afstelling kan
noodzakelijk zijn. In dat geval moet u de
hieronder vermelde handelingen volgen.
Verifieer of de gasdruk in
overeenstemming is met de in de tabel
aangegeven waarden. Deze verzekeren
zowel een juiste en energiebesparende
werking alsmede een langere levensduur
van uw gasfornuis.
Butaangas of propaangas : zorg ervoor dat de
drukregelaar devolgende gasdruk verzekert:
28-30 mbar voor butaangas en 37 mbar voor
propaangas.
Aansluiting met een vaste buis of een metalen
en soepele slang
Om veiliger te zijn raden we aan de aansluiting
uit te voeren met vaste buizen (bv. in koper) of
met soepele buizen in inoxstaal zodat het
toestel niet beschadigd raakt.
De aansluiting aan de gasmond voor deze
toestellen is ISO7-1/R1/2. “.
Aansluiting met soepele, buis
Wanneer u voor de aansluiting een soepele
buis of slang gebruikt, controleer ze dan op de
volgende punten:
- de slang vertoont geen plooien,
versmallingen, brandsporen ; zowel aan de
beide uiteinden als over de volledige lengte ;
- het materiaal is niet hard geworden en is
dus nog steeds even soepel en buigzaam ;
- de verbindings- en sluitingsringen (als er
zijn) zijn niet geroest ;
de geldigheidsdatum (als er een is) is niet
verstreken.
22
De slang moet als volgt geplaatst worden :
- mag niet onder spanning grasm of gedraaid
zijn ;
- mag niet in aanraking komen met scherpe
voorwerpen of met scherpe randen ;
- het moet makkelijk zijn om de staat van de
slang te controleren.
Indien er zich toch één van bovenvermelde
dingen voordoet (of meerdere tegelijk) moet u de
slang niet laten herstellen maar volledig
vervangen.
BELANGRIJK: Wanneer de installatie voltooid
is, gaat u de goede vastheid van de
verbindingen na met schuim of zeepwater maar
NOOIT met een vlammetje.
Installatie van de gascilinder
De soepele leiding moet een lengte van 1
m hebben.
Het aansluitingsstuk van het ventiel moet
naar de rechterkant van het apparaat
georiënteerd zijn.
De leiding MOET bevestigd zijn op de
rechterkant van het gasfornuis met
behulp van de spanring.
Tijdens het veranderen van de
gascilinder, laat de leiding niet los van de
spanring.
De gascilinder moet alleen door een bevoegde
vakman geinstaleerd en geplaatst zijn.
Klamp
3
6
2
1
4
5 7
8
23
Het aansluiting aan het
electriciteitsnet
Belangrijke opmerking
Pas op dat de aarding van het apparaat juist
uitgevoerd is door middel van een stopcontact
van 2P + T ( 10 / 16 A ), overeenkomstig de
geldende normen en voorschriften. We zijn niet
verantwoordelijk voor persoonlijke letsels in
geval van een onjuiste aarding.
Het gasfornuis is voorzien van een soepele
voedingskabel met stekker die een aansluiting
op een stopcontact moet hebben. Het
stroomvoltage moet 230V, 50Hz zijn.
De zekering: 3 A ( rnaximaal)
Opmerking:
Controleer de waarde van het totale vermogen
om de waarde van de zekering te kunnen
vaststellen.
De aansluiting van een vaste installatie aan het
stroomnet dient uitgevoerd te zijn door middel
van een verbreker met een omnipolaire
verbreking met een afstand minder dan 3 mm
tussen de contacten.
De gele - groene aardleiding moet niet verbroken
zijn door middel van een verbreker.
De voedingskabel moet zo geplaatst worden dat
de temperatuur ervan niet 50
0
C op de
kamertemperatuur overschrijdt.
Voor het aansluiten van het apparaat,
controleer of:
de zekeringen en de huishoudolijke
elektrische installatie de elektrische lading
kunnen verdragen (zie het typeplaatje),
het stopcontact en de omnipolaire
verbreking moeten bereikbaar blijven
tijdens de installatie van het apparaat.
De voedingskabel mag alleen door een
erkende elektricien vevangen worden. Gebruik
een voedingskabel met een doorsnede die met
de elektrische lading overeenkomt.
Ongeacht de modaliteiten van
aansluiting, moet de aarding van het
apparaat uitgevoerd zijn overeenkomstig
de geldende normen.
24
Gas wisselen
Uw gasfornuis is bestemd voor werking met
aardgas, Propaangas en Butagas.
Dit is niet ontworpen voor het werken met
gebutaaneerde of gepropropaaneerde lucht.
Voor het veranderen van do gastype moet u:
de injectoron vervangen (kookplaat, oven,
grill),
de vorminderde gasvloed instellen
(kookplaat, oven),
de circulatie van de eerste Iucht instellen
(oven, grill),
de gasaansluiting testen.
Injectoren tabel no.1
(Cat : II
2E+3+
)
Gasbranders
Normaal
vermogen
(Kw)
Verminderd
vermogen
(Kw)
Gastype
By-pass
(mm)
Gasdruk
(mbar)
Doorsnede
injector
Opening
ring
(mm)
Cons.
(g/h)
2,60 0,72
Aardgas G20
20 113 - -
2,40 0,72
Aardgas G25
25 113 - -
2,50 0,72
Butagas G30
28-30 77 - 181,78
Snelle
2,50 0,72
Propaangas G31
0,42
37 77 - 178,53
2,00 0,43
Aardgas G20
20 96 - -
1,85 0,43
Aardgas G25
25 96 - -
2,00 0,43
Butagas G30
28-30 71 - 145,43
Halfsnelle
2,00 0,43
Propaangas G31
0,32
37 71 - 142,83
1,00 0,35
Aardgas G20
20 70 - -
0,95 0,35
Aardgas G25
25 70 - -
1,00 0,35
Butagas G30
28-30 50 - 72,71
Bijbehorende
1,00 0,35
Propaangas G31
0,29
37 50 - 71,41
2,60 1,00
Aardgas G20
20 1,15 2,5 -
2,40 0,95
Aardgas G25
25 1,15 2,5 -
2,60 1,00
Butagas G30
28-30 0,80 3,5 189,05
Oven
2,60 1,00
Propaangas G31
0,45
37 0,80 3,5 185,68
2,50 -
Aardgas G20
20 1,15 25,0 -
2,30 -
Aardgas G25
25 1,15 25,0 -
2,50 -
Butagas G30
28-30 0,80 23,0 181,78
Grill
2,50 -
Propaangas G31
-
37 0,80 23,0 178,53
Plakken de met het apparaat geleverde
plakker (de zak van de injectoren) voor het
gebruikte gastype.
25
Vervangen van de inspuiters
Elk apparaat is uitgerust met een set inspuiters
voor elk type gas. De diameter van de spuitmond
van elke inspuiter is aangegeven in honderdste
milimeters op de inspuiter.
Vervang als volgt de inspuiters:
1. Verwijder de grill;
2. Verwijder de branders;
3. Draai de inspuiters los met dopsleutel nr. 7
en vervang ze door de inspuiters die bestemd
zijn voor het soort gas dat u gebruikt (zie tabel
nr. 1)
Zet de branders en de grill weer op hun plaats.
Regelen van het gereduceerd
vermogen van de kookbranders
Let op dat het gereduceerd vermogen juist is
ingesteld als u van het ene soort gas
overschakelt op een ander.
Een correcte vlam moet bij een gereduceerd
vermogen ongeveer 4 mm hoog zijn; een
bruuske overgang van de maximumstand naar
een lagere stand, mag nooit tot gevolg hebben
dat de vlam dooft.
pas d’air
réglage
correcte
excès d’air
Stel de vlam als volgt in:
1. Steek de brander aan;
2. Draai de knop naar de minimumstand;
3. Verwijder de knop;
4. Draai de regelschroef losser of vaster tot
u een heel korte, maar stabiele vlam krijgt
voor aardgas. Voor butaan- en
propaangas draait u de schroef volledig
vast in de richting van de wijzers van de
klok.
5. Zet de knop weer op zijn plaats.
6. Draai de knop meermaals van de
maximum- naar de minimumstand om te
controleren of de vlam stabiel blijft.
Vervangen van de inspuiter van de
ovenbrander
Vervang de inspuiter van de
ovenbrander als volgt:
1. Raadpleeg tabel 1 voor de diameter van
de te gebruiken inspuiter;
2. Verwijder de bodemplaat;
3. Verwijder de brander uit de oven door
hem naar achter te duwen;
4. Vervang de inspuiter met behulp van
dopsleutel nr. 10.
Zet de brander en de bodemplaat wer up hun
plaats.
26
Vervangen van de inspuiter van de
grillbrander
Vervang de inspuiter van de
grillbrander als volgt:
1. Verwijder de brander door de schroef te
verwijderen;
2. Vervang de inspuiter met behulp van sleutel
nr. 10;
3. Zet alles weer op zijn plaats.
Regelen van de primaire luchttoevoer
van de ovenbrander
Draai schroef “M” van de luchtregeling “A” los
met een schroevendraaier. Schuif de ring naar
achteren of naar voren om de luchtdoorvoer
verder te openen of af te sluiten volgens de
aanwijzingen in de inspuitertabel.
Steek de brander aan om te controleren hoe de
vlammen eruit zien.
M
A
opening ring
Regelen van de primaire luchttoevoer
van de grillbrander
Draai de regelschroef van de luchtregelbuis al
naar het gebruikte gas los met een
schroevendraaier. Verplaats volgens de
aanwijzingen in de inspuitertabel de buis zodanig
dat de luchtdoorvoer groter of kleiner wordt.
Steek de brander aan om te controleren hoe de
vlammen eruit zien.
leiding voor
instelling
schroef
opening
Regelen van het gereduceerd
vermogen van de ovenbrander
Dit is enkel mogelijk voor de ovenbrander (de
grill heeft een vast vermogen).
Regel het gereduceerd vermogen
van de ovenbrander als volgt:
1. Steek de brander aan;
2. Draai de knop naar de maximumstand;
3. Verwijder de knop;
4. Draai de regelschroef ongeveer 3 maal
rond tegen de wijzers van de klok in;
5. Zet de knop op zijn plaats en laat de oven
ongeveer 10 minuten opwarmen;
6. Zet de knop in de laagste stand zodat er
met gereduceerd vermogen gewerkt kan
worden.
Verwijder de knop, let erop dat de spindel van
de kraan niet gaat draaien en draai de schroef
langzaam vast tot u een vlam van 3-4 mm
hoog krijgt.
By-pass
27
Milieubescherming
De recycleerbare materialen zijn met het smbool
aangeduid. Plaats ze in ruimten bestemd
voor het ophallen hiervan.
Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet
echter naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op
de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijk voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor
meer details in verband met het recyclen van dit
product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
Europese Garantie
Dit apparaat wordt door Electrolux in elkvan de
achter in deze handleidinggenoemde landen
gedurende de in hetbij het apparaat
behorendegarantiebewijs genoemde periode
ofanderszins bij de wet gegarandeerd. Alsu
van een van deze landen verhuist naareen
ander van de hieronder genoemdelanden,
verhuist de garantie op hetapparaat met u
mee. De volgendebeperkingen zijn hierop van
toepassing:
•De garantie op het apparaat begint opde
datum van eerste aankoop van hetapparaat.
Deze datum dient teworden aangetoond door
overleggingvan een geldig, door de verkoper
vanhet apparaat afgegevenaankoopbewijs.
•De garantie op het apparaat geldtvoor
dezelfde periode en in dezelfdemate voor
arbeidsloon en onderdelenals van toepassing
in uw nieuwe landvan vestiging op dit
specifieke modelof deze specifieke serie
apparaten.
•De garantie op het apparaat ispersoonlijk,
geldt dus voor deoorspronkelijke koper van
hetapparaat en kan niet wordenovergedragen
op een anderegebruiker.
•Het apparaat wordt geïnstalleerd engebruikt
in overeenstemming met dedoor Electrolux
afgegeven instructiesen wordt alleen in huis
gebruikt, dat wilzeggen, het apparaat wordt
nietgebruikt voor commerciëledoeleinden.
•Het apparaat wordt geïnstalleerd
inovereenstemming met alle
relevantevoorschriften die in uw nieuwe
landvan vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europesegarantie
tasten geen van de aan u bij dewet verleende
rechten aan.
28
Garantie/serviceafdeling
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd.
Desondanks kan het voorkomen dat er een
defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op
verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de
waarborgtermijn. De levensduur van het toestel
wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn
gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende
rechten blijven onverlet. Ook de
waarborgverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming
van de voorwaarden 2 tot en met 15
gebreken aan het toestel die zich
openbaren binnen 24 maanden vanaf de
datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van
toepassing in geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het
toestel kosteloos wordt teruggebracht in
de toestand die het had voor het defect
optrad. Gebrekkige onderdelen worden
hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden,
om mogelijke verdere schade te
voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op
schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber,
die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op
kleine afwijkingen van de gestelde
kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
o chemische en elektrochemische
inwerking van water,
o abnormale milieuomstandigheden
in het algemeen
o voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
o contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die
buiten onze verantwoordelijkheid is
ontstaan, niet vakkundige installatie of
montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer
het defect werd veroorzaakt door
herstelling of ingrepen door derden die
niet bevoegd of niet deskundig zijn, of
wanneer het toestel voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen
worden vervoerd dienen te worden
overhandigd of gezonden naar onze
klantendienst. Herstelling ter plaatse kan
slechts worden gevraagd voor grote of
ingebouwde toestellen.
11. Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of
geplaatst dat de benodigde tijd voor het
in- en uitbouwen samen meer dan 30
minuten bedraagt, dan worden de
29
12. Indien binnen de waarborgperiode de
herstelling van hetzelfde gebrek
meermaals mislukt of de herstellingkosten
disproportioneel zijn wordt in overleg met
de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van
vervanging behouden we ons het recht
voor om een vergoeding te rekenen naar
rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen
verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn
tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg
van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde
gebrek.
Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. In
geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het toestel niet
overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in
België gekochte en/of in gebruik zijnde
toestellen. Indien een toestel naar het
buitenland wordt gebracht dient de gebruiker
na te gaan of het toestel voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning,
frequentie, installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende
land. Voor in het buitenland aangeschafte
toestellen dient de gebruiker zich zelf te
vergewissen van de bepalingen in België.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet
altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat
onze klantendienst u ter beschikking
Adres Klantendienst:
België
Telefon Telefax
Electrolux Home Products Belgium ELECTROLUX
SERVICE Bergensesteenweg 719 1502 Lembeek
Consumer
services
02/363.04.44 02/363.04.00
02/363.04.60
Luxemburg
Telefon Telefax
Grand-Duché de Luxembourg ELECTROLUX HOME
PRODUCTS Rue de Bitbourg. 7 L-1273 Luxembourg-
Hamm
Consumer
services
00 352 42
431-1
00 352 42
431-360
30
www.electrolux.com
Albania +35 5 4 261 450 Rr. Pjeter Bogdani Nr. 7 Tirane
Belgique/België/Belgien +32 2 363 04 44 Bergensesteenweg 719, 1502
Lembeek
Česká republika +420 2 61 12 61 12 Budějovická 3, Praha 4, 140 21
Danmark +45 70 11 74 00 Sjællandsgade 2, 7000 Fredericia
Deutschland +49 180 32 26 622 Muggenhofer Str. 135, 90429
Nürnberg
Eesti +37 2 66 50 030 Pärnu mnt. 153, 11624 Tallinn
España +34 902 11 63 88 Carretera M-300, Km. 29,900
Alcalá de Henares Madrid
France www.electrolux.fr
Great Britain +44 8705 929 929 Addington Way, Luton,
Bedfordshire LU4 9QQ
Hellas +30 23 10 56 19 70 4, Limnou Str., 54627 Thessaloniki
Hrvatska +385 1 63 23 338 Slavonska avenija 3, 10000 Zagreb
Ireland +353 1 40 90 753 Long Mile Road Dublin 12
Italia +39 (0) 434 558500 C.so Lino Zanussi, 26 - 33080
Porcia (PN)
Latvija +37 17 84 59 34 Kr. Barona iela 130/2, LV-1012,
Riga
Lietuva +370 5 2780609 Ozo 10A, LT 08200 Vilnius
Luxembourg +352 42 431 301 Rue de Bitbourg, 7, L-1273 Hamm
Magyarország +36 1 252 1773 H-1142 Budapest XIV, Erzsébet
királyné útja 87
Nederland +31 17 24 68 300 Vennootsweg 1, 2404 CG - Alphen
aan den Rijn
Norge +47 81 5 30 222 Risløkkvn. 2 , 0508 Oslo
Österreich +43 18 66 400 Herziggasse 9, 1230 Wien
Polska +48 22 43 47 300 ul. Kolejowa 5/7, Warszawa
31
Portugal +35 12 14 40 39 39 Quinta da Fonte - Edificio
Gonçalves Zarco - Q 35 -2774-518
Paço de Arcos
Romania +40 21 451 20 30 Str. Garii Progresului 2, S4, 040671
RO
Schweiz - Suisse - Svizzera +41 62 88 99 111 Industriestrasse 10, CH-5506
Mägenwil
Slovenija +38 61 24 25 731 Gerbičeva ulica 98, 1000 Ljubljana
Slovensko +421 2 43 33 43 22 Electrolux Slovakia s.r.o.,
Electrolux Domáce spotrebiče SK,
Seberíniho 1, 821 03 Bratislava
Suomi www.electrolux.fi
Sverige +46 (0)771 76 76 76 Electrolux Service, S:t
Göransgatan 143, S-105 45
Stockholm
Türkiye +90 21 22 93 10 25 Tarlabaşı caddesi no : 35 Taksim
İstanbul
Россия +7 495 937 7837 129090 Москва, Олимпийский
проспект, 16, БЦ "Олимпик"
www.electrolux.com
342 729 348 – 0A – 032008 Subject to change without notice
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Zanussi ZCG850GW Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding