NL
- 104 -
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.4 Accu-capaciteitsindicatie (afbeelding 8)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (pos. A). De accu-capaciteitsindicatie (pos.
B) signaleert u de laadtoestand van de accu aan
de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
6. Bediening
Beveilig het werkstuk. Zorg ervoor dat het te be-
werken werkstuk beveiligd is tegen wegglijden
d.m.v. een spaninrichting of een bankschroef.
In-/uitschakelen van het toestel
Het toestel wordt ingeschakeld (I) of uitgescha-
keld (0) met de AAN/UIT-schakelaar (fi g. 3 / pos.
3). Het toestel start echter pas na het bedienen
van de toerentalregeling (zie hoofdstuk 6.3).
Neem het apparaat voordat u het uitschakelt van
het te bewerken vlak af.
6.1 Gebruik als polijstmachine
Gebruik alleen speciale, voor de machine geschi-
kte was en polijstmiddelen.
Neem bij het gebruik van was en polijstmid-
delen de handleiding van de fabrikant in
acht!
Probleemloos wisselen van de polijstopzetstuk-
ken door klittenbandsluiting.
OPGELET!
Neem om beschadigingen aan de te polijsten vl-
akken van het werkstuk te vermijden absoluut de
volgende punten in acht:
•
Was vóór het polijsten het voertuig en houd
het vrij van verontreinigingen.
•
Zorg ervoor dat de meegeleverde polijstop-
zetstukken vrij zijn van verontreinigingen.
•
Let erop dat het opzetstuk altijd precies in
het midden op de polijst-/slijpschijf wordt
bevestigd.
•
Controleer alvorens het apparaat in te scha-
kelen of de opzetstukken goed zijn bevestigd.
•
Het te bewerken vlak nooit aanraken met de
zijdelingse rand van de polijst-/slijpschijf.
•
Kies voor het polijsten met de toerentalre-
gelaar (z. hoofdstuk 6.3) het daarvoor ben-
odigde toerental. De optimale werksnelheid
hangt af van het te bewerken materiaal en het
gebruikte (polijst-)middel. Indien nodig kan dit
door praktische proeven worden vastgesteld.
•
De polijstmachine moet volledig op het te po-
lijsten vlak rusten.
•
Plak kunststof delen af, aangezien deze bij
het polijsten van kleur kunnen veranderen en
dan lelijk worden.
•
Polijst alleen in de schaduw en nooit hete lak.
•
Polijst randen en hoeken zeer voorzichtig.
Aan hoeken en randen is de laklaag het
dunst. Uit voorzorg kunt u deze afplakken en
met de hand polijsten.
•
Bovenmatige druk leidt tot een slecht werk-
vermogen en vroegtijdige slijtage van het ge-
bruikte toebehoren. Gevoelige oppervlakken
kunnen bijv. door een te hoog toerental of een
te hoge aandrukkracht worden beschadigd.
Belangrijk! Stel het toerental in voordat u het
apparaat op het te bewerken vlak zet, en laat het
apparaat aanlopen tot het gewenste toerental.
Dit wordt, al naargelang toerental, pas na enkele
seconden bereikt. Vooral bij het werken met het
schuimstof opzetstuk kunnen op grond van ver-
schillende kwaliteit van het oppervlak (verschil-
lende wrijving) in de onderste toerentalbereiken
schommelingen van het toerental optreden. Dit is
geen fout van het apparaat.
Om het polijstmiddel op te brengen gebruikt
u het schuimstof opzetstuk (afb. 10).
•
Leg de verlengkabel over uw schouder en be-
werk eerst de vlakke en grote vlakken zoals
bijv. motorkap, kofferdeksel en dak.
•
Verdeel wat politoer puntsgewijs op het
schuimstof opzetstuk. Druk het schuimstof
opzetstuk meermaals op het te polijsten vlak.
De politoer wordt in de schuimstof gedrukt en
opgebracht op het te polijsten vlak. Daarmee
verhindert u bij het inschakelen dat de polito-
er op het schuimstof opzetstuk wegspat.
•
Breng het polijstmiddel op met laag toerental.
•
Bewerk alleen kleinere delen in één keer.
Anl_CE_CP_18_180_Li_E_Solo_SPK9.indb 104Anl_CE_CP_18_180_Li_E_Solo_SPK9.indb 104 03.07.2019 08:34:5803.07.2019 08:34:58