NEDERLANDS | AS-5030
37
8) Verwijder het dekseltje van het batterijcompartiment
(14) door er zachtjes op te drukken en het gelijktijdig in
de richting van de pijl te schuiven.
9) Bepaal een geschikte plaats voor het installeren van
de verbrandingstoestel-zender (9). De afstand tussen
verbrandingstoestel-zender en afvoerpijp dient ten
minste 50 cm te zijn, opdat de zendermodule niet door
de hitte beschadigd kan raken. Monteer de zendermo-
dule bovendien niet achter een metalen plaat/paneel,
hierdoor kan de reikwijdte beperkt worden.
10) In het batterijcompartiment bevinden zich 2 schroef-
gaten. Schroef de verbrandingstoestel-zender (9) met
behulp van de meegeleverde schroeven vast op de
gewenste plek. U kunt de verbrandingstoestel-zender
eventueel ook met behulp van de meegeleverde dub-
belzijdige plakstrip op de uitgekozen plaats installeren.
Geschikte plaats bepalen en hechtvlakken schoonma-
ken! Let erop, dat de verschillende onderdelen goed en
stevig vastzitten.
11) Installeer ten slotte het kabeltje van de temperatuurge-
voelige sensor (10) naar de verbrandingstoestel-zender
(9).
CODERING AFZUIGSYSTEEM-BESTURING
De raam-zender (6) en de verbrandingstoestel-zender (9)
zijn af fabriek niet gecodeerd en moeten voor de eerste
ingebruikname op de ontvanger worden aangemeld.
Houd de aangegeven volgorde exact aan!
1. Plaats de batterij (CR 2477) in de raam-ZENDER (6).
De LED van de zender gaat even branden.
2. Steek de stekker van het te schakelen apparaat (bijv.
afzuigkap) in de ONTVANGER, en monteer de
stekkerbeveiliging (S).
De temperatuurgevoelige sensor (10) wordt door een gat
in de afvoerpijp van uw verbrandingstoestel gestoken en
met behulp van de meegeleverde montagebeugel op de
afvoerpijp vastgeschroefd. De zender mag niet door een
metalen plaat/paneel afgeschermd worden, omdat hierdoor
het radiosignaal gehinderd en de reikwijdte beperkt zouden
kunnen worden.
1) Boor op een geschikte plaats een gat van 4 mm in de
afvoerpijp van uw verbrandingstoestel voor (de doorvoer
van) de temperatuurgevoelige sensor (10). Let erop, dat
het gat zo geplaatst is, dat de temperatuurgevoelige
sensor (10) na het monteren indien mogelijk niet te
zien is.
2) Schuif de montagebeugel over de temperatuurgevoelige
sensor (10), draai de schroef voor het vastzetten van de
temperatuurgevoelige sensor (10) nog niet vast.
3) Steek de temperatuurgevoelige sensor (10) in het eerder
geboorde gat in de afvoerpijp en schuif de sensor tot de
aanslag naar binnen.
4) Verschuif de montagebeugel over de temperatuurgevoe-
lige sensor (10) tot deze op de afvoerpijp rust, markeer
vervolgens de twee bevestigingsgaten van de monta-
gebeugel met een geschikte stift en trek daarna de
temperatuurgevoelige sensor (10) en de montagebeugel
weer uit de afvoerpijp.
5) Boor op de twee gemarkeerde punten twee gaten in de
afvoerpijp met een diameter van 2 mm.
Opmerking: Bij een dubbelwandige afvoerpijp boort u
voorzichtig alleen door de buitenste pijp!
6) Schroef de montagebeugel met de twee meegeleverde
plaatschroeven en de beide zoëven geboorde gaten vast
aan de afvoerpijp.
7) Voer nu de temperatuurgevoelige sensor (10) tot de
aanslag door de montagebeugel en zet de sensor vast
aan de montagebeugel met de schroef aan de zijkant.
Draai de schroef niet te vast, om de temperatuurgevoe-
lige sensor (10) niet te beschadigen.