Marantec Protect-Opto 500 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding Protect-Opto 500|501|502 - signaaloverdrachtsysteem
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 1
2 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 2
2. Informatie over het document 2
3. Algemene veiligheidsinstructies 3
4. Productoverzicht 4
5. Ingebruikname 5
6. Systeem 1-kanaal 6
7. Systeem 2-kanaal 10
8. Technischespecicaties 17
9. Onderhoud 18
10. EG-Conformiteitsverklaringen 18
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelijk beschermd.
Reproductie, geheel of gedeeltelijk, alleen met onze
toestemming.
Wijzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zijn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeters.
Weergaven zijn niet op schaal getekend.
Symboolverklaring
GEVAAR!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat rechtstreeks leidt tot
de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot de
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot lichte
of gemiddeld zwaar letsel.
ATTENTIE!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot
beschadigingen of storingen aan het product.
CONTROLE
Waarschuwing voor een vereiste controle.
INFORMATIE
Verwijzing naar aparte documenten waarop gelet moet
worden.
Oproep tot actie
Lijst, opsomming
Ô Verwijzing naar andere plaatsen in dit document
2. Informatie over het document
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 3
3. Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen
veroorzaakt door het niet in acht nemen van de
waarschuwingen en veiligheidsinstructies is Marantec GmbH
+Co.KGnietaansprakelk.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelkheidengarantiedoorMarantecuitgesloten.
Juist gebruik
Het systeem wordt gebruikt voor de draadloze
signaaloverdracht aan deurinstallaties en is compatibel met
de CS255 en CS310 Marantec-controllers. Afhankelijk van het
systeem kunnen signalen van verschillende sluitkantsystemen
of een veiligheidscircuit overgedragen worden.
De transmissie via spiraalkabel valt weg.
Doelgroep
Alleen bevoegde en gediplomeerde elektromonteurs mogen
het systeem aansluiten, programmeren en onderhouden.
Bevoegde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan de
volgende eisen:
ze bezitten kennis van de algemene en speciale veiligheids-
en ongevallenpreventievoorschriften,
ze bezitten kennis van de relevante elektrotechnische
voorschriften,
ze hebben training gehad in het gebruik en het onderhoud
van de juiste veiligheidsuitrusting,
ze zijn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies bij montage en aansluiting
Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektriciteit,
moet het systeem worden losgekoppeld van de
stroomvoorziening. Tijdens de werkzaamheden moet
worden gezorgd dat de stroomvoorziening ook voortdurend
onderbroken blijft.
De plaatselijke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
Instructies voor het gebruik
Onbevoegde personen (vooral kinderen) niet met vaste
gemonteerde regel- of besturingsapparatuur laten spelen.
Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Bij aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid):
Bouwproductnormen
EN 13241-1 (Producten zonder brand- of rookwerende
eigenschappen)
EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor automatisch
werkende deuren en hekken - Eisen en beproevingsmethoden)
Machinerichtlijnen
EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines - Algemene eisen)
EN ISO 12100 (Veiligheid van machines - Algemene
ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie)
Laagspanning
EN 60335-1 (Huishoudelijke en soortgelijke elektrische
toestellen - Algemene eisen)
EN 60335-2-103 (Veiligheid van elektrische apparaten voor
huishoudelijk en dergelijk gebruik - Bijzondere eisen voor
poorten, ramen en deuren)
Ausschuss für Arbeitsstätten (ASTA, werkplekkencommissie)
ASR A1.7 (Technische regels voor werkplaatsen
„Deuren en poorten“)
4 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
4. Productoverzicht
4.1 Algemeen
Het signaaloverdrachtsysteem is een bidirectioneel
draadloos transmissiesysteem voor het aansluiten van
veiligheidsinrichtingenbdeursystemeninautomatische
modus.
De verbinding bestaat tussen een ontvangstinrichting die is
verbondenmetdebesturingvandeaandrvingeneenzender
die aan de poort bevestigd is.
Op de zender kan ofwel
een energiebesparende opto-elektronische (Low Power)
veiligheid strip,
een8,2kΩweerstandstripof
een schakelcontact
aangesloten worden.
Elke ontvanger kan tot 7 zender eenheden besturen. De
reikwdtevanhetsysteembedraagt10meter.Deresponstd
vanhetsysteembactivatievaneenschakelstripligtlager
dan 100ms.
In een bouwproject kunnen meerdere transmissiesystemen
gebruikt worden zonder storingen tussen de systemen
onderling.
Dezenderapparatenwerkenopbatterenenhebbenonder
optimaleomstandighedeneenbatterduurvanongeveer
2jaarbgebruikvan2batteren.Bhogerecycli,slechte
omstandigheden of ongunstige weersomstandigheden wordt
delevensduuraanzienlkkorter.
Hetwordtaanbevolendebatterentevervangentdenshet
jaarlkseonderhoudvanhetsysteem.
4.2 Systeem „1-kanaal“
Het systeem „1-kanaal“ omvat
een externe zender, die ofwel 1 sluitkantbeveiling op
8.2kΩ-basisofeenveiligheidscircuitmeteenpotentieel
vrcontactNCkanoverdragen.
een externe ontvanger die via een bedrading met de
Marantec CS255 en CS310 controllers aangesloten kan
worden
of
een plug-ontvanger die alleen in combinatie met de Maran-
tec CS310 controller kan worden gebruikt.
4.3 Systeem „2-kanaal“
Het systeem „2-kanaal“ omvat
een externe zender, die verschillende beveiligingscompo-
nenten in de volgende combinaties kunnen doorgeven:
1 x Sluitkantbeveiliging opto-sensor en
1xSluitkantbeveiliging8,2kΩ
1 x Sluitkantbeveiliging opto-sensor en
1 x Veiligheidskring NC / NO
2xSluitkantbeveiliging8,2kΩ
1xSluitkantbeveiliging8,2kΩen
1 x Veiligheidskring NC / NO
een externe ontvanger die via een bedrading met de
Marantec CS255 en CS310 controllers aangesloten kan
worden
of
een plug-ontvanger die alleen in combinatie met de Maran-
tec CS310 controller kan worden gebruikt.
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 5
Zender 1-kanaal
Tx 1.0
„6.1 Zender
1-kanaal [Tx 1.0]“
Zender 2-kanaal
Tx 2.F
„7.1 Zender
2-kanaal [Tx 2.F]“
Ontvanger 1-kanaal extern Rx 1.0
„6.9 Externe ontvanger 1-kanaal [Rx 1.0]“
Ontvanger 2-kanaal extern Rx 2.F
„7.10 Externe ontvanger 2-kanaal [Rx 2.F]“
Ontvanger 2-kanaals plug-in -> alleen voor controller CS310
„6.4Plug-inontvanger[SRTMODBANDMFZ]“
„7.5Plug-inontvanger[SRTMODBANDMFZ]“
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Voor een onberispelijke werking moet aan de volgende
voorwaarden zijn voldaan:
De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
De tandwielvertragingsmotor is gemonteerd en klaar voor
gebruik.
De deurcontroller is geïnstalleerd en operationeel.
De commando- en veiligheidsapparaten zijn gemonteerd en
klaar voor gebruik.
INFORMATIE
Voor de montage van de deur, de aandrijfmotor, de
controller en de commando- en veiligheidsapparaten
moeten de handleidingen van de betreffende fabrikant in
acht worden genomen.
5.2 Invloeden van buitenaf
Vereisten
Om de werking van het systeem te waarborgen, moeten
de volgende punten van toepassing zijn:
Tussen zender en ontvanger mogen er zich geen metalen
oppervlakken bevinden.
In de directe nabijheid van het systeem, kunnen geen sterke
magnetische velden of andere radiosystemen worden
geplaatst.
De afstand tussen zender en ontvanger moet minstens 1m
bedragen.
ATTENTIE!
Storingen veroorzaakt door externe invloeden!
Het signaaloverdrachtsysteem heeft gewoonlijk een bereik
van ten minste 10m.
Maar bijzondere plaatselijke omstandigheden kunnen
leiden tot een verlaging of tot een totale uitval van
het systeem (bijvoorbeeld: Hoogspanningsleidingen,
magnetische velden, zendmasten, andere radiosystemen,
gewapend beton, staalconstructies in industriële hallen,
frequentie gestuurde machines, enz.).
6 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
6.2 Pintoewijzing
Aansluiting van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Sluitkantbeveiliging DIP 1
Aansluiting van een beveiligingselement
Beveiligingselement NC
bv. Trekkoordschakelaar
DIP 1
6.3 Zendfrequentie aanpassen
Fabrieksinstelling DIP 2 = OFF
DIP 2
DIP 2
869.85 MHz 868.95 MHz
CONTROLE
De instelling moet overeenkomen met de zender en
ontvanger.
6. Systeem 1-kanaal
6.1 Zender 1-kanaal [Tx 1.0]
A
B
C
D
E
F
Verklaring:
A Programmeertoetsen
B DIP-schakelaar
C LED 1
D Batterij 2
E Batterij 1
F Connectoren X1
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 7
6.4 Plug-in ontvanger [SRTMODBANDMFZ]
Bord CS310 / Stopcontact X20
A
B
C
D
E
Verklaring:
A LED 3 (rood/ Kanaal 2)
B DIP-schakelaar
C LED 2 (rood/ Kanaal 1)
D Programmeertoetsen
E LED 1 (groen / Status)
Alleen in combinatie met de Marantec-controller CS310
vanaf softwareversie 1.30.
Bij de plug-in ontvangers gaat het steeds om een 2-kanaals
ontvanger. Als een 1-kanaals zender gebruikt wordt, is het
geprogrammeerde kanaal altijd kanaal 1 en komt dit ook
overeen met parameter SKS 3.
INFORMATIE
De handleiding van de CS310 controller bevat meer
informatie.
6.5 Programmering
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
1 seconde ingedrukt houden.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 (groen) licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Gedurende tussen 8 seconden drukt u de
programmeertoetsen van de zender eventjes in.
Na ongeveer 4 seconden gaat LED 1 (groen) weer uit.
Bij een functionerend sluitkantbeveiligingsysteem / stop
circuit licht LED 2 (rood) permanent op en duidt het aan dat
kanaal 1 geprogrammeerd is. De zender wordt geïnstrueerd.
CONTROLE
De afstand tussen zender en ontvanger moet minstens 1m
bedragen.
Let op:
Elke ontvanger kan tot 7 zender eenheden besturen. Als
7zendersrechtstreeksaaneenontvangergeprogrammeerd
zijn, is het geheugen vol en weerklinkt er een waarschuwings-
signaal gedurende 10 seconden.
6.6 Reset van de ontvanger
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
3 seconden ingedrukt houden. Led 1 (groen) knippert
ongeveer gedurende 1 seconde.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 (groen) licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Het geheugen van de ontvanger is leeg.
6.7 Zendfrequentie aanpassen
Fabrieksinstelling DIP 1 = OFF
Ô „6.3 Zendfrequentie
aanpassen“
869,85 MHz
868,95 MHz
DIP 1
6.8 Indicator LED 2 en 3
ON: Systeem in orde, veiligheidsfunctie aangegeven.
OFF: Sluitkantbeveiliging geactiveerd of veiligheidscircuit
onderbroken.
8 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
Systeem 1-kanaal
6.9 Externe ontvanger 1-kanaal [Rx 1.0]
A
B
C
D
E
Verklaring:
A DIP-schakelaar
B LED 1 (Status)
C LED 2
(Kanaal1)
D Programmeer-
toetsen
E Connectoren X1
6.10 Pintoewijzing
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting ZU
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting aan SKS-ingang 8.2 kΩ
Besturing CS255 / XP74 - 2/3
CS310 / X4 - 5/6
Instelling parameter „SKS“ - MOD 2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 22
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting AUF
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op programmeerbare ingang 2
Besturing CS255 / XP74 - 2/5
CS310 / X4 - 11/12
Instelling parameter „INGANG 2“
– MOD 3 (Stoppen en omkeren)
– MOD 4 (Stoppen en „free-riding“)
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 41
Overdracht van een veiligheidselement
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op een veiligheidskring
Besturing CS255 / XR51 - 1/2
CS310 / X3 - 1/2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 37
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 9
Let op:
Elke ontvanger kan tot 7 zender eenheden besturen. Als
7zendersrechtstreeksaaneenontvangergeprogrammeerd
zijn, is het geheugen vol en weerklinkt er een waarschu-
wingssignaal gedurende 10 seconden.
6.13 Reset van de ontvanger
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt houden totdat een akoestisch signaal
weerklinkt.
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
3 seconden ingedrukt houden, tot meerdere op mekaar
volgende akoestische signalen weerklinken.
LED 1 licht op.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Na ongeveer 10 seconden weerklinken 2 op elkaar
volgende akoestische signalen. LED1 gaat uit.
Het geheugen van de ontvanger is leeg.
6.14 Indicatie LED 2
ON: Systeem in orde, veiligheidsfunctie aangegeven.
OFF: Sluitkantbeveiliging geactiveerd of veiligheidscircuit
onderbroken.
CONTROLE
Bij een te lage accuspanning weerklinken 4 opeenvolgende
waarschuwingssignalen bij elke overdracht van informatie
van de zender. De batterijen in de zender eenheden moeten
dan onmiddellijk worden vervangen. Het wordt aanbevolen
om de batterijen minstens eenmaal per jaar te vervangen bij
het controleren van de poort.
6.11 Instelling DIP-schakelaar
Beveiligingsapparaat
ON: Actief overeenkomstig DIN EN 13849-1 *
OFF: Inactief, geen veiligheidsfunctie,
Draadloze verbinding wordt niet bewaakt
Voor een standaard werking moet de DIP-1 worden
ingesteld op ON.
Zendfrequentie
ON: 869,85 MHz
OFF: 868,95 MHz *
De instellingen aan de zender en ontvanger moeten
overeenkomen.
„6.4Plug-inontvanger[SRTMODBANDMFZ]“
Type contact testuitgang
ON: NC
OFF: NO *
Instelling is afhankelijk van het type contact van de
testuitgang op de controller.
Automatisch aanpassing van frequentie
ON: Actief
OFF: Inactief *
Enkel activeren bij sterke radiostoring
* Fabrieksinstelling
6.12 Programmering
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt houden totdat een akoestisch signaal
weerklinkt.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Gedurende tussen 8 seconden drukt u de
programmeertoetsen van de zender eventjes in.
Een akoestisch signaal weerklinkt.
Na ongeveer Gedurende 4 seconden 2 op elkaar volgende
akoestische signalen. LED 1 gaat uit.
Bij een functionerend sluitkantbeveiligingsysteem / stop
circuit licht LED 2 permanent op en duidt het aan dat de
zender geprogrammeerd is.
CONTROLE
De afstand tussen zender en ontvanger moet minstens 1m
bedragen.
10 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
7. Systeem 2-kanaal
7.1 Zender 2-kanaal [Tx 2.F]
D
C
F
B
A
E
Verklaring:
A LED
B Programmeer-
toetsen
C DIP-schakelaar
D Batter1
E Batter2
F Connectoren X1
7.2 Pintoewijzing KANAAL 1
Aansluiting van een beveiligingselement
Beveiligingselement NC
bv. Trekkoordschakelaar
De fabriek heeft het contacttype NC voorgeprogrammeerd en
dit kan geherprogrammeerd worden tot een NO-contact.
Aansluiting van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Sluitkantbeveiliging
7.3 Pintoewijzing KANAAL 2
Via kanaal 2 kunnen verschillende componenten
aangesloten en geprogrammeerd worden:
Sluitkantbeveiliging opto-sensor (OSE)
Sluitkantbeveiligingelektrischecontactstrip(8,2kΩ)
Beveiligingselement met NC-contact
De keuze van de componenten gebeurt in 2 stappen.
Stap 1:
Batterijen 1 en 2 plaatsen.
Er volgt een statusmelding van de LED (rood).
2 x knipperen:
Momenteel is er een OSE-systeem geprogrammeerd
(fabrieksinstelling).
5 x knipperen:
Erismomenteeleen8,2kΩ-systeem,ofeen
NC-contact geprogrammeerd.
Druk op de programmeertoetsen op de zender en houd deze
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om het systeem
te wisselen.
De instellingen worden gewijzigd.
Er volgt een nieuwe statusmelding via de LED over de
huidige status.
2 x knipperen: OSE-systeem
5xknipperen:8,2kΩ/NC-contact
De keuze van onderdelen is gewijzigd.
Na het plaatsen van batterij 1 blijven er slechts 10 seconden
over om de keuze van onderdelen te wijzigen.
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 11
Stap 2:
Met de DIP-schakelaar 2 moet de verdere keuze
gemaakt worden.
Als het OSE-systeem geprogrammeerd is, moet de DIP-
schakelaar 2 normaal op ON gezet worden.
Alseen8,2kΩ-systeem/NC-contactgeprogrammeerdis,
moet de DIP-schakelaar 2 op ON gezet worden,
wanneereen8,2kΩ-systeemaangeslotenwordt.
moet de DIP-schakelaar 2 op OFF gezet worden,
wanneer een NC-contact aangesloten wordt.
Aansluiting van een sluitkantbeveiliging OSE
Sluitkantbeveiliging
4 – wit
5 – groen
6 – bruin
Aansluiting van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Sluitkantbeveiliging
Aansluiting van een beveiligingselement
Beveiligingselement NC
bv. Trekkoordschakelaar
7.4 Zendfrequentie aanpassen
Fabrieksinstelling DIP 3 = OFF
DIP 3
DIP 3
869.85 MHz 868.95 MHz
CONTROLE
De instelling moet overeenkomen met de zender en
ontvanger.
12 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
7.5 Plug-in ontvanger [SRTMODBANDMFZ]
Bord CS310 / Stopcontact X20
A
B
C
D
E
Verklaring:
A LED 3 (rood/ Kanaal 2)
B DIP-schakelaar
C LED 2 (rood/ Kanaal 1)
D Programmeertoetsen
E LED 1 (groen / Status)
Alleen in combinatie met de Marantec-controller CS310
vanaf softwareversie 1.30.
Kanaal 1 stemt overeen met parameter SKS 3 van CS310.
Kanaal 2 stemt overeen met parameter SKS 4 van CS310.
INFORMATIE
De handleiding van de CS310 controller bevat meer
informatie.
7.6 Programmering
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
1 seconde ingedrukt houden.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 (groen) licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Gedurende tussen 8 seconden drukt u de
programmeertoetsen van de zender eventjes in.
Na ongeveer 4 seconden gaat LED 1 (groen) weer uit.
Bij een functionerend sluitkantbeveiligingsysteem / stop
circuit lichten LED 2 (rood) en LED 3 (rood) permanent op en
duiden ze aan dat kanaal 1 geprogrammeerd is. De zender
wordt geïnstrueerd.
Let op:
Elke ontvanger kan tot 7 zender eenheden besturen. Als
7zendersrechtstreeksaaneenontvangergeprogrammeerd
zijn, is het geheugen vol en weerklinkt er een waarschu-
wingssignaal gedurende 10 seconden.
7.7 Reset van de ontvanger
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
3 seconden ingedrukt houden. Led 1 (groen) knippert
ongeveer gedurende 1 seconde.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 (groen) licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Het geheugen van de ontvanger is leeg.
7.8 Zendfrequentie aanpassen
Fabrieksinstelling DIP 1 = OFF
Ô „7.4 Zendfrequentie
aanpassen“
869,85 MHz
868,95 MHz
DIP 1
7.9 Indicator LED 2 en 3
ON: Systeem in orde, veiligheidsfunctie aangegeven.
OFF: Sluitkantbeveiliging geactiveerd of veiligheidscircuit
onderbroken.
Systeem 2-kanaal
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 13
7.10 Externe ontvanger 2-kanaal [Rx 2.F]
F
A B C D
E
G H
Verklaring:
A LED 1 (Kanaal 1)
B LED 2 (Kanaal 2)
C Programmeertoetsen
D LED 1 (Status)
E DIP-schakelaar
F J1 (Kanaal 1)
G J2 (Kanaal 2)
H Connectoren X1
7.11 Pintoewijzing Kanaal 1
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting ZU
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting aan SKS-ingang 8.2 kΩ
Besturing CS255 / XP74 - 2/3
CS310 / X4 - 5/6
Instelling parameter „SKS“ - MOD 2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 22
14 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting AUF
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op programmeerbare ingang 2
Besturing CS255 / XP74 - 2/5
CS310 / X4 - 11/12
Instelling parameter „INGANG 2“
– MOD 3 (Stoppen en omkeren)
– MOD 4 (Stoppen en „free-riding“)
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 41
Overdracht van een veiligheidselement
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op een veiligheidskring
Besturing CS255 / XR51 - 1/2
CS310 / X3 - 1/2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 37
7.12 Pintoewijzing Kanaal 2
Overdracht van een sluitkantbeveiliging OSE
Actief in richting ZU
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting aan SKS-ingang 8.2 kΩ
Besturing CS255 / XP74 - 2/3
CS310 / X4 - 5/6
Instelling parameter „SKS“ - MOD 2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 26
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting ZU
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting aan SKS-ingang 8.2 kΩ
Besturing CS255 / XP74 - 2/3
CS310 / X4 - 5/6
Instelling parameter „SKS“ - MOD 2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 22
Systeem 2-kanaal
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 15
Overdracht van een sluitkantbeveiliging 8.2 kΩ
Actief in richting AUF
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op programmeerbare ingang 2
Besturing CS255 / XP74 - 2/5
CS310 / X4 - 11/12
Instelling parameter „INGANG 2“
– MOD 3 (Stoppen en omkeren)
– MOD 4 (Stoppen en „free-riding“)
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 41
Overdracht van een veiligheidselement
A
B
C
A
B
C
Aansluiting aan een voeding
Besturing CS255 / XB50 - 6/5
CS310 / X4 - 1/2
A
B
C
Aansluiting op een veiligheidskring
Besturing CS255 / XR51 - 1/2
CS310 / X3 - 1/2
A
B
C
Testsignaal
Aansluiting op de relaisuitgang
Besturing CS255 / XH19
CS310 / X5
Instelling parameter „RELAIS“ - MOD 37
7.13 Instelling DIP-schakelaar
Beveiligingsapparaat
ON: Actief overeenkomstig DIN EN 13849-1 *
OFF: Inactief, geen veiligheidsfunctie draadloze
verbinding wordt bewaakt
Voor een standaard werking moet de DIP-1 worden
ingesteld op ON.
Zendfrequentie
ON: 869,85 MHz
OFF: 868,95 MHz *
De instellingen aan de zender en ontvanger moeten
overeenkomen.
„6.4Plug-inontvanger[SRTMODBANDMFZ]“
Type contact testuitgang
ON: NC
OFF: NO *
Instelling is afhankelijk van het type contact van de
testuitgang op de controller.
Activatie uitgang kanaal 2
ON: Algemeen actief
OFF: Activatie door extern schakelsignaal *
Als een opto-sensorsysteem aangesloten is, moet
DIP 4 op ON gezet worden en moet een activatietijd
ingesteld worden.
„7.14 Activatietijd Opto-sensor“
Activatie Opto-sensor
ON: Opwekfunctie actief
OFF: Opwekfunctie inactief *
Werkt enkel op kanaal 2.
Activering door een run commando.
Als een opto-sensorsysteem aangesloten is, moet de
DIP 5 aan zender en ontvanger op ON gezet worden.
* Fabrieksinstelling
16 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
7.14 Activatietijd Opto-sensor
Als een opto-sensorsysteem aan kanaal 2 aangesloten en
overgedragen wordt, dan moet de duur van de activatie
ingesteld worden. Anders zou het systeem voortdurend
proberen om de verbinding te herstellen en de opto-sensoren
in het algemeen van spanning te voorzien. De batterijen in de
zender zouden dan binnen de kortste tijd ontladen zijn.
Door het programmeren van een activatietijd, worden de
opto-sensoren enkel tijdens de vooraf ingestelde tijd met
spanning voorzien via de batterijen. Op die manier wordt een
snelle ontlading verhinderd.
De fabrieksinstelling bedraagt 30 seconden en moet aan de
plaatselijke omstandigheden aangepast worden.
Hierbij geldt:
De activatietijd moet minstens overeenkomen met de looptijd
van de poort en kan maximaal 4 minuten bedragen.
Activatietijd instellen
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt houden totdat een akoestisch signaal
weerklinkt.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
LED 1 licht op.
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 Seconden ingedrukt houden en weer los laten. LED 1
knippert.
Naaoopvandegewenstetijd,druktude
programmeertoetsen van de ontvanger opnieuw voor
ongeveer 2 seconden in en laat u weer los.
De activatietijd is gewijzigd.
7.15 Programmering
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt houden totdat een akoestisch signaal
weerklinkt.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Led 1 licht op gedurende ongeveer 8 seconden.
Gedurende tussen 8 seconden drukt u de
programmeertoetsen van de zender eventjes in.
Een akoestisch signaal weerklinkt.
Na ongeveer Gedurende 4 seconden 2 op elkaar volgende
akoestische signalen. LED 1 gaat uit.
Bij een functionerend sluitkantbeveiligingsysteem / stop
circuit licht LED 2 permanent op en duidt het aan dat de
zender geprogrammeerd is.
CONTROLE
De afstand tussen zender en ontvanger moet minstens 1m
bedragen.
Let op:
Elke ontvanger kan tot 7 zender eenheden besturen. Als
7zendersrechtstreeksaaneenontvangergeprogrammeerd
zijn, is het geheugen vol en weerklinkt er een waarschu-
wingssignaal gedurende 10 seconden.
7.16 Reset van de ontvanger
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt houden totdat een akoestisch signaal
weerklinkt.
Programmeertoetsen van de ontvanger gedurende ongeveer
3 seconden ingedrukt houden, tot meerdere op mekaar
volgende akoestische signalen weerklinken.
LED 1 licht op.
Programmeertoetsen van de ontvanger los laten.
Na ongeveer 10 seconden weerklinken 2 op elkaar volgende
akoestische signalen. LED1 gaat uit.
Het geheugen van de ontvanger is leeg.
Systeem 2-kanaal
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 17
7.17 Indicatie LED 2
ON: Systeem in orde, veiligheidsfunctie aangegeven
OFF: Sluitkantbeveiliging geactiveerd of veiligheidscircuit
onderbroken
CONTROLE
Bij een te lage accuspanning weerklinken 4 opeenvolgende
waarschuwingssignalen bij elke overdracht van informatie
van de zender. De batterijen in de zender eenheden moeten
dan onmiddellijk worden vervangen. Het wordt aanbevolen
om de batterijen minstens eenmaal per jaar te vervangen bij
het controleren van de poort.
8. Technische specicaties
8.1 Systeem
Frequenties: 868,95 MHz
869,85 MHz
Reikwijdte: 10 m
Veiligheidsklasse: IP 55
Vervuilingsgraad: 2
Temperatuurbereik: -20°C … +55°C
8.2 Zender 1-kanaal
Batterijtoevoer: 2 x Lithium 3V - Typ CR2032
Stroomverbruik: Transmissie-modus: 17 mA
Stand-by: 16μA
8.3 Zender 2-kanaal
Batterijtoevoer: 2 x Lithium 3,6V - Typ AA
Stroomverbruik: Transmissie-modus: 17 mA
Stand-by: 16μA
8.4 Ontvanger extern 1 of 2-kanaal
Voedingsspanning: 12 / 24 V AC-DC
Zender geheugen: 7
Uitgang: 1 of 2 relais 24V / 0.5 A
Micro uitschakeling 1B
potentiaalvrij contact
Stroomverbruik: 0,5 W / 12 V
1,2 W / 24 V
Ingang testsignaal: 12 / 24 V AC-DC
8.5 Ontvanger plug-in 2-kanaal
Voedingsspanning: 5 V DC via controller CS310
Zender geheugen: 7
Uitgang: Open collector
Ingang testsignaal: 3,3 V DC
18 – Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1
European Declaration of Conformity
Aplicaciones Electrónicas y de Radiofrecuencia S.L.
Pol. Ind Sot dels Pradals C/Sot dels Pradals, 4
08500 Vic (Barcelona)
93 886 44 24 93 889 02 92
B-61840732
TRANSMITTER & RECEIVER WIRELESSBAND
Aplicaciones Electrónicas y de RadiofrecuenciaS.L.
SPAIN
AERF
WIRELESSBAND 1.0
Category 2
In Vic the 1st of February of 2008
FRANC ESC MARTÍNEZ ESPINET, Technical director
9. Onderhoud
Het transmissie systeem moet in het kader van de jaarlijkse
controle van het deursysteem gecontroleerd worden op
werking en veilige uitschakeling.
De batterijen moeten ten laatste na 12 maanden vervangen
worden.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voorafgaande aan onderhoudswerkzaamheden
aan de besturing of het zwembadsysteem moet
de besturing altijd worden losgekoppeld van de
elektriciteitsvoorziening. Zorg ervoor dat tijdens de
werkzaamheden de stroom onderbroken blijft.
Bij onderhoud aan het systeem moeten de volgende punten
in acht worden genomen:
Het onderhoud van het systeem mag alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten worden
vervangen.
Er mogen alleen goedgekeurde onderdelen zijn
gemonteerd.
Het onderhoud moet worden gedocumenteerd.
Vervangen defecte onderdelen moeten op de juiste manier
worden afgevoerd.
10. EG-Conformiteitsverklaringen
NL
Signaaloverdrachtsysteem / Rev.A 0.1 – 19
European Declaration of Conformity
We:
Name: Aplicaciones Electrónicas y de Radiofrecuencia S.L.
Address:
Pol. Ind Sot dels Pradals C/Sot dels Pradals, 4
08500 Vic (Barcelona)
Telephone: 93 886 44 24 Fax: 93 889 02 92
(CIF/NIF): B-61840732
Declare under our sole responsibility that the product:
Product name:
TRANSMITTER & RECEIVER WIRELESSBAND
Manufactured by:
Aplicaciones Electrónicas y de Radiofrecuencia S.L.
Country:
SPAIN
Brand name:
AERF
Model:
WIRELESSBAND 2.F
To which this declaration relates is in conformity with the following standard(s) or other normative document(s)
Telecomunications:
ETSI EN 300 220-3 V1.1.1 (09-2000)
ETSI EN 300 220-1 V1.3.1 (09-2000)
ETSI EN 300 220-1 V2.11 (04-2006)
Electromagnetic compatibility:
ETSI EN 300 489-3 V1.4.1 (08-2002)
ETSI EN 300 489-1 V1.4.1 (08-2002)
Low Voltatge:
EN 60730-1: 2000
Machinery:
EN 13849-2:2008 PL-C Category 2
The p roduct he rewith c omplies with the r equirements o f t he R&TTE 99/ 05/CE European parliament directive o f
March 9th 1999. T his directive was transposed to the Spanish legislation by means of Real Decree 1890/2000 in
November 20th of 2000, is related to the radio apparatuses and carries the CE marking accordingly.
In Vic the 1st of February of 2008
FRANCESC MARTÍNEZ ESPINET, Technical director
European Declaration of Conformity
W e:
Name:
Aplicaciones Electnicas y de Radiofrecuencia S.L .
A ddress: Pol. Ind Sot dels Pradals C/Sot dels Pradals, 4
08500 Vic (Barcelona)
Te lephone: 93 886 44 24 Fax: 93 889 02 92
(C IF/ NI F): B-61840732
Decla re under our sole responsibili ty that the product:
Product name: WIRELES SBAND PLUGGABLE RECEIVER
Manufactured by: Aplicaciones Electnicas y de Radiofrecuencia S.L.
Country: SPAIN
B rand name: AERF
Model: WIR EL ESSBAND SRT MOD
T o which this declaration relates is in conformity with the following standard(s) or other normative document(s)
Te lecomunications:
E T SI EN 300 220-3 V 1.1.1
E T SI EN 300 220-1 V 2.1.1
E lectromagnetic compatibility:
L ow Vo ltatge:
Machinery:
E T SI EN 300 489-3 V 1.4.1
E T SI EN 300 489-1 V 1.4.1
E N 60730-1: 2000
E N 13849-2:2008 PL -C Category 2
T he
p
rod uct
he
rewith
c
ompli es with the
r
equirements
o
f
t
he R & T T E
99/
05/C E
E
uropean
pa
rliament directive
o
f
March
9t
h 1999.
T
his
di
rective was
t
ransposed
t
o the
S
panish legislation
b
y means
o
f R eal
D
ecree
1890/
2000
i
n
November 20th of 2000, is related to the radio apparatuses and carries the CE marking accordingly.
In Vic the 1st of June of 2013
FR ANCES C MARTÍNEZ ESP INET , Technical director
#1700024911
#123708
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Marantec Protect-Opto 500 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen