Marantec CS 310 de handleiding

Type
de handleiding
Bedieningshandleiding CS 310-besturing
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 1
2 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 2
2. Informatie over het document 2
3. Algemene veiligheidsinstructies 3
4. Productoverzicht 4
5. Ingebruikname 6
6. Instellen van de eindposities 13
7. Programmering 16
8. Navigator (alleen LCD-monitor) 20
9. Functieoverzichten 22
10. Foutmeldingenophefng 37
11. Technische gegevens 40
12. Onderhoud 42
13. EG-conformiteitsverklaring 43
14. Bijlage 44
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelijk beschermd.
Reproductie, geheel of gedeeltelijk, alleen met onze
toestemming.
Wijzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zijn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeters.
Weergaven zijn niet op schaal getekend.
Symboolverklaring
GEVAAR!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat rechtstreeks leidt tot
de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot de
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot lichte
of gemiddeld zwaar letsel.
LET OP
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot
beschadigingen of storingen aan het product.
CONTROLE
Waarschuwing voor een vereiste controle.
INFORMATIE
Verwijzing naar aparte documenten waarop gelet moet
worden.
Oproep tot actie
Lijst, opsomming
Ô Verwijzing naar andere plaatsen in dit document
2. Informatie over het document
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 3
3. Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet in acht nemen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwzingwordenopgevolgd.
Voorpersoonlkletselenmateriëleschadealsgevolgvanhet
niet opvolgen van waarschuwingen en veiligheidsinstructies,
isMarantecGmbH+Co.KGnietaansprakelk.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is iedere
aansprakelkheidengarantiedoorMarantecuitgesloten.
Juist gebruik
De CS 310-besturing is alleen bestemd voor de besturing van
deuren met digitale of mechanische eindpositiesystemen.
Doelgroep
Alleengekwaliceerdeengediplomeerdeelektromon-
teurs mogen de besturing aansluiten, programmeren en
onderhouden.
Gekwaliceerdeengeschooldeelektromonteursvoldoenaan
de volgende eisen:
zebezittenkennisvandealgemeneenspecieke
veiligheids- en ongevallen preventievoorschriften,
zebezittenkennisvandevantoepassingznde
elektrotechnische voorschriften,
ze hebben een opleiding gehad in het gebruik en het
onderhoud van de juiste veiligheidsuitrusting,
zezninstaatomgevareninsamenhangmetelektriciteit
te onderkennen.
Instructies b montage en aansluiting
De besturing is volgens aansluitingswijze X geplaatst.
Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet deze van de stroomvoorziening worden
losgekoppeld.Tdensdewerkzaamhedenmoetworden
gezorgd dat de stroomvoorziening ook voortdurend
onderbrokenblft.
Deplaatselkeveiligheidsvoorschriftenmoetenworden
opgevolgd.
Veranderingen aan en vervanging van de stroomkabel
moeten met de fabrikant worden afgestemd.
Instructies b het gebruik
Onbevoegde personen (in het bijzonder kinderen) niet met
vast gemonteerde regel- of besturingsinstallaties laten
spelen.
Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Baansluiting,programmeringenonderhoudmoetende
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid).
Bouwproductnormen
EN 13241-1 (Producten zonder vuur- of
rookweerstandkarakteristieken)
EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor automatisch
werkende deuren en hekken - Eisen en
beproevingsmethoden)
EMC
EN50014-1(Emissienormhuishoudelkeapparaten)
EN 61000-3-2 (Limietwaarden voor de emissie van
harmonische stromen)
EN 61000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselingen,
spanningsschommelingenenikkeringinopenbarelaag-
spanningsnetten)
DIN EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMV) - Deel 6-2 Algemene normen – Immuniteit voor
industriëleomgevingen)
DIN EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMV) - Deel 6-3: Algemene normen –Emissienormen voor
huishoudelke,handels-enlichtindustriëleomgevingen)
Machinerichtlnen
EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines; deel 1: Algemene eisen)
EN ISO 12100 (Veiligheid van machines – Algemene
ontwerpbeginselen – Risicobeoordeling en risicoreductie)
4 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Laagspanning
DINEN60335-1(Huishoudelkeensoortgelkeelektrische
toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen)
DINEN60335-2-103(Huishoudelkeensoortgelke
elektrischetoestellen-Veiligheid-Deel2-103:Bzondere
eisen voor poorten, deuren en ramen)
Comité voor arbeidsplaatsen (ASTA)
ASR A1.7 (Technische regels voor arbeidsplaatsen / Duitse
richtlnvooraangedrevenramen,deurenenpoorten)
4. Productoverzicht
4.1 Varianten
De volgende leveringsvarianten van de CS 310-besturing zijn
mogelijk:
CS 310-besturing met LCD-monitor
CS 310-besturing met LCD-monitor in behuizing
CS310-besturingmetgrascheLCD-monitor
CS310-besturingmetgrascheLCD-monitorinbehuizing
CS 310-besturing zonder LCD-monitor (monitor is voor alle
instellingen, met uitzondering van de eindposities, vereist)
Alle genoemde varianten kunnen worden voorzien van een
opsteekbare weekschakelklok en radio-ontvanger en een
opsteekbaar transmissiesysteem (voor optische sensoren)
De volgende leveringsvarianten van de behuizing zijn
mogelijk:
Behuizing met 3-voudige schakelaar CS
Behuizing met 3-voudige schakelaar KDT
Behuizing met sleutelschakelaar AAN/UIT
Behuizing met hoofdschakelaar
Behuizing met noodstop
De gebruiksaanwijzing beschrijft de aansluitmogelijkheden en
programmering van de varianten:
CS 310-besturing met opgestoken LED-schermprintplaat.
Algemene veiligheidsinstructies
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 5
4.2 Basisprintplaat CS 310
(met opgestoken LCD-schermmonitor)
Verklaring:
X1 Klemmenstrip netaansluiting
X2 Klemmenstrip motor
X3 Klemmenstrip commando-apparaten
X4 Klemmenstrip veiligheidselementen
X5 Klemmenstrip relais
X5 Aansluitstrip voor interne AAN-UIT-schakelaar
X7 Aansluitstrip voor interne 3-voudige schakelaar
X8 Opsteeksokkel voor monitor (onder monitor)
X9 Aansluitstrip voor radio-ontvanger
X10 Aansluitstrip voor weekschakelklok
X11 Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem
X12 Stekkeraansluiting voor externe radio-ontvanger
X13 Opsteeksokkel voor 3-voudige CS-schakelaar
X14 Interface RS 485 - aansluiting schakelaar CSI -
Aansluiting scherm RS 485
X15 Aansluiting voor mechanische eindpositiesysteem
X16 Aansluiting BUS-systeem (MS BUS)
X17 Aansluiting BUS-systeem (MS BUS)
X18 Interface frequentie-omvormer
X19 Voeding externe apparaten 230V / 50 Hz zekering
via F1 (1 A traag)
X20 Aansluitstrip voor transmissiesysteem
H4 Klaar voor gebruik brandt bij werkende besturing
H6: Toestandsindicatie brandt bij activering van de
veiligheidsvoorzieningen of bij fouten
S1 Programmeerknop (+) (onder monitor)
S2 Programmeerknop (-) (onder monitor)
S3 Programmeerknop (P) (onder monitor)
X11
X14
X18
B2
B1
W
V
X2
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X3
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
X8
S3
S2
S1
X9
X20
H6
X13
X19
F1
X16
X17
H4
N
L
X19
N
L
X19
400 V
230 V
A
B
B
A Uitgang 230 V.
Stroomvoorziening voor externe apparaten.
Geen voeding voor de besturing zelf.
Ô „5.3 Voeding externe apparaten (enkel bij
aansluiting 400 V / 3-fasig)“
B De positie van de overbruggingsstekker moeten
worden aangepast aan de voedingsspanning en de
motorspanning.
6 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Vooreenonberispelkewerkingmoetaandevolgende
voorwaardenznvoldaan:
De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
De tandwielvertragingsmotor is gemonteerd en klaar voor
gebruik.
Decommando-enveiligheidsapparatenzngemonteerden
klaar voor gebruik.
De besturingsbehuizing met de CS 310-besturing is
gemonteerd.
INFORMATIE
Volg de instructies van de betreffende fabrikanten op voor
de montage van de deur, de tandwielvertragingsmotor en
de commando- en veiligheidsapparaten.
5.2 Netaansluiting
Vereisten
Vooreenonberispelkfunctionerenvandebesturingmoet
aandevolgendevoorwaardenznvoldaan:
- De netspanning moet overeenkomen met de aanduiding op
het typeplaatje.
-Denetspanningmoetmetdespanningvandeaandrving
overeenstemmen.
-Bdraaistroommoetereenrechtsdraaienddraaiveldzn.
-Beenvasteaansluitingmoeteenmeerpolige
hoofdschakelaar worden toegepast.
-Beendraaistroomaansluitingmogenalleen
3blokzekeringsautomaten(10A)wordentoegepast.
LET OP
Functiestoringen als gevolg van onjuiste montage
van de besturing!
Voorafgaande aan het voor de eerste keer inschakelen
moet na voltooiing de bedrading worden gecontroleerd,
of alle motoraansluitingen aan besturings- en motorzijde
goed vast zitten. Alle besturingsspanningsingangen zijn
galvanisch gescheiden van de voeding.
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (400 V / 3-fasen)
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (230 V / 3-fasen)
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (230 V / 1-fasen)
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 7
Verklaring:
M1: Motor
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X11: Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem met
veiligheidscircuit (STOPCIRCUIT)
X15: Klemmenstrip voor mechanische eindschakelaars
(veiligheidscircuit op X2 / B1-B2)
X19: Aansluiting voor de voeding van externe apparaten
Aansluiting:
Digitaal eindpositiesysteem of mechanische eindschakelaar
op de besturing aansluiten.
Besturing op de motor aansluiten.
Besturing op het elektriciteitsnet aansluiten.
Kabelgroepen moeten direct vóór de betreffende klem met
een kabelbinder worden beveiligd.
Ô „11. Technische gegevens“ op pagina 40
5.3 Voeding externe apparaten (enkel bij
aansluiting 400 V / 3-fasig)
LET OP
Beschadiging of vernietiging door onvakkundige
montage!
EengebruikvandeaansluitingX19been230V-aanslui-
ting van de besturing leidt tot vernietiging van de platine.
De aansluiting X19 wordt beveiligd door het
zekeringselement F1 (1 A-T).
5.4 Aansluitschema absolute waardegever
(steekklem X11)
A
B
A: AWG-stekker (absolute waardegever)
B: AWG-steekklemmen
Steekklem X11 (op aansluiting A)
Degetallenopdestekkerzntegelkertd
de adernummers:
4: Veiligheidscircuit ingang
5: RS 485 B
6: GND
7: RS485 A
8: Veiligheidscircuit uitgang
9: 12V
DC
Steekklem B (alleen absolute waardegever)
C D
C: Thermo-element in
aandrving
D: Noodhandbediening
(noodzwengel of
noodketting)
Bdeeersteingebruiknamewordthetaangesloten
eindpositiesysteemautomatischherkend.Beenlatere
vervanging moet het desbetreffende eindpositiesysteem via
een parameterinstelling in de gebruiksstand Invoer worden
geselecteerd.
8 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Ingebruikname
5.5 Aansluitschema mechanische
eindschakelaars (klemmen X 15 en X2)
Klemmenstrip X15
1
2
3
4
5
6
7
8
S2
S5
S1
S6
Klemmenstrip X2
S3
S4
S7
S8
U
V
W
B1
B2
Aansluitvoorbeelden voor 6-aderige oplossing
Klemmenstrip X15 en X2
1
2
3
4
5
6
7
8
S3
S4
S7
S8
S2
S5
S1
S6
U
V
W
B1
B2
S1 Extra eindschakelaar OPEN
S2 Eindschakelaar OPEN
S3 Veiligheidseindschakelaar OPEN
S4 Veiligheidseindschakelaar DICHT
S5 Eindschakelaar DICHT
S6 Extra eindschakelaar DICHT
S7 Thermische beveiliging motor
S8 Noodbediening (opener)
Bij de eerste ingebruikname en na een reset wordt het
aangesloten eindpositiesysteem automatisch gedetecteerd. Bij
een latere vervanging moet het desbetreffende eindpositiesy-
steem via een parameterinstelling in de gebruiksstand Invoer
worden geselecteerd.
Ô „7.2 Gebruiksstanden van de LCD-monitor“
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 9
Schakelaar OPEN/STOP/DICHT
4-aderige oplossing
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
1
- Schakelaar STOP
Sleutelschakelaar OPEN/DICHT
- DICHT
- OPEN
1
Impulsschakelaar
Sequentiëlesturing
- Schakelaar impuls
1
Bij geactiveerde tegenverkeersregeling: OPEN binnen
5.6 Aansluitschema van commando-
apparaten
VOORZICHTIG!
Kans op letsel door ongecontroleerde beweging
van de deur!
Installeer commando-apparaten voor de
dodemansbediening binnen het directe zicht van de deur,
maar buiten de gevarenzone voor de bediener.
Als het commando-apparaat geen sleutelschakelaar is:
Monteer deze op een hoogte van 1,5 meter.
Monteerdezeopeenvoorhetpubliekniet-toegankelk
plaats.
Klemmenstrip X3
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar impuls
- Schakelaar OPEN
1
- Schakelaar STOP
- Noodstop, kabelschakelaar
5.7 Aansluitvoorbeelden commando-
apparaten (klemmenstrip X3)
Schakelaar OPEN/STOP/DICHT
6-aderige oplossing
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
1
- Schakelaar STOP
10 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
5.8 Aansluitvoorbeelden
veiligheidscontactlsten
Bdeeersteingebruiknameennaeenresetwordt
hetsysteemvandeveiligheidscontactlstautomatisch
gedetecteerd en geprogrammeerd. Als er geen
veiligheidscontactlstisaangesloten,wordtdeingang
na elke keer dat de spanning wordt ingeschakeld,
opnieuw ondervraagd, net zolang totdat een
veiligheidscontactlstsysteemwordtherkend.Beenlatere
vervanging moet het desbetreffende systeem via een
parameterinstelling in de gebruiksmodus Invoer worden
geselecteerd.
Ô „7.2 Gebruiksstanden van de LCD-monitor“
Klemmenstrip X4
vooroptisch-elektrischeveiligheidscontactlst
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
wt
gr
br
-Veiligheidscontactlst
OPTISCH
- Fotocel doorgang
1
- 24 V DC / 500 mA
2
wt: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
voorveiligheidscontactlstvan8,2kOhm
8k2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
- Veiligheidscontact-
lst
- Fotocel doorgang
1
- 24 V DC / 500 mA
2
1
werkt in neerwaartse richting
2
voor externe schakelapparaten
(aansluiting op klemmen 1 en 2)
Klemmenstrip X4
voorpneumatischeveiligheidscontactlst-DA:
- Testen automatisch actief
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
- Veiligheidscon-
tactlst
- Fotocel doorgang
1
- 24 V DC / 500 mA
2
Ingebruikname
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 11
5.9 Aansluitvoorbeelden fotocellen
Bij de eerste ingebruikname en na een reset wordt
het systeem van de fotocel automatisch herkend en
geprogrammeerd Als er geen fotocelsysteem is aangesloten
wordt de ingang na elke keer dat de spanning wordt
ingeschakeld, opnieuw ondervraagd, net zolang totdat een
fotocelsysteem wordt herkend. Bij een latere vervanging moet
het desbetreffende systeem via een parameterinstelling in de
gebruiksmodus Invoer worden geselecteerd.
Ô „7.2 Gebruiksstanden van de LCD-monitor“
Klemmenstrip X4
voor doorrij-fotocel NC 24 V DC
+
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
- Doorrij-fotocel
Klemmenstrip X4
voor fotocel 3-draads PNP
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
Sig
GND
PNP
+
- fotocel 3-draads PNP
Klemmenstrip X4
voor fotocel 3-draads NPN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
Sig
GND
NPN
+
- fotocel 3-draads NPN
Klemmenstrip X4
voor 2-draadsfotocel
R
T
2121
R: Ontvanger
T: Zender
12 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Ingebruikname
Klemmenstrip X4
Programmeerbare ingangen
Ingang 1: Klemmen 9 + 10
Ingang 2: Klemmen 11 + 12
LET OP
Kans op beschadiging van de printplaat door
onjuiste aansluiting!
De ingangen 1 en 2 hebben een verschillend
referentiepotentiaal en mogen niet worden bediend vanuit
een gemeenschappelijk potentieel!
8K2
**
*
IN2
12V
IN1
24V
IN1 Ingang 1
IN2 Ingang 2
* optioneel
Hetsoortschakelingisafhankelkvandeparameterinstellingen
voor de beide ingangen in de gebruiksstand INVOER.
5.10 Aansluitschema relaisuitgangen
Klemmenstrip X5
Potentiaalvrschakelcontact
FunctietoewzingindegebruiksstandINVOER
Instellingvoorelkafzonderlkrelais
- Relais 1
1
2
3
4
5
6
7
8
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 13
5.11 CS-radiograe
Klemmenstrip X9
X9
Aansluiten
Steek de stekkerontvanger op de
opsteeksokkel X9.
Zendercodes inleren
Druk kort op de programmeerknop
(<1,6 seconden). De programmeerstand
wordt geactiveerd. Het ledje knippert.
Druk op de kanaalknop op uw zender.
Heeft de afstandsbediening de zender-
code opgeslagen, dan brandt het ledje
ongeveer 4 seconden.
Ukuntintotaal15zendercodesprogrammeren.Znalle
geheugenplaatsen bezet, dan knippert het ledje zeer snel.
Doelgericht wissen van een zendercode
Druk kort op de programmeerknop (<1,6 seconden). De
programmeerstand wordt geactiveerd. Het ledje knippert.
Houd de programmeerknop langer dan 1,6 seconden
ingedrukt.Deverwderstandwordtgeactiveerd.Hetledje
knippert heel snel.
Druk op de gewenste kanaalknop van uw zender. Als
het ledje gedurende ongeveer 4 seconden brandt, is de
bbehorendezendercodeverwderd.
Door kort op de programmeerknop te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
Reset (geheugen volledig wissen)
Druk kort op de programmeerknop (<1,6 seconden).
De programmeerstand is geactiveerd. Het ledje knippert.
Houd de programmeerknop langer dan 1,6 seconden
ingedrukt.Deverwderstandwordtgeactiveerd.
Het ledje knippert heel snel.
Druk nogmaals langer dan 1,6 seconden op de
programmeerknop. Als het ledje gedurende ongeveer
4secondenbrandt,wordenallegeheugenplaatsengewist.
Door kort op de programmeerknop te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
6. Instellen van de eindposities
6.1 Controle achterwaartse / voorwaartse
richting
Omschakeling in de gebruiksstand Afstelling
Opdeknop(P)drukkentotAFSTELLINGverschnt.
Controle van de bewegingsrichting
Het drukken op de knop (+) moet de deur openen, het
drukken op de knop (-) de deur sluiten. Klopt dat, ga dan
verder met de aanpassing van de eindposities.
Veranderen van de achterwaartse draairichting
Moeten de achterwaartse draairichting worden aangepast,
ga dan als volgt te werk. De knoppen (+) en (-) gedurende
>5secondengelktdigindrukken.Ophetscherm
verschnt„DRAAIVELD“.Eventueelopgeslageneindposities
worden gewist. Verder gaan met de instelling van de
eindposities.
14 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
6.3 Instelling van de elektronische
eindpositie op de 3-voudige CSI-
schakelaar
Een instelling van de elektronische eindstanden via de
3-voudigetoetsCSIisenkelmogelkwanneergeen
LCD-display aan de insteeksokkel X8 aangesloten is.
Naar de gebruiksstand Afstelling omschakelen
Ongeveer 5 seconden op de knop (STOP) drukken.
Het rode ledje knippert snel.
De knop (STOP) loslaten. Het rode ledje brandt gedurende
2seconden.
In deze periode de knop (STOP) ongeveer 5 seconden
ingedrukt houden. Het rode ledje knippert langzaam.
Knop (STOP) loslaten.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de knop (OPEN/DICHT) te drukken.
Deeindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen
(STOP) en (OPEN) te drukken. Het rode ledje knippert
ongeveer 1 seconde lang snel.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
knop (OPEN/DICHT) te drukken.
Deeindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen
(STOP) en (OPEN) te drukken. Het rode ledje knippert
ongeveer 1 seconde lang snel.
De instelstand wordt automatisch verlaten.
Het rode ledje dooft.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt automatisch na 7 minuten
verlaten als er geen toetsen worden ingedrukt.
Bdeeersteafstellingmoetenbeideeindpositiesworden
geprogrammeerd,andersisgeennormalegebruikmogelk.
Als een eindpositie wordt gecorrigeerd, dan kan na het
programmeren van de speciale eindpositie het afstellings-
menu worden verlaten door op de knop (STOP) te drukken,
Na het programmeren van de eindschakelaar wordt de
bewegingsduur van het systeem automatisch ingeleerd. De
functiesvandebesturingznalsindeautomatischestand.
6.2 Instelling van de elektronische
eindpositie via de instelknop op de
printplaat
Naar de gebruiksstand Afstelling omschakelen
Ongeveer 5 seconden de knop (P) indrukken.
Het rode ledje knippert langzaam.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de knop (OPEN/DICHT) te drukken.
Eindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen(P)en
(OPEN) te drukken.
Het rode ledje knippert ongeveer 1 seconde lang snel.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de knop (OPEN/DICHT) te drukken.
Eindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen(P)en
(DICHT) te drukken.
Het rode ledje knippert ongeveer 1 seconde lang snel.
De afstellingsstand wordt automatisch verlaten.
Het rode ledje dooft.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt automatisch na 7 minuten
verlaten als er geen toetsen worden ingedrukt.
Bdeeersteafstellingmoetenbeideeindpositiesworden
geprogrammeerd,andersisgeennormalegebruikmogelk.
Als een eindepositie wordt gecorrigeerd, dan kan na het
programmeren van de speciale eindpositie het afstellings-
menu worden verlaten door op de knop (P) te drukken.
Na het programmeren van de eindschakelaar wordt de
looptdvanhetsysteemautomatischingeleerd.Defuncties
vandebesturingznalsindeautomatischestand.
Instellen van de eindposities
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 15
6.5 Instelling van de elektronische
tusseneindposities op het LCD-scherm
In de gebruiksstand Automatisch de deur naar de
gewenste positie bewegen.
Deurnaardegewensteeindpositiebewegen(bvoorbeeld
vooreindschakelaar OPEN) door op de knop (+/-) te drukken.
Naar de gebruiksstand Invoer omschakelen
Opdeknop(P)drukkentotINVOERverschnt.
> 2 seconden op de knoppen (+ en -) drukken om INVOER
te activeren.
Opslaan van de tusseneindpositie OPEN – V.ES-OP.
Opdeknoppen(+/-)drukkentotV.ES-OPverschnt.
De waarde staat op A.
Op de knop (P) drukken om de huidige positie van de deur
als tusseneindpositie over te nemen.
De tusseneindpositie opslaan door opnieuw op de knop (P)
te drukken.
Gebruiksstand Invoer verlaten
> 1 seconde op de knoppen (+ en -) drukken om INVOER te
deactiveren.
Naar de gebruiksstand Automatisch omschakelen
Opdeknop(P)drukkentotAUTOMATISCHverschnt.
6.6 Instellen van de mechanische eindpositie
Omschakeling in de gebruiksstand Afstelling
Op de knop (P) drukken.
Instellen van de eindpositie OPEN en DICHT
INFORMATIE
De instelling van de eindposities wordt beschreven in
de afzonderlijke documentatie van de mechanische
eindschakelaars.
De afstellingsstand verlaten door op de knop (P) te drukken.
6.4 Instelling van de elektronische
eindpositie op het LCD-scherm
LET OP
Beschadiging of vernieling door een ondeskundige
montage!
Het scherm moet in spanningsvrije toestand worden
geplaatst. Er mag alleen een scherm van het bedrijf MFZ
worden gebruikt:
Op opsteekvoet X8: LCD-scherm standaard (#206023)
Op opsteekvoet X14: LCD-scherm RS485
(#1700004793)
Omschakeling in de gebruiksstand Afstelling
Opdeknop(P)drukkentotAFSTELLINGverschnt.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de knoppen (+/-) te drukken.
Deeindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen(P)
en (+) te drukken.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de knop (+/-) te drukken.
Deeindpositieopslaandoortegelkertdopdeknoppen(P)
en (–) te drukken.
De afstellingsstand verlaten door op de knop (P) te drukken.
Aandachtspunten
Bdeeersteafstellingmoetenbeideeindpositiesworden
geprogrammeerd,andersisgeennormalegebruikmogelk.
Als een eindepositie wordt gecorrigeerd, dan kan na het
programmeren van de speciale eindpositie het afstellings-
menu worden verlaten door op de knop (P) te drukken.
Na het programmeren van de eindschakelaar wordt de
bewegingsduur van het systeem automatisch ingeleerd. Op
hetschermverschntINLERN.Defunctiesvandebesturing
znalsindeautomatischestand.
16 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
LET OP
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste
montage!
De MFZ LED-module (art.nr. 590045) is niet compatibel met
de CS310. Het gebruik en de inbedrijfstelling kan tot de
vernieling van de CS310-printplaat leiden.
7. Programmering
Aandachtspunten
De afstellingsstand wordt niet automatisch verlaten, Om
in de normale stand te komen, moet de afstellingsstand
worden verlaten door op de knop (P) te drukken.
Wanneer een tusseneindpositie moet worden gecorrigeerd,
dan moet de ingeleerde waarde in het menu INVOER
wordengewzigdofweeropAgezet,zodateennieuwe
programmering kan worden gestart.
Instellen van de eindposities
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 17
7.1 Overzicht LCD-monitor
LET OP
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste
montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenschermvandermaMFZ
(artikelnummer 206023 of 1700004793) worden gebruikt.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
A
B
C D E
F
G
H
Verklaring:
A: Gebruiksstand / diagnose-info
B: Parameter / diagnose-info
C: Knop (+)
D: Knop (-)
E: Knop (P)
F: Waarde / status
G: Waarde / status
H: Jumper
7.2 Gebruiksstanden van de LCD-monitor
De besturing beschikt met de LCD-monitor over vier standen:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de knoppen
(+), (-) en (P) geen functie. De schermweergave functioneert
nog wel.
Na het inschakelen van de besturing, bevindt deze zich
in de initialisatiestand. In het scherm wordt INIT PHASE
weergegeven, de besturing is niet bedrijfsklaar. De fase duurt
ongeveer 5 seconden.
De gebruiksmodi AFSTELLING, INVOER en DIAGNOSE worden
automatisch 7 minuten na de laatste druk op een knop
verlaten, de besturing springt dan naar de gebruiksmodus
AUTOMATISCH.
Stand 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksstand AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Scherm:
- Weergave van de uitgevoerde functie
- Weergave van de mogelijke fouten
Wordt in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend
contact“ op MOD2 of MOD3 gezet, dan verandert de
schermweergave van AUTOMATISCH in HAND.
Stand 2: AFSTELLING
In de stand AFSTELLING worden de eindposities OPEN/DICHT
ingesteld.
LET OP
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de bedrijfsmodus AFSTELLING gebeurt bij elektronische
eindstanden (AWG) geen afschakeling bij het bereiken van
de eindstand.
Door het passeren van de eindpositie kan de deur bescha-
digd raken.
In de INVOER-stand kan er nauwkeurig worden afgesteld.
Display:
- Weergave van de eindpositiewaarde
18 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Stand 3: INVOER
In de INVOER-stand kunnen de waarden van verschillende
parameters worden gewijzigd.
Scherm:
- Weergave van de geselecteerde parameter
- Weergave van de ingestelde waarde / status
Stand 4: DIAGNOSE
IndegebruiksstandDIAGNOSEkunnendeurspecieke
controles worden uitgevoerd.
Scherm:
- Weergave van de controle
- Weergave van de controlestatus
7.3 Initialisatie / reset
BdeeersteingebruiknameennaeenRESET,worden
de volgende componenten automatisch herkend en
ingeprogrammeerd:
Eindpositiesysteem
Veiligheidscontactlst
Fotocelsysteem
Ingang2(loopdeursensor8,2kΩ)
Tdensditproces(ongeveer60seconden)brandthetgroene
ledjeenophetschermverschntopdebovensteregel„INIT.
PHASE“
Eenbedieningvanhetsysteemistdensditprocesniet
mogelk.
Componentenkunnenachterafwordengewzigdof
toegevoegd via het LCD-scherm of een nieuwe initialisatie.
Is een component nog niet aangesloten, dan wordt dit op het
display met een „A“ aangegeven.
Belkevolgendeinitialisatiewordtnaardezecomponent
gezocht.Wordtdezeherkend,danwordtdebbehorende
instellingsmodus automatisch ingesteld.
Uitzondering:
ingang2blftinactief(MOD1),alserniet8,2kΩbde
eerste initialisatie wordt gedetecteerd.
Programmering
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 19
7.4 RESET van de besturing met LCD-display
Schakel over naar de gebruiksmodus INVOER.
Druk op de toets (P) tot INVOER verschijnt.
Houd de toetsen (+ en -) > 2 seconden ingedrukt om de
INVOER te activeren.
Reset van de besturing
Druk op de knop (+/-) tot FABRIEKSINST. verschijnt. De
waarde is ingesteld op MOD1.
Druk op de toets (+) tot MOD4 verschijnt.
Druk op de toets (P) om de reset starten.
De initialisatiefase wordt uitgevoerd en alle aangesloten
veiligheidscomponenten, evenals het eindpositiesysteem,
worden automatisch geprogrammeerd.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Ô „6.5 Instelling van de elektronische tusseneindposities op
het LCD-scherm“
Overschakeling naar de gebruiksmodus Automatisch
Druk op de toets (P) tot AUTOMATISCH verschijnt.
7.5 RESET van de besturing zonder LCD-
scherm
Schakel de stroomtoevoer uit.
Druk tegelijkertijd op de printplaattoetsen (P en –) en houd
ze ingedrukt.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
Druk tegelijkertijd op de printplaattoetsen (P en –) en houd
ze ingedrukt totdat het rode ledje (H6) snel knippert.
Laat de printplaattoetsen (P en –) los.
Daarna wordt de initialisatiefase doorlopen (ongeveer
60seconden).
Tijdens de initialisatie is noch de programmering, noch de
bediening van het systeem mogelijk.
Na de initialisatie worden de eindposities gewist en alle
parameters naar de fabrieksinstelling teruggezet.
20 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
8. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 Sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 Sec.
-
-> Positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
>1 Sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
Menu omhoog:
+
> 2 sec.
Menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar stand INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
>1
Sec
.
FIJN-DI. 0
V.ES-OP. U
V.ES-DI. U
TIJD OPEN 0
START WAARS. 0
WAARSCHW. V 0
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT MOD1
RELAIS 1 MOD6
RELAIS 2 MOD7
RELAIS 3 MOD28
RELAIS 4 MOD14
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKS FKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
ACHTERUIT ES BENEDEN + 50
FOTOCELBEW. A
FC FKT. MOD1
FC PUNT ES BENEDEN
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 MOD1
SKS3 MOD1
SKS4 MOD1
DUUR A
OMKEER TIJD 300
EINDPOS. A
ZELFSTOP. MOD1
KRACHT 10
INVERTER. MOD1
SERVICE OFF
RESET MSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKINST OFF
PIN NO.2 1111
DIAGNOSE
Menu omhoog:
+
> 2 sec.
Menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar stand
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES OBEN ON
ES UNTEN ON
AUF-TASTE OFF
DICHT-TOETS OFF
INGANG 1 OFF
INGANG 2 – / OFF
SKS ON
SKS 2 – / ON
STOPP 2 – / ON
SKS 3 – / ON
STOPP 3 – / ON
SKS 4 – / ON
STOPP 4 – / ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW ON
STOPKETEN ON
STOPP ON
DRAAIVELD Rechts
CYKLUS 000000
SERVICE OFF
AWG 0000
Foutgeheugen Error …
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 21
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
>1 Sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
-> Positie DEUR OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 Sec.
-
-> Positie DEUR DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
>1 Sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
Menu omhoog:
+
> 2 sec.
Menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar stand INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
>1
Sec
.
FIJN-DI. 0
V.ES-OP. U
V.ES-DI. U
TIJD OPEN 0
START WAARS. 0
WAARSCHW. V 0
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT MOD1
RELAIS 1 MOD6
RELAIS 2 MOD7
RELAIS 3 MOD28
RELAIS 4 MOD14
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKS FKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
ACHTERUIT ES BENEDEN + 50
FOTOCELBEW. A
FC FKT. MOD1
FC PUNT ES BENEDEN
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 MOD1
SKS3 MOD1
SKS4 MOD1
DUUR A
OMKEER TIJD 300
EINDPOS. A
ZELFSTOP. MOD1
KRACHT 10
INVERTER. MOD1
SERVICE OFF
RESET MSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKINST OFF
PIN NO.2 1111
DIAGNOSE
Menu omhoog:
+
> 2 sec.
Menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar stand
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES OBEN ON
ES UNTEN ON
AUF-TASTE OFF
DICHT-TOETS OFF
INGANG 1 OFF
INGANG 2 – / OFF
SKS ON
SKS 2 – / ON
STOPP 2 – / ON
SKS 3 – / ON
STOPP 3 – / ON
SKS 4 – / ON
STOPP 4 – / ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW ON
STOPKETEN ON
STOPP ON
DRAAIVELD Rechts
CYKLUS 000000
SERVICE OFF
AWG 0000
Foutgeheugen Error …
22 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Weergave Beschrijving
AUTOMATISCH
INLERN
Duur wordt automatisch ingeleerd
AUTOMATISCH
OPENEN
De deur beweegt naar de eindpositie OPEN
AUTOMATISCH
SLUITEN
De deur beweegt naar de eindpositie DICHT
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
De deur staat in een tussenstand
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
De deur staat in de eindpositie OPEN
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND
De deur staat in de positie GED.OPEN („voor-eindpositie“ boven)
AUTOMATISCH U
RUSTSTAND
De deur staat in de eindpositie DICHT
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND
De deur staat in de positie GED.DICHT („voor-eindpositie“ beneden)
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND
De deur staat in de omkeringsuitschakelpositie
Wordt in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend contact“ op MOD2, 3, 4, 5 of MOD6 gezet, dan verandert de schermweergave
van AUTOMATISCH in HAND.
Weergave Beschrijving
HAND
HANDM. OPEN
De deur beweegt naar de eindpositie OPEN
HAND
HANDM. DICHT
De deur beweegt naar de eindpositie DICHT
HAND
RUSTSTAND
De deur staat in een tussenstand
9. Functieoverzichten
9.1 Gebruiksstand Automatisch
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 23
9.2 Gebruiksstand Invoer
FUNCTIE Beschrijving
Instelmogelk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
NEDERLANDS Selectie van de menutaal
Alleen met LCD-monitor:
Als alternatief kan de menutaal ook tijdens de initialisatiefase (bij de eerste
ingebruikname of na een reset) worden geselecteerd. Hier verschijnt de in de
fabriek ingestelde menutaal (NEDERLANDS) gedurende ongeveer 10 seconden
als knipperende tekst in het display. Op dit punt kan de menutaal ook tijdens de
initialisatiefase worden gewijzigd.
Door op de toetsen [+] of [-] te drukken kan door de taalselectie worden gebladerd.
De gewenste taal met de toets [P] opslaan. Daarna worden alle tekstweergaven /
-meldingen in de geselecteerde taal weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
NEDERLANDS
DANSK
ESPANOL
POLSKI
CESKY
ITALIANO
SUOMI
SVENSKA
TÜRKÇE
NORSK
MAGYARUL
NEDERLANDS
FIJN-OP. Fijnafstelling van de eindpositie OPEN ten opzichte van de opgeslagen eindpositie
OPEN.
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
-250 – 250 0
FIJN-DI. Fijnafstelling van de eindpositie DICHT ten opzichte van de opgeslagen eindpositie
DICHT.
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
-250 – 250 0
V.ES-OP. Instelling van het schakelpunt vooreindpositie OPEN (GED.OPEN) ten opzichte van de
opgeslagen eindpositie OPEN.
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
Automatische inleren van de positie:
„6.5 Instelling van de elektronische tusseneindposities op het LCD-scherm“
A - lerend
0 = ES DI. – ES OP.
A - lerend
V.ES-DI. Instelling van het schakelpunt vooreindschakelaar DICHT ten opzichte van de
opgeslagen eindpositie DICHT.
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
Automatische inleren van de positie:
„6.5 Instelling van de elektronische tusseneindposities op het LCD-scherm“
A - lerend
0 = ES DI. – ES OP.
A - lerend
TIJD OPEN Nahetopenenbeweegtdedeurnahetverstrkenvandeingesteldewaardeweerin
de richting DICHT.
Opmerking:
DooropdeknopDICHTtedrukkentdensdetdopenbegintdesluitbeweging
onmiddellk.
DooropdeknoppenOPENofSTOPtedrukkentdensdetdopen,wordtdetd
opnieuw gestart.
Wordteenautomatischesluitenvandeveiligheidscontactlstonderbroken,
danverdubbeltzichdetdopen,na3pogingenwordthetautomatischsluiten
geannuleerd.
0 – 3600 seconden
0 = Automatisch
dichtgaan uit
0 = Automatisch
dichtgaan uit
START
WAARS.
Voorafgaande aan elke beweging wordt de startwaarschuwing uitgevoerd. 0 – 10 seconden
0 = Uit
0
WAARSCHW.
V
Voorafgaande aan het automatisch sluiten of het sluiten in de impulsstand, wordt de
voorwaarschuwingstijd geactiveerd.
Opmerking:
Deze tijd wordt opgeteld bij de startwaarschuwing
0 – 120 seconden 0 = Uit
24 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
FUNCTIE Beschrijving
Instelmogelk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
AUTOSLUIT MOD1: AUTOSLUIT vanuit eindpositie boven
MOD2: AUTOSLUIT vanuit gedeeltelijke beweging
MOD3: AUTOSLUIT vanuit eindpositie boven en gedeeltelijke beweging
MOD4: AUTOSLUIT vanuit alle deurposities
MOD1
MOD2
MOD3
MOD4
MOD1
SNELDICHT MOD1 : De tijd open verloopt normaal
MOD2 De tijd open wordt afgebroken nadat er door de fotocel is gereden
(systeem sluit onmiddellijk)
MOD3: De tijd open wordt afgebroken nadat de fotocel voor een minimale duur
(2 sec) is onderbroken (personenonderdrukking).
MOD1
MOD2
MOD3
MOD1
RELAIS 1 Aan alle 4 de relais kan een relaismodus van 1 - 13, 17 - 38 en 60 - 62 worden
toegewezen.
Relais 4 kan daarnaast ook met MOD14 - 16 worden geprogrammeerd.
MOD1: (Rood verkeerslicht 1) Waarschuwing vooraf - Knippert,
Werking van de deur - Brandt*
MOD2 (Rood verkeerslicht 2) Waarschuwing vooraf - Knippert,
Werking van de deur - Knippert*
MOD3: (Rood verkeerslicht 3) Waarschuwing vooraf - Brandt,
Werking van de deur - Brandt*
MOD4: Impuls bij OPEN-commando
MOD5: Storingsmelding
MOD6: Eindpositie OPEN
MOD7: Eindpositie DICHT
MOD8: Eindpositie OPEN genegeerd
MOD9: Eindpositie DICHT genegeerd
MOD10: Voor-eindpositie OPEN
MOD11: Voor-eindpositie DICHT
MOD12: Voor-eindpositie DICHT tot eindpositie DICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD14: Rem
MOD15: Rem genegeerd
MOD16: Rem ook in eindpositie OPEN ingeschakeld
MOD17: Veiligheidscontactlijst geactiveerd of een testfout
MOD18: (Rood verkeerslicht 4) Voorafgaande waarschuwing – Knippert
Deurweging - Uit
MOD19: Voor-eindpositie OPEN tot eindpositie OPEN
MOD20: Activering overdrachtsysteem infrarood
MOD21: Test van de intrekbeveiliging voor opening (extra module nodig)
MOD22: Activering radiotransmissiesysteem radio 1 en 3 of testen lichtrooster
MOD23: (Groen verkeerslicht) Eindpositie OPEN - Brandt
Voorafgaande waarschuwing - UIT
Deurbeweging - UIT*
MOD24: Condensatorschakeling voor 230V 1Ph aandrijvingen
MOD25: Erichtfunctie2min.NaeenOPEN-commando(ookindirectdoorimpuls)
MOD26: Activering overdrachtsysteem radio 2
MOD27: Impulssignaal na bereiken van de eindpositie OPEN
MOD28: Relais UIT
MOD29: Deur gaat OPEN
MOD30: Deur gaat DICHT
MOD31: Onderhoud, continu signaal na het bereiken van de ingestelde
onderhoudsinterval
MOD32: Werking op accu‘s
MOD33: Geen werking op accu‘s
MOD34: BMA-signaal
MOD35: Fotocel in werking
MOD36: Vergrendelingscilinder loopdeur
MOD37: Testen stopsignaal radiotransmissiesysteem radio 1 en 3
MOD38: Testen lichtrooster 2 (ingang 2)
MOD1 - MOD13
MOD17 - MOD38
MOD60 - MOD62
MOD6
RELAIS 2 MOD1 - MOD13
MOD17 - MOD38
MOD60 - MOD62
MOD7
RELAIS 3 MOD1 - MOD13
MOD17 - MOD38
MOD60 - MOD62
MOD1
RELAIS 4 MOD1 - MOD38
MOD60 - MOD62
MOD14
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 25
FUNCTIE Beschrijving
Instelmogelk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
MOD60: Verkeerslicht rood buiten (voorafgaande waarschuwing - knipperend,
deurbeweging oplichtend)
MOD61: Verkeerslicht rood buiten (voorafgaande waarschuwing - knipperend,
deurbeweging - knipperend)
MOD62: Verkeerslicht groen buiten
* bij actieve tegenverkeersregeling: Verkeerslicht binnen
LAMP RUST Verkeerslichten schakelen
MOD1: in ruststand UIT
MOD2 in ruststand AAN
MOD3: in ruststand na 5 minuten uit
MOD1 – MOD3 MOD1
SKS MOD1: OSE
MOD2 8K2
MOD3: DW als NC met test
MOD4: OSE als lichtrooster (zonder uitschakeling van het automatisch sluiten)
MOD5: 8K2 als lichtrooster (zonder uitschakeling van het automatisch sluiten)
A-zelerend
MOD1 – MOD5
A-zelerend
DW TEST Activering en deactivering van de testfunctie voor de aangesloten pneumatische
onderlijst.
Verschijnt alleen bij instelling van de parameter SKS = MOD3.
MOD1: Test OFF
MOD2: Test ON
MOD1 – MOD2 MOD2
DW POINT Punt waarop de aangesloten pneumatische (DW) onderlijst (X4 / 5+6) wordt getest.
Verschijnt alleen bij instelling van de parameter SKS = MOD3.
Instelling in stappen (alleen AWG), vanaf het onderste einduitschakelpunt.
Voor systemen met mechanische eindschakelaars, dient voor de VE DI. als DW-POINT.
0 – 1000 20
SKS FKT. MOD1: Stop + omkering
MOD2 Stop + vrijmaking gedurende 2 seconden
MOD1 – MOD2 MOD1
SKS OMKEER MOD1: Stop + omkering tussen EO en RP, stop tussen RP en EU
MOD2 Stop + omkering tussen EO en RP, geen actie tussen RP en EU
MOD3: Stop + omkering tussen EO en EU
Opmerking:
Bij systemen met mechanische eindschakelaars dient de VE DI. als RP.
MOD1 – MOD3 MOD1
ACHTERUIT Punt van de omkeringsuitschakeling (Reverse Point RP) voordat de eindpositie DICHT
wordt bereikt.
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
ES DI + 0 – 250 ES DI + 50
FOTOCEL-
BEW.
MOD1: 2-draads
MOD2 NC-contact / NPN
MOD3: PNP
A-zelerend
MOD1 – MOD3
A-zelerend
FC FKT. Deurbeweging DICHT Deurbeweging OPEN
MOD1: Stop + omkering Geen actie
MOD2 Stop en vrijmaking Geen actie
MOD3: STOP Geen actie
MOD4: STOP STOP
MOD5: Stop + omkering Meebeweegonderdrukking
MOD1 – MOD5 MOD1
FC PUNT Tussen de ES DI. en de FC POINT wordt de fotocel niet geanalyseerd.
(Kozijnfunctie).
Alleen zichtbaar bij systemen met elektronische eindschakelaar.
0 =
ES DI. (0) – ES OP.
0
26 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
FUNCTIE Beschrijving
Instelmogelk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
IMPULS MOD1: OPEN - STOP - Dicht- Stop
MOD2 Alleen OPEN
MOD3: Alleen OPEN, stopt bij bewogen deur
MOD4: Alleen OPEN, inactief tijdens beweging
MOD5: DICHT vanuit EO, anders OPEN
MOD1 – MOD5 MOD1
INGANG 1 MOD1: Toets ged. OPEN
MOD2 Schakelaar ged. OPEN
MOD3: Schakelaar AUTO DICHT
MOD4: Externe KLOK (constant open)
MOD5: Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke opening) NO
MOD6: Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NO
MOD7: Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NC
MOD8: Schakelaar BMA 2 (noodopening) NO
MOD9: Schakelaar BMA 2 (noodopening) NC
MOD10: Toets ventilatiefunctie NO
MOD11: Toets automatisch sluiten
MOD12: Laserscanner (optioneel)
MOD13: Schakelaar BMA 3 noodsluiting (gedeeltelijke opening) NC
MOD30: OPEN toets binnen
MOD31: OPEN toets buite
MOD32: DICHT-toets
MOD1 – MOD13
MOD30 – MOD32
MOD1
INGANG 2
(SKS2)
MOD1: NIET actief
MOD2 Loopdeurschakelaar 8K2 Stop bij afwijking
MOD3: Veiligheidscontactlijst OPEN 8K2 Stop en omkering
MOD4: Veiligheidscontactlijst OPEN 8K2 Stop en vrijmaking
MOD5: Werking op accu‘s
MOD6: Radarbewegingsmelder (speciaal)
MOD7: Lichtrooster 2
8,2kΩStoppenenomkeren/vrijebeweging
MOD1 - MOD7 MOD1
SKS3 MOD1: niet gebruikt
MOD2: SKS DI.
MOD3: SKS OP.
MOD4: Stop
Alleen te gebruiken in combinatie met de insteekmodule Draadloze signaaloverdracht
in klem X20.
MOD1 - MOD4 MOD1
SKS4 MOD1: niet gebruikt
MOD2: SKS DI.
MOD3: SKS OP.
MOD4: Stop
Alleen te gebruiken in combinatie met de insteekmodule Draadloze signaaloverdracht
in klem X20.
MOD1 - MOD4 MOD1
DUUR Bewaking van de maximale duur van een op-en-neerbeweging.
Tijdens de leercyclus wordt de duur van de deurbeweging automatisch ingeleerd.
Bij een afwijking van 20% (in beide richtingen) verschijnt een bewegingsduurfout.
Na het automatisch inleren kan de duur handmatig worden gewijzigd.
A = Automatisch
1 – 300 seconden
A
OMKEER
TIJD
Duur van de stilstand bij elke richtingsverandering De omkeertijd na activering van de
contactlijst of fotocel tijdens de sluitbeweging bedraagt een derde van de ingestelde
tijd.
100 -
2000 milliseconden
300 milliseconden
EINDPOS. MOD1: AWG
MOD2: mechanische eindschakelaar
MOD3: niet actief
MOD4: AWG met negatieve impulsen
(alleen voor gebruik frequentieomvormer met links draaiveld)
A-zelerend
MOD1 – MOD4
A-zelerend
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 27
FUNCTIE Beschrijving
Instelmogelk-
heden
Fabrieksinstel-
ling
ZELFSTOP. MOD1: Automatisch bedrijf
MOD2 Handbediening voor OPEN + DICHT met analyse sluitkantbeveiliging
MOD3: Handbediening voor DICHT met analyse veiligheidscontactlijst
MOD4: Handbediening voor OPEN met analyse veiligheidscontactlijst
MOD5: Handbediening voor OPEN + DICHT zonder analyse veiligheidscontactlijst
MOD6: Handbediening voor DICHT zonder analyse veiligheidscontactlijst
MOD1 – MOD6 MOD1
KRACHT Automatische krachtbewaking
(Bewaking van de draaisnelheid)
Foutmelding bij stugge beweging en blokkering van de deur.
Instelling van de gevoeligheid voor beide bewegingsrichtingen.
Een waarde voor de kracht (draaisnelheid) wordt tijdens het openen en sluiten
weergegeven. Bij een geactiveerde krachtbewaking moet een kleinere waarde worden
ingesteld dan de kleinste waarde die tijdens de deurbeweging wordt weergegeven.
Hoe groter het verschil met de kleinste weergegeven waarde, des te minder gevoelig
de krachtbewaking reageert.
De krachtbewaking is alleen geactiveerd wanneer de ingestelde waarde > 0.
0 – 9999 10
INVERTER Aangesloten frequentieomvormer AAN / UIT
Gedetailleerde informatie vindt u in de handleiding CS310FU
MOD1: GEEN FU
MOD2: FU
MOD1 – MOD2 MOD1
SERVICE OFF: Onderhoudsweergave niet actief
Instellingvaneenonderhoudsinterval.Naaoopvandedeurcycliwordteen
onderhoudsmelding (LED / LCD) gegenereerd. Is een relaisuitgang met MOD31
geprogrammeerd, dan schakelt het desbetreffende relais (continu signaal).
Verschijnt pas na activering van invoerniveau 2 met behulp van de parameter
PIN-nr2.
OFF
0 – 9999
OFF
RESET
MSBUS
Alle toegewezen MSBUS adressen worden teruggezet.
Na opnieuw starten van de besturing gebeurt een nieuwe adressering van alle
aangesloten MSBUS apparaten.
Gedetailleerde informatie vindt u in de handleiding van het MSBUS apparaat.
ON
OFF
ON
RESTART Bij activering van de functie wordt de besturing opnieuw gestart. ON
OFF
OFF
FABRIEKINST. Terugzetten (reset) van alle parameters van de besturing naar de fabrieksinstellingen.
MOD1: geen reset
MOD2: deelreset1(zonderradiograsche(FU)parameters)
MOD3: deel reset 2 (alles behalve eindposities / herkent eindschakelaarsysteem)
MOD4: Totale reset (alles wordt naar de fabrieksinstellingen teruggezet)
MOD1 – MOD4 MOD1
PIN-nr.: 2 Invoer en selectie van een PIN-code voor het programmeren van een
onderhoudsinterval.
Na invoer van de PIN-code wordt het tweede programmeringsniveau geopend.
Daarna kan een onderhoudsinterval via de parameter SERVICE worden ingevoerd.
Invoerniveau 2 verdwijnt na het uitschakelen van de spanning of automatisch na
10 minuten. Een wijziging van de PIN-code kan alleen plaatsvinden in het tweede
programmeringsniveau.
0 – 9999 1111
28 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Uitleg bij de relaismodi:
A. Functies van het verkeerslicht
MOD Benaming Eindpositie DICHT Eindpositie OPEN
Voorafgaande
waarschuwing
Beweging van de
deur
MOD1 Rood verkeerslicht 1
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Brandt
MOD2 Rood verkeerslicht 2
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Knippert
MOD3 Rood verkeerslicht 3
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Brandt Brandt
MOD18 Rood verkeerslicht 4
3
UIT UIT Knippert UIT
MOD23 Groen verkeerslicht
3
UIT Brandt
2
UIT UIT
MOD60 Rood verkeerslicht 1
4
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Brandt
MOD61 Rood verkeerslicht 2
4
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Knippert
MOD62 Groen verkeerslicht
4
UIT Brandt
2
UIT UIT
1
afhankelijk van parameter LAMP RUST
2
Bij actieve tegenverkeersturing afhankelijk van openen-commando binnen of buiten
3
Bij actieve tegenverkeersturing verkeerslicht binnen
4
Bij actieve tegenverkeersturing verkeerslicht buiten
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 29
B. Positiemeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD6 Eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie eindpositie OPEN
bevindt.
MOD7 Eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie DICHT
bevindt.
MOD8 Niet eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de positie Eindpositie OPEN
bevindt.
MOD9 Niet eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de stand Eindpositie DICHT
bevindt.
MOD10 Vooreindpositie OPEN / DEEL OPEN HetrelaissluithetcontactwanneerdedeurzichindepositieVooreindpositieOPEN/
deel OPEN bevindt.
MOD11 Voor-eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Vooreindpositie DICHT
bevindt.
MOD12 Voor-eindpositie DICHT tot eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich tussen eindpositie DICHT en
vooreindpositie DICHT bevindt
MOD19 Vooreindpositie OPEN tot eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich tussen eindpositie OPEN en
vooreindpositie OPEN / deel OPEN bevindt.
C. Impulssignalen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD4 Impuls bij OPEN-commando Het relais sluit het contact gedurende 1 seconde wanneer de deur een OPEN-
commando krijgt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een lichtaansturing gerealiseerd
worden.
MOD27 Impuls na bereiken van de eindpositie OPEN Het relais sluit het contact gedurende 2 seconden wanneer de deur de positie
eindpositie OPEN bereikt.
Met deze impuls kan bijvoorbeeld een volgende slagboom geopend worden.
30 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
D. Remfuncties (alleen op relais 4 instelbaar)
MOD Benaming Opmerkingen
MOD14 Rem Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om een
snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt gesloten en zo wordt de rem
geventileerd zodra de deur zich beweegt (ruststroomrem).
MOD15 Rem genegeerd Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om een
snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt geopend en zo wordt de rem
geventileerd zodra de deur zich beweegt (werkstroomrem)
MOD16 Rem blijft in opentijd ON Via het relais wordt het schakelcontact van de remgelijkrichter aangestuurd, om
een snellere remfunctie te realiseren. Het contact wordt gesloten en zo wordt de
rem geventileerd zodra de deur zich beweegt (ruststroomrem). Om in de bovenste
eindpositie een zachtere stilpositie van de deur te bereiken, wordt het schakelcontact
in de positie eindpositie OPEN (OPENTIJD) niet geschakeld.
E. Storingsmeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD5 Storingsmelding Het relais opent het contact wanneer er een stopcommando of een fout is.
Alle fouten van hoofdstuk 10 leiden tot de activering van het relais.
MOD17 Veiligheidscontactlijst (SKS) geactiveerd Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt ingedrukt.
Een fout van de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt weergegeven via
MOD5.
MOD35 Fotocel Schakelt analoog aan de fotocelingang X4 (3.4) het binnenkomende signaal als een
melding door.
Relais UIT Signaal van de fotocel is in orde
Relais UIT Lichtstraal onderbroken of fotocel defect
F. Bewegingssignaal
MOD Benaming Opmerkingen
MOD29 Deur gaat OPEN Actief bij beweging
MOD30 Deur gaat DICHT Actief bij beweging
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 31
G. Functies voor het externe toebehoren
MOD Benaming Opmerkingen
MOD13 Magneetslotfunctie Het relais sluit voorafgaande aan elke deurbeweging. In de ruststand is het relais
geopend.
Er is voorafgaande aan elke deurbeweging een vertragingstijd van 0,5 seconden
ingesteld.
MOD20 Activering overdrachtsysteem infrarood Voor elk OMLAAG-commando wordt het overdrachtsysteem infrarood geactiveerd en
blijft voor de duur van het sluiten actief.
Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde neerlating plaats.
MOD21 Test van de intrekbeveiliging Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie DICHT bereikt wordt en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van het stopcircuit.
MOD22 Activering overdrachtysteem radio 1,
Testenvanlichtrooster1(8,2kΩofopto-sensor)
Het relais genereert een testsignaal wanneer de eindpositie OPEN wordt bereikt en
verwacht als reactie op het testsignaal een activering van de veiligheidscontactlij-
stingang.
MOD24 Condensatorschakeling Bij elk bewegingscommando wordt het relais ongeveer 1 seconde lang gesloten.
Met behulp van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde extra
startcondensator ingeschakeld, om daarmee te garanderen dat de motor start.
MOD25 Erichtfunctie Bij elk OPEN-commando wordt het relais 2 minuten lang gesloten en kan zo gebruikt
worden voor de aansturing van een verlichting.
MOD26 Activering overdrachtysteem radio 2 Voorafgaande aan elk NEER-commando wordt het transmissiesysteem Radio met
een impuls geactiveerd. De duur van de activering moet op het transmissiesysteem
ingesteld worden. Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde
neerlating plaats.
MOD28 Relais UIT Het relais is altijd geopend.
MOD36 Pneumatische cilinder voor vergrendeling van de
loopdeur (drempelloos deursysteem).
Bij elk OPEN-commando wordt het relais geactiveerd en stuurt een pneumatische
cilinder aan, die de loopdeur in de deur mechanisch vergrendeld. De
vergrendelpositie van de cilinder wordt opgevraagd via een eindschakelaar. Pas na
vrijgave van deze eindschakelaars begint de deur te bewegen. Het relais blijft zolang
actief totdat het onderste eindpunt weer is bereikt.
MOD37 Test van het stopsignaal via radiotransmissiesysteem
radio 1 en radio 3
Het relais genereert een testsignaal in de eindpositie OPEN en verwacht als respons
op het testsignaal een onderbreking van het stopcircuit.
MOD38 Testenvanhetlichtrooster2(8,2kΩ).
Aansluiting via ingang 2 (X4 / 11+12)
Het relais genereert een testsignaal in de eindstand OPEN en verwachte als respons
op het testsignaal een onderbreking op ingang 2.
32 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
H. Ingangsafhankelijke meldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD32 Accubedrijf Actief bij accubedrijf. Ingang 2 is overbrugd (instelling MOD5).
MOD33 Geen accubedrijf Actief bij netbedrijf. Ingang 2 is open (instelling MOD5).
Het relais werkt bij de programmering met MOD32 / 33 als vertraagd wisselcontact
en volg het signaal op ingang 2 bij instelling MOD5.
Ingang 2 wordt in dit geval met een stuursignaal van het UPS-systeem gevoed, welke
zorgt voor het omschakelen tussen de netvoeding en de UPS-voeding.
MOD34 BMA signaal Schakelt bij actieve brandmeldinstallatie
Volgt het signaal op ingang 1 bij instelling MOD5-9 / 13
Ingang 1 wordt in dit geval met een stuursignaal van de brandmeldinstallatie
gevoed en afhankelijk van de instelling opent of sluit de deur zich in een eind- of
tussenpositie.
Verduidelijkingen van de ingangen:
A. Functies ingang 1
MOD Benaming Opmerkingen
MOD1 Toets ged. OPEN Door indrukken van de toets (ingang 1) opent de deur tot in de tussenpositie ged.
OPEN.
MOD2 Schakelaar ged. OPEN Gesloten: Alle OPEN-commando‘s leiden tot stand ged. OPEN.
Open: Alle OPEN-commando‘s leiden tot stand OPEN.
MOD3 Schakelaar AUTO DICHT Gesloten: geen automatisch sluiten (open tijd aanhouden)
Open: Automatisch sluiten is actief (enkel bij OT > 0)
MOD4 Externe KLOK (constant open) DedeurgaatopenzodrahetcontactsluitenblftindestandOPEN
(opentdaanhouden)tothetcontactopent.Danvolgteenautomatischsluiten
(enkelbOT>0).DezefunctiekandoorindrukkenvandeDICHT-toetsafgebroken
worden. De deur gaat DICHT.
MOD5 Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke opening) NO Open: Normale functie
Gesloten: Gedeeltelijke opening van de deur. Positie V.ES-OP. wordt vanuit twee
richtingen benaderd, ongeacht de huidige positie van de deur.
TOETS: geen functie
FC / SKS: deur stopt en beweegt in vrije positie (alleen in richting
DICHT), na 5 seconden hernieuwde sluiting
STOP: onderbreking van de noodsluiting zolang de toets ingedrukt
wordt
MOD6 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NO Open: Normale functie
Gesloten: Noodsluiting van de deur
TOETS: geen functie
FC / SKS: deur stopt en beweegt in vrije positie, na 5 seconden weer
proberen
STOP: onderbreking van de noodsluiting zolang de toets ingedrukt
wordt
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 33
MOD Benaming Opmerkingen
MOD7 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NC Gesloten: Normale functie
Open: Noodsluiting van de deur
TOETS: geen functie
FC / SKS: deur stopt en beweegt in vrije positie, na 5 seconden weer
proberen
STOP: onderbreking van de noodsluiting zolang de toets ingedrukt
wordt
MOD8 Schakelaar BMA 2 (noodopening) NO Open: Normale functie
Gesloten: Noodopening van de deur
TOETS: geen functie
FC / SKS: geen functie
STOP: onderbreking van de noodopening zolang de toets ingedrukt
wordt.
Geen automatisch sluiten na deactivering door BMA.
MOD9 Schakelaar BMA 2 (noodopening) NC Gesloten: Normale functie
Open: Noodopening van de deur
TOETS: geen functie
FC / SKS: geen functie
STOP: onderbreking van de noodopening zolang de toets ingedrukt
wordt.
Geen automatisch sluiten na deactivering door BMA.
MOD10 Toets ventilatiefunctie NO Open: Normale functie
Gesloten: Gedeeltelijke opening van de deur. Positie V.ES-DI. wordt vanuit twee
richtingen benaderd, ongeacht de huidige deurpositie.
MOD11 Toets automatisch sluiten 1. Indrukken: geen automatisch sluiten (open tijd aanhouden)
2. Indrukken: automatisch sluiten is actief (enkel OT > 0)
3. Indrukken: geen automatisch sluiten (open tijd aanhouden)
MOD12 Laserscanner (optioneel) in combinatie met ingang 2 (MOD6). Zie uitleg ingang 2.
MOD13 Schakelaar BMA 3 noodsluiting
(gedeeltelijke opening) NC
Open: normale functie
Gesloten: gedeeltelijke opening van de deur. Positie V.ES-OP. wordt vanuit twee
richtingen benaderd, ongeacht de huidige deurpositie.
TOETS: geen functie
FC / SKS: deur stopt en beweegt in vrije positie (alleen in richting
DICHT), na 5 seconden weer proberen
STOP: onderbreking van de noodsluiting voor de duur van de
bediening.
MOD30 OPEN toets binnen Door indrukken van de toets opent de deur tot in de eindstand OPEN.
Het verkeerslicht binnen schakelt naar groen.
MOD31 OPEN toets buiten Door indrukken van de toets opent de deur tot in de eindstand OPEN.
Het verkeerslicht buiten schakelt op groen.
MOD32 DICHT-toets Door indrukken van de toets sluit de deur tot in de eindstand DICHT.
34 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
B. Functies ingang 2
MOD Benaming Opmerkingen
MOD1 niet actief
MOD2 Loopdeurschakelaar (8,2 kOhm) Stop bij afwijkingen
MOD3 Schakellijst OPEN (8,2 kOhm) Stop en omkering
MOD4 Schakellijst OPEN (8,2 kOhm) Stop en vrijloop
MOD5 Accubedrijf (MDFU-speciaal) NO Actief bij voeding via accu.
Relaisomschakeling MOD32 / MOD33.
MOD6 Radarbeweging (speciaal) NO OPEN-commando‘s van ingang 2 leiden in de eindstand OPEN, wanneer de ingang 1
(MOD12) ON geschakeld is.
OPEN-commando‘s van ingang 2 leiden in de eindstand ged. OPEN, wanneer de
ingang 1 (MOD12) OFF geschakeld is.
Alle OPEN-commando‘s van X3, X7, X13 en X9 leiden steeds in de eindstand OPEN.
De ingang 1 is hier zonder betekenis.
MOD7 Lichtrooster2(8,2kΩ) Gedrag zoals lichtrooster 1 (SKS MOD4): Stop en omkering
Soort van omkering (omkering / vrije beweging) wordt hier ook bepaald.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 35
9.3 Gebruikswijze Diagnose / foutgeheugen
Weergave Betekenis Toestand
ES BOVEN Eindpositie BOVEN OFF: eindpositie is bereikt
ON: eindpositie is niet bereikt
ES BENEDEN Eindpositie BENEDEN OFF: eindpositie is bereikt
ON: eindpositie is niet bereikt
OPEN-TOETS Commandotoets / ingang OPEN ON: toets is ingedrukt / Ingang is actief
OFF: toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
DICHT-TOETS Commandotoets / ingang DICHT ON: toets is ingedrukt / Ingang is actief
OFF: toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
INGANG 1 INGANG 1 (X4 / 9 + 10) ON: ingang 1 is actief
OFF: ingang 1 is niet actief
INGANG 2 INGANG 2 (X4 / 11 + 12) ON: ingang 2 is actief
OFF: ingang 2 is niet actief
Weergave ON / OFF alleen bij het instelling MOD5 / MOD6.
SKS Veiligheidscontactlijst 1
(DW,8,2kΩofopto-sensor)
(X4 / 5-8) DICHT-richting
ON: systeem is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
SKS 2 Veiligheidscontactlijst 2
(8,2kΩ)
Aansluiting op ingang 2
(X4 / 11+12) OPEN-richting
ON: systeem is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD3 / MOD4
STOP 2 Veiligheidscircuit 2
Loopdeurschakelaar(8,2kΩ)
Aansluiting op ingang 2 (X4 / 11+12)
ON: veiligheidscircuit is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD2 in de INVOER-parameter INGANG 2
SKS 3 Veiligheidscontactlijst 3
(8,2kΩofopto-sensor)
Radiotransmissiesysteem kanaal 1
OPEN- of DICHT-richting
ON: systeem is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD2 / MOD3 in de INVOER-parameter
SKS2
STOP 3 Veiligheidscircuit 3
Radiotransmissiesysteem kanaal 1
ON: veiligheidscircuit is gesloten
OFF: Veiligheidscircuit is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD4 in de INVOER-parameter SKS 3
SKS 4 Veiligheidscontactlijst 4
(8,2kΩofopto-sensor)
Radiotransmissiesysteem kanaal 2
OPEN- of DICHT-richting
ON: systeem is gesloten
OFF: systeem is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD2 / MOD3 in de INVOER-parameter
SKS4
STOP 4 Veiligheidscircuit 4
Radiotransmissiesysteem kanaal 2
ON: Veiligheidscircuit is gesloten
OFF: Veiligheidscircuit is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD4 in de INVOER-parameter SKS 4
IMPULS Commandotoets / ingang IMPULSE ON: toets is ingedrukt / Ingang is actief
OFF: toets is niet ingedrukt / ingang is niet actief
SCHAKELKLOK weekschakelklok (opsteekbar) ON: tijdschakelklok is actief
OFF: tijdschakelklok is niet actief
36 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Weergave Betekenis Toestand
FOTOCELBEW. Fotocel doorgang ON: signaal van de fotocel is in orde
OFF: lichtstraal onderbroken of fotocel defect
STOPKETEN Veiligheidscircuit 1
Noodstopsystemen van de
deurinstallatie
ON: veiligheidscircuit is gesloten
OFF: veiligheidscircuit is onderbroken
STOP Commandotoets HALT
(dekseltoetsenbord)
ON: toets is niet ingedrukt
OFF: toets is ingedrukt
DRAAIVELD Geeft de momenteel ingestelde
draairichting van de aandrijving aan
RECHTS: instelling voor rechts draaiveld
LINKS: instelling voor links draaiveld
CYCLUS Deurcycliteller
(1 x OPEN + 1 x DICHT = 1 cyclus)
Er wordt alleen geteld als de
betreffende einduitschakelpunten zijn
bereikt.
Weergave van de doorlopen deurcycli
SERVICE Service-alarmfunctie
Instelling op INVOER-parameter
SERVICE en PIN-nr. 2
OFF: onderhoudsweergave niet actief
0 - 9999: onderhoudsweergave is actief
Weergave van de resterende deurcycli tot aan de onderhoudsmelding
AWG Positie van de absolute encoder Weergave van de momenteel overgedragen waarde
ERROR …
AANTAL
CYCLUS
Foutgeheugen van de besturing
De foutmeldingen van de besturing
kunnen hier met informatie over
frequentie en cyclus worden uitgelezen.
Met behulp van de toetsen [+] en [-]
van het LCD-scherm kunt u door de
verschillende foutmeldingen bladeren.
„10.1 Foutmelding op het LCD-
scherm“
Wissen van het foutgeheugen:
Gelijktijdig indrukken van de toetsen [+]
en[-]gedurendeongeveer2seconden.
Elke foutmelding moet afzonderlijk
worden gewist.
De weergave wisselt om de 2 seconden tussen
– de foutbeschrijving,
– de frequentie dat deze optreedt en
– de vermelding bij welke cyclus de fout voor het laatst is opgetreden..
Verschijnt onder Aantal een 0, dan is de desbetreffende fout nog nooit opgetreden.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 37
10. Foutmelding en ophefng
10.1 Foutmelding op het LCD-scherm
Storing / melding Oorzaak Ophefng
Installatie reageert niet Geen spanning aanwezig. Netspanning naar aandrijving en besturing controleren.
Deur beweegt bij het indrukken van
de knop OPEN naar de eindpositie
DICHT
Deur beweegt bij het indrukken van
de knop DICHT naar de eindpositie
OPEN
Draaiveld is verkeerd ingesteld. Draaiveld controleren en eventueel draaiveld naar rechts
activeren.
FAULT – X Interne software- of hardwarefout. Besturing herstarten.
STOPKETEN Het veiligheidscircuit is onderbroken.
X3 / 1+2 Veiligheidscircuit
besturing NOODSTOP,
slappe kabelschakelaar,
intrekbeveiliging
X6 1+2 AAN / UIT intern
X11 7 4+8 Veiligheidscircuit aandrijving
X2 B1+B2 Brug
X3 / 3+4 externe stoptoets
X7 / 1+2 interne stoptoets
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en
probleem oplossen.
ERROR INVERTER Bij aangesloten frequentieomvormer is een
probleem opgetreden.
Oorzaak vaststellen.
Met STOP bevestigen.
Spanning in- en uitschakelen.
ERROR LOOPTIJD De geprogrammeerde bewegingsduur is
overschreden.
Baan van de deur en bewegingstijd testen.
Bewegingstijd indien nodig herprogrammeren.
ERROR AWG Signaaloverdracht tussen de absolute
encoder en besturing is onderbroken of
verstoord.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel
vervangen.
ERROR EINDPOS. De deur bevindt zich buiten het
geprogrammeerde eindpositiebereik.
De eindposities zijn nog niet
geprogrammeerd.
De deur via de noodbediening in het geprogrammeerde bereik
terugzetten.
Eindposities vervolgens programmeren.
ERROR KRACHT De krachtbewaking heeft gereageerd. De deur op mechanische schade controleren.
ERROR DR.-VELD Het aanwezige draaiveld is geen rechts
draaiveld.
Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
„6.1 Controle achterwaartse / voorwaartse richting“
ERROR POSITIE Het toerental van de AWG is van de
geprogrammeerde nominale werking
afgeweken.
Vrijschakelen en besturingsas van de AWG controleren.
ERROR SKS DIC. Veiligheidscontactlijst 1 vertoont
mankement in DICHT-richting –> (X4 / 5-8)
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren.
ERROR SKS OPEN 2 Veiligheidscontactlijst 2 vertoont
mankement in DICHT-richting
–> (X4 / 11+12) ingang 2
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren.
ERROR STOP 2 Veiligheidscircuit 2 is onderbroken.
Loopdeurschakelaar8,2kΩ
–> (X4 / 11+12) ingang 2
Loopdeurschakelaar controleren.
38 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
Storing / melding Oorzaak Ophefng
ERROR SKS DIC. 3 Veiligheidscontactlijst 3 vertoont
mankement in DICHT-richting
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscontactlijst controleren.
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR SKS OPEN 3 Veiligheidscontactlijst 3 vertoont
mankement in OPEN-richting
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscontactlijst controleren.
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR STOP 3 Veiligheidscircuit 3 is onderbroken.
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscircuit controleren.
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR SKS DIC. 4 Veiligheidscontactlijst 4 vertoont
mankement in DICHT-richting
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscontactlijst controleren.
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR SKS OPEN 4 Veiligheidscontactlijst 4 vertoont
mankement in OPEN-richting
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscontactlijst controleren.
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR STOP 4 Veiligheidscircuit 4 is onderbroken.
–> RADIOtransmissiesysteem
Veiligheidscircuit controleren
RADIOtransmissiesysteem controleren.
ERROR SKS-TEST Detestvandeaangeslotendrukgolijst
was niet succesvol.
DA-schakelaar,spiraalkabelenrubberproelcontroleren.
Instelling DW POINT controleren.
Test van het radiotransmissiesysteem
RADIO1ofRADIO2ismislukt.
Radiotransmissiesysteem RADIO controleren.
Ingestelde relais MOD voor radiotransmissiesysteem
controleren.
„G. Functies voor het externe toebehoren“ op pagina 31
ERROR FOTOCEL De aangesloten fotocel vertoont een
permanente storing.
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bedrading controleren.
ERROR FC-TEST Het testen van de 2-draads fotocel is
mislukt.
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bedrading controleren.
ERROR STOP-TEST Het testen van de loopdeurschakelaar
(8,2kΩ)ismislukt.–>Ingang2
Loopdeurschakelaar controleren.
ERROR INTREK De test van de intrekbeveiliging (optionele
module) is mislukt. –> Relais MOD21
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bedrading controleren.
ERROR CYLINDER De bewakingseindschakelaar van het
vergrendelsysteem voor drempelloze deuren
heeft niet binnen 10 seconden geschakeld
nadat een AT-commando is ingevoerd.
Eindschakelaar van de cilinder controleren.
ERROR MSBUS De communicatie tussen de besturing
en de aangesloten MS-BUS module is
onderbroken.
Kabel en stekkerverbindingen controleren en eventueel
vervangen.
Na het verhelpen van de storingsoorzaak moet bij volgende fouten de besturing eenmaal spanningsvrij worden
geschakeld of moet er een herstart plaatsvinden ( > Menu INVOER > Parameter HERSTART > ON)
ERROR DR.-VELD
ERROR LOOPTIJD
ERROR EINDPOS.
Foutmelding en ophefng
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 39
10.2 Foutmelding via ledje
Ledje H4 (Groen, basisplatine of CSI-toets)
Storing / melding Led-weergave Opmerkingen
Geen bedrijfsspanning Uit Geen voedingsspanning aanwezig
Ledje H6 (Rood hoofdprintplaat of CSI-drukschakelaar)
Storing / melding Led-weergave Opmerkingen
STOPKETEN 1x knipperen Veiligheidscircuit is onderbroken.
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en probleem oplossen.
ERROR AWG 2x knipperen Signaaloverdracht tussen de absolute encoder en de besturing is onderbroken of
verstoord.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel vervangen.
ERROR EINDPOS. 3x knipperen De installatie bevindt zich buiten het geprogrammeerde eindpositiebereik of de
eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
Eerste de eindposities programmeren.
Deur via de noodbediening in het geprogrammeerde bereik terugzetten.
ERROR DR.-VELD 4x knipperen Het aanwezige draaiveld is geen rechts draaiveld.
Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
„6.1 Controle achterwaartse / voorwaartse richting“
ERROR KRACHT 5x knipperen De krachtbewaking is ingeschakeld.
Deur op mechanische schade controleren.
ERROR LOOPTIJD 6x knipperen De geprogrammeerde looptijd is overschreden.
Bewegingsbaan en looptijd van de deur controleren.
Looptijd eventueel herprogrammeren.
ERROR INVERTER 7x knipperen Bij aangesloten frequentieomvormer is een probleem opgetreden.
Oorzaak vaststellen, met STOP bevestigen.
Spanning uit- en weer inschakelen.
FOUT MSBUS 9x knipperen Communicatiefout tussen de besturing en het aangesloten MS-BUS-eindapparaat.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel vervangen.
ERROR SKS Continu licht
Bewegen in richting DICHT
alleen in dodemansfunctie
Veiligheidscontactlijst vertoont mankement in de richting OPEN of DICHT.
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren, eventueel
radiotransmissiesysteem RADIO controleren.
ERROR FOTOCEL Continu licht
Bewegen in richting DICHT
alleen in dodemansfunctie
De aangesloten fotocel vertoont een permanente storing.
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bedrading controleren.
40 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
11. Technische gegevens
11.1 Mechanische en elektrische gegevens
Afmetingen
behuizing:
215 x 275 x 190 mm
Montagehoogte: verticaal aan de wand; minimaal een hoogte
van 1100 mm
Voeding via
L1, L2, L3, N, PE: 400V/3~ , 50/60Hz
230V/3~ , 50/60Hz
L1, N, PE: 230V/1~ , 50/60Hz
Stroomverbruik max. 2200W
bij voeding 400V/3~
Zekering: 10 A K-karakteristiek
Eigen verbruik van de
besturing:
max. 750 mA
Stuurspanning 24 V DC, max. 500 mA; gezekerd door zelfterug-
zettende zekeringen voor externe sensortech-
nologie
Stuuringangen: 24 V DC, alle ingangen moeten potentiaalvrij
worden aangesloten, min. signaalduur voor
ingaand stuurcommando > 100 ms
Besturingsuitgangen: 24 V DC, max. 500 mA
RS485 A en B alléén voor elektronische eindschakelaars
RS485-niveau,afgeslotenmet120Ω
Veiligheidscircuit /
noodstop:
Alle ingangen moeten per se potentiaalvrij
worden aangesloten; bij onderbreking van het
veiligheidscircuit is geen elektrische beweging
meer mogelijk, ook niet in de dodemansstand
Ingang veiligheidscon-
tactlst(beschermings-
niveau C):
Performance Level C
voor elektrische veiligheidscontactlijsten met
8,2kΩ,afsluitweerstandvoordynamische
optische systemen
Fotocel (beschermings-
niveau D):
Indien de fotocel wordt gebruikt als beveili-
gingssysteem op niveau D, moet de werking
regelmatig worden gecontroleerd, minimaal
binnen 6 maanden. MFZ tweedraads-fotocellen
zijn zelftestend, hierdoor vervalt deze eis.
Scherm (LCD) Als programmeerprintplaat-LCD mag alleen
eenorigineledisplayvandermaMFZworden
gebruikt.
Relaisuitgangen wanneer inductieve lasten worden geschakeld
(bv.verdererelaisofremmen),moetendeze
met dienovereenkomstige ontstoringsmaatre-
gelen(vrloopdiode,varistoren,weerstandcon-
densatoren) worden uitgerust. Arbeidscontact
potentiaalvr;mi.10mA;max.AC / 4A.
Contacten die één keer voor een contactver-
breking werden gebruikt, kunnen geen kleine
stromen meer schakelen.
Temperatuurbereik: Bedrijf: -10°C … +45°C
Opslag: -25°C … +70°C
Luchtvochtigheid: t/m 80% niet condenserend
Trillingen: trillingsarme montage, bijv. op een gemetselde
wand
Isolatieklasse: IP 65
Gewicht ca. 1,8 kg
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 41
11.2 Categorie en vermogensniveau van de veilige werking volgens EN ISO 13849-1
Functie Realisering
MTTF
D
¬elektronica
MTTF
D
volledig
met uitgangs-
beveiliging (1)
DC
avg
Categorie
Vermogens-
niveau
Noodstop Ingang klem X3, X6, X7, X11
Onderbreekt stroomvoeding naar het
uitgangsrelais en de hoofdbeveili-
ging, onafhankelijk van de CPU.
Terugmelding naar CPU voorhanden.
1175 jaar 191 jaar 85,3% 3 D
Stopcircuit Ingang klem X3, X7
Onderbreekt de voeding naar de
hoofdbeveiliging.
Melding naar CPU.
1175 jaar 191 jaar - B B
Eindstandherken-
ning door AWG
(Absolute toeren-
talmeter) (2)
Ingang klem X11
Voor positiebepaling en eindstand-
herkenning. Veiligheid door plausibi-
lteitsoverweging bewegingscomman-
do naar ontvangen signalen.
1062 jaar 188 jaar 85,6% 2 D
Eindstandher-
kenning door
eindstandschake-
laar (2)
Ingang klem X15
Beveiliging door looptijdbegrenzing.
Ingangen worden door de CPU
geëvalueerd.
1248 jaar 193 jaar 85,5% 2 D
Fotocelevaluatie Ingang klem X4
Impulsevaluatie door CPU. Fouten
worden door plausibilteitscontrole in
de CPU herkend. De frequentie moet
tussen 130 Hz tot 190 Hz liggen. De
werking wordt door schakelen van
de voedingsspanning (T117, IC111)
van de fotocel voor elke beweging
en elke twee minuten in rust getest.
Bij activering in richting DICHT
gebeurt een stoppen of omkeren van
de deur.
1000 jaar 186 jaar 85,7% 2 D
DC
AVG
gemiddelde diagnosedekkingsgraad
MTTF
D
gemiddelde tijd tot tot gevaar brengende uitval
42 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
12. Onderhoud
De CS 310-besturing is onderhoudsvrij.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor onderhoudswerkzaamheden aan de besturing of het
deursysteem, koppelt u de controller moet de besturing
van de elektriciteitsvoorziening worden losgekoppeld.
Zorg ervoor dat tijdens de werkzaamheden de elektrici-
teitsvoorziening onderbroken blijft.
Bij het onderhoud van het deursysteem moet op de volgende
worden gelet:
Het onderhoud van het deursysteem mag alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen.
De richtlijn ASR A1.7 moeten worden aangehouden.
Versleten of defecte onderdelen moeten worden vervangen.
Er mogen alleen goedgekeurde onderdelen worden
gemonteerd.
Het onderhoud moet worden gedocumenteerd.
Vervangen defecte onderdelen moeten op de juiste wijze bij
het afval worden gedaan.
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 43
13. EG-conformiteitsverklaring
Hierbverklarenwdatdehieronderaangegevenproduct
Deurbesturing CS 310
aandebasiseisenvandemachinerichtln(2006/42/EG)
voldoet:
De logische eenheid voldoet verder aan alle bepalingen van de
EU-verordening voor bouwproducten nr. 305/2011, de
EG-richtlnelektromagnetischecompatibiliteit(2004/108/EG)
endeEG-richtlnlaagspanning(2006/95/EG).
De volgende normen worden toegepast:
EN 60204-1 : 2006
Veiligheid van machines, elektrische uitrusting van machines;
Deel 1: Algemene eisen
EN ISO 12100 : 2010
Veiligheid van machines – Algemene ontwerpbeginselen -
Risicobeoordeling en risicoreductie
DIN EN 12453 : 2000
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Eisen
DIN EN 61000-6-2 : 2005
Elektromagnetische compatibiliteit (EMV) -
Deel6-2:Algemenenormen–Immuniteitvoorindustriële
omgevingen
DIN EN 61000-6-3 : 2007
Elektromagnetische compatibiliteit (EMV) -
Deel 6-3: Algemene normen – Emissienormen voor
huishoudelke,handels-enlichtindustriëleomgevingen
DIN EN 60335-1 : 2012
Huishoudelkeensoortgelkeelektrischetoestellen-
Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen
DIN EN 60335-2-103 : 2003
Huishoudelkeensoortgelkeelektrischetoestellen-
Veiligheid-Deel2-103:Bzondereeisenvoorpoorten,
deuren en ramen
De relevante technische documentatie is in overeenstemming met
blageVII,deelB,vandeEG-machinerichtln2006/42/EG
opgesteld.Wzettenonsinomdezeopverzoekbinneneen
redelketermninelektronischevormintedienenbde
autoriteiten voor markttoezicht.
EG-typeonderzoek nr. 4420513133301
TÜV NORD CERT GmbH (NB 0044)
Langemarckstraße 20
D-45141 Essen
Voor de samenstelling van de technische documentatie is
gemachtigd:
Marantec GmbH & Co. KG, Remser Brook 11,
D-33428 Marienfeld
Delogischeeenheidmagpasinbedrfwordengenomenals
is vastgesteld dat de machine, waarin de logische eenheid
wordt ingebouwd, voldoet aan de bepalingen van de
machinerichtln(2006/42/EG).
Plaats, datum
Marienfeld, 01-03-2014
Handtekening fabrikant
Michael Hörmann
Functie van de ondertekenaar
Directie
44 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
14. Bijlage
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
+
-
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
X11
X14
X18
B1
B2
W
V
X2
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X3
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X8
S3
S2
S1
X9
X20
H6
X13
X19
F1
X16
X17
H4
N
L
N
L
X16
X17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
Sig
GND
NPN
/
PNP
+
14.1 Overzicht van de aansluitingen
Klemmenstrip X5
(potentiaalvrij schakelcontact)
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
Klemmenstrip X15
(mechanische eindschakelaar)
- Eindschakelaar OPEN
- Eindschakelaar DICHT
- Vooreindschakelaar
OPEN
- Vooreindschakelaar
DICHT
MSBUS
Klemmenstrip X19
(Voeding externe
apparaten)
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 45
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
6
7
8
B2
B1
W
V
U
N
L3
L2
L1
PE
PE
PE
13 5135
24 6246
T1
K2
K1
400V/50Hz/3/N/PE
+
-
+
-
X10
X11
X2
X1
X12
X6
X13
X7
X3
X4
X8
0V
Sig
+ 12 V
8,2 KOhm
X11
X14
X18
B1
B2
W
V
X2
U
1
2
3
4
5
6
7
8
X5
1
2
3
4
5
6
7
8
X15
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X4
X3
X7
X6
X12
PE
PE
PE
N
L3
L2
L1
X1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X8
S3
S2
S1
X9
X20
H6
X13
X19
F1
X16
X17
H4
N
L
N
L
X16
X17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
X14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
Sig
GND
NPN
/
PNP
+
Klemmenstrip X3
(indeling)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar impuls
1
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
- Noodstop,
kabelschakelaar
Klemmenstrip X4
(voor optisch-elektrische veiligheidscontactlijst)
- Ingang 2
2
- Ingang 1
2
- Veiligheidscontactlijst
OPTISCH
- Fotocel doorgang
3
- 24 V DC / 500 mA
4
Klemmenstrip X4
( voor veiligheidscontactlijst van 8,2 kOhm)
- Ingang 2
2
- Ingang 1
2
- Veiligheidscontactlijst
- Fotocel doorgang
3
- 24 V DC / 500 mA
4
1
sequentiëlesturing
2
schakelaar of programmeerschakelaar
3
werkt in neerwaartse richting
4
voor externe schakelapparaten
(aansluiting op klemmen 1 en 2)
wt: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
(voor pneumatische veiligheidscontactlijst - DA)
- Ingang 2
2
- Ingang 1
2
- Veiligheidscontactlijst
- Fotocel doorgang
3
- 24 V DC / 500 mA
4
Schakelaar OPEN/STOP/DICHT
(6-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Schakelaar OPEN/STOP/DICHT
(4-aderige oplossing)
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Impulsschakelaar
(Sequentiëlesturing)
- Schakelaar IMPULS
Sleutelschakelaar OPEN/DICHT
- DICHT
- OPEN
Dekselschakelaar CS
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Dekselschakelaar KDT
- Schakelaar DICHT
- Schakelaar OPEN
- Schakelaar STOP
Interne AAN/UIT-schakelaar
Externe radio
- Schakelaar IMPULS
- Schakelaar OPEN
- GND
- 24 V DC
Klemmenstrip X4
(voor fotocel 3-draads PNP
of NPN)
- Ingang 2
2
- Ingang 1
2
46 – Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2
NL
Deurbesturing CS 310 / Rev.D 1.2 – 47
#1700019242
#115049
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Marantec CS 310 de handleiding

Type
de handleiding