Marantec CS 255 de handleiding

Type
de handleiding
Bedieningshandleiding CS 255 AC-besturing
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –1 1
2 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
1. Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 2
2. Informatie over het document 2
3. Algemene veiligheidsinstructies 3
4. Productoverzicht 4
5. Ingebruikname 6
6. Instellen van de eindposities 13
7. Programmering met de 3-voudige
CSI-15-drukknop 16
8. Programmering met de LCD-monitor 20
9. Navigator (alleen LCD-monitor) 22
10. Functieoverzichten 24
11. Foutmeldingenophefngstoring 39
12. Technischespecicaties 42
13. Onderhoud 43
14. EG-inbouwverklaring 44
15. Bijlage 46
Originele bedieningshandleiding
Auteursrechtelijk beschermd.
Reproductie, geheel of gedeeltelijk, alleen met onze
toestemming.
Wijzigingen, die de technische vooruitgang dienen, zijn
voorbehouden.
Alle maataanduidingen in millimeters.
Weergaven zijn niet op schaal getekend.
Symboolverklaring
GEVAAR!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat rechtstreeks leidt tot
de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot de
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot lichte
of gemiddeld zwaar letsel.
ATTENTIE!
Indicatie van een veiligheidsrisico, dat kan leiden tot
beschadigingen of storingen aan het product.
CONTROLE
Waarschuwing voor een vereiste controle.
INFORMATIE
Verwijzing naar aparte documenten waarop gelet moet
worden.
Oproep tot actie
Lijst, opsomming
Ô Verwijzing naar andere plaatsen in dit document
2. Informatie over het document
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –3
3. Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen
veroorzaakt door het niet in acht nemen van de
waarschuwingen en veiligheidsinstructies is Marantec GmbH
+ Co. KG niet aansprakelijk.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelijkheid en garantie door Marantec uitgesloten.
Juist gebruik
De CS 255 AC-besturing is uitsluitend bestemd voor de
aansturing van deursystemen door aandrijvingen met
mechanische eindschakelaars of een elektronisch (AWG)
eindpositiesysteem.
Doelgroep
Alleen bevoegde en gediplomeerde elektromonteurs mogen
de besturing aansluiten, programmeren en onderhouden.
Bevoegde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan de
volgende eisen:
Kennisvandealgemeneenspeciekeveiligheids-en
ongevallenpreventievoorschriften,
Kennis van de relevante elektrische voorschriften,
Training in het gebruik en onderhoud van geschikte
veiligheidsuitrusting,
ze zijn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies bij montage en aansluiting
De besturing is volgens aansluitingswijze X geplaatst.
Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektriciteit,
moet het systeem worden losgekoppeld van de
stroomvoorziening. Tijdens de werkzaamheden moet ook
worden gezorgd dat de stroomvoorziening onderbroken
blijft.
De plaatselijke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
Veranderingen aan en vervanging van de stroomkabel
moeten met de fabrikant worden afgestemd.
Instructies voor het gebruik
Onbevoegde personen (vooral kinderen) niet met vaste
gemonteerde regel- of besturingsapparatuur laten spelen.
Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Bij aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid).
Bouwproductnormen
EN 13241-1 (Producten zonder brand- of rookwerende
eigenschappen)
EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor
automatisch werkende deuren en hekken - Eisen en
beproevingsmethoden)
EMC
EN 55014-1 (Emissienorm huishoudelijke apparaten)
EN 61000-3-2 (Limietwaarden - Limietwaarden voor de
emissie van harmonische stromen)
EN 61000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselingen,
spanningsschommelingen)
DIN EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) - Deel 6-2: Algemene normen - Immuniteit voor
industriële omgevingen)
DIN EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) - Deel 6-3: Algemene normen - Emissienormen voor
huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen)
Machinerichtlijnen
EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines; Deel 1: Algemene eisen)
EN ISO 12100 (Veiligheid van machines - Algemene
ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie)
4 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Laagspanning
DIN EN 60335-1 (Huishoudelijke en soortgelijke elektrische
toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen)
DIN EN 60335-2-103 (Huishoudelijke en soortgelijke
elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-103: Bijzondere
eisen voor poorten, deuren en ramen)
Comité voor arbeidsplaatsen (ASTA)
ASR A1.7 (Technische regels voor arbeidsplaatsen / Duitse
richtlijn voor aangedreven ramen, deuren en poorten)
4. Productoverzicht
4.1 Varianten
De volgende leveringsvarianten van de CS 255 AC-besturing
zijn mogelijk:
CS 255 AC-besturing in de aandrijving geïntegreerd
CS 255 AC-besturing in mini-behuizing
CS 255 AC-besturing in standaardbehuizing
Alle varianten kunnen met een insteekbare module-antenne
voor radiobesturing worden uitgerust.
CS-module-antenne 868 MHz (art.nr. 1700021228)
CS-module-antenne 433 MHz (art.nr. 1700021242)
De volgende leveringsvarianten van de behuizing zijn
mogelijk:
Behuizing met 3-voudige CS-15-drukknop
Behuizing met sleutelschakelaar AAN/UIT
Behuizing met hoofdschakelaar
Behuizing met noodstop
De gebruikershandleiding beschrijft de aansluitings- en
programmeermogelijkheden van de varianten:
CS 255 AC-besturing met aangesloten LCD-monitor en
vanaf softwareversie 1.01
4.2 Programmering
De programmering van de besturing via het interne 3-voudige
toetsenbord of externe 3-voudige CSI-15-drukknop
(art.nr. 1700023463) maakt alleen de programmering van
een beperkt aantal parameters mogelijk.
Ô „7. Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop“
De programmering van de besturing via de LCD-monitor
RS485 (art.nr. 1700004793) biedt toegang tot alle
parameters.
LET OP:
Andere schermen of drukknopeenheden zijn niet compatibel
met de CS255 AC en kunnen niet worden gebruikt.
Algemene veiligheidsinstructies
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –5
4.3 Moederbord CS 255 AC
Verklaring:
XN81: Klemmenstrip netaansluiting
XM81: Klemmenstrip motor
XN88: Klemmenstrip
XB50: Aansluitstrip commando-apparaten
XR51: Aansluitstrip Noodstop
XP63: Aansluitstrip fotocel
XP74: Aansluitstrip veiligheidscontactlijst en
programmeerbare ingang 2
XB99: Aansluitstrip programmeerbare ingang 1
XH19: Klemmenstrip relaisuitgang
XV32: Aansluitstrip elektronisch eindpositiesysteem
XV36: Aansluitstrip mechanische eindschakelaar
XB72: Aansluitstrip CS-module-antenne
XB11: Aansluiting 3-voudige CS-15- / CSI 15-drukknop
XW40: Aansluiting LCD-monitor of BUS-module
H1: Gebruiksgereedheid (groen)
Gaat branden bij voedingsspanning.
H2: Toestandsindicatie (rood)
Licht op als er problemen zijn of bij het bedienen van
de veiligheidsvoorzieningen
S1: Programmeertoets (+)
S2: Programmeertoets (P)
S3: Programmeertoets (-)
W
V
U
L1
L2
L3
N
37
P6
+
7
6
5
B5
9
B9
45
40
47
+
15
R5
6 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Voor een onberispelijke werking moet aan de volgende
voorwaarden zijn voldaan:
De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
De tandwielmotor is gemonteerd en klaar voor gebruik.
De commando- en veiligheidsapparaten zijn gemonteerd en
klaar voor gebruik.
De besturingsbehuizing met de CS 255 AC-besturing is
gemonteerd.
INFORMATIE
Voor de montage van de deur, de aandrijfmotor en
de commando- en veiligheidsapparaten moeten de
handleidingen van de betreffende fabrikanten in acht
worden genomen.
5.2 Netaansluiting
Vereisten
Voor het onberispelijk functioneren van de besturing moet
aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
De netspanning moet overeenkomen met de aanduiding op
het typeplaatje.
De netspanning moet overeenkomen met de spanning van
het station.
Bij krachtstroom moet het draaiveld rechtsdraaiend zijn.
Voor een vaste aansluiting moet een meerpolige
hoofdschakelaar worden gebruikt.
Bij krachtstroomaansluiting mogen alleen
3-blokszekeringautomaten (10 A) worden gebruikt.
ATTENTIE!
Storingen als gevolg van onjuiste installatie van de
besturing!
Voorafgaande aan het voor de eerste keer inschakelen
moet na voltooiing de bekabeling worden gecontroleerd, of
alle motoraansluitingen aan besturings- en motorzijde goed
vast zitten. Alle stuurspanningsingangen zijn galvanisch
gescheiden van de voeding.
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (400 V / 3-fasen)
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (230 V / 3-fasen)
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motoraansluiting (230 V / 1-fasen)
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –7
Verklaring:
M1: Motor
XN81: Klemmenstrip netaansluiting
XM81: Klemmenstrip motor
LET OP:
Maximaal aansluitvermogen: 1,5 kW
Aansluiting:
Digitaal eindpositiesysteem of mechanische eindschakelaars
op de besturing aansluiten.
Besturing op de motor aansluiten.
Besturing op het elektriciteitsnet aansluiten.
Kabelgroepen moeten direct vóór de desbetreffende klem
met een kabelbinder worden geborgd.
Ô „12.Technischespecicaties“oppagina42
5.3 Aansluitschema absolute encoder
(aansluitstrip XV32)
A
B
A: AWG-stekker
B: AWG-steekklem
Aansluitstrip XV32 (op aansluiting A)
De getallen op de stekker zijn tegelijkertijd
de adernummers:
4: Veiligheidsketen ingang
5: RS 485 B
6: GND
7: RS485 A
8: Veiligheidsketen uitgang
9: 12V
DC
Aansluitstrip B (alleen absolute encoder )
C D
C: Thermo-element in
aandrijving
D: Noodhandbediening
(noodzwengel of
noodketting)
8 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Ingebruikname
5.4 Aansluitschema mechanische
eindschakelaar (aansluitstrip XV36)
De getallen op de stekker zijn tegelijkertijd
de adernummers:
4: 12V
DC
5: Eindschakelaar OPEN
6: Extra eindschakelaar OPEN
7: Eindschakelaar DICHT
8: Veiligheidsketen uitgang
9: Extra eindschakelaar DICHT
LET OP:
De respectievelijke vrije aansluiting (XV32 of XV36) moet met
een jumper (inbegrepen) worden bezet, anders is het interne
veiligheidscircuit onderbroken.
Bij de eerste ingebruikname wordt het aangesloten
eindpositiesysteem automatisch gedetecteerd. Bij een latere
omschakeling moet het desbetreffende eindpositiesysteem
via een parameterinstelling in de modus Invoer worden
geselecteerd.
5.5 Aansluiting commando-apparaten
VOORZICHTIG!
Kans op letsel door ongecontroleerde beweging van
de deur!
Een DICHT-commando voor dodemansgebruik zonder zicht
op de deur kan alleen via ingang 1 / MOD32 (XB99 / B9-9)
worden gegeven.
Installeer commando-apparaten voor de
dodemansbediening binnen het directe zicht van de deur,
maar buiten de gevarenzone voor de bediener.
Als het commando-apparaat geen sleutelschakelaar is:
Monteer e.e.a. op een hoogte van ten minste 1,5 m.
Monteer e.e.a buiten het bereik van het publiek.
Externe 3-voudige drukknop
7
+
XB50
6
5
B5
Drukknop DICHT
Drukknop OPEN
Drukknop STOP
LET OP:
Als er geen STOP-knop wordt aangesloten, moet de ingang
worden overbrugd.
Externe „slimme“ 3-voudige CSI-15-drukknop of
interne 3-voudige CS-15-drukknop
*
* optioneel
Ô „7. Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop“
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –9
Elektrische veiligheidscontactlijst (8,2 kΩ)
XP74
45
40
47
+
Veiligheids-
contactlijst
8,2kΩ
Pneumatische veiligheidscontactlijst (DW)
XP74
45
40
47
+
Veiligheids-
contactlijst
pneumatisch
5.8 Aansluiting fotocellen
Bij de eerste ingebruikname en na een reset wordt
het systeem van de fotocel automatisch herkend en
geprogrammeerd. Als er geen fotocelsysteem is aangesloten,
wordt de ingang na elke keer dat de spanning wordt
ingeschakeld, opnieuw ondervraagd, net zolang totdat een
fotocelsysteem wordt herkend. Bij een latere vervanging moet
het desbetreffende systeem via een parameterinstelling in de
gebruiksmodus Invoer worden geselecteerd.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“
Fotocel NC
XP63
37
P6
+
XB50
Fotocel
Relaisuitgang NC
5.6 Aansluiting veiligheidselementen
Noodstop
XR51
15
R5
Noodstop of
veiligheidscircuit
deur
LET OP:
Als er geen noodstop is aangesloten, moet de ingang
worden overbrugd.
5.7 Aansluiting veiligheidscontactlijsten
Bij de eerste ingebruikname en na een reset wordt
het systeem van de fotocel automatisch herkend en
geprogrammeerd. Als er geen veiligheidscontactlijst is
aangesloten, wordt de ingang na elke keer dat de spanning
wordt ingeschakeld, opnieuw ondervraagd, net zolang totdat
een veiligheidscontactlijstsysteem wordt herkend. Bij een
latere vervanging moet het desbetreffende systeem via een
parameterinstelling in de gebruiksmodus Invoer worden
geselecteerd.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“
Opto-elektronische veiligheidscontactlijst
XP74
45
40
47
+
gr
br
ws
Veiligheids-
contactlijst
Opto
gr: groen signaaluitgang
br: bruin 12 V-DC
ws: wit
10 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Fotocel MFZ-2-draads
XP63
37
P6
7
+
XB50
6
5
B5
Fotocel MFZ
2-draads
R: Ontvanger
T: Zender
Fotocel 3-draads NPN
XP63
37
P6
7
+
XB50
6
5
B5
Fotocel 3-draads
NPN
Fotocel 3-draads PNP
XP63
37
P6
7
+
XB50
6
5
B5
Fotocel 3-draads
PNP
5.9 Aansluiting lichtrooster
Er kunnen tot 2 lichtroosters op de CS 255 AC worden
aangesloten. Lichtrooster 1 wordt met de ingang van de
veiligheidscontactlijst verbonden en kan een OSE- of PNP-
systeem zijn.
Klemmenstrip X4
Lichtrooster 1
Variant A: OSE (parameter SKS = MOD4)
De verbindingskabel (A) kan vast worden gestoken.
A
XP74
+
_
47
45
40
XB50
+
br
ws
bl
sw
Variant B: PNP (parameter SKS = MOD5)
De verbindingskabel (A) kan vast worden gestoken.
A
XP74
+
_
47
45
40
XB50
+
br
bl
sw
ws
*Deweerstand(30kΩ)isdeelvandelevering.
Ingebruikname
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –11
Lichtrooster 2 (parameter INGANG2 = MOD7)
Lichtrooster 2 wordt op de programmeerbare INGANG 2
aangesloten en moet een PNP-systeem zijn.
De verbindingskabel (A) kan vast worden gestoken.
A
XP74
+
_
47
45
40
XB50
+
br
bl
sw
ws
*Deweerstand(30kΩ)isdeelvandelevering.
br: bruin
bl: blauw
sw: zwart
ws: wit
LET OP:
In deze handleiding worden de RAY-LG-lichtroosters van de
rmaFRABA/CEDESalsvoorbeeldgebruikt.
RAY-LG 25xx OSE
RAY-LG 15xx PNP
Deweerstand(30kΩ)isbijhetPNP-systeemdeelvande
levering en moet per se in de bedrading worden geïntegreerd.
Het testen van het FRABA/CEDES RAY-LG 15xx PNP-
lichtrooster vindt cyclisch in de bovenste eindpositie plaats
en voorafgaand aan elke beweging die gevaar kan opleveren.
Hiervoor is geen relaisuitgang nodig.
Het RAY-LG 25xx OSE-lichtrooster hoeft niet te worden getest.
Schema‘s van andere fabrikanten op aanvraag.
5.10 Aansluiting programmeerbare ingangen
De CS 255 AC-besturing heeft twee programmeerbare
ingangen, waarvoor verschillende functies kunnen worden
gekozen.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“
ATTENTIE!
Gevaar voor beschadiging van de raad van bestuur
als gevolg van onjuiste aansluiting!
Ingangen 1 en 2 hebben verschillende referentiepotentiaal
en kan niet worden bediend vanuit een gemeenschappelijk
potentieel!
45
+
XB99
40
47
XP74
9
B9
Ingang 1
Ingang 2
* optioneel
Het soort schakeling is afhankelijk van de
parameterinstellingen voor de beide ingangen in de
gebruiksmodus INVOER.
12 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
5.11 Aansluiting van de relaisuitgang
Er staat een potentiaalvrije relaisuitgang ter beschikking, die
met diverse functies kan worden geprogrammeerd.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“
Schakelcontact relais
relaisuitgang
Het gaat om vier potentiaalvrije relaisuitgangen met een
maximale belastbaarheid van 4A bij 230V/1~.
De werkingswijze is afhankelijk van de parameterinstellingen
voor de relaisuitgang in de gebruiksmodus INVOER.
5.12 Aansluiting CS-module-antenne
XB72
Programmering CS-module-antenne MB (multibit)
CS-module-antenne MB op XB72 steken.
In de INVOER de parameter RADIO oproepen.
De gewenste MOD selecteren en met de toets (P)
bevestigen. Op het display verschijnt „ >>>> “.
Functietoets indrukken van de handzender die moet worden
geprogrammeerd.
Op het scherm verschijnt de geselecteerde MOD.
Programmering CS-module-antenne AES (Rolling Code)
CS-module-antenne AES op XB72 steken.
In de INVOER de parameter RADIO oproepen.
De gewenste MOD selecteren en met de toets (P)
bevestigen. Op het display verschijnt „ >>>> “.
Programmeertoets onderaan de handzender kort indrukken.
Functietoets indrukken van de handzender die moet worden
geprogrammeerd.
Op het scherm verschijnt de geselecteerde MOD.
Ingebruikname
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –13
5.13 Aansluiting LCD-monitor RS485
(art.nr. 1700004793)
Met de LCD-monitor krijgt u de volledige toegang tot alle
menu-instellingen en parameters van de besturing.
Ô „8. Programmering met de LCD-monitor“
5.14 Aansluiting MS BUS-module
Met de MS BUS-functiemodule kunnen functies worden
uitgebreid of extra functies gerealiseerd.
ES-module: Analyse intrekbeveiligingssystemen
I/O-module: Invoer-/uitvoeruitbreiding
GV-module: Tegenliggersregeling
BA
A ES-module
B I/O-module / GV-module
INFORMATIE
De gedetailleerde beschrijving van de werking en
de aansluiting wordt beschreven in de afzonderlijke
documentatie van de BUS-module.
LET OP:
De XW40-insteekpoort kan slechts eenmaal worden
gereserveerd. Met speciale brugkabels kunnen, met
inachtneming van de stroomopname, verschillende BUS-
modules en de LCD-monitor worden aangesloten.
6.1 Controle aandrijvingsdraairichting /
bewegingsrichting
A. Via de instelknoppen op de printplaat
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Toets (P) ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Het rode ledje knippert snel.
Toets (P) loslaten.
Het rode ledje knippert ca. 2 seconden
Intussen de toets (P) ca. 4 seconden ingedrukt houden.
Het groene ledje knippert langzaam. Het rode ledje is uit.
Controle van de rijrichting
Indrukken van de toets (+). De deur moet openen.
Op de toets (–) drukken. De deur moet sluiten.
Is dat correct, ga dan verder met de instelling van de
eindposities. Anders bewegingsrichting veranderen.
Veranderen van de bewegingsrichting
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
ca. 5 seconden. De rode LED brandt gedurende 2 seconden.
Alle opgeslagen eindposities zijn gewist.
Met de aanpassing van de eindposities verder gaan.
Ô „6.2 Instelling van de elektronische eindpositie via de
instelknop op de printplaat“
B. Via de 3-voudige CSI-15-drukknop
Ô „7. Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop“
C. Boven het LCD-scherm
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Controle van de rijrichting
Indrukken van de toets (+). De deur moet openen.
Op de toets (–) drukken. De deur moet sluiten.
Is dat correct, ga dan verder met de instelling van de
eindposities. Anders bewegingsrichting veranderen.
Veranderen van de bewegingsrichting
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 5 seconden. Het scherm geeft „DRAAIVELD
LINKS“ aan.
Alle opgeslagen eindposities zijn gewist.
Met de aanpassing van de eindposities verder gaan.
6. Instellen van de eindposities
14 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
6.4 Instelling van de elektronische
eindpositie via de LCD-monitor
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door
onjuiste montage!
De monitor moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenschermvandermaMFZ
worden gebruikt (#1700004793).
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/-) te drukken.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
„BOVEN OPSLAAN“ verschijnt op het scherm.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/-) te drukken.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
„BENEDEN OPSLAAN“ verschijnt op het scherm.
De afstellingsmodus verlaten door op de toets (P) te
drukken.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt automatisch na ca. 7 minuten
verlaten als er geen toets wordt ingedrukt.
Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
Na het programmeren van de eindposities wordt de looptijd
van het systeem automatisch geprogrammeerd. Het scherm
geeft INLEREN aan. De functies van de besturing zijn
hetzelfde als in de automatische modus.
6.2 Instelling van de elektronische
eindpositie via de instelknop op de
printplaat
Eerst moet paragraaf 6.1 A worden doorlopen,
daarna ...
Het groene ledje knippert langzaam. Het rode ledje is uit.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/-) te drukken.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken. Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/-) te drukken.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken. Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Na het instellen van de eindposities:
Toets (P) gedurende > 4 seconden ingedrukt houden.
Omschakeling naar de gebruiksmodus AUTOMATISCH.
Andere instellingen zijn ook mogelijk via de printplaattoets
(analoog aan de 3-voudige CSI 15-drukknop).
Ô „Paragraaf 7.4 t/m paragraaf 7.9“
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt automatisch na ca. 7 minuten
verlaten als er geen toets wordt ingedrukt.
Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
Na het programmeren van de eindposities wordt de looptijd
van het systeem automatisch geprogrammeerd. De functies
van de besturing zijn hetzelfde als in de automatische
modus.
6.3 Instelling van het elektronische
eindpositiesysteem via de 3-voudige CSI-
15-drukknop
Ô „7. Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop“
Instellen van de eindposities
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –15
6.5 Instellen van de tussenposities van het
elektronische eindpositiesysteem op de
LCD-monitor
In de gebruiksmodus Automatisch de deur naar de
gewenste positie bewegen
Deur door te drukken op de toets (+/-) in de gewenste
tussenpositie bewegen (INC P OP of INC P CL).
Veranderingen in de ingangsmodus
Op de toets (P) drukken tot INVOER verschijnt.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (-) gedurende
meer dan 2 seconden. De eerste parameter verschijnt op de
tweede regel van het scherm.
Opslaan van de tussenposities OPEN (INC P OP) of
DICHT (INC P CL)
Op de toetsen (+/-) drukken totdat de parameter INC P OP
of INC P CL verschijnt.
De waarde staat op A.
Op de toets (P) drukken om de huidige deurpositie over te
nemen als tussenpositie.
Opslaan van de tussenpositie door opnieuw op de toets (P)
te drukken.
Invoermodus te verlaten
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 1 seconde.
De invoer wordt verlaten.
Verandering in de automatische modus
Op de toets (P) drukken tot AUTOMATISCH verschijnt.
Aandachtspunten
Wanneer een tussenpositie moet worden gecorrigeerd, dan
kan de geprogrammeerde waarde in het menu INVOER
worden gewijzigd of weer op A ingesteld, zodat een nieuw
programmeerproces kan worden gestart.
6.6 Instellen van de mechanische
eindschakelaars
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Instellen in de eindpositie OPEN en DICHT
INFORMATIE
Het instellen van de eindposities wordt beschreven in
de afzonderlijke documentatie van de mechanische
eindschakelaars.
De afstellingsmodus verlaten door op de toets (P) te
drukken.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt niet automatisch verlaten. Om
naar het normale gebruik te gaan, moet de afstellingsmodus
worden verlaten door op de toets (P) te drukken.
16 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
7.1 Overzicht 3-voudige CSI-15-drukknop met
de programmeerfunctie
De programmering van de CS 255 AC-besturing vindt
optioneel plaats via het RS485 LCD-scherm met
tekstweergave.
Ô „8.1 Overzicht LCD-scherm“
Daarnaast kunnen echter ook de volgende functies via de
„slimme“ 3-voudige CSI-15-drukknop worden geprogrammeerd:
Eindpositie OPEN/DICHT
Radiograschehandzender
Open-tijd / voorwaarschuwingstijd / automatische sluiting
Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel
RESET van de besturing
Aantal cycli uitlezen
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door onjuiste
montage!
De 3-voudige CSI-15-drukknop moet in spanningsloze toestand
worden aangesloten. Er mag alleen een 3-voudige drukknop
vandermaMFZ(artikelnummer1700000815)worden
gebruikt.
A: LED 1 groen
B: LED 2 rood
C: Toets (Û) / (OPEN)
D: Toets (O) / (STOP)
E: Toets (Ü) / (DICHT)
Na het inschakelen van de besturing bevindt deze zich in de
initialisatiefase. Het groene ledje knippert snel.
De besturing is niet bedrijfsklaar. De initialisatiefase duurt na
de eerste maal inschakelen ca. 60 seconden.
7.2 Menustructuur
Het volgende diagram toont de interne menustructuur van de
CSI-15-drukknop, evenals de noodzakelijke toetscommando‘s
en de daarbij behorende meldingen om door het menu te
bladeren.
AUTOMATISCH Groen: brandt
Rood: uit
Knop STOP > 4
Knop STOP > 2 s
Groen: uit
Rood: knippert snel
Knop STOP loslaten
Groen: uit
Rood: licht 2 sec. op
Knop STOP > 4 s
AFSTELLING
Groen: knippert langzaam
Rood: uit of meldt fout
Knop STOP > 1 s
RADIO
Groen: knippert 2-voudig
langzaam
Rood: uit
Knop STOP > 1 s
AUTOSLUIT
Groen: knippert 3-voudig
langzaam
Rood: uit
Knop STOP > 1 s
SNELDICHT
Groen: knippert 4-voudig
langzaam
Rood: uit
Knop STOP > 1 s
RESET
Groen: knippert 5-voudig
langzaam
Rood: uit
Knop STOP > 1 s
CYCLUS
Groen: knippert 6-voudig
langzaam
Rood: uit
Knop STOP > 1 s
7. Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –17
LET OP:
Eenmaal in de menustructuur, moeten alle parameters
na elkaar worden doorlopen. Het terugspringen in de
automatische modus is op elk moment mogelijk door de
toets(O)tedrukkengedurendeca.4seconden.
Na de eerste maal inschakelen van de besturing of na een
RESET bevindt deze zich in de initialisatiefase.
Het groene ledje knippert snel.
De besturing is niet bedrijfsklaar. De initialisatiefase duurt na
de eerste maal inschakelen ca. 60 seconden.
Daarmee wordt automatisch de AFSTELLING opgeroepen.
Het groene ledje knippert langzaam.
7.3 Controle van de aandrijvingsdraairichting
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
de toets (O) te drukken gedurende ca. 2 seconden ingedrukt
houden.
Het rode ledje knippert snel.
Toets (O) loslaten.
Het rode ledje knippert ca. 2 seconden.
Intussen de toets (O) ca. 4 seconden ingedrukt houden.
Het groene ledje knippert langzaam. Het rode ledje is uit.
Controle van de rijrichting
Indrukken van de toets (Û). De deur moet openen.
Indrukken van de toets (Ü). De deur moet sluiten.
Is dat correct, ga dan verder met de instelling van de
eindposities.
Veranderen van de bewegingsrichting
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (Û) en (Ü) gedurende
meer dan 5 seconden.
Het groene ledje brandt continu. Het rode ledje is uit.
Alle opgeslagen eindposities zijn gewist.
Met de aanpassing van de eindposities verder gaan.
7.4 Instellen van de eindposities
(AFSTELLING)
Het groene ledje knippert langzaam.
Het rode ledje is uit.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur door het drukken op de toetsen (Û/ Ü) in de
gewenste eindpositie OPEN bewegen.
Eindpositie opslaan door tegelijk indrukken van de toets (O)
en de toets (Û).
Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur door het drukken op de toetsen (Û/ Ü) in de
gewenste eindpositie DICHT bewegen.
Eindpositie opslaan door tegelijk indrukken van de toets (O)
en de toets (Ü).
Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Nadat de eindposities zijn ingesteld, vindt de automatische
wisseling naar de parameter RADIO plaats
Het groene ledje knippert 2-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter RADIO is geselecteerd.
Aandachtspunten
De afstellingsmodus wordt automatisch na ca. 7 minuten
verlaten als er geen toets wordt ingedrukt.
Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (O) te drukken.
Na het programmeren van de eindschakelaar wordt de
looptijd van het systeem automatisch geprogrammeerd.
De functies van de besturing zijn hetzelfde als in de
automatische modus.
18 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
7.5 Radiograsche handzender
programmeren (RADIO)
Het groene ledje knippert 2-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
Het groene ledje knippert snel (klaar om te programmeren).
Het rode ledje is uit.
Op de knop van de handzender drukken die later het
commando moet uitvoeren.
Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Het rode ledje is uit.
De handzender is succesvol geprogrammeerd.
Er vindt een automatische wisseling naar de parameter AUTO
DICHT plaats.
Het groene ledje knippert 3-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter AUTO DICHT is geselecteerd.
Direct omschakelen naar de volgende parameter AUTO DICHT
zonderderadiograschehandzenderteprogrammeren.
Op de toets (O) drukken.
Het groene ledje knippert snel (klaar om te programmeren).
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
Het rode ledje knippert gedurende 2 seconden.
Het groene ledje is uit.
Er vindt een automatische wisseling naar de parameter AUTO
DICHT plaats.
Het groene ledje knippert 3-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter AUTO DICHT is geselecteerd.
7.6 Automatisch sluiting na tijd (AUTO DICHT)
Het groene ledje knippert 3-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
De eerste instelling (MOD1) wordt weergegeven.
MOD1:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert snel.
Geen automatische sluiting.
MOD2:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert 2-voudig snel.
Automatische sluiting is actief.
Open-tijd 15 s + voorwaarschuwingstijd 5 s.
MOD3:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert 3-voudig snel.
Automatische sluiting is actief.
Open-tijd 30 s + voorwaarschuwingstijd 5 s.
MOD4:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert 4-voudig snel.
Automatische sluiting is actief.
Open-tijd 60 s + voorwaarschuwingstijd 5 s.
Met de toets (Û) en (Ü) kan door de lijst met modi heen
en weer worden gebladerd. Met de toets (O) wordt de
geselecteerde MOD opgeslagen.
Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Daarna volgt de automatische omschakeling naar de
parameter SNEL-DICHT.
Het groene ledje knippert 4-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter SNEL-DICHT is geselecteerd.
7.7 Voortijdig sluiten na het passeren van de
fotocel (SNEL-DICHT)
Het groene ledje knippert 4-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
De eerste instelling (MOD1) wordt weergegeven.
MOD1:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert snel.
de openingstijd verloopt normaal.
MOD2:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert 2-voudig snel.
De open-tijd wordt na het passeren van de fotocel beëindigd,
de automatische sluiting begint.
Programmering met de 3-voudige CSI-15-drukknop
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –19
MOD3:
Het groene ledje is uit, het rode ledje knippert 3-voudig snel.
De open-tijd wordt na het passeren van de fotocel beëindigd,
de automatische sluiting begint.
De onderbreking moet tenminste 2 s bedragen
Met de toets (Û) en (Ü) kan door de lijst met modi heen
en weer worden gebladerd. Met de toets (O) wordt de
geselecteerde MOD opgeslagen.
Het groene ledje brandt gedurende 2 seconden.
Daarna vindt de automatische omschakeling naar de
parameter RESET plaats.
Het groene ledje knippert 4-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter RESET is geselecteerd.
7.8 Terugzetten van alle instellingen naar de
fabrieksinstellingen (RESET)
Het groene ledje knippert 5-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
De eerste instelling (OFF) wordt weergegeven.
OFF: Het rode ledje knippert even (0,1 seconde).
Geen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
ON: Het rode ledje knippert langzaam.
Complete reset van de besturing.
Met de toets (Û) en (Ü) kan door de lijst met modi heen
en weer worden gebladerd. Met de toets (O) wordt de
geselecteerde MOD opgeslagen.
Selectie OFF:
Het rode ledje knippert gedurende 2 seconden en er wordt
geen RESET van de besturing uitgevoerd.
Daarna vindt een automatische omschakeling naar de
parameters CYCLUS plaats
Het groene ledje knippert 6-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
De parameter CYCLUS is geselecteerd.
Selectie ON:
Alle instellingen worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
Daarna vindt de automatische omschakeling naar de
parameters AFSTELLING plaats.
De eindposities moet vervolgens opnieuw worden ingesteld.
7.9 Uitlezen van de cycliteller (CYCLUS)
Het groene ledje knippert 6-voudig langzaam.
Het rode ledje is uit.
Op de toets (O) drukken.
Het momentele aantal cycli wordt als een knippersignaal
voor elke locatie afzonderlijk weergegeven.
Weergavevolgorde:
E_Z_H_T_ZT_HT
Weergave:
0 - ROOD knippert even (0,1 seconde)
1 - ROOD knippert langzaam 1x
2 - ROOD knippert langzaam 2x
De omschakeling tussen de locaties wordt door een eenmalig
knipperen van het groene ledje aangegeven.
Nadat alle locaties zijn doorlopen, begint de weergave
opnieuw bij de eerste locatie. Deze omschakeling wordt
aangegeven doordat het groene ledje 3 seconden brandt.
Directe overschakeling naar de volgende parameter
AUTOMATISCH zonder de cycliteller uit te lezen.
Gelijktijdig indrukken van de toets (O) gedurende meer dan
4 seconden:
Het groene ledje brandt.
Het rode ledje is uit.
Het systeem bevindt zich weer in de automatische modus.
20 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
8.1 Overzicht LCD-monitor
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste
montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenschermvandermaMFZ
(artikelnummer 1700004793) worden gebruikt.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
A
B
C D E
F
G
H
Verklaring:
A: Gebruiksmodus / diagnose-info
B: Parameter / diagnose-info
C: Toets (+)
D: Toets (–)
E: Toets (P)
F: Waarde / status
G: Waarde / status
H: Jumper
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (–) en (P) geen functie.
De schermweergave functioneert nog wel.
Na het inschakelen van de besturing bevindt deze zich in
de initialisatiefase. Op het display wordt „PLEASE WAIT“
weergegeven.
De besturing is niet bedrijfsklaar. De initialisatiefase duurt na
de eerste maal inschakelen ca. 60 seconden.
8.2 Gebruiksmodi van de LCD-monitor
De besturing beschikt met het LCD-scherm over vier
gebruiksmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
De gebruiksmodi AFSTELLING, INVOER en DIAGNOSE worden
automatisch 7 seconden na de laatste druk op een toets
verlaten. De besturing springt dan naar de gebruiksstand
AUTOMATISCH.
Gebruiksmodus 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Scherm:
Weergave van de uitgevoerde functie
Weergave van de mogelijke fouten
Wordt in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend
contact“ op MOD2–6 gezet, dan verandert de
schermweergave van AUTOMATISCH in HAND.
Gebruiksmodus 2: AFSTELLING
In de gebruiksmodus AFSTELLING worden de eindposities
OPEN/DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksmodus AFSTELLING vindt er bij het
elektronische eindpositiesysteem (AWG) geen uitschakeling
plaats bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deur beschadigd raken.
In de gebruiksmodus INVOER kan er nauwkeurig worden
afgesteld.
Scherm:
Weergave van de eindpositiewaarde
8. Programmering met de LCD-monitor
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –21
Gebruiksmodus 3: INVOER
In de gebruiksmodus INVOER kunnen de waarden van
verschillende parameters worden gewijzigd.
Scherm:
Weergave van de geselecteerde parameter
Weergave van de ingestelde waarde / status
Gebruiksmodus 4: DIAGNOSE
IndegebruiksmodusDIAGNOSEkunnendeurspecieke
controles worden uitgevoerd.
Scherm:
Weergave van de controle
Weergave van de controlestatus
8.3 Initialisatie / reset
Bij de eerste ingebruikname en na een reset worden
de volgende componenten automatisch herkend en
geprogrammeerd:
Eindpositiesysteem
Veiligheidscontactlijst
Fotocelsysteem
Ingang 2 (sluipdeursensor)
Tijdens dit proces (ca. 60 seconden) knippert het groene ledje
enhetschermtoontopdebovensteregel„PLEASEWAIT“.
Een bediening van het systeem is tijdens dit proces niet
mogelijk. Componenten kunnen achteraf worden gewijzigd of
toegevoegd via het LCD-scherm of een nieuwe initialisatie.
Is een component nog niet aangesloten, dan wordt dit op het
scherm met een „A“ aangegeven.
Bij elke volgende initialisatie wordt naar deze component
gezocht. Wordt deze herkend, dan wordt de bijbehorende
instellingsmodus automatisch ingesteld.
Uitzondering:
ingang2blijftinactief(MOD1),alserniet8,2kΩbijde
eerste initialisatie wordt gedetecteerd.
8.4 RESET van de besturing met LCD-monitor
Schakel over naar de gebruiksmodus INVOER
Druk op de toets (P) tot INVOER verschijnt.
Druk langer dan 2 seconden op de toetsen (+) en (-) om de
invoer te activeren.
RESET van de besturing
Druk op de toetsen (+/–) totdat de parameter RESET
verschijnt.
De waarde staat op „OFF“.
Druk op de toets (+) tot MOD3 verschijnt.
DRUK OP DE TOETS (P) OM DE RESET TE STARTEN.
De initialisatiefase wordt doorlopen en alle aangesloten
veiligheidscomponenten, evenals het eindpositiesysteem,
worden automatisch geprogrammeerd.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Ô „6.4 Instelling van de elektronische eindpositie via de
LCD-monitor“
Verandering in de automatische modus
Druk op de toets (P) tot AUTOMATISCH verschijnt.
8.5 RESET van de besturing zonder LCD-
monitor
Onderbreek de voedingsspanning.
Druk tegelijk op de printplaattoetsen (P), en (–) en houd ze
ingedrukt.
Schakel de voedingsspanning weer in.
Druk tegelijk op de printplaattoetsen (P) en (–) en houd ze
ingedrukt totdat het rode ledje (H2) snel knippert.
Laat de printplaattoetsen (P) en (–) los.
Het groene ledje (H1) knippert snel.
De initialisatiefase wordt doorlopen (ca. 60 s).
Tijdens de initialisatie is noch de programmering, noch de
bediening van het systeem mogelijk.
Het snelle knipperen van het groene ledje verandert in een
langzaam knipperen.
Het systeem bevindt zich in de AFSTELLING.
Na een plaatsgevonden initialisatie worden de eindposities
gewist en alle parameters naar de fabrieksinstelling
teruggezet.
22 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
9. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
> 1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar gebruiksmodus
invoer INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
> 1 sec.
FIJN-DI. 0
INC.P.OP. A
INC.P.CL. A
TIJD OPEN 0
START WAARS. 0
WAARSCHW. V 0
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT MOD1
RELAIS 1 MOD6
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKS FKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
ACHTERUIT OFF ES DICHT + 50
FOTOCELBEW. 1 A
FC FKT. 1 MOD1
FC FKT. 2 MOD1
FC PUNT A
RADIO MOD2
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 A
DUUR A
OMKEER TIJD 300
EINDPOS. A
ZELFSTOP. MOD1
KRACHT 10
RESET MSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKINST. 99
RESET OFF
PIN NO.2 1111
SERVICE OFF
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –23
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
NEDERLANDS
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar gebruiksmodus
invoer INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
FIJN-OP. 0
P
> 1 sec.
FIJN-DI. 0
INC.P.OP. A
INC.P.CL. A
TIJD OPEN 0
START WAARS. 0
WAARSCHW. V 0
AUTOSLUIT MOD1
SNELDICHT MOD1
RELAIS 1 MOD6
LAMP RUST MOD1
SKS A
DW-TEST MOD2
DW-POINT 20
SKS FKT. MOD1
SKS OMKEER MOD1
ACHTERUIT OFF ES DICHT + 50
FOTOCELBEW. 1 A
FC FKT. 1 MOD1
FC FKT. 2 MOD1
FC PUNT A
RADIO MOD2
IMPULS MOD1
INGANG 1 MOD1
INGANG 2 A
DUUR A
OMKEER TIJD 300
EINDPOS. A
ZELFSTOP. MOD1
KRACHT 10
RESET MSBUS OFF
RESTART OFF
FABRIEKINST. 99
RESET OFF
PIN NO.2 1111
SERVICE OFF
DIAGNOSE
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar de gebruiksmodus
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES BOVEN ON
ES BENEDEN ON
OPEN-TOETS OFF
DICHT-TOETS OFF
INGANG 1 OFF
INGANG 2 OFF
SKS ON
SKS 2 – / ON
STOP 2 – / ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW. ON
FOTOCELBEW. 2 ON
STOPKETEN ON
STOP ON
DRAAIVELD RECHTS
CYKLUS 000000
SERVICE OFF
AWG 0000
Foutgeheugen ERROR …
24 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Weergave Beschrijving
AUTOMATISCH
INLEREN
De looptijd wordt automatisch geprogrammeerd.
AUTOMATISCH
OPENEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
AUTOMATISCH
SLUITEN
De deur bevindt zich in de sluitfase.
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in een tussenpositie.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de eindpositie OPEN.
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de positie Ged. OPEN (parameter „INC.P.OP.“).
AUTOMATISCH U
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de eindpositie DICHT.
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de positie Ged. DICHT (parameter „INC.P.CL.“).
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in de positie omkeeruitschakeling.
Indien in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend contact“ op MOD2, 3, 4 ,5 of MOD6 wordt gezet, verandert de schermweergave
van AUTOMATISCH in HAND.
Weergave Beschrijving
HAND
HANDM. OPEN
De deur bevindt zich in de openingsfase.
HAND
HANDM. DICHT
De deur bevindt zich in de sluitfase.
HAND
RUSTSTAND
De deur bevindt zich in een tussenpositie.
10. Functieoverzichten
10.1 Gebruiksmodus automatisch
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –25
10.2 Gebruiksmodus invoer
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
DEUTSCH Selectie van de menutaal.
Alleen met LCD-monitor:
Als alternatief kan de menutaal ook tijdens de initialisatiefase (tijdens de eerste
ingebruikname of na een reset) worden geselecteerd. Hier verschijnt de af fabriek
ingestelde menutaal (DEUTSCH) gedurende ca. 60 seconden als knipperende
tekstweergave in het scherm. Op dit moment kan de menutaal ook tijdens de
initialisatiefase worden gewijzigd.
Door op de toetsen [+] of [-] te drukken, kan door te door de taalselectie worden
gebladerd. De gewenste taal met de toets [P] opslaan.
Daarna worden alle tekstberichten / -meldingen weergegeven in de geselecteerde
taal.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
NEDERLANDS
DANSK
ESPANOL
POLSKI
CESKY
ITALIANO
SUOMI
SVENSKA
TÜRKÇE
NORSK
MAGYARUL
DEUTSCH
FIJN-OP. Fijnafstelling van de eindpositie OPEN met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
OPEN (ES OP).
Alleen zichtbaar bij elektronisch eindpositiesysteem.
-250 – 250 0
FIJN-DI. Fijnafstelling van de eindpositie DICHT met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
DICHT (ES DICHT).
Alleen zichtbaar bij elektronisch eindpositiesysteem.
-250 – 250 0
INC.P.OP Instelling van het schakelpunt Tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) met betrekking tot de
opgeslagen eindpositie OPEN. Weergave als negatieve waarde.
Alleen zichtbaar bij elektronisch eindpositiesysteem.
Automatisch programmeren van de positie:
Ô „6.5 Instellen van de tussenposities van het elektronische eindpositiesysteem op
de LCD-monitor“
A (lerend)
-1 - ES DI
A
INC.P.CL Instellen van het schakelpunt tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) met betrekking tot de
opgeslagen eindpositie DICHT. Weergave als positieve waarde.
Alleen zichtbaar bij elektronisch eindpositiesysteem.
Automatisch programmeren van de positie:
Ô „6.5 Instellen van de tussenposities van het elektronische eindpositiesysteem op
de LCD-monitor“
A (lerend)
1 - ES OPEN
A
TIJD OPEN Na het openen beweegt de deur na het verstrijken van de ingestelde waarde weer in
de richting DICHT.
Let op:
Door tijdens de open-tijd op de toets DICHT te drukken, begint het sluiten onmiddellijk.
Door op de toets OPEN of STOP te drukken tijdens de open-tijd, wordt de tijd opnieuw
gestart.
Wordt het automatisch sluiten door de veiligheidscontactlijst onderbroken, dan wordt
de open-tijd bij elke nieuwe poging opgeteld. Na 3 pogingen wordt de
automatische sluiting afgebroken.
OFF,
1 – 3600 s
OFF
START
WAARS.
Voorafgaande aan elke beweging wordt de startwaarschuwing uitgevoerd. OFF,
1 – 10 s
OFF
WAARSCHW.
V
Voorafgaande aan het automatisch sluiten of het sluiten in de impulsmodus, wordt de
voorwaarschuwingstijd geactiveerd.
Let op: Deze tijd wordt opgeteld bij de startwaarschuwing
OFF,
1 – 300 s
OFF
26 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
AUTOSLUIT Automatischsluitennaaoopvandeopen-tijd.
MOD1: AUTO DICHT vanuit eindpositie OPEN
MOD2: AUTO DICHT vanuit eindpositie Ged. OPEN
MOD3: AUTO DICHT vanuit eindpositie OPEN en eindpositie Ged. OPEN
MOD4: AUTO DICHT vanuit alle deurposities
MOD1 – MOD4 MOD1
SNELDICHT Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel.
Vereisten:
Aansluiting van een fotocel op passeerhoogte en instellen van een open-tijd > 0.
MOD2: De open-tijd worden afgebroken nadat de fotocel is gepasseerd (systeem
sluit direct).
MOD3: De open-tijd wordt afgebroken nadat de fotocel voor een minimale duur
van 2 seconden werd onderbroken (personenonderdrukking).
MOD4: Als MOD2, maar de fotocel blijft tijdens het sluiten zonder functie.
OFF,
MOD2 – MOD4
OFF
RELAIS 1 Selectie van een functie die moet worden toegewezen aan de impulsknop.
Nadere uitleg:
Ô „Uitleg bij de relaismodi:“ op pagina 31
MOD1: (Rood verkeerslicht 1) Voorafgaande waarschuwing – knippert, deurweging
- brandt
MOD2: (Rood verkeerslicht 2) Voorafgaande waarschuwing – knippert, deurweging
- knippert
MOD3: (Rood verkeerslicht 3) Voorafgaande waarschuwing – brandt, deurweging -
brandt
MOD4: Impuls bij OPEN-commando van binnenuit
MOD5: Storingsmelding
MOD6: Eindpositie OPEN
MOD7: Eindpositie DICHT
MOD8: Eindpositie OPEN genegeerd
MOD9: Eindpositie DICHT genegeerd
MOD10: Tussenpositie OPEN
MOD11: Tussenpositie DICHT
MOD12: Tussenpositie DICHT tot eindpositie DICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD17: SKS geactiveerd of een testfout
MOD18: (Rood verkeerslicht 4) Voorafgaande waarschuwing – knippert, deurweging
- uit
MOD19: Tussenpositie OPEN tot eindpositie OPEN
MOD21: Test van de intrekbeveiliging voor opening (extra module nodig)
MOD22: Activering transmissiesysteem radio 1 en 3, resp. Testen lichtrooster
MOD23:
(Groen verkeerslicht) eindpositie OPEN - brandt, voorafgaande
waarschuwing - UIT deurbeweging - UIT
MOD24: Condensatorschakeling voor sectionaaldeuraandrijvingen 230V/1~
MOD25: Erichtfunctie2minutenbrandendnaOPEN/impuls-commando
MOD26: ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)2
MOD27: Impulssignaal na bereiken van de eindpositie OPEN
MOD28: Relais algemeen UIT
MOD29: Deur gaat open
MOD30: Deur gaat dicht
MOD31: Onderhoud, continu-signaal na het bereiken van het ingestelde
onderhoudsinterval
MOD34: BMA-signaal (brandmeldinstallatie actief)
MOD35: Fotocel in werking
MOD36: Vergrendelingscilinder sluipdeur
MOD37: Testen stopsignaal transmissiesysteem radio 1 en 3
MOD38: Testen lichtroosters 2 (ingang 2)
MOD39: Fout ledje
MOD40: Impulssignaal bij OPEN-commando van buitenaf
MOD41: TesttransmissiesysteemFunk(radiograe)4indeOPEN-richting
MOD43: Aandrijving loopt in OPEN- of DICHT-richting
MOD1 - MOD62 MOD6
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –27
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
MOD60: (Rood verkeerslicht buiten) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - brandt
MOD61: (Rood verkeerslicht buiten) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - knippert
MOD62:
(Groen verkeerslicht) eindpositie OPEN - brandt, voorwaarschuwing/
deurbeweging - uit
LAMP RUST Verkeerslichten schakelen
MOD1: In ruststand uit
MOD2: In ruststand aan
MOD3: In ruststand na 5 minuten uit
MOD1 – MOD3 MOD1
SKS MOD1: OSE (optische sensor)
MOD2: 8,2kΩ(elektrischecontactlijst)
MOD3: DW(drukgolijst/Druckwellenleiste)alsNCmettesten
MOD4: Lichtrooster OSE
MOD5: Lichtrooster PNP
LET OP:
MOD4 en MOD5 moeten handmatig worden ingesteld bij gebruik van een
lichtrooster.
Zonder optelling van de open-tijd (indien geprogrammeerd) na onderbreking van
het lichtrooster tijdens de automatische sluiting.
Zonder uitschakeling van de functie „Automatische sluiting“ na 3 onderbrekingen
na elkaar.
A – (lerend)
MOD1 – MOD5
A
DW TEST Activering en de-activering van de testfunctie voor de aangesloten DW-lijst.
Verschijnt alleen bij instelling parameter SKS = MOD3.
MOD1: Test OFF
MOD2: Test ON
MOD1 – MOD2 MOD2
DW POINT Punt waarop de aangesloten DW-lijst (XP74 / 2+3) wordt getest.
Verschijnt alleen bij instelling parameter SKS = MOD3.
instelling in stappen (alleen AWG), uitgaand vanaf het lagere einduitschakelpunt.
Bij systemen met mechanische eindschakelaars, dient de extra eindschakelaar DICHT
als DW-Point.
0 – 1000 20
SKS FKT. MOD1: Stop + omkering
MOD2 Stop + vrijmaking gedurende 2 seconden
MOD1 – MOD2 MOD1
SKS OMKEER MOD1: Stop + omkering tusse
n de eindpositie OPEN en het omkeerpunt
Stop tussen omkeerpunt en eindpositie DICHT
voor verticaal sluitende poorten
MOD2 stop + omkering tusse
n eindpositie OPEN en omkeerpunt
Geen actie tussen omkeerpunt en eindpositie DICHT
voor verticaal sluitende deuren met voorlopende fotocel
MOD3: Stop + omkering tussen eindpositie OPEN en eindpositie DICHT
voor horizontaal sluitende deuren
LET OP:
Bij systemen met mechanische eindschakelaars dient de extra eindschakelaar DICHT
als omkeerpunt.
MOD1 – MOD3 MOD1
ACHTERUIT
OFF
Omkeerpunt. Punt waarop de omkering van de deur wordt uitgeschakeld.
Verschijnt alleen bij systemen met elektronisch eindpositiesysteem (AWG). Instelling
in stappen, te beginnen met het onderste einduitschakelpunt. Bij systemen met
mechanische eindschakelaars dient de extra eindschakelaar als omkeerpunt.
A – (lerend)
1 – 1000
50
FOTOCELBEW 1 Fotocel 1, gemonteerd in het passeergedeelte van de deur. Aansluiting op XP63 / 1+2.
MOD1: MFZ 2-draadssysteem
MOD2: NC-contact / NPN
MOD3: PNP
A – (lerend)
MOD1 – MOD3
A
28 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
FC FKT. 1 Werking van fotocel 1 in het passeergedeelte van de deur.
Deurbeweging DICHT Deurbeweging OPEN
MOD1: Stop + omkering Geen actie
MOD2: Stop + vrije beweging Geen actie
MOD3: STOP Geen actie
MOD4: STOP STOP
MOD5: Stop + omkering Meerijdonderdrukking OPEN
MOD6: Geen actie Stop + omkering
MOD7: Geen actie Stop + vrije beweging
MOD8: Geen actie Stop
MOD9: Meebeweegonderdrukking DICHT Stop + omkering
Meebeweegonderdrukking OPEN (MOD5):
De tussenpositie DICHT wordt op de waarde eindpositie DICHT + 600 ingesteld.
Bevindt het systeem zich tussen eindpositie DICHT en tussenpositie DICHT, dan kan de
deur niet worden geopend zolang de fotocel is onderbroken
Meebeweegonderdrukking DICHT (MOD9):
De tussenpositie OPEN wordt op de waarde eindpositie OPEN - 600 ingesteld.
Bevindt het systeem zich tussen de eindpositie OPEN en tussenpositie OPEN, dan kan
de deur niet worden gesloten zolang de fotocel is onderbroken
MOD1 – MOD9 MOD1
FC FKT. 2 Werking van fotocel 2 in het passeergedeelte van de deur.
Verschijnt alleen bij instelling parameter INGANG 1 = MOD15.
Aansluiting alleen als NC-contact via programmeerbare ingang 1 (XB99 / 1+2).
Selectiemodi analoog aan de instellingen onder LS FKT. 1
MOD1 - MOD9 MOD1
FC PUNT Tussen de eindpositie DICHT en het LS Point wordt de fotocel 1 (XP63 / 1+2) niet
geanalyseerd. Instelling in stappen, te beginnen met het onderste einduitschakelpunt.
Verschijnt alleen bij systemen met elektronische eindschakelaar.
Let op: Bij de eerste sluiting tijdens de afstelling wordt dit punt automatisch
gedetecteerd voor zover fotocel 1 in het deurkozijn is gemonteerd en tijdens het
sluiten vanaf dit punt tot aan de eindpositie DICHT onderbroken blijft.
A – (lerend)
1 - ES OPEN
A
RADIO Conguratievanhetinterneradiosysteeminsamenhangmetdeopsteekbare
CS-module-antenne 868 MHz.
MOD1: OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN ... (sequentiële besturing)
MOD2: ged. OPEN
MOD3: OPEN
MOD4: DICHT
MOD5: Afzonderlijkradiograscheverbindingverwijderen
MOD5 instellen en vervolgens de te verwijderen handzender bedienen.
MOD6: Geheugen volledig wissen
MOD1 - MOD6 MOD1
IMPULS Selectie van een functie die moet worden toegewezen aan de impulsknop (ingang
1 - MOD17 - XB99 / 1+2).
MOD1: OPEN - STOP - DICHT - STOP - OPEN ... (sequentiële besturing)
MOD2: OPEN bij stilstaande deur / geen actie bij OPEN-beweging
Stop en openen bij DICHT-beweging
MOD3: OPEN bij stilstaande deur / HALT bij deurbeweging
MOD4: OPEN bij stilstaande deur / geen actie bij deurbeweging
MOD5: OPEN bij stilstaande deur / DICHT bij eindpositie OPEN
MOD1 – MOD5 MOD1
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –29
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
INGANG 1 Selectie van een functie die moet worden toegewezen aan ingang 1 (XB99 / 1+2).
MOD1: Drukknop gedeeltelijk open
MOD2: Schakelaar GED.OPEN
MOD3: Schakelaar Auto-DICHT
MOD4: Externe KLOK (constant open)
MOD5: Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke opening) NO
MOD6: Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NO
MOD7: Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NC
MOD8: Schakelaar BMA 2 (noodopening) NO
MOD9: Schakelaar BMA 2 (noodopening) NC
MOD10: Drukknop ventilatiefunctie (gedeeltelijke opening) NO
MOD11: Drukknop automatisch sluiten
MOD12: Laserscanner (optioneel)
MOD13: Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke opening) NC
MOD14: Sluipdeurvergrendeling
MOD15: Fotocel 2 NC
MOD16: Schakelaar voorwaarschuwing
MOD17: Impulsschakelaar
MOD30: OPEN-drukknop binnen
MOD31: OPEN-drukknop buiten
MOD32: DICHT-drukknop (alleen actief bij functionerende veiligheidscontactlijst
en functionerende fotocel 1. Geen functie in dodemansgebruik)
MOD1 – MOD32 MOD1
INGANG 2 Selectie van een functie die moet worden toegewezen aan ingang 2 (XP74 / 2+5).
OFF: NIET actief
MOD2: Sluipdeursensor8,2kΩ
Stop bij afwijking
MOD3: SchakellijstOPEN8,2kΩ,actiefindeOPEN-richting
Stop en omkering bij activering
MOD4: Veiligheidscontactlijst8,2kΩ,actiefindeOPEN-richting
Stop en vrije beweging bij activering
MOD5: Werking op accu‘s
MOD6: Radarbewegingsmelder (speciaal)
MOD7: Lichtrooster 2 (PNP)
Bij de eerste inbedrijfstelling en na een reset wordt ingang 2 eenmalig op A – (pro-
grammerend) ingesteld. Wordt er geen aangesloten component gedetecteerd, dan
wordt de ingang automatisch uitgeschakeld. Er verschijnt OFF in het scherm en de
ingang moet handmatig worden geactiveerd.
A – (lerend)
OFF
MOD2 - MOD7
A
DUUR Bewaking van de maximum looptijd van een OPEN- of DICHT-beweging.
Tijdens de programmeerbeweging wordt de looptijd van de deur automatisch
geprogrammeerd.
Bij een afwijking van 20 % (in beide richtingen), verschijnt een looptijdfout (runtime
error).
Na het automatisch programmeren kan de looptijd (runtime) handmatig worden
gewijzigd.
A – (lerend)
OFF
1 - 300 s
A
OMKEER TIJD Stilstandtijd van de motor bij elke directe richtingsverandering.
De omkeertijd bij activering van de schakellijst tijdens de sluitbeweging bedraagt een
vierde van de ingestelde tijd.
100 -
5000 ms
300
EINDPOS. Selectie van het geëvalueerde eindpositiesysteem.
MOD1: Absolute encoder (AWG)
MOD2: Mechanische eindschakelaar (MEC)
MOD4: AWG met negatieve impulsen
(Alleen voor frequentie-omvormergebruik met links draaiveld)
A – (lerend)
MOD1 – MOD4
A
30 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Functie Beschrijving
Instelmogelijk-
heden
Fabrieksinstelling
ZELFSTOP. Selectie tussen impuls- en handmatige modus met en zonder de analyse van de
veiligheidscontactlijst (SKS) en fotocelsysteem (FC).
MOD1: Automatische modus
MOD2: Handbediening voor OPEN + DICHT met SKS/FC-verwerking
MOD3: Handbediening voor DICHT met SKS/FC-verwerking
MOD4: Handbediening voor OPEN met SKS/FC-verwerking
MOD5: Handbediening voor OPEN + DICHT zonder SKS/FC-verwerking
MOD6: Handbediening voor DICHT zonder SKS/FC-verwerking
MOD1 – MOD6 MOD1
KRACHT Automatische krachtbewaking
(Bewaking van toerental)
Foutmelding bij traagheid of blokkering van de deur.
Instelling van de gevoeligheid in de looprichting OPEN.
Een waarde voor de kracht (toerental) wordt tijdens het openen weergegeven.
Bij geactiveerde krachtbewaking moet een kleinere waarde dan de kleinste, tijdens de
deurbeweging weergegeven waarde worden ingesteld. Hoe groter het verschil met de
laagst weergegeven waarde, hoe minder gevoelig de krachtbewaking reageert.
De krachtbewaking wordt alleen geactiveerd wanneer een getalwaarde wordt
ingesteld.
OFF
1 – 999
10
RESET
MSBUS
Alle toegewezen MSBUS-adressen worden gereset.
Na herstart van de besturing wordt een heradressering van alle aangesloten MSBUS-
apparaten uitgevoerd.
Ô Gedetailleerde informatie vindt u in de handleiding van het MSBUS-apparaat.
ON
OFF
OFF
RESTART Bij activering van de functie wordt de besturing opnieuw gestart. ON
OFF
OFF
FABRIEKINST. Selectie van de parameter waar bij een reset naar moet worden teruggezet.
MOD10-MOD98: Klantspeciek
MOD99: MFZ standaard
OFF
MOD10 - MOD99
MOD99
RESET Terugzetten van de besturingsparameters naar de voorgeselecteerde
fabrieksinstellingen.
MOD2: Gedeeltelijke reset (alles behalve eindposities / herkend
eindpositiesysteem)
MOD3: Volledige reset (Alles wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen)
OFF,
MOD2 - MOD3
OFF
PIN-nr. 2 Invoer en selectie van een PIN-code voor het programmeren van een
onderhoudsinterval.
Na het invoeren van de PIN-code opent het tweede programmeringsniveau zich.
Daarna kan een onderhoudsinterval via de parameters onderhoud worden ingevoerd.
Invoerniveau 2 dooft opnieuw na het uitschakelen van de spanning of automatisch
na 10 minuten. Een wijziging van de PIN-code kan alleen plaatsvinden in het tweede
programmeringsniveau.
0 – 9999 1111
SERVICE OFF: Onderhoudsweergave niet actief
Instelling van een onderhoudsinterval. Na verloop van de ingestelde belastingscycli
wordt een onderhoudsmelding (LED/LCD) gegenereerd. Als een relaisuitgang met
MOD31 wordt geprogrammeerd, schakelt het desbetreffende relais (continu-signaal).
Verschijnt pas na activering van het invoerniveau 2 via parameter PIN-nr. 2.
OFF
0 – 99999
OFF
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –31
Uitleg bij de relaismodi:
A. Functies van het verkeerslicht
MOD Benaming Eindpositie DICHT Eindpositie OPEN Voorwaarschuwing
Beweging van de
deur
MOD1 Rood verkeerslicht 1
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Brandt
MOD2 Rood verkeerslicht 2
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Knippert
MOD3 Rood verkeerslicht 3
3
AAN / UIT
1
UIT
2
Brandt Brandt
MOD18 Rood verkeerslicht 4
3
UIT UIT Knippert UIT
MOD23 Groen verkeerslicht
3
UIT Brandt
2
UIT UIT
MOD60 Rood verkeerslicht 1
4
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Brandt
MOD61 Rood verkeerslicht 2
4
AAN / UIT
1
UIT
2
Knippert Knippert
MOD62 Groen verkeerslicht
4
UIT Brandt
2
UIT UIT
1
afhankelijk van parameter LAMP RUST
2
Bij actieve tegenverkeersturing: afhankelijk van OPEN-commando binnen of buiten
3
Bij actieve tegenverkeersturing: Verkeerslicht binnen
4
Bij actieve tegenverkeersturing: Verkeerslicht buiten
B. Positiemeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD6 Eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie OPEN bevindt.
MOD7 Eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur zich in de positie Eindpositie DICHT bevindt.
MOD8 Niet eindpositie OPEN Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de positie Eindpositie OPEN bevindt.
MOD9 Niet eindpositie DICHT Het relais sluit het contact wanneer de deur zich niet in de positie Eindpositie DICHT bevindt.
MOD10 Tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie OPEN (Ged. OPEN)
bevindt.
MOD11 Tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) Het relais sluit het contact wanneer de deur zich in de positie Eindpositie DICHT
(Ged. DICHT) bevindt.
MOD12 Tussenpositie DICHT tot eindpositie DICHT Het relais sluit het contact als de deur zich in het gedeelte tussen de eindpositie DICHT en
tussenpositie DICHT (Ged DICHT) bevindt.
MOD19 Tussenpositie OPEN tot eindpositie OPEN Het relais sluit het contact als de deur zich in het gedeelte tussen de eindpositie OPEN en
tussenpositie OPEN (Ged OPEN) bevindt.
32 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Functieoverzichten
C. Impulssignalen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD4 Impuls op OPEN-commando van
binnenuit
Het relais sluit het contact gedurende 1 seconde wanneer de deur een OPEN-commando van
binnenuit krijgt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een lichtregeling worden gerealiseerd.
MOD27 Impuls na bereiken van de eindpositie
OPEN
Het relais sluit het contact gedurende 2 seconden wanneer de deur de positie Eindpositie OPEN
bereikt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een volgende slagboom worden geopend.
MOD 40 Impuls bij OPEN-commando van buitenaf Het relais sluit het contact gedurende 1 seconden wanneer de deur een OPEN-commando van
buitenaf krijgt. Met deze impuls kan bijvoorbeeld een lichtregeling worden gerealiseerd.
D. Storingsmeldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD5 Storingsmelding Het relais opent het contact wanneer er een STOP-commando komt of een fout optreedt.
Alle fouten in hoofdstuk 11 leiden tot activering van het relais.
MOD17 Veiligheidscontactlijst bediend Het relais opent het contact wanneer de veiligheidscontactlijst wordt geactiveerd. Een fout van
de veiligheidscontactlijst of een mislukte test wordt via MOD5 aangegeven.
MOD35 Fotocel Schakelt analoog aan de fotocelingang XP63 (1/2) het binnenkomende signaal als een melding
door.
Relais ON: Signaal van de fotocel is in orde
Relais OFF: Lichtstraal onderbroken of fotocel defect
MOD39 Fout ledje Het relais sluit het contact altijd wanneer de interne fout LED 2 (rood) brandt.
E. Bewegingssignaal
MOD Benaming Opmerkingen
MOD29 Deur beweegt open. Actief bij beweging.
MOD30 Deur beweegt dicht. Actief bij beweging.
MOD43 Deur beweegt open of dicht Actief bij elke beweging (aansturing van de motorrem)
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –33
F. Functies voor het externe toebehoren
MOD Benaming Opmerkingen
MOD13 Magneetslotfunctie Het relais sluit voor elke deurbeweging. Bij rust is het relais geopend.
Er is een vertragingstijd van 0,5 seconden voor elke deurbeweging ingesteld.
MOD21 Test van de intrekbeveiliging Het relais genereert een testsignaal bij het bereiken van de eindpositie DICHT en
verwacht als reactie op het testsignaal een bediening van het stopcircuit.
MOD22 Activering transmissiesysteem Radio 1 en Radio 4,
testen van het lichtrooster 1
Het relais genereert een testsignaal bij het bereiken van de eindpositie OPEN en
verwachte als reactie op het testsignaal een activering van de contactlijstingang.
MOD24 Condensatorschakeling Bij elk bewegingscommando wordt het relais ca. 1 seconden gesloten. Met behulp
van dit relais wordt een voor wisselstroomtoepassingen benodigde startcondensator
bijgeschakeld om een veilige start van de motor te garanderen.
Voor STAW-serie met een verhoogde belasting.
MOD25 Erichtfunctie Bij elk OPEN-commando wordt het relais 2 minuten lang gesloten en kan zo gebruikt
worden voor de aansturing van een verlichting.
MOD26 ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)2
en 4
Voorafgaande aan elk NEER-commando wordt het transmissiesysteem Funk
(radiograe)meteenimpulsgeactiveerd.Deduurvandeactiveringmoetophet
transmissiesysteem ingesteld worden.
Door de activering vindt een met ca. 0,5 seconde vertraagde neerlating plaats.
MOD28 Relais UIT Het relais is doorgaans uitgeschakeld, het contact is altijd geopend.
MOD36 Pneumatische cilinder voor het vergrendelen van de
sluipdeur (drempelloos deursysteem)
Bij elke OPEN-commando wordt het relais geactiveerd en stuurt een pneumatische
cilinder aan, die de sluipdeur van deur mechanisch blokkeert. De vergrendelingspo-
sitie van de cilinder wordt via een eindschakelaar opgevraagd. Pas na de vrijgave
van deze eindschakelaar begint de deur te bewegen. Het relais blijft actief totdat het
onderste eindpunt opnieuw wordt bereikt.
MOD37 Testen van het stopsignaal via
TransmissiesysteemFunk(radiograe)1enFunk3
Het relais genereert een testsignaal in de eindpositie OPEN en verwachte als reactie
op het testsignaal een onderbreking van het stopcircuit.
MOD38 Testenvanhetlichtrooster2(8,2kΩ),
Aansluiting via ingang 2 (XP74 / 2+5)
Het relais genereert een testsignaal in de eindpositie OPEN en verwacht als reactie
op het testsignaal een onderbreking op ingang 2.
MOD 41 ActiveringoverdrachtsysteemFunk(radiograe)4in
OPEN-richting
Het relais genereert een testsignaal bij het bereiken van de eindpositie DICHT en
verwacht als reactie op het testsignaal een onderbreking op ingang 2.
G. Ingangsafhankelijke meldingen
MOD Benaming Opmerkingen
MOD34 BMA signaal Schakelt bij actieve brandmeldingsinstallatie.
Volgt het signaal op ingang 1 bij de instelling MOD5-9/13.
Ingang 1 wordt in dit geval met een stuursignaal van de brandmeldinstallatie gevoed en opent of
sluit afhankelijk van de instelling de deur in een eind- of tussenpositie.
34 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Uitleg van de ingangen:
A. Functies ingang 1
MOD Benaming Opmerkingen
MOD1 Toets GED. OPEN Door het indrukken van een extra toets op ingang 1 opent de deur zich tot in de tussenpositie OPEN
(GED. OPEN).
MOD2 Schakelaar GED. OPEN Gesloten: Alle OPEN-commando‘s leiden tot de tussenpositie OPEN (GED. OPEN).
Open: Alle OPEN-commando‘s leiden naar de positie Eindpositie OPEN.
MOD3 Schakelaar AUTO DICHT Gesloten: geen automatisch sluiten
(Open-tijd stopt, wanneer open-tijd > 0)
Open: Automatische toegang is actief (wanneer open-tijd > 0)
MOD4 Externe KLOK (constant open) De poort gaat open wanneer het contact sluit en blijft in de positie ON (open tijd stop) totdat het
contact opent. Er vindt dan een automatische sluiting plaats (alleen bij open-tijd > 0). Deze functie
kan door middel van de toets DICHT afgebroken worden. De deur gaat DICHT.
MOD5 Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke
opening) NO
Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Open: Normale functie
Gesloten: Gedeeltelijke opening van de deur. De tussenpositie OPEN (Ged. OPEN) wordt vanuit
beide richtingen benaderd, ongeacht de momentele positie van de deur.
TOETS: Geen functie
FC / SKS: De deur stopt en beweegt zich vrij (alleen in DICHT-richting), na 5 seconden
hersluiting
STOP: Onderbreking van de noodsluiting gedurende de duur van de activering
MOD6 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NO Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Open: Normale functie
Gesloten: Noodsluiting van de deur
TOETS: Geen functie
FC / SKS: Deur stopt en beweegt in vrije positie, na 5 seconden nieuwe noodsluiting
STOP: Onderbreking van de noodsluiting gedurende de duur van de activering
MOD7 Schakelaar BMA 1 (noodsluiting) NC Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Gesloten: Normale functie
Open: Noodsluiting van de deur
TOETS: Geen functie
FC / SKS: Deur stopt en beweegt in vrije positie, na 5 seconden nieuwe noodsluiting
STOP: Onderbreking van de noodsluiting gedurende de duur van de activering
MOD8 Schakelaar BMA 2 (noodopening)
NO
Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Open: Normale functie
Gesloten: Noodopening van de deur
TOETS: Geen functie
FC / SKS: Geen functie
STOP: Onderbreking van de noodopening zolang de toets ingedrukt wordt.
Geen automatische sluiting na de-activering van het BMA-signaal.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –35
MOD Benaming Opmerkingen
MOD9 Schakelaar BMA 2 (noodopening) NC Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Gesloten: Normale functie
Open: Noodopening van de deur
TOETS: Geen functie
FC / SKS: Geen functie
STOP: Onderbreking van de noodopening zolang de toets ingedrukt wordt.
Geen automatische sluiting na de-activering van het BMA-signaal.
MOD10 Drukknop ventilatiefunctie NO Gedeeltelijke opening van de deur. Door het indrukken van een extra knop op ingang 1, wordt de
tussenpositie DICHT (Ged. DICHT) vanuit beide richtingen benaderd, ongeacht de huidige deurpositie.
MOD11 Drukknop „Automatisch sluiten“ 1. Indrukken: Geen automatisch toegang, de open-tijd wordt stopgezet.
2. Indrukken: Het automatisch sluiten is weer actief als de open-tijd > 0.
3. Indrukken: Geen automatisch toegang, de open-tijd wordt stopgezet.
MOD12 Laserscanner (hoogtedetectie) Alleen in combinatie met ingang 2 (MOD6).
Ô Zie uitleg ingang 2.
MOD13 Schakelaar BMA 3 (gedeeltelijke
opening) NC
Besturingsfunctie bij actief brandmeldsysteem.
Gesloten: Normale functie
Open: Gedeeltelijke opening van de deur. De tussenpositie OPEN (GED. OPEN) wordt vanuit
beide richtingen benaderd, ongeacht de huidige deurpositie.
TOETS: geen functie
FC / SKS: De deur stopt en beweegt zich vrij (alleen in DICHT-richting), na 5 seconden
hersluiting
STOP: Onderbreking van de noodsluiting gedurende de duur van de activering.
MOD14 Sluipdeurvergrendeling Bewakingseindschakelaar voor de pneumatische vergrendeling van sluipdeuren. De eindschakelaar
moet binnen 10 seconden na een OPEN-commando de juiste vergrendeling hebben bevestigd,
anders volgt een foutmelding en de deur blijft stilstaan.
Deze functie werkt op de relaismodus 36.
MOD15 Fotocel 2 NC Bij aansluiten van een tweede fotocel in het passeergedeelte van de deur, kan dit systeem via de
parameter LS FKT 2 in de INVOER worden geprogrammeerd.
Alleen aansluiting van fotocellen met potentiaalvrij NC-contact.
MOD16 Schakelaar voorwaarschuwing Gesloten: Naderingswaarschuwing en voorwaarschuwing zijn inactief
(ook wanneer beide tijden > 0).
Open: Naderingswaarschuwing en voorwaarschuwing zijn actief (alleen wanneer beide
tijden > 0).
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“ op pagina 25
MOD17 Impulsknop buiten Door op de knop te drukken, wordt de deur in beweging gezet of gestopt.
Functie en richting van de beweging zijn afhankelijk van de instelling van de parameter IMPULS
in het invoermenu.
Ô „10.2 Gebruiksmodus invoer“ op pagina 25
Bij actieve tegenliggersbesturing wordt dit impulscommando behandeld als een signaal van
buitenaf.
MOD30 OPEN-drukknop binnen Door de knop te gebruiken, opent de deur zich tot in de eindpositie OPEN.
Het verkeerslicht binnen schakelt naar groen.
MOD31 OPEN-drukknop buiten Door de knop te gebruiken, opent de deur zich tot in de eindpositie OPEN.
Het verkeerslicht buiten schakelt op groen.
MOD32 DICHT-drukknop Door de knop te gebruiken, sluit de deur zich tot in de eindpositie DICHT.
Alleen actief bij functionerende veiligheidscontactlijst en functionerende fotocel 1.
Geen functie in dodemansgebruik.
36 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
B. Functies ingang 2
MOD Benaming Opmerkingen
OFF NIET actief
MOD2 Sluipdeursensor(8,2kΩ) Algemeen actief.
Stopt het systeem bij activering.
MOD3 SchakellijstOPEN(8,2kΩ) Veiligheidscontactlijst actief in de OPEN-richting.
Stop en omkering tot in de eindpositie DICHT bij activering van de veiligheidscontactlijst.
MOD4 SchakellijstOPEN(8,2kΩ) Veiligheidscontactlijst actief in de OPEN-richting.
Stop en sluiting gedurende 2 seconden (vrijmaken) bij activering van de veiligheidscontactlijst.
MOD6 Radarbewegingsmelder
(Hoogtedetectie) NO
De functie is gekoppeld aan ingang 1 (MOD12 – laserscanner).
De voorgeschakelde laserscanner herkent de hoogte van het voertuig.
De aangesloten radarbewegingsmelder genereert een OPEN-commando bij activering.
Een hoog voertuig (vrachtwagen) wordt door de laserscanner herkend.
De laserscanner schakelt de ingang 1 (MOD12) op ON.
De radarbewegingsmelder detecteert het voertuig en activeert de deurbeweging.
De deur wordt naar de eindpositie OPEN bewogen.
Een laag voertuig (personenauto) wordt door de laserscanner gedetecteerd.
De laserscanner schakelt de ingang 1 (MOD12) op OFF.
De radarbewegingsmelder detecteert het voertuig en activeert de deurbeweging.
De deur wordt in de tussenpositie OPEN (GED. OPEN) verplaatst.
Alle andere OPEN-commando‘s (boven X3, XB50, XB11, XB72) bewegen de deur altijd in de
eindpositie OPEN. De functie van ingang 1 (MOD12) is dan niet van belang.
MOD7 Lichtrooster 2 (PNP) Gedrag zoals lichtrooster 1 (SKS MOD 4+5)
Lichtrooster actief in de DICHT-richting.
Stop en omkering bij de activering van het lichtrooster.
Het soort omkering (omkering / vrijmaking) wordt overgenomen.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –37
10.3 Gebruiksmodus diagnostiek / foutgeheugen
Weergave Betekenis Toestand
ES BOVEN Eindpositie OPEN OFF: Eindpositie is bereikt
ON: Eindpositie is niet bereikt
ES BENEDEN Eindpositie DICHT OFF: Eindpositie is bereikt
ON: Eindpositie is niet bereikt
OPEN-TOETS Commandotoets / ingang OPEN ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
DICHT-TOETS Commandotoets / Ingang DICHT ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets niet ingedrukt / Ingang niet actief
INGANG 1 INGANG 1 (XB99 / 1 + 2) ON: Ingang 1 is actief
OFF: Ingang 1 is niet actief
INGANG 2 INGANG 2 (XP74 / 2 + 5) ON: Ingang 2 is actief
OFF: Ingang 2 is niet actief
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD5 / MOD6 in parameter INGANG 2.
SKS Veiligheidscontactlijst 1
(DW,8,2kΩofopto-sensor)
of lichtrooster 1
(PNP of opto-sensor)
(XP74 / 1-3) DICHT-richting
ON: Systeem is gesloten
OFF: Systeem is onderbroken (storing)
SKS 2 Veiligheidscontactlijst2(8,2kΩ)
of lichtrooster 2 (PNP)
Aansluiting op ingang 2
(XP74 / 2+5) OPEN-richting
ON: Systeem is gesloten
OFF: Systeem is onderbroken (storing)
WeergaveON/OFFalleenbijinstellingMOD3/MOD4/MOD7inparameterINGANG2.
STOP 2 Veiligheidscircuit 2
Sluipdeursensor(8,2kΩ)
Aansluiting op ingang 2 (XP74 / 2+5)
ON: Veiligheidscircuit is gesloten
OFF: Veiligheidscircuit is onderbroken (storing)
Weergave ON / OFF alleen bij instelling MOD2 in de parameter INGANG 2.
IMPULS Commandotoets / ingang IMPULSE
(Ingang 1 - MOD17 - XB99 / 1+2)
ON: Toets is ingedrukt / ingang is actief
OFF: Toets is niet ingedrukt / ingang is niet actief
SCHAKELKLOK Weekschakelklok
(Ingang 1 - MOD4 - XB99 / 1+2)
ON: tijdschakelklok is actief
OFF: tijdschakelklok is niet actief
FOTOCELBEW Fotocelbewaking 1
(XP63 / 1+2)
ON: Signaal van de fotocel is in orde
OFF: Lichtstraal onderbroken of fotocel defect
FOTOCELBEW 2 Fotocelbewaking 2
Aansluiting op ingang 1
(XB99 / 1+2)
ON: Signaal van de fotocel is in orde
OFF: Lichtstraal onderbroken of fotocel defect
STOPKETEN Veiligheidscircuit 1
NOODSTOP-systemen van de
deurinstallatie
ON: Veiligheidscircuit is gesloten
OFF: Veiligheidscircuit is onderbroken
STOP Commandotoets HALT
(dekseltoetsenbord)
ON: toets is niet ingedrukt
OFF: toets is ingedrukt
38 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Weergave Betekenis Toestand
DRAAIVELD Geeft de momenteel ingestelde
draairichting van de aandrijving aan
RECHTS: instelling voor rechts draaiveld
LINKS: instelling voor links draaiveld
CYCLUS Deurcycliteller Weergave van de doorlopen deurcycli
1 x OPEN + 1 x DICHT = 1 cyclus
Er wordt alleen geteld als de betreffende einduitschakelpunten zijn bereikt.
SERVICE Service-alarmfunctie
Instelling op parameter SERVICE en
PIN-nr. 2
OFF: Onderhoudsweergave niet actief
0 - 99999: onderhoudsweergave is actief
Weergave van de resterende deurcycli tot aan de onderhoudsmelding.
AWG Positie van de absolute encoder Weergave van de momenteel overgedragen waarde.
ERROR …
AANTAL
CYCLUS
Foutgeheugen van de besturing
De foutmeldingen van de besturing
kunnen hier met informatie over
frequentie en cyclus worden uitgelezen.
Met behulp van de toetsen [+] en [-]
van het LCD-scherm kunt u door de
verschillende foutmeldingen bladeren.
Ô „11.1 Foutmelding op het LCD-
scherm“
Wissen van het foutgeheugen:
Gelijktijdig indrukken van de toetsen
[+] en [-] gedurende ca. 2 seconden.
Elke foutmelding moet afzonderlijk
worden gewist.
De weergave wisselt om de 2 seconden tussen
– de foutbeschrijving,
– de frequentie dat deze optreedt en
– de vermelding bij welke cyclus de fout voor het laatst is opgetreden.
Verschijnt onder Aantal een 0, dan is de desbetreffende fout nog nooit opgetreden.
Functieoverzichten
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –39
11. Foutmelding en ophefng storing
11.1 Foutmelding op het LCD-scherm
Storing / melding Oorzaak Ophefng
Systeem reageert niet Geen spanning aanwezig. Voeding van aandrijving en besturing controleren.
Deur beweegt bij het indrukken
van de OPEN-toets in de
eindpositie DICHT
Deur beweegt bij het indrukken
van de DICHT-toets in de
eindpositie OPEN
Draaiveld (fasevolgorde) is verkeerd. Draaiveld controleren en evt. voor rechts draaiveld zorgen.
FAULT – X interne software- of hardwarefouten. RESET via printplaatknop:
Ô „8.5 RESET van de besturing zonder LCD-monitor“
STOPKETEN Veiligheidscircuit is onderbroken.
XR51 / 1+2 veiligheidscircuit besturing
NOODSTOP, slappe-koordschakelaar
XV32 / 4+8 Veiligheidscircuit aandrijving AWG
XV36 / 4+8 Veiligheidscircuit aandrijving AWG
XB50 / 1+2 Stopknop extern
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en
probleem oplossen.
ERROR LOOPTIJD De geprogrammeerde bewegingsduur is
overschreden.
Bewegingsbaan en looptijd van de deur controleren.
Looptijd eventueel herprogrammeren.
ERROR AWG Signaaloverdracht tussen de absolute encoder en
de besturing is onderbroken of verstoord.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel
vervangen.
ERROR EINDPOS. De installatie bevindt zich buiten het
geprogrammeerde eindpositiebereik.
De eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
Deur via de noodbediening in het geprogrammeerde
bereik terugzetten.
Eindposities eerst programmeren.
ERROR KRACHT De krachtbewaking heeft gereageerd. Deur op mechanische schade controleren.
ERROR DR.-VELD Het aanwezige draaiveld is geen rechts
draaiveld.
Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
Ô „6.1 Controle aandrijvingsdraairichting /
bewegingsrichting“
ERROR SKS DIC Veiligheidscontactlijst 1 defect in
DICHT-richting –> (XP74 / 1-3).
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren.
ERROR SKS OPEN 2 Veiligheidscontactlijst 2 defect in
OPEN-richting -> (XP74 / 2+5) ingang 2
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren.
ERROR STOP 2 Veiligheidscircuit 2 is onderbroken.
Sluipdeursensor8,2kΩ
–> (XP74 / 2+5) Ingang 2
Sluipdeursensor controleren.
ERROR SKS-TEST Detestvandeaangeslotendrukgolijstwasniet
succesvol.
DW-schakelaar,spiraalkabelenproelcontroleren.
Instelling DW POINT controleren.
Testen van de transmissiesystemen FUNK
(radiograe)1–4ismislukt.
TransmissiesysteemFunk(radiograe)controleren.
Ingesteld relais MOD voor transmissiesysteem controleren.
Ô „F. Functies voor het externe toebehoren“ op pagina 33
ERROR FOTOCEL De aangesloten fotocel vertoont een permanente
storing.
–> (X4 / 1-4)
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bekabeling controleren.
40 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
Storing / melding Oorzaak Ophefng
ERROR FOTOCEL 2 De aangesloten fotocel vertoont een permanente
storing.
–> (XB99 / 1+2) Ingang 1
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bekabeling controleren.
ERROR FC-TEST Het testen van de 2-draads fotocel is mislukt. Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bekabeling controleren.
ERROR STOP TEST Hettestenvandesluipdeursensor(8,2kΩ)is
mislukt.
–> Ingang 2
Sluipdeursensor controleren.
ERROR INTREK De test van de intrekzekeringen (extra module)
is mislukt.
–> Relais MOD21
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bekabeling controleren.
ERROR CYLINDER De bewakingseindschakelaar van het
vergrendelsysteem voor barrièrevrije sluipdeur
is niet binnen 10 seconden na het invoeren van
een OPEN-commando ingeschakeld.
Eindschakelaar van de cilinder controleren.
ERROR MSBUS De communicatie tussen de besturing en
aangesloten MS-BUS-module is onderbroken.
Kabels en stekkerverbindingen controleren en indien nodig
vervangen.
ERROR POWERSEGM. Een van de relais die de motor besturen, is
defect.
Printplaat vervangen.
Na het verhelpen van de oorzaak van de storing moet bij de volgende fouten de besturing weer worden
uitgeschakeld of moet een herstart plaatsvinden (> menu INVOER > parameter HERSTART > ON)
ERROR DR.-VELD
ERROR LOOPTIJD
ERROR EINDPOS.
Foutmelding en ophefng storing
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –41
11.2 Foutmelding via LED
LED H1 - Groen
Storing / melding Led-weergave Opmerkingen
Bedrijfsspanning ontbreekt Uit Geen voedingsspanning aanwezig.
LED H2 - Rood
Storing / melding Led-weergave Opmerkingen
STOPKETEN 1x knipperen Veiligheidscircuit is onderbroken.
Veiligheidscircuit controleren, onderbreking lokaliseren en
probleem oplossen.
ERROR AWG 2x knipperen Signaaloverdracht tussen de absolute encoder en de besturing is
onderbroken of verstoord.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel vervangen.
ERROR EINDPOS. 3x knipperen Het systeem bevindt zich buiten het geprogrammeerde
eindpositiebereik of de eindposities zijn nog niet geprogrammeerd.
Eindposities eerst programmeren.
Deur via de noodbediening in het geprogrammeerde bereik
terugzetten.
ERROR DR.-VELD 4x knipperen Het aanwezige draaiveld is geen rechts draaiveld.
Draaiveld controleren en eventueel wijzigen.
Ô „6.1 Controle aandrijvingsdraairichting / bewegingsrichting“
ERROR KRACHT 5x knipperen De krachtbewaking heeft gereageerd.
Deur op mechanische schade controleren.
ERROR LOOPTIJD 6x knipperen De geprogrammeerde bewegingsduur is overschreden.
Bewegingsbaan en looptijd van de deur controleren.
Looptijd eventueel herprogrammeren.
ERROR MSBUS 9x knipperen Communicatiefout tussen de besturing en een aangesloten
MS-BUS-eindapparaat.
Kabel- en stekkerverbinding controleren en eventueel
vervangen.
ERROR SKS Continu licht
Beweegt alleen in dodemansfunctie
Veiligheidscontactlijst defect in OPEN- of DICHT-richting.
Veiligheidscontactlijst en spiraalkabel controleren,
event.transmissiesysteemFUNK(radiograe)controleren.
ERROR FOTOCEL Continu licht
Bewegen in richting DICHT alleen in
dodemansfunctie
De aangesloten fotocel vertoont een permanente storing.
Fotocel controleren (functie en uitlijning).
Bekabeling controleren.
42 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
12. Technische specicaties
Mechanische en elektrische gegevens
Afmetingen
behuizing:
165 x 220 x 105 mm
Voeding via
L1, L2, L3, N, PE: 400V/3~ , 50/60Hz
230V/3~ , 50/60Hz
L1, N, PE: 230V/1~ , 50/60Hz
Zekeringen: 10 A K-karakteristiek
Motorvermogen: max. 1,5 kW
bij voeding 400V/3~
Eigen verbruik van de
besturing:
max. 200 mA (alleen printplaat)
Stuurspanning: 24 V DC, max. 200 mA; beveiligd met automatische
zekering voor externe sensoren
Stuuringangen: 24 V DC, alle ingangen moeten potentiaalvrij
worden aangesloten.
Min. signaalduur voor ingangsstuurcommando
> 100 ms
Stuuruitgangen: 24 V DC, max. 200 mA
RS485 A en B: alléén voor elektronische eindschakelaars
RS485-niveau,afgeslotenmet120Ω
Veiligheidsketen /
noodstop:
Alle ingangen altijd potentiaalvrij aansluiten; bij
onderbreking van de veiligheidsketen is geen
elektrische beweging van de aandrijving meer
mogelijk, ook niet in de dodemansschakeling
Ingang
veiligheidscontactlijst
(veiligheidsniveau C):
Performance Level C
voor elektrische veiligheidscontactlijsten met
8,2kΩ,afsluitweerstandenvoordynamische
optische systemen
Fotocel
(Veiligheidsniveau D):
Indien de fotocel wordt gebruikt als beveiligings-
systeem volgens niveau D, moet de functie ervan
regelmatig worden gecontroleerd, tenminste elke
6 maanden.
Tweedraads-fotocellen van MFZ zijn zelftestend,
hierbij vervalt deze eis.
Scherm (LCD): Er mag alleen een origineel LCD-scherm van de
rmaMFZwordengebruikt(art.nr.1700004793).
Relaisuitgangen: wanneer inductieve lasten worden geschakeld
(bijv. nog meer relais of remmen), dan moeten deze
met de betreffende ontstromingsmaatregelen (bijv.
vrijloopdiode, varistoren, weerstandcondensatoren)
worden uitgerust. Werkcontact potentiaalvrij; min.
10mA;max.230VAC / 4A.
Contacten die één keer voor een contactverbreking
werden gebruikt, kunnen geen kleine stromen meer
schakelen.
Temperatuurbereik: Bedrijf: -10°C … +45°C
Opslag: -25°C … +70°C
Luchtvochtigheid: t/m 80% niet condenserend
Vibraties: Trillingsarme montage, bijv. op een gemetselde
muur
Veiligheidsklasse: IP 65
Gewicht: ca. 1,5 kg
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –43
13. Onderhoud
De CS 255 AC-besturing is onderhoudsvrij.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schok!
Voorafgaande aan onderhoudswerkzaamheden aan de
besturing of de deurinstallatie moet de besturing altijd
worden losgekoppeld van de elektriciteitsvoorziening.
Zorg ervoor dat tijdens de werkzaamheden de stroom
onderbroken blijft.
Bij onderhoud aan de deurinstallatie de volgende punten in
acht worden genomen:
Het onderhoud van de deurinstallatie mag alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen.
De richtlijn ASR A1.7 moeten worden nageleefd.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten worden
vervangen.
Er mogen alleen goedgekeurde onderdelen zijn
gemonteerd.
Het onderhoud moet worden gedocumenteerd.
Vervangen defecte onderdelen moeten op de juiste manier
worden afgevoerd.
44 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
14. EG-inbouwverklaring
Hierbij verklaren wij dat het hieronder aangegeven product
Deurbesturing CS 255 AC
aan de basiseisen van de machinerichtlijn (2006/42/EG)
voldoet:
De onvolledige machine komt verder overeen met alle
bepalingen van de
EG-laagspanningsrichtlijn (305/2011/EU)
richtlijn elektromagnetische compatibiliteit (2014/30/EU)
laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU)
De volgende normen worden toegepast:
EN 60204-1
Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines;
Deel 1: Algemene eisen
EN ISO 12100
Veiligheid van machines - Algemene ontwerpbeginselen -
Risicobeoordeling en risicoreductie
DIN EN 12453
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren – Eisen
prEN 12453: 2014
Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren
(uitsluitend voor de punten 1.3.7 en 1.4.3 van bijlage I van de
Machinerichtlijn)
DIN EN 61000-6-2
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-2:
Algemene normen - Immuniteit voor industriële omgevingen
DIN EN 61000-6-3
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) - Deel 6-3:
Algemene normen - Emissienormen voor huishoudelijke,
handels- en lichtindustriële omgevingen
DIN EN 60335-1
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen
DIN EN 60335-2-103
Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 2-103: Bijzondere eisen voor poorten,
deuren en ramen
De relevante technische documentatie is in overeenstemming
met bijlage VII, deel B, van de EG-machinerichtlijn 2006/42/EG
aangemaakt. Wij zetten ons in om deze op verzoek binnen
een redelijke termijn in elektronische vorm in te dienen bij de
autoriteiten voor markttoezicht.
Voor de samenstelling van de technische documentatie is
gemachtigd:
Marantec GmbH & Co. KG, Remser Brook 11,
D-33428 Marienfeld
De onvolledige machine mag pas in bedrijf worden genomen
als is vastgesteld dat de machine, waarin de onvolledige
machine wordt ingebouwd, voldoet aan de bepalingen van de
machinerichtlijn (2006/42/EG).
Plaats, datum
Marienfeld, 20-04-2016
Handtekening fabrikant
Michael Hörmann
Functie van de ondertekenaar
Directie
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –45
46 – Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01
15. Bijlage
15.1 Overzicht van de aansluitingen
CS-module-antenne
optioneel
Relaisuitgang, potentiaalvrij contact NO
N L3 L2 L1 U V W
37
24 V-DC
GND
XP63
P6
9
B9
5
6
7
+
B5
5
6
7
+
B5
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
5
6
7
+
B5
5
6
7
+
B5
37
XP63 XP63
R
P6
37
P6
37
P6
24 V-DC
Signal
GND
XB50
XB50
XP74 XP74
XR51 XR51
gr
br
wt
XB50
T
22 11
XP63
24 V-DC
Signal
GND
XB50
8k2
XP74
XR51
XP74
XR51
XB99
XP74
XR51
400V / 50Hz / 3~ / N / PE
NL
Deurbesturing CS 255 AC / Rev.A 1.01 –47
N L3 L2 L1 U V W
37
24 V-DC
GND
XP63
P6
9
B9
5
6
7
+
B5
5
6
7
+
B5
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
15
R5
+
47
40
45
5
6
7
+
B5
5
6
7
+
B5
37
XP63 XP63
R
P6
37
P6
37
P6
24 V-DC
Signal
GND
XB50
XB50
XP74 XP74
XR51 XR51
gr
br
wt
XB50
T
22 11
XP63
24 V-DC
Signal
GND
XB50
8k2
XP74
XR51
XP74
XR51
XB99
XP74
XR51
400V / 50Hz / 3~ / N / PE
- Drukknop OPEN
- Drukknop DICHT
- Drukknop STOP
- Ingang 1
Externe drukknop CSI-15 Dekselschakelaar CS-15
LCD-monitor RS 485 Bus-module I/O BUS-module ES
Fotocel relaisuitgang
optioneel
Fotocel 2-draads
Fotocel 3-draads NPN Fotocel 3-draads PNP
- Ingang 2
Veiligheidscontactlijst Opto Veiligheidscontactlijst8,2kΩ Veiligheidscontactlijst pneumatisch
Noodstop of
veiligheidscircuit
deur
#1700024086
#122161
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Marantec CS 255 de handleiding

Type
de handleiding