24
Nederlands
ALGEMENE VOORZORGEN VOOR GEBRUIK
WAARSCHUWING
De standaardvoorzorgen voor de veiligheid, waaronder
de hierna beschreven voorzorgen, moeten bij gebruik van
elektrisch gereedschap altijd worden opgevolgd zodat de
kans op brand, elektrische schokken, ongelukken en letsel
wordt verminderd.
Lees al deze aanwijzingen zorgvuldig door alvorens dit
gereedschap te gebruiken. Bewaar deze aanwijzingen.
1. Houd de werkomgeving schoon. Veel rommel,
voorwerpen die niet nodig zijn, etc. veroorzaken
vaak ongelukken.
2. Zorg voor een goede werkomgeving. Stel elektrisch
gereedschap niet aan regen en vocht bloot.
Gebruik elektrisch gereedschap niet op vochtige
of natte plaatsen. Zorg dat de werkomgeving goed
is verlicht.
Gebruik elektrisch gereedschap niet in de buurt
van ontvlambare stoffen of gas.
Elektrisch gereedschap produceert vonken tijdens
gebruik. Er word tevens mogelijk een vonk
opgewekt wanneer het gereedschap wordt in- of
uitgeschakeld. Gebruik elektrisch gereedschap
nooit in gevaarlijke ruimten waar lak, verf, benzine,
thinner, petroleum, gas, lijm en andere brandbare
of ontplofbare materialen aanwezig zijn.
3. Bescherm het gereedschap tegen elektrische
schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlakken, zoals leidingen, radiatoren, behuizing
van koelkasten, etc.
4. Let goed op dat andere personen die niet aan de
werkzaamheden deelnemen het gereedschap of
de verlengsnoeren niet aanraken en zorg dat ze
uit de buurt blijven. Let vooral goed op kleine
kinderen!
5. Laat gereedschap niet slingeren wanneer u het
niet gebruikt. Berg het gereedschap op een droge,
hoge plaats op waar kleine kinderen er beslist niet
bij kunnen.
6. Forceer het gereedschap tijdens gebruik niet. De
klus zal beter en veiliger worden uitgevoerd
wanneer u het gereedschap met het aangegeven
vermogen gebruikt.
7. Gebruik het geschikte gereedschap voor een klus.
Gebruik geen klein gereedschap voor een klus
waarvoor u eigenlijk zwaar gereedschap moet
gebruiken. Gebruik gereedschap uitsluitend voor
het doel waarvoor het gereedschap is ontworpen.
Gebruik bijvoorbeeld geen cirkelzaagmachine voor
het zagen van houtstronken of houtblokken.
8. Draag de juiste kleding. Draag geen wijde,
loshangende kleding of sierraden. Loshangende
materialen kunnen namelijk in de draaiende of
bewegende delen van het gereedschap verstrikt
raken met alle gevolgen van dien. Draag bij
voorkeur anti-slip schoenen bij klussen buitenshuis
zodat u niet gemakkelijk zult uitglijden. Draag een
pet of dergelijke indien u lang haar heeft.
9. Gebruik een veiligheidsbril. Gebruik tevens een
masker of stofkap indien bij het zagen veel stof
of zaagsel vrijkomt.
10. Gebruik apparatuur voor het verzamelen van stof.
Controleer dat apparatuur voor het afvoeren en
verzamelen van stof goed is aangesloten en juist
wordt gebruikt indien deze apparatuur is
bijgeleverd.
11. Wees voorzichtig met het snoer. Trek niet aan het
snoer maar gebruik de stekker om het snoer met
een stopcontact te verbinden of ervan te
ontkoppelen.
Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en
scherpe randen of oppervlakken.
12. Zet de klus goed vast. Gebruik indien mogelijk
klemmen of een bankschroef om de klus vast te
zetten. Dit is namelijk veel veiliger dan wanneer
u het te bewerken materiaal met de hand
vasthoudt.
13. Werk binnen uw macht. Zorg dat u ten alle tijden
stevig staat en goed in balans bent.
14. Onderhoud gereedschap goed. Houd gereedschap
voor het zagen of snijden goed scherp en schoon
voor een efficiëntere en veiligere werking. Volg
de aanwijzingen voor het smeren en vervangen
van toebehoren. Inspecteer de snoeren van het
gereedschap regelmatig en laat door een erkende
onderhoudsfaciliteit vervangen indien een snoer
is beschadigd. Inspecteer verlengsnoeren
regelmatig en vervang indien beschadigd. Zorg
dat hendels en grepen droog, schoon en vrij van
olie en vet zijn.
15. Ontkoppel gereedschap direct na gebruik. Trek de
stekker van het snoer uit het stopcontact wanneer
u het gereedschap niet meer gebruikt, alvorens
onderhoud en alvorens het verwisselen of
vervangen van toebehoren zoals zaagbladen,
boorstukken en snijders.
16. Verwijder stelsleutels en andere sleutels. Maak er
een gewoonte van om te controleren dat sleutels
van het gereedschap zijn verwijderd alvorens een
klus uit te voeren.
17. Voorkom dat gereedschap per ongeluk start. Draag
gereedschap dat op een spanningsbron is
aangesloten bijvoorbeeld niet met uw vinger op
de startschakelaar. Controleer dat de
startschakelaar in de “uit-stand” is gesteld alvorens
het gereedschap aan te sluiten.
18. Gebruik van verlengsnoeren buitenshuis. Wanneer
u het gereedschap buitenshuis wilt gebruiken, dient
u uitsluitend verlengsnoeren te gebruiken die voor
buitenshuis geschikt zijn en dusdanig zijn
gemarkeerd.
19. Blijf altijd opletten. Kijk naar wat u doet. Wees
verstandig. Gebruik gereedschap niet wanneer u
moe bent of gedronken heeft.
20. Controleer of bepaalde delen beschadigd zijn.
Alvorens gebruik van gereedschap moet u het
zorgvuldig controleren. Kijk of het juist functioneert,
niet beschadigd is en de werking normaal is.
Controleer de uitlijning van bewegende
onderdelen, de verbindingen van onderdelen,
beschadiging van onderdelen, bevestigingen en
andere condities die voor de werking belangrijk
zijn. Een beschadigde bescherming, kap of ander
deel moet alvorens gebruik door een erkende
onderhoudsfaciliteit worden gerepareerd of
vervangen tenzij anders in deze gebruiksaanwijzing
vermeld. Laat defecte schakelaars door een erkende
onderhoudsfaciliteit vervangen. Gebruik het
gereedschap beslist niet indien de startschakelaar
het gereedschap niet meer in- en uitschakelt.
21. Gebruik elektrisch gereedschap niet voor andere
doeleinden dan in de gebruiksaanwijzing
beschreven.
22. Waarschuwing:
Het gebruik van andere toebehoren of
bevestigingen dan in deze gebruiksaanwijzing of
de HITACHI catalogus aangegeven, veroorzaakt
mogelijk ernstige ongelukken en letsel.
23. Laat reparatie uitsluitend door een erkende
onderhoudsfaciliteit uitvoeren. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor beschadigingen en letsel
veroorzaakt door een onjuiste reparatie door een
niet-erkende instantie of een onjuist gebruik van
het gereedschap.
24. Laat het gereedschap repareren door een erkend
vakman. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan
de vereiste veiligheidsreglementen. Reparatie mag