DeWalt DW717 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Copyright DEWALT
Dansk 8
Deutsch 17
English 27
Español 37
Français 47
Italiano 57
Nederlands 67
Norsk 77
Português 86
Suomi 96
Svenska 105
Türkçe 114
Ελληνικά 124
67
NEDERLANDS
VERSTEKZAAGMACHINE DW717
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring,
voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een
betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Technische gegevens
DW717
Spanning V 230
Opgenomen vermogen W 1.600
Zaagbladdiameter mm 250
Asgat mm 30
Zaagbladdikte mm 1,8
Max. snelheid zaagblad min
-1
4.000
Max. zaagbreedte 90° mm
320
Max. verstek 45° mm
226
Max. zaagdiepte 90° mm 88
Max. afschuining 45° mm 56
Verstek (max. posities) links 60°
rechts 51°
Afschuining (max. posities) links 48°
rechts 48°
0° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 76
45° verstek naar links
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 213
Eindhoogte bij max. breedte 226 mm mm 76
45° afschuining links
Eindbreedte bij max. hoogte 58 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 50
45° afschuining rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 30 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 22
31,62° verstek, 33,85° afschuining
Eindhoogte bij max. breedte 272 mm mm 44
Remtijd van zaagblad s < 10,0
Gewicht kg 23
DW717
L
pA
(geluidsdruk) dB(A) 92
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 105
K
pA
(meetonzekerheid geluidsdruk K) dB(A) 3,0
K
WA
(meetonzekerheid geluidsvermogen K) dB(A) 4,2
Totale trillingswaarden (triax vectorsom)
bepaald conform EN61029:
Vibratie-emissiewaarde a
h
a
h
= m/s² 2,0
Meetonzekerheid K = m/s² 1,5
Zekeringen
Europa 230 V machines 10 ampère, stroomnet
Verenigd Koninkrijk en Ierland 230 V machines 13 ampère, stekkers
Verenigd Koninkrijk en Ierland 115 V machines 16 ampère, stroomnet
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder
signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te
letten.
GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie die,
indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of ernstig
letsel.
WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die,
indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot lichte
of middelmatige verwondingen.
VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld van het
veiligheidsalarmsymbool wijst dit op een mogelijk gevaarlijke
situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden
tot materiële schade.
Geeft het risico op een elektrische schok aan.
Wijst op brandgevaar.
EG-verklaring van overeenstemming
DW717
DEWALT verklaart dat deze producten, die worden beschreven onder
“technische gegevens”, zijn ontworpen in overeenstemming met:
98/37/EG (tot en met 28 december 2009); 2006/42/EG (vanaf 29 december
2009); 2004/108/EG; 2006/95/EG; EN 61029-1:2000 + A11:2003 +
A12:2003; EN 61029-2-9:2002; EN 55014-1; EN 55014-2;
EN 61000-3-2; EN 61000-3-3.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DEWALT op onderstaand
adres, of kunt u de achterzijde van de handleiding raadplegen.
Ondergetekende is verantwoordelijk voor het samenstellen van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.03.08
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch
gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan
elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand,
elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip
van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar
deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap
niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht
(250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand-
of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en
gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
68
NEDERLANDS
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit
de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge
plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde
wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit
te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of
houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag
ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn.
Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen
voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en
naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen
gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen
bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van
hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het
repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als
bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en
als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig
om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken
uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie
bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze
juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening
kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is
beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd
door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te
voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele
reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor
de gebruiker.
Overige veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen
Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer
geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de
bevoegde reparatieservice.
Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de
fabrikant wordt aanbevolen.
Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de
beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden.
Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt.
Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed
onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en
afgezaagde delen.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Houd u aan de op het
zaagblad aangegeven maximale snelheid.
Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten
voordat u het gereedschap gebruikt.
Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het
stroomnet is aangesloten.
Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen
door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan
leiden tot ernstige ongelukken.
Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt.
Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade.
Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het
gebruikt.
Let erop dat het blad in de juiste richting draait.
Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter
dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding
worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1.
Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende
bladen.
Gebruik geen HSS-bladen.
Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen slijpschijven.
Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat.
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de
schakelaar loslaat.
Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden.
69
NEDERLANDS
De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog wanneer
u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het blad worden
geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van de zaagkop (12)
wordt ingedrukt.
Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij
de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog
worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of
wanneer u deze inspecteert.
Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon
zijn en vrij van snippers.
Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt.
Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de
machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand bevindt.
Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank.
Indien u gebruik maakt van een laser om de snijlijn te markeren, zorg
dan dat de laser een klasse 2-laser is conform EN 60825-1. Vervang
een laserdiode niet door een ander type. Laat de laser repareren door
een bevoegde reparatieservice wanneer deze is beschadigd.
• In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor
een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een
rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel
openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te
worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt.
Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout
zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan
stof, zoals:
-– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer
stof dan hout);
-– scherpte van het zaagblad;
-– juiste instellingen van het zaagblad.
Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en
trechters op juiste wijze zijn afgesteld.
Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op
blootstelling
aan lawaai:
-– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen;
-– gebruik alleen goed geslepen bladen;
Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd;
Defecten aan het apparaat, met inbegrip van beschermkappen of
zaagbladen, dienen direct nadat ze zijn vastgesteld te worden gemeld;
Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting;
Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in
het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat;
Maak, wanneer het apparaat is uitgerust met een laser, GEEN
GEBRUIK van een ander type laser. Reparatiewerkzaamheden dienen
alleen te worden uitgevoerd door de laserfabrikant of een bevoegde
reparatieservice.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen:
letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de
implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet
worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorsbeschadiging.
Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het
draaiende zaagblad.
Risico op letsel bij het verwisselen van het blad.
Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de
beschermkappen.
Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof
dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gemonteerde verstekzaagmachine
1 Zaagbladsleutel
1 Zaagblad
1 Stofzak
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fi g. A1 - A7)
WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het
elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit kan
schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
A1
1 Aan/uit schakelaar
2 Beweegbare onderste beschermkap
3 Linkerhandkant geleider
4 Verstekhendel
5 Verstekslot
6 Stofafzuigadapter (niet getoond)
7 Verstekschaal
8 Rechterhandkant geleider
9 Sleufplaat
10 Draaghendel
11 Bedieningsghendel
12 Hoofdvergrendeling vrijgavehendel
13 Elektronische toerentalregelaar
14 Spindelafsluiting
15 Schaal voor afschuininstelling
16 Vergrendelknop geleiderail
17 Groefaanslag
A2
18 Schuifvergrendeling
19 Vaste bovenste beschermkap
20 Afschuinvergrendeling/-hendel
21 Klemhendel voor schuininstelling
22 Vergrendelingsstift zaagkop
23 Zaagbladsleutel
24 Hantvat
25 Bevestigingsgaten voor werkbank
A3
26 Stofzak
Optionele accessoires
A4
27 Verlengd werkblad
A5
28 LED werklichtsysteem
A6
29 Werkstukklem
A7
30 Laser
70
BEOOGD GEBRUIK
Uw DW717 verstekzaag is ontworpen voor het professioneel zagen van
hout, houtproducten en kunststoffen. De belangrijkste zaagbewerkingen -
afkorten, schuinzagen en verstekzagen - kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig
en veilig worden uitgevoerd.
De DW717 verstekzaag is een professionele elektrisch aangedreven
machine. HOUD het werktuig uit de buurt van kinderen. Toezicht is vereist
voor kinderen onder de 16 jaar.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor werd voor slechts één spanning ontworpen. Controleer
altijd of de voltage overeenstemt met de voltage op de typeplaat.
Uw gereedschap is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN
61029; daarom is een aardleiding niet nodig.
Als het snoer moet worden vervangen, mag het gereedschap alleen worden
gerepareerd door een bevoegd onderhoudsbedrijf of door een erkend
elektricien.
Een verlengkabel gebruiken
Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde
verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie
technische gegevens). De minimale geleidermaat is 1,5 mm
2
.
Rol bij gebruik van een haspel de kabel altijd volledig af.
Spanningsdalingen
In de uitstroming leiden tot kortstondinge spanningsdalingen. Onder
ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kan andere apparatuur
beïnvloed worden. Indien de systeemimpedantie van de stroomvoorziening
lager is dan 0,25 , is het onwaarschijnlijk dat storingen op zullen treden.
Monteren
WAARSCHUWING: Schakel, om het risico op letsel
te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoal
Uitpakken (fi g. A1, B)
Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de
draaggreep (10).
Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om
hem in de achterste positie te vergrendelen.
Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin
(22), zoals afgebeeld.
Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen.
Werkbankmontage (fi g. C)
In de vier voeten zijn gaten (25) aangebracht om montage op de
werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee
verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te
gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine
niet kan bewegen. Moet de zaagmachine draagbaar blijven, monteer
de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of
meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere
werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd.
Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan
voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken.
Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen.
Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de
bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een
ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken.
Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het
werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van
de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
Monteren van het zaagblad (fi g. D1 - D5)
WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te
verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat
aangegeven in de laseraanpassingsinstructies.
Druk nooit op de vergrendelknop van de spindel terwijl het blad
met de stroomvoorziening is verbonden of tijdens het uitlopen.
Zaag geen ijzerhoudend metaal (dat ijzer of staal bevat) of
steen- of vezelcementproducten met deze verstekzaag.
Druk de zaagkop-ontgrendeling (12) om de onderste beschermkap (2)
vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog.
Draai met behulp van de Torx-bit (33) in het uiteinde van de
handgreep van de meegeleverde moersleutel (23) de schroef van de
beschermkapbeugel (34) voldoende los, zodat het hoekstuk (35) door de
kop van de schroef en de beschermkap gehaald kan worden. Nu kan de
beschermkapbeugel (36) voldoende omhoog worden gebracht, zodat
toegang tot de vergrendelschroef van het blad (37) mogelijk is.
Druk, nu de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden
door de schroef van de beschermkapbeugel (34), met één hand
op de vergrendelknop van de spindel (14), en gebruik vervolgens
de meegeleverde bladmoersleutel (23) met de andere hand om de
vergrendelschroef van het blad (37), dat links schroefdraad heeft,
rechtsom los te draaien.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling
terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden
en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de
beschermkaphouder stevig vast (fig. D4).
Verwijder de bladvergrendelschroef (37) en de buitenste askraag (38).
Monteer het zaagblad (39) op de schouder (40) op de binnenste
askraag (41).
Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van het zaagblad
in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de gebruiker
vandaan wijzen.
Breng de buitenste askraag (38) weer aan.
Draai de bladvergrendelingsschroef (37) aan door deze linksom te draaien.
Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt.
Beweeg de beschermkaphouder (36) omlaag totdat het hoekstuk (35) zich
onder de kop van de schroef van de beschermkaphouder (34) bevindt.
Draai de schroef van de beschermkaphouder vast.
WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling
terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden
en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de
beschermkaphouder stevig vast.
WAARSCHUWING: De beschermkapbeugel dient terug te
worden gebracht in zijn oorspronkelijke positie en de schroef
dient te zijn vastgedraaid voordat u de zaag activeert. Indien u
dit niet doet, kan het gebeuren dat de beschermkap in contact
komt met het draaiende zaagblad, wat kan leiden tot schade
aan de zaag en ernstig persoonlijk letsel.
Instellingen
WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te
verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires
verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat
aangegeven in de laseraanpassingsinstructies.
Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij
als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet
worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De
instelling zou nu niet meer moeten verlopen.
NEDERLANDS
71
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding
(fi g. E1 - E4)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld.
Maak de hendel niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43)
valt.
Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het
zaagblad (39) (fi g. E3).
WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking
komen met de tanden van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal
naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek
tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt.
Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing
van de verstekwijzer.
Instellen van de verstekwijzer (fi g. E1, E2 & F)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te
brengen, zoals afgebeeld in fi g. F.
Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de
verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog
niet vastgezet is.
Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact
nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij
0° aangeeft en draai de schroef vast.
Aanpassing staaf voor verstekvergrendeling (fi g. A1, G)
Indien de onderkant van de zaag bewogen kan worden terwijl de
verstekhendel (4) vergrendeld is, moet de staaf voor verstekvergrendeling
(48) aangepast worden.
Ontgrendel de verstekhendel (4).
Ontspan de vergrendelmoeren (61) op de staaf voor
verstekvergrendeling
Span de staaf voor verstekvergrendeling (48) volledig aan door gebruik
van een schroevendraaier. Ontspan vervolgens de staaf met één draai.
Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de hendel (4) vergrendeld
is op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek.
Span de vergrendelmoer (61) aan.
Het zaagblad controleren en aan de tafel aanpassen (fi g. H1 - H4)
Ontspan de klemhendel voor schuininstelling (21) en beweeg het
veerslot/hendel voor afschuininstelling (20) omhoog om de zaagarm te
bevrijden.
Beweeg de zaagarm totdat het veerslot het in de 0º
afschuininstellingspositie plaatst. Span de hendel niet aan.
Duw de kop naar beneden totdat het zaagblad net in de zaagsleuf (43)
komt.
Plaats een ingestelde tekenhaak (44) op de tafel en omhoog tegen het
zaagblad (39) (fi g. H2).
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet
aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Ontspan de moeren (49, 55) en beweeg de verstekzaagarm
assemblage naar links of rechts, totdat het zaagblad 90º ten opzichte
van de tafel staat, zoals gemeten met de tekenhaak. Span de moer
(49) opnieuw aan. De hoek voor afschuininstelling vereist aanpassing
nadat de aanpassing van het zaagblad ten opzichte van de tafel
vervolledigd is.
Pas de linker en rechter hoeken voor afschuininstelling aan.
Als de schuine aanwijzer (50) niet nul (0) op de schaal voor
afschuininstelling (15) aangeeft, ontspant u de schroef (51) die de
verstekwijzer beveiligt en beweegt u de verstekwijzer naar behoefte.
Instellen van de geleider (fi g. I1 & I2)
Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo
kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie
van 48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de
parallelgeleiding links (3) in te stellen:
Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links.
Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke
afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van
de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund.
Draai de knop stevig aan.
Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen:
Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts.
Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links.
WAARSCHUWING: De geleidegroeven (54) van de
parallelgeleiding kunnen verstopt raken met zaagsel. Gebruik
een stokje of wat lage-druklucht om deze groeven schoon
te maken.
Het controleren en aanpassen van de afschuinhoek
(fi g. H1, I1, I2, J1 & J2)
Controleren en instellen van de afschuinhoek naar links
Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding (52) los en beweeg het
bovenste deel van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20)
op om de verstekarm vrij te geven.
Beweeg de zaagarm naar links totdat de vergrendeling in de stand 45°
afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15)
aangeeft (fi g. J1).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de moer (55) los en draai de stopschroef (56) naar binnen of
buiten totdat de wijzer (50) 45° aanwijst. Draai de moeren (55) weer
vast.
Om een afschuinhoek van 50° in te stellen, draait u de schroef op de
hoekpositie-aanslag naar buiten om zo de zaagarm te bewegen.
Controleren en instellen van de afschuinhoek naar rechts
Draai de klemknop van de rechter parallelgeleiding (53) los en beweeg
het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding zo ver mogelijk naar
links.
Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20)
op om de verstekarm vrij te geven.
Beweeg de zaagarm naar rechts totdat de vergrendeling in de stand
45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15)
aangeeft (fi g. J2).
Ga voor het afstellen te werk als bij de afschuinhoek naar links.
Afstellen van het afschuinklemsysteem (fi g. K)
Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is
vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld.
Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt.
Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug.
Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de
afschuinklemhendel (21) is vastgezet op een willekeurige (niet
voorafi ngestelde) hoek.
NEDERLANDS
72
Aanpassing railgeleiding (fi g. K)
Kijk geregeld de rails na op speling.
Om speling te verminderen, draait u geregeld de schroeven (57) met
de wijzers van de klok mee terwijl u de zaagkop naar voor en achter
schuift. Pas de speling aan opdat er zo weinig mogelijk is zonder
schuifweerstand te veroorzaken.
Aanwijzingen voor gebruik
WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften in acht.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de
“woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften
voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Voor gebruik:
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Klem het werkstuk vast.
Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout
en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze
bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout.
Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze
zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder
is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fi g. L)
De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot
door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen.
Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het
zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad.
Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de
parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar
is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het
zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden.
Plaats uw handen niet kruiselings.
Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed
evenwicht.
Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts
beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan.
Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de
beschermkappen.
Instellen van de variabele snelheid (fi g. L)
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) kan worden gebruikt
om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) naar de
gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven.
Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals
hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
Verstekzaagregeling (Fig. E1)
De verstekhendel (4) en verstekslot (5) maken verstekzagen mogelijk op 60
links en 50 rechts,.
Om met de zaag onder verstek te werken:
Bevrijd de verstekhendel (4) en druk het verstekslot (5) omlaag en stel
de gewenste verstekzaaghoek in op de verstekschaal.
Druk omlaag op de verstekhendel (4) om de zaagtafel op zijn plaats te
vergrendelen.
Regeling afschuininstelling (Fig. H1, J1)
De afschuinvergrendeling hendels (20) en klemhendel voor
afschuininstelling (21) laat de zaag toe in een 48º graden afschuininstelling
links en rechts te plaatsen. Uw zaag heft 2 afschuinvergrendelinghendels
(20), één aan elke kant van de achterste steunbehuizing. Er hoeft slechts
één gebruikt te worden om de afschuininstelling naar beide richtingen te
bewegen. De klemhendel voor afschuininstelling (21) bevindt zich op de
achterste steunbehuizing.
Om de zaag in afschuininstelling te plaatsen:
• Ontspan de klemhendel voor afschuininstelling (21). Breng één
van de hendels op ongeveer 45º en stel de gewenste hoek voor
afschuininstelling op de schaal voor afschuininstelling (15). Voor uw
gemak worden twee schalen voor afschuininstelling geleverd.
Vergrendel de klemhendel voor afschuininstelling (21) om
de afschuininstelling op zijn plaats te vergrendelen. De
afschuinivergrendelinghendels (20) kunnen verticaal omhooggebracht
worden om de gebruikelijke stophoeken te overkomen.
Schuifvergrendeling (Fig. U)
De schuifvergrendeling (18) regelt de plaatsing van de rails van uw zaag
zodat de langst mogelijke verticale profi elen gesneden kunnen worden.
SPAN ALTIJD DE RAILVERGRENDELING AAN BIJ HET GEBRUIK VAN
DE SCHUIFVERGRENDELING OM ZO TE VOORKOMEN DAT HET
SCHUIFSYSTEEM ONGEWILD BEWEEGT
Hendel railvergrendeling (fi g. A1, U)
De hendel voor railvergrendeling (16) laat u toe de zaagkop stevig te
vergrendelen zodat het niet over de rails schuift. Dit is noodzakelijk bij het
maken van bepaalde sneden of bij het transporteren van de zaag.
Groefafslag (fi g. A1, S)
De groefafslag (17) laat groefsnijden toe. De hendel naar de voorkant van
de zaag omdraaien en de duimschroef aanpassen wijzigt de diepte van de
groefsnee. De hendel naar de achterkant van de zaag omdraaien leidt de
groefafslag om.
Neerwaarste pin kopvergrendeling (fi g A2)
Om de zaagkop in onderste positive te vergrendelen, duwt u de kop
neerwaarts, druk de pin (22) in en laat de zaagkop los. Dit zal de zaagkop
veilig vastleggen om de zaag van plaats naar plaats te bewegen. Om deze
vrij te maken drukt u de zaagkop benedenwaarts en trekt u de pin uit.
BASIS ZAAGSNEDEN
Verticale rechte afkortsnede (fi g. A1, A2 & M)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm vrij te geven.
Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8).
Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkop-
ontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven.
Druk op de bedienings knop (1) om de motor aan te zetten.
Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het
zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in.
NEDERLANDS
73
Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Schuifzaagsnede (fi g. A1, N)
Met behulp van de geleiderail is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer-, en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
tussen de 76,2 mm en de 111,8 mm te snijden.
Zet de vergrendelknop van de rail (16) vrij.
Trek de zaagkop in uw richting en schakel het gereedschap aan.
Laat de zaagkop op het werkstuk neerkomen en duw de kop terug om
de snee te vervolledigen.
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
WAARSCHUWING:
Voer geen schuifzaagsnedes uit op werkstukken kleiner dan
76,2 mm.
Vergeet niet de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen eens de schuifzaagsnedes vervolledigd zijn.
Verticaal zagen met verstek (fi g. A1, A2 en O)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in.
Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te
stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62°
en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door
de verstekhendel vast te zetten.
Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout
verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout
dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van
het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de
parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts
verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen.
Afschuinen (fi g. A1, A2 & P)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of
naar rechts worden ingesteld.
Afschuinhoek naar links
Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op
en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in.
De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij
45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet
hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Afschuinhoek naar rechts
Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver
mogelijk naar rechts.
Ga te werk als bij afschuinzagen naar links.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet
langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig
vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u
de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds
aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk
plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door
het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent.
Vastzetten van het werkstuk (fi g. A6)
Klem het hout als het kan aan de zaag vast.
Gebruik bij voorkeur de speciaal voor uw zaag ontwikkelde werkstukklem
(29). Klem het werkstuk als het kan tegen de parallelgeleiding. U
kunt het werkstuk links of rechts van het zaagblad vastzetten. Het is
van belang dat het werkstuk aan een stevig en vlak oppervlak wordt
vastgezet.
0ndersteunen van lange werkstukken (fi g. A4)
Ondersteun lange werkstukken altijd.
Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (27) om de tafelbreedte van uw
zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun
lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d.,
om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen.
Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fi g. Q1 & Q2)
Versteklijsten en andere lijsten
Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”.
Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken
zoals die in fi g. Q1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden
gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling.
- Door middel van afschuininstelling
De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er
een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de
nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de
smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd.
- Door middel van verstekinstelling
Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek
te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding.
De twee schetsen (fi g. Q1 & Q2) gelden alleen voor rechthoekige
objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek-
en afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor
een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle
zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht
voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of
afschuinhoek te bepalen.
Aantal zijden Verstek- of afschuinhoek
4 45°
5 36°
6 30°
7 25,7°
8 22,5°
9 20°
10 18°
Dubbele versteksnede (fi g. R1 & R2)
Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. R1
wordt een combinatie van verstek- (fi g. Q2) en afschuinhoek (fi g. Q1)
gebruikt.
WAARSCHUWING: Zorg er als de zaaghoek telkens
verschillend is voor dat de afschuinklemknop en de
verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten
na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden
vastgezet (fig. R1 & R2).
De onderstaande grafi ek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuin-
en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt
de grafi ek door de gewenste hoek “A” (fi g. R2) voor uw project te
kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafi ek te vinden. Ga van
dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te
vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden.
NEDERLANDS
74
Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele
proefsneden.
Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen.
Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25°
(hoek “A”) (fi g. R2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op
de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de
instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op
dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor
het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds
enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren.
DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN
VIERZIJDIGE
DOOS
ZESZIJDIGE
DOOS
ACHTZIJDIGE
DOOS
HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN
DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN
Zagen van basislijsten
Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°.
Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag.
Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de
zaag liggend.
Binnenhoek
- Links
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Zagen van plafondsierlijsten
Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde
verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid
heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en
33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard
plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek
van 38° aan de onderkant.
Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de defi nitieve
zaagsnedes maakt.
Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de
achterkant van de lijst tegen het onderstel.
Binnenhoek
- Links
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Groeven maken (fi g. S)
Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om
groeven te kunnen maken.
Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag.
Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen.
Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien.
Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het
werkstuk om een rechte groef te maken.
Speciale opstelling voor breed vertical zagen (fi g. A1, T1, T2)
Uw zaag kan erg brede werkstukken (tot 391 mm) zagen wanneer een
special opstelling gebruikt wordt. Om de zaag in te stellen op deze
werkstukken gaat u als volgt te werk:
Verwijder zowel de linker en rechter schuifgeleidingen van de zaag en
leg ze opzij. Om ze te verwijderen, schroeft u de geleidingschroeven
enkel draaien los en schuift u elke geleiding naar buiten. Pas en
vergrendel de verstekregelaar zodat het zich op 0 graden verstek
bevindt.
Verwijder de schroeven van de achterste geleiding (64) uit het rechter
achtervoet en plaats deze in de schroefgaten van de rechterhand
geleider (8).
WAARSCHUWING: Snij geen materiaal door de speciale
opstelling te gebruiken zonder correct de schroeven van de
achterste geleider (64) te plaatsen, zoniet zal het materiaal
niet correct ondersteund worden en kan het oorzaak zijn van
controleverlies of mogelijk letsel.
Maak een platform met een 38 mm dikke spaanplaat of een
vergelijkbare platte en sterke houten plaat van 38 mm dik voor de
afmeting: 368 x 660 mm. Het platform moet vlak zijn, anders kan het
materiaal tijdens het zagen bewegen en letsels veroorzaken.
Monteer het 368 x 660 mm platform op de zaag met vier 76,2 mm
lange houtschroeven (61) door de gaten in de basisparallelgeleiding.
Het materiaal moet met vier schroeven stevig worden vastgemaakt.
Bij gebruik van de speciale opstelling zal het platform in twee stukken
worden gezaagd. Controleer of de schroeven stevig genoeg vastzitten,
anders kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Controleer
NEDERLANDS
75
Reinigen
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit
de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt
in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren
van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere
ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen
onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de
materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken.
Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep.
Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
Optionele accessoires (fi g. A3 - A6)
WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van
DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan
het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het
risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend
accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT.
LASERWAARSCHUWING:
LASERSTRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR
DE STRAAL
KLASSE 2 LASERPRODUCT
MAXIMALE STROOMVERMOGEN
<1MW @ 630 NM – 680 NM
IEC 60825-1 +A1, +A2:2002
LED WERKLICHT WAARSCHUWING:
LED STRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR DE
STRAAL
KLASSE 2 LEDPRODUCT
MAXIMALE STROOMVERMOGEN
P = 9,2 mW:
piek
= 456 nm
IEC 60825-1:1:1993; +A1:1997; +A2:2001
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de
geschikte accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet
worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het
huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling
voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper
wanneer u een nieuw product koopt.
D
EWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van
D
EWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om
van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar
elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke D
EWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en
alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
of het platform stevig en plat op de tafel ligt, tegen de parallelgeleiding
en precies in het midden.
WAARSCHUWING: Controleer of de zaag stevig is
gemonteerd op een stabiel en plat oppervlak. Anders kan de
zaag onstabiel worden, vallen en letsels veroorzaken.
Plaats het te zagen werkstuk bovenaan het op de tafel gemonteerde
platform. Controleer of het werkstuk stevig tegen de achterste
parallelgeleiding rust.
Maak het materiaal vast voordat u begint te zagen. Zaag langzaam
door het materiaal met een beweging ‘uit, neer en terug’. Als het
materiaal niet stevig geklemd is, of als u niet langzaam zaagt, kan het
materiaal loskomen en letsels veroorzaken.
Na verschillende keren zagen aan verschillende verstekhoeken anders
dan 0 graden, kan het platform verzwakken en het werk niet meer goed
ondersteunen. Installeer een nieuw, ongebruikt platform voor de zaag na
herinstelling van de gewenste verstekhoek.
WAARSCHUWING: Blijvend gebruik van een platform met
verschillende zaagsneden kan leiden tot verlies van controle over
het materiaal en mogelijke letsels.
Stofverwijdering (fi g. A2 & A3)
Plaats de stofzak (26) op de stofafzuigadapter (6).
Sluit indien mogelijk een stofverwijderingsapparaat aan dat is
ontworpen in overeenstemming met de desbetreffende regelgeving
omtrent stofemissie.
Zaagbladen
Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met
een diameter van 305 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt.
Transport (fi g. A1, A2 & B)
Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over
een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm.
Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en
druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen.
Sluit de vergrendelknop van de geleiderrail met de zaagkop
voorwaarts, sluit de verstekarm in de volle linkerverstekhoek,
schuif de parallelgeleiding (3 en 8) volledig naar binnen en sluit de
afschuiningshendel (20) met de zaagkop in verticale positie om het
gereedschap zo compact mogelijk te maken.
Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld
in fi g. B om de zaag te transporteren.
Onderhoud
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling
en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur.
WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te
verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker van
de machine uit het stopcontact halen vóór de installatie
en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen
of veranderen van instellingen of als u reparaties uitvoert.
Controleer of de triggerschakelaar in de UIT-positie staat. Een
toevallige activering kan verwondingen veroorzaken.
Smering
lI Vostro elettroutensile non richiede lubrifi cazione addizionale.
NEDERLANDS
76
GARANTIE
30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE
Indien uw DEWALT-machine, om welke reden dan ook, niet geheel
aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine dan compleet
zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen terug naar het erkend
DEWALT verkooppunt waar u het toestel heeft gekocht, samen
met uw aankoopbewijs. U ontvangt een nieuw toestel of het
aankoopbedrag wordt terugbetaald.
EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT
Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT
werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis
worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U dient
een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren en
vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen
toebehoren.
• EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE •
Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn
aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden na
aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen gratis
zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen
vervangen mits:
Het product niet verkeerd werd gebruikt.
Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen uit te
voeren.
Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt
aangeboden als een extra voordeel en vormt een aanvulling op
de wettelijke rechten van klanten.
Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur
verwijzen we naar het telefoonnummer op de achterzijde van deze
handleiding. Of u kunt een lijst met bevoegde DEWALT reparateurs
en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie
vinden op www.2helpU.com.
NEDERLANDS

Documenttranscriptie

Dansk 8 Deutsch 17 English 27 Español 37 Français 47 Italiano 57 Nederlands 67 Norsk 77 Português 86 Suomi 96 Svenska 105 Türkçe 114 Ελληνικά 124 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS VERSTEKZAAGMACHINE DW717 Gefeliciteerd! WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot lichte of middelmatige verwondingen. VOORZICHTIG: Indien niet vergezeld van het veiligheidsalarmsymbool wijst dit op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot materiële schade. U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Technische gegevens Spanning Opgenomen vermogen Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Max. snelheid zaagblad Max. zaagbreedte 90° Max. verstek 45° Max. zaagdiepte 90° Max. afschuining 45° Verstek (max. posities) V W mm mm mm min-1 mm mm mm mm links rechts links rechts Afschuining (max. posities) 0° verstek Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 45° verstek naar links Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Eindhoogte bij max. breedte 226 mm 45° afschuining links Eindbreedte bij max. hoogte 58 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 45° afschuining rechts Eindbreedte bij max. hoogte 30 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 31,62° verstek, 33,85° afschuining Eindhoogte bij max. breedte 272 mm Remtijd van zaagblad Gewicht DW717 230 1.600 250 30 1,8 4.000 320 226 88 56 60° 51° 48° 48° mm mm 302 76 mm mm 213 76 mm mm 302 50 mm mm 302 22 mm s kg 44 < 10,0 23 DW717 LpA (geluidsdruk) LWA (geluidsvermogen) KpA(meetonzekerheid geluidsdruk K) KWA(meetonzekerheid geluidsvermogen K) dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN61029: Vibratie-emissiewaarde ah ah = Meetonzekerheid K = 92 105 3,0 4,2 Geeft het risico op een elektrische schok aan. Wijst op brandgevaar. EG-verklaring van overeenstemming DW717 DEWALT verklaart dat deze producten, die worden beschreven onder “technische gegevens”, zijn ontworpen in overeenstemming met: 98/37/EG (tot en met 28 december 2009); 2006/42/EG (vanaf 29 december 2009); 2004/108/EG; 2006/95/EG; EN 61029-1:2000 + A11:2003 + A12:2003; EN 61029-2-9:2002; EN 55014-1; EN 55014-2; EN 61000-3-2; EN 61000-3-3. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DEWALT op onderstaand adres, of kunt u de achterzijde van de handleiding raadplegen. Ondergetekende is verantwoordelijk voor het samenstellen van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.03.08 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK. Algemene veiligheidsregels m/s² m/s² 2,0 1,5 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Zekeringen Europa Verenigd Koninkrijk en Ierland Verenigd Koninkrijk en Ierland 230 V machines 230 V machines 115 V machines 10 ampère, stroomnet 13 ampère, stekkers 16 ampère, stroomnet Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te letten. GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of ernstig letsel. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250 - 300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brandof explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 67 NEDERLANDS 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 68 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Overige veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen • Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de bevoegde reparatieservice. • Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de fabrikant wordt aanbevolen. • Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden. • Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt. • Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en afgezaagde delen. • Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Houd u aan de op het zaagblad aangegeven maximale snelheid. • Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten voordat u het gereedschap gebruikt. • Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het stroomnet is aangesloten. • Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan leiden tot ernstige ongelukken. • Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt. Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade. • Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van zaagbladen. • Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het gebruikt. • Let erop dat het blad in de juiste richting draait. • Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1. • Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende bladen. • Gebruik geen HSS-bladen. • Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen. • Gebruik geen slijpschijven. • Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat. • Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de schakelaar loslaat. • Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden. NEDERLANDS • De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog wanneer u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het blad worden geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van de zaagkop (12) wordt ingedrukt. • Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert. • Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon zijn en vrij van snippers. • Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten. • Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt. • Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand bevindt. • Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank. Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gemonteerde verstekzaagmachine 1 Zaagbladsleutel 1 Zaagblad 1 Stofzak 1 Handleiding 1 Onderdelentekening • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. Beschrijving (fig. A1 - A7) WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. • Indien u gebruik maakt van een laser om de snijlijn te markeren, zorg dan dat de laser een klasse 2-laser is conform EN 60825-1. Vervang een laserdiode niet door een ander type. Laat de laser repareren door een bevoegde reparatieservice wanneer deze is beschadigd. • In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt. • Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan stof, zoals: -– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); -– scherpte van het zaagblad; -– juiste instellingen van het zaagblad. Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en trechters op juiste wijze zijn afgesteld. • Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op blootstelling aan lawaai: -– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen; A1 1 Aan/uit schakelaar 2 Beweegbare onderste beschermkap 3 Linkerhandkant geleider 4 Verstekhendel 5 Verstekslot 6 Stofafzuigadapter (niet getoond) 7 Verstekschaal 8 Rechterhandkant geleider 9 Sleufplaat 10 Draaghendel 11 Bedieningsghendel 12 Hoofdvergrendeling vrijgavehendel 13 Elektronische toerentalregelaar 14 Spindelafsluiting 15 Schaal voor afschuininstelling 16 Vergrendelknop geleiderail 17 Groefaanslag -– gebruik alleen goed geslepen bladen; • Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd; • Defecten aan het apparaat, met inbegrip van beschermkappen of zaagbladen, dienen direct nadat ze zijn vastgesteld te worden gemeld; • Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting; • Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat; • Maak, wanneer het apparaat is uitgerust met een laser, GEEN GEBRUIK van een ander type laser. Reparatiewerkzaamheden dienen alleen te worden uitgevoerd door de laserfabrikant of een bevoegde reparatieservice. Overige risico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen: – letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Gehoorsbeschadiging. – Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het draaiende zaagblad. – Risico op letsel bij het verwisselen van het blad. – Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de beschermkappen. – Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen. A2 18 Schuifvergrendeling 19 Vaste bovenste beschermkap 20 Afschuinvergrendeling/-hendel 21 Klemhendel voor schuininstelling 22 Vergrendelingsstift zaagkop 23 Zaagbladsleutel 24 Hantvat 25 Bevestigingsgaten voor werkbank A3 26 Stofzak Optionele accessoires A4 27 Verlengd werkblad A5 28 LED werklichtsysteem A6 29 Werkstukklem A7 30 Laser 69 NEDERLANDS BEOOGD GEBRUIK Uw DW717 verstekzaag is ontworpen voor het professioneel zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De belangrijkste zaagbewerkingen afkorten, schuinzagen en verstekzagen - kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd. De DW717 verstekzaag is een professionele elektrisch aangedreven machine. HOUD het werktuig uit de buurt van kinderen. Toezicht is vereist voor kinderen onder de 16 jaar. Elektrische veiligheid De elektrische motor werd voor slechts één spanning ontworpen. Controleer altijd of de voltage overeenstemt met de voltage op de typeplaat. Uw gereedschap is dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is een aardleiding niet nodig. Als het snoer moet worden vervangen, mag het gereedschap alleen worden gerepareerd door een bevoegd onderhoudsbedrijf of door een erkend elektricien. Een verlengkabel gebruiken Als een verlengkabel nodig is, maak dan gebruik van een goedgekeurde verlengkabel, geschikt voor de stroominvoer van dit gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidermaat is 1,5 mm2. Rol bij gebruik van een haspel de kabel altijd volledig af. Spanningsdalingen In de uitstroming leiden tot kortstondinge spanningsdalingen. Onder ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kan andere apparatuur beïnvloed worden. Indien de systeemimpedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 , is het onwaarschijnlijk dat storingen op zullen treden. Monteren WAARSCHUWING: Schakel, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoal Uitpakken (fig. A1, B) • Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de draaggreep (10). • Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om hem in de achterste positie te vergrendelen. • Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin (22), zoals afgebeeld. • Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen. Werkbankmontage (fig. C) • In de vier voeten zijn gaten (25) aangebracht om montage op de werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine niet kan bewegen. Moet de zaagmachine draagbaar blijven, monteer de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd. • Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken. Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen. Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken. • Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat. 70 Monteren van het zaagblad (fig. D1 - D5) WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat aangegeven in de laseraanpassingsinstructies. Druk nooit op de vergrendelknop van de spindel terwijl het blad met de stroomvoorziening is verbonden of tijdens het uitlopen. Zaag geen ijzerhoudend metaal (dat ijzer of staal bevat) of steen- of vezelcementproducten met deze verstekzaag. • Druk de zaagkop-ontgrendeling (12) om de onderste beschermkap (2) vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog. • Draai met behulp van de Torx-bit (33) in het uiteinde van de handgreep van de meegeleverde moersleutel (23) de schroef van de beschermkapbeugel (34) voldoende los, zodat het hoekstuk (35) door de kop van de schroef en de beschermkap gehaald kan worden. Nu kan de beschermkapbeugel (36) voldoende omhoog worden gebracht, zodat toegang tot de vergrendelschroef van het blad (37) mogelijk is. • Druk, nu de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door de schroef van de beschermkapbeugel (34), met één hand op de vergrendelknop van de spindel (14), en gebruik vervolgens de meegeleverde bladmoersleutel (23) met de andere hand om de vergrendelschroef van het blad (37), dat links schroefdraad heeft, rechtsom los te draaien. WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de beschermkaphouder stevig vast (fig. D4). • Verwijder de bladvergrendelschroef (37) en de buitenste askraag (38). • Monteer het zaagblad (39) op de schouder (40) op de binnenste askraag (41). Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de gebruiker vandaan wijzen. • Breng de buitenste askraag (38) weer aan. • Draai de bladvergrendelingsschroef (37) aan door deze linksom te draaien. Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt. • Beweeg de beschermkaphouder (36) omlaag totdat het hoekstuk (35) zich onder de kop van de schroef van de beschermkaphouder (34) bevindt. • Draai de schroef van de beschermkaphouder vast. WAARSCHUWING: Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de beschermkaphouder stevig vast. WAARSCHUWING: De beschermkapbeugel dient terug te worden gebracht in zijn oorspronkelijke positie en de schroef dient te zijn vastgedraaid voordat u de zaag activeert. Indien u dit niet doet, kan het gebeuren dat de beschermkap in contact komt met het draaiende zaagblad, wat kan leiden tot schade aan de zaag en ernstig persoonlijk letsel. Instellingen WAARSCHUWING: Zet, om het risico op letsel te verkleinen, het werktuig uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het verplaatst, voordat u accessoires verwisselt of aanpassingen maakt, behalve zoals staat aangegeven in de laseraanpassingsinstructies. Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou nu niet meer moeten verlopen. NEDERLANDS Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding (fig. E1 - E4) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43) valt. • Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het zaagblad (39) (fig. E3). WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt. • Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing van de verstekwijzer. Instellen van de verstekwijzer (fig. E1, E2 & F) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te brengen, zoals afgebeeld in fig. F. • Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog niet vastgezet is. • Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. Aanpassing staaf voor verstekvergrendeling (fig. A1, G) Indien de onderkant van de zaag bewogen kan worden terwijl de verstekhendel (4) vergrendeld is, moet de staaf voor verstekvergrendeling (48) aangepast worden. • Ontgrendel de verstekhendel (4). • Ontspan de vergrendelmoeren (61) op de staaf voor verstekvergrendeling • Span de staaf voor verstekvergrendeling (48) volledig aan door gebruik van een schroevendraaier. Ontspan vervolgens de staaf met één draai. • Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de hendel (4) vergrendeld is op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek. • Span de vergrendelmoer (61) aan. Het zaagblad controleren en aan de tafel aanpassen (fig. H1 - H4) • Ontspan de klemhendel voor schuininstelling (21) en beweeg het veerslot/hendel voor afschuininstelling (20) omhoog om de zaagarm te bevrijden. • Beweeg de zaagarm totdat het veerslot het in de 0º afschuininstellingspositie plaatst. Span de hendel niet aan. • Duw de kop naar beneden totdat het zaagblad net in de zaagsleuf (43) komt. • Plaats een ingestelde tekenhaak (44) op de tafel en omhoog tegen het zaagblad (39) (fig. H2). WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet aan met de tekenhaak. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Ontspan de moeren (49, 55) en beweeg de verstekzaagarm assemblage naar links of rechts, totdat het zaagblad 90º ten opzichte van de tafel staat, zoals gemeten met de tekenhaak. Span de moer (49) opnieuw aan. De hoek voor afschuininstelling vereist aanpassing nadat de aanpassing van het zaagblad ten opzichte van de tafel vervolledigd is. • Pas de linker en rechter hoeken voor afschuininstelling aan. • Als de schuine aanwijzer (50) niet nul (0) op de schaal voor afschuininstelling (15) aangeeft, ontspant u de schroef (51) die de verstekwijzer beveiligt en beweegt u de verstekwijzer naar behoefte. Instellen van de geleider (fig. I1 & I2) Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie van 48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de parallelgeleiding links (3) in te stellen: • Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de knop stevig aan. Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen: • Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts. • Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links. WAARSCHUWING: De geleidegroeven (54) van de parallelgeleiding kunnen verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat lage-druklucht om deze groeven schoon te maken. Het controleren en aanpassen van de afschuinhoek (fig. H1, I1, I2, J1 & J2) Controleren en instellen van de afschuinhoek naar links • Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding (52) los en beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20) op om de verstekarm vrij te geven. • Beweeg de zaagarm naar links totdat de vergrendeling in de stand 45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15) aangeeft (fig. J1). • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de moer (55) los en draai de stopschroef (56) naar binnen of buiten totdat de wijzer (50) 45° aanwijst. Draai de moeren (55) weer vast. • Om een afschuinhoek van 50° in te stellen, draait u de schroef op de hoekpositie-aanslag naar buiten om zo de zaagarm te bewegen. Controleren en instellen van de afschuinhoek naar rechts • Draai de klemknop van de rechter parallelgeleiding (53) los en beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20) op om de verstekarm vrij te geven. • Beweeg de zaagarm naar rechts totdat de vergrendeling in de stand 45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15) aangeeft (fig. J2). • Ga voor het afstellen te werk als bij de afschuinhoek naar links. Afstellen van het afschuinklemsysteem (fig. K) Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld. • Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt. • Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug. • Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de afschuinklemhendel (21) is vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek. 71 NEDERLANDS Aanpassing railgeleiding (fig. K) • Kijk geregeld de rails na op speling. • Om speling te verminderen, draait u geregeld de schroeven (57) met de wijzers van de klok mee terwijl u de zaagkop naar voor en achter schuift. Pas de speling aan opdat er zo weinig mogelijk is zonder schuifweerstand te veroorzaken. Aanwijzingen voor gebruik WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften in acht. We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de “woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen. Voor gebruik: • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Klem het werkstuk vast. • Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout. Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk! • Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder is dan 10 mm. In- en uitschakelen (fig. L) De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen. • Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen. • Stop de machine door de schakelaar los te laten. Plaatsen van het lichaam en de handen Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger. • Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede. • Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad. • Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. • Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden. • Plaats uw handen niet kruiselings. • Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed evenwicht. • Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan. • Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de beschermkappen. Instellen van de variabele snelheid (fig. L) Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) kan worden gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen. • Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) naar de gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven. • Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal. 72 Verstekzaagregeling (Fig. E1) De verstekhendel (4) en verstekslot (5) maken verstekzagen mogelijk op 60 links en 50 rechts,. Om met de zaag onder verstek te werken: • Bevrijd de verstekhendel (4) en druk het verstekslot (5) omlaag en stel de gewenste verstekzaaghoek in op de verstekschaal. • Druk omlaag op de verstekhendel (4) om de zaagtafel op zijn plaats te vergrendelen. Regeling afschuininstelling (Fig. H1, J1) De afschuinvergrendeling hendels (20) en klemhendel voor afschuininstelling (21) laat de zaag toe in een 48º graden afschuininstelling links en rechts te plaatsen. Uw zaag heft 2 afschuinvergrendelinghendels (20), één aan elke kant van de achterste steunbehuizing. Er hoeft slechts één gebruikt te worden om de afschuininstelling naar beide richtingen te bewegen. De klemhendel voor afschuininstelling (21) bevindt zich op de achterste steunbehuizing. Om de zaag in afschuininstelling te plaatsen: • Ontspan de klemhendel voor afschuininstelling (21). Breng één van de hendels op ongeveer 45º en stel de gewenste hoek voor afschuininstelling op de schaal voor afschuininstelling (15). Voor uw gemak worden twee schalen voor afschuininstelling geleverd. • Vergrendel de klemhendel voor afschuininstelling (21) om de afschuininstelling op zijn plaats te vergrendelen. De afschuinivergrendelinghendels (20) kunnen verticaal omhooggebracht worden om de gebruikelijke stophoeken te overkomen. Schuifvergrendeling (Fig. U) De schuifvergrendeling (18) regelt de plaatsing van de rails van uw zaag zodat de langst mogelijke verticale profielen gesneden kunnen worden. SPAN ALTIJD DE RAILVERGRENDELING AAN BIJ HET GEBRUIK VAN DE SCHUIFVERGRENDELING OM ZO TE VOORKOMEN DAT HET SCHUIFSYSTEEM ONGEWILD BEWEEGT Hendel railvergrendeling (fig. A1, U) De hendel voor railvergrendeling (16) laat u toe de zaagkop stevig te vergrendelen zodat het niet over de rails schuift. Dit is noodzakelijk bij het maken van bepaalde sneden of bij het transporteren van de zaag. Groefafslag (fig. A1, S) De groefafslag (17) laat groefsnijden toe. De hendel naar de voorkant van de zaag omdraaien en de duimschroef aanpassen wijzigt de diepte van de groefsnee. De hendel naar de achterkant van de zaag omdraaien leidt de groefafslag om. Neerwaarste pin kopvergrendeling (fig A2) Om de zaagkop in onderste positive te vergrendelen, duwt u de kop neerwaarts, druk de pin (22) in en laat de zaagkop los. Dit zal de zaagkop veilig vastleggen om de zaag van plaats naar plaats te bewegen. Om deze vrij te maken drukt u de zaagkop benedenwaarts en trekt u de pin uit. BASIS ZAAGSNEDEN Verticale rechte afkortsnede (fig. A1, A2 & M) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm vrij te geven. • Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast. • Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8). • Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkopontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven. • Druk op de bedienings knop (1) om de motor aan te zetten. • Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in. NEDERLANDS • Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn bovenste rustpositie. Schuifzaagsnede (fig. A1, N) Met behulp van de geleiderail is het mogelijk om, gebruik makend van een voor-, neer-, en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken tussen de 76,2 mm en de 111,8 mm te snijden. • Zet de vergrendelknop van de rail (16) vrij. • Trek de zaagkop in uw richting en schakel het gereedschap aan. • Laat de zaagkop op het werkstuk neerkomen en duw de kop terug om de snee te vervolledigen. • Ga te werk zoals hierboven beschreven. Vastzetten van het werkstuk (fig. A6) • Klem het hout als het kan aan de zaag vast. • Gebruik bij voorkeur de speciaal voor uw zaag ontwikkelde werkstukklem (29). Klem het werkstuk als het kan tegen de parallelgeleiding. U kunt het werkstuk links of rechts van het zaagblad vastzetten. Het is van belang dat het werkstuk aan een stevig en vlak oppervlak wordt vastgezet. WAARSCHUWING: 0ndersteunen van lange werkstukken (fig. A4) • Ondersteun lange werkstukken altijd. • Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (27) om de tafelbreedte van uw zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen. • Voer geen schuifzaagsnedes uit op werkstukken kleiner dan 76,2 mm. Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fig. Q1 & Q2) • Vergeet niet de zaagkop in de achterste positie te vergrendelen eens de schuifzaagsnedes vervolledigd zijn. Verticaal zagen met verstek (fig. A1, A2 en O) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in. • Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de verstekhendel vast te zetten. • Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen. Afschuinen (fig. A1, A2 & P) De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of naar rechts worden ingesteld. Afschuinhoek naar links • Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in. • De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij 45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Afschuinhoek naar rechts • Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver mogelijk naar rechts. • Ga te werk als bij afschuinzagen naar links. Kwaliteit van de zaagsnede Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent. Versteklijsten en andere lijsten Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”. Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken zoals die in fig. Q1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling. - Door middel van afschuininstelling De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd. - Door middel van verstekinstelling Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding. De twee schetsen (fig. Q1 & Q2) gelden alleen voor rechthoekige objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de versteken afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of afschuinhoek te bepalen. Aantal zijden 4 5 6 7 8 9 10 Verstek- of afschuinhoek 45° 36° 30° 25,7° 22,5° 20° 18° Dubbele versteksnede (fig. R1 & R2) Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. R1 wordt een combinatie van verstek- (fig. Q2) en afschuinhoek (fig. Q1) gebruikt. WAARSCHUWING: Zorg er als de zaaghoek telkens verschillend is voor dat de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden vastgezet (fig. R1 & R2). • De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuinen verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. R2) voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden. 73 NEDERLANDS ZESZIJDIGE DOOS ACHTZIJDIGE DOOS DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN Zagen van basislijsten Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°. • Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag. • Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de zaag liggend. Binnenhoek - Links • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Buitenhoek - Links • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Zagen van plafondsierlijsten Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en 33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek van 38° aan de onderkant. 74 • Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de definitieve zaagsnedes maakt. • Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de achterkant van de lijst tegen het onderstel. Binnenhoek - Links • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. VIERZIJDIGE DOOS HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN • Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele proefsneden. • Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen. Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25° (hoek “A”) (fig. R2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren. Buitenhoek - Links • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Groeven maken (fig. S) Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om groeven te kunnen maken. • Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag. • Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen. Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien. • Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het werkstuk om een rechte groef te maken. Speciale opstelling voor breed vertical zagen (fig. A1, T1, T2) Uw zaag kan erg brede werkstukken (tot 391 mm) zagen wanneer een special opstelling gebruikt wordt. Om de zaag in te stellen op deze werkstukken gaat u als volgt te werk: • Verwijder zowel de linker en rechter schuifgeleidingen van de zaag en leg ze opzij. Om ze te verwijderen, schroeft u de geleidingschroeven enkel draaien los en schuift u elke geleiding naar buiten. Pas en vergrendel de verstekregelaar zodat het zich op 0 graden verstek bevindt. • Verwijder de schroeven van de achterste geleiding (64) uit het rechter achtervoet en plaats deze in de schroefgaten van de rechterhand geleider (8). WAARSCHUWING: Snij geen materiaal door de speciale opstelling te gebruiken zonder correct de schroeven van de achterste geleider (64) te plaatsen, zoniet zal het materiaal niet correct ondersteund worden en kan het oorzaak zijn van controleverlies of mogelijk letsel. • Maak een platform met een 38 mm dikke spaanplaat of een vergelijkbare platte en sterke houten plaat van 38 mm dik voor de afmeting: 368 x 660 mm. Het platform moet vlak zijn, anders kan het materiaal tijdens het zagen bewegen en letsels veroorzaken. • Monteer het 368 x 660 mm platform op de zaag met vier 76,2 mm lange houtschroeven (61) door de gaten in de basisparallelgeleiding. Het materiaal moet met vier schroeven stevig worden vastgemaakt. Bij gebruik van de speciale opstelling zal het platform in twee stukken worden gezaagd. Controleer of de schroeven stevig genoeg vastzitten, anders kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Controleer NEDERLANDS of het platform stevig en plat op de tafel ligt, tegen de parallelgeleiding en precies in het midden. WAARSCHUWING: Controleer of de zaag stevig is gemonteerd op een stabiel en plat oppervlak. Anders kan de zaag onstabiel worden, vallen en letsels veroorzaken. • Plaats het te zagen werkstuk bovenaan het op de tafel gemonteerde platform. Controleer of het werkstuk stevig tegen de achterste parallelgeleiding rust. • Maak het materiaal vast voordat u begint te zagen. Zaag langzaam door het materiaal met een beweging ‘uit, neer en terug’. Als het materiaal niet stevig geklemd is, of als u niet langzaam zaagt, kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Na verschillende keren zagen aan verschillende verstekhoeken anders dan 0 graden, kan het platform verzwakken en het werk niet meer goed ondersteunen. Installeer een nieuw, ongebruikt platform voor de zaag na herinstelling van de gewenste verstekhoek. WAARSCHUWING: Blijvend gebruik van een platform met verschillende zaagsneden kan leiden tot verlies van controle over het materiaal en mogelijke letsels. Stofverwijdering (fig. A2 & A3) • Plaats de stofzak (26) op de stofafzuigadapter (6). • Sluit indien mogelijk een stofverwijderingsapparaat aan dat is ontworpen in overeenstemming met de desbetreffende regelgeving omtrent stofemissie. Zaagbladen Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met een diameter van 305 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt. Transport (fig. A1, A2 & B) Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm. • Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen. • Sluit de vergrendelknop van de geleiderrail met de zaagkop voorwaarts, sluit de verstekarm in de volle linkerverstekhoek, schuif de parallelgeleiding (3 en 8) volledig naar binnen en sluit de afschuiningshendel (20) met de zaagkop in verticale positie om het gereedschap zo compact mogelijk te maken. • Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld in fig. B om de zaag te transporteren. Onderhoud Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen vóór de installatie en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen of veranderen van instellingen of als u reparaties uitvoert. Controleer of de triggerschakelaar in de UIT-positie staat. Een toevallige activering kan verwondingen veroorzaken. Smering lI Vostro elettroutensile non richiede lubrificazione addizionale. Reinigen WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. Optionele accessoires (fig. A3 - A6) WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. LASERWAARSCHUWING: LASERSTRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR DE STRAAL KLASSE 2 LASERPRODUCT MAXIMALE STROOMVERMOGEN <1MW @ 630 NM – 680 NM IEC 60825-1 +A1, +A2:2002 LED WERKLICHT WAARSCHUWING: LED STRALING: KIJK NIET RECHTSREEKS NAAR DE STRAAL KLASSE 2 LEDPRODUCT MAXIMALE STROOMVERMOGEN P = 9,2 mW: piek = 456 nm IEC 60825-1:1:1993; +A1:1997; +A2:2001 Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de geschikte accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 75 NEDERLANDS GARANTIE • 30 DAGEN GEEN RISICO TEVREDENHEIDSGARANTIE • Indien uw DEWALT-machine, om welke reden dan ook, niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, brengt u de machine dan compleet zoals bij de aankoop en binnen de 30 dagen terug naar het erkend DEWALT verkooppunt waar u het toestel heeft gekocht, samen met uw aankoopbewijs. U ontvangt een nieuw toestel of het aankoopbedrag wordt terugbetaald. • EEN JAAR GRATIS SERVICECONTRACT • Als u onderhoud of service nodig hebt voor uw DEWALT werktuig binnen de 12 maanden na uw aankoop, zal dit gratis worden geleverd bij een bevoegde DEWALT reparateur. U dient een aankoopbewijs voor te leggen. Dit omvat werkuren en vervangingsonderdelen voor elektrisch gereedschap. Dit omvat geen toebehoren. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT product gebreken vertoont die te wijten zijn aan slechte materialen of vakmanschap binnen 12 maanden na aankoop, garanderen wij dat we alle defectieve onderdelen gratis zullen vervangen of, naar onze keuze, de eenheid gratis zullen vervangen mits: • Het product niet verkeerd werd gebruikt. • Onbevoegde personen niet getracht hebben herstellingen uit te voeren. • Bewijs van aankoop is geleverd. Deze garantie wordt aangeboden als een extra voordeel en vormt een aanvulling op de wettelijke rechten van klanten. Voor het adres van uw dichtstbijzijnde erkende DEWALT reparateur verwijzen we naar het telefoonnummer op de achterzijde van deze handleiding. Of u kunt een lijst met bevoegde DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. 76
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140

DeWalt DW717 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor