Jonsered LM 2146 C de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

N
Bruksanvisning
Les bruksanvisningen grundig og vær
sikker på at du forstår innholdet før du
bruker gressklipperen.
SF
Käyttöopas
Lue käyttöopas huolella ja varmista, että
ymmärrät sen sisällön ennen kuin käytät
tätä ruohonleikkuria.
S
Bruksanvisning
Läs bruksanvisning noggrannt och se till att
du förstår innehållet innan du använder
gräsklipparen.
DK
Brugsvejledning
Læs brugervejledningen grundigt, og sørg
for at forstå indholdet, inden De tager
plæneklipperen i brug.
D
Betriebsanleitung
Diese Betriebsanleitung muß sorgfältig
durchgelesen werden. Stellen Sie sicher,
daß Sie deren Inhalt vor Verwendung des
Rasenmähers verstehen.
GB
Operator’s Manual
Read the operator’s manual carefully and
make sure that you understand the
contents before using the lawnmower.
F
Manuel de l’Utilisateur
Lire attentivement le manuel de l’utilisateur
et veiller à bien comprendre son contenu
avant d’utiliser la tondeuse.
E
Manual del operador
Lea el manual del operador con atención y
asegúrese de que comprende el contenido
antes de utilizar el cortacésped.
I
Manuale d’uso
Leggere con attenzione il manuale d’uso e
accertarsi di capirne il contenuto prima di
usare il tosaerba.
NL
Handleiding voor de gebruiker
Lees de handleiding aandachtig door zodat
u de inhoud goed begrijpt voordat u de
grasmaaimachine in gebruik neemt.
5119285-02(02/02)
LM2146C
LM2146CD
LM2146CDE
Let op: In deze handleiding worden verschillende producten beschreven. U dient
de handleiding dan ook in zijn geheel grondig door te lezen voor identificatie,
montage en het juiste gebruik van de voorzieningen die van toepassing zijn op
uw Benzine Wielmaaier.
OBS! Denne håndboken omhandler ulike typer gressklippere. Les
bruksanvisningen nøye, slik at du kan identifisere, montere og bruke den
klipperen du har kjøpt.
Huom: Tämä käyttöohje kattaa useita tuotteita. Lue ohje huolella, jotta varmasti
tunnistat oman koneesi, osaat koota sen ja voit hyvin käyttää leikkurisi
ominaisuuksia hyódyesesi.
OBS: Denna handbok behandlar olika produkter. Läs bruksanvisningen
omsorgsfullt så att du har fullt klart för dig vilken maskin det gäller, hur du sätter
samman den och hur du använder de olika funktionerna på din gräsklippare med
hjul och bensinmotor.
Bemærk: Denne manual gælder for flere forskellige produkter. Læs
brugsvejledningen nøje for at identificere, samle og anvende de enheder, som er
relevante for Deres benzindrevne rotorplæneklipper.
Please Note :- This manual covers various products. Please read the user
instructions carefully to fully identify, assemble and use the features that apply to
your petrol wheeled rotary lanwmower
Hinweis: Dieses Handbuch ist für verschiedene Produkte bestimmt. Diese
Betriebsanleitung muß sorgfältig durchgelesen und die einzelnen Bestandteile,
die auf Ihren Rasenmäher zutreffen, identifiziert, zusammengesetzt und
verwendet werden.
Note: Ce manuel couvre plusieurs appareils. Veuillez lire attentivement les
instructions pour identifier, assembler et utiliser les pièces de votre tondeuse
thermique
Si prega di voler notar
e
che questo manuale si occupa di vari prodotti. Si prega
di voler leggere con attenzione le istruzioni d’uso per identificare, montare e
usare a fondo le caratteristiche corrispondenti al vostro tosaerba a scoppio
rotativo con ruote.
Nota:- Este manual cubre varios productos. Lea cuidadosamente las
instrucciones del usuario para identificar totalmente, ensamblar y utilizar las
caracteristicas aplicables a su cortacésped rotativo de gasolina a ruedas.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Verklaring van de symbolen op de roterende
grasmaaimachine met benzinemotor
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de
gebruiker aandachtig door, zodat u
volledig vertrouwd bent met de
verschillende bedieningselementen
en de werking daarvan.
Zorg, dat de maaimachine tijdens het
maaien altijd in contact blijft met de grond.
Als de machine wordt opgetild of
gekanteld, kunnen er onder hoge snelheid
stenen naar buiten worden geworpen.
Zorg, dat omstanders uit de buurt
blijven. Gebruik de maaimachine niet
als er zich mensen, en vooral
kinderen of huisdieren, op het te
maaien terrein bevinden.
Wees voorzichtig met uw voeten en
handen. Houd uw handen of voeten
veilig uit de buurt van het roterende
mes snijbladen.
Alvorens onderhoud uit te voeren aan de
machine of de machine te reinigen of af te
stellen, of wanneer de machine gedurende
langere tijd niet zal worden gebruikt, dient
de bougie te worden verwijderd.
Het mes blijft nog een tijdje roteren
nadat de machine uitgeschakeld werd.
Wacht totdat alle machine-onderdelen
volledig stilliggen voordat u ze aanraakt.
Algemeen
1. De grasmaaimachine mag nooit worden gebruikt
door kinderen of personen die niet op de hoogte zijn
van de instructies voor gebruik. Volgens plaatselijke
wettelijke voorschriften kan er een minimum leeftijd
van toepassing zijn voor bedieners van deze
machine.
2. De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik
op de wijze waarop en voor de doeleinden die in
deze instructies worden beschreven.
3. Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of
onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen.
4. De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor
eventuele ongevallen of gevaren die worden
veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom.
Veiligheid van brandstof
WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar
- Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
- Voorkom contact met de huid.
- Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
- Benzine dient te worden bewaard in een speciaal
voor dit doel bestemde container. Over het
algemeen zijn plastic containers ongeschikt voor dit
doel.
- De tank dient altijd buitenshuis te worden bijgevuld
en er mag niet worden gerookt.
- De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT de
motor wordt gestart. De tankdop mag nooit wordt
geopend en de tank mag ook niet worden bijgevuld
als de motor loopt of heet is.
- Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor niet
worden gestart en dient de machine uit de buurt van
de gemorste vlek te worden geduwd; elke vorm van
ontsteking moet worden vermeden totdat de vlek
geheel is vervlogen.
- Zorg, dat de tankdop en dop van de container altijd
goed vast worden gedraaid.
- Voordat u de motor start, dient u de machine uit de
buurt te duwen van de plaats waar u de tank heeft
bijgevuld.
- Brandstof moet op een koele plaats worden
opgeslagen, uit de buurt van open vlammen.
Voorbereiding
1. Maai het gras nooit op blote voeten of met sandalen
aan. Draag altijd geschikte kleding, handschoenen
en stevige schoenen.
2. Het gebruik van oorbeschermers wordt aanbevolen.
3. Controleer, dat er geen stokken, botten, ijzerdraad
en rommel in het gras liggen; deze kunnen door het
mes onder hoge snelheid naar buiten worden
geworpen.
4. Controleer de machine vóór gebruik en na harde
schokken altijd op eventuele slijtage en
beschadigingen en repareer deze zo nodig.
5. Om de juiste balans te behouden, dient men bij
vervanging van het mes altijd de hele
bevestigingsset te vervangen.
6. Defecte geluiddempers dienen vervangen te worden.
Gebruik
1. Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte,
waar de uitlaatgassen (koolmonoxide) zich kunnen
ophopen.
2. Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of goed
kunstmatig licht.
3. Vermijd waar mogelijk gebruik van de machine als
het gras nat is.
4. Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het gras nat
is.
5. Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet
uitglijdt en draag niet-slippend schoeisel.
6. Hellingen dienen altijd in overdwarse richting te
worden gemaaid, en niet van boven naar beneden
of andersom.
7. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling
van richting verandert.
8. Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk
zijn. Niet maaien op taluds
of steile hellingen.
9. Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan
zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen.
10.Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe
te trekken.
Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de machine gevaar
opleveren. De machine kan ernstig letsel veroorzaken aan de bediener en omstanders; voor
redelijke veiligheid en efficientie bij het gebruik van de grasmaaier, dienen de waarschuwingen
en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig te worden opgevolgd. De bediener draagt de
verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften, die in
deze handleiding en op de grasmaaimachine vermeld staan. De maaier alleen gebruiken als de
door de fabrikant geleverde grasbak of bescherming op zijn plaats is aangebracht.
STOP
NEDERLANDS - 1
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
11.Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder
gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en
van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de
motor te worden uitgeschakeld door de Operator
Presence Control (ofwel de OPC) uit te schakelen.
12.De machine mag niet worden gebruikt als de
beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.
13.De motor mag niet te hard lopen en de instellingen
van de toerenregelaar mogen niet worden
gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort
de levensduur van de maaimachine.
14.Voordat de motor wordt gestart, dienen alle mes
aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet. (zie pag.
4)
15.Houd uw handen en voeten altijd uit de buurt van de
snij-inrichting, vooral wanneer u de motor aanzet.
16.De grasmaaimachine mag niet worden gekanteld bij
het starten van de motor.
17.Zorg, dat u uw handen uit de buurt houdt van de
grasuitworp als de motor loopt.
18.De maaimachine mag niet worden opgetild of
gedragen met lopende motor.
19.De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig.
20.Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de
motor heet is.
21.Laat de OPC los om de motor te stoppen en wacht
tot het mes helemaal stilstaat:
- als u de machine enige tijd onbeheerd wilt
achterlaten;
22.Zet de regeling voor aanwezigheid van gebruiker in
zijn vrij om de machine te stoppen, wacht totdat het
mes is uitgedraaid, koppel de kabel van de bougie
los en wacht totdat de motor is afgekoeld.
- voordat u de benzinetank bijvult;
- voordat u een verstopping verwijdert;
- voordat u controles, reiniging of onderhoud uitvoert
aan het apparaat;
- als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de
machine niet totdat u zeker bent dat de hele
grasmaaimachine veilig is voor gebruik;
- als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit
onmiddellijk te controleren. Te grote trillingen kan
letsel veroorzaken.
23.Als u klaar bent met grasmaaien dient u gas te
verminderen om de motor uit te zetten en, indien de
machine is uitgerust met een afsluitklep, de
brandstof uit te zetten.
Onderhoud en opslag
1. Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed
zijn aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan
worden gebruikt.
2. Controleer de grasopvangbak/-zak regelmatig op
slijtage.
3. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
4. Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor
deze machine bestemde snijbladen, bladbouten,
vulplaatjes en rotorbladen.
5. Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met
open vuur of vonken als er nog benzine in de tank
zit.
6. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de
machine wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte.
7. Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor,
geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te
zijn van gras, bladeren of overmatig veel vet.
8. Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit
buiten te gebeuren.
9. Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine
dat uw vingers niet bekneld raken tussen
bewegende snijbladen en vaste onderdelen van de
grasmaaier.
MONTAGE-INSTRUCTIES
1. Kies in welk van de gaten in de montageplaat u de
wielen wilt monteren en geef de positie hiervan aan,
zodat alle wielen in gelijke positie kunnen worden
afgesteld (A1).
2. Plaats de bevestigingsbout door het gat in de
wieldop en het wiel in het gekozen gat in de
montageplaat.
3. Draai de wieldop rechtsom totdat het gehele wiel
stevig en veilig vastzit (A2).
DE WIELEN MONTEREN (WAAR NODIG)
Onderste deel van handgreep
1. Als uw product is voorzien van afstelhendel voor
snijhoogte (zie Afstellen, zie pag. 5) moet de
hendel in de hoogste stand staan voordat u stap 2 &
3 gaat uitvoeren.
2. Steek de uiteinden van de onderste handgreep in
het deck, zoals geïllustreerd in afbeelding B1.
3. Duw beide zijden van de handgreep stevig in het
deck op hun plaats (B2).
4. Steek de schroef door de ring en in het daarvoor
bestemde gat en draai deze met een Pozidrive-
schroevendraaier in het deck vast, zoals
geïllustreerd in afbeelding B2.
Bovenste deel van handgreep
1. Breng de onderste en bovenste hendel in lijn.
Monteer de bouten, sluitringen en borg deze met de
hendelknoppen. (C1 & C2).
2. Bevestig de kabels met de meegeleverde
kabelklemmen aan de handgrepen en zorg dat de
kabels niet klem komen te zitten tussen de bovenste
en de onderste handgreep.
HANDVATEN
NEDERLANDS - 2
MONTAGE-INSTRUCTIES
TERUGLOOP VAN HET STARTERKOORD
• Voordat u aan het starterkoord trekt, moet u eerst de
OPC tegen de duwboom aantrekken zodat de rem
van de motor af is.
1. Maak de bougiekabel los.
2. Trek aan de OPC-hendel om de motorrem los te koppelen.
3. Trek het starterkoord in de uiterste stand (D1).
4. Voer het snoer nu door de kabelgeleider op de
handgreep (E1).
MONTAGE VAN GRASOPVANGBAK - PLASTIC ZAK
1. Steek de handgreep van de grasbak in de bovenkant
van een van de helften van de grasbak. Druk deze
stevig naar beneden en naar voren, totdat de
handgreep op zijn plaats klikt (F1).
2. Draai de helft van de grasbak om, steek de schroef
in het gat (zoals geïllustreerd in Afbeelding F1) en
draai deze helemaal vast.
3. Plaats de twee helften van de grasopvangbak tegen
elkaar en druk elk locatiepunt (F2-A) op zijn plaats
zonder
de klemmen helemaal vast te zetten. Pas
wanneer de locatiepunten in de juiste stand staan,
drukt u de grasopvangbak stevig samen totdat alle
klemmen stevig vastzitten. (F2-B)
4. Voordat u de grasbak op uw maaier monteert, dient u
de veiligheidsklep (F3) op te lichten en te controleren
of de grasuitworp vrij is van gras en ander vuil.
5. Zet de geheel gemonteerde grasopvangbak op de twee
montagepunten aan de achterkant van het dek (F4).
6. Plaats de veiligheidsklep op de bovenkant van de
grasbak. Controleer, dat de grasbak goed vastzit.
* Voor verwijderen volgt u de instructies in
omgekeerde volgorde.
MONTAGE VAN GRASOPVANGBAK - STOFFEN ZAK
G1 - Deksel, G2 - Stoffen zak, G3 - ‘U’-frame
1. Inserte el marco en ‘U’ a través de los manguitos
laterales de la bolsa de material y después a la tapa
dura, asegurándose de que la pequeña pieza de
metal (H1-A) está correctamente situada (H2-A).
2. Una el manguito inferior de la bolsa de material al
marco en ‘U’ (H2-B)
3. Begin aan de voorzijde van het deksel (H3) en steek
de rand van de stoffen zak in de binnenste rand van
het deksel, totdat hij in de bevestigingspunten (H3-A)
klikt. Zorg dat de rand rondom overal goed in de rand
van het deksel zit, pas dan is de zak goed bevestigd.
4. Coloque la caja recogecésped totalmente montada
en los puntos de situación en la parte posterior de la
plataforma.
5. Coloque la tapa de seguridad sobre la parte superior
de la caja
recogecésped (H4). Asegúrese de que la caja
recogecésped está bien colocada.
• Para desmontar seguir el procedimiento inverso.
Opgelet:- Overtuig u ervan dat er geen opening tussen de beschermingsklep en de grasbak is.
Indien grasopvang niet noodzakelijk is kunt u ook gebruik maken van de grasmaaier zonder de grasbak.
Zorg ervoor dat de beschermingsklep volledig gesloten is.
MOTOR-INFORMATIE
Olie
1. Olie bijvullen:
a) Verwijder de oliedop.
b) Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok
wordt bereikt.
2. Gebruik SAE 30 4-takt olie van goede kwaliteit.
3. Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf
gebruiksuren.
4. Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op
de aanduiding FULL op de peilstok te houden.
5. Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren;
vervolgens dient de olie na elke 25 gebruiksuren te
worden ververst.
6. Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet
heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine
uit als de motor heet is.
Benzine
1. Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine.
2. NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE GEBRUIKEN
Het gebruik van loodhoudende benzine zal de uitlaat
doen roken en zal motoren die zijn uitgerust met een
katalysator onherstelbaar beschadigen.
3. Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is.
4. Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden
gerookt.
5. Vul de benzinetank nooit met lopende motor.
6. Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de
benzinetank voordat u deze verwijdert om te
voorkomen dat er vuil in de tank komt.
7. U wordt aanbevolen om de benzine door een
trechter met een filter in de tank te gieten.
8. Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor
wordt gestart.
Alleen T
ecumseh Vantage
Olie bijvullen
• Inhoud olietank: 0,6 liter
a. De dop eraf schroeven
b. Niet vergeten de olie langzaam in de tank te gieten.
c. Tot op het overlooppunt opvullen (J1).
d. De dop weer aanbrengen, stevig aandraaien.
• De olie verversen na de eerste 2 uur en daarna elke
25 uur.
Olie aftappen
• Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen.
• Zet de machine op zijn kant met de uitlaat omhoog.
• Verwijder de aftapplug. (J2)
• Plaats een geschikt opvangreservoir onder het
product.
• Zet de machine terug op zijn wielen, zodat de olie
wordt afgetapt in het reservoir.
NEDERLANDS - 3
STARTEN - VOORINSPUITEN
Briggs en Stratton motoren
1. Duw de gasinstelling in de stand FAST of RUN,
zoals wordt beschreven in de sectie Gashendel.
2. Duw de opvoerknop (fig. K) vijf keer diep in.
3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en afzetten.
4. Als de motor na drie pogingen met het starterkoord
niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer
in te drukken en vervolgens het bovenstaande punt
3 te herhalen.
Tecumseh motoren
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN.
2. Duw de opvoerknop drie keer in, ongeveer 2
seconden na elkaar. Bij koude temperaturen (13ºC
of lager) drukt u de knop vijf keer in.
3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en
afzetten.
• BIJ EEN WARME MOTOR WORDT DE
OPVOERKNOP NIET GEBRUIKT
De motor starten in het vervolg
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN en duw
de opvoerknop drie keer stevig in voordat u de
motor start. (Als de machine zonder benzine is
komen te staan, dient u de tank bij te vullen en de
opvoerknop drie keer in te drukken.)
Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig. Bij koudere
temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt.
Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart, dient u olie en benzine bij te vullen zoals beschreven in de
bovenstaande sectie Olie en benzine.
DUWMACHINES
Let op Het is mogelijk dat de bovenste handgrepen er danders uitzien; de procedure blijft echter hetzelfde.
STARTEN EN UITSCHAKELEN
GEBRUIK
DUWMACHINES
1. Sluit de bougiekabel aan.
2. Schuif de gashendel in de stand FAST.
3. Knijp de OPC-hendel in op de handgreep (L1) om
de rem los te zetten.
4. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het
verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en
trek de hendel vervolgens helemaal uit (L2).
5. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u
de machine gebruikt.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de OPC-
hendel los.
WIELAANDRIJVING
2 SNELHEIDSSTANDEN
1. Volg de bovenstaande instructies voor
duwmachines.
2. Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die
zich bovenop de handgreep bevindt (N3), wordt de
aandrijving in- en uitgeschakeld.
3. Door de Powerdrive-hendel los te laten, wordt de
aandrijving automatisch uitgeschakeld.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel.
Voordat u de motor de eerste keer start, dient u ervoor
te zorgen dat de achterwielen vrij kunnen bewegen
door de machine een paar keer naar voren en naar
achteren te bewegen zonder de aandrijvingshendel (N1)
te gebruiken. Terwijl u de machine naar voren en naar
achteren beweegt, zet u de schakelaarhendel (N2)
afwisselend op hoge of lage snelheid. Als de
achterwielen blokkeren, dient de kabel te worden
bijgesteld. Het bijstellen van de kabel geschiedt door
het naar links of naar rechts draaien van de stelschroef
(N3) totdat de machine naar achteren kan worden
getrokken zonder dat de wielen geblokkeerd zijn.
Let op: De machine kan met de hand worden gestart door stap 1 t/m 5 uit de sectie DUWEN uit te voeren.
Volg stap 2 en 3 uit de sectie Powerdrive als u de Powerdrive wilt inschakelen.
STARTEN MET CONTACTSLEUTEL
Alleen voor machines met contactsleutel - de accu wordt tijdens gebruik opgeladen door de motor.
1. Volg stap 1 t/m 3 voor duwmachines.
2. Draai de sleutel om en houd hem in deze stand
totdat de motor start (O1 en O2). Als u de sleutel
loslaat, keert deze weer in de normale positie terug.
3. Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het
zijn dat de accu moet worden opgeladen.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel.
GASHENDEL (indien aanwezig) (P)
1. wordt de stand FAST (lopen) getoond.
2. wordt de stand SLOW (stationnair) getoond.
NEDERLANDS - 4
STARTEN EN UITSCHAKELEN
GEBRUIK
SNIJBLAD, REM, KOPPELING (OFWEL SRK)
Indien aanwezig, wordt de aandrijving ingeschakeld met de hefboom van de Powerdrive, bovenop de
handgreep (Q2-B).
Op SRK-modellen kan de motor blijven lopen als de rem aan staat.
1. Sluit de bougiekabel aan.
2. Schuif de gashendel (indien de machine hiermee
is uitgerust) in de stand FAST.
3. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot
het verste punt, duw de hendel dan langzaam
terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit.
4. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat
u de machine gaat gebruiken.
5. Trek de SRK-arm naar de handgreep (Q1).
6. Houd de SRK-arm vast en duw de SRK-
besturingshefboom naar voren totdat u een klik
hoort (Q2-A).
7. Laat de SRK-besturingshefboom weer los.
8. Als de SRK-arm wordt losgelaten, stopt het
snijblad met ronddraaien.
Let op:
Als u de motor gedurende langere tijd laat lopen
zonder dat het snijmes draait, kan de motor
oververhit raken.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de BBC-arm.
Zet de gashendel vervolgens in de stopstand.
1. Begin het gazon altijd vanaf de buitenrand te
maaien, en maai in stroken telkens in
tegengestelde richting (R).
2. Maai het gras in het maaiseizoen tweemaal per
week. Het is niet goed voor het gras als er in één
keer meer dan eenderde van de lengte wordt
afgesneden. Dit kan tevens leiden tot een
verslechtering van het verzamelen van het gras.
GRAS MAAIEN
Let op:
Zorg, dat u de maaimachine niet overbelast.
Als u lang, dik gras maait, kunt u overbelasting van de motor verminderen en risico op beschadiging van uw
machine vermijden door de snijhoogte in te stellen op de hoogste stand - zie Snijhoogte.
KABEL VAN DE POWERDRIVE
Controleer dat de Powerdrive-kabel niet gedraaid zit en vrij langs de handgrepen loopt.
1. Als de aandrijving niet werkt wanneer de
Powerdrive-hendel in de richting van de
handgreep wordt getrokken, dient de stelschroef
linksom te wordt gedraaid (S).
2. Als de aandrijving niet stopt wanneer u de
Powerdrive-hendel loslaat, dient u de stelschroef
in tegenovergestelde richting te draaien (S).
AFSTELLING
Als uw model grasmaaimachine wieldoppen heeft,
zoals getoond in fig. T1, wordt de snijhoogte
ingesteld door stap T1 - T3 te volgen.
1. Verwijder het wiel door de wieldop linksom te
draaien (T1) en op een ander gat te zetten (T2).
De wieldop wordt rechtsom vastgedraaid (T3).
Stel de overige wielen op dezelfde hoogte in.
SNIJHOOGTE (DOOR DE WIELEN TE VERSTELLEN)
SNIJHOOGTE (MET HENDELS)
1. Als uw model grasmaaimachine één of meer
hefbomen heeft voor instelling van de snijhoogte
(fig. V), wordt de snijhoogte ingesteld door de
hendel uit de instelsleuven te lichten en in de
gewenste stand te zetten (V1).
2. Als uw maaimachine over meerdere hendels
beschikt, dienen deze allemaal in dezelfde
positie te worden gezet (fig. V2 en V6).
Let op: uw roterende wielmaaier met benzinemotor kan zijn uitgerust met verschillende instellingen voor
snijhoogte.
Wiel met hendels, Laagste stand voor snijhoogte - (V1)
Wiel met hendels, Hoogste stand voor snijhoogte - (V2)
Wiel met excentrisch geplaatste hendels - (V3)
Wiel met hendels in het midden - (V4)
NEDERLANDS - 5
ONDERHOUD
• Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen.
• Zet de machine op zijn kant met de uitlaat
omhoog.
1. Verwijder de restanten gras onder het dek met
een borstel (W1).
2. Verwijder restanten gras uit alle luchtinlaten, de
grasuitworp en de grasopvangbak (W2) met
gebruik van een zachte borstel.
3. Wrijf met een droge doek het oppervlak van uw
maaimachine af.
REINIGEN
BELANGRIJK
Reinig uw maaimachine nooit met water. Gebruik ook geen chemische middelen, inclusief benzine, of
oplosmiddelen - deze kunnen de belangrijke plastic onderdelen aantasten.
SNIJMECHANISME
Wees altijd uiterst voorzichtig met het mes - de scherpe randen kunnen letsel veroorzaken. DRAAG
HANDSCHOENEN. Ongeacht van de conditie, dient het metalen mes na 50 gebruiksuren - of 2 jaar,
afhankelijk van welke u het eerste bereikt - te worden vervangen. Als het mes is gebarsten of
beschadigd, dient dit te worden vervangen door een nieuw snijblad.
Het mes verwijderen
• Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen.
• Zet de machine op zijn kant met de uitlaat
omhoog.
1. Draai de bout van het mes linksom los met een
steeksleutel (X1).
2. Verwijder de mesbout, het bladmes en de
sluitring (X2).
3. Controleer de onderdelen op beschadiging, en
reinig ze indien noodzakelijk.
Het mes aanbrengen
1. Breng het mes aan zodat de scherpe randen van
de machine af wijzen.
2. Plaats de mesbout door de sluitring terug, er
daarbij op lettend dat de zijde op de sluitring die
voorzien is van een ‘O’ van het mes weg is
gericht (X2).
3. Houd het geheel goed vast en draai de bout met
een steeksleutel stevig aan. Draai de bout echter
niet te vast.
Let op
Als u een SRK-model hebt, dienen beide bouten van het snijblad te worden verwijderd.(X3)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR GEBRUIK VAN DE BATTERIJ
(ALLEEN VOOR MODELLEN DIE MET EEN SLEUTEL GESTART WORDEN)
Veiligheidsprocedure voor het opladen van de
batterij
1. Controleer de kabel van de lader regelmatig op
tekenen van beschadiging of slijtage.
2. Gebruik de grasmaaier nooit als de kabel van de
lader niet in goede staat verkeert.
3. Probeer nooit andere producten op te laden met
de lader van dit apparaat.
4. Probeer deze accu nooit op te laden met de
lader van een ander apparaat.
5. De accu moet op een veilige plaats worden
opgeladen, waar niemand op de apparatuur kan
staan of erover kan struikelen.
6. De ruimte dient goed geventileerd te zijn.
7. Tijdens het opladen wordt de lader warm. Dit is
normaal en duidt erop dat de lader goed werkt.
8. Tijdens het opladen mogen de accu en de lader
niet worden afgedekt.
9. Zorg, dat de lader noch de accu worden
blootgesteld aan vocht.
10. Vermijd extreme temperaturen.
11. De lader werkt niet in temperaturen onder het
vriespunt of boven 40∞C.
12. Veroorzaak geen kortsluiting tussen de
accupolen.
Algemene richtlijnen voor laadbare accu’s
1. Laadtijd bedraagt 24 uur.
2. Bij normaal gebruik wordt de accu opgeladen
door de motor.
3. Om de accu in optimale conditie te houden, dient
deze minstens één keer per 6 maanden te
worden opgeladen.
4. Als de accu minder vaak wordt opgeladen, kan
dit de levensduur nadelig beinvloeden.
5. Bescherm de voedingskabel. De accu mag nooit
aan de elektrische kabel worden opgetild of
gedragen.
6. Een oude accu die snel leegraakt nadat deze
gedurende 24 uur is opgeladen, moet
waarschijnlijk worden vervangen.
7. Probeer nooit de kast van de batterij te openen.
8. Reinig de accu uitsluitend met een zachte droge
doek.
9. Reinig de accu nooit met een vochtige doek of
met brandbare vloeistoffen zoals benzine, witte
spiritus, oplosmiddelen, enz.
10. Gooi oude accu’s op juiste en veilige wijze weg.
NEDERLANDS - 6
ONDERHOUD
DE ACCU LADEN (ALLEEN VOOR MODELLEN DIE MET EEN SLEUTEL GESTART WORDEN)
BELANGRIJK - Nieuwe accu’s moeten vóór gebruik eerst worden geladen.
Zorg, dat de lader en de accu niet worden blootgesteld aan vocht.
Het accu-pak kan worden vervangen door de accu uit zijn behuizing los te maken en het accu-pak vervolgens los te
koppelen van de accukabels.
De accu laden
1. Stop de grasmaaimachine.
2. Maak de bougiekabel los.
3. Verwijder de dop van het laadpunt aan de onderkant
van de kabelbundel. Y1 - Dop, Y2 - Laadpunt, Y3 -
Kabelbundel.
4. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting
van de accu-kabelbundel.
5. Steek de stekker van de lader in een gewoon
stopcontact.
6. De accu wordt nu geladen.
7. Laat de accu gedurende 24 uur opladen.
8. Als de accu is geladen, kan de lader uit het
stopcontact en het laadpunt worden verwijderd.
9. Plaats de dop weer op het laadpunt.
10.De machine kan weer worden gebruikt.
Accu vervangen
1. De accu bevindt zich onder een dekplaat achter de
motor (Z1).
2. Stop de grasmaaimachine en maak de bougiekabel
los.
3. Verwijder de schroeven van de dekplaat (Z2).
4. Verwijder de dekplaat (Z3) om de accu te kunnen
verwijderen.
VERZORGING
Aan het einde van het maaiseizoen
1. Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten,
moeren of schroeven.
2. Reinig de maaimachine grondig. Maak uw grasmaaier
nooit schoon met chemische producten, zoals petroleum,
of oplosmiddelen - sommige van die producten kunnen
belangrijke plastic onderdelen beschadigen.
3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw
plaatselijke service-centrum, en laat daar indien
noodzakelijk ook de benodigde service- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
4. Tap alle olie en benzine in de motor af.
De maaimachine opbergen
1. Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op.
2. Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om
potentieel brandgevaar te vermijden.
3. Reinig uw maaimachine.
4. Berg de machine op een koele, droge plaats op waar
de maaier niet kan worden beschadigd.
Schema voor motoronderhoud
Volg het schema van het aantal gebruiksuren of
tijdsduur - welke het eerste van toepassing is. Indien de
machine in ongunstige omstandigheden wordt gebruikt,
dient het onderhoud eerder te worden uitgevoerd.
Eerste 5 uur - olie verversen.
Elke 5 uur of dagelijks - oliepeil controleren.
Vingerbeveiliger reinigen. Rondom geluiddemper reinigen.
Elke 25 uur of elk seizoen - olie verversen indien machine
wordt gebruikt voor zware lading of bij hoge
omgevingstemperaturen. Service uitvoeren aan luchtreiniger.
Elke 50 uur of elk seizoen - olie verversen.
Vonkafleider inspecteren, indien van toepassing.
Elke 100 uur of elk seizoen - Koelsysteem reinigen*.
Bougie vernieuwen.
* Bij stoffige omstandigheden, of als de machine
langdurig wordt gebruikt voor hoog, droog gras en er
veel stof- en grasresten in de lucht zweven, dient dit
vaker te worden uitgevoerd.
STORINGEN EN OPLOSSINGEN
Motor start niet
1. Controleer of de OPC-hendel in de startpositie
staat.
2. Controleer dat de regelhendel in de stand Fast
(‘draaien’) staat.
3. Controleer of de tank voldoende benzine bevat en of
het luchtventiel in de tankdop niet is verstopt.
4. Verwijder de bougie en maak deze goed droog.
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
Benzine is misschien oud, vul met nieuwe benzine.
Nadat de benzine is vervangen, kan het even duren
voordat de nieuwe benzine helemaal door het
systeem gefilterd is.
6. Controleer of de bout van het mes goed vastzit. Als
de bout los zit, kunnen er startproblemen ontstaan.
7. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de
bougiekabel los te maken.
8. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
Motor draait niet (uitsluitend elektrostart)
1. Controleer of de OPC-hendel in de startpositie
staat.
2. Als de accu leeg is, kunt u de machine met de hand
starten.
3. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de
bougiekabel los te maken.
4. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
Onvoldoende kracht in de motor en/of oververhitting
1. Controleer dat de regelhendel in de stand Fast
(‘draaien’) staat.
2. Maak de bougiekabel los en laat de motor afkoelen.
3. Verwijder alle restanten gras die zich om de motor en
luchtinlaten bevinden en aan de onderkant van het
dek, zoals de uitwerpgoot en ventilator.
4. Reinig het luchtfilter (uw plaatselijke service-centrum
kan een grondige reiniging voor u uitvoeren).
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
Benzine is misschien oud, vul met nieuwe benzine.
Nadat de benzine is vervangen, kan het even duren
voordat de nieuwe benzine helemaal door het
systeem gefilterd is.
6. Als de motor nog steeds niet genoeg kracht heeft
en/of oververhit raakt, dient u de bougiekabel
onmiddellijk los te maken.
7. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
Overmatige trilling
1. Maak de bougiekabel los.
2. Controleer of het mes goed is gemonteerd (zie pag.
6).
3. Als het snijblad is beschadigd of versleten, dient u
een nieuw snijblad te plaatsen.
4. Als de trillingen hierdoor niet minder worden,
dient u de bougiekabel onmiddellijk los te maken.
5. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE
SERVICE-CENTRUM.
NEDERLANDS - 7
ONDERHOUD
MOTORONDERHOUD EN GARANTIE
De motor die in uw grasmaaimachine is gemonteerd,
valt onder garantie van de fabrikant van de motor. Voor
verdere informatie kunt u contact opnemen met uw
dealer (zie onderstaande gegevens).
Briggs en Stratton
Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Briggs en
Stratton service-dealers.
Tecumseh
Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Tecumseh
service-dealers.
AANBEVELINGEN VOOR ONDERHOUD
1. U wordt ten zeerste aangeraden uw product ten minste elke
twaalf maanden een service-beurt te geven, vaker indien het
beroepshalve veelvuldig wordt gebruikt.
2. Gebruik altijd uitsluitend originele reserveonderdelen.
3. De meeste erkende winkels hebben pakketten
reserveonderdelen in voorraad.
4. Uw product is voorzien van een unieke identificatie in de
vorm van een zilver en zwart gekleurd productkwaliteitslabel.
5. Indien uw machine een storing ontwikkeld, kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke erkende service-centrum.
Zorg wel, dat u de gegevens van het productlabel bij de
hand hebt als u belt.
6. Indien er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
door het service-centrum, is het belangrijk dat u de
gehele machine bij het centrum brengt.
Als er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kunt u
gewoonweg contact opnemen of een bezoekje afleggen aan
het service-centrum.
Indien deze werkzaamheden onder uw garantie vallen, dient u
het service-centrum een bewijs van aankoop te overhandigen.
Alle centra gebruiken alleen originele onderdelen.
LET OP: Andere onderhoudscentra werken uitsluitend
namens zichzelf en zijn niet gemachtigd om
verbindingen aan te gaan voor Electrolux Outdoor
Products of Electrolux Outdoor Products op welke wijze
dan ook (wettelijk) te verplichten.
GARANTIE EN GARANTIEBELEID
Als enig onderdeel binnen twee jaar na aankoop van het
product fabricagefouten vertoont, zal Electrolux Outdoor
Products dit via een door haar erkend servicecentrum
geheel kosteloos repareren of vervangen, mits:
(a)de fout direct via de erkende reparateur is gemeld;
(b)de klant een bewijs van aankoop heeft overhandigd;
(c)het defect niet is veroorzaakt door fout gebruik,
verwaarlozing of foute afstelling door de gebruiker;
(d)het defect niet het gevolg is van normale slijtage door
gebruik;
(e)de machine niet is onderhouden of gerepareerd, uit
elkaar gehaald of gemodificeerd door een persoon die
hiervoor niet uitdrukkelijk is gemachtigd door Electrolux
Outdoor Products;
(f) de machine niet is verhuurd;
(g)de machine in het bezit is van de oorspronkelijke
eigenaar;
(h)de machine niet is gebruikt buiten het land dat
oorspronkelijk is gespecificeerd;
(i) de machine niet voor commerciÃŽle doeleinden is gebruikt.
* Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijk geldende
rechten als consument, en tasten uw rechten op geen
enkele wijze aan.
Defecten die het gevolg zijn van de hieronder genoemde
oorzaken vallen niet onder de garantie, en het is dan ook
uiterst belangrijk dat u de instructies in de handleiding goed
doorleest en het gebruik en onderhoud van de machine
begrijpt.
Defecten die niet onder de garantie vallen:
* Vervanging van versleten mes
* Defecten die het gevolg zijn van het niet melden van een fout.
* Defecten die het gevolg zijn van een schok/stoot.
* Defecten die het gevolg zijn van gebruik dat afwijkt van
de instructies en aanbevelingen in de handleiding.
* Machines die gebruikt zijn voor verhuur vallen niet onder
de garantie.
* De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage en
hun levensduur is afhankelijk van regelmatig onderhoud
en vallen daarom gewoonlijk niet onder een
garantieclaim: Snijblad, aandrijfriem.
* Voorzichtig!
Electrolux Outdoor Products aanvaardt geen
aansprakelijkheid onder de garantie voor defecten die
geheel of gedeeltelijk, direct of indirect, het gevolg zijn
van het monteren van vervangingsonderdelen of
aanvullende onderdelen die niet zijn gemaakt noch zijn
goedgekeurd door Electrolux Outdoor Products, of indien
de machine op welke wijze dan ook is gemodificeerd.
INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU
De producten van Electrolux Outdoor Products worden
geproduceerd volgens EMS (ISO 14001), waarbij, waar dit
uitvoerbaar is, gebruik wordt gemaakt van componenten die
zijn geproduceerd op de meest milieuvriendelijke manier
volgens de werkijzen van het bedrijf en met de mogelijkheid
om aan het einde van de levensduur van het product
gerecycled te worden.
• De verpakking kan gerecycled worden en plasic
componenten zijn van een label voorzien (voor zover dat
mogelijk was) voor recycling op categorie.
• Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen bij
het weggooien van een product aan het einde van de
levensduur.
• Indien nodig, kunt u kontakt opnemen met de
gemeentelijke autoriteit voor informatie over de
verwerking.
VER
WERKING VAN ACCU’S
• De accu dient naar een erkend onderhoudsbedrijf of naar
uw plaatselijke recyclingstation te worden gebracht..
• Gooi lege accu’s NIET weg bij het huishoudelijk afval.
• Loodzwavelzuuraccu’s kunnen schadelijk zijn voor
het milieu en dienen te worden verwerkt via de
erkende recyclingfaciliteit in overeenstemming met
de Europese regelgeving.
• Gooi een accu NIET weg in water.
• NIET verbranden.
VER
WERKING VAN BRANDSTOFFEN EN SMEEROLIËN
• Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
• Voorkom contact met de huid.
• Verwijder benzine en machine-olie voordat u het product
vervoert.
• Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit voor
informatie over het dichtstbijzijnde recycling-
/verwerkingsstation.
• Gooi brandstoffen en oliën NIET weg met het
huishoudelijk afval.
• Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn schadelijk voor
het milieu en dienen te worden verwerkt via de
erkende recyclingfaciliteiten.
• Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën NIET weg in
water.
• NIET verbranden.
NEDERLANDS - 8

Documenttranscriptie

LM2146C LM2146CD LM2146CDE GB Operator’s Manual Read the operator’s manual carefully and make sure that you understand the contents before using the lawnmower. Betriebsanleitung Diese Betriebsanleitung muß sorgfältig durchgelesen werden. Stellen Sie sicher, daß Sie deren Inhalt vor Verwendung des Rasenmähers verstehen. NL Handleiding voor de gebruiker Lees de handleiding aandachtig door zodat u de inhoud goed begrijpt voordat u de grasmaaimachine in gebruik neemt. N Bruksanvisning Les bruksanvisningen grundig og vær sikker på at du forstår innholdet før du bruker gressklipperen. F Manuel de l’Utilisateur Lire attentivement le manuel de l’utilisateur et veiller à bien comprendre son contenu avant d’utiliser la tondeuse. SF Käyttöopas Lue käyttöopas huolella ja varmista, että ymmärrät sen sisällön ennen kuin käytät tätä ruohonleikkuria. E Manual del operador Lea el manual del operador con atención y asegúrese de que comprende el contenido antes de utilizar el cortacésped. S I Manuale d’uso Leggere con attenzione il manuale d’uso e accertarsi di capirne il contenuto prima di usare il tosaerba. D 5119285-02(02/02) DK Bruksanvisning Läs bruksanvisning noggrannt och se till att du förstår innehållet innan du använder gräsklipparen. Brugsvejledning Læs brugervejledningen grundigt, og sørg for at forstå indholdet, inden De tager plæneklipperen i brug. Please Note :- This manual covers various products. Please read the user instructions carefully to fully identify, assemble and use the features that apply to your petrol wheeled rotary lanwmower Hinweis: Dieses Handbuch ist für verschiedene Produkte bestimmt. Diese Betriebsanleitung muß sorgfältig durchgelesen und die einzelnen Bestandteile, die auf Ihren Rasenmäher zutreffen, identifiziert, zusammengesetzt und verwendet werden. Note: Ce manuel couvre plusieurs appareils. Veuillez lire attentivement les instructions pour identifier, assembler et utiliser les pièces de votre tondeuse thermique Nota:- Este manual cubre varios productos. Lea cuidadosamente las instrucciones del usuario para identificar totalmente, ensamblar y utilizar las caracteristicas aplicables a su cortacésped rotativo de gasolina a ruedas. Si prega di voler notare che questo manuale si occupa di vari prodotti. Si prega di voler leggere con attenzione le istruzioni d’uso per identificare, montare e usare a fondo le caratteristiche corrispondenti al vostro tosaerba a scoppio rotativo con ruote. Let op: In deze handleiding worden verschillende producten beschreven. U dient de handleiding dan ook in zijn geheel grondig door te lezen voor identificatie, montage en het juiste gebruik van de voorzieningen die van toepassing zijn op uw Benzine Wielmaaier. OBS! Denne håndboken omhandler ulike typer gressklippere. Les bruksanvisningen nøye, slik at du kan identifisere, montere og bruke den klipperen du har kjøpt. Huom: Tämä käyttöohje kattaa useita tuotteita. Lue ohje huolella, jotta varmasti tunnistat oman koneesi, osaat koota sen ja voit hyvin käyttää leikkurisi ominaisuuksia hyódyesesi. OBS: Denna handbok behandlar olika produkter. Läs bruksanvisningen omsorgsfullt så att du har fullt klart för dig vilken maskin det gäller, hur du sätter samman den och hur du använder de olika funktionerna på din gräsklippare med hjul och bensinmotor. Bemærk: Denne manual gælder for flere forskellige produkter. Læs brugsvejledningen nøje for at identificere, samle og anvende de enheder, som er relevante for Deres benzindrevne rotorplæneklipper. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de machine gevaar opleveren. De machine kan ernstig letsel veroorzaken aan de bediener en omstanders; voor redelijke veiligheid en efficientie bij het gebruik van de grasmaaier, dienen de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig te worden opgevolgd. De bediener draagt de verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften, die in deze handleiding en op de grasmaaimachine vermeld staan. De maaier alleen gebruiken als de door de fabrikant geleverde grasbak of bescherming op zijn plaats is aangebracht. Verklaring van de symbolen op de roterende grasmaaimachine met benzinemotor Waarschuwing Lees de handleiding voor de gebruiker aandachtig door, zodat u volledig vertrouwd bent met de verschillende bedieningselementen en de werking daarvan. Zorg, dat de maaimachine tijdens het maaien altijd in contact blijft met de grond. Als de machine wordt opgetild of gekanteld, kunnen er onder hoge snelheid stenen naar buiten worden geworpen. Zorg, dat omstanders uit de buurt blijven. Gebruik de maaimachine niet als er zich mensen, en vooral kinderen of huisdieren, op het te maaien terrein bevinden. Wees voorzichtig met uw voeten en handen. Houd uw handen of voeten veilig uit de buurt van het roterende mes snijbladen. Alvorens onderhoud uit te voeren aan de machine of de machine te reinigen of af te stellen, of wanneer de machine gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, dient de bougie te worden verwijderd. STOP Het mes blijft nog een tijdje roteren nadat de machine uitgeschakeld werd. Wacht totdat alle machine-onderdelen volledig stilliggen voordat u ze aanraakt. Algemeen 1. De grasmaaimachine mag nooit worden gebruikt door kinderen of personen die niet op de hoogte zijn van de instructies voor gebruik. Volgens plaatselijke wettelijke voorschriften kan er een minimum leeftijd van toepassing zijn voor bedieners van deze machine. 2. De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik op de wijze waarop en voor de doeleinden die in deze instructies worden beschreven. 3. Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen. 4. De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor eventuele ongevallen of gevaren die worden veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom. Veiligheid van brandstof WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar - Draag beschermende kleding wanneer u werkt met brandstoffen en smeeroliën. - Voorkom contact met de huid. - Verwijder benzine en machine-olie voordat u het product vervoert. NEDERLANDS - 1 - Benzine dient te worden bewaard in een speciaal voor dit doel bestemde container. Over het algemeen zijn plastic containers ongeschikt voor dit doel. - De tank dient altijd buitenshuis te worden bijgevuld en er mag niet worden gerookt. - De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT de motor wordt gestart. De tankdop mag nooit wordt geopend en de tank mag ook niet worden bijgevuld als de motor loopt of heet is. - Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor niet worden gestart en dient de machine uit de buurt van de gemorste vlek te worden geduwd; elke vorm van ontsteking moet worden vermeden totdat de vlek geheel is vervlogen. - Zorg, dat de tankdop en dop van de container altijd goed vast worden gedraaid. - Voordat u de motor start, dient u de machine uit de buurt te duwen van de plaats waar u de tank heeft bijgevuld. - Brandstof moet op een koele plaats worden opgeslagen, uit de buurt van open vlammen. Voorbereiding 1. Maai het gras nooit op blote voeten of met sandalen aan. Draag altijd geschikte kleding, handschoenen en stevige schoenen. 2. Het gebruik van oorbeschermers wordt aanbevolen. 3. Controleer, dat er geen stokken, botten, ijzerdraad en rommel in het gras liggen; deze kunnen door het mes onder hoge snelheid naar buiten worden geworpen. 4. Controleer de machine vóór gebruik en na harde schokken altijd op eventuele slijtage en beschadigingen en repareer deze zo nodig. 5. Om de juiste balans te behouden, dient men bij vervanging van het mes altijd de hele bevestigingsset te vervangen. 6. Defecte geluiddempers dienen vervangen te worden. Gebruik 1. Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte, waar de uitlaatgassen (koolmonoxide) zich kunnen ophopen. 2. Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of goed kunstmatig licht. 3. Vermijd waar mogelijk gebruik van de machine als het gras nat is. 4. Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het gras nat is. 5. Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet uitglijdt en draag niet-slippend schoeisel. 6. Hellingen dienen altijd in overdwarse richting te worden gemaaid, en niet van boven naar beneden of andersom. 7. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting verandert. 8. Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk zijn. Niet maaien op taluds of steile hellingen. 9. Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen. 10.Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe te trekken. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 11.Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de motor te worden uitgeschakeld door de Operator Presence Control (ofwel de OPC) uit te schakelen. 12.De machine mag niet worden gebruikt als de beschermplaten beschadigd of afwezig zijn. 13.De motor mag niet te hard lopen en de instellingen van de toerenregelaar mogen niet worden gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort de levensduur van de maaimachine. 14.Voordat de motor wordt gestart, dienen alle mes aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet. (zie pag. 4) 15.Houd uw handen en voeten altijd uit de buurt van de snij-inrichting, vooral wanneer u de motor aanzet. 16.De grasmaaimachine mag niet worden gekanteld bij het starten van de motor. 17.Zorg, dat u uw handen uit de buurt houdt van de grasuitworp als de motor loopt. 18.De maaimachine mag niet worden opgetild of gedragen met lopende motor. 19.De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig. 20.Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de motor heet is. 21.Laat de OPC los om de motor te stoppen en wacht tot het mes helemaal stilstaat: - als u de machine enige tijd onbeheerd wilt achterlaten; 22.Zet de regeling voor aanwezigheid van gebruiker in zijn vrij om de machine te stoppen, wacht totdat het mes is uitgedraaid, koppel de kabel van de bougie los en wacht totdat de motor is afgekoeld. - voordat u de benzinetank bijvult; - voordat u een verstopping verwijdert; - voordat u controles, reiniging of onderhoud uitvoert aan het apparaat; - als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de machine niet totdat u zeker bent dat de hele grasmaaimachine veilig is voor gebruik; - als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit onmiddellijk te controleren. Te grote trillingen kan letsel veroorzaken. 23.Als u klaar bent met grasmaaien dient u gas te verminderen om de motor uit te zetten en, indien de machine is uitgerust met een afsluitklep, de brandstof uit te zetten. Onderhoud en opslag 1. Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan worden gebruikt. 2. Controleer de grasopvangbak/-zak regelmatig op slijtage. 3. Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk. 4. Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor deze machine bestemde snijbladen, bladbouten, vulplaatjes en rotorbladen. 5. Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar benzinedampen in aanraking kunnen komen met open vuur of vonken als er nog benzine in de tank zit. 6. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de machine wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte. 7. Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor, geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te zijn van gras, bladeren of overmatig veel vet. 8. Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit buiten te gebeuren. 9. Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine dat uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende snijbladen en vaste onderdelen van de grasmaaier. MONTAGE-INSTRUCTIES DE WIELEN MONTEREN (WAAR NODIG) 1. Kies in welk van de gaten in de montageplaat u de wielen wilt monteren en geef de positie hiervan aan, zodat alle wielen in gelijke positie kunnen worden afgesteld (A1). 2. Plaats de bevestigingsbout door het gat in de wieldop en het wiel in het gekozen gat in de montageplaat. 3. Draai de wieldop rechtsom totdat het gehele wiel stevig en veilig vastzit (A2). HANDVATEN Onderste deel van handgreep 1. Als uw product is voorzien van afstelhendel voor snijhoogte (zie Afstellen, zie pag. 5) moet de hendel in de hoogste stand staan voordat u stap 2 & 3 gaat uitvoeren. 2. Steek de uiteinden van de onderste handgreep in het deck, zoals geïllustreerd in afbeelding B1. 3. Duw beide zijden van de handgreep stevig in het deck op hun plaats (B2). 4. Steek de schroef door de ring en in het daarvoor bestemde gat en draai deze met een Pozidriveschroevendraaier in het deck vast, zoals geïllustreerd in afbeelding B2. Bovenste deel van handgreep 1. Breng de onderste en bovenste hendel in lijn. Monteer de bouten, sluitringen en borg deze met de hendelknoppen. (C1 & C2). 2. Bevestig de kabels met de meegeleverde kabelklemmen aan de handgrepen en zorg dat de kabels niet klem komen te zitten tussen de bovenste en de onderste handgreep. NEDERLANDS - 2 MONTAGE-INSTRUCTIES TERUGLOOP VAN HET STARTERKOORD Voordat u aan het starterkoord trekt, moet u eerst de OPC tegen de duwboom aantrekken zodat de rem van de motor af is. 1. Maak de bougiekabel los. 2. Trek aan de OPC-hendel om de motorrem los te koppelen. • 3. Trek het starterkoord in de uiterste stand (D1). 4. Voer het snoer nu door de kabelgeleider op de handgreep (E1). MONTAGE VAN GRASOPVANGBAK - PLASTIC ZAK Opgelet:- Overtuig u ervan dat er geen opening tussen de beschermingsklep en de grasbak is. Indien grasopvang niet noodzakelijk is kunt u ook gebruik maken van de grasmaaier zonder de grasbak. Zorg ervoor dat de beschermingsklep volledig gesloten is. 1. Steek de handgreep van de grasbak in de bovenkant van een van de helften van de grasbak. Druk deze stevig naar beneden en naar voren, totdat de handgreep op zijn plaats klikt (F1). 2. Draai de helft van de grasbak om, steek de schroef in het gat (zoals geïllustreerd in Afbeelding F1) en draai deze helemaal vast. 3. Plaats de twee helften van de grasopvangbak tegen elkaar en druk elk locatiepunt (F2-A) op zijn plaats zonder de klemmen helemaal vast te zetten. Pas wanneer de locatiepunten in de juiste stand staan, drukt u de grasopvangbak stevig samen totdat alle klemmen stevig vastzitten. (F2-B) 4. Voordat u de grasbak op uw maaier monteert, dient u de veiligheidsklep (F3) op te lichten en te controleren of de grasuitworp vrij is van gras en ander vuil. 5. Zet de geheel gemonteerde grasopvangbak op de twee montagepunten aan de achterkant van het dek (F4). 6. Plaats de veiligheidsklep op de bovenkant van de grasbak. Controleer, dat de grasbak goed vastzit. * Voor verwijderen volgt u de instructies in omgekeerde volgorde. MONTAGE VAN GRASOPVANGBAK - STOFFEN ZAK G1 - Deksel, G2 - Stoffen zak, G3 - ‘U’-frame 1. Inserte el marco en ‘U’ a través de los manguitos laterales de la bolsa de material y después a la tapa dura, asegurándose de que la pequeña pieza de metal (H1-A) está correctamente situada (H2-A). 2. Una el manguito inferior de la bolsa de material al marco en ‘U’ (H2-B) 3. Begin aan de voorzijde van het deksel (H3) en steek de rand van de stoffen zak in de binnenste rand van het deksel, totdat hij in de bevestigingspunten (H3-A) klikt. Zorg dat de rand rondom overal goed in de rand van het deksel zit, pas dan is de zak goed bevestigd. 4. Coloque la caja recogecésped totalmente montada en los puntos de situación en la parte posterior de la plataforma. 5. Coloque la tapa de seguridad sobre la parte superior de la caja recogecésped (H4). Asegúrese de que la caja recogecésped está bien colocada. • Para desmontar seguir el procedimiento inverso. MOTOR-INFORMATIE Olie 1. Olie bijvullen: a) Verwijder de oliedop. b) Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok wordt bereikt. 2. Gebruik SAE 30 4-takt olie van goede kwaliteit. 3. Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf gebruiksuren. 4. Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op de aanduiding FULL op de peilstok te houden. 5. Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren; vervolgens dient de olie na elke 25 gebruiksuren te worden ververst. 6. Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine uit als de motor heet is. Benzine 1. Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine. 2. NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE GEBRUIKEN Het gebruik van loodhoudende benzine zal de uitlaat doen roken en zal motoren die zijn uitgerust met een katalysator onherstelbaar beschadigen. 3. Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is. 4. Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden gerookt. 5. Vul de benzinetank nooit met lopende motor. NEDERLANDS - 3 6. Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de benzinetank voordat u deze verwijdert om te voorkomen dat er vuil in de tank komt. 7. U wordt aanbevolen om de benzine door een trechter met een filter in de tank te gieten. 8. Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor wordt gestart. Alleen Tecumseh Vantage Olie bijvullen • Inhoud olietank: 0,6 liter a. De dop eraf schroeven b. Niet vergeten de olie langzaam in de tank te gieten. c. Tot op het overlooppunt opvullen (J1). d. De dop weer aanbrengen, stevig aandraaien. • De olie verversen na de eerste 2 uur en daarna elke 25 uur. Olie aftappen • Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen. • Zet de machine op zijn kant met de uitlaat omhoog. • Verwijder de aftapplug. (J2) • Plaats een geschikt opvangreservoir onder het product. • Zet de machine terug op zijn wielen, zodat de olie wordt afgetapt in het reservoir. STARTEN - VOORINSPUITEN Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart, dient u olie en benzine bij te vullen zoals beschreven in de bovenstaande sectie Olie en benzine. Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig. Bij koudere temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt. Briggs en Stratton motoren 1. Duw de gasinstelling in de stand FAST of RUN, zoals wordt beschreven in de sectie Gashendel. 2. Duw de opvoerknop (fig. K) vijf keer diep in. 3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en afzetten. 4. Als de motor na drie pogingen met het starterkoord niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer in te drukken en vervolgens het bovenstaande punt 3 te herhalen. Tecumseh motoren 1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN. 2. Duw de opvoerknop drie keer in, ongeveer 2 seconden na elkaar. Bij koude temperaturen (13ºC of lager) drukt u de knop vijf keer in. 3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en afzetten. • BIJ EEN WARME MOTOR WORDT DE OPVOERKNOP NIET GEBRUIKT De motor starten in het vervolg 1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN en duw de opvoerknop drie keer stevig in voordat u de motor start. (Als de machine zonder benzine is komen te staan, dient u de tank bij te vullen en de opvoerknop drie keer in te drukken.) GEBRUIK STARTEN EN UITSCHAKELEN DUWMACHINES Let op Het is mogelijk dat de bovenste handgrepen er danders uitzien; de procedure blijft echter hetzelfde. DUWMACHINES 1. Sluit de bougiekabel aan. 2. Schuif de gashendel in de stand FAST. 3. Knijp de OPC-hendel in op de handgreep (L1) om de rem los te zetten. 4. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit (L2). 5. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u de machine gebruikt. Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de OPChendel los. WIELAANDRIJVING 1. Volg de bovenstaande instructies voor duwmachines. 2. Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die zich bovenop de handgreep bevindt (N3), wordt de aandrijving in- en uitgeschakeld. 3. Door de Powerdrive-hendel los te laten, wordt de aandrijving automatisch uitgeschakeld. Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel. 2 SNELHEIDSSTANDEN Voordat u de motor de eerste keer start, dient u ervoor te zorgen dat de achterwielen vrij kunnen bewegen door de machine een paar keer naar voren en naar achteren te bewegen zonder de aandrijvingshendel (N1) te gebruiken. Terwijl u de machine naar voren en naar achteren beweegt, zet u de schakelaarhendel (N2) afwisselend op hoge of lage snelheid. Als de achterwielen blokkeren, dient de kabel te worden bijgesteld. Het bijstellen van de kabel geschiedt door het naar links of naar rechts draaien van de stelschroef (N3) totdat de machine naar achteren kan worden getrokken zonder dat de wielen geblokkeerd zijn. STARTEN MET CONTACTSLEUTEL Let op: De machine kan met de hand worden gestart door stap 1 t/m 5 uit de sectie DUWEN uit te voeren. Alleen voor machines met contactsleutel - de accu wordt tijdens gebruik opgeladen door de motor. Volg stap 2 en 3 uit de sectie Powerdrive als u de Powerdrive wilt inschakelen. 1. Volg stap 1 t/m 3 voor duwmachines. 2. Draai de sleutel om en houd hem in deze stand totdat de motor start (O1 en O2). Als u de sleutel loslaat, keert deze weer in de normale positie terug. 3. Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het zijn dat de accu moet worden opgeladen. Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPC-hendel. GASHENDEL (indien aanwezig) (P) 1. wordt de stand FAST (lopen) getoond. 2. wordt de stand SLOW (stationnair) getoond. NEDERLANDS - 4 GEBRUIK STARTEN EN UITSCHAKELEN SNIJBLAD, REM, KOPPELING (OFWEL SRK) Op SRK-modellen kan de motor blijven lopen als de rem aan staat. Indien aanwezig, wordt de aandrijving ingeschakeld met de hefboom van de Powerdrive, bovenop de handgreep (Q2-B). 1. Sluit de bougiekabel aan. 2. Schuif de gashendel (indien de machine hiermee is uitgerust) in de stand FAST. 3. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit. 4. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u de machine gaat gebruiken. 5. Trek de SRK-arm naar de handgreep (Q1). 6. Houd de SRK-arm vast en duw de SRKbesturingshefboom naar voren totdat u een klik hoort (Q2-A). 7. Laat de SRK-besturingshefboom weer los. 8. Als de SRK-arm wordt losgelaten, stopt het snijblad met ronddraaien. Let op: Als u de motor gedurende langere tijd laat lopen zonder dat het snijmes draait, kan de motor oververhit raken. Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrive-hendel los en vervolgens de BBC-arm. Zet de gashendel vervolgens in de stopstand. GRAS MAAIEN Let op: Zorg, dat u de maaimachine niet overbelast. Als u lang, dik gras maait, kunt u overbelasting van de motor verminderen en risico op beschadiging van uw machine vermijden door de snijhoogte in te stellen op de hoogste stand - zie Snijhoogte. 1. Begin het gazon altijd vanaf de buitenrand te maaien, en maai in stroken telkens in tegengestelde richting (R). 2. Maai het gras in het maaiseizoen tweemaal per week. Het is niet goed voor het gras als er in één keer meer dan eenderde van de lengte wordt afgesneden. Dit kan tevens leiden tot een verslechtering van het verzamelen van het gras. KABEL VAN DE POWERDRIVE Controleer dat de Powerdrive-kabel niet gedraaid zit en vrij langs de handgrepen loopt. 1. Als de aandrijving niet werkt wanneer de Powerdrive-hendel in de richting van de handgreep wordt getrokken, dient de stelschroef linksom te wordt gedraaid (S). 2. Als de aandrijving niet stopt wanneer u de Powerdrive-hendel loslaat, dient u de stelschroef in tegenovergestelde richting te draaien (S). AFSTELLING SNIJHOOGTE (DOOR DE WIELEN TE VERSTELLEN) Als uw model grasmaaimachine wieldoppen heeft, zoals getoond in fig. T1, wordt de snijhoogte ingesteld door stap T1 - T3 te volgen. 1. Verwijder het wiel door de wieldop linksom te draaien (T1) en op een ander gat te zetten (T2). De wieldop wordt rechtsom vastgedraaid (T3). Stel de overige wielen op dezelfde hoogte in. SNIJHOOGTE (MET HENDELS) Let op: uw roterende wielmaaier met benzinemotor kan zijn uitgerust met verschillende instellingen voor snijhoogte. Wiel met hendels, Laagste stand voor snijhoogte - (V1) Wiel met excentrisch geplaatste hendels - (V3) Wiel met hendels, Hoogste stand voor snijhoogte - (V2) Wiel met hendels in het midden - (V4) 1. Als uw model grasmaaimachine één of meer hefbomen heeft voor instelling van de snijhoogte (fig. V), wordt de snijhoogte ingesteld door de hendel uit de instelsleuven te lichten en in de gewenste stand te zetten (V1). 2. Als uw maaimachine over meerdere hendels beschikt, dienen deze allemaal in dezelfde positie te worden gezet (fig. V2 en V6). NEDERLANDS - 5 ONDERHOUD REINIGEN BELANGRIJK Reinig uw maaimachine nooit met water. Gebruik ook geen chemische middelen, inclusief benzine, of oplosmiddelen - deze kunnen de belangrijke plastic onderdelen aantasten. • Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen. • Zet de machine op zijn kant met de uitlaat omhoog. 1. Verwijder de restanten gras onder het dek met een borstel (W1). 2. Verwijder restanten gras uit alle luchtinlaten, de grasuitworp en de grasopvangbak (W2) met gebruik van een zachte borstel. 3. Wrijf met een droge doek het oppervlak van uw maaimachine af. SNIJMECHANISME Wees altijd uiterst voorzichtig met het mes - de scherpe randen kunnen letsel veroorzaken. DRAAG HANDSCHOENEN. Ongeacht van de conditie, dient het metalen mes na 50 gebruiksuren - of 2 jaar, afhankelijk van welke u het eerste bereikt - te worden vervangen. Als het mes is gebarsten of beschadigd, dient dit te worden vervangen door een nieuw snijblad. Let op Als u een SRK-model hebt, dienen beide bouten van het snijblad te worden verwijderd.(X3) Het mes verwijderen • Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen. • Zet de machine op zijn kant met de uitlaat omhoog. 1. Draai de bout van het mes linksom los met een steeksleutel (X1). 2. Verwijder de mesbout, het bladmes en de sluitring (X2). 3. Controleer de onderdelen op beschadiging, en reinig ze indien noodzakelijk. Het mes aanbrengen 1. Breng het mes aan zodat de scherpe randen van de machine af wijzen. 2. Plaats de mesbout door de sluitring terug, er daarbij op lettend dat de zijde op de sluitring die voorzien is van een ‘O’ van het mes weg is gericht (X2). 3. Houd het geheel goed vast en draai de bout met een steeksleutel stevig aan. Draai de bout echter niet te vast. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR GEBRUIK VAN DE BATTERIJ (ALLEEN VOOR MODELLEN DIE MET EEN SLEUTEL GESTART WORDEN) Veiligheidsprocedure voor het opladen van de batterij 1. Controleer de kabel van de lader regelmatig op tekenen van beschadiging of slijtage. 2. Gebruik de grasmaaier nooit als de kabel van de lader niet in goede staat verkeert. 3. Probeer nooit andere producten op te laden met de lader van dit apparaat. 4. Probeer deze accu nooit op te laden met de lader van een ander apparaat. 5. De accu moet op een veilige plaats worden opgeladen, waar niemand op de apparatuur kan staan of erover kan struikelen. 6. De ruimte dient goed geventileerd te zijn. 7. Tijdens het opladen wordt de lader warm. Dit is normaal en duidt erop dat de lader goed werkt. 8. Tijdens het opladen mogen de accu en de lader niet worden afgedekt. 9. Zorg, dat de lader noch de accu worden blootgesteld aan vocht. 10. Vermijd extreme temperaturen. 11. De lader werkt niet in temperaturen onder het vriespunt of boven 40∞C. 12. Veroorzaak geen kortsluiting tussen de accupolen. Algemene richtlijnen voor laadbare accu’s 1. Laadtijd bedraagt 24 uur. 2. Bij normaal gebruik wordt de accu opgeladen door de motor. 3. Om de accu in optimale conditie te houden, dient deze minstens één keer per 6 maanden te worden opgeladen. 4. Als de accu minder vaak wordt opgeladen, kan dit de levensduur nadelig beinvloeden. 5. Bescherm de voedingskabel. De accu mag nooit aan de elektrische kabel worden opgetild of gedragen. 6. Een oude accu die snel leegraakt nadat deze gedurende 24 uur is opgeladen, moet waarschijnlijk worden vervangen. 7. Probeer nooit de kast van de batterij te openen. 8. Reinig de accu uitsluitend met een zachte droge doek. 9. Reinig de accu nooit met een vochtige doek of met brandbare vloeistoffen zoals benzine, witte spiritus, oplosmiddelen, enz. 10. Gooi oude accu’s op juiste en veilige wijze weg. NEDERLANDS - 6 ONDERHOUD DE ACCU LADEN (ALLEEN VOOR MODELLEN DIE MET EEN SLEUTEL GESTART WORDEN) BELANGRIJK - Nieuwe accu’s moeten vóór gebruik eerst worden geladen. Zorg, dat de lader en de accu niet worden blootgesteld aan vocht. Het accu-pak kan worden vervangen door de accu uit zijn behuizing los te maken en het accu-pak vervolgens los te koppelen van de accukabels. De accu laden 1. Stop de grasmaaimachine. 2. Maak de bougiekabel los. 3. Verwijder de dop van het laadpunt aan de onderkant van de kabelbundel. Y1 - Dop, Y2 - Laadpunt, Y3 Kabelbundel. 4. Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting van de accu-kabelbundel. 5. Steek de stekker van de lader in een gewoon stopcontact. 6. De accu wordt nu geladen. 7. Laat de accu gedurende 24 uur opladen. 8. Als de accu is geladen, kan de lader uit het stopcontact en het laadpunt worden verwijderd. 9. Plaats de dop weer op het laadpunt. 10.De machine kan weer worden gebruikt. Accu vervangen 1. De accu bevindt zich onder een dekplaat achter de motor (Z1). 2. Stop de grasmaaimachine en maak de bougiekabel los. 3. Verwijder de schroeven van de dekplaat (Z2). 4. Verwijder de dekplaat (Z3) om de accu te kunnen verwijderen. VERZORGING Aan het einde van het maaiseizoen 1. Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten, moeren of schroeven. 2. Reinig de maaimachine grondig. Maak uw grasmaaier nooit schoon met chemische producten, zoals petroleum, of oplosmiddelen - sommige van die producten kunnen belangrijke plastic onderdelen beschadigen. 3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw plaatselijke service-centrum, en laat daar indien noodzakelijk ook de benodigde service- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren. 4. Tap alle olie en benzine in de motor af. De maaimachine opbergen 1. Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op. 2. Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om potentieel brandgevaar te vermijden. 3. Reinig uw maaimachine. 4. Berg de machine op een koele, droge plaats op waar de maaier niet kan worden beschadigd. Schema voor motoronderhoud Volg het schema van het aantal gebruiksuren of tijdsduur - welke het eerste van toepassing is. Indien de machine in ongunstige omstandigheden wordt gebruikt, dient het onderhoud eerder te worden uitgevoerd. Eerste 5 uur - olie verversen. Elke 5 uur of dagelijks - oliepeil controleren. Vingerbeveiliger reinigen. Rondom geluiddemper reinigen. Elke 25 uur of elk seizoen - olie verversen indien machine wordt gebruikt voor zware lading of bij hoge omgevingstemperaturen. Service uitvoeren aan luchtreiniger. Elke 50 uur of elk seizoen - olie verversen. Vonkafleider inspecteren, indien van toepassing. Elke 100 uur of elk seizoen - Koelsysteem reinigen*. Bougie vernieuwen. * Bij stoffige omstandigheden, of als de machine langdurig wordt gebruikt voor hoog, droog gras en er veel stof- en grasresten in de lucht zweven, dient dit vaker te worden uitgevoerd. STORINGEN EN OPLOSSINGEN Motor start niet 1. Controleer of de OPC-hendel in de startpositie staat. 2. Controleer dat de regelhendel in de stand Fast (‘draaien’) staat. 3. Controleer of de tank voldoende benzine bevat en of het luchtventiel in de tankdop niet is verstopt. 4. Verwijder de bougie en maak deze goed droog. 5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen. Benzine is misschien oud, vul met nieuwe benzine. Nadat de benzine is vervangen, kan het even duren voordat de nieuwe benzine helemaal door het systeem gefilterd is. 6. Controleer of de bout van het mes goed vastzit. Als de bout los zit, kunnen er startproblemen ontstaan. 7. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de bougiekabel los te maken. 8. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM. Motor draait niet (uitsluitend elektrostart) 1. Controleer of de OPC-hendel in de startpositie staat. 2. Als de accu leeg is, kunt u de machine met de hand starten. 3. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de bougiekabel los te maken. 4. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM. NEDERLANDS - 7 Onvoldoende kracht in de motor en/of oververhitting 1. Controleer dat de regelhendel in de stand Fast (‘draaien’) staat. 2. Maak de bougiekabel los en laat de motor afkoelen. 3. Verwijder alle restanten gras die zich om de motor en luchtinlaten bevinden en aan de onderkant van het dek, zoals de uitwerpgoot en ventilator. 4. Reinig het luchtfilter (uw plaatselijke service-centrum kan een grondige reiniging voor u uitvoeren). 5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen. Benzine is misschien oud, vul met nieuwe benzine. Nadat de benzine is vervangen, kan het even duren voordat de nieuwe benzine helemaal door het systeem gefilterd is. 6. Als de motor nog steeds niet genoeg kracht heeft en/of oververhit raakt, dient u de bougiekabel onmiddellijk los te maken. 7. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM. Overmatige trilling 1. Maak de bougiekabel los. 2. Controleer of het mes goed is gemonteerd (zie pag. 6). 3. Als het snijblad is beschadigd of versleten, dient u een nieuw snijblad te plaatsen. 4. Als de trillingen hierdoor niet minder worden, dient u de bougiekabel onmiddellijk los te maken. 5. RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM. ONDERHOUD MOTORONDERHOUD EN GARANTIE De motor die in uw grasmaaimachine is gemonteerd, valt onder garantie van de fabrikant van de motor. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met uw dealer (zie onderstaande gegevens). Briggs en Stratton Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Briggs en Stratton service-dealers. Tecumseh Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Tecumseh service-dealers. AANBEVELINGEN VOOR ONDERHOUD 1. U wordt ten zeerste aangeraden uw product ten minste elke twaalf maanden een service-beurt te geven, vaker indien het beroepshalve veelvuldig wordt gebruikt. 2. Gebruik altijd uitsluitend originele reserveonderdelen. 3. De meeste erkende winkels hebben pakketten reserveonderdelen in voorraad. 4. Uw product is voorzien van een unieke identificatie in de vorm van een zilver en zwart gekleurd productkwaliteitslabel. 5. Indien uw machine een storing ontwikkeld, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke erkende service-centrum. Zorg wel, dat u de gegevens van het productlabel bij de hand hebt als u belt. 6. Indien er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door het service-centrum, is het belangrijk dat u de gehele machine bij het centrum brengt. Als er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kunt u gewoonweg contact opnemen of een bezoekje afleggen aan het service-centrum. Indien deze werkzaamheden onder uw garantie vallen, dient u het service-centrum een bewijs van aankoop te overhandigen. Alle centra gebruiken alleen originele onderdelen. LET OP: Andere onderhoudscentra werken uitsluitend namens zichzelf en zijn niet gemachtigd om verbindingen aan te gaan voor Electrolux Outdoor Products of Electrolux Outdoor Products op welke wijze dan ook (wettelijk) te verplichten. GARANTIE EN GARANTIEBELEID Als enig onderdeel binnen twee jaar na aankoop van het product fabricagefouten vertoont, zal Electrolux Outdoor Products dit via een door haar erkend servicecentrum geheel kosteloos repareren of vervangen, mits: (a)de fout direct via de erkende reparateur is gemeld; (b)de klant een bewijs van aankoop heeft overhandigd; (c) het defect niet is veroorzaakt door fout gebruik, verwaarlozing of foute afstelling door de gebruiker; (d)het defect niet het gevolg is van normale slijtage door gebruik; (e)de machine niet is onderhouden of gerepareerd, uit elkaar gehaald of gemodificeerd door een persoon die hiervoor niet uitdrukkelijk is gemachtigd door Electrolux Outdoor Products; (f) de machine niet is verhuurd; (g)de machine in het bezit is van de oorspronkelijke eigenaar; (h)de machine niet is gebruikt buiten het land dat oorspronkelijk is gespecificeerd; (i) de machine niet voor commerciÎle doeleinden is gebruikt. * Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijk geldende rechten als consument, en tasten uw rechten op geen enkele wijze aan. Defecten die het gevolg zijn van de hieronder genoemde oorzaken vallen niet onder de garantie, en het is dan ook uiterst belangrijk dat u de instructies in de handleiding goed doorleest en het gebruik en onderhoud van de machine begrijpt. Defecten die niet onder de garantie vallen: * Vervanging van versleten mes * Defecten die het gevolg zijn van het niet melden van een fout. * Defecten die het gevolg zijn van een schok/stoot. * Defecten die het gevolg zijn van gebruik dat afwijkt van de instructies en aanbevelingen in de handleiding. * Machines die gebruikt zijn voor verhuur vallen niet onder de garantie. * De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage en hun levensduur is afhankelijk van regelmatig onderhoud en vallen daarom gewoonlijk niet onder een garantieclaim: Snijblad, aandrijfriem. * Voorzichtig! Electrolux Outdoor Products aanvaardt geen aansprakelijkheid onder de garantie voor defecten die geheel of gedeeltelijk, direct of indirect, het gevolg zijn van het monteren van vervangingsonderdelen of aanvullende onderdelen die niet zijn gemaakt noch zijn goedgekeurd door Electrolux Outdoor Products, of indien de machine op welke wijze dan ook is gemodificeerd. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU De producten van Electrolux Outdoor Products worden geproduceerd volgens EMS (ISO 14001), waarbij, waar dit uitvoerbaar is, gebruik wordt gemaakt van componenten die zijn geproduceerd op de meest milieuvriendelijke manier volgens de werkijzen van het bedrijf en met de mogelijkheid om aan het einde van de levensduur van het product gerecycled te worden. • De verpakking kan gerecycled worden en plasic componenten zijn van een label voorzien (voor zover dat mogelijk was) voor recycling op categorie. • Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen bij het weggooien van een product aan het einde van de levensduur. • Indien nodig, kunt u kontakt opnemen met de gemeentelijke autoriteit voor informatie over de verwerking. VERWERKING VAN ACCU’S • De accu dient naar een erkend onderhoudsbedrijf of naar uw plaatselijke recyclingstation te worden gebracht.. • Gooi lege accu’s NIET weg bij het huishoudelijk afval. • Loodzwavelzuuraccu’s kunnen schadelijk zijn voor het milieu en dienen te worden verwerkt via de erkende recyclingfaciliteit in overeenstemming met de Europese regelgeving. • Gooi een accu NIET weg in water. • NIET verbranden. VERWERKING VAN BRANDSTOFFEN EN SMEEROLIËN • Draag beschermende kleding wanneer u werkt met brandstoffen en smeeroliën. • Voorkom contact met de huid. • Verwijder benzine en machine-olie voordat u het product vervoert. • Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit voor informatie over het dichtstbijzijnde recycling/verwerkingsstation. • Gooi brandstoffen en oliën NIET weg met het huishoudelijk afval. • Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn schadelijk voor het milieu en dienen te worden verwerkt via de erkende recyclingfaciliteiten. • Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën NIET weg in water. • NIET verbranden. NEDERLANDS - 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87

Jonsered LM 2146 C de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor