Wacker Neuson BS50-4As 11in Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Stamper
BS
Machinetype BS50-4, BS60-4, BS70-4
Materiaalnummer 5100060097
Versie 1
Datum 12/2020
Taal [nl]
5100060097
Impressum
Uitgever en rechthebbende:
Wacker Neuson Produktions GmbH & Co. KG
Wackerstrasse 6
85084Reichertshofen Germany
Zetel van het bedrijf: Reichertshofen
Rechtbank en nummer: Amtsgericht Ingolstadt, HRA3195
USt.-Id.-nr./BTW-nummer: DE277138620
Telefoon: +49 (0) 8453-3403200
www.wackerneuson.com
Originele gebruiksaanwijzing
Alle rechten voorbehouden, vooral het auteursrecht, het recht tot verveelvoudiging en het reproductierecht.
Dit document mag door de ontvanger uitsluitend voor het hiervoor bedoelde doel worden gebruikt. Het mag zon-
der voorafgaande schriftelijke toestemming op geen enkele wijze geheel of gedeeltelijk worden vermenigvuldigd
of vertaald.
Nadruk of vertaling, zij het geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van Wacker
Neuson Produktion GmbH & Co. KG.
Elke overtreding van de wettelijke bepalingen met in het bijzonder voor de bescherming van het auteursrecht
wordt civiel- en strafrechtelijk vervolgd.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG behoudt zich het recht voor om zijn producten en de technische spe-
cificaties ervan te allen tijde voor verdere technische ontwikkeling te wijzigen zonder dat daaruit een claim op wij-
zigingen aan reeds geleverde machines kan worden afgeleid. De informatie in de technische documentatie van
het product is te allen tijde van toepassing.
De machine op de omslagfoto dient ter illustratie en kan derhalve speciale uitrusting (opties) hebben.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wijzigingen en fouten voorbehouden, printed in Germany
Copyright © 2020
Inhoudsopgave
iii
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Inhoudsopgave
1 EG-conformiteitsverklaring
2 Voorwoord
2.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 8
2.2 Gebruiksaanwijzing bewaren............................................................................................................ 8
2.3 Ongevallenpreventievoorschriften .................................................................................................... 9
2.4 Wacker Neuson-contactpersoon .................................................................................................... 10
2.5 Aansprakelijkheidsbeperking .......................................................................................................... 10
2.6 Gebruik van de gebruikshandleiding .............................................................................................. 10
3 Gebruik
3.1 Reglementair gebruik...................................................................................................................... 11
3.2 Niet beoogd gebruik........................................................................................................................ 11
4 Veiligheid
4.1 Veiligheidssymbolen en signaalwoorden........................................................................................ 12
4.2 Principe........................................................................................................................................... 12
4.3 Constructieve wijzigingen ............................................................................................................... 13
4.4 Verantwoordelijkheid van de exploitant .......................................................................................... 13
4.5 Plichten van de exploitant............................................................................................................... 14
4.6 Personeelskwalificatie .................................................................................................................... 14
4.7 Algemene veiligheidsvoorschriften ................................................................................................. 14
4.8 Specifieke veiligheidsaanwijzingen stamper................................................................................... 16
4.9 Veiligheidsvoorzieningen ................................................................................................................ 17
4.10 Onderhoud...................................................................................................................................... 18
5 Beschrijving van de machine
5.1 Typeplaatjes en labels .................................................................................................................... 21
5.2 Componenten ................................................................................................................................. 24
5.3 Bedieningselementen ..................................................................................................................... 25
6 Transport
6.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het transport .................................................................................... 26
6.2 Vereisten en voorbereidingen......................................................................................................... 26
6.3 Machine optillen.............................................................................................................................. 26
6.4 Machine vastsjorren........................................................................................................................ 27
7 inbedrijfstelling
7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik............................................................................................. 28
7.2 Controles vóór inbedrijfstelling........................................................................................................ 29
7.3 In bedrijf nemen .............................................................................................................................. 29
8 Bediening
8.1 Machine gebruiken ......................................................................................................................... 33
8.2 Snelheid kiezen .............................................................................................................................. 34
Inhoudsopgave
iv
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
8.3 Buiten bedrijf nemen....................................................................................................................... 34
9 Onderhoud
9.1 Veiligheidsinformatie over onderhoud ............................................................................................ 35
9.2 Onderhoudsschema ....................................................................................................................... 36
9.3 Onderhoudswerkzaamheden.......................................................................................................... 37
10 Bedrijfsstoringen
10.1 Verhelpen van storingen................................................................................................................. 45
11 Stilleggen
11.1 Tijdelijke stillegging......................................................................................................................... 46
11.2 Definitieve stillegging ...................................................................................................................... 46
12 Accessoires
12.1 Accessoires..................................................................................................................................... 47
13 Technische gegevens
13.1 Algemene informatie....................................................................................................................... 49
13.2 Geluids- en trillingsgegevens.......................................................................................................... 49
13.3 BS ................................................................................................................................................... 49
13.4 Verbrandingsmotor ......................................................................................................................... 51
BS50-4_CE_nl
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, 2014/30/EU, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011, EN ISO 13766-
1:2018, EN ISO 13766-2:2018
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Directeur
Geïnstalleerd nominaal vermogen
2,7 kW
Gemeten geluidsniveau
105 dB(A)
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
BS50-4
Productsoort
Trilstamper
Productfunctie
Verdichten van de bodem
Materiaalnummer
5100030598, 5100030599
Gegarandeerd geluidsniveau
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Richtlijnen en normen
Reichertshofen, 30.07.2020
Helmut Bauer
Originele Verklaring van Overeenstemming
Reichertshofen, 30.07.2020
Helmut Bauer
Originele Verklaring van Overeenstemming
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, 2014/30/EU, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011, EN ISO 13766-
1:2018, EN ISO 13766-2:2018
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Geïnstalleerd nominaal vermogen
2,7 kW
Gemeten geluidsniveau
105 dB(A)
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
BS60-4
Productsoort
Trilstamper
Productfunctie
Verdichten van de bodem
Materiaalnummer
5100030605, 5100030606, 5100037562, 5100051581,
5100054151, 5100058869
Gegarandeerd geluidsniveau
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Richtlijnen en normen
Directeur
BS60-4_CE_nl
__BS70-4_CE_nl
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
2006/42/EG, 2000/14/EG, 2014/30/EU, EN 500-1:2006 + A1:2009, EN 500-4:2011, EN ISO 13766-
1:2018, EN ISO 13766-2:2018
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Directeur
Reichertshofen, 04.12.2020
Helmut Bauer
Originele Verklaring van Overeenstemming
Geïnstalleerd nominaal vermogen
2,7 kW
Gemeten geluidsniveau
104 dB(A)
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
BS70-4
Productsoort
Trilstamper
Productfunctie
Verdichten van de bodem
Materiaalnummer
5100030610
TÜV Rheinland LGA Products GmbH, Tillystr. 2, D-90431 Nürnberg (NB 0197)
Richtlijnen en normen
Gegarandeerd geluidsniveau
108 dB(A)
Procedure voor beoordeling van conformiteit
2000/14/EG, Bijlage VIII
Aangemelde instantie
Voorwoord
2.1 Inleiding
8
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
2 Voorwoord
2.1 Inleiding
Deze gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie en procedures
voor het veilige, correcte en economische gebruik van deze Wacker Neu-
son-machine. Zorgvuldig lezen, begrijpen en de inachtneming ervan helpt
gevaren te voorkomen, reparatiekosten en stilstandstijden te verlagen en
daarmee de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verho-
gen.
Deze gebruikshandleiding is geen handleiding voor uitgebreide instand-
houdings- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moe-
ten door Wacker Neuson Service of door erkend vakpersoneel worden
uitgevoerd. De Wacker Neuson-machine moet worden bediend en onder-
houden in overeenstemming met de instructies in deze gebruikshandlei-
ding. Onjuiste bediening of onjuist onderhoud kan risico's met zich mee-
brengen.
Defecte machineonderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen!
Wacker Neuson-contactpersonen staan altijd klaar om vragen over de
bediening of het onderhoud te beantwoorden.
2.2 Gebruiksaanwijzing bewaren
Deze gebruiksaanwijzing moet in de onmiddellijke nabijheid van de ma-
chine worden bewaard en te allen tijde voor het personeel toegankelijk
zijn.
In geval van verlies of noodzaak van een tweede exemplaar van deze
gebruiksaanwijzing zijn er twee mogelijkheden:
Gebruiksaanwijzing downloaden via internet - http://www.wackerneu-
son.com
Contact opnemen met uw contactpersoon bij Wacker Neuson.
2.2.1 Deze handleiding begrijpen
Dit hoofdstuk helpt u bij het begrijpen van de handleiding en de bijbeho-
rende afbeeldingen.
doelgroep
Personen, die met deze machine werken, moeten regelmatig worden ge-
schoold over de gevaren in de omgang met de machine.
Deze gebruikshandleiding is bedoeld voor:
Bedienend personeel:
Deze personen zijn aan de machine geïnstrueerd en over moge-
lijke gevaren bij onjuist gedrag geïnformeerd.
Vakpersoneel:
Deze personen hebben een vaktechnische opleiding en aanvul-
lende kennis en ervaring. Zij zijn in staat om de hun toegewezen
taken te beoordelen en mogelijke gevaren te herkennen.
Voorwoord
Ongevallenpreventievoorschriften 2.3
9
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Verklaring van symbolen
symbool Verklaring
1., 2., 3… Aanduiding voor een handeling die moet worden uitgevoerd. De aangegeven volgorde moet
nageleefd worden.
kenmerkt het resultaat of het tussenresultaat van een handeling.
kenmerkt voorwaarden waaraan voor het begin van het werk moet worden voldaan.
Kenmerkt een opsomming, bijvoorbeeld als meerdere componenten na elkaar genoemd
worden.
- Kenmerkt een subopsomming, bijvoorbeeld als een component uit meer onderdelen bestaat
I
Kenmerkt een positie in een grafiek, meestal een component of een besturingselement. De
nummering kan doorlopend of in Romeinse cijfers worden aangegeven.
1; A Kenmerkt in een toelichting de naam van de component. Dit is identiek met de hiernaast
staande posities in grafieken.
III
III
kenmerkt de richting van een beweging of verschillende mogelijkheden bij het schakelen.
Kenmerkt het vermijden van gevaren door middel van waarschuwingen.
[52] Kenmerkt een kruisverwijzing in tabellen. Hier bijvoorbeeld verwijzing op bladzijde 52
2.2.1.1 Symboolverklaring
Hieronder worden de in de handleiding gebruikte symbolen toegelicht. De
symbolen worden uitsluitend in waarschuwings- en milieuaanwijzingen of
-informatie gebruikt. Waarschuwingsaanwijzingen moeten altijd in acht
worden genomen om de operator en derden tegen persoonlijk letsel en
materiële schade beschermd.
Symbool voor waarschuwingen
Dit symbool geeft een algemene waarschuwing aan. Het
wordt gebruikt om voor mogelijke gevaren, bijv. lichamelijk
letsel of ongelukken, te waarschuwen.
Symbool voor aanwijzingen over technische schade
Dit symbool duidt op waarschuwingen die betrekking heb-
ben op technische schade. Het wordt gebruikt om situaties
aan te geven waarin schade aan de machine of aan eigen-
dommen van derden kan ontstaan.
Symbool voor milieu-informatie
Dit symbool duidt op aanwijzingen voor het milieu. Het
wordt gebruikt om voor mogelijke gevaren te waarschuwen.
Symbool voor informatie
Dit symbool geeft informatie aan. Deze informatie kan bij-
voorbeeld tips voor besturing bevatten. Ze helpen om de
machine beter te begrijpen en te bedienen.
2.3 Ongevallenpreventievoorschriften
Naast de aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze gebruikshandlei-
ding gelden de plaatselijke ongevallenpreventievoorschriften en de natio-
nale bepalingen voor arbeidsveiligheid.
2
Voorwoord
2.4 Wacker Neuson-contactpersoon
10
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
2.4 Wacker Neuson-contactpersoon
Afhankelijk van het land is de Wacker Neuson-contactpersoon een Wac-
ker Neuson-service, een dochteronderneming van Wacker Neuson of
een Wacker Neuson-dealer.
Op het internet onder - http://www.wackerneuson.com.
2.5 Aansprakelijkheidsbeperking
Bij de volgende overtredingen wijst de fabrikant elke aansprakelijkheid
voor letselschade en materiële schade van de hand:
Handelingen die in strijd zijn met deze gebruiksaanwijzing.
Niet-reglementair gebruik.
Inzet van niet-opgeleid personeel.
Het gebruik van niet-toegestane of niet-vrijgegeven toebehoren.
Onjuiste behandeling.
Structurele veranderingen van welke aard dan ook.
Het niet in acht nemen van de algemene voorwaarden.
2.6 Gebruik van de gebruikshandleiding
Deze handleiding:
moet worden beschouwd als een integraal onderdeel van de machine
en moet gedurende de gehele levensduur ervan op een veilige plaats
worden bewaard.
moet aan iedere volgende eigenaar of operator van deze machine
worden doorgegeven.
is van toepassing op verschillende machinetypes uit één product-
reeks. Om deze reden kunnen sommige afbeeldingen afwijken van
het uiterlijk van de gekochte machine. Variantafhankelijke componen-
ten die niet in de leveringsomvang zijn opgenomen, kunnen ook wor-
den beschreven.
Wacker Neuson behoudt zich het recht voor om deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Er moet voor worden gezorgd dat eventuele wijzigingen of toevoegingen
van de fabrikant onmiddellijk in deze handleiding worden opgenomen.
Groep-Type Materiaalnummer (mat.nr.)
BS50-4As 11" 5100030599
BS50-4As 11" US 5100030598
BS60-4As 11" US 5100030605
BS60-4As 11" 5100030606
BS60-4As 11" 5100037562
BS60-4As 11“ 5100051581
BS60-4As 11" US 5100054151
BS60-4As 11" CN 5100058869
BS70-4As 11" US 5100030610
Gebruik
Reglementair gebruik 3.1
11
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
3 Gebruik
3.1 Reglementair gebruik
Tot het gebruik volgens de voorschriften behoren ook het in acht nemen
van alle aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze handleiding en het
in acht nemen van de voorgeschreven onderhouds- en reparatie-instruc-
ties.
Elk ander gebruik of gebruik dat verder gaat dan dit wordt beschouwd als
onreglementair gebruik. Aansprakelijkheid en garantie van de fabrikant
vervallen voor de daaruit voortvloeiende schade. Het risico is uitsluitend
voor de exploitant.
De machine wordt gebruikt voor:
verdichting van gemengde en korrelige bodems.
bodemverdichting in greppels.
opvullingen.
gebruik bij weg- en waterbouw, tuin- en landschapsbouw.
asfaltverdichting.
3.2 Niet beoogd gebruik
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het
gevolg is van niet beoogd gebruik. De volgende werkzaamheden zijn on-
der andere onreglementair:
Aansluiten van niet-toegelaten componenten.
Machine buiten de capaciteitsgegevens gebruiken.
Verdichting van sterk samenhangende bodems.
Verdichting van bevroren bodems.
Verdichting van harde, niet te verdichten bodems.
Verdichting van niet draagkrachtige bodems.
Vastschudden van straatstenen.
3
Veiligheid
4.1 Veiligheidssymbolen en signaalwoorden
12
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
4 Veiligheid
4.1 Veiligheidssymbolen en signaalwoorden
Het volgende symbool kenmerkt veiligheidsaanwijzingen aan. Het wordt
gebruikt om te waarschuwen voor mogelijke persoonlijke gevaren.
GEVAAR
GEVAAR staat voor een situatie die leidt tot ernstig letsel of zelfs de
dood als deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van (dodelijk) letsel.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING staat voor een situatie die kan leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood als deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van (dodelijk) letsel.
LET OP
VOORZICHTIG geeft een situatie aan die kan leiden tot letsel wan-
neer deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van verwondingen.
AANWIJZING
AANWIJZING staat voor een situatie die bij niet-naleving kan leiden
tot materiële schade.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan
Vermijden van materiële schade.
4.2 Principe
De machine is gebouwd volgens de laatste stand der techniek en voldoet
aan de geldende veiligheidseisen. Desondanks kunnen bij onjuist gebruik
ervan gevaren voor lijf en leven van de gebruiker, derden of schade aan
de machine en andere goederen ontstaan.
Opmerkingen en veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing le-
zen en opvolgen. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot
elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel alsmede schade aan de
machine en/of andere voorwerpen.
Veiligheidsaanwijzingen en instructies voor de toekomst bewaren.
Veiligheid
Constructieve wijzigingen 4.3
13
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
4.3 Constructieve wijzigingen
Constructieve wijzigingen mogen niet worden aangebracht zonder schrif-
telijke toestemming van de fabrikant. Ongeoorloofde constructieve veran-
deringen kunnen leiden tot risico's voor de bediener en/of derden en tot
schade aan de machine.
Ook bij ongeoorloofde constructieve wijzigingen vervallen de aansprake-
lijkheid en garantie van de fabrikant.
Als constructieve wijziging geldt met name:
Openen van de machine en permanente verwijdering van onderde-
len.
Installatie van reserveonderdelen die niet van Wacker Neuson afkom-
stig zijn of die qua ontwerp en kwaliteit niet gelijkwaardig zijn aan de
originele onderdelen.
Opbouw van alle soorten accessoires die niet van Wacker Neuson af-
komstig zijn.
Reserveonderdelen of accessoires van Wacker Neuson kunnen veilig
worden in- of opgebouwd. Meer informatie op het internet onder - http://
www.wackerneuson.com.
4.4 Verantwoordelijkheid van de exploitant
Exploitant is die persoon, die deze machine voor industriële of commerci-
ële doeleinden zelf exploiteert of aan een derde het gebruik/de toepas-
sing overlaat en tijdens het gebruik de wettelijke productaansprakelijkheid
draagt voor de bescherming van het personeel of derden.
De exploitant moet de gebruikshandleiding te allen tijde toegankelijk ma-
ken voor het personeel en ervoor zorgen dat de gebruiker deze gebruiks-
handleiding gelezen en begrepen heeft.
De gebruiksaanwijzing moet bij de machine of op de plaats van gebruik
bij de hand worden gehouden.
De exploitant moet de gebruiksaanwijzing aan een andere bediener of
volgende eigenaar van de machine overhandigen.
Bovendien moeten de landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen
voor ongevallenpreventie en milieubescherming in acht worden geno-
men. De gebruikshandleiding moet worden aangevuld met verdere in-
structies voor de naleving van de operationele, officiële, nationale of alge-
meen geldende veiligheidsaanwijzingen.
4
Veiligheid
4.5 Plichten van de exploitant
14
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
4.5 Plichten van de exploitant
Geldende bepalingen voor arbeidsveiligheid kennen en implemente-
ren.
In een risicoanalyse moeten de gevaren die voortvloeien uit de werk-
omstandigheden op de plaats van gebruik worden bepaald.
Bedrijfsinstructies voor het gebruik van deze machine maken.
Regelmatig controleren of de bedrijfsinstructies aan de actuele stand
van de regels en voorschriften voldoen.
Verantwoordelijkheden voor de installering, bediening, het oplossen
van storingen, het onderhoud en de reiniging eenduidig regelen en
vastleggen.
Personeel regelmatig scholen en over mogelijke gevaren informeren.
Instructies regelmatige opfrissen.
Gegevens van de ontvangen instructies bewaren en op verzoek ter
beschikking van de verantwoordelijke autoriteit stellen.
Het personeel de vereiste beschermingsmiddelen ter beschikking
stellen.
4.6 Personeelskwalificatie
Deze machine mag alleen door opgeleid personeel in gebruik worden ge-
nomen en bediend.
In geval van verkeerd gebruik, misbruik of bediening door ongeschoold
personeel bestaat er gevaar voor de gezondheid van de bedieners en/of
derden alsmede schade aan of volledige uitval van de machine.
Daarnaast gelden de volgende eisen voor de exploitant:
Fysiek en mentaal geschikt.
Minimumleeftijd van 18 jaar.
Geen invloed op het reactievermogen door drugs, alcohol of medicij-
nen.
Vertrouwd met de veiligheidsinstructies in deze gebruikshandleiding.
Vertrouwd met het beoogde gebruik van deze machine.
Geïnstrueerd in de zelfstandige bediening van de machine.
4.7 Algemene veiligheidsvoorschriften
De veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk bevatten de "Algemene veilig-
heidsinstructies", die volgens de van toepassing zijnde normen in de ge-
bruikshandleiding moeten worden vermeld. Het kan instructies bevatten
die niet relevant zijn voor deze machine.
Veiligheid
Algemene veiligheidsvoorschriften 4.7
15
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
4.7.1 Werkplek
Maak u voor het begin van de werkzaamheden vertrouwd met de
werkomgeving, bijv. het draagvermogen van de vloer of obstakels in
de omgeving.
Werkgebied naar het openbare verkeersgebied beveiligen.
Noodzakelijke bescherming van muren en plafonds, bijv. in sloten.
Houd kinderen en andere personen bij werkzaamheden met deze
machine op afstand. Afleiding kan leiden tot verlies van controle over
de machine.
Machine altijd tegen kantelen, rollen, glijden en vallen beveiligen. Let-
selgevaar!
Werkgebied netjes houden. Wanorde of onverlichte werkplekken kun-
nen leiden tot ongelukken.
Let op veranderende bodemgesteldheid, vooral bij oneffen en zachte
grond of hellingen. Beveilig de machine tegen wegglijden!
Wees voorzichtig bij het werken in de buurt van kuilen, sloten of pla-
teaus! Het draagvermogen van de bodem moet het gewicht van de
machine en de bestuurder veilig kunnen dragen.
4.7.2 Veiligheid van personen
Werken onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen kan leiden tot
ernstig letsel.
Bij alle werkzaamheden moeten geschikte beschermingsmiddelen
worden gedragen. Persoonlijke veiligheidsuitrusting verminderen het
risico op letsel aanzienlijk.
Houd wijde of losse kleding, beschermende handschoenen, sieraden
en lang haar uit de buurt van bewegende/draaiende machineonder-
delen. Intrekgevaar!
Altijd voor een veilige stand zorgen, altijd met beide voeten op de
grond staan.
Bij langdurige werkzaamheden met deze machine kan schade door
trillingen op lange termijn niet volledig worden uitgesloten. Trillingsbe-
lasting, zie Technische gegevens op pagina 49.
Zorg ervoor dat er geen andere personen in de gevarenzone aanwe-
zig zijn!
Persoonlijke beschermingsmiddelen
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade door overschrijding van de landspecifie-
ke toegestane geluidslimieten!
Werken met de machine zonder gehoorbescherming kan tot permanente
gehoorschade leiden.
Gehoorbescherming dragen.
Werk bijzonder attent en voorzichtig met gehoorbescherming.
4
Veiligheid
4.8 Specifieke veiligheidsaanwijzingen stamper
16
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
4.7.3 Hantering en gebruik
Machines zorgvuldig behandelen. Machines, waarvan componenten
of bedieningselementen defect zijn, niet in gebruik nemen. Defecte
componenten of bedieningselementen direct laten vervangen. Bij ma-
chines met defecte onderdelen of bedieningselementen bestaat een
groot risico op letsel!
Bedieningselementen van de machine mogen niet worden vergren-
deld, gemanipuleerd of gewijzigd.
Ongebruikte machines tegen onbevoegde ingebruikstelling beveili-
gen. De machine mag alleen door geautoriseerd personeel worden
bediend.
Machine met zorgvuldigheid behandelen. Defecte onderdelen direct
laten vervangen, voordat deze machine in gebruik genomen wordt.
Defecte machines brengen een hoog risico op letsel met zich mee.
Machine, accessoires, gereedschappen etc. overeenkomstig deze in-
structies gebruiken.
Bewaar de machine na gebruik op een afgesloten, schone, vorstvrije
en droge plaats die niet toegankelijk is voor andere personen en kin-
deren.
4.8 Specifieke veiligheidsaanwijzingen stamper
4.8.1 Externe invloeden
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar!
Het gebruik van machines in een explosiegevaarlijke omgeving of in de
buurt van open vuur kan tot een explosie of tot brand leiden.
Machine niet in een explosiegevaarlijke omgeving gebruiken.
Machine niet in de buurt van open vuur gebruiken.
Gebruik de machine niet in de buurt van een olieveld - Methaangas
lekt uit de grond.
Machine niet in droge, licht ontvlambare vegetatie gebruiken.
Veiligheid
Veiligheidsvoorzieningen 4.9
17
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
4.8.2 Operationele veiligheid
LET OP
Gevaar voor instorten en bedolven raken!
Bij het werken aan de randen van steengroeven, kuilen, heuvels en ta-
luds, greppels en vooruitspringend gedeeltes, bestaat gevaar voor letsel
door vallen of bedolven raken.
Let op de zijwanden en de stabiliteit ervan.
Zorg voor stabiliteit.
Bij gebruik van de machine er voor zorgen, dat geen gas-, water-, of
elektrische leidingen en buizen beschadigd worden.
Maximale oplettendheid in de buurt van afgronden of hellingen.
Machine nooit onbeheerd laten lopen.
Werkgebied ruim afbakenen en onbevoegde personen op afstand
houden.
Zorg ervoor, dat personen, die zich in het werkgebied bevinden, een
minimale afstand van 2 meter tot de lopende machine aanhouden.
4.8.2.1 Veiligheidsafstanden
Verdichtingswerkzaamheden in de buurt van gebouwen kunnen leiden tot
schade aan de gebouwen. Om deze reden moeten alle mogelijke uitwer-
kingen en trillingen op omliggende gebouwen vooraf worden gecontro-
leerd.
De relevante voorschriften en regels voor het meten, beoordelen en ver-
minderen van trillingsimmissies moeten in acht worden genomen, met
name DIN 4150-3.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan gebouwen.
4.8.3 Gedragsmaatregelen
Bij langdurig gebruik van deze machine kunnen door trillingen doorbloe-
dingsproblemen aan vingers, handen of polsen optreden.
Symptomen:
Slapen van de genoemde lichaamsdelen, kriebelen, steken en veran-
deringen van de huidskleur.
Als er sprake is van een persoonlijke aanleg voor slechte bloedcircu-
latie, kunnen de werktijden ondanks beschermende handschoenen
en regelmatige pauzes worden verkort.
Als deze symptomen worden geconstateerd, raadpleeg dan onmid-
dellijk een arts.
4.9 Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsvoorzieningen beschermen de operator van deze machine te-
gen blootstelling aan de aanwezige gevaren. Het gaat om barrières
(scheidende beschermingsvoorzieningen) of andere technische maatre-
gelen die dienen om risico's af te wenden of te beperken.
4
Veiligheid
4.10 Onderhoud
18
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
WAARSCHUWING
Hete uitlaat!
Aanraking kan tot verbrandingen leiden.
Gebruik de machine alleen als de veiligheidsvoorzieningen correct
zijn aangebracht.
Veiligheidsvoorzieningen niet wijzigen of verwijderen.
Verbrandingsbescherming 1 beschermt de operator tegen aanraken van
hete oppervlakken.
4.10 Onderhoud
De machine mag niet in ingeschakelde toestand onderhouden, gere-
pareerd, ingesteld of gereinigd worden.
Onderhoudsintervallen volgens onderhoudsplan aanhouden. Niet ver-
richte werkzaamheden door een servicepartner laten uitvoeren.
Versleten of beschadigde machinedelen direct vervangen. Uitsluitend
reserveonderdelen van de fabrikant gebruiken.
Machine schoonhouden.
Ontbrekende, beschadigde of niet meer leesbare veiligheidslabels di-
rect vervangen. Veiligheids- en informatielabels bevatten belangrijke
informatie om de gebruiker te beschermen.
Onderhoudswerkzaamheden in een schone en droge omgeving uit-
voeren (bijv. werkplaats).
4.10.1 Service
Machine alleen door gekwalificeerd personeel laten repareren of on-
derhouden.
Uitsluitend originele reserveonderdelen en accessoires gebruiken. De
operationele veiligheid van de machine blijft zo behouden.
Veiligheid
Onderhoud 4.10
19
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
4.10.1.1 Schroefverbindingen
Alle schroefverbindingen moeten voldoen aan de voorgeschreven specifi-
caties en stevig aan elkaar geschroefd zijn. De aandraaimomenten in
acht nemen! Schroeven en moeren mogen niet beschadigd, verbogen of
vervormd zijn.
In het bijzonder moet worden gelet op:
Zelfborgende moeren en micro-ingekapselde schroeven mogen na
het losdraaien niet opnieuw worden gebruikt. De beveiligingswerking
gaat verloren.
Schroefverbindingen met lijmbescherming/vloeibare lijmen (bijv. Loc-
tite) moeten na het losmaken worden gereinigd en voorzien van nieu-
we lijm.
Informatie
Aanwijzingen van de fabrikant van de vloeibare lijm in acht nemen.
4.10.2 Bedrijfsstoffen
Bij het hanteren van bedrijfsstoffen altijd een veiligheidsbril en veilig-
heidshandschoenen dragen. Onmiddellijk een arts raadplegen als er
bijv. hydraulische olie, brandstof, olie of koelmiddel in de ogen komt.
Rechtstreeks huidcontact met bedrijfsstoffen vermijden. Huid onmid-
dellijk met water en zeep afwassen.
Tijdens werkzaamheden met bedrijfsstoffen niet eten en drinken.
Verontreinigde bedrijfsstoffen (bijv. door vuil, water) kunnen leiden tot
vroegtijdige slijtage of uitval van de machine.
Afgetapte of gemorste bedrijfsstoffen volgens de geldende voorschrif-
ten voor milieubescherming afvoeren.
Als er bedrijfsstoffen uit de machine lekken, stop dan met het gebruik
van de machine en laat deze onmiddellijk repareren door uw service-
partner.
4
Veiligheid
4.10 Onderhoud
20
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
4.10.3 Verbrandingsmotor
WAARSCHUWING
Gevaar voor vergiftiging!
Inademen van uitlaatgassen kan binnen enkele minuten tot de dood lei-
den. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide.
Gebruik de machine niet in een gesloten ruimte zoals een tunnel.
Tenzij er voldoende ventilatie is via afzuigventilatoren of slangen.
Motor vóór aanvang van het werk op lekkage en scheuren in de
brandstofleiding, tank en tankdop controleren.
Defecte motor niet in gebruik nemen. Beschadigde onderdelen on-
middellijk vervangen.
Het vooraf ingestelde motortoerental mag niet worden aangepast. Dit
kan leiden tot motorschade.
Zorg ervoor dat de uitlaat van de motor vrij is van brandbare delen.
Brandgevaar!
Vóór het tanken de motor uitschakelen en laten afkoelen.
Gebruik het juiste type brandstof. Voorgeschreven mengverhoudin-
gen in acht nemen.
Gebruik schone vulhulpmiddelen om te tanken. Brandstof niet mor-
sen, gemorste brandstof direct opvegen.
De motor mag niet in de buurt van gemorste brandstof worden ge-
start. Explosiegevaar!
Bij gebruik in gedeeltelijk gesloten ruimten moet er voor voldoende
ventilatie gezorgd worden. Adem uitlaatgassen niet in. Gevaar voor
vergiftiging!
Het motoroppervlak en het uitlaatsysteem kunnen al na korte tijd zeer
heet worden. Verbrandingsgevaar!
Geen startspray gebruiken. Deze kunnen leiden tot verkeerde ontste-
kingen en motorschade. Brandgevaar!
Verboden te roken!
Beschrijving van de machine
Typeplaatjes en labels 5.1
21
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
5 Beschrijving van de machine
5.1 Typeplaatjes en labels
5.1.1 Typeplaatje
Op de machine is een permanent typeplaatje aangebracht.
Andere typeplaatjes
Verder zijn de volgende onderdelen van de machine voorzien van een ty-
peplaatje:
de verbrandingsmotor
Symbolen op het typeplaatje
Op het typeplaatje kunnen verschillende symbolen worden weergegeven.
Symbool voor het voldoen aan de EG-richtlijn
Door het CE-teken wordt gedocumenteerd dat de machine
voldoet aan de geldende EG-richtlijnen.
Symbool voor de naleving van de Euraziatische richtlij-
nen
Door de EAC-markering wordt gedocumenteerd, dat de ma-
chine voldoet aan de technische regelgevingen van de Eur-
aziatische Economische Unie.
5.1.1.1 Identificatie van de machine
Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat informatie die deze machine eenduidig identificeert.
Deze informatie is nodig voor het bestellen van reserveonderdelen en
voor technische vragen.
Voer de gegevens van de machine in de volgende tabel in:
Aanduiding Uw gegevens
Groep - type
Materiaalnummer (mat.nr.)
Machineversie (versie)
Machinenummer (mach.nr.)
Bouwjaar
5
Beschrijving van de machine
5.1 Typeplaatjes en labels
22
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
5.1.2 Veiligheids- en informatiestickers
WAARSCHUWING
Letselgevaar door ontbrekende of beschadigde labels en bordjes!
Veiligheidsstickers bevatten belangrijke informatie om de gebruiker te be-
schermen.
Alle veiligheids-, waarschuwings- en bedieningsinstructies op de ma-
chine in een goede leesbare toestand houden.
Beschadigde of niet meer leesbare labels en bordjes direct vervan-
gen.
Choke activeren.
Gevaar voor verstikking!
Motoren produceren koolmonoxide.
Machine niet in gesloten ruimtes gebruiken.
In de buurt van de machine zijn vonken, vlammen of brandende voor-
werpen niet toegestaan.
Machine buiten bedrijf stellen als deze met brandstof wordt gevuld.
Waarschuwing!
Gehoorbescherming dragen.
Handleiding lezen.
Start - stop korte handleiding.
Voor een optimale besturing, prestatie en minimale hand- en armtril-
ling de geleidebeugel links en rechts vasthouden.
Beschrijving van de machine
Typeplaatjes en labels 5.1
23
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Gashendelstanden
Schildpad = stationair draaien / laag motortoerental.
Haas = volgas /snel motortoerental.
Gebruik uitsluitend geschikte en goedgekeurde hefgereedschap en
aanslagmiddelen (veiligheidshaken) met toereikend draagvermogen.
Machine niet met de graafschop of vorkheftruck aan de centrale op-
hanging optillen.
Waarschuwing!
De afdekking langzaam loslaten, zodat de veer er niet uitspringt.
Reparatiehandleiding lezen.
Waarschuwing!
De afdekking langzaam loslaten, zodat de veer er niet uitspringt.
Reparatiehandleiding lezen.
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau.
Blanco typeplaatje.
Waarschuwing voor hete oppervlakken.
5
Beschrijving van de machine
5.2 Componenten
24
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
Weergave laag oliepeil.
5.2 Componenten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
11
11
1 Centrale ophanging
2 Olietank (optioneel)
3 Brandstoftank
4 Geleidebeugel
5 Aandrijfmotor
6 Uitlaat
7 Handgreep
8 Trilplaat
9 Stampsysteem
10 Balg
11 Rubber buffer
12 Transportrol
13 Luchtfiltersysteem
Beschrijving van de machine
Bedieningselementen 5.3
25
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
5.3 Bedieningselementen
1 2
3 4
5
6
1 Bedrijfsurenteller / toerentalindicator (optioneel)
2 Gashendel
3 Chokehendel
4 Startergreep
5 Oliekijkglas
6 Purger
5
Transport
6.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het transport
26
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
6 Transport
6.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het transport
WAARSCHUWING
Brandgevaar door brandstof!
Lekkende brandstof kan vlam vatten en ernstige brandwonden veroorza-
ken.
Leeg de brandstoftank voorafgaand aan het transport.
Hef en transporteer de machine rechtop.
6.2 Vereisten en voorbereidingen
Informatie
Lekkage van brandstof!
Tijdens het transport kan er brandstof door de overdrukklep lekken.
Tap het brandstofsysteem af voor het transport.
De voorschriften voor gevaarlijke goederen van het transportmiddel
en de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht nemen.
Motor uitschakelen en laten afkoelen.
Brandstof aftappen, zie Onderhoud op pagina 35.
Zet de machine rechtop tegen een vast voorwerp en borg de machine
tegen omkantelen. Fabrikant adviseert de machine op de transport-
wagen te plaatsen.
6.3 Machine optillen
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar!
Beknelling van handen en voeten mogelijk.
Werk voorzichtig.
AANWIJZING
Aanwijzing hefproces!
Laat een deskundige het hefproces leiden.
Transport
Machine vastsjorren 6.4
27
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
1. Geschikte aanslagband aan de centrale ophanging 1 bevestigen.
2. Machine in of op een geschikt transportmiddel verladen.
3. Machine naar voren in de transportrol 2 zetten.
6.4 Machine vastsjorren
11
1. Machine op het transportmiddel zoals afgebeeld vastsjorren.
2. Spanriemen 1 over de machine gespannen aanbrengen.
ð Machine is beveiligd tegen wegrollen, wegglijden en kantelen.
6
inbedrijfstelling
7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik
28
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
7 inbedrijfstelling
7.1 Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik
WAARSCHUWING
Kantelgevaar!
Gevaar voor ernstig letsel door wegglijdende of omvallende machine.
Zorg voor stabiliteit.
Beveilig de machine altijd tegen kantelen.
Zet de machine neer op een vlakke en stevige ondergrond.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar!
Beknelling van handen en voeten mogelijk.
Werk voorzichtig.
WAARSCHUWING
Letsel door ongecontroleerd bediende machine.
Houd de machine altijd met beide handen vast en ga stevig staan.
LET OP
Gevaar voor de gezondheid door trillingen!
Invloeden op het lichaam door trillingen.
Neem regelmatig pauze.
LET OP
Gevaar voor letsel en materiële schade door terugslag!
Op vaste, harde of onbuigzame bodems kan sterke terugslag optreden
wat verwondingen en materiële schade kan veroorzaken.
Vermijd harde of onbuigzame bodems.
LET OP
Gevaar voor instorten en bedolven raken!
Bij het werken aan de randen van steengroeven, kuilen, heuvels en ta-
luds, greppels en vooruitspringend gedeeltes, bestaat gevaar voor letsel
door vallen of bedolven raken.
Let op de zijwanden en de stabiliteit ervan.
Zorg voor stabiliteit.
inbedrijfstelling
Controles vóór inbedrijfstelling 7.2
29
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
AANWIJZING
Opmerkingen voor gebruik bij temperaturen < 0°C!
Het koude vet in het slagmechanisme kan de weerstand zo ver verhogen,
dat de centrifugaalkoppeling slipt.
De machine met een lager toerental (gashendel niet indrukken) laten
warmlopen, omdat anders de centrifugaalkoppeling binnen zeer kor-
te tijd verslijt.
7.2 Controles vóór inbedrijfstelling
Informatie
Verdere informatie en gedetailleerde beschrijvingen, zie Onderhoud
op pagina 35.
De volgende controles uitvoeren:
Machine en componenten op beschadigingen controleren.
Beschadigde machine niet in gebruik nemen. Schade en gebre-
ken onmiddellijk laten verhelpen.
Brandstofpeil controleren.
Motoroliepeil controleren.
Schroefverbindingen op goed vastzitten controleren.
Bedieningselementen op functie controleren.
Luchtinlaten op verontreiniging controleren.
7.3 In bedrijf nemen
WAARSCHUWING
Hete uitlaat!
Aanraking kan tot verbrandingen leiden.
Gebruik de machine alleen als de veiligheidsvoorzieningen correct
zijn aangebracht.
Veiligheidsvoorzieningen niet wijzigen of verwijderen.
LET OP
Gevaar voor letsel bij het starten!
Onjuiste behandeling bij het starten kan tot licht letsel leiden.
Trek pas aan het starterkoord als er voldoende ruimte aanwezig is
en er zich geen personen in de directe omgeving bevinden.
7
inbedrijfstelling
7.3 In bedrijf nemen
30
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
AANWIJZING
Onjuiste behandeling kan leiden tot schade aan de machine.
Trek het starterkoord er niet tot de aanslag uit.
Starterkoord langzaam laten inrollen.
7.3.1 Machine starten
ü Machine staat op een vlakke ondergrond.
1. Gashendel2 in standB zetten.
ð Brandsstofkraan opent automatisch.
2. Purger 4 weer indrukken, totdat hij volledig met brandstof gevuld is.
inbedrijfstelling
In bedrijf nemen 7.3
31
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
3. Bij koude motor chokehendel3 in standB zetten.
ð Choke is geactiveerd.
4. Trek de starthendel 5 van de achteruitrijstarter licht aan totdat er
weerstand wordt gevoeld.
5. Trek de starthendel 5 stevig in de richting van de pijl.
6. Startergreep langzaam terug bewegen.
ð Motor loopt.
7
inbedrijfstelling
7.3 In bedrijf nemen
32
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
7. Gashendel2 licht in standB zetten.
ð Choke springt automatisch terug.
8. Laat de motor even opwarmen.
9. Gashendel in standC zetten.
ð De trilling begint in voorwaartse richting.
Bediening
Machine gebruiken 8.1
33
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
8 Bediening
8.1 Machine gebruiken
WAARSCHUWING
Letsel door ongecontroleerd bediende machine.
Houd de machine altijd met beide handen vast en ga stevig staan.
De correcte plaats van de operator is achter de machine.
Machine met de geleidebeugel leiden en sturen.
Machine vanzelf voorwaarts laten trekken. Niet met spierkracht voor-
waarts of achterwaarts schuiven of trekken.
Voor een optimale besturing, prestatie en minimale hand- en armtril-
ling de geleidebeugel links en rechts vasthouden.
Om schade aan de machine te voorkomen, de machine niet in lopen-
de toestand op zijn zij leggen.
Bij grof materiaal is voorzichtigheid geboden. Om extreme slijtage
van de stampplaat te voorkomen, deze altijd parallel aan de te ver-
dichten bodem neer laten komen.
8.1.1 Materiaal verdichten
1. Machine met beide handen aan de geleidebeugel vasthouden.
2. Gashendel indrukken wanneer het gewenste toerental is bereikt.
3. Als het materiaal verdicht is, gashendelin standA zetten.
ð Machine stopt.
4. Machine optillen en verplaatsen.
8
Bediening
8.2 Snelheid kiezen
34
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
8.2 Snelheid kiezen
StandA: Stop, machine staat stil.
Stand B: Stationair draaien, langzaam rijden.
Stand C: Volgas, snel rijden.
8.3 Buiten bedrijf nemen
LET OP
Gevaar voor brandwonden door hete oppervlakken!
Machine, motor en uitlaat kunnen binnen korte tijd zeer heet worden,
contact met de huid kan tot ernstige brandwonden leiden.
Machine, motor en uitlaat na gebruik altijd laten afkoelen.
Als de afkoelfase niet kan worden aangehouden (bijvoorbeeld bij een
noodgeval) gebruik dan hittebestendige veiligheidshandschoenen.
ü Machine staat op een vlakke ondergrond.
1. Gashendel1 in standA zetten.
ð Brandsstofkraan sluit automatisch.
ð Machine stopt.
2. Machine volledig tot stilstand laten komen.
3. Machine en motor laten afkoelen.
ð Machine buiten bedrijf nemen.
Onderhoud
Veiligheidsinformatie over onderhoud 9.1
35
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
9 Onderhoud
9.1 Veiligheidsinformatie over onderhoud
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik kan letsel of grote materiële schade veroorzaken.
Alle veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing lezen en in
acht nemen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vergiftiging door uitlaatgassen!
Uitlaatgassen bevatten giftige koolmonoxide die bewustzijnsverlies of de
dood kunnen veroorzaken.
Voer alleen onderhoudswerkzaamheden uit met de motor uit en de
machine buiten werking.
WAARSCHUWING
Brand- en explosiegevaar door brandstof en brandstofdampen!
Brandstof en brandstofdampen kunnen vlam vatten en ernstige brand-
wonden veroorzaken.
Niet roken.
Niet tanken in de buurt van open vuur.
Voor het tanken de motor uitschakelen en laten afkoelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door ontbrekende of niet-functionerende veilig-
heidsvoorzieningen!
Gebruik de machine alleen als de veiligheidsvoorzieningen correct
zijn geïnstalleerd en functioneren.
Veiligheidsvoorzieningen niet wijzigen of verwijderen.
LET OP
Gevaar voor de gezondheid door bedrijfsvloeistoffen!
Dampen niet inademen.
Huid- en oogcontact vermijden.
9
Onderhoud
9.2 Onderhoudsschema
36
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
AANWIJZING
Beschadiging door binnendringend water!
Binnendringend water kan elektrische bedieningselementen of compo-
nenten van de machine beschadigen.
Binnendringend vocht kan voor volledig uitvallen leiden.
Reinig de machine niet met een hogedruk- of stoomreiniger!
Binnendringend water (bijv. Door regen) met een lap uit de behuizing
verwijderen en de machine aansluitend laten drogen.
Alleen droge en schone doeken gebruiken.
AANWIJZING
Bij gebruik van de motor zonder luchtfilter bestaat het risico van
snellere motorslijtage!
Motor niet zonder luchtfilter of luchtfilterdeksel gebruiken.
Milieu
Bodemverontreiniging door lekkende of overlopende olie.
Bekleed het werkoppervlak met een ondoordringbare folie.
Gebruik een opvangbak voor de afgewerkte olie.
Verwijder de afgewerkte olie op een milieuvriendelijke manier, in
overeenstemming met de voorschriften van de wetgever.
9.2 Onderhoudsschema
Handeling Dagelijks Wekelijks
25 h
Maande-
lijks
100 h
3 maande-
lijks
300 h
Jaarlijks
Machine reinigen.
Optische controle op volledigheid.
Optische controle beschadigingen.
Luchtfilter reinigen. Zo nodig vervangen.
Oliepeil controleren. Zo nodig bijvullen:
Stampsysteem
Oliepeil controleren. Zo nodig bijvullen:
Viertaktmotor
Controleer de brandstofleidingen en -aanslui-
tingen op scheuren en lekken. Zo nodig ver-
vangen.
Schroefverbindingen van de trilplaat controle-
ren. Zo nodig aandraaien.
Koelribben van de motor reinigen.
Bougie reinigen en afstand controleren.
Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden 9.3
37
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Handeling Dagelijks Wekelijks
25 h
Maande-
lijks
100 h
3 maande-
lijks
300 h
Jaarlijks
Oliewissel
Viertaktmotor
Oliewissel
Stampsysteem
1
Inspecteer de middenvering op slijtage, schade
of misbruik.
Bougie vervangen.
Brandstoffilter reinigen. Zo nodig laten vervan-
gen.*
1
Na de eerste 50 h olieverversing uitvoeren.
*Laat deze werkzaamheden uitvoeren door een servicepartner.
9.3 Onderhoudswerkzaamheden
9.3.1 Voorbereidingen uitvoeren
1. Machine op een vlakke ondergrond zetten.
2. Machine buiten bedrijf stellen.
3. Machine laten afkoelen.
9.3.2 Machine reinigen
1. Machine en componenten na elk gebruik reinigen.
2. Fabrikant raadt aan om met perslucht te reinigen.
3. Behuizing met een vochtige en schone lap afvegen.
4. Na de reiniging: kabels en leidingen op beschadiging controleren.
5. Schroefverbindingen op loszittende verbindingen controleren.
6. Vastgestelde gebreken onmiddellijk verhelpen.
9.3.3 Brandstof bijvullen
1. Vuilafzettingen verwijderen.
2. Tankdeksel 1 langzaam openen.
ð Eventueel aanwezige overdruk kan daardoor langzaam ontsnap-
pen.
3. Brandstof bijvullen tot maximum onderkant vulopening.
ð Brandstofspecificatie, zie Technische gegevens op pagina 49.
ð Brandstofmengtabel, zie Technische gegevens op pagina 49.
4. Tankdeksel goed afsluiten.
9
Onderhoud
9.3 Onderhoudswerkzaamheden
38
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
9.3.4 Brandstofsysteem legen
1. Vuilafzettingen verwijderen.
2. Tankdeksel openen.
3. Pomp de brandstof in een geschikte container of tank, bijv. met een
pipetpomp.
4. Tankdeksel goed afsluiten.
5. Start de motor en laat hem stationair draaien tot de brandstof in de
carburateur op is en de motor stopt.
9.3.5 Luchtfilter reinigen en vervangen
AANWIJZING
Mogelijke motorschade!
Laat bij het reinigen geen vuil in het inlaatkanaal van de motor ko-
men.
1. Luchtfilterdeksel1 verwijderen.
2. Luchtfilterelementen 2 verwijderen en filterelement losmaken.
ð Voorfilter 3 en schuimfilterelement4.
3. Beide luchtfilterelementen op scheuren en gaten controleren, bij be-
schadiging vervangen.
Luchtfilterelement reinigen
1. Luchtfilterelement op hard oppervlak uitkloppen.
2. Met perslucht vanaf de binnenkant door het filterelement blazen.
Schuimfilterelement reinigen
1. Schuimfilterelement in zeepsop uitwassen.
2. Grondig uitspoelen met warm water.
3. Met schoon water naspoelen.
4. Laten drogen.
Filterhuis reinigen
1. Filterhuis 4 met een doek uitvegen.
2. Gebruik geen perslucht!
3. Koelribben van de motor reinigen.
4. Nieuw veiligheidsfilterin de filterhuis plaatsen.
5. Draai het luchtfilterdeksel vast.
Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden 9.3
39
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
9.3.6 Controleer en vul het oliepeil van het stopsysteem bij
1
ü Laat de machine minstens 15 minuten rechtop staan.
1. Verontreinigingen bij het oliekijkglas 1 verwijderen.
2. Machine horizontaal opstellen.
3. Oliepeil door het oliekijkglas controleren.
ð Oliepeil moet tussen de ½ en ¾ liggen.
4. Indien nodig olie nogmaals bijvullen, zie Technische gegevens op
pagina 49.
Oliepeil stampsysteem bijvullen
1. Machine naar voren kantelen, om toegang tot het oliekijkglas 1 te
krijgen.
2. Machine in deze positie beveiligen.
3. Oliekijkglas uitdraaien.
4. Het schroefdraad bij het oliekijkglas reinigen.
9
Onderhoud
9.3 Onderhoudswerkzaamheden
40
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
5. Olie via de opening in het oliekijkglas in de behuizing vullen.
6. Oliekijkglas vastschroeven.
7. Machine rechtop zetten, om het oliepeil te controleren.
8. Indien nodig olie bijvullen, tot het oliekijkglas ½ tot ¾ gevuld is.
9. Oliekijkglas vastdraaien. Aandraaimoment 9 Nm.
10. Gebied bij het oliekijkglas met een schone doek afvegen.
9.3.7 Olie verversen
Milieu
Bodemverontreiniging door lekkende of overlopende olie.
Bekleed het werkoppervlak met een ondoordringbare folie.
Gebruik een opvangbak voor de afgewerkte olie.
Verwijder de afgewerkte olie op een milieuvriendelijke manier, in
overeenstemming met de voorschriften van de wetgever.
1. Vuilafzettingen verwijderen.
2. Geschikte opvangbak voor het opvangen van de afgewerkte olie
klaarzetten.
3. Oliekijkglas uitdraaien.
4. Schroefdraad bij het oliekijkglas reinigen.
5. Machine naar achteren kantelen, tot hij op de geleidebeugel rust.
6. Afgewerkte olie volledig aftappen.
Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden 9.3
41
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
7. Machine naar voren kantelen en in deze positie beveiligen.
8. Olie via de opening in het oliekijkglas in de behuizing vullen, zie
Technische gegevens op pagina 49.
9. Oliekijkglas vastschroeven.
10. Machine rechtop zetten, om het oliepeil te controleren.
11. Indien nodig olie bijvullen, tot het kijkglas ½ tot ¾ gevuld is.
12. Oliekijkglas vastdraaien. Aandraaimoment 9 Nm.
13. Gebied bij het oliekijkglas met een schone doek afvegen.
9.3.8 Schroefverbindingen van de trilplaat controleren
1. Schroefverbindingen met regelmatige tussenpozen op goed vastzit-
ten controleren.
2. Losse schroefverbindingen aandraaien.
6"
11"
11"
1
1
1
1
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
Aandraaimoment in Nm (ft-lbs.)
1 86( 63)
2 19( 14)
3 79( 58)
9
Onderhoud
9.3 Onderhoudswerkzaamheden
42
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
9.3.9 Koelribben reinigen
Reinig de koelribben van de omkeerstarter 1 en van de motor 2 met
perslucht om vuil en resten te verwijderen.
9.3.10 Bougie controleren en vervangen
LET OP
Verbrandingsgevaar!
Het aanraken van de hete bougie kan tot brandwonden leiden.
Draai de bougie alleen bij een afgekoelde motor eruit.
Draag veiligheidshandschoenen.
AANWIJZING
Gevaar voor motorschade!
Een verkeerde bougie kan motorschade veroorzaken, zie Technische ge-
gevens op pagina 49.
Correcte elektrodenafstand.
Vrij van afzettingen.
AANWIJZING
Trek de bougiestekker niet aan de ontstekingskabel los van de bou-
gie.
Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden 9.3
43
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Bougie verwijderen
ü Motor is uitgeschakeld.
ü Machine is afgekoeld.
1. Bougiestekker 1 lostrekken
2. Vervuilingen rond bougies 2 verwijderen.
3. Bougie losdraaien en controleren.
Bougie controleren en reinigen
1. Isolator 2 controleren.
2. Bij beschadiging of sterke vervuiling vervangen.
3. Elektrode met staalborstel reinigen.
4. Elektrodenafstand 1 meten, zie Technische gegevens op pagina
49
ð Door buigen de elektrodenafstand corrigeren.
5. Bougie en elektrodenafstand 1 Technische gegevens.
6. Bougie-afdichting 3 controleren.
7. Bij beschadiging vervangen.
Bougie monteren.
AANWIJZING
Gevaar voor motorschade!
Een te los of te stevig ingeschroefde bougie kan tot motorschade leiden.
Draai de bougies vast met het voorgeschreven aandraaimoment.
1. Bougie vastdraaien, aandraaimoment22Nm.
2. Bougiestekker op de bougie steken.
9.3.11 Brandstoffilter reinigen en vervangen
AANWIJZING
Brandstofleiding correct aansluiten!
Om een veilige aansluiting te garanderen, snijdt u ca. 10 mm (3/8")
af van het uiteinde van de brandstofleiding en sluit u deze aan op het
brandstoffilter.
9
Onderhoud
9.3 Onderhoudswerkzaamheden
44
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
1. Koppel brandstofleiding 2 los en verwijder het brandstoffilter.
2. Brandstoffilter 1 losschroeven en verwijderen.
3. Veeg zichtbare vuildeeltjes van de buitenkant van het brandstoffil-
terzeef af met een schone, droge, pluisvrije doek.
4. Controleer het filter van het brandstoffilter op scheuren, schade en
vuildeeltjes, vervang het als het beschadigd of vuil is.
5. Brandstoffilter weer monteren.
6. Controleer het brandstofsysteem op lekkage voordat u de machine
opnieuw opstart.
Bedrijfsstoringen
Verhelpen van storingen 10.1
45
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
10 Bedrijfsstoringen
10.1 Verhelpen van storingen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor start niet. Brandstofkraan is gesloten. Gashendel op stationair zetten.
Chokehendel is gedeactiveerd. Gashendel op stationair zetten en
choke activeren.
Purger niet ingedrukt. Purger weer indrukken.
Brandstoftank is leeg. Brandstof bijvullen.
Brandstoffilter is vuil. Filter vervangen.
Luchtfilter vervuild. Filter reinigen indien nodig vervan-
gen.
Bougie is defect. Bougie vervangen.
Bougie vuil of nat. Bougie reinigen indien nodig ver-
vangen.
Elektrodenafstand van de bougie is
verkeerd ingesteld.
Elektrodenafstand instellen.
Motor draait, maar machine stampt
niet.
Centrifugaalkoppeling defect. Centrifugaalkoppeling vervangen.*
Stationair toerental te hoog of te
laag.
Schroef stationair toerental verkeerd
geplaatst.
Plaats van de schroef corrigeren.
Motorvermogen te laag. Luchtfilter is verontreinigd. Filter reinigen indien nodig vervan-
gen.
Brandstoffilter is vuil. Filter vervangen.
Machine met olie-injectie
Motor slaat aan en slaat na ca. 30
seconden weer af.
Te weinig olie in de olietank. Olie bijvullen.
Kabelverbinding van motor los. Verbinding controleren, eventueel
corrigeren.
Oliesensor in de olietank defect. Oliesensor vervangen.*
*Laat deze werkzaamheden uitvoeren door een servicepartner.
10
Stilleggen
11.1 Tijdelijke stillegging
46
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
11 Stilleggen
11.1 Tijdelijke stillegging
Informatie
Verdere informatie en gedetailleerde beschrijvingen, zie Onderhoud
op pagina 35.
Voorwaarden voor het opslaan
Droog en stofvrij opslaan.
Niet in de buitenlucht bewaren.
Beschermen tegen direct zonlicht.
Opslagtemperatuur in acht nemen, zie Technische gegevens op pagi-
na 49.
Bewaren op een afgesloten plaats die ontoegankelijke is voor kinde-
ren.
Als de machine langer dan 1 maand niet wordt gebruikt, neem dan de
volgende maatregelen:
Gehele machine Grondig reinigen.
Op dichtheid controleren, indien nodig alle onvolkomenheden verhel-
pen.
Brandstoftank Brandstof volledig aftappen.
Motor Motoroliepeil controleren, indien nodig motorolie bijvullen.
Luchtfilter controleren en reinigen.
Brandstoffilter reinigen.
Als de machine langer dan 6 maanden niet wordt gebruikt, neem dan
contact op met een servicepartner.
11.2 Definitieve stillegging
Als de machine niet meer wordt gebruikt en wordt afgedankt, moeten alle
bedrijfsvloeistoffen worden afgetapt.
Laat de machine professioneel demonteren en verwijderen door een door
de staat erkend recyclingbedrijf.
Een juiste verwijdering van deze machine voorkomt schadelijke effecten
op mens en milieu, dient een gerichte behandeling van verontreinigende
stoffen en maakt het hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Accessoires
Accessoires 12.1
47
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
12 Accessoires
12.1 Accessoires
LET OP
Gevaar voor letsel en mogelijke schade aan de machine!
Gebruik van niet-originele toebehorendelen of reserveonderdelen kan tot
letsel of machineschade leiden.
Gebruik alleen originele onderdelen.
Bij onachtzaam gebruik vervalt elke aansprakelijkheid.
LET OP
Stabiliteit van de machine met wielset!
Kantelen of wegrollen van de machine kan tot letsel of materiële schade
leiden.
Machine veilig neerzetten.
Wielset beveiligen tegen wegrollen of omhoog klappen.
Afsluitbaar olietankdop
Afsluitbare olietankdop voorkomt verkeerd tanken.
Trilplaat
Trilplaten zijn verkrijgbaar in verschillende breedtes. Hierdoor kan de
werkbreedte van de machine worden vergroot of verkleind.
Wielset
Voor gemakkelijker transport op de bouwplaats.
12
Accessoires
12.1 Accessoires
48
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
Transportwagen
Voor gemakkelijker transport op de bouwplaats.
Technische gegevens
Algemene informatie 13.1
49
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
13 Technische gegevens
13.1 Algemene informatie
Informatie
Om technische redenen kunnen lege kolommen worden weergegeven in
de technische gegevens. Ook kunnen cijfers en letters in superscript/sub-
script onjuist worden weergegeven, zoals:
Geluidsvermogensniveau LWA in plaats van L
WA
Geluidsdrukniveau LpA in plaats van L
pA
Totale trillingswaarde ahv in plaats van a
hv
Kooldioxide CO2 in plaats van CO
2
Eenheid m/s2 in plaats van m/s
2
13.2 Geluids- en trillingsgegevens
De vermelde geluids- en trillingsgegevens zijn bepaald aan de hand van
de volgende richtlijnen voor de typische bedrijfsomstandigheden van de
machine / speciale testcondities en met behulp van geharmoniseerde
normen:
Machinerichtlijn2006/42/EG
Geluidsemissierichtlijn 2000/14/EG
Tijdens het gebruik kunnen de waarden, afhankelijk van de heersende
bedrijfsomstandigheden, verschillen.
Geluidsdrukniveau op de bedienersplaats
L
pA
werd volgens ENISO11201 en EN500-4 bepaald.
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau
L
WA
werd volgens ENISO3744 en EN500-4 bepaald.
Gewogen totaalwaarde voor hand-arm-trillingen
a
hv
werd volgens ENISO20643 en EN500-4 bepaald.
13.3 BS
Type BS50-4As 11" BS60-4As 11"
Materiaalnummer machine 5100030599 5100037562
Materiaalnummer motor 5100058517 5100058517
Aantal slagen [1/min] 656 656
Slagkracht [kN] 16 18
Vooruitloop [m/min] 7,1 8,8
Lengte [mm] 673 673
Breedte [mm] 343 343
Hoogte [mm] 940 965
13
Technische gegevens
13.3 BS
50
Handleiding | BS | 5100060097 | 12/2020 | [nl]
Type BS50-4As 11" BS60-4As 11"
Materiaalnummer machine 5100030599 5100037562
Lengte (stampschoen) [mm] 340 340
Breedte (stampschoen) [mm] 280 280
Bedrijfsgewicht [kg] 65 72
Nominaal vermogen [kW] 2,7 2,7
Nominaal toerental [1/min) 4200 4200
Norm SAE J1349 SAE J1349
Motortype GXR 120 GXR 120
Oliespecificatie (stampsysteem) SAE 10W-40 SAE 10W-40
Oliehoeveelheid (stampsysteem) [l] 0,7 0,9
Bedrijfstemperatuurbereik [°C] -10 – +40 -10 – +40
Opslagtemperatuurbereik [°C] -30 – +50 -30 – +50
Geluidsdrukniveau LpA [dB(A)] 93 92
Geluidsvermogensniveau LWA, gemeten [dB(A)] 105 105
Geluidsvermogensniveau LWA, gegarandeerd
[dB(A)]
108 108
Totale trillingswaarde ahv [m/s2] 11 9,5
Meetonzekerheid totale trillingswaarde ahv [m/s2] 1,9 1
* Het daadwerkelijke bedrijfstoerental hangt van talrijke bedrijfsparameters af en kan van het nominale toeren-
tal afwijken.
Type BS60-4As 11" BS60-4As 11"
Materiaalnummer machine 5100030606 5100051581
Materiaalnummer motor 5100058517 5100058517
Aantal slagen [1/min] 656 656
Slagkracht [kN] 18 18
Vooruitloop [m/min] 8,8 8,8
Lengte [mm] 673 673
Breedte [mm] 343 343
Hoogte [mm] 965 965
Lengte (stampschoen) [mm] 340 340
Breedte (stampschoen) [mm] 280 280
Bedrijfsgewicht [kg] 72 72
Nominaal vermogen [kW] 2,7 2,7
Nominaal toerental [1/min) 4200 4200
Norm SAE J1349 SAE J1349
Motortype GXR 120 GXR 120
Oliespecificatie (stampsysteem) SAE 10W-40 SAE 10W-40
Oliehoeveelheid (stampsysteem) [l] 0,9 0,9
Bedrijfstemperatuurbereik [°C] -10 – +40 -10 – +40
Opslagtemperatuurbereik [°C] -30 – +50 -30 – +50
Geluidsdrukniveau LpA [dB(A)] 92 92
Geluidsvermogensniveau LWA, gemeten [dB(A)] 105 105
Technische gegevens
Verbrandingsmotor 13.4
51
[nl] | 12/2020 | 5100060097 | BS | Handleiding
Type BS60-4As 11" BS60-4As 11"
Materiaalnummer machine 5100030606 5100051581
Geluidsvermogensniveau LWA, gegarandeerd
[dB(A)]
108 108
Totale trillingswaarde ahv [m/s2] 9,5 9,5
Meetonzekerheid totale trillingswaarde ahv [m/s2] 1 1
* Het daadwerkelijke bedrijfstoerental hangt van talrijke bedrijfsparameters af en kan van het nominale toeren-
tal afwijken.
13.4 Verbrandingsmotor
Motorfabrikant Honda
Materiaalnummer motor 5100058517
Motortype GXR 120
Verbrandingsmethode viertakt
Koeling Lucht
Cilinder 1
Cilinderinhoud [cm3] 121
Kantelhoek max. [°] -
Brandstoftype Benzine
Brandstofverbruik [l/h] 1,0
Tankinhoud [l] 2,9
Oliespecificatie SAE 10W-40
Olievulling max. [l] 0,3
Vermogen max. [kW] -
Toerental [1/min] 3600
Norm SAE J1349
Uitlaatgasniveau EU fase V, US phase 3, China stand II
CO2-uitstoot* [g/kWh] 674
Nabehandeling uitlaatgas -
Type bougie CR5HSB / U16FSR-UB
Elektrodenafstand [mm] 0,6 - 0,7
* Berekende waarde van de CO2-uitstoot bij de motorcertificering zonder rekening te houden met de toepas-
sing op de machine.
13
Wacker Neuson Produktion GmbH &
Co. KG
Wackerstraße 6
D-85084 Reichertshofen
Tel.: +49 8453 340-0
www.wackerneuson.com
Materiaalnummer: 5100060097
Taal: [nl]
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Wacker Neuson BS50-4As 11in Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor