V-ZUG 41061 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
Adora SL in design geïntegreerd, volledig
geïntegreerd
Vaatwasmachine
2
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2018
3
Inhoudsopgave
1
Veiligheidsvoorschriften 5
2
Beschrijving van het apparaat 9
2.1
Opbouw ................................................................ 9
2.2
Bedienings- en displayelementen..................10
3
Programmaoverzicht 11
3.1
Programma's......................................................11
3.2
Extra functies .....................................................12
3.3
EcoManagement ...............................................13
4
Afwassen 13
4.1
Apparaat voorbereiden....................................13
4.2
Tips rondom de afwas .....................................13
4.3
Laadtips besteklade * ......................................14
4.4
Tips voor het laden van de bovenste korf ...15
4.5
Tips voor het laden van de onderste korf.... 17
4.6
Afwasmiddel ......................................................20
4.7
Programma selecteren .................................... 22
4.8
Uitgestelde start ................................................24
4.9
Programma onderbreken ................................ 24
4.10
Programma voortijdig afbreken......................25
4.11
Bediening bij geactiveerde kinderbeveiliging....
25
4.12
Einde programma .............................................25
4.13
Ecomanagement-statistiek ..............................26
5
Persoonlijke instellingen 27
5.1
Overzicht persoonlijke instellingen ................27
5.2
Persoonlijke instellingen wijzigen ..................27
5.3
Taal ...................................................................... 28
5.4
Contrast ..............................................................28
5.5
Geluidssignaal...................................................28
5.6
All in 1.................................................................28
5.7
Waterhardheid ...................................................28
5.8
Glansspoelmiddeldosering ............................. 29
5.9
Waterhardheid-eenheid ....................................29
5.10
DrogenPlus .........................................................29
5.11
SpoelenPlus........................................................29
5.12
Warmwateraansluiting.......................................29
5.13
OptiStart...............................................................30
5.14
EcoManagement................................................30
5.15
Tellers wissen.....................................................30
5.16
Kinderbeveiliging ...............................................30
5.17
Warmtepomp (afhankelijk van het model)....30
5.18
Automatische deuropening..............................31
5.19
Temperatuureenheid.........................................31
5.20
Binnenruimteverlichting ....................................31
5.21
Opslagduur tank ................................................31
5.22
Tank legen in geval van een stroomonderbre-
king.......................................................................31
5.23
Automatische stand-by ....................................32
5.24
Fabrieksinstelling ...............................................32
6
Verzorging en onderhoud 32
6.1
Binnen- en buitenreiniging ...............................32
6.2
Sproeiarmen reinigen .......................................33
6.3
Zeefsysteem reinigen........................................33
6.4
Regenereerzout bijvullen..................................33
6.5
Glansspoelmiddel bijvullen..............................34
6.6
Opslagtank legen ..............................................34
7
Storingen zelf verhelpen 35
7.1
Storingsmeldingen.............................................35
7.2
Verdere mogelijke verstoringen......................37
7.3
Onbevredigend spoelresultaat........................38
7.4
Bij een stroomonderbreking............................39
8
Toebehoren en vervangingsonderdelen
39
9
Technische gegevens 41
9.1
Productgegevensblad.......................................42
4
9.2
Verbruikswaarden ............................................. 43
9.3
Aanwijzingen voor keuringsdiensten.............45
9.4
Geluidsmeting.................................................... 45
10
Afvoer 46
11
Notities 47
5
1 Veiligheidsvoorschriften
Lees de bedieningshandleiding
voordat u het apparaat in bedrijf
neemt.
1.1 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat mag door kinde-
ren van 8 jaar en ouder en
door personen met vermin-
derde lichamelijke, sensori-
sche of geestelijke capacitei-
ten of met gebrek aan erva-
ring en/of kennis worden ge-
bruikt, mits zij onder toezicht
staan of over een veilig ge-
bruik van het apparaat geïn-
strueerd zijn en de gevaren
begrepen hebben die uit het
gebruik kunnen resulteren.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud mogen niet door
kinderen zonder toezicht wor-
den uitgevoerd.
Indien het apparaat niet uitge-
rust is met een stroomkabel
en een stekker of een ander
middel om het apparaat van
het stroomnet te scheiden dat
aan iedere pool een contact-
opening conform de voor-
waarden van overspannings-
categorie III voor volledige
scheiding heeft, moet een
scheidingsinrichting in de
vaste elektrische installatie
worden ingebouwd die aan
de installatievoorschriften vol-
doet.
Indien de stroomkabel van
het apparaat beschadigd is,
moet deze door de fabrikant,
diens klantenservice of een
persoon met soortgelijke be-
kwaamheid worden vervan-
gen om gevaren te vermijden.
1.2 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
Apparaten met ventilatie-ope-
ningen in de bodem mogen
niet op vloerbedekking wor-
den geplaatst. Vloerbedek-
king verstopt de openingen.
Laat de apparaatdeur alleen
open wanneer het apparaat
niet meer gebruikt wordt en
volledig afgekoeld is. Struikel-
1 Veiligheidsvoorschriften
6
en kneuzingsgevaar bij open-
staande apparaatdeur! Ga
niet op de apparaatdeur zit-
ten, leun niet op de apparaat-
deur en gebruik deze niet als
oppervlak om spullen op weg
te zetten.
OPGELET: Messen en andere
gebruiksvoorwerpen met
scherpe punten moeten met
de punt omlaag of horizontaal
in de korf worden gelegd.
OPGELET: Geen messen, vor-
ken of andere spitse voorwer-
pen in de opening van de
deurvergrendeling laten vallen
of erin steken.
Er mogen geen reinigingsmid-
delen in de opening van de
deurvergrendeling terechtko-
men. Dit kan een defecte
deurvergrendeling tot gevolg
hebben.
Het apparaat is uitsluitend ge-
schikt voor het afwassen van
huishoudelijk vaatwerk en be-
stek met water en gewoon af-
wasmiddel voor vaatwasma-
chines. Gebruik het apparaat
alleen in het huishouden en
voor het aangegeven doel. Bij
gebruik voor andere doelein-
den of verkeerde bediening
kunnen wij niet aansprakelijk
gesteld worden voor eventue-
le schade.
Capaciteit: 13 resp. 14 inter-
nationale maatcouverts (EU-
RO 60, besteklade *).
*afhankelijk van het model
Dit apparaat is bedoeld om te
worden gebruikt in huishou-
delijke en soortgelijke toepas-
singen, zoals: in keukens
voor medewerkers in winkels,
kantoren en andere bedrijfs-
sectoren; in agrarisch onroe-
rend goed; door klanten in
hotels, motels en andere
woonvoorzieningen; in B&B's.
1.3 Reglementair gebruik
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder aan
spanningvoerende onderdelen, mogen uit-
sluitend door de fabrikant, de klanten-
dienst van de fabrikant of een soortgelijk
gekwalificeerde persoon worden uitge-
voerd. Ondeskundige reparaties kunnen
tot zware ongevallen, schade aan het toe-
stel en de inrichting alsook tot bedrijfssto-
ringen leiden. Neem bij een storing aan
het toestel of in geval van een reparatie-
opdracht de aanwijzingen in het hoofdstuk
1 Veiligheidsvoorschriften
7
«Service & Support». in acht. Neem indien
nodig contact op met onze klantenservice.
1.4 Gebruiksaanwijzingen
Als het apparaat zichtbare beschadigin-
gen vertoont, dient u het niet in gebruik te
nemen en contact op te nemen met onze
klantenservice.
Zodra er een functiestoring wordt ontdekt,
moet het apparaat van het stroomnet wor-
den gescheiden.
Er mogen alleen originele reserveonder-
delen worden gebruikt.
Bewaar de bedieningshandleiding zorgvul-
dig, zodat u deze te allen tijde kunt raad-
plegen.
Vermijd onnodig openen van de apparaat-
deur tijdens het bedrijf. Het vaatwerk en
het water kunnen heet zijn. Let op, ver-
brandingsgevaar! Door de ontsnappende
stoom kan een combinatieafdekking van
hout beschadigd raken. Brillenglazen kun-
nen beslaan en uw zicht belemmeren.
Was geen voorwerpen af die vervuild zijn
met licht ontvlambare of corrosieve oplos-
middelen, verf, was, chemicaliën (zuren,
basen) of metaalsplinters, of die vezels
kunnen afgeven.
Delen van de verpakking, bijv. folie en
piepschuim, kunnen gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Houd de
verpakking uit de buurt van kinderen.
1.5 Transport en installatie
Voorkant
Max. 90° naar rechts kantelen!
Het toestel mag uitsluitend staand worden
getransporteerd! Iedere andere transportpo-
sitie leidt tot schade aan het toestel! Bij voor-
zichtig dragen zonder schokken mag het toe-
stel max. 90° op de linkerzijde (vooraan-
zicht) worden gekanteld.
1.6 Schade aan het apparaat
vermijden
Controleer of zich geen vreemde voorwer-
pen (spijkers of nietjes) of huisdieren in
het apparaat bevinden voordat u de deur
van het apparaat sluit en een programma
start. Vreemde voorwerpen kunnen scha-
de aan apparaatcomponenten en de vaat
veroorzaken.
Doe nooit afwasmiddel in de reservoirs
voor glansspoelmiddel of regenereerzout.
Als dit toch is gebeurd, neem het appa-
raat dan in geen geval in gebruik, omdat
anders dure schade ontstaat. Bel de klan-
tenservice.
Leun niet op onderdelen van het toestel.
Gevaar voor ongelukken!
Draai bij langdurige afwezigheid de water-
kraan dicht.
Om de bescherming van het apparaat
(o.a. overstromingsbeveiliging) te garan-
deren, moet het apparaat altijd op het
stroomnet aangesloten blijven.
1.7 Eerste ingebruikneming
Een toestel met warmtepomp moet
na een verandering van plaats ca. 2
uur in de gebruikspositie blijven
staan voordat het bedrijfsklaar is.
Het toestel mag alleen volgens een
afzonderlijke installatiehandleiding
en door een erkende elektricien
worden gemonteerd en op het
stroomnet worden aangesloten.
1 Veiligheidsvoorschriften
8
Voordat u het pas geïnstalleerde apparaat
voor de eerste keer gebruikt, moeten de vol-
gende stappen worden uitgevoerd:
Voor de eerste afwasbeurt
De stroomvoorziening inschakelen en de
waterkraan openen.
Waterhardheid instellen (zie pagina 28).
Vul het zoutreservoir met ca. 1,0 l water
en 1 kg regenereerzout. Verwijder zoutres-
ten van de rand van het zoutreservoir.
Vul het spoelglansmiddelreservoir met
spoelglansmiddel.
Start het programma zonder vaatwerk
om het apparaat te beschermen tegen
corrosie door eventuele zoutresten en tij-
dens de productie ontstane vetresten te
verwijderen.
De bijvulindicator kan tijdens de eerste
spoelbeurten nog steeds knipperen. dooft
zodra de zoutconcentratie in het reservoir ge-
lijkmatig is verdeeld (na ca. 10 afwasbeur-
ten).
1.8 Instructies voor het gebruik
van de bedieningshandleiding
Een bedieningshandleiding met afbeeldingen
kan via internet onder www.vzug.ch worden
gedownload.
Gebruikte symbolen
Geeft alle voorschriften aan die voor
de veiligheid belangrijk zijn.
Het niet in acht nemen van deze aanwijzin-
gen kan leiden tot verwondingen, schade
aan het apparaat of aan de installatie!
Geldigheidsbereik
De productfamilie (modelnummer) komt
overeen met de eerste 3 tekens op het type-
plaatje Deze gebruikershandleiding is van
toepassing op de:
Model Type Productfamilie
Adora
60 SL
(EURO
60)
GS60SLZdi
GS60SLZdic
GS60SLZVi
GS60SLZVic
GS60SLZGdi
GS60SLZGdic
GS60SLZGVi
GS60SLZGVic
GS60SLZGdiB
GS60SLZGdiBc
GS60SLZGViB
GS60SLZGViBc
41048
41048
41059
41059
41060
41060
41061
41061
41085
41085
41086
41086
Adora
60 SLWP
(EURO
60)
GS60SLZWPdi
GS60SLZWPdic
GS60SLZWPVi
GS60SLZWPVic
41046
41046
41082
41082
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen
zijn in de tekst vermeld.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen
overeen met de technische conditie van het
apparaat ten tijde van het ter perse gaan van
deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voor-
behouden.
2 Beschrijving van het apparaat
2.1 Opbouw
2
3
1
4
8
7
6
9
5
10
2
1
1
Servieskorven
2
Sproeiarmen
3
Bestekkorf
4
Spoelglansmiddelreservoir
5
Bedienings- en displayelementen
6
Korte bedieningshandleiding
7
Afwasmiddelreservoir
8
Zoutreservoir
9
Zeefsysteem
10
Bestekkorf «klein» *
11
12
13
11
Besteklade *
12
Function Light *
13
Tekstweergave op glaspaneel *
* afhankelijk van het model
9
2 Beschrijving van het apparaat
2.2 Bedienings- en displayelementen
4
32
1
1
1
1 Toetsen 2 Programmasymbo-
len
3 Extra-functie-/
aanwijzingssymbolen
Programmakeuze Eco-programma Energie besparen/
OptiStart
EcoManagement Automatisch Halve belading
SteamFinish Dagelijks Bijvulindicator
glansspoelmiddel
Halve belading Sprint Afwasmiddel «All in 1»
Uitgestelde start Intensief SteamFinish
Einde programma Silent Bijvulindicator zout
Party
Extra programma's
4 Display Geluidssignaal Function Light
(afhankelijk van het model)
Programmanaam met
tijdsduur/temperatuur
Programmatoestand
en restduur
Extra functies
Aanwijzingen en sto-
ringsmeldingen
Aan het einde van een
programma en bij storin-
gen klinkt er een geluids-
signaal.
brandt als het programma
loopt
knippert tijdens de na-
droogfase
10
3 Programmaoverzicht
3 Programmaoverzicht
3.1 Programma's
Met de keuze van de extra functies en kunnen de programmaduur, het waterverbruik
en het energieverbruik worden verlaagd.
Eco-programma: Efficiëntste programma met betrekking tot water- en energie-
verbruik voor normaal vervuild vaatwerk (declaratieprogramma ).
Automatisch: Optimale reiniging met minimaal water- en energieverbruik. Niet
geschikt bij ingebrand en sterk ingedroogd vuil.
Dagelijks kort: Kort programma voor normaal vervuild alledaags vaatwerk. Rei-
niging met hoge spuitdruk.
Sprint: Voor licht vervuild vaatwerk, bijv. apéro- of koffieservies. Niet geschikt
voor langzaam oplossende tabs.
Intensief: Voor hoge vervuilingsgraad, met name bij zetmeelrijk vuil (aardappel-
puree, rijst...).
Silent: Extreem stil afwasprogramma voor het afwassen tijdens de nacht. Ge-
schikt voor normaal vuile vaat.
Party: Snel afwasprogramma voor licht vervuild vaatwerk dat snel weer schoon
moet zijn, bijvoorbeeld bij een feestje of een borrel. Niet geschikt voor tabs. Al-
leen afwasmiddel in poeder- of gelvorm gebruiken.
Programmastart na de "Opwarmen” fase
10 min. opwarmen
Het knipperende symbool geeft aan dat een van de volgende programma's
is geselecteerd. In de display wordt het geselecteerde programma weergege-
ven.
Glas: Behoedzaam programma voor glazen.
Fondue/raclette: Voor een hogere vervuilingsgraad, met name bij ingebrand
vuil. Gebruik alleen vaat die geschikt is voor vaatwasmachines. Doe eventueel
reinigingsmiddel in de voorspoelruimte.
Hygiëne: Voor vaat met hogere eisen aan de hygiëne bijv. babyflesjes, snijplan-
ken...). Reinig het zeefsysteem voordat u het programma start.
Machineonderhoud: Apparaat en met name de opslagtank worden hygiënisch
gespoeld. Reinig het zeefsysteem voordat het programma start en voeg con-
form de instructies van de machineonderhoudsmiddelfabrikant toe.
11
3 Programmaoverzicht
Voorspoelen: Verhindert het indrogen van vuil als een programma pas later
wordt gestart.
3.2 Extra functies
Afhankelijk van de persoonlijke instellingen kan tussen twee functies worden
gekozen:
1 ×
Energie besparen: Spoeltemperatuur wordt met 5 °C verminderd, ca.
10% minder energieverbruik. Behoedzaam programma voor glazen. De
programmaduur wordt enigszins ingekort.
Apparaat met warmtepomp: totaal tot 30% minder energieverbruik, maar
de programmaduur wordt verlengd.
2 ×
OptiStart: Als de persoonlijke instelling «OptiStart» actief is, wordt een uit-
gestelde start ingesteld. Gedurende deze tijd wordt de vaat ingeweekt,
waardoor het reinigingsresultaat wordt verbeterd en het energieverbruik
verlaagd.
SteamFinish: Tijdens het glansspoelen wordt stoom opgewekt, die op de
glazen neerslaat en tot een optimaal droogresultaat leidt. Ca. 15 minuten
langere programmaduur.
Halve belading: Bij weinig vaat. Hoeveelheid water wordt tot 6l geredu-
ceerd, programmaduur is tot maximaal 36 minuten korter. Afhankelijk van
het gekozen programma en de elektrische aansluiting bedraagt de tijdsbe-
sparing minder dan 36 minuten.
Uitgestelde start: Er kan in daluren afgewassen worden (bijv. met een laag
stroomtarief). Het instelbereik ligt tussen 30 minuten en 24 uur.
12
4 Afwassen
3.3 EcoManagement
Alleen actief wanneer de persoonlijke instelling "Ecomanagement" is ingescha-
keld.
Ecomanagement stelt informatie over het energie- en waterverbruik van
het apparaat ter beschikking en bevordert een duurzaam gebruik van
energie. Zolang geen programma loopt, kan de volgende verbruiksinfor-
matie worden opgevraagd:
Energie- en waterverbruik van het laatste programma
Totale energie- en waterverbruik
Gemiddeld energie- en waterverbruik van de laatste 25 programma's
Tijdens de programmakeuze wordt aangegeven, hoeveel energie en water
het desbetreffende programma gaat verbruiken Na voltooiing van het pro-
gramma wordt het energie- en waterverbruik van het laatste programma
weergegeven.
De waarden kunnen variëren, afhankelijk van het programma, belading, extra
functies en persoonlijke instellingen.
4 Afwassen
4.1 Apparaat voorbereiden
Een toestel met warmtepomp moet na een verandering van plaats ca. 2 uur in de
gebruikspositie blijven staan voordat het bedrijfsklaar is.
Verwijder grove en harde etensresten evenals vreemde voorwerpen (bijv. tandenstokers)
van het vaatwerk.
Korven laden. Controleer na het inladen of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
4.2 Tips rondom de afwas
Algemeen
Overlaad de vaatwerkkorven niet.
Sterk ingebrande voedselresten vooraf inweken.
Hol vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen, etc. moet met de opening naar beneden wor-
den geplaatst, zodat het water kan wegstromen.
Zet glazen er zo in dat ze elkaar niet aanraken om beschadigd glas en watervlekken te ver-
mijden.
Selecteer als vetfilters van afzuigkappen moeten worden gereinigd, het programma en
gebruik de maximale hoeveelheid wasmiddel.
13
4 Afwassen
Vaatwerk
Niet elk vaatwerk is geschikt voor machinale reiniging.
Was loog- en warmtegevoelige onderdelen van hout of plastic met de hand.
Keramiek en aardewerk zijn geneigd te scheuren en splinters af te geven.
Opdrukken op glas en porselein zijn slechts beperkt resistent en kunnen na verloop van
tijd vervagen of loslaten.
Glas kan afhankelijk van het soort en het gebruikte wasmiddel mat worden. Vraag bij uw
glasleverancier na of het glas vaatwasmachinebestendig is.
In geslepen en dikke kristallen glazen en schalen kunnen spanningen ontstaan die tot
breuk kunnen leiden.
Geen vaatwerk met hechtetiketten afwassen. Opgeloste etiketten kunnen het filtersysteem
verstoppen.
Voorwerpen van zilver, koper en tin kunnen bruin of zwart worden.
Aluminium heeft de neiging om vlekken te vormen. Aluminium afzonderlijk of handmatig af-
wassen.
4.3 Laadtips besteklade *
*afhankelijk van het model
Lepel indien mogelijk met de greep in de
naaldenrij plaatsen.
Bij lepels met dikke greep of bij opgetild
zijdeel (zie hieronder) kan de lepelschep in
de naaldenrij worden geplaatst.
Bij hoge glazen: Rechter zijdeel 2cm optil-
len of naar het midden schuiven.
Hoge glazen kunnen tegen het bestekladeframe stoten en worden beschadigd.
14
4 Afwassen
4.4 Tips voor het laden van de bovenste korf
Plaats hier kleiner vaatwerk zoals schotel-
tjes, glazen, kopjes en schaaltjes.
Als neerklapbare legborden 1 worden ge-
bruikt, moet de vaat om en om geordend
worden.
Plaats glazen tegen de uitklapbare glazen-
houder 2.
1
2
Glazenhouder
Bijzonder geschikt voor hoge glazen.
Druk de glazenhouders 1 licht naar onde-
ren en trek ze daarna naar boven tot ze
vastklikken.
1
15
4 Afwassen
Easy-naalden
Voor de plaatsing van drinkglazen, babyfles-
jes, vazen en karaffen in de gehele mand.
Plaats de Easy-naalden 1 op de korfpen-
nen.
Voor bredere vaat 2 Easy-naalden gebrui-
ken.
1
Legborden
De legborden 1 kunnen ook als glazenhou-
ders worden gebruikt. Door het verwijderen
van de legborden ontstaat er meer plaats voor
hoge glazen.
Legborden demonteren/in hoogte verstellen
Druk legbord 1 aan de haken 2 naar boven.
Neem het legbord via de binnenzijde weg.
Indien nodig kan het legbord in de hoger
gelegen positie 3 gehangen worden.
2.
1.
3
2
1
Bovenste korf verstellen
De bovenste korf kan in de hoogte naar een of twee kanten ca. 2–4 cm worden versteld. Er
zijn ook gecombineerde schuine standen mogelijk.
16
4 Afwassen
Hoger zetten: Til de bovenste korf aan de
handvaten 1 op tot de gewenste vergrende-
lingspositie.
1
Lager zetten: Houd de bovenste korf aan
de handvaten 1 vast.
Til de bovenste korf licht op en druk tegelij-
kertijd op knop 2. De bevestiging wordt
ontgrendeld.
Laat de bovenste korf tot de gewenste po-
sitie zakken, laat de knop los en laat de
korf vastklikken.
Plaats schalen van kunststof in de boven-
ste korf.
1
2
4.5 Tips voor het laden van de onderste korf
Plaats hier groter vaatwerk, zoals borden,
schalen, schotels en pannen.
Plaats breed vaatwerk (soepborden, dek-
sels, etc.) rechtsachter.
17
4 Afwassen
Klaprek
Voor een groter plaatsingsgebied, bijv. voor
grote borden, pannen, schalen of veel kopjes
en glazen.
Warmhoudbakken kunnen tussen de naalden
worden aangebracht. Gebruik Easy-pennen
voor meer stabiliteit.
Zijdelingse vergrendelingsgreep 1 naar bo-
ven trekken.
Hark naar beneden trekken.
1
Easy-naalden
Voor de plaatsing van drinkglazen, babyfles-
jes, vazen en karaffen in de gehele mand.
Plaats de Easy-naalden 1 op de korfpen-
nen.
Voor bredere vaat 2 Easy-naalden gebrui-
ken.
1
18
4 Afwassen
Bak- en stoomplaten reinigen
Bij grotere platen moet de bovenste korf wor-
den verwijderd.
Trek de bovenste korf tot de aanslag naar
buiten.
Korfvergrendeling 2 verwijderen, omhoog
schuiven.
Til de bovenste korf uit de rail.
Plaats de bakplaten, gebruik voor een be-
tere stabiliteit Easy-naalden.
2
Nadat de bovenste korf weer geplaatst is, moet de korfvergrendeling 2 weer worden ver-
grendeld.
Bestekkorf
Plaats messen en bestek met spitse en scherpe delen zo in de bestekmand dat
deze delen niet uitsteken (met de punt naar beneden) Kans op letsel
Steek geen messen, vorken of andere spitse voorwerpen in de opening van de
deurvergrendeling en laat ze ook niet in de opening vallen. Gevaar voor schade
aan het apparaat.
Messen en bestek met spitse en scherpe delen kunnen ook horizontaal in de bovenste korf
worden gelegd.
19
4 Afwassen
Bestekkorf op elke positie op de ingeklapte
naalden plaatsen.
Verdeel het losgemaakte bestek en met de
greep naar beneden (behalve messen en
zo) over de vakken. Lepels mogen niet in
elkaar liggen.
Steek ter voorkoming van in elkaar liggen,
watervlekken en het doorglippen van klei-
ner bestek de meegeleverde opzetstukken
1 op de bestekkorf.
1
Let bij het sluiten van de toesteldeur op dat er geen bestek uit de mand steekt en
ingeklemd raakt. De dichtheid van het apparaat is anders niet gegarandeerd.
4.6 Afwasmiddel
Afwasmiddel kiezen
Gebruik in geen geval handafwasmiddel. Sterke schuimvorming kan tot storingen
leiden. Houd de op de verpakking vermelde doseringsinstructies nauwkeurig aan
overleg bij alle vragen met de wasmiddelfabrikant. Te hoge of lage dosering kan
leiden tot schade aan het apparaat.
Gebruik alleen afwasmiddelen die geschikt zijn voor vaatwasmachines.
Tabs lossen bij watertemperaturen onder 55°C eventueel slecht op; dit kan nadelig zijn voor
de afwasresultaten.
LET OP! Het programma «Party» is niet geschikt voor tabs! Alleen afwasmiddel in poeder- of
gelvorm gebruiken!
20
4 Afwassen
Gecombineerde reinigingsproducten (tabs/poeder )
Gebruik voor goede spoelresultaten regenereerzout en een glansspoelmiddel.
Stel in de persoonlijke instellingen
All in 1 AAN
in. Programma's en indicaties wor-
den aan het afwasmiddel aangepast.
Als de bijvulindicators of branden, dient u regenereerzout of glansspoelmid-
del bij te vullen.
Gebruik conventionele reinigingsmiddelen als het reinigings- of droogresultaat niet bevredi-
gend is. Stel in de persoonlijke instellingen
All in 1 UIT
in. Voor reclamaties kunt u
zich tot de fabrikant van het afwasmiddel wenden.
Afwasmiddel vullen
Er mogen geen reinigingsmiddelen in de opening van de deurvergrendeling te-
rechtkomen. Dit kan een defecte deurvergrendeling tot gevolg hebben.
Poeder
Open het afwasmiddelreservoir door de
sluiting in de richting van de pijl te drukken.
Doe het afwasmiddel in het reservoir. Do-
seer volgens de gegevens van de afwas-
middelfabrikant.
Let op de markering 1 «20 en 30 ml».
Doe bij sterke vervuiling ca. 1eetlepel af-
wasmiddel in de voorspoelruimte 2
.
Sluit het deksel.
1
2
Tabs
Leg de tab 3 plat in het doseerbakje.
3
21
4 Afwassen
4.7 Programma selecteren
Druk de toets zo vaak in tot het gewenste program-
masymbool knippert.
Selecteer indien nodig extra functies.
Sluit de apparaatdeur.
Het programma start onmiddellijk. Het Function Light brandt (afhankelijk van het
model).
Wordt de apparaatdeur binnen 15 seconden niet gesloten, dan gaat alle invoer, symbolen en
de display uit; Bovendien klinkt een 2-voudig geluidssignaal. Het programma moet opnieuw
worden gestart. De programmakeuze kan door het indrukken van de toets te allen tijde
worden afgebroken.
Speciale afloop programma «Party»
Vullen met aperitiefvaatwerk
Met het programma «Party» kan de korf volledig worden gevuld. Het programma is alleen ge-
schikt voor licht vervuild vaatwerk:
Wijn-, champagne- en drinkglazen
Koffie- en theekopjes
Borden met licht vettige resten
Bestek
AANWIJZING! Niet geschikt voor reeds ingedroogd of gemiddeld tot sterk vervuild vaatwerk!
Toestel opwarmen
Druk de toets zo vaak in, tot gaat branden.
Sluit de toesteldeur.
Het apparaat warmt gedurende ca. 10 minuten op.
Daarna wordt in het display «Inladen/uitladen» of een
knipperend Function Light weergegeven (afhankelijk
van het model).
Programma «Party» starten
Ruim het vaatwerk in en doe afwasmiddel in poeder- of gelvorm in de machine.
AANWIJZING! Niet geschikt voor tabs!
Druk op de knop om het programma te starten.
Het programma duurt ca. 11 minuten.
Neem aan het einde van het programma het servies uit de machine en droog
het met de hand af.
Ruim indien nodig een nieuwe lading vaatwerk in.
Doe afwasmiddel in de machine.
AANWIJZING! Voor elke afwasbeurt met vaatwerk moet afwasmiddel in het af-
wasmiddelreservoir worden gedaan!
22
4 Afwassen
Druk op de toets om het programma opnieuw te starten.
In totaal kunnen maximaal 5afwasbeurten kort na elkaar worden uitgevoerd.
Daarna wordt het programma automatisch afgebroken. Het programma kan op
elk moment met de toets worden afgebroken.
Als de toesteldeur te lang niet gesloten wordt, wordt het programma afgebro-
ken.
Verbrandingsgevaar! Als het apparaat is aangesloten op een warmwaterleiding,
kan het water tussen de spoelcycli heter zijn dan 51 °C.
AANWIJZING! Tussen de afzonderlijke afwasbeurten blijft warm water in het toestel achter.
Het water wordt bij gesloten toesteldeur tot 5 uur warm gehouden en voor de volgende afwas-
beurt gebruikt.
AANWIJZING! Bij veelvuldig gebruik van het programma «Party» is het raadzaam om Spoe-
lenPlus (zie pagina 29) in de persoonlijke instellingen te activeren. Daardoor worden het
desbetreffende spoelproces enigszins verlengd.
Extra functie kiezen
Extra functies kunnen binnen 15 seconden na het selecteren van een programma worden ge-
selecteerd.
Bijv.
Druk op de gewenste extra-functietoets. Het desbetref-
fende symbool gaat branden.
Sluit de apparaatdeur.
Het programma start.
AANWIJZING! Bij de programma's «Hygiëne» en «Machineonderhoud» kan de extra functie
niet worden geselecteerd. Bij het programma «Voorspoelen» kunnen de extra functies
en niet worden geselecteerd.
Extra functie opslaan
Door het opslaan van een extra functie is deze automatisch
actief bij iedere programmakeuze.
Selecteer een programma.
Houd de toets voor extra functies 5 seconden ingedrukt. De keuze wordt
opgeslagen.
Houd om de extra functie te wissen, de extra-functietoets gedurende 5 se-
conden ingedrukt.
Als bevestiging van het opslaan en het verwijderen van de opslag knippert
het betreffende symbool kort en klinkt er een geluidssignaal.
23
4 Afwassen
4.8 Uitgestelde start
Met de uitgestelde start kan er in daluren afgewassen worden (bijv. met een laag stroomta-
rief). Het kan worden ingesteld binnen 15 seconden na de programmaselectie.
Het instelbereik ligt tussen 30 minuten en 24 uur.
Instellen
Selecteer een programma.
Druk de toets zo vaak in, of houd hem ingedrukt, totdat de gewenste uit-
gestelde startduur in de display staat.
Druk, indien gewenst, op de toets om OptiStart erbij te selecteren.
De vaat wordt tijdens de uitgestelde start geweekt, waardoor het reinigings-
resultaat wordt verbeterd en het stroomverbruik verminderd.
Sluit de toesteldeur.
Bij een actieve uitgestelde start kan de wachttijd worden verminderd door
het indrukken van de vertraagde-starttoets.
De display wordt donker *. De ingestelde startuitsteltijd wordt teruggeteld.
Na afloop van de ingestelde tijdsduur start het geselecteerde programma
automatisch. Bij het einde van het programma klinkt geen signaal.
Tijdens de uitgestelde start kan altijd alsnog vaatwerk worden ingeruimd.
* afhankelijk van het model
Wissen
Open de apparaatdeur.
Druk de toets zo vaak in of houd hem ingedrukt tot de uitgestelde start ge-
reset is en de programmafase weergegeven wordt.
Sluit de apparaatdeur.
Het programma start onmiddellijk.
4.9 Programma onderbreken
Het vaatwerk en het water kunnen heet zijn. Verbrandingsgevaar!
Open de apparaatdeur voorzichtig.
Het programma wordt onderbroken. Het program-
masymbool knippert. In de display staat afwisselend:
Deur sluiten
/
Reinigen 1h05
24
4 Afwassen
4.10 Programma voortijdig afbreken
Het vaatwerk en het water kunnen heet zijn. Verbrandingsgevaar!
Open de apparaatdeur voorzichtig.
Het programma wordt onderbroken. Het programmasymbool knippert.
Houd de toets gedurende 2 seconden ingedrukt.
Het water wordt weggepompt. In de display staat af-
wisselend:
Programma afgebroken
/
Even wachten a.u.b.
Er klinkt een vijfvoudig geluidssignaal. De display
en de symbolen doven.
4.11 Bediening bij geactiveerde kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet vóór elke programmaselectie worden uitgeschakeld.
Open de apparaatdeur.
In de display verschijnt gedurende 15 seconden:
Kinderbeveiliging
Houd de toets ingedrukt en druk bovendien toets in.
De kinderbeveiliging is uitgeschakeld. De verdere be-
diening kan zoals gewoonlijk verlopen.
Ecomanagementgegevens kunnen zonder de kinderbeveiliging uit te schakelen worden op-
gevraagd.
4.12 Einde programma
Als in het display
Automatische deuropening
Deur niet sluiten!
staat, mag de toesteldeur
niet worden gesloten. Anders wordt de deuropener beschadigd!
Bij einde programma klinkt een vijfvoudig geluidssignaal.
Als de deur gesloten blijft, begint het nadrogen: De display brandt resp. het Function Light
knippert tot 90 minuten (afhankelijk van het model). Bij de persoonlijke instelling
Automatische deuropening JA
wordt de apparaatdeur tijdens de droog- of nadroogfase automatisch
geopend.
Na het drogen klinken 3 lange geluidssignalen.
Als de persoonlijke instelling «Ecomanagement» is ingeschakeld, worden het energie- en
waterverbruik van het programma weergegeven, bijv.:
1,2 kWh
15
Voor een optimale droging mag de vaat pas na het verstrijken van de nadroogfase worden
verwijderd. Na verstrijken van de nadroogfase gaan alle indicatoren uit en het apparaat gaat
in de energiebesparende stand-by-modus over.
25
4 Afwassen
Uitruimen
Ruim het vaatwerk uit. Eerst de onderste korf uitladen.
Controleer het zeefsysteem regelmatig en reinig het indien nodig.
4.13 Ecomanagement-statistiek
Verbruiksinformatie weergeven
Druk op de toets.
Totaal
Totaal
Laatste programma 1,2 kWh
12Laatste programma
∅-verbruik
∅-verbruik
237 kWh
3047
1.2 kWh/capaciteit
/capaciteit12
In de display worden de verbruiksgege-
vens van het laatste programma weergege-
ven, bijv.:
26
5 Persoonlijke instellingen
5 Persoonlijke instellingen
5.1 Overzicht persoonlijke instellingen
Toets 5 seconden ingedrukt houden
• UIT **
• AAN
• UIT
• AAN **
• Contrast in 7 stappen
selecteerbaar
• UIT **
• AAN
• Gewenste taal kiezen
• UIT
• ZACHT **
• LUID
• 13 stappen selecteerbaar
(°fH) **
• 13 stappen selecteerbaar
(°dH)
• AUTOMATISCH **
• UIT
• 1..2..12
• °fH **
• °dH
• NEE **
• JA
• ZONDER VERWARMEN
• UIT **
• AAN
• NEE **
• JA
• UIT
• 12h, 24h, 36h **
• NEE
• JA **
• UIT
• 1,2,5,10**,20 min
• UIT
• AAN **
• NEE **
• JA
• UIT
• AAN **
• UIT
• AAN **
• UIT **
• AAN
• °C **
• °F
• UIT **
• AAN
* afhankelijk van het model
** Fabrieksinstelling
SpoelenPlus UIT
OptiStart AAN
Persoonlijke instellingen
Taal NEDERLANDS
Contrast
Geluidssignaal ZACHT
All in 1 UIT
Glansspoelmiddel AUTOMATISCH
Waterhardheideenheid °fH
Waterhardheid 26–30 °fH
Warm water NEE
DrogenPlus UIT
Opslagduur tank 36h
Automatische deuropener JA
Binnenverlichting 10min
Tank legen UIT
Tellers wissen NEE
EcoManagement AAN
Warmtepomp * AAN
Kinderbeveiliging UIT
Temperatuureenheid °C
Fabrieksinstellingen NEE
Automatische standby AAN
5.2 Persoonlijke instellingen wijzigen
Toets 5 seconden ingedrukt houden, totdat de display weergeeft:
Persoonlijke instellingen
Toets zo vaak indrukken tot de gewenste persoonlijke instelling in de display verschijnt.
Om de persoonlijke instelling te wijzigen, toets indrukken.
Druk om de wijzigingen op te slaan, zo vaak op
de toets totdat in de display staat:
Instellingen opgeslagen
Indien gedurende ca. 15 seconden geen toets wordt ingedrukt, worden de persoonlijke in-
stellingen opgeslagen en wordt de display donker.
27
5 Persoonlijke instellingen
5.3 Taal
De taal in de display kan worden gewij-
zigd.
5.4 Contrast
Fabrieksinstelling:
Contrast verhogen: Druk op de toets .
Contrast verlagen: Druk op de toets .
Het contrast van de grafische display
kan op 7 niveaus worden ingesteld.
5.5 Geluidssignaal
Fabrieksinstelling: ZACHT
Mogelijke instellingen:
UIT
ZACHT
LUID
Het geluidssignaal kan op 3 verschillen-
de niveaus worden ingesteld:
Bij storingen weerklinkt het geluidssig-
naal ook in uitgeschakelde toestand.
5.6 All in 1
Fabrieksinstelling: UIT
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Voor het gebruik van spoelmiddelen met
geïntegreerd zout- en glansspoelmiddel
moeten de programma's worden aange-
past. Zeer korte programma’s duren lan-
ger, omdat dergelijke afwasmiddelen
langzamer oplossen.
-De producten zijn niet geschikt voor alle waterhardheden. Neem de gegevens
van de spoelmiddelfabrikant in acht. Als de bijvulindicatoren of branden,
dient u regenereerzout of glansspoelmiddel bij te vullen.
5.7 Waterhardheid
Fabrieksinstelling: 26-30 °fH
Mogelijke instellingen:
13 niveaus van 0-120 °fH
13 niveaus van 0-65 °dH
De waterhardheid kan aan de plaatselij-
ke omstandigheden worden aangepast.
Neem contact op met de lokale water-
voorziening.
Waterhardheidniveaus
°fH 0
5
6
10
11
15
16
20
21
25
26
30
31
35
36
40
41
50
51
60
61
70
71
80
81
120
°dH 0
3
4
6
7
9
10
12
13
14
15
16
17
19
20
22
23
27
28
32
33
38
39
45
46
65
28
5 Persoonlijke instellingen
5.8 Glansspoelmiddeldosering
Fabrieksinstelling: AUTOMATISCH
Mogelijke instellingen:
AUTOMATISCH
UIT
1...2...12
De hoeveelheid glansspoelmiddel wordt
automatisch aangepast aan de hoeveel-
heid vaatwerk en de waterhardheid. Als
het droogresultaat niet bevredigend is,
kan de dosering handmatig op 12 stan-
den worden ingesteld.
5.9 Waterhardheid-eenheid
Fabrieksinstelling: °fH
Mogelijke instellingen:
°dH
°fH
De waterhardheidseenheid kan worden
ingesteld op Franse hardheid (°fH) of
Duitse hardheid (°dH).
5.10 DrogenPlus
Fabrieksinstelling: UIT
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Bij ingeschakelde DrogenPlus wordt de
droogtemperatuur verhoogd. De droog-
tijd wordt verlengd.
5.11 SpoelenPlus
Fabrieksinstelling: UIT
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Bij ingeschakelde SpoelenPlus wordt bij
elk programma de hoeveelheid water
verhoogd. De programmaduur wordt ver-
lengd.
5.12 Warmwateraansluiting
Fabrieksinstelling: NEE
Mogelijke instellingen:
NEE
JA
ZONDER VERWARMEN
Als het apparaat is aangesloten op een
warmwaterleiding, wordt het aanwezige
warme water optimaal benut.
Instelling «ZONDER VERWARMEN»: al-
leen instellen wanneer de temperatuur
van het inlaatwater min. 60 °C bedraagt.
Aan het einde van het programma kan
het vaatwerk nog vochtig zijn. Vaatwerk
in het apparaat laten tot het droog is
(bijv. 's nachts).
29
5 Persoonlijke instellingen
5.13 OptiStart
Fabrieksinstelling: AAN
Mogelijke instellingen:
AAN
UIT
Is de persoonlijke instelling ingescha-
keld, dan kan bij de programmaselectie
de extra functie «OptiStart» worden gese-
lecteerd door op de toets te drukken.
5.14 EcoManagement
Fabrieksinstelling: AAN
Mogelijke instellingen:
AAN
UIT
Ecomanagement stelt informatie over het
energie- en waterverbruik van het appa-
raat ter beschikking.
Met «UIT» kan het Ecomanagement wor-
den uitgeschakeld.
5.15 Tellers wissen
Fabrieksinstelling: NEE
Mogelijke instellingen:
JA
NEE
Met «JA» worden alle verbruikswaarden
van Ecomanagement op "0" gereset.
5.16 Kinderbeveiliging
Fabrieksinstelling: UIT
Mogelijke instellingen:
AAN
UIT
De kinderbeveiliging voorkomt een onbe-
doeld starten van het programma.
Indien de kinderbeveiliging is ingescha-
keld, kan een programma uitsluitend
worden gestart door twee toetsen tegelij-
kertijd in te drukken.
5.17 Warmtepomp (afhankelijk van het model)
Fabrieksinstelling: AAN
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Afhankelijk van de spoeltemperatuur
wordt de warmtepomp ingeschakeld. Het
energieverbruik wordt verlaagd, de pro-
grammaduur verlengd. Afhankelijk van
de instelling (persoonlijke instellingen,
extra functies) varieert de programma-
duur nog eens extra.
Als meerdere programma's na elkaar
worden gestart, blijft de warmtepomp
mogelijk uitgeschakeld.
30
5 Persoonlijke instellingen
5.18 Automatische deuropening
Fabrieksinstelling: JA
Mogelijke instellingen:
JA
NEE
De apparaatdeur wordt tijdens de droog-
of nadroogfase automatisch op een kier
geopend om energie te besparen.
Bij uitgeschakelde automatische deur-
opening wordt de programmaduur
ca.10minuten langer.
5.19 Temperatuureenheid
Fabrieksinstelling: °C
Mogelijke instellingen:
°C
°F
De temperatuureenheid kan worden in-
gesteld op graden Celsius (°C) of gra-
den Fahrenheit (°F).
5.20 Binnenruimteverlichting
Fabrieksinstelling: 10 min
Mogelijke instellingen:
UIT
1, 2, 5, 10, 20 min
Vanaf een bepaalde deuropeningshoek
wordt de vaatwasruimte gedurende de
ingestelde tijd verlicht.
Druk om de binnenruimteverlichting
eerder uit te schakelen, toets in.
5.21 Opslagduur tank
Fabrieksinstelling: 36 h
Mogelijke instellingen:
UIT
12 h, 24 h, 36 h
Het laatste spoelwater wordt bewaard en
gebruikt voor het volgende programma.
Wordt er geen programma gestart, dan
wordt het water na de ingestelde tijds-
duur weggepompt. In de display staat:
Tank legen...
.
Na ongeveer 20 tankvullingen wordt de
tank automatisch gespoeld; dit betekent
een programmaverlenging van ongeveer
30 minuten. In de display staat kort:
met tankspoelen
.
5.22 Tank legen in geval van een stroomonderbreking
Fabrieksinstelling: UIT
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Bij «UIT» wordt alleen bij het Eco-pro-
gramma na een stroomstoring de tank
niet geleegd
31
6 Verzorging en onderhoud
5.23 Automatische stand-by
Fabrieksinstelling: AAN
Mogelijke instellingen:
UIT
AAN
Wanneer de persoonlijke instelling is in-
geschakeld, verdwijnen de gegevens op
het display na afloop van het program-
ma.
Wanneer de persoonlijke instelling is uit-
geschakeld, kunnen de gegevens wor-
den weergegeven door de toesteldeur te
bedienen. Wanneer daarna een willekeu-
rige toets wordt ingedrukt, is er geen
weergave meer.
5.24 Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling: NEE
Mogelijke instellingen:
JA
NEE
Met «Ja» kunnen de fabrieksinstellingen
worden hersteld.
6 Verzorging en onderhoud
6.1 Binnen- en buitenreiniging
Binnenruimte reinigen
Bij de juiste afwasmiddeldosering reinigt de binnenruimte zichzelf. 2 x per jaar moet het appa-
raat met machineonderhoudsmiddel worden gereinigd
De gebruiksaanwijzing van het machineonderhoudsmiddel in acht nemen.
Selecteer het programma «Machineonderhoud», omdat het machineonderhoudsmiddel ho-
gere temperaturen voor een optimaal reinigingseffect nodig heeft.
Buitenkant reinigen
Gebruik geen schurende of zeer zure reinigingsmiddelen.
Gebruik geen krassende schuursponsjes, staalwol etc. voor het reinigen. Het oppervlak
wordt anders beschadigd.
Verwijder vuil of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk. Gebruik alleen een afwasmid-
del of glasreiniger.
Reinig het oppervlak alleen met een zachte, vochtige doek – bij metalen oppervlakken in
slijprichting.
Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek en droog het daarna na. Gebruik al-
leen een handafwasmiddel of glasreiniger.
Reinig de deurpakking en zijkanten periodiek met een zachte, vochtige doek.
32
6 Verzorging en onderhoud
6.2 Sproeiarmen reinigen
Bovenste sproeiarm
Trek de bovenste korf helemaal naar buiten.
1
2
Draai de bajonetsluiting 1 tegen de klok in los en verwijder
hem.
Trek de sproeiarm 2 van de rotatieas en spoel hem goed uit
onder stromend water.
Controleer de sproeikoppen.
Onderste sproeiarm
Pak de sproeiarm 3 in het midden vast en trek hem met
kracht omhoog.
3
Spoel de sproeiarm goed uit onder stromend water.
Controleer de sproeikoppen.
Reinig tegelijkertijd het filtersysteem en het grove filter.
6.3 Zeefsysteem reinigen
Reinig de ruimte onder het zeefsysteem uitsluitend met zachte materialen. Gebruik
nooit metalen voorwerpen.
Een niet correct geplaatst zeefsysteem kan leiden tot storingen aan het apparaat.
Open de apparaatdeur en trek de onderste korf naar buiten.
2
1
3
1
Draai de fijne zeef 1 tegen de klok in los en neem het zeef-
systeem eruit.
Open de grove zeef 2 door op de sluitklep 3 te drukken en
reinig het zeefsysteem met een borstel onder stromend water.
Verwijder grove resten.
Plaats het zeefsysteem terug en draai de fijne zeef 1 met de
klok mee tot de aanslag.
6.4 Regenereerzout bijvullen
Doe nooit afwasmiddel in het zoutreservoir!
Als de zoutvoorraad op is, knippert de bijvulindicator en op de display staat
Zout bijvullen
.
Open de apparaatdeur en neem de onderste korf er uit.
Open het deksel van zoutreservoir door het handvat omhoog te
trekken.
33
6 Verzorging en onderhoud
Vul vervolgens 1 kg gewoon regenereerzout aan. Bij eerste in-
gebruikname nog eens 1 l water bijvullen.
Verwijder zoutresten van de rand van het zoutreservoir.
Druk het deksel dicht tot de kliksluiting vastklikt.
Kies het programma «Voorspoelen» zonder vaatwerk om het
apparaat te beschermen tegen corrosie door eventuele zoutres-
ten.
Globaal regenereerzoutverbruik
A = waterhardheid van het toevoerwater
B = aantal spoelcycli per kg zout
A °fH
0
5
6
10
11
15
16
20
21
25
26
30
31
35
36
40
41
50
51
60
61
70
71
80
81
120
°dH
0
3
4
6
7
9
10
12
13
14
15
16
17
19
20
22
23
27
28
32
33
38
39
45
46
65
B
680 360 250 150 125 100 85 60 45 35 28 20
6.5 Glansspoelmiddel bijvullen
Doe nooit afwasmiddel in het glansspoelmiddelreservoir. Veeg gemorst glans-
spoelmiddel af. Gevaar voor schuimvorming. Neem de veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen van de fabrikant in acht.
Het glansspoelmiddel zorgt ervoor dat het laatste spoelwater (glansspoelen) wegstroomt zon-
der druppels achter te laten.
Als de glansspoelmiddelvoorraad leeg is, knippert de bijvulindicator en op de display
staat
Glansmiddel bijvullen
.
Open het glansspoelmiddelreservoir door de sluiting in de rich-
ting van de pijl te drukken.
Vul het glansspoelmiddel bij tot de markering «max»
(1,3dl = ca. 35 afwasbeurten).
Sluit het scharnierdeksel.
Veeg gemorst glansspoelmiddel af.
6.6 Opslagtank legen
De opslagtank moet worden geleegd voordat het apparaat wordt losgekoppeld van de
stroomvoorziening (bij. in vakantiewoningen, bij andere huurders ).
Houd bij uitgeschakeld apparaat de toets gedurende 5 seconden ingedrukt. Het opslag-
reservoir wordt geleegd.
34
7 Storingen zelf verhelpen
7 Storingen zelf verhelpen
De volgende storingen kunt u eventueel zelf oplossen. Als dit niet mogelijk is, noteer dan de
complete storingsmelding en het fabricatie(serie)nummer (FN) op het typeplaatje van uw ap-
paraat en bel de servicedienst.
7.1 Storingsmeldingen
Bij storingen klinkt er gedurende 1 minuut een geluidssignaal.
Display Mogelijke oorzaken Oplossing
A0
Schuimvorming?
Sterk schuimend afwas-
middel gebruikt.
Gemorst glansspoelmid-
del.
Handafwasmiddel ge-
bruikt.
Veeg gemorst glansspoelmiddel af
met een doek.
Vernietig het schuim met ca. 1 dl azijn.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Selecteer het programma «Voorspoe-
len»
A1
Zeefsysteem con-
troleren
Zeefsysteem niet ge-
plaatst.
Zeefsysteem niet volledig
vergrendeld.
Controleer en plaats het zeefsysteem,
draai de fijne-zeefgreep helemaal
rechtsom.
A2
Waterafvoer contro-
leren
Zeefsysteem verstopt.
Afvoerslang geknikt.
Afvoerpomp of sifon ver-
stopt.
Bovenmatige schuimvor-
ming door gemorst glans-
spoelmiddel.
Reinig het zeefsysteem.
Verhelp de storing.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
A7
Warmtepompsto-
ring
Storing van de warmte-
pomp
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Het apparaat is verder klaar voor gebruik.
De warmtepomp wordt niet gebruikt.
A9
Watertoevoer con-
troleren
Waterkraan gesloten.
Filterzeef in de toevoer
verstopt.
Onderbreking in de wa-
tertoevoer.
Te lage waterdruk.
Verhelp de storing of wacht tot de wa-
tertoevoer is hersteld.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
F8 / E18
zie handleiding /
FN XXXXX XXXXXX
Toevoerwater is warmer
dan 79 °C (warmwater-
aansluiting).
Laat de temperatuur van het toevoer-
water verlagen door een sanitairmon-
teur.
35
7 Storingen zelf verhelpen
Display Mogelijke oorzaken Oplossing
F../E…
zie handleiding /
FN XXXXX XXXXXX
Verschillende situaties
kunnen tot een «F»-mel-
ding leiden.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Indien de storingsmelding niet ver-
dwijnt:
Onderbreek de stroomtoevoer gedu-
rende ca. 1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de storingsmelding en het
FN-nummer.
Sluit de waterkraan en onderbreek de
stroomtoevoer.
Bel de klantenservice.
U../E..
Zie handleiding
Foutieve elektrische aan-
sluiting.
Overspanning.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Indien de storingsmelding niet ver-
dwijnt:
Onderbreek de stroomtoevoer voor ca.
1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer weer in.
Druk op de toets om de storingsmel-
ding te bevestigen.
Start het programma opnieuw.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de storingsmelding en het
FN-nummer.
Onderbreek de stroomtoevoer.
Laat de elektrische installatie nakijken
door een deskundige.
36
7 Storingen zelf verhelpen
7.2 Verdere mogelijke verstoringen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat start
niet.
Verschillende redenen mogelijk. Sluit de apparaatdeur.
Steek de stekker in het stop-
contact.
Controleer de zekeringen.
Neem het hoofdstuk «Bedie-
ning bij geactiveerde kinderbe-
veiliging» in acht.
De «demomodus» is ingescha-
keld.
Open de apparaatdeur.
Houd de toetsen en in-
gedrukt en druk bovendien
toets in.
In de display staat: «Demomo-
dus AAN»
Druk op de toets .
In de display staat: «Demomo-
dus UIT».
Druk op de toets om de mel-
ding te bevestigen.
Het apparaat heeft
een vreemde geur.
Verschillende redenen mogelijk. Reinig het zeefsysteem.
Laat het programma «Machine-
onderhoud» met machineon-
derhoudsmiddel lopen.
Kies een krachtiger program-
ma.
Vul voldoende regenereerzout
bij.
Opslagduur van de tank ver-
minderen (bijv. 12h).
De tijdsindicatie
blijft bij program-
mastart of tijdens
het afwassen tot 4
minuten stil staan.
Waterontharder wordt na het re-
genereerproces weggespoeld.
De programmaduur en de tijdsin-
dicatie passen zich aan de ver-
vuilingsgraad van het vaatwerk
aan.
Geen actie nodig.
37
7 Storingen zelf verhelpen
7.3 Onbevredigend spoelresultaat
Probleem Oplossing
De vaat wordt niet
schoon.
Kies een krachtiger programma.
Deel de lading van de vaatwerkkorven anders in; voorkom sproei-
schaduwen.
Reinig het zeefsysteem en plaats het juist terug.
Controleer of sproeiarmen zijn geblokkeerd of vervuild.
Doseer het afwasmiddel nauwkeurig of gebruik ander afwasmiddel.
Stel de waterhardheid correct in.
Vul regenereerzout bij.
Er zit een witte laag
op de vaat.
Reinig het apparaat met machineonderhoudsmiddel.
Vul het regenereerzout bij en kies het programma «Voorspoelen»
zonder vaatwerk.
Doseer het afwasmiddel nauwkeurig of gebruik ander afwasmiddel.
Vul het spoelglansmiddel bij.
Stel de spoelglansmiddeldosering hoger in.
Stel de waterhardheid correct in.
Indien geen ‑afwasmiddel wordt gebruikt, in de persoonlijke instel-
lingen onder
All in 1 AAN
instellen.
Op de vaat zijn
strepen te strepen
of melkachtige vlek-
ken te zien.
Stel de glansspoelmiddeldosering lager in.
Indien geen ‑afwasmiddel wordt gebruikt, in de persoonlijke instel-
lingen
All in 1 UIT
instellen.
Het serviesgoed is
nat en zonder glans
of heeft droogvlek-
ken.
Vul het spoelglansmiddel bij.
Stel de spoelglansmiddeldosering hoger in.
Gebruik een ander glansspoelmiddel.
Open de apparaatdeur aan het einde van een programma pas als
er een lang geluidssignaal klinkt en de display of het Function Light
dooft (afhankelijk van het model).
Indien geen ‑afwasmiddel wordt gebruikt, in de persoonlijke instel-
lingen onder
All in 1 UIT
instellen.
De vaat heeft roest-
vlekken.
Het gaat om roest afkomstig van bestek, pannen, uit de waterleiding,
etc. Het apparaat is gemaakt van roestvrij staal.
Vul het regenereerzout bij en kies het programma «Voorspoelen»
zonder vaatwerk.
In het apparaat zit-
ten spoelmiddelres-
ten.
Controleer of sproeiarmen zijn geblokkeerd of vervuild.
Gebruik een ander afwasmiddel.
Controleer het klepje van het afwasmiddelreservoir.
Controleer of het filtersysteem vuil is.
38
8 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Probleem Oplossing
Vaatwerkkorf en
kunststofdelen in
het toestel verkleu-
ren.
Er is vaatwerk met kleur afgevende etensresten (bijv. tomaten- of curry-
saus) afgewassen. De verkleuring kan na enkele afwasbeurten weer af-
nemen.
7.4 Bij een stroomonderbreking
Een lopend programma wordt onderbroken. Nadat de stroomonderbreking is verholpen,
wordt het programma voortgezet.
Storingsbewaking wordt onderbroken.
8 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Bij bestellingen het modelnummer van het toestel en een nauwkeurige omschrijving van het
toebehoren of reserveonderdeel aangeven.
Toebehoren
Bestekkorf «klein»
Bestekkorf «groot»
Kopjesrek
39
8 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Glazeninzetstuk
Vario-bestekhouder
Onderkorf voor glazen
Legborden
Set Easy-pennen (4 stuks)
Reserveonderdelen
Zeefsysteem
40
9 Technische gegevens
9 Technische gegevens
Afmetingen SMS 55 SMS 55
Grote ruimte
EURO 60 EURO 60
Grote ruimte
EURO 60 WP
Apparaathoogte (incl.
glijplaat 3mm)
762mm 827mm 762mm 827mm
Apparaathoogte (incl.
verstelvoet)
848–893mm 783-828mm 848–893mm 866-911mm
Apparaatbreedte 546mm 546mm 596mm 596 mm 596mm
Apparaatdiepte 572mm 572mm 572mm 572 mm 572mm
Apparaatgewicht 42-48kg 63kg
Sanitairaansluiting Elektrische aansluiting
Koud of warm water tot 60 °C: G¾" Zie typeplaatje:
Open de apparaatdeur.
Het typeplaatje bevindt zich
links op de kuiprand.
Toegestane druk watertoevoer: 0,1–1,0MPa
(1–10bar)
Max. pomphoogte van de afvoer: 1,2m
Omgevingseisen
Minimale omgevingstemperatuur: +10°C
Veiligheidsconcept
Zolang de stroomtoevoer gegarandeerd is, wordt het apparaat door de elektronische bestu-
ring bewaakt. Optredende storingen worden door de storings- of foutmeldingen aangegeven.
Overstromingsbeveiliging
De overstromingsbeveiliging werkt niet tijdens een stroomuitval. Draai bij langduri-
ge gebruikspauzes de waterkraan dicht.
De elektronische besturing bewaakt het waterpeil in het apparaat. Bij storing wordt de afvoer-
pomp ingeschakeld en de watertoevoer geblokkeerd.
41
9 Technische gegevens
9.1 Productgegevensblad
Conform bepaling (EU) nr. 1059/2010
Merk - V-ZUG Ltd
Modelidentificatie (de eerste 5
cijfers van het FN)
- 41047
41056
41057
41058
41083
41084
41048
41059
41060
41061
41085
41086
41046
41082
Nominale capaciteit in stan-
daardcouverts voor de stan-
daard reinigingscyclus
- 12 13 13 14 13
Energie-efficiëntieklasse - A+++
Jaarlijks energieverbruik
1
) kWh/jaar 208 211 211 214 155
Energieverbruik van de stan-
daardreinigingscyclus
kWh 0,74 0,75 0,75 0,76 0,55
Energieverbruik in de uit-stand
en in de niet-uitgeschakelde
stand
W 0,1/0,0
Berekend jaarlijks waterverbruik
2
)
l/jaar 1876 1932 1876 1932 2464
Drogingsefficiëntieklasse op een
schaal van G (laagste efficiëntie)
tot A (hoogste efficiëntie)
- A
Standaardprogramma
3
) - Eco
Programmaduur van de stan-
daardreinigingscyclus
min 270 280 270 280 295
Programmaduur van de stan-
daard reinigingscyclus *)
min 278 278 278 288 295
Duur van de niet-uitgeschakelde
stand
min 0
Luchtgeluidsemissie type …Vi dB (A) 40 40 40 40 44
Luchtgeluidsemissie type …di dB (A) 42 42 42 42 46
1
)
Jaarlijks energieverbruik op basis van 280 standaard reinigingsbeurten bij koudwatervulling en verbruik van de bedrijfsmodi met laag opgenomen vermogen.
Het daadwerkelijke energieverbruik hangt af van de wijze waarop het toestel gebruikt wordt.
2
)
Berekend jaarlijks waterverbruik op basis van 280 standaard reinigingsbeurten. Het daadwerkelijke waterverbruik hangt af van de wijze waarop het toestel ge-
bruikt wordt.
3
)
Standaardprogramma waarop de informatie van dit gegevensblad zich baseert. Dit programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild vaatwerk en
met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik het efficiëntst.
*) Enkelfase aansluiting (230V~50Hz, 2200W, 10A)
42
9 Technische gegevens
9.2 Verbruikswaarden
De verbruiksgegevens gelden voor een eenfasenaansluiting 230 V 2 N.
Bij de verbruiksgegevens gaat het om typische waardebereiken. Door de belading, de water-
toevoertemperatuur of de procesregeling (bijvoorbeeld regenereren, enz.), kunnen de waar-
den variëren.
V = Voorspoelen T = Drogen
R = Reiniging D = Duur
Z = Tussenspoelen W = Water
G = Glansspoelen E = Energie
De aangegeven programmaduur en verbruikswaarden zijn richtwaarden. Door de keuze van
extra functies, de beladingshoeveelheid, de vaat, de reinigingswijze en -hoeveelheid, de inlaat-
watertemperatuur, de elektrische aansluiting en specifiek programmaverlopen (bijv. regenere-
ren), kunnen de waarden bovendien variëren.
Toestel zonder wamtepomp
Programma V
[°C]
R
[°C]
Z G
[°C]
T D * W
[l]
E
[kWh]
Eco-programma Nee 50 Ja 45 Ja 4h30
4h40
6,7
6,9
0,74
0,76
Automatisch Indien
nodig
(koud)
50-60 Indien
nodig
60 Ja 0h55
1h35
5
18
0,7
1,3
Dagelijks kort Indien
nodig
(35)
60 Ja 60 Kort 0h47 11
16
0,9
1,2
Sprint Nee 55 Nee 50 Kort 0h20 8 0,8
Intensief Indien
nodig
(35)
65 Ja 60 Ja 1h40 16
22
1,2
1,4
Silent Indien
nodig
(koud)
60 Ja 60 Ja 2h50 8
14
1,1
1,2
Party Nee 55 Nee 50 Nee 0h11
(–5h20)**
4
(–24)**
0,8
(–2,4)**
Glas Nee 45 Ja 55 Ja 0h50 9
11
0,8
43
9 Technische gegevens
Programma V
[°C]
R
[°C]
Z G
[°C]
T D * W
[l]
E
[kWh]
Fondue/raclette Inweken
(35)
65 Ja 60 Ja 2h15 11
18
1,3
1,5
Hygiëne 55 70 60 65 Ja 1h40 12
15
1,7
Machineonder-
houd
Nee 70 60 65 Ja 1h50 15
19
1,35
Voorspoelen koud Nee Nee Nee Nee 0h15 1
4
0,05
* Tijdsduur zonder nadrogen. De programmaduur is afhankelijk van de volgende voorwaar-
den:
Aansluitwaarde (bij een eenfasige aansluiting is de programmaduur tot 15minuten langer)
Opslagduur tank (bij automatisch spoelen van de tank wordt de programmaduur tot 30mi-
nuten langer)
** afhankelijk van of 1 of max. 5 cycli worden gestart.
Apparaat met warmtepomp
Opdat de warmtepomp ook bij een uitgeschakeld toestel goed wordt geventileerd,
kan een ventilator inschakelen. Het daarbij gegenereerde energieverbruik wordt
gerekend tot het programma dat voor het uitschakelen actief is geweest.
Programma V
[°C]
R
[°C]
Z G
[°C]
T D * W
[l]
E
[kWh]
Eco-programma Nee 50 Ja 45 Ja 4h55 8,7 0,55
Automatisch Indien
nodig
(koud)
50-60 Indien
nodig
60 Ja 0h55
1h30
5
19
0,6
1,2
Dagelijks kort Indien
nodig
(35)
60 Ja 60 Kort 0h45 11
17
0,8
1,1
Sprint Nee 55 Nee 50 Kort 0h18 9 0,75
Intensief Indien
nodig
(35)
65 Ja 60 Ja 1h37 16
23
1,1
1,3
44
9 Technische gegevens
Programma V
[°C]
R
[°C]
Z G
[°C]
T D * W
[l]
E
[kWh]
Silent Indien
nodig
(koud)
60 Ja 60 Ja 2h50 8
15
1,1
Party Nee 55 Nee 50 Nee 0h11
(–5h20)**
4
(-25)**
0,8
(–2,4)**
Glas Nee 45 Ja 55 Ja 0h48 9
12
0,75
Fondue/raclette Inweken
(35)
65 Ja 60 Ja 2h12 11
19
1,2
1,4
Hygiëne 55 70 60 65 Ja 1h37 12
16
1,4
1,6
Machineonder-
houd
Nee 70 60 65 Ja 1h50 15
19
1,3
Voorspoelen koud Nee Nee Nee Nee 0h15 1
4
0,05
* Tijdsduur zonder nadrogen. De programmaduur is afhankelijk van de volgende voorwaar-
den:
Aansluitwaarde (bij een eenfasige aansluiting 230V, 2200W, 10A, is de programmaduur tot
15minuten langer)
Looptijd van de warmtepomp
Opslagduur tank (bij automatisch spoelen van de tank is de programmaduur tot 30minu-
ten langer)
** afhankelijk van of 1 of max. 5 cycli worden gestart.
9.3 Aanwijzingen voor keuringsdiensten
De aanwijzingen voor keuringsdiensten zijn beschikbaar op het internet:
www.vzug.com/testinstitute.
9.4 Geluidsmeting
Zie hoofdstuk „Aanwijzingen voor keuringsdiensten”.
45
10 Afvoer
10 Afvoer
10.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
10.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door oneigen-
lijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet dit
door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het appa-
raat los.
Verwijder de deursluiting of maak hem onklaar.
10.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaarlijk zijn
en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen van
elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in ongesor-
teerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulpbronnen en
het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
10.4 Aanwijzing voor de warmtepomp
Dit toestel is vrij van CFK's. Het bevat gefluoreerd broeikasgas dat onder het protocol van Ky-
oto valt.
Warmtepomp hermetisch gesloten
Broeikasgas R134a
Hoeveelheid wasgoed [kg] 0,175
GWP [(kg CO
2
)/(kg broeikasgas)] 1430
Totaal GWP [t CO
2
] 0,250
46
47
11 Notities
Korte handleiding
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften
in de bedieningshandleiding!
Open de apparaatdeur.
Ruim het vaatwerk in.
Doe afwasmiddel in de machine.
Selecteer een programma.
Selecteer eventueel extra functies.
Sluit de apparaatdeur. Het programma
start onmiddellijk.
Als er een drievoudig geluidssignaal
klinkt, apparaatdeur openen en het vaat-
werk uitruimen.
Service & support
Registreer uw apparaat vandaag nog on-li-
ne via www.vzug.com en profiteer van de
beste ondersteuning bij mogelijke storin-
gen, ook tijdens de 2 jaar fabrieksgarantie
van het apparaat. Voor de registratie hebt u
het serienummer (FN) en de naam van het
apparaat nodig. Deze informatie is te vin-
den op het typeplaatje van uw apparaat.
U kunt het FN en de apparaatbeschrijving
extra noteren of de met het apparaat mee-
geleverde sticker aanbrengen
FN: ______________________________
Apparaat: _________________________
Uw reparatie-order
Onder www.vzug.com→Service→Service-
nummer vindt u het telefoonnummer van
uw dichtstbijzijnde V-ZUG Service Center.
Algemene aanvragen, toebehoren, service-
contract
V-ZUG helpt u graag bij algemene admini-
stratieve en technische vragen, neem uw
bestellingen voor toebehoren en onderde-
len in ontvangst of informeert u over de ge-
avanceerde servicecontracten.
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
1026789-R05
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

V-ZUG 41061 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen