Hilti DCH 300 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DCH 300 Diamant-slijpmachine
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 96
2 Beschrijving 97
3 Toebehoren, verbruiksmateriaal 99
4 Technische gegevens 100
5 Veiligheidsinstructies 101
6 Inbedrijfneming 105
7 Bediening 107
8 Verzorging en onderhoud 108
9 Foutopsporing 109
10 Afval voor hergebruik recyclen 110
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 110
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 110
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de diamant-slijpmachine DCH 300 bedoeld.
Bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Spindelarrêteerknop
;
Voorste handgreep
=
Aan-/uitschakelaar
%
Inschakelblokkering
&
Diamant-doorslijpschijf
(
Spindel
)
Beschermkap
+
Geleiderollen
§
Spansleutel SW 24/SW 10
/
Inbussleutel SW 6
:
Spanbout voor beschermkap
·
Deksel stofafzuigbuis
$
Service-indicatie
£
Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel)
Bevestigingssysteem DCH 300 voor diamant-
doorslijpschijven 2
|
Wisselflens ∅60 mm
¡
Spanflens ∅60 mm
Q
Spanmoer M16 x 1,5
Bevestigingssysteem DCH 300 voor kunstharsgebon-
den, vezelversterkte doorslijpschijven (optioneel) 3
W
Wisselflens ∅80 mm
E
Kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijf
∅300 mm
R
Spanflens ∅80 mm
T
Spanmoer M16 x 1,5
Diepte-aanslag (optioneel) 4
Z
Waaierkap
U
Haak
I
Vergrendeling
O
Diepte-aanslag
P
Snedediepteschaal
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
nl
96
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Gebodstekens
Helm dragen Veiligheids-
bril
dragen
Gehoorbe-
scherming
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Werkschoe-
nen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Symbolen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Ampère Volt Wissel-
stroom
Omwentelin-
gen per
minuut
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter Bereke-
ningstoeren-
tal
Dubbel
geïsoleerd
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
De DCH 300 is een elektrisch aangedreven diamant-slijpmachine voor professionele toepassingen in de bouw.
Het apparaat is geschikt voor het doorzagen van minerale materialen met behulp van diamant-doorslijpschijven zonder
toevoeging van water.
Voor het doorslijpen van minerale materialen moet een stofafzuiging met bijbehorend filter, bijv. Hilti stofzuiger VCU 40,
VCU 40-M of VCD 50, worden gebruikt.
Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading een stofzuiger met antistatische zuigslang.
Gebruik alleen diamant-doorslijpschijven met een toelaatbare omtreksnelheid van minimaal 80 m/sec.
Het apparaat mag uitsluitend duwend (oplopend) worden gebruikt.
Het werken met vloeistoffen, bijvoorbeeld voor de koeling van de slijpschijf of stofonderdrukking is verboden.
Gebruik het apparaat niet voor toepassingen met niet-geschikte gereedschappen (bijv. cirkelzaagbladen) of om te
schaven of te slijpen.
Optioneel kan het apparaat in combinatie met kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven ook worden
gebruikt om metalen werkstukken door te slijpen. Gebruik daarvoor alleen kunstharsgebonden, vezelversterkte
doorslijpschijven met een toelaatbare omtreksnelheid van minimaal 80 m/sec.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaatsen, werkplaatsen, renovaties, ombouw en nieuwbouw.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
Volg ook de veiligheids- en bedieningsinstructies voor de gebruikte toebehoren.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
nl
97
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Gebruik het apparaat niet in een omgeving waar brand- of explosiegevaar bestaat.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
Neem de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Schakelaar
Aan-/uitschakelaar met inschakelblokkering
2.3 Begrenzing van opstartstroom
De inschakelstroom van het apparaat bedraagt een veelvoud van de nominale stroom. Door de elektronische
begrenzing van de opstartstroom wordt de inschakelstroom zo sterk gereduceerd, dat de netzekering niet geactiveerd
wordt. Dit voorkomt dat de machine met schokken op gang komt.
2.4 Herstartblokkering
Het apparaat schakelt na een eventuele stroomonderbreking niet weer automatisch in. De schakelaar moet eerst
worden losgelaten en dan na circa 1 seconde opnieuw worden bediend.
2.5 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
2.6 Aanduidingen met lichtsignaal
Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud").
Aanduiding van diefstalbeveiliging (optioneel verkrijgbaar) (zie het hoofdstuk "Bediening").
2.7 Beschermkap met geleiderollen
Doorslijpen en het maken van sleuven in steen mag alleen met een stofkap met geleiderollen worden uitgevoerd.
2.8 Elektronische overbelastingsbeveiliging
Dit apparaat heeft een elektronische overbelastingsbeveiliging.
De elektronische overbelastingsbeveiliging controleert de stroomopname en beschermt zo het apparaat tegen
overbelasting.
Bij overbelasting van de motor door te hoge aandrukkracht en daarmee gepaard gaande te hoge stroomopname
schakelt het apparaat de motor uit.
Na het loslaten van de aan-/uitschakelaar kan verder worden gewerkt.
Door verlaging van de aandrukkracht kan de gebruiker voorkomen dat het apparaat uitschakelt.
Een doorgaande bewerking zonder uitschakeling dient te worden nagestreefd.
2.9 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Draaddoorsnede 1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 100 V
-
30 m
-
50 m
Netspanning 110-120 V
--
40 m
-
Netspanning 220-240 V 30 m
-
50 m
-
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter kleiner dan 1,5 mm².
nl
98
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
2.10 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.11 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van
het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen +5% en -15% ten opzichte van de nominale
spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Voed met de generator/transformator in geen geval tegelijkertijd andere apparaten of gebruik een genera-
tor/transformator die geschikt is voor het gebruik van het apparaat en de stofzuiger tegelijk. Het in- en uitschakelen
van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat
beschadigd kan raken.
2.12 Diepte-aanslag (optioneel)
Het apparaat kan met een diepte-aanslag worden uitgerust. Deze verbetert ook de stofafzuiging bij het doorslijpen
van minerale materialen. Met de diepte-aanslag kan met behulp van de snedediepte-schaalverdeling de maximale
snedediepte worden ingesteld.
2.13 Tot de standaard leveringsomvang behoren:
1 Apparaat met kap DCH-EX 300
1 Wisselflens ∅60 mm
1 Spanflens ∅60 mm
1 Spanmoer M16 x 1,5
1 Spansleutel SW 24/SW 10
1 Inbussleutel SW 6
1 Kartonnen verpakking
1Handleiding
2.14 Specificaties van de doorslijpschijven
Voor het apparaat moeten diamant-doorslijpschijven overeenkomstig de bepaling EN 13236 worden gebruikt.
Optioneel kan het apparaat ook kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven overeenkomstig EN 12413
(rechte, niet verzette vorm, type 41) worden gebruikt, om metalen te bewerken. Voor het apparaat moet daarbij de
geschikte gereedschapopname DCH 300 ABR (zie accessoires) worden gebruikt.
Zie ook de montagehandleiding van de fabrikant van de doorslijpschijf.
3 Toebehoren, verbruiksmateriaal
Omschrijving
Artikelnummer, beschrijving
Gereedschapopname DCH 300 ABR 212259, Wisselflens ∅80 mm, spanflens ∅80 mm, span-
moer M16 x 1,5
Diepte-aanslag voor DCH 300 212131
Stofzuiger uit het Hilti-assortiment
Slang compleet, antistatisch 203867, Lengte 5 m, ∅36
Hilti koffer 47986
DCH 300
Schijfsoort Specificatie Ondergrond
Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C1 Beton
Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C2 Cementbeton
Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 M1 Metselwerk, kalkzandsteen
nl
99
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
Schijfsoort Specificatie Ondergrond
Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C10 Economy Line-beton
Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 M10 Economy Line-metselwerk
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
Nominale
spanning
110V 220V 230V
230 V / CH
240 V
Nominaal in-
gangsvermogen
2.300 W 2.600 W 2.600 W 2.250 W 2.600 W
Nominale
stroom
22,5 A 12,5 A 12,1 A 10 A 11,7 A
Netfrequentie 50Hz 5060Hz 5060Hz 50Hz 50Hz
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
DCH 300
Afmetingen (L x B x H) 705 mm x 240 mm x 235 mm
Schroefdraad aandrijfspil M 16 X 1,5
Bevestigingsgat schijf 22,2 mm
25,4 mm
Doorslijpschijven Max. 305 mm
Dikte doorslijpschijf Max. 3,5 mm
Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 9,4 kg
Isolatieklasse Veiligheidsklasse I (geaard) of veiligheidsklasse II (dub-
bel geïsoleerd), zie typeplaatje
Nominaal nullasttoerental Max. 4.900/min
Aanhaalmoment voor spanmoer M16 x 1,5: 40…50 Nm
AANWIJZING
De in deze aanwijzingen aangegeven geluidsdruk- en trillingswaarden zijn gemeten overeenkomstig een genormeerd
meetproces en kunnen worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Ze zijn ook ge-
schikt voor een voorlopige inschatting van de blootstellingswaarden. De vermelde gegevens zijn representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kunnen
de gegevens afwijken. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden
verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de blootstellingswaarden moet ook rekening worden gehouden met
de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de
blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen
ter bescherming van de gebruiker tegen de invloeden van geluid en/of trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het
elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑1):
Typisch A-gekwalificeerd geluidsniveau 117 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsniveau 106 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A)
Vibratie-informatie volgens EN 60745
Triaxiale vibratiewaarden (vibratievectorsom) Gemeten volgens EN 60745‑2‑22
Doorslijpen, a
h,AG
5,1 m/s²
Onzekerheid (K) 1,5 m/s²
nl
100
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
5 Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
senofstoffenbevinden.Elektrische gereedschap-
pen veroorzaken vonken die het stof of de dampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
schegereedschap. Gebruikhet elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschiktewerkkleding. Draag geenloshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kledingen
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangendekleding,sieradenenlangeharenkun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
nl
101
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
nerenennietvastklemmenenofonderdelenge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsaanwijzingen voor doorslijpmachines
a) De bij het elektrisch gereedschap behorende be-
schermkap moet stevig aangebracht en zodanig
ingesteld zijn, dat een zo groot mogelijke veilig-
heid wordt bereikt. Een zo klein mogelijk deel van
het slijpdeel mag open naar de bediener gericht
zijn. Zorg ervoor dat u en andere personen die
zich in de nabijheid bevinden buiten het vlak van
de roterende slijpschijf blijven. De beschermkap
moet de bediener beschermen tegen brokstukken en
toevallig contact met het slijpdeel.
b) Gebruik uitsluitend met vezel versterkte of met
diamant geïmpregneerde doorslijpschijven voor
uw elektrisch gereedschap. Hetfeitdatutoebeho-
ren aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen,
betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is.
c) Het toegestane toerental van het inzetgereed-
schap dient minstens zo hoog te zijn als het maxi-
male toerental dat op het elektrisch gereedschap
staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien
dantoegestaankunnenbrekeneninhetrondvliegen.
d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen in-
zetmogelijkheden worden gebruikt. Bijvoorbeeld:
Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalaf-
name met de rand van de schijf. Door zijwaartse
krachtinwerking kan het slijpdeel worden gebroken.
e) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. Dejuiste flenzen ondersteunen de slijpschijf
enverminderenzo het gevaar dat de slijpschijf breekt.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de ho-
gere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap
en kunnen breken.
g) De buitendiameter en dikte van het inzetgereed-
schap dienen overeen te komen met de opgege-
ven afmetingen van uw elektrisch gereedschap.
Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet vol-
doende worden afgeschermd of gecontroleerd.
h) Slijpschijven en flenzen moeten precies op de
slijpspil van uw elektrisch gereedschap passen.
Inzetgereedschap dat niet op de slijpspil van het
elektrisch gereedschap past, draait zeer ongelijkma-
tig en trilt erg sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van
controle.
i) Gebruik geen beschadigde slijpschijven. Contro-
leer voor elk gebruik de slijpschijven op afsplinte-
ringen enbarsten. Wanneer het elektrisch gereed-
schap of de slijpschijf naar beneden valt, contro-
leert u het onderdeel op beschadigingen of ge-
bruikt u een onbeschadigd slijpschijf. Wanneer u
de slijpschijf heeft gecontroleerd en aangebracht,
zorgt u ervoor dat u en andere personen die zich
in de nabijheid bevinden buiten het vlak van de
roterende slijpschijf blijven en laat u het appa-
raat een minuut lang op het hoogste toerental
draaien. Beschadigde slijpschijven breken meestal
in deze testperiode.
j) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming of een veiligheidsbril.
Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort, dat u bescherming biedt tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende
toepassingen ontstaan, te worden beschermd.
Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof
te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent
blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
k) Let er op dat andere personen zich op een veilige
afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen
die de werkruimte betreedt, dient een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kun-
nenwegvliegenenletselveroorzaken,ookbuitende
directe werkgebied.
nl
102
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
l) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
m) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend in-
zetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsne-
denof gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
n) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voor-
dat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in
contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verlie-
zen.
o) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
p) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch
gereedschap regelmatig te reinigen. De motor-
ventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektri-
sche gevaren.
q) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kan dit materiaal vlam vatten.
r) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare
koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische
schok.
5.3 Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van
een draaiende slijpschijf die blijft haken of blokkeert. Dit
blijven haken of blokkeren leidt tot een abrupte stop
van het draaiende inzetgereedschap Hierdoor ondergaat
een ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in, bij de plaats
van de blokkade een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of
geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de
plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door pas-
sende voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven,
worden voorkomen.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik
altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle te houden op
terugslagkrachtenof reactiemomentenals gevolg
van het op toeren komen. De bediener kan door de
juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten onder controle houden.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
c) Kom niet in het gebied voor en achter de rote-
rende doorslijpschijf. Door de terugslag wordt het
elektrisch gereedschap naar de plaats van de blok-
kade bewogen in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en be-
klemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst
de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controle-
verlies of een terugslag.
e) Gebruik geen ketting‑ of getand zaagblad en ook
geengesegementeerde diamantschijf waarvan de
sleuven breder dan 10 mm zijn. Dergelijk inzetge-
reedschap leidt vaak tot een terugslag of tot het
verlies van controle over het elektrisch gereedschap.
f) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf
en een te hoge aandrukkracht. Voer geen over-
matig diepe snedes uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blok-
keren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag
of slijpdeelbreuk ontstaat.
g) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of
u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan
rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf
uit de snede te trekken, anders kan er een terug-
slag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd
raken vast en hef deze op.
h) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat
de doorslijpschijf eerst het volledige toerental be-
reiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders
kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
i) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken on-
dersteund worden, om het risico van een te-
rugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan
beide kanten ondersteund worden, zowel bij de door-
slijpschijf als aan de rand.
j) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in
bestaande wanden of andere gebieden die niet
zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij
het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorza-
ken.
nl
103
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
5.4 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.4.1 Veiligheid van personen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrische ge-
reedschap toegestane doorslijpschijven en de
voor deze doorslijpschijven bestemde bescherm-
kap. Doorslijpschijven die niet geschikt zijn voor
het elektrische gereedschap, kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) Houd het apparaat bij boren uit de hand altijd met
beide handen vast aan de daarvoor bestemde
handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en vet.
c) Wanneer verdekt liggende elektrische leidingen
of het netsnoer door het gereedschap kunnen
worden beschadigd, houd het apparaat dan
aan de geïsoleerde greepgedeelten vast.Bij
contact met stroomvoerende leidingen worden
onbeschermde metalen delen van het apparaat
onder spanning gezet en loopt de gebruiker het
risico van een elektrische schok.
d) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen. Sluit de
klep van de afzuigaansluiting.
e) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
f) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
g) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
h) Voor het doorslijpen van metalen alleen met be-
schermkap werken. Sluit de klep van de afzuig-
aansluiting.
i) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te
zetten. Er kunnen brokstukken naar buiten en/of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
j) Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of
met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de
elektronica defect is. Laat het apparaat direct door
de erkende Hilti-service repareren.
k) Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat
het apparaat geen speelgoed is.
l) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
m) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.4.2 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aan-
wijzingen van de producent, opgeslagen, behan-
deld en aangebracht te worden.
b) Zorg dat steunschijven worden gebruikt wanneer
deze bij de doorslijpschijven worden geleverd en
vereist zijn.
c) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
d) Zorgervoor dat de slijpschijf voor hetgebruik juist
wordt aangebracht en bevestigd, laat het gereed-
schap gedurende 30 sec. onbelast draaien op een
veilige plaats. Het apparaat direct uitschakelen
wanneer zich aanzienlijke trillingen voordoen en
wanneer andere gebreken worden vastgesteld.
Doet deze toestand zich voor, onderzoek dan het
complete apparaat om de oorzaak te bepalen.
e) Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik
ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. u zelf
of andere personen raken. Stel hiervoor de be-
schermkap juist in.
f) Sleuvenindragendewandenofanderestructuren
kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het schei-
den van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor
het begin van de werkzaamheden de verantwoor-
delijke staticus, architect of de uitvoerder raad-
plegen.
g) Voorkom dat het apparaat kantelt door het aan-
dachtig te geleiden en door recht te slijpen. Het
slijpen van bochten is niet toegestaan.
h) Geleid het apparaat altijd gelijkmatig en oefen
geen zijdelingse druk uit op de doorslijpschijf. Zet
het apparaat altijd onder een rechte hoek op de
ondergrond. Verander tijdens het slijpen nooit de
slijprichting door zijwaartse druk of buigen van
de slijpschijf. De kans bestaat dat de doorslijpschijf
breekt of beschadigd raakt.
5.5 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.5.1 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
nl
104
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang ze wanneer ze beschadigd zijn. Wordt het
net- of het verlengsnoer tijdens de werkzaamhe-
den beschadigd, dan mag u het niet aanraken.
Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het risico van
een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroomschakelaar (RCD) met
maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is
aangesloten. Het gebruik van een lekstroomschake-
laar vermindert het risico van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
schakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afscha-
kelstroom aanbevolen.
5.5.2 Werkgebied
Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte.
Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van
stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid.
5.5.3 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en de personen die zich in de nabijheid
bevinden, dienen tijdens het gebruik van het appa-
raat een geschikte veiligheidsbril, veiligheidshelm,
gehoorbescherming, werkhandschoenen en veilig-
heidsschoenen te dragen.
6 Inbedrijfneming
WAARSCHUWING
Voor montage- of ombouwwerkzaamheden aan het
apparaat moet de stekker uit het stopcontact worden
gehaald en de doorslijpschijf resp. de as volledig tot
stilstand zijn gekomen
ATTENTIE
De netspanning dient overeen te komen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet
aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
ATTENTIE
Werkhandschoenen dragen, vooral bij het verwisse-
len van schijven, verstelling van de beschermkap en
montage van de diepte-aanslag.
6.1 Beschermkap
WAARSCHUWING
Gebruik het apparaat nooit zonder beschermkap.
AANWIJZING
Als de klemming van de beschermkap te gering is, kan
de klemming door licht aandraaien van de spanschroef
worden verhoogd.
6.1.1 Montage en instelling van de beschermkap 5
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Maak de spanschroef met de inbussleutel los.
3. Breng de beschermkap aan op het tandwielhuis.
4. Draai de beschermkap in de gewenste stand.
5. Maak de spanschroef met de inbussleutel vast.
6.1.2 Demontage beschermkap
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Maak de spanschroef met de inbussleutel los.
3. Draai de beschermkap en verwijder deze.
6.2 Diepte-aanslag (optioneel)
GEVAAR
De diepte-aanslag moet uitsluitend voor de
bewerking van minerale ondergronden met
diamant-doorslijpschijven worden gebruikt.
6.2.1 Montage/demontage diepte-aanslag 4
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Hang voor de montage de haak in de as van de
geleiderollen.
3. Draai de waaier in de beschermkap tot de vergren-
deling hoorbaar aangrijpt.
4. Om te demonteren drukt u de vergrendeling in en
zwenkt u de waaier uit de beschermkap.
nl
105
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
G
G
6.2.2 Snedediepte-instelling aan de diepte-aanslag
1. Druk de diepte-aanslag in.
2. Verschuif de diepte-aanslag met de markering op
de gewenste snedediepte.
6.3 Montage doorslijpschijf
ATTENTIE
Gebruik alleen snijgereedschap waarvan het toege-
stane toerental minstens even groot is als het maxi-
male nullasttoerental van het apparaat.
ATTENTIE
Er mogen geen beschadigde, onronde of vibrerende
snijgereedschappen worden gebruikt.
ATTENTIE
Gebruik geen kunstharsgebonden, vezelversterkte
doorslijpschijven waarvan de houdbaarheidsdatum
verstreken is.
AANWIJZING
Voor het apparaat moeten diamant-doorslijpschijven
overeenkomstig de bepaling EN 13236 worden gebruikt.
Optioneel kan het apparaat ook kunstharsgebonden,
vezelversterkte doorslijpschijven overeenkomstig EN
12413 (rechte, niet verzette vorm, type 41) worden
gebruikt, om metalen te bewerken. Voor het apparaat
moet daarbij de geschikte gereedschapopname
DCH 300 ABR (zie accessoires) worden gebruikt. Zie
ook de montagehandleiding van de fabrikant van de
doorslijpschijf.
AANWIJZING
Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de
snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het alge-
meen is dit het geval als de hoogte van de diamantseg-
menten minder dan 2 mm is.
6.3.1 Montage diamant-doorslijpschijf
De segmenten moeten een negatieve spaanhoek hebben
en de sleufbreedte G tussen de segmenten mag maxi-
maal 10 mm bedragen. De schijfdikte mag de maximale
waarde van 3,5 mm niet overschrijden.
De wisselflens ∅60 mm kan met doorslijpschijven met
een binnendiameter van 22,2 mm en met doorslijpschij-
ven met een binnendiameter van 25,4 mm worden ge-
bruikt. Controleer welke zijde van de wisselflens bij de
binnendiameter van de doorslijpschijf past. De flens moet
de doorslijpschijf centreren.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Reinig de spanflens en de spanmoer.
3. Zet de wisselflens ∅60 mm met de juiste zijde zo op
de spindel dat hij niet meer kan worden verdraaid.
4. Zet de diamant-doorslijpschijf op de wisselflens.
5. Breng de spanflens ∅60 mm en de spanmoer aan.
6. ATTENTIE De spindelarrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelarrêteerknop in en houd deze inge-
drukt.
7. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat
vervolgens de spindelarrêteerknop los.
8. Zorg ervoor dat de spindelarrêteerknop zich in de
basisstand bevindt.
6.3.2 Montage kunstharsgebonden, vezelversterkte
doorslijpschijf (optioneel)
ATTENTIE
Gebruik bij kunstharsgebonden, vezelversterkte
doorslijpschijven nooit flenzen kleiner dan ∅80 mm.
De wisselflens ∅80 mm kan zowel met doorslijpschijven
met een binnendiameter van 22,2 mm en doorslijpschij-
ven met een binnendiameter van 25,4 mm worden ge-
bruikt. Controleer welke zijde van de wisselflens bij de
binnendiameter van de doorslijpschijf past. De flens moet
de doorslijpschijf centreren.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Reinig de spanflens en de spanmoer.
3. Zet de wisselflens ∅80 mm met de juiste zijde zo op
de spindel dat hij niet meer kan worden verdraaid.
4. Zet de diamant-doorslijpschijf op de wisselflens.
5. Breng de spanflens ∅80 mm en de spanmoer aan.
6. ATTENTIE De spindelarrêteerknop mag alleen bij
een stilstaande slijpspil geactiveerd worden.
Druk de spindelarrêteerknop in en houd deze inge-
drukt.
7. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat
vervolgens de spindelarrêteerknop los.
8. Zorg ervoor dat de spindelarrêteerknop zich in de
basisstand bevindt.
6.4 Demontage van doorslijpschijven
Voor de demontage van doorslijpschijven voert u de
stappeninomgekeerdevolgordeuit.
6.5 Opslag en transport van de doorslijpschijven
ATTENTIE
Verwijder de slijpschijf na het gebruik van het appa-
raat. Doorhettransportmetgemonteerde doorslijpschijf
kan de doorslijpschijf beschadigd worden.
ATTENTIE
Bewaar slijpschijven overeenkomstig de aanbevelin-
gen van de fabrikant. Ondeskundige opslag kan tot
beschadigingen van de doorslijpschijven leiden.
nl
106
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
7Bediening
GEVAAR
Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde
greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert
waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidin-
gen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact
met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen
delen van apparaten onder spanning komen te staan,
hetgeen tot een elektrische schok kan leiden.
WAARSCHUWING
Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met
schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektro-
nica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende
Hilti-service repareren.
ATTENTIE
Het apparaat en het slijpprocesproducerengeluid. Draag
oorbeschermers. Te hard geluid kan hetgehoor bescha-
digen.
ATTENTIE
Door het slijpen kunnen gevaarlijke splinters ontstaan.
Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel
veroorzaken. Draag een veiligheidsbril en een helm.
ATTENTIE
Belangrijk is de aanzetrichting. Het apparaat moet
altijd met de rollen vooraan op de ondergrond worden
gezet. Anders bestaat het gevaar voor een terugslag.
ATTENTIE
De netspanning dient overeen te komen met de gege-
vens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten
waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V
worden gebruikt.
ATTENTIE
De doorslijpschijf en onderdelen van het apparaat kun-
nen tijdens het gebruik heet worden. U kunt uw handen
verbranden. Draag werkhandschoenen. Het apparaat
alleen aan de daarvoor bedoelde handgrepen vast-
houden.
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
in een bankschroef.
WAARSCHUWING
Sleuvenindragendewandenofanderestructurenkun-
nen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van
wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van
de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, ar-
chitect of de uitvoerder raadplegen.
7.1 Werken met het apparaat
Let erop dat de gesloten kant van de beschermkap steeds
naar het lichaam van de gebruiker is gericht.
Pas de stand van de beschermkap aan de betreffende
werkzaamheden aan.
7.2 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)
AANWIJZING
Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging
tegen diefstal" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende
vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
7.2.1 Apparaat vrijschakelen
1. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert.
Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen
van de vrijschakelsleutel.
2. Breng de vrijschakelsleutel direct op het slotsym-
bool. Zodra de gele lamp van de diefstalbeveiliging
uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld.
AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbro-
ken, bijv. bij een wisseling van de werkomgeving of
bij netuitval, dan kan het apparaat nogong. 20 minu-
ten functioneren. Bij langere onderbrekingen moet
het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel opnieuw
worden vrijgeschakeld.
7.2.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie
voor het apparaat
AANWIJZING
Meer gedetailleerde informatie over de activering en het
gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handlei-
ding "Beveiliging tegen diefstal".
7.3 Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan
de daarvoor bestemde handgrepen.
3. Ontgrendel de aan-uitschakelaar door de inschakel-
blokkering te bedienen.
4. Bedien de aan-uitschakelaar.
5. Grijp met uw duim om de achterste handgreep.
7.4 Uitschakelen
Laat de aan-uitschakelaar los.
Na het loslaten van de aan-uitschakelaar stopt het appa-
raat.
De inschakelblokkering is weer geactiveerd.
nl
107
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
7.5 Werken met doorslijpschijven
GEVAAR
Voorkom dat het apparaat in de ondergrond "hapt",
om het gevaar van terugslag te beperken.
GEVAAR
Zet, indien mogelijk, eerst de rollen op de ondergrond
alvorens de slijpschijf in te brengen. Wees extra voor-
zichtig als dit niet mogelijk is, of wanneer de door-
slijpschijf in een bestaande sleuf wordt ingebracht.
1. Bij het doorslijpen van minerale materialen zet u het
apparaat met de geleiderollen op de ondergrond.
2. Laat het apparaat volledig op toeren komen.
3. Breng, door op het apparaat te drukken, de door-
slijpschijf langzaam in het materiaal in. Zo worden
slijpdeeltjes en vonken door de kap opgevangen en
door de stofzuiger afgezogen.
AANWIJZING Werkmeteenmatige,bijhettebe-
werken materiaal passende aanzet.
AANWIJZING Bij het bewerken van bijzonder harde,
minerale materialen, bijvoorbeeld beton met hoog
kiezelgehalte, kan de diamant-doorslijpschijf over-
verhit raken en daardoor beschadigd raken. Een
om de diamant-slijpschijf rondlopende vonkenre-
gen wijst hier duidelijk op. In dit geval moet het
slijpen worden onderbroken en moet de diamant-
doorslijpschijf worden afgekoeld door hem onbelast
te laten draaien.
Een te langzame voortgang van het apparaat kan het
gevolg zijn van stomp geworden diamantsegmen-
ten (polijsten van de segmenten). Door te slijpen
in abrasieve materialen (Hilti slijpplaat of abrasief
kalkzandsteen) kunnen de segmenten weer worden
geslepen.
7.6 Bewerken minerale ondergronden met een
geschikte stofzuiger
AANWIJZING
Lees, voor het verwijderen van het opgezogen materiaal,
de handleiding van de gebruikte stofzuiger.
in combinatie met een geschikte stofzuiger (zoals de
Hilti VCU 40, VCU 40-M of VCD 50) is het mogelijk om
stofarm te werken. het gebruik van een stofzuiger on-
dersteunt onder andere de koeling van de segmenten
en beperkt daardoor de slijtage aan de segmenten. Ge-
bruik ter voorkoming van elektrostatische oplading een
stofzuiger met antistatische zuigslang.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van het apparaat
GEVAAR
Bij extreme gebruiksomstandighedenkan er bij de bewer-
king van metaal geleidende stof in het apparaat worden
afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan
worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aan-
bevolen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken,
de ventilatiesleuven vaak schoon te maken en een
lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) voor te scha-
kelen.
De buitenste behuizing van de motor, alsmede de hand-
grepen, zijn uit slagvast kunststof vervaardigd. De hand-
grepen zijn gedeeltelijk met een elastomeer bekleed.
nl
108
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat
kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
Houd de greepgedeelten van het apparaat altijd vrij van
olie en vet. Gebruik geen siliconenhoudende reinigings-
middelen.
8.2 Service-indicatie
AANWIJZING
Het apparaat is uitgerust met een service-indicatie.
Display Is rood verlicht De looptijd voor een service is bereikt.
Het apparaat kan vanaf dat de aan-
duidinggaatbrandennogenkeleuren
worden gebruikt voordat het apparaat
automatisch wordt uitgeschakeld. Breng
het apparaat tijdig naar de Hilti Service,
zodat het altijd bedrijfsklaar is.
Knippert rood Zie het hoofdstuk Foutopsporing.
8.3 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.4 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet
worden gecontroleerd of alle beschermende delen van
het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat werkt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (op-
tioneel bij apparaat met beveiliging
tegen diefstal).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
Aan-uitschakelaar defect Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
Apparaat is overbelast (toepassings-
grens overschreden).
Kies het juiste gereedschap voor de
toepassing.
Oververhittingsbeveiliging actief. Apparaat laten afkoelen
Ventilatiesleuven schoonmaken.
Ander elektrisch defect Door een elektrotechnicus laten con-
troleren.
De elektronische startblokkering na
een stroomonderbreking is geacti-
veerd.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen
Verlengsnoer met te kleine diameter. Verlengsnoer met voldoende diameter
gebruiken (zie Inbedrijfneming).
Apparaat start niet en de
service-indicatie knippert rood.
Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
nl
109
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet en de
service-indicatie brandt rood.
Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Apparaat start niet en de aan-
duiding diefstalbeveiliging knip-
pert geel.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (op-
tioneel bij apparaat met beveiliging
tegen diefstal).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Diamant-slijpmachine
Type: DCH 300
Bouwjaar: 2007
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit
product verklaren wij dat het voldoet aan de
volgende voorschriften en normen: 2006/42/EG, tot
19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016:
2014/30/EU, 2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑22,
EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Johannes Wilfried Huber
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Senior Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Diamond
05/2015 05/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
110
Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03

Documenttranscriptie

OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DCH 300 Diamant-slijpmachine Lees de handleiding voor het eerste gebruik beslist door. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. nl Inhoud 1 Algemene opmerkingen 2 Beschrijving 3 Toebehoren, verbruiksmateriaal 4 Technische gegevens 5 Veiligheidsinstructies 6 Inbedrijfneming 7 Bediening 8 Verzorging en onderhoud 9 Foutopsporing 10 Afval voor hergebruik recyclen 11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Pagina 96 97 99 100 101 105 107 108 109 110 110 110 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding. In de tekst van deze handleiding wordt met »het apparaat« altijd de diamant-slijpmachine DCH 300 bedoeld. Bedienings- en indicatie-elementen 1 @ Spindelarrêteerknop ; Voorste handgreep = Aan-/uitschakelaar % Inschakelblokkering & Diamant-doorslijpschijf ( Spindel ) Beschermkap + Geleiderollen § Spansleutel SW 24/SW 10 / Inbussleutel SW 6 : Spanbout voor beschermkap · Deksel stofafzuigbuis $ Service-indicatie £ Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel) Bevestigingssysteem DCH 300 voor diamant- doorslijpschijven 2 | Wisselflens ∅60 mm ¡ Spanflens ∅60 mm Q Spanmoer M16 x 1,5 Bevestigingssysteem DCH 300 voor kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven (optioneel) 3 W Wisselflens ∅80 mm E Kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijf ∅300 mm R Spanflens ∅80 mm T Spanmoer M16 x 1,5 Diepte-aanslag (optioneel) 4 Z Waaierkap U Haak I Vergrendeling O Diepte-aanslag P Snedediepteschaal 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. 96 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen Symbolen Waarschuwingstekens Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Gebodstekens Helm dragen Veiligheidsbril dragen Gehoorbescherming dragen Materialen afvoeren voor recycling Ampère Volt Wisselstroom Omwentelingen per minuut Omwentelingen per minuut Diameter Berekeningstoerental Werkhandschoenen dragen Dubbel geïsoleerd Werkschoenen dragen Licht stofmasker dragen Vóór het gebruik de handleiding lezen Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat Het type en het seriekenmerk staan op het typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Type: Serienr.: 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften De DCH 300 is een elektrisch aangedreven diamant-slijpmachine voor professionele toepassingen in de bouw. Het apparaat is geschikt voor het doorzagen van minerale materialen met behulp van diamant-doorslijpschijven zonder toevoeging van water. Voor het doorslijpen van minerale materialen moet een stofafzuiging met bijbehorend filter, bijv. Hilti stofzuiger VCU 40, VCU 40-M of VCD 50, worden gebruikt. Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading een stofzuiger met antistatische zuigslang. Gebruik alleen diamant-doorslijpschijven met een toelaatbare omtreksnelheid van minimaal 80 m/sec. Het apparaat mag uitsluitend duwend (oplopend) worden gebruikt. Het werken met vloeistoffen, bijvoorbeeld voor de koeling van de slijpschijf of stofonderdrukking is verboden. Gebruik het apparaat niet voor toepassingen met niet-geschikte gereedschappen (bijv. cirkelzaagbladen) of om te schaven of te slijpen. Optioneel kan het apparaat in combinatie met kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven ook worden gebruikt om metalen werkstukken door te slijpen. Gebruik daarvoor alleen kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven met een toelaatbare omtreksnelheid van minimaal 80 m/sec. De werkomgeving kan zijn: bouwplaatsen, werkplaatsen, renovaties, ombouw en nieuwbouw. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. Volg ook de veiligheids- en bedieningsinstructies voor de gebruikte toebehoren. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke 97 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan aangegeven. Gebruik het apparaat niet in een omgeving waar brand- of explosiegevaar bestaat. Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt. Neem de lokale wetgeving m.b.t. de arbeidsomstandigheden in acht. Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. 2.2 Schakelaar Aan-/uitschakelaar met inschakelblokkering 2.3 Begrenzing van opstartstroom nl De inschakelstroom van het apparaat bedraagt een veelvoud van de nominale stroom. Door de elektronische begrenzing van de opstartstroom wordt de inschakelstroom zo sterk gereduceerd, dat de netzekering niet geactiveerd wordt. Dit voorkomt dat de machine met schokken op gang komt. 2.4 Herstartblokkering Het apparaat schakelt na een eventuele stroomonderbreking niet weer automatisch in. De schakelaar moet eerst worden losgelaten en dan na circa 1 seconde opnieuw worden bediend. 2.5 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel) Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 2.6 Aanduidingen met lichtsignaal Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud"). Aanduiding van diefstalbeveiliging (optioneel verkrijgbaar) (zie het hoofdstuk "Bediening"). 2.7 Beschermkap met geleiderollen Doorslijpen en het maken van sleuven in steen mag alleen met een stofkap met geleiderollen worden uitgevoerd. 2.8 Elektronische overbelastingsbeveiliging Dit apparaat heeft een elektronische overbelastingsbeveiliging. De elektronische overbelastingsbeveiliging controleert de stroomopname en beschermt zo het apparaat tegen overbelasting. Bij overbelasting van de motor door te hoge aandrukkracht en daarmee gepaard gaande te hoge stroomopname schakelt het apparaat de motor uit. Na het loslaten van de aan-/uitschakelaar kan verder worden gewerkt. Door verlaging van de aandrukkracht kan de gebruiker voorkomen dat het apparaat uitschakelt. Een doorgaande bewerking zonder uitschakeling dient te worden nagestreefd. 2.9 Gebruik van verlengsnoeren Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen. Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes: Draaddoorsnede 1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² - 3,5 mm² Netspanning 110-120 V - 30 m - 50 m - Netspanning 220-240 V 30 m - 40 m 50 m Netspanning 100 V - Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter kleiner dan 1,5 mm². 98 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 - 2.10 Verlengsnoer buiten Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren. 2.11 Het gebruik van een generator of transformator Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen +5% en -15% ten opzichte van de nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn. Voed met de generator/transformator in geen geval tegelijkertijd andere apparaten of gebruik een generator/transformator die geschikt is voor het gebruik van het apparaat en de stofzuiger tegelijk. Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd kan raken. 2.12 Diepte-aanslag (optioneel) Het apparaat kan met een diepte-aanslag worden uitgerust. Deze verbetert ook de stofafzuiging bij het doorslijpen van minerale materialen. Met de diepte-aanslag kan met behulp van de snedediepte-schaalverdeling de maximale snedediepte worden ingesteld. 2.13 Tot de standaard leveringsomvang behoren: 1 Apparaat met kap DCH-EX 300 1 Spanflens ∅60 mm 1 Spansleutel SW 24/SW 10 1 Kartonnen verpakking 1 1 1 1 Wisselflens ∅60 mm Spanmoer M16 x 1,5 Inbussleutel SW 6 Handleiding 2.14 Specificaties van de doorslijpschijven Voor het apparaat moeten diamant-doorslijpschijven overeenkomstig de bepaling EN 13236 worden gebruikt. Optioneel kan het apparaat ook kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven overeenkomstig EN 12413 (rechte, niet verzette vorm, type 41) worden gebruikt, om metalen te bewerken. Voor het apparaat moet daarbij de geschikte gereedschapopname DCH 300 ABR (zie accessoires) worden gebruikt. Zie ook de montagehandleiding van de fabrikant van de doorslijpschijf. 3 Toebehoren, verbruiksmateriaal Omschrijving Artikelnummer, beschrijving Gereedschapopname DCH 300 ABR 212259, Wisselflens ∅80 mm, spanflens ∅80 mm, spanmoer M16 x 1,5 212131 Diepte-aanslag voor DCH 300 Stofzuiger uit het Hilti-assortiment Slang compleet, antistatisch 203867, Lengte 5 m, ∅36 Hilti koffer 47986 DCH 300 Schijfsoort Specificatie Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C1 Ondergrond Beton Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C2 Cementbeton Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 M1 Metselwerk, kalkzandsteen 99 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl Schijfsoort Specificatie Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 C10 Ondergrond Economy Line-beton Diamant-doorslijpschijf DCH-D 305 M10 Economy Line-metselwerk 4 Technische gegevens Technische wijzigingen voorbehouden! Nominale spanning nl Nominaal ingangsvermogen Nominale stroom Netfrequentie 110 V 220 V 230 V 230 V / CH 240 V 2.300 W 2.600 W 2.600 W 2.250 W 2.600 W 22,5 A 12,5 A 12,1 A 10 A 11,7 A 50 Hz 50…60 Hz 50…60 Hz 50 Hz 50 Hz Informatie over het apparaat en het gebruik ervan DCH 300 Afmetingen (L x B x H) 705 mm x 240 mm x 235 mm Schroefdraad aandrijfspil M 16 X 1,5 Bevestigingsgat schijf Doorslijpschijven 22,2 mm 25,4 mm ∅ Max. 305 mm Dikte doorslijpschijf Max. 3,5 mm Gewicht conform EPTA-procedure 01/2003 9,4 kg Isolatieklasse Nominaal nullasttoerental Veiligheidsklasse I (geaard) of veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd), zie typeplaatje Max. 4.900/min Aanhaalmoment voor spanmoer M16 x 1,5: 40…50 Nm AANWIJZING De in deze aanwijzingen aangegeven geluidsdruk- en trillingswaarden zijn gemeten overeenkomstig een genormeerd meetproces en kunnen worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Ze zijn ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de blootstellingswaarden. De vermelde gegevens zijn representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kunnen de gegevens afwijken. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de blootstellingswaarden moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen de invloeden van geluid en/of trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluidsinformatie (volgens EN 60745‑1): Typisch A-gekwalificeerd geluidsniveau 117 dB (A) Typisch A-gekwalificeerd geluidsniveau 106 dB (A) Onzekerheid voor het genoemde geluidsniveau 3 dB (A) Vibratie-informatie volgens EN 60745 Triaxiale vibratiewaarden (vibratievectorsom) Doorslijpen, ah,AG Onzekerheid (K) 100 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 Gemeten volgens EN 60745‑2‑22 5,1 m/s² 1,5 m/s² 5 Veiligheidsinstructies 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen a) f) WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met netvoeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel). 5.1.1 Veiligheid op de werkplek Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het apparaat in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. a) 5.1.2 Elektrische veiligheid De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. a) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. 5.1.3 Veiligheid van personen Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico op letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem kan de gevaren door stof beperken. a) 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat a) 101 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl nl niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. 5.1.5 Service a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft. 5.2 Veiligheidsaanwijzingen voor doorslijpmachines De bij het elektrisch gereedschap behorende beschermkap moet stevig aangebracht en zodanig ingesteld zijn, dat een zo groot mogelijke veiligheid wordt bereikt. Een zo klein mogelijk deel van het slijpdeel mag open naar de bediener gericht zijn. Zorg ervoor dat u en andere personen die zich in de nabijheid bevinden buiten het vlak van de roterende slijpschijf blijven. De beschermkap moet de bediener beschermen tegen brokstukken en toevallig contact met het slijpdeel. b) Gebruik uitsluitend met vezel versterkte of met diamant geïmpregneerde doorslijpschijven voor uw elektrisch gereedschap. Het feit dat u toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen, betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is. c) Het toegestane toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap a) 102 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien dan toegestaan kunnen breken en in het rond vliegen. d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijvoorbeeld: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking kan het slijpdeel worden gebroken. e) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf breekt. f) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. g) De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de opgegeven afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. h) Slijpschijven en flenzen moeten precies op de slijpspil van uw elektrisch gereedschap passen. Inzetgereedschap dat niet op de slijpspil van het elektrisch gereedschap past, draait zeer ongelijkmatig en trilt erg sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. i) Gebruik geen beschadigde slijpschijven. Controleer voor elk gebruik de slijpschijven op afsplinteringen en barsten. Wanneer het elektrisch gereedschap of de slijpschijf naar beneden valt, controleert u het onderdeel op beschadigingen of gebruikt u een onbeschadigd slijpschijf. Wanneer u de slijpschijf heeft gecontroleerd en aangebracht, zorgt u ervoor dat u en andere personen die zich in de nabijheid bevinden buiten het vlak van de roterende slijpschijf blijven en laat u het apparaat een minuut lang op het hoogste toerental draaien. Beschadigde slijpschijven breken meestal in deze testperiode. j) Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming of een veiligheidsbril. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u bescherming biedt tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende toepassingen ontstaan, te worden beschermd. Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. k) Let er op dat andere personen zich op een veilige afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen die de werkruimte betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de directe werkgebied. l) m) n) o) p) q) r) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsneden of gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt. Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact treden met het steunvlak, waardoor u de controle over het elektrisch gereedschap kunt verliezen. Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen terwijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige contact met het draaiende inzetgereedschap gegrepen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam dringen. U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap regelmatig te reinigen. De motorventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektrische gevaren. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de nabijheid van brandbare materialen. Door vonken kan dit materiaal vlam vatten. Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 5.3 Terugslag en bijbehorende veiligheidsvoorschriften Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van een draaiende slijpschijf die blijft haken of blokkeert. Dit blijven haken of blokkeren leidt tot een abrupte stop van het draaiende inzetgereedschap Hierdoor ondergaat een ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade een versnelling. Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door passende voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven, worden voorkomen. a) altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om een zo groot mogelijke controle te houden op terugslagkrachten of reactiemomenten als gevolg van het op toeren komen. De bediener kan door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslagen reactiekrachten onder controle houden. b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet in het gebied voor en achter de roterende doorslijpschijf. Door de terugslag wordt het elektrisch gereedschap naar de plaats van de blokkade bewogen in een richting die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf. d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetgereedschap van het werkstuk terugkaatst en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controleverlies of een terugslag. e) Gebruik geen ketting‑ of getand zaagblad en ook geen gesegementeerde diamantschijf waarvan de sleuven breder dan 10 mm zijn. Dergelijk inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot het verlies van controle over het elektrisch gereedschap. f) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf en een te hoge aandrukkracht. Voer geen overmatig diepe snedes uit. Een overbelasting van de doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blokkeren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag of slijpdeelbreuk ontstaat. g) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is. Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf uit de snede te trekken, anders kan er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd raken vast en hef deze op. h) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volledige toerental bereiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. i) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken ondersteund worden, om het risico van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten ondersteund worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de rand. j) Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in bestaande wanden of andere gebieden die niet zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. Houd het elektrisch gereedschap goed vast en breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik 103 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. 5.4 Aanvullende veiligheidsvoorschriften 5.4.1 Veiligheid van personen a) b) c) nl d) e) f) g) h) i) j) k) l) m) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrische gereedschap toegestane doorslijpschijven en de voor deze doorslijpschijven bestemde beschermkap. Doorslijpschijven die niet geschikt zijn voor het elektrische gereedschap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. Houd het apparaat bij boren uit de hand altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. Wanneer verdekt liggende elektrische leidingen of het netsnoer door het gereedschap kunnen worden beschadigd, houd het apparaat dan aan de geïsoleerde greepgedeelten vast.Bij contact met stroomvoerende leidingen worden onbeschermde metalen delen van het apparaat onder spanning gezet en loopt de gebruiker het risico van een elektrische schok. Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. Sluit de klep van de afzuigaansluiting. Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit vermindert het risico om over het snoer te vallen. Voor het doorslijpen van metalen alleen met beschermkap werken. Sluit de klep van de afzuigaansluiting. Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied aan de overzijde van de werkzaamheden af te zetten. Er kunnen brokstukken naar buiten en/of naar beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk letsel oplopen. Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektronica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende Hilti-service repareren. Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou- 104 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 5.4.2 Gebruik en onderhoud van elektrische gereedschappen Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aanwijzingen van de producent, opgeslagen, behandeld en aangebracht te worden. b) Zorg dat steunschijven worden gebruikt wanneer deze bij de doorslijpschijven worden geleverd en vereist zijn. c) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werk vast te zetten. Op deze manier zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat te bedienen. d) Zorg ervoor dat de slijpschijf voor het gebruik juist wordt aangebracht en bevestigd, laat het gereedschap gedurende 30 sec. onbelast draaien op een veilige plaats. Het apparaat direct uitschakelen wanneer zich aanzienlijke trillingen voordoen en wanneer andere gebreken worden vastgesteld. Doet deze toestand zich voor, onderzoek dan het complete apparaat om de oorzaak te bepalen. e) Zorg ervoor dat vonken die tijdens het gebruik ontstaan geen gevaar veroorzaken, bijv. u zelf of andere personen raken. Stel hiervoor de beschermkap juist in. f) Sleuven in dragende wanden of andere structuren kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, architect of de uitvoerder raadplegen. g) Voorkom dat het apparaat kantelt door het aandachtig te geleiden en door recht te slijpen. Het slijpen van bochten is niet toegestaan. h) Geleid het apparaat altijd gelijkmatig en oefen geen zijdelingse druk uit op de doorslijpschijf. Zet het apparaat altijd onder een rechte hoek op de ondergrond. Verander tijdens het slijpen nooit de slijprichting door zijwaartse druk of buigen van de slijpschijf. De kans bestaat dat de doorslijpschijf breekt of beschadigd raakt. a) 5.5 Aanvullende veiligheidsvoorschriften 5.5.1 Elektrische veiligheid a) Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het apparaat, en laat dit in geval van beschadiging vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap beschadigd is, dient dit door een speciaal vervaardigd en goedgekeurd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang ze wanneer ze beschadigd zijn. Wordt het net- of het verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewerking van geleidend materiaal regelmatig door de Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het apparaat hecht, met name van geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden. d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met behulp van een lekstroomschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is e) aangesloten. Het gebruik van een lekstroomschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok. In principe wordt het gebruik van een lekstroomschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom aanbevolen. 5.5.2 Werkgebied Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid. 5.5.3 Persoonlijke veiligheidsuitrusting nl De gebruiker en de personen die zich in de nabijheid bevinden, dienen tijdens het gebruik van het apparaat een geschikte veiligheidsbril, veiligheidshelm, gehoorbescherming, werkhandschoenen en veiligheidsschoenen te dragen. 6 Inbedrijfneming 6.1.1 Montage en instelling van de beschermkap 5 WAARSCHUWING Voor montage- of ombouwwerkzaamheden aan het apparaat moet de stekker uit het stopcontact worden gehaald en de doorslijpschijf resp. de as volledig tot stilstand zijn gekomen ATTENTIE De netspanning dient overeen te komen met de gegevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elektriciteitsnet. ATTENTIE Werkhandschoenen dragen, vooral bij het verwisselen van schijven, verstelling van de beschermkap en montage van de diepte-aanslag. 6.1 Beschermkap WAARSCHUWING Gebruik het apparaat nooit zonder beschermkap. AANWIJZING Als de klemming van de beschermkap te gering is, kan de klemming door licht aandraaien van de spanschroef worden verhoogd. 1. 2. 3. 4. 5. Haal de stekker uit het stopcontact. Maak de spanschroef met de inbussleutel los. Breng de beschermkap aan op het tandwielhuis. Draai de beschermkap in de gewenste stand. Maak de spanschroef met de inbussleutel vast. 6.1.2 Demontage beschermkap 1. 2. 3. Haal de stekker uit het stopcontact. Maak de spanschroef met de inbussleutel los. Draai de beschermkap en verwijder deze. 6.2 Diepte-aanslag (optioneel) GEVAAR De diepte-aanslag moet uitsluitend voor de bewerking van minerale ondergronden met diamant-doorslijpschijven worden gebruikt. 6.2.1 Montage/demontage diepte-aanslag 4 1. 2. 3. 4. Haal de stekker uit het stopcontact. Hang voor de montage de haak in de as van de geleiderollen. Draai de waaier in de beschermkap tot de vergrendeling hoorbaar aangrijpt. Om te demonteren drukt u de vergrendeling in en zwenkt u de waaier uit de beschermkap. 105 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 6.2.2 Snedediepte-instelling aan de diepte-aanslag 1. 2. Druk de diepte-aanslag in. Verschuif de diepte-aanslag met de markering op de gewenste snedediepte. 6.3 Montage doorslijpschijf ATTENTIE Gebruik alleen snijgereedschap waarvan het toegestane toerental minstens even groot is als het maximale nullasttoerental van het apparaat. ATTENTIE Er mogen geen beschadigde, onronde of vibrerende snijgereedschappen worden gebruikt. nl ATTENTIE Gebruik geen kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is. AANWIJZING Voor het apparaat moeten diamant-doorslijpschijven overeenkomstig de bepaling EN 13236 worden gebruikt. Optioneel kan het apparaat ook kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven overeenkomstig EN 12413 (rechte, niet verzette vorm, type 41) worden gebruikt, om metalen te bewerken. Voor het apparaat moet daarbij de geschikte gereedschapopname DCH 300 ABR (zie accessoires) worden gebruikt. Zie ook de montagehandleiding van de fabrikant van de doorslijpschijf. AANWIJZING Diamantschijven moeten worden vervangen zodra de snij- resp. slijpprestatie merkbaar afneemt. In het algemeen is dit het geval als de hoogte van de diamantsegmenten minder dan 2 mm is. 6.3.1 Montage diamant-doorslijpschijf G G bruikt. Controleer welke zijde van de wisselflens bij de binnendiameter van de doorslijpschijf past. De flens moet de doorslijpschijf centreren. 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Reinig de spanflens en de spanmoer. 3. Zet de wisselflens ∅60 mm met de juiste zijde zo op de spindel dat hij niet meer kan worden verdraaid. 4. Zet de diamant-doorslijpschijf op de wisselflens. 5. Breng de spanflens ∅60 mm en de spanmoer aan. 6. ATTENTIE De spindelarrêteerknop mag alleen bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. Druk de spindelarrêteerknop in en houd deze ingedrukt. 7. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat vervolgens de spindelarrêteerknop los. 8. Zorg ervoor dat de spindelarrêteerknop zich in de basisstand bevindt. 6.3.2 Montage kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijf (optioneel) ATTENTIE Gebruik bij kunstharsgebonden, vezelversterkte doorslijpschijven nooit flenzen kleiner dan ∅80 mm. De wisselflens ∅80 mm kan zowel met doorslijpschijven met een binnendiameter van 22,2 mm en doorslijpschijven met een binnendiameter van 25,4 mm worden gebruikt. Controleer welke zijde van de wisselflens bij de binnendiameter van de doorslijpschijf past. De flens moet de doorslijpschijf centreren. 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Reinig de spanflens en de spanmoer. 3. Zet de wisselflens ∅80 mm met de juiste zijde zo op de spindel dat hij niet meer kan worden verdraaid. 4. Zet de diamant-doorslijpschijf op de wisselflens. 5. Breng de spanflens ∅80 mm en de spanmoer aan. 6. ATTENTIE De spindelarrêteerknop mag alleen bij een stilstaande slijpspil geactiveerd worden. Druk de spindelarrêteerknop in en houd deze ingedrukt. 7. Draai met de spansleutel de spanmoer vast en laat vervolgens de spindelarrêteerknop los. 8. Zorg ervoor dat de spindelarrêteerknop zich in de basisstand bevindt. 6.4 Demontage van doorslijpschijven Voor de demontage van doorslijpschijven voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. 6.5 Opslag en transport van de doorslijpschijven De segmenten moeten een negatieve spaanhoek hebben en de sleufbreedte G tussen de segmenten mag maximaal 10 mm bedragen. De schijfdikte mag de maximale waarde van 3,5 mm niet overschrijden. De wisselflens ∅60 mm kan met doorslijpschijven met een binnendiameter van 22,2 mm en met doorslijpschijven met een binnendiameter van 25,4 mm worden ge- 106 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 ATTENTIE Verwijder de slijpschijf na het gebruik van het apparaat. Door het transport met gemonteerde doorslijpschijf kan de doorslijpschijf beschadigd worden. ATTENTIE Bewaar slijpschijven overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant. Ondeskundige opslag kan tot beschadigingen van de doorslijpschijven leiden. 7 Bediening wapeningsijzer of dragerelementen. Voor het begin van de werkzaamheden de verantwoordelijke staticus, architect of de uitvoerder raadplegen. 7.1 Werken met het apparaat Let erop dat de gesloten kant van de beschermkap steeds naar het lichaam van de gebruiker is gericht. Pas de stand van de beschermkap aan de betreffende werkzaamheden aan. GEVAAR Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. WAARSCHUWING Het apparaat niet gebruiken als het plotseling of met schokken start.De mogelijkheid bestaat dat de elektronica defect is. Laat het apparaat direct door de erkende Hilti-service repareren. 7.2 Diefstalbeveiliging TPS (optioneel) AANWIJZING Het apparaat kan optioneel met de functie "beveiliging tegen diefstal" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 7.2.1 Apparaat vrijschakelen 1. 2. ATTENTIE Het apparaat en het slijpproces produceren geluid. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor beschadigen. ATTENTIE Door het slijpen kunnen gevaarlijke splinters ontstaan. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. Draag een veiligheidsbril en een helm. ATTENTIE Belangrijk is de aanzetrichting. Het apparaat moet altijd met de rollen vooraan op de ondergrond worden gezet. Anders bestaat het gevaar voor een terugslag. ATTENTIE De netspanning dient overeen te komen met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat. Apparaten waarop 230 V staat aangegeven kunnen met 220 V worden gebruikt. ATTENTIE De doorslijpschijf en onderdelen van het apparaat kunnen tijdens het gebruik heet worden. U kunt uw handen verbranden. Draag werkhandschoenen. Het apparaat alleen aan de daarvoor bedoelde handgrepen vasthouden. ATTENTIE Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of in een bankschroef. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert. Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen van de vrijschakelsleutel. Breng de vrijschakelsleutel direct op het slotsymbool. Zodra de gele lamp van de diefstalbeveiliging uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld. AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbroken, bijv. bij een wisseling van de werkomgeving of bij netuitval, dan kan het apparaat nog ong. 20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekingen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel opnieuw worden vrijgeschakeld. 7.2.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie voor het apparaat AANWIJZING Meer gedetailleerde informatie over de activering en het gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handleiding "Beveiliging tegen diefstal". 7.3 Inschakelen 1. 2. 3. 4. 5. Steek de stekker in het stopcontact. Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen. Ontgrendel de aan-uitschakelaar door de inschakelblokkering te bedienen. Bedien de aan-uitschakelaar. Grijp met uw duim om de achterste handgreep. 7.4 Uitschakelen Laat de aan-uitschakelaar los. Na het loslaten van de aan-uitschakelaar stopt het apparaat. De inschakelblokkering is weer geactiveerd. WAARSCHUWING Sleuven in dragende wanden of andere structuren kunnen de statica beïnvloeden, vooral bij het scheiden van 107 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl 7.5 Werken met doorslijpschijven 7.6 Bewerken minerale ondergronden met een geschikte stofzuiger AANWIJZING Lees, voor het verwijderen van het opgezogen materiaal, de handleiding van de gebruikte stofzuiger. in combinatie met een geschikte stofzuiger (zoals de Hilti VCU 40, VCU 40-M of VCD 50) is het mogelijk om stofarm te werken. het gebruik van een stofzuiger ondersteunt onder andere de koeling van de segmenten en beperkt daardoor de slijtage aan de segmenten. Gebruik ter voorkoming van elektrostatische oplading een stofzuiger met antistatische zuigslang. nl GEVAAR Voorkom dat het apparaat in de ondergrond "hapt", om het gevaar van terugslag te beperken. GEVAAR Zet, indien mogelijk, eerst de rollen op de ondergrond alvorens de slijpschijf in te brengen. Wees extra voorzichtig als dit niet mogelijk is, of wanneer de doorslijpschijf in een bestaande sleuf wordt ingebracht. 1. 2. 3. Bij het doorslijpen van minerale materialen zet u het apparaat met de geleiderollen op de ondergrond. Laat het apparaat volledig op toeren komen. Breng, door op het apparaat te drukken, de doorslijpschijf langzaam in het materiaal in. Zo worden slijpdeeltjes en vonken door de kap opgevangen en door de stofzuiger afgezogen. AANWIJZING Werk met een matige, bij het te bewerken materiaal passende aanzet. AANWIJZING Bij het bewerken van bijzonder harde, minerale materialen, bijvoorbeeld beton met hoog kiezelgehalte, kan de diamant-doorslijpschijf oververhit raken en daardoor beschadigd raken. Een om de diamant-slijpschijf rondlopende vonkenregen wijst hier duidelijk op. In dit geval moet het slijpen worden onderbroken en moet de diamantdoorslijpschijf worden afgekoeld door hem onbelast te laten draaien. Een te langzame voortgang van het apparaat kan het gevolg zijn van stomp geworden diamantsegmenten (polijsten van de segmenten). Door te slijpen in abrasieve materialen (Hilti slijpplaat of abrasief kalkzandsteen) kunnen de segmenten weer worden geslepen. 8 Verzorging en onderhoud ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 8.1 Verzorging van het apparaat GEVAAR Bij extreme gebruiksomstandigheden kan er bij de bewerking van metaal geleidende stof in het apparaat worden afgezet. De beschermende isolatie van het apparaat kan worden aangetast. In zulke gevallen wordt het aan108 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 bevolen een stationaire afzuiginrichting te gebruiken, de ventilatiesleuven vaak schoon te maken en een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) voor te schakelen. De buitenste behuizing van de motor, alsmede de handgrepen, zijn uit slagvast kunststof vervaardigd. De handgrepen zijn gedeeltelijk met een elastomeer bekleed. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen. Houd de greepgedeelten van het apparaat altijd vrij van olie en vet. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. 8.2 Service-indicatie AANWIJZING Het apparaat is uitgerust met een service-indicatie. Display Is rood verlicht De looptijd voor een service is bereikt. Het apparaat kan vanaf dat de aanduiding gaat branden nog enkele uren worden gebruikt voordat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Breng het apparaat tijdig naar de Hilti Service, zodat het altijd bedrijfsklaar is. Zie het hoofdstuk Foutopsporing. Knippert rood 8.3 Reparaties WAARSCHUWING Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regelmatig op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen correct functioneren. Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningselementen niet correct functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 8.4 Controle na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden Na schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden moet worden gecontroleerd of alle beschermende delen van het apparaat zijn aangebracht en foutloos functioneren. 9 Foutopsporing Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat werkt niet Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbrengen, functie controleren. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Apparaat vrijschakelen met de vrijschakelsleutel. Netsnoer of stekker defect. Apparaat is niet vrijgeschakeld (optioneel bij apparaat met beveiliging tegen diefstal). Aan-uitschakelaar defect Apparaat is overbelast (toepassingsgrens overschreden). Oververhittingsbeveiliging actief. Ander elektrisch defect Apparaat heeft geen volledig vermogen Apparaat start niet en de service-indicatie knippert rood. De elektronische startblokkering na een stroomonderbreking is geactiveerd. Verlengsnoer met te kleine diameter. Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. Kies het juiste gereedschap voor de toepassing. Apparaat laten afkoelen Ventilatiesleuven schoonmaken. Door een elektrotechnicus laten controleren. Schakel het apparaat uit en weer aan. Verlengsnoer met voldoende diameter gebruiken (zie Inbedrijfneming). Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 109 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 nl Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat start niet en de service-indicatie brandt rood. Apparaat start niet en de aanduiding diefstalbeveiliging knippert geel. Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Apparaat vrijschakelen met de vrijschakelsleutel. Apparaat is niet vrijgeschakeld (optioneel bij apparaat met beveiliging tegen diefstal). 10 Afval voor hergebruik recyclen nl Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 11 Fabrieksgarantie op de apparatuur Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Type: Bouwjaar: Diamant-slijpmachine DCH 300 Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan 2007 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: 2006/42/EG, tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑22, EN ISO 12100. Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 05/2015 Technische documentatie bij: Johannes Wilfried Huber Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland 110 Printed: 19.10.2015 | Doc-Nr: PUB / 5069500 / 000 / 03 Senior Vice President Business Unit Diamond 05/2015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250

Hilti DCH 300 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding