Documenttranscriptie
Nederlands
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product van PIONEER
heeft gesteld. Lees de “Belangrijke informatie” en rest van deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit
plasmascherm in gebruik neemt, zodat u weet hoe u het
plasmascherm op de juiste wijze moet bedienen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor naslag in de
toekomst.
Opmerkingen over installatie:
Dit product wordt verkocht in de veronderstelling dat de installatie
ervan door een erkende installateur met voldoende kennis en
ervaring wordt uitgevoerd. Laat dit product te allen tijde door een
gespecialiseerde installateur of door uw dealer installeren en
opstellen. PIONEER aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade veroorzaakt door fouten tijdens de installatie of montage,
door verkeerd gebruik, door het aanbrengen van aanpassingen
of natuurgeweld.
Opmerking voor dealers:
Overhandig deze gebruiksaanwijzing aan de cliënt nadat het product is geïnstalleerd en leg de cliënt uit hoe het product moet worden
gebruikt.
Du
Belangrijke informatie
Voorzorgsmaatregelen
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het plasmascherm
in gebruik neemt aandachtig door en bewaar hem binnen
handbereik voor latere naslag.
LET OP
SCHOKGEVAAR
NIET OPENEN
Nederlands
LET OP:
MAAK DE BEHUIZING VAN HET
TOESTEL NIET OPEN OM GEVAAR
VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMIJDEN. IN HET TOESTEL
BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE
GEBRUIKER TE ONDERHOUDEN
ONDERDELEN. LAAT REPARATIE EN
ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN
ERKENDE REPARATEUR.
Dit symbool maakt de gebruiker er op attent
dat ongeïsoleerde spanning in het toestel
voldoende krachtig kan zijn om elektrische
schokken te veroorzaken. Daarom is het
gevaarlijk om contact te maken met ieder
onderdeel in het toestel.
Belangrijke informatie
Dit symbool maakt de gebruiker er op attent
dat er in de meegeleverde documentatie
informatie over het gebruik en onderhoud van
dit toestel is opgenomen. Daarom moet deze
documentatie aandachtig worden gelezen om
problemen te voorkomen.
i2
Du
WAARSCHUWING
STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF
VOCHT OM BRAND- EN/OF SCHOKGEVAAR TE
VERMIJDEN. GEBRUIK HET NETSNOER VAN DIT
TOESTEL ALLEEN MET EEN VERLENGSNOER OF
TAFELCONTACTDOOS ALS DE STEKKERCONTACTEN
VOLLEDIG IN DE CONTRASTEKKER KUNNEN
WORDEN GESTOKEN. MAAK DE BEHUIZING NIET
OPEN OMDAT ENKELE COMPONENTEN ONDER
HOOGSPANNING KUNNEN STAAN. LAAT REPARATIE
EN ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN ERKENDE
REPARATEUR.
Waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Dit plasmascherm is ontworpen en gefabriceerd om
langdurig probleemloos dienst te doen. Behalve
reiniging is geen onderhoud nodig. Zie het hoofdstuk
“Reiniging van het plasmascherm” op de volgende
pagina voor details.
Het plasmascherm bestaat uit zeer kleine
beeldelementen (cellen) waarvan er meer dan 99,99%
zijn. Er kunnen enkele cellen zijn die geen licht
produceren of blijven branden.
Onderstaande instructies moeten aandachtig worden
gelezen en nauwlettend worden opgevolgd teneinde
het toestel op veilige wijze te kunnen bedienen en
beschadigingen te voorkomen.
Om gevaar voor brand en elektrische schokken te
voorkomen:
1. Zorg voor voldoende ruimte voor ventilatie om te
voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog wordt.
Voorkom dat de ventilatiegleuven aan de achterkant
worden bedekt en plaats het toestel niet in een gesloten
kast of ombouw. Zorg aan de bovenkant voor voldoende
ruimte, zodat de hete lucht daar weg kan. Als het
plasmascherm te heet wordt, wordt het beveiligingscircuit
voor oververhitting geactiveerd en wordt het
plasmascherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich voordoet,
schakel dan de netspanning van het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin
het plasmascherm staat bijzonder warm is, verplaats het
plasmascherm dan naar een andere kamer en wacht 60
minuten om het toestel te laten afkoelen. Als het probleem
zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw dealer.
2. Gebruik het netsnoer van dit toestel alleen met een
verlengsnoer of tafelcontactdoos als de stekkercontacten
volledig in de contrastekker kunnen worden gestoken
3. Stel het toestel niet bloot aan water of vocht.
4. Voorkom dat het netsnoer wordt beschadigd en breng zelf
geen veranderingen aan het netsnoer aan.
5. Trek de stekker uit het stopcontact tijdens onweer en als
het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
6. Maak de behuizing waarin mogelijk onderdelen zitten
die onder zeer gevaarlijke hoogspanning staan, niet open.
Als het toestel op dergelijke wijze wordt beschadigd,
vervalt de garantie. Bovendien is er groot gevaar voor
elektrische schokken.
7. Probeer het toestel niet zelf te repareren. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade of letsel als gevolg van het
door niet goed opgeleide personen openen van de
behuizing. Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door
erkende servicecentra uitvoeren.
DVI-kabel (niet meegeleverd)
strip
kern (klein)
Netsnoer (meegeleverd)
strip
Stekker
kern (klein)
kern (groot)
Reiniging van het plasmascherm:
1. Gebruik het reinigingsdoekje (meegeleverd) of een zachte,
droge doek om het voorpaneel en het scherm te reinigen.
Gebruik voor het reinigen van deze oppervlakken nooit
middelen zoals alcohol, verfverdunner, enz.
2. Reinig de ventilatiegleuven van het plasmascherm met
een stofzuiger met een borstelhulpstuk met zachte
borstelharen.
3. Om voor goede ventilatie te zorgen moeten de
ventilatiegleuven in ieder geval maandelijks worden
gereinigd. Afhankelijk van de omstandigheden in de
ruimte waarin het plasmascherm is geïnstalleerd, kan
vaker reinigen noodzakelijk zijn.
Aanbevelingen om inbranden te voorkomen:
Zoals alle beeldschermen op fosforbasis en alle overige
gasplasmaschermen, zijn plasmaschermen onder bepaalde
omstandigheden gevoelig voor inbranden. Bepaald gebruik,
zoals het gedurende lange tijd continue weergeven van een
statisch beeld, kan inbranden tot gevolg hebben als de juiste
voorzorgsmaatregelen niet op tijd worden genomen. Om uw
investering in dit plasmascherm te beschermen, is het
raadzaam de volgende richtlijnen en aanbevelingen te volgen
om het risico van inbranden te minimaliseren:
Nederlands
OPMERKING:
Voor aansluiting van dit plasmascherm op een pc moet
een RGB-kabel worden gebruikt die aan beide uiteinden
is voorzien van een ferrietkern. Doet u dit niet, dan voldoet
dit plasmascherm niet aan de verplichte CE- of C-Tick
norm.
Bevestigen van ferrietkernen:
Breng op beide uiteinden van de DVI-kabel (niet
meegeleverd) en op beide uiteinden van het netsnoer
(meegeleverd) ferrietkernen aan.
Druk de kernen stevig aan zodat de klemmetjes
vastklikken.
Gebruik de strips om de ferrietkernen (meegeleverd) aan
de DVI-kabel te bevestigen.
kern (groot)
* Gebruik altijd de schermbeveiliging van de pc wanneer u
uw plasmascherm in combinatie met een pc gebruikt.
* Geef zo veel mogelijk bewegende beelden weer.
* Verander af en toe de positie van het menuscherm.
* Schakel het plasmascherm altijd uit wanneer u hem niet
gebruikt.
Neem ter voorkoming van inbranden de volgende
voorzorgsmaatregelen wanneer het plasmascherm langdurig
of continu wordt gebruikt:
* Reduceer het contrast en de helderheid zo veel mogelijk
zonder afbreuk aan de afleesbaarheid van het beeld te doen.
* Geef beelden met veel kleuren of kleurgradaties weer (b.v.
fotografische of fotorealistische beelden).
* Maak beelden met een minimum aan contrast tussen de
lichte en de donkere delen, bijvoorbeeld witte tekens op
een donkere achtergrond. Gebruik complementaire of
pastelkleuren waar dit mogelijk is.
* Geef zo min mogelijk beelden weer met weinig kleuren en
onderscheidende, scherpe randen tussen kleuren.
Belangrijke informatie
Voor het voorkomen van beschadigingen en het
verlengen van de levensduur:
1. Voed het toestel uitsluitend met 100-240 V 50/60 Hz
wisselstroom. Voortdurend gebruik van het toestel met
een netspanning die groter is dan 100-240 V wisselstroom
kan de levensduur verkorten en brandgevaar opleveren.
2. Hanteer het toestel tijdens de installatie met uiterste
voorzichtigheid en laat het toestel niet vallen.
3. Stel het toestel niet bloot aan hitte, direct zonlicht en stof.
4. Voorkom dat er vloeistoffen of metalen voorwerpen in
het toestel komen. Trek in geval van ongelukken de stekker
uit het stopcontact en laat het toestel door een erkend
servicecentrum inspecteren.
5. Voorkom dat het oppervlak van het scherm wordt
aangestoten of gekrast omdat hierdoor het scherm zal
worden beschadigd.
6. Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het
plasmascherm door een ervaren en erkende dealer te laten
uitvoeren.
7. Zoals met ieder scherm op fosforbasis (zoals beeldbuizen)
het geval is, zal de lichtsterkte van een plasmascherm
gedurende zijn levensduur geleidelijk afnemen.
8. Om zwavelen van het plasmascherm te voorkomen is het
raadzaam om het toestel niet in kleedkamers in openbare
zwembaden, sauna’s, e.d. te plaatsen.
9. Gebruik het plasmascherm niet in voertuigen die in
beweging zijn, omdat het toestel kan omvallen waardoor
schade en lichamelijk letsel het gevolg kan zijn.
10. Plaats het toestel niet op zijn zijkant, ondersteboven, of
met het scherm naar boven of naar beneden om
ontbranding en gevaar voor elektrische schokken te
voorkomen.
* Opmerking: Inbranden valt niet onder de garantie.
Raadpleeg uw dealer voor andere aanbevelingen met
betrekking tot uw toepassing van het plasmascherm.
LET OP:
LET ER BIJ DE PLAATSING VAN HET TOESTEL OP DAT
NETSNOER EN STOPCONTACT GOED BEREIKBAAR
ZIJN.
3
ii
Du
Nl
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/
EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC-richtlijnen (89/336/
EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Let op
Dit model is voor gebruik met de volgende optionele
accessoires. Gebruik met andere optionele accessoires kan
resulteren in instabiliteit en lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Belangrijke informatie
Nederlands
Luidspreker: PDP-S32-LR
Stander: PDK-TS09
Wandbevestiging: PDK-WM04
Kantelbare bevestiging: PDK-WT01
Plafondbevestiging: PDK-CK01
4
iii
Du
Ventilatievereisten voor plaatsing in een ombouw ......... 2
Gebruik van de metalen veiligheidsaccessoires ............ 2
Creëren van een videowand ...................................... 3
Kabelbeheer ............................................................ 3
Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het
plasmascherm ...................................................... 4
Gebruik van de afstandsbediening ............................. 4
Plaatsen en vervangen van de batterijen ....................... 4
Gebruik als bedrade afstandsbediening ........................ 4
Bereik van de afstandsbediening .................................. 4
Hanteren van de afstandsbediening .............................. 4
Benaming van de onderdelen en hun functie ...... 5
Vooraanzicht ........................................................... 5
Achteraanzicht/aansluitpaneel .................................. 6
Afstandsbediening ................................................... 7
BASISBEDIENING ................................................ 8
POWER .................................................................. 8
Om het plasmascherm in en uit te schakelen: ............... 8
VOLUME ................................................................ 8
Om het volume in te stellen: ........................................ 8
MUTING ................................................................. 8
Om het geluid te dempen: ............................................ 8
DISPLAY .................................................................. 8
Om de instellingen weer te geven: ................................ 8
DIGITAL ZOOM ....................................................... 8
AUTO SET UP .......................................................... 8
Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit
automatisch in te stellen: ........................................... 8
OFF TIMER .............................................................. 8
Om de schakelklok te activeren: ................................... 8
Om de resterende tijd te controleren: ............................ 8
Om de schakelklok te deactiveren: ............................... 8
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD ........................ 9
SCREEN SIZE (Handmatige instelling van het
beeldformaat) ....................................................... 9
Voor het bekijken van video’s of digitale videodiscs .... 9
SCREEN SIZE Bij weergave van computerbeelden ...... 10
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) .... 11
Menubewerkingen ................................................. 11
Instellen van de menutaal ........................................ 11
Menuopbouw ........................................................ 12
Het instellingenmenu PICTURE .................................. 14
Instellen van het beeld ................................................ 14
Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid licht
in de kamer .............................................................. 14
Onderdrukken van beeldruis ...................................... 14
Instellen van de kleurtemperatuur .............................. 14
Instellen van de kleur op het gewenste niveau ............ 15
Wijzigen van de gammacurve .................................... 15
Instellen van de nuance .............................................. 15
Instellen van de kleuren ............................................. 15
Het instellingenmenu SOUND .................................. 16
Instellen van de hoge en lage tonen, de balans en
selecteren van de audio-ingang ................................ 16
Instellen van de toekenningen van de
audio-aansluitingen ................................................. 16
Instellingenmenu SCREEN ....................................... 16
Instellen van positie, formaat, fase en pixelklok ......... 16
Instellingenmenu OPTION1 ..................................... 17
Instellen van de on-screen display .............................. 17
Instellen van de PC2/COMPONENT-aansluitingen ... 17
Instellen van de PC1-aansluiting ................................ 17
Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor
computerbeelden ..................................................... 18
Instellen van high-definition beelden op het juiste
beeldformaat ........................................................... 18
Instellen van de te negeren ingangen .......................... 18
Herstellen van de standaard waarden ......................... 18
Instellingenmenu OPTION2 ..................................... 19
Instelling van energiebeheer voor computerbeelden ... 19
STANDBY/ON-indicator .......................................... 19
Aanpassen van het beeld aan de film .......................... 19
Verminderen van het gevaar voor inbranden van het
scherm ..................................................................... 19
Instelling van de grijswaarde voor de zijmaskering .... 21
Instellen van het beeldformaat van het S1/S2
videosignaal ............................................................ 22
Instellen van het signaal en het zwartniveau voor een
DVI-signaal ............................................................. 22
Instellingenmenu OPTION3 ..................................... 22
Gebruik van de timer ................................................. 22
Instellen van de aanvangsmodus ................................ 23
Activeren/deactiveren van de bedieningsorganen
op het voorpaneel .................................................... 23
Activeren/deactiveren van de draadloze
afstandsbediening .................................................... 24
Instelling voor doorgifte van het signaal ..................... 24
Instellen van het identificatienummer ......................... 24
Instellen van een videowand ...................................... 24
Instellingenmenu ADVANCED OSD .......................... 27
Instellen van de menufunctie ...................................... 27
Instellingenmenu COLOR SYSTEM ............................ 27
Instellen van het soort videosignaal ............................ 27
Informatimenu SOURCE INFORMATION .................. 27
Controleren van de frequenties en de polariteit van
ingangssignalen en de resolutie ............................... 27
Toewijzing van pinnen .................................... 28
15-pins mini D-sub aansluiting (analoog) .................. 28
24-pins DVI-D aansluiting (digitaal) ......................... 28
Tabel van ondersteunde signalen .................... 29
Verhelpen van storingen ................................. 31
Technische gegevens ....................................... 32
Inhoud van de verpakking
Plasmascherm
Netsnoer
Afstandsbediening met twee AAA batterijen
Gebruiksaanwijzing
Garantiekaart
Veiligheidsaccessoires (2 stuks)*
Ferrietkernen (groot, 2 stuks; klein, 2 stuks)
Banden (2 stuks)
Reinigingsdoek
* Met deze accessoires kan het plasmascherm aan de muur
worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door
schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander
(los verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires
met behulp van de parkers vast in de gaten aan de
achterkant van het plasmascherm (zie blz. 2).
Inhoud
Installatie ........................................................ 2
Nederlands
Inhoud
Opties
• Luidspreker
• Stander
• Wandbevestiging
• Kantelbare bevestiging
• Plafondbevestiging
1
Du
Installatie
U kunt de optionele bevestigingen of standers op de volgende twee manieren bevestigen:
* Rechtstandig (zie tekening A).
* Plat, met het scherm naar beneden (zie tekening B). Leg het beschermende verpakkingsmateriaal waarin het plasmascherm
was verpakt, onder het scherm zodat er geen krassen op het scherm komen.
* Raak het oppervlak van het scherm tijdens het hanteren van het toestel niet aan.
• Dit toestel kan niet zelfstandig worden geplaatst. Gebruik een stander of wandbevestiging.
(Wandbevestiging, stander, enz.)
* Zie blz. 1.
• Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het plasmascherm door een ervaren en erkende
dealer te laten uitvoeren. Het niet nauwlettend volgen van de juiste installatieprocedure kan
beschadiging van het toestel en letsel aan de installateur tot gevolg hebben. Schade door een
verkeerde installatie valt niet onder de garantie van dit product.
Installatie
Nederlands
* Gebruik alleen de door de fabrikant geleverde en onder Opties vermelde wandbevestigingen of
standers.
Tekening A
Tekening B
Ventilatievereisten voor plaatsing
in een ombouw
Gebr uik
van
de
veiligheidsaccessoires
Let er tijdens de installatie op, dat de in de afbeelding
gegeven afstanden rondom het plasmascherm worden
aangehouden zodat een goede warmteafvoer mogelijk is.
Dit zijn accessoires waarmee het toestel aan een wand kan
worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door
schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander (los
verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires met
behulp van de parkers vast in de gaten aan de achterkant
van het plasmascherm.
Wand
50 mm
50 mm
50 mm
metalen
Schroefgaten
Wand
Schroef, haak, e.d.
(niet meegeleverd)
Metalen
veiligheidsaccessoires
50 mm
Veiligheidsaccessoires
Wand
50 mm
Metalen ketting
(niet meegeleverd)
Tafelblad
2
Du
Creëren van een videowand
U kunt dankzij de ingebouwde mogelijkheid voor matrixweergave een videowand opbouwen die uit 4 tot 25 schermen
bestaat.
• Sluit de signaal- en afstandsbedieningskabels als volgt aan:
Videosignaal
Pc-/componentsignaal
BNC connector
Remote
control
OUT
VIDEO signal
RCA phono plug
PC signal/
IN
COMPONENT
signal
OUT
PC signal/
COMPONENT
signal
OUT
Remote
control
IN
OUT
Remote
control
Remote
control
IN
Opmerking:
1. De VIDEO1 en PC1-aansluitingen kunnen als INGANG én als UITGANG worden gebruikt. Wanneer LOOP OUT voor
signaaldoorgifte op ON staat, mag er geen ander uitgangssignaal van een ander toestel worden aangesloten omdat dit
het andere toestel extra belast waardoor het beschadigd kan worden.
2. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan niet op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting.
3. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting als de
POWER-toets op ON wordt ingesteld.
Informatie
• Stel LOOP OUT in op ON om signalen door te geven naar een ander plasmascherm.
• Alle menu-items van VIDEO WALL moeten goed worden ingesteld om een videowand te kunnen creëren.
• Gebruik kabels van 1 ~ 2 m met BNC-stekkers (los verkrijgbare kabels van een willekeurig merk) om de plasmaschermen
op elkaar aan te sluiten.
• Gebruik de uitgangsaansluiting van het plasmascherm niet als de beeldkwaliteit niet goed is. Gebruik dan een
distributieversterker (een los verkrijgbare van een willekeurig merk) om de deelsignalen naar de INPUT-aansluitingen
van het betreffende scherm te verzenden.
• Bij gebruik als videowand is een wand van 4 plasmaschermen de norm voor een signaal dat lager is dan 1024
768, 60
Hz.
• Het verdient aanbeveling een distributieversterker te gebruiken bij een videowand die uit 9 of meer plasmaschermen
bestaat.
• Vanaf het tweede plasmascherm zijn er voor de aansluiting een BNC-tulpstekker verloopkabel of adapter en een 15-pins
mini D-sub-BNC (
5) verloopkabel of adapter vereist.
Nederlands
VIDEO signal
IN
Installatie
BNC connector
Kabelbeheer
Met behulp van de kabelklemmen aan de achterkant van
het plasmascherm kunnen de op het toestel aangesloten
video- en audiokabels worden gebundeld.
Achterkant van het toestel
Kabelhaken
Bevestigen
Verwijderen
1.
2.
klem
Kabelhaak
kabels
3
Du
Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het plasmascherm
• Gebruik de optionele bevestigingsbeugel. Neem contact op met uw dealer alvorens tot
installatie over te gaan.
• Draai het toestel vóór installatie 90°, zoals van voren gezien.
• Controleer na installatie op het PIONEER logo op de juiste plaats zit.
• Stel “OSD ANGLE” in op “V”.
* Het niet in acht nemen van bovenstaande voorzorgsmaatregelen
kan een defect tot gevolg hebben.
Bovenkant
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
1024 768
SEL.
MENU OK
EXIT RETURN
Gebruik van de afstandsbediening
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Plaats 2 “AAA” batterijen en let hierbij op de polariteit.
1. Druk het lipje in en open het deksel.
Nederlands
Onderkant
2. Plaats de batterijen met de (+) en (–) polen in de juiste
richting in het compartiment.
Bereik van de afstandsbediening
* Gebruik de afstandsbediening binnen een afstand van ca.
7 m en onder een maximale hoek, zowel horizontaal als
verticaal, van ca. 30° ten opzichte van de
afstandsbedieningssensor in het voorpaneel van het
plasmascherm.
* De werking van de afstandsbediening kan worden
gehinderd door zonlicht of fel kunstlicht dat op de sensor
schijnt, en door obstakels die zich tussen de
afstandsbediening en de sensor bevinden.
3. Plaats het deksel terug.
Installatie
Ca. 7 m
Gebruik als bedrade afstandsbediening
Sluit de kabel van de afstandsbediening* aan op de
afstandsbedieningsaansluiting van de afstandsbediening
en de “REMOTE IN” aansluiting van het plasmascherm.
Wanneer de kabel is aangesloten, wordt de functie voor
gebruik als bedrade afstandsbediening automatisch
ingeschakeld. Met deze functie kan de afstandsbediening
zelfs worden gebruikt wanneer er geen batterijen in zitten.
Afstandsbedieningskabel*
Naar afstandsbedieningsaansluiting
4
Du
* De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar.
Hanteren van de afstandsbediening
• Laat de afstandsbediening niet vallen en behandel hem
voorzichtig.
• Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt. Gebeurt
dit toch, maak hem dan onmiddellijk droog.
• Vermijd hitte en vocht.
• Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
• Gebruik oude batterijen niet tegelijk met nieuwe en
gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.
• Voorkom dat batterijen worden gedemonteerd,
verwarmd of aan open vuur worden blootgesteld.
• Bij gebruik als draadloze afstandsbediening moet de
stekker van de afstandsbedieningskabel uit de REMOTE
IN-aansluiting van het plasmascherm worden getrokken.
• Lever lege batterijen als klein chemisch afval in bij een
verzamelpunt.
Benaming van de onderdelen en hun functie
7
6
5
q Netschakelaar (
)
Voor het in- en uitschakelen van de netspanning.
w Sensor van de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
e STANDBY/ON-indicator
Wanneer de netspanning is ingeschakeld
…. Licht groen op.
Wanneer het plasmascherm stand-by staat
…. Licht rood op.
r INPUT/EXIT
Selecteert de ingang.
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de
instelling van “BNC INPUT”, “D-SUB INPUT”,
“RGB SELECT” en “DVI SET-UP”. Fungeert als
EXIT-toets om een menu te verlaten wanneer het onscreen display (OSD) ingeschakeld is.
4
1
3
t LEFT/– en RIGHT/+
Fungeren als cursortoetsen ( /
display (OSD).
2
)
in het on-screen
y VOLUME en
Voor het instellen van het volume. Fungeren als
cursortoetsen (▲ en ▼) in het on-screen display
(OSD).
Benaming van de onderdelen en hun functie
Nederlands
Vooraanzicht
u MENU/SET
Activeert het on-screen display (OSD) en geeft het
hoofdmenu weer.
WAARSCHUWING
De netschakelaar zorgt er niet voor dat het
plasmascherm volledig van de voeding van het
elektriciteitsnet wordt losgekoppeld.
Opmerking: Het is met dit plasmascherm mogelijk om beelden weer te geven met Europese dvd-spelers met een
SCART-uitgangssignaal, dat RGB met composite sync is.
Een speciale SCART-kabel is verkrijgbaar bij uw dealer waarmee u het RGB met composite sync-signaal kunt gebruiken.
Neem voor meer informatie of de levering van speciale kabels contact op met uw dealer.
Raadpleeg blz. 17 voor details over de selectie van de juiste modus met behulp van het on-screen display.
5
Du
Benaming van de onderdelen en hun functie
Nederlands
Achteraanzicht/aansluitpaneel
6
Du
A AC IN
Sluit het meegeleverde netsnoer op deze aansluiting aan.
B EXT SPEAKER L en R
Sluit luidsprekers (los verkrijgbaar) op deze
aansluitingen aan. Let op de polariteit. Sluit het
(positieve) luidsprekersnoer aan op de
EXT
SPEAKER-aansluiting en het
(negatieve)
luidsprekersnoer op de
EXT SPEAKER
aansluiting. Dit geldt zowel voor het rechter (RIGHT)
als voor het linker (LEFT) kanaal. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de luidsprekers.
C VIDEO1, 2, 3 (BNC, RCA, S-Video)
Sluit op deze aansluitingen videorecorders, dvdspelers, videocamera’s, e.d. aan. VIDEO1 kan als
ingang én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24).
D AUDIO1, AUDIO2, AUDIO3
Dit zijn audio-ingangsaansluitingen. De ingang is
selecteerbaar. Via het menuscherm SOUND kan een
videobeeld aan deze ingangsaansluitingen worden
toegekend.
E COMPONENT1
U kunt op deze aansluitingen dvd-spelers, HD- of
laserdisc-spelers, e.d. aansluiten.
F PC2/COMPONENT2
PC2:
U kunt op deze aansluitingen een analoog
RGB en het synchronisatiesignaal
aansluiten.
COMPONENT2: U kunt op deze aansluitingen dvdspelers, HD- of laserdisc-spelers, e.d.
aansluiten.
Deze ingang kan worden aangepast voor
gebruik met een RGB of een component
ingangssignaal (zie blz. 17).
G PC1 (15-pins mini D-sub)
Sluit een analoog RGB-signaal van een pc, e.d., op
deze aansluiting aan. Deze aansluiting kan als ingang
én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24).
H PC3 (24-pins DVI)
Sluit op deze aansluiting een digitaal signaal (TDMS)
van een bron met een DVI-uitgang aan.
I RS-232C
Sluit op deze aansluiting nooit een component aan
zonder dat u eerst uw Pioneer installatiemonteur
hebt geraadpleegd.
Deze aansluiting wordt gebruikt bij het maken van de
setup-instellingen voor het plasmascherm.
J REMOTE IN
Verbind deze aansluiting met behulp van een
afstandsbedieningskabel* met de afstandsbediening
om het plasmascherm met bedrade afstandsbediening
te bedienen.
K REMOTE OUT
Verbind deze aansluiting met behulp van een
afstandsbedieningskabel* met de REMOTE INaansluiting van een ander plasmascherm om de in serie
aangesloten plasmaschermen met bedrade
afstandsbediening te bedienen.
Informatie
• Gebruik de COMPONENT1 of PC2/COMPONENT2aansluitingen voor Y/Cb/Cr-signalen.
• Voor SCART heeft dit plasmascherm drie
aansluitmogelijkheden:
· SCART1: Sluit RGB en composite sync aan op de
PC2/COMPONENT2-aansluitingen (R, G, B en
HD-stekker).
· SCART2: Sluit RGB aan op de COMPONENT2aansluitingen en sluit composite sync aan op de
VIDEO1-aansluiting.
· SCART3: Sluit RGB en compositie sync aan op de
PC1-aansluiting.
* De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar.
q POWER ON/STANDBY
Voor het inschakelen of stand-by zetten van het
plasmascherm. (Dit werkt niet wanneer de STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm niet brandt.)
w RGB/PC
Druk op deze toets om RGB/PC als ingangsbron te
kiezen. RGB/PC kan ook worden gekozen met behulp
van de INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm.
e COMPONENT
Druk op deze toets om COMPONENT als ingangsbron
te kiezen. COMPONENT kan ook worden gekozen met
behulp van de INPUT/EXIT-toets van het
plasmascherm.
r VIDEO
Druk op deze toets om VIDEO als ingangsbron te
kiezen.
→ VIDEO1 → VIDEO2 → VIDEO3
VIDEO kan ook worden gekozen met behulp van de
INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm.
t MENU/SET
Druk op deze toets om het on-screen display op de
scherm weer te geven. Wanneer het hoofdmenu wordt
weergegeven, kan met deze toets een submenu worden
geopend.
y Cursortoetsen (▲ / ▼ / / )
Gebruik deze toetsen om menu-items of instellingen
te selecteren en om instellingen te wijzigen.
Nederlands
u EXIT
Druk op deze toets wanneer het hoofdmenu wordt
weergegeven om het on-screen display te sluiten. Druk
op deze toets wanneer een submenu wordt
weergegeven om terug te keren naar een bovenliggend
menu.
i POINT ZOOM
Druk op deze toets om de aanwijzer weer te geven.
o ZOOM (+ /–)
Voor het vergroten of verkleinen van het beeld.
!0 VOLUME (+ /–)
Voor het instellen van het volume.
!1 MUTING
Voor het dempen van het geluid.
!2 SCREEN SIZE
De beeldverhouding wordt automatisch ingesteld op
basis van het gedetecteerde ingangssignaal. De
SCREEN SIZE-toets is niet bij elke signaal
geactiveerd.
!3 DISPLAY
Voor weergave op het scherm van de instellingen van
de ingangsbron.
!4 OFF TIMER
Activeert de schakelklok voor het uitschakelen van het
plasmascherm.
!5 AUTO SET UP
Druk op deze toets voor automatische instelling van
fase, pixelklok, beeldpositie en contrast, of om het
beeldformaat automatisch in te stellen op de ZOOMstand met volledige weergave van ondertitels wanneer
er boven- en onderaan het scherm zwarte balken
verschijnen.
!6 ID NO. SET
Voor het instellen van het identificatienummer van de
afstandsbediening. De afstandsbediening kan dan
alleen worden gebruikt met een plasmascherm dat
hetzelfde identificatienummer heeft. Wanneer er
meerdere plasmaschermen tegelijkertijd worden
gebruikt, kunnen ze onafhankelijk van elkaar worden
bediend.
!7 CLEAR
Voor het wissen van het identificatienummer dat met
behulp van de ID NO. SET-toets is ingesteld.
!8 Zender van de afstandsbediening
Verstuurt de afstandsbedieningssignalen.
!9 Afstandsbedieningsaansluiting
Steek de stekker van de afstandsbedieningskabel (de
kabel met 1/8 stereo ministekker) in deze aansluiting
wanneer u de afstandsbediening als een bedrade
afstandsbediening wilt gebruiken.
Benaming van de onderdelen en hun functie
Afstandsbediening
7
Du
BASISBEDIENING
POWER
Om het plasmascherm in en uit te schakelen:
1. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
2. Druk op de POWER-toets (op het plasmascherm). De
STANDBY/ON-indicator van het plasmascherm licht rood
op en het scherm staat stand-by.
3. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening)
om het plasmascherm in te schakelen. De STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm licht op (groen) en
wanneer het scherm is ingeschakeld.
4. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening)
om het plasmascherm uit te schakelen. De STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm krijgt een rode kleur
en het scherm wordt stand-by gezet (alleen wanneer het
plasmascherm met behulp van de afstandsbediening wordt
uitgeschakeld).
Nederlands
VOLUME
Om het volume in te stellen:
1. Houd de VOLUME
-toets (van de afstandsbediening
of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het
gewenste niveau te verhogen.
2. Houd de VOLUME -toets (van de afstandsbediening
of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het
gewenste niveau te verlagen.
Met een RGB (bewegend beeld), VIDEO, of
COMPONENT (Y/Pb/Pr) ingangsbron:
Het beeldformaat wordt automatisch ingesteld op de
ZOOM-stand met volledige weergave van ondertitels
wanneer het beeld aan de boven- en onderkant zwarte
balken bevat.
OFF TIMER
Om de schakelklok te activeren:
De schakelklok kan worden ingesteld om het
plasmascherm uit te schakelen na 30, 60, 90 of 120
minuten.
1. Druk op de OFF TIMER-toets om de schakelklok in te
stellen op 30 minuten.
2. Druk op de OFF TIMER-toets om de gewenste tijd in te
stellen.
3. De schakelklok begint te lopen zodra het menu van het
scherm verdwijnt.
→ 30 → 60 → 90 → 120 → 0
OFF TIMER 30
MUTING
Om het geluid te dempen:
Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening om
het geluid te dempen. Druk nogmaals op de toets om het
normale geluid weer aan te zetten.
BASISBEDIENING
DISPLAY
Om de instellingen weer te geven:
1. Het venster van het on-screen display verandert telkens
wanneer op de DISPLAY-toets wordt gedrukt.
2. Wanneer er binnen 3 seconden niet opnieuw op de toets
wordt gedrukt, verdwijnt het on-screen display.
DIGITAL ZOOM
Met digitale zoom kan de beeldpositie worden bepaald en
het beeld worden vergroot.
1. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer ( )
op het scherm weer te geven.
Om het beeldformaat te wijzigen:
Druk op de ZOOM+-toets om het beeld te vergroten.
De aanwijzer krijgt de vorm van een vergrootglas ( ).
Wanneer op de ZOOM- -toets wordt gedrukt, wordt het
beeld weer verkleind en krijgt het zijn oorspronkelijke
beeldpositie terug.
Om de beeldpositie te wijzigen:
Bepaal de beeldpositie met behulp van de ▲▼ toetsen.
2. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer te laten
verdwijnen.
Om de resterende tijd te controleren:
1. Druk eenmaal op de OFF TIMER-toets als de schakelklok
is geactiveerd.
2. De resterende tijd wordt weergegeven en de aanduiding
verdwijnt na enkele seconden.
3. De laatste 5 minuten voordat het plasmascherm wordt
uitgeschakeld, wordt de resterende tijd van de schakelklok
op het scherm weergegeven.
OFF TIMER 28
Om de schakelklok te deactiveren:
1. Druk twee maal achtereen op de OFF TIMER-toets.
2. Het uitschakelen van het plasmascherm door de
schakelklok wordt geannuleerd.
OFF TIMER
0
AUTO SET UP
Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit
automatisch in te stellen:
Druk op de AUTO SET UP-toets.
8
Du
Informatie
Als automatische instelling is ingeschakeld
Met een RGB (stilbeeld) ingangsbron:
Fase, pixelklok, beeldpositie en contrast worden
automatisch ingesteld.
Opmerking:
Nadat het plasmascherm met behulp van de schakelklok
is uitgeschakeld....
Het plasmascherm wordt nog steeds met een beetje stroom
gevoed. Wanneer u de kamer uitgaat of niet van plan bent
om het systeem de komende tijd te gebruiken, schakel dan
de netspanning van het plasmascherm volledig uit.
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
beeldformaat)
Met deze functie kunt u kiezen uit zes verschillende
beeldformaten.
Voor het bekijken van video’s of digitale
videodiscs
1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
2. Binnen 3 seconden …
Druk nog twee maal op de SCREEN SIZE-toets.
Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde:
→ 4:3 → FULL → WIDE → ZOOM → 2.35:1 → 14:9
Wanneer een 720P of 1080I-signaal wordt ingevoerd:
FULL ↔ 2.35:1
Beeldformaat 4:3
Het normale beeldformaat wordt weergegeven.
* Het beeld heeft hetzelfde formaat als videobeelden met
een beeldverhouding van 4:3.
* Gebruik deze instelling voor het bekijken van
bioscoopfilms, enz.
Beeldformaat 2.35:1
Oorspronkelijk beeld
Er gaat aan weerszijden informatie verloren.
Het samengedrukte filmbeeld wordt uitgerekt om het
gehele scherm te vullen met een beeldverhouding van
2,35:1. Er verschijnen boven- en onderaan het scherm geen
zwarte balken, maar er gaat aan weerszijden van het beeld
informatie verloren.
* Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal
een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P,
1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een
scan omvormer).
* Als er bij het volledige beeldformaat zwarte balken bovenen onderaan het scherm verschijnen, dan moet de 2.35:1
beeldverhouding worden geselecteerd om inbranden te
voorkomen.
Beeldformaat 14:9
Beeldformaat FULL (volledig)
Het beeld wordt in horizontale richting uitgerekt.
* Beelden die in horizontale richting zijn gecomprimeerd
(“platgedrukt beeld”) worden in horizontale richting
uitgerekt en met de juiste lineariteit over het gehele
beeldscherm weergegeven. (Normale beeld wordt in
horizontale richting uitgerekt.)
Nederlands
(Handmatige instelling van het
Het beeld wordt weergegeven met een beeldverhouding
van 14:9.
* Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal
een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P,
1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een
scan omvormer).
Opmerking:
Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende
langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken.
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
SCREEN SIZE
Beeldformaat WIDE (breedbeeld)
Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting en
met verschillende verhoudingen uitgerekt.
* Gebruik deze instelling voor het met breedbeeld bekijken
van normale videobeelden (4:3).
Beeldformaat ZOOM (uitvergroot)
Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting
uitgerekt, waarbij de oorspronkelijke verhoudingen
bewaard blijven.
9
Du
SCREEN SIZE
Bij weergave van
computerbeelden
Schakel de stand voor breedbeeld in om het 4:3 beeld
schermvullend weer te geven.
1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
2. Binnen 3 seconden …
Druk nogmaals op de SCREEN SIZE-toets.
Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde:
→ 4:3 → FULL → ZOOM
Nederlands
Beeldformaat 4:3 (4:3 of SXGA 5:4)
Het beeld heeft hetzelfde formaat als het normale
computerbeeld.
Beeldformaat FULL (volledig)
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
Het beeld wordt in horizontale richting opgerekt.
10
Du
Beeldformaat ZOOM (uitvergroot)
Bij ingang van breedbeeldsignalen
Beeldformaat FULL (volledig)
Informatie
Ondersteunde resoluties
Zie blz. 29 voor details over de weergave van de diverse
signalen die voldoen aan de VESA-norm en die door
het plasmascherm worden ondersteund.
Wanneer VGA-signalen met een resolutie
van 852 (848) punten
480 lijnen en een
verticale frequentie van 60 Hz en een
horizontale frequentie van 31,7 (31,0) kHz
worden ingevoerd
Selecteer een passende instelling voor de stand RGB
SELECT aan de hand van de “Tabel van ondersteunde
signalen” op blz. 29.
* “VGA”, “SVGA” en “SXGA” zijn gedeponeerde
handelsmerken van IBM Inc. uit de Verenigde Staten.
Opmerking:
Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende
langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Het venster van het on-screen display (OSD) wordt
in een gedeelte van het scherm weergegeven, zoals
onderstaande afbeelding laat zien.
* De exacte positie van het OSD is afhankelijk van de
beeldinstelling.
In deze handleiding wordt het OSD-gedeelte vergroot
weergegeven.
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
MENU OK
SEL.
:
OFF
EXIT EXIT
In het onderstaande wordt beschreven hoe de menu’s en
de gekozen items worden bediend.
1. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening
om het “MAIN MENU” weer te geven.
1/2
MAIN MENU
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
SEL.
MENU OK
Informatie
Geavanceerde menufunctie
Wanneer “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/
2) op “ON” staat, worden alle menu-items weergegeven.
MAIN MENU
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
OPTION2
OPTION3
ADVANCED OSD
: ON
NEXT PAGE
SEL.
EXIT EXIT
MENU OK
1/2
MAIN MENU
Opmerking: Het hoofdmenu verdwijnt als op de EXITtoets wordt gedrukt.
:
1/2
Instellen van de menutaal
U kunt voor weergave van de menu’s kiezen uit zeven
talen.
Voorbeeld: Instellen van de menutaal op “DEUTSCH”
Selecteer “LANGUAGE” uit het “MAIN MENU” en druk
op de MENU/SET-toets.
Het “LANGUAGE”-menu verschijnt.
Selecteer “DEUTSCH” van het “LANGUAGE”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
OFF
EXIT EXIT
Nederlands
Menubewerkingen
LANGUAGE
2/2
LANGUAGE
:
ADJ. MENU OK
SEL.
MENU OK
DEUTSCH
EXIT RETURN
EXIT EXIT
2. Druk op de cursortoetsen ▲ ▼ van de afstandsbediening
om het menu te selecteren dat u wilt openen.
3. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening
om een submenu of een item te selecteren.
1/2
PICTURE
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
: STD
DNR
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
De taal wordt op “DEUTSCH” ingesteld en het hoofdmenu
verschijnt weer.
Informatie
Taalinstellingen
ENGLISH ........ Engels
DEUTSCH ....... Duits
FRANÇAIS ...... Frans
ESPAÑOL ....... Spaans
ITALIANO ........ Italiaans
SVENSKA ....... Zweeds
:У66@)G ............ Russisch
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
MAIN MENU
PREVIOUS PAGE
LANGUAGE
COLOR SYSTEM
SOURCE INFORMATION
4. Wijzig het niveau of de instelling van het geselecteerde
item met behulp van de cursortoetsen van de
afstandsbediening.
5. De aanpassingen of instellingen worden in het geheugen
opgeslagen. De wijzigen blijven van kracht tot u ze
opnieuw veranderd.
6. Herhaal de stappen 2 – 5 om andere items te wijzigen, of
druk op de EXIT-toets van de afstandsbediening om naar
het hoofdmenu terug te keren.
* Om de balk onderaan het scherm in te stellen moet de of
-toets binnen 5 seconden worden ingedrukt. Gebeurt dit
niet, dan blijft de huidige instelling van kracht en verschijnt
het vorige scherm weer.
11
Du
Menuopbouw
:De gearceerde vakken duiden op de standaard waarden.
←→: Druk op de of -toets om deze waarden in te stellen.
:Menu-items in een omlijnd vak zijn beschikbaar wanneer ADVANCED OSD is ingesteld op ON.
Submenu
Submenu 2
PICTURE
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
DNR
COLOR TEMP.
WHITE BALANCE
←→ 0←52→72
←→ 0←32→64
←→ 0←16→32
←→ 0←32→64
R←→G 0←32→64
DYNAMIC/STD/MOVIE1/MOVIE2/DEFAULT
OFF/LOW/MID/HIGH
LOW/MID LOW/MID/HIGH
R.HIGH
←→ 0←40→70
G.HIGH
←→ 0←40→70
B.HIGH
←→ 0←40→70
R.LOW
←→ 0←40→70
G.LOW
←→ 0←40→70
B.LOW
←→ 0←40→70
RESET
OFF←→ON
1←→2←…→4
AUTO←→1←…→3
RED
Y←→M 0←32→64
GREEN
C←→Y 0←32→64
BLUE
M←→C 0←32→64
YELLOW
G←→R 0←32→64
MAGENTA
R←→B 0←32→64
CYAN
B←→G 0←32→64
RESET
OFF←→ON
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
Hoofdmenu
GAMMA
LOW TONE
C. DETAIL ADJ
Du
Submenu 3
Submenu 4
Hoofdmenu
Submenu
Submenu 2
SOUND
BASS
TREBLE
BALANCE
AUDIO INPUT1
AUDIO INPUT2
AUDIO INPUT3
←→ 0←13→26
←→ 0←13→26
L←→R -22←0→+22
VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI
VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI
VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI
Hoofdmenu
Submenu
Submenu 2
SCREEN
SCREEN SIZE
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
PHASE*1
CLOCK*1
4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9
←→ -64←0→+64
←→ -128←0→+127
←→ 0←→64
←→ 0←→64
OFF←→ON*2
←→*2 0←→64
←→*2 0←64→128
Submenu 3
Submenu 3
Submenu 4
Submenu 4
Hoofdmenu
Submenu
Submenu 2
OPTION1
OSD
DISPLAY OSD
OFF←→ON
OSD ADJUST
1←…→6
OSD ANGLE
H←→V
OSD ORBITER
OFF←→ON
OSD CONTRAST LOW←→NORMAL
RGB←→COMP.←→SCART1←→SCART2
RGB←→SCART3
AUTO/STILL/MOTION/WIDE1/WIDE2/WIDE3/WIDE4/DTV
1080B/1035I/1080A
OFF←→ON
OFF←→ON
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
12
Submenu 3
Submenu 4
RESET
REFERENCE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
14
14
14
14
14
14
14
14
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
RESET
REFERENCE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
16
16
16
16
16
16
RESET
REFERENCE
—
JA
JA
JA
JA
NEE
JA
JA
16
16
16
16
16
16
16
16
RESET
REFERENCE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
—
JA
NEE
JA
—
17
17
17
17
17
17
17
18
18
18
18
Submenu 2
PWR. MGT.
PURECINEMA
LONG LIFE
OFF←→ON
OFF←→ON
ABL
ORBITER
SIDE MASK
S1/S2
DVI SET-UP
RESET
REFERENCE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
NEE
NEE
19
19
19
20
20
20
20
20
20
20
21
21
21
21
22
22
22
Submenu 4
Submenu 4
RESET
REFERENCE
DAYLIGHT SAIVING TIME OFF←→ON
DAY/HOUR/MINUTES
PROGRAM
OFF
ON
DATE/ON/OFF(HOUR, MINUTE)/INPUT/FUNCTION
LAST / VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI
OFF←→ON
OFF←→ON
OFF←→ON
ALL←→1←…→256
DIVIDER
OFF/1/4/9/16/25
No.1←…→No.4/No.7←…→No.15/No.16←…→No.31/No.32←…→No.56
POSITION
DISP. MODE
NORMAL←→ADJUST
AUTO ID
OFF←→ON
SCREEN
SCREEN SIZE
4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9
V.POSITION
←→ -64←0→+64
H.POSITION
←→ -128←0→+127
V.SIZE
←→ 0←→64
H.SIZE
←→ 0←→64
AUTO PICTURE
OFF←→ON*2
←→*2 0←→64
PHASE*1
CLOCK*1
←→*2 0←64→128
P. ON DELAY
OFF/ON/MODE1/MODE2
ABL LINK
OFF←→ON
REPEAT TIMER
OFF
ON
DIVIDER/SOURCE/WORK TIME
NEE
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
JA
—
JA
JA
—
JA
JA
JA
JA
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
JA
22
22
23
23
23
23
24
24
24
25
25
25
25
26
26
26
26
26
26
26
26
26
26
27
27
RESET
REFERENCE
JA
NEE
NEE
—
27
11
27
27
AUTO/LOCK 1/LOCK 2/LOCK 3
AUTO 1
AUTO 2
MANUAL
H-DOT/V-LINE/TIME
OFF
INVERSE
OFF
ON
WORKING TIME/WAITING TIME
WHITE
SCREEN WIPER OFF
ON
WORKING TIME/WAITING TIME/SPEED
SOFT FOCUS
OFF/1/2/3/4
0←…→3←…→15
AUTO←→OFF
PLUG/PLAY
PC←→STB/DVD
BLACK LEVEL
LOW←→HIGH
Hoofdmenu
Submenu
Submenu 2
OPTION3
TIMER
PRESENT TIME
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
Submenu 3
Submenu 2
Submenu 3
Hoofdmenu
Submenu
ADVANCED OSD
LANGUAGE
COLOR SYSTEM
SOURCE INFORMATION
OFF←→ON
ENGLISH/DEUTSCH/FRANÇAIS/ESPAÑOL/ITALIANO/SVENSKA/:У66@)G
AUTO/3.58NTSC/4.43 NTSC/PAL/PAL 60/PAL-N/PAL-M/SECAM
—
Submenu 3
Submenu 4
Nederlands
Submenu
OPTION2
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Hoofdmenu
*1 Alleen wanneer AUTO PICTURE is ingesteld op OFF.
*2 Alleen RGB/PC
Informatie
Herstellen van alle standaard waarden
Selecteer “ALL RESET” van het “OPTION1”-menu. Merk op dat ook de standaard waarden van alle overige instellingen
worden hersteld.
13
Du
Het instellingenmenu PICTURE
Instellen van het beeld
Contrast, helderheid, scherpte, kleur en tint kunnen naar
voorkeur worden ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van het contrast
Selecteer “CONTRAST” van het “PICTURE”-menu en stel
het contrast in.
1/2
PICTURE
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
: STD
AV SELECTION
: OFF
DNR
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Informatie
Beschikbare beeldinstellingen
CONTRAST: Wijzigt het witniveau in het beeld.
BRIGHTNESS: Wijzigt het zwartniveau in het beeld.
SHARPNESS: Wijzigt de scherpte van het beeld. Stelt
bij weergave van VIDEO het beelddetail in.
COLOR: Wijzigt de kleurdensiteit.
TINT: Wijzigt de tint van het beeld. Instellen op een
natuurlijke weergave van huidskleuren, achtergronden,
enz.
Instellen van computerbeelden
Bij een computersignaal kunnen alleen het contrast en
de helderheid worden gewijzigd.
Herstellen van de standaard waarden
Zet de instelling “AV SELECTION” op “DEFAULT”.
Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid
licht in de kamer
Er zijn vier standen die u kunt gebruiken om het beeld aan
te passen aan de heersende omstandigheden.
Voorbeeld: Instellen van de stand “MOVIE1”
Zet “AV SELECTION” van het “PICTURE”-menu op
“MOVIE1”.
14
Du
AV SELECTION
Zet “DNR” van het “PICTURE”-menu op “HIGH”.
1/2
PICTURE
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
: STD
DNR
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
:
DNR
HIGH
52
CONTRAST
Opmerking: Als de melding “CAN NOT ADJUST”
verschijnt …
Controleer of AV SELECTION niet is ingesteld op
DEFAULT wanneer u “PICTURE” submenu wilt openen.
1/2
PICTURE
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
: STD
DNR
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Onderdrukken van beeldruis
Gebruik deze instellingen als er beeldruis optreedt wanneer
de televisieontvangst slechts is of tijdens weergave van
videobanden met een slechte beeldkwaliteit.
Voorbeeld: Instellen op “HIGH”
:
MOVIE 1
Informatie
AV SELECTION-instellingen
MOVIE 1, 2: Selecteer deze stand wanneer u in een
donkere kamer naar videobeelden kijkt.
Deze stand biedt een donkerder en fijner beeld zoals u
dat in een bioscoop gewend bent.
Selecteer MOVIE2 voor het meest donkere beeld.
STD: Selecteer deze stand wanneer u in een lichte kamer
naar videobeelden kijkt. In deze stand is het onderscheid
tussen de lichte en de donkere gedeelten duidelijker.
DYNAMIC: Deze stand geeft het beeld een hogere
helderheid dan in STD.
DEFAULT: Gebruik deze instelling om de standaard
waarden te herstellen.
Informatie
DNR
* “DNR” is de afkorting voor Digital Noise Reduction,
wat digitale ruisonderdrukking betekent.
* Deze functie vermindert de hoeveelheid beeldruis.
Soorten ruisonderdrukking
Er zijn drie soorten ruisonderdrukking en elke soort
onderdrukt het ruis op een ander niveau.
Het effect van respectievelijk de standen LOW, MID
en HIGH neemt in sterkte toe.
OFF: De ruisonderdrukking is uitgeschakeld.
Instellen van de kleurtemperatuur
Volg deze procedure om de kleurtemperatuur van het
plasmascherm in te stellen.
Voorbeeld: Instellen op “HIGH”
Zet “COLOR TEMP.” van het “PICTURE”-menu op
“HIGH”.
PICTURE
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
:
GAMMA
:
LOW TONE
:
C.DETAIL ADJ.
SEL.
ADJ.
2/2
HIGH
2
AUTO
EXIT RETURN
Informatie
COLOR TEMP-instellingen
LOW: Veel rood
MID LOW: Iets rood
MID: Normaal (iets blauw)
HIGH: Veel blauw
R.HIGH
G.HIGH
B.HIGH
R.LOW
G.LOW
B.LOW
RESET
SEL.
ADJ.
SEL.
: OFF
EXIT RETURN
70
R.HIGH
Informatie
WHITE BALANCE-instellingen
R/G/B.HIGH: Instelling voor de witbalans voor het
witniveau
R/G/B.LOW: Instelling voor de witbalans voor het
zwartniveau
RESET: Herstelt de standaard waarden van alle
instellingen. Kies “ON” met behulp van de
cursortoetsen en en druk op de MENU/SET-toets.
Herstellen van de standaard waarden
Selecteer “RESET” van het “WHITE BALANCE”menu.
Wijzigen van de gammacurve
Met deze instelling kan de helderheid van de partijen in
het middenbereik worden ingesteld zonder dat dit van
invloed is op de donkere en de zeer heldere partijen.
Voorbeeld: Instellen op “3”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “GAMMA” van het “PICTURE”-menu op “3”.
PICTURE
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
:
GAMMA
:
LOW TONE
:
C.DETAIL ADJ.
SEL.
PICTURE
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
:
GAMMA
:
LOW TONE
:
C.DETAIL ADJ.
ADJ.
2/2
MID
3
AUTO
EXIT RETURN
Informatie
GAMMA-instellingen
Het beeld wordt donkerder naarmate het nummer hoger
wordt (in de volgorde 1, 2, 3 en 4).
ADJ.
2/2
MID
2
2
EXIT RETURN
Informatie
LOW TONE-instellingen
AUTO: Beoordeelt het beeld en past het automatisch
aan.
1: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt
is voor stilstaande beelden.
2: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt
is voor bewegende beelden.
3: Past de error diffusion-methode toe.
Instellen van de kleuren
Volg deze procedure om de kleurtoon en kleurdensiteit
van rood, groen, blauw, geel, magenta en cyaan in te
stellen.
U kunt dan de groene kleur van bomen, de blauwe kleur
van luchtpartijen, e.d. accentueren.
Voorbeeld: Instellen van de kleursterke van blauw
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer “C.DETAIL ADJ” van het “PICTURE”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “C.DETAIL ADJ”-menu verschijnt.
Stel de kleursterkte van “BLUE” van “C.DETAIL ADJ” in.
C.DETAIL ADJ
RED
GREEN
BLUE
YELLOW
MAGENTA
CYAN
RESET
SEL.
Y
ADJ.
M
C
Y
M
C
G
R
R
B
B
G
:
Nederlands
WHITE BALANCE
COLOR TEMP. HIGH
Instellen van de nuance
Met deze instellingen kan de nuance wordt verhoogd,
vooral in de donkere partijen.
Voorbeeld: Instellen op “2”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “LOW TONE” van het “PICTURE”-menu op “2”.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Instellen van de kleur op het gewenste niveau
Volg deze procedure om de witbalans voor elke
kleurtemperatuur in te stellen om zo de gewenste
kleureigenschappen te verkrijgen.
Voorbeeld: Instellen van de “R.HIGH” of “HIGH”
kleurtemperatuur.
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “COLOR TEMP.” van het “PICTURE”-menu op
“HIGH” en druk op de MENU/SET-toets.
Het “WHITE BALANCE”-menu verschijnt.
Stel de witbalans van “R.HIGH” in.
OFF
EXIT RETURN
Informatie
C.DETAIL ADJ -instellingen
RED: Stelt de kleursterkte van rood in.
GREEN: Stelt de kleursterkte van groen in.
BLUE: Stelt de kleursterkte van blauw in.
YELLOW: Stelt de kleursterkte van geel in.
MAGENTA: Stelt de kleursterkte van magenta in.
CYAN: Stelt de kleursterkte van cyaan in.
RESET: Herstelt de standaard waarden van alle
instellingen.
Kies “ON” met behulp van de cursortoetsen en en
druk op de MENU/SET-toets.
15
Du
Het instellingenmenu SOUND
Instellen van de hoge en lage tonen, de
balans en selecteren van de audio-ingang
De hoge en lage tonen en de balans tussen het linker en
het rechter kanaal kunnen naar eigen voorkeur worden
ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van de lage tonen
Stel de lage tonen in via “BASS” van het “SOUND”-menu.
SOUND
BASS
TREBLE
BALANCE
AUDIO INPUT1
AUDIO INPUT2
AUDIO INPUT3
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
SEL.
:
:
:
ADJ.
VIDEO1
COMPNT1
PC1DSUB
EXIT RETURN
Opmerking: Als de melding “CAN NOT ADJUST”
verschijnt …
Zet “AUDIO INPUT” van het “SOUND”-menu in de
juiste stand.
Informatie
SOUND-instellingen
BASS: Bepaalt de sterkte van de lage frequenties.
TREBLE: Bepaalt de sterkte van de hoge frequenties.
BALANCE: Bepaalt de balans tussen het linker en het
rechter kanaal.
Instellen van de toekenningen van de audioaansluitingen
Met deze instelling worden de aansluitingen AUDIO1, 2
en 3 op de gewenste audio-ingang ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van “AUDIO INPUT1” op
“VIDEO2”
Zet “AUDIO INPUT1” van het “SOUND”-menu op
“VIDEO2”.
De beschikbare audio-ingangen zijn afhankelijk van deze
instellingen.
SOUND
BASS
TREBLE
BALANCE
AUDIO INPUT1
AUDIO INPUT2
AUDIO INPUT3
SEL.
:
:
:
ADJ.
VIDEO2
COMPNT1
PC1DSUB
EXIT RETURN
Informatie
AUDIO INPUT-instellingen
Het is niet mogelijk om een enkele audio-ingang te
selecteren als het audiokanaal voor meer dan één
ingangsaansluiting.
Instellingenmenu SCREEN
Instellen van positie, formaat, fase en
pixelklok
Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en
flikkeringen van het beeld te verhelpen.
Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van een
normaal beeld
Stel de verticale positie in via “V.POSITION” van het
“SCREEN”-menu.
16
Du
Het beeldformaat verandert telkens wanneer op de of toets wordt gedrukt in onderstaande volgorde:
4:3 ↔ FULL
* Het beeldformaat kan ook worden gewijzigd met behulp
van de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
* De instellingen van het “SCREEN”-menu zijn in de fabriek
niet voorgeprogrammeerd.
SCREEN
SCREEN SIZE
: 4:3
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
: OFF
PHASE
CLOCK
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
V.POSITION
+64
Informatie
Wanneer “AUTO PICTURE” op “OFF” staat
SCREEN
SCREEN SIZE
: FULL
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
: OFF
PHASE
CLOCK
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Wanneer de automatische beeldinstelling is
uitgeschakeld, verschijnen de instellingen PHASE en
CLOCK zodat u de fase en pixelklok handmatig kunt
instellen.
Automatische beeldinstellingen
ON: De instellingen PHASE, CLOCK en positie
worden automatisch aangepast.
Niet beschikbaar voor digitale ZOOM.
OFF: De instellingen PHASE, CLOCK en positie
worden handmatig aangepast.
* Als de instelling PHASE niet handmatig kan worden
gewijzigd, dan moet “AUTO PICTURE” op “OFF”
worden gezet.
Instellingen voor de beeldpositie
V.POSITION: Bepaalt de verticale positie van het
beeld.
H.POSITION: Bepaalt de horizontale positie van het
beeld.
V.SIZE: Bepaalt de hoogte van het beeld (behalve bij
het breedbeeldformaat WIDE)
H.SIZE: Bepaalt de breedte van het beeld (behalve bij
het breedbeeldformaat WIDE)
PHASE*: Bepaalt de mate waarin er flikkeringen in
het beeld verschijnen
CLOCK*: Bepaalt de mate waarin er strepen in het
beeld verschijnen
* De instellingen PHASE en CLOCK zijn alleen
beschikbaar wanneer de functie “AUTO PICTURE”
voor automatische beeldinstelling is uitgeschakeld.
* AUTO PICTURE, PHASE en CLOCK zijn alleen
beschikbaar bij RGB-signalen. Bovendien zijn ze niet
beschikbaar bij bewegende beelden afkomstig van
RGB-, VIDEO- of COMPONENT-signalen.
Selecteer “OSD” van het “OPTION1”-menu en druk op de
MENU/SET-toets.
Het “OSD”-menu verschijnt.
Zet “DISPLAY OSD” van het “OSD”-menu op “OFF”.
OSD
DISPLAY OSD
OSD ADJUST
OSD ANGLE
OSD ORBITER
OSD CONTRAST
SEL.
:
:
:
:
:
ADJ.
OFF
1
H
OFF
LOW
EXIT RETURN
Informatie
DISPLAY OSD-instellingen
ON: Er wordt informatie over het beeldformaat, het
volume, enz. getoond.
OFF: Er wordt geen informatie over het beeldformaat,
het volume, enz. getoond.
Ook functioneert de DISPLAY-toets van de
afstandsbediening niet.
OSD ADJUST-instellingen
Bepaalt de positie van het menu op het scherm.
U kunt kiezen uit de posities 1 t/m 6.
Zet “BNC INPUT” van het “OPTION1”-menu op “COMP.”.
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: COMP.
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Informatie
BNC INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de 5 BNC-aansluitingen voor HD, VD
en RGB-signalen.
COMP.: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor
component-signalen.
SCART1: Gebruik de 4 BNC-aansluitingen voor RGB
met composite sync. Zie blz. 6.
SCART2: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor RGB
en de VIDEO1-aansluiting voor composite sync. Zie
blz. 6.
Instellen van de PC1-aansluiting
Via de instelling “D-SUB INPUT” kan het type signaal
worden geselecteerd dat via de PC1-aansluiting wordt
ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen van “D-SUB INPUT” op
“SCART3”.
Zet “D-SUB INPUT” van het “OPTION1”-menu op
“SCART3”.
OSD ANGLE-instellingen
Bepaalt de stand (liggend “H” of staand “V”). Wanneer
het plasmascherm verticaal is geïnstalleerd, moet “OSD
ANGLE” op “V” worden gezet.
“H”
“V”
1/3
OPTION1
OSD
: RGB
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: AUTO
RGB SELECT
: 1080B
HD SELECT
: OFF
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
NEXT PAGE
MENU OK
EXIT RETURN
SEL.
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: SCART3
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Nederlands
Instellen van de on-screen display
Er zijn diverse keuzemogelijkheden voor de positie van
het menu, de stand (horizontaal of verticaal), enz.
Voorbeeld: Uitschakelen van het on-screen display
Instellen van de PC2/COMPONENTaansluitingen
Via de instelling “BNC INPUT” kan de PC2/
COMPONENT2-aansluiting worden ingesteld op RGB,
component en SCART1 of 2.
Voorbeeld: Instellen van “BNC INPUT” op “COMP.”.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Instellingenmenu OPTION1
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
1024768
SEL. MENU OK
EXIT RETURN
OSD ORBITER-instellingen
ON: Telkens wanneer het on-screen display wordt
weergegeven, verschijnt de positie van het menu met 8
beeldpunten.
OFF: Het on-screen display verschijnt telkens op
dezelfde positie.
OSD CONTRAST-instellingen
NORMAL: Het on-screen display heeft een normaal
contrast.
LOW: Het on-screen display heeft een laag contrast.
Informatie
D-SUB INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGBsignalen.
SCART3: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGBsignalen via SCART. Zie blz. 6.
17
Du
Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor
computerbeelden
Selecteer bij computerbeelden de juiste RGB-keuzestand
voor bewegende beelden, zoals video, breedbeeld of
digitale uitzendingen.
Voorbeeld: Instellen van “RGB SELECT” op
“MOTION”
Zet “RGB SELECT” van het “OPTION1”-menu op
“MOTION”.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: MOTION
HD SELECT
1024×768
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
18
Du
Informatie
RGB SELECT-standen
Om de volgende signalen correct te kunnen weergeven,
moet één van de volgende 8 standen worden gekozen.
AUTO: Kiest de meest geschikte stand voor de
specificaties van het ingangssignaal, voorkomend in
de tabel “Tabel van ondersteunde computersignalen”
op blz. 29.
STILL: Voor weergave van diverse signalen die voldoen
aan de VESA-norm. (Gebruik deze stand voor
stilbeelden van een computer.)
MOTION: Het videosignaal (van een scan omvormer)
wordt omgezet in een RGB-signaal om het beeld
gemakkelijker te kunnen bekijken. (Gebruik deze stand
voor bewegende beelden van een computer.)
WIDE1: Wanneer een signaal met een resolutie van 852
punten
480 lijnen en een horizontale frequentie van
31,7 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE1.
WIDE2: Wanneer een signaal met een resolutie van 848
punten
480 lijnen en een horizontale frequentie van
31,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE2.
WIDE3: Wanneer een signaal met een resolutie van
1920 punten
1200 lijnen en een horizontale
frequentie van 74,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld
in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit
te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE3.
WIDE4: Wanneer een signaal met een resolutie van
1280 punten
768 lijnen en een horizontale frequentie
van 59,8 kHz of een signaal met een resolutie van 1680
punten x 1050 lijnen en een horizontale frequentie van
60 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE4.
DTV: Kies deze stand wanneer u naar digitale televisieuitzendingen (480P) kijkt.
Zie blz. 29 voor details over bovenstaande instellingen.
Instellen van high-definition beelden op het
juiste beeldformaat
Volg deze procedure om het aantal verticale lijnen van het
ingevoerde HD-signaal in te stellen op 1035 of 1080.
Voorbeeld: Instellen van “HD SELECT” op “1035I”
Zet “HD SELECT” van het “OPTION1”-menu op “1035I”.
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1035 I
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Informatie
HD SELECT-instellingen
Deze 3 instellingen worden niet automatisch in de juiste
volgorde weergegeven.
1080B: Standaard digitale uitzendingen
1035I: Het Japanse “High Vision” signaalformaat
1080A: Speciale digitale uitzendingen (bijvoorbeeld:
DTC100)
Instellen van de te negeren ingangen
De functie “INPUT SKIP” zorgt ervoor, dat wanneer de
functie op “ON” staat de niet aanwezige signalen worden
overgeslagen en dat alleen die beelden worden
weergegeven van signalen die worden ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “INPUT SKIP” van het “OPTION1”-menu op “ON”.
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: ON
ALL RESET
: OFF
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
Informatie
INPUT SKIP-instellingen
OFF: Alle signalen worden ongeacht hun
aanwezigheid, gescand en weergegeven
ON: Als er geen ingangssignaal aanwezig is, wordt dat
signaal overgeslagen.
* Tijdens het zoeken naar de aanwezige ingangssignalen
wordt de melding “SETTING NOW” weergegeven.
Herstellen van de standaard waarden
Voer onderstaande handelingen uit om de standaard
waarden van alle instellingen (van de menu’s PICTURE,
SOUND, SCREEN, OPTION1~3, enz.) te herstellen.
Zie blz. 12 voor details over de herstelde instellingen.
Zet “ALL RESET” van het “OPTION1”-menu op “ON” en
druk op de MENU/SET-toets.
1/3
OPTION1
OSD
BNC INPUT
: RGB
D-SUB INPUT
: RGB
RGB SELECT
: AUTO
HD SELECT
: 1080B
INPUT SKIP
: OFF
ALL RESET
: ON
NEXT PAGE
SEL.
EXIT RETURN
MENU OK
ALL RESET
SETTING NOW
Wanneer de melding “SETTING NOW” verdwijnt, zijn alle
instellingen op hun standaard waarde teruggezet.
2/3
OPTION2
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
: ON
PURECINEMA
: ON
LONG LIFE
SIDE MASK
: 3
S1/S2
: OFF
DVI SET-UP
NEXT PAGE
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
Informatie
Energiebeheer
* De energiebeheerfunctie reduceert automatisch het
stroomverbruik van het plasmascherm wanneer het
toetsenbord en de muis van de computer gedurende een
bepaalde tijd niet worden gebruikt. Deze functie is
beschikbaar wanneer het plasmascherm in combinatie
met een computer wordt gebruikt.
* Als de computer niet is ingeschakeld of als de computer
en de tuner niet goed zijn aangesloten, dan is het systeem
uitgeschakeld.
* Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de computer voor
details over het instellen en gebruik van de
energiebeheerfunctie van de computer.
Instellingen voor energiebeheer
ON: De energiebeheerfunctie is ingeschakeld.
OFF: De energiebeheerfunctie is uitgeschakeld.
Energiebeheerfunctie en STANDBY/ONindicator
De STANDBY/ON-indicator laat de huidige status van
de energiebeheerfunctie zien. Zie onderstaande tabel
voor een beschrijving van de indicatortoestand.
STANDBY/ON-indicator
Energiebeheerfunctie STANDBY/ Energiebeheerstatus Beschrijving
ON-indicator
Aan
Uit
Groen
Rood
Niet geactiveerd
Geactiveerd
Herstellen van het beeld
Er worden horizontale Het beeld staat al aan.
en
verticale
synchronisatiesignalen
van de computer
ontvangen.
Er worden geen Bedien toetsenbord of muis.
horizontale en/of verticale Het beeld verschijnt weer.
synchronisatiesignalen
van de computer
ontvangen.
2/3
OPTION2
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
: OFF
PURECINEMA
: OFF
LONG LIFE
SIDE MASK
: 3
S1/S2
: OFF
DVI SET-UP
NEXT PAGE
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
Informatie
PURECINEMA-instellingen
ON: Automatische boordeling en projectie van het beeld
in PURECINEMANA
OFF: PURECINEMA is uitgeschakeld.
Verminderen van het gevaar voor inbranden
van het scherm
Om het gevaar voor het inbranden van het scherm te
verminderen zijn de helderheid en de positie van het beeld,
de positief-/negatieffunctie en de schermwisser instelbaar.
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer “LONG LIFE” van het “OPTION2”-menu en druk
op de MENU/SET-toets. Het “LONG LIFE”-menu verschijnt.
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
SEL.
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
AUTO
OFF
OFF
OFF
OFF
Nederlands
Instelling van energiebeheer voor
computerbeelden
Deze functie voor energiebesparing (energiebeheer)
reduceert automatisch het stroomverbruik van het
plasmascherm wanneer er gedurende een bepaalde tijd
geen bediening plaatsvindt.
Voorbeeld: Inschakelen van energiebeheer
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “PWR.MGT” van het “OPTION2”-menu op “ON”.
Aanpassen van het beeld aan de film
Het filmbeeld wordt automatisch beoordeeld en
geprojecteerd met de instellingen die het beste bij de film
passen.
[Alleen MTSC, PAL, PAL60, 480I (60 Hz) , 525I (60 Hz),
576I (50 Hz), 625I (50 Hz), 1035I (60 HZ), 1080I (60 Hz)]
Voorbeeld: Instellen van “PURECINEMA” op “OFF”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “PURECINEMA” van het “OPTION2”-menu op “OFF”.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Instellingenmenu OPTION2
EXIT RETURN
ABL (automatisch helderheidsbegrenzer)
Gebruik deze instelling om de helderheidsbegrenzer in te
schakelen.
Voorbeeld: Instellen van “ABL” op “LOCK1”
Zet “ABL” van het “LONG LIFE”-menu op “LOCK1”.
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
SEL.
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
LOCK1
OFF
OFF
OFF
OFF
EXIT RETURN
Informatie
ABL-instellingen
AUTO: De helderheid van het scherm wordt
automatisch aangepast aan de beeldkwaliteit.
LOCK1, 2, 3: Bepaalt de maximum helderheid.
De helderheid neemt bij achtereenvolgens LOCK1, 2 en
3 steeds verder af. Bij LOCK3 is de helderheid het laagst.
19
Du
ORBITER
Gebruik deze instelling om de beeldverschuiving te
bepalen.
Voorbeeld: Instellen van “ORBITER” op “AUTO1”
INVERSE
Gebruik deze instelling om het beeld invers weer te geven
of om een wit scherm weer te geven.
Voorbeeld: Instellen van “INVERSE” op “WHITE”
Zet “ORBITER” van het “LONG LIFE”-menu op “AUTO1”.
Zet “INVERSE” van het “LONG LIFE”-menu op “WHITE”
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
SEL.
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
Informatie
ORBITER-instellingen
OFF: De ORBITER-functie is uitgeschakeld. Dit is de
standaard instellingen bij invoer van een computersignaal.
AUTO1: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over
het scherm, waarbij het beeld kleiner wordt. Dit is de
standaard instelling bij invoer van een video- of
componentsignaal. Zet de instelling op “OFF” als deze
signalen niet worden gebruikt.
AUTO2: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over
het scherm, waarbij het beeld groter wordt.
MANUAL: De gebruiker kan de ORBITER-functie
(horizontale punt, verticale lijn en tijd) handmatig
instellen.
Zie onderstaande uitleg.
* Wanneer een video- of een componentsignaal wordt
ingevoerd, hebben de AUTO1 en AUTO2 instellingen
alleen invloed op het bewegende beeld en wordt het
beeld niet kleiner of groter gemaakt.
ORBITER
SEL.
:
:
:
ADJ.
2 DOT
4 LINE
3M
EXIT RETURN
Informatie
Instellen van de ORBITER-functie
H-DOT: Verplaatst het beeld 1 – 20 punten in
horizontale richting
V-LINE: Verplaatst het beeld 1 – 20 lijnen in verticale
richting
TIME: Interval van 1 – 5 minuten (1 horizontale punt
of 1 verticale lijn per interval)
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
AUTO
OFF
WHITE
OFF
OFF
EXIT RETURN
Informatie
INVERSE-instellingen
ON: Het beeld wordt beurtelings als positief en als
negatief beeld weergegeven. U kunt de tijd instellen
door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl deze
instelling op “ON” staat.
OFF: Er worden geen beelden invers weergegeven.
WHITE: Er wordt een volledig wit scherm weergegeven.
U kunt de tijd instellen door op de MENU/SET-toets te
drukken terwijl deze instelling op “ON” staat.
Instellen van de tijd voor weergave van een invers
beeld/wit scherm
Stel de duur van de weergave in.
Voorbeeld: Instellen om een beeld na 2 uren
gedurende een half uur invers weer te geven
Zet “INVERSE” van het “LONG LIFE”-menu op “ON” en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “INVERSE/WHITE”-menu verschijnt.
Stel de tijden in.
INVERSE/WHITE
WORKING TIME
: 01H30M
WAITING TIME
: 02H00M
Handmatig instellen van de ORBITER-functie
Stel de mate van verschuiving en de tijd tussen twee
verplaatsingen in.
Voorbeeld: Instellen om het beeld elke 3 minuten 2
horizontale punten en 4 verticale lijnen te verplaatsen
H-DOT
V-LINE
TIME
Du
SEL.
EXIT RETURN
Selecteer “ORBITER” van het “LONG LIFE”-menu en druk
op de MENU/SET-toets in. Het “ORBITER”-menu
verschijnt.
Stel de items in.
20
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
AUTO
AUTO1
OFF
OFF
OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Tijdsinstellingen
WORKING TIME: Stel de weergaveduur voor
“INVERSE/WHITE” in. Wanneer “WORKING TIME” op
“ON” wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld.
WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen
van “INVERSE/WHITE” in.
* De “WAITING TIME” kan niet worden ingesteld als
“WORKING TIME” op “ON” is gezet.
* De “WAITING TIME” en de “WORKING TIME”
kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op
maximaal 12 uren en 45 minuten.
* Na afloop van de “WORKING TIME” wordt het
plasmascherm stand-by gezet.
[Voorbeeld]
“WORKING TIME”
01u30m
“WAITING TIME”
02u00m
←−−−−
Start
2u
−−−−→←−−
1,5u
Start invers/wit
−−→←−−−−
Stand-by
Instellen van “WORKING TIME” op “ON”
Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats
van de tijdaanduiding verschijnt nu “ON”.
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
SEL.
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
AUTO
OFF
OFF
ON
OFF
EXIT RETURN
Informatie
SCREEN WIPER
ON: De witte, verticale balk verschijnt. U kunt de tijd
instellen door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl
deze instelling op “ON” staat.
OFF: De schermwisser is uitgeschakeld.
Instellen van de tijden voor de SCREEN WIPER
Stel de tijden en de snelheid in.
Voorbeeld: Instellen om de SCREEN WIPER over
30 minuten in te schakelen en gedurende anderhalf
uur te laten werken
Zet “SCREEN WIPER” van het “LONG LIFE”-menu op
“ON” en druk op de MENU/SET-toets.
Stel de tijden en de snelheid in.
SCREEN WIPER
WORKING TIME
: 01H30M
WAITING TIME
: 00H30M
SPEED
: 3
SEL.
ADJ.
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
SEL.
LONG LIFE
:
:
:
:
:
ADJ.
AUTO
OFF
OFF
OFF
2
EXIT RETURN
Informatie
SOFT FOCUS-instellingen
OFF: “SOFT FOCUS” is uitgeschakeld.
1, 2, 3, 4: Activeert “SOFT FOCUS”. Hoe hoger het
nummer, hoe zachter het beeld.
De instelling “SHARPNESS” van het “PICTURE”menu kan nu niet worden gewijzigd.
Instelling van de grijswaarde voor de
zijmaskering
Volg deze procedure voor het instellen van de grijswaarde
voor die delen van het scherm waarop geen beeld verschijnt
bij een beeldverhouding van 4:3 of 14:9.
Voorbeeld: Instellen van “SIDE MASK” op “5”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “SIDE MASK” van het “OPTION2”-menu op “5”.
2/3
OPTION2
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
: OFF
PURECINEMA
: ON
LONG LIFE
SIDE MASK
: 5
S1/S2
: OFF
DVI SET-UP
NEXT PAGE
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Tijdsinstellingen
WORKING TIME: Stel de tijdsduur voor “SCREEN
WIPER” in. Wanneer “WORKING TIME” op “ON”
wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld.
WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen
van de “SCREEN WIPER” in.
SPEED: Stel de bewegingssnelheid van de “SCREEN
WIPER” in. De snelheid neemt toe naarmate het
nummer hoger wordt.
* De “WAITING TIME” kan niet worden ingesteld als
“WORKING TIME” op “ON” is gezet.
* De “WAITING TIME” en de “WORKING TIME”
kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op
maximaal 12 uren en 45 minuten.
Instellen van “WORKING TIME” op “ON”
Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats
van de tijdaanduiding verschijnt nu “ON”.
Informatie
SIDE MASK-instellingen
Hiermee wordt de helderheid van het zwart (de
grijswaarde) van de zijkanten van het beeld bepaalt.
De standaard waarde is 0 (zwart). De grijswaarde kan
worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 15. De
fabrieksinstelling is 3 (donkergrijs).
Nederlands
Zet “SCREEN WIPER” van het “LONG LIFE”-menu op
“ON”.
SOFT FOCUS
Deze instelling vermindert de randen en verzacht het beeld.
Voorbeeld: Instellen van ‘SOFT FOCUS” op “2”
Zet “SOFT FOCUS” van het “LONG LIFE”-menu op “2”.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
SCREEN WIPER
Wanneer deze instelling op “ON” wordt gezet, beweegt
zich een witte, verticale balk herhaaldelijk en met een
constante snelheid van links naar rechts over het scherm.
Voorbeeld: Instellen van “SCREEN WIPER” op “ON”
21
Du
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
Instellen van het beeldformaat van het S1/S2
videosignaal
Als het S-videosignaal informatie over het beeldformaat
bevat en de instelling S1/S2 op “AUTO” is gezet, wordt
het beeld automatisch aangepast en schermvullend
weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een Svideosignaal via de VIDEO3-aansluiting wordt ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen van “S1/S2” op “AUTO”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “S1/S2” van het “OPTION2”-menu op “AUTO”.
2/3
OPTION2
PREVIOUS PAGE
: OFF
PWR. MGT.
: ON
PURECINEMA
LONG LIFE
: 3
SIDE MASK
: AUTO
S1/S2
DVI SET-UP
NEXT PAGE
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
Informatie
S1/S2-instellingen
AUTO: Past het beeldformaat automatisch aan het S1/
S2-videosignaal aan.
OFF: De S1/S2-functie is uitgeschakeld.
Instellen van het signaal en het zwartniveau
voor een DVI-signaal
Kies het signaal voor de DVI-aansluiting (PC of STB/
DVD) en stel het zwartniveau in.
Voorbeeld: Instellen van de functie “PLUG/PLAY” op
“STB/DVD”.
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer “DVI SET-UP” van het “OPTION2”-menu en druk
op de MENU/SET-toets.
Het “DVI SET-UP”-menu verschijnt.
Zet “PLUG/PLAY” van het “DVI SET-UP”-menu op “STB/
DVD”.
PLUG/PLAY
BLACK LEVEL
SEL.
DVI SET-UP
:
:
ADJ.
Du
Gebruik van de timer
Met deze functie kan het plasmascherm automatisch op
het geprogrammeerde tijdstip worden ingeschakeld.
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer “TIMER” uit het “OPTION3”-menu en druk op
de MENU/SET-toets.
Het “TIMER”-menu verschijnt.
TIMER
PRESENT TIME
PROGRAM
SEL.
:
MENU OK
OFF
EXIT RETURN
PRESENT TIME
Hiermee kan de huidige tijd worden ingesteld.
Voorbeeld: Instellen op woensdag, 22:05 uur
Selecteer “PRESENT TIME” van het “TIMER”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “PRESENT TIME”-menu verschijnt.
Stel de items in.
PRESENT TIME
RETURN
DAYLIGHT
SAVING TIME
: OFF
WEDNESDAY
22 : 05 : 00
SET
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Selecteer “SET” en druk op de MENU/SET-toets.
De instellingen worden opgeslagen en het “TIMER”-menu
verschijnt weer.
* Wanneer u in plaats van de MENU/SET-toets op de EXITtoets drukt, dan worden de instellingen niet opgeslagen.
PRESENT TIME
RETURN
DAYLIGHT
SAVING TIME
: OFF
WEDNESDAY
22 : 05 : 00
STB/DVD
HIGH
EXIT RETURN
Informatie
PLUG/PLAY-instellingen
PC: Bij aansluiting van een pc. “BLACK LEVEL”
wordt automatisch ingesteld op “LOW”.
STB/DVD: Bij aansluiting van een set-top box, dvd,
enz. “BLACK LEVEL” wordt automatisch ingesteld
op “HIGH”.
BLACK LEVEL-instellingen
LOW: Bij aansluiting van een pc.
HIGH: Bij aansluiting van een set-top box, dvd, enz.
Verander de instelling van “HIGH” in “LOW” als het
zwartniveau er grijs uitziet.
22
Instellingenmenu OPTION3
SET
SEL.
MENU OK
EXIT RETURN
Informatie
PRESENT TIME-instellingen
DAYLIGHT SAVING TIME: Gebruik deze instelling
om de zomertijd (“DAYLIGHT SAVING TIME”) in te
stellen.
ON: De huidige tijd + 1 uur
OFF: Geen zomertijd
Dag: Stel de dag van de week in (b.v. zondag)
Uren: Stel de uren in in de 24-uursaanduiding (tussen
00 en 23).
Minuten: Stel de minuten in (tussen 00 en 59).
PROGRAM TIMER
ON
OFF INPUT FUNCTION
DATE
INVERSE
PC2
MON 08 : 30 10 : 30
—
--:---:-—
—
—
--:---:-—
—
—
--:---:-—
—
—
--:---:-—
—
—
--:---:-—
—
—
--:---:-—
—
EXIT RETURN
SEL. ZOOM ADJ.
Informatie
PROGRAM TIMER-instellingen
DATE: Stel de dag van de week in (b.v. zondag)
ON (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het
plasmascherm moet worden ingeschakeld, in de 24uursaanduiding.
OFF (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het
plasmascherm moet worden uitgeschakeld, in de 24uursaanduiding.
INPUT: Selecteer de ingang die moet worden
weergegeven wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld.
FUNCTION: Selecteer de functie om het gevaar voor
inbranden van het scherm te verminderen.
Wissen van een programma
Plaats de cursor op het DATE-veld van het te annuleren
programma en druk op de CLEAR-toets.
Wissen van programmagegevens
Plaats de cursor op het te wissen veld (ON/OFF/INPUT/
FUNCTION) en druk op de CLEAR-toets.
Speciale tekens van het PROGRAM TIMERmenu
PROGRAM TIMER
ON
OFF INPUT FUNCTION
DATE
INVERSE
PC2
MON 08 : 30 10 : 30
—
- - : - - 18 : 15
—
TUE
WHITE
SAT 08 : 30 12 : 15 VIDEO1
—
*FRI 08 : 30 10 : 00 COMP.1
—
--:---:-—
—
WHITE
SAT 08 : 30 12 : 15 VIDEO1
—
15 : 30 16 : 00
PC1
*
EXIT RETURN
SEL. ZOOM ADJ.
• Een sterretje “*” in het DATE-veld
Een sterretje “*” betekent “elke”. “*FRI” betekent
bijvoorbeeld “elke vrijdag” en “*” betekent “dagelijks”.
• Een koppelteken “-” in het ON of OFF-veld
Een koppelteken “-” in het ON-veld of in het OFF-veld
geeft aan dat de functie niet kan worden ingesteld.
• Een koppelteken “-”in het FUNCTION-veld
Een koppelteken “-” betekent “laatst gebruikte functie”
(de functie die was ingeschakeld op het moment waarop
het plasmascherm werd uitgeschakeld).
OPTION3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
:
KEY LOCK
:
IR REMOTE
:
LOOP OUT
:
ID NUMBER
:
VIDEO WALL
SEL.
ADJ.
3/3
VIDEO2
OFF
ON
OFF
ALL
EXIT RETURN
Informatie
PWR. ON MODE-instellingen
LAST: De als laatst gebruikte ingangsbron (de bron
die werd gebruikt op het moment waarop het
plasmascherm werd uitgeschakeld).
VIDEO1, 2, 3: De VIDEO-ingangen
PC1, 2, 3: De PC-ingangen
COMPONENT1, 2: De COMPONENT-ingangen
Volg dezelfde procedure als voor het programmeren van
de programmatimer.
Activeren/deactiveren
van
de
bedieningsorganen op het voorpaneel
Via deze instelling kunnen de bedieningsorganen op het
voorpaneel worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “KEY LOCK” van het “OPTION3”-menu op “ON” en
druk op de MENU/SET-toets.
OPTION3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
:
KEY LOCK
:
IR REMOTE
:
LOOP OUT
:
ID NUMBER
:
VIDEO WALL
SEL.
ADJ.
Nederlands
Selecteer “PROGRAM” van het “TIMER”-menu en druk
op de MENU/SET-toets.
Het “PROGRAM TIMER”-menu verschijnt.
Stel de items in.
De functie verandert telkens wanneer op de ZOOM / toets wordt gedrukt.
Instellen van de aanvangsmodus
Met deze instelling kan worden bepaald welke ingang
wordt gekozen wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op “VIDEO2”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “PWR. ON MODE” van het “OPTION3”-menu op
“VIDEO2”.
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de voor de
ingangen gemaakte instellingen.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
PROGRAM TIMER
Hiermee worden de dag en het tijdstip waarop het
plasmascherm wordt in- en uitgeschakeld en de te
gebruiken ingangsbron geprogrammeerd.
Voorbeeld: Instellen om het plasmascherm op
maandagochtend om 8:30 uur in te schakelen, de
op de PC2-aansluitingen aangesloten bron weer te
geven en om 10:30 uur weer uit te schakelen
3/3
LAST
ON
ON
OFF
ALL
EXIT RETURN
Informatie
KEY LOCK-instellingen
ON: Deactiveert de bedieningsorganen op het
voorpaneel.
OFF: Activeert de bedieningsorganen op het
voorpaneel.
* De POWER-toets blijft gewoon functioneren, ook
wanneer de KEY LOCK-toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
* De instelling is van kracht zodra het on-screen display
verdwijnt.
23
Du
Activeren/deactiveren van de draadloze
afstandsbediening
Via deze instelling kan de bediening via de draadloze
afstandsbediening worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Voorbeeld: Instellen op “OFF”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “IR REMOTE” van het “OPTION3”-menu op “OFF”
en druk op de MENU/SET-toets.
OPTION3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
:
KEY LOCK
:
IR REMOTE
:
LOOP OUT
:
ID NUMBER
:
VIDEO WALL
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
SEL.
ADJ.
3/3
LAST
OFF
OFF
OFF
ALL
Instelling voor doorgifte van het signaal
Wanneer deze instellingen op “ON” wordt gezet, wordt
het ontvangen signaal doorgegeven.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “LOOP OUT” van het “OPTION3”-menu op “ON”.
ADJ.
3/3
LAST
OFF
ON
ON
ALL
Du
LAST
OFF
ON
OFF
2
EXIT RETURN
Informatie
ID NUMBER-instellingen
ALL: Er wordt geen uniek identificatienummer aan het
plasmascherm toegekend.
1 t/m 256: Er wordt een uniek identificatienummer
aan het plasmascherm toegekend.
Wanneer een uniek identificatienummer is
toegekend
Het unieke identificatienummer moet ook aan de bij
het plasmascherm behorende afstandsbediening worden
toegekend. Zie onderstaande paragraaf voor aanwijzingen
hiervoor.
Instellen van het identificatienummer in de
afstandsbediening
Voorbeeld: Instellen op “2”
Druk op de ID NO.SET-toets van de afstandsbediening.
Het “ID NO.SET”-menu verschijnt op het scherm.
Zet “ID NUMBER “ van het “ID NO.SET”-menu op “2”.
ID NO.SET
POSITION : 1
ID NUMBER
:
2
EXIT RETURN
Informatie
LOOP OUT-instellingen
ON: Het ontvangen signaal wordt via de PC1aansluiting of de VIDEO1-aansluiting doorgegeven.
OFF: Het ontvangen signaal wordt niet doorgegeven.
* De doorgifte van signalen wordt onderbroken wanneer
het plasmascherm wordt uitgeschakeld, ook als LOOP
OUT op “ON” staat.
Aansluiten van een ander plasmascherm
Zie blz. 3.
Als er een signaal op PC1 aanwezig is
wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld …
Het op de PC1-aansluiting ontvangen signaal wordt op
het plasmascherm weergegeven, ongeacht de instelling
van LOOP OUT.
24
ADJ.
3/3
* Herstellen van de standaard waarde “ALL”
Druk op de CLEAR-toets.
Informatie
IR REMOTE-instellingen
ON: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening
mogelijk.
OFF: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening
niet mogelijk. Zet deze instelling op “OFF” om
ongewenst reageren van het plasmascherm op andere
afstandsbedieningen te voorkomen.
SEL.
OPTION3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
:
KEY LOCK
:
IR REMOTE
:
LOOP OUT
:
ID NUMBER
:
VIDEO WALL
SEL.
EXIT RETURN
OPTION3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
:
KEY LOCK
:
IR REMOTE
:
LOOP OUT
:
ID NUMBER
:
VIDEO WALL
op één afstandsbediening reageren.
Voorbeeld: Instellen op “2”
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet “ID NUMBER “ van het “OPTION3”-menu op “2”.
Instellen van het identificatienummer
Het is mogelijk om bij gebruik van meerdere plasmaschermen
een uniek identificatienummer toe te kennen aan elk
plasmascherm om te voorkomen dat diverse plasmaschermen
ADJ.
EXIT RETURN
* Herstellen van de standaard waarde “ALL”
Druk op de CLEAR-toets.
Instellen van een videowand
Gebruik deze instelling om een videowand op te bouwen
die uit 4 tot 25 schermen bestaat.
Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op
“ON” en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer “VIDEO WALL” van het “OPTION3”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “VIDEO WALL”-menu verschijnt.
VIDEO WALL
DIVIDER
: 1
POSITION
DISP. MODE
: NORMAL
AUTO ID
: OFF
SCREEN
P. ON DELAY
: OFF
ABL LINK
: OFF
REPEAT TIMER
: OFF
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
Opmerking: Zorg ervoor dat u in geval van nood de
netspanning van de gehele videowand in één keer kunt
uitschakelen.
DIVIDER
Instellen van het aantal plasmaschermen waaruit de
videowand bestaat.
Voorbeeld: Instellen op “4”.
DISP. MODE
Selecteer één van de twee standen van de beeldmodus,
NORMAL of ADJUST.
Voorbeeld: Instellen op “ADJUST”.
Zet “DIVIDER” van het “VIDEO WALL”-menu op “4”.
Zet “DISP. MODE” van het “VIDEO WALL”-menu op
“ADJUST”.
VIDEO WALL
DIVIDER
: 4
POSITION
DISP. MODE
: NORMAL
AUTO ID
: OFF
SCREEN
P. ON DELAY
: OFF
ABL LINK
: OFF
REPEAT TIMER
: OFF
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
VIDEO WALL POSITION
Instellen van de positie van elk plasmascherm in de
videowand.
Voorbeeld: Instellen op “4”.
Selecteer “POSITION” van het “VIDEO WALL”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “VIDEO WALL POSITION”-menu verschijnt.
Zet “POSITION” van het “VIDEO WALL POSITION”menu op “4”.
Informatie
DISP. MODE-instellingen
NORMAL: Combineert uitvergrote beelden en creëert
meervoudige beelden.
ADJUST: Corrigeert fouten in de uitlijning van
gecombineerde gedeelten van het beeld en creëert
meervoudige beelden.
AUTO ID
Met deze functie kunnen de identificatienummers van
meerdere, op elkaar aangesloten plasmaschermen
automatisch worden toegekend.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Stel eerst het identificatienummer voor plasmascherm nr.
1 in via het “ID NUMBER”-menu.
Zet “AUTO ID” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON”
en druk op de MENU/SET-toets.
AUTO ID
AUTO ID
:
1
2
1
4
3
VIDEO WALL POSITION
POSITION NO.
ADJ.
NO. 4
NO. 2
NO. 3
16 scherm
4
EXIT RETURN
NO. 7
NO. 8
NO. 9
NO. 10
NO. 11
NO. 12
NO. 17
NO. 18
NO. 19
NO. 20
NO. 21
NO. 22
NO. 23
3
8
9
4
7
6
5
NO. 13
NO. 14
NO. 15
Informatie
AUTO ID-instellingen
ON: Kent automatisch identificatienummers aan de
plasmaschermen toe. In onderstaand voorbeeld krijgt
plasmascherm 1 identificatienummer 1, plasmascherm
2 identificatienummer 2, enz. Dit is alleen onmogelijk
wanneer er een videowand van 2×2 of 3×3 schermen
wordt gebouwd.
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
OUT
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
OUT
Scherm 2
Scherm 1
25 scherm
NO. 16
2
WIRED CABLE
CONNECTION TURN
EXIT RETURN
ADJ.
Informatie
VIDEO WALL POSITION-instellingen
1 scherm: De positie van het plasmascherm hoeft niet
te worden ingesteld.
4 scherm
9 scherm
NO. 1
ON
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Informatie
DIVIDER-instellingen
OFF, 1: 1 plasmascherm (de matrix-weergavefunctie
is uitgeschakeld).
4: 4 plasmaschermen (videowand van 2×2 schermen)
9: 9 plasmaschermen (videowand van 3×3 schermen)
16: 16 plasmaschermen (videowand van 4×4 schermen)
25: 25 plasmaschermen (videowand van 5×5 schermen)
* Nadat u één van deze instellingen heeft gekozen, moet
u ook de positie van elk individueel plasmascherm in
de videowand instellen via “VIDEO WALL
POSITION”.
Nederlands
VIDEO WALL
DIVIDER
: 1
POSITION
DISP. MODE
: ADJUST
AUTO ID
: OFF
SCREEN
P. ON DELAY
: OFF
ABL LINK
: OFF
REPEAT TIMER
: OFF
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.4 No.3
Scherm 4
REMOTE
IN
Scherm 3
NO. 32 NO. 33 NO. 34 NO. 35 NO. 36
NO. 37 NO. 38 NO. 39 NO. 40 NO. 41
OFF: De functie is uitgeschakeld.
NO. 42 NO. 43 NO. 44 NO. 45 NO.46
NO. 24
NO. 25
NO. 26
NO. 27
NO. 28
NO. 29
NO. 30
NO. 31
NO. 47 NO. 48 NO. 49 NO. 50 NO. 51
NO. 52 NO. 53 NO. 54 NO. 55 NO. 56
25
Du
SCREEN
Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en
flikkeringen van het beeld te verhelpen.
Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van het
beeld
Selecteer “SCREEN” van het “VIDEO WALL”-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “SCREEN”-menu verschijnt.
Stel de verticale positie in via “V.POSITION” van het
“SCREEN”-menu.
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Nederlands
SCREEN
SCREEN SIZE
: 4:3
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
: OFF
PHASE
CLOCK
SEL.
EXIT RETURN
ADJ.
26
Du
V.POSITION
ABL LINK
Gebruik deze functie om ervoor te zorgen dat alle
plasmaschermen voortdurend een uniforme helderheid
hebben.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “ABL LINK” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON”
en druk op de MENU/SET-toets.
VIDEO WALL
DIVIDER
: 1
POSITION
DISP. MODE
: NORMAL
AUTO ID
: OFF
SCREEN
P. ON DELAY
: OFF
ABL LINK
: ON
REPEAT TIMER
: OFF
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
+64
Informatie
SCREEN-instellingen
Dit zijn dezelfde instellingen als die van het
“SCREEN”-menu op blz. 16.
P. ON DELAY (vertraagd inschakelen)
Gebruik deze functie om de plasmaschermen één voor één
met enige onderlinge vertraging in te schakelen.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “P. ON DELAY” van het “VIDEO WALL”-menu op
“ON”.
VIDEO WALL
DIVIDER
: 1
POSITION
DISP. MODE
: NORMAL
AUTO ID
: OFF
SCREEN
P. ON DELAY
: ON
ABL LINK
: OFF
REPEAT TIMER
: OFF
EXIT RETURN
SEL.
ADJ.
Informatie
ABL LINK-instellingen
ON: Alle plasmaschermen hebben voortdurend een
uniforme helderheid. Deze instelling is alleen mogelijk
wanneer een 2×2 of 3×3 videowand is geselecteerd.
OFF: Elk plasmascherm in de videowand heeft
onafhankelijke helderheidsinstellingen.
* Om deze functie te kunne gebruiken moeten de
plasmaschermen op elkaar worden aangesloten met
behulp van afstandsbedieningskabels (los verkrijgbaar)
en wel op volgorde van de positienummers voor een
2×2 videowand. Zie onderstaande tekening.
* Als de instellingen van DIVIDER of POSITION worden
gewijzigd, wordt ABL LINK automatisch uitgeschakeld.
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.4 No.3
Scherm 4
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
OUT
Scherm 2
Scherm 1
REMOTE
OUT
Informatie
P. ON DELAY-instellingen
ON: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
OFF: De plasmaschermen worden allemaal
tegelijkertijd ingeschakeld.
(Alleen voor videowanden van 16 en 25 schermen)
MODE1: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
MODE2: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met een iets langere onderlinge vertraging.
* Als deze functie eenmaal op “ON” is gezet, werkt de
POWER ON/OFF-toets van de afstandsbediening alleen
nog maar bij plasmascherm nr. 1. Als de POWER ONtoets van de afstandsbediening van plasmascherm nr. 1
wordt ingedrukt, worden alle plasmaschermen één voor
één ingeschakeld.
* Vanaf het tweede plasmascherm functioneert noch de
POWER-toets van het plasmascherm noch de POWER
ON-toets van de afstandsbediening meer. U kunt een
plasmascherm echter gewoon inschakelen door de
POWER ON-toets van de bij het scherm behorende
afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te
houden.
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1 No.2
No.4 No.3
REMOTE
IN
Scherm 3
* Net als bij een 2×2 videowand moet bij een 3×3
videowand het laatste plasmascherm weer op het eerste
plasmascherm worden aangesloten.
Opmerking: De afstandsbediening kan gewoon
worden gebruikt, tenzij IR REMOTE op OFF is gezet.
1 DIVIDER
SOURCE
WORK TIME
:
:
:
ADJ.
4
PC1DSUB
00H06M
EXIT RETURN
Instellingenmenu ADVANCED OSD
Instellen van de menufunctie
Met deze instelling heeft u toegang tot het volledige menu.
Wanneer P. ON DELAY of ABL LINK is ingeschakeld,
kan het geavanceerde menu niet worden uitgeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op “ON”
Zet “ADVANCED OSD” van het “MAIN MENU”-menu
op “ON”.
1/2
MAIN MENU
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
SEL.
ADJ.
:
OFF
EXIT EXIT
COLOR SYSTEM
COLOR SYSTEM
:
ADJ.
Informatie
REPEAT TIMER-instellingen
DIVIDER: Deel de videowand in 1, 4 of 9 delen in.
SOURCE: Kies de weer te geven ingangsbron.
WORK TIME: Kan in stappen van 1 minuut worden
ingesteld op maximaal 4 uren en 15 minuten.
Als u beide timers instelt, worden timer 1 en timer 2
beurtelings uitgevoerd.
In een videowand kan timer 1 worden gebruikt om alle
plasmaschermen simultaan aan te sturen.
* De instellingen zijn van kracht zodra het on-screen
display verdwijnt.
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
Selecteer “COLOR SYSTEM” van het “MAIN MENU” en
druk op de MENU/SET-toets.
Het “COLOR SYSTEM”-menu verschijnt.
Zet “COLOR SYSTEM” op “3.58NTSC”.
REPEAT TIMER
: 1
: VIDEO1
: 00H03M
2 DIVIDER
SOURCE
WORK TIME
SEL.
Instellen van het soort videosignaal
Volg deze procedure om de kleursystemen van composiet
videosignalen of Y/C gescheiden videosignalen in te
stellen.
Voorbeeld: Instellen van het kleursysteem op “3.58
NTSC”
MAIN MENU
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
OPTION2
OPTION3
ADVANCED OSD
: ON
NEXT PAGE
EXIT EXIT
SEL.
ADJ.
1/2
Informatie
ADVANCED OSD-instellingen
ON: Het volledige menu is toegankelijk voor
geavanceerd gebruik.
OFF: Sommige onderdelen van het menu (zoals
OPTION2 en OPTION3) zijn niet toegankelijk.
3.58NTSC
EXIT RETURN
Informatie
Soorten videosignalen
Verschillende landen gebruiken verschillende soorten
videosignalen. Selecteer het kleursysteem dat in uw land
wordt gebruikt.
AUTO: Het kleursysteem wordt automatisch herkend
en geselecteerd.
PAL: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in GrootBrittannië en Duitsland wordt gebruikt.
SECAM: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Frankrijk en Rusland wordt gebruikt.
4.43 NTSC, PAL60: Dit kleursysteem wordt voor
video gebruikt in landen die de kleursystemen PAL en
SECAM gebruiken.
3.58 NTSC: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk
in Amerika en Japan wordt gebruikt.
PAL-M: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Brazilië wordt gebruikt.
PAL-N: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Argentinië wordt gebruikt.
Nederlands
Selecteer “REPEAT TIMER” van het “VIDEO WALL”menu en druk op de MENU/SET-toets.
Het “REPEAT TIMER”-menu verschijnt.
Stel de items in.
Instellingenmenu COLOR SYSTEM
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
REPEAT TIMER
Hiermee kunnen twee timers worden ingesteld. Elke timer
heeft de beschikking over de functies DIVIDER, SOURCE
en WORK TIME.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld.
Voorbeeld:
TIMER1: VIDEO1 wordt gedurende 3 minuten
weergegeven
TIMER2: PC1 wordt gedurende 6 minuten
weergegeven in een 2×2 videowand
Informatimenu SOURCE
INFORMATION
Controleren van de frequenties en de
polariteit van ingangssignalen en de resolutie
Gebruik deze functie om de frequentie en polariteit van
de huidige ingangssignalen van een computer, e.d. te
controleren.
Selecteer “SOURCE INFORMATION” van het “MAIN
MENU” en druk op de MENU/SET-toets.
Het “ SOURCE INFORMATION “-menu verschijnt.
SOURCE INFORMATION
H. FREQUENCY
: 48.4kHz
V. FREQUENCY
: 60.0Hz
H. POLARITY
V. POLARITY
:
:
MEMORY
RESOLUTION
: 24
: 1024×768
EXIT RETURN
NEG.
NEG.
PC:
MEMORY geeft het geheugen aan.
Overige: MODE geeft de huidige modus aan.
27
Du
Toewijzing van pinnen
15-pins mini D-sub aansluiting
(analoog)
PC 1
24-pins DVI-D aansluiting (digitaal)
Dit plasmascherm is uitgerust met een veel gebruikte
digitale aansluiting. Deze aansluiting kan niet voor analoge
signalen worden gebruikt. (TMDS kan slechts voor één
verbinding worden gebruikt.)
4 3 2 1
10 9 8 7 6
15 14 13 12 11
Toewijzing van pinnen
Nederlands
5
28
Du
Pinnr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
PC 3
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24
Signaal (analoog)
Rood
Groen of sync aan groen
Blauw
Geen aansluiting
Aarde
Rood aarde
Groen aarde
Blauw aarde
Geen aansluiting
Sync signaal aarde
Geen aansluiting
Tweerichtings gegevenslijn (SDA)
H-sync of composite sync
V-sync
Klok
Pinnr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Signaal (digitaal)
T.M.D.S. data 2 –
T.M.D.S. data 2 +
T.M.D.S. data 2 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
DDC klok
DDC data
Geen aansluiting
T.M.D.S. data 1 –
T.M.D.S. data 1 +
T.M.D.S. data 1 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
+5 V voeding
Aarde
Hot Plug detectie
T.M.D.S. data 0 T.M.D.S. data 0 +
T.M.D.S. data 0 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
T.M.D.S. klok aarde
T.M.D.S. klok +
T.M.D.S. klok –
*1
*2
*3
*4
*5
*6
*7
*8
*9
Alleen bij gebruik van een grafische versneller waarmee een resolutie van 852
480 bereikt kan worden.
Geeft 400 lijnen weer met het verticale middelpunt van het beeld in het midden van het scherm.
Het beeld wordt met de oorspronkelijk resolutie weergegeven. Het beeld van overige signalen wordt gecomprimeerd.
De beeldverhouding bedraagt 5:4. Dit signaal wordt geconverteerd in een signaal van 600 punten
480 lijnen.
Normaliter wordt automatisch een bij het ingangssignaal passende RGB SELECT-stand gekozen. Als het beeld niet goed wordt weergeven, selecteer dan een
passende instelling aan de hand van de bovenstaande tabel.
Voor aansluiting van een Macintosh computer moet een monitoradapter (15-pins D-sub) op de videopoort van de computer worden gebruikt.
Andere beeldformaten (ZOOM en WIDE) zijn ook beschikbaar.
Bij het kijken naar bewegend beeld met een verticale frequentie die hoger is 65 Hz, kan het beeld soms onstabiel worden (overspringen). Als dit gebeurt, stel dan
de verversingssnelheid (refresh rate) van de externe apparatuur in op 60 Hz.
Zet “RGB SELECT” op “MOTION” om te kijken naar beelden van 480I@60 Hz (480 lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 60 Hz) of 576I@50 Hz
(576lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 50Hz) als de sync polariteit is ingesteld op “sync aan groen”.
Voldoet aan de CVT norm.
Tabel van ondersteunde signalen
Nederlands
OPMERKING:
• Hoewel de ingangssignaal voldoen aan de in bovenstaande tabel genoemde resoluties, kan het door synchronisatiefouten van de computer nodig zijn om
beeldpositie en -formaat af te stellen of fijnafstelling uit te voeren.
• Dit plasmascherm heeft een resolutie van 853 punten
480 lijnen. Het is raadzaam om als ingangssignaal VGA, wide-VGA of gelijkwaardig te gebruiken.
• Met digitale ingang zijn niet alle signalen acceptabel.
• De synchronisatie kan worden verstoord wanneer een signaal wordt ingevoerd dat niet aan bovenstaande normen voldoet.
• Gebruik de HD-aansluiting als u een composite sync-signaal gebruikt.
30
Du
Wat is HDCP/HDCP-technologie?
HDCP is een acroniem voor High-bandwidth Digital Content Protection. High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) is een systeem om illegaal
kopiëren van videomateriaal via een zeer snelle Digital Visual Interface (DVI) aansluiting tegen te gaan. Als u niet naar videomateriaal kunt kijken dat via de
DVI-aansluiting wordt ingevoerd, dan betekent dit niet automatisch dat uw plasmascherm defect is. Dankzij de implementatie van HDCP kan het voorkomen
dat bepaalde content wordt beschermd en niet kan worden weergeven door een besluit of de intentie van de HDCP-gemeenschap (Digtal Content Protection,
LCC).
* “IBM PC/AT” en “VGA” zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines, Inc. uit de Verenigde Staten.
* “Apple Macintosh” is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. uit de Verenigde Staten.
Verhelpen van storingen
Als de beeldkwaliteit niet goed is of zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de instellingen, aansluitingen, enz.
voordat u het plasmascherm ter reparatie aanbiedt.
Het beeld is gestoord.
Het geluid is rommelig.
De afstandsbediening doet vreemd.
De afstandsbediening functioneert niet.
• Staat één van de aangesloten externe
componenten direct vóór of naast het
plasmascherm?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• Staat IR REMOTE op ON?
• Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
Het plasmascherm gaat niet aan wanneer de
POWER ON/OFF-toets van de
afstandsbediening wordt ingedrukt.
• Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
• Zijn alle indicators van het plasmascherm uit?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• Staat IR REMOTE op OFF?
• Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
Het plasmascherm reageert niet op de
toetsen van de afstandsbediening.
De bedieningsorganen op het voorpaneel
van het plasmascherm functioneren niet.
Er is geen beeld of geluid.
Er is beeld, maar geen geluid.
• Richt u de afstandsbediening goed op het
plasmascherm en bevinden zich geen obstakels
tussen de afstandsbediening en het
plasmascherm?
• Schijnt er zonlicht of fel kunstlicht op de
afstandsbedieningssensor van het
plasmascherm?
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
• De afstandsbediening is met een kabel aansloten
op de REMOTE IN-aansluiting (bedraad).
• De bedieningsorganen van het plasmascherm
functioneren niet als de KEY LOCK
toetsvergrendeling is ingeschakeld.
• Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
• Staat het volume te zacht?
• Is de MUTING dempingsfunctie ingeschakeld?
• Zijn de luidsprekers goed aangesloten?
• Verkeerde beeldinstellingen.
De beeldkwaliteit van het VIDEOingangssignaal is slecht.
• Plaatselijke interferentie.
Loszittende kabelaansluitingen.
Verkeerde ingangsimpedantie.
De beeldkwaliteit van het RGBingangssignaal is slecht.
• Verkeerde beeldinstellingen.
De RGB-tulpstekkers zijn verkeerd aangesloten.
Het beeld heeft een zwakke tinten of kleuren. • Zijn de tint en de kleuren goed ingesteld?
Er verschijnt geen beeld op het scherm.
• Is de computer wel ingeschakeld?
• Is er een ingangsbron aangesloten?
• Heeft de energiebeheerfunctie het plasmascherm
stand-by of uit gezet?
• Staat LOOP OUT voor signaaldoorgifte op ON?
Er vallen delen van het beeld van het scherm • Is het beeld goed gepositioneerd?
of het beeld staat niet in het midden van het
scherm.
Het beeld is te groot of te klein.
• Is het beeldformaat goed ingesteld?
Het beeld is onstabiel.
De STANDBY/ON-indicator licht rood op.
De STANDBY/ON-indicator knippert rood.
De STANDBY/ON-indicator knippert groen en
rood, of alleen groen.
• Is de resolutie van de computer goed ingesteld?
• Er is geen horizontaal en/of verticaal sync-signaal
aanwezig wanneer de intelligente
energiebeheerfunctie is ingeschakeld.
• De temperatuur in het plasmascherm is te hoog
waardoor het beveiligingscircuit is geactiveerd.
——————
Oplossing
• Als beeld en geluid wel normaal zijn, dan wordt het
geluid veroorzaakt door de behuizing die reageert op
temperatuursveranderingen. Dit is niet van invloed op
de prestaties van het plasmascherm.
• Zorg dat er tussen het plasmascherm en de overige
componenten enige afstand is.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op OFF.
• Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
• Steek de stekker in een stopcontact.
• Druk op de netschakelaar van het plasmascherm in
om het scherm in te schakelen.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op ON.
• Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
• Richt de afstandsbediening tijdens gebruik goed op
de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm
en neem eventuele obstakels weg.
Nederlands
Controlepunt
• Zijn beeld en geluid wel normaal?
• Dim het licht door de gordijnen te sluiten, de lamp uit
te doen, enz.
• Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Trek de stekker van de afstandsbedieningskabel uit
de aansluiting van het plasmascherm.
• Zet de KEY LOCK toetsvergrendeling op OFF.
• Steek de stekker in een stopcontact.
• Verhoog het volume.
• Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening.
• Sluit de luidsprekers op de juiste wijze aan.
• Stel de AUDIO INPUT instellingen van het SOUNDmenu goed in.
• Stel het beeld beter in.
Probeer het plasmascherm op een andere plaats.
Controleer of alle aansluitingen goed tot stand zijn
gebracht.
• Stel het beeld beter in.
Controleer de toewijzing van de pinnen en alle
aansluitingen.
• Stel de tint en de kleur in (via het PICTURE-menu).
• Schakel de netspanning van de computer in.
• Sluit een ingangsbron op het plasmascherm aan.
• Bedien de computer (beweeg de muis, enz.).
Verhelpen van storingen
Symptoom
Het plasmascherm geeft een krakend geluid.
• Zet LOOP OUT op OFF.
• Stel het beeld goed in via het SCREEN-menu.
• Druk op de SCREEN SIZE-toets van de
afstandsbediening en stel het beeldformaat goed in.
• Stel de juiste resolutie in.
• Controleer het ingangssignaal.
• Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit en wacht tot de temperatuur in het
toestel daalt. Zie *1.
• Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit. Zie *2.
*1Beveiligingscircuit tegen oververhitting
Als de temperatuur in het plasmascherm te hoog wordt, wordt het beveiligingscircuit geactiveerd en wordt het scherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich
voordoet, schakel dan de netspanning van het plasmascherm uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin het plasmascherm is
geïnstalleerd zeer warm is, verplaatst het scherm dan naar een ruimte waar het koeler is en laat het plasmascherm tenminste 60 minuten afkoelen. Neem
contact op met uw dealer wanneer dit probleem zich herhaaldelijk voordoet.
*2Schakel onmiddellijk de netspanning uit en neem contact op met uw dealer of erkende service center wanneer het volgende probleem zich voordoet.
Het plasmascherm gaat 5 seconden na inschakeling weer uit en de STANDBY/ON-indicator begint te knipperen. Dit geeft aan dat het voedingscircuit of
het eigenlijke plasmascherm defect is of dat ventilatoren van de temperatuursensor beschadigd.
31
Du
Technische gegevens
Beeldverhouding
Resolutie
Signalen
Synchronisatiebereik
Technische gegevens
Nederlands
Ingangsignalen
32
Du
421 (H)
518 (V) mm
42" diagonaal
16 : 9
853 (H)
480 (V) pixels
Horizontaal : 15,5 tot 110 kHz
(automatisch : stappenaftasting)
Verticaal : 50,0 tot 120 Hz
(automatisch : stappenaftasting)
RGB, NTSC (3,58/4,43),
PAL (B,G,M,N), PAL60, SECAM,
HD*1, DVD*1, DTV*1
Ingangsaansluitingen (VIDEO1 en PC1 kunnen ook als uitgang worden gebruikt)
PC
Visueel 1 (analoog)
15-pins mini D-sub
1
Visueel 2 (analoog)
BNC (R, G, B, H/CS, V)
1*2
Visueel 3 (digitaal)
24-pins DVI-D
1*3
Video
Visueel 1
BNC
1
Visueel 2
RCA-tulpstekker
1
Visueel 2
S-Video: 4-pins DIN
1
COMPONENT
Visueel 1
RCA-pin (Y, Pb[Cb], Pr[Cr])
1*1
Visueel 2
BNC (Y, Pb[Cb], Pr[Cr])
1*1, *2
Audio
Stereo RCA2
3 (selecteerbaar)
RS-232C
9-pins D-sub
1
Audio-uitgangsvermogen 2
8 W bij 6 ohm
Voeding
100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Nominale spanning
4,5 A (maximaal)
Stroomverbruik
270 W (stand-by 0,9 W)
Afmetingen
1018 (B) x 610 (H)
89 (D) mm
Gewicht
28,5 kg (zonder stander)
Omgevingsomstandigheden
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Overige kenmerken 3D scan omvormer met bewegingscompensatie
(NTSC, PAL, 480I, 576I, 525I, 625I, 1035I,
1080I), 2-3 pull-down omvormer (NTSC, 480I,
525I, 1035I, 1080I (60Hz)), 2-2 pull-down
omvormer (PAL, 576I, 625I, NTSC, 480I,
525I), Digitale zoomfunctie (100-900%
instelbaar), Videowand van 4-25
plasmaschermen, Zelfdiagnose, Hulpmiddelen
voor reductie van inbranden (ABL LOCK1~3,
INVERSE, WHITE, ORBITER (Auto1,2/
handmatig), SCREEN WIPER),
Kleurtemperatuurinstelling instelbaar (hoog/
middel/middellaag/laag,
4 gebruikergeheugens), Toetsvergrendeling
(behalve netschakelaar), Automatische
beeldinstelling, Ingangen negeren,
Kleurdetailinstelling, Nuance-instelling
(3 standen), Automatische toekenning
identificatienummers, Programmeerbare Timer,
Gammacorrectie (4 standen), Signaaldoorgifteinterface, Plug & play (alleen DDC1, DDC2b,
PC3: DDC2b)
35
(1,38")
1018 (40")
54
(2,13")
610 (24")
Schermgrootte
89
(3,5")
Afmetingen in mm.
Veranderingen in technische gegevens en ontwerp
voorbehouden.
*1 Door dit systeem ondersteunde COMPONENTingangssignalen
480P (60 Hz)
480I (60 Hz)
525P (60 Hz)
525I (60 Hz)
576P (50 Hz)
576I (50 Hz)
625P (50 Hz)
625I (50 Hz)
720P (60 Hz)
1035I (60 Hz)
1080I (50 Hz) 1080I (60 Hz)
*2 De 5 BNC-aansluitingen worden gebruikt als PC2
en als COMPONENT2-ingang. Selecteer één van
beide via “BNC INPUT”.
*3 Compatibel met HDCP.
Ondersteunde signalen
• 640480P @ 59,94/60Hz
• 19201080I @ 50Hz
• 1280720P @ 59,94/60Hz
• 720576P @ 50Hz
• 19201080I @ 59,94/60Hz
• 1440 (720)576I @ 50Hz
• 720480P @ 59,94/60Hz
• 1440 (720)480I @ 59,94/60Hz
Opmerking: Het kan voorkomen dat sommige signalen niet goed op
het plasmascherm worden weergegeven. Het probleem kan dan worden
veroorzaakt doordat de ingangsbron (dvd, set-top box, enz.) niet aan
de normen voldoet. Als u dergelijke problemen ondervindt, neem dan
zowel met uw dealer als met de fabrikant van de betreffende externe
apparatuur contact op.