Pioneer PLASMA DISPLAY Handleiding

Categorie
Plasma-tv's
Type
Handleiding
Nederlands
Du
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product van PIONEER
heeft gesteld. Lees de “Belangrijke informatie” en rest van deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit
plasmascherm in gebruik neemt, zodat u weet hoe u het
plasmascherm op de juiste wijze moet bedienen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor naslag in de
toekomst.
Opmerkingen over installatie:
Dit product wordt verkocht in de veronderstelling dat de installatie
ervan door een erkende installateur met voldoende kennis en
ervaring wordt uitgevoerd. Laat dit product te allen tijde door een
gespecialiseerde installateur of door uw dealer installeren en
opstellen. PIONEER aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade veroorzaakt door fouten tijdens de installatie of montage,
door verkeerd gebruik, door het aanbrengen van aanpassingen
of natuurgeweld.
Opmerking voor dealers:
Overhandig deze gebruiksaanwijzing aan de cliënt nadat het prod-
uct is geïnstalleerd en leg de cliënt uit hoe het product moet worden
gebruikt.
Nederlands
Belangrijke informatie
2
Du
i
Du
Voorzorgsmaatregelen
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het plasmascherm
in gebruik neemt aandachtig door en bewaar hem binnen
handbereik voor latere naslag.
LET OP
SCHOKGEVAAR
NIET OPENEN
LET OP: MAAK DE BEHUIZING VAN HET
TOESTEL NIET OPEN OM GEVAAR
VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE
VERMIJDEN. IN HET TOESTEL
BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE
GEBRUIKER TE ONDERHOUDEN
ONDERDELEN. LAAT REPARATIE EN
ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN
ERKENDE REPARATEUR.
Dit symbool maakt de gebruiker er op attent
dat ongeïsoleerde spanning in het toestel
voldoende krachtig kan zijn om elektrische
schokken te veroorzaken. Daarom is het
gevaarlijk om contact te maken met ieder
onderdeel in het toestel.
Dit symbool maakt de gebruiker er op attent
dat er in de meegeleverde documentatie
informatie over het gebruik en onderhoud van
dit toestel is opgenomen. Daarom moet deze
documentatie aandachtig worden gelezen om
problemen te voorkomen.
WAARSCHUWING
STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF
VOCHT OM BRAND- EN/OF SCHOKGEVAAR TE
VERMIJDEN. GEBRUIK HET NETSNOER VAN DIT
TOESTEL ALLEEN MET EEN VERLENGSNOER OF
TAFELCONTACTDOOS ALS DE STEKKERCONTACTEN
VOLLEDIG IN DE CONTRASTEKKER KUNNEN
WORDEN GESTOKEN. MAAK DE BEHUIZING NIET
OPEN OMDAT ENKELE COMPONENTEN ONDER
HOOGSPANNING KUNNEN STAAN. LAAT REPARATIE
EN ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN ERKENDE
REPARATEUR.
Waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen
Dit plasmascherm is ontworpen en gefabriceerd om
langdurig probleemloos dienst te doen. Behalve
reiniging is geen onderhoud nodig. Zie het hoofdstuk
Reiniging van het plasmascherm op de volgende
pagina voor details.
Het plasmascherm bestaat uit zeer kleine
beeldelementen (cellen) waarvan er meer dan 99,99%
zijn. Er kunnen enkele cellen zijn die geen licht
produceren of blijven branden.
Onderstaande instructies moeten aandachtig worden
gelezen en nauwlettend worden opgevolgd teneinde
het toestel op veilige wijze te kunnen bedienen en
beschadigingen te voorkomen.
Om gevaar voor brand en elektrische schokken te
voorkomen:
1. Zorg voor voldoende ruimte voor ventilatie om te
voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog wordt.
Voorkom dat de ventilatiegleuven aan de achterkant
worden bedekt en plaats het toestel niet in een gesloten
kast of ombouw. Zorg aan de bovenkant voor voldoende
ruimte, zodat de hete lucht daar weg kan. Als het
plasmascherm te heet wordt, wordt het beveiligingscircuit
voor oververhitting geactiveerd en wordt het
plasmascherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich voordoet,
schakel dan de netspanning van het toestel uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin
het plasmascherm staat bijzonder warm is, verplaats het
plasmascherm dan naar een andere kamer en wacht 60
minuten om het toestel te laten afkoelen. Als het probleem
zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw dealer.
2. Gebruik het netsnoer van dit toestel alleen met een
verlengsnoer of tafelcontactdoos als de stekkercontacten
volledig in de contrastekker kunnen worden gestoken
3. Stel het toestel niet bloot aan water of vocht.
4. Voorkom dat het netsnoer wordt beschadigd en breng zelf
geen veranderingen aan het netsnoer aan.
5. Trek de stekker uit het stopcontact tijdens onweer en als
het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
6. Maak de behuizing waarin mogelijk onderdelen zitten
die onder zeer gevaarlijke hoogspanning staan, niet open.
Als het toestel op dergelijke wijze wordt beschadigd,
vervalt de garantie. Bovendien is er groot gevaar voor
elektrische schokken.
7. Probeer het toestel niet zelf te repareren. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade of letsel als gevolg van het
door niet goed opgeleide personen openen van de
behuizing. Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door
erkende servicecentra uitvoeren.
Belangrijke informatie
Nederlands
Belangrijke informatie
3
Nl
ii
Du
Voor het voorkomen van beschadigingen en het
verlengen van de levensduur:
1. Voed het toestel uitsluitend met 100-240 V 50/60 Hz
wisselstroom. Voortdurend gebruik van het toestel met
een netspanning die groter is dan 100-240 V wisselstroom
kan de levensduur verkorten en brandgevaar opleveren.
2. Hanteer het toestel tijdens de installatie met uiterste
voorzichtigheid en laat het toestel niet vallen.
3. Stel het toestel niet bloot aan hitte, direct zonlicht en stof.
4. Voorkom dat er vloeistoffen of metalen voorwerpen in
het toestel komen. Trek in geval van ongelukken de stekker
uit het stopcontact en laat het toestel door een erkend
servicecentrum inspecteren.
5. Voorkom dat het oppervlak van het scherm wordt
aangestoten of gekrast omdat hierdoor het scherm zal
worden beschadigd.
6. Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het
plasmascherm door een ervaren en erkende dealer te laten
uitvoeren.
7. Zoals met ieder scherm op fosforbasis (zoals beeldbuizen)
het geval is, zal de lichtsterkte van een plasmascherm
gedurende zijn levensduur geleidelijk afnemen.
8. Om zwavelen van het plasmascherm te voorkomen is het
raadzaam om het toestel niet in kleedkamers in openbare
zwembaden, saunas, e.d. te plaatsen.
9. Gebruik het plasmascherm niet in voertuigen die in
beweging zijn, omdat het toestel kan omvallen waardoor
schade en lichamelijk letsel het gevolg kan zijn.
10. Plaats het toestel niet op zijn zijkant, ondersteboven, of
met het scherm naar boven of naar beneden om
ontbranding en gevaar voor elektrische schokken te
voorkomen.
Reiniging van het plasmascherm:
1. Gebruik het reinigingsdoekje (meegeleverd) of een zachte,
droge doek om het voorpaneel en het scherm te reinigen.
Gebruik voor het reinigen van deze oppervlakken nooit
middelen zoals alcohol, verfverdunner, enz.
2. Reinig de ventilatiegleuven van het plasmascherm met
een stofzuiger met een borstelhulpstuk met zachte
borstelharen.
3. Om voor goede ventilatie te zorgen moeten de
ventilatiegleuven in ieder geval maandelijks worden
gereinigd. Afhankelijk van de omstandigheden in de
ruimte waarin het plasmascherm is geïnstalleerd, kan
vaker reinigen noodzakelijk zijn.
Aanbevelingen om inbranden te voorkomen:
Zoals alle beeldschermen op fosforbasis en alle overige
gasplasmaschermen, zijn plasmaschermen onder bepaalde
omstandigheden gevoelig voor inbranden. Bepaald gebruik,
zoals het gedurende lange tijd continue weergeven van een
statisch beeld, kan inbranden tot gevolg hebben als de juiste
voorzorgsmaatregelen niet op tijd worden genomen. Om uw
investering in dit plasmascherm te beschermen, is het
raadzaam de volgende richtlijnen en aanbevelingen te volgen
om het risico van inbranden te minimaliseren:
* Gebruik altijd de schermbeveiliging van de pc wanneer u
uw plasmascherm in combinatie met een pc gebruikt.
* Geef zo veel mogelijk bewegende beelden weer.
* Verander af en toe de positie van het menuscherm.
* Schakel het plasmascherm altijd uit wanneer u hem niet
gebruikt.
Neem ter voorkoming van inbranden de volgende
voorzorgsmaatregelen wanneer het plasmascherm langdurig
of continu wordt gebruikt:
* Reduceer het contrast en de helderheid zo veel mogelijk
zonder afbreuk aan de afleesbaarheid van het beeld te doen.
* Geef beelden met veel kleuren of kleurgradaties weer (b.v.
fotografische of fotorealistische beelden).
* Maak beelden met een minimum aan contrast tussen de
lichte en de donkere delen, bijvoorbeeld witte tekens op
een donkere achtergrond. Gebruik complementaire of
pastelkleuren waar dit mogelijk is.
* Geef zo min mogelijk beelden weer met weinig kleuren en
onderscheidende, scherpe randen tussen kleuren.
*
Opmerking:
Inbranden valt niet onder de garantie.
Raadpleeg uw dealer voor andere aanbevelingen met
betrekking tot uw toepassing van het plasmascherm.
LET OP:
LET ER BIJ DE PLAATSING VAN HET TOESTEL OP DAT
NETSNOER EN STOPCONTACT GOED BEREIKBAAR
ZIJN.
OPMERKING:
Voor aansluiting van dit plasmascherm op een pc moet
een RGB-kabel worden gebruikt die aan beide uiteinden
is voorzien van een ferrietkern. Doet u dit niet, dan voldoet
dit plasmascherm niet aan de verplichte CE- of C-Tick
norm.
Bevestigen van ferrietkernen:
Breng op beide uiteinden van de DVI-kabel (niet
meegeleverd) en op beide uiteinden van het netsnoer
(meegeleverd) ferrietkernen aan.
Druk de kernen stevig aan zodat de klemmetjes
vastklikken.
Gebruik de strips om de ferrietkernen (meegeleverd) aan
de DVI-kabel te bevestigen.
DVI-kabel (niet meegeleverd)
kern (klein) kern (klein)
Stekker
strip
strip
Netsnoer (meegeleverd)
kern (groot)
kern (groot)
Nederlands
Belangrijke informatie
4
Du
iii
Du
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/
EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC-richtlijnen (89/336/
EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Let op
Dit model is voor gebruik met de volgende optionele
accessoires. Gebruik met andere optionele accessoires kan
resulteren in instabiliteit en lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Luidspreker: PDP-S32-LR
Stander: PDK-TS09
Wandbevestiging: PDK-WM04
Kantelbare bevestiging: PDK-WT01
Plafondbevestiging: PDK-CK01
Nederlands
Inhoud
1
Du
Inhoud
Inhoud van de verpakking
Plasmascherm
Netsnoer
Afstandsbediening met twee AAA batterijen
Gebruiksaanwijzing
Garantiekaart
Veiligheidsaccessoires (2 stuks)
*
Ferrietkernen (groot, 2 stuks; klein, 2 stuks)
Banden (2 stuks)
Reinigingsdoek
* Met deze accessoires kan het plasmascherm aan de muur
worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door
schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander
(los verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires
met behulp van de parkers vast in de gaten aan de
achterkant van het plasmascherm (zie blz. 2).
Opties
Luidspreker
Stander
Wandbevestiging
Kantelbare bevestiging
Plafondbevestiging
Installatie ........................................................ 2
Ventilatievereisten voor plaatsing in een ombouw ......... 2
Gebruik van de metalen veiligheidsaccessoires ............ 2
Creëren van een videowand ...................................... 3
Kabelbeheer ............................................................ 3
Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het
plasmascherm ...................................................... 4
Gebruik van de afstandsbediening ............................. 4
Plaatsen en vervangen van de batterijen ....................... 4
Gebruik als bedrade afstandsbediening ........................ 4
Bereik van de afstandsbediening .................................. 4
Hanteren van de afstandsbediening .............................. 4
Benaming van de onderdelen en hun functie ...... 5
Vooraanzicht ........................................................... 5
Achteraanzicht/aansluitpaneel .................................. 6
Afstandsbediening ................................................... 7
BASISBEDIENING ................................................ 8
POWER .................................................................. 8
Om het plasmascherm in en uit te schakelen: ............... 8
VOLUME ................................................................ 8
Om het volume in te stellen: ........................................ 8
MUTING ................................................................. 8
Om het geluid te dempen: ............................................ 8
DISPLAY .................................................................. 8
Om de instellingen weer te geven:................................ 8
DIGITAL ZOOM ....................................................... 8
AUTO SET UP .......................................................... 8
Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit
automatisch in te stellen: ........................................... 8
OFF TIMER .............................................................. 8
Om de schakelklok te activeren:................................... 8
Om de resterende tijd te controleren:............................ 8
Om de schakelklok te deactiveren: ............................... 8
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD ........................ 9
SCREEN SIZE (Handmatige instelling van het
beeldformaat)....................................................... 9
Voor het bekijken van videos of digitale videodiscs .... 9
SCREEN SIZE Bij weergave van computerbeelden ...... 10
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) .... 11
Menubewerkingen ................................................. 11
Instellen van de menutaal ........................................ 11
Menuopbouw ........................................................ 12
Het instellingenmenu PICTURE.................................. 14
Instellen van het beeld................................................ 14
Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid licht
in de kamer.............................................................. 14
Onderdrukken van beeldruis ...................................... 14
Instellen van de kleurtemperatuur .............................. 14
Instellen van de kleur op het gewenste niveau ............ 15
Wijzigen van de gammacurve .................................... 15
Instellen van de nuance .............................................. 15
Instellen van de kleuren ............................................. 15
Het instellingenmenu SOUND .................................. 16
Instellen van de hoge en lage tonen, de balans en
selecteren van de audio-ingang ................................ 16
Instellen van de toekenningen van de
audio-aansluitingen ................................................. 16
Instellingenmenu SCREEN ....................................... 16
Instellen van positie, formaat, fase en pixelklok ......... 16
Instellingenmenu OPTION1 ..................................... 17
Instellen van de on-screen display .............................. 17
Instellen van de PC2/COMPONENT-aansluitingen ... 17
Instellen van de PC1-aansluiting ................................ 17
Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor
computerbeelden ..................................................... 18
Instellen van high-definition beelden op het juiste
beeldformaat ........................................................... 18
Instellen van de te negeren ingangen .......................... 18
Herstellen van de standaard waarden ......................... 18
Instellingenmenu OPTION2 ..................................... 19
Instelling van energiebeheer voor computerbeelden ... 19
STANDBY/ON-indicator .......................................... 19
Aanpassen van het beeld aan de film .......................... 19
Verminderen van het gevaar voor inbranden van het
scherm..................................................................... 19
Instelling van de grijswaarde voor de zijmaskering .... 21
Instellen van het beeldformaat van het S1/S2
videosignaal ............................................................ 22
Instellen van het signaal en het zwartniveau voor een
DVI-signaal ............................................................. 22
Instellingenmenu OPTION3 ..................................... 22
Gebruik van de timer ................................................. 22
Instellen van de aanvangsmodus ................................ 23
Activeren/deactiveren van de bedieningsorganen
op het voorpaneel .................................................... 23
Activeren/deactiveren van de draadloze
afstandsbediening .................................................... 24
Instelling voor doorgifte van het signaal..................... 24
Instellen van het identificatienummer......................... 24
Instellen van een videowand ...................................... 24
Instellingenmenu ADVANCED OSD .......................... 27
Instellen van de menufunctie...................................... 27
Instellingenmenu COLOR SYSTEM ............................ 27
Instellen van het soort videosignaal............................ 27
Informatimenu SOURCE INFORMATION .................. 27
Controleren van de frequenties en de polariteit van
ingangssignalen en de resolutie ............................... 27
Toewijzing van pinnen .................................... 28
15-pins mini D-sub aansluiting (analoog) .................. 28
24-pins DVI-D aansluiting (digitaal) ......................... 28
Tabel van ondersteunde signalen .................... 29
Verhelpen van storingen ................................. 31
Technische gegevens ....................................... 32
Nederlands
Installatie
2
Du
50 mm
50 mm 50 mm
Wand
Wand
50 mm
50 mm
U kunt de optionele bevestigingen of standers op de volgende twee manieren bevestigen:
* Rechtstandig (zie tekening A).
* Plat, met het scherm naar beneden (zie tekening B). Leg het beschermende verpakkingsmateriaal waarin het plasmascherm
was verpakt, onder het scherm zodat er geen krassen op het scherm komen.
* Raak het oppervlak van het scherm tijdens het hanteren van het toestel niet aan.
Dit toestel kan niet zelfstandig worden geplaatst. Gebruik een stander of wandbevestiging.
(Wandbevestiging, stander, enz.)
* Zie blz. 1.
Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het plasmascherm door een ervaren en erkende
dealer te laten uitvoeren. Het niet nauwlettend volgen van de juiste installatieprocedure kan
beschadiging van het toestel en letsel aan de installateur tot gevolg hebben. Schade door een
verkeerde installatie valt niet onder de garantie van dit product.
* Gebruik alleen de door de fabrikant geleverde en onder Opties vermelde wandbevestigingen of
standers.
Tekening B
Tekening A
Gebruik van de metalen
veiligheidsaccessoires
Dit zijn accessoires waarmee het toestel aan een wand kan
worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door
schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander (los
verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires met
behulp van de parkers vast in de gaten aan de achterkant
van het plasmascherm.
Schroefgaten
Wand
Tafelblad
Metalen
veiligheidsaccessoires
Veiligheidsaccessoires
Metalen ketting
(niet meegeleverd)
Schroef, haak, e.d.
(niet meegeleverd)
Ventilatievereisten voor plaatsing
in een ombouw
Let er tijdens de installatie op, dat de in de afbeelding
gegeven afstanden rondom het plasmascherm worden
aangehouden zodat een goede warmteafvoer mogelijk is.
Installatie
Nederlands
Installatie
3
Du
Opmerking:
1. De VIDEO1 en PC1-aansluitingen kunnen als INGANG én als UITGANG worden gebruikt. Wanneer LOOP OUT voor
signaaldoorgifte op ON staat, mag er geen ander uitgangssignaal van een ander toestel worden aangesloten omdat dit
het andere toestel extra belast waardoor het beschadigd kan worden.
2. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan niet op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting.
3. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting als de
POWER-toets op ON wordt ingesteld.
Informatie
Stel LOOP OUT in op ON om signalen door te geven naar een ander plasmascherm.
Alle menu-items van VIDEO WALL moeten goed worden ingesteld om een videowand te kunnen creëren.
Gebruik kabels van 1 ~ 2 m met BNC-stekkers (los verkrijgbare kabels van een willekeurig merk) om de plasmaschermen
op elkaar aan te sluiten.
Gebruik de uitgangsaansluiting van het plasmascherm niet als de beeldkwaliteit niet goed is. Gebruik dan een
distributieversterker (een los verkrijgbare van een willekeurig merk) om de deelsignalen naar de INPUT-aansluitingen
van het betreffende scherm te verzenden.
Bij gebruik als videowand is een wand van 4 plasmaschermen de norm voor een signaal dat lager is dan 1024768, 60
Hz.
Het verdient aanbeveling een distributieversterker te gebruiken bij een videowand die uit 9 of meer plasmaschermen
bestaat.
Vanaf het tweede plasmascherm zijn er voor de aansluiting een BNC-tulpstekker verloopkabel of adapter en een 15-pins
mini D-sub-BNC (5) verloopkabel of adapter vereist.
Creëren van een videowand
U kunt dankzij de ingebouwde mogelijkheid voor matrixweergave een videowand opbouwen die uit 4 tot 25 schermen
bestaat.
Sluit de signaal- en afstandsbedieningskabels als volgt aan:
Videosignaal Pc-/componentsignaal
BNC connector
RCA phono plug
OUT
VIDEO signal
IN
OUT
Remote
control
VIDEO signal
Remote
IN
control
BNC connector
PC signal/
IN
OUT
OUT
Remote
control
COMPONENT
signal
PC signal/
COMPONENT
signal
IN
Remote
control
Kabelbeheer
Met behulp van de kabelklemmen aan de achterkant van
het plasmascherm kunnen de op het toestel aangesloten
video- en audiokabels worden gebundeld.
Achterkant van het toestel
Kabelhaken
Bevestigen Verwijderen
klem
Kabelhaak
kabels
1. 2.
Nederlands
Installatie
4
Du
OPTION1
RETURN
SEL.
OK
:
RGB
:
RGB
:
AUTO
:
1080B
:
OFF
:
OFF
1024 768
EXIT
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
MENU
Onderkant
Bovenkant
Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het plasmascherm
Gebruik de optionele bevestigingsbeugel. Neem contact op met uw dealer alvorens tot
installatie over te gaan.
Draai het toestel vóór installatie 90°, zoals van voren gezien.
Controleer na installatie op het PIONEER logo op de juiste plaats zit.
Stel OSD ANGLE in op V.
* Het niet in acht nemen van bovenstaande voorzorgsmaatregelen
kan een defect tot gevolg hebben.
Gebruik van de afstandsbediening
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Plaats 2 AAA batterijen en let hierbij op de polariteit.
1. Druk het lipje in en open het deksel.
2. Plaats de batterijen met de (+) en () polen in de juiste
richting in het compartiment.
3. Plaats het deksel terug.
* De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar.
Naar afstandsbedieningsaansluiting
Afstandsbedieningskabel*
Bereik van de afstandsbediening
* Gebruik de afstandsbediening binnen een afstand van ca.
7 m en onder een maximale hoek, zowel horizontaal als
verticaal, van ca. 30° ten opzichte van de
afstandsbedieningssensor in het voorpaneel van het
plasmascherm.
* De werking van de afstandsbediening kan worden
gehinderd door zonlicht of fel kunstlicht dat op de sensor
schijnt, en door obstakels die zich tussen de
afstandsbediening en de sensor bevinden.
Hanteren van de afstandsbediening
Laat de afstandsbediening niet vallen en behandel hem
voorzichtig.
Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt. Gebeurt
dit toch, maak hem dan onmiddellijk droog.
Vermijd hitte en vocht.
Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Gebruik oude batterijen niet tegelijk met nieuwe en
gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.
Voorkom dat batterijen worden gedemonteerd,
verwarmd of aan open vuur worden blootgesteld.
Bij gebruik als draadloze afstandsbediening moet de
stekker van de afstandsbedieningskabel uit de REMOTE
IN-aansluiting van het plasmascherm worden getrokken.
Lever lege batterijen als klein chemisch afval in bij een
verzamelpunt.
Gebruik als bedrade afstandsbediening
Sluit de kabel van de afstandsbediening* aan op de
afstandsbedieningsaansluiting van de afstandsbediening
en de REMOTE IN aansluiting van het plasmascherm.
Wanneer de kabel is aangesloten, wordt de functie voor
gebruik als bedrade afstandsbediening automatisch
ingeschakeld. Met deze functie kan de afstandsbediening
zelfs worden gebruikt wanneer er geen batterijen in zitten.
Ca. 7 m
Nederlands
Benaming van de onderdelen en hun functie
5
Du
q Netschakelaar ( )
Voor het in- en uitschakelen van de netspanning.
w Sensor van de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
e STANDBY/ON-indicator
Wanneer de netspanning is ingeschakeld
. Licht groen op.
Wanneer het plasmascherm stand-by staat
. Licht rood op.
r INPUT/EXIT
Selecteert de ingang.
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de
instelling van BNC INPUT, D-SUB INPUT,
RGB SELECT en DVI SET-UP. Fungeert als
EXIT-toets om een menu te verlaten wanneer het on-
screen display (OSD) ingeschakeld is.
Vooraanzicht
456
7
1 3 2
t LEFT/– en RIGHT/+
Fungeren als cursortoetsen (
/
) in het on-screen
display (OSD).
y VOLUME
en
Voor het instellen van het volume. Fungeren als
cursortoetsen ( en ) in het on-screen display
(OSD).
u MENU/SET
Activeert het on-screen display (OSD) en geeft het
hoofdmenu weer.
WAARSCHUWING
De netschakelaar zorgt er niet voor dat het
plasmascherm volledig van de voeding van het
elektriciteitsnet wordt losgekoppeld.
Benaming van de onderdelen en hun functie
Opmerking:
Het is met dit plasmascherm mogelijk om beelden weer te geven met Europese dvd-spelers met een
SCART-uitgangssignaal, dat RGB met composite sync is.
Een speciale SCART-kabel is verkrijgbaar bij uw dealer waarmee u het RGB met composite sync-signaal kunt gebruiken.
Neem voor meer informatie of de levering van speciale kabels contact op met uw dealer.
Raadpleeg blz. 17 voor details over de selectie van de juiste modus met behulp van het on-screen display.
Nederlands
Benaming van de onderdelen en hun functie
6
Du
A AC IN
Sluit het meegeleverde netsnoer op deze aansluiting aan.
B EXT SPEAKER L en R
Sluit luidsprekers (los verkrijgbaar) op deze
aansluitingen aan. Let op de polariteit. Sluit het
(positieve) luidsprekersnoer aan op de EXT
SPEAKER-aansluiting en het
(negatieve)
luidsprekersnoer op de
EXT SPEAKER
aansluiting. Dit geldt zowel voor het rechter (RIGHT)
als voor het linker (LEFT) kanaal. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de luidsprekers.
C VIDEO1, 2, 3 (BNC, RCA, S-Video)
Sluit op deze aansluitingen videorecorders, dvd-
spelers, videocameras, e.d. aan. VIDEO1 kan als
ingang én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24).
D AUDIO1, AUDIO2, AUDIO3
Dit zijn audio-ingangsaansluitingen. De ingang is
selecteerbaar. Via het menuscherm SOUND kan een
videobeeld aan deze ingangsaansluitingen worden
toegekend.
E COMPONENT1
U kunt op deze aansluitingen dvd-spelers, HD- of
laserdisc-spelers, e.d. aansluiten.
F PC2/COMPONENT2
PC2: U kunt op deze aansluitingen een analoog
RGB en het synchronisatiesignaal
aansluiten.
COMPONENT2
: U kunt op deze aansluitingen dvd-
spelers, HD- of laserdisc-spelers, e.d.
aansluiten.
Deze ingang kan worden aangepast voor
gebruik met een RGB of een component
ingangssignaal (zie blz. 17).
G PC1 (15-pins mini D-sub)
Sluit een analoog RGB-signaal van een pc, e.d., op
deze aansluiting aan. Deze aansluiting kan als ingang
én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24).
H PC3 (24-pins DVI)
Sluit op deze aansluiting een digitaal signaal (TDMS)
van een bron met een DVI-uitgang aan.
I RS-232C
Sluit op deze aansluiting nooit een component aan
zonder dat u eerst uw Pioneer installatiemonteur
hebt geraadpleegd.
Deze aansluiting wordt gebruikt bij het maken van de
setup-instellingen voor het plasmascherm.
J REMOTE IN
Verbind deze aansluiting met behulp van een
afstandsbedieningskabel* met de afstandsbediening
om het plasmascherm met bedrade afstandsbediening
te bedienen.
K REMOTE OUT
Verbind deze aansluiting met behulp van een
afstandsbedieningskabel* met de REMOTE IN-
aansluiting van een ander plasmascherm om de in serie
aangesloten plasmaschermen met bedrade
afstandsbediening te bedienen.
Informatie
Gebruik de COMPONENT1 of PC2/COMPONENT2-
aansluitingen voor Y/Cb/Cr-signalen.
Voor SCART heeft dit plasmascherm drie
aansluitmogelijkheden:
· SCART1: Sluit RGB en composite sync aan op de
PC2/COMPONENT2-aansluitingen (R, G, B en
HD-stekker).
· SCART2: Sluit RGB aan op de COMPONENT2-
aansluitingen en sluit composite sync aan op de
VIDEO1-aansluiting.
· SCART3: Sluit RGB en compositie sync aan op de
PC1-aansluiting.
* De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar.
Achteraanzicht/aansluitpaneel
Nederlands
Benaming van de onderdelen en hun functie
7
Du
q POWER ON/STANDBY
Voor het inschakelen of stand-by zetten van het
plasmascherm. (Dit werkt niet wanneer de STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm niet brandt.)
w RGB/PC
Druk op deze toets om RGB/PC als ingangsbron te
kiezen. RGB/PC kan ook worden gekozen met behulp
van de INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm.
e COMPONENT
Druk op deze toets om COMPONENT als ingangsbron
te kiezen. COMPONENT kan ook worden gekozen met
behulp van de INPUT/EXIT-toets van het
plasmascherm.
r VIDEO
Druk op deze toets om VIDEO als ingangsbron te
kiezen.
VIDEO kan ook worden gekozen met behulp van de
INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm.
t MENU/SET
Druk op deze toets om het on-screen display op de
scherm weer te geven. Wanneer het hoofdmenu wordt
weergegeven, kan met deze toets een submenu worden
geopend.
y Cursortoetsen ( / /
/
)
Gebruik deze toetsen om menu-items of instellingen
te selecteren en om instellingen te wijzigen.
u EXIT
Druk op deze toets wanneer het hoofdmenu wordt
weergegeven om het on-screen display te sluiten. Druk
op deze toets wanneer een submenu wordt
weergegeven om terug te keren naar een bovenliggend
menu.
i POINT ZOOM
Druk op deze toets om de aanwijzer weer te geven.
o ZOOM (+ /)
Voor het vergroten of verkleinen van het beeld.
!0 VOLUME (+ /)
Voor het instellen van het volume.
!1 MUTING
Voor het dempen van het geluid.
!2 SCREEN SIZE
De beeldverhouding wordt automatisch ingesteld op
basis van het gedetecteerde ingangssignaal. De
SCREEN SIZE-toets is niet bij elke signaal
geactiveerd.
!3 DISPLAY
Voor weergave op het scherm van de instellingen van
de ingangsbron.
!4 OFF TIMER
Activeert de schakelklok voor het uitschakelen van het
plasmascherm.
!5 AUTO SET UP
Druk op deze toets voor automatische instelling van
fase, pixelklok, beeldpositie en contrast, of om het
beeldformaat automatisch in te stellen op de ZOOM-
stand met volledige weergave van ondertitels wanneer
er boven- en onderaan het scherm zwarte balken
verschijnen.
!6 ID NO. SET
Voor het instellen van het identificatienummer van de
afstandsbediening. De afstandsbediening kan dan
alleen worden gebruikt met een plasmascherm dat
hetzelfde identificatienummer heeft. Wanneer er
meerdere plasmaschermen tegelijkertijd worden
gebruikt, kunnen ze onafhankelijk van elkaar worden
bediend.
!7 CLEAR
Voor het wissen van het identificatienummer dat met
behulp van de ID NO. SET-toets is ingesteld.
!8 Zender van de afstandsbediening
Verstuurt de afstandsbedieningssignalen.
!9 Afstandsbedieningsaansluiting
Steek de stekker van de afstandsbedieningskabel (de
kabel met 1/8 stereo ministekker) in deze aansluiting
wanneer u de afstandsbediening als een bedrade
afstandsbediening wilt gebruiken.
Afstandsbediening
VIDEO1 VIDEO2 VIDEO3
Nederlands
BASISBEDIENING
8
Du
BASISBEDIENING
POWER
Om het plasmascherm in en uit te schakelen:
1. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
2. Druk op de POWER-toets (op het plasmascherm). De
STANDBY/ON-indicator van het plasmascherm licht rood
op en het scherm staat stand-by.
3. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening)
om het plasmascherm in te schakelen. De STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm licht op (groen) en
wanneer het scherm is ingeschakeld.
4. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening)
om het plasmascherm uit te schakelen. De STANDBY/
ON-indicator van het plasmascherm krijgt een rode kleur
en het scherm wordt stand-by gezet (alleen wanneer het
plasmascherm met behulp van de afstandsbediening wordt
uitgeschakeld).
VOLUME
Om het volume in te stellen:
1. Houd de VOLUME -toets (van de afstandsbediening
of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het
gewenste niveau te verhogen.
2. Houd de VOLUME
-toets (van de afstandsbediening
of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het
gewenste niveau te verlagen.
MUTING
Om het geluid te dempen:
Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening om
het geluid te dempen. Druk nogmaals op de toets om het
normale geluid weer aan te zetten.
DISPLAY
Om de instellingen weer te geven:
1. Het venster van het on-screen display verandert telkens
wanneer op de DISPLAY-toets wordt gedrukt.
2. Wanneer er binnen 3 seconden niet opnieuw op de toets
wordt gedrukt, verdwijnt het on-screen display.
DIGITAL ZOOM
Met digitale zoom kan de beeldpositie worden bepaald en
het beeld worden vergroot.
1. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer (
)
op het scherm weer te geven.
Om het beeldformaat te wijzigen:
Druk op de ZOOM+-toets om het beeld te vergroten.
De aanwijzer krijgt de vorm van een vergrootglas (
).
Wanneer op de ZOOM- -toets wordt gedrukt, wordt het
beeld weer verkleind en krijgt het zijn oorspronkelijke
beeldpositie terug.
Om de beeldpositie te wijzigen:
Bepaal de beeldpositie met behulp van de ▲▼
-
toetsen.
2. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer te laten
verdwijnen.
AUTO SET UP
Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit
automatisch in te stellen:
Druk op de AUTO SET UP-toets.
Informatie
Als automatische instelling is ingeschakeld
Met een RGB (stilbeeld) ingangsbron:
Fase, pixelklok, beeldpositie en contrast worden
automatisch ingesteld.
OFF TIMER
Om de schakelklok te activeren:
De schakelklok kan worden ingesteld om het
plasmascherm uit te schakelen na 30, 60, 90 of 120
minuten.
1. Druk op de OFF TIMER-toets om de schakelklok in te
stellen op 30 minuten.
2. Druk op de OFF TIMER-toets om de gewenste tijd in te
stellen.
3. De schakelklok begint te lopen zodra het menu van het
scherm verdwijnt.
30 60 90 120 0
OFF TIMER 30
Om de resterende tijd te controleren:
1. Druk eenmaal op de OFF TIMER-toets als de schakelklok
is geactiveerd.
2. De resterende tijd wordt weergegeven en de aanduiding
verdwijnt na enkele seconden.
3. De laatste 5 minuten voordat het plasmascherm wordt
uitgeschakeld, wordt de resterende tijd van de schakelklok
op het scherm weergegeven.
OFF TIMER 28
Om de schakelklok te deactiveren:
1. Druk twee maal achtereen op de OFF TIMER-toets.
2. Het uitschakelen van het plasmascherm door de
schakelklok wordt geannuleerd.
OFF TIMER 0
Opmerking:
Nadat het plasmascherm met behulp van de schakelklok
is uitgeschakeld....
Het plasmascherm wordt nog steeds met een beetje stroom
gevoed. Wanneer u de kamer uitgaat of niet van plan bent
om het systeem de komende tijd te gebruiken, schakel dan
de netspanning van het plasmascherm volledig uit.
Met een RGB (bewegend beeld), VIDEO, of
COMPONENT (Y/Pb/Pr) ingangsbron:
Het beeldformaat wordt automatisch ingesteld op de
ZOOM-stand met volledige weergave van ondertitels
wanneer het beeld aan de boven- en onderkant zwarte
balken bevat.
Nederlands
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
9
Du
SCREEN SIZE (Handmatige instelling van het
beeldformaat)
Met deze functie kunt u kiezen uit zes verschillende
beeldformaten.
Voor het bekijken van videos of digitale
videodiscs
1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
2. Binnen 3 seconden
Druk nog twee maal op de SCREEN SIZE-toets.
Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde:
4:3 FULL WIDE ZOOM 2.35:1 14:9
Wanneer een 720P of 1080I-signaal wordt ingevoerd:
FULL 2.35:1
Beeldformaat 4:3
Het normale beeldformaat wordt weergegeven.
* Het beeld heeft hetzelfde formaat als videobeelden met
een beeldverhouding van 4:3.
Beeldformaat FULL (volledig)
Het beeld wordt in horizontale richting uitgerekt.
* Beelden die in horizontale richting zijn gecomprimeerd
(platgedrukt beeld) worden in horizontale richting
uitgerekt en met de juiste lineariteit over het gehele
beeldscherm weergegeven. (Normale beeld wordt in
horizontale richting uitgerekt.)
Beeldformaat WIDE (breedbeeld)
Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting en
met verschillende verhoudingen uitgerekt.
* Gebruik deze instelling voor het met breedbeeld bekijken
van normale videobeelden (4:3).
Beeldformaat ZOOM (uitvergroot)
Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting
uitgerekt, waarbij de oorspronkelijke verhoudingen
bewaard blijven.
* Gebruik deze instelling voor het bekijken van
bioscoopfilms, enz.
Beeldformaat 2.35:1
Het samengedrukte filmbeeld wordt uitgerekt om het
gehele scherm te vullen met een beeldverhouding van
2,35:1. Er verschijnen boven- en onderaan het scherm geen
zwarte balken, maar er gaat aan weerszijden van het beeld
informatie verloren.
* Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal
een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P,
1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een
scan omvormer).
* Als er bij het volledige beeldformaat zwarte balken boven-
en onderaan het scherm verschijnen, dan moet de 2.35:1
beeldverhouding worden geselecteerd om inbranden te
voorkomen.
Beeldformaat 14:9
Het beeld wordt weergegeven met een beeldverhouding
van 14:9.
* Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal
een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P,
1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een
scan omvormer).
Opmerking:
Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende
langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken.
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
Er gaat aan weerszijden informatie verloren.
Oorspronkelijk beeld
Nederlands
BEDIENING VAN HET BREEDBEELD
10
Du
Informatie
Ondersteunde resoluties
Zie blz. 29 voor details over de weergave van de diverse
signalen die voldoen aan de VESA-norm en die door
het plasmascherm worden ondersteund.
Wanneer VGA-signalen met een resolutie
van 852 (848) punten480 lijnen en een
verticale frequentie van 60 Hz en een
horizontale frequentie van 31,7 (31,0) kHz
worden ingevoerd
Selecteer een passende instelling voor de stand RGB
SELECT aan de hand van de Tabel van ondersteunde
signalen op blz. 29.
* VGA, SVGA en SXGA zijn gedeponeerde
handelsmerken van IBM Inc. uit de Verenigde Staten.
Opmerking:
Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende
langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken.
SCREEN SIZE Bij weergave van
computerbeelden
Schakel de stand voor breedbeeld in om het 4:3 beeld
schermvullend weer te geven.
1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
2. Binnen 3 seconden
Druk nogmaals op de SCREEN SIZE-toets.
Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde:
4:3 FULL ZOOM
Beeldformaat 4:3 (4:3 of SXGA 5:4)
Het beeld heeft hetzelfde formaat als het normale
computerbeeld.
Beeldformaat FULL (volledig)
Het beeld wordt in horizontale richting opgerekt.
Beeldformaat ZOOM (uitvergroot)
Bij ingang van breedbeeldsignalen
Beeldformaat FULL (volledig)
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
11
Du
Menubewerkingen
Het venster van het on-screen display (OSD) wordt
in een gedeelte van het scherm weergegeven, zoals
onderstaande afbeelding laat zien.
* De exacte positie van het OSD is afhankelijk van de
beeldinstelling.
In deze handleiding wordt het OSD-gedeelte vergroot
weergegeven.
MAIN MENU
1 / 2
EXIT
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
: OFF
SEL. EXITOK
MENU
In het onderstaande wordt beschreven hoe de menus en
de gekozen items worden bediend.
1. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening
om het MAIN MENU weer te geven.
MAIN MENU
1 / 2
EXIT
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
: OFF
SEL. EXIT
OK
MENU
MAIN MENU
2 / 2
PREVIOUS PAGE
LANGUAGE
COLOR SYSTEM
SOURCE INFORMATION
SEL.
EXIT EXIT
OK
MENU
2. Druk op de cursortoetsen ▲ ▼ van de afstandsbediening
om het menu te selecteren dat u wilt openen.
3. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening
om een submenu of een item te selecteren.
PICTURE
1 / 2
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
DNR
NEXT PAGE
: STD
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
4. Wijzig het niveau of de instelling van het geselecteerde
item met behulp van de cursortoetsen
van de
afstandsbediening.
5. De aanpassingen of instellingen worden in het geheugen
opgeslagen. De wijzigen blijven van kracht tot u ze
opnieuw veranderd.
6. Herhaal de stappen 2 5 om andere items te wijzigen, of
druk op de EXIT-toets van de afstandsbediening om naar
het hoofdmenu terug te keren.
* Om de balk onderaan het scherm in te stellen moet de
of
-toets binnen 5 seconden worden ingedrukt. Gebeurt dit
niet, dan blijft de huidige instelling van kracht en verschijnt
het vorige scherm weer.
Opmerking:
Het hoofdmenu verdwijnt als op de EXIT-
toets wordt gedrukt.
Informatie
Geavanceerde menufunctie
Wanneer ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/
2) op ON staat, worden alle menu-items weergegeven.
MAIN MENU
1 / 2
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
OPTION2
OPTION3
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
: ON
SEL.
EXIT EXIT
OK
MENU
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
Instellen van de menutaal
U kunt voor weergave van de menus kiezen uit zeven
talen.
Voorbeeld: Instellen van de menutaal op DEUTSCH
Selecteer LANGUAGE uit het MAIN MENU en druk
op de MENU/SET-toets.
Het LANGUAGE-menu verschijnt.
Selecteer DEUTSCH van het LANGUAGE-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
LANGUAGE
LANGUAGE
:
DEUTSCH
EXIT RETURNOK
MENU
ADJ.
De taal wordt op DEUTSCH ingesteld en het hoofdmenu
verschijnt weer.
Informatie
Taalinstellingen
ENGLISH ........ Engels
DEUTSCH.......Duits
FRANÇAIS ...... Frans
ESPAÑOL ....... Spaans
ITALIANO ........Italiaans
SVENSKA ....... Zweeds
У ............Russisch
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
12
Du
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
PICTURE CONTRAST ←→ 05272 JA 14
BRIGHTNESS ←→ 03264 JA 14
SHARPNESS ←→ 01632 JA 14
COLOR ←→ 03264 JA 14
TINT R←→G 03264 JA 14
AV SELECTION DYNAMIC/STD/MOVIE1/MOVIE2/DEFAULT JA 14
DNR OFF/LOW/MID/HIGH JA 14
COLOR TEMP. LOW/MID LOW/MID/HIGH JA 14
WHITE BALANCE R.HIGH ←→ 04070 JA 15
G.HIGH ←→ 04070 JA 15
B.HIGH ←→ 04070 JA 15
R.LOW ←→ 04070 JA 15
G.LOW ←→ 04070 JA 15
B.LOW ←→ 04070 JA 15
RESET OFF←→ON JA 15
GAMMA 1←→2
4JA15
LOW TONE AUTO←→1
3JA15
C. DETAIL ADJ RED Y←→M03264 JA 15
GREEN C←→Y03264 JA 15
BLUE M←→C03264 JA 15
YELLOW G←→R03264 JA 15
MAGENTA R←→B03264 JA 15
CYAN B←→G03264 JA 15
RESET OFF←→ON JA 15
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
SOUND BASS ←→ 01326 JA 16
TREBLE ←→ 01326 JA 16
BALANCE L←→R -220+22 JA 16
AUDIO INPUT1 VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI JA 16
AUDIO INPUT2 VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI JA 16
AUDIO INPUT3 VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI JA 16
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
SCREEN SCREEN SIZE 4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9 16
V.POSITION ←→ -640+64 JA 16
H.POSITION ←→ -1280+127 JA 16
V.SIZE ←→ 0←→64 JA 16
H.SIZE ←→ 0←→64 JA 16
AUTO PICTURE OFF←→ON*
2
NEE 16
PHASE*
1
←→*
2
0←→64 JA 16
CLOCK*
1
←→*
2
064128 JA 16
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
OPTION1 OSD DISPLAY OSD OFF←→ON JA 17
OSD ADJUST 1
6JA17
OSD ANGLE H←→VJA17
OSD ORBITER OFF←→ON JA 17
OSD CONTRAST LOW←→NORMAL JA 17
BNC INPUT RGB←→COMP.←→SCART1←→SCART2 JA 17
D-SUB INPUT RGB←→SCART3 17
RGB SELECT AUTO/STILL/MOTION/WIDE1/WIDE2/WIDE3/WIDE4/DTV JA 18
HD SELECT 1080B/1035I/1080A NEE 18
INPUT SKIP OFF←→ON JA 18
ALL RESET OFF←→ON 18
:De gearceerde vakken duiden op de standaard waarden.
←→
: Druk op de
of
-toets om deze waarden in te stellen.
:Menu-items in een omlijnd vak zijn beschikbaar wanneer ADVANCED OSD is ingesteld op ON.
Menuopbouw
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
13
Du
*1 Alleen wanneer AUTO PICTURE is ingesteld op OFF.
*2 Alleen RGB/PC
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
OPTION2 PWR. MGT. OFF←→ON JA 19
PURECINEMA OFF←→ON JA 19
LONG LIFE ABL AUTO/LOCK 1/LOCK 2/LOCK 3 JA 19
ORBITER AUTO 1 JA 20
AUTO 2 JA 20
MANUAL H-DOT/V-LINE/TIME JA 20
OFF JA 20
INVERSE OFF JA 20
ON WORKING TIME/WAITING TIME JA 20
WHITE JA 20
SCREEN WIPER OFF JA 21
ON WORKING TIME/WAITING TIME/SPEED JA 21
SOFT FOCUS OFF/1/2/3/4 JA 21
SIDE MASK 0
3
15 JA 21
S1/S2 AUTO←→OFF JA 22
DVI SET-UP PLUG/PLAY PC←→STB/DVD NEE 22
BLACK LEVEL LOW←→HIGH NEE 22
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
OPTION3 TIMER PRESENT TIME
DAYLIGHT SAIVING TIME
OFF←→ON NEE 22
DAY/HOUR/MINUTES NEE 22
PROGRAM OFF JA 23
ON DATE/ON/OFF(HOUR, MINUTE)/INPUT/FUNCTION JA 23
PWR. ON MODE LAST / VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI JA 23
KEY LOCK OFF←→ON JA 23
IR REMOTE OFF←→ON JA 24
LOOP OUT OFF←→ON JA 24
ID NUMBER ALL←→1
256 JA 24
VIDEO WALL DIVIDER OFF/1/4/9/16/25 JA 25
POSITION
No.1
No.4/No.7
No.15/No.16
No.31/No.32
No.56
25
DISP. MODE NORMAL←→ADJUST JA 25
AUTO ID OFF←→ON JA 25
SCREEN SCREEN SIZE 4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9 26
V.POSITION ←→ -640+64 JA 26
H.POSITION ←→ -1280+127 JA 26
V.SIZE ←→ 0←→64 JA 26
H.SIZE ←→ 0←→64 JA 26
AUTO PICTURE OFF←→ON*
2
NEE 26
PHASE*
1
←→*
2
0←→64 JA 26
CLOCK*
1
←→*
2
064128 JA 26
P. ON DELAY OFF/ON/MODE1/MODE2 JA 26
ABL LINK OFF←→ON JA 26
REPEAT TIMER OFF JA 27
ON DIVIDER/SOURCE/WORK TIME JA 27
Hoofdmenu Submenu Submenu 2 Submenu 3 Submenu 4 RESET
REFERENCE
ADVANCED OSD OFF←→ON JA 27
LANGUAGE ENGLISH/DEUTSCH/FRANÇAIS/ESPAÑOL/ITALIANO/SVENSKA/У NEE 11
COLOR SYSTEM AUTO/3.58NTSC/4.43 NTSC/PAL/PAL 60/PAL-N/PAL-M/SECAM NEE 27
SOURCE INFORMATION
27
Informatie
Herstellen van alle standaard waarden
Selecteer ALL RESET van het OPTION1-menu. Merk op dat ook de standaard waarden van alle overige instellingen
worden hersteld.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
14
Du
Het instellingenmenu PICTURE
Instellen van het beeld
Contrast, helderheid, scherpte, kleur en tint kunnen naar
voorkeur worden ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van het contrast
Selecteer CONTRAST van het PICTURE-menu en stel
het contrast in.
PICTURE
1 / 2
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
DNR
NEXT PAGE
: STD
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
CONTRAST
52
Opmerking:
Als de melding CAN NOT ADJUST
verschijnt
Controleer of AV SELECTION niet is ingesteld op
DEFAULT wanneer u PICTURE submenu wilt openen.
Informatie
Beschikbare beeldinstellingen
CONTRAST: Wijzigt het witniveau in het beeld.
BRIGHTNESS:
Wijzigt het zwartniveau in het beeld.
SHARPNESS: Wijzigt de scherpte van het beeld. Stelt
bij weergave van VIDEO het beelddetail in.
COLOR: Wijzigt de kleurdensiteit.
TINT: Wijzigt de tint van het beeld. Instellen op een
natuurlijke weergave van huidskleuren, achtergronden,
enz.
Instellen van computerbeelden
Bij een computersignaal kunnen alleen het contrast en
de helderheid worden gewijzigd.
Herstellen van de standaard waarden
Zet de instelling AV SELECTION op DEFAULT.
Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid
licht in de kamer
Er zijn vier standen die u kunt gebruiken om het beeld aan
te passen aan de heersende omstandigheden.
Voorbeeld: Instellen van de stand MOVIE1
Zet AV SELECTION van het PICTURE-menu op
MOVIE1.
PICTURE
1 / 2
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
DNR
NEXT PAGE
: STD
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
AV SELECTION
: MOVIE 1
Informatie
AV SELECTION-instellingen
MOVIE 1, 2: Selecteer deze stand wanneer u in een
donkere kamer naar videobeelden kijkt.
Deze stand biedt een donkerder en fijner beeld zoals u
dat in een bioscoop gewend bent.
Selecteer MOVIE2 voor het meest donkere beeld.
STD: Selecteer deze stand wanneer u in een lichte kamer
naar videobeelden kijkt. In deze stand is het onderscheid
tussen de lichte en de donkere gedeelten duidelijker.
DYNAMIC: Deze stand geeft het beeld een hogere
helderheid dan in STD.
DEFAULT: Gebruik deze instelling om de standaard
waarden te herstellen.
Onderdrukken van beeldruis
Gebruik deze instellingen als er beeldruis optreedt wanneer
de televisieontvangst slechts is of tijdens weergave van
videobanden met een slechte beeldkwaliteit.
Voorbeeld: Instellen op HIGH
Zet DNR van het PICTURE-menu op HIGH.
PICTURE
1 / 2
CONTRAST
BRIGHTNESS
SHARPNESS
COLOR
TINT
AV SELECTION
DNR
NEXT PAGE
: STD
:
OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
DNR
: HIGH
Informatie
DNR
* DNR is de afkorting voor Digital Noise Reduction,
wat digitale ruisonderdrukking betekent.
* Deze functie vermindert de hoeveelheid beeldruis.
Soorten ruisonderdrukking
Er zijn drie soorten ruisonderdrukking en elke soort
onderdrukt het ruis op een ander niveau.
Het effect van respectievelijk de standen LOW, MID
en HIGH neemt in sterkte toe.
OFF: De ruisonderdrukking is uitgeschakeld.
Instellen van de kleurtemperatuur
Volg deze procedure om de kleurtemperatuur van het
plasmascherm in te stellen.
Voorbeeld: Instellen op HIGH
Zet COLOR TEMP. van het PICTURE-menu op
HIGH.
PICTURE
2 / 2
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
GAMMA
LOW TONE
C.DETAIL ADJ.
: HIGH
: 2
: AUTO
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
COLOR TEMP-instellingen
LOW: Veel rood
MID LOW: Iets rood
MID: Normaal (iets blauw)
HIGH: Veel blauw
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
15
Du
Instellen van de kleur op het gewenste niveau
Volg deze procedure om de witbalans voor elke
kleurtemperatuur in te stellen om zo de gewenste
kleureigenschappen te verkrijgen.
Voorbeeld: Instellen van de R.HIGH of HIGH
kleurtemperatuur.
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet COLOR TEMP. van het PICTURE-menu op
HIGH en druk op de MENU/SET-toets.
Het WHITE BALANCE-menu verschijnt.
Stel de witbalans van R.HIGH in.
WHITE BALANCE
COLOR TEMP. HIGH
R.HIGH
G.HIGH
B.HIGH
R.LOW
G.LOW
B.LOW
RESET : OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
R.HIGH
70
Informatie
WHITE BALANCE-instellingen
R/G/B.HIGH: Instelling voor de witbalans voor het
witniveau
R/G/B.LOW: Instelling voor de witbalans voor het
zwartniveau
RESET: Herstelt de standaard waarden van alle
instellingen. Kies ON met behulp van de
cursortoetsen
en
en druk op de MENU/SET-toets.
Herstellen van de standaard waarden
Selecteer RESET van het WHITE BALANCE-
menu.
Wijzigen van de gammacurve
Met deze instelling kan de helderheid van de partijen in
het middenbereik worden ingesteld zonder dat dit van
invloed is op de donkere en de zeer heldere partijen.
Voorbeeld: Instellen op 3
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet GAMMA van het PICTURE-menu op 3.
PICTURE
2 / 2
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
GAMMA
LOW TONE
C.DETAIL ADJ.
: MID
: 3
: AUTO
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
GAMMA-instellingen
Het beeld wordt donkerder naarmate het nummer hoger
wordt (in de volgorde 1, 2, 3 en 4).
Instellen van de nuance
Met deze instellingen kan de nuance wordt verhoogd,
vooral in de donkere partijen.
Voorbeeld: Instellen op 2
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet LOW TONE van het PICTURE-menu op 2.
PICTURE
2 / 2
PREVIOUS PAGE
COLOR TEMP.
GAMMA
LOW TONE
C.DETAIL ADJ.
: MID
: 2
: 2
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
LOW TONE-instellingen
AUTO: Beoordeelt het beeld en past het automatisch
aan.
1: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt
is voor stilstaande beelden.
2: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt
is voor bewegende beelden.
3: Past de error diffusion-methode toe.
Instellen van de kleuren
Volg deze procedure om de kleurtoon en kleurdensiteit
van rood, groen, blauw, geel, magenta en cyaan in te
stellen.
U kunt dan de groene kleur van bomen, de blauwe kleur
van luchtpartijen, e.d. accentueren.
Voorbeeld: Instellen van de kleursterke van blauw
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer C.DETAIL ADJ van het PICTURE-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het C.DETAIL ADJ-menu verschijnt.
Stel de kleursterkte van BLUE van C.DETAIL ADJ in.
C.DETAIL ADJ
RED
GREEN
BLUE
YELLOW
MAGENTA
CYAN
RESET : OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
M
G
R
B
C
Y
C
R
B
G
Y
M
Informatie
C.DETAIL ADJ -instellingen
RED: Stelt de kleursterkte van rood in.
GREEN: Stelt de kleursterkte van groen in.
BLUE: Stelt de kleursterkte van blauw in.
YELLOW: Stelt de kleursterkte van geel in.
MAGENTA: Stelt de kleursterkte van magenta in.
CYAN: Stelt de kleursterkte van cyaan in.
RESET: Herstelt de standaard waarden van alle
instellingen.
Kies ON met behulp van de cursortoetsen
en
en
druk op de MENU/SET-toets.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
16
Du
Het instellingenmenu SOUND
Instellen van de hoge en lage tonen, de
balans en selecteren van de audio-ingang
De hoge en lage tonen en de balans tussen het linker en
het rechter kanaal kunnen naar eigen voorkeur worden
ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van de lage tonen
Stel de lage tonen in via BASS van het SOUND-menu.
SOUND
BASS
TREBLE
BALANCE
AUDIO INPUT1
AUDIO INPUT2
AUDIO INPUT3
: VIDEO1
: COMPNT1
: PC1DSUB
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Opmerking:
Als de melding CAN NOT ADJUST
verschijnt
Zet AUDIO INPUT van het SOUND-menu in de
juiste stand.
Informatie
SOUND-instellingen
BASS: Bepaalt de sterkte van de lage frequenties.
TREBLE: Bepaalt de sterkte van de hoge frequenties.
BALANCE: Bepaalt de balans tussen het linker en het
rechter kanaal.
Instellen van de toekenningen van de audio-
aansluitingen
Met deze instelling worden de aansluitingen AUDIO1, 2
en 3 op de gewenste audio-ingang ingesteld.
Voorbeeld: Instellen van AUDIO INPUT1 op
VIDEO2
Zet AUDIO INPUT1 van het SOUND-menu op
VIDEO2.
De beschikbare audio-ingangen zijn afhankelijk van deze
instellingen.
SOUND
BASS
TREBLE
BALANCE
AUDIO INPUT1
AUDIO INPUT2
AUDIO INPUT3
: VIDEO2
: COMPNT1
: PC1DSUB
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
AUDIO INPUT-instellingen
Het is niet mogelijk om een enkele audio-ingang te
selecteren als het audiokanaal voor meer dan één
ingangsaansluiting.
Instellingenmenu SCREEN
Instellen van positie, formaat, fase en
pixelklok
Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en
flikkeringen van het beeld te verhelpen.
Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van een
normaal beeld
Stel de verticale positie in via V.POSITION van het
SCREEN-menu.
Het beeldformaat verandert telkens wanneer op de
of
-
toets wordt gedrukt in onderstaande volgorde:
4:3 FULL
* Het beeldformaat kan ook worden gewijzigd met behulp
van de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening.
* De instellingen van het SCREEN-menu zijn in de fabriek
niet voorgeprogrammeerd.
SCREEN
SCREEN SIZE
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
PHASE
CLOCK
: 4
:
3
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
V.POSITION
+64
Informatie
Wanneer AUTO PICTURE op OFF staat
SCREEN
SCREEN SIZE
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
PHASE
CLOCK
: FULL
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Wanneer de automatische beeldinstelling is
uitgeschakeld, verschijnen de instellingen PHASE en
CLOCK zodat u de fase en pixelklok handmatig kunt
instellen.
Automatische beeldinstellingen
ON: De instellingen PHASE, CLOCK en positie
worden automatisch aangepast.
Niet beschikbaar voor digitale ZOOM.
OFF: De instellingen PHASE, CLOCK en positie
worden handmatig aangepast.
* Als de instelling PHASE niet handmatig kan worden
gewijzigd, dan moet AUTO PICTURE op OFF
worden gezet.
Instellingen voor de beeldpositie
V.POSITION: Bepaalt de verticale positie van het
beeld.
H.POSITION: Bepaalt de horizontale positie van het
beeld.
V.SIZE: Bepaalt de hoogte van het beeld (behalve bij
het breedbeeldformaat WIDE)
H.SIZE: Bepaalt de breedte van het beeld (behalve bij
het breedbeeldformaat WIDE)
PHASE*: Bepaalt de mate waarin er flikkeringen in
het beeld verschijnen
CLOCK*: Bepaalt de mate waarin er strepen in het
beeld verschijnen
* De instellingen PHASE en CLOCK zijn alleen
beschikbaar wanneer de functie AUTO PICTURE
voor automatische beeldinstelling is uitgeschakeld.
* AUTO PICTURE, PHASE en CLOCK zijn alleen
beschikbaar bij RGB-signalen. Bovendien zijn ze niet
beschikbaar bij bewegende beelden afkomstig van
RGB-, VIDEO- of COMPONENT-signalen.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
17
Du
Instellingenmenu OPTION1
Instellen van de on-screen display
Er zijn diverse keuzemogelijkheden voor de positie van
het menu, de stand (horizontaal of verticaal), enz.
Voorbeeld: Uitschakelen van het on-screen display
Selecteer OSD van het OPTION1-menu en druk op de
MENU/SET-toets.
Het OSD-menu verschijnt.
Zet DISPLAY OSD van het OSD-menu op OFF.
OSD
DISPLAY OSD
OSD ADJUST
OSD ANGLE
OSD ORBITER
OSD CONTRAST
: OFF
: 1
: H
: OFF
: LOW
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
DISPLAY OSD-instellingen
ON: Er wordt informatie over het beeldformaat, het
volume, enz. getoond.
OFF: Er wordt geen informatie over het beeldformaat,
het volume, enz. getoond.
Ook functioneert de DISPLAY-toets van de
afstandsbediening niet.
OSD ADJUST-instellingen
Bepaalt de positie van het menu op het scherm.
U kunt kiezen uit de posities 1 t/m 6.
OSD ANGLE-instellingen
Bepaalt de stand (liggend H of staand V). Wanneer
het plasmascherm verticaal is geïnstalleerd, moet OSD
ANGLE op V worden gezet.
H”“V
OSD ORBITER-instellingen
ON: Telkens wanneer het on-screen display wordt
weergegeven, verschijnt de positie van het menu met 8
beeldpunten.
OFF: Het on-screen display verschijnt telkens op
dezelfde positie.
OSD CONTRAST-instellingen
NORMAL: Het on-screen display heeft een normaal
contrast.
LOW: Het on-screen display heeft een laag contrast.
Instellen van de PC2/COMPONENT-
aansluitingen
Via de instelling BNC INPUT kan de PC2/
COMPONENT2-aansluiting worden ingesteld op RGB,
component en SCART1 of 2.
Voorbeeld: Instellen van BNC INPUT op COMP..
Zet BNC INPUT van het OPTION1-menu op COMP..
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: COMP.
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
BNC INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de 5 BNC-aansluitingen voor HD, VD
en RGB-signalen.
COMP.: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor
component-signalen.
SCART1: Gebruik de 4 BNC-aansluitingen voor RGB
met composite sync. Zie blz. 6.
SCART2: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor RGB
en de VIDEO1-aansluiting voor composite sync. Zie
blz. 6.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
EXIT RETURNOK
MENU
OPTION1
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
1024768
SEL.
EXIT RETURN
OK
MENU
Instellen van de PC1-aansluiting
Via de instelling D-SUB INPUT kan het type signaal
worden geselecteerd dat via de PC1-aansluiting wordt
ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen van D-SUB INPUT op
SCART3.
Zet D-SUB INPUT van het OPTION1-menu op
SCART3.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: SCART3
: AUTO
: 1080B
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
D-SUB INPUT-instellingen
RGB: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGB-
signalen.
SCART3: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGB-
signalen via SCART. Zie blz. 6.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD)
18
Du
Instellen van high-definition beelden op het
juiste beeldformaat
Volg deze procedure om het aantal verticale lijnen van het
ingevoerde HD-signaal in te stellen op 1035 of 1080.
Voorbeeld: Instellen van HD SELECT op 1035I
Zet HD SELECT van het OPTION1-menu op 1035I.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1035
I
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
HD SELECT-instellingen
Deze 3 instellingen worden niet automatisch in de juiste
volgorde weergegeven.
1080B: Standaard digitale uitzendingen
1035I: Het Japanse High Vision signaalformaat
1080A: Speciale digitale uitzendingen (bijvoorbeeld:
DTC100)
Instellen van de te negeren ingangen
De functie INPUT SKIP zorgt ervoor, dat wanneer de
functie op ON staat de niet aanwezige signalen worden
overgeslagen en dat alleen die beelden worden
weergegeven van signalen die worden ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet INPUT SKIP van het OPTION1-menu op ON.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: ON
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
INPUT SKIP-instellingen
OFF: Alle signalen worden ongeacht hun
aanwezigheid, gescand en weergegeven
ON: Als er geen ingangssignaal aanwezig is, wordt dat
signaal overgeslagen.
* Tijdens het zoeken naar de aanwezige ingangssignalen
wordt de melding SETTING NOW weergegeven.
Herstellen van de standaard waarden
Voer onderstaande handelingen uit om de standaard
waarden van alle instellingen (van de menus PICTURE,
SOUND, SCREEN, OPTION1~3, enz.) te herstellen.
Zie blz. 12 voor details over de herstelde instellingen.
Zet ALL RESET van het OPTION1-menu op ON en
druk op de MENU/SET-toets.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: AUTO
: 1080B
: OFF
:
ON
SEL.
EXIT RETURN
OK
MENU
ALL RESET
SETTING NOW
Wanneer de melding SETTING NOW verdwijnt, zijn alle
instellingen op hun standaard waarde teruggezet.
Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor
computerbeelden
Selecteer bij computerbeelden de juiste RGB-keuzestand
voor bewegende beelden, zoals video, breedbeeld of
digitale uitzendingen.
Voorbeeld: Instellen van RGB SELECT op
MOTION
Zet RGB SELECT van het OPTION1-menu op
MOTION.
OPTION1
1 / 3
OSD
BNC INPUT
D-SUB INPUT
RGB SELECT
HD SELECT
INPUT SKIP
ALL RESET
NEXT PAGE
: RGB
: RGB
: MOTION
1024
×
768
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
RGB SELECT-standen
Om de volgende signalen correct te kunnen weergeven,
moet één van de volgende 8 standen worden gekozen.
AUTO: Kiest de meest geschikte stand voor de
specificaties van het ingangssignaal, voorkomend in
de tabel Tabel van ondersteunde computersignalen
op blz. 29.
STILL: Voor weergave van diverse signalen die voldoen
aan de VESA-norm. (Gebruik deze stand voor
stilbeelden van een computer.)
MOTION: Het videosignaal (van een scan omvormer)
wordt omgezet in een RGB-signaal om het beeld
gemakkelijker te kunnen bekijken. (Gebruik deze stand
voor bewegende beelden van een computer.)
WIDE1: Wanneer een signaal met een resolutie van 852
punten 480 lijnen en een horizontale frequentie van
31,7 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE1.
WIDE2: Wanneer een signaal met een resolutie van 848
punten 480 lijnen en een horizontale frequentie van
31,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE2.
WIDE3: Wanneer een signaal met een resolutie van
1920 punten 1200 lijnen en een horizontale
frequentie van 74,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld
in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit
te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE3.
WIDE4: Wanneer een signaal met een resolutie van
1280 punten 768 lijnen en een horizontale frequentie
van 59,8 kHz of een signaal met een resolutie van 1680
punten x 1050 lijnen en een horizontale frequentie van
60 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale
richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen
zet u RGB SELECT op WIDE4.
DTV: Kies deze stand wanneer u naar digitale televisie-
uitzendingen (480P) kijkt.
Zie blz. 29 voor details over bovenstaande instellingen.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
19
Du
Instellingenmenu OPTION2
Instelling van energiebeheer voor
computerbeelden
Deze functie voor energiebesparing (energiebeheer)
reduceert automatisch het stroomverbruik van het
plasmascherm wanneer er gedurende een bepaalde tijd
geen bediening plaatsvindt.
Voorbeeld: Inschakelen van energiebeheer
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet PWR.MGT van het OPTION2-menu op ON.
OPTION2
2 / 3
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
PURECINEMA
LONG LIFE
SIDE MASK
S1/S2
DVI SET-UP
NEXT PAGE
: ON
: ON
: 3
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Energiebeheer
* De energiebeheerfunctie reduceert automatisch het
stroomverbruik van het plasmascherm wanneer het
toetsenbord en de muis van de computer gedurende een
bepaalde tijd niet worden gebruikt. Deze functie is
beschikbaar wanneer het plasmascherm in combinatie
met een computer wordt gebruikt.
* Als de computer niet is ingeschakeld of als de computer
en de tuner niet goed zijn aangesloten, dan is het systeem
uitgeschakeld.
* Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de computer voor
details over het instellen en gebruik van de
energiebeheerfunctie van de computer.
Instellingen voor energiebeheer
ON: De energiebeheerfunctie is ingeschakeld.
OFF: De energiebeheerfunctie is uitgeschakeld.
Energiebeheerfunctie en STANDBY/ON-
indicator
De STANDBY/ON-indicator laat de huidige status van
de energiebeheerfunctie zien. Zie onderstaande tabel
voor een beschrijving van de indicatortoestand.
STANDBY/ON-indicator
Aanpassen van het beeld aan de film
Het filmbeeld wordt automatisch beoordeeld en
geprojecteerd met de instellingen die het beste bij de film
passen.
[Alleen MTSC, PAL, PAL60, 480I (60 Hz) , 525I (60 Hz),
576I (50 Hz), 625I (50 Hz), 1035I (60 HZ), 1080I (60 Hz)]
Voorbeeld: Instellen van PURECINEMA op OFF
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet PURECINEMA van het OPTION2-menu op OFF.
OPTION2
2 / 3
: OFF
: OFF
: 3
: OFF
SEL.
ADJ.
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
PURECINEMA
LONG LIFE
SIDE MASK
S1/S2
DVI SET-UP
NEXT PAGE
EXIT
RETURN
Informatie
PURECINEMA-instellingen
ON: Automatische boordeling en projectie van het beeld
in PURECINEMANA
OFF: PURECINEMA is uitgeschakeld.
Verminderen van het gevaar voor inbranden
van het scherm
Om het gevaar voor het inbranden van het scherm te
verminderen zijn de helderheid en de positie van het beeld,
de positief-/negatieffunctie en de schermwisser instelbaar.
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer LONG LIFE van het OPTION2-menu en druk
op de MENU/SET-toets. Het LONG LIFE-menu verschijnt.
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: AUTO
: OFF
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
ABL (automatisch helderheidsbegrenzer)
Gebruik deze instelling om de helderheidsbegrenzer in te
schakelen.
Voorbeeld: Instellen van ABL op LOCK1
Zet ABL van het LONG LIFE-menu op LOCK1.
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: LOCK1
: OFF
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
ABL-instellingen
AUTO: De helderheid van het scherm wordt
automatisch aangepast aan de beeldkwaliteit.
LOCK1, 2, 3: Bepaalt de maximum helderheid.
De helderheid neemt bij achtereenvolgens LOCK1, 2 en
3 steeds verder af. Bij LOCK3 is de helderheid het laagst.
Energiebeheerfunctie
Aan
Uit
Herstellen van het beeld
Het beeld staat al aan.
Bedien toetsenbord of muis.
Het beeld verschijnt weer.
STANDBY/
ON-indicator
Groen
Rood
Energiebeheerstatus
Niet geactiveerd
Geactiveerd
Beschrijving
Er worden horizontale
en verticale
synchronisatiesignalen
van de computer
ontvangen.
Er worden geen
horizontale en/of verticale
synchronisatiesignalen
van de computer
ontvangen.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
20
Du
ORBITER
Gebruik deze instelling om de beeldverschuiving te
bepalen.
Voorbeeld: Instellen van ORBITER op AUTO1
Zet ORBITER van het LONG LIFE-menu op AUTO1.
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: AUTO
: AUTO1
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
ORBITER-instellingen
OFF: De ORBITER-functie is uitgeschakeld. Dit is de
standaard instellingen bij invoer van een computer-
signaal.
AUTO1: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over
het scherm, waarbij het beeld kleiner wordt. Dit is de
standaard instelling bij invoer van een video- of
componentsignaal. Zet de instelling op OFF als deze
signalen niet worden gebruikt.
AUTO2: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over
het scherm, waarbij het beeld groter wordt.
MANUAL: De gebruiker kan de ORBITER-functie
(horizontale punt, verticale lijn en tijd) handmatig
instellen.
Zie onderstaande uitleg.
* Wanneer een video- of een componentsignaal wordt
ingevoerd, hebben de AUTO1 en AUTO2 instellingen
alleen invloed op het bewegende beeld en wordt het
beeld niet kleiner of groter gemaakt.
Handmatig instellen van de ORBITER-functie
Stel de mate van verschuiving en de tijd tussen twee
verplaatsingen in.
Voorbeeld: Instellen om het beeld elke 3 minuten 2
horizontale punten en 4 verticale lijnen te verplaatsen
Selecteer ORBITER van het LONG LIFE-menu en druk
op de MENU/SET-toets in. Het ORBITER-menu
verschijnt.
Stel de items in.
ORBITER
H-DOT
V-LINE
TIME
: 2 DOT
: 4 LINE
: 3 M
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Instellen van de ORBITER-functie
H-DOT: Verplaatst het beeld 1 20 punten in
horizontale richting
V-LINE: Verplaatst het beeld 1 20 lijnen in verticale
richting
TIME: Interval van 1 5 minuten (1 horizontale punt
of 1 verticale lijn per interval)
INVERSE
Gebruik deze instelling om het beeld invers weer te geven
of om een wit scherm weer te geven.
Voorbeeld: Instellen van INVERSE op WHITE
Zet INVERSE van het LONG LIFE-menu op WHITE
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: AUTO
: OFF
: WHITE
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
INVERSE-instellingen
ON: Het beeld wordt beurtelings als positief en als
negatief beeld weergegeven. U kunt de tijd instellen
door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl deze
instelling op ON staat.
OFF: Er worden geen beelden invers weergegeven.
WHITE: Er wordt een volledig wit scherm weergegeven.
U kunt de tijd instellen door op de MENU/SET-toets te
drukken terwijl deze instelling op ON staat.
Instellen van de tijd voor weergave van een invers
beeld/wit scherm
Stel de duur van de weergave in.
Voorbeeld: Instellen om een beeld na 2 uren
gedurende een half uur invers weer te geven
Zet INVERSE van het LONG LIFE-menu op ON en
druk op de MENU/SET-toets.
Het INVERSE/WHITE-menu verschijnt.
Stel de tijden in.
INVERSE/WHITE
WORKING TIME
WAITING TIME
: 01H30M
: 02H00M
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Tijdsinstellingen
WORKING TIME:
Stel de weergaveduur voor
INVERSE/WHITE in. Wanneer WORKING TIME op
ON wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld.
WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen
van INVERSE/WHITE in.
* De WAITING TIME kan niet worden ingesteld als
WORKING TIME op ON is gezet.
* De WAITING TIME en de WORKING TIME
kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op
maximaal 12 uren en 45 minuten.
* Na afloop van de WORKING TIME wordt het
plasmascherm stand-by gezet.
[Voorbeeld]
WORKING TIME 01u30m
WAITING TIME 02u00m
Instellen van WORKING TIME op ON
Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats
van de tijdaanduiding verschijnt nu ON.
←−−−− 2u −−−−→←−− 1,5u −−→ ←−−−−
Start Start invers/wit Stand-by
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
21
Du
SCREEN WIPER
Wanneer deze instelling op ON wordt gezet, beweegt
zich een witte, verticale balk herhaaldelijk en met een
constante snelheid van links naar rechts over het scherm.
Voorbeeld: Instellen van SCREEN WIPER op ON
Zet SCREEN WIPER van het LONG LIFE-menu op
ON.
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: AUTO
: OFF
: OFF
: ON
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
SCREEN WIPER
ON: De witte, verticale balk verschijnt. U kunt de tijd
instellen door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl
deze instelling op ON staat.
OFF: De schermwisser is uitgeschakeld.
Instellen van de tijden voor de SCREEN WIPER
Stel de tijden en de snelheid in.
Voorbeeld: Instellen om de SCREEN WIPER over
30 minuten in te schakelen en gedurende anderhalf
uur te laten werken
Zet SCREEN WIPER van het LONG LIFE-menu op
ON en druk op de MENU/SET-toets.
Stel de tijden en de snelheid in.
SCREEN WIPER
WORKING TIME
WAITING TIME
SPEED
: 01H30M
: 00H30M
: 3
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Tijdsinstellingen
WORKING TIME: Stel de tijdsduur voor SCREEN
WIPER in. Wanneer WORKING TIME op ON
wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld.
WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen
van de SCREEN WIPER in.
SPEED: Stel de bewegingssnelheid van de SCREEN
WIPER in. De snelheid neemt toe naarmate het
nummer hoger wordt.
* De WAITING TIME kan niet worden ingesteld als
WORKING TIME op ON is gezet.
* De WAITING TIME en de WORKING TIME
kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op
maximaal 12 uren en 45 minuten.
Instellen van WORKING TIME op ON
Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats
van de tijdaanduiding verschijnt nu ON.
SOFT FOCUS
Deze instelling vermindert de randen en verzacht het beeld.
Voorbeeld: Instellen van SOFT FOCUS op 2
Zet SOFT FOCUS van het LONG LIFE-menu op 2.
LONG LIFE
ABL
ORBITER
INVERSE
SCREEN WIPER
SOFT FOCUS
: AUTO
: OFF
: OFF
: OFF
: 2
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
SOFT FOCUS-instellingen
OFF: SOFT FOCUS is uitgeschakeld.
1, 2, 3, 4: Activeert SOFT FOCUS. Hoe hoger het
nummer, hoe zachter het beeld.
De instelling SHARPNESS van het PICTURE-
menu kan nu niet worden gewijzigd.
Instelling van de grijswaarde voor de
zijmaskering
Volg deze procedure voor het instellen van de grijswaarde
voor die delen van het scherm waarop geen beeld verschijnt
bij een beeldverhouding van 4:3 of 14:9.
Voorbeeld: Instellen van SIDE MASK op 5
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet SIDE MASK van het OPTION2-menu op 5.
OPTION2
2 / 3
: OFF
: ON
: 5
: OFF
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
PURECINEMA
LONG LIFE
SIDE MASK
S1/S2
DVI SET-UP
NEXT PAGE
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
SIDE MASK-instellingen
Hiermee wordt de helderheid van het zwart (de
grijswaarde) van de zijkanten van het beeld bepaalt.
De standaard waarde is 0 (zwart). De grijswaarde kan
worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 15. De
fabrieksinstelling is 3 (donkergrijs).
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
22
Du
Instellen van het beeldformaat van het S1/S2
videosignaal
Als het S-videosignaal informatie over het beeldformaat
bevat en de instelling S1/S2 op AUTO is gezet, wordt
het beeld automatisch aangepast en schermvullend
weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een S-
videosignaal via de VIDEO3-aansluiting wordt ingevoerd.
Voorbeeld: Instellen van S1/S2 op AUTO
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet S1/S2 van het OPTION2-menu op AUTO.
OPTION2
2 / 3
: OFF
: ON
: 3
:
AUTO
PREVIOUS PAGE
PWR. MGT.
PURECINEMA
LONG LIFE
SIDE MASK
S1/S2
DVI SET-UP
NEXT PAGE
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
S1/S2-instellingen
AUTO: Past het beeldformaat automatisch aan het S1/
S2-videosignaal aan.
OFF: De S1/S2-functie is uitgeschakeld.
Instellen van het signaal en het zwartniveau
voor een DVI-signaal
Kies het signaal voor de DVI-aansluiting (PC of STB/
DVD) en stel het zwartniveau in.
Voorbeeld: Instellen van de functie PLUG/PLAY op
STB/DVD.
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer DVI SET-UP van het OPTION2-menu en druk
op de MENU/SET-toets.
Het DVI SET-UP-menu verschijnt.
Zet PLUG/PLAY van het DVI SET-UP-menu op STB/
DVD.
DVI SET-UP
: STB/DVD
: HIGH
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
PLUG/PLAY
BLACK LEVEL
Informatie
PLUG/PLAY-instellingen
PC: Bij aansluiting van een pc. BLACK LEVEL
wordt automatisch ingesteld op LOW.
STB/DVD: Bij aansluiting van een set-top box, dvd,
enz. BLACK LEVEL wordt automatisch ingesteld
op HIGH.
BLACK LEVEL-instellingen
LOW: Bij aansluiting van een pc.
HIGH: Bij aansluiting van een set-top box, dvd, enz.
Verander de instelling van HIGH in LOW als het
zwartniveau er grijs uitziet.
Instellingenmenu OPTION3
Gebruik van de timer
Met deze functie kan het plasmascherm automatisch op
het geprogrammeerde tijdstip worden ingeschakeld.
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer TIMER uit het OPTION3-menu en druk op
de MENU/SET-toets.
Het TIMER-menu verschijnt.
TIMER
: OFF
SEL.
EXIT RETURNOK
MENU
PRESENT TIME
PROGRAM
PRESENT TIME
Hiermee kan de huidige tijd worden ingesteld.
Voorbeeld: Instellen op woensdag, 22:05 uur
Selecteer PRESENT TIME van het TIMER-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het PRESENT TIME-menu verschijnt.
Stel de items in.
SEL.
PRESENT TIME
WEDNESDAY
22 : 05 : 00
RETURN
DAYLIGHT
SAVING TIME
SET
: OFF
ADJ.
EXIT
RETURN
Selecteer SET en druk op de MENU/SET-toets.
De instellingen worden opgeslagen en het TIMER-menu
verschijnt weer.
* Wanneer u in plaats van de MENU/SET-toets op de EXIT-
toets drukt, dan worden de instellingen niet opgeslagen.
SEL.
PRESENT TIME
WEDNESDAY
22 : 05 : 00
: OFF
RETURN
DAYLIGHT
SAVING TIME
SET
EXIT RETURN
OK
MENU
Informatie
PRESENT TIME-instellingen
DAYLIGHT SAVING TIME: Gebruik deze instelling
om de zomertijd (DAYLIGHT SAVING TIME) in te
stellen.
ON: De huidige tijd + 1 uur
OFF:Geen zomertijd
Dag: Stel de dag van de week in (b.v. zondag)
Uren: Stel de uren in in de 24-uursaanduiding (tussen
00 en 23).
Minuten: Stel de minuten in (tussen 00 en 59).
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
23
Du
PROGRAM TIMER
Hiermee worden de dag en het tijdstip waarop het
plasmascherm wordt in- en uitgeschakeld en de te
gebruiken ingangsbron geprogrammeerd.
Voorbeeld: Instellen om het plasmascherm op
maandagochtend om 8:30 uur in te schakelen, de
op de PC2-aansluitingen aangesloten bron weer te
geven en om 10:30 uur weer uit te schakelen
Selecteer PROGRAM van het TIMER-menu en druk
op de MENU/SET-toets.
Het PROGRAM TIMER-menu verschijnt.
Stel de items in.
De functie verandert telkens wanneer op de ZOOM / -
toets wordt gedrukt.
PROGRAM TIMER
DATE
MON
SEL.
ON
08 : 30
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
OFF
10 : 30
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
- - : - -
INPUT
PC2
FUNCTION
INVERSE
EXIT
RETURN
ZOOM
ADJ.
Informatie
PROGRAM TIMER-instellingen
DATE: Stel de dag van de week in (b.v. zondag)
ON (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het
plasmascherm moet worden ingeschakeld, in de 24-
uursaanduiding.
OFF (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het
plasmascherm moet worden uitgeschakeld, in de 24-
uursaanduiding.
INPUT: Selecteer de ingang die moet worden
weergegeven wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld.
FUNCTION: Selecteer de functie om het gevaar voor
inbranden van het scherm te verminderen.
Wissen van een programma
Plaats de cursor op het DATE-veld van het te annuleren
programma en druk op de CLEAR-toets.
Wissen van programmagegevens
Plaats de cursor op het te wissen veld (ON/OFF/INPUT/
FUNCTION) en druk op de CLEAR-toets.
Speciale tekens van het PROGRAM TIMER-
menu
PROGRAM TIMER
DATE
MON
TUE
SAT
*FRI
SAT
*
SEL.
ON
08 : 30
- - : - -
08 : 30
08 : 30
- - : - -
08 : 30
15 : 30
OFF
10 : 30
18 : 15
12 : 15
10 : 00
- - : - -
12 : 15
16 : 00
INPUT
PC2
VIDEO1
COMP.1
VIDEO1
PC1
FUNCTION
INVERSE
WHITE
WHITE
EXIT
RETURN
ZOOM
ADJ.
Een sterretje * in het DATE-veld
Een sterretje * betekent elke. *FRI betekent
bijvoorbeeld elke vrijdag en * betekent dagelijks.
Een koppelteken - in het ON of OFF-veld
Een koppelteken - in het ON-veld of in het OFF-veld
geeft aan dat de functie niet kan worden ingesteld.
Een koppelteken -in het FUNCTION-veld
Een koppelteken - betekent laatst gebruikte functie
(de functie die was ingeschakeld op het moment waarop
het plasmascherm werd uitgeschakeld).
Instellen van de aanvangsmodus
Met deze instelling kan worden bepaald welke ingang
wordt gekozen wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op VIDEO2
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet PWR. ON MODE van het OPTION3-menu op
VIDEO2.
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de voor de
ingangen gemaakte instellingen.
OPTION3
3 / 3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
: VIDEO2
: OFF
: ON
: OFF
: ALL
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
PWR. ON MODE-instellingen
LAST: De als laatst gebruikte ingangsbron (de bron
die werd gebruikt op het moment waarop het
plasmascherm werd uitgeschakeld).
VIDEO1, 2, 3: De VIDEO-ingangen
PC1, 2, 3: De PC-ingangen
COMPONENT1, 2: De COMPONENT-ingangen
Volg dezelfde procedure als voor het programmeren van
de programmatimer.
Activeren/deactiveren van de
bedieningsorganen op het voorpaneel
Via deze instelling kunnen de bedieningsorganen op het
voorpaneel worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet KEY LOCK van het OPTION3-menu op ON en
druk op de MENU/SET-toets.
OPTION3
3 / 3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
: LAST
: ON
: ON
: OFF
: ALL
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
KEY LOCK-instellingen
ON: Deactiveert de bedieningsorganen op het
voorpaneel.
OFF: Activeert de bedieningsorganen op het
voorpaneel.
* De POWER-toets blijft gewoon functioneren, ook
wanneer de KEY LOCK-toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
* De instelling is van kracht zodra het on-screen display
verdwijnt.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
24
Du
Activeren/deactiveren van de draadloze
afstandsbediening
Via deze instelling kan de bediening via de draadloze
afstandsbediening worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Voorbeeld: Instellen op OFF
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op OFF
en druk op de MENU/SET-toets.
OPTION3
3 / 3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
: LAST
: OFF
: OFF
: OFF
: ALL
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
IR REMOTE-instellingen
ON: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening
mogelijk.
OFF: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening
niet mogelijk. Zet deze instelling op OFF om
ongewenst reageren van het plasmascherm op andere
afstandsbedieningen te voorkomen.
Instelling voor doorgifte van het signaal
Wanneer deze instellingen op ON wordt gezet, wordt
het ontvangen signaal doorgegeven.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet LOOP OUT van het OPTION3-menu op ON.
OPTION3
3 / 3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
: LAST
: OFF
: ON
: ON
: ALL
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
LOOP OUT-instellingen
ON: Het ontvangen signaal wordt via de PC1-
aansluiting of de VIDEO1-aansluiting doorgegeven.
OFF: Het ontvangen signaal wordt niet doorgegeven.
* De doorgifte van signalen wordt onderbroken wanneer
het plasmascherm wordt uitgeschakeld, ook als LOOP
OUT op ON staat.
Aansluiten van een ander plasmascherm
Zie blz. 3.
Als er een signaal op PC1 aanwezig is
wanneer het plasmascherm wordt
ingeschakeld
Het op de PC1-aansluiting ontvangen signaal wordt op
het plasmascherm weergegeven, ongeacht de instelling
van LOOP OUT.
Instellen van het identificatienummer
Het is mogelijk om bij gebruik van meerdere plasmaschermen
een uniek identificatienummer toe te kennen aan elk
plasmascherm om te voorkomen dat diverse plasmaschermen
Instellen van het identificatienummer in de
afstandsbediening
Voorbeeld: Instellen op 2
Druk op de ID NO.SET-toets van de afstandsbediening.
Het ID NO.SET-menu verschijnt op het scherm.
Zet ID NUMBER van het ID NO.SET-menu op 2.
ID NO.SET
POSITION : 1
: 2
ID NUMBER
ADJ.
EXIT
RETURN
* Herstellen van de standaard waarde ALL
Druk op de CLEAR-toets.
Instellen van een videowand
Gebruik deze instelling om een videowand op te bouwen
die uit 4 tot 25 schermen bestaat.
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Selecteer VIDEO WALL van het OPTION3-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het VIDEO WALL-menu verschijnt.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: NORMAL
: OFF
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Opmerking:
Zorg ervoor dat u in geval van nood de
netspanning van de gehele videowand in één keer kunt
uitschakelen.
op één afstandsbediening reageren.
Voorbeeld: Instellen op 2
Zet ADVANCED OSD van het hoofdmenu (1/2) op
ON en voer daarna de volgende handelingen uit.
Zet ID NUMBER van het OPTION3-menu op 2.
OPTION3
3 / 3
PREVIOUS PAGE
TIMER
PWR. ON MODE
KEY LOCK
IR REMOTE
LOOP OUT
ID NUMBER
VIDEO WALL
: LAST
: OFF
: ON
: OFF
: 2
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
* Herstellen van de standaard waarde ALL
Druk op de CLEAR-toets.
Informatie
ID NUMBER-instellingen
ALL: Er wordt geen uniek identificatienummer aan het
plasmascherm toegekend.
1 t/m 256: Er wordt een uniek identificatienummer
aan het plasmascherm toegekend.
Wanneer een uniek identificatienummer is
toegekend
Het unieke identificatienummer moet ook aan de bij
het plasmascherm behorende afstandsbediening worden
toegekend. Zie onderstaande paragraaf voor aanwijzingen
hiervoor.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
25
Du
VIDEO WALL POSITION
Instellen van de positie van elk plasmascherm in de
videowand.
Voorbeeld: Instellen op 4.
Selecteer POSITION van het VIDEO WALL-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het VIDEO WALL POSITION-menu verschijnt.
Zet POSITION van het VIDEO WALL POSITION-
menu op 4.
VIDEO WALL POSITION
POSITION NO. 4
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
VIDEO WALL POSITION-instellingen
1 scherm: De positie van het plasmascherm hoeft niet
te worden ingesteld.
4 scherm 9 scherm
16 scherm 25 scherm
NO. 7
NO. 8
NO. 9
NO. 10
NO. 11
NO. 12
NO. 13
NO. 14
NO. 15
NO. 16 NO. 17 NO. 18 NO. 19
NO. 20 NO. 21 NO. 22 NO. 23
NO. 24 NO. 25 NO. 26 NO. 27
NO. 28 NO. 29 NO. 30 NO. 31
NO. 32 NO. 33 NO. 34 NO. 35 NO. 36
NO. 37 NO. 38 NO. 39 NO. 40 NO. 41
NO. 42 NO. 43 NO. 44 NO. 45 NO.46
NO. 47 NO. 48 NO. 49 NO. 50 NO. 51
NO. 52 NO. 53 NO. 54 NO. 55 NO. 56
DIVIDER
Instellen van het aantal plasmaschermen waaruit de
videowand bestaat.
Voorbeeld: Instellen op 4.
Zet DIVIDER van het VIDEO WALL-menu op 4.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 4
: NORMAL
: OFF
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
DIVIDER-instellingen
OFF, 1: 1 plasmascherm (de matrix-weergavefunctie
is uitgeschakeld).
4: 4 plasmaschermen (videowand van 2×2 schermen)
9: 9 plasmaschermen (videowand van 3×3 schermen)
16: 16 plasmaschermen (videowand van 4×4 schermen)
25: 25 plasmaschermen (videowand van 5×5 schermen)
* Nadat u één van deze instellingen heeft gekozen, moet
u ook de positie van elk individueel plasmascherm in
de videowand instellen via VIDEO WALL
POSITION.
AUTO ID
Met deze functie kunnen de identificatienummers van
meerdere, op elkaar aangesloten plasmaschermen
automatisch worden toegekend.
Voorbeeld: Instellen op ON
Stel eerst het identificatienummer voor plasmascherm nr.
1 in via het ID NUMBER-menu.
Zet AUTO ID van het VIDEO WALL-menu op ON
en druk op de MENU/SET-toets.
AUTO ID
: ON
1
2
4
3
1
2
8
9
3
4
6
5
7
WIRED CABLE
CONNECTION TURN
ADJ.
EXIT
RETURN
AUTO ID
Informatie
AUTO ID-instellingen
ON: Kent automatisch identificatienummers aan de
plasmaschermen toe. In onderstaand voorbeeld krijgt
plasmascherm 1 identificatienummer 1, plasmascherm
2 identificatienummer 2, enz. Dit is alleen onmogelijk
wanneer er een videowand van 2×2 of 3×3 schermen
wordt gebouwd.
REMOTE
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
Scherm 1
Scherm 2
Scherm 4
Scherm 3
OFF: De functie is uitgeschakeld.
DISP. MODE
Selecteer één van de twee standen van de beeldmodus,
NORMAL of ADJUST.
Voorbeeld: Instellen op ADJUST.
Zet DISP. MODE van het VIDEO WALL-menu op
ADJUST.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: ADJUST
: OFF
: OFF
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
DISP. MODE-instellingen
NORMAL: Combineert uitvergrote beelden en creëert
meervoudige beelden.
ADJUST: Corrigeert fouten in de uitlijning van
gecombineerde gedeelten van het beeld en creëert
meervoudige beelden.
NO. 1
NO. 2
NO. 4
NO. 3
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
26
Du
SCREEN
Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en
flikkeringen van het beeld te verhelpen.
Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van het
beeld
Selecteer SCREEN van het VIDEO WALL-menu en
druk op de MENU/SET-toets.
Het SCREEN-menu verschijnt.
Stel de verticale positie in via V.POSITION van het
SCREEN-menu.
SCREEN
SCREEN SIZE
V.POSITION
H.POSITION
V.SIZE
H.SIZE
AUTO PICTURE
PHASE
CLOCK
: 4
:
3
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT RETURN
V.POSITION
+64
Informatie
SCREEN-instellingen
Dit zijn dezelfde instellingen als die van het
SCREEN-menu op blz. 16.
P. ON DELAY (vertraagd inschakelen)
Gebruik deze functie om de plasmaschermen één voor één
met enige onderlinge vertraging in te schakelen.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet P. ON DELAY van het VIDEO WALL-menu op
ON.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: NORMAL
: OFF
: ON
: OFF
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
P. ON DELAY-instellingen
ON: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
OFF: De plasmaschermen worden allemaal
tegelijkertijd ingeschakeld.
(Alleen voor videowanden van 16 en 25 schermen)
MODE1: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met enige onderlinge vertraging.
MODE2: De plasmaschermen worden één voor één
ingeschakeld met een iets langere onderlinge vertraging.
* Als deze functie eenmaal op ON is gezet, werkt de
POWER ON/OFF-toets van de afstandsbediening alleen
nog maar bij plasmascherm nr. 1. Als de POWER ON-
toets van de afstandsbediening van plasmascherm nr. 1
wordt ingedrukt, worden alle plasmaschermen één voor
één ingeschakeld.
* Vanaf het tweede plasmascherm functioneert noch de
POWER-toets van het plasmascherm noch de POWER
ON-toets van de afstandsbediening meer. U kunt een
plasmascherm echter gewoon inschakelen door de
POWER ON-toets van de bij het scherm behorende
afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te
houden.
ABL LINK
Gebruik deze functie om ervoor te zorgen dat alle
plasmaschermen voortdurend een uniforme helderheid
hebben.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet ABL LINK van het VIDEO WALL-menu op ON
en druk op de MENU/SET-toets.
VIDEO WALL
DIVIDER
POSITION
DISP. MODE
AUTO ID
SCREEN
P. ON DELAY
ABL LINK
REPEAT TIMER
: 1
: NORMAL
: OFF
: OFF
: ON
: OFF
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
Informatie
ABL LINK-instellingen
ON: Alle plasmaschermen hebben voortdurend een
uniforme helderheid. Deze instelling is alleen mogelijk
wanneer een 2×2 of 3×3 videowand is geselecteerd.
OFF: Elk plasmascherm in de videowand heeft
onafhankelijke helderheidsinstellingen.
* Om deze functie te kunne gebruiken moeten de
plasmaschermen op elkaar worden aangesloten met
behulp van afstandsbedieningskabels (los verkrijgbaar)
en wel op volgorde van de positienummers voor een
2×2 videowand. Zie onderstaande tekening.
* Als de instellingen van DIVIDER of POSITION worden
gewijzigd, wordt ABL LINK automatisch uitgeschakeld.
REMOTE
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
REMOTE
OUT
REMOTE
IN
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
No.1
No.2
No.3No.4
Scherm 1
Scherm 2
Scherm 4
Scherm 3
* Net als bij een 2×2 videowand moet bij een 3×3
videowand het laatste plasmascherm weer op het eerste
plasmascherm worden aangesloten.
Opmerking:
De afstandsbediening kan gewoon
worden gebruikt, tenzij IR REMOTE op OFF is gezet.
Nederlands
BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD
)
27
Du
REPEAT TIMER
Hiermee kunnen twee timers worden ingesteld. Elke timer
heeft de beschikking over de functies DIVIDER, SOURCE
en WORK TIME.
Hiervoor moet de automatische identificatie zijn
ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld.
Voorbeeld:
TIMER1: VIDEO1 wordt gedurende 3 minuten
weergegeven
TIMER2: PC1 wordt gedurende 6 minuten
weergegeven in een 2×2 videowand
Selecteer REPEAT TIMER van het VIDEO WALL-
menu en druk op de MENU/SET-toets.
Het REPEAT TIMER-menu verschijnt.
Stel de items in.
REPEAT TIMER
: 1
: VIDEO1
: 00H03M
: 4
: PC1DSUB
: 00H06M
SEL.
ADJ.
EXIT
RETURN
1 DIVIDER
SOURCE
WORK TIME
2 DIVIDER
SOURCE
WORK TIME
Informatie
REPEAT TIMER-instellingen
DIVIDER: Deel de videowand in 1, 4 of 9 delen in.
SOURCE: Kies de weer te geven ingangsbron.
WORK TIME: Kan in stappen van 1 minuut worden
ingesteld op maximaal 4 uren en 15 minuten.
Als u beide timers instelt, worden timer 1 en timer 2
beurtelings uitgevoerd.
In een videowand kan timer 1 worden gebruikt om alle
plasmaschermen simultaan aan te sturen.
* De instellingen zijn van kracht zodra het on-screen
display verdwijnt.
Instellingenmenu ADVANCED OSD
Instellen van de menufunctie
Met deze instelling heeft u toegang tot het volledige menu.
Wanneer P. ON DELAY of ABL LINK is ingeschakeld,
kan het geavanceerde menu niet worden uitgeschakeld.
Voorbeeld: Instellen op ON
Zet ADVANCED OSD van het MAIN MENU-menu
op ON.
MAIN MENU
1 / 2
:
OFF
SEL.
ADJ.
EXIT
EXIT
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
MAIN MENU
1 / 2
:
ON
SEL.
ADJ.
EXIT
EXIT
PICTURE
SOUND
SCREEN
OPTION1
OPTION2
OPTION3
ADVANCED OSD
NEXT PAGE
Informatie
ADVANCED OSD-instellingen
ON: Het volledige menu is toegankelijk voor
geavanceerd gebruik.
OFF: Sommige onderdelen van het menu (zoals
OPTION2 en OPTION3) zijn niet toegankelijk.
Instellingenmenu COLOR SYSTEM
Instellen van het soort videosignaal
Volg deze procedure om de kleursystemen van composiet
videosignalen of Y/C gescheiden videosignalen in te
stellen.
Voorbeeld: Instellen van het kleursysteem op 3.58
NTSC
Selecteer COLOR SYSTEM van het MAIN MENU en
druk op de MENU/SET-toets.
Het COLOR SYSTEM-menu verschijnt.
Zet COLOR SYSTEM op 3.58NTSC.
COLOR SYSTEM
COLOR SYSTEM
:
3.58NTSC
ADJ.
EXIT RETURN
Informatie
Soorten videosignalen
Verschillende landen gebruiken verschillende soorten
videosignalen. Selecteer het kleursysteem dat in uw land
wordt gebruikt.
AUTO: Het kleursysteem wordt automatisch herkend
en geselecteerd.
PAL: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in Groot-
Brittannië en Duitsland wordt gebruikt.
SECAM: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Frankrijk en Rusland wordt gebruikt.
4.43 NTSC, PAL60: Dit kleursysteem wordt voor
video gebruikt in landen die de kleursystemen PAL en
SECAM gebruiken.
3.58 NTSC: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk
in Amerika en Japan wordt gebruikt.
PAL-M: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Brazilië wordt gebruikt.
PAL-N: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in
Argentinië wordt gebruikt.
Informatimenu SOURCE
INFORMATION
Controleren van de frequenties en de
polariteit van ingangssignalen en de resolutie
Gebruik deze functie om de frequentie en polariteit van
de huidige ingangssignalen van een computer, e.d. te
controleren.
Selecteer SOURCE INFORMATION van het MAIN
MENU en druk op de MENU/SET-toets.
Het SOURCE INFORMATION -menu verschijnt.
SOURCE INFORMATION
: 48.4kHz
: 60.0Hz
: NEG.
: NEG.
: 24
: 1024
×
768
EXIT RETURN
H. FREQUENCY
V. FREQUENCY
H. POLARITY
V. POLARITY
MEMORY
RESOLUTION
PC: MEMORY geeft het geheugen aan.
Overige:MODE geeft de huidige modus aan.
Nederlands
28
Du
5 4 3 2 1
15 14 13 12 11
10 9 8 7 6
PC 1
Signaal (analoog)
Rood
Groen of sync aan groen
Blauw
Geen aansluiting
Aarde
Rood aarde
Groen aarde
Blauw aarde
Geen aansluiting
Sync signaal aarde
Geen aansluiting
Tweerichtings gegevenslijn (SDA)
H-sync of composite sync
V-sync
Klok
Pinnr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
12345678
910111213141516
20191817 21 22 23 24
PC 3
Pinnr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Signaal (digitaal)
T.M.D.S. data 2
T.M.D.S. data 2 +
T.M.D.S. data 2 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
DDC klok
DDC data
Geen aansluiting
T.M.D.S. data 1
T.M.D.S. data 1 +
T.M.D.S. data 1 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
+5 V voeding
Aarde
Hot Plug detectie
T.M.D.S. data 0 -
T.M.D.S. data 0 +
T.M.D.S. data 0 aarde
Geen aansluiting
Geen aansluiting
T.M.D.S. klok aarde
T.M.D.S. klok +
T.M.D.S. klok
15-pins mini D-sub aansluiting
(analoog)
24-pins DVI-D aansluiting (digitaal)
Dit plasmascherm is uitgerust met een veel gebruikte
digitale aansluiting. Deze aansluiting kan niet voor analoge
signalen worden gebruikt. (TMDS kan slechts voor één
verbinding worden gebruikt.)
Toewijzing van pinnen
Toewijzing van pinnen
Nederlands
30
Du
Tabel van ondersteunde signalen
*1 Alleen bij gebruik van een grafische versneller waarmee een resolutie van 852480 bereikt kan worden.
*2 Geeft 400 lijnen weer met het verticale middelpunt van het beeld in het midden van het scherm.
*3 Het beeld wordt met de oorspronkelijk resolutie weergegeven. Het beeld van overige signalen wordt gecomprimeerd.
*4 De beeldverhouding bedraagt 5:4. Dit signaal wordt geconverteerd in een signaal van 600 punten480 lijnen.
*5 Normaliter wordt automatisch een bij het ingangssignaal passende RGB SELECT-stand gekozen. Als het beeld niet goed wordt weergeven, selecteer dan een
passende instelling aan de hand van de bovenstaande tabel.
*6 Voor aansluiting van een Macintosh computer moet een monitoradapter (15-pins D-sub) op de videopoort van de computer worden gebruikt.
*7 Andere beeldformaten (ZOOM en WIDE) zijn ook beschikbaar.
*8 Bij het kijken naar bewegend beeld met een verticale frequentie die hoger is 65 Hz, kan het beeld soms onstabiel worden (overspringen). Als dit gebeurt, stel dan
de verversingssnelheid (refresh rate) van de externe apparatuur in op 60 Hz.
Zet RGB SELECT op MOTION om te kijken naar beelden van 480I@60 Hz (480 lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 60 Hz) of 576I@50 Hz
(576lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 50Hz) als de sync polariteit is ingesteld op sync aan groen.
*9 Voldoet aan de CVT norm.
OPMERKING:
Hoewel de ingangssignaal voldoen aan de in bovenstaande tabel genoemde resoluties, kan het door synchronisatiefouten van de computer nodig zijn om
beeldpositie en -formaat af te stellen of fijnafstelling uit te voeren.
Dit plasmascherm heeft een resolutie van 853 punten
480 lijnen. Het is raadzaam om als ingangssignaal VGA, wide-VGA of gelijkwaardig te gebruiken.
Met digitale ingang zijn niet alle signalen acceptabel.
De synchronisatie kan worden verstoord wanneer een signaal wordt ingevoerd dat niet aan bovenstaande normen voldoet.
Gebruik de HD-aansluiting als u een composite sync-signaal gebruikt.
Wat is HDCP/HDCP-technologie?
HDCP is een acroniem voor High-bandwidth Digital Content Protection. High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) is een systeem om illegaal
kopiëren van videomateriaal via een zeer snelle Digital Visual Interface (DVI) aansluiting tegen te gaan. Als u niet naar videomateriaal kunt kijken dat via de
DVI-aansluiting wordt ingevoerd, dan betekent dit niet automatisch dat uw plasmascherm defect is. Dankzij de implementatie van HDCP kan het voorkomen
dat bepaalde content wordt beschermd en niet kan worden weergeven door een besluit of de intentie van de HDCP-gemeenschap (Digtal Content Protection,
LCC).
* IBM PC/AT en VGA zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines, Inc. uit de Verenigde Staten.
* Apple Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. uit de Verenigde Staten.
Nederlands
31
Du
Verhelpen van storingen
Als de beeldkwaliteit niet goed is of zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de instellingen, aansluitingen, enz.
voordat u het plasmascherm ter reparatie aanbiedt.
Symptoom
Het plasmascherm geeft een krakend geluid.
Het beeld is gestoord.
Het geluid is rommelig.
De afstandsbediening doet vreemd.
De afstandsbediening functioneert niet.
Het plasmascherm gaat niet aan wanneer de
POWER ON/OFF-toets van de
afstandsbediening wordt ingedrukt.
Het plasmascherm reageert niet op de
toetsen van de afstandsbediening.
De bedieningsorganen op het voorpaneel
van het plasmascherm functioneren niet.
Er is geen beeld of geluid.
Er is beeld, maar geen geluid.
De beeldkwaliteit van het VIDEO-
ingangssignaal is slecht.
De beeldkwaliteit van het RGB-
ingangssignaal is slecht.
Het beeld heeft een zwakke tinten of kleuren.
Er verschijnt geen beeld op het scherm.
Er vallen delen van het beeld van het scherm
of het beeld staat niet in het midden van het
scherm.
Het beeld is te groot of te klein.
Het beeld is onstabiel.
De STANDBY/ON-indicator licht rood op.
De STANDBY/ON-indicator knippert rood.
De STANDBY/ON-indicator knippert groen en
rood, of alleen groen.
*1Beveiligingscircuit tegen oververhitting
Als de temperatuur in het plasmascherm te hoog wordt, wordt het beveiligingscircuit geactiveerd en wordt het scherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich
voordoet, schakel dan de netspanning van het plasmascherm uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin het plasmascherm is
geïnstalleerd zeer warm is, verplaatst het scherm dan naar een ruimte waar het koeler is en laat het plasmascherm tenminste 60 minuten afkoelen. Neem
contact op met uw dealer wanneer dit probleem zich herhaaldelijk voordoet.
*2Schakel onmiddellijk de netspanning uit en neem contact op met uw dealer of erkende service center wanneer het volgende probleem zich voordoet.
Het plasmascherm gaat 5 seconden na inschakeling weer uit en de STANDBY/ON-indicator begint te knipperen. Dit geeft aan dat het voedingscircuit of
het eigenlijke plasmascherm defect is of dat ventilatoren van de temperatuursensor beschadigd.
Verhelpen van storingen
Controlepunt
Zijn beeld en geluid wel normaal?
Staat één van de aangesloten externe
componenten direct vóór of naast het
plasmascherm?
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
Staat IR REMOTE op ON?
Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
Zijn alle indicators van het plasmascherm uit?
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
Staat IR REMOTE op OFF?
Is er een identificatienummer voor het
plasmascherm ingesteld?
Richt u de afstandsbediening goed op het
plasmascherm en bevinden zich geen obstakels
tussen de afstandsbediening en het
plasmascherm?
Schijnt er zonlicht of fel kunstlicht op de
afstandsbedieningssensor van het
plasmascherm?
Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
De afstandsbediening is met een kabel aansloten
op de REMOTE IN-aansluiting (bedraad).
De bedieningsorganen van het plasmascherm
functioneren niet als de KEY LOCK
toetsvergrendeling is ingeschakeld.
Zit de stekker van het netsnoer van het
plasmascherm in het stopcontact?
Staat het volume te zacht?
Is de MUTING dempingsfunctie ingeschakeld?
Zijn de luidsprekers goed aangesloten?
Verkeerde beeldinstellingen.
Plaatselijke interferentie.
Loszittende kabelaansluitingen.
Verkeerde ingangsimpedantie.
Verkeerde beeldinstellingen.
De RGB-tulpstekkers zijn verkeerd aangesloten.
Zijn de tint en de kleuren goed ingesteld?
Is de computer wel ingeschakeld?
Is er een ingangsbron aangesloten?
Heeft de energiebeheerfunctie het plasmascherm
stand-by of uit gezet?
Staat LOOP OUT voor signaaldoorgifte op ON?
Is het beeld goed gepositioneerd?
Is het beeldformaat goed ingesteld?
Is de resolutie van de computer goed ingesteld?
Er is geen horizontaal en/of verticaal sync-signaal
aanwezig wanneer de intelligente
energiebeheerfunctie is ingeschakeld.
De temperatuur in het plasmascherm is te hoog
waardoor het beveiligingscircuit is geactiveerd.
——————
Oplossing
Als beeld en geluid wel normaal zijn, dan wordt het
geluid veroorzaakt door de behuizing die reageert op
temperatuursveranderingen. Dit is niet van invloed op
de prestaties van het plasmascherm.
Zorg dat er tussen het plasmascherm en de overige
componenten enige afstand is.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op OFF.
Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
Steek de stekker in een stopcontact.
Druk op de netschakelaar van het plasmascherm in
om het scherm in te schakelen.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op ON.
Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een
identificatienummer in, of stel het identificatienummer
in op ALL.
Richt de afstandsbediening tijdens gebruik goed op
de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm
en neem eventuele obstakels weg.
Dim het licht door de gordijnen te sluiten, de lamp uit
te doen, enz.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Trek de stekker van de afstandsbedieningskabel uit
de aansluiting van het plasmascherm.
Zet de KEY LOCK toetsvergrendeling op OFF.
Steek de stekker in een stopcontact.
Verhoog het volume.
Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening.
Sluit de luidsprekers op de juiste wijze aan.
Stel de AUDIO INPUT instellingen van het SOUND-
menu goed in.
Stel het beeld beter in.
Probeer het plasmascherm op een andere plaats.
Controleer of alle aansluitingen goed tot stand zijn
gebracht.
Stel het beeld beter in.
Controleer de toewijzing van de pinnen en alle
aansluitingen.
Stel de tint en de kleur in (via het PICTURE-menu).
Schakel de netspanning van de computer in.
Sluit een ingangsbron op het plasmascherm aan.
Bedien de computer (beweeg de muis, enz.).
Zet LOOP OUT op OFF.
Stel het beeld goed in via het SCREEN-menu.
Druk op de SCREEN SIZE-toets van de
afstandsbediening en stel het beeldformaat goed in.
Stel de juiste resolutie in.
Controleer het ingangssignaal.
Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit en wacht tot de temperatuur in het
toestel daalt. Zie *
1
.
Schakel de netspanning van het plasmascherm
onmiddellijk uit. Zie *
2
.
Nederlands
32
Du
Technische gegevens
Technische gegevens
Schermgrootte 421 (H)518 (V) mm
42" diagonaal
Beeldverhouding 16 : 9
Resolutie 853 (H)480 (V) pixels
Signalen
Synchronisatiebereik Horizontaal : 15,5 tot 110 kHz
(automatisch : stappenaftasting)
Verticaal : 50,0 tot 120 Hz
(automatisch : stappenaftasting)
Ingangsignalen RGB, NTSC (3,58/4,43),
PAL (B,G,M,N), PAL60, SECAM,
HD*
1
, DVD*
1
, DTV*
1
Ingangsaansluitingen (VIDEO1 en PC1 kunnen ook als uitgang worden gebruikt)
PC
Visueel 1 (analoog) 15-pins mini D-sub1
Visueel 2 (analoog) BNC (R, G, B, H/CS, V)1*
2
Visueel 3 (digitaal) 24-pins DVI-D1*
3
Video
Visueel 1 BNC1
Visueel 2 RCA-tulpstekker1
Visueel 2 S-Video: 4-pins DIN1
COMPONENT
Visueel 1 RCA-pin (Y, Pb[Cb], Pr[Cr])1*
1
Visueel 2 BNC (Y, Pb[Cb], Pr[Cr])1*
1,
*
2
Audio Stereo RCA23 (selecteerbaar)
RS-232C 9-pins D-sub1
Audio-uitgangsvermogen 28 W bij 6 ohm
Voeding 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Nominale spanning 4,5 A (maximaal)
Stroomverbruik 270 W (stand-by 0,9 W)
Afmetingen 1018 (B) x 610 (H)89 (D) mm
Gewicht 28,5 kg (zonder stander)
Omgevingsomstandigheden
Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C
Overige kenmerken
3D scan omvormer met bewegingscompensatie
(NTSC, PAL, 480I, 576I, 525I, 625I, 1035I,
1080I), 2-3 pull-down omvormer (NTSC, 480I,
525I, 1035I, 1080I (60Hz)), 2-2 pull-down
omvormer (PAL, 576I, 625I, NTSC, 480I,
525I), Digitale zoomfunctie (100-900%
instelbaar), Videowand van 4-25
plasmaschermen, Zelfdiagnose, Hulpmiddelen
voor reductie van inbranden (ABL LOCK1~3,
INVERSE, WHITE, ORBITER (Auto1,2/
handmatig), SCREEN WIPER),
Kleurtemperatuurinstelling instelbaar (hoog/
middel/middellaag/laag,
4 gebruikergeheugens), Toetsvergrendeling
(behalve netschakelaar), Automatische
beeldinstelling, Ingangen negeren,
Kleurdetailinstelling, Nuance-instelling
(3 standen), Automatische toekenning
identificatienummers, Programmeerbare Timer,
Gammacorrectie (4 standen), Signaaldoorgifte-
interface, Plug & play (alleen DDC1, DDC2b,
PC3: DDC2b)
*
1
Door dit systeem ondersteunde COMPONENT-
ingangssignalen
480P (60 Hz) 480I (60 Hz)
525P (60 Hz) 525I (60 Hz)
576P (50 Hz) 576I (50 Hz)
625P (50 Hz) 625I (50 Hz)
720P (60 Hz) 1035I (60 Hz)
1080I (50 Hz) 1080I (60 Hz)
*
2
De 5 BNC-aansluitingen worden gebruikt als PC2
en als COMPONENT2-ingang. Selecteer één van
beide via BNC INPUT.
*
3
Compatibel met HDCP.
Ondersteunde signalen
640480P @ 59,94/60Hz 19201080I @ 50Hz
1280720P @ 59,94/60Hz 720576P @ 50Hz
19201080I @ 59,94/60Hz 1440 (720)576I @ 50Hz
720480P @ 59,94/60Hz
1440 (720)480I @ 59,94/60Hz
Opmerking: Het kan voorkomen dat sommige signalen niet goed op
het plasmascherm worden weergegeven. Het probleem kan dan worden
veroorzaakt doordat de ingangsbron (dvd, set-top box, enz.) niet aan
de normen voldoet. Als u dergelijke problemen ondervindt, neem dan
zowel met uw dealer als met de fabrikant van de betreffende externe
apparatuur contact op.
89
(3,5")
35
(1,38")
54
(2,13")
1018 (40")
610 (24")
Afmetingen in mm.
Veranderingen in technische gegevens en ontwerp
voorbehouden.

Documenttranscriptie

Nederlands Gebruiksaanwijzing Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product van PIONEER heeft gesteld. Lees de “Belangrijke informatie” en rest van deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit plasmascherm in gebruik neemt, zodat u weet hoe u het plasmascherm op de juiste wijze moet bedienen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats voor naslag in de toekomst. Opmerkingen over installatie: Dit product wordt verkocht in de veronderstelling dat de installatie ervan door een erkende installateur met voldoende kennis en ervaring wordt uitgevoerd. Laat dit product te allen tijde door een gespecialiseerde installateur of door uw dealer installeren en opstellen. PIONEER aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door fouten tijdens de installatie of montage, door verkeerd gebruik, door het aanbrengen van aanpassingen of natuurgeweld. Opmerking voor dealers: Overhandig deze gebruiksaanwijzing aan de cliënt nadat het product is geïnstalleerd en leg de cliënt uit hoe het product moet worden gebruikt. Du Belangrijke informatie Voorzorgsmaatregelen Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het plasmascherm in gebruik neemt aandachtig door en bewaar hem binnen handbereik voor latere naslag. LET OP SCHOKGEVAAR NIET OPENEN Nederlands LET OP: MAAK DE BEHUIZING VAN HET TOESTEL NIET OPEN OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMIJDEN. IN HET TOESTEL BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE ONDERHOUDEN ONDERDELEN. LAAT REPARATIE EN ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN ERKENDE REPARATEUR. Dit symbool maakt de gebruiker er op attent dat ongeïsoleerde spanning in het toestel voldoende krachtig kan zijn om elektrische schokken te veroorzaken. Daarom is het gevaarlijk om contact te maken met ieder onderdeel in het toestel. Belangrijke informatie Dit symbool maakt de gebruiker er op attent dat er in de meegeleverde documentatie informatie over het gebruik en onderhoud van dit toestel is opgenomen. Daarom moet deze documentatie aandachtig worden gelezen om problemen te voorkomen. i2 Du WAARSCHUWING STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM BRAND- EN/OF SCHOKGEVAAR TE VERMIJDEN. GEBRUIK HET NETSNOER VAN DIT TOESTEL ALLEEN MET EEN VERLENGSNOER OF TAFELCONTACTDOOS ALS DE STEKKERCONTACTEN VOLLEDIG IN DE CONTRASTEKKER KUNNEN WORDEN GESTOKEN. MAAK DE BEHUIZING NIET OPEN OMDAT ENKELE COMPONENTEN ONDER HOOGSPANNING KUNNEN STAAN. LAAT REPARATIE EN ONDERHOUD UITVOEREN DOOR EEN ERKENDE REPARATEUR. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Dit plasmascherm is ontworpen en gefabriceerd om langdurig probleemloos dienst te doen. Behalve reiniging is geen onderhoud nodig. Zie het hoofdstuk “Reiniging van het plasmascherm” op de volgende pagina voor details. Het plasmascherm bestaat uit zeer kleine beeldelementen (cellen) waarvan er meer dan 99,99% zijn. Er kunnen enkele cellen zijn die geen licht produceren of blijven branden. Onderstaande instructies moeten aandachtig worden gelezen en nauwlettend worden opgevolgd teneinde het toestel op veilige wijze te kunnen bedienen en beschadigingen te voorkomen. Om gevaar voor brand en elektrische schokken te voorkomen: 1. Zorg voor voldoende ruimte voor ventilatie om te voorkomen dat de inwendige temperatuur te hoog wordt. Voorkom dat de ventilatiegleuven aan de achterkant worden bedekt en plaats het toestel niet in een gesloten kast of ombouw. Zorg aan de bovenkant voor voldoende ruimte, zodat de hete lucht daar weg kan. Als het plasmascherm te heet wordt, wordt het beveiligingscircuit voor oververhitting geactiveerd en wordt het plasmascherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich voordoet, schakel dan de netspanning van het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin het plasmascherm staat bijzonder warm is, verplaats het plasmascherm dan naar een andere kamer en wacht 60 minuten om het toestel te laten afkoelen. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw dealer. 2. Gebruik het netsnoer van dit toestel alleen met een verlengsnoer of tafelcontactdoos als de stekkercontacten volledig in de contrastekker kunnen worden gestoken 3. Stel het toestel niet bloot aan water of vocht. 4. Voorkom dat het netsnoer wordt beschadigd en breng zelf geen veranderingen aan het netsnoer aan. 5. Trek de stekker uit het stopcontact tijdens onweer en als het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. 6. Maak de behuizing waarin mogelijk onderdelen zitten die onder zeer gevaarlijke hoogspanning staan, niet open. Als het toestel op dergelijke wijze wordt beschadigd, vervalt de garantie. Bovendien is er groot gevaar voor elektrische schokken. 7. Probeer het toestel niet zelf te repareren. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel als gevolg van het door niet goed opgeleide personen openen van de behuizing. Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door erkende servicecentra uitvoeren. DVI-kabel (niet meegeleverd) strip kern (klein) Netsnoer (meegeleverd) strip Stekker kern (klein) kern (groot) Reiniging van het plasmascherm: 1. Gebruik het reinigingsdoekje (meegeleverd) of een zachte, droge doek om het voorpaneel en het scherm te reinigen. Gebruik voor het reinigen van deze oppervlakken nooit middelen zoals alcohol, verfverdunner, enz. 2. Reinig de ventilatiegleuven van het plasmascherm met een stofzuiger met een borstelhulpstuk met zachte borstelharen. 3. Om voor goede ventilatie te zorgen moeten de ventilatiegleuven in ieder geval maandelijks worden gereinigd. Afhankelijk van de omstandigheden in de ruimte waarin het plasmascherm is geïnstalleerd, kan vaker reinigen noodzakelijk zijn. Aanbevelingen om inbranden te voorkomen: Zoals alle beeldschermen op fosforbasis en alle overige gasplasmaschermen, zijn plasmaschermen onder bepaalde omstandigheden gevoelig voor inbranden. Bepaald gebruik, zoals het gedurende lange tijd continue weergeven van een statisch beeld, kan inbranden tot gevolg hebben als de juiste voorzorgsmaatregelen niet op tijd worden genomen. Om uw investering in dit plasmascherm te beschermen, is het raadzaam de volgende richtlijnen en aanbevelingen te volgen om het risico van inbranden te minimaliseren: Nederlands OPMERKING: Voor aansluiting van dit plasmascherm op een pc moet een RGB-kabel worden gebruikt die aan beide uiteinden is voorzien van een ferrietkern. Doet u dit niet, dan voldoet dit plasmascherm niet aan de verplichte CE- of C-Tick norm. Bevestigen van ferrietkernen: Breng op beide uiteinden van de DVI-kabel (niet meegeleverd) en op beide uiteinden van het netsnoer (meegeleverd) ferrietkernen aan. Druk de kernen stevig aan zodat de klemmetjes vastklikken. Gebruik de strips om de ferrietkernen (meegeleverd) aan de DVI-kabel te bevestigen. kern (groot) * Gebruik altijd de schermbeveiliging van de pc wanneer u uw plasmascherm in combinatie met een pc gebruikt. * Geef zo veel mogelijk bewegende beelden weer. * Verander af en toe de positie van het menuscherm. * Schakel het plasmascherm altijd uit wanneer u hem niet gebruikt. Neem ter voorkoming van inbranden de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer het plasmascherm langdurig of continu wordt gebruikt: * Reduceer het contrast en de helderheid zo veel mogelijk zonder afbreuk aan de afleesbaarheid van het beeld te doen. * Geef beelden met veel kleuren of kleurgradaties weer (b.v. fotografische of fotorealistische beelden). * Maak beelden met een minimum aan contrast tussen de lichte en de donkere delen, bijvoorbeeld witte tekens op een donkere achtergrond. Gebruik complementaire of pastelkleuren waar dit mogelijk is. * Geef zo min mogelijk beelden weer met weinig kleuren en onderscheidende, scherpe randen tussen kleuren. Belangrijke informatie Voor het voorkomen van beschadigingen en het verlengen van de levensduur: 1. Voed het toestel uitsluitend met 100-240 V 50/60 Hz wisselstroom. Voortdurend gebruik van het toestel met een netspanning die groter is dan 100-240 V wisselstroom kan de levensduur verkorten en brandgevaar opleveren. 2. Hanteer het toestel tijdens de installatie met uiterste voorzichtigheid en laat het toestel niet vallen. 3. Stel het toestel niet bloot aan hitte, direct zonlicht en stof. 4. Voorkom dat er vloeistoffen of metalen voorwerpen in het toestel komen. Trek in geval van ongelukken de stekker uit het stopcontact en laat het toestel door een erkend servicecentrum inspecteren. 5. Voorkom dat het oppervlak van het scherm wordt aangestoten of gekrast omdat hierdoor het scherm zal worden beschadigd. 6. Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het plasmascherm door een ervaren en erkende dealer te laten uitvoeren. 7. Zoals met ieder scherm op fosforbasis (zoals beeldbuizen) het geval is, zal de lichtsterkte van een plasmascherm gedurende zijn levensduur geleidelijk afnemen. 8. Om zwavelen van het plasmascherm te voorkomen is het raadzaam om het toestel niet in kleedkamers in openbare zwembaden, sauna’s, e.d. te plaatsen. 9. Gebruik het plasmascherm niet in voertuigen die in beweging zijn, omdat het toestel kan omvallen waardoor schade en lichamelijk letsel het gevolg kan zijn. 10. Plaats het toestel niet op zijn zijkant, ondersteboven, of met het scherm naar boven of naar beneden om ontbranding en gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. * Opmerking: Inbranden valt niet onder de garantie. Raadpleeg uw dealer voor andere aanbevelingen met betrekking tot uw toepassing van het plasmascherm. LET OP: LET ER BIJ DE PLAATSING VAN HET TOESTEL OP DAT NETSNOER EN STOPCONTACT GOED BEREIKBAAR ZIJN. 3 ii Du Nl Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/ EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMC-richtlijnen (89/336/ EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG). Let op Dit model is voor gebruik met de volgende optionele accessoires. Gebruik met andere optionele accessoires kan resulteren in instabiliteit en lichamelijk letsel tot gevolg hebben. Belangrijke informatie Nederlands Luidspreker: PDP-S32-LR Stander: PDK-TS09 Wandbevestiging: PDK-WM04 Kantelbare bevestiging: PDK-WT01 Plafondbevestiging: PDK-CK01 4 iii Du Ventilatievereisten voor plaatsing in een ombouw ......... 2 Gebruik van de metalen veiligheidsaccessoires ............ 2 Creëren van een videowand ...................................... 3 Kabelbeheer ............................................................ 3 Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het plasmascherm ...................................................... 4 Gebruik van de afstandsbediening ............................. 4 Plaatsen en vervangen van de batterijen ....................... 4 Gebruik als bedrade afstandsbediening ........................ 4 Bereik van de afstandsbediening .................................. 4 Hanteren van de afstandsbediening .............................. 4 Benaming van de onderdelen en hun functie ...... 5 Vooraanzicht ........................................................... 5 Achteraanzicht/aansluitpaneel .................................. 6 Afstandsbediening ................................................... 7 BASISBEDIENING ................................................ 8 POWER .................................................................. 8 Om het plasmascherm in en uit te schakelen: ............... 8 VOLUME ................................................................ 8 Om het volume in te stellen: ........................................ 8 MUTING ................................................................. 8 Om het geluid te dempen: ............................................ 8 DISPLAY .................................................................. 8 Om de instellingen weer te geven: ................................ 8 DIGITAL ZOOM ....................................................... 8 AUTO SET UP .......................................................... 8 Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit automatisch in te stellen: ........................................... 8 OFF TIMER .............................................................. 8 Om de schakelklok te activeren: ................................... 8 Om de resterende tijd te controleren: ............................ 8 Om de schakelklok te deactiveren: ............................... 8 BEDIENING VAN HET BREEDBEELD ........................ 9 SCREEN SIZE (Handmatige instelling van het beeldformaat) ....................................................... 9 Voor het bekijken van video’s of digitale videodiscs .... 9 SCREEN SIZE Bij weergave van computerbeelden ...... 10 BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) .... 11 Menubewerkingen ................................................. 11 Instellen van de menutaal ........................................ 11 Menuopbouw ........................................................ 12 Het instellingenmenu PICTURE .................................. 14 Instellen van het beeld ................................................ 14 Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid licht in de kamer .............................................................. 14 Onderdrukken van beeldruis ...................................... 14 Instellen van de kleurtemperatuur .............................. 14 Instellen van de kleur op het gewenste niveau ............ 15 Wijzigen van de gammacurve .................................... 15 Instellen van de nuance .............................................. 15 Instellen van de kleuren ............................................. 15 Het instellingenmenu SOUND .................................. 16 Instellen van de hoge en lage tonen, de balans en selecteren van de audio-ingang ................................ 16 Instellen van de toekenningen van de audio-aansluitingen ................................................. 16 Instellingenmenu SCREEN ....................................... 16 Instellen van positie, formaat, fase en pixelklok ......... 16 Instellingenmenu OPTION1 ..................................... 17 Instellen van de on-screen display .............................. 17 Instellen van de PC2/COMPONENT-aansluitingen ... 17 Instellen van de PC1-aansluiting ................................ 17 Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor computerbeelden ..................................................... 18 Instellen van high-definition beelden op het juiste beeldformaat ........................................................... 18 Instellen van de te negeren ingangen .......................... 18 Herstellen van de standaard waarden ......................... 18 Instellingenmenu OPTION2 ..................................... 19 Instelling van energiebeheer voor computerbeelden ... 19 STANDBY/ON-indicator .......................................... 19 Aanpassen van het beeld aan de film .......................... 19 Verminderen van het gevaar voor inbranden van het scherm ..................................................................... 19 Instelling van de grijswaarde voor de zijmaskering .... 21 Instellen van het beeldformaat van het S1/S2 videosignaal ............................................................ 22 Instellen van het signaal en het zwartniveau voor een DVI-signaal ............................................................. 22 Instellingenmenu OPTION3 ..................................... 22 Gebruik van de timer ................................................. 22 Instellen van de aanvangsmodus ................................ 23 Activeren/deactiveren van de bedieningsorganen op het voorpaneel .................................................... 23 Activeren/deactiveren van de draadloze afstandsbediening .................................................... 24 Instelling voor doorgifte van het signaal ..................... 24 Instellen van het identificatienummer ......................... 24 Instellen van een videowand ...................................... 24 Instellingenmenu ADVANCED OSD .......................... 27 Instellen van de menufunctie ...................................... 27 Instellingenmenu COLOR SYSTEM ............................ 27 Instellen van het soort videosignaal ............................ 27 Informatimenu SOURCE INFORMATION .................. 27 Controleren van de frequenties en de polariteit van ingangssignalen en de resolutie ............................... 27 Toewijzing van pinnen .................................... 28 15-pins mini D-sub aansluiting (analoog) .................. 28 24-pins DVI-D aansluiting (digitaal) ......................... 28 Tabel van ondersteunde signalen .................... 29 Verhelpen van storingen ................................. 31 Technische gegevens ....................................... 32 Inhoud van de verpakking  Plasmascherm  Netsnoer  Afstandsbediening met twee AAA batterijen  Gebruiksaanwijzing  Garantiekaart  Veiligheidsaccessoires (2 stuks)*  Ferrietkernen (groot, 2 stuks; klein, 2 stuks)  Banden (2 stuks)  Reinigingsdoek * Met deze accessoires kan het plasmascherm aan de muur worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander (los verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires met behulp van de parkers vast in de gaten aan de achterkant van het plasmascherm (zie blz. 2). Inhoud Installatie ........................................................ 2 Nederlands Inhoud Opties • Luidspreker • Stander • Wandbevestiging • Kantelbare bevestiging • Plafondbevestiging 1 Du Installatie U kunt de optionele bevestigingen of standers op de volgende twee manieren bevestigen: * Rechtstandig (zie tekening A). * Plat, met het scherm naar beneden (zie tekening B). Leg het beschermende verpakkingsmateriaal waarin het plasmascherm was verpakt, onder het scherm zodat er geen krassen op het scherm komen. * Raak het oppervlak van het scherm tijdens het hanteren van het toestel niet aan. • Dit toestel kan niet zelfstandig worden geplaatst. Gebruik een stander of wandbevestiging. (Wandbevestiging, stander, enz.) * Zie blz. 1. • Het is raadzaam om de installatie en opstelling van het plasmascherm door een ervaren en erkende dealer te laten uitvoeren. Het niet nauwlettend volgen van de juiste installatieprocedure kan beschadiging van het toestel en letsel aan de installateur tot gevolg hebben. Schade door een verkeerde installatie valt niet onder de garantie van dit product. Installatie Nederlands * Gebruik alleen de door de fabrikant geleverde en onder Opties vermelde wandbevestigingen of standers. Tekening A Tekening B Ventilatievereisten voor plaatsing in een ombouw Gebr uik van de veiligheidsaccessoires Let er tijdens de installatie op, dat de in de afbeelding gegeven afstanden rondom het plasmascherm worden aangehouden zodat een goede warmteafvoer mogelijk is. Dit zijn accessoires waarmee het toestel aan een wand kan worden verankerd om te voorkomen dat het toestel door schokken of stoten kan omvallen wanneer een stander (los verkrijgbaar) wordt gebruikt. Maak de accessoires met behulp van de parkers vast in de gaten aan de achterkant van het plasmascherm. Wand 50 mm 50 mm 50 mm metalen Schroefgaten Wand Schroef, haak, e.d. (niet meegeleverd) Metalen veiligheidsaccessoires 50 mm Veiligheidsaccessoires Wand 50 mm Metalen ketting (niet meegeleverd) Tafelblad 2 Du Creëren van een videowand U kunt dankzij de ingebouwde mogelijkheid voor matrixweergave een videowand opbouwen die uit 4 tot 25 schermen bestaat. • Sluit de signaal- en afstandsbedieningskabels als volgt aan: Videosignaal Pc-/componentsignaal BNC connector Remote control OUT VIDEO signal RCA phono plug PC signal/ IN COMPONENT signal OUT PC signal/ COMPONENT signal OUT Remote control IN OUT Remote control Remote control IN Opmerking: 1. De VIDEO1 en PC1-aansluitingen kunnen als INGANG én als UITGANG worden gebruikt. Wanneer LOOP OUT voor signaaldoorgifte op ON staat, mag er geen ander uitgangssignaal van een ander toestel worden aangesloten omdat dit het andere toestel extra belast waardoor het beschadigd kan worden. 2. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan niet op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting. 3. LOOP OUT voor signaaldoorgifte kan op ON worden ingesteld bij ingang van signalen naar de PC1-aansluiting als de POWER-toets op ON wordt ingesteld. Informatie • Stel LOOP OUT in op ON om signalen door te geven naar een ander plasmascherm. • Alle menu-items van VIDEO WALL moeten goed worden ingesteld om een videowand te kunnen creëren. • Gebruik kabels van 1 ~ 2 m met BNC-stekkers (los verkrijgbare kabels van een willekeurig merk) om de plasmaschermen op elkaar aan te sluiten. • Gebruik de uitgangsaansluiting van het plasmascherm niet als de beeldkwaliteit niet goed is. Gebruik dan een distributieversterker (een los verkrijgbare van een willekeurig merk) om de deelsignalen naar de INPUT-aansluitingen van het betreffende scherm te verzenden. • Bij gebruik als videowand is een wand van 4 plasmaschermen de norm voor een signaal dat lager is dan 1024 768, 60 Hz. • Het verdient aanbeveling een distributieversterker te gebruiken bij een videowand die uit 9 of meer plasmaschermen bestaat. • Vanaf het tweede plasmascherm zijn er voor de aansluiting een BNC-tulpstekker verloopkabel of adapter en een 15-pins mini D-sub-BNC ( 5) verloopkabel of adapter vereist. Nederlands VIDEO signal IN Installatie BNC connector Kabelbeheer Met behulp van de kabelklemmen aan de achterkant van het plasmascherm kunnen de op het toestel aangesloten video- en audiokabels worden gebundeld. Achterkant van het toestel Kabelhaken Bevestigen Verwijderen 1. 2. klem Kabelhaak kabels 3 Du Voorzorgsmaatregelen bij verticale installatie van het plasmascherm • Gebruik de optionele bevestigingsbeugel. Neem contact op met uw dealer alvorens tot installatie over te gaan. • Draai het toestel vóór installatie 90°, zoals van voren gezien. • Controleer na installatie op het PIONEER logo op de juiste plaats zit. • Stel “OSD ANGLE” in op “V”. * Het niet in acht nemen van bovenstaande voorzorgsmaatregelen kan een defect tot gevolg hebben. Bovenkant OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF 1024 768 SEL. MENU OK EXIT RETURN Gebruik van de afstandsbediening Plaatsen en vervangen van de batterijen Plaats 2 “AAA” batterijen en let hierbij op de polariteit. 1. Druk het lipje in en open het deksel. Nederlands Onderkant 2. Plaats de batterijen met de (+) en (–) polen in de juiste richting in het compartiment. Bereik van de afstandsbediening * Gebruik de afstandsbediening binnen een afstand van ca. 7 m en onder een maximale hoek, zowel horizontaal als verticaal, van ca. 30° ten opzichte van de afstandsbedieningssensor in het voorpaneel van het plasmascherm. * De werking van de afstandsbediening kan worden gehinderd door zonlicht of fel kunstlicht dat op de sensor schijnt, en door obstakels die zich tussen de afstandsbediening en de sensor bevinden. 3. Plaats het deksel terug. Installatie Ca. 7 m Gebruik als bedrade afstandsbediening Sluit de kabel van de afstandsbediening* aan op de afstandsbedieningsaansluiting van de afstandsbediening en de “REMOTE IN” aansluiting van het plasmascherm. Wanneer de kabel is aangesloten, wordt de functie voor gebruik als bedrade afstandsbediening automatisch ingeschakeld. Met deze functie kan de afstandsbediening zelfs worden gebruikt wanneer er geen batterijen in zitten. Afstandsbedieningskabel* Naar afstandsbedieningsaansluiting 4 Du * De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar. Hanteren van de afstandsbediening • Laat de afstandsbediening niet vallen en behandel hem voorzichtig. • Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt. Gebeurt dit toch, maak hem dan onmiddellijk droog. • Vermijd hitte en vocht. • Verwijder de batterijen wanneer de afstandsbediening gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. • Gebruik oude batterijen niet tegelijk met nieuwe en gebruik verschillende soorten batterijen niet samen. • Voorkom dat batterijen worden gedemonteerd, verwarmd of aan open vuur worden blootgesteld. • Bij gebruik als draadloze afstandsbediening moet de stekker van de afstandsbedieningskabel uit de REMOTE IN-aansluiting van het plasmascherm worden getrokken. • Lever lege batterijen als klein chemisch afval in bij een verzamelpunt. Benaming van de onderdelen en hun functie 7 6 5 q Netschakelaar ( ) Voor het in- en uitschakelen van de netspanning. w Sensor van de afstandsbediening Ontvangt de signalen van de afstandsbediening. e STANDBY/ON-indicator Wanneer de netspanning is ingeschakeld …. Licht groen op. Wanneer het plasmascherm stand-by staat …. Licht rood op. r INPUT/EXIT Selecteert de ingang. De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de instelling van “BNC INPUT”, “D-SUB INPUT”, “RGB SELECT” en “DVI SET-UP”. Fungeert als EXIT-toets om een menu te verlaten wanneer het onscreen display (OSD) ingeschakeld is. 4 1 3 t LEFT/– en RIGHT/+ Fungeren als cursortoetsen ( / display (OSD). 2 ) in het on-screen y VOLUME en Voor het instellen van het volume. Fungeren als cursortoetsen (▲ en ▼) in het on-screen display (OSD). Benaming van de onderdelen en hun functie Nederlands Vooraanzicht u MENU/SET Activeert het on-screen display (OSD) en geeft het hoofdmenu weer. WAARSCHUWING De netschakelaar zorgt er niet voor dat het plasmascherm volledig van de voeding van het elektriciteitsnet wordt losgekoppeld. Opmerking: Het is met dit plasmascherm mogelijk om beelden weer te geven met Europese dvd-spelers met een SCART-uitgangssignaal, dat RGB met composite sync is. Een speciale SCART-kabel is verkrijgbaar bij uw dealer waarmee u het RGB met composite sync-signaal kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of de levering van speciale kabels contact op met uw dealer. Raadpleeg blz. 17 voor details over de selectie van de juiste modus met behulp van het on-screen display. 5 Du Benaming van de onderdelen en hun functie Nederlands Achteraanzicht/aansluitpaneel 6 Du A AC IN Sluit het meegeleverde netsnoer op deze aansluiting aan. B EXT SPEAKER L en R Sluit luidsprekers (los verkrijgbaar) op deze aansluitingen aan. Let op de polariteit. Sluit het (positieve) luidsprekersnoer aan op de EXT SPEAKER-aansluiting en het (negatieve) luidsprekersnoer op de EXT SPEAKER aansluiting. Dit geldt zowel voor het rechter (RIGHT) als voor het linker (LEFT) kanaal. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de luidsprekers. C VIDEO1, 2, 3 (BNC, RCA, S-Video) Sluit op deze aansluitingen videorecorders, dvdspelers, videocamera’s, e.d. aan. VIDEO1 kan als ingang én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24). D AUDIO1, AUDIO2, AUDIO3 Dit zijn audio-ingangsaansluitingen. De ingang is selecteerbaar. Via het menuscherm SOUND kan een videobeeld aan deze ingangsaansluitingen worden toegekend. E COMPONENT1 U kunt op deze aansluitingen dvd-spelers, HD- of laserdisc-spelers, e.d. aansluiten. F PC2/COMPONENT2 PC2: U kunt op deze aansluitingen een analoog RGB en het synchronisatiesignaal aansluiten. COMPONENT2: U kunt op deze aansluitingen dvdspelers, HD- of laserdisc-spelers, e.d. aansluiten. Deze ingang kan worden aangepast voor gebruik met een RGB of een component ingangssignaal (zie blz. 17). G PC1 (15-pins mini D-sub) Sluit een analoog RGB-signaal van een pc, e.d., op deze aansluiting aan. Deze aansluiting kan als ingang én als uitgang worden gebruikt (zie blz. 24). H PC3 (24-pins DVI) Sluit op deze aansluiting een digitaal signaal (TDMS) van een bron met een DVI-uitgang aan. I RS-232C Sluit op deze aansluiting nooit een component aan zonder dat u eerst uw Pioneer installatiemonteur hebt geraadpleegd. Deze aansluiting wordt gebruikt bij het maken van de setup-instellingen voor het plasmascherm. J REMOTE IN Verbind deze aansluiting met behulp van een afstandsbedieningskabel* met de afstandsbediening om het plasmascherm met bedrade afstandsbediening te bedienen. K REMOTE OUT Verbind deze aansluiting met behulp van een afstandsbedieningskabel* met de REMOTE INaansluiting van een ander plasmascherm om de in serie aangesloten plasmaschermen met bedrade afstandsbediening te bedienen. Informatie • Gebruik de COMPONENT1 of PC2/COMPONENT2aansluitingen voor Y/Cb/Cr-signalen. • Voor SCART heeft dit plasmascherm drie aansluitmogelijkheden: · SCART1: Sluit RGB en composite sync aan op de PC2/COMPONENT2-aansluitingen (R, G, B en HD-stekker). · SCART2: Sluit RGB aan op de COMPONENT2aansluitingen en sluit composite sync aan op de VIDEO1-aansluiting. · SCART3: Sluit RGB en compositie sync aan op de PC1-aansluiting. * De kabel met 1/8 stereo ministekker is los verkrijgbaar. q POWER ON/STANDBY Voor het inschakelen of stand-by zetten van het plasmascherm. (Dit werkt niet wanneer de STANDBY/ ON-indicator van het plasmascherm niet brandt.) w RGB/PC Druk op deze toets om RGB/PC als ingangsbron te kiezen. RGB/PC kan ook worden gekozen met behulp van de INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm. e COMPONENT Druk op deze toets om COMPONENT als ingangsbron te kiezen. COMPONENT kan ook worden gekozen met behulp van de INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm. r VIDEO Druk op deze toets om VIDEO als ingangsbron te kiezen. → VIDEO1 → VIDEO2 → VIDEO3 VIDEO kan ook worden gekozen met behulp van de INPUT/EXIT-toets van het plasmascherm. t MENU/SET Druk op deze toets om het on-screen display op de scherm weer te geven. Wanneer het hoofdmenu wordt weergegeven, kan met deze toets een submenu worden geopend. y Cursortoetsen (▲ / ▼ /  / ) Gebruik deze toetsen om menu-items of instellingen te selecteren en om instellingen te wijzigen. Nederlands u EXIT Druk op deze toets wanneer het hoofdmenu wordt weergegeven om het on-screen display te sluiten. Druk op deze toets wanneer een submenu wordt weergegeven om terug te keren naar een bovenliggend menu. i POINT ZOOM Druk op deze toets om de aanwijzer weer te geven. o ZOOM (+ /–) Voor het vergroten of verkleinen van het beeld. !0 VOLUME (+ /–) Voor het instellen van het volume. !1 MUTING Voor het dempen van het geluid. !2 SCREEN SIZE De beeldverhouding wordt automatisch ingesteld op basis van het gedetecteerde ingangssignaal. De SCREEN SIZE-toets is niet bij elke signaal geactiveerd. !3 DISPLAY Voor weergave op het scherm van de instellingen van de ingangsbron. !4 OFF TIMER Activeert de schakelklok voor het uitschakelen van het plasmascherm. !5 AUTO SET UP Druk op deze toets voor automatische instelling van fase, pixelklok, beeldpositie en contrast, of om het beeldformaat automatisch in te stellen op de ZOOMstand met volledige weergave van ondertitels wanneer er boven- en onderaan het scherm zwarte balken verschijnen. !6 ID NO. SET Voor het instellen van het identificatienummer van de afstandsbediening. De afstandsbediening kan dan alleen worden gebruikt met een plasmascherm dat hetzelfde identificatienummer heeft. Wanneer er meerdere plasmaschermen tegelijkertijd worden gebruikt, kunnen ze onafhankelijk van elkaar worden bediend. !7 CLEAR Voor het wissen van het identificatienummer dat met behulp van de ID NO. SET-toets is ingesteld. !8 Zender van de afstandsbediening Verstuurt de afstandsbedieningssignalen. !9 Afstandsbedieningsaansluiting Steek de stekker van de afstandsbedieningskabel (de kabel met 1/8 stereo ministekker) in deze aansluiting wanneer u de afstandsbediening als een bedrade afstandsbediening wilt gebruiken. Benaming van de onderdelen en hun functie Afstandsbediening 7 Du BASISBEDIENING POWER Om het plasmascherm in en uit te schakelen: 1. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact. 2. Druk op de POWER-toets (op het plasmascherm). De STANDBY/ON-indicator van het plasmascherm licht rood op en het scherm staat stand-by. 3. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening) om het plasmascherm in te schakelen. De STANDBY/ ON-indicator van het plasmascherm licht op (groen) en wanneer het scherm is ingeschakeld. 4. Druk op de POWER ON-toets (van de afstandsbediening) om het plasmascherm uit te schakelen. De STANDBY/ ON-indicator van het plasmascherm krijgt een rode kleur en het scherm wordt stand-by gezet (alleen wanneer het plasmascherm met behulp van de afstandsbediening wordt uitgeschakeld). Nederlands VOLUME Om het volume in te stellen: 1. Houd de VOLUME -toets (van de afstandsbediening of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het gewenste niveau te verhogen. 2. Houd de VOLUME -toets (van de afstandsbediening of het plasmascherm) ingedrukt om het volume tot het gewenste niveau te verlagen. Met een RGB (bewegend beeld), VIDEO, of COMPONENT (Y/Pb/Pr) ingangsbron: Het beeldformaat wordt automatisch ingesteld op de ZOOM-stand met volledige weergave van ondertitels wanneer het beeld aan de boven- en onderkant zwarte balken bevat. OFF TIMER Om de schakelklok te activeren: De schakelklok kan worden ingesteld om het plasmascherm uit te schakelen na 30, 60, 90 of 120 minuten. 1. Druk op de OFF TIMER-toets om de schakelklok in te stellen op 30 minuten. 2. Druk op de OFF TIMER-toets om de gewenste tijd in te stellen. 3. De schakelklok begint te lopen zodra het menu van het scherm verdwijnt. → 30 → 60 → 90 → 120 → 0 OFF TIMER 30 MUTING Om het geluid te dempen: Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening om het geluid te dempen. Druk nogmaals op de toets om het normale geluid weer aan te zetten. BASISBEDIENING DISPLAY Om de instellingen weer te geven: 1. Het venster van het on-screen display verandert telkens wanneer op de DISPLAY-toets wordt gedrukt. 2. Wanneer er binnen 3 seconden niet opnieuw op de toets wordt gedrukt, verdwijnt het on-screen display. DIGITAL ZOOM Met digitale zoom kan de beeldpositie worden bepaald en het beeld worden vergroot. 1. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer ( ) op het scherm weer te geven. Om het beeldformaat te wijzigen: Druk op de ZOOM+-toets om het beeld te vergroten. De aanwijzer krijgt de vorm van een vergrootglas ( ). Wanneer op de ZOOM- -toets wordt gedrukt, wordt het beeld weer verkleind en krijgt het zijn oorspronkelijke beeldpositie terug. Om de beeldpositie te wijzigen: Bepaal de beeldpositie met behulp van de ▲▼  toetsen. 2. Druk op de POINT ZOOM-toets om de aanwijzer te laten verdwijnen. Om de resterende tijd te controleren: 1. Druk eenmaal op de OFF TIMER-toets als de schakelklok is geactiveerd. 2. De resterende tijd wordt weergegeven en de aanduiding verdwijnt na enkele seconden. 3. De laatste 5 minuten voordat het plasmascherm wordt uitgeschakeld, wordt de resterende tijd van de schakelklok op het scherm weergegeven. OFF TIMER 28 Om de schakelklok te deactiveren: 1. Druk twee maal achtereen op de OFF TIMER-toets. 2. Het uitschakelen van het plasmascherm door de schakelklok wordt geannuleerd. OFF TIMER 0 AUTO SET UP Om het beeldformaat of de beeldkwaliteit automatisch in te stellen: Druk op de AUTO SET UP-toets. 8 Du Informatie  Als automatische instelling is ingeschakeld Met een RGB (stilbeeld) ingangsbron: Fase, pixelklok, beeldpositie en contrast worden automatisch ingesteld. Opmerking: Nadat het plasmascherm met behulp van de schakelklok is uitgeschakeld.... Het plasmascherm wordt nog steeds met een beetje stroom gevoed. Wanneer u de kamer uitgaat of niet van plan bent om het systeem de komende tijd te gebruiken, schakel dan de netspanning van het plasmascherm volledig uit. BEDIENING VAN HET BREEDBEELD beeldformaat) Met deze functie kunt u kiezen uit zes verschillende beeldformaten. Voor het bekijken van video’s of digitale videodiscs 1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening. 2. Binnen 3 seconden … Druk nog twee maal op de SCREEN SIZE-toets. Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde: → 4:3 → FULL → WIDE → ZOOM → 2.35:1 → 14:9 Wanneer een 720P of 1080I-signaal wordt ingevoerd: FULL ↔ 2.35:1 Beeldformaat 4:3 Het normale beeldformaat wordt weergegeven. * Het beeld heeft hetzelfde formaat als videobeelden met een beeldverhouding van 4:3. * Gebruik deze instelling voor het bekijken van bioscoopfilms, enz. Beeldformaat 2.35:1  Oorspronkelijk beeld Er gaat aan weerszijden informatie verloren. Het samengedrukte filmbeeld wordt uitgerekt om het gehele scherm te vullen met een beeldverhouding van 2,35:1. Er verschijnen boven- en onderaan het scherm geen zwarte balken, maar er gaat aan weerszijden van het beeld informatie verloren. * Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P, 1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een scan omvormer). * Als er bij het volledige beeldformaat zwarte balken bovenen onderaan het scherm verschijnen, dan moet de 2.35:1 beeldverhouding worden geselecteerd om inbranden te voorkomen. Beeldformaat 14:9 Beeldformaat FULL (volledig) Het beeld wordt in horizontale richting uitgerekt. * Beelden die in horizontale richting zijn gecomprimeerd (“platgedrukt beeld”) worden in horizontale richting uitgerekt en met de juiste lineariteit over het gehele beeldscherm weergegeven. (Normale beeld wordt in horizontale richting uitgerekt.) Nederlands (Handmatige instelling van het Het beeld wordt weergegeven met een beeldverhouding van 14:9. * Deze instelling is beschikbaar wanneer het ingangssignaal een video-, component- (480I, 480P, 576I, 576P, 720P, 1080I) of RGB-signaal is (525P of 625P-signaal van een scan omvormer). Opmerking: Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken. BEDIENING VAN HET BREEDBEELD SCREEN SIZE Beeldformaat WIDE (breedbeeld) Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting en met verschillende verhoudingen uitgerekt. * Gebruik deze instelling voor het met breedbeeld bekijken van normale videobeelden (4:3). Beeldformaat ZOOM (uitvergroot) Het beeld wordt in horizontale en in verticale richting uitgerekt, waarbij de oorspronkelijke verhoudingen bewaard blijven. 9 Du SCREEN SIZE Bij weergave van computerbeelden Schakel de stand voor breedbeeld in om het 4:3 beeld schermvullend weer te geven. 1. Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening. 2. Binnen 3 seconden … Druk nogmaals op de SCREEN SIZE-toets. Het beeldformaat verandert in onderstaande volgorde: → 4:3 → FULL → ZOOM Nederlands Beeldformaat 4:3 (4:3 of SXGA 5:4) Het beeld heeft hetzelfde formaat als het normale computerbeeld. Beeldformaat FULL (volledig) BEDIENING VAN HET BREEDBEELD Het beeld wordt in horizontale richting opgerekt. 10 Du Beeldformaat ZOOM (uitvergroot) Bij ingang van breedbeeldsignalen Beeldformaat FULL (volledig) Informatie  Ondersteunde resoluties Zie blz. 29 voor details over de weergave van de diverse signalen die voldoen aan de VESA-norm en die door het plasmascherm worden ondersteund.  Wanneer VGA-signalen met een resolutie van 852 (848) punten 480 lijnen en een verticale frequentie van 60 Hz en een horizontale frequentie van 31,7 (31,0) kHz worden ingevoerd Selecteer een passende instelling voor de stand RGB SELECT aan de hand van de “Tabel van ondersteunde signalen” op blz. 29. * “VGA”, “SVGA” en “SXGA” zijn gedeponeerde handelsmerken van IBM Inc. uit de Verenigde Staten. Opmerking: Gebruik het beeldformaat 4:3 of 14:9 niet gedurende langere tijd. Dit kan inbranden veroorzaken. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Het venster van het on-screen display (OSD) wordt in een gedeelte van het scherm weergegeven, zoals onderstaande afbeelding laat zien. * De exacte positie van het OSD is afhankelijk van de beeldinstelling. In deze handleiding wordt het OSD-gedeelte vergroot weergegeven. PICTURE SOUND SCREEN OPTION1 ADVANCED OSD NEXT PAGE MENU OK SEL. : OFF EXIT EXIT In het onderstaande wordt beschreven hoe de menu’s en de gekozen items worden bediend. 1. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening om het “MAIN MENU” weer te geven. 1/2 MAIN MENU PICTURE SOUND SCREEN OPTION1 ADVANCED OSD NEXT PAGE SEL. MENU OK Informatie  Geavanceerde menufunctie Wanneer “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/ 2) op “ON” staat, worden alle menu-items weergegeven. MAIN MENU PICTURE SOUND SCREEN OPTION1 OPTION2 OPTION3 ADVANCED OSD : ON NEXT PAGE SEL. EXIT EXIT MENU OK 1/2 MAIN MENU Opmerking: Het hoofdmenu verdwijnt als op de EXITtoets wordt gedrukt. : 1/2 Instellen van de menutaal U kunt voor weergave van de menu’s kiezen uit zeven talen. Voorbeeld: Instellen van de menutaal op “DEUTSCH” Selecteer “LANGUAGE” uit het “MAIN MENU” en druk op de MENU/SET-toets. Het “LANGUAGE”-menu verschijnt. Selecteer “DEUTSCH” van het “LANGUAGE”-menu en druk op de MENU/SET-toets. OFF EXIT EXIT Nederlands Menubewerkingen LANGUAGE 2/2 LANGUAGE : ADJ. MENU OK SEL. MENU OK DEUTSCH EXIT RETURN EXIT EXIT 2. Druk op de cursortoetsen ▲ ▼ van de afstandsbediening om het menu te selecteren dat u wilt openen. 3. Druk op de MENU/SET-toets van de afstandsbediening om een submenu of een item te selecteren. 1/2 PICTURE CONTRAST BRIGHTNESS SHARPNESS COLOR TINT AV SELECTION : STD DNR : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. De taal wordt op “DEUTSCH” ingesteld en het hoofdmenu verschijnt weer. Informatie  Taalinstellingen ENGLISH ........ Engels DEUTSCH ....... Duits FRANÇAIS ...... Frans ESPAÑOL ....... Spaans ITALIANO ........ Italiaans SVENSKA ....... Zweeds :У66@)G ............ Russisch BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) MAIN MENU PREVIOUS PAGE LANGUAGE COLOR SYSTEM SOURCE INFORMATION 4. Wijzig het niveau of de instelling van het geselecteerde item met behulp van de cursortoetsen   van de afstandsbediening. 5. De aanpassingen of instellingen worden in het geheugen opgeslagen. De wijzigen blijven van kracht tot u ze opnieuw veranderd. 6. Herhaal de stappen 2 – 5 om andere items te wijzigen, of druk op de EXIT-toets van de afstandsbediening om naar het hoofdmenu terug te keren. * Om de balk onderaan het scherm in te stellen moet de  of  -toets binnen 5 seconden worden ingedrukt. Gebeurt dit niet, dan blijft de huidige instelling van kracht en verschijnt het vorige scherm weer. 11 Du Menuopbouw :De gearceerde vakken duiden op de standaard waarden. ←→: Druk op de  of  -toets om deze waarden in te stellen. :Menu-items in een omlijnd vak zijn beschikbaar wanneer ADVANCED OSD is ingesteld op ON. Submenu Submenu 2 PICTURE CONTRAST BRIGHTNESS SHARPNESS COLOR TINT AV SELECTION DNR COLOR TEMP. WHITE BALANCE ←→ 0←52→72 ←→ 0←32→64 ←→ 0←16→32 ←→ 0←32→64 R←→G 0←32→64 DYNAMIC/STD/MOVIE1/MOVIE2/DEFAULT OFF/LOW/MID/HIGH LOW/MID LOW/MID/HIGH R.HIGH ←→ 0←40→70 G.HIGH ←→ 0←40→70 B.HIGH ←→ 0←40→70 R.LOW ←→ 0←40→70 G.LOW ←→ 0←40→70 B.LOW ←→ 0←40→70 RESET OFF←→ON 1←→2←…→4 AUTO←→1←…→3 RED Y←→M 0←32→64 GREEN C←→Y 0←32→64 BLUE M←→C 0←32→64 YELLOW G←→R 0←32→64 MAGENTA R←→B 0←32→64 CYAN B←→G 0←32→64 RESET OFF←→ON BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands Hoofdmenu GAMMA LOW TONE C. DETAIL ADJ Du Submenu 3 Submenu 4 Hoofdmenu Submenu Submenu 2 SOUND BASS TREBLE BALANCE AUDIO INPUT1 AUDIO INPUT2 AUDIO INPUT3 ←→ 0←13→26 ←→ 0←13→26 L←→R -22←0→+22 VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI Hoofdmenu Submenu Submenu 2 SCREEN SCREEN SIZE V.POSITION H.POSITION V.SIZE H.SIZE AUTO PICTURE PHASE*1 CLOCK*1 4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9 ←→ -64←0→+64 ←→ -128←0→+127 ←→ 0←→64 ←→ 0←→64 OFF←→ON*2 ←→*2 0←→64 ←→*2 0←64→128 Submenu 3 Submenu 3 Submenu 4 Submenu 4 Hoofdmenu Submenu Submenu 2 OPTION1 OSD DISPLAY OSD OFF←→ON OSD ADJUST 1←…→6 OSD ANGLE H←→V OSD ORBITER OFF←→ON OSD CONTRAST LOW←→NORMAL RGB←→COMP.←→SCART1←→SCART2 RGB←→SCART3 AUTO/STILL/MOTION/WIDE1/WIDE2/WIDE3/WIDE4/DTV 1080B/1035I/1080A OFF←→ON OFF←→ON BNC INPUT D-SUB INPUT RGB SELECT HD SELECT INPUT SKIP ALL RESET 12 Submenu 3 Submenu 4 RESET REFERENCE JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA 14 14 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 RESET REFERENCE JA JA JA JA JA JA 16 16 16 16 16 16 RESET REFERENCE — JA JA JA JA NEE JA JA 16 16 16 16 16 16 16 16 RESET REFERENCE JA JA JA JA JA JA — JA NEE JA — 17 17 17 17 17 17 17 18 18 18 18 Submenu 2 PWR. MGT. PURECINEMA LONG LIFE OFF←→ON OFF←→ON ABL ORBITER SIDE MASK S1/S2 DVI SET-UP RESET REFERENCE JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA JA NEE NEE 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 22 22 Submenu 4 Submenu 4 RESET REFERENCE DAYLIGHT SAIVING TIME OFF←→ON DAY/HOUR/MINUTES PROGRAM OFF ON DATE/ON/OFF(HOUR, MINUTE)/INPUT/FUNCTION LAST / VIDEO 1-3 / COMPNT 1-2 / PC1DSUB / PC2-BNC / PC3-DVI OFF←→ON OFF←→ON OFF←→ON ALL←→1←…→256 DIVIDER OFF/1/4/9/16/25 No.1←…→No.4/No.7←…→No.15/No.16←…→No.31/No.32←…→No.56 POSITION DISP. MODE NORMAL←→ADJUST AUTO ID OFF←→ON SCREEN SCREEN SIZE 4:3/FULL/WIDE/ZOOM/2.35:1/14:9 V.POSITION ←→ -64←0→+64 H.POSITION ←→ -128←0→+127 V.SIZE ←→ 0←→64 H.SIZE ←→ 0←→64 AUTO PICTURE OFF←→ON*2 ←→*2 0←→64 PHASE*1 CLOCK*1 ←→*2 0←64→128 P. ON DELAY OFF/ON/MODE1/MODE2 ABL LINK OFF←→ON REPEAT TIMER OFF ON DIVIDER/SOURCE/WORK TIME NEE NEE JA JA JA JA JA JA JA JA — JA JA — JA JA JA JA NEE JA JA JA JA JA JA 22 22 23 23 23 23 24 24 24 25 25 25 25 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 27 27 RESET REFERENCE JA NEE NEE — 27 11 27 27 AUTO/LOCK 1/LOCK 2/LOCK 3 AUTO 1 AUTO 2 MANUAL H-DOT/V-LINE/TIME OFF INVERSE OFF ON WORKING TIME/WAITING TIME WHITE SCREEN WIPER OFF ON WORKING TIME/WAITING TIME/SPEED SOFT FOCUS OFF/1/2/3/4 0←…→3←…→15 AUTO←→OFF PLUG/PLAY PC←→STB/DVD BLACK LEVEL LOW←→HIGH Hoofdmenu Submenu Submenu 2 OPTION3 TIMER PRESENT TIME PWR. ON MODE KEY LOCK IR REMOTE LOOP OUT ID NUMBER VIDEO WALL Submenu 3 Submenu 2 Submenu 3 Hoofdmenu Submenu ADVANCED OSD LANGUAGE COLOR SYSTEM SOURCE INFORMATION OFF←→ON ENGLISH/DEUTSCH/FRANÇAIS/ESPAÑOL/ITALIANO/SVENSKA/:У66@)G AUTO/3.58NTSC/4.43 NTSC/PAL/PAL 60/PAL-N/PAL-M/SECAM — Submenu 3 Submenu 4 Nederlands Submenu OPTION2 BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Hoofdmenu *1 Alleen wanneer AUTO PICTURE is ingesteld op OFF. *2 Alleen RGB/PC Informatie  Herstellen van alle standaard waarden Selecteer “ALL RESET” van het “OPTION1”-menu. Merk op dat ook de standaard waarden van alle overige instellingen worden hersteld. 13 Du Het instellingenmenu PICTURE Instellen van het beeld Contrast, helderheid, scherpte, kleur en tint kunnen naar voorkeur worden ingesteld. Voorbeeld: Instellen van het contrast Selecteer “CONTRAST” van het “PICTURE”-menu en stel het contrast in. 1/2 PICTURE CONTRAST BRIGHTNESS SHARPNESS COLOR TINT : STD AV SELECTION : OFF DNR NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Nederlands BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Informatie  Beschikbare beeldinstellingen CONTRAST: Wijzigt het witniveau in het beeld. BRIGHTNESS: Wijzigt het zwartniveau in het beeld. SHARPNESS: Wijzigt de scherpte van het beeld. Stelt bij weergave van VIDEO het beelddetail in. COLOR: Wijzigt de kleurdensiteit. TINT: Wijzigt de tint van het beeld. Instellen op een natuurlijke weergave van huidskleuren, achtergronden, enz.  Instellen van computerbeelden Bij een computersignaal kunnen alleen het contrast en de helderheid worden gewijzigd.  Herstellen van de standaard waarden Zet de instelling “AV SELECTION” op “DEFAULT”. Aanpassen van het beeld aan de hoeveelheid licht in de kamer Er zijn vier standen die u kunt gebruiken om het beeld aan te passen aan de heersende omstandigheden. Voorbeeld: Instellen van de stand “MOVIE1” Zet “AV SELECTION” van het “PICTURE”-menu op “MOVIE1”. 14 Du AV SELECTION Zet “DNR” van het “PICTURE”-menu op “HIGH”. 1/2 PICTURE CONTRAST BRIGHTNESS SHARPNESS COLOR TINT AV SELECTION : STD DNR : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. : DNR HIGH 52 CONTRAST Opmerking: Als de melding “CAN NOT ADJUST” verschijnt … Controleer of AV SELECTION niet is ingesteld op DEFAULT wanneer u “PICTURE” submenu wilt openen. 1/2 PICTURE CONTRAST BRIGHTNESS SHARPNESS COLOR TINT AV SELECTION : STD DNR : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Onderdrukken van beeldruis Gebruik deze instellingen als er beeldruis optreedt wanneer de televisieontvangst slechts is of tijdens weergave van videobanden met een slechte beeldkwaliteit. Voorbeeld: Instellen op “HIGH” : MOVIE 1 Informatie  AV SELECTION-instellingen MOVIE 1, 2: Selecteer deze stand wanneer u in een donkere kamer naar videobeelden kijkt. Deze stand biedt een donkerder en fijner beeld zoals u dat in een bioscoop gewend bent. Selecteer MOVIE2 voor het meest donkere beeld. STD: Selecteer deze stand wanneer u in een lichte kamer naar videobeelden kijkt. In deze stand is het onderscheid tussen de lichte en de donkere gedeelten duidelijker. DYNAMIC: Deze stand geeft het beeld een hogere helderheid dan in STD. DEFAULT: Gebruik deze instelling om de standaard waarden te herstellen. Informatie  DNR * “DNR” is de afkorting voor Digital Noise Reduction, wat digitale ruisonderdrukking betekent. * Deze functie vermindert de hoeveelheid beeldruis.  Soorten ruisonderdrukking Er zijn drie soorten ruisonderdrukking en elke soort onderdrukt het ruis op een ander niveau. Het effect van respectievelijk de standen LOW, MID en HIGH neemt in sterkte toe. OFF: De ruisonderdrukking is uitgeschakeld. Instellen van de kleurtemperatuur Volg deze procedure om de kleurtemperatuur van het plasmascherm in te stellen. Voorbeeld: Instellen op “HIGH” Zet “COLOR TEMP.” van het “PICTURE”-menu op “HIGH”. PICTURE PREVIOUS PAGE COLOR TEMP. : GAMMA : LOW TONE : C.DETAIL ADJ. SEL. ADJ. 2/2 HIGH 2 AUTO EXIT RETURN Informatie  COLOR TEMP-instellingen LOW: Veel rood MID LOW: Iets rood MID: Normaal (iets blauw) HIGH: Veel blauw R.HIGH G.HIGH B.HIGH R.LOW G.LOW B.LOW RESET SEL. ADJ. SEL. : OFF EXIT RETURN 70 R.HIGH Informatie  WHITE BALANCE-instellingen R/G/B.HIGH: Instelling voor de witbalans voor het witniveau R/G/B.LOW: Instelling voor de witbalans voor het zwartniveau RESET: Herstelt de standaard waarden van alle instellingen. Kies “ON” met behulp van de cursortoetsen  en  en druk op de MENU/SET-toets.  Herstellen van de standaard waarden Selecteer “RESET” van het “WHITE BALANCE”menu. Wijzigen van de gammacurve Met deze instelling kan de helderheid van de partijen in het middenbereik worden ingesteld zonder dat dit van invloed is op de donkere en de zeer heldere partijen. Voorbeeld: Instellen op “3” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “GAMMA” van het “PICTURE”-menu op “3”. PICTURE PREVIOUS PAGE COLOR TEMP. : GAMMA : LOW TONE : C.DETAIL ADJ. SEL. PICTURE PREVIOUS PAGE COLOR TEMP. : GAMMA : LOW TONE : C.DETAIL ADJ. ADJ. 2/2 MID 3 AUTO EXIT RETURN Informatie  GAMMA-instellingen Het beeld wordt donkerder naarmate het nummer hoger wordt (in de volgorde 1, 2, 3 en 4). ADJ. 2/2 MID 2 2 EXIT RETURN Informatie  LOW TONE-instellingen AUTO: Beoordeelt het beeld en past het automatisch aan. 1: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt is voor stilstaande beelden. 2: Past de dithering-methode toe die het meest geschikt is voor bewegende beelden. 3: Past de error diffusion-methode toe. Instellen van de kleuren Volg deze procedure om de kleurtoon en kleurdensiteit van rood, groen, blauw, geel, magenta en cyaan in te stellen. U kunt dan de groene kleur van bomen, de blauwe kleur van luchtpartijen, e.d. accentueren. Voorbeeld: Instellen van de kleursterke van blauw Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Selecteer “C.DETAIL ADJ” van het “PICTURE”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “C.DETAIL ADJ”-menu verschijnt. Stel de kleursterkte van “BLUE” van “C.DETAIL ADJ” in. C.DETAIL ADJ RED GREEN BLUE YELLOW MAGENTA CYAN RESET SEL. Y ADJ. M C Y M C G R R B B G : Nederlands WHITE BALANCE COLOR TEMP. HIGH Instellen van de nuance Met deze instellingen kan de nuance wordt verhoogd, vooral in de donkere partijen. Voorbeeld: Instellen op “2” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “LOW TONE” van het “PICTURE”-menu op “2”. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Instellen van de kleur op het gewenste niveau Volg deze procedure om de witbalans voor elke kleurtemperatuur in te stellen om zo de gewenste kleureigenschappen te verkrijgen. Voorbeeld: Instellen van de “R.HIGH” of “HIGH” kleurtemperatuur. Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “COLOR TEMP.” van het “PICTURE”-menu op “HIGH” en druk op de MENU/SET-toets. Het “WHITE BALANCE”-menu verschijnt. Stel de witbalans van “R.HIGH” in. OFF EXIT RETURN Informatie  C.DETAIL ADJ -instellingen RED: Stelt de kleursterkte van rood in. GREEN: Stelt de kleursterkte van groen in. BLUE: Stelt de kleursterkte van blauw in. YELLOW: Stelt de kleursterkte van geel in. MAGENTA: Stelt de kleursterkte van magenta in. CYAN: Stelt de kleursterkte van cyaan in. RESET: Herstelt de standaard waarden van alle instellingen. Kies “ON” met behulp van de cursortoetsen  en  en druk op de MENU/SET-toets. 15 Du Het instellingenmenu SOUND Instellen van de hoge en lage tonen, de balans en selecteren van de audio-ingang De hoge en lage tonen en de balans tussen het linker en het rechter kanaal kunnen naar eigen voorkeur worden ingesteld. Voorbeeld: Instellen van de lage tonen Stel de lage tonen in via “BASS” van het “SOUND”-menu. SOUND BASS TREBLE BALANCE AUDIO INPUT1 AUDIO INPUT2 AUDIO INPUT3 BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands SEL. : : : ADJ. VIDEO1 COMPNT1 PC1DSUB EXIT RETURN Opmerking: Als de melding “CAN NOT ADJUST” verschijnt … Zet “AUDIO INPUT” van het “SOUND”-menu in de juiste stand. Informatie  SOUND-instellingen BASS: Bepaalt de sterkte van de lage frequenties. TREBLE: Bepaalt de sterkte van de hoge frequenties. BALANCE: Bepaalt de balans tussen het linker en het rechter kanaal. Instellen van de toekenningen van de audioaansluitingen Met deze instelling worden de aansluitingen AUDIO1, 2 en 3 op de gewenste audio-ingang ingesteld. Voorbeeld: Instellen van “AUDIO INPUT1” op “VIDEO2” Zet “AUDIO INPUT1” van het “SOUND”-menu op “VIDEO2”. De beschikbare audio-ingangen zijn afhankelijk van deze instellingen. SOUND BASS TREBLE BALANCE AUDIO INPUT1 AUDIO INPUT2 AUDIO INPUT3 SEL. : : : ADJ. VIDEO2 COMPNT1 PC1DSUB EXIT RETURN Informatie  AUDIO INPUT-instellingen Het is niet mogelijk om een enkele audio-ingang te selecteren als het audiokanaal voor meer dan één ingangsaansluiting. Instellingenmenu SCREEN Instellen van positie, formaat, fase en pixelklok Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en flikkeringen van het beeld te verhelpen. Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van een normaal beeld Stel de verticale positie in via “V.POSITION” van het “SCREEN”-menu. 16 Du Het beeldformaat verandert telkens wanneer op de  of  toets wordt gedrukt in onderstaande volgorde: 4:3 ↔ FULL * Het beeldformaat kan ook worden gewijzigd met behulp van de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening. * De instellingen van het “SCREEN”-menu zijn in de fabriek niet voorgeprogrammeerd. SCREEN SCREEN SIZE : 4:3 V.POSITION H.POSITION V.SIZE H.SIZE AUTO PICTURE : OFF PHASE CLOCK SEL. EXIT RETURN ADJ. V.POSITION +64 Informatie  Wanneer “AUTO PICTURE” op “OFF” staat SCREEN SCREEN SIZE : FULL V.POSITION H.POSITION V.SIZE H.SIZE AUTO PICTURE : OFF PHASE CLOCK SEL. EXIT RETURN ADJ. Wanneer de automatische beeldinstelling is uitgeschakeld, verschijnen de instellingen PHASE en CLOCK zodat u de fase en pixelklok handmatig kunt instellen.  Automatische beeldinstellingen ON: De instellingen PHASE, CLOCK en positie worden automatisch aangepast. Niet beschikbaar voor digitale ZOOM. OFF: De instellingen PHASE, CLOCK en positie worden handmatig aangepast. * Als de instelling PHASE niet handmatig kan worden gewijzigd, dan moet “AUTO PICTURE” op “OFF” worden gezet.  Instellingen voor de beeldpositie V.POSITION: Bepaalt de verticale positie van het beeld. H.POSITION: Bepaalt de horizontale positie van het beeld. V.SIZE: Bepaalt de hoogte van het beeld (behalve bij het breedbeeldformaat WIDE) H.SIZE: Bepaalt de breedte van het beeld (behalve bij het breedbeeldformaat WIDE) PHASE*: Bepaalt de mate waarin er flikkeringen in het beeld verschijnen CLOCK*: Bepaalt de mate waarin er strepen in het beeld verschijnen * De instellingen PHASE en CLOCK zijn alleen beschikbaar wanneer de functie “AUTO PICTURE” voor automatische beeldinstelling is uitgeschakeld. * AUTO PICTURE, PHASE en CLOCK zijn alleen beschikbaar bij RGB-signalen. Bovendien zijn ze niet beschikbaar bij bewegende beelden afkomstig van RGB-, VIDEO- of COMPONENT-signalen. Selecteer “OSD” van het “OPTION1”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “OSD”-menu verschijnt. Zet “DISPLAY OSD” van het “OSD”-menu op “OFF”. OSD DISPLAY OSD OSD ADJUST OSD ANGLE OSD ORBITER OSD CONTRAST SEL. : : : : : ADJ. OFF 1 H OFF LOW EXIT RETURN Informatie  DISPLAY OSD-instellingen ON: Er wordt informatie over het beeldformaat, het volume, enz. getoond. OFF: Er wordt geen informatie over het beeldformaat, het volume, enz. getoond. Ook functioneert de DISPLAY-toets van de afstandsbediening niet.  OSD ADJUST-instellingen Bepaalt de positie van het menu op het scherm. U kunt kiezen uit de posities 1 t/m 6. Zet “BNC INPUT” van het “OPTION1”-menu op “COMP.”. 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : COMP. D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Informatie  BNC INPUT-instellingen RGB: Gebruik de 5 BNC-aansluitingen voor HD, VD en RGB-signalen. COMP.: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor component-signalen. SCART1: Gebruik de 4 BNC-aansluitingen voor RGB met composite sync. Zie blz. 6. SCART2: Gebruik de 3 BNC-aansluitingen voor RGB en de VIDEO1-aansluiting voor composite sync. Zie blz. 6. Instellen van de PC1-aansluiting Via de instelling “D-SUB INPUT” kan het type signaal worden geselecteerd dat via de PC1-aansluiting wordt ingevoerd. Voorbeeld: Instellen van “D-SUB INPUT” op “SCART3”. Zet “D-SUB INPUT” van het “OPTION1”-menu op “SCART3”.  OSD ANGLE-instellingen Bepaalt de stand (liggend “H” of staand “V”). Wanneer het plasmascherm verticaal is geïnstalleerd, moet “OSD ANGLE” op “V” worden gezet. “H” “V” 1/3 OPTION1 OSD : RGB BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : AUTO RGB SELECT : 1080B HD SELECT : OFF INPUT SKIP : OFF ALL RESET NEXT PAGE MENU OK EXIT RETURN SEL. OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : SCART3 RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Nederlands Instellen van de on-screen display Er zijn diverse keuzemogelijkheden voor de positie van het menu, de stand (horizontaal of verticaal), enz. Voorbeeld: Uitschakelen van het on-screen display Instellen van de PC2/COMPONENTaansluitingen Via de instelling “BNC INPUT” kan de PC2/ COMPONENT2-aansluiting worden ingesteld op RGB, component en SCART1 of 2. Voorbeeld: Instellen van “BNC INPUT” op “COMP.”. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Instellingenmenu OPTION1 D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF 1024768 SEL. MENU OK EXIT RETURN  OSD ORBITER-instellingen ON: Telkens wanneer het on-screen display wordt weergegeven, verschijnt de positie van het menu met 8 beeldpunten. OFF: Het on-screen display verschijnt telkens op dezelfde positie.  OSD CONTRAST-instellingen NORMAL: Het on-screen display heeft een normaal contrast. LOW: Het on-screen display heeft een laag contrast. Informatie  D-SUB INPUT-instellingen RGB: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGBsignalen. SCART3: Gebruik de D-SUB-aansluiting voor RGBsignalen via SCART. Zie blz. 6. 17 Du Instellen van de juiste RGB-keuzestand voor computerbeelden Selecteer bij computerbeelden de juiste RGB-keuzestand voor bewegende beelden, zoals video, breedbeeld of digitale uitzendingen. Voorbeeld: Instellen van “RGB SELECT” op “MOTION” Zet “RGB SELECT” van het “OPTION1”-menu op “MOTION”. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : MOTION HD SELECT 1024×768 INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. 18 Du Informatie  RGB SELECT-standen Om de volgende signalen correct te kunnen weergeven, moet één van de volgende 8 standen worden gekozen. AUTO: Kiest de meest geschikte stand voor de specificaties van het ingangssignaal, voorkomend in de tabel “Tabel van ondersteunde computersignalen” op blz. 29. STILL: Voor weergave van diverse signalen die voldoen aan de VESA-norm. (Gebruik deze stand voor stilbeelden van een computer.) MOTION: Het videosignaal (van een scan omvormer) wordt omgezet in een RGB-signaal om het beeld gemakkelijker te kunnen bekijken. (Gebruik deze stand voor bewegende beelden van een computer.) WIDE1: Wanneer een signaal met een resolutie van 852 punten 480 lijnen en een horizontale frequentie van 31,7 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE1. WIDE2: Wanneer een signaal met een resolutie van 848 punten 480 lijnen en een horizontale frequentie van 31,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE2. WIDE3: Wanneer een signaal met een resolutie van 1920 punten 1200 lijnen en een horizontale frequentie van 74,0 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE3. WIDE4: Wanneer een signaal met een resolutie van 1280 punten 768 lijnen en een horizontale frequentie van 59,8 kHz of een signaal met een resolutie van 1680 punten x 1050 lijnen en een horizontale frequentie van 60 kHz wordt ingevoerd, kan het beeld in horizontale richting worden samengedrukt. Om dit te voorkomen zet u RGB SELECT op WIDE4. DTV: Kies deze stand wanneer u naar digitale televisieuitzendingen (480P) kijkt. Zie blz. 29 voor details over bovenstaande instellingen. Instellen van high-definition beelden op het juiste beeldformaat Volg deze procedure om het aantal verticale lijnen van het ingevoerde HD-signaal in te stellen op 1035 of 1080. Voorbeeld: Instellen van “HD SELECT” op “1035I” Zet “HD SELECT” van het “OPTION1”-menu op “1035I”. 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1035 I INPUT SKIP : OFF ALL RESET : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Informatie  HD SELECT-instellingen Deze 3 instellingen worden niet automatisch in de juiste volgorde weergegeven. 1080B: Standaard digitale uitzendingen 1035I: Het Japanse “High Vision” signaalformaat 1080A: Speciale digitale uitzendingen (bijvoorbeeld: DTC100) Instellen van de te negeren ingangen De functie “INPUT SKIP” zorgt ervoor, dat wanneer de functie op “ON” staat de niet aanwezige signalen worden overgeslagen en dat alleen die beelden worden weergegeven van signalen die worden ingevoerd. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “INPUT SKIP” van het “OPTION1”-menu op “ON”. 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : ON ALL RESET : OFF NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN ADJ. Informatie  INPUT SKIP-instellingen OFF: Alle signalen worden ongeacht hun aanwezigheid, gescand en weergegeven ON: Als er geen ingangssignaal aanwezig is, wordt dat signaal overgeslagen. * Tijdens het zoeken naar de aanwezige ingangssignalen wordt de melding “SETTING NOW” weergegeven. Herstellen van de standaard waarden Voer onderstaande handelingen uit om de standaard waarden van alle instellingen (van de menu’s PICTURE, SOUND, SCREEN, OPTION1~3, enz.) te herstellen. Zie blz. 12 voor details over de herstelde instellingen. Zet “ALL RESET” van het “OPTION1”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. 1/3 OPTION1 OSD BNC INPUT : RGB D-SUB INPUT : RGB RGB SELECT : AUTO HD SELECT : 1080B INPUT SKIP : OFF ALL RESET : ON NEXT PAGE SEL. EXIT RETURN MENU OK ALL RESET SETTING NOW Wanneer de melding “SETTING NOW” verdwijnt, zijn alle instellingen op hun standaard waarde teruggezet. 2/3 OPTION2 PREVIOUS PAGE PWR. MGT. : ON PURECINEMA : ON LONG LIFE SIDE MASK : 3 S1/S2 : OFF DVI SET-UP NEXT PAGE EXIT RETURN SEL. ADJ. Informatie  Energiebeheer * De energiebeheerfunctie reduceert automatisch het stroomverbruik van het plasmascherm wanneer het toetsenbord en de muis van de computer gedurende een bepaalde tijd niet worden gebruikt. Deze functie is beschikbaar wanneer het plasmascherm in combinatie met een computer wordt gebruikt. * Als de computer niet is ingeschakeld of als de computer en de tuner niet goed zijn aangesloten, dan is het systeem uitgeschakeld. * Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de computer voor details over het instellen en gebruik van de energiebeheerfunctie van de computer.  Instellingen voor energiebeheer ON: De energiebeheerfunctie is ingeschakeld. OFF: De energiebeheerfunctie is uitgeschakeld.  Energiebeheerfunctie en STANDBY/ONindicator De STANDBY/ON-indicator laat de huidige status van de energiebeheerfunctie zien. Zie onderstaande tabel voor een beschrijving van de indicatortoestand. STANDBY/ON-indicator Energiebeheerfunctie STANDBY/ Energiebeheerstatus Beschrijving ON-indicator Aan Uit Groen Rood Niet geactiveerd Geactiveerd Herstellen van het beeld Er worden horizontale Het beeld staat al aan. en verticale synchronisatiesignalen van de computer ontvangen. Er worden geen Bedien toetsenbord of muis. horizontale en/of verticale Het beeld verschijnt weer. synchronisatiesignalen van de computer ontvangen. 2/3 OPTION2 PREVIOUS PAGE PWR. MGT. : OFF PURECINEMA : OFF LONG LIFE SIDE MASK : 3 S1/S2 : OFF DVI SET-UP NEXT PAGE EXIT RETURN SEL. ADJ. Informatie  PURECINEMA-instellingen ON: Automatische boordeling en projectie van het beeld in PURECINEMANA OFF: PURECINEMA is uitgeschakeld. Verminderen van het gevaar voor inbranden van het scherm Om het gevaar voor het inbranden van het scherm te verminderen zijn de helderheid en de positie van het beeld, de positief-/negatieffunctie en de schermwisser instelbaar. Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Selecteer “LONG LIFE” van het “OPTION2”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “LONG LIFE”-menu verschijnt. ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS SEL. LONG LIFE : : : : : ADJ. AUTO OFF OFF OFF OFF Nederlands Instelling van energiebeheer voor computerbeelden Deze functie voor energiebesparing (energiebeheer) reduceert automatisch het stroomverbruik van het plasmascherm wanneer er gedurende een bepaalde tijd geen bediening plaatsvindt. Voorbeeld: Inschakelen van energiebeheer Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “PWR.MGT” van het “OPTION2”-menu op “ON”. Aanpassen van het beeld aan de film Het filmbeeld wordt automatisch beoordeeld en geprojecteerd met de instellingen die het beste bij de film passen. [Alleen MTSC, PAL, PAL60, 480I (60 Hz) , 525I (60 Hz), 576I (50 Hz), 625I (50 Hz), 1035I (60 HZ), 1080I (60 Hz)] Voorbeeld: Instellen van “PURECINEMA” op “OFF” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “PURECINEMA” van het “OPTION2”-menu op “OFF”. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Instellingenmenu OPTION2 EXIT RETURN ABL (automatisch helderheidsbegrenzer) Gebruik deze instelling om de helderheidsbegrenzer in te schakelen. Voorbeeld: Instellen van “ABL” op “LOCK1” Zet “ABL” van het “LONG LIFE”-menu op “LOCK1”. ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS SEL. LONG LIFE : : : : : ADJ. LOCK1 OFF OFF OFF OFF EXIT RETURN Informatie  ABL-instellingen AUTO: De helderheid van het scherm wordt automatisch aangepast aan de beeldkwaliteit. LOCK1, 2, 3: Bepaalt de maximum helderheid. De helderheid neemt bij achtereenvolgens LOCK1, 2 en 3 steeds verder af. Bij LOCK3 is de helderheid het laagst. 19 Du ORBITER Gebruik deze instelling om de beeldverschuiving te bepalen. Voorbeeld: Instellen van “ORBITER” op “AUTO1” INVERSE Gebruik deze instelling om het beeld invers weer te geven of om een wit scherm weer te geven. Voorbeeld: Instellen van “INVERSE” op “WHITE” Zet “ORBITER” van het “LONG LIFE”-menu op “AUTO1”. Zet “INVERSE” van het “LONG LIFE”-menu op “WHITE” ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands SEL. LONG LIFE : : : : : ADJ. Informatie  ORBITER-instellingen OFF: De ORBITER-functie is uitgeschakeld. Dit is de standaard instellingen bij invoer van een computersignaal. AUTO1: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over het scherm, waarbij het beeld kleiner wordt. Dit is de standaard instelling bij invoer van een video- of componentsignaal. Zet de instelling op “OFF” als deze signalen niet worden gebruikt. AUTO2: Het beeld verplaatst zich met tussenpozen over het scherm, waarbij het beeld groter wordt. MANUAL: De gebruiker kan de ORBITER-functie (horizontale punt, verticale lijn en tijd) handmatig instellen. Zie onderstaande uitleg. * Wanneer een video- of een componentsignaal wordt ingevoerd, hebben de AUTO1 en AUTO2 instellingen alleen invloed op het bewegende beeld en wordt het beeld niet kleiner of groter gemaakt. ORBITER SEL. : : : ADJ. 2 DOT 4 LINE 3M EXIT RETURN Informatie  Instellen van de ORBITER-functie H-DOT: Verplaatst het beeld 1 – 20 punten in horizontale richting V-LINE: Verplaatst het beeld 1 – 20 lijnen in verticale richting TIME: Interval van 1 – 5 minuten (1 horizontale punt of 1 verticale lijn per interval) LONG LIFE : : : : : ADJ. AUTO OFF WHITE OFF OFF EXIT RETURN Informatie  INVERSE-instellingen ON: Het beeld wordt beurtelings als positief en als negatief beeld weergegeven. U kunt de tijd instellen door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl deze instelling op “ON” staat. OFF: Er worden geen beelden invers weergegeven. WHITE: Er wordt een volledig wit scherm weergegeven. U kunt de tijd instellen door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl deze instelling op “ON” staat. Instellen van de tijd voor weergave van een invers beeld/wit scherm Stel de duur van de weergave in. Voorbeeld: Instellen om een beeld na 2 uren gedurende een half uur invers weer te geven Zet “INVERSE” van het “LONG LIFE”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. Het “INVERSE/WHITE”-menu verschijnt. Stel de tijden in. INVERSE/WHITE WORKING TIME : 01H30M WAITING TIME : 02H00M Handmatig instellen van de ORBITER-functie Stel de mate van verschuiving en de tijd tussen twee verplaatsingen in. Voorbeeld: Instellen om het beeld elke 3 minuten 2 horizontale punten en 4 verticale lijnen te verplaatsen H-DOT V-LINE TIME Du SEL. EXIT RETURN Selecteer “ORBITER” van het “LONG LIFE”-menu en druk op de MENU/SET-toets in. Het “ORBITER”-menu verschijnt. Stel de items in. 20 ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS AUTO AUTO1 OFF OFF OFF SEL. ADJ. EXIT RETURN Informatie  Tijdsinstellingen WORKING TIME: Stel de weergaveduur voor “INVERSE/WHITE” in. Wanneer “WORKING TIME” op “ON” wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld. WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen van “INVERSE/WHITE” in. * De “WAITING TIME” kan niet worden ingesteld als “WORKING TIME” op “ON” is gezet. * De “WAITING TIME” en de “WORKING TIME” kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op maximaal 12 uren en 45 minuten. * Na afloop van de “WORKING TIME” wordt het plasmascherm stand-by gezet. [Voorbeeld] “WORKING TIME” 01u30m “WAITING TIME” 02u00m ←−−−− Start 2u −−−−→←−− 1,5u Start invers/wit −−→←−−−− Stand-by  Instellen van “WORKING TIME” op “ON” Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats van de tijdaanduiding verschijnt nu “ON”. ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS SEL. LONG LIFE : : : : : ADJ. AUTO OFF OFF ON OFF EXIT RETURN Informatie  SCREEN WIPER ON: De witte, verticale balk verschijnt. U kunt de tijd instellen door op de MENU/SET-toets te drukken terwijl deze instelling op “ON” staat. OFF: De schermwisser is uitgeschakeld. Instellen van de tijden voor de SCREEN WIPER Stel de tijden en de snelheid in. Voorbeeld: Instellen om de SCREEN WIPER over 30 minuten in te schakelen en gedurende anderhalf uur te laten werken Zet “SCREEN WIPER” van het “LONG LIFE”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. Stel de tijden en de snelheid in. SCREEN WIPER WORKING TIME : 01H30M WAITING TIME : 00H30M SPEED : 3 SEL. ADJ. ABL ORBITER INVERSE SCREEN WIPER SOFT FOCUS SEL. LONG LIFE : : : : : ADJ. AUTO OFF OFF OFF 2 EXIT RETURN Informatie  SOFT FOCUS-instellingen OFF: “SOFT FOCUS” is uitgeschakeld. 1, 2, 3, 4: Activeert “SOFT FOCUS”. Hoe hoger het nummer, hoe zachter het beeld. De instelling “SHARPNESS” van het “PICTURE”menu kan nu niet worden gewijzigd. Instelling van de grijswaarde voor de zijmaskering Volg deze procedure voor het instellen van de grijswaarde voor die delen van het scherm waarop geen beeld verschijnt bij een beeldverhouding van 4:3 of 14:9. Voorbeeld: Instellen van “SIDE MASK” op “5” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “SIDE MASK” van het “OPTION2”-menu op “5”. 2/3 OPTION2 PREVIOUS PAGE PWR. MGT. : OFF PURECINEMA : ON LONG LIFE SIDE MASK : 5 S1/S2 : OFF DVI SET-UP NEXT PAGE EXIT RETURN SEL. ADJ. EXIT RETURN Informatie  Tijdsinstellingen WORKING TIME: Stel de tijdsduur voor “SCREEN WIPER” in. Wanneer “WORKING TIME” op “ON” wordt gezet, blijft de functie continu ingeschakeld. WAITING TIME: Stel de wachttijd tot het inschakelen van de “SCREEN WIPER” in. SPEED: Stel de bewegingssnelheid van de “SCREEN WIPER” in. De snelheid neemt toe naarmate het nummer hoger wordt. * De “WAITING TIME” kan niet worden ingesteld als “WORKING TIME” op “ON” is gezet. * De “WAITING TIME” en de “WORKING TIME” kunnen in stappen van 3 minuten worden ingesteld op maximaal 12 uren en 45 minuten.  Instellen van “WORKING TIME” op “ON” Stel de werktijd in op 0 uren en 0 minuten. Op de plaats van de tijdaanduiding verschijnt nu “ON”. Informatie  SIDE MASK-instellingen Hiermee wordt de helderheid van het zwart (de grijswaarde) van de zijkanten van het beeld bepaalt. De standaard waarde is 0 (zwart). De grijswaarde kan worden ingesteld op een waarde tussen 0 en 15. De fabrieksinstelling is 3 (donkergrijs). Nederlands Zet “SCREEN WIPER” van het “LONG LIFE”-menu op “ON”. SOFT FOCUS Deze instelling vermindert de randen en verzacht het beeld. Voorbeeld: Instellen van ‘SOFT FOCUS” op “2” Zet “SOFT FOCUS” van het “LONG LIFE”-menu op “2”. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) SCREEN WIPER Wanneer deze instelling op “ON” wordt gezet, beweegt zich een witte, verticale balk herhaaldelijk en met een constante snelheid van links naar rechts over het scherm. Voorbeeld: Instellen van “SCREEN WIPER” op “ON” 21 Du BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands Instellen van het beeldformaat van het S1/S2 videosignaal Als het S-videosignaal informatie over het beeldformaat bevat en de instelling S1/S2 op “AUTO” is gezet, wordt het beeld automatisch aangepast en schermvullend weergegeven. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een Svideosignaal via de VIDEO3-aansluiting wordt ingevoerd. Voorbeeld: Instellen van “S1/S2” op “AUTO” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “S1/S2” van het “OPTION2”-menu op “AUTO”. 2/3 OPTION2 PREVIOUS PAGE : OFF PWR. MGT. : ON PURECINEMA LONG LIFE : 3 SIDE MASK : AUTO S1/S2 DVI SET-UP NEXT PAGE EXIT RETURN SEL. ADJ. Informatie  S1/S2-instellingen AUTO: Past het beeldformaat automatisch aan het S1/ S2-videosignaal aan. OFF: De S1/S2-functie is uitgeschakeld. Instellen van het signaal en het zwartniveau voor een DVI-signaal Kies het signaal voor de DVI-aansluiting (PC of STB/ DVD) en stel het zwartniveau in. Voorbeeld: Instellen van de functie “PLUG/PLAY” op “STB/DVD”. Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Selecteer “DVI SET-UP” van het “OPTION2”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “DVI SET-UP”-menu verschijnt. Zet “PLUG/PLAY” van het “DVI SET-UP”-menu op “STB/ DVD”. PLUG/PLAY BLACK LEVEL SEL. DVI SET-UP : : ADJ. Du Gebruik van de timer Met deze functie kan het plasmascherm automatisch op het geprogrammeerde tijdstip worden ingeschakeld. Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Selecteer “TIMER” uit het “OPTION3”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “TIMER”-menu verschijnt. TIMER PRESENT TIME PROGRAM SEL. : MENU OK OFF EXIT RETURN PRESENT TIME Hiermee kan de huidige tijd worden ingesteld. Voorbeeld: Instellen op woensdag, 22:05 uur Selecteer “PRESENT TIME” van het “TIMER”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “PRESENT TIME”-menu verschijnt. Stel de items in. PRESENT TIME RETURN DAYLIGHT SAVING TIME : OFF WEDNESDAY 22 : 05 : 00 SET SEL. ADJ. EXIT RETURN Selecteer “SET” en druk op de MENU/SET-toets. De instellingen worden opgeslagen en het “TIMER”-menu verschijnt weer. * Wanneer u in plaats van de MENU/SET-toets op de EXITtoets drukt, dan worden de instellingen niet opgeslagen. PRESENT TIME RETURN DAYLIGHT SAVING TIME : OFF WEDNESDAY 22 : 05 : 00 STB/DVD HIGH EXIT RETURN Informatie  PLUG/PLAY-instellingen PC: Bij aansluiting van een pc. “BLACK LEVEL” wordt automatisch ingesteld op “LOW”. STB/DVD: Bij aansluiting van een set-top box, dvd, enz. “BLACK LEVEL” wordt automatisch ingesteld op “HIGH”.  BLACK LEVEL-instellingen LOW: Bij aansluiting van een pc. HIGH: Bij aansluiting van een set-top box, dvd, enz. Verander de instelling van “HIGH” in “LOW” als het zwartniveau er grijs uitziet. 22 Instellingenmenu OPTION3 SET SEL. MENU OK EXIT RETURN Informatie  PRESENT TIME-instellingen DAYLIGHT SAVING TIME: Gebruik deze instelling om de zomertijd (“DAYLIGHT SAVING TIME”) in te stellen. ON: De huidige tijd + 1 uur OFF: Geen zomertijd Dag: Stel de dag van de week in (b.v. zondag) Uren: Stel de uren in in de 24-uursaanduiding (tussen 00 en 23). Minuten: Stel de minuten in (tussen 00 en 59). PROGRAM TIMER ON OFF INPUT FUNCTION DATE INVERSE PC2 MON 08 : 30 10 : 30 — --:---:-— — — --:---:-— — — --:---:-— — — --:---:-— — — --:---:-— — — --:---:-— — EXIT RETURN SEL. ZOOM ADJ. Informatie  PROGRAM TIMER-instellingen DATE: Stel de dag van de week in (b.v. zondag) ON (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het plasmascherm moet worden ingeschakeld, in de 24uursaanduiding. OFF (uren, minuten): Stel het tijdstip in waarop het plasmascherm moet worden uitgeschakeld, in de 24uursaanduiding. INPUT: Selecteer de ingang die moet worden weergegeven wanneer het plasmascherm wordt ingeschakeld. FUNCTION: Selecteer de functie om het gevaar voor inbranden van het scherm te verminderen.  Wissen van een programma Plaats de cursor op het DATE-veld van het te annuleren programma en druk op de CLEAR-toets.  Wissen van programmagegevens Plaats de cursor op het te wissen veld (ON/OFF/INPUT/ FUNCTION) en druk op de CLEAR-toets.  Speciale tekens van het PROGRAM TIMERmenu PROGRAM TIMER ON OFF INPUT FUNCTION DATE INVERSE PC2 MON 08 : 30 10 : 30 — - - : - - 18 : 15 — TUE WHITE SAT 08 : 30 12 : 15 VIDEO1 — *FRI 08 : 30 10 : 00 COMP.1 — --:---:-— — WHITE SAT 08 : 30 12 : 15 VIDEO1 — 15 : 30 16 : 00 PC1 * EXIT RETURN SEL. ZOOM ADJ. • Een sterretje “*” in het DATE-veld Een sterretje “*” betekent “elke”. “*FRI” betekent bijvoorbeeld “elke vrijdag” en “*” betekent “dagelijks”. • Een koppelteken “-” in het ON of OFF-veld Een koppelteken “-” in het ON-veld of in het OFF-veld geeft aan dat de functie niet kan worden ingesteld. • Een koppelteken “-”in het FUNCTION-veld Een koppelteken “-” betekent “laatst gebruikte functie” (de functie die was ingeschakeld op het moment waarop het plasmascherm werd uitgeschakeld). OPTION3 PREVIOUS PAGE TIMER PWR. ON MODE : KEY LOCK : IR REMOTE : LOOP OUT : ID NUMBER : VIDEO WALL SEL. ADJ. 3/3 VIDEO2 OFF ON OFF ALL EXIT RETURN Informatie  PWR. ON MODE-instellingen LAST: De als laatst gebruikte ingangsbron (de bron die werd gebruikt op het moment waarop het plasmascherm werd uitgeschakeld). VIDEO1, 2, 3: De VIDEO-ingangen PC1, 2, 3: De PC-ingangen COMPONENT1, 2: De COMPONENT-ingangen Volg dezelfde procedure als voor het programmeren van de programmatimer. Activeren/deactiveren van de bedieningsorganen op het voorpaneel Via deze instelling kunnen de bedieningsorganen op het voorpaneel worden geactiveerd en gedeactiveerd. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “KEY LOCK” van het “OPTION3”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. OPTION3 PREVIOUS PAGE TIMER PWR. ON MODE : KEY LOCK : IR REMOTE : LOOP OUT : ID NUMBER : VIDEO WALL SEL. ADJ. Nederlands Selecteer “PROGRAM” van het “TIMER”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “PROGRAM TIMER”-menu verschijnt. Stel de items in. De functie verandert telkens wanneer op de ZOOM / toets wordt gedrukt. Instellen van de aanvangsmodus Met deze instelling kan worden bepaald welke ingang wordt gekozen wanneer het plasmascherm wordt ingeschakeld. Voorbeeld: Instellen op “VIDEO2” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “PWR. ON MODE” van het “OPTION3”-menu op “VIDEO2”. De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de voor de ingangen gemaakte instellingen. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) PROGRAM TIMER Hiermee worden de dag en het tijdstip waarop het plasmascherm wordt in- en uitgeschakeld en de te gebruiken ingangsbron geprogrammeerd. Voorbeeld: Instellen om het plasmascherm op maandagochtend om 8:30 uur in te schakelen, de op de PC2-aansluitingen aangesloten bron weer te geven en om 10:30 uur weer uit te schakelen 3/3 LAST ON ON OFF ALL EXIT RETURN Informatie  KEY LOCK-instellingen ON: Deactiveert de bedieningsorganen op het voorpaneel. OFF: Activeert de bedieningsorganen op het voorpaneel. * De POWER-toets blijft gewoon functioneren, ook wanneer de KEY LOCK-toetsvergrendeling is ingeschakeld. * De instelling is van kracht zodra het on-screen display verdwijnt. 23 Du Activeren/deactiveren van de draadloze afstandsbediening Via deze instelling kan de bediening via de draadloze afstandsbediening worden geactiveerd en gedeactiveerd. Voorbeeld: Instellen op “OFF” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “IR REMOTE” van het “OPTION3”-menu op “OFF” en druk op de MENU/SET-toets. OPTION3 PREVIOUS PAGE TIMER PWR. ON MODE : KEY LOCK : IR REMOTE : LOOP OUT : ID NUMBER : VIDEO WALL BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands SEL. ADJ. 3/3 LAST OFF OFF OFF ALL Instelling voor doorgifte van het signaal Wanneer deze instellingen op “ON” wordt gezet, wordt het ontvangen signaal doorgegeven. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “LOOP OUT” van het “OPTION3”-menu op “ON”. ADJ. 3/3 LAST OFF ON ON ALL Du LAST OFF ON OFF 2 EXIT RETURN Informatie  ID NUMBER-instellingen ALL: Er wordt geen uniek identificatienummer aan het plasmascherm toegekend. 1 t/m 256: Er wordt een uniek identificatienummer aan het plasmascherm toegekend.  Wanneer een uniek identificatienummer is toegekend Het unieke identificatienummer moet ook aan de bij het plasmascherm behorende afstandsbediening worden toegekend. Zie onderstaande paragraaf voor aanwijzingen hiervoor. Instellen van het identificatienummer in de afstandsbediening Voorbeeld: Instellen op “2” Druk op de ID NO.SET-toets van de afstandsbediening. Het “ID NO.SET”-menu verschijnt op het scherm. Zet “ID NUMBER “ van het “ID NO.SET”-menu op “2”. ID NO.SET POSITION : 1 ID NUMBER : 2 EXIT RETURN Informatie  LOOP OUT-instellingen ON: Het ontvangen signaal wordt via de PC1aansluiting of de VIDEO1-aansluiting doorgegeven. OFF: Het ontvangen signaal wordt niet doorgegeven. * De doorgifte van signalen wordt onderbroken wanneer het plasmascherm wordt uitgeschakeld, ook als LOOP OUT op “ON” staat.  Aansluiten van een ander plasmascherm Zie blz. 3.  Als er een signaal op PC1 aanwezig is wanneer het plasmascherm wordt ingeschakeld … Het op de PC1-aansluiting ontvangen signaal wordt op het plasmascherm weergegeven, ongeacht de instelling van LOOP OUT. 24 ADJ. 3/3 * Herstellen van de standaard waarde “ALL” Druk op de CLEAR-toets. Informatie  IR REMOTE-instellingen ON: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening mogelijk. OFF: Maakt bediening via draadloze afstandsbediening niet mogelijk. Zet deze instelling op “OFF” om ongewenst reageren van het plasmascherm op andere afstandsbedieningen te voorkomen. SEL. OPTION3 PREVIOUS PAGE TIMER PWR. ON MODE : KEY LOCK : IR REMOTE : LOOP OUT : ID NUMBER : VIDEO WALL SEL. EXIT RETURN OPTION3 PREVIOUS PAGE TIMER PWR. ON MODE : KEY LOCK : IR REMOTE : LOOP OUT : ID NUMBER : VIDEO WALL op één afstandsbediening reageren. Voorbeeld: Instellen op “2” Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Zet “ID NUMBER “ van het “OPTION3”-menu op “2”. Instellen van het identificatienummer Het is mogelijk om bij gebruik van meerdere plasmaschermen een uniek identificatienummer toe te kennen aan elk plasmascherm om te voorkomen dat diverse plasmaschermen ADJ. EXIT RETURN * Herstellen van de standaard waarde “ALL” Druk op de CLEAR-toets. Instellen van een videowand Gebruik deze instelling om een videowand op te bouwen die uit 4 tot 25 schermen bestaat. Zet “ADVANCED OSD” van het hoofdmenu (1/2) op “ON” en voer daarna de volgende handelingen uit. Selecteer “VIDEO WALL” van het “OPTION3”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “VIDEO WALL”-menu verschijnt. VIDEO WALL DIVIDER : 1 POSITION DISP. MODE : NORMAL AUTO ID : OFF SCREEN P. ON DELAY : OFF ABL LINK : OFF REPEAT TIMER : OFF EXIT RETURN SEL. ADJ. Opmerking: Zorg ervoor dat u in geval van nood de netspanning van de gehele videowand in één keer kunt uitschakelen. DIVIDER Instellen van het aantal plasmaschermen waaruit de videowand bestaat. Voorbeeld: Instellen op “4”. DISP. MODE Selecteer één van de twee standen van de beeldmodus, NORMAL of ADJUST. Voorbeeld: Instellen op “ADJUST”. Zet “DIVIDER” van het “VIDEO WALL”-menu op “4”. Zet “DISP. MODE” van het “VIDEO WALL”-menu op “ADJUST”. VIDEO WALL DIVIDER : 4 POSITION DISP. MODE : NORMAL AUTO ID : OFF SCREEN P. ON DELAY : OFF ABL LINK : OFF REPEAT TIMER : OFF EXIT RETURN SEL. ADJ. VIDEO WALL POSITION Instellen van de positie van elk plasmascherm in de videowand. Voorbeeld: Instellen op “4”. Selecteer “POSITION” van het “VIDEO WALL”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “VIDEO WALL POSITION”-menu verschijnt. Zet “POSITION” van het “VIDEO WALL POSITION”menu op “4”. Informatie  DISP. MODE-instellingen NORMAL: Combineert uitvergrote beelden en creëert meervoudige beelden. ADJUST: Corrigeert fouten in de uitlijning van gecombineerde gedeelten van het beeld en creëert meervoudige beelden. AUTO ID Met deze functie kunnen de identificatienummers van meerdere, op elkaar aangesloten plasmaschermen automatisch worden toegekend. Voorbeeld: Instellen op “ON” Stel eerst het identificatienummer voor plasmascherm nr. 1 in via het “ID NUMBER”-menu. Zet “AUTO ID” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. AUTO ID AUTO ID : 1 2 1 4 3 VIDEO WALL POSITION POSITION NO. ADJ. NO. 4 NO. 2 NO. 3 16 scherm 4 EXIT RETURN NO. 7 NO. 8 NO. 9 NO. 10 NO. 11 NO. 12 NO. 17 NO. 18 NO. 19 NO. 20 NO. 21 NO. 22 NO. 23 3 8 9 4 7 6 5 NO. 13 NO. 14 NO. 15 Informatie  AUTO ID-instellingen ON: Kent automatisch identificatienummers aan de plasmaschermen toe. In onderstaand voorbeeld krijgt plasmascherm 1 identificatienummer 1, plasmascherm 2 identificatienummer 2, enz. Dit is alleen onmogelijk wanneer er een videowand van 2×2 of 3×3 schermen wordt gebouwd. REMOTE IN No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE OUT REMOTE IN No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE OUT No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE OUT Scherm 2 Scherm 1 25 scherm NO. 16 2 WIRED CABLE CONNECTION TURN EXIT RETURN ADJ. Informatie  VIDEO WALL POSITION-instellingen 1 scherm: De positie van het plasmascherm hoeft niet te worden ingesteld. 4 scherm 9 scherm NO. 1 ON BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Informatie  DIVIDER-instellingen OFF, 1: 1 plasmascherm (de matrix-weergavefunctie is uitgeschakeld). 4: 4 plasmaschermen (videowand van 2×2 schermen) 9: 9 plasmaschermen (videowand van 3×3 schermen) 16: 16 plasmaschermen (videowand van 4×4 schermen) 25: 25 plasmaschermen (videowand van 5×5 schermen) * Nadat u één van deze instellingen heeft gekozen, moet u ook de positie van elk individueel plasmascherm in de videowand instellen via “VIDEO WALL POSITION”. Nederlands VIDEO WALL DIVIDER : 1 POSITION DISP. MODE : ADJUST AUTO ID : OFF SCREEN P. ON DELAY : OFF ABL LINK : OFF REPEAT TIMER : OFF EXIT RETURN SEL. ADJ. REMOTE OUT REMOTE IN No.1 No.2 No.4 No.3 Scherm 4 REMOTE IN Scherm 3 NO. 32 NO. 33 NO. 34 NO. 35 NO. 36 NO. 37 NO. 38 NO. 39 NO. 40 NO. 41 OFF: De functie is uitgeschakeld. NO. 42 NO. 43 NO. 44 NO. 45 NO.46 NO. 24 NO. 25 NO. 26 NO. 27 NO. 28 NO. 29 NO. 30 NO. 31 NO. 47 NO. 48 NO. 49 NO. 50 NO. 51 NO. 52 NO. 53 NO. 54 NO. 55 NO. 56 25 Du SCREEN Het is mogelijk om de positie van het beeld te wijzigen en flikkeringen van het beeld te verhelpen. Voorbeeld: Instellen van de verticale positie van het beeld Selecteer “SCREEN” van het “VIDEO WALL”-menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “SCREEN”-menu verschijnt. Stel de verticale positie in via “V.POSITION” van het “SCREEN”-menu. BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) Nederlands SCREEN SCREEN SIZE : 4:3 V.POSITION H.POSITION V.SIZE H.SIZE AUTO PICTURE : OFF PHASE CLOCK SEL. EXIT RETURN ADJ. 26 Du V.POSITION ABL LINK Gebruik deze functie om ervoor te zorgen dat alle plasmaschermen voortdurend een uniforme helderheid hebben. Hiervoor moet de automatische identificatie zijn ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “ABL LINK” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets. VIDEO WALL DIVIDER : 1 POSITION DISP. MODE : NORMAL AUTO ID : OFF SCREEN P. ON DELAY : OFF ABL LINK : ON REPEAT TIMER : OFF EXIT RETURN SEL. ADJ. +64 Informatie  SCREEN-instellingen Dit zijn dezelfde instellingen als die van het “SCREEN”-menu op blz. 16. P. ON DELAY (vertraagd inschakelen) Gebruik deze functie om de plasmaschermen één voor één met enige onderlinge vertraging in te schakelen. Hiervoor moet de automatische identificatie zijn ingeschakeld. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “P. ON DELAY” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON”. VIDEO WALL DIVIDER : 1 POSITION DISP. MODE : NORMAL AUTO ID : OFF SCREEN P. ON DELAY : ON ABL LINK : OFF REPEAT TIMER : OFF EXIT RETURN SEL. ADJ. Informatie  ABL LINK-instellingen ON: Alle plasmaschermen hebben voortdurend een uniforme helderheid. Deze instelling is alleen mogelijk wanneer een 2×2 of 3×3 videowand is geselecteerd. OFF: Elk plasmascherm in de videowand heeft onafhankelijke helderheidsinstellingen. * Om deze functie te kunne gebruiken moeten de plasmaschermen op elkaar worden aangesloten met behulp van afstandsbedieningskabels (los verkrijgbaar) en wel op volgorde van de positienummers voor een 2×2 videowand. Zie onderstaande tekening. * Als de instellingen van DIVIDER of POSITION worden gewijzigd, wordt ABL LINK automatisch uitgeschakeld. REMOTE IN REMOTE OUT REMOTE IN No.1 No.2 No.4 No.3 Scherm 4 No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE OUT Scherm 2 Scherm 1 REMOTE OUT Informatie  P. ON DELAY-instellingen ON: De plasmaschermen worden één voor één ingeschakeld met enige onderlinge vertraging. OFF: De plasmaschermen worden allemaal tegelijkertijd ingeschakeld. (Alleen voor videowanden van 16 en 25 schermen) MODE1: De plasmaschermen worden één voor één ingeschakeld met enige onderlinge vertraging. MODE2: De plasmaschermen worden één voor één ingeschakeld met een iets langere onderlinge vertraging. * Als deze functie eenmaal op “ON” is gezet, werkt de POWER ON/OFF-toets van de afstandsbediening alleen nog maar bij plasmascherm nr. 1. Als de POWER ONtoets van de afstandsbediening van plasmascherm nr. 1 wordt ingedrukt, worden alle plasmaschermen één voor één ingeschakeld. * Vanaf het tweede plasmascherm functioneert noch de POWER-toets van het plasmascherm noch de POWER ON-toets van de afstandsbediening meer. U kunt een plasmascherm echter gewoon inschakelen door de POWER ON-toets van de bij het scherm behorende afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE OUT REMOTE IN No.1 No.2 No.4 No.3 REMOTE IN Scherm 3 * Net als bij een 2×2 videowand moet bij een 3×3 videowand het laatste plasmascherm weer op het eerste plasmascherm worden aangesloten. Opmerking: De afstandsbediening kan gewoon worden gebruikt, tenzij IR REMOTE op OFF is gezet. 1 DIVIDER SOURCE WORK TIME : : : ADJ. 4 PC1DSUB 00H06M EXIT RETURN Instellingenmenu ADVANCED OSD Instellen van de menufunctie Met deze instelling heeft u toegang tot het volledige menu. Wanneer P. ON DELAY of ABL LINK is ingeschakeld, kan het geavanceerde menu niet worden uitgeschakeld. Voorbeeld: Instellen op “ON” Zet “ADVANCED OSD” van het “MAIN MENU”-menu op “ON”. 1/2 MAIN MENU ADVANCED OSD NEXT PAGE SEL. ADJ. : OFF EXIT EXIT COLOR SYSTEM COLOR SYSTEM : ADJ. Informatie  REPEAT TIMER-instellingen DIVIDER: Deel de videowand in 1, 4 of 9 delen in. SOURCE: Kies de weer te geven ingangsbron. WORK TIME: Kan in stappen van 1 minuut worden ingesteld op maximaal 4 uren en 15 minuten. Als u beide timers instelt, worden timer 1 en timer 2 beurtelings uitgevoerd. In een videowand kan timer 1 worden gebruikt om alle plasmaschermen simultaan aan te sturen. * De instellingen zijn van kracht zodra het on-screen display verdwijnt. PICTURE SOUND SCREEN OPTION1 Selecteer “COLOR SYSTEM” van het “MAIN MENU” en druk op de MENU/SET-toets. Het “COLOR SYSTEM”-menu verschijnt. Zet “COLOR SYSTEM” op “3.58NTSC”. REPEAT TIMER : 1 : VIDEO1 : 00H03M 2 DIVIDER SOURCE WORK TIME SEL. Instellen van het soort videosignaal Volg deze procedure om de kleursystemen van composiet videosignalen of Y/C gescheiden videosignalen in te stellen. Voorbeeld: Instellen van het kleursysteem op “3.58 NTSC” MAIN MENU PICTURE SOUND SCREEN OPTION1 OPTION2 OPTION3 ADVANCED OSD : ON NEXT PAGE EXIT EXIT SEL. ADJ. 1/2 Informatie  ADVANCED OSD-instellingen ON: Het volledige menu is toegankelijk voor geavanceerd gebruik. OFF: Sommige onderdelen van het menu (zoals OPTION2 en OPTION3) zijn niet toegankelijk. 3.58NTSC EXIT RETURN Informatie  Soorten videosignalen Verschillende landen gebruiken verschillende soorten videosignalen. Selecteer het kleursysteem dat in uw land wordt gebruikt. AUTO: Het kleursysteem wordt automatisch herkend en geselecteerd. PAL: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in GrootBrittannië en Duitsland wordt gebruikt. SECAM: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in Frankrijk en Rusland wordt gebruikt. 4.43 NTSC, PAL60: Dit kleursysteem wordt voor video gebruikt in landen die de kleursystemen PAL en SECAM gebruiken. 3.58 NTSC: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in Amerika en Japan wordt gebruikt. PAL-M: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in Brazilië wordt gebruikt. PAL-N: Dit is het kleursysteem dat voornamelijk in Argentinië wordt gebruikt. Nederlands Selecteer “REPEAT TIMER” van het “VIDEO WALL”menu en druk op de MENU/SET-toets. Het “REPEAT TIMER”-menu verschijnt. Stel de items in. Instellingenmenu COLOR SYSTEM BEDIENEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY (OSD) REPEAT TIMER Hiermee kunnen twee timers worden ingesteld. Elke timer heeft de beschikking over de functies DIVIDER, SOURCE en WORK TIME. Hiervoor moet de automatische identificatie zijn ingeschakeld en de DIVIDER op 1, 4 of 9 zijn ingesteld. Voorbeeld: TIMER1: VIDEO1 wordt gedurende 3 minuten weergegeven TIMER2: PC1 wordt gedurende 6 minuten weergegeven in een 2×2 videowand Informatimenu SOURCE INFORMATION Controleren van de frequenties en de polariteit van ingangssignalen en de resolutie Gebruik deze functie om de frequentie en polariteit van de huidige ingangssignalen van een computer, e.d. te controleren. Selecteer “SOURCE INFORMATION” van het “MAIN MENU” en druk op de MENU/SET-toets. Het “ SOURCE INFORMATION “-menu verschijnt. SOURCE INFORMATION H. FREQUENCY : 48.4kHz V. FREQUENCY : 60.0Hz H. POLARITY V. POLARITY : : MEMORY RESOLUTION : 24 : 1024×768 EXIT RETURN NEG. NEG. PC: MEMORY geeft het geheugen aan. Overige: MODE geeft de huidige modus aan. 27 Du Toewijzing van pinnen 15-pins mini D-sub aansluiting (analoog) PC 1 24-pins DVI-D aansluiting (digitaal) Dit plasmascherm is uitgerust met een veel gebruikte digitale aansluiting. Deze aansluiting kan niet voor analoge signalen worden gebruikt. (TMDS kan slechts voor één verbinding worden gebruikt.) 4 3 2 1 10 9 8 7 6 15 14 13 12 11 Toewijzing van pinnen Nederlands 5 28 Du Pinnr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 PC 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Signaal (analoog) Rood Groen of sync aan groen Blauw Geen aansluiting Aarde Rood aarde Groen aarde Blauw aarde Geen aansluiting Sync signaal aarde Geen aansluiting Tweerichtings gegevenslijn (SDA) H-sync of composite sync V-sync Klok Pinnr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Signaal (digitaal) T.M.D.S. data 2 – T.M.D.S. data 2 + T.M.D.S. data 2 aarde Geen aansluiting Geen aansluiting DDC klok DDC data Geen aansluiting T.M.D.S. data 1 – T.M.D.S. data 1 + T.M.D.S. data 1 aarde Geen aansluiting Geen aansluiting +5 V voeding Aarde Hot Plug detectie T.M.D.S. data 0 T.M.D.S. data 0 + T.M.D.S. data 0 aarde Geen aansluiting Geen aansluiting T.M.D.S. klok aarde T.M.D.S. klok + T.M.D.S. klok – *1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9 Alleen bij gebruik van een grafische versneller waarmee een resolutie van 852 480 bereikt kan worden. Geeft 400 lijnen weer met het verticale middelpunt van het beeld in het midden van het scherm. Het beeld wordt met de oorspronkelijk resolutie weergegeven. Het beeld van overige signalen wordt gecomprimeerd. De beeldverhouding bedraagt 5:4. Dit signaal wordt geconverteerd in een signaal van 600 punten 480 lijnen. Normaliter wordt automatisch een bij het ingangssignaal passende RGB SELECT-stand gekozen. Als het beeld niet goed wordt weergeven, selecteer dan een passende instelling aan de hand van de bovenstaande tabel. Voor aansluiting van een Macintosh computer moet een monitoradapter (15-pins D-sub) op de videopoort van de computer worden gebruikt. Andere beeldformaten (ZOOM en WIDE) zijn ook beschikbaar. Bij het kijken naar bewegend beeld met een verticale frequentie die hoger is 65 Hz, kan het beeld soms onstabiel worden (overspringen). Als dit gebeurt, stel dan de verversingssnelheid (refresh rate) van de externe apparatuur in op 60 Hz. Zet “RGB SELECT” op “MOTION” om te kijken naar beelden van 480I@60 Hz (480 lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 60 Hz) of 576I@50 Hz (576lijnen geïnterlinieerd, verversingssnelheid 50Hz) als de sync polariteit is ingesteld op “sync aan groen”. Voldoet aan de CVT norm. Tabel van ondersteunde signalen Nederlands OPMERKING: • Hoewel de ingangssignaal voldoen aan de in bovenstaande tabel genoemde resoluties, kan het door synchronisatiefouten van de computer nodig zijn om beeldpositie en -formaat af te stellen of fijnafstelling uit te voeren. • Dit plasmascherm heeft een resolutie van 853 punten 480 lijnen. Het is raadzaam om als ingangssignaal VGA, wide-VGA of gelijkwaardig te gebruiken. • Met digitale ingang zijn niet alle signalen acceptabel. • De synchronisatie kan worden verstoord wanneer een signaal wordt ingevoerd dat niet aan bovenstaande normen voldoet. • Gebruik de HD-aansluiting als u een composite sync-signaal gebruikt. 30 Du Wat is HDCP/HDCP-technologie? HDCP is een acroniem voor High-bandwidth Digital Content Protection. High-bandwidth Digital Content Protection (HDCP) is een systeem om illegaal kopiëren van videomateriaal via een zeer snelle Digital Visual Interface (DVI) aansluiting tegen te gaan. Als u niet naar videomateriaal kunt kijken dat via de DVI-aansluiting wordt ingevoerd, dan betekent dit niet automatisch dat uw plasmascherm defect is. Dankzij de implementatie van HDCP kan het voorkomen dat bepaalde content wordt beschermd en niet kan worden weergeven door een besluit of de intentie van de HDCP-gemeenschap (Digtal Content Protection, LCC). * “IBM PC/AT” en “VGA” zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines, Inc. uit de Verenigde Staten. * “Apple Macintosh” is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. uit de Verenigde Staten. Verhelpen van storingen Als de beeldkwaliteit niet goed is of zich een probleem voordoet, controleer dan eerst de instellingen, aansluitingen, enz. voordat u het plasmascherm ter reparatie aanbiedt. Het beeld is gestoord. Het geluid is rommelig. De afstandsbediening doet vreemd. De afstandsbediening functioneert niet. • Staat één van de aangesloten externe componenten direct vóór of naast het plasmascherm? • Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? • Staat IR REMOTE op ON? • Is er een identificatienummer voor het plasmascherm ingesteld? Het plasmascherm gaat niet aan wanneer de POWER ON/OFF-toets van de afstandsbediening wordt ingedrukt. • Zit de stekker van het netsnoer van het plasmascherm in het stopcontact? • Zijn alle indicators van het plasmascherm uit? • Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? • Staat IR REMOTE op OFF? • Is er een identificatienummer voor het plasmascherm ingesteld? Het plasmascherm reageert niet op de toetsen van de afstandsbediening. De bedieningsorganen op het voorpaneel van het plasmascherm functioneren niet. Er is geen beeld of geluid. Er is beeld, maar geen geluid. • Richt u de afstandsbediening goed op het plasmascherm en bevinden zich geen obstakels tussen de afstandsbediening en het plasmascherm? • Schijnt er zonlicht of fel kunstlicht op de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm? • Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? • De afstandsbediening is met een kabel aansloten op de REMOTE IN-aansluiting (bedraad). • De bedieningsorganen van het plasmascherm functioneren niet als de KEY LOCK toetsvergrendeling is ingeschakeld. • Zit de stekker van het netsnoer van het plasmascherm in het stopcontact? • Staat het volume te zacht? • Is de MUTING dempingsfunctie ingeschakeld? • Zijn de luidsprekers goed aangesloten? • Verkeerde beeldinstellingen. De beeldkwaliteit van het VIDEOingangssignaal is slecht. • Plaatselijke interferentie. Loszittende kabelaansluitingen. Verkeerde ingangsimpedantie. De beeldkwaliteit van het RGBingangssignaal is slecht. • Verkeerde beeldinstellingen. De RGB-tulpstekkers zijn verkeerd aangesloten. Het beeld heeft een zwakke tinten of kleuren. • Zijn de tint en de kleuren goed ingesteld? Er verschijnt geen beeld op het scherm. • Is de computer wel ingeschakeld? • Is er een ingangsbron aangesloten? • Heeft de energiebeheerfunctie het plasmascherm stand-by of uit gezet? • Staat LOOP OUT voor signaaldoorgifte op ON? Er vallen delen van het beeld van het scherm • Is het beeld goed gepositioneerd? of het beeld staat niet in het midden van het scherm. Het beeld is te groot of te klein. • Is het beeldformaat goed ingesteld? Het beeld is onstabiel. De STANDBY/ON-indicator licht rood op. De STANDBY/ON-indicator knippert rood. De STANDBY/ON-indicator knippert groen en rood, of alleen groen. • Is de resolutie van de computer goed ingesteld? • Er is geen horizontaal en/of verticaal sync-signaal aanwezig wanneer de intelligente energiebeheerfunctie is ingeschakeld. • De temperatuur in het plasmascherm is te hoog waardoor het beveiligingscircuit is geactiveerd. —————— Oplossing • Als beeld en geluid wel normaal zijn, dan wordt het geluid veroorzaakt door de behuizing die reageert op temperatuursveranderingen. Dit is niet van invloed op de prestaties van het plasmascherm. • Zorg dat er tussen het plasmascherm en de overige componenten enige afstand is. • Vervang beide batterijen door nieuwe. • Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op OFF. • Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een identificatienummer in, of stel het identificatienummer in op ALL. • Steek de stekker in een stopcontact. • Druk op de netschakelaar van het plasmascherm in om het scherm in te schakelen. • Vervang beide batterijen door nieuwe. • Zet IR REMOTE van het OPTION3-menu op ON. • Stel met behulp van de ID NO. SET-toets een identificatienummer in, of stel het identificatienummer in op ALL. • Richt de afstandsbediening tijdens gebruik goed op de afstandsbedieningssensor van het plasmascherm en neem eventuele obstakels weg. Nederlands Controlepunt • Zijn beeld en geluid wel normaal? • Dim het licht door de gordijnen te sluiten, de lamp uit te doen, enz. • Vervang beide batterijen door nieuwe. • Trek de stekker van de afstandsbedieningskabel uit de aansluiting van het plasmascherm. • Zet de KEY LOCK toetsvergrendeling op OFF. • Steek de stekker in een stopcontact. • Verhoog het volume. • Druk op de MUTING-toets van de afstandsbediening. • Sluit de luidsprekers op de juiste wijze aan. • Stel de AUDIO INPUT instellingen van het SOUNDmenu goed in. • Stel het beeld beter in. Probeer het plasmascherm op een andere plaats. Controleer of alle aansluitingen goed tot stand zijn gebracht. • Stel het beeld beter in. Controleer de toewijzing van de pinnen en alle aansluitingen. • Stel de tint en de kleur in (via het PICTURE-menu). • Schakel de netspanning van de computer in. • Sluit een ingangsbron op het plasmascherm aan. • Bedien de computer (beweeg de muis, enz.). Verhelpen van storingen Symptoom Het plasmascherm geeft een krakend geluid. • Zet LOOP OUT op OFF. • Stel het beeld goed in via het SCREEN-menu. • Druk op de SCREEN SIZE-toets van de afstandsbediening en stel het beeldformaat goed in. • Stel de juiste resolutie in. • Controleer het ingangssignaal. • Schakel de netspanning van het plasmascherm onmiddellijk uit en wacht tot de temperatuur in het toestel daalt. Zie *1. • Schakel de netspanning van het plasmascherm onmiddellijk uit. Zie *2. *1Beveiligingscircuit tegen oververhitting Als de temperatuur in het plasmascherm te hoog wordt, wordt het beveiligingscircuit geactiveerd en wordt het scherm uitgeschakeld. Wanneer dit zich voordoet, schakel dan de netspanning van het plasmascherm uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als het in de kamer waarin het plasmascherm is geïnstalleerd zeer warm is, verplaatst het scherm dan naar een ruimte waar het koeler is en laat het plasmascherm tenminste 60 minuten afkoelen. Neem contact op met uw dealer wanneer dit probleem zich herhaaldelijk voordoet. *2Schakel onmiddellijk de netspanning uit en neem contact op met uw dealer of erkende service center wanneer het volgende probleem zich voordoet. Het plasmascherm gaat 5 seconden na inschakeling weer uit en de STANDBY/ON-indicator begint te knipperen. Dit geeft aan dat het voedingscircuit of het eigenlijke plasmascherm defect is of dat ventilatoren van de temperatuursensor beschadigd. 31 Du Technische gegevens Beeldverhouding Resolutie Signalen Synchronisatiebereik Technische gegevens Nederlands Ingangsignalen 32 Du 421 (H) 518 (V) mm 42" diagonaal 16 : 9 853 (H) 480 (V) pixels Horizontaal : 15,5 tot 110 kHz (automatisch : stappenaftasting) Verticaal : 50,0 tot 120 Hz (automatisch : stappenaftasting) RGB, NTSC (3,58/4,43), PAL (B,G,M,N), PAL60, SECAM, HD*1, DVD*1, DTV*1 Ingangsaansluitingen (VIDEO1 en PC1 kunnen ook als uitgang worden gebruikt) PC Visueel 1 (analoog) 15-pins mini D-sub 1 Visueel 2 (analoog) BNC (R, G, B, H/CS, V) 1*2 Visueel 3 (digitaal) 24-pins DVI-D 1*3 Video Visueel 1 BNC 1 Visueel 2 RCA-tulpstekker 1 Visueel 2 S-Video: 4-pins DIN 1 COMPONENT Visueel 1 RCA-pin (Y, Pb[Cb], Pr[Cr]) 1*1 Visueel 2 BNC (Y, Pb[Cb], Pr[Cr]) 1*1, *2 Audio Stereo RCA2 3 (selecteerbaar) RS-232C 9-pins D-sub 1 Audio-uitgangsvermogen 2 8 W bij 6 ohm Voeding 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz Nominale spanning 4,5 A (maximaal) Stroomverbruik 270 W (stand-by 0,9 W) Afmetingen 1018 (B) x 610 (H) 89 (D) mm Gewicht 28,5 kg (zonder stander) Omgevingsomstandigheden Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Overige kenmerken 3D scan omvormer met bewegingscompensatie (NTSC, PAL, 480I, 576I, 525I, 625I, 1035I, 1080I), 2-3 pull-down omvormer (NTSC, 480I, 525I, 1035I, 1080I (60Hz)), 2-2 pull-down omvormer (PAL, 576I, 625I, NTSC, 480I, 525I), Digitale zoomfunctie (100-900% instelbaar), Videowand van 4-25 plasmaschermen, Zelfdiagnose, Hulpmiddelen voor reductie van inbranden (ABL LOCK1~3, INVERSE, WHITE, ORBITER (Auto1,2/ handmatig), SCREEN WIPER), Kleurtemperatuurinstelling instelbaar (hoog/ middel/middellaag/laag, 4 gebruikergeheugens), Toetsvergrendeling (behalve netschakelaar), Automatische beeldinstelling, Ingangen negeren, Kleurdetailinstelling, Nuance-instelling (3 standen), Automatische toekenning identificatienummers, Programmeerbare Timer, Gammacorrectie (4 standen), Signaaldoorgifteinterface, Plug & play (alleen DDC1, DDC2b, PC3: DDC2b) 35 (1,38") 1018 (40") 54 (2,13") 610 (24") Schermgrootte 89 (3,5") Afmetingen in mm. Veranderingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden. *1 Door dit systeem ondersteunde COMPONENTingangssignalen 480P (60 Hz) 480I (60 Hz) 525P (60 Hz) 525I (60 Hz) 576P (50 Hz) 576I (50 Hz) 625P (50 Hz) 625I (50 Hz) 720P (60 Hz) 1035I (60 Hz) 1080I (50 Hz) 1080I (60 Hz) *2 De 5 BNC-aansluitingen worden gebruikt als PC2 en als COMPONENT2-ingang. Selecteer één van beide via “BNC INPUT”. *3 Compatibel met HDCP. Ondersteunde signalen • 640480P @ 59,94/60Hz • 19201080I @ 50Hz • 1280720P @ 59,94/60Hz • 720576P @ 50Hz • 19201080I @ 59,94/60Hz • 1440 (720)576I @ 50Hz • 720480P @ 59,94/60Hz • 1440 (720)480I @ 59,94/60Hz Opmerking: Het kan voorkomen dat sommige signalen niet goed op het plasmascherm worden weergegeven. Het probleem kan dan worden veroorzaakt doordat de ingangsbron (dvd, set-top box, enz.) niet aan de normen voldoet. Als u dergelijke problemen ondervindt, neem dan zowel met uw dealer als met de fabrikant van de betreffende externe apparatuur contact op.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266

Pioneer PLASMA DISPLAY Handleiding

Categorie
Plasma-tv's
Type
Handleiding