Documenttranscriptie

Lees de instructies en bewaar ze op een veilige plaats. Als u het apparaat aan iemand doorgeeft, geeft u dan ook de instructies mee door. Verwijder alle verpakkingsonderdelen, maar gooi ze pas weg als u zeker weet dat het apparaat goed functioneert. belangrijke veiligheidsmaatregelen Volg de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen, zoals: 1 Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt door of onder toezicht van een volwassene. Het apparaat moet steeds buiten het bereik van kinderen gebruikt en opgeborgen worden. 2 Dompel de waterkoker, de standaard, het snoer en de stekker niet in vloeistoffen; gebruik de waterkoker niet in de badkamer, in de buurt van water of buiten. 3 Raak hete oppervlakken niet aan. Gebruik de handgreep. 4 Gebruik de waterkoker niet zonder filter, anders kan er kokend water uitspatten. 5 Open het deksel niet terwijl het water wordt verwarmd. 6 Wees voorzichtig bij het schenken; schenk langzaam en houd de waterkoker niet te schuin. 7 Zelfs lange tijd nadat het water is gekookt, blijft er gevaar voor verbranding. Houd de waterkoker, de standaard en het snoer weg van de rand van werkbladen en buiten bereik van kinderen. 10  uitsluitend voor huishoudelijk gebruik voor het allereerste gebruik Vul de waterkoker tot “MAX”, kook het water, gooi het weg en spoel de waterkoker uit. Doe dit drie keer om het stof van het fabricageproces enz. te verwijderen. installatie 1 Zet de standaard op een stabiele, vlakke ondergrond. 2 Leg het snoer zodanig dat het niet uitsteekt en niemand erover kan struikelen of erachter kan blijven haken. 3 Wikkel overtollig snoer onder de standaard. vullen voorzichtig houd afstand, er kan stoom van onder het deksel vrijkomen. 4 Haal de waterkoker van de standaard. 5 Gebruik de knop van het deksel om het deksel te verwijderen. 6 Vul de waterkoker met ten minste 2 kopjes water, maar niet boven “MAX”. 7 Als u de waterkoker te vol doet, kan er kokend water uitspatten. 8 Plaats het deksel terug. 9 Controleer of het deksel dicht zit, anders schakelt de waterkoker niet uit wanneer het water kookt. aanzetten 10 11 12 13 Steek de stekker van de standaard in het stopcontact. Zet de waterkoker op de standaard – wees voorzichtig dat u geen water knoeit. Draai de schakelaar op 1. Het lampje schakelt aan en de ketel begint op te warmen. uitschakelen 14 De waterkoker schakelt uit wanneer het water kookt en het lampje gaat uit. 15 Als u handmatig wilt uitschakelen, draait u de schakelaar op 0. 16 Door de waterkoker van de standaard af te nemen, zal de waterkoker ook uitgeschakeld worden. 11 instructies 8 Zet de standaard op een stabiele, vlakke ondergrond. 9 Leg het snoer zodanig dat het niet uitsteekt en niemand erover kan struikelen of erachter kan blijven haken. 10 Wikkel overtollig snoer onder de standaard. 11 Haal de stekker van de standaard buiten gebruik, of voor hem te verzetten of te reinigen, uit het stopcontact. Laat de waterkoker afkoelen voordat u hem reinigt en/of opruimt. 12 Controleer of het deksel volledig dicht zit voordat u de waterkoker aanzet, anders schakelt hij wellicht niet uit. 13 Controleer voordat u de waterkoker aanzet of hij goed op de standaard staat. 14 Zet de waterkoker alleen aan als er ten minste 2 kopjes water inzitten. 15 Vul de waterkoker niet boven “MAX”, anders kan er kokend water uitspatten. 16 Haal de waterkoker van de standaard voordat u hem vult of ermee schenkt. 17 Houd de waterkoker, de standaard, het snoer en de stekker weg van warmtebronnen. 18 Gebruik de waterkoker alleen voor het verwarmen van water. 19 Gebruik de waterkoker alleen met de bijgeleverde standaard (en omgekeerd). 20 Dit apparaat mag niet bediend worden met een externe timer of een bedieningsysteem op afstand. 21 Gebruik het apparaat niet bij beschadigingen of storingen. 22 Indien het snoer beschadigd is, moet het door de fabrikant, een technicus of een ander deskundige persoon vervangen worden om eventuele risico’s te vermijden.  algemeen 17 Haal de waterkoker van de standaard voordat u er water uitschenkt. 18 Om het risico op spatten te voorkomen, dient u langzaam te schenken en de waterkoker niet te schuin te houden. 19 Houd de waterkoker niet schuin naar achteren, anders kan er water op de regelknoppen terechtkomen. Als dit gebeurt, dient u de waterkoker eerst te laten drogen voordat u hem gebruikt – zet hem 12 uur op een warme plaats. 20 Het kan zijn dat u op de standaard onder de waterkoker vocht aantreft. Maakt u zich geen zorgen, dat is de stoom waardoor de waterkoker automatisch uitschakelt. De stoom condenseert weer en komt vrij via de luchtopeningen onder de waterkoker. 21 Het kan zijn dat u op de bodem van de waterkoker enige verkleuring aantreft. Ook hier hoeft u zich geen zorgen om te maken, dit komt door de verbinding van het verwarmingselement met de bodem van de waterkoker. koken met te weinig water 22 Hierdoor zal het verwarmingselement minder lang meegaan. De droogkookbeveiliging schakelt de waterkoker uit. 23 Om te voorkomen dat de waterkoker aan- en uitgaat, haalt u de waterkoker van de standaard en laat u hem afkoelen voordat u hem erop terugzet. 24 Zet de waterkoker op het werkblad totdat hij is afgekoeld. 25 Vul de waterkoker pas als hij is afgekoeld, anders kan er water uitspatten. zorg en onderhoud 26 Controleer of de ketel uitgeschakeld is – verplaats de schakelaar op 0. 27 Haal de stekker van de standaard uit het stopcontact en laat de waterkoker volledig afkoelen voordat u hem reinigt. 28 Veeg de waterkoker van binnen en buiten af met een vochtige doek. U kunt een klein beetje afwasmiddel gebruiken, maar u dient de waterkoker dan wel goed af te spoelen om vervuiling van het water te voorkomen. 29 Zorg ervoor dat alle contacten droog blijven. 30 Dompel de waterkoker en de standaard niet in vloeistoffen. 31 Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen of oplossingen. regelmatig ontkalken 32 Kalkaanslag kan er wit, gekleurd of zelfs roestig uitzien. 33 Kalkaanslag kan oververhitting veroorzaken en de levensduur van het verwarmingselement verkorten. Verder kan kalkaanslag er ook voor zorgen dat de droogkookbeveiliging te vroeg wordt geactiveerd, waardoor de waterkoker uitschakelt voordat het water kookt. 45 Doordat het verwarmingselement onder de waterkoker is aangebracht, vormt kalkaanslag zich alleen op de wanden en bodem van de waterkoker, zodat hij zichtbaar is en kan worden verwijderd. 46 Als u ziet dat er zich kalkaanslag vormt, veegt u hem af. 36 Ontkalk de waterkoker regelmatig (ten minste één keer per maand) zodat hij optimaal kan blijven functioneren. 37 Gebruik een ontkalkingsmiddel dat geschikt is voor plastic producten (de meeste producten bevatten plastic onderdelen). Volg de gebruiksaanwijzing op het ontkalkingsmiddel, spoel de waterkoker diverse keren uit, vul hem, kook het water, gooi het daarna weg en zorg dat er geen restjes achterblijven. , Voor geretourneerde producten die onder de garantie vallen en waarbij defecten zijn opgetreden als gevolg van kalkaanslag, worden reparatiekosten in rekening gebracht. 12  waterfilter 38 Kalkdeeltjes kunnen het water troebel of vettig maken. Het filter voorkomt dat deze deeltjes in uw glas of kopje terechtkomen. Als er kalkdeeltjes op het filter zitten, dient u het te reinigen, anders functioneert de waterkoker niet optimaal, kan er kalk in uw glas of kopje terechtkomen en kan het water in de waterkoker er troebel uitzien. het filter reinigen 39 Controleer of uw handen schoon zijn, anders kan het filter vervuilen. 40 Zet de waterkoker uit en laat hem afkoelen. 41 Gebruik de knop van het deksel om het deksel te verwijderen. 42 Gebruik het lipje op het filter om het uit de geleiders te halen en haal het vervolgens uit de waterkoker. 43 Gebruik een zachte borstel en spoel het filter onder de kraan uit. 44 Spoel de waterkoker uit voor het geval er kalkdeeltje in zijn gevallen. plaats het filter terug. 45 Duw het filter tussen de geleiders totdat u hem niet meer verder kunt duwen. 46 Plaats het deksel terug. voorzichtig gebruik de waterkoker niet zonder filter, anders kan er kokend water uitspatten. symbool van vuilcontainer Om milieu- en gezondheidsproblemen als gevolg van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische producten te vermijden, mogen apparaten met dit symbool niet worden weggegooid met niet-gesorteerd gemeentelijk afval, maar moeten ze worden teruggewonnen, opnieuw gebruikt of gerecycled. 13