Dovre VINTAGE30/B de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding
2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Conformiteitsverklaring 3
Veiligheid 4
Installatiecondities 4
Algemeen 4
Schoorsteen 4
Ventilatie van de ruimte 5
Vloer en wanden 6
Productbeschrijving 6
Installatie 6
Algemene voorbereiding 6
Deursluiting 8
Schoorsteenaansluiting voorbereiden 8
Buitenluchtaansluiting voorbereiden 9
Plaatsen en aansluiten 10
Gebruik 10
Eerste gebruik 10
Brandstof 11
Aanmaken 11
Stoken met hout 12
Regeling van de verbrandingslucht 12
Doven van het vuur 13
Ontassen 13
Nevel en mist 14
Eventuele problemen 14
Onderhoud 14
Schoorsteen 14
Schoonmaken en ander regelmatig
onderhoud 14
Bijlage 1: Technische gegevens 18
Bijlage 2: Afmetingen 19
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 22
Bijlage 4: Diagnoseschema 25
Index 26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke
verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken
optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als
stralingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er
onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan
kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE
service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een
woonruimte. Het moet hermetisch worden
aangesloten op een goedwerkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
worden voor problemen of schade door een
onjuiste installatie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna
beschreven veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE
verwarmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-
probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2012 DOVRE NV
Conformiteitsverklaring
Notified body: 1625
Hierbij verklaart
Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde,
dat houtkachel Vintage 50, Vintage 35 en Vintage 30
conform EN 13240 geproduceerd zijn.
Weelde 19-01-2011
In het kader van een continue productverbetering,
kunnen specificaties van het geleverde toestel
afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder
voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
Belg E-mail : info@dovre.be
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud voordat u het toestel in
gebruik neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de wetgeving en voorschriften
van uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het
installeren van het toestel.
Lees de instructies voor installatie, gebruik en
onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor
verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes,
inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen
zeer heet worden (meer dan 10C)! Gebruik
voor de bediening een koude hand of een
hittebestendige handschoen.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij
onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie
het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer
informatie over ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of
verzekeringsmaatschappij naar eventuele
specifieke vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom omhoog.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade
ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van
garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of
nationale regelgeving hierin voorziet.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens
normale belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen.
Richtingsveranderingen en horizontale stukken
verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde
diameter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral)
vernauwingen verstoren de afvoer van
verbrandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is
verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan
die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare
luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het
toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5cm²/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is
geïsoleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal
afzuigsysteem of een afzuigkap in een open
keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een
ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of
badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer
hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op
buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset
meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet
voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht
van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-
uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare
vloerplaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter
toelaatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De
vloerplaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare
vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met
brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Productbeschrijving
1. Topplaat
2. Grendelknop
3. Stookbodem
4. Deur
5. Secundaire luchtschuif
6. Poot
7. Primaire luchtschuif
Installatie
Algemene voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele andere gebreken.
Het toestel is aan de onderkant met schroeven op
de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste
binnenplaten, stookrooster, topplaat, aslade) uit
het toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen,
kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en
beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele
onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
ze later weer op de juiste plaats te kunnen
aanbrengen.
1. Open de deur; zie volgende figuur.
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende
figuur.
Gebruik de volgende tips voor het verwijderen van
de binnenplaten:
a. Til vlamplaat 3 aan de voorzijde op en trek
deze 2 cm naar voren.
b. Til nu de vlamplaat op aan de linkerzijde en
verwijder linker binnenplaat 1 als eerste.
c. Verwijder dan de vlamplaat 3, vervolgens
binnenplaat 7, 8, 9, 2 enz.
Vermiculite binnenplaten zijn licht van
gewicht en bij levering meestal okerkleurig.
Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de
verbranding beter is. Gietijzeren
binnenplaten beschermen de
verbrandingskamer en geven warmte door
aan de omgeving.
Uitneembare binnendelen
1 binnenplaat zijkant links
2 binnenplaat zijkant rechts
3 vlamplaat
4 stookbodem midden
5 vuurkorf onder niet voor Vintage 30
6 vuurkorf boven
7 binnenplaat achter links niet voor Vintage 30
8 binnenplaat achter midden niet voor Vintage 30
9 binnenplaat achter rechts niet voor Vintage 30
10 stookbodem links niet voor Vintage 30
11 stookbodem achter niet voor Vintage 30
12 stookbodem rechts niet voor Vintage 30
13 ontassingsluik niet voor Vintage 30
3. Verwijder de aslade.
Opmerking:de Vintage 30 heeft geen aslade.
4. Monteer de stelvoetjes onder de poten, zie figuur.
Bij een glad vloeroppervlak wordt aangeraden een
rubber onderlegger onder de pootjes te gebruiken.
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Deursluiting
Het toestel wordt geleverd met de grendelknop
gemonteerd. U kunt er voor kiezen om de grendelknop
als koude hand te gebruiken.
1. Draai moer (2) iets los en draai stelschroef (3) los
tot de grendelknop vrijkomt.
2. Draai vervolgens moer (2) weer vast.
3. Monteer de grendelhouder op de bodem, zie figuur.
4. Plaats de grendelknop in de grendelhouder, zie
figuur.
Schoorsteenaansluiting
voorbereiden
Bij het aansluiten van het toestel op een schoorsteen
hebt u de keuze uit aansluiting aan de bovenzijde of
aan de achterzijde van het toestel.
Bij levering van het toestel is de aansluiting op
de achterzijde open gelaten.
De uitgang die u niet wilt gebruiken, sluit u af met
het bijbehorende meegeleverde afsluitdeksel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
Op de uitgang die u wel wilt gebruiken, monteert u
de bijbehorende meegeleverde aansluitkraag.
Afdichtings- en bevestigingsmaterialen zijn
meegeleverd.
Aansluiten op de achterzijde
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband van
10x3mm aan op het contactvlak van de
aansluitkraag.
2. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de achterwand.
Aansluiten op de bovenzijde
1. Verwijder de topplaat.
De topplaat kan gewoon van het toestel
worden afgenomen.
2. Verwijder het sierdeksel (12) uit de topplaat.
3. Verwijder het afsluitdeksel (10) uit de
binnentopplaat.
4. Breng afdichtband van 10 x 3 mm aan op het
contactvlak van de aansluitkraag.
5. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de binnentopplaat.
6. Monteer het afsluitdeksel met de
bevestigingsmaterialen op de achterwand.
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die
onvoldoende is geventileerd, kunt u de meegeleverde
aansluitset voor het aanvoeren van buitenlucht op het
toestel monteren. Sommige van de bestaande
luchtinlaten op het toestel moet u dan afsluiten met
meegeleverd afdekmateriaal.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm.
Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis
maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van
hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de
maximale lengte (12 meter) met 1 meter verminderen.
Buitenluchtaansluiting via de vloer
1. Maak een aansluitgat in de vloer (raadpleeg
Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van
het aansluitgat).
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de
vloer.
3. Monteer de aansluitkraag op de bodemplaat en
sluit de achterwand af met het afdekplaatje.
Het afdekplaatje is nr. 3 in de tekening.
Buitenluchtaansluiting via de
achterkant van het toestel
1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg
Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van
het aansluitgat).
2. Sluit de luchtaansluitbuis hermetischaf op de
muur.
3. Monteer de aansluitkraag op de achterwand en
sluit de opening in de bodemplaat af met het
afdekplaatje.
Het afdekplaatje is nr. 4 in de tekening.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en
waterpas.
2. Sluit het toestel hermetisch aan op de
schoorsteen.
3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van
buitenlucht aan op de aansluitset die u op het
toestel hebt gemonteerd.
4. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de
hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor
schoorsteenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout
minstens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan
schoorsteenbrand veroorzaken.
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier
beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit
probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken
kruislings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag
aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan
volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire
luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het
toestel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Primaire luchtschuif
Secundaire luchtschuif
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout
langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken
hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling
als u langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Regeling van de
verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de
luchtregeling (zie figuur).
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het
rooster (1).
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas
en de luchtgaatjes in de achterwand (2).
De vlamplaat heeft permanente luchtopeningen (3) die
zorgen voor de naverbranding.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan.
Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen
eventuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer
afzetten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de secundaire
luchtinlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen
het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet
snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de
luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat
onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken
bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon
uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de
luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke
stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden.
Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd.
Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle
luchtschuiven worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine
hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator
voor de stookbodem en geeft een betere verbranding.
Laat daarom gerust een dun laagje as op de
stookbodem liggen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
1. Open de deur van het toestel.
2. Gebruik het trekschepje om het ontassingsluik in
de stookbodem te openen (1).
3. Schuif de overtollige as met het trekschepje (2)
door het ontassingsluik in de aslade eronder.
4. Sluit het ontassingsluikje.
5. Verwijder de aslade (3) met behulp van de
bijgeleverde handschoen en leeg de aslade.
6. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het
toestel.
Opmerking: De Vintage 30 heeft geen aslade.
Verwijder de assen met behulp van een schepje of
gebruik een “ash-cleansysteem” op de stofzuiger.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en
stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u
bij nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om
eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op
te lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de
schoorsteen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de
schoorsteen vegen door een erkend
schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen
controleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de
schoorsteen af met een prop krantenpapier.
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste
binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder hiervoor de topplaat. De topplaat ligt los
op het toestel.
Verwijder eventueel de vlamplaat boven in het
toestel en maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Controleer de
binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite binnenplaten kunnen
haarscheuren gaan vertonen, maar dat heeft
geen nadelig effect op hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of
scheuren.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittende roet met een droge
doek.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een
keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in
en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of
keukenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw
handen te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Onderhoud geëmailleerde kachel
Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het
reinigen van het geëmailleerde oppervlak van de
kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep
en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf
het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming.
Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet
nooit een waterketel direct op een gmailleerde
kachel; gebruik een onderzetter en voorkom
beschadigingen.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals
scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met
hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel.
Nastellen van de deursluiting
1. Draai de zeskantige moer (1) iets los.
2. Draai sluitnok (2) met behulp van een
schroevendraaier in of uit.
3. Draai de borgmoer weer aan.
Nastellen van het scharnier
1. Draai de schroeven (2) en (3) iets los.
2. Draai stelschroef (1) in als de deur omhoog moet
en uit als de deur omlaag moet.
3. Draai de schroeven (2) en (3) weer stevig vast.
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Demonteren van de glasruit
1. Draai alleen aan de bovenzijde de 2xM5-moertjes
los.
2. Kantel de ruit naar voren en til de ruit uit de
onderste bevestigingslippen.
Voor het terugplaatsen:
1. Plaats de glasruit samen met de twee
glasbevestigingen.
2. Draai de 2xM5-moertjes vast.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Emaillebeschadigingen kunt u bijwerken met een
speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw
leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig
worden vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
Wisselstukken Vintage 50
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1
2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77395.000 vlamplaat 1
4 03.66534.000 stookbodem midden 1
5 03.77405.000 vuurkorf onder 1
6 03.77406.000 vuurkorf boven 1
7 03.77396.000 binnenplaat achter links 1
8 03.77392.000 binnenplaat achter
midden
1
9 03.77397.000 binnenplaat achter
rechts
1
10 03.56328.000 stookbodem links 1
11 03.56329.000 stookbodem achter 1
12 03.56327.000 stookbodem rechts 1
13 03.05407.000 ontassingsluik 1
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
Wisselstukken Vintage 35
Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1
2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77500.000 vlamplaat 1
4 03.66534.000 stookbodem midden 1
5 03.77410.000 vuurkorf onder 1
6 03.77408.000 vuurkorf boven 1
7 03.77501.000 binnenplaat achter links 1
8 03.77399.000 binnenplaat achter
midden
1
9 03.77502.000 binnenplaat achter rechts 1
10 03.56330.000 stookbodem links 1
11 03.56329.000 stookbodem achter 1
12 03.56331.000 stookbodem rechts 1
13 03.05407.000 ontassingsluik 1
Wisselstukken Vintage 30
Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal
1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1
2 03.77394.000 binnenplaat zijkant
rechts
1
3 03.77398.000 vlamplaat 1
4 03.66535.000 stookbodem 1
5 03.77409.000 vuurkorf onder 1
6 03.77407.000 vuurkorf boven 1
Bijlage 1: Technische gegevens
Model Vintage 50 Vintage 35 Vintage 30
Nominaal vermogen 9 kW 7 kW 5 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm 150 mm 150 mm
Gewicht +/- 155 kg +/- 125 kg +/- 95 kg
Aanbevolen brandstof Hout Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm 35 cm 30 cm
Massadebiet van rookgassen 6,4 g/s 4,9 g/s 4,2 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 232°C 251 °C 244 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het
toestel
328 °C 298 °C 305 °C
Minimum trek 12 Pa 12 Pa 12 Pa
CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,05 % 0,05 %
NOx-emissie (13% O2) 112 mg/N 84 mg/N 127 mg/N
CnHm-emissie (13%O2) 96 mg/N 82 mg/N 48 mg/Nm³
Stofemissie 27,1 mg/N
16,4
mg/N
6,0 mg/N
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,94 gr/kg 4,99 gr/kg 1,38 gr/kg
Rendement 84,2 % 83 % 80,4 %
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Bijlage 2: Afmetingen
Vintage 50
Vintage 35
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Vintage 30
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
Vintage 50 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
23
Vintage 35 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
Vintage 30 - Minimale afstanden:
* Hitteschild
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
24
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
25
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de
houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen
onvoldoende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet:
minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde
binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructiesin de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet
correct
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de
nabijheid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de
schoorsteen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde
luchtstroom in de schoorsteen door
hoge buitentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruikvan het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de
nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glasligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
Index
A
Aanmaakhout 25
Aanmaakvuur 11
Aansluiten
afmetingen 19
Aansluiten op buitenluchtaanvoer 9
Aansluiten op schoorsteen 8
aan bovenzijde 9
Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 9
Aansteken 11
Afdichtingskoord van deur 16
Afmetingen 19
As verwijderen 13
Aslade
openen 14
B
Beluchting van het vuur 13
Bijvullen van brandstof 13
rookterugslag 25
Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 7
Brandbaar materiaal
afstand tot 22
Brandstof
benodigde hoeveelheid 14
bijvullen 12-13
geschikte 11
ongeschikte 11
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 22
meubels 6
vloer 6
wanden 6
Buitenluchtaanvoer 5, 9
aansluiting op 10
C
Creosoot 13
D
Demontabele onderdelen 6
Deur
afdichtingskoord 16
openen 7
Draagvermogen van vloer 6
Drogen van hout 11
G
Geschikte brandstof 11
Gewicht 18
Gietijzeren binnenplaten 7
Glas
aanslag 25
schoonmaken 14
H
Hout 11
bewaren 11
drogen 11
geschikte soort 11
nat 11
wil niet doorbranden 25
Houtblokken stapelen 12
K
Kachelruitenreiniger 14
Kap op de schoorsteen 5
Kieren in toestel 16
L
Lak 10
Luchtinlaten 11
Luchtlek 16
Luchtregeling 12
Luchttoevoer regelen 13
M
Mist, niet stoken 14
Muren
brandveiligheid 6
N
Naaldhout 11
Nat hout 11
Nevel, niet stoken 14
Nominaal vermogen 14, 18
O
Onderdelen, demontabele 6
Onderhoud
afdichting 16
glas schoonmaken 14
schoorsteen 14
26
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
27
smeren 15
toestel schoonmaken 14
vuurvaste binnenplaten 14
Ongeschikte brandstof 11
Ontassen 13
Ontassingsluik 14
Openen
aslade 14
deur 7
ontassingsluik 14
Opslag van hout 11
P
Plaatsen
afmetingen 19
Primaire luchtinlaat 11
Problemen oplossen 14, 25
R
Rendement 18
Rook
bij eerste gebruik 10
Rookgas
massedebiet 18
temperatuur 18
Rookterugslag 4, 25
Ruiten
aanslag 25
schoonmaken 14
S
Schade 6
Schoonmaken
glas 14
toestel 14
Schoorsteen
aansluitdiameter 18
aansluiting op 10
aansluiting voorbereiden 8
hoogte 5
onderhoud 14
voorwaarden 4
Schoorsteenaansluiting
bovenzijde 9
Schoorsteenbrand voorkomen 13
Schoorsteenkap 5
Secundaire luchtinlaat 11
Smeren 15
Sokkel
afdekplaat 10
Stof-emissie 18
Stoken 12
brandstof bijvullen 12-13
onvoldoende warmte 14, 25
toestel brandt te hevig 25
toestel niet goed regelbaar 25
T
Teer 13
Temperatuur 18
Trek 18
Trekschepje voor ontassing 14
U
Uitgaan van vuur 13
V
Vegen van schoorsteen 14
Ventilatie 5
buitenluchtaanvoer aansluiten 9
vuistregel 5
Ventilatierooster 5
Verbrandingsluchtregeling 12
Vermiculite binnenplaten 7
Verwijderen
as 13
vuurvaste binnenplaten 7
Vet voor smering 15
Vloeren
brandveiligheid 6
draagvermogen 6
Vloerkleed 6
Vulhoogte van toestel 12
Vuur
aanmaken 11
doven 13
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 14
verwijderen 7
waarschuwing 10
W
Waarschuwing
brandbare materialen 4
glas gebroken of gebarsten 4, 15
heet oppervlak 4
kachelruitreiniger 15
schoorsteenbrand 4, 11, 13
ventilatie 4-5
verzekeringsvoorwaarden 4
voorschriften 4
vuurvaste binnenplaten 10
Wanden
brandveiligheid 6
Warmte, onvoldoende 14, 25
Weersomstandigheden, niet stoken 14
28
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inleiding 3 Conformiteitsverklaring 3 Veiligheid 4 Installatiecondities 4 Algemeen Schoorsteen Ventilatie van de ruimte Vloer en wanden Productbeschrijving Installatie Algemene voorbereiding Deursluiting Schoorsteenaansluiting voorbereiden Buitenluchtaansluiting voorbereiden Plaatsen en aansluiten Gebruik Eerste gebruik Brandstof Aanmaken Stoken met hout Regeling van de verbrandingslucht Doven van het vuur Ontassen Nevel en mist Eventuele problemen Onderhoud Schoorsteen Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud 2 4 4 5 6 6 6 6 8 8 9 10 10 10 11 11 12 12 13 13 14 14 14 14 14 Bijlage 1: Technische gegevens 18 Bijlage 2: Afmetingen 19 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 22 Bijlage 4: Diagnoseschema 25 Index 26 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Inleiding Conformiteitsverklaring Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte. Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE service. Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen. Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goedwerkende schoorsteen. Wij adviseren u het toestel te laten installeren door een bevoegd installateur. Notified body: 1625 Hierbij verklaart Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde, dat houtkachel Vintage 50, Vintage 35 en Vintage 30 conform EN 13240 geproduceerd zijn. Weelde 19-01-2011 DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld worden voor problemen of schade door een onjuiste installatie. Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatieprobleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier. © 2012 DOVRE NV In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving. DOVRE N.V. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09 België E-mail : [email protected] 3 Veiligheid Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud voordat u het toestel in gebruik neemt. Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land. Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel. Lees de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd. Laat het toestel bij voorkeur installeren door een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften. Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een koude hand of een hittebestendige handschoen. Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheid van het toestel. Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel. Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffende schoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur. Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie. Installatiecondities Algemeen Het toestel moet worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens". Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften. Schoorsteen De schoorsteen is nodig voor: Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek. De warme lucht in de schoorsteen is lichter dan de buitenlucht en stijgt daarom omhoog. Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel. Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garantie. Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nog een centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nationale regelgeving hierin voorziet. Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen. De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal. 4 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen. Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens normale belasting is ideaal. De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontale stukken verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzaken mogelijk roetophoping. De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor de trek minder wordt. De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag. Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag). De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen. Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert. De schoorsteen moet uitmonden in een zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen. Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn. De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Als de nok van het dak meer dan 3 meter is verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3 meter. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Ventilatie van de ruimte Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig: Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd. Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keuken. U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen. Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt. U kunt het toestel ook aansluiten op buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig. 5 Vloer en wanden Productbeschrijving De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens". Bescherm een brandbare vloer door middel van een onbrandbare vloerplaat tegen warmteuitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloerplaat. Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten wanden en meubels. Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis en brandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is een afstand van driemaal de diameter. Als een bekledingsschelp rond de buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toelaatbaar. Een vloerkleed moet minimaal 80 cm van het vuur verwijderd zijn. Bescherm een brandbare vloer voor de kachel met behulp van een onbrandbare vloerplaat tegen eventueel uitvallende assen. De vloerplaat moet voldoen aan nationale normen. Voor de afmetingen van de onbrandbare vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Voor verdere eisen in verband met brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 1. Topplaat 2. Grendelknop 3. Stookbodem 4. Deur 5. Secundaire luchtschuif 6. Poot 7. Primaire luchtschuif Installatie Algemene voorbereiding Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schade en eventuele andere gebreken. Het toestel is aan de onderkant met schroeven op de pallet gemonteerd. Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte. Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste binnenplaten, stookrooster, topplaat, aslade) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren. Door demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen. Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om 6 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen. c. Verwijder dan de vlamplaat 3, vervolgens binnenplaat 7, 8, 9, 2 enz. Vermiculite binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is. Gietijzeren binnenplaten beschermen de verbrandingskamer en geven warmte door aan de omgeving. 1. Open de deur; zie volgende figuur. 2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende figuur. Gebruik de volgende tips voor het verwijderen van de binnenplaten: a. Til vlamplaat 3 aan de voorzijde op en trek deze 2 cm naar voren. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Uitneembare binnendelen binnenplaat zijkant links binnenplaat zijkant rechts vlamplaat stookbodem midden vuurkorf onder niet voor Vintage 30 vuurkorf boven binnenplaat achter links niet voor Vintage 30 binnenplaat achter midden niet voor Vintage 30 binnenplaat achter rechts niet voor Vintage 30 stookbodem links niet voor Vintage 30 stookbodem achter niet voor Vintage 30 stookbodem rechts niet voor Vintage 30 ontassingsluik niet voor Vintage 30 3. Verwijder de aslade. Opmerking: de Vintage 30 heeft geen aslade. 4. Monteer de stelvoetjes onder de poten, zie figuur. Bij een glad vloeroppervlak wordt aangeraden een rubber onderlegger onder de pootjes te gebruiken. b. Til nu de vlamplaat op aan de linkerzijde en verwijder linker binnenplaat 1 als eerste. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 7 Deursluiting 4. Plaats de grendelknop in de grendelhouder, zie figuur. Het toestel wordt geleverd met de grendelknop gemonteerd. U kunt er voor kiezen om de grendelknop als “koude hand” te gebruiken. 1. Draai moer (2) iets los en draai stelschroef (3) los tot de grendelknop vrijkomt. Schoorsteenaansluiting voorbereiden 2. Draai vervolgens moer (2) weer vast. 3. Monteer de grendelhouder op de bodem, zie figuur. Bij het aansluiten van het toestel op een schoorsteen hebt u de keuze uit aansluiting aan de bovenzijde of aan de achterzijde van het toestel. Bij levering van het toestel is de aansluiting op de achterzijde open gelaten. De uitgang die u niet wilt gebruiken, sluit u af met het bijbehorende meegeleverde afsluitdeksel. 8 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Op de uitgang die u wel wilt gebruiken, monteert u de bijbehorende meegeleverde aansluitkraag. 5. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de binnentopplaat. Afdichtings- en bevestigingsmaterialen zijn meegeleverd. 6. Monteer het afsluitdeksel met de bevestigingsmaterialen op de achterwand. Aansluiten op de achterzijde 1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband van 10x3mm aan op het contactvlak van de aansluitkraag. 2. Monteer de aansluitkraag met de bevestigingsmaterialen op de achterwand. Buitenluchtaansluiting voorbereiden Aansluiten op de bovenzijde 1. Verwijder de topplaat. De topplaat kan gewoon van het toestel worden afgenomen. 2. Verwijder het sierdeksel (12) uit de topplaat. 3. Verwijder het afsluitdeksel (10) uit de binnentopplaat. 4. Breng afdichtband van 10 x 3 mm aan op het contactvlak van de aansluitkraag. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die onvoldoende is geventileerd, kunt u de meegeleverde aansluitset voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel monteren. Sommige van de bestaande luchtinlaten op het toestel moet u dan afsluiten met meegeleverd afdekmateriaal. De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm. Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis maximaal 12 meter lang zijn. Bij gebruik van hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de maximale lengte (12 meter) met 1 meter verminderen. Buitenluchtaansluiting via de vloer 1. Maak een aansluitgat in de vloer (raadpleeg Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van het aansluitgat). 9 2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de vloer. 3. Monteer de aansluitkraag op de bodemplaat en sluit de achterwand af met het afdekplaatje. Het afdekplaatje is nr. 3 in de tekening. Plaatsen en aansluiten 1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en waterpas. 2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoorsteen. Buitenluchtaansluiting via de achterkant van het toestel 1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg Bijlage 2, Afmetingen, voor de juiste positie van het aansluitgat). 2. Sluit de luchtaansluitbuis hermetisch af op de muur. 3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van buitenlucht aan op de aansluitset die u op het toestel hebt gemonteerd. 4. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. 3. Monteer de aansluitkraag op de achterwand en sluit de opening in de bodemplaat af met het afdekplaatje. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Het afdekplaatje is nr. 4 in de tekening. Eerste gebruik Gebruik Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open. 10 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Brandstof 1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings op elkaar. Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende droog. 2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar. Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel. 3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking. De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan: Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat. Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval. Hout Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken. Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd. Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft. 4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het toestel open; zie volgende figuur. 5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u een volgende vulling doen en het toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout". Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken. Aanmaken U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 11 Primaire luchtschuif Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken. Compacte stapeling Secundaire luchtschuif Stoken met hout Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd: 1. Open langzaam de deur van het toestel. 2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer. 3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed. Losse stapeling Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken. 4. Sluit de deur van het toestel. 5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire luchtinlaat open staan. Vul het toestel voor maximaal een derde. Regeling van de verbrandingslucht Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de luchtregeling (zie figuur). 12 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet snel vervuilt. Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren. Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk. Doven van het vuur Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten. De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het rooster (1). De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas en de luchtgaatjes in de achterwand (2). De vlamplaat heeft permanente luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding. Adviezen Stook nooit met open deur. Ontassen Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem liggen. De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as. Stook het toestel regelmatig flink door. Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken. Regel de luchttoevoer met de secundaire luchtinlaat. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 13 1. Open de deur van het toestel. 2. Gebruik het trekschepje om het ontassingsluik in de stookbodem te openen (1). 3. Schuif de overtollige as met het trekschepje (2) door het ontassingsluik in de aslade eronder. 4. Sluit het ontassingsluikje. 5. Verwijder de aslade (3) met behulp van de bijgeleverde handschoen en leeg de aslade. 6. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het toestel. Opmerking: De Vintage 30 heeft geen aslade. Verwijder de assen met behulp van een schepje of gebruik een “ash-cleansysteem” op de stofzuiger. Nevel en mist Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken. Eventuele problemen Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op te lossen. Onderhoud Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden. Schoorsteen In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden. Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger. Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Maak het toestel niet schoon wanneer het nog warm is. Maak de buitenkant van het toestel schoon met een droge niet pluizende doek. Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken: Verwijder eventueel eerst de vuurvaste binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Verwijder hiervoor de topplaat. De topplaat ligt los op het toestel. Verwijder eventueel de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon. Vuurvaste binnenplaten controleren De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. De isolerende vermiculite binnenplaten kunnen haarscheuren gaan vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking. Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheuren. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren op roet. Glas schoonmaken Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een prop krantenpapier. Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op. Ga als volgt te werk: 1. Verwijder stof en loszittende roet met een droge doek. 14 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger: a. Breng kachelruitenreiniger aan op een keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in en laat even inwerken. b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of keukenpapier. 3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon glasreinigingsproduct. 4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of keukenpapier. Gebruik geen schurende of bijtende producten om het glas schoon te maken. Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw handen te beschermen. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas en de gietijzeren deur loopt. Onderhoud geëmailleerde kachel Reinig het toestel nooit als het nog warm is. Het reinigen van het geëmailleerde oppervlak van de kachel kunt u het beste doen met zachte groene zeep en lauw water. Gebruik zo min mogelijk water, wrijf het oppervlak goed droog en voorkom roestvorming. Gebruik nooit staalwol of een ander schuurmiddel. Zet nooit een waterketel direct op een geëmailleerde kachel; gebruik een onderzetter en voorkom beschadigingen. Nastellen van het scharnier 1. Draai de schroeven (2) en (3) iets los. 2. Draai stelschroef (1) in als de deur omhoog moet en uit als de deur omlaag moet. 3. Draai de schroeven (2) en (3) weer stevig vast. Smeren Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren. Smeer de bewegende delen (zoals scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel. Nastellen van de deursluiting 1. Draai de zeskantige moer (1) iets los. 2. Draai sluitnok (2) met behulp van een schroevendraaier in of uit. 3. Draai de borgmoer weer aan. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 15 Demonteren van de glasruit 1. Draai alleen aan de bovenzijde de 2xM5-moertjes los. 2. Kantel de ruit naar voren en til de ruit uit de onderste bevestigingslippen. Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek. Wisselstukken Vintage 50 Voor het terugplaatsen: 1. Plaats de glasruit samen met de twee glasbevestigingen. 2. Draai de 2xM5-moertjes vast. Afwerklaag bijwerken Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal 1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant 1 rechts 3 03.77395.000 vlamplaat 1 4 03.66534.000 stookbodem midden 1 5 03.77405.000 vuurkorf onder 1 6 03.77406.000 vuurkorf boven 1 7 03.77396.000 binnenplaat achter links 1 8 03.77392.000 binnenplaat achter 1 midden 9 03.77397.000 binnenplaat achter 1 rechts 10 03.56328.000 stookbodem links 1 11 03.56329.000 stookbodem achter 1 12 03.56327.000 stookbodem rechts 1 13 03.05407.000 ontassingsluik 1 Emaillebeschadigingen kunt u bijwerken met een speciale hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Afdichting controleren Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen. Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kieren dicht met kachelkit. 16 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Wisselstukken Vintage 35 Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal 1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant 1 rechts 3 03.77398.000 vlamplaat 1 4 03.66535.000 stookbodem 1 5 03.77409.000 vuurkorf onder 1 6 03.77407.000 vuurkorf boven 1 Pos. Omschrijving Omschrijving Aantal 1 03.77393.000 binnenplaat zijkant links 1 2 03.77394.000 binnenplaat zijkant 1 rechts 3 03.77500.000 vlamplaat 1 4 03.66534.000 stookbodem midden 1 5 03.77410.000 vuurkorf onder 1 6 03.77408.000 vuurkorf boven 1 7 03.77501.000 binnenplaat achter links 1 8 03.77399.000 binnenplaat achter 1 midden 9 03.77502.000 binnenplaat achter rechts 1 10 03.56330.000 stookbodem links 1 11 03.56329.000 stookbodem achter 1 12 03.56331.000 stookbodem rechts 1 13 03.05407.000 ontassingsluik 1 Wisselstukken Vintage 30 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 17 Bijlage 1: Technische gegevens Model Vintage 50 Vintage 35 Vintage 30 Nominaal vermogen 9 kW 7 kW 5 kW Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm 150 mm 150 mm Gewicht +/- 155 kg +/- 125 kg +/- 95 kg Aanbevolen brandstof Hout Hout Hout Kenmerk brandstof, max. lengte 50 cm 35 cm 30 cm Massadebiet van rookgassen 6,4 g/s 4,9 g/s 4,2 g/s Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 232°C 251 °C 244 °C Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 328 °C 298 °C 305 °C Minimum trek 12 Pa 12 Pa 12 Pa CO-emissie (13%O2) 0,10 % 0,05 % 0,05 % NOx-emissie (13% O2) 112 mg/Nm³ 84 mg/Nm³ 127 mg/Nm³ CnHm-emissie (13%O2) 96 mg/Nm³ 82 mg/Nm³ 48 mg/Nm³ Stofemissie 27,1 mg/Nm³ 16,4 mg/Nm³ 6,0 mg/Nm³ Stofemissie volgens NS3058-NS3059 4,94 gr/kg 4,99 gr/kg 1,38 gr/kg Rendement 84,2 % 83 % 80,4 % 18 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 2: Afmetingen Vintage 50 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 19 Vintage 35 20 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Vintage 30 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 21 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal Vintage 50 - Minimale afstanden: * Hitteschild Brandbaar materiaal Onbrandbaar materiaal 100 mm 22 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Vintage 35 - Minimale afstanden: * Hitteschild Brandbaar materiaal Onbrandbaar materiaal 100 mm Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 23 Vintage 30 - Minimale afstanden: * Hitteschild Brandbaar materiaal Onbrandbaar materiaal 100 mm 24 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 4: Diagnoseschema Probleem Hout wil niet doorbranden Geeft onvoldoende warmte Rookterugslag tijdens het bijvullen Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar Aanslag op het glas mogelijke oorzaak mogelijke oplossing Onvoldoende trek Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een raam. Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht. Afmetingen hout te groot Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met een omtrek van maximaal 30 cm. Stapeling hout niet correct Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout"). Werking van de schoorsteen onvoldoende Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren). Uitmonding van de schoorsteen niet correct Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabijheid. Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig. Aansluiting van het toestel met de schoorsteen niet correct Aansluiting moet hermetisch dicht zijn. Onderdruk in de ruimte waar het toestel is geplaatst Zet afzuigsystemen uit. Onvoldoende toevoer van verse lucht Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting. Ongunstige weersomstandigheden? Inversie (omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen. Tocht in de woonkamer Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen. Vlammen raken het glas Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht. Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 25 Index Drogen van hout 11 G A Aanmaakhout 25 Geschikte brandstof 11 Aanmaakvuur 11 Gewicht 18 19 Aansluiten op buitenluchtaanvoer 9 Aansluiten op schoorsteen aan bovenzijde 8 9 Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 9 Aansteken 11 Afdichtingskoord van deur 16 Afmetingen 19 As verwijderen 13 Aslade openen 14 Glas aanslag schoonmaken Hout bewaren drogen geschikte soort nat wil niet doorbranden 11 11 11 11 11 25 Houtblokken stapelen 12 K Beluchting van het vuur 13 Bijvullen van brandstof rookterugslag 13 25 Binnenplaten, vuurvaste verwijderen Brandbaar materiaal afstand tot Brandveiligheid afstand tot brandbaar materiaal meubels vloer wanden Buitenluchtaanvoer aansluiting op 14 12-13 11 11 22 6 6 6 5, 9 10 C Creosoot 13 Kap op de schoorsteen Deur afdichtingskoord openen Draagvermogen van vloer 5 Kieren in toestel 16 Lak 10 Luchtinlaten 11 Luchtlek 16 Luchtregeling 12 Luchttoevoer regelen 13 M Mist, niet stoken 14 Muren brandveiligheid 6 N Naaldhout 11 Nat hout 11 Nevel, niet stoken 14 Nominaal vermogen 14, 18 O D Demontabele onderdelen 14 Kachelruitenreiniger L 7 22 Brandstof benodigde hoeveelheid bijvullen geschikte ongeschikte 25 14 H B 26 7 Gietijzeren binnenplaten Aansluiten afmetingen 6 16 7 6 Onderdelen, demontabele Onderhoud afdichting glas schoonmaken schoorsteen 6 16 14 14 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden smeren toestel schoonmaken vuurvaste binnenplaten 15 14 14 Sokkel afdekplaat 10 Stof-emissie 18 Ongeschikte brandstof 11 Ontassen 13 Ontassingsluik 14 Openen aslade deur ontassingsluik 14 7 14 Stoken brandstof bijvullen onvoldoende warmte toestel brandt te hevig toestel niet goed regelbaar Opslag van hout 11 P Plaatsen afmetingen 19 Primaire luchtinlaat 11 Problemen oplossen 14, 25 12 12-13 14, 25 25 25 T Teer 13 Temperatuur 18 Trek 18 Trekschepje voor ontassing 14 U Uitgaan van vuur 13 V R 18 Vegen van schoorsteen Rook bij eerste gebruik 10 Rookgas massedebiet temperatuur Ventilatie buitenluchtaanvoer aansluiten vuistregel 5 9 5 18 18 Ventilatierooster 5 Rookterugslag 4, 25 Rendement Ruiten aanslag schoonmaken 25 14 S Schade 6 Schoonmaken glas toestel 14 14 Schoorsteen aansluitdiameter aansluiting op aansluiting voorbereiden hoogte onderhoud voorwaarden 18 10 8 5 14 4 Schoorsteenaansluiting bovenzijde Schoorsteenbrand voorkomen Schoorsteenkap 9 13 5 Secundaire luchtinlaat 11 Smeren 15 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 14 Verbrandingsluchtregeling 12 Vermiculite binnenplaten 7 Verwijderen as vuurvaste binnenplaten 13 7 Vet voor smering 15 Vloeren brandveiligheid draagvermogen 6 6 Vloerkleed 6 Vulhoogte van toestel 12 Vuur aanmaken doven 11 13 Vuurvaste binnenplaten onderhoud verwijderen waarschuwing 14 7 10 W Waarschuwing brandbare materialen glas gebroken of gebarsten heet oppervlak 4 4, 15 4 27 kachelruitreiniger schoorsteenbrand ventilatie verzekeringsvoorwaarden voorschriften vuurvaste binnenplaten Wanden brandveiligheid Warmte, onvoldoende Weersomstandigheden, niet stoken 28 15 4, 11, 13 4-5 4 4 10 6 14, 25 14 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170

Dovre VINTAGE30/B de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding