Dovre 525CB/B de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dovre 525CB/B de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Conformiteitsverklaring 3
Veiligheid 4
Installatiecondities 4
Algemeen 4
Schoorsteen 4
Ventilatie van de ruimte 5
Vloer en wanden 6
Productbeschrijving 6
Installatie 7
Algemene voorbereiding 7
Buitenluchtaansluiting voorbereiden 8
Plaatsen en aansluiten 9
Gebruik 9
Eerste gebruik 9
Brandstof 9
Aanmaken 10
Stoken met hout 10
Regeling verbrandingslucht 11
Doven van het vuur 12
Ontassen 12
Nevel en mist 12
Eventuele problemen 12
Onderhoud 12
Schoorsteen 12
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud13
Wisselstukken 525CB/535CB 14
Bijlage 1: Technische gegevens 15
Bijlage 2: Afmetingen 16
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 17
Bijlage 4: Diagnoseschema 19
Index 20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke
verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken
optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als
stralingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er
onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan
kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE
service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een
woonruimte. Het moet hermetisch worden
aangesloten op een goedwerkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld
worden voor problemen of schade door een
onjuiste installatie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna
beschreven veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE
verwarmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-
probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2012 DOVRE NV
Conformiteitsverklaring
Notified body: 2013
Hierbij verklaart
Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde,
dat houtkachel 525CB/535CB conform
EN 13240 geproduceerd wordt.
Weelde 01-07-2011
In het kader van een continue productverbetering,
kunnen specificaties van het geleverde toestel
afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder
voorafgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
Belg E-mail : info@dovre.be
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de wetgeving en voorschriften
van uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het
installeren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor
verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes,
inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen
zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik
voor de bediening een 'koude hand' of een
hittebestendige handschoen.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij
onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie
het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer
informatie over ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of
verzekeringsmaatschappij naar eventuele
specifieke vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade
ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van
garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of
nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in
ieder geval bij twee aansluitingen dat het
hoogteverschil tussen de aansluitingen
minimaal 200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens
normale belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen.
Richtingsveranderingen en horizontale stukken
verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde
diameter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral)
vernauwingen verstoren de afvoer van
verbrandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is
verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan
die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare
luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het
toestel is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige
verbranding plaats, waardoor zich giftige
gassen in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5c/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is
geïsoleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal
afzuigsysteem of een afzuigkap in een open
keuken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een
ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of
badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer
hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
U kunt het toestel ook aansluiten op
buitenluchtaanvoer. Hiervoor is een aansluitset
meegeleverd. Extra ventilatie is dan niet nodig.
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet
voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht
van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-
uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare
vloerplaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter
toelaatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De
vloerplaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare
vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met
brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot
brandbaar materiaal".
Productbeschrijving
09-20008-001
1
2
3
6
7
5
4
1. Topplaat
2. Grendelknop
3. Stookbodem
4. Deur
5. Secundaire luchtschuif
6. Poot
7. Primaire luchtschuif
Deursluiting
Het toestel wordt geleverd met de grendelknop
gemonteerd. Omdat de grendelknop tijdens het
gebruik warm wordt, is er een handschoen bijgeleverd
die u kunt gebruiken als bescherming voor uw hand.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
Installatie
Algemene voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele andere gebreken.
Het toestel is aan de onderkant met schroeven op
de pallet gemonteerd.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Verwijder de demontabele onderdelen (vuurvaste
binnenplaten, stookrooster, topplaat, aslade) uit
het toestel voordat u het toestel gaat installeren.
Door demontabele onderdelen te verwijderen,
kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en
beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele
onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om
ze later weer op de juiste plaats te kunnen
aanbrengen.
09-20008-003
2
3
1
1. Open de deur; zie volgende figuur.
09-20008-002
2. Verwijder de vuurvaste binnenplaten; zie volgende
figuur.
a. Verwijder de vuurkorf(6).
b. Til de vlamplaat(5) aan de voorkant op, trek de
vlamplaat 2cm naar voren en laat de
vlamplaat aan de achterkant naar beneden
zakken
c. Verwijder de binnenplaten aan de zijkanten
links en rechts(4).
d. Verwijder de binnenplaten aan de achterkant
(3).
Gietijzeren binnenplaten beschermen de
verbrandingskamer en geven warmte door
aan de omgeving.
09-20008-004
4
3
5
3
4
1
2
6
7
Uitneembare binnendelen
1 stookbodem
2 ontassingsluik
3 binnenplaat achterkant links en rechts
4 binnenplaat zijkant links en rechts
5 vlamplaat
6 vuurkorf
7 aslade
Aansluiten op de achterzijde
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (2) van
10x3mm aan op het contactvlak van de
aansluitkraag (8).
2. Verwijder de afschermplaat uit het rugschild met
behulp van een schroevendraaier; zie volgende
figuur.
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
09-20008-005
3. Demonteer het afsluitdeksel (1) uit de achterwand.
4. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de achterwand.
5. Monteer het afsluitdeksel met bevestigingsbeugel
(4) in de topplaat.
09-20008-006
3
4
5
6 7
9
2
1
2 8
10
Aansluiten op de bovenzijde
Bij levering is de aansluiting op de achterkant
gesloten. U hoeft dus geen afsluitdeksel op de
achterkant aan te brengen.
Vanwege de afstand tot de (brandbare) wand,
mag de afschermplaat in het rugschild niet worden
verwijderd.
1. Breng meegeleverd glasvezelafdichtband (3) van
10x3mm aan op het contactvlak van de
aansluitkraag (2).
2. Monteer de aansluitkraag met de
bevestigingsmaterialen op de topplaat.
09-20008-007
1
2
3
4
5
Buitenluchtaansluiting
voorbereiden
Als het toestel wordt geplaatst in een ruimte die
onvoldoende is geventileerd, kunt u de aansluitset
voor het aanvoeren van buitenlucht op het toestel
aansluiten.
De luchtaanvoerbuis heeft een diameter van 100mm.
Bij toepassing van een gladde buis mag deze buis
maximaal 12meter lang zijn. Bij gebruik van
hulpstukken zoals bochten moet u per hulpstuk de
maximale lengte (12meter) met 1meter verminderen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
Buitenluchtaansluiting via de wand
1. Maak een aansluitgat in de wand (raadpleeg de
bijlage "Afmetingen", voor de juiste positie van het
aansluitgat).
2. Sluit de luchtaanvoerbuis hermetisch af op de
muur.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en
waterpas. Het toestel is uitgevoerd met
stelvoetjes zodat het perfect waterpas kan worden
gesteld.
2. Sluit het toestel hermetisch aan op de
schoorsteen.
3. Bij buitenluchtaansluiting: sluit de aanvoer van
buitenlucht aan op de aansluitset die op het toestel
is gemonteerd.
4. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de
hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor
schoorsteenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout
minstens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan
schoorsteenbrand veroorzaken.
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier
beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit
probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken
kruislings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen
aanmaakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag
aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan
volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de primaire
luchtinlaat en de secundaire luchtinlaat van het
toestel open; zie volgende figuur.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
09-20008-008
1
2
Open Dicht
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout
langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken
hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling
als u langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Sluit de primaire luchtinlaat en laat de secundaire
luchtinlaat open staan.
Vul het toestel voor maximaal een derde.
Regeling verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de
luchtregeling; zie volgende figuur.
09-20008-010
1
2
3
De primaire luchtschuif regelt de lucht onder het
rooster (1).
De secundaire luchtschuif regelt de lucht voor het glas
(air-wash) (2).
De achterwand heeft onder de vlamplaat permanente
luchtopeningen (3) die zorgen voor de naverbranding.
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan.
Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen
eventuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer
afzetten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Regel de luchttoevoer met de secundaire
luchtinlaat.
De secundaire luchtinlaat belucht niet alleen
het vuur maar ook het glas, zodat het glas niet
snel vervuilt.
Zet de primaire luchtinlaat tijdelijk open als de
luchttoevoer via de secundaire luchtinlaat
onvoldoende is of als u het vuur wilt aanwakkeren.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken
bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon
uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de
luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke
stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden.
Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd.
Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle
luchtschuiven worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine
hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator
voor de stookbodem en geeft een betere verbranding.
Laat daarom gerust een dun laagje as op de
stookbodem liggen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een gietijzeren binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
09-20008-009
13 2
1. Open de deur van het toestel.
2. Gebruik het trekschepje (2) om het ontassingsluik
(1) in de stookbodem te openen.
3. Schuif de overtollige as met het trekschepje door
het ontassingsluik in de aslade (3) eronder.
4. Sluit het ontassingsluikje.
5. Verwijder de aslade met behulp van de
bijgeleverde handschoen en leeg de aslade.
6. Plaats de aslade terug en sluit de deur van het
toestel.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en
stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u
bij nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om
eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op
te lossen.
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de
schoorsteen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de
schoorsteen vegen door een erkend
schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen
controleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de
schoorsteen af met een prop krantenpapier.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
Schoonmaken en ander
regelmatig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vuurvaste
binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Verwijder de vlamplaat boven in het toestel en
maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Controleer de
binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite of chamotte
binnenplaten kunnen haarscheuren gaan
vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op
hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of
scheuren.
Laat het toestel nooit branden zonder de
vuurvaste binnenplaten.
Glas schoonmaken
Goed schoongemaakt glas neemt minder snel vuil op.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder stof en loszittend roet met een droge
doek.
2. Maak het glas schoon met kachelruitenreiniger:
a. Breng kachelruitenreiniger aan op een
keukenspons, wrijf het gehele glasoppervlak in
en laat even inwerken.
b. Verwijder het vuil met een vochtige doek of
keukenpapier.
3. Maak het glas nogmaals schoon met een gewoon
glasreinigingsproduct.
4. Wrijf het glas schoon met een droge doek of
keukenpapier.
Gebruik geen schurende of bijtende producten om
het glas schoon te maken.
Gebruik schoonmaakhandschoenen om uw
handen te beschermen.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Voorkom dat kachelruitreiniger tussen het glas
en de gietijzeren deur loopt.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals
geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en
luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is
bij de vakhandel.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig
worden vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wisselstukken 525CB/535CB
09-20008-004
4
3
5
3
4
1
2
6
7
Pos. Artikelnr. Omschrijving
Aanta-
l
1 03.66536.002 stookbodem 1
2 03.05404.002 ontassingsluik 1
3 03.77506.000 binnenplaat achterkant
links en rechts
2
4 03.77504.100 binnenplaat zijkant
links en rechts
2
5 03.77505.000 vlamplaat 1
6 03.77411.002 vuurkorf 1
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
Bijlage 1: Technische gegevens
Model
525CB/535CB
Nominaal vermogen 8 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 150 mm
Gewicht +/- 120 kg
Aanbevolen brandstof Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 40 cm
Massadebiet van rookgassen 5,4 g/s
Rookgastemperatuur gemeten in de meetsectie 297°C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 353 °C
Minimum trek 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
) 0,09 %
NOx-emissie (13% O
2
) 107 mg/N
CnHm-emissie (13%O
2
) 68 mg/N
Stofemissie 21 mg/N
Stofemissie volgens NS3058-NS3059 3,44 gr/kg
Rendement 80 %
Bijlage 2: Afmetingen
525CB/535CB
09.00267.000
750
215
490
525
320
415
150
Ø100
295
625
150
475
180
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
525CB/535CB - Minimale afstanden in millimeters



























1
2
09-20008-015
*
Beschermde (geïsoleerde) verbindingspijp
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
Let op! Om de toevoer van verbrandingslucht te garanderen moet, wanneer er geen buitenluchtaansluiting
is voorzien, de afstand van de aansluitkraag voor de buitenlucht tot de muur minimaal 20mm zijn. In
voorkomende gevallen kan de aansluitkraag gedemonteerd worden.
525CB/535CB - Afmetingen onbrandbare vloerplaat
A
B B
09-20002-004
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
A (mm) B (mm)
Din 18891 500 300
Duitsland 500 300
Finland 400 100
Noorwegen 300 100
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructiesvoor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruikgekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de
houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen
onvoldoende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet:
minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde
binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet
correct
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de
nabijheid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de
schoorsteen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde
luchtstroom in de schoorsteen door
hoge buitentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de
nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
Index
A
Aanmaakhout 19
Aanmaakvuur 10
Aansluiten
afmetingen 16
Aansluiten op buitenluchtaanvoer 8
Aansluiten op schoorsteen
aan bovenzijde 8
Aansluitkraag schoorsteenaansluiting 8
Aansteken 10
Afdichtingskoord van deur 13
Afmetingen 16
Afwerklaag, onderhoud 13
As verwijderen 12
Aslade
openen 12
B
Beluchting van het vuur 12
Bijvullen van brandstof 12
rookterugslag 19
Binnenplaten
gietijzeren 7
Binnenplaten, vuurvaste
verwijderen 7
Brandbaar materiaal
afstand tot 17
Brandstof
benodigde hoeveelheid 12
bijvullen 11-12
geschikte 9
hout 9
ongeschikte 9
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 17
meubels 6
vloer 6
wanden 6
Buitenluchtaanvoer 5, 8
aansluiting op 9
C
Creosoot 11
D
Demontabele onderdelen 7
Deur
afdichtingskoord 13
openen 7
Draagvermogen van vloer 6
Drogen van hout 9
G
Geschikte brandstof 9
Gewicht 15
Gietijzer
binnenplaten 7
vuurvast 7
Gietijzeren binnenplaten 7
Glas
aanslag 19
schoonmaken 13
H
Hout 9
bewaren 9
drogen 9
geschikte soort 9
nat 9
wil niet doorbranden 19
Houtblokken stapelen 10
K
Kachelruitenreiniger 13
Kap op de schoorsteen 5
Kieren in toestel 13
L
Lak 9
Luchtinlaten 10
Luchtlek 13
Luchtregeling 11
Luchttoevoer regelen 12
M
Mist, niet stoken 12
Muren
brandveiligheid 6
N
Naaldhout 9
Nat hout 9
Nevel, niet stoken 12
Nominaal vermogen 12, 15
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
O
Onderdelen, demontabele 7
Onderhoud
afdichting 13
glas schoonmaken 13
schoorsteen 12
smeren 13
toestel schoonmaken 13
vuurvaste binnenplaten 13
Ongeschikte brandstof 9
Ontassen 12
Ontassingsluik 12
Openen
aslade 12
deur 7
ontassingsluik 12
Opslag van hout 9
P
Plaatsen
afmetingen 16
Primaire luchtinlaat 10
Problemen oplossen 12, 19
R
Rendement 15
Rook
bij eerste gebruik 9
Rookgas
massedebiet 15
temperatuur 15
Rookterugslag 4, 19
Ruiten
aanslag 19
schoonmaken 13
S
Schade 7
Schoonmaken
glas 13
toestel 13
Schoorsteen
aansluitdiameter 15
aansluiting op 9
hoogte 5
onderhoud 12
voorwaarden 4
Schoorsteenaansluiting
bovenzijde 8
Schoorsteenbrand voorkomen 11
Schoorsteenkap 5
Secundaire luchtinlaat 10
Smeren 13
Stof-emissie 15
Stoken 10
brandstof bijvullen 10, 12
onvoldoende warmte 12, 19
toestel brandt te hevig 19
toestel niet goed regelbaar 19
T
Teer 11
Temperatuur 15
Trek 15
Trekschepje voor ontassing 12
U
Uitgaan van vuur 12
V
Vegen van schoorsteen 12
Ventilatie 5
buitenluchtaanvoer aansluiten 8
vuistregel 5
Ventilatierooster 5
Verbrandingsluchtregeling 11
Vermiculite binnenplaten 7
Verwijderen
as 12
vuurvaste binnenplaten 7
Vet voor smering 13
Vloeren
brandveiligheid 6
draagvermogen 6
Vloerkleed 6
Vulhoogte van toestel 11
Vuur
aanmaken 10
doven 12
Vuurvaste binnenplaten
onderhoud 13
verwijderen 7
waarschuwing 9
W
Waarschuwing
brandbare materialen 4
glas gebroken of gebarsten 4, 13
heet oppervlak 4
kachelruitreiniger 13
schoorsteenbrand 4, 9, 11
ventilatie 4-5
verzekeringsvoorwaarden 4
voorschriften 4
vuurvaste binnenplaten 9
Wanden
brandveiligheid 6
Warmte, onvoldoende 12, 19
Weersomstandigheden, niet stoken 12
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
1/108