Dovre 300CB/B de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Inhoudsopgave
Inleiding 3
Conformiteitsverklaring 3
Veiligheid 4
Installatiecondities 4
Algemeen 4
Schoorsteen 4
Ventilatie van de ruimte 5
Vloer en wanden 6
Productbeschrijving 6
Installatie 6
Voorbereiding 6
Poten en asvang monteren 8
Handgreep en bedienings-knop monteren 8
Schoorsteenaansluiting voorbereiden 8
Plaatsen en aansluiten 9
Gebruik 9
Eerste gebruik 9
Brandstof 9
Aanmaken 10
Stoken met hout 10
Regeling verbrandingslucht 11
Doven van het vuur 11
Ontassen 11
Nevel en mist 11
Eventuele problemen 11
Onderhoud 12
Schoorsteen 12
Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud12
Wisselstukken 300CB 13
Bijlage 1: Technische gegevens 14
Bijlage 2: Afmetingen 15
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 18
Bijlage 4: Diagnoseschema 20
Index 21
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
3
Inleiding
Geachte gebruiker,
Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van
DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct.
Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie
energiezuinige en milieuvriendelijke ver-
warmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal
gebruik van zowel convectiewarmte als stra-
lingswarmte.
Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de
modernste productiemiddelen. Mocht er onver-
hoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt
u altijd een beroep doen op de DOVRE service.
Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik
steeds originele onderdelen.
Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woon-
ruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten
op een goedwerkende schoorsteen.
Wij adviseren u het toestel te laten installeren door
een bevoegd installateur.
DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld wor-
den voor problemen of schade door een onjuiste
installatie.
Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschre-
ven veiligheidsvoorschriften in acht worden geno-
men.
In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE ver-
warmingstoestel op een veilige manier installeert,
gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie
of technische gegevens wilt of een installatie-pro-
bleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw
leverancier.
© 2013 DOVRE NV
Conformiteitsverklaring
Notified body: 2013
Hierbij verklaart
Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde,
dat houtkachel 300CB conform EN 13240 gepro-
duceerd wordt.
Weelde 16-04-2013
In het kader van een continue productverbetering, kun-
nen specificaties van het geleverde toestel afwijken
van de beschrijving in deze brochure, zonder voor-
afgaande kennisgeving.
DOVRE N.V.
Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91
B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09
Belg E-mail : info@dovre.be
4
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Veiligheid
Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten
strikt worden nageleefd.
Lees aandachtig de instructies voor installatie,
gebruik en onderhoud die met het toestel zijn
meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik
neemt.
Het toestel moet worden geïnstalleerd over-
eenkomstig de wetgeving en voorschriften van
uw land.
Alle lokale bepalingen en de bepalingen die
betrekking hebben op nationale en Europese
normen moeten worden nageleefd bij het instal-
leren van het toestel.
Laat het toestel bij voorkeur installeren door
een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte
van de geldende bepalingen en voorschriften.
Het toestel is ontworpen voor ver-
warmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclu-
sief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer
heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor
de bediening een 'koude hand' of een hit-
tebestendige handschoen. Zorg voor vol-
doende afscherming als jonge kinderen,
mindervaliden en ouderen zich in de nabijheid
van het toestel bevinden.
Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal
moeten strikt worden aangehouden.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of
andere brandbare materialen bovenop of in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel
geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in
de nabijheid van het toestel.
Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de
betreffende schoorsteen te laten reinigen.
Stook het toestel nooit met open deur.
Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van
het toestel en waarschuw de brandweer.
Als het glas van het toestel is gebroken of
gebarsten, moet dit glas worden vervangen
voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte
waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvol-
doende ventilatie vindt onvolledige verbranding
plaats, waardoor zich giftige gassen in de
ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk
"Installatiecondities" voor meer informatie over
ventilatie.
Installatiecondities
Algemeen
Het toestel moet worden aangesloten op een goed
werkende schoorsteen.
Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische
gegevens".
Informeer bij de brandweer en/of ver-
zekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke
vereisten en voorschriften.
Schoorsteen
De schoorsteen is nodig voor:
Het afvoeren van de verbrandingsgassen door
natuurlijke trek.
De warme lucht in de schoorsteen is lichter
dan de buitenlucht en stijgt daarom.
Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding
van de brandstof in het toestel.
Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het
openen van de deur rookterugslag geven. Schade ont-
staan door rookterugslag is uitgesloten van garantie.
Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook
nog een centraleverwarmingsketel) op
dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nati-
onale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder
geval bij twee aansluitingen dat het hoog-
teverschil tussen de aansluitingen minimaal
200 mm bedraagt.
Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen.
Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een
juiste berekening van de schoorsteen.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
5
De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast
materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal.
De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd
zijn en voldoende trek garanderen.
Een trek/onderdruk van 15-20Pa tijdens nor-
male belasting is ideaal.
De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang
van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Rich-
tingsveranderingen en horizontale stukken ver-
storen de afvoer van verbrandingsgassen en
veroorzaken mogelijk roetophoping.
De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te
voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk
afkoelen waardoor de trek minder wordt.
De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde dia-
meter hebben als de aansluitkraag.
Voor de nominale diameter: zie de bijlage
"Technische gegevens". Als het rookkanaal
goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel
wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie
van de aansluitkraag).
De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet
constant zijn. Verwijdingen en (vooral) ver-
nauwingen verstoren de afvoer van ver-
brandingsgassen.
Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de
schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding
van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de
afvoer van verbrandingsgassen belemmert.
De schoorsteen moet uitmonden in een zone die
niet wordt verstoord door omliggende gebouwen,
vlakbijstaande bomen of andere hindernissen.
Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen moet minimaal 4meter hoog zijn.
Als vuistregel geldt: 60cm boven de nok van het
dak.
Als de nok van het dak meer dan 3meter is ver-
wijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die
in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het
hoogste punt van het dak binnen een afstand van
3meter.
Ventilatie van de ruimte
Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht
(zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare lucht-
inlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel
is geplaatst.
Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige ver-
branding plaats, waardoor zich giftige gassen
in de ruimte kunnen verspreiden.
Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5c/kW
moet zijn. Extra ventilatie is nodig:
Als het toestel in een ruimte staat die goed is geï-
soleerd.
Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal
afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keu-
ken.
U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ven-
tilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen.
Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals
een wasdroger, ander verwarmingstoestel of bad-
kamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer heb-
ben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel
stookt.
6
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Vloer en wanden
De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet vol-
doende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van
het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens".
Bescherm een brandbare vloer door middel van
een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uit-
straling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum,
tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloer-
plaat.
Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel
en brandbare materialen zoals houten wanden
en meubels.
Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg
voor voldoende afstand of afscherming tussen
de aansluitbuis en brandbare materialen.
De vuistregel voor een enkelwandige buis is
een afstand van driemaal de diameter. Als een
bekledingsschelp rond de buis is aangebracht,
is een afstand van eenmaal de diameter toe-
laatbaar.
Een vloerkleed moet minimaal 80cm van het
vuur verwijderd zijn.
Bescherm een brandbare vloer voor de kachel
met behulp van een onbrandbare vloerplaat
tegen eventueel uitvallende assen. De vloer-
plaat moet voldoen aan nationale normen.
Voor de afmetingen van de onbrandbare vloer-
plaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Voor verdere eisen in verband met brand-
veiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar
materiaal".
Productbeschrijving
1
2
5
3
4
6
09-20020-172
1. Rookgasaansluiting
2. Deur
3. Luchtregelingsschuif
4. Asvang
5. Grendel
6. Poot
Kenmerken van het toestel
Het toestel kan aan de zijkant, de achterkant of
aan de bovenkant op de schoorsteen aangesloten
worden.
Voor het toestel zijn opzetstukken met aanduiding
400 - 200 leverbaar, die de functie hebben van een
warmtewisselaar. Zie "Bijlage 2: Afmetingen" voor
de maatvoering van de opzetstukken. Via deze
opzetstukken kan het toestel aan de zijkant of de
bovenkant aangesloten worden.
Installatie
Voorbereiding
Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op
(transport)schade en eventuele gebreken.
Als u (transport)schade of gebreken hebt
geconstateerd, neem het toestel dan niet in
gebruik en stel de leverancier op de hoogte.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
7
Verwijder de demontabele onderdelen (de ver-
miculite binnenplaten, de vlamplaat) uit het toestel
voordat u het toestel gaat installeren.
Door de demontabele onderdelen te ver-
wijderen, kunt u het toestel gemakkelijker ver-
plaatsen en beschadiging voorkomen.
Let bij het verwijderen van demontabele onder-
delen op hun oorspronkelijke positie, om ze
later weer op de juiste plaats te kunnen aan-
brengen.
Binnenplaten verwijderen
Vermiculite binnenplaten zijn licht van gewicht
en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren
de verbrandingskamer zodat de verbranding
beter is. Gietijzeren binnenplaten beschermen
de verbrandingskamer en geven warmte door
aan de omgeving.
Binnenplaten bovenzijde
1. Schuif de binnenplaat aan de bovenzijde van het
toestel naar voren (1); zie volgende figuur.
1
2
3
4
09-20020-175
2. Duw de plaat wat naar boven zodat u de plaat dia-
gonaal kunt kantelen (2).
3. Haal de plaat naar het onderste deel in de ruimte
(3).
4. Verwijder de plaat uit het toestel via de deur-
opening (4).
5. Herhaal de instructies (1) tot en met (4) voor de
twee overige platen.
Binnenplaten zijkanten
1. Schuif van beide zijkanten de voorste binnenplaat
zoveel mogelijk naar voren (1); zie volgende
figuur.
1
2
3
45
09-20020-176
2. Duw de tweede plaat wat naar boven (2) en kantel
deze diagonaal (3) en (4).
3. Verwijder de plaat uit het toestel via de deur-
opening (5).
4. Verwijder de derde plaat op dezelfde manier als de
tweede door de instructiestappen (2) en (3) te her-
halen.
5. Schuif de eerste plaat in de positie van de tweede
en verwijder deze op dezelfde manier.
Vlamplaat (luchttunnelplaat)
1. Haal het achterste deksel weg (1); zie volgende
figuur. U heeft vanaf boven toegang tot de ver-
brandingsruimte.
1
2
3
4
09-20020-177
8
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
2. Schroef de vlamplaat aan de achterzijde los door
de schroef M8 (13mm) los te draaien (2).
3. Til de de vlamplaat aan de achterzijde op.
4. Kantel de vlamplaat (3) en laat deze zakken.
5. Verwijder de plaat uit het toestel via de deur-
opening (4).
Poten en asvang monteren
Monteer de poten aan het toestel; zie volgende figuur.
0
0[
0
09-20020-165
1. Kantel de kachel op de zijkant.
2. Monteer de vier poten aan de bodemplaat met de
sluitringen en de M8 moeren die zich aan de
bodemplaat bevinden.
3. Monteer de asvang onder de bodemplaat onder de
deur met de schroeven M8x12.
4. Zet het toestel rechtop op de gemonteerde poten.
Ondersteun het toestel bij het rechtop zetten
zodat niet alle gewicht op de poten rust.
Handgreep en bedienings-
knop monteren
Bevestig met bijgeleverde schroef M6x20 de hand-
greep (2) aan het verloopstuk en de bedieningsknop
voor de luchtregeling (1) ; zie volgende figuur.
1
2
09-20020-166
Schoorsteenaansluiting voor-
bereiden
Bij het aansluiten van het toestel op de schoorsteen
hebt u de keuze uit aansluiting op de zijkant, de ach-
terkant of aan de bovenkant. Zie de paragraaf "Aan-
sluiten op de zijkant, bovenkant of op de achterkant".
Ook is het mogelijk een aansluiting te maken via het
los te bestellen opzetstuk 400-200, zie de paragraaf
"Aansluiten via de opzetstukken".
Bij levering van het toestel is er geen rook-
gasopening aanwezig.
Afdichtingskit en bevestigingsmaterialen zijn mee-
geleverd.
Aansluiten op de zijkant, bovenkant
of op de achterkant
Maak eerst een keuze voor de zijkant, bovenkant of
de achterkant om het toestel op de schoorsteen aan te
sluiten.
1. Monteer op de gekozen rookgasopening de afsluit-
kraag (300-8) met de twee schroeven en moeren
M8; zie volgende figuur.
2. Breng voor de afdichting (300-7) voldoende afdich-
tingskit aan.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
9
3. Sluit de overige aansluitmogelijkheden met de bij-
geleverde afdichtdeksels en klemplaatjes met
schroeven M6.
4. Breng steeds op het sluitvlak voldoende kit aan.
 
0
0
09-20020-167
Aansluiten via de opzetstukken
Met de opzetstukken 400 en 200 wordt het warm-
tewisselend oppervlak van de kachel vergroot en daar-
mee het rendement verhoogd. Bij gebruik van de
optioneel verkrijgbare opzetstukken kunt u een zij-
aansluiting en een bovenaansluiting maken via het
opzetstuk.
1. Verwijder de deksels die zich aan de de bovenkant
van het toestel bevinden.
2. Plaats het opzetstuk op de onstane openingen.
3. Gebruik de meegeleverde kachelkit voor de afdich-
ting van het opzetstuk en het toestel.
4. Volg verder de instructies in de paragraaf "Aan-
sluiten op de zijkant, bovenkant of de achterkant"
om de rookgasopening te maken en de mee-
geleverde aansluitkraag te monteren.
Plaatsen en aansluiten
1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en water-
pas.
2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoor-
steen.
3. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste
plaats terug in het toestel.
Laat het toestel nooit branden zonder de ver-
miculite binnenplaten.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
Gebruik
Eerste gebruik
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook
het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hit-
tebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook
en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte
waar het toestel staat de ramen en deuren even open.
Brandstof
Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van
natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende
droog.
Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen
leiden tot ernstige schade aan het toestel.
De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat
zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de
schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoor-
steenbrand kan ontstaan:
Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout,
geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex
en spaanplaat.
Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval.
Hout
Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk,
berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam
met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars,
brandt sneller en geeft meer vonken.
Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage
van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout min-
stens 2 jaar zijn gedroogd.
Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers
is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout
droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek
waar de wind vrij spel heeft.
Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte
omdat alle energie gaat zitten in het verdampen
van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de
deur van het toestel en in de schoorsteen. De
waterdamp condenseert in het toestel en kan langs
naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op
de vloer geven. De waterdamp kan ook in de
schoorsteen condenseren en creosoot vormen.
Creosoot is zeer brandbaar en kan schoor-
steenbrand veroorzaken.
10
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Aanmaken
U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek
heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier
aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak
onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in
de kamer komen. Door het toestel op de hier beschre-
ven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem.
1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruis-
lings op elkaar.
2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen aan-
maakhoutjes kruislings op elkaar.
3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag
aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan
volgens de instructies op de verpakking.
4. Sluit de deur van het toestel en zet de luchtschuif
in de deur helemaal open.
5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het
een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna
kunt u een volgende vulling doen en het toestel
gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout".
Stoken met hout
Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt
gevolgd:
1. Open langzaam de deur van het toestel.
2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de
stookvloer.
3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed.
Losse stapeling
Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat
de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken.
Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken.
Compacte stapeling
Bij een compacte stapeling verbrandt het hout lang-
zamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout
kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u
langer wilt stoken.
4. Sluit de deur van het toestel.
5. Regel het vuur met de luchtschuif in de deur.
Vul het toestel voor maximaal de helft.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
11
Regeling verbrandingslucht
Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de lucht-
regeling; zie volgende figuur.
1
2
09-20020-169
De primaire luchtschuif (1) regelt het vuur.
De vlamplaat heeft permanente luchtopeningen (2) die
zorgen voor de naverbranding.
1
09-20020-171
o
= Open
l
= Dicht
Adviezen
Stook nooit met open deur.
Stook het toestel regelmatig flink door.
Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich
in de schoorsteen een afzetting vormen van
teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer
brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te
groot wordt, kan bij een plotselinge hoge
temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan.
Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen
eventuele afzettingen van teer en creosoot.
Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzet-
ten op de ruit en deur van het toestel.
Bij een milde buitentemperatuur is het dus
beter om het toestel een paar uur intens te
laten branden, dan lange tijd laag te stoken.
Regel de luchttoevoer met de luchtschuif in de
deur.
Open de deur altijd voorzichtig.
Direct na het bijvullen de deur sluiten.
Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bij-
vullen is beter dan veel houtblokken tegelijk.
Doven van het vuur
Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uit-
gaan. Als een vuur wordt getemperd door de lucht-
toevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen
vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd
toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als
het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven
worden gesloten.
Ontassen
Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoe-
veelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor
de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat
daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem lig-
gen.
De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet
worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen
achter een vermiculite binnenplaat. Verwijder daarom
regelmatig de overtollige as.
De overtollige as kunt u met een schepje verwijderen.
Nevel en mist
Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen
door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stank-
overlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij
nevel en mist beter niet stoken.
Eventuele problemen
Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om even-
tuele problemen bij het gebruik van het toestel op te
lossen.
12
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Onderhoud
Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het
toestel in goede staat te houden.
Schoorsteen
In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoor-
steen te laten controleren en onderhouden.
Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoor-
steen vegen door een erkend schoorsteenveger.
Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen
lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen con-
troleren op roet.
Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoor-
steen af met een prop krantenpapier.
Schoonmaken en ander regel-
matig onderhoud
Maak het toestel niet schoon wanneer het nog
warm is.
Maak de buitenkant van het toestel schoon met
een droge niet pluizende doek.
Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant
van het toestel goed schoonmaken:
Verwijder eventueel eerst de vermiculite bin-
nenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor
instructies voor het verwijderen en aanbrengen van
binnenplaten.
Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon.
Bij een demontabele vlamplaat: verwijder de vlamp-
laat boven in het toestel en maak deze schoon.
Vuurvaste binnenplaten controleren
De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen
die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculite bin-
nenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken
tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten
regelmatig en vervang ze indien nodig.
Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor
het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten.
De isolerende vermiculite of chamotte bin-
nenplaten kunnen haarscheuren gaan
vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op
hun werking.
Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u
regelmatig as verwijdert die zich mogelijk
erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter
een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan
de plaat de warmte niet meer afgeven aan de
omgeving en kan de plaat vervormen of scheu-
ren.
Laat het toestel nooit branden zonder de vuur-
vaste binnenplaten.
Smeren
Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u
bewegende delen toch regelmatig smeren.
Smeer de bewegende delen (zoals gelei-
dersystemen, scharnierpennen, grendels en lucht-
schuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij
de vakhandel.
Afwerklaag bijwerken
Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een
spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar
is bij uw leverancier.
Afdichting controleren
Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog
goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig wor-
den vervangen.
Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele
kieren dicht met kachelkit.
Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel
aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op
en ontstaat opnieuw een lek.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
13
Wisselstukken 300CB
1
2
09-20020-168
Pos. Artikelnr. Omschrijving Aantal
1 03.77520.000binnenplaat bovenzijde
3
2 03.77521.000binnenplaat zijkant
6
Bijlage 1: Technische gegevens
Model 300CB 340CB 342CB
Nominaal vermogen 9 kW 10 kW 10,5 kW
Schoorsteenaansluiting (diameter) 125 mm 125 mm 125 mm
Gewicht 115 kg 160 kg 180 kg
Aanbevolen brandstof Hout Hout Hout
Kenmerk brandstof, max. lengte 60 cm 60 cm 60 cm
Massadebiet van rookgassen 5,8 g/s 7,0 g/s 7,5 g/s
Temperatuurstijging gemeten in de meetsectie 301 °C 208 °C 196 °C
Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toe-
stel
384 °C 306 °C 280 °C
Minimum trek 12 Pa 12 Pa 12 Pa
CO-emissie (13%O
2
) 0,08 % 0,10 % 0,10 %
NOx-emissie (13% O
2
) 84 mg/N 76 mg/N 82 mg/N
CnHm-emissie (13%O
2
) 52 mg/N 142 mg/N 127 mg/N
Stofemissie 21 mg/N 32 mg/N 27 mg/N
Rendement 79,9 % 83,1 % 83,5 %
14
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
15
Bijlage 2: Afmetingen
300CB
09-20020-174
300CB + 400 = 340CB
09-20020-173
16
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
17
300CB + 400 + 200 = 342CB
09-20020-170
Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal
300CB/340CB/342CB - Minimale afstanden in millimeters
 






















09-20020-178
Brandbaar materiaal
Onbrandbaar materiaal 100 mm
18
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
19
300CB - Afmetingen onbrandbare vloerplaat
A
B B
09-20002-004
Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat
A (mm) B (mm)
Din 18891 500 300
Duitsland 500 300
Finland 400 100
Noorwegen 300 100
Bijlage 4: Diagnoseschema
Probleem
Hout wil niet doorbranden
Geeft onvoldoende warmte
Rookterugslag tijdens het bijvullen
Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar
Aanslag op het glas
mogelijke oorzaak mogelijke oplossing
Onvoldoende trek
Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de
instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een
raam.
Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht.
Afmetingen hout te groot
Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken
met een omtrek van maximaal 30 cm.
Stapeling hout niet correct
Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de hout-
blokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout").
Werking van de schoorsteen onvol-
doende
Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: mini-
maal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde bin-
nenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen
(vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren).
Uitmonding van de schoorsteen niet cor-
rect
Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabij-
heid.
Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig.
Aansluiting van het toestel met de schoor-
steen niet correct
Aansluiting moet hermetisch dicht zijn.
Onderdruk in de ruimte waar het toestel
is geplaatst
Zet afzuigsystemen uit.
Onvoldoende toevoer van verse lucht
Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruikvan de
buitenluchtaansluiting.
Ongunstige weersomstandig-
heden? Inversie (omgekeerde lucht-
stroom in de schoorsteen door hoge bui-
tentemperatuur), extreme
windsnelheden
Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods
een trekkende kap op de schoorsteen.
Tocht in de woonkamer
Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabij-
heid van een deur of verwarmingsluchtkanalen.
Vlammen raken het glas
Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire
luchtinlaat verder dicht.
Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel.
20
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
21
Index
A
Aanmaakhout 20
Aanmaakvuur 10
Aansluiten
achterkant 8
afmetingen 15
bovenkant 8
zijkant 8
Aansteken 10
Afdichtingskoord van deur 12
Afmetingen 15
Afwerklaag, onderhoud 12
As verwijderen 11
B
Beluchting van het vuur 11
Bijvullen van brandstof 11
rookterugslag 20
Binnenplaten
gietijzeren 7
vermiculite 7
vuurvast 9
Brandbaar materiaal
afstand tot 18
Brandstof
benodigde hoeveelheid 11
bijvullen 10-11
geschikte 9
hout 9
ongeschikte 9
Brandveiligheid
afstand tot brandbaar materiaal 18
meubels 6
vloer 6
wanden 6
C
Creosoot 11
D
Deur
afdichtingskoord 12
Draagvermogen van vloer 6
Drogen van hout 9
G
Geschikte brandstof 9
Gewicht 14
Gietijzer
binnenplaten 7
vuurvast 7
Glas
aanslag 20
H
Handgreep
monteren 8
Handgreephouder
monteren 8
Hout 9
bewaren 9
drogen 9
geschikte soort 9
nat 9
wil niet doorbranden 20
Houtblokken stapelen 10
K
Kap op de schoorsteen 5
Kieren in toestel 12
Koude hand
monteren 8
L
Lak 9
Luchtlek 12
Luchtregeling 11
Luchttoevoer regelen 11
M
Mist, niet stoken 11
Muren
brandveiligheid 6
N
Naaldhout 9
Nat hout 9
Nevel, niet stoken 11
Nominaal vermogen 11, 14
O
Onderhoud
afdichting 12
schoorsteen 12
smeren 12
toestel schoonmaken 12
vuurvaste binnenplaten 12
Ongeschikte brandstof 9
Ontassen 11
Opslag van hout 9
Opzetstuk
warmtewisselaar 6
Opzetstukken 400-200 9
P
Plaatsen
afmetingen 15
Poten
montage 8
Problemen oplossen 11, 20
R
Rendement 14
Rook
bij eerste gebruik 9
Rookgas
massedebiet 14
Rookterugslag 4, 20
Ruiten
aanslag 20
S
Schoonmaken
toestel 12
Schoorsteen
aansluitdiameter 14
aansluiting op 9
hoogte 5
onderhoud 12
voorwaarden 5
Schoorsteenbrand voorkomen 11
Schoorsteenkap 5
Smeren 12
Stof-emissie 14
Stoken 10
brandstof bijvullen 10-11
onvoldoende warmte 11, 20
toestel brandt te hevig 20
toestel niet goed regelbaar 20
T
Teer 11
Temperatuur 14
Temperatuurstijging
meetsectie 14
Trek 14
U
Uitgaan van vuur 11
V
Vegen van schoorsteen 12
Ventilatie 5
vuistregel 5
Ventilatierooster 5
Verbrandingsluchtregeling 11
Vermiculite
vuurvast 7
Vermiculiten binnenplaten
waarschuwing 9
Verwijderen
as 11
Vet voor smering 12
Vloeren
brandveiligheid 6
draagvermogen 6
Vloerkleed 6
Vulhoogte van toestel 10
Vuur
aanmaken 10
doven 11
Vuurvaste binnenplaten 9
onderhoud 12
W
Waarschuwing
brandbare materialen 4
glas gebroken of gebarsten 4
heet oppervlak 4
schoorsteenbrand 4, 9, 11
ventilatie 4-5
vermiculite binnenplaten 9
verzekeringsvoorwaarden 4
voorschriften 4
Wanden
brandveiligheid 6
Warmte, onvoldoende 11, 20
Warmtewisselaar 9
opzetstuk 6
Weersomstandigheden, niet stoken 11
22
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Inleiding 3 Conformiteitsverklaring 3 Veiligheid 4 Installatiecondities 4 Algemeen Schoorsteen Ventilatie van de ruimte Vloer en wanden Productbeschrijving Installatie Voorbereiding Poten en asvang monteren Handgreep en bedienings-knop monteren Schoorsteenaansluiting voorbereiden Plaatsen en aansluiten Gebruik Eerste gebruik Brandstof Aanmaken Stoken met hout Regeling verbrandingslucht Doven van het vuur Ontassen Nevel en mist Eventuele problemen Onderhoud 4 4 5 6 6 6 6 8 8 8 9 9 9 9 10 10 11 11 11 11 11 12 Schoorsteen 12 Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud12 Wisselstukken 300CB 13 2 Bijlage 1: Technische gegevens 14 Bijlage 2: Afmetingen 15 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 18 Bijlage 4: Diagnoseschema 20 Index 21 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Inleiding Conformiteitsverklaring Geachte gebruiker, Met de aankoop van dit verwarmingstoestel van DOVRE heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct. Dit product maakt deel uit van een nieuwe generatie energiezuinige en milieuvriendelijke verwarmingstoestellen. Deze toestellen maken optimaal gebruik van zowel convectiewarmte als stralingswarmte. Uw DOVRE toestel is geproduceerd met de modernste productiemiddelen. Mocht er onverhoopt toch iets mankeren aan uw toestel, dan kunt u altijd een beroep doen op de DOVRE service. Het toestel mag niet gewijzigd worden; gebruik steeds originele onderdelen. Het toestel is bedoeld voor plaatsing in een woonruimte. Het moet hermetisch worden aangesloten op een goedwerkende schoorsteen. Wij adviseren u het toestel te laten installeren door een bevoegd installateur. Notified body: 2013 Hierbij verklaart Dovre nv, Nijverheidsstraat 18 B-2381 Weelde, dat houtkachel 300CB conform EN 13240 geproduceerd wordt. Weelde 16-04-2013 DOVRE kan niet aansprakelijk worden gesteld worden voor problemen of schade door een onjuiste installatie. Bij installatie en gebruik moeten de hierna beschreven veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. In deze handleiding leest u hoe u het DOVRE verwarmingstoestel op een veilige manier installeert, gebruikt en onderhoudt. Als u aanvullende informatie of technische gegevens wilt of een installatie-probleem heeft, neemt u dan eerst contact op met uw leverancier. © 2013 DOVRE NV In het kader van een continue productverbetering, kunnen specificaties van het geleverde toestel afwijken van de beschrijving in deze brochure, zonder voorafgaande kennisgeving. DOVRE N.V. Nijverheidsstraat 18 Tel : +32 (0) 14 65 91 91 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden B-2381 Weelde Fax : +32 (0) 14 65 90 09 België E-mail : [email protected] 3 Veiligheid Let op! Alle veiligheidsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd. Lees aandachtig de instructies voor installatie, gebruik en onderhoud die met het toestel zijn meegeleverd, voordat u het toestel in gebruik neemt. Het toestel moet worden geïnstalleerd overeenkomstig de wetgeving en voorschriften van uw land. Alle lokale bepalingen en de bepalingen die betrekking hebben op nationale en Europese normen moeten worden nageleefd bij het installeren van het toestel. Laat het toestel bij voorkeur installeren door een bevoegd installateur. Deze is op de hoogte van de geldende bepalingen en voorschriften. Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Alle oppervlaktes, inclusief het glas en de aansluitbuis kunnen zeer heet worden (meer dan 100°C)! Gebruik voor de bediening een 'koude hand' of een hittebestendige handschoen. Zorg voor voldoende afscherming als jonge kinderen, mindervaliden en ouderen zich in de nabijheid van het toestel bevinden. Veiligheidsafstanden tot brandbaar materiaal moeten strikt worden aangehouden. Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed of andere brandbare materialen bovenop of in de nabijheid van het toestel. Gebruik tijdens het gebruik van uw toestel geen licht ontvlambare of explosieve stoffen in de nabijheid van het toestel. Voorkom schoorsteenbrand door regelmatig de betreffende schoorsteen te laten reinigen. Stook het toestel nooit met open deur. Bij schoorsteenbrand: sluit de luchtinlaten van het toestel en waarschuw de brandweer. Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte waar het toestel wordt geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Zie het hoofdstuk "Installatiecondities" voor meer informatie over ventilatie. Installatiecondities Algemeen Het toestel moet worden aangesloten op een goed werkende schoorsteen. Voor de aansluitmaten: zie de bijlage "Technische gegevens". Informeer bij de brandweer en/of verzekeringsmaatschappij naar eventuele specifieke vereisten en voorschriften. Schoorsteen De schoorsteen is nodig voor: Het afvoeren van de verbrandingsgassen door natuurlijke trek. De warme lucht in de schoorsteen is lichter dan de buitenlucht en stijgt daarom. Het aanzuigen van lucht, nodig voor de verbranding van de brandstof in het toestel. Een niet goed werkende schoorsteen kan tijdens het openen van de deur rookterugslag geven. Schade ontstaan door rookterugslag is uitgesloten van garantie. Sluit niet meerdere toestellen (bijvoorbeeld ook nog een centraleverwarmingsketel) op dezelfde schoorsteen aan, tenzij lokale of nationale regelgeving hierin voorziet. Zorg in ieder geval bij twee aansluitingen dat het hoogteverschil tussen de aansluitingen minimaal 200 mm bedraagt. Vraag uw installateur om advies over de schoorsteen. Raadpleeg de Europese norm EN13384 voor een juiste berekening van de schoorsteen. Als het glas van het toestel is gebroken of gebarsten, moet dit glas worden vervangen voordat u het toestel opnieuw in gebruik neemt. 4 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden De schoorsteen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: De schoorsteen moet gemaakt zijn van vuurvast materiaal, bij voorkeur keramiek of roestvrij staal. De schoorsteen moet luchtdicht en goed gereinigd zijn en voldoende trek garanderen. Een trek/onderdruk van 15 - 20 Pa tijdens normale belasting is ideaal. De schoorsteen moet - vertrekkend van de uitgang van het toestel - zo verticaal mogelijk lopen. Richtingsveranderingen en horizontale stukken verstoren de afvoer van verbrandingsgassen en veroorzaken mogelijk roetophoping. De binnenmaten mogen niet te groot zijn, om te voorkomen dat de verbrandingsgassen te sterk afkoelen waardoor de trek minder wordt. De schoorsteen moet bij voorkeur dezelfde diameter hebben als de aansluitkraag. Voor de nominale diameter: zie de bijlage "Technische gegevens". Als het rookkanaal goed is geïsoleerd, kan de diameter eventueel wat groter zijn (maximaal tweemaal de sectie van de aansluitkraag). De sectie (oppervlakte) van het rookkanaal moet constant zijn. Verwijdingen en (vooral) vernauwingen verstoren de afvoer van verbrandingsgassen. Bij toepassing van een regenkap/afvoerkap op de schoorsteen: let erop dat de kap niet de uitmonding van de schoorsteen vernauwt en dat de kap niet de afvoer van verbrandingsgassen belemmert. De schoorsteen moet uitmonden in een zone die niet wordt verstoord door omliggende gebouwen, vlakbijstaande bomen of andere hindernissen. Ventilatie van de ruimte Voor een goede verbranding heeft het toestel lucht (zuurstof) nodig. Die lucht wordt via regelbare luchtinlaten aangevoerd vanuit de ruimte waar het toestel is geplaatst. Bij onvoldoende ventilatie vindt onvolledige verbranding plaats, waardoor zich giftige gassen in de ruimte kunnen verspreiden. Een vuistregel is dat de luchttoevoer 5,5 cm²/kW moet zijn. Extra ventilatie is nodig: Als het toestel in een ruimte staat die goed is geïsoleerd. Als er mechanische ventilatie is, bv een centraal afzuigsysteem of een afzuigkap in een open keuken. U kunt voor extra ventilatie zorgen door een ventilatierooster in de buitenmuur te laten plaatsen. Zorg dat andere luchtverbruikende apparaten (zoals een wasdroger, ander verwarmingstoestel of badkamerventilator) een eigen buitenluchtaanvoer hebben, of zijn uitgeschakeld wanneer u het toestel stookt. Het schoorsteengedeelte buiten de woning moet geïsoleerd zijn. De schoorsteen moet minimaal 4 meter hoog zijn. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het dak. Als de nok van het dak meer dan 3 meter is verwijderd van de schoorsteen: houd de maten aan die in de volgende figuur zijn aangegeven. A = het hoogste punt van het dak binnen een afstand van 3 meter. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 5 Vloer en wanden De vloer waarop het toestel wordt geplaatst, moet voldoende draagvermogen hebben. Voor het gewicht van het toestel: zie de bijlage "Technische gegevens". Productbeschrijving 1 2 Bescherm een brandbare vloer door middel van een onbrandbare vloerplaat tegen warmte-uitstraling. Zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 3 Verwijder brandbaar materiaal zoals linoleum, tapijt, enzovoorts onder de onbrandbare vloerplaat. 4 5 Zorg voor voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten wanden en meubels. Ook de aansluitbuis straalt warmte uit. Zorg voor voldoende afstand of afscherming tussen de aansluitbuis en brandbare materialen. De vuistregel voor een enkelwandige buis is een afstand van driemaal de diameter. Als een bekledingsschelp rond de buis is aangebracht, is een afstand van eenmaal de diameter toelaatbaar. Een vloerkleed moet minimaal 80 cm van het vuur verwijderd zijn. Bescherm een brandbare vloer voor de kachel met behulp van een onbrandbare vloerplaat tegen eventueel uitvallende assen. De vloerplaat moet voldoen aan nationale normen. Voor de afmetingen van de onbrandbare vloerplaat: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". Voor verdere eisen in verband met brandveiligheid: zie de bijlage "Afstand tot brandbaar materiaal". 6 09-20020-172 1. Rookgasaansluiting 2. Deur 3. Luchtregelingsschuif 4. Asvang 5. Grendel 6. Poot Kenmerken van het toestel Het toestel kan aan de zijkant, de achterkant of aan de bovenkant op de schoorsteen aangesloten worden. Voor het toestel zijn opzetstukken met aanduiding 400 - 200 leverbaar, die de functie hebben van een warmtewisselaar. Zie "Bijlage 2: Afmetingen" voor de maatvoering van de opzetstukken. Via deze opzetstukken kan het toestel aan de zijkant of de bovenkant aangesloten worden. Installatie Voorbereiding Controleer het toestel onmiddellijk bij ontvangst op (transport)schade en eventuele gebreken. Als u (transport)schade of gebreken hebt geconstateerd, neem het toestel dan niet in gebruik en stel de leverancier op de hoogte. 6 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Verwijder de demontabele onderdelen (de vermiculite binnenplaten, de vlamplaat) uit het toestel voordat u het toestel gaat installeren. 1. Schuif van beide zijkanten de voorste binnenplaat zoveel mogelijk naar voren (1); zie volgende figuur. Door de demontabele onderdelen te verwijderen, kunt u het toestel gemakkelijker verplaatsen en beschadiging voorkomen. Let bij het verwijderen van demontabele onderdelen op hun oorspronkelijke positie, om ze later weer op de juiste plaats te kunnen aanbrengen. Binnenplaten verwijderen Vermiculite binnenplaten zijn licht van gewicht en bij levering meestal okerkleurig. Zij isoleren de verbrandingskamer zodat de verbranding beter is. Gietijzeren binnenplaten beschermen de verbrandingskamer en geven warmte door aan de omgeving. Binnenplaten bovenzijde 1. Schuif de binnenplaat aan de bovenzijde van het toestel naar voren (1); zie volgende figuur. 2 1 5 2 4 3 09-20020-176 2. Duw de tweede plaat wat naar boven (2) en kantel deze diagonaal (3) en (4). 3. Verwijder de plaat uit het toestel via de deuropening (5). 4. Verwijder de derde plaat op dezelfde manier als de tweede door de instructiestappen (2) en (3) te herhalen. 5. Schuif de eerste plaat in de positie van de tweede en verwijder deze op dezelfde manier. 1 Vlamplaat (luchttunnelplaat) 1. Haal het achterste deksel weg (1); zie volgende figuur. U heeft vanaf boven toegang tot de verbrandingsruimte. 4 3 1 09-20020-175 3 2. Duw de plaat wat naar boven zodat u de plaat diagonaal kunt kantelen (2). 2 3. Haal de plaat naar het onderste deel in de ruimte (3). 4. Verwijder de plaat uit het toestel via de deuropening (4). 5. Herhaal de instructies (1) tot en met (4) voor de twee overige platen. 4 09-20020-177 Binnenplaten zijkanten Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 7 2. Schroef de vlamplaat aan de achterzijde los door de schroef M8 (13mm) los te draaien (2). 3. Til de de vlamplaat aan de achterzijde op. 4. Kantel de vlamplaat (3) en laat deze zakken. 5. Verwijder de plaat uit het toestel via de deuropening (4). Handgreep en bedieningsknop monteren Bevestig met bijgeleverde schroef M6x20 de handgreep (2) aan het verloopstuk en de bedieningsknop voor de luchtregeling (1) ; zie volgende figuur. Poten en asvang monteren Monteer de poten aan het toestel; zie volgende figuur. 1 2 0[ 09-20020-166 0 0 09-20020-165 1. Kantel de kachel op de zijkant. 2. Monteer de vier poten aan de bodemplaat met de sluitringen en de M8 moeren die zich aan de bodemplaat bevinden. 3. Monteer de asvang onder de bodemplaat onder de deur met de schroeven M8x12. 4. Zet het toestel rechtop op de gemonteerde poten. Ondersteun het toestel bij het rechtop zetten zodat niet alle gewicht op de poten rust. Schoorsteenaansluiting voorbereiden Bij het aansluiten van het toestel op de schoorsteen hebt u de keuze uit aansluiting op de zijkant, de achterkant of aan de bovenkant. Zie de paragraaf "Aansluiten op de zijkant, bovenkant of op de achterkant". Ook is het mogelijk een aansluiting te maken via het los te bestellen opzetstuk 400-200, zie de paragraaf "Aansluiten via de opzetstukken". Bij levering van het toestel is er geen rookgasopening aanwezig. Afdichtingskit en bevestigingsmaterialen zijn meegeleverd. Aansluiten op de zijkant, bovenkant of op de achterkant Maak eerst een keuze voor de zijkant, bovenkant of de achterkant om het toestel op de schoorsteen aan te sluiten. 1. Monteer op de gekozen rookgasopening de afsluitkraag (300-8) met de twee schroeven en moeren M8; zie volgende figuur. 2. Breng voor de afdichting (300-7) voldoende afdichtingskit aan. 8 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 3. Sluit de overige aansluitmogelijkheden met de bijgeleverde afdichtdeksels en klemplaatjes met schroeven M6. 4. Breng steeds op het sluitvlak voldoende kit aan. 0   0 Gebruik Eerste gebruik Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, stook het dan enkele uren flink door. Hierdoor zal de hittebestendige lak uitharden. Hierbij kan wel wat rook en geurhinder ontstaan. Zet eventueel in de ruimte waar het toestel staat de ramen en deuren even open. Brandstof Dit toestel is alleen geschikt voor het stoken van natuurlijk hout; gezaagd en gekloofd en voldoende droog. Gebruik geen andere brandstoffen, want die kunnen leiden tot ernstige schade aan het toestel. 09-20020-167 Aansluiten via de opzetstukken Met de opzetstukken 400 en 200 wordt het warmtewisselend oppervlak van de kachel vergroot en daarmee het rendement verhoogd. Bij gebruik van de optioneel verkrijgbare opzetstukken kunt u een zijaansluiting en een bovenaansluiting maken via het opzetstuk. 1. Verwijder de deksels die zich aan de de bovenkant van het toestel bevinden. 2. Plaats het opzetstuk op de onstane openingen. 3. Gebruik de meegeleverde kachelkit voor de afdichting van het opzetstuk en het toestel. 4. Volg verder de instructies in de paragraaf "Aansluiten op de zijkant, bovenkant of de achterkant" om de rookgasopening te maken en de meegeleverde aansluitkraag te monteren. Plaatsen en aansluiten 1. Zet het toestel op de juiste plaats, vlak en waterpas. 2. Sluit het toestel hermetisch aan op de schoorsteen. 3. Plaats alle gedemonteerde onderdelen op de juiste plaats terug in het toestel. Laat het toestel nooit branden zonder de vermiculite binnenplaten. De volgende brandstoffen mag u niet gebruiken omdat zij het milieu vervuilen, en omdat zij het toestel en de schoorsteen sterk vervuilen waardoor schoorsteenbrand kan ontstaan: Behandeld hout, zoals sloophout, geverfd hout, geïmpregneerd hout, verduurzaamd hout, multiplex en spaanplaat. Kunststof, oud papier en huishoudelijk afval. Hout Gebruik bij voorkeur hard loofhout zoals eik, beuk, berk en fruitbomenhout. Dit hout brandt langzaam met rustige vlammen. Naaldhout bevat meer hars, brandt sneller en geeft meer vonken. Gebruik gedroogd hout met een vochtpercentage van maximaal 20%. Hiervoor moet het hout minstens 2 jaar zijn gedroogd. Zaag het hout op maat en klief het als het nog vers is. Vers hout klieft gemakkelijker en gekloven hout droogt beter. Bewaar het hout onder een afdek waar de wind vrij spel heeft. Gebruik geen nat hout. Nat hout geeft geen warmte omdat alle energie gaat zitten in het verdampen van vocht. Dit geeft veel rook en roetaanslag op de deur van het toestel en in de schoorsteen. De waterdamp condenseert in het toestel en kan langs naden uit het toestel lekken en zwarte vlekken op de vloer geven. De waterdamp kan ook in de schoorsteen condenseren en creosoot vormen. Creosoot is zeer brandbaar en kan schoorsteenbrand veroorzaken. Het toestel is nu klaar voor gebruik. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 9 Aanmaken Losse stapeling U kunt controleren of de schoorsteen voldoende trek heeft door boven de vlamplaat een prop krantenpapier aan te steken. Bij een koude schoorsteen is er vaak onvoldoende trek in de schoorsteen en kan er rook in de kamer komen. Door het toestel op de hier beschreven manier aan te maken, voorkomt u dit probleem. 1. Stapel twee lagen middelgrote houtblokken kruislings op elkaar. 2. Stapel bovenop de houtblokken twee lagen aanmaakhoutjes kruislings op elkaar. 3. Leg een aanmaakblokje tussen de onderste laag aanmaakhoutjes en steek het aanmaakblokje aan volgens de instructies op de verpakking. Bij een losse stapeling verbrandt het hout vlug omdat de zuurstof elk stuk hout gemakkelijk kan bereiken. Gebruik een losse stapeling als u kort wilt stoken. Compacte stapeling 4. Sluit de deur van het toestel en zet de luchtschuif in de deur helemaal open. 5. Laat het aanmaakvuur flink doorbranden totdat het een gloeiend houtskoolbed is geworden. Hierna kunt u een volgende vulling doen en het toestel gaan regelen; zie de paragraaf "Stoken met hout". Stoken met hout Nadat u de instructies voor het aanmaken hebt gevolgd: Bij een compacte stapeling verbrandt het hout langzamer omdat de zuurstof maar enkele stukken hout kan bereiken. Gebruik een compacte stapeling als u langer wilt stoken. 4. Sluit de deur van het toestel. 1. Open langzaam de deur van het toestel. 2. Verdeel het houtskoolbed gelijkmatig over de stookvloer. 5. Regel het vuur met de luchtschuif in de deur. Vul het toestel voor maximaal de helft. 3. Stapel enkele houtblokken op het houtskoolbed. 10 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Regeling verbrandingslucht Het toestel heeft diverse voorzieningen voor de luchtregeling; zie volgende figuur. temperatuur een schoorsteenbrand ontstaan. Door regelmatig flink doorstoken, verdwijnen eventuele afzettingen van teer en creosoot. Daarnaast kan zich bij te laag stoken teer afzetten op de ruit en deur van het toestel. Bij een milde buitentemperatuur is het dus beter om het toestel een paar uur intens te laten branden, dan lange tijd laag te stoken. Regel de luchttoevoer met de luchtschuif in de deur. Open de deur altijd voorzichtig. 2 Direct na het bijvullen de deur sluiten. 1 09-20020-169 De primaire luchtschuif (1) regelt het vuur. De vlamplaat heeft permanente luchtopeningen (2) die zorgen voor de naverbranding. Regelmatig een kleine hoeveelheid houtblokken bijvullen is beter dan veel houtblokken tegelijk. Doven van het vuur Vul geen brandstof bij en laat de kachel gewoon uitgaan. Als een vuur wordt getemperd door de luchttoevoer te verminderen, komen schadelijke stoffen vrij. Laat daarom het vuur vanzelf uitbranden. Houd toezicht op het vuur totdat het goed is gedoofd. Als het vuur volledig is gedoofd kunnen alle luchtschuiven worden gesloten. Ontassen Na het stoken van hout blijft een relatief kleine hoeveelheid as over. Dit asbed is een goede isolator voor de stookbodem en geeft een betere verbranding. Laat daarom gerust een dun laagje as op de stookbodem liggen. 1 09-20020-171 De luchttoevoer door de stookbodem mag echter niet worden belemmerd en er mag zich geen as ophopen achter een vermiculite binnenplaat. Verwijder daarom regelmatig de overtollige as. De overtollige as kunt u met een schepje verwijderen. o = Open l = Dicht Adviezen Stook nooit met open deur. Stook het toestel regelmatig flink door. Als u langdurig op lage stand stookt, kan zich in de schoorsteen een afzetting vormen van teer en creosoot. Teer en creosoot zijn zeer brandbaar. Als de afzetting van deze stoffen te groot wordt, kan bij een plotselinge hoge Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Nevel en mist Nevel en mist belemmeren de afvoer van rookgassen door de schoorsteen. Rook kan neerslaan en stankoverlast geven. Als het niet echt nodig is, kunt u bij nevel en mist beter niet stoken. Eventuele problemen Raadpleeg de bijlage "Diagnoseschema" om eventuele problemen bij het gebruik van het toestel op te lossen. 11 Onderhoud vertonen, maar dat heeft geen nadelig effect op hun werking. Volg de onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk om het toestel in goede staat te houden. Gietijzeren binnenplaten gaan lang mee als u regelmatig as verwijdert die zich mogelijk erachter ophoopt. Als opgehoopte as achter een gietijzeren plaat niet wordt verwijderd, kan de plaat de warmte niet meer afgeven aan de omgeving en kan de plaat vervormen of scheuren. Schoorsteen In veel landen bent u wettelijk verplicht de schoorsteen te laten controleren en onderhouden. Aan het begin van het stookseizoen: laat de schoorsteen vegen door een erkend schoorsteenveger. Tijdens het stookseizoen en nadat de schoorsteen lange tijd niet is gebruikt: laat de schoorsteen controleren op roet. Na afloop van het stookseizoen: sluit de schoorsteen af met een prop krantenpapier. Schoonmaken en ander regelmatig onderhoud Maak het toestel niet schoon wanneer het nog warm is. Maak de buitenkant van het toestel schoon met een droge niet pluizende doek. Na afloop van het stookseizoen kunt u de binnenkant van het toestel goed schoonmaken: Verwijder eventueel eerst de vermiculite binnenplaten. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. Maak eventueel de luchtaanvoerkanalen schoon. Bij een demontabele vlamplaat: verwijder de vlamplaat boven in het toestel en maak deze schoon. Laat het toestel nooit branden zonder de vuurvaste binnenplaten. Smeren Hoewel gietijzer enigszins zelfsmerend is, moet u bewegende delen toch regelmatig smeren. Smeer de bewegende delen (zoals geleidersystemen, scharnierpennen, grendels en luchtschuiven) met hittevast vet dat verkrijgbaar is bij de vakhandel. Afwerklaag bijwerken Kleine lakbeschadigingen kunt u bijwerken met een spuitbus speciaal hittebestendige lak die verkrijgbaar is bij uw leverancier. Afdichting controleren Controleer of het afdichtingskoord van de deur nog goed afsluit. Afdichtkoord verslijt en moet tijdig worden vervangen. Controleer het toestel op luchtlekken. Kit eventuele kieren dicht met kachelkit. Laat de kit goed uitharden voordat u het toestel aanmaakt, anders blaast het vocht in de kit op en ontstaat opnieuw een lek. Vuurvaste binnenplaten controleren De vuurvaste binnenplaten zijn verbruiksonderdelen die aan slijtage onderhevig zijn. Vermiculite binnenplaten zijn kwetsbaar. Stoot niet met houtblokken tegen de binnenplaten. Controleer de binnenplaten regelmatig en vervang ze indien nodig. Zie het hoofdstuk "Installatie" voor instructies voor het verwijderen en aanbrengen van binnenplaten. De isolerende vermiculite of chamotte binnenplaten kunnen haarscheuren gaan 12 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Wisselstukken 300CB 1 2 09-20020-168 Pos. Artikelnr. 1 2 Omschrijving 03.77520.000 binnenplaat bovenzijde 03.77521.000 binnenplaat zijkant Aantal 3 6 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 13 Bijlage 1: Technische gegevens Model 300CB 340CB 342CB Nominaal vermogen 9 kW 10 kW 10,5 kW Schoorsteenaansluiting (diameter) 125 mm 125 mm 125 mm Gewicht 115 kg 160 kg 180 kg Aanbevolen brandstof Hout Hout Hout Kenmerk brandstof, max. lengte 60 cm 60 cm 60 cm Massadebiet van rookgassen 5,8 g/s 7,0 g/s 7,5 g/s Temperatuurstijging gemeten in de meetsectie 301 °C 208 °C 196 °C Temperatuur gemeten aan de uitgang van het toestel 384 °C 306 °C 280 °C Minimum trek 12 Pa 12 Pa 12 Pa CO-emissie (13%O2) 0,08 % 0,10 % 0,10 % NOx-emissie (13% O2) 84 mg/Nm³ 76 mg/Nm³ 82 mg/Nm³ CnHm-emissie (13%O2) 52 mg/Nm³ 142 mg/Nm³ 127 mg/Nm³ Stofemissie 21 mg/Nm³ 32 mg/Nm³ 27 mg/Nm³ Rendement 79,9 % 83,1 % 83,5 % 14 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Bijlage 2: Afmetingen 300CB 09-20020-174 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 15 300CB + 400 = 340CB 09-20020-173 16 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 300CB + 400 + 200 = 342CB 09-20020-170 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 17 Bijlage 3: Afstand tot brandbaar materiaal 300CB/340CB/342CB - Minimale afstanden in millimeters                          09-20020-178 Brandbaar materiaal Onbrandbaar materiaal 100 mm 18 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 300CB - Afmetingen onbrandbare vloerplaat B A B 09-20002-004 Minimale afmetingen onbrandbare vloerplaat A (mm) B (mm) Din 18891 500 300 Duitsland 500 300 Finland 400 100 Noorwegen 300 100 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 19 Bijlage 4: Diagnoseschema Probleem Hout wil niet doorbranden Geeft onvoldoende warmte Rookterugslag tijdens het bijvullen Toestel brandt te hevig, niet goed regelbaar Aanslag op het glas mogelijke oorzaak mogelijke oplossing Onvoldoende trek Een koude schoorsteen creëert vaak onvoldoende trek. Volg de instructies voor het aanmaken in het hoofdstuk "Gebruik"; open een raam. Hout te vochtig Gebruik hout met maximaal 20% vocht. Afmetingen hout te groot Gebruik kleine stukjes aanmaakhout. Gebruik gekloven houtblokken met een omtrek van maximaal 30 cm. Stapeling hout niet correct Stapel het hout zodanig dat er voldoende lucht tussen de houtblokken kan stromen (losse stapeling, zie "Stoken met hout"). Werking van de schoorsteen onvoldoende Controleer of de schoorsteen aan de voorwaarden voldoet: minimaal 4 meter hoog, juiste diameter, goed geïsoleerd, gladde binnenzijde, niet te veel bochten, geen obstructies in de schoorsteen (vogelnest, te veel roetafzetting), hermetisch dicht (geen kieren). Uitmonding van de schoorsteen niet correct Voldoende hoog boven het dakvlak, geen obstructies in de nabijheid. Instelling van de luchtinlaten niet correct Open de luchtinlaten volledig. Aansluiting van het toestel met de schoorAansluiting moet hermetisch dicht zijn. steen niet correct 20 Onderdruk in de ruimte waar het toestel is geplaatst Zet afzuigsystemen uit. Onvoldoende toevoer van verse lucht Zorg voor voldoende luchttoevoer, maak desnoods gebruik van de buitenluchtaansluiting. Ongunstige weersomstandigheden? Inversie (omgekeerde luchtstroom in de schoorsteen door hoge buitentemperatuur), extreme windsnelheden Bij inversie is gebruik van het toestel af te raden. Plaats desnoods een trekkende kap op de schoorsteen. Tocht in de woonkamer Voorkom tocht in de woonkamer; plaats het toestel niet in de nabijheid van een deur of verwarmingsluchtkanalen. Vlammen raken het glas Zorg dat het hout niet te dicht tegen het glas ligt. Schuif de primaire luchtinlaat verder dicht. Toestel lekt lucht Controleer de afdichtingen van de deur en de naden van het toestel. Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden Index Gewicht Gietijzer binnenplaten vuurvast A Aanmaakhout 20 Aanmaakvuur 10 Aansluiten achterkant afmetingen bovenkant zijkant 8 15 8 8 Aansteken 10 Afdichtingskoord van deur 12 Afmetingen 15 Afwerklaag, onderhoud 12 As verwijderen 11 B Beluchting van het vuur 11 Bijvullen van brandstof rookterugslag 11 20 Binnenplaten gietijzeren vermiculite vuurvast 7 7 9 Brandbaar materiaal afstand tot 7 7 Glas aanslag 20 H Handgreep monteren 8 Handgreephouder monteren 8 Hout bewaren drogen geschikte soort nat wil niet doorbranden 9 9 9 9 9 20 Houtblokken stapelen 10 K Kap op de schoorsteen 5 Kieren in toestel 12 Koude hand monteren 8 L 18 Brandstof benodigde hoeveelheid bijvullen geschikte hout ongeschikte Brandveiligheid afstand tot brandbaar materiaal meubels vloer wanden 11 10-11 9 9 9 18 6 6 6 C Creosoot 11 D Deur afdichtingskoord Lak 9 Luchtlek 12 Luchtregeling 11 Luchttoevoer regelen 11 M Mist, niet stoken 11 Muren brandveiligheid 6 N Naaldhout 9 Nat hout 9 Nevel, niet stoken 11 Nominaal vermogen 6 Drogen van hout 9 G 11, 14 O 12 Draagvermogen van vloer Geschikte brandstof 14 Onderhoud afdichting schoorsteen smeren 12 12 12 9 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden 21 toestel schoonmaken vuurvaste binnenplaten Ongeschikte brandstof 12 12 9 Ontassen Temperatuurstijging meetsectie 14 Trek 14 11 Opslag van hout 9 Opzetstuk warmtewisselaar 6 Opzetstukken 400-200 9 P Plaatsen afmetingen 15 U Uitgaan van vuur 11 V Vegen van schoorsteen 12 Ventilatie vuistregel 5 5 Ventilatierooster 5 Verbrandingsluchtregeling Poten montage 8 Problemen oplossen 11, 20 R Rendement 14 11 Vermiculite vuurvast 7 Vermiculiten binnenplaten waarschuwing 9 Verwijderen as 11 9 Vet voor smering 12 Rookgas massedebiet 14 Rookterugslag 4, 20 Vloeren brandveiligheid draagvermogen 6 6 Vloerkleed 6 Rook bij eerste gebruik Ruiten aanslag 20 S Schoonmaken toestel 12 Schoorsteen aansluitdiameter aansluiting op hoogte onderhoud voorwaarden 14 9 5 12 5 Schoorsteenbrand voorkomen 11 Schoorsteenkap 5 Smeren 12 Stof-emissie 14 Stoken brandstof bijvullen onvoldoende warmte toestel brandt te hevig toestel niet goed regelbaar 10 10-11 11, 20 20 20 10 Vuur aanmaken doven 10 11 Vuurvaste binnenplaten onderhoud 9 12 W Waarschuwing brandbare materialen glas gebroken of gebarsten heet oppervlak schoorsteenbrand ventilatie vermiculite binnenplaten verzekeringsvoorwaarden voorschriften Wanden brandveiligheid Warmte, onvoldoende Warmtewisselaar opzetstuk T Teer 11 Temperatuur 14 22 Vulhoogte van toestel Weersomstandigheden, niet stoken 4 4 4 4, 9, 11 4-5 9 4 4 6 11, 20 9 6 11 Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Dovre 300CB/B de handleiding

Categorie
Fornuizen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor